Jaarverslaggeving 2012
Toonaangevend in belastingen
Datum Versie
13 maart 2013 agendapunt 5 jaarverslag 2012 inclusief jaarrekening versie def.doc
-1-
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord Kerngegevens Leeswijzer Hoofdstuk 1 Programma 1 Heffing en inning van belastingen Hoofdstuk 2 De paragrafen Paragraaf 1 Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar Paragraaf 3 Incidentele baten en lasten Paragraaf 5 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Paragraaf 6 Waterschapsbelastingen Paragraaf 7 Weerstandsvermogen Paragraaf 8 Financiering Paragraaf 9 Verbonden partijen Paragraaf 10 Bedrijfsvoering Paragraaf 11 EMU saldo Paragraaf 12 Topinkomens Hoofdstuk 3 - Belastingopbrengsten 2012 Hoofdstuk 4 - Jaarrekening 2012 4.1 De balans 4.1.1 Algemeen 4.1.2 Toelichting op de activa 4.1.3 Toelichting op de passiva 4.1.4 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 4.2 De exploitatierekening 4.2.1 De exploitatierekening in het kort 4.2.2 De exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten 4.2.3 De exploitatierekening naar kostendragers 4.2.4 Exploitatierekening naar programma’s Hoofdstuk 5 – Besluit tot vaststelling van de jaarrekening Hoofdstuk 6 – Controleverklaring Bijlagen A INK prestatie-indicatoren B Prestatie-indicatoren en operationele afspraken deelnemers C Staat van activa D Staat van personeelslasten
-2-
-2-3-5-6-7-7-8-8-9-9-9-9- 10 - 10 - 11 - 12 - 18 - 18 - 19 - 21 - 21 - 21 - 22 - 24 - 25 - 26 - 26 - 27 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 39 - 41 - 42 -
Voorwoord Hierbij treft u de jaarverslaggeving (inclusief jaarrekening) 2012 van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn (GBLT) aan. Hierin legt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur van GBLT verantwoording af over het in 2012 gevoerde beleid, de kosten van dat beleid en de door GBLT bereikte resultaten.
De jaarrekening 2012 sluit af met een resultaat voor resultaatbestemming van € 1.433.856 positief. Van dit resultaat zal een bedrag van € 294.000 worden bestemd voor het in het verslagjaar gestarte project GBLT NeXt dat in 2013 zal worden voltooid. Het feitelijk resultaat dat met de deelnemers zal worden verrekend komt daardoor uit op een bedrag van € 1.139.856. Door dit resultaat, na bestemming, daalt de bijdrage van de deelnemers naar een bedrag van € 18.385.617. Het positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten dan begroot. Een analyse van de lasten en baten is in hoofdstuk 4.2.2 opgenomen.
Het jaar 2012 was een bijzonder turbulent jaar. De effecten van het per 1 januari 2012 staken van de meeliftactiviteiten met waterleidingbedrijf Vitens en het volgen van de basisregistratie GBA, hebben zoveel telefonische en schriftelijke klantreacties opgeleverd dat daarvan gedurende het gehele verslagjaar de gevolgen merkbaar zijn geweest. Door de organisatie is veel energie gestoken in het leren van de (onverwachte) omvang van de effecten en het hierop anticiperen voor het nieuwe belastingjaar 2013. Daarnaast hebben een aantal gebeurtenissen plaatsgevonden die passen binnen de ontwikkeling van de GBLT organisatie In 2012 werd het nieuwe belastingsysteem Key2GH, nodig voor de toekomstige samenwerking met gemeenten met enige vertraging geïmplementeerd. De aanslagoplegging, de inning en de dwanginvordering kan per 1 januari 2013 met de nieuwe applicatie plaatsvinden. De voorbereidingen voor de integratie van de belastingafdelingen van de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden, die in 2011 werden gestart, zijn 2012 afgerond, zodat GBLT per 1 januari 2013 klaar is om de belastingheffing, de inning en het uitvoeren van de WOZ voor deze gemeenten uit te voeren. Verder zijn voor de doorontwikkeling van de interne organisatie van het primair proces, via het project GBLT NeXt de eerste stappen richting herinrichting gezet. De herstructurering van afdelingen, is in gang gezet. Het selecteren en benoemen van afdelingsmanagers en coördinatoren en de administratieve plaatsing van medewerkers heeft conform de planning plaatsgehad. Al met al kan teruggekeken worden op jaar dat wederom in financiële zin met een positief operationeel resultaat kan worden afgesloten, wat voornamelijk werd veroorzaakt door niet uitgevoerde projecten, het nog niet uitvoeren van opleidingen in het traject “lean” en het slechts deelsgebruiken van de post onvoorzien.
-3-
Kijkend naar de resultaten over de jaren 2008 – 2012 is de gezamenlijke bijdrage van de deelnemers in GBLT in absolute zin met 13 % gedaald. Rekeninghoudend met de indexering over deze periode is deze daling 20%. Zwolle, 13 maart 2013 Namens het dagelijks bestuur, De directeur,
De voorzitter,
B.S.C. Groeneveld
T.J. Boersma
-4-
Kerngegevens Deelnemende waterschappen
Groot Salland Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Eem Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland
Provincies
Drenthe Flevoland Gelderland Overijssel Utrecht
Grootte van het verzorgingsgebied
1,175 mln. hectare
Aantal gemeenten in het verzorgingsgebied
93
Aantal inwoners in het verzorgingsgebied
3,8 mln.
Aantal verzonden aanslagbiljetten
2,6 mln.
Aantal aanslagregels
5,2 mln.
Aantal verzonden aanmaningen
185.850
Aantal verzonden dwangbevelen
62.550
Totaal opgelegd aanslagbedrag (belastingjaar 2012)
-5-
€ 463 mln.
Leeswijzer De jaarverslaggeving bestaat uit een zestal hoofdstukken. De hoofdstukken 1 tot en met 3 bevatten het jaarverslag. Het jaarverslag geeft een toelichting op de voortgang van de plannen die in de begroting werden gepresenteerd. Het jaarverslag wordt opgebouwd rondom een aantal (verplichte) paragrafen. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de ten behoeve van de deelnemers gegenereerde belastingopbrengsten Hoofdstuk 4 handelt over de jaarrekening De jaarrekening behandelt de financiële verantwoording van het in 2012 door GBLT gevoerde beleid. In hoofdstuk 5 is het vaststellingsbesluit opgenomen. Hierin is de datum van behandeling/vaststelling van de jaarverslaggeving 2012 door het algemeen bestuur van GBLT opgenomen. In het laatste hoofdstuk is de controleverklaring van de accountant opgenomen met daarin het oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie per 31 december 2012 en de baten en lasten over 2012. Daarnaast geeft de accountant een goedkeurende verklaring ten aanzien van de financiële rechtmatigheid.
-6-
Hoofdstuk 1 - Programma Programma 1
Heffing en inning van belastingen
GBLT kent één programma, de heffing en inning van belastingen voor de deelnemende waterschappen. Op hoofdlijnen kent het programma de volgende activiteiten. • Heffing, inclusief het gegevensbeheer • Inning Heffing, inclusief het gegevensbeheer Deze activiteit heeft betrekking op het verzamelen, registreren, bewerken en optimaliseren van basisgegevens ten behoeve van de belastingheffing en inning voor alle deelnemers in het GBLT. De volgende werkzaamheden worden daarvoor uitgevoerd: • verwerken van gegevens uit de administratie van het Kadaster • verwerken van gegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens (GBA) • verwerken van mutatieleveringen uit andere bronnen • verwerken van waardeleveringen in het kader van de WOZ van gemeenten Inning Deze activiteit heeft betrekking op alle werkzaamheden in het kader van de inning en de (dwang)invordering van belastinggelden. Tot dit procesonderdeel behoort het incasseren van de aanslagen, het voeren van een volledige en accurate administratie en het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de dwanginvordering. De volgende werkzaamheden vallen hieronder: • het bewaken van de debiteurenadministratie, • het behandelen van verzoeken om kwijtschelding van belastingen, • het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen wanneer aanslagen onbetaald blijven, • het treffen van andere invorderingsmaatregelen, • het beoordelen van oninbaarheid van aanslagen.
-7-
Hoofdstuk 2 De paragrafen Naast het programma “heffing en invordering van belastingen” en de jaarrekening bestaat het jaarverslag uit een aantal paragrafen. Via de paragrafen kan het algemeen bestuur in de begroting uitgangspunten vaststellen ten aanzien van beheersmatige aspecten. Het gaat daarbij dan vooral om de beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van het programma. Doel van de paragrafen in de jaarverslaggeving is het bestuur een instrument te geven om de beleidskaders die in de begroting werden vastgesteld te kunnen controleren. Thema’s van de paragrafen: De volgende paragrafen moeten volgens artikel 4.11 van het Waterschapsbesluit verplicht in de begroting, dan wel in de jaarverslaggeving te worden opgenomen, tenzij het desbetreffende aspect niet aan de orde is. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar Uitgangspunten en normen Incidentele baten en lasten Kostentoerekening Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen Waterschapsbelastingen Weerstandsvermogen Financiering Verbonden partijen Bedrijfsvoering EMU saldo Topinkomens
De paragrafen 2 en 4 zijn bij het opstellen bij de jaarverslaggeving niet aan de orde en worden dus niet opgenomen in het verslag.
-8-
Paragraaf 1
Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar
Het gaat in deze paragraaf om internationale en nationale ontwikkelingen, beleidsvoornemens en actualiteiten die zich sinds het vaststellen van de begroting 2012 hebben voorgedaan. Daarnaast kunnen afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen zoals deze voor de begroting 2012 werden gehanteerd worden toegelicht. In 2012 is de wijziging voorbereid van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus -Tricijn. De gemeenschappelijke regeling is formeel per 1 januari 2013 gewijzigd in verband met de toetreding van de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk. Het jaar 2012 is dus het laatste begrotings- en boekjaar met louter waterschappen als deelnemer.
Paragraaf 3
Incidentele baten en lasten
Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Deze baten en of lasten moeten een bedrag van € 100.000 te boven gaan. Het overzicht kan de gebruiker(s) van het jaarverslag behulpzaam zijn bij het bepalen hoe het formele financiële evenwicht zich verhoudt tot het materiële evenwicht. Baten
Lasten
Totaal
V/N Programma 1 1.2 Interne rentelasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 2.4 Overige personeelslasten 2.5 Personeel van derden 5.2 Onvoorzien
N N N V N
4.1 Bijdragen van overigen
N
(104.030) (488.670) (154.518) 449.688 (392.647) (100.000)
Totaal programmarekening Totaal incidenteel
23.393.500 (690.177)
24.827.355 (100.000)
1.433.855 (790.177)
Regulier resultaat programmarekening
22.703.323
24.727.355
643.678
Wanneer er geen sprake was geweest van incidentele voor- en nadelen was het resultaat weliswaar positief, maar € 790.177 lager uitgevallen dan het huidig exploitatieresultaat.
Paragraaf 5 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen De voorzieningen zijn ten opzichte van de balanswaarde per 31 december 2011 gedaald met een bedrag van ruim € 57.000. De oorzaak hiervan is gelegen in de betaling van de wachtgeldverplichting aan een vertrokken medewerker die per juni 2013 eindigt.
Paragraaf 6
Waterschapsbelastingen
Onder deze post wordt de door GBLT gerealiseerde opbrengst aan in rekening gebrachte invorderkosten verantwoord. Het invorderbeleid is er op gericht de betalingsmoraal van belastingplichtigen daar waar nodig te verbeteren. Vanwege de productiestop die verband hield met de implementatie van de nieuwe belastingapplicatie, is het in de tweede helft van 2012 vrijwel onmogelijk gebleken daadwerkelijk invorderacties, zoals het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen, uit te voeren. Deze situatie heeft een forse impact op de gerealiseerde opbrengsten invorderkosten. Door het stilvallen van de productie van aanmaningen en dwangbevelen is er een fors nadelig saldo ontstaan
-9-
op de invorderopbrengsten. Per 2013 wordt GBLT voortgezet wordt met andere deelnemers en daarom is het de wens om de invorderopbrengsten die betrekking hebben op het heffingsjaar 2012 aan het begrotingsjaar 2012 toe te rekenen. Daarmee worden de te verwachten realisaties aan de juiste deelnemers toegerekend. Er zal budgetoverheveling plaats vinden voor de invorderopbrengsten en de daaraan gerelateerde kosten. Het opnemen van deze budgetoverheveling is gebaseerd op het juridische recht dat is opgebouwd op basis van de gerealiseerde invorderdocumenten. Deze rechten ontstaan in het kalenderjaar 2012, en kunnen door de achterstand van productie werkzaamheden niet gerealiseerd worden. Het financiële effect van de overheveling van de invorderopbrengsten ad € 2.380.107 is volledig opgenomen in de in de exploitatierekening vermelde waterschapsbelastingen ad € 5.013.812. De met de opbrengst gemoeide kosten ad € 449.000 zijn eveneens ten laste van de exploitatie gebracht. Het gaat hierbij voornamelijk om kosten met betrekking tot het uitbesteden van invorderwerkzaamheden en porti, vracht- en drukkosten.
Paragraaf 7
Weerstandsvermogen
GBLT kent geen reserves en slechts een beperkte voorziening. De organisatie heeft daarom vrijwel geen weerstandsvermogen, omdat de gevormde voorziening een afdekking is van een reëel in te schatten last. De deelnemers van de gemeenschappelijke regeling zijn op basis van gemaakte afspraken volledig aansprakelijk voor niet afgedekte risico’s. In de “risicoparagraaf” wordt ingegaan op mogelijke risico’s.
Paragraaf 8
Financiering
GBLT is een gemeenschappelijke regeling van een 8-tal waterschappen. De organisatie voegt zich naar de diverse financiële bepalingen zoals deze zijn neergelegd in onder meer het Waterschapsbesluit en de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (samen ook wel BBVW genoemd). Bij het aantrekken van vreemd vermogen houdt GBLT zich aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de wet financiering decentrale overheden (wet Fido). De wet Fido heeft als doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking: • de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met kort geld (< 1 jaar); • de renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met lang geld (> 1 jaar). Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met kort geld mogen financieren. Voor gemeenschappelijke regelingen is de limiet bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Voor GBLT betekent dit, dat in 2012 de kasgeldlimiet € 2.075.912 (8,2% van € 25.316 mln.) bedraagt. GBLT had de juridische mogelijkheid dit bedrag te lenen in een zogenaamde “kortgeld constructie”. Van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Renterisiconorm Uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van de looptijden van langlopende leningen met als doel een beperking van renterisico’s. Het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag, dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor gemeenschappelijke regelingen is de renterisiconorm bepaald op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar met een minimum van € 2.500.000. Voor 2012 betekent dit dat de renterisiconorm voor GBLT € 5.063.200 bedraagt. In 2007 heeft rechtsvoorganger Lococensus, om de vaste activa te financieren, een bedrag geleend van € 2 mln. De lening is aflossingsvrij en kent een rentepercentage van 4,29.
- 10 -
Aangezien het GBLT geen andere leningen heeft, die in 2012 in aanmerking kwamen voor renteherziening, wordt voldaan aan de renterisiconorm. Liquiditeitspositie Met de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling is overeengekomen dat voorafgaand aan ieder kalenderkwartaal, 25% van het begrote jaaraandeel van de jaarkosten wordt gestort. Dit is noodzakelijk om de externe kosten die aan het GBLT in rekening worden gebracht, tijdig te kunnen voldoen. Risicobeheer Het GBLT trekt alleen geld aan voor haar uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten zoals, derivaten, opties en dergelijke. Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden. Voor wat betreft de externe toetsing van renterisico’s geldt dat het GBLT zal voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet en renterisiconorm. Wordt hiervan afgeweken dan zal dit met redenen onderbouwd worden gerapporteerd aan bestuur. Risicoparagraaf Het GBLT loopt bij het uitoefenen van zijn taken financiële risico’s. Onder risico wordt hier bedoeld de kans dat een onverwachte en onzekere gebeurtenis plaatsvindt, waarbij gevolgen ontstaan waarvan de financiële omvang nog niet is vast te stellen. Hierbij valt te denken aan claims van derden, rechtsgedingen en onzekerheden in investeringen. Het doel van de risicoparagraaf is een overzicht te geven van de voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die tot een afwaardering van de activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Loon-, prijs- en rentestijgingen De CAO heeft een looptijd tot 1 januari 2014. Prijs- en rentestijgingen vertegenwoordigen een beperkt risico waarbinnen de begroting rekening wordt gehouden. Daarnaast bestaan risico’s ten aanzien van de invorderopbrengsten. Dat is het geval indien de aanslagen, inclusief de vervolgingskosten, niet worden betaald. Dit risico is groter wanneer ons land zich in economisch minder goede omstandigheden bevindt, zoals ten tijde van een economische crisis. Het aantal faillissementen zal dan bijvoorbeeld stijgen, waardoor inning van de in rekening gebrachte kosten niet, dan wel vrijwel onmogelijk zal zijn. In een dergelijke situatie stijgt ook het risico voor het innen van de belastingopbrengst voor de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. GBLT beijvert zich daarom de invorderactiviteiten tijdig en effectief uit te voeren.
Paragraaf 9
Verbonden partijen
Het GBLT kent geen verbonden partijen zoals bedoeld in het waterschapsbesluit en het RBVW. Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de organisatie in casu het GBLT een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van bestuurlijk belang is sprake als een bestuurslid of ambtenaar namens het GBLT zitting heeft in het bestuur van die verbonden partij of als namens het GBLT stemrecht wordt uitgeoefend door een bestuurslid of ambtenaar. Een financieel belang is aanwezig wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel als financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
- 11 -
Voor het GBLT zijn de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling geen verbonden partij, andersom is dat wel het geval. Het GBLT neemt wel deel in het waterlaboratorium van het waterschap Groot Salland te Zwolle. Omdat formele bestuurlijke betrokkenheid ontbreekt, is dit geen verbonden partij in de zin van het waterschapsbesluit.
Paragraaf 10
Bedrijfsvoering
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop het GBLT koers houdt en wordt geïnspireerd tot voortdurende verbetering. De bestaansredenen (missie) zijn gedefinieerd en daarop is een visie ontwikkeld die de unieke kracht van het GBLT schetst. De strategie die daarbij wordt gevolgd, is door het bestuur van het GBLT vastgesteld en met de deelnemers afgestemd. Directie en afdelingsmanagers (samen het managementteam) stemmen de interne organisatie hierop af en zijn duidelijk bij de uitvoering van de missie, de visie en de strategie betrokken. De missie, de visie en strategie zijn als volgt vastgesteld. Missie
Wij heffen en innen belastingen en geven uitvoering aan de wet WOZ voor lagere overheden, tegen zo laag mogelijke kosten.
Visie
GBLT: Toonaangevend in Belastingen. Toonaangevend betekent voor ons: • Richtinggevend, onderscheidend, origineel en wij tonen lef, trots en passie. • Wij hebben een goede prijs/kwaliteitverhouding in onze primaire taken, producten en diensten; • Wij zijn continu op zoek zijn naar inhoudelijke verbetering en vernieuwing van (werk-) processen; • Wij zijn klantgericht; • Wij optimaliseren de schaalvoordelen van de organisatie door samenwerking met andere overheden; • Wij zijn een lerende organisatie waarbij medewerkers kansen krijgen om zich te ontwikkelen in het kader van persoonlijke en organisatorische groei.
Strategie
Onze hoofddoelstellingen en strategie zijn: 1. Onze processen zijn zodanig ingericht dat wij maximaal heffen, optimaal innen en de wet WOZ uitvoeren tegen minimale kosten (Operational Excellence). 2. De contacten met de burgers zijn daarbij betrouwbaar en respectvol. 3. Wij hebben samenwerkingsovereenkomsten met minimaal 8 gemeenten en/of met andere overheden/samenwerkingsverbanden, waarvan één 100.000+ gemeente.
INK als sturingsinstrument De organisatie kent een ‘platte structuur’ en is transparant. De sturing op de bedrijfsprocessen vindt plaats via korte communicatie lijnen. De organisatie is er één waar openheid, zeggen wat we doen en doen wat we zeggen belangrijke leidende beginselen zijn, in zowel de relatie met de opdrachtgevers, de belastingbetalers, als binnen de organisatie zelf. Voor GBLT is er voor gekozen om de organisatie door middel van het INK managementmodel, als hulpmiddel bij de begrips-, oordeels- en besluitvorming, aan te sturen. In de eerste fase van het ontwikkelmodel staat kwaliteit op de werkplek centraal. Goed opgeleide medewerkers van GBLT zijn er op gericht de opgedragen taken (heffen en innen van belastingen) zo effectief en efficiënt als mogelijk uit te voeren. In de tweede fase wordt door zelfevaluatie uit te voeren (regelmatige positiebepaling) ervaren hoe de stand van zaken is met betrekking tot de ontwikkeling van de organisatie en op welke onderdelen de organisatie moet veranderen, verbeteren of vernieuwen.
- 12 -
In 2011 heeft de eerste INK positiebepaling voor GBLT plaatsgevonden. De volgende positiebepaling zal in 2013 plaatsvinden. Naar aanleiding van de positiebepaling in 2011 zijn plannen ontwikkeld die er op gericht zijn de organisatie te verbeteren, te versterken. Een bundeling van deze verbeterpunten komt tot uiting in het project GBLT NeXt waarvan de implementatie in het verslagjaar is gestart. Daarnaast is besloten, met in achtneming van de kwaliteitscirkel van Deming (Plan, Do, Act, Check) in het model het “lean” model te betrekken. De organisatie is daarbij voortdurend alert op het toevoegen van “waarde” voor de deelnemers. Missie en visie verder concretiseren Om de missie en visie, zoals deze zijn vastgesteld, verder te concretiseren zijn in het verslagjaar de zogenaamde succesbepalende factoren voor GBLT doorontwikkeld. Dit zijn vanuit de perspectieven “bestuur/financiers, medewerkers en belastingbetaler”; • de processen zijn efficiënt ingericht en worden periodiek getoetst op zorgvuldigheid en rechtmatigheid, actualiteit en verbetermogelijkheden, terwijl verantwoording tijdig plaatsvindt; • er wordt gestreefd naar zo laag mogelijke kosten voor een zo hoogmogelijk rendement en wordt voortdurend gezocht naar schaalvoordelen; • GBLT is voortdurend met medewerkers in gesprek over ontwikkeling en voortgang daarvan, er worden goede opleidingsmogelijkheden geboden, de werkomgeving is wordt als goed en veilig ervaren en de medewerkers zijn tevreden en loyaal; • ten opzichte van de belastingbetaler is GBLT stipt, betrouwbaar en respectvol; • GBLT is toonaangevend in belastingen. Met ingang van 2013 zal over deze factoren, de daarbij ontwikkelde prestatie-indicatoren en de normen die daarbij zijn gesteld worden gerapporteerd in de bestuursrapportages en jaarrekening. Daarnaast zal daaraan in de diverse voortgangsrapportages ten behoeve van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling aandacht worden besteed. Strategische groei De uitvoering van de integratie van gemeentelijke belastingtaken van de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden in de belastingorganisatie van is aan het eind van 2012 afgerond. In november zijn de gemeentelijke medewerkers “overgekomen” waarna de organisatie zich verder heeft kunnen voorbereiden op de uitvoering van de gemeentelijke belasting- en WOZ-taken in 2013. In het voorjaar van 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle positief besloten om de onderhandelingen aan te gaan om voor de heffings- en inningstaken aan te sluiten bij GBLT. In de tweede bestuursrapportage hebben wij gemeld dat definitieve besluitvorming plaats zou vinden in het najaar van 2012. Door allerlei oorzaken heeft definitieve besluitvorming bij de gemeente Zwolle nog niet plaats kunnen vinden. Verder vinden er regelmatig gesprekken plaats met gemeenten om haalbaarheidsonderzoeken te initiëren om de strategische groei en - doelstellingen waar te maken. Uitdagend daarbij is veelal de balans tussen de financiële voordelen (die in de regel substantieel en relatief makkelijk zijn te schetsen) en de culturele, bestuurlijke en personele aspecten van samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen in een uitvoeringsgerichte organisatie. In 2012 is daarnaast onderzocht of en hoe een eventuele samenwerking met Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente tot de mogelijkheden behoort. De conclusie is dat er substantiële financiële en inhoudelijke voordelen zijn te behalen met het fuseren van beide organisaties. Bestuurlijk is er echter (nog) geen draagvlak voor een dergelijke ontwikkeling. Leiderschap Leiderschap is richting geven, inspireren en zorgen voor voortgang in de gewenste richting. Essentiële begrippen daarbij zijn bedrijfszekerheid, efficiency, toekomstgerichtheid en dienstverlening. De kracht van het management is het actief uitdragen van die missie en visie in woord en gedrag met een op samenwerking, resultaat- en klantgerichte houding. Naar zowel de opdrachtgevers als de belastingbetalers als de medewerkers zijn we proactief in het signaleren van problemen en het leveren van oplossingen. Daarbij zijn we responsief in ons gedrag en onze acties en we laten ons daar ook op aanspreken.
- 13 -
Fase II van de organisatieontwikkeling: GBLT NeXt Voor de doorontwikkeling van de organisatie is het in 2011 opgestarte project GBLT NeXt in 2012 voortgezet. In de loop van het jaar is de transitie van het primaire proces van de twee oorspronkelijke organisaties Lococensus en Tricijn naar één GBLT-organisatie gestart. In het voorjaar van 2012 is hard gewerkt aan de totstandkoming van het transitieplan, onder begeleiding van de firma Rijnconsult, en op 16 mei is het plan definitief opgeleverd. Op grond hiervan heeft de directie keuzes gemaakt voor de verdere ontwikkeling van de organisatie, die zijn vastgelegd in het “Veranderplan”. In een notitie ten behoeve van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2011 werden de kosten voor dit verandertraject “GBLT NeXt” geschat op € 500.000. In 2012 is daarvoor een incidentele bijdrage van € 250.000 gevraagd. Bij de aanvraag van de extra bijdrage was rekening gehouden met realisatie van dit plan in 2012. In verband met (de verwerking van) het grote aantal klantreacties en de onvoorziene extra inspanningen die als gevolg van de invoering van een nieuw belastingpakket (Centric) gepleegd moesten worden is gekozen voor temporisering van de uitvoering van GBLT NeXt. De herstructurering van afdelingen, het selecteren en benoemen van afdelingshoofden en coördinatoren en de administratieve plaatsing van medewerkers hebben per 1 december 2012 wel plaatsgehad. De verwachte extra coaching, opleiding en training, opzet van de GBLT-academie, begeleiding bij het lean inrichten van processen (lean tooling) en begeleiding bij invoering van lean thinking (houding en gedrag) hebben echter in 2012 nog niet kunnen plaatsvinden. Daardoor is in 2012 slechts € 56.000 uitgegeven aan het project GBLT NeXt en is bovendien, in afwachting van de uitvoering van de plannen, weinig besteed aan opleidingen. Dit betekent wel dat het zwaartepunt van de verdere ontwikkeling van de organisatie en de uitvoering van het transitie- en veranderplan in 2013 en daarna zal komen te liggen. De aanvang van hierbij behorende activiteiten (zoals hierboven genoemd) zijn dan ook gepland voor 2013. Met het vaststellen van de jaarrekening wordt het bestuur verzocht de niet uitgegeven middelen opnieuw beschikbaar te stellen voor het jaar 2013. Het gaat hierbij om € 194.000 van de extra beschikbaar gestelde middelen en € 100.000 van de binnen de eigen begroting te vinden bijdrage van € 250.000. De hiervan niet gebruikte € 150.000 valt vrij in het resultaat. Totaal
Dekking
Uitputting
Restant
bedragen in €
Projectbudget GBLT NeXt fase II Extra verstrekt budget Budget te vinden binnen reguliere exploitatie
Overheveling 2013
Vrijval
500.000 250.000 250.000
56.000
194.000 250.000
194.000 100.000
150.000
Kosten waterschappen De uitdaging voor GBLT bestaat uit het realiseren van maximale opbrengsten tegen zo laag mogelijke kosten. Voor een uitgebreide verantwoording betreffende de kosten en opbrengsten wordt u verwezen naar hoofdstuk 4.2.2. De kosten voor de deelnemers worden uitgedrukt in kosten per aanslag. Hiermee worden de kosten gekoppeld aan een productieve indicatie. Daarnaast worden de kosten in vergelijking met de belastingopbrengst uitgedrukt. Dit zijn de zogenaamde perceptiekosten. Ook hier vindt koppeling aan output plaats In de tabel op de volgende bladzijde worden de perceptiekosten per waterschap aangegeven.
- 14 -
Perceptiekosten o.b.v. jaarcijfers 2012 Waterschap:
Procentueel aandeel in kosten GBLT
Groot Salland Regge en Dinkel Reest en Wieden Rijn en IJssel Vallei en Eem Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland Totalen
Aandeel in euro's
Netto belastingopbrengst *
Percentage perceptiekosten
Aantal aanslagen
Kosten per aanslag in euro's
10,1% 16,3% 6,3% 17,3% 18,0% 14,0% 5,6% 12,4%
1.859.877 2.995.446 1.163.884 3.178.602 3.306.810 2.574.186 1.035.675 2.271.137
59.042.434 75.413.723 43.459.485 69.152.285 62.382.954 52.543.588 33.999.578 67.221.870
3,15% 3,97% 2,68% 4,60% 5,30% 4,90% 3,05% 3,38%
276.121 437.909 170.964 460.961 469.419 332.147 143.275 286.951
6,74 6,84 6,81 6,90 7,04 7,75 7,23 7,91
100,0%
18.385.617
463.215.917
3,97%
2.577.747
7,13
* = totale netto resultaat over lopend belastingjaar (excl. nog op te leggen) en voorgaande belastingjaren opgelegd in 2012 (excl. nog op te leggen)
Sectorale arbeidsvoorwaardenregeling waterschapspersoneel De “oude” sectorale arbeidsvoorwaardenregeling voor het waterschapspersoneel (SAW) kende een looptijd tot 1 januari 2012. Over nieuwe voorwaarden is onderhandeld tussen bonden en werkgevers. Het eindresultaat van die onderhandelingen is, kort samengevat: 1. Per 1 januari 2012 wordt het individuele keuzebudget (IKB) verhoogd met 1%; 2. Per 1 januari 2013 wordt het IKB nog een keer verhoogd met 1%; 3. Per 1 januari 2013 wordt, grotendeels door het anders aanwenden van bestaande middelen, het individuele keuzebudget (IKB) met gemiddeld 2,2% versterkt. Door deze aanwending van bestaande middelen eindigen per 1 januari 2013 de regeling tegemoetkoming ziektekosten, de lokale feestdag, de regeling betaald ouderschapsverlof en voor de uurwaarde van meer- en minderwerk wordt aangesloten bij de SAW definities. Verder zijn afspraken gemaakt die tijd- en plaatsonafhankelijk werken mogelijk maken. Deze afspraken zijn gebaseerd op moderne arbeidsrelaties, met als basis resultaatgerichte afspraken tussen leidinggevende en medewerker in reguliere gesprekscycli. Het financiële effect van het eindresultaat past binnen de uitgangspunten die zijn bepaald bij het opstellen van de begroting 2012. Ziekteverzuim en verzuimbeheersing Het cijfer over het ziekteverzuim over 2012 is 5,2% en komt daarmee iets boven de gestelde norm (5 %). De overschrijding is voornamelijk veroorzaakt door een aantal langdurig zieken (niet aan het werk gerelateerd). Het voorkomen van ziekteverzuim vraagt de voortdurende aandacht en begeleiding van het management. Huisvesting In de loop van het jaar is het ‘principebesluit’ genomen worden dat Zwolle, de vestigingsplaats van GBLT vanaf 2015 zal zijn. Deze keuze is gebaseerd op de centrale ligging binnen het verzorgingsgebied en bereikbaarheid. Zwolle heeft een goede OV bereikbaarheid uit alle windstreken. Recent is de nieuwe Hanzelijn daar aan toegevoegd zodat ook uit de provincie Flevoland er een goede verbinding is. Nieuwe naam GBLT
Het algemeen bestuur heeft in het najaar van 2012 besloten om de naam “GBLT“ als nieuwe naam bij de burger te introduceren. In 2013 wordt, in samenspraak met de waterschappelijke en gemeentelijke deelnemers, een plan van aanpak opgesteld waarin bepaald wordt op welke wijze de nieuwe naam per 1-1-2014 wordt geïntroduceerd. Klantcontact
Vanwege het stoppen met meeliften Vitens is het aantal verzonden aanmaningen en dwangbevelen hoger dan andere jaren. Dit leverde extra telefonische reacties op. Op beide locaties werden in 2012 ruim 371.500 telefoontjes ontvangen tegen ruim 142.500 in 2011.
- 15 -
Van dit enorme aanbod aan inkomende gesprekken kon slechts 53% worden beantwoord. Daarnaast werden ook meer schriftelijke reacties, zowel via de reguliere post als via het contactformulier op de websites ontvangen. Om de hoge aantallen telefoontjes en de extra correspondentie beter te kunnen afhandelen is (tijdelijk) extra menskracht ingehuurd, om de capaciteit en bezetting te vergroten. In 2012 zijn diverse (deel)processen die betrekking hebben op de diverse soorten klantcontacten geëvalueerd. Deze evaluaties hebben geleid tot een aantal verbeteracties. Veel verbeteringen zijn in samenhang met de uitkomsten van GBLT NeXt fase 1 uitgevoerd. Naar aanleiding van de uitkomsten van het project GBLT NeXt is besloten per 1 december 2013 een speciaal Klantcontactcentrum (KCC) op (en in) te richten dat zich met nagenoeg alle klantcontacten (zowel schriftelijk als mondeling) zal gaan bezighouden. De achterliggende gedachte van het inrichten van een KCC is dat vragen en verzoeken van klanten niet leiden tot verstoring van de twee andere processen Heffen en Innen. Daarnaast heeft de organisatie veel geïnvesteerd in het optimaliseren van de het digitaal loket (Mijn loket), een klantvolgsysteem, het optimaliseren en verder automatiseren van het reguliere postproces, de uitbreiding van het aantal beschikbare telefoon lijnen. Verder zijn in 2012 de voorbereidingen gestart om te komen tot een snel en flexibel in te zetten pool met mensen (flexibele schil) om de capaciteit snel te kunnen opschalen. Het samenstel van de genomen maatregelen heeft er toe geleid dat de piekcapaciteit voor telefonische klantcontacten van 2000 tot 3000 telefoontjes per dag in 2012 is gegroeid naar 5000-7000 telefoontjes per dag in 2013. Daarnaast zorgt het in gebruik nemen van één centrale belastingapplicatie en het mede hierdoor beter afstemmen van de productie binnen beide vestigingen in combinatie met het beperkt gespreid opleggen van aanslagen dat er kleinere partijen aanslagen te gelijk worden verzonden. Dit zorgt voor een verlaging van de piekbelasting binnen het KCC. In het voorjaar van 2013 zal samen met de betrokken deelnemers (Waterschappen) nader worden onderzocht of een verder spreiding van de productie activiteiten binnen het jaar mogelijk is. Implementatie belastingapplicatie Met ingang van 2013 zal GBLT ook diensten uitvoeren voor de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk. Een belangrijke voorwaarde om de samenwerking tot een succes te maken is een goed werkend belastingpakket. In het voorjaar van 2011 is de keuze, na een Europese aanbestedingsprocedure, gevallen op het door Centric aangeboden Key2GH belastingpakket. De implementatie van het pakket is vanaf augustus 2011 projectmatig opgepakt. Begin augustus 2012 is besloten de conversie van het oude belastingsysteem IBS naar Key2GH te laten plaatsvinden. Begin september zou de belastingapplicatie in gebruik genomen moeten worden maar het bleek dat het systeem toen nog niet voldeed aan de vooraf gestelde criteria. Eind september 2012 werd uiteindelijk groen licht gegeven voor een gefaseerde in productie name. In november zijn, na een mutatiestop van ruim twee weken, ook de gemeentelijke gegevens geconverteerd en in Key2GH opgenomen Basisregistraties Met betrekking tot het gebruik van de basisregistraties is het project “Slim Heffen en Innen” gestart. Het project heeft tot doel om vanaf 2014 alle aanslagen door middel van de basisregistraties op te leggen. Door in het proces gebruik te maken van de basisregistraties zijn voordelen te realiseren, namelijk: • eenduidigheid omdat, alle overheden dezelfde gegevens gebruiken naar de belanghebbenden. • uniforme werkwijze omdat, de basisregistraties leidend zijn moeten wijzigingen in gegevens door de eigenaar van de basisregistratie worden aangepast. • kostenreductie door minder bezwaren, doordat de betrouwbaarheid van de gegevens wordt vergroot. Voor het project ontvangt GBLT een subsidie van bijna € 100.000.
- 16 -
Uitvoering van het project heeft tot de volgende resultaten geleid: • Een samenhangend datamodel gebaseerd op de visie van GBLT met betrekking tot het stelsel gericht op het heffen en inningsproces; • Een overzicht van de ervaringen, leermomenten en succesfactoren • Verbetervoorstellen die van toepassing zijn op recreatiewoningen, kamerverhuur en bejaardentehuizen, enz. De baten die het gebruik van basisregistraties hebben opgeleverd c.q. nog gaan opleveren: - WOZ 1:1 volgen; 2011: 4000 terugmeldingen, 2012: 2000 terugmeldingen - BAG terugmeldingen heeft geresulteerd in nieuwe verblijfsobjecten waar wij belasting over kunnen heffen - Minder bezwaar en minder handmatig werk Het project is afgerond en aan de voorwaarden die werden gesteld aan het verlenen van de subsidie is voldaan. In de exploitatierekening is de subsidie vermeld onder de baten “4.1 bijdragen van overigen”. Ontwikkelingen op het gebied van kwijtschelding Algemeen Zowel het aantal verzoeken als het kwijtgescholden bedrag is GBLT breed in 2012 hoger dan in het jaar 2011. Deze stijging vindt zijn oorzaak in de economische situatie en een toename van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening. De instanties die bij schuldhulpverlening bemiddelen stimuleren steeds meer belastingschuldigen om kwijtscheldingsaanvragen in te dienen. De omvang van de stijging is echter verschillend per waterschap In de verantwoording van de belastingontvangsten 2012 voor de individuele waterschappen, zal per waterschap worden aangegeven welke stijging zich daar voordoet en wat daarvan de effecten zijn. Kleine ondernemers Wettelijk is het mogelijk dat, indien de waterschappen daartoe uiteraard besluiten, kleine ondernemers in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privébelastingschulden. GBLT heeft de waterschappen in daarom oktober 2012 geadviseerd om de besluitvorming over kwijtschelding kleine ondernemers uit te stellen totdat hiervoor landelijk nadere beleidsregels zijn opgesteld. Rekening houden met de kosten van kinderopvang bij de kwijtschelding Door de Unie van Waterschappen is geadviseerd terughoudend met de geboden verruimingsmogelijkheden op het gebied van de kosten van kinderopvang om te gaan, omdat onder meer de financiële consequenties per waterschap nog niet bekend zijn. GBLT heeft de waterschappen geadviseerd om het kwijtscheldingsbeleid op het gebied van de kosten van kinderopvang niet te verruimen. Interne controle In 2012 is aandacht geweest voor interne controle. Hiervoor is voorafgaand aan het jaar een controleplan opgesteld dat is afgestemd met de accountant. Door de herstructurering van het primaire proces en de implementatie van het nieuwe belastingsysteem Key2GH zijn de controlewerkzaamheden vaak op ander momenten uitgevoerd dan vooraf gepland. Het pakket aan interne controle activiteiten is, in afwijking van het interne controleplan, primair gericht geweest op de volledigheid van de belastingopbrengsten en secundair op het rechtmatig en goed uitvoeren van de bedrijfsvoering. Nieuwe bankier voor het verwerken van betalingen In 2012 heeft er een aanbestedingstraject plaatsgevonden met betrekking tot het met ingang van 2013 verzorgen van het betalingsverkeer van GBLT. Na een Europese aanbesteding werd de opdracht gegund aan de Deutsche Bank, die aan alle gestelde eisen voldeed en de economisch meest voordelige aanbieding deed.
- 17 -
Paragraaf 11
EMU saldo
Een Europese afspraak is dat het EMU-tekort van een lidstaat in principe niet meer mag bedragen dan een bepaald percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Momenteel is de Wet Houdbare overheidsfinanciën (HOF) in voorbereiding. Deze wet bevat strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort wordt beperkt. De wet kan tot gevolg hebben dat het kabinet bepaalt dat de decentrale overheden aan strengere EMU-normen moeten voldoen, dat er strenger toezicht op de naleving van deze normen wordt uitgeoefend en dat er bij overschrijdingen boetes worden opgelegd. Dit kan voor waterschappen en gemeenten grote financiële gevolgen hebben. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft te kennen gegeven dat GBLT niet gehouden is aan de EMU regels. De effecten van het GBLT behoren tot uitdrukking te komen via de individuele bijdragen aan GBLT in de begrotingen van de acht waterschappen.
Paragraaf 12
Topinkomens
Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in het jaarverslag een paragraaf moet worden opgenomen die informatie bevat over topinkomens, zoals bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt). Topinkomens in de (semi)publieke sector worden daarbij vergeleken met het gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers. Dit gemiddelde jaarloon noemen we de Wopt-norm. Jaarlijks wordt dit bedrag vastgesteld in een ministeriële regeling. Het grensbedrag, dat gebaseerd is op gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers bedraagt voor 2012 € 194.000. Bij het GBLT zijn in 2012 geen functies of dienstverbanden en uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband geweest, die vermelding in dit verslag noodzakelijk maken.
- 18 -
Hoofdstuk 3 - Belastingopbrengsten 2012 In de hierna volgende tabel zijn de in het verslagjaar gegenereerde opbrengsten voor het belastingjaar 2012 voor alle deelnemers weergegeven. Daarnaast wordt een prognose voor het resultaat aan het einde van het belastingjaar gegeven. Bedragen in €
Financiële opbrengst belastingjaar 2012 Jaarrekening Begroting Stand per Stand 2011 2012 per incl. nog op conform 31-dec-12 te leggen voorstel (eindstand) GBLT
Verschil met begroting
Procentueel verschil met begroting
zuiveringsheffing woonruimten bedrijfsruimten totaal zuiveringsheffing
166.491.344 63.924.589 230.415.933
168.648.159 66.130.773 234.778.932
165.322.771 63.501.140 228.823.911
165.866.639 63.569.800 229.436.439
(2.781.520) (2.560.973) (5.342.493)
(1,65) (3,87) (2,28)
watersysteemheffing verontreinigingsheffing woonruimten verontreinigingsheffing bedrijfsruimten ingezetenen gebouwd ongebouwd natuurterreinen totaal watersysteemheffing
508.557 518.401 69.622.125 127.137.284 32.767.960 516.278 231.070.605
553.455 570.722 71.966.219 128.759.052 34.432.652 1.215.090 237.497.190
632.456 389.737 71.381.211 127.017.572 33.244.613 1.177.162 233.842.751
632.456 545.389 71.647.821 128.061.240 33.565.999 1.177.162 235.630.067
79.001 (25.333) (318.398) (697.812) (866.653) (37.928) (1.867.123)
14,27 (4,44) (0,44) (0,54) (2,52) (3,12) (0,79)
totale bruto belastingopbrengst
461.486.538
472.276.122
462.666.662
465.066.506
(7.209.616)
(1,53)
Het thans gerealiseerde bruto resultaat is ruim € 1,2 mln. hoger dan het resultaat over 2011, maar ongeveer € 9,6 mln. lager dan de begrotingen van de waterschappen. De komende jaren zullen nog aanslagen worden opgelegd voor het belastingjaar 2012 tot een bedrag van ongeveer € 2,4 mln. waardoor, per einde belastingjaar, het verschil tussen de begrotingen en de realisatie zal zijn gereduceerd tot een bedrag van ongeveer € 7,2 mln. De per waterschap optredende verschillen worden in aparte documenten toegelicht, door de accountant gecontroleerd en met de daarbij behorende controleverklaring aan het waterschap verstrekt. Zuiveringsheffing woonruimten De afwijking in de zuiveringsheffing woonruimten ten opzichte van de begrotingen van de acht waterschappen is, zoals al eerder gerapporteerd, opvallend. De oorzaak daarvan is gelegen in het volledig volgen van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). De aanslagen worden daardoor weliswaar rechtmatig opgelegd, maar waardoor de feitelijke opbrengst daalt. Met betrekking tot die afwijking is een interne analyse naar de aanslagoplegging uitgevoerd, waaruit bleek dat de aanslagoplegging op correcte wijze had plaatsgevonden. Belastingplichtigen die in het bezit zijn van zomerhuisjes en/of recreatiewoningen die mogelijk ten onrechte geen aanslag hebben gehad, zijn inmiddels aangeslagen dan wel ontvangen deze op korte termijn. De interne analysemethodiek is tevens getoetst door onze accountant. Geconcludeerd kon worden dat de methodiek van de door GBLT uitgevoerde analyse werd ondersteund. Het algemeen bestuur van GBLT is geïnformeerd over die toetsing. Op basis van de interne analyse zal GBLT er in ieder geval voor zorg dragen dat zomerhuisjes en recreatiewoningen op de juiste wijze in de nieuwe belastingapplicatie zullen worden verwerkt, zodat correcte aanslagen worden opgelegd. Aan het bureau SMQ is vervolgens een opdracht verstrekt om voor ieder waterschap te onderzoeken of de aanslagoplegging optimaal heeft plaatsgevonden en om meer concreet in zicht te brengen welke adressen nog in de heffing betrokken kunnen worden en wat de prognose per waterschap is. Op basis van de door het bureau uitgevoerde analyses op zowel de IBS als de Vitens bestanden wordt, GBLT breed, de conclusie getrokken dat voor ongeveer 5.000 huishoudens nog aanslagen
- 19 -
zuiveringsheffing woonruimten moeten worden opgelegd. Wanneer deze aanslagoplegging heeft plaatsgevonden zal , eveneens GBLT breed, een opbrengst gegenereerd zijn van circa € 540.000. Een groot deel van de belastingplichtigen die nog een aanslag moesten krijgen, waren op basis van interne analyses, al in beeld maar de aanslagen konden als gevolg van de productiestops nog niet worden geëffectueerd. Zuiveringsheffing bedrijfsruimten De realisatie zuiveringsheffing voor bedrijfsruimten komt ongeveer 4% (€ 2,6 mln.) lager uit dan begroot. Dit is onder meer te wijten aan de gevolgen van de economische crisis, zoals lagere productie en bedrijfsfaillissementen waardoor gemiddeld minder wordt gerealiseerd dan begroot. Bij waterschap Groot Salland verdwijnen zelfs ruim 10.000 vervuilingseenheden (ruim € 500.000) door die omstandigheden. Verontreinigingsheffing woonruimten en bedrijfsruimten De heffing voor directe lozers op oppervlaktewateren komt in totaliteit ongeveer 9% (€ 100.000) lager uit dan door de waterschappen begroot, maar is ongeveer gelijk aan wat in 2011 werd gerealiseerd. Aandachtspunt is dat nog niet alle waterschappen de directe lozers, zoals afgesproken in de SLA, hebben aangeleverd, hoewel zij daar in hun begrotingen wel inkomsten voor hebben geraamd. Een andere oorzaak is gelegen in de technische onmogelijkheid om in het oude belastingpakket (IBS) een onderscheid aan te brengen tussen de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Eerst na het opleggen van de definitieve aanslagen voor bedrijfsruimten in 2013 kan dit worden gecorrigeerd. De opbrengst zuiveringsheffing voor bedrijfsruimten daalt daardoor gelijk met het bedrag van de stijging in de opbrengst verontreinigingsheffing voor bedrijfsruimten. Watersysteemheffing ingezetenen De watersysteemheffing ingezetenen komt ongeveer 0,8% (€ 585.000) lager uit dan werd begroot. De oorzaak hiervan is gelegen in het volgen van de GBA. Uit de intern uitgevoerde analyse bleek onder meer dat nieuw opgevoerde bedrijven ten onrechte als woonruimte werden geadministreerd. Hierdoor werden de belastingplichtigen ten onrechte voor de watersysteemheffing ingezetenen aangeslagen. Ook voor deze heffing is aan het bureau SMQ de opdracht verstrekt om voor ieder waterschap te onderzoeken of de aanslagoplegging optimaal heeft plaatsgevonden. Op basis van de door het bureau uitgevoerde analyses op zowel de IBS als de Vitens bestanden wordt, GBLT breed, de conclusie getrokken dat nog ongeveer 4.900 aanslagen watersysteemheffing ingezetenen moeten worden opgelegd. Wanneer deze aanslagoplegging heeft plaatsgevonden zal, eveneens GBLT breed, een opbrengst gegenereerd zijn van ruim € 260.000. Overigens geldt ook hier dat een groot deel van de belastingplichtigen die nog een aanslag moesten krijgen al in beeld waren bij GBLT. Door de productiestops konden ook deze aanslagen nog niet worden geëffectueerd. Watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuurterreinen De te verwachten opbrengst is voor alle deelnemers gezamenlijk ongeveer 1,8% (€ 2,9 mln.) lager dan verwacht. GBLT heeft een breed onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkelingen ten aanzien van de WOZ waarden binnen het werkgebied van de verschillende waterschappen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn aan de waterschappen verstrekt. In de bestanden zijn nog veel objecten aanwezig waarvoor nog een aanslag moet worden opgelegd. De verwachting is dat nog voor bijna € 1,4 mln. aan aanslagen zal worden opgelegd.
- 20 -
Hoofdstuk 4 - Jaarrekening 2012 4.1 De balans De balans voor resultaatbestemming van GBLT per 31 december 2012 ziet er in vergelijking met de balans per 31 december 2011 als volgt uit. Balans voor resultaatbestemming bedragen x € 1.000
31 december 2012 Activa Vaste activa immateriële vaste activa materiële vaste activa
31 december 2011
1.979 663
536 1.355
Totaal vaste activa
2.642
1.891
Vlottende activa uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar overlopende activa liquide middelen
165 2.389 2.073
110 1.907 2.750
Totaal vlottende activa
4.627
4.767
7.269
6.658
Totaal activa bedragen x € 1.000
31 december 2012 Passiva Vaste passiva eigen vermogen nog te bestemmen resultaat 2010 nog te bestemmen resultaat lopend begrotingsjaar voorzieningen Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer
31 december 2011
1.434 16 2.000
118 1.422 74 2.000
Totaal vaste passiva
3.450
3.614
Vlottende passiva netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar overlopende passiva
1.750 2.069
1.697 1.347
Totaal vlottende passiva
3.819
3.044
7.269
6.658
Totaal passiva
4.1.1 Algemeen Op de jaarrekening is naast het gestelde in het Waterschapsbesluit de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (RBVW) van toepassing De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winst wordt genomen zodra deze is gerealiseerd, terwijl een verlies wordt verwerkt zodra dit bekend is. Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor de investeringen en de nieuwe investeringen gelden de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de “Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Lococensus-Tricijn”. Er vindt lineaire afschrijving plaats. Ook wordt als uitgangspunt gehanteerd dat pas na ingebruikname van de investering, de exploitatie wordt belast voor rente en afschrijving. Tijdens de
- 21 -
realisatie van de investering worden geen (bouw)rente en/of eigen uren aan de investering toegerekend. Activering vindt plaats op het moment van ingebruikname. Kosten van eigen personeel worden niet geactiveerd. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd, Gebouwen en verbouwingskosten Inventaris Hardware Infrastructuur Aanschaf- en implementatiekosten Key2GH Software, licenties e.d.. Dienstauto's Afkoopsom BTW voor de huur van het pand in Zwolle Onderzoek en ontwikkeling overige immateriële vaste activa, tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is.
6 jaar 10 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 6 jaar 6 jaar 5 jaar 5 jaar
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs onder aftrek van afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur en duurzame waardeverminderingen. De uitzettingen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De liquide middelen betreffen direct opeisbare tegoeden. Alle posten opgenomen onder de passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
4.1.2 Toelichting op de activa Immateriële vaste activa In de staat van vaste activa is een nadere specificatie opgenomen van de immateriële vaste activa, zoal software, licenties en de afkoopsom BTW voor de huur van het pand in Zwolle. De staat is als bijlage in deze jaarrekening opgenomen en bevat ook een overzicht van de investeringen in 2012. De immateriële activa worden alle gecategoriseerd onder de “overige immateriële vaste activa“. Het verloop van de immateriële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: bedragen in € x 1.000
Overige immateriele activa
Stand per 31 december 2011 Historische aanschafwaarde Cummulatieve afschrijvingen Boekwaarde
1.275 (739) 536
Mutaties 2012 Overgeboekt onderhanden werk Investeringen Desinvesteringen afschrijvingen
1.917 181 0 (655)
Saldo 2012
1.979
Stand per 31 december 2012 Historische aanschafwaarde Cummulatieve afschrijvingen Boekwaarde
3.373 (1.394) 1.979
- 22 -
Materiële vaste activa In de staat van vaste activa is tevens een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen, vervoermiddelen, onder handen werk en overige materiële vaste activa. Deze staat is als bijlage bij deze jaarrekening opgenomen en bevat tevens een overzicht van de investeringen in 2012. Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x € 1.000 bedrijfs gebouwen
vervoermiddelen
overige materiële vaste onderhanden activa werk
Totaal
Stand per 31 december 2011 Historische aanschafwaarde Cummulatieve afschrijvingen Boekwaarde
429 (316)
107 (68)
863 (317)
657 0
2.056 (701)
113
39
546
657
1.355
15
189
1.394
(72)
(20)
(147)
41
34
399
429 (388)
122 (88)
1.052 (464)
41
34
588
Mutaties 2012 Investeringen Desinvesteringen Overboeking onderhandenwerk afschrijvingen Saldo 2012
(2.051)
0
1.598 0 (2.051) (239) 474
Stand per 31 december 2012 Historische aanschafwaarde Cummulatieve afschrijvingen Boekwaarde
1.603 (940) 0
663
Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar Hier is het debiteurensaldo per 31 december 2011 weergegeven. bedragen in € x 1.000 31-12-2012
31-12-2011
overige vorderingen
165
110
Totaal
165
110
De overige vorderingen betreffen voornamelijk nog niet betaalde nota’s door de per 1 januari 2013 aan te sluiten gemeenten die, vanuit het project met betrekking tot die aansluiting, in rekening werden gebracht. Overlopende activa Het bedrag dat hier is opgenomen bestaat nagenoeg geheel uit de nog te realiseren invorderopbrengsten ad € 2.380.107 welke door een tweetal productiestops in 2012 nog niet konden worden gerealiseerd. Zie hiervoor ook paragraaf 6 waterschapsbelastingen. Het restant € 9.088 betreft leningen aan eigen personeel ten behoeve van het vooruitbetalen van door hen gemaakte studiekosten. Liquide middelen Dit bedrag betreft de saldi op de bankrekeningen en de kleine kas.
- 23 -
4.1.3 Toelichting op de passiva Eigen vermogen GBLT heeft geen eigen vermogen. Het eigen vermogen op de balans bestaat geheel uit het nog onder de deelnemers te verdelen resultaat en kent het volgende verloop.
Verloop Eigen vermogen
bedragen in €
Stand per 31 december 2011 saldo eigen vermogen (nog te bestemmen resultaat) aan het eind van het vorige begrotingsjaar
1.540.303
Mutaties 2012 interne vermeerderingen interne verminderingen voorstel voor de toevoeging/onttrekking via de resultaatbestemming
(1.540.303) 1.433.855
Stand per 31 december 2012 saldo eigen vermogen (nog te bestemmen restultaat) aan het einde van het begrotingsjaar
1.433.855
Voorzieningen De arbeidsgerelateerde voorziening is, ten opzichte van de balanswaarde per 31-12-2011, gedaald met een bedrag van € 57.677. De oorzaak hiervan is voornamelijk gelegen in het uitbetalen van een personele voorziening voor een vertrokken personeelslid (wachtgeldverplichting). De voorziening kent het volgende verloop. bedragen in € 31-12-2011
mutaties 2012
31-12-2012
74.000
saldo aan het eind van het vorige begrotingsjaar vermeerderingen a.g.v. rentetoevoegingen overige interne vermeerderingen interne verminderingen externe verminderingen
57.677 16.323
saldo aan het einde van het begrotingsjaar
Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer Dit betreft een aflossingsvrije lening met een rentepercentage van 4,29 en een looptijd van 10 jaar afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank. De rentelast over 2012 bedraagt € 85.800. Voor deze lening is geen zakelijke zekerheid gesteld.
- 24 -
Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar Hier zijn onder meer de bedragen opgenomen van de nog te betalen bedragen aan leveranciers, sociale premies en voorgeboekte invorderbrengsten.
bedragen in € 31-12-2012
31-12-2011
vlottende schulden schulden aan leveranciers schulden i.v.m. te betalen belastingen en sociale premies overige kortlopende schulden
463.050 574.597 711.865
148.592 322.729 1.226.448
verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot uitbetaling komen
2.069.414
1.346.734
totaal
3.818.926
3.044.503
overlopende passiva
De overige kortlopende schulden bestaan uit: • in verband met teveelbetalingen op belastingaanslagen, te vergoeden rente. Deze wettelijke verplichting ontstaat onder meer als een teveelbetaling ontstaat doordat een reeds betaalde aanslag wordt verminderd. • het op geld gewaardeerde verlofsaldo per 31 december 2012. De verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd bestaan uit een bedrag van ruim € 500.000 teveel betaald voorschot door waterschappen, € 400.000 voorgeboekte kosten met betrekking tot nog te verrichten invorderactiviteiten en circa € 1,1 mln. overige voorboekingen. In dit laatste bedrag zijn onder ander voorboekingen opgenomen in verband met nog te betalen kosten voor druk en bindwerk (€ 104.000), porti- en vrachtkosten (€ 149.000), uitbesteding van dwanginvorderingsactiviteiten (€ 390.000) en samenwerking met gemeenten op het gebied van kwijtschelding (€ 160.000).
4.1.4 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huurverplichtingen Het geheel aan verplichtingen als gevolg van de totale looptijd van de huurovereenkomsten voor beide locaties bedraagt op de balansdatum € 1.221.264. Voor het jaar 2013 bedraagt de verplichting € 603.093. Beide huurcontracten lopen tot en met 31 december 2014. Leaseverplichtingen Het totaal aan verplichtingen over de totale looptijd van de leaseovereenkomsten is als volgt opgebouwd. bedragen in € x 1.000 Product Kopieermachines Leaseauto 1 Leaseauto 1 Koffieautomaten Koudwaterunits Couverteermachine Scanner
Looptijd 3 jaar 4 jaar 3 jaar 5 jaar 5 jaar 1¼ jaar 3 jaar
Einddatum 1-1-2015 1-8-2014 1-1-2014 1-10-2016 1-10-2016 15-4-2013 13-1-2014
totaal
- 25 -
Jaarlijkse verplichting
Totale verplichting
16 6 9 10 3 7 2
48 24 27 50 13 9 6
53
177
4.2 De exploitatierekening 4.2.1 De exploitatierekening in het kort Op deze pagina treft u de financiële gegevens op hoofdlijnen aan. GBLT gaf in 2012 ruim € 23 mln. uit. In dit bedrag zit circa € 5,3 mln. voor het afnemen van gegevens uit diverse basisregistraties, die benodigd zijn voor het proces van heffen en innen van belastingen. Het begrotingsbedrag wordt volledig gebruikt voor de heffing en de inning van belastinggelden en de ondersteuning van dat proces. De kosten worden voor een belangrijk deel gedragen door de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast bestaan de inkomsten van GBLT voor een bedrag van ongeveer € 5 mln. uit in rekening gebrachte (wettelijke) invorderkosten in verband met het (door de burger) niet tijdig betalen van belastingaanslagen. jaarrekening 2011
begroting 2012
begroting 2012 na wijziging
jaarrekening 2012
LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 2 Personeelslasten 3 Goederen en diensten van derden 4 Bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien
3.267 8.605 14.232
1.491 9.177 14.157
1.491 10.017 12.795
80
492
492
1.112 9.744 12.438 0 99
TOTAAL LASTEN BATEN 0 Resultaat voorgaand boekjaar 1 Financiële baten 2 Personeelsbaten 3 Goederen en diensten aan derden 4 Bijdragen van derden 5 Waterschapsbelastingen 6 Interne verrekeningen
26.184
25.317
24.795
23.393
214 112 40 23.613 0 3.745 0
0 50 0 20.230 0 5.037 0
0 50 0 19.730 0 5.015 0
0 25 31 19.657 100 5.014 0
TOTAAL BATEN
27.724
25.317
24.795
24.827
1.540
0
0
1.434
RESULTAAT
- 26 -
4.2.2 De exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten bedragen in € x1.000
jaarrekening 2011
begroting 2012
begroting 2012 na wijziging
jaarrekening 2012
verschil tussen begroting na wijziging en jaarrekening
LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 1.1 Externe rentelasten 1.2 Interne rentelasten 1.3 Afschrijvingen van activa 1.4 Afschrijvingen van boekverliezen Totaal Rente en afschrijvingslasten
86 245 954 1.982 3.267
121 236 1.134 0 1.491
121 236 1.134 0 1.491
86 132 894 0 1.112
35 104 240 0 379
2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 2.2 Sociale premies 2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel en bestuur 2.4 Overige personeelslasten 2.5 Personeel van derden 2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Totaal Personeelslasten
5.985 1.354 0 370 885 11 8.605
6.539 1.533 0 504 601 0 9.177
6.994 1.644 0 538 841 0 10.017
6.505 1.564 0 384 1.291 0 9.744
489 79 0 155 (450) 0 273
66 793 60 449 24 0 17 13 1.953 10.857 14.232
0 646 51 479 30 0 23 13 1.688 11.227 14.157
0 775 51 479 30 0 23 13 1.688 9.736 12.795
58 554 95 489 32 0 20 13 1.731 9.446 12.438
(58) 221 (44) (11) (2) 0 3 1 (43) 290 357
0
0
0
0
0
80 80
492 492
492 492
99 99
393 393
26.184
25.317
24.795
23.393
1.402
0 Resultaat voorgaand boekjaar
214
0
0
0
0
1 Financiële baten 1.1 Externe rentebaten 1.2 Interne rentebaten Totaal financiele baten
112 0 112
50 0 50
50 0 50
25 0 25
(25) 0 (25)
40 40
0 0
0
31 31
31 31
23.378 235 23.613
20.026 204 20.230
19.525 204 19.730
19.525 132 19.657
0
0
0
100 100
3.745 3.745
5.037 5.037
5.015 5.015
5.014 5.014
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
27.724
25.317
24.795
24.827
32
1.540
0
0
1.434
1.434
3 Goederen en diensten van derden 3.1 Duurzame gebruiksgoederen 3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 3.3 Energie 3.4 Huren en rechten 3.5 Leasebetalingen operational lease 3.6 Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen 3.8 Belastingen 3.9 Onderhoud door derden 3.10 Overige diensten door derden Totaal Goederen en diensten derden 4 Bijdragen aan derden Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/Onvoorzien 5.1 Toevoegingen aan voorzieningen 5.2 Onvoorzien Totaal Toev. Voorz./onvoorzien TOTAAL LASTEN BATEN
2 Personeelsbaten 2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten Totaal Personeels Baten 3 Goederen en diensten aan derden 3.6 Diensten voor derden Bijdragen Waterschappen 3.6 Diensten voor derden Totaal Goederen en diensten aan derden 4 Bijdragen van derden 4.1 bijdragen van overigen Totaal Bijdragen van derden 5 Waterschapsbelastingen 5.1 Invorderopbrengsten Totaal waterschapsbelastingen 6 Interne verrekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal interne verrekeningen TOTAAL BATEN RESULTAAT
- 27 -
0 (73) (73)
100 100
(1) (1)
Toelichting op de lasten Hieronder worden de afwijkingen ten opzichte van de gewijzigde begroting weergegeven voor zover zij een bedrag van € 20.000 te boven gaan. De volgende afkortingen worden gebruikt: I/S = incidenteel/structureel en V/N = voordeel/nadeel Rente en afschrijving Omschrijving 1.1 Externe rentelasten Door lagere investeringen dan ten tijde van het opstellen van de begroting 2012 ingeschat valt de te betalen rente lager uit. 1.2 Interne rentelasten De interne rentelasten vallen lager uit doordat vanaf de eerste productiestop in verband met de voorbereidingen van de conversie van het oude naar het nieuwe belastingsysteem geen verminderingen zijn verwerkt die tot gevolg hadden dat rente moest worden vergoed aan belastingplichtigen die te veel betaald hadden op hun aanslag waterschapsbelastingen 1.3 Afschrijvingen van activa Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaak doordat het aanschafbedrag van de nieuwe belastingapplicatie, en daardoor ook het afschrijvingsbedrag, te hoog werden in geschat. Het afschrijvingsbedrag voor Key2GH bedroeg ruim € 410.000 In de begroting was daarvoor een bedrag van € 550.000 beschikbaar. Daarnaast werd het beoogde project “digitale aangifte” niet gestart, waardoor een begrootte afschrijvingslast van € 20.000 verviel.
I/S
V/N
Bedrag in €
S
V
35.017
I
V
104.030
S
V
239.699
I/S
V/N
I
V
488.670
I
V
79.245
I
V
154.518
I
N
449.688
Personeelslasten Omschrijving 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders In 2012 werd 8 fte minder dan de toegestane formatie werkelijk bezet. Daardoor ontstond een incidenteel voordeel. 2.2 Sociale premies Het hiervoor genoemde voordeel werkte door in de sociale premies. 2.4 Overige personeelslasten Het hier ontstane voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat ongeveer € 100.000 minder werd uitgegeven aan het project GBLT NeXt, € 50.000 minder aan opleidingskosten werd gespendeerd dan werd begroot en ruim € 27.000 voor opleidingen die in het Key2GH traject niet zijn gestart. 2.5 Personeel van derden In verband met het feit dat niet de volledige toegestane formatie werd ingevuld, werd gebruik gemaakt van personeel van derden. Zo werd de functie van het hoofd bestandsbeheer op de locatie Zwolle gedurende een deel van het jaar ingevuld met een externe kracht. Dit incidentele nadeel wordt volledig gecompenseerd door de hiervoor genoemde incidentele voordelen.
- 28 -
Bedrag
Goederen en diensten van derden Omschrijving 3.1 Duurzame gebruiksgoederen Voor duurzame gebruiksgoederen werden in de begroting 2012 geraamd in de “ 3.2 overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen”. In deze kostensoort worden kosten geboekt voor goederen waarvoor geen activering plaatsvindt omdat de gebruiksduur kort is of omdat met de aanschaf een relatief gering bedrag is gemoeid. In 2012 ging het daarbij onder meer om de incidentele aanschaf van bureaustoelen, kasten en communicatieapparatuur. 3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat vanaf de eerste productiestop nagenoeg geen aanslagproducties zijn gedraaid en verzonden. Er werd dus minder uitgegeven aan drukwerk. Daarnaast zijn verbeteringen doorgevoerd in verband met het staken van de meeliftactiviteiten bij Vitens. 3.3 Energie Voor het pand in Zwolle is een huur en service contract afgesloten waarbij in de servicekosten tevens de energielasten zijn begrepen. Voor het pand in Harderwijk moest de energie zelf worden betaald. Per 1 januari 2012 is voor het pand in Harderwijk een servicecontract afgesloten waarbinnen de energieafname is opgenomen. Het energiecontract buiten de service kosten liep echter nog gewoon door. Er ontstaat daarom een nadeel in de energielasten dat nagenoeg wordt opgeheven door het voordeel in de servicekosten ( zie 3.10 facilitaire diensten en servicekosten) 3.9 Onderhoud door derden Het relatief kleine voordeel (2,5% ten opzichte van de gewijzigde begroting) ontstaat doordat in het verslag jaar minder werd uitgegeven aan onderhoud van gebouwen, auto’s en automatisering, maar anderzijds door hogere kosten voor onderhoud van de belastingapplicatie (voor een groot deel IBS). 3.10 Overige diensten door derden Ten opzichte van de gewijzigde begroting (€ 9.697.732) is het voordeel met 0,4% relatief gering. bank- en incassokosten facilitaire diensten en servicekosten GBLT NeXt gegevensverstrekking porti en vrachtkosten samenwerking gemeenten kwijtschelding telefonie en dataverkeer uitbesteding dwanginvordering overige
begroot 355.776 399.456 250.000 5.425.776 1.465.656 128.500 183.000 705.400 822.126 9.735.690
realisatie 529.334 355.575 55.781 5.262.141 1.263.885 205.314 253.494 697.804 822.261 9.445.589
I/S
V/N
Bedrag
I
N
57.872
I
V
220.844
S/I
N
44.008
S/I
N
42.898
S/I
V
290.100
V/N (173.558) 43.881 194.219 163.635 201.771 (76.814) (70.494) 7.596 (135) 290.101
Toevoeging voorzieningen/onvoorzien Omschrijving 5.2 Onvoorzien De begrotingspost onvoorzien werd slechts voor een gedeelte gebruikt. Enerzijds ter compensatie ad € 70.000 van het nadeel voor waterschap Zuiderzeeland ten aanzien het 50% arrangement bij de invoering van de nieuwe verdeelsleutel voor de kosten van GBLT per 1 januari 2013. Anderzijds ter compensatie ad € 34.803 van de fout die gemaakt is bij de aanslagoplegging watersysteemheffing van waterschap Groot Salland.
- 29 -
I/S
V/N
I
V
Bedrag
392.647
Toelichting op de baten Financiële baten Omschrijving 1.1 Externe rentebaten De ontvangen rente op de verschillende bankrekeningen van GBLT was lager dan was ingeschat. Een van de oorzaken is de productiestop in verband met de implementatie van IBS naar Key2GH. Hierdoor werden in de laatste helft van het jaar nagenoeg geen aanslagen verzonden en dus kwam er ook minder geld op de inningsrekening binnen.
I/S
V/N
S
N
I/S
V/N
I
V
I/S
V/N
S
N
I/S
V/N
I
V
Bedrag
24.978
Personeelsbaten Omschrijving 2.1 Baten i.v.m salarissen en sociale lasten Het hier voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat uitkeringen i.v.m. zwangerschapsverlof werden ontvangen.
Bedrag
31.472
Goederen en diensten aan derden Omschrijving 3.6 Diensten voor derden Naast een aantal wat kleinere incidentele voordelen viel de compensatie kadastraal recht (in verband met de gefaseerde afschaffing daarvan) ongeveer € 87.000 lager uit Bij het opstellen van de begroting werd nog uit gegaan van een vergoeding van 204.000. In de loop van 2011 (nadat de begroting 2012 was vastgesteld) besloot het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot de (gefaseerde) afschaffing.
Bedrag
72.623
Bijdragen van derden Omschrijving 4.1 Bijdragen van overigen Dit voordeel betreft een ontvangen subsidie voor het project slim heffen en innen. (zie de paragraaf bedrijfsvoering)
Bedrag
100.000
Resultaatbestemming De exploitatierekening sluit met een resultaat van € 1.433.855. Van dit resultaat zal een bedrag van € 294.000 worden bestemd voor de verdere uitvoering van het project GBLT NeXt in 2013. Het restant van het resultaat ad € 1.139.856 zal volgens de vastgestelde verdeelsleutel worden verrekend met de deelnemers.
- 30 -
4.2.3 De exploitatierekening naar kostendragers In de jaarrekening wordt de kostendrager geïnterpreteerd als de deelnemer welke de lasten van het GBLT voor haar rekening neemt. Het resultaat zoals weergegeven in de exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten (hoofdstuk 4.2.2), is na bestemming € 1.139.856, waardoor de door de deelnemers te betalen bijdrage daalt van € 19.525.473 naar € 18.385.617. Het teveel betaalde bedrag wordt verrekend zoals in onderstaande tabel is aangegeven. Hierbij is rekening gehouden met het financieel arrangement dat ten behoeve van waterschap Zuiderzeeland werd afgesproken in verband met de compensatieregeling ter zake van de invoering van de nieuwe verdeelsleutel vanaf 2013 (zie ook Berap 2012-01). Afgesproken werd dat in de resultaatverdeling over 2012 zal aan ieder deelnemend waterschap met uitzondering van Zuiderzeeland € 10.000 ten laste wordt gebracht van het resultaat. Dit is in conform het besluit van het Algemeen Bestuur van 16 april 2012. bedragen in €
deelnemer Groot Salland Reest en Wieden Velt en Vecht Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Eem Veluwe Zuiderzeeland
Totalen
betaalde bijdrage op basis compensatie voorschotten in van jaarrekening zuiderzeeland 2012 2012 2013
Procentueel aandeel
terug te ontvangen bijdrage
10,1% 6,3% 5,6% 16,3% 17,3% 18,0% 14,0% 12,4%
1.972.073 1.230.105 1.093.426 3.182.652 3.377.907 3.514.585 2.733.566 2.421.159
1.849.877 1.153.884 1.025.675 2.985.446 3.168.602 3.296.810 2.564.186 2.271.137
10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000
112.196 66.221 57.751 187.206 199.305 207.775 159.380 150.022
100,0%
19.525.473
18.315.617
70.000
1.139.856
De waterschappen hebben GBLT gedurende het verslagjaar van voorschotten voorzien op basis van de primair vastgestelde begroting. Het hierdoor teveelbetaalde bedrag van € 500.527 wordt zoals in de onderstaande tabel is aangegeven, verrekend met de waterschappen. bedragen in €
deelnemer Groot Salland Reest en Wieden Velt en Vecht Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Eem Veluwe Zuiderzeeland
Totalen
Procentueel aandeel
terug te ontvangen bijdrage
10,1% 6,3% 5,6% 16,3% 17,3% 18,0% 14,0% 12,4%
50.553 31.533 28.030 81.586 86.591 90.095 70.074 62.065
100,0%
500.527
- 31 -
4.2.4 Exploitatierekening naar programma’s In dit hoofdstuk wordt normaliter de realisatie van de begroting naar programma’s opgenomen. De gerealiseerde doelstellingen worden dan per programma in beeld gebracht. Aangezien bij het GBLT gegeven de aard van de uitgevoerde bedrijfsactiviteiten slechts sprake is van één programma, te weten belastingheffing en inning, is dit hoofdstuk niet verder ingevuld.
- 32 -
Hoofdstuk 5 – Besluit tot vaststelling van de jaarrekening Op grond van artikel 104 van de Waterschapswet is het jaarverslag 2012, met daarin opgenomen de jaarrekening 2012 op 10 april 2013 in openbare vergadering vastgesteld door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor LococensusTricijn. Het algemeen bestuur heeft daarnaast besloten om 1. van het batig resultaat over 2012 een bedrag van € 294.000 te bestemmen voor het project GBLT NeXt in 2013 en, 2. een bedrag van € 1.139.856, conform de in de jaarverslaggeving opgenomen resultaatverdeling, te verrekenen met de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende waterschappen.
Harderwijk, 10 april 2013 Het dagelijks bestuur, De directeur,
De voorzitter,
B.S.C. Groeneveld
T.J. Boersma
- 33 -
Hoofdstuk 6 – Controleverklaring
- 34 -
Bijlagen A INK prestatie-indicatoren B Prestatie-indicatoren en operationele afspraken deelnemers C Staat van activa D Staat van personeelslasten
- 35 -
A INK prestatie-indicatoren Hierna is een overzicht opgenomen van de voor INK prestatie-indicatoren. De verantwoording is in de volgende kleuren vermeld. Haalbaar/gehaald Niet gehaald/niet meer haalbaar Wordt vermoedelijk niet gehaald STAKEHOLDER: MEDEWERKERS Succesbepalende factor
Prestatie-indicator Werkplekken aangepast aan nieuwe medewerker Ingerichte en werkende BHV organisatie Aantal bedrijfsongevallen
Goede en veilige werkomstandigheden
Toekomstgericht Mogelijkheid tot ontwikkeling
100% Wettelijke norm 0
RI&E en vervolgacties conform planning
100%
Aantal consulten bij vertrouwenspersoon
Nulmeting uitvoeren
Ziekteverzuimpercentage
< 5%
1
Verzuimfrequentie
< 1,5
2
Nulmeting uitvoeren
3
Resultaat medewerkertevredenheidsonderzoek Aantal uitgevoerde PVB gesprekken
Volgens planning
Realisatie uitputting opleidingsbudget
> 90% < 100%
Aantal interne verplaatsingen/promoties Frequentie werkoverleg Betrokkenheid en zeggenschap
Norm
Nulmeting uitvoeren Maandelijks
Overleg vergaderingen met ondernemingsraad Artikel 24 overleg met ondernemingsraad Deelname aan verbetergroepen (INK)
> 6 maal per jaar Wettelijke norm Volgens plan
Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte normen: 1. Het ziekteverzuimpercentage komt iets uit boven de gestelde norm. Er zijn geen indicaties dat dit werkgerelateerd is. 2. De verzuimfrequentie is relatief hoog. Het management heeft hier, net als hierboven genoemd onder 1, voortdurende aandacht voor. 3. In verband met het project GBLT NeXt, de implementatie van Key2GH,de toetreding van een drietal gemeenten per 1 januari 2013 is besloten geen medewerkertevredenheidsonderzoek uit te voeren in 2012. 4. Het opleidingsbudget is voor 38% gebruikt. 5. Veel in 2012 gevolgde opleidingen zijn gevolgd in het kader van de nieuwe belastingapplicatie Key2GH en het nieuwe DMS en E-loket van Bakerware. Deze opleidingen waren veelal opgenomen binnen de projectbegrotingen en/of opgenomen binnen de aanbesteding. Voor deze opleidingen en trainingen is geen beroep gedaan op dit budget. STAKEHOLDER: MAATSCHAPPIJ Succesbepalende factor
Prestatie-indicator Verordeningen, beleidsregels, aankondigingen gepubliceerd
Transparante organisatie Resultaten klanttevredenheidsonderzoek op website Betrouwbare organisatie
Controle jaarrekening door accountant
- 36 -
Norm Volgens wettelijk kader < 2 maanden na het onderzoek Goedkeurende controleverklaring
4
STAKEHOLDER: BESTUUR EN FINANCIERS Succesbepalende factor
Dienstverlenend
Prestatie-indicator
Norm
Uitgevoerde controles op volledigheid/juistheid van de bestanden
Volgens controlprotocol
Aantal metingen/controles bij bedrijven
Volgens planning
Verzending aanslagen
Volgens planning
Tijdige bestuursrapportage Verordeningen, beleidsregels, aankondigingen gepubliceerd
Bedrijfszeker
100%
2
Processen uitgevoerd volgens procesbeschrijvingen
100%
2
Aantal lagere overheden waarmee een SWO is gesloten
Positiebepaling 2011 Volgens strategie
Aanslagen onbestelbaar retour
< 0,2%
Bezwaar en beroepschriften gegrond verklaard
< 0,5%
Tijdige afhandeling van verzoekschriften
Volgens wettelijke termijn
Tijdige afhandeling van bezwaarschriften
Volgens wettelijke termijn
Tijdige afhandeling van klachten Tijdig innen van opgelegde aanslagen Gemiddelde perceptiekosten voor deelnemers Toekomstgericht
Volgens P&C cyclus Volgens wettelijk kader
Processen vastgelegd in procesbeschrijvingen
INK wordt ingezet als sturingsmodel
Efficiënt
1
Uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek
3
< 6 weken Openstaand bedrag 6 maanden na lvvd < 0,5% < 4,9% Nulmeting uitvoeren
Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte normen: 1. Door de twee productiestops die nodig waren voor de implementatie van Key2GH werden in het de periode vanaf augustus de aanslagen niet volgens de productieplanning verzonden. 2. De beschrijving (vastlegging) van de werkprocessen zal na het in productie nemen plaatsvinden van Key2GH en de reorganisatie plaatsvinden. Uiteraard zal dan ook de toetsing aan de procesbeschrijvingen kunnen plaatsvinden op de uitvoering van vastgelegde processen 3. In tegenstelling tot andere jaren is het niet mogelijk geweest om alle bezwaren binnen de wettelijke termijn af te handelen. Ongeveer 30% van de bezwaren is niet binnen de termijn afgehandeld. Reden hiervoor waren de vele reacties van belastingplichtigen in verband met het stoppen van het meeliften met Vitens. Overigens zijn ten aanzien van de te late afhandeling geen betalingen gedaan op grond van de wet dwangsom bij niet tijdig beslissen. STAKEHOLDER: BELASTINGBETALER Succesbepalende factor
Prestatie-indicator
Telefonische bereikbaarheid
Servicelevel telefonie
Goede informatievoorziening
Voor iedere bulkrun actuele info op website
Correcte bejegening
Aantal (bejegenings)klachten
Juiste aanslag
Bezwaar en beroepschriften gegrond verklaard
< 0,5%
2
< 1% Volgens planning
Tijdige afhandeling van verzoekschriften
Volgens wettelijke termijn
Tijdige afhandeling van bezwaarschriften
Volgens wettelijke termijn
Tijdige afhandeling van klachten Tijdig innen van opgelegde aanslagen Klanttevredenheid
0 < 0,2%
Verzending aanslagen
1
100%
Aanslagen onbestelbaar retour
Verzoekschriften toegewezen
Tijdige afhandeling
Norm > 80% beantwoord < 20 seconden
Uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek
- 37 -
< 6 weken Openstaand bedrag 6 maanden na lvvd < 0,5% Nulmeting uitvoeren
3
Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte normen: 1. Het servicelevel telefonie is/wordt niet gehaald. De verklaring hiervoor is op bladzijde 13 van dit jaarverslag gegeven. 2. Er werden 61 klachten ontvangen (waaronder 3 die door de Nationale ombudsman in behandeling zijn genomen). De klachten gaan met name over onjuiste bejegening, afhandeling van bezwaren, mogelijk onjuiste automatische incasso, minder goede communicatie, slechte bereikbaarheid, etc. In totaal werden 44 klachten, waarvan 1 door de Nationale ombudsman, (deels) gegrond verklaard en waren 6 klachten waren ongegrond. Er moeten nog 5 klachten worden afgehandeld. 3. Zie de geplaatste opmerking bij “stakeholder bestuur en financiers” (opmerking 3).
- 38 -
B Prestatie-indicatoren en operationele afspraken deelnemers In de gemeenschappelijke regeling is de bestuurlijke verhouding tussen GBLT en de deelnemende waterschappen geregeld. In een Service Level Agreement (SLA) is een nadere precisering gegeven van de aard van de werkzaamheden en de wijze waarop deze werkzaamheden worden uitgevoerd. De SLA bevat een lijst met prestatie-indicatoren die van belang zijn met het oog op (de kwaliteit van) de bedrijfsvoering. Over de in die lijst voorkomende indicatoren en afspraken en de daarbij behorende normen, wordt in de volgende twee tabellen gerapporteerd. PRESTATIE-INDICATOREN ( PARAGRAAF 5.2 SLA) Prestatie-indicator
Norm
Door de Nationale ombudsman gegrond verklaarde klachten over de handelingen van één van de bestuursorganen van GBLT.
0
Verzoekschriften worden tijdig afgehandeld.
< 8 weken
Bezwaarschriften worden tijdig afgehandeld.
< 6 weken
Er wordt gestreefd naar een zo snelmogelijke inning van de aanslagen
Als het oninbaar geleden bedrag zich (t.o.v. het netto opgelegde bedrag) bevindt binnen de uitvoeringstolerantie behoeft geen analyse aan het waterschap te worden verstrekt, tenzij daarom wordt verzocht.
1 2
Openstaand bedrag 6 maanden na lvvd < 0,5% 1. Zuiveringsheffing woonruimten < 0,4% 2. Zuiveringsheffing bedrijfsruimten 0,7% 3. Verontreinigingsheffing woonruimten < 0,4% 4. Verontreinigingsheffing bedrijfsruimten 0,7% 5. Watersysteemheffing : o ingezetenen < 0,4% o gebouwd/ongebouwd/natuur < 0,2%
Toelichting op de niet gehaalde normen: 1. Van de drie door de Nationale ombudsman in behandeling genomen klachten is er één gegrond verklaard. 2. Zie de geplaatste opmerking bij “stakeholder bestuur en financiers” (opmerking 2). OPERATIONELE AFSPRAKEN MET GBLT ( PARAGRAAF 5.3 SLA) Afspraak
Norm
De ontwerpbegroting wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt. De door het algemeen bestuur vastgestelde begroting wordt aan de deelnemers verstrekt. Een controleverklaring van de accountant omtrent de gegenereerde belastingopbrengsten wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt. Het conceptjaarverslag wordt, inclusief de jaarrekening en de controleverklaring van de accountant, aan de deelnemers verstrekt. De concept belastingverordeningen of wijzigingen daarop worden aan de deelnemers verstrekt. De financiële rapportage wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt. De ontvangen belastinggelden worden tijdig aan de deelnemers doorbetaald. De jaarproductie aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing woonruimten en watersysteemheffing ingezetenen wordt tijdig verzonden. De jaarproductie forfaitaire aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing bedrijfsruimten wordt tijdig verzonden. De jaarproductie voorlopige aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing bedrijfsruimten wordt tijdig verzonden. De jaarproductie aanslagen watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd wordt tijdig verzonden. De definitieve aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing voor bedrijfsruimten worden tijdig opgelegd.
< 1 mei
1
< 1 juli
2
< 1 april < 1mei < 15 september < 10 werkdagen na afloop rapportagemaand
< 31 januari < 28 februari < 28 februari Maart t/m juni
4
Aantal definitief gemaakte voorlopige aanslagen < 31 december (T+1) = 98%
5
Toelichting op de niet gehaalde normen/afspraken: 1. De ontwerpbegroting werd op 7 mei 2012 door het dagelijks bestuur behandeld en op 9 mei daaropvolgend, formeel aan de waterschappen verzonden. Ambtelijk werd de ontwerpbegroting ruim voor die tijd aan de waterschappen verstrekt. 2. In verband met de bestuurlijke agenda bij een aantal waterschappen, en de daarbij optredende onmogelijkheid hun eventuele zienswijze in te brengen bij het algemeen bestuur van het GBLT, werd de aanvankelijk geplande vergadering van het algemeen bestuur verschoven van de oorspronkelijk geplande datum (25 juni) naar 9 juli 2012. Hierdoor werd het feitelijk onmogelijk
- 39 -
3
Wekelijks
de vastgestelde begroting voor de in de SLA genoemde datum aan de waterschappen te verzenden. De door het algemeen bestuur in die vergadering vastgestelde begroting werd op 17 juli 2012 verzonden. 3. De financiële rapportage januari 2012 werd (één dag) te laat verzonden. 4. In verband met de implementatie van Key2 GH was besloten per waterschap voor één gemeente de aanslagen op te leggen met de nieuwe belastingapplicatie. In verband met onzekerheid ten aanzien van de tijdige werking van Key2GH is uiteindelijk besloten de aanslagen voor die gemeenten toch met behulp van het IBS systeem op te leggen. Dat gebeurde uiteindelijk met dagtekening 31 juli 2012. De overige aanslagen werden wel in de periode maart tot en met juni opgelegd. 5. Door een tweetal productiestops bleek het niet mogelijk 98% van de voorlopige aanslagen 2011 definitief op te leggen. De verwachting is dat de opgelopen vertraging in maart 2013 zal zijn ingelopen.
- 40 -
C Staat van activa Staat van vaste activa 2012 Omschrijving
(1)
(2)
Afschrijvingsduur
Jaar van investering/
in jaren
activering (3)
(4)
Historisch investering-
Afschrijvingen
Balans
Investeringen
afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen
Afschrijvingen
Balans
bedrag
voorgaande jaren
31-12-2011
2012
2012
2012
31-12-2012
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
Immateriële vaste activa Software Business Objects vestiging Harderwijk
5
2008
20.642
16.514
4.128
4.128
-
ICT Licenties ondersteuning etc. vestiging Harderwijk
5
2008
99.436
79.552
19.884
19.884
-
ICT GBA/LRD vestiging Harderwijk
5
2008
8.196
6.558
1.638
1.638
Procesoptimalisatie bedr.proc. 2010 vestiging Zwolle
5
2009/2010
255.352
102.145
153.207
51.075
102.132
Project Uitwijk en backup ICT Zwolle
5
2010
196.237
39.253
156.984
39.252
117.732
Exact financiele administratie
5
2011
37.086
7.422
29.664
7.422
22.242
Decos
5
2011
96.643
19.339
77.304
19.338
57.966
Project Frontoffice
5
2012
181.389
36.278
145.111
Project nieuwe belastingapplicatie
5
2012
657.183
1.260.530
383.543
1.534.170
Afkoopsom BTW huisvesting Zwolle
6
2007
561.414
467.845
93.569
93.569
Verbouwingskosten Assendorperdijk Zwolle
6
2007
183.429
152.857
30.571
30.571
-
Verbouwing incl inrichting Westeinde Harderwijk
6
2008
245.481
163.654
81.827
40.914
40.914
Dienstauto's Zwolle/Harderwijk
6
2008/2010
107.293
68.167
39.126
19.531
19.595
Dienstauto Zwolle/Harderwijk overige materiële vaste activa
6
2012
201
14.289
657.183
-
-
Materiële vaste activa bedrijfsgebouwen
vervoermiddelen 14.490
Kantoormeubilair vestiging Zwolle
10
2007
352.242
176.121
176.121
35.224
140.897
Kantoorapparatuur/machines/audio vestiging Harderwijk
10
2008
223.746
89.498
134.248
22.375
111.873
Kantoormeubilair
10
2011
59.734
5.973
53.761
5.973
47.788
Telefooncentrale GBLT (2011)
5
2011
227.553
45.511
182.042
45.511
136.532
Citrix Hardware (2012)
5
2012
37.702
150.807
894.128
2.642.047
188.508
onderhanden werk
Totalen
3.331.667
- 41 -
1.440.410
1.891.257
1.644.917
-
D Staat van personeelslasten
Organisatorische eenheid
Personele sterkte toegestane formatie in fte
Personeelslasten ( x € 1.000)
werkelijke bezetting in fte
salarissen eigen personeel 2012
sociale lasten overige eigen personeel personele lasten 2012 eigen personeel 2012
salarissen tijdelijk personeel 2012
totaal personeelslasten 2012
totaal begroting 2012 (na wijziging)
2,0
2,0
200
45
7
0
253
259
Bedrijfsbureau
26,7
26,0
1.318
322
163
382
2.185
2.374
Bestandsbeheer Zwolle
18,1
16,3
734
194
109
112
1.149
1.206
Bestandsbeheer Harderwijk
12,8
11,9
513
130
50
33
726
744
Aanslagregeling Zwolle
10,0
9,4
422
108
50
0
580
618
Aanslagregeling Harderwijk
15,0
14,8
688
184
96
5
974
911
6,5
6,5
249
67
17
77
411
416
Invordering Zwolle
19,4
18,8
812
212
103
0
1.127
1.158
Invordering Harderwijk
15,9
15,2
643
164
121
24
953
911
Klantencontact
16,1
13,6
543
138
65
207
952
827
142,50
134,50
6.122
1.564
780
841
9.308
9.423
Directie
Bezwaar en Beroep Harderwijk
Totaal
- 42 -