Jaarverslag 2011
Kijken, kiezen, doen
2
Jaarverslag 2011
Inhoudsopgave 1. Jaarverslag 1.1 Goed ondernemingsbestuur (Corporate Governance) 1.2 Informatie over de Raad van Toezicht 1.3 Activiteiten van de Raad van Toezicht 1.4 Pré-advies van de Raad van Toezicht 1.5 Verslag van de werkzaamheden over het boekjaar 2011 1.6 Personeel 1.7 Organigram 1.8 Het bestuur 1.9 Risico’s en risicobeheersing 1.10 Tot slot 24
5 5 10 11 13 14 14 20 21 21
2. Volkshuisvestingsverslag 2.1 Kwaliteit van de woongelegenheden 2.1.1 Bouwen, aankopen en slopen van woningen 2.1.2 Onderhoud aan woningen 2.1.3 Energielabeling 2.1.4 Het inventariseren en verwijderen van asbest 2.1.5 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2.2 Het verhuren van woningen 2.2.1 Toewijzing en uitvoering woonruimteverdeling 2.2.2 Inschrijvingen en woningzoekenden 2.2.3 Huurprijsbeleid 2.3 Verkoop van woningen 2.3.1 Verkoop bestaande woningen 2.3.2 Verkoop nieuwbouw 2.3.3 MGE woningen 2.3.4 Verhuur van vrije sector huurwoningen 2.4 Leefbaarheid 2.4.1 Activiteiten in samenwerking met de gemeente 2.4.2 Activiteiten door Woningstichting Barneveld 2.4.3 Activiteiten gericht op individuen 2.5 Wonen en Zorg 2.5.1 Doorontwikkeling woonservicezones 2.5.2 Seniorenwijzer 2.5.3 Overige ontwikkelingen op het gebied van Wonen en Zorg 2.6 Het betrekken van bewoners bij beleid en beheer 2.6.1 Huurdersvereniging Barneveld 2.6.2 Overleg met bewoners en bewonerscommissies 2.6.3 Goed huurderschap 2.6.4 Groot onderhoud De Plantage 2.7 Overleg met de gemeente 2.8 Overige zaken 2.9 Financieel beleid en beheer 2.10 Verbindingen 2.11 Verklaring van het bestuur
26 26 26 28 32 34 34 35 35 42 47 49 49 51 51 51 52 54 55 56 57 58 58 59 59 59 60 60 60 61 64 65 70 71
Jaarverslag 2011
3
3. Kengetallen
4
72
4. Jaarrekening 4.1 Balans 4.2 Winst- en verliesrekening 4.3 Kasstroomoverzicht 4.4 Algemene toelichting 4.5 Toelichting op de balans 4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening 4.7 Overige informatie 4.7.1 Werknemers 4.7.2 Bestuurders en commissarissen 4.7.3 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
74 74 76 77 78 89 101 108 108 108 108
5.
Overige gegevens 5.1 Wettelijke resultaatbestemming 5.2 Voorstel resultaatbestemming
109 109 109
6.
Accountantsverklaring
110
Jaarverslag 2011
1. Jaarverslag Verslag van de Raad van Toezicht Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2011 van Woningstichting Barneveld met daarin opgenomen het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening. Met deze publicatie willen wij alle belanghebbenden van Woningstichting Barneveld inzicht geven in de geleverde prestaties en verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. Ook willen wij graag de wereld achter onze ontwikkel-, bouw- en beheeractiviteiten laten zien.
1.1 Goed ondernemingsbestuur (Corporate Governance) Woningstichting Barneveld onderschrijft het belang van een deugdelijk en transparant ondernemingsbestuur. Hiermee wordt bedoeld het integer en transparant handelen van het bestuur, een goed toezicht op het ondernemingsbestuur en het afleggen van verantwoording over het uitgevoerde toezicht. Zowel de Raad van Toezicht (RvT) als de directie van Woningstichting Barneveld onderschrijven het belang van de Governancecode Woningcorporaties (de Code). Per 1 juli 2011 is de vernieuwde Governancecode Woningcorporaties van kracht geworden. De belangrijkste veranderingen hebben betrekking op risicobeheersing, toezicht op verbindingen en aanscherping van enkele bepalingen voor het intern toezicht. Rekening houdend met de schaalgrootte van Woningstichting Barneveld zijn wij van mening dat wij aan de relevante best practice bepalingen uit de Code voldoen. De hoofdlijnen van de governancestructuur bij Woningstichting Barneveld: • Woningstichting Barneveld heeft als rechtsvorm de stichting. • De bestuurder bestuurt de onderneming. • De RvT ziet toe op de bestuurder en geeft advies. • Woningstichting Barneveld streeft naar een organisatie en processen die gebaseerd zijn op principes als betrouwbaarheid, controleerbaarheid, checks and balances en integriteit. • Woningstichting Barneveld voldoet aan de Governancecode Woningcorporaties. • De door ons gehanteerde governance principes zijn neergelegd in de volgende documenten: • Statuten Woningstichting Barneveld; • Reglement werkwijze Raad van Toezicht; • Profielschets voor de leden van de Raad van Toezicht; • Directiestatuut; • Treasurystatuut; • Reglement auditcommissie; • Integriteitscode; • Klokkenluidersregeling. De bestuurder legt wijzigingen in de governance structuur vooraf ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht.
Naleving van de vernieuwde Governance code en risicomanagement Eind 2011 voldoen we nog niet volledig aan alle bepalingen van de vernieuwde Governancecode. Op enkele onderdelen worden onze statuten in 2012 aangepast en in verband daarmee ook het ’reglement werkwijze RvT’. Dit betreft met name de uitwerking van principe II.3.5 en III.2.2, bepalingen die gaan over tegenstrijdige belangen, nevenfuncties en onafhankelijkheid van bestuur en RvT.
Jaarverslag 2011
5
In 2011 zijn we al wel begonnen met het opstellen van een ‘reglement selectie- en remuneratiecommissie’, een projectontwikkelingsstatuut en een toetsingskader voor verbindingen. Het reglement is in de vergadering van de RvT van 14 februari 2012 vastgesteld, de overige twee documenten zijn in diezelfde vergadering in concept besproken en worden naar verwachting in juni 2012 vastgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van het projectontwikkelingsstatuut is in 2011 het risicomanagement bij projectontwikkeling verder aangescherpt door meerdere beslismomenten in te bouwen en het per fase in kaart brengen van de risico’s en maatregelen. Ook hebben we in 2011 ons portfoliomanagement volledig geactualiseerd en een afwegingskader voor het beoordelen van nieuwe projecten geïntroduceerd. Daarnaast zijn we in 2011 gestart met maandrapportages voor het management waarin de belangrijkste aandachtsgebieden worden gemonitord zodat, waar nodig, tijdig kan worden bijgestuurd. In het verslagjaar zijn geen nieuwe verbindingen aangegaan. In de twee 100%-deelnemingen, Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V. en Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij BV., vinden geen activiteiten plaats en worden geen risico’s gelopen. Deze dochters worden vooralsnog aangehouden in verband met de mogelijke uitwerkingen van de Europese regels voor niet-DAEB activiteiten (Diensten van Algemeen en Economisch Belang). Naast deze twee dochters heeft woningstichting Barneveld een belang van 48,75% in de vennootschap Muziek Theater Barneveld B.V. (MTB). De enige andere aandeelhouder is de gemeente Barneveld. Deze vennootschap verhuurt het Schaffelaartheater in Barneveld aan een exploitant. Begin 2011 heeft een uitgebreide risico analyse plaatsgevonden omdat de huurder/exploitant van het theater in zwaar weer verkeerde. De gemeente Barneveld heeft een reddingsplan opgesteld en een jaarlijkse subsidie toegezegd voor de eerstkomende vijf jaar. Er zijn momenteel geen redenen om te veronderstellen dat de continuïteit van deze deelneming op de korte termijn in het geding is. Gedurende het jaar informeren we de RvT over de gang van zaken bij de verbindingen. Hieronder zijn de hoofdlijnen van ons ondernemingsbestuur weergegeven.
Governancestructuur Bestuur De bestuurder bestuurt de corporatie, wat onder andere inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de corporatie, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. De bestuurder legt hierover verantwoording af aan de RvT. Hij richt zich bij de uitoefening van zijn taak naar het belang van de corporatie en de daaraan verbonden ondernemingen en weegt de belangen daarvan af. De bestuurder geeft de RvT tijdig alle informatie die deze nodig heeft voor het uitoefenen van haar taak. De bestuurder is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie en voor de financiering van de corporatie. De bestuurder rapporteert hierover naar en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de RvT. De taak en werkwijze van de bestuurder en overige bepalingen over het besturen zijn vastgelegd in een Directiestatuut. Het reglement bevat bepalingen over mogelijk tegenstrijdige belangen. In het verslagjaar waren er geen transacties waarbij sprake was van mogelijk tegenstrijdige belangen.
Raad van Toezicht De RvT heeft tot taak om toezicht uit te oefenen op het beleid van de bestuurder, op de werking en integriteit van de interne controle- en risicobeheersingssystemen en -procedures ingesteld door de bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de stichting en de met haar verbonden ondernemingen. Daarnaast staat de RvT de bestuurder terzijde met advies. De RvT richt zich bij de vervulling van deze taak naar het belang van de corporatie en de met haar verbonden ondernemingen en weegt daarbij de in aanmerking komende belangen van de corporatie en de betrokkenen af. De RvT is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eigen functioneren.
6
Jaarverslag 2011
De RvT maakt gebruik van een ‘Reglement werkwijze Raad van Toezicht’ als basis voor het eigen functioneren en de relaties met de bestuurder. Het reglement bevat bepalingen over mogelijk tegenstrijdige belangen. In het verslagjaar waren er geen transacties waarbij sprake was van mogelijk tegenstrijdige belangen. Mevrouw M.C.E. van der Vleuten is lid van de RvT en als freelance beleidsmedewerker onder andere werkzaam bij Stichting Visitaties Woningcorporaties Nederland. In die hoedanigheid is zij op geen enkele wijze betrokken geweest bij de bij Woningstichting Barneveld uitgevoerde visitatie. De RvT is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, ten opzichte van de bestuurder en ten opzichte van welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De voorzitter van de RvT bepaalt de agenda en leidt de vergaderingen van de RvT. Hij ziet toe op het goed functioneren van de RvT en draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de leden. Hij zorgt ervoor dat er voldoende tijd is voor besluitvorming en draagt zorg voor het introductie-, opleidings- en/of trainingsprogramma voor de leden. Hij is namens de RvT het voornaamste aanspreekpunt voor de bestuurder en initieert de evaluatie van het functioneren van de RvT en de bestuurder. De RvT heeft twee commissies ingesteld. De auditcommissie, bestaande uit de voorzitter en de financieel deskundige van de RvT, de bestuurder en de manager bedrijfsvoering. De remuneratiecommissie wordt gevormd door een lid en de voorzitter van de RvT. Beide commissies brengen verslag uit aan de voltallige RvT.
Auditcommissie In het 2011 heeft de auditcommissie driemaal vergaderd. De bestuurder en de manager bedrijfsvoering waren hierbij aanwezig. In de eerste vergadering was de accountant (PwC) aanwezig en zijn de bevindingen bij de jaarrekening 2010 en het accountantsverslag 2010 besproken. De tweede vergadering stond in het teken van de selectie van een nieuwe accountant. De RvT heeft de auditcommissie benoemd tot selectiecommissie. In deze hoedanigheid heeft de commissie aan de RvT geadviseerd om BDO te benoemen tot accountant met ingang van het boekjaar 2011. De RvT heeft met dit voorstel ingestemd. In de derde vergadering, die in het teken stond van de begroting 2011 en bijbehorende meerjarenbegroting, was de nieuwe accountant (BDO) aanwezig voor een nadere kennismaking met de organisatie. Andere vaste agendapunten in 2011 waren de deelneming in MTB en de verkoop van woningen. Van alle bijeenkomsten is schriftelijk verslag gedaan aan de voltallige RvT. De externe accountant is aanwezig bij de bespreking en vaststelling van de jaarrekening en het accountantsverslag. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening gelijkelijk aan het bestuur en de auditcommissie/RvT. De voltallige RvT is in het verslagjaar van financiële informatie (inclusief de treasuryactiviteiten) voorzien door kwartaalrapportages.
Remuneratierapport Beloningsstructuur bestuur Per 1 november 2010 heeft de RvT de heer A. (Arjen) Jongstra voor onbepaalde tijd benoemd tot enig bestuurder van Woningstichting Barneveld. De RvT heeft het beloningsbeleid van het bestuur vastgesteld en heeft zich daarbij gehouden aan de Sectorbrede beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties die sinds 1 juli 2010 van kracht is. Op basis van het advies van een extern deskundige is de functie van bestuurder ingedeeld in functiegroep D van genoemde beloningscode. Bij de benoeming is afgesproken dat de bestuurder bij goed functioneren in twee gelijke stappen kan groeien naar het maximum salaris van functiegroep D. Eind 2011 heeft de remuneratiecommissie het functioneren van de heer Jongstra geëvalueerd en hiervan verslag gedaan naar de voltallige RvT. Geconcludeerd is dat er veel in gang is gezet, de start veelbelovend is en dat de benoeming wordt gecontinueerd en is de eerste stap van de salarisverhoging toegekend.
Jaarverslag 2011
7
Voor het komende jaar worden vier ontwikkelingsdoelstellingen vastgelegd, gekoppeld aan het ondernemingsplan. Deze vormen de basis voor de evaluatie van het functioneren van de bestuurder in 2012. Met het bestuur is geen variabele beloning overeengekomen. De bestuurder heeft een bedrijfsauto ter beschikking gekregen met een cataloguswaarde van € 31.480. Daarbij is een eigen bijdrage voor het privé gebruik van de bedrijfsauto verschuldigd van € 100 per maand. De overige secundaire arbeidsvoorwaarden voor het bestuur zijn geheel conform de CAO Woondiensten (hierin zijn onder andere opgenomen vakantiedagen, bijzonder verlof en vergoeding premie zorgverzekeringswet). Er zijn geen voorschotten of leningen verstrekt aan de bestuurder. Op grond van de CAO Woondiensten is de pensioenregeling van het bestuur ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De betaalde premies zijn conform de bepalingen in de CAO Woondiensten. De bezoldiging van de bestuurder omvat:
2011
2010
123.267
23.633
24.164
4.073
147.431
27.706
• periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte)
0
118.318
• beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en VUT)
0
16.645
0
134.963
147.431
162.669
A. Jongstra, m.i.v. 1 november 2010: • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte) • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en VUT)
J.M.M. Meesters, tot 1 oktober 2010:
Totaal per boekjaar
De bezoldiging van de RvT is vastgesteld met inachtneming van de Honoreringscode commissarissen van de VTW. De bezoldiging is niet afhankelijk van de resultaten van Woningstichting Barneveld. We verstrekken geen persoonlijke leningen of garanties aan de leden van de RvT. Voor een nadere specificatie van de bezoldiging wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening.
De controle van de financiële verslaglegging De bestuurder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële informatie. De RvT ziet erop toe dat het bestuur deze verantwoordelijkheid vervult. De RvT benoemt de externe accountant. De externe accountant woont de vergadering van de RvT bij waarin over de vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening gelijkelijk aan de bestuurder en de RvT. Op grond van de Code moet ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de accountant plaatsvinden. Vanwege het vertrek van de heer Spelbos bij PwC heeft deze beoordeling in 2011 plaatsgevonden en is een selectietraject gestart voor de benoeming van een nieuwe accountant. Naast PwC zijn drie andere accountantskantoren uitgenodigd. Op voordracht van de selectiecommissie heeft de RvT BDO benoemd tot accountant met ingang van de controle over het boekjaar 2011.
8
Jaarverslag 2011
Visitatie In het eerste halfjaar van 2011 heeft Woningstichting Barneveld zich, conform de Governancecode, laten visiteren. De totaalscore is een ruime voldoende. Op onderdelen zijn goede en bruikbare suggesties voor verdere verbetering gedaan die we in 2011 en 2012 oppakken. De uitkomsten van de visitatie heeft de bestuurder individueel besproken met de belanghouders die input hebben geleverd aan de visitatiecommissie.
Afwijking van de Code Op onderstaand punt wijkt de woningstichting af van de Governancecode: • Benoeming van het bestuur voor een (her)benoemingsperiode van maximaal vier jaar. De RvT heeft besloten bij het aanstellen van de bestuurder af te wijken van de Code voor wat betreft de duur van het arbeidscontract. Dit vanuit de wetenschap dat het functioneren van de bestuurder elk jaar wordt beoordeeld waarbij geldt dat bij onvoldoende functioneren, de bestuurder conform gangbare regels ontslagen kan worden. Daarbij geldt dat de maximale ontslagvergoeding nooit meer zal zijn dan een bruto jaarsalaris. Hiermee zijn de mogelijkheden voor het kritisch evalueren van het functioneren van de bestuurder voldoende geborgd. Vanuit arbeidsmarktperspectief en werknemersperspectief is voor deze afwijkende toepassing van de code gekozen. Tot slot kunnen we melden dat in 2011, net als in vorige jaren, geen klachten zijn binnengekomen bij de (regionale) geschillencommissie.
Jaarverslag 2011
9
1.2 Informatie over de Raad van Toezicht Volgens de statutaire bepalingen voert een Raad van Toezicht het interne toezicht bij Woningstichting Barneveld. Ultimo 2011 hebben de volgende personen zitting in de RvT:
Naam
m/v
Geb. jaar
Benoemd in
Zitting t/m
Hoofd- en nevenfuncties
B. Ridder Voorzitter Lid audit- en remuneratie commissie
M
1953
2008
2012
• Rector van Johannes Fontanus College te Barneveld • Vzt. Bestuur Zendingsorganisatie OMF • Bestuurslid Herikon Putten
C.M.J.T. Baartmans (op V voordracht van HVB) en lid remuneratiecommissie
1958
2005
2013
• Senior programmamanager • Maatschappelijk Vastgoed Mitros, Utrecht
A.G.M. ten Brinke
V
1946
2005
2012
• Voorzitter Seniorenraad • Lid Parkeercommissie Centrum gemeente Barneveld • Plv. lid Wmo-raad Barneveld • Platformoverleg Wonen,zorg en welzijn
A. Jonker Financieel expert Lid auditcommissie
M
1960
2007, in 2011 herbenoemd
2015
• Partner bij JonkerFieret Adviseurs/ Accountants • Bestuurslid Fortis Fonds Barneveld • Vzt. Stichting Derdengeld • Bestuurslid St. Administratiekantoor
A.J. Westerneng
M
1960
2005
2014
• Adviseur bij BMC Advies en Management • Lid Raad van Toezicht bij Meerwaarde (VMBO)
M.C.E. van der Vleuten (op voordracht van HvB)
V
1968
2010
2014
• Eigenaar Van der Vleuten Interim & Project Support; • Als freelance beleidsmedewerker o.a. werkzaam bij St. Visitaties Woningcorporaties Nederland • Lid Klachtencommissie Woonzorg Nederland • Leerkrachtondersteuner alfabetisering ROC Zeist
In 2011 was de heer Jonker aftredend en herbenoembaar voor een tweede en daarmee laatste periode van vier jaar. In 2012 is mevrouw Ten Brinke aftredend en na twee zittingsperioden niet herbenoembaar. De dames Baartmans en Van der Vleuten hebben zitting in de Raad op voordracht van Huurdersvereniging Barneveld (HvB). Hiermee hebben we invulling gegeven aan artikel 15 van de statuten waarin is bepaald dat twee leden van de Raad worden benoemd op voordracht van de huurders. De RvT bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden en streeft er naar dat deskundigheden zijn vertegenwoordigd die voor Woningstichting Barneveld relevant zijn. Binnen de RvT zijn zowel financieel-economische als volkshuisvestelijke en/of sociaal-economische en juridische deskundigen aanwezig. De leden van de Raad
10
Jaarverslag 2011
worden voor een periode van vier jaar benoemd en zijn eenmaal voor eenzelfde periode herbenoembaar. Alle leden van de Raad zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Bijeenkomsten van de VTW worden indien mogelijk (door een delegatie) bijgewoond. Alle leden van de Raad zijn onafhankelijk van Woningstichting Barneveld. Geen van de leden is of was in het verleden in dienst van de woningstichting en er bestaan geen directe of indirecte banden met toeleveranciers of afnemers van de woningstichting. De leden van de Raad bieden buiten hun commissariaat geen andere diensten aan Woningstichting Barneveld aan dan die diensten die voortvloeien uit hun lidmaatschap van de Raad. Ook andere banden, hetzij direct, hetzij indirect, worden niet onderhouden. De honorering van de Raad bedraagt in het verslagjaar in totaal € 49.026. Geen enkel lid ontvangt een honorering die gekoppeld is aan de financiële prestaties van de woningstichting of haar deelnemingen. Voor de individuele bezoldiging verwijzen we naar pagina xx van de jaarrekening.
1.3 Activiteiten van de Raad van Toezicht In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht zesmaal vergaderd. De bestuurder heeft alle vergaderingen bijgewoond, behalve de vergadering waarin is gesproken over het eigen functioneren en die van de individuele leden van de Raad. In de statuten is een aantal materiële besluiten van het bestuur benoemd, die zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad. Belangrijke onderwerpen op de agenda waren: • Visitatie, interviews en bespreking van het rapport. • Terugkoppeling vergaderingen auditcommissie. • Ontwikkelingen Muziek Theater Barneveld B.V. • Bevindingen nieuwe bestuurder tijdens ’eerste 100 dagen‘. • Overleg met de OR. • Het vermogens- en liquiditeitsbeheer. • De kwartaalrapportages. • De jaarverslaglegging 2010, de begrotingen 2012 en de meerjarenprognose 2012 tot en met 2021. • Europese Beschikking rondom staatssteun. • Relatie tot stakeholders en lokale samenleving. • De vernieuwde Governancecode. • Selectie en benoeming nieuwe accountant. • Ondernemingsplan 2010-2014. • Risicomanagement rondom projecten. • De projecten in uitvoering en ontwikkeling. • Overleg met de Huurdersvereniging Barneveld. • (Her)benoeming leden Raad van Toezicht. • Woningverkopen. • Zelfevaluatie Raad van Toezicht. • Evaluatie prestatieafspraken met de gemeente Barneveld. • Evaluatie treasurycommissie. • De toezichtsbrief van de minister en de beoordeling door het CFV. Belangrijke besluiten: • Goedkeuring bestuursbesluiten over aankopen grond en verkopen onroerend goed. • (Her)benoeming leden Raad van Toezicht. • Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2010. • Goedkeuring begroting 2012 en meerjarenprognose 2012 tot en met 2021. • Benoeming nieuwe accountant (BDO).
Jaarverslag 2011
11
Conform de beginselen van Governancecode Woningcorporaties heeft de RvT haar eigen functioneren geëvalueerd. Voor de jaarlijkse zelfevaluatie van de RvT heeft de Raad net als het vorig jaar gebruik gemaakt van de evaluatiepunten zoals voorgesteld door de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Op 22 verschillende onderdelen hebben de leden hun mening gegeven. De resultaten zijn hierdoor vergelijkbaar met die van vorig jaar. De evaluatie leverde een overwegend positief beeld op. De RvT is van oordeel dat zij voldoende zicht en grip op de ontwikkelingen heeft. Belangrijk aandachtsgebied blijft het integrale risicomanagement. In vervolg op de zelfevaluatie van het voorgaande jaar is in 2011 tijd en geld geïnvesteerd in de deskundigheidsbevordering van individuele leden van RvT. Zoals gebruikelijk, heeft de RvT samen met de bestuurder en het managementteam een strategiedag gehouden. In deze bijeenkomst is uitgebreid stilgestaan bij thema leefbaarheid in de gemeente Barneveld. In 2011 hebben de twee leden van de RvT die op voordracht zijn benoemd, overleg gevoerd met het bestuur van Huurdersvereniging Barneveld. In het verslagjaar hebben de voorzitter en een lid van de RvT eenmaal regulier overleg gevoerd met de Ondernemingsraad. In het verslagjaar heeft de RvT, net als in voorgaande jaren, het initiatief genomen voor een informele bijeenkomst met het college van B&W van de gemeente Barneveld.
12
Jaarverslag 2011
1.4 Pré-advies van de Raad van Toezicht In dit verslag zijn opgenomen de door de bestuurder opgemaakte jaarrekening 2011, met daarin de balans, de winst- en verliesrekening met de daarbij behorende toelichtingen en het volkshuisvestingsverslag 2011. BDO Audit & Assurance B.V. heeft deze jaarrekening gecontroleerd en goedgekeurd, zoals blijkt uit de controleverklaring die u in dit verslag op pagina 110 van de jaarrekening aantreft. De RvT heeft met de accountant van gedachten gewisseld over de jaarrekening, de interne berichtgeving, het interne beheersingssysteem en het accountantsverslag. De RvT kan zich met de stukken verenigen en heeft vervolgens, op grond van artikel 9, lid 4 van de statuten, haar goedkeuring verleend aan het voorstel van de bestuurder de voorliggende jaarrekening 2011 vast te stellen. Deze vaststelling zal strekken tot volledige décharge voor de bestuurder voor het besturen en de Raad voor het gehouden toezicht. Het nadelig resultaat over het verslagjaar bedraagt € 3.942.004 en is onttrokken aan de overige reserves, conform de in de jaarrekening voorgestelde resultaatbestemming. Tot slot spreekt de Raad graag haar waardering en dank uit voor de inspanningen van directie en medewerkers en complimenteert hen met de bereikte resultaten. Barneveld, 23 april 2012
De heer B. Ridder
(voorzitter)
Mevrouw C.M.J.T. Baartmans
(lid)
Mevrouw A.G.M. ten Brinke
(lid)
De heer A. Jonker
(lid)
Mevrouw M.C.E. van der Vleuten
(lid)
De heer A.J. Westerneng
(lid)
Jaarverslag 2011
13
1.5 Verslag van de werkzaamheden over het boekjaar 2011 Verslag over het boekjaar, lopende van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 van Woningstichting Barneveld te Barneveld, gevestigd aan de Parmentierstraat 1, 3772 MS te Barneveld. De woningstichting werd bij Koninklijk Besluit toegelaten op 28 december 1994 onder nummer IGE-20 D94012. Woningstichting Barneveld is een regionaal toegelaten instelling, zodat haar werkgebied niet beperkt behoeft te zijn tot de gemeente Barneveld. De stichting is ingeschreven in het register bij de Kamer van Koophandel te Apeldoorn onder nummer 09086671. De statuten zijn voor het laatst op 11 juli 2003 gewijzigd.
1.6 Personeel Sociaal en personeelsbeleid Voor Woningstichting Barneveld is 2011 een druk, maar op het gebied van personeel en organisatie stabiel jaar geweest. Met de komst van een nieuwe bestuurder in november 2010, waaide er een frisse, nieuwe wind. Begin 2011 kwam het Managementteam (MT) met de HR-manager bijeen om de eerste indrukken van de bestuurder met elkaar te delen; later zijn deze indrukken met het gehele personeel gedeeld. De globale analyse heeft geleid tot de wens om een cultuurinterventie te doen die gericht is op de ontwikkeling van ondernemerschap, zakelijkheid en eigentijdsheid. We hebben dit het DNA-traject genoemd. Dit beslaat een traject onder externe begeleiding om het gedrag van de medewerkers beter te laten aansluiten bij onze kernwaarden. Aan het eind van het jaar hebben de eerste bijeenkomsten met de leidinggevenden plaatsgevonden, waarbij is onderzocht welke gedragsstijl men hanteert. Begin 2012 is hier plenair een vervolg aan gegeven. Voorafgaand aan het DNA-traject zijn we begonnen met een kernwaardentraject dat geleid heeft tot vier kernwaarden: durven, bewust doen, betrouwbaar en met elkaar. Mede op basis van deze kernwaarden is de huisstijl in het najaar volledig herzien met als resultaat dat de uitstraling van de organisatie veel meer aansluit bij deze tijd en waar wij voor staan. We zijn trots op ons nieuwe logo en de vernieuwde website.
HR-visie In de afgelopen jaren hebben we flink gewerkt aan de ontwikkeling van HR-beleid. Processen zijn beschreven en personeelsinstrumenten zijn ontwikkeld. Het ontbrak echter nog aan een kapstok waaraan we deze zaken konden ophangen: een visie op HR. In maart 2011 is deze visie met het MT ontwikkeld en vervolgens uitgeschreven. In deze visie staat hoe Woningstichting Barneveld kijkt naar leiderschap en leiding geven, het leveren van toegevoegde waarde (resultaatbijdrage), de ontwikkeling van de medewerkers en de samenstelling van het personeelsbestand. Eind april hebben we deze visie met het middenkader besproken en na de zomervakantie met het gehele personeel. Deze visie is de komende tijd leidraad bij de uitvoering van het HR-beleid. Ook wordt het bestaande beleid aan deze visie getoetst, zodat een consistente lijn ontstaat en de verschillende instrumenten elkaar versterken.
BLNW samenwerking Woningstichting Barneveld werkt samen met Woningstichting Nijkerk, Woningstichting Leusden en Vallei Wonen (Woudenberg), het BNLW samenwerkingsverband. Deze samenwerking komt primair tot uitdrukking in treasury-activiteiten, HR-beleid en risicomanagement bij projectontwikkeling, maar ook als het gaat om het delen van kennis op gezamenlijke thema’s, zoals projectontwikkeling en nieuwe wet- en regelgeving voor de corporatiesector. In 2011 is voor het eerst een jaarlijks terug te keren overleg gehouden tussen de directies van de vier woningcorporaties en de managers Woondiensten, Financiën en Technische Zaken en de communicatiemedewerkers. Tijdens dit overleg staat een thema centraal. Dit initiatief wordt in 2012 voortgezet, waarbij de samenwerking verder wordt ingevuld meer en meer aan de hand van een jaarplan en actielijst. In 2011 zijn vier edities verschenen van de BLNW-nieuwsbrief die onder redactie van de communicatiemedewerkers wordt uitgebracht.
14
Jaarverslag 2011
HR binnen BLNW Binnen het BNLW samenwerkingsverband is een HR-manager en een personeelsadviseur in dienst. Samen zijn zij zestien uur per week voor Woningstichting Barneveld beschikbaar. Een aantal HR-thema’s is in 2011 in BLNW-verband opgepakt: beloningsmanagement, aanschaf van een personeelsinformatiesysteem, vakantiewetgeving, eigen risicodragerschap voor de WGA, beleid ongewenste omgangsvormen en het in 2012 verdwijnen van de spaarloon- en de levensloopregeling. Tevens is binnen het samenwerkingsverband een integraal jaarplan HR opgesteld en is een gezamenlijke vacaturewebsite live gegaan.
CAO Woondiensten /bedrijfseigen regelingen Per 31 december 2010 was de looptijd van de CAO verstreken. Na een korte onderhandelingsperiode lag er medio maart 2011 een principeakkoord voor een nieuwe, éénjarige CAO. Deze CAO wijkt minimaal af van de voorgaande. De belangrijkste wijziging betrof de initiële loonsverhoging.
Jaarlijkse functioneringsgesprekken, beoordeling en beloning Jaarlijks worden functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van het competentiesysteem dat is ontwikkeld door adviesbureau Mens en Werk. Op deze manier geven we gestructureerd aandacht aan de ontwikkeling van de medewerker en kunnen we concrete verbeterafspraken maken. In 2011 hebben de meeste medewerkers een functionerings- en beoordelingsgesprek gehad en zijn de verslagen van deze gesprekken vastgelegd in het personeelsdossier. Ook dit jaar hebben medewerkers over de gehele linie een periodieke salarisverhoging ontvangen voor zover zij hun schaaleinde nog niet hebben bereikt. Daarnaast heeft een enkele medewerker een prestatiebeloning ontvangen voor bovenmatige inzet. In BLNW-verband zijn op het gebied van belonen strategische uitgangspunten geformuleerd en vastgesteld die een duidelijkere relatie veronderstellen tussen de ontwikkeling en prestaties van de medewerkers en de (extra) beloning. Bij de toekenning van de periodieken en bonussen hebben we deze uitgangspunten toegepast.
Opleidingen Woningstichting Barneveld stelt medewerkers jaarlijks in de gelegenheid om cursussen en trainingen te volgen. Hiervoor is in 2011 een budget van € 85.000 beschikbaar gesteld (4% van de totale loonsom). Ook in 2011 hebben medewerkers van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Veelal betrof het cursussen waarbij het uitbreiden van vakkennis centraal stond. In 2011 is het budget voor 67% benut. Sinds 2010 kunnen medewerkers beschikken over een individueel loopbaanbudget (ILB), bedoeld voor scholing in het kader van de loopbaan van de medewerker. De spelregels staan in de CAO. Medewerkers van 55 jaar en ouder mogen dit budget ook aanwenden voor extra verlof. Het totale saldo aan Individueel Loopbaanbudget bedraagt eind 2011 € 150.136. In 2011 is € 3.966 besteed aan extra verlofuren door medewerkers van 55 jaar en ouder. Aan niet functiegebonden scholing is in het afgelopen jaar € 3.510 besteed.
Arbo Op het gebied van arbeidsomstandigheden is in 2011 het arbojaarplan opgeleverd. Dit plan is een opsomming van activiteiten in het kader van veilig en gezond werken. Onderdeel van het arbojaarplan is het trainen van medewerkers in het omgaan met lastig gedrag. De basistraining omgaan met lastig gedrag hebben we in BLNW-verband aangeboden. Enkele medewerkers van Woningstichting Barneveld hebben hieraan deelgenomen. Ook is er in het kantoor van Woningstichting Barneveld een training van het calamiteitenteam gegeven. Dit team komt in actie als een medewerker er niet uit komt met een boze klant. Er waren in 2011 geen (bijna) bedrijfsongevallen en er is geen gebruik gemaakt van de interne of externe vertrouwenspersoon. Wel heeft één medewerker te maken gehad met agressie. Het in BLNW-verband opgestelde beleid voor ongewenste omgangsvormen met daarin een klachtenprocedure is in 2011 vastgesteld.
Jaarverslag 2011
15
Ondernemingsraad (OR) Woningstichting Barneveld heeft een OR die uit drie leden bestaat. De OR heeft in 2011 vier keer met de directie overlegd en één keer met een afvaardiging van de Raad van Toezicht. In dit constructieve overleg is onder andere gesproken over arbeidsomstandigheden, het beloningsmanagement, de collectieve vrije dagen, de BLNWsamenwerking en de HR-visie. In 2011 liep de zittingstermijn van één lid af die zich niet herkiesbaar heeft gesteld. Deze plaats is door een nieuw lid opgevuld. Omdat er maar één kandidaat was, zijn er geen verkiezingen gehouden. Woningstichting Barneveld heeft een gekozen Ondernemingsraad van drie leden. De Ondernemingsraad bestond eind 2011 uit de volgende leden: Naam:
Functie
Jaar van aftreden
G. van de Beek
Voorzitter
2013
B. Nellestijn
Secretaris
2014
W. Polhout
Algemeen lid
2012
In 2011 heeft de OR van Woningstichting Barneveld regelmatig overleg gevoerd met de bestuurder. Tijdens de reguliere OR-vergaderingen met de bestuurder zijn onder andere de volgende zaken behandeld: • De nieuwe CAO. • OR Verkiezingen. • De gratificatieregeling. • Het ARBO jaarplan. • Het Plan van Aanpak Beloningsmanagement. • Samenwerkingsverband BLNW. In 2011 was mevrouw J. de Vries aftredend en niet herkiesbaar. Mevrouw De Vries heeft als secretaris een intensieve periode meegemaakt en haar taak met een grote inzet vervuld. Omdat er (slechts) 1 kandidaat was zijn er geen verkiezingen gehouden en is de heer B. Nellestijn als lid verkozen en vervult hij nu de functie van secretaris. In 2011 heeft de Ondernemingsraad eenmaal overleg gevoerd met de voorzitter en een lid van de Raad van Toezicht.
Sociale kengetallen Formatie De formatie was op 31 december 2011 als volgt in de organisatie verdeeld:
Aantal FTE* Aantal medewerkers
Woondiensten
Ontwikkeling & Techniek
Totaal
Directie
P&O
Bedrijfsvoering
1,00
0,44
11,56
13,33
17,75
44,08
1
2
14
16
18
51
* Fulltime equivalent
16
Jaarverslag 2011
Opbouw personeelsbestand Eind 2011 zijn 51 medewerkers in dienst. Daarvan is 43% vrouw en 57% man. Van de vrouwelijke medewerkers werkt 77% parttime. Van de mannelijke collega’s werkt 14% in deeltijd. Onder parttimers verstaan we alle medewerkers die minder dan 36 uur per week werken. Mannen
Vrouwen
Totaal
Parttime
4
17
20
Fulltime
25
5
31
Totaal
29
22
51
Aantal medewerkers en FTE’s naar geslacht en per afdeling
Mannen
Vrouwen
Totaal
FTE mannen
FTE vrouwen
FTE totaal
1
-
1
1,00
-
1,00
-
2
2
-
0,44
0,44
Bedrijfsvoering
6
8
14
5,67
5,89
11,56
Woondiensten
5
11
15
4,89
8,44
13,33
O&T
18
1
19
16,75
1,00
17,75
Totaal
29
22
51
28,31
15,77
44,08
Directie / staf P&O
In 2011 hebben we 4075 verhuureenheden. Dit komt neer op een verhouding van 13,0 medewerkers of 10,7 FTE per 1000 verhuureenheden (inclusief Interne Aannemerij).1
Salariëring In de CAO wordt gewerkt met het functiewaarderingssysteem CATS. Dit systeem kent de functieschalen A tot en met O. Bij Woningstichting Barneveld is de schaalindeling per 31 december 2011 als volgt: Man
Vrouw
Man
Vrouw
Functieniveau A
-
-
Functieniveau H
2
4
Functieniveau B
-
-
Functieniveau I
3
3
Functieniveau C
-
-
Functieniveau J
4
3
Functieniveau D
9
6
Functieniveau K
-
1
Functieniveau E
2
1
Functieniveau L
-
-
Functieniveau F
3
3
Functieniveau M
1
1
Functieniveau G
3
-
Functieniveau N
1
-
De bestuurder valt buiten de reguliere functiewaardering. Zijn honorering is gebaseerd op afspraken met de Raad van Toezicht in overeenstemming met de Beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties. 1
Benchmark Bedrijfstakinformatie 2010: 12 medewerkers / 10,5 FTE per 1000 woningen in de provincie Gelderland
in 2010.
Jaarverslag 2011
17
In- en uitstroom In het verslagjaar zijn twee medewerkers in dienst getreden en verliet geen enkele medewerker de organisatie. Het verloopcijfer over 2011 bedraagt daarmee 0,00% (streefcijfer is 10%).
Demografische opbouw personeelsbestand en aantal dienstjaren De gemiddelde leeftijd van de 51 medewerkers bedroeg 43,8. Uitgesplitst naar geslacht is de gemiddelde leeftijd van de mannen 45,0 jaar en van de vrouwen 42,2 jaar. Leeftijdsopbouw
Mannen Vrouwen
Totaal
gem. leeftijd 2011
gem. leeftijd 2010
<25
25 t/m 34
35 t/m 44
45 t/m 54
≥55
2 (6,9%)
2 (6,9%)
8 (27,6%)
12 (41,4%)
5 (17,2%)
45,0
44,0
-
4 (18,2%)
10 (45,5%)
8 (36,4%)
-
42,2
40,4
2 (3,9%)
6 (11,8%)
18 (35,3%)
20 (39,2%)
5 (9,8%)
43,8
42,7
Gemiddelde diensttijd In 2011 bedroeg de gemiddelde diensttijd 7,9 jaar. Bij de mannen bedroeg het gemiddeld aantal dienstjaren 8,0 en bij de vrouwen 7,8 jaar. De gemiddelde diensttijd is berekend op basis van de dienstjaren bij de woningstichting, zonder rekening te houden met de jaren bij het Gemeentelijk Woningbedrijf. Gemiddelde diensttijd in jaren
gem. diensttijd 2011
gem. diensttijd 2010
0 t/m 1
2 t/m 3
4 t/m 5
6 t/m 10
>10
Mannen
5 (17,2%)
5 (17,2%)
1 (3,5%)
6 (20,7%)
12 (41,4%)
8,5
8,0
Vrouwen
3 (13,5%)
4 (18,2%)
3 (13,7%)
4 (18,2%)
8 (36,4%)
7,8
7,8
8 (15,7%)
9 (17,7%)
4 (7,8%)
10 (19,6%)
20 (39,2%)
8,2
7,9
Totaal
Ziekteverzuim Het verzuimpercentage bedroeg over 2011 3,51% (2010: 5,83%) exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof (streefcijfer: ≤ 4)2. In totaal zijn drie medewerkers in 2011 langer dan zes weken ziek geweest. Zonder de langdurig arbeidsongeschikten bedraagt het verzuimpercentage 1,18%. De meldingsfrequentie is 1,02 (2010: 0,85) (streefcijfer ≤ 1). De meldingsfrequentie is hoger dan gewenst omdat vijf medewerkers zich drie keer hebben ziek gemeld. In 2011 gingen twee medewerksters met zwangerschapsverlof.
2
18
Benchmark Bedrijfstakinformatie 2010: ziekteverzuim in de sector in 2010 4,7%
Jaarverslag 2011
Bijzonderheden 2011 De tijdelijke contracten van twee medewerkers zijn omgezet naar een contract voor onbepaalde tijd. Van twee medewerkers hebben we het tijdelijk contract verlengd. Eén medewerkster heeft ouderschapsverlof opgenomen. In 2011 hebben drie medewerkers het 12½ jarig dienstverband gevierd. De afdeling projecten huurt regelmatig specialistische expertise in voor de ontwikkeling en begeleiding van projecten. De afdeling Woondiensten heeft in 2011 gebruik gemaakt van externe inhuur in verband met ziektevervanging en vervanging tijdens zwangerschapsverlof. Ook de communicatieadviseur is tijdens haar zwangerschapsverlof tijdelijk vervangen door een externe kracht.
Jaarverslag 2011
19
20
Jaarverslag 2011 medew. adm. a medew. adm. b medew. adm. c
medew. KlanTenservice TecHn./adm. medewerKer jr. TecHn. adm. medewerKer
woonconsulenT medew. woondiensTen rayonopzicHTer wijKcoördinaTor
woonconsulenT medew. woondiensTen rayonopzicHTer
projecTbegeleider woondiensTen
Teamleider adminisTraTie
Teamleider KlanTenservice
ass. conTroller communicaTieadviseur managemenTassisTenT icT beHeerder
bedRijfsbuReau
secreTaresse medew. secreTariaaT
direcTiesecreTaresse
medew. bedr. bureau a medew. bedr. bureau b projecTleider beHeer
Hoofd bedrijfsbureau
projecTleiders
pRojecTleideRs
secReTaRiaaT
financiële adMinisTRaTie
Teamleider rayon 2
sTaf
Teamleider rayon 1
klanTenseRvice
Rayon 2
onTwikkeling & Techniek ManageR
bedRijfsvoeRing ManageR
Rayon 1
woondiensTen ManageR
senioR peRsoneelsadviseuR peRsoneelsadviseuR
diRecTeuR / besTuuRdeR
Raad van ToezichT
allround vaKman
Hoofd inTerne aannemerij
inTeRne aanneMeRij
1.7 Organigram
Eind 2011 ziet het organisatieschema er als volgt uit:
1.8 Het bestuur Het bestuur van Woningstichting Barneveld berust statutair bij de directie. Sinds 1 november 2010 is de heer A. (Arjen) Jongstra directeur-bestuurder. Het managementteam wordt gevormd door de directie met de afdelingsmanagers, te weten: de heer R. (Rick) de la Croix (Ontwikkeling & Techniek), mevrouw. P.M.J.M. (Els) van Daal (Woondiensten) en de heer A. (Arie) van Loopik (Bedrijfsvoering). Bestuursbesluiten worden genomen in de tweewekelijkse directievergaderingen. In de statuten is een aantal besluiten genoemd die de voorafgaande toestemming nodig hebben van de Raad van Toezicht. Dit betreft onder andere het wijzigen van de statuten, de vaststelling van de jaarstukken en de begroting, het aangaan of opzeggen van samenwerkingsverbanden en het beleid op hoofdlijnen. De belangrijkste bestuursbesluiten in het verslagjaar zijn: • De huurverhoging per 1 juli 2011. • Vaststelling van de jaarrekening 2010. • Vaststelling aanvangshuren van diverse nieuwbouwcomplexen. • De ontwikkeling en realisatie van diverse nieuwbouwprojecten. • Vaststelling begrotingen 2012 en meerjarenbegrotingen 2012-2021. • Enkele begrotingswijzigingen. • Vaststelling huurharmonisatiebeleid. • Vaststelling HR-visie. • Vaststelling actualisatie Strategisch Beleidsplan 2010-2014.
1.9 Risico’s en risicobeheersing Er zijn verschillende manieren om risico’s te beschrijven en te rubriceren. In deze paragraaf volgen we de risicobeoordeling zoals het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) die hanteert bij de jaarlijkse beoordeling van de financiële positie, te weten: • Gewone bedrijfsuitoefening. • Extra risico’s gewone bedrijfsuitoefening. • Treasury. • Projecten, vernieuwing en herstructurering. • Marktpositie. • Organisatie.
Gewone bedrijfsuitoefening Hieronder verstaan wij de normale ondernemingsrisico’s, te weten: • Huurmarktontwikkelingen. Hieronder vallen risico’s, zoals huurderving wegens leegstand, oninbaarheid en de huurprijsontwikkeling. Door een goed ingericht mutatieproces, een beoordeling van het inkomen in relatie tot huur bij kandidaat-huurders en een stringent incassobeleid worden de risico’s wegens derving zo veel mogelijk beperkt. De huurprijsontwikkeling vindt plaats op grond van eigen beleid binnen de door de overheid bepaalde voorwaarden. Het grootste niet-beïnvloedbare risico is het ontbreken van een duidelijke lange termijnvisie van de overheid. • Technische staat van het bezit. Hieronder vallen ook risico’s, zoals het geheel of gedeeltelijk teniet gaan, verborgen gebreken en eventuele bodemverontreiniging. De onderhoudstoestand is in het algemeen goed en wordt adequaat bewaakt. Het bezit is tegen herbouwwaarde verzekerd. Bij nieuwe verwervingen vindt vooraf uitgebreid onderzoek plaats naar de bouwkundige staat en de kwaliteit van de grond en het grondwater. • Wijziging in wet- of regelgeving. We volgen ontwikkelingen op dit terrein nauwlettend. Deze vertalen we naar mogelijke consequenties voor het voorgenomen beleid; • Nakomingsrisico’s leveranciers. Wanneer we werkzaamheden uitbesteden, vormt de nakoming van de afspraken door de tegenpartij een risico. Opdrachtverlening vindt plaats op basis van standaard voorwaarden die we regelmatig toetsen en actualise-
Jaarverslag 2011
21
ren. In de overeenkomsten zijn garantie- en nakomingsbepalingen opgenomen. Woningstichting Barneveld streeft naar bestendige relaties met leveranciers.
Extra risico’s gewone bedrijfsuitoefening • Het risico van verkoopafhankelijkheid. Het verkopen van bestaand bezit is naast volkshuisvestelijke overwegingen mede ingegeven door financiële wenselijkheid. Ondanks dat het hier gaat om relatief geringe aantallen, is de verkoopafhankelijkheid toegenomen. Bij verkoop van nieuwbouw bestaat eveneens het risico van niet-verkopen. In dat geval gaan we over tot verhuur van de betreffende woningen. Ook hier gaat het om kleine aantallen. Met de gevolgen van lagere verkoopopbrengsten is in scenarioanalyses rekening gehouden.
Treasury • Renterisico’s. Veranderingen van renteniveaus zijn van invloed op het resultaat. Het renterisicobeleid ligt vast in het treasurystatuut. Om de renterisico’s te beperken, werken we conform de voorwaarden van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en voeren wij een actief rentemanagementbeleid. Periodiek wordt in de BLNW-treasurycommissie de rentevisie besproken en vastgesteld en worden de eventueel daaruit voortvloeiende noodzakelijke acties ondernomen. • (Her)financieringsrisico’s. De risico’s bij de financiering van de bedrijfsactiviteiten worden periodiek beoordeeld. De woningstichting beschikt over een treasurystatuut en een treasuryjaarplan als onderdeel van de begroting. Het beleid is gericht op het minimaliseren van de rentekosten en het optimaliseren van de vervalkalender. Ook maken we gebruik van meerjaren kasstroomprojecties. Door de aanhoudende economische crisis zijn we alert op de beschikbaarheid van voldoende passend aanbod op de onderhandse kapitaalmarkt. • Derivatenrisico’s. Derivaten kunnen een goede functie vervullen bij de beheersing van renterisico’s. In het afgelopen boekjaar is geen gebruik gemaakt van (rente)derivaten en eind van het boekjaar zijn geen derivaten in portefeuille.
Projecten, vernieuwing en herstructurering • De risico’s betreffen met name nieuwbouw- en herstructureringsprojecten en in mindere mate grondposities. Het risico wordt bepaald door de omvang en complexiteit van de betreffende projecten en door continu wijzigende (bouw)regelgeving. In de voorbereidingsfase stellen we uitgebreide investeringscalculaties op, ondersteund door externe kostendeskundigen en bedrijfswaardeberekeningen. Ontwikkelingsvoorstellen worden in het managementteam besproken en door de directie geaccordeerd. Tijdens de uitvoeringsfase worden zowel de bouwactiviteiten als de uitgaven nauwlettend gevolgd en beoordeeld. In 2011 zijn we begonnen met het actualiseren van het risicomanagement bij projectontwikkeling. In het tweede kwartaal van 2012 wordt een projectontwikkelingsstatuut ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Bij alle projecten geldt bovendien dat de Wet Ketenaansprakelijkheid van toepassing wordt verklaard en dat de woningstichting zelf een CAR-verzekering afsluit. • In 2011 is een afwegingskader voor projectontwikkeling geïntroduceerd om tot een goede afweging en prioritering van projecten te kunnen komen, rekening houdend met onder andere mogelijke risico’s en kansen en verwachte marktpositie.
Marktpositie • Het risico dat de marktpositie verslechtert, waardoor inkomsten worden gederfd. In 2011 hebben we ons portefeuillemanagement volledig geactualiseerd met behulp van externe deskundigen. De ontwikkeling van de marktpositie van het bezit wordt periodiek gevolgd aan de hand van benoemde criteria. De uitkomsten van de monitoring bespreken we intern periodiek. Indien noodzakelijk, kunnen we tijdig besluiten tot bijsturing van het voorgenomen beleid.
22
Jaarverslag 2011
Organisatie • De risico’s die voortvloeien uit het feit dat de organisatie bestaat uit feilbare mensen waardoor processen kunnen worden verstoord en/of financiële schade wordt geleden. Woningstichting Barneveld heeft een voor haar geëigende administratieve organisatie opgezet waarin de interne controle is verankerd. De verschillende bedrijfsprocessen zijn beschreven en vastgesteld door de directie. De bedrijfsprocessen zijn uitgewerkt in taakomschrijvingen per functie. Het stelsel van administratieve organisatie en interne controle is gebaseerd op een zo ver mogelijk doorgevoerde functiescheiding. Het omvat ook een geautomatiseerd informatiesysteem waarin de toegang is geautoriseerd op basis van de taken en bevoegdheden. Voor betalingen geldt een twee handtekeningenstelsel, facturen worden betaalbaar gesteld indien deze conform de procuratieregeling zijn geaccordeerd. • Het risico van ontoereikende beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het informatiesysteem. We beschikken over eigen systeembeheerders die het systeem onderhouden en waar nodig vernieuwen. Bij de uitvoering van deze taken zijn de systeembeheerders gebonden aan het door de directie geaccordeerde ICT-statuut. Dagelijks worden back-ups vervaardigd die buiten kantoor worden bewaard. In geval van calamiteiten is voor het primaire systeem een uitwijkmogelijkheid paraat. Periodiek vindt een externe audit plaats op de betrouwbaarheid en de beveiliging van de systemen en data. • In 2011 is de gehele ICT-infrastructuur vernieuwd en hebben we met de leverancier een remote-beheer overeenkomst gesloten. Hiermee hebben we het primaire beheer en monitoring van de ICT uitbesteed en is de interne afhankelijkheid verminderd.
Interne risicobeheersingsmaatregelen De directie is van mening dat de interne risicobeheersingsmaatregelen adequaat en effectief zijn. Deze zijn gebaseerd op een toegesneden systeem van administratieve organisatie en interne controle waaronder maandrapportages. Het financieel management en de externe accountant beoordelen de werking van de interne beheersingssystemen en rapporteren aan directie en Raad van Toezicht. Ook rapporteert het management per kwartaal over een aantal relevante ontwikkelingen aan zowel directie als Raad van Toezicht. Hierbij worden afwijkingen ten opzichte van de begroting geanalyseerd en de consequenties van afwijkingen in beeld gebracht. Indien noodzakelijk wordt tussentijds tot bijstelling van het beleid overgegaan. In 2011 zijn we begonnen met het verder ontwikkelen van het risicomanagement bij projectontwikkeling. Eind 2011 is een concept projectontwikkelingsstatuut gereed gekomen, naar verwachting vindt de formele vaststelling medio 2012 plaats. Vooruitlopend op de vaststelling wordt waar mogelijk al wel gewerkt volgens de uitgangspunten van het statuut. In het statuut worden de belangrijkste risico’s en beheersingsmaatregelen benoemd, per onderscheiden fase. Per fase zijn beslismomenten en -documenten benoemd en wordt ingegaan op de informatievoorziening, ook naar de RvT. Dit statuut ontwikkelen we in 2012 verder. In 2011 is ook een concept toetsingskader voor verbindingen opgesteld. Ook dit wordt medio 2012 formeel vastgesteld. In 2012 wordt het risicomanagement bedrijfsbreed opgepakt en waar nodig geactualiseerd.
Borgingsruimte Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) Op basis van de beoordeling van de prognosecijfers over de periode 2011 tot en met 2015 heeft het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) in december 2011 het faciliteringsvolume voor de eerstkomende drie jaren vastgesteld op bijna € 60 miljoen. Rekening houdend met de reeds opgenomen leningen, bedraagt het vrijgegeven faciliteringsvolume medio december 2011 bijna € 46 miljoen. Dit houdt in dat het WSW bereid is zonder nadere informatie leningen tot een bedrag van € 46 miljoen te borgen. Dit komt nagenoeg overeen met de verwachte benodigde financieringsmiddelen in deze periode. Woningstichting Barneveld voldoet aan de kredietwaardigheidseisen van het WSW en is in staat een actief en adequaat rente- en financieringsrisicomanagement te voeren. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening 2011 heeft het WSW de prognosecijfers voor de periode 2012 tot en met 2016 beoordeeld. Op grond hiervan is het gevraagde faciliteringsvolume voor de periode 2012 tot en met 2014, conform de aanvraag, vastgesteld op ruim € 65 miljoen. Vanwege de beschikbare liquiditeiten heeft het WSW een claim gelegd van ruim € 5 miljoen, zodat effectief € 60 miljoen faciliteringsvolume beschikbaar is.
Jaarverslag 2011
23
Risicoprofiel volgens Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) Het is belangrijk om te weten hoe hoog het eigen vermogen zou moeten zijn om voldoende buffer te hebben voor eventuele toekomstige tegenvallers. In dit kader heeft het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting) op basis van de jaarcijfers 2010 het totaal minimaal noodzakelijk weerstandsvermogen bepaald op 11%, waarvan 2% voor de VPB (vennootschapsbelasting) beklemming (ultimo 2009: 2,2%) van het gecorrigeerd balanstotaal. Op basis van de waarderingsgrondslagen van het CFV bedraagt het volkshuisvestelijk vermogen eind 2010 € 46 miljoen, ofwel 23,4% (eind 2009: € 42,4 miljoen en 22,9%). Vanaf 1 januari 2008 hanteert het CFV een nieuwe beoordelingsmethodiek van de continuïteit, wat in 2011 tot een A1 oordeel leidt, net als in 2010. Het A1 oordeel houdt in dat de voorgenomen activiteiten passen bij de vermogenspositie. Hierdoor is er voor het CFV geen aanleiding om een financieel onderzoek in te stellen. Op basis van de prognosecijfers 2011-2015 verwachten we dat het volkshuisvestelijk vermogen de komende jaren toeneemt tot circa € 47,4 miljoen ultimo 2015. Conclusie is dat de buffer om tegenvallers op te vangen, ook in termen van de financieel toezichthouder, voldoende omvang heeft.
1.10 Tot slot Het jaar 2011 zal de boeken ingaan als een dynamisch jaar. In onze omgeving, de buitenwereld, volgen de veranderingen elkaar snel op. Dit betekent dat wij niet kunnen en ook niet willen stilzitten en maar zien hoe het afloopt. Wij zien het als een uitdaging om klaar te zijn voor de toekomst en daartoe hebben we in 2011 forse inspanningen geleverd. Op verschillende plaatsen in dit jaarverslag geven we in inzicht in waar we voor zijn gegaan, wat we hebben gedaan en waar we voor staan. Op deze plaats willen we enkele items voor het voetlicht brengen die ook genoemd mogen worden.
Visitatie • Waar zijn we voor gegaan? Op grond van de Governancecode wordt van corporaties verwacht dat zij zich eens per vier jaar laten visiteren. • Wat hebben we gedaan? In de periode maart tot en met mei hebben wij ons laten visiteren. We kunnen terugzien op een leerzaam traject, mede dankzij de input van onze belangenhouders en de deskundige commissie. We hebben een ruime voldoende behaald: 7,2. • Waar we voor gaan in 2012 We hebben de aanbevelingen uit het visitatierapport vertaald naar een actieplan. Al in 2011 zijn we begonnen met het bespreken van het rapport met onze belangenhouders. Hier gaan we in 2012 mee verder..
Nieuwe huisstijl en logo • Waar zijn we voor gegaan? Al enkele jaren hadden we plannen om onze huisstijl te moderniseren. In 2011 zijn we hiermee aan de slag gegaan. • Wat hebben we gedaan? In november hebben we onze nieuwe huisstijl met trots gepresenteerd en in onze uitingen doorgevoerd. We hebben ook onze website vernieuwd en ons bewonersblad ‘WoonWerk’ heeft een frisse eigentijdse uitstraling gekregen. We zijn ons bewust (geworden) dat een huisstijl en logo de zichtbare uitingen zijn van wie we willen zijn.
24
Jaarverslag 2011
• Waar we voor gaan in 2012 De nieuwe huisstijl wordt verder doorvertaald naar diverse informatiedragers. Nog belangrijker is dat we aan het werk gaan met ons gedrag en ons DNA. Aan het begin van het huisstijltraject hebben we samen onze kernwaarden vastgesteld, te weten durven, bewust doen, betrouwbaar en met elkaar. In 2012 willen we deze waarden verder vormgeven. We moeten ze weten, beleven en ons ernaar gedragen. Barneveld, 23 april 2012 namens Woningstichting Barneveld Arjen Jongstra, directeur-bestuurder
Jaarverslag 2011
25
2. Volkshuisvestingsverslag In dit deel van het jaarverslag geven wij inzicht in onze resultaten op volkshuisvestelijk vlak. Dit willen wij zo transparant mogelijk doen aan de hand van onze bedrijfsdoelstellingen. Dit doen we waar mogelijk aan de hand van de vragen: waar zijn we voor gegaan, wat hebben we gedaan en waar we voor gaan in 2012. Ingeval van activiteiten waar wij onszelf geen directe target stellen, maar wel tot onze taak behoren geven wij een toelichting op de behaalde resultaten in het verslagjaar.
2.1 Kwaliteit van de woongelegenheden 2.1.1
Bouwen, aankopen en slopen van woningen
Opgeleverde nieuwbouw huurwoningen • Waar zijn we voor gegaan? De woningstichting heeft zich voorgenomen om tussen 2010 en 2014 minimaal 65 sociale huurwoningen per jaar te (laten) bouwen. • Wat hebben we gedaan? In 2011 is de doelstelling ruimschoots behaald. Hieronder een overzicht. Huur > 361 en ≤ 555
Huur > 555 en ≤ 652
Huur > 652
Aantal
Type
Huur ≤ 361
34
seniorenappartementen
28
6
Project
Plaats
Vondelhove
Barneveld
8
begeleid wonen appartementen
8
10
beschermd wonen appartementen
10
1
gemeenschappelijke ruimte
1
Aldegondestraat Barneveld
23
appartementen
20
3
Harmonie
Barneveld
12
seniorenappartementen
10
2
8
vrije sector appartementen
8
De Vlinder
Barneveld
23
begeleid wonen project
23
119
0
100
11
8
Totaal
• Waar we voor gaan in 2012 Gezien de in aanbouw zijnde projecten, verwachten we dat we de doelstelling (65 huurwoningen bouwen) in 2012 niet halen. Maar naar verwachting halen we de doelstelling in de jaren daarna in, zodat het gemiddelde per jaar alsnog wordt gehaald.
Projecten in aanbouw • Eind 2010 zijn we begonnen met de bouw van 24 seniorenappartementen met ruimte voor dagopvang voor Molukse ouderen, het project Rumah Maluku. Rumah Kita - een gespecialiseerde zorginstelling voor Molukse ouderen uit Wageningen – verzorgt er de dagopvang.
26
Jaarverslag 2011
Projecten in voorbereiding Bestaande bouw • Woningstichting Barneveld heeft in de wijk Oldenbarneveld onderzoek gedaan naar de toekomst van de maisonnettewoningen aan de Oldenbarnevelderweg. Diverse opties zijn afgewogen, zoals sloop, verkoop en renovatie. De conclusie van het onderzoek is dat we de drie flats de komende jaren grondig gaan renoveren. • Aan de Nieuwe Kampstraat in Voorthuizen staan zes kleine grondgebonden seniorenwoningen op de nominatie voor sloop. De verdere ontwikkeling hiervan was in afwachting van de nieuwbouw aan de Apeldoornsestraat. Wij vonden dat dit traject te lang ging duren. Daarom hebben we de herontwikkeling van de zes woningen aan de Nieuwe Kampstraat separaat opgepakt. • De herontwikkeling aan de Apeldoornsestraat in Voorthuizen waar zes kleine eengezinswoningen staan en waarvoor al een poos geleden een sloopbesluit is genomen, is een traject dat lang duurt. Samen met een lokale makelaar wil de woningstichting hier zeventien gestapelde seniorenappartementen in de betaalbare huurklasse bouwen. Daarnaast moeten er vier vrije sectorappartementen in combinatie met een bedrijfsruimte komen. Door verandering in de marktomstandigheden, werken we aan aanpassingen in het plan.
Nieuwbouw • In 2011 hebben Woningstichting Barneveld, de gemeente Barneveld en De Bunte Vastgoed Oost B.V. overeenstemming bereikt over de ontwikkeling van het voormalige gasfabriekterrein. Het nieuwbouwproject op deze plek heeft de naam ‘Hof van Callenbroeck’ gekregen. De bouw van verschillende type woningen gaat in 2012 van start. • Woningstichting Barneveld was in 2011 in gesprek met een ontwikkelaar over de ontwikkeling van zes eengezinswoningen die onderdeel uitmaken van een uitbreidingsplan aan de zuidrand van Garderen. • In samenwerking met verpleeghuis Norschoten hebben we gekeken naar de mogelijkheden om in Kootwijkerbroek in de nabijheid van het Kulturhus een gebouw te realiseren voor de huisvesting van een zorgunit voor dementerende ouderen (PG-unit, psychogeriatrische unit) en een kinderdagverblijf. • Grenzend aan het Woon-, Gezondheids-, en Welzijnscentrum Dr. Kruimelstaete in Garderen ligt een stuk grond dat eigendom is van Woningstichting Barneveld. In 2011 heeft de woningstichting een studie gedaan naar de haalbaarheid van de bouw van grondgebonden seniorenwoningen op deze plek. • In het verleden heeft Woningstichting Barneveld samen met BYMA Plancoördinatie B.V in Zwartebroek gronden verworven. In 2011 werkten we een plan uit voor een substantieel aanbod aan nieuwbouwwoningen in diverse huur- en koopklassen voor de komende tien jaar. • In Voorthuizen, in de wijk De Kromme Akker, tegenover verzorgingshuis Nieuw Avondrust wil de woningstichting seniorenappartementen en maatschappelijk vastgoed bouwen. Hiervoor is samenwerking gezocht met een lokale kinderopvangorganisatie. De besprekingen zijn positief verlopen. Wel zal het plan opnieuw aan de omgeving gepresenteerd moeten worden. In het plan is ook een groen- en speelvoorziening voor de wijk opgenomen. • Met bouwbedrijf Van de Mheen hebben we in 2011 gesproken over een bouwplan in Veller II in Barneveld. De plannen voor de komend jaren bestaan grotendeels uit de bouw van sociale woningen. • In Voorthuizen-Zuid wordt tussen 2015 en 2025 het uitbreidingsplan Holzenbosch gerealiseerd; de woningstichting beschikt hier over ontwikkelgrondposities en is met meerdere partijen, waaronder de firma Schoonderbeek en de gemeente Barneveld, verantwoordelijk voor het woningbouwprogramma. In 2011 zijn we begonnen met het masterplan. Een belangrijke ambitie voor deze wijk is het nemen van duurzaamheidsmaatregelen. • In Voorthuizen in de wijk Blankensgoed wordt een complex met 28 seniorenappartementen gebouwd. Een groot deel van de appartementen zijn sociale huurwoningen. Op de begane grond van het gebouw komt een bedrijfsruimte. Met bouwbedrijf Van der Kolk zijn hierover de besprekingen gevoerd en de bouw begint naar alle waarschijnlijkheid eind 2012.
Projecten die niet zijn doorgegaan • In 2010 zijn we begonnen met de planvoorbereiding van Irishof II. In de loop van 2011 is duidelijk geworden dat de bouw niet door kan gaan aangezien er geen AWBZ gefinancierde zorg werd toegekend door het zorg-
Jaarverslag 2011
27
kantoor. • In Stroe heeft een aannemer aan Woningstichting Barneveld zes eengezinswoningen aangeboden in het project Stroe IV. De woningstichting heeft in de loop van 2011 besloten om niet in te gaan op dit aanbod gezien de geringe vraag door woningzoekenden uit Stroe naar huurwoningen. • Eind 2011 is gesproken over de ontwikkeling van Garderen Noord/HC Bosstraat in samenspraak met aannemer Van der Kolk. Wij zien af van actieve deelname, omdat dat sloop van goede woningen betekent. • Van Hogendorplaan is niet doorgegaan omdat de ontwikkelaar besloot het project zelf uit te voeren. Het ging om een gedifferentieerd plan bestaande uit seniorenwoningen, starterswoningen en reguliere huurwoningen in de sociale sector. • De besprekingen voor de ontwikkeling van studentenhuisvesting voor het Groenhorstcollege in Barneveld (Norschoten) zijn in 2011 gestopt. Het bleek niet mogelijk om op deze plek ook reguliere woningbouw te ontwikkelen, een voorwaarde van de woningstichting om dit project te realiseren. • De seniorenwoningen aan de Paulus Potterstraat in Voorthuizen kwamen in aanmerking voor sloop op middellange termijn. In 2011 hebben we besloten om deze woningen vooralsnog niet te slopen. Bij mutatie onderzoeken we of opplussen een mogelijkheid is. We hebben deze beslissing genomen, omdat het zowel financieel als qua aanpassing van het bestemmingsplan steeds lastiger is om oude woningen te vervangen door nieuwbouw.
2.1.2
Onderhoud aan woningen
Planmatig en groot onderhoud Planmatig en groot onderhoud is onderhoud dat we periodiek aan woningen uitvoeren. Het is planmatig omdat het vantevoren is gepland en in een meerjarenbegroting is vastgelegd, zoals schilderwerk. We spreken over groot onderhoud als het gaat om herstel of vervangen van delen van de woning omdat de levensduur verstreken is, waarbij het wooncomfort gelijk blijft. • Waar zijn we voor gegaan? In 2011 is voor het planmatig en groot onderhoud, inclusief strategisch onderhoud, in totaal € 3.666.872 begroot. • Wat hebben we gedaan? Er is in totaal € 3.680.265 uitgegeven. Dit is € 13.393 (0,3%) meer dan begroot.
Verbeteringen We spreken over verbeteringen aanbrengen, waar het gaat om het aanbrengen en/of toevoegen van kwaliteit en wooncomfort aan de woningen. • Waar zijn we voor gegaan? Voor de kwaliteit van de woningen gaat de woningstichting uit van een standaard kwaliteitsniveau. Deze standaard wijzigt in de loop van de tijd in verband met regelgeving en verandering van eigen beleid. Het streven is om jaarlijks tachtig tot honderd bestaande woningen op deze standaard te brengen. • Wat hebben we gedaan? Voor 2011 is deze doelstelling ruimschoots gehaald. In 2011 zijn in totaal 114 woningen verbeterd, tegen 93 in 2010. We hebben meerdere woningen (bij mutatie of in bewoonde staat) op een hoger kwaliteitsniveau gebracht. Het ging hierbij om woningen in complexen waar in het verleden projectmatig groot onderhoud met verbeteringen zijn uitgevoerd en om woningen waarvoor in de eerstvolgende jaren groot onderhoud met verbeteringen staan gepland. Daarnaast hebben zittende huurders individuele aanvragen gedaan voor het laten aanbrengen van een cv-installatie, vervanging van een cv-ketel, het aanbrengen van isolerende voorzieningen, dakramen en carports. Dit alles tegen een, grotendeels, kostendekkende huurverhoging. Daar waar geen sprake was van een kostendekkende huurverhoging, was sprake van werkzaamheden die voortvloeiden uit het groot onderhoud of een klachtmelding. In 2011 is hierin € 942.383 geïnvesteerd.
28
Jaarverslag 2011
Verder hebben we in twee complexen (Vogelbuurt en Plantage) in Barneveld duurzaamheidsmaatregelen toegepast. Zo zijn bij elf woningen de gevels geïsoleerd, bij 168 woningen zijn de gevels na-geïsoleerd en bij 29 woningen is extra dakisolatie aangebracht. Het ging hierbij om een investeringsbedrag van bijna € 200.000, dat grotendeels met een kostendekkende huurverhoging wordt terugverdiend. In het kader van extra energiebesparende maatregelen hebben we aan de huurders van woningen waar planmatig groot onderhoud met verbeteringen wordt uitgevoerd, een Climarad (energiezuinig verwarmingsen ventilatiesysteem) of Ecolution (ventilatiewarmtepomp) aangeboden. In 2011 zijn acht Climarads en twee Ecolutions geplaatst.
Service op Maat • Waar zijn we voor gegaan? In het beleidsplan van de woningstichting is opgenomen dat bij alle woningverbeteringen (mutatie en groot onderhoud bestaande woningen) Service op Maat (huur en onderhoud inbouwapparatuur) zou worden aangeboden. • Wat hebben we gedaan? Bij nader onderzoek bij de woningen in de wijk De Plantage die projectmatig voor groot onderhoud zijn aangepakt, bleek de optie van Service op Maat (SOM) te duur. Dit had te maken met de omvang van de technische aanpassingen die noodzakelijk zouden zijn. Ditzelfde geldt ook voor SOM in de reguliere mutatiewoningen. Service op Maat is wel rendabel bij de in 2011 uitgevoerde nieuwbouwprojecten (met uitzondering van De Vlinder).
Diverse soorten onderhoud Soort onderhoud
Totale uitgaven
Relatief aandeel
Lasten per vhe
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Reparatieverzoeken
805.754
784.371
11,7%
14,6%
201
196
Serviceabonnement
109.797
116.301
1,6%
2,2%
27
29
Mutatieonderhoud
385.775
392.017
5,6%
7,3%
96
98
Cv-onderhoud
464.585
391.802
6,8%
7,3%
116
98
Overige onderhoudscontracten
287.272
313.399
4,2%
5,8%
72
78
Bijzonder onderhoud
1.143.003
1.237.484
16,6%
23,0%
285
309
Planmatig onderhoud
3.680.265
2.142.208
53,5%
39,8%
917
535
6.876.451
5.377.582
100,0%
100,0%
Renovatie-uitgaven
935.416
273.002
Woningverbeteringen
942.383
692.617
8.754.250
6.343.201
Totaal uitgaven
(Uitgaande van 4.015 vhe’s)
Jaarverslag 2011
29
Klachtenonderhoud Het klachtenonderhoud betreft reparatieverzoeken die niet onder de overige onderhoudsposten vallen. Daarnaast kan het gaan om gebreken die op korte termijn opgelost moeten worden en waarvoor geen budget is gereserveerd in het planmatig onderhoud. Huurders kunnen reparatieverzoeken tijdens kantooruren bij ons melden. Ook is er buiten kantooruren een 24-uurs meldpunt waarbij klanten hun reparatieverzoeken kunnen melden. De medewerkers van dit meldpunt schakelen bij urgente klachten, zoals cv- storingen en rioleringsproblemen, direct een daartoe aangewezen bedrijf in. • Waar zijn we voor gegaan? Begroot was een bedrag van € 600.924. • Wat hebben we gedaan? De uitgaven in 2011 waren € 805.754. De overschrijding van € 204.830 werd vooral veroorzaakt door reparaties die niet te voorzien zijn, maar wel noodzakelijkerwijs direct moeten worden uitgevoerd om verdere schade te voorkomen. Het ging om onder andere dakisolatie, vervanging van douchevloeren na lekkages, gevellekkages en lekkages van rioleringen. Ook constateren de opzichters dat er voor betrekkelijk nieuwe complexen steeds ingrijpendere reparaties uitgevoerd moeten worden.
Mutatieonderhoud Onder het mutatieonderhoud vallen alle kosten die gemaakt moeten worden om een woning weer geschikt te maken voor verhuur zodra een huurder de woning verlaat, met uitzondering van de kosten voor woningverbetering. • Waar zijn we voor gegaan? Begroot was een bedrag van € 427.265. Dit bedrag was begroot voor 292 verwachte mutaties. • Wat hebben we gedaan? Er zijn in 2011 in 304 woningen mutatiewerkzaamheden uitgevoerd. De totale mutatiekosten bedroegen € 385.775. Gemiddeld waren de uitgaven per mutatie € 1.253. Dit is 18 % lager dan het begrote bedrag van € 1.463 per mutatie.
Bijzonder onderhoud Vooruitlopend op gepland groot onderhoud met verbeteringswerkzaamheden in een complex vindt bij een mutatie het inpandige groot onderhoud vervroegd plaats. Deze kosten verantwoorden wij onder de post bijzonder onderhoud, voor zover daar geen (kostendekkende) huurverhogingen tegenover staan. Het kan bij de post bijzonder onderhoud ook gaan om groot onderhoud dat achteraf in een vrijgekomen woning wordt uitgevoerd, omdat de vertrekkende huurder in het verleden niet mee heeft gedaan aan het projectmatig groot onderhoud. Hiernaast zijn in het bijzonder onderhoud budgetten opgenomen voor planmatige werkzaamheden die uitsluitend bij klachten of bij mutatie worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de vervanging van keukenblokken. • Waar zijn we voor gegaan? Voor 2011 was het begrote budget € 892.822. • Wat hebben we gedaan? In 2011 zijn bij 114 (begroot negentig) woningen werkzaamheden in het kader van bijzonder onderhoud uitgevoerd, het grootste deel als gevolg van een mutatie. Bij het merendeel van deze woningen zijn ingrijpende voor- dan wel narenovatie werkzaamheden verricht. Uiteindelijk is € 1.143.003 uitgegeven. De overschrijding (€ 250.181) is vooral toe te schrijven aan het feit dat bij meer mutaties bijzonder onderhoud is uitgevoerd dan begroot.
30
Jaarverslag 2011
Serviceonderhoud Sinds februari 2000 kunnen huurders een onderhoudsabonnement bij ons afsluiten. Als een huurder een dergelijk abonnement heeft afgesloten, voert Woningstichting Barneveld ook het klein huurdersonderhoud uit. Dit is het onderhoud waarvoor huurders normaal gesproken zelf verantwoordelijk zijn. Inmiddels zijn 3.308 huurders geabonneerd. Dit is 87% van het aantal huurwoningen. De bijdragen bedroegen in 2011 in totaal € 102.021. Er zijn 1.512 reparatieverzoeken voor het serviceonderhoud binnengekomen en daarmee was een totaalbedrag gemoeid van € 107.637. De uitgaven worden dus voor ongeveer 95% gedekt uit de inkomsten.
Cv-onderhoud Onder deze post vallen alle kosten die voortvloeien uit onderhoudscontracten van verwarmingsinstallaties. • Waar zijn we voor gegaan? Voor 2011 was een bedrag begroot van € 380.572. • Wat hebben we gedaan? In 2011 is € 464.585 uitgegeven. Het verschil van € 84.013 is veroorzaakt door het voortijdig vervangen van een aantal matig functionerende cv-ketels die de komende jaren eigenlijk planmatig vervangen zouden worden. Daarnaast hebben we kosten gemaakt voor het verhelpen van klachten die buiten het contract vallen, zoals lekkages aan het leidingwerk, defecte radiatoren en reparaties aan installaties ouder dan vijftien jaar.
Overige onderhoudscontracten Onder overige onderhoudscontracten vallen die contracten die we niet kunnen scharen een bovengenoemde onderhoudswerkzaamheden. Te denken valt aan contracten voor liftten, schuifdeuren, brandmelders en legionellabestrijding. • Waar zijn we voor gegaan? Begroot was € 309.987. • Wat hebben we gedaan? De uitgaven op overige onderhoudscontracten zijn ten opzichte van 2010 iets gedaald, totaal: € 287.272. Op dit moment zijn de begroting en realisering in evenwicht. De verwachting voor de komende jaren is dat we rekening moeten houden met een stijging van de kosten door het afsluiten van nieuwe contracten bij nieuwbouw. Maar ook het aanpassen van bestaande contracten zal meer gaan kosten. Dit komt door onder andere gewijzigde regelgeving voor legionellabeheersing, veiligheidsmaatregelen voor liften, valbeveiliging en brandvoorschriften.
Jaarverslag 2011
31
2.1.3
Energielabeling
• Waar zijn we voor gegaan? Woningstichting Barneveld wil huurders de mogelijkheid bieden te wonen met lage energielasten. De woningstichting heeft bepaald dat een woning die van huurder wisselt, minimaal het energielabel C moet hebben. Een uitzondering hierop zijn de woningen met label E, F en G. Deze woningen (0,06% van de portefeuille) worden bij mutatie zoveel mogelijk in die mate aangepast, dat ze minimaal twee labels verbeteren. • Wat hebben we gedaan? In 2011 had 70% van de 232 de mutatiewoningen vóór mutatie energielabel A t/m C. Na mutatie had 88% van de gemuteerde woningen minimaal energielabel C. Een mooi resultaat. Labeling oud
%
Labeling nieuw
%
F
1
0
0
0
E
9
4
2
1
D
61
26
26
11
C
76
33
116
50
B
51
22
63
27
A
34
15
25
11
232
100
232
100
Daarnaast is de energieprestatie (labels) in de eerste tachtig woningen in De Plantage, waar planmatig groot onderhoud met verbeteringen in 2011 is uitgevoerd, ook aanzienlijk verbeterd. In onderstaande tabel is het verschil met nog niet aangepakte woningen (zeventig) goed te zien.
32
Jaarverslag 2011
Labeling woningen na grootonderhoud 76
80
Aantal woningen
/ restant woningen waar nog groot onderhoud moet worden uitgevoerd
70 60 A
44
50 40
B
26
30
C
20 10
D
4
0
0
A
B
E
C
D
E
Labels
Energielabels totale bezit per 31 december 2011 Totaal corporatie 3837 Procenten
Labels 2011 per 31-12-2011 A
B
C
D
E
F
G
320
1003
1345
1012
114
37
6
8,34
26,14
35,05
26,37
2,97
0,96
0,16
100,00
Van al onze woningen had 70% minimaal energielabel C. Van de overige 30% heeft het grootste gedeelte nog label D. Overzicht energielabel sinds 1 januari 2009 tot 31 december 2011
Jaarverslag 2011
33
2.1.4
Het inventariseren en verwijderen van asbest
In 2011 zijn we begonnen met het informeren van alle huurders die van ons een woning huren waarin vermoedelijk asbesthoudende materialen verwerkt zijn. Deze huurders krijgen informatie over waar het asbest mogelijk kan zitten en hoe de huurder hiermee moet omgaan. Daarnaast verwijdert Woningstichting Barneveld bij een woning die vrijkomt in principe alle asbesthoudende materialen uit de woning. In die gevallen waar asbest op een veilige manier blijft zitten, wordt de huurder hiervan op de hoogte gesteld. Eind 2011 hebben we bijna alle huurders in Barneveld geïnformeerd. Het onderstaande overzicht geeft inzicht in de kosten van het verwijderen van asbest in de afgelopen drie jaar.
2011
2010
2009
Klachtenonderhoud
15.123
17.158
8.565
Mutatie onderhoud
141.484
161.785
173.368
Totaal
156.607
178.943
181.933
In 2011 bedroegen de kosten voor het verwijderen van asbest bij mutatie en klachtenonderhoud € 156.607.
2.1.5
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
In 2011 heeft Wooncare in opdracht van de gemeente Barneveld in 23 woningen van Woningstichting Barneveld kleine woningaanpassingen uitgevoerd. Ook zijn er via de Wmo voor vier woningen en een collectieve voorziening opdrachten verstrekt voor woningaanpassingen op het gebied van Wmo. Hiermee was een bedrag van € 71.237 gemoeid. In het appartementencomplex aan de Vlierbeek in Barneveld zijn op kosten van zowel Woningstichting Barneveld, de overige eigenaren van de VVE als de gemeente automatische deuropeners aangebracht.
34
Jaarverslag 2011
2.2 Het verhuren van woningen 2.2.1
Toewijzing en uitvoering woonruimteverdeling
Ontwikkeling voorraad Eind 2011 bezit Woningstichting Barneveld 3931 woningen (2010: 3866). Dat zijn er 65 meer dan in 2010. • Waar zijn we voor gegaan? Woningstichting Barneveld streeft er naar om binnen nu en tien jaar een vastgoedportefeuille te hebben die voor wat betreft de huurprijs de volgende verdeling kent: Huurklasse
Aandeel
Goedkoop ≤ € 362*
10%
Betaalbaar > € 362 en ≤ € 555*
70%
Middelduur > € 555 en ≤ € 652*
10%
Duur (vrije sector huur) > € 652*
10%
* prijspeil 1 januari 2011
• Wat hebben we gedaan? Onderstaande grafiek laat zien dat in 2011 de huurprijzen van de woningvoorraad zich in de juiste richting hebben ontwikkeld.
Voorraad naar huurprijsklasse 78%
80%
77%
70% 60% 50%
2010
40% 30% 20%
2011 17%
13%
4% 7%
10%
1% 3%
0% goedkoop
betaalbaar
middelduur
duur
Onderstaande grafiek laat zien dat de verdeling van de verhuringen over de diverse klassen zich in 2011 ook heeft ontwikkeld in de richting van de gewenste voorraad.
Jaarverslag 2011
35
Verhuringen per huurprijsklasse
80%
70%
70% 60% 50% 40% 30% 20%
12%
11%
7%
10% 0% goedkoop
betaalbaar
middelduur
duur
Toewijzingen gerelateerd aan de BBSH-grenzen De toewijzing van onze woningen gebeurt conform het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Hierin staan onder andere inkomensgrenzen vermeld waaraan wij als toegelaten instelling verplicht zijn ons te houden bij de toewijzing van woningen. • Waar zijn we voor gegaan? Onze doelstelling: 80% van de woningen in de bereikbare klasse (≤ €555) wordt toegewezen aan inkomens tot de huurtoeslaggrens.
36
Jaarverslag 2011
• Wat hebben we gedaan?
Toewijzingen in het kader van BBSH-regelgeving (inkomen en huurklasse in euro’s) Inkomenscategorie
Inkomen
Eenpersoonshuishoudens
Huurklasse
≤ 362
> 362 ≤ 518
> 518
< 65 jaar
≤ 21.625
28
33
21
> 21.625
3
31
22
> 65 jaar
≤ 20.325
1
12
15
> 20.325
0
3
7
< 65 jaar
≤ 29.350
2
20
5
> 29.350
0
3
25
> 65 jaar
≤ 27.750
0
5
19
> 27.750
0
6
11
≤ 362
> 362 ≤ 555
> 555
Drie- en meerpersoonshuishoudens
≤ 29.350
1
29
8
> 29.350
0
4
9
≤ 27.750
0
0
0
> 27.750
0
0
0
35
146
142
Tweepersoonshuishoudens
< 65 jaar > 65 jaar Totaal
(prijspeil 1 januari 2011)
Uit bovenstaande blijkt dat de doelstelling uit het beleidsplan niet gehaald is. Slechts 56% van de woningen in de bereikbare klasse is verhuurd aan huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens. Echter, 91% van de woningen met een huurprijs tot € 362 per maand (peildatum 1 januari 2011) is toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens (het betreft 31 van de 35 woningen). Daarboven biedt Woningstichting Barneveld meer keuzevrijheid en worden de woningen met een huur tot de aftoppingsgrens van de huurtoeslag toegewezen aan de huishoudens met een inkomen tot € 33.614 (peildatum 1 januari 2011).
Toewijzingsnorm • Waar zijn we voor gegaan? In het kader van de Europese regelgeving die op 1 januari 2011 is ingegaan, moeten corporaties, willen ze staatssteun ontvangen, zich houden aan de toewijzingsnorm. Ook Woningstichting Barneveld moet daarom tenminste 90% van de vrijkomende woningen (inclusief nieuwbouw) met een huur tot de huurtoeslaggrens (€ 652,52, peildatum 1 januari 2011) toewijzen aan huishoudens met een (gezamenlijk) verzamelinkomen van maximaal € 33.614 (peildatum 1 januari 2011). Onder toewijzing verstaan we het aangaan van een huurovereenkomst. De overige toewijzingen (maximaal 10%) mogen betrekking hebben op inkomens boven € 33.614. Begin 2011
Jaarverslag 2011
37
heeft Woningstichting Barneveld de Europese maatregelen passend verwerkt in haar beleid, toewijzing en administratie. • Wat hebben we gedaan? Onderstaande tabel laat zien dat t/m 31 december 2011 6% van de woningen met een huurprijs tot € 652,52 per maand toegewezen zijn aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan € 33.614. Daarmee voldoen we aan het maximaal gestelde percentage van 10%. t/m 1e kw
apr
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
dec.
totaal
%
≤ €33.614
58
23
18
15
12
17
14
19
15
13
204
94%
≥ €33.614
6
0
1
1
1
1
2
1
0
0
13
6%
64
23
19
16
13
18
16
20
15
13
217
100%
Inkomen
Reacties en verhuringen aan starters en doorstromers Ten opzichte van de doorstromers komt de groep starters bij Woningstichting Barneveld absoluut gezien goed aan bod. De slaagkans is voor starters echter veel kleiner dan voor doorstromers. Doelgroep Doorstromer
38
Reacties
Woningzoekenden
Verhuringen
1.232
9%
1.222
16%
142
40%
Starter
13.018
91%
6.436
84%
210
60%
Totaal
14.250
100%
7.658
100%
352
100%
Jaarverslag 2011
Overzicht (bijzondere) verhuringen Woningstichting Barneveld biedt alle woningen aan via het aanbodmodel. Dit houdt in dat woningen in principe worden geadverteerd waarbij woningzoekenden zelf op het aanbod moeten reageren. Een deel van de woningen wordt rechtstreeks aangeboden aan woningzoekenden omdat ze vallen onder een voorrangsregeling zoals die voor urgent woningzoekenden en toewijzingen in het kader van de taakstelling. Daarnaast heeft de woningstichting hierover afspraken gemaakt met zorg- en hulpverlenende instanties. Via de krant aangeboden woningen, incl. nieuwbouw
263
Bijzondere rechtstreekse aanbiedingen
Taakstelling
6
22
3
21
WMO
4
Bijzondere toewijzing
5
Vrouwenopvang
3
Vrije sector huur*
10
Bondgenoot
1
Ruimzicht
1
Reguliere urgenten Stadsvernieuwings urgenten begeleid wonen
76
Totaal woningen
Via de krant aangeboden garages
6
Parkeerplaatsen
6
Standplaats
1
Totaal
352
*Betreft appartementen die in eerste instantie voor verkoop bestemd zijn, maar waarvan de verkoop nu nog niet lukt.
Jaarverslag 2011
39
Weigeringen verhuurder na aanbieding Vanaf 1 januari 2011 heeft Woningstichting Barneveld de redenen bijgehouden waarom ze heeft besloten een woning niet toe te wijzen aan een woningzoekende die de woning in eerste instantie aangeboden kreeg. Dit om inzicht te krijgen in het aantal weigeringen voor wat betreft woningzoekenden met een inkomen boven de € 33.614. Daarnaast hebben we dit gedaan om inzichtelijk te krijgen hoe vaak de woningstichting een woningzoekende weigert op grond van het niet hebben van een binding aan de kleine kern. Bij de kleine kernen geldt de afspraak dat binding aan de kleine kern vóór woon- of inschrijfduur gaat.
Weigeringen verhuurder inkomen te laag
1% 0%
geen binding kleine kern
0%
geen binding regio
18%
inkomen te hoog > 33.614 en < 43.000
7% 4%
70%
inkomen te hoog > 43.000 en < 49.000 inkomen te hoog ≥ 49.000 overig
Bijzondere doelgroepen Vluchtelingen • Waar zijn we voor gegaan? De totale taakstelling opdracht voor de gemeente Barneveld bedroeg dit jaar 31 personen. Eind 2010 waren er vier personen te weinig gehuisvest. • Wat hebben we gedaan? De woningstichting heeft voor de taakstelling zes woningen verhuurd en in totaal zijn dit jaar in de gemeente Barneveld 26 personen gehuisvest. Uiteindelijk zijn dus negen personen te weinig gehuisvest, die alsnog in de eerste helft van 2012 moeten worden gehuisvest.
Urgent woningzoekenden Soort Medisch
Aantal 10
Sociaal
6
Medisch/sociaal
3
Financieel
3
Hardheidsclausule
1
Totaal
23
In 2011 zijn 23 huishoudens gehuisvest die vanuit de gemeente een urgentie hebben gekregen.
40
Jaarverslag 2011
Mensen met een beperking Begin 2011 hebben we aan GGz centraal een woonvoorziening voor mensen met een autistische beperking opgeleverd in het nieuwbouwproject Vondelhove in Barneveld. Het deel van GGz centraal bestaat uit tien zelfstandige appartementen met een gemeenschappelijke woonkamer/keuken. In dit nieuwbouwproject zijn hiernaast acht appartementen, in de vorm van begeleid wonen, verhuurd aan mensen met een lichte beperking. Hier werken GGz centraal en Stichting de Rozelaar samen. In de nieuwbouwwijk Veller in Barneveld is in de loop van 2011 het begeleid wonen project ’De Vlinder’ opgeleverd. Het project bestaat uit 23 appartementen die Stichting de Rozelaar verhuurt aan mensen met een beperking en een kantoor/zorgruimte.
Senioren Waar zijn we voor gegaan? In de periode 2010 tot 2014 wil Woningstichting Barneveld minimaal honderd seniorenwoningen bouwen. • Wat hebben we gedaan? In 2011 heeft Woningstichting Barneveld 46 seniorenwoningen gebouwd: 34 woningen in het nieuwbouwproject Vondelhove en twaalf woningen naast verpleeghuis Ruimzicht aan de Narcissenstraat, allemaal in de kern Barneveld. • Waar we voor gaan in 2012 De verwachting is dat we de doelstelling ruimschoots gaan halen, omdat in 2010 ook al 28 seniorenappartementen in Garderen zijn gebouwd. Gezien de nieuwbouwplannen voor de komende jaren in Garderen naast Dr. Kruimelstaete, en in De Kromme Akker en aan de Apeldoornsestraat in Voorthuizen, is de opgave voor de komende drie jaar van minimaal 26 seniorenwoningen haalbaar.
Jongeren Woningstichting Barneveld heeft geen specifiek toewijzingsbeleid voor jongeren. Wel heeft zij één- en tweekamerappartementen in haar bezit die in de regel door jongere woningzoekenden worden gehuurd. Om het aanbod voor starters op de woningmarkt te vergroten, brengen we wel diverse koopwoningen met Koopgarant (kopen met korting) op de markt. In 2011 hebben we aan de Schoutenstraat twintig nieuwe koopappartementen met een verkoopprijs onder € 170.000 Vrij Op Naam opgeleverd. Daarnaast hebben we drie eengezinswoningen onder Koopgarant opgeleverd aan De Kromme Akker in Voorthuizen en bij het nieuwbouwproject Vondelhove in Barneveld. Bovendien komen starters, waar de jongeren veelal onder vallen, zoals eerder in dit verslag vermeld, bij de woningstichting prima aan huisvesting. Extra labeling is niet noodzakelijk.
Woonwagenbewoners Woningstichting Barneveld heeft tien standplaatsen en één woonwagen in haar bezit. Gezien het specifieke woon- en leefklimaat, loopt de toewijzing zoveel mogelijk op voordracht van de zittende bewoners. De kandidaten moeten wel voldoen aan de toewijzingscriteria. In 2011 is één standplaats opnieuw verhuurd.
Jaarverslag 2011
41
Mutatiegraad mutatiegraad 10,0% 8,0% mutatiegraad; 7,7%
6,0% 4,0% 2,0% 0,0%
In 2011 is de huur van 305 woningen opgezegd. Dit resulteert in een mutatiegraad van 7,7%.
2.2.2
Inschrijvingen en woningzoekenden
Wie voor een woning van Woningstichting Barneveld in aanmerking wil komen, moet zich inschrijven als woningzoekende. De woningen bieden we aan met het aanbodmodel (zie elders in dit verslag voor toelichting). Woningzoekenden kunnen op maximaal twee woningen reageren. Op basis van de langste inschrijftijd of woonduur worden de woningen toegewezen. Vrijgekomen woningen worden eens per twee weken in de Wooninfo van de Barneveldse Krant en op de website van Woningstichting Barneveld aangeboden. Inmiddels komt 95,7% van de reacties binnen via onze website. Het aantal woningzoekenden dat geregistreerd staat is (veel) groter dan het aantal woningzoekenden dat daadwerkelijk op zoek is naar een woning. Dit komt omdat mensen zich soms uit voorzorg inschrijven om inschrijftijd op te bouwen voor een eventuele verhuizing in de toekomst. Daarnaast vergeten woningzoekenden zich uit te schrijven als bijvoorbeeld de verhuisbehoefte is vervallen of als ze elders een woning hebben gevonden. Hierdoor is het woningzoekendenbestand inmiddels behoorlijk vervuild. In 2012 nemen we gericht actie om het bestand op te schonen.
42
Doelgroep
Inschrijvingen op 01-01-2011
Inschrijvingen op 30-06-2011
Inschrijvingen op 31-12-2011
Onbekend
6
24
39
Doorstromer
1226
1217
1294
Starter
5647
6000
6413
Totaal
6882
7244
7739
Jaarverslag 2011
Groei van het aantal woningzoekenden in de afgelopen vijf jaar
8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 1-1-2007
1-1-2009
1-1-2011
Het aantal woningzoekenden neemt gemiddeld met duizend inschrijvingen per jaar toe.
Aantal woningzoekenden per inkomenscategorie
Aantal woningzoekenden < 33614
> 33614 en < 49000
> 49000
3% 11%
86%
Jaarverslag 2011
43
Aantal woningzoekenden op leeftijd ingedeeld
Zoals eerder aangegeven, is het woningzoekendenbestand vervuild. Welke invloed de opschoning van dit bestand zal hebben op bovenstaande percentages is onduidelijk. Het percentage van woningzoekenden in de leeftijdscategorie boven de 65 jaar zal waarschijnlijk dalen omdat een deel van deze woningzoekenden inmiddels is overleden
44
Jaarverslag 2011
Aantal geregistreerde woningzoekenden ingedeeld naar huishoudgrootte, leeftijd en inkomen
Leeftijd
Inkomen in €
Aantal woningzoekenden
31-12-2011
1 pers.
<65
max. 21.625*
2.665
1 pers.
>65
max. 20.325*
438
≥2 pers.
<65
max. 29.350*
1.058
≥2 pers.
>65
max. 27.750*
363
4.524
1 pers.
<65
<33.614**
3618
1 pers.
>65
<33.614**
552
≥2 pers.
<65
<33.614
1.996
≥2 pers.
>65
<33.614
468
6.634
Huishoudgrootte
Subtotaal***
Subtotaal*** 1 pers.
<65
≥33.614 & < 49.000
149
1 pers.
>65
≥33.614 & < 49.000
30
≥2 pers.
<65
≥33.614 & < 49.000
536
≥2 pers.
>65
≥33.614 & < 49.000
127
842
Subtotaal*** *Inkomensgrens huurtoeslag; primaire doelgroep **Inkomensgrens DAEB toewijzing
***Om inzichtelijk te maken hoe groot de diverse inkomensgroepen zijn, wordt per inkomensgroep een subtotaal aangegeven. Een optelling van de subtotalen levert niet het totale aantal woningzoekenden op omdat er een overlap zit in de inkomensgroep tussen € 20.325 en € 33.614.
Niet alle woningzoekenden die geregistreerd staan, reageren ook daadwerkelijk op het woningaanbod. In onderstaande indeling is uitgegaan van woningzoekenden die het afgelopen jaar minimaal één keer op het woningaanbod hebben gereageerd.
Jaarverslag 2011
45
Aantal actief reagerende woningzoekenden ingedeeld in huishoudgrootte, leeftijd en inkomen
Leeftijd
Inkomen in €
Aantal actieve woningzoekenden
31-12-2011
1 pers.
<65
max. 21.625*
486
1 pers.
>65
max. 20.325*
73
≥2 pers.
<65
max. 29.350*
381
≥2 pers.
>65
max. 27.750*
42
Subtotaal***
982
1 pers.
<65
<33.614**
678
1 pers.
>65
<33.614**
96
≥2 pers.
<65
<33.614**
471
≥2 pers.
>65
<33.614**
70
Subtotaal***
1.315
1 pers.
<65
≥33.614 en <49.000
26
1 pers.
>65
≥33.614 en <49.000
3
≥2 pers.
<65
≥33.614 en <49.000
86
≥2 pers.
>65
≥33.614 en <49.000
10
Subtotaal***
125
Huishoudgrootte
* inkomensgrens huurtoeslag, primaire doelgroep **Inkomensgrens DAEB toewijzing *** Om inzichtelijk te maken hoe groot de diverse inkomensgroepen zijn, wordt per inkomensgroep een subtotaal aangegeven. Een optelling van de subtotalen levert niet het totale aantal woningzoekenden op omdat er een overlap zit in de inkomensgroep tussen € 20.325 en € 33.614.
Van de 7739 woningzoekenden, hebben 1456 woningzoekenden daadwerkelijk op een woning gereageerd in het afgelopen jaar. Dit is 18,8% van het totale bestand. Dit percentage daalt ten opzichte van voorgaande jaren, in 2010 was dit nog 24,8% en in 2009 27,7%. Dit komt waarschijnlijk doordat het woningzoekendenbestand is vervuild waardoor er steeds meer woningzoekenden geregistreerd staan. Het percentage actieve woningzoekenden wordt daardoor automatisch kleiner. Daarbij moeten woningzoekenden ongeveer vier tot zes jaar ingeschreven staan voordat zij kans maken op een woning. Omdat het de eerste jaren geen zin heeft om actief op woningen te reageren, wachten zij totdat zij voldoende inschrijftijd hebben opgebouwd. In 2012 willen we het woningzoekendenbestand opschonen zodat we over concrete cijfers beschikken.
46
Jaarverslag 2011
2.2.3
Huurprijsbeleid
Eind 2011 bedroeg de gemiddelde netto huurprijs van onze woningen € 457. De jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2011 bedroeg voor alle woningen 1,3%. De gemiddelde netto huurprijs is met 2,2 % gestegen (door toevoeging nieuwbouw, individuele huurverhoging bij woningverbetering en vanaf 20 oktober de huurharmonisatie).
Gemiddelde huurontwikkeling
480 440 400 360 2007
2008
2009
2010
2011
Huurharmonisatie Huurharmonisatie is het aanpassen van de huurprijs aan de kwaliteit van de woning. Deze wordt uitgedrukt in punten die door de overheid in het woonwaarderingsstelsel (WWS) zijn vastgelegd. Veel van de woningen van Woningstichting Barneveld hebben nu een lagere huurprijs dan is toegestaan volgens het puntenstelsel. • Waar zijn we voor gegaan? Het doel was in 2011 het huurharmonisatiebeleid voor de komende jaren vast te stellen. • Wat hebben we gedaan? We hebben het huurharmonisatiebeleid vastgesteld. In het vierde kwartaal van 2011 zijn we met de uitvoering begonnen. De huren van woningen die vanaf dat moment van huurder wisselen, krijgen een hogere huurprijs. Doel van dit beleid is dat de woningstichting er met de extra opbrengsten ook in de toekomst voor kan blijven zorgen dat haar huurders prettig kunnen wonen in een woning van goede kwaliteit. Belangrijk uitgangspunt voor dit beleid is dat de woningstichting garandeert dat 90% van de huurwoningen bereikbaar blijft voor haar doelgroepen en de subsidiabele huur dus niet hoger is dan maximale huurgrens. Daar waar mogelijk, wordt bij mutatie de nieuwe huur 80% van maximaal redelijk, anders wordt de huur vastgesteld op de huurtoeslaggrenzen (afgetopt). • Waar we voor gaan in 2012 In 2012 bepaalt Woningstichting Barneveld wat ze met de zogenaamde schaarste-punten of Donner-punten gaat doen. In tien gebieden in Nederland, waaronder de gemeente Barneveld, hebben woningen extra punten in het woonwaarderingsstelsel gekregen om daarmee de schaarste beter tot uitdrukking te brengen in de huurprijs. De huurprijs kan na mutatie stijgen door de extra punten.
Jaarverslag 2011
47
Huurincasso • Wat hebben we gedaan? Op 31 december 2011 bedroeg het percentage achterstand 0,61% van de bruto jaarhuur.
Huurachterstand 31 december 2011 Jaar
Huurders
Totale achterstand
Incassobureau/ deurwaarder (incl. WSNP)
Achterstand
Huidige huurders bij incassobureau
Vertrokken huurder bij incassobureau
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
2011
208
€ 139.555
87
€ 97.022
70
€ 67.449
17
€ 29.573
2010
172
€ 117.498
63
€ 76.852
41
€ 40.713
22
€ 36.139
2009
190
€ 110.911
56
€ 64.648
33
€ 33.627
23
€ 32.021
2008
170
€ 93.883
25
€ 25.876
11
€ 8.182
14
€ 17.694
2007
228
€ 139.960
66
€ 80.980
44
€ 44.120
22
€ 36.805
Verloop achterstanden in bedragen 160.000 140.000 120.000
139.555
139.960 110.911
100.000
117.498
93.883
80.000 60.000 40.000 20.000 0 2007
2008
2009
2010
2011
• Waar we voor gaan in 2012 In mei 2011 heeft Woningstichting Barneveld de target met betrekking tot de huurachterstanden bijgesteld van 1% naar 0,55% van de bruto jaarhuur.
48
Jaarverslag 2011
Huurderving Frictieleegstand* gemidd. aantal dagen
Mutatieleegstand** gemidd. aantal dagen
totaal aantal leegstaande woningen
2005
17
10
339
2006
15
9
327
2007
29
15
301
2008
22
14
232
2009
24
11
238
2010
20
15
272
2011
18
13
304
Het totaal aantal leegstaande woningen hierboven vermeld is inclusief de woningen die leegstaan als wisselwoning voor de renovatieprojecten en de woningen die verkocht gaan worden. • * We spreken van frictieleegstand als op het moment dat de woning beschikbaar komt, er nog geen nieuwe kandidaat huurder is. • ** Mutatieleegstand betreft woningen die leegstaan omdat er nog technische werkzaamheden verricht moeten worden voordat de woning verhuurd kan worden. De kandidaat huurder is dan wel bekend.
2.3 Verkoop van woningen 2.3.1
Verkoop bestaande woningen
Sinds enkele jaren verkoopt Woningstichting Barneveld bestaande huurwoningen aan zittende huurders, of zodra een huurwoning vrijkomt, aan anderen. Een deel hiervan wordt met de kortingsregeling Koopgarant aangeboden. • Waar zijn we voor gegaan? In ons beleidsplan staat de doelstelling dat er voor 2014 vijftig Koopgarantwoningen zijn verkocht. Begroot is dat er in 2011 twintig bestaande huurwoningen met Koopgarant of in de vrije sector worden verkocht. • Wat hebben we gedaan? Het verkoopresultaat in 2011 loopt op basis van het beleidsplan volgens planning. Het gestelde resultaat in de begroting is ruimschoots gehaald. In 2011 zijn in totaal 27 woningen tegen een vrije sectorprijs en 29 woningen met Koopgarant verkocht. De gemiddelde koopprijs voor een vrije sectorwoning bedroeg € 199.423 en voor een Koopgarantwoning € 153.931. In de wijken Barneveld-Zuid, De Burgt en in de kleine kernen met name in Kootwijkerbroek zijn woningen vooral aan zittende huurders verkocht. Bij de verkoop van mutatiewoningen zijn vooral veel woningen in Barneveld-Zuid en de Dichtersbuurt verkocht.
Jaarverslag 2011
49
Verkoop Koopgarant en vrije sector in 2011 5 4 3 2
Koopgarant
1
Vrije verkoop
0
Verkoop naar wijk 6 5 4 3 2 1 0
Koopgarant
Vrije verkoop
Uitbreiding verkoop bestaande huurwoningen • Waar zijn we voor gegaan? In ons jaarplan hebben we aangegeven dat we de verkoop van de bestaande woningen willen uitbreiden. Dit is gerealiseerd. We hebben huurders op verschillende manieren geïnformeerd over verkoop. Vanwege het toenemende belang van verkoop en het professionaliseren van het verkoopproces, betrekken we meer medewerkers bij de verkoop van onze woningen. Aan het vergroten van kennis bij deze medewerkers is dit jaar aandacht besteed, dit krijgt een vervolg in 2012. • Wat hebben we gedaan? Met ingang van januari is het aantal complexen uitgebreid waar mutatiewoningen mogen worden verkocht. Om de bewoners hierover te informeren en informatie te geven over het kopen met Koopgarant hebben we drie inloopavonden gehouden. Op de goed bezochte inloopavonden waren makelaars, medewerkers van een notariskantoor en medewerkers van de woningstichting aanwezig om informatie aan de belangstellenden te verstrekken.
50
Jaarverslag 2011
De verkoop van mutatiewoningen is in de tweede helft van 2011 wat stroever verlopen dan het eerste half jaar. De gemiddelde verkooptijd van vrije sectorwoningen bedroeg 95 dagen. In het eerste half jaar stonden de woningen 83 dagen te koop, het tweede half jaar 117 dagen. Gebleken is dat zittende huurders meer dan voorheen meer tijd nodig hebben om de financiering geregeld te krijgen. In het eerste half jaar bedroeg de tijd tussen de ondertekening van de koopovereenkomst en de levering aan de koper gemiddeld 78 dagen. In het tweede half jaar bedroeg deze periode gemiddeld 97 dagen. In totaal zijn negen woningen die langer dan zes maanden te koop stonden uit de verkoop gehaald en weer verhuurd. Na de taxatie van hun huurwoning hebben 36 huurders aangegeven dat zij niet kunnen of willen kopen. In het tweede half jaar hebben 22 huurders aangegeven niet te gaan kopen, in het eerste half jaar veertien huurders. • Waar we voor gaan in 2012 Om de verkoopresultaten voor de toekomst te waarborgen gaat de woningstichting ook in andere complexen dan de reeds aangewezen voorraad actiever verkopen. en ook mutatiewoningen op de markt blijven brengen. We verwachten dat, mede door de economische omstandigheden, het landelijke overheidsbeleid en de huurharmonisatie, de mutatiegraad in 2012 zal afnemen. Dit zal van invloed zijn op het aantal woningen dat in de aangewezen complexen beschikbaar komt voor verkoop. Om een constant aanbod van koopwoningen te waarborgen, is uitbreiding van aangewezen complexen noodzakelijk. Daarnaast is de uitbreiding met een tweede kortingsproduct gewenst. Kopers kunnen dan naast kopen tegen de getaxeerde marktprijs en kopen met Koopgarant ook kopen met een ander kortingsproduct.
2.3.2
Verkoop nieuwbouw
In januari 2011 hebben we in Barneveld het project Vondelhove met twaalf Koopgarantwoningen en acht vrije sectorwoningen opgeleverd. In maart leverden we twintig Koopgarantappartementen van het project De Schout op. Begin januari 2011 is de verkoop van drie Koopgarantwoningen van het project De Kromme Akker in Voorthuizen begonnen (koopprijs € 163.632 VON, met een korting van 32%). In totaal hebben zich hier zeventien kandidaten voor ingeschreven. De woningen zijn in juni aan de kopers opgeleverd. De verkoop van achttien senioren koopappartementen van het project De Harmonie in Barneveld is moeizaam verlopen. Een prijsaanpassing en het inrichten van een modelwoning hebben helaas niet het beoogd effect op het verkoopresultaat gehad. Omdat er in september slechts twee appartementen waren verkocht, hebben we besloten om acht appartementen ook in de vrije sector huur aan te bieden. Hiervan zijn zes appartementen verhuurd. In december zijn tevens twee appartementen verkocht. In december is de verkoop van vijf Koopgarantwoningen van het project Puurveen in Kootwijkerbroek begonnen. Voor deze Koopgarant eengezinswoningen met een koopprijs van € 169.875 VON bleek slechts een beperkte belangstelling. Acht kandidaten hebben zich gemeld waarvan vijf kandidaten zijn ingeloot.
2.3.3
MGE woningen
In 2011 hebben we twee MGE (Maatschappelijk Gebonden Eigendom) woningen teruggekocht. MGE is de voorloper van koopvorm Koopgarant. Eén woning is vervolgens weer met MGE voorwaarden verkocht. De andere woning is na overleg en met instemming van de gemeente met Koopgarantvoorwaarden verkocht.
2.3.4
Verhuur van vrije sector huurwoningen
Afgelopen jaar zijn er zeven vrije sector woningen in de Bijeberg in Barneveld verhuurd. In eerste instantie hebben we deze appartementen na mutatie het eerste half jaar te koop gezet. Omdat verkoop geen resultaat had, zijn de appartementen ook te huur aangeboden en vervolgens verhuurd. De gemiddelde leegstandstijd bedroeg 255 dagen. Ook is er een vrije sector huurwoning in Stroe verhuurd. Deze woning hebben we eerst te koop aangeboden.
Jaarverslag 2011
51
2.4 Leefbaarheid Leefbaarheid is als begrip in de laatste decennia steeds herzien en aangevuld. Oorspronkelijk was er alleen aandacht voor de materiële en fysieke kant van de woning, later is dit aangevuld met de fysieke kant van de woonomgeving (schoon en heel), gevolgd door het aanvullende element van veiligheid en tenslotte de toevoeging van het element prettig (sociaal klimaat). Tussen de vier elementen van schoon, heel, veilig en prettig bestaat duidelijke samenhang en dat blijkt ook in de praktijk van allerlei leefbaarheidsprojecten. In een buurt waar men elkaar niet kent, niet groet, noch aanspreekt op (on)gewenst gedrag, ontstaan eerder gevoelens van onveiligheid en krijgt vervuiling, verloedering eerder een kans. Buurten met geen of gebrekkige voorzieningen, nodigen niet uit tot sociaal contact en ontmoeting, sterker nog: mensen zoeken dan liever hun heil liever buiten de buurt. Het inzetten van kwaliteiten en buurtkracht van bewoners draagt bij aan de vitaliteit in de directe omgeving en de sociale samenhang in een buurt. Werken aan leefbaarheid gaat om aandacht geven aan de bewoners, de woonomgeving en de wijze waarop mensen samenleven. Woningstichting Barneveld neemt hiervoor de tijd en is hierin actief. Na 2012 willen we de bevordering van leefbaarheid in complexen, wijken en buurten, meer gaan gebeuren vanuit vastgestelde wijkvisies. Deze wijkvisies moeten in 2012 vorm gaan krijgen, mede op basis van de uitkomsten van het portfoliomanagement.
52
Jaarverslag 2011
• Waar zijn we voor gegaan? En wat hebben we gedaan?
Begroting en uitgaven leefbaarheid 2011 (incl. BTW) Type budget
Waaronder
Complex gerelateerd
Leefbaarheidsuitgaven gerelateerd aan complexen
€
Begroot
Uitgegeven
340.750
€
Aanpak flats en omgeving
Valkhof
Aanpak hofjes 2&4 (carport, schuur en groen)
€
160.000
De Heusplein, Meilanden
Coaten galerijen en trappen ivm gladheid
€
Chopinlaan, Bachlaan eo
Vervangen luifels en hekwerk balkons
€
Senioren complexen rondom Avondrust
Vervanging en uitbreiding alarmering ivm woonzorgzone
€
31.750
€
-
Uitgave in kader van schoon, heel en veilig in buurten en wijken
€
41.000
€
24.614
Aanpak tuinen
€
15.000
€
22.000
Sociale activiteiten in het kader van
€
62.750
€
41.207
Lijsterhofschool, Stroe en Kromme Akker
€
15.000
€
15.000
Bijdrage beheerder wijkcentrum
€
10.000
€
10.000
Uitgave aan activiteiten die niet onder bovenstaande soorten vallen
€
118.500
€
90.908
De Vaarst Buurtbeheer Spelen op straat project Oldenbarneveld Overige
€
Toegelicht
322.834
Oldenbarnevelderweg
Wijkbeheer
Totaal
Omschrijving
-
Doorgeschoven ivm uitwerking plan
€
265.000
Conform begrotingswijziging ivm hoge deelname
29.000
€
20.000
Deels doorgeschoven naar 2012
20.000
€
24.021
70.000
€
Kulturhus Kootwijkerbroek
Bijdrage Programmamanager
€
15.000
€
-
Oldenbarneveld, Zuid 2 en Zuid3
Inzet wijkbeheer
€
47.000
€
50.940
Totaal leefbaarheidsbudget
€
563.000
€
479.563
Niet gebruikt ivm vertraging vervaning centraal Avondrust
Niet gebruikt Incl. faciliteiten
Jaarverslag 2011
53
2.4.1
Activiteiten in samenwerking met de gemeente
Er zijn verschillende initiatieven die in nauwe samenwerking met de gemeente Barneveld worden uitgevoerd.
Het Spelen op Straat project Hoofddoel van dit project is het bieden van een veilige speelomgeving aan kinderen geboden. Maar ook wil het project een ontmoetingsplek zijn voor ouders en buurtbewoners in de wijk of het dorp. Op deze manieren dragen deze speelplekken of speelkasten bij aan de leefbaarheid van de buurt: ontmoeting, actieve betrokkenheid en participatie van kinderen en volwassenen en veiligheid. De speelkasten in Oldenbarneveld, Valkhof en Terschuur en Zwartebroek draaien alweer een tijd en worden druk bezocht door de buurtkinderen. In het afgelopen jaar zijn we begonnen met de bouw van een volgende speelkast bij de Lijsterhof school in Barneveld.
Buurtbudget Woningstichting Barneveld en de gemeente Barneveld stellen jaarlijks een bedrag beschikbaar voor het buurtbudget. Voor 2011 was dit budget in totaal € 20.000. Dit geld staat ter beschikking aan inwoners voor activiteiten en initiatieven die de leefbaarheid en sociale samenhang in de wijken vergroten of verbeteren. Voorbeelden van initiatieven van bewoners in het afgelopen jaar waren: de aanschaf van een korfbalpaal, een picknicktafel en enkele veiligheidspoppen, de organisatie van straatfeesten, een kerstmarkt, een step- en fietstocht, buurtbarbecues en een burenmiddag.
De wijkplatforms en Plaatselijk Belang In de wijken van Barneveld en Voorthuizen zijn al verschillende jaren wijkplatforms actief. In de kleine kernen zijn dit de Verenigingen voor Plaatselijk Belang. De wijkplatforms en de Verenigingen voor Plaatselijk Belang bestaan uit inwoners van de gemeente Barneveld die zich vrijwillig gemeld hebben om als vertegenwoordiger van hun wijk in het platform of Plaatselijk Belang zitting te nemen. Ook in 2011 zijn de leden van de verschillende wijkplatforms en het Plaatselijk Belang actief geweest voor hun wijken. De acties die de wijkplatforms ondernemen lopen erg uiteen. Het ene wijkplatform heeft zich in 2011 bezig gehouden met haar 10-jarig bestaan en hiervoor voor de bewoners van de wijk een zeer succesvolle fietstocht en barbecue georganiseerd. Een ander wijkplatform is met een enquête langs de deur van de bewoners gegaan om te inventariseren wat de behoeftes zijn van de jeugd in de kern en weer een ander wijkplatform kon weinig doen, omdat het te weinig leden heeft. Zij hielden met name contact met de medewerkers van de gemeente op het gebied van het inrichten van de openbare ruimte (groen en grijs). Verschillende professionals, zoals de groen en grijs- en integraal veiligheidsmedewerkers van de gemeente, de wijkagent, de jongerenwerker en de consulent leefbaarheid ondersteunen de wijkplatforms en zorgen er zo voor dat bepaalde wensen en vragen van de wijkplatforms en de achterban omgezet kunnen worden in acties en leiden tot een zichtbaar resultaat. Dit vergt veel inzet van alle partijen en een lange adem. Niet ieder wijkplatform is even succesvol, maar alle partijen onderkennen inmiddels wel dat betrokkenheid en participatie van de bewoners van de wijk belangrijk is.
Evaluatie Kulturhus De Essenburcht De bouw van Kulturhus De Essenburcht is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Gelderland. De provincie Gelderland heeft deze subsidie verstrekt, omdat ze het belangrijk vindt om de leefbaarheid in dorpen op peil te houden. Medio november 2011 was er een evaluatie. De centrale vraag voor de bijeenkomst was: ‘Wat is de bijdrage van het Kulturhus aan de leefbaarheid in Kootwijkerbroek?’. Spectrum CMO Gelderland heeft dit onderzoek uitgevoerd. Inwoners konden via de website een vragenlijst invullen. Samen met inwoners en betrokkenen heeft de woningstichting mondeling kunnen toelichten wat er met de komst van het Kulturhus veranderd is in Kootwijkerbroek.
54
Jaarverslag 2011
En er is veel veranderd in positieve zin, zo bleek uit de verhalen van bewoners en betrokkenen. Het Kulturhus heeft onder andere gezorgd voor een centrale ontmoetingsplek in Kootwijkerbroek, een woon- en zorgeenheid, grotere diversiteit aan activiteiten, een bibliotheek, doorstroming op de woonmarkt, uitbreiding van het bedrijfsterrein en terugkeer van kinderen naar het geboortedorp. De woningstichting heeft actief geparticipeerd in het ontstaan van het Kulturhus en de realisatie van een woonen zorgeenheid. Nog steeds ondersteunen wij niet alleen financieel het Kulturhus, maar investeren ook op andere manieren in de kracht van de bewoners. Zoals deelname in de programmaraad.
Pilot sociale samenhang De gemeente Barneveld heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de sociale samenhang in de gemeente. De aanbevelingen uit dit onderzoek waren onder andere dat het beleid van de gemeente zich meer moet richten op onderling begrip en acceptatie, dat er nog veel te winnen is door het vergroten van de onderlinge bekendheid in de buurt en de wijk, dat de wijkplatforms ruimte en de mogelijkheden moeten krijgen om sociale thema’s op te pakken en dat het sociaal kapitaal gemobiliseerd moet worden voor het terugdringen van eenzaamheid onder zowel ouderen als jongeren. Een aantal wijkplatforms is bereid gevonden om zich meer dan voorheen met extra professionele ondersteuning vanuit Welzijn Barneveld (gesubsidieerd door de gemeente) in te zetten voor meer sociale samenhang. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij de al lopende initiatieven van de platforms.
Dag van de Dialoog Op initiatief van Welzijn Barneveld hebben we deelgenomen aan het landelijk initiatief de Dag van de Dialoog. De woningstichting heeft deze dag financieel ondersteund en heeft daarnaast actief deelgenomen aan de voorbereiding en de uitvoering van deze dag. Op verschillende plekken in de gemeente zijn op de Dag van de Dialoog tafels neergezet. Drie hiervan stonden in het kantoor van de woningstichting. Aan deze tafels werden inwoners van Barneveld uitgenodigd om met elkaar in gesprek te gaan over: ‘wat is je passie?’. Geen discussie, geen debat, maar uitwisseling onder leiding van een gespreksleider.
2.4.2
Activiteiten door Woningstichting Barneveld
Naast de hiervoor genoemde activiteiten die wij in nauwe samenwerking met de gemeente hebben uitgevoerd, hebben onze consulenten leefbaarheid in 2011 ook gewerkt aan verschillende leefbaarheidsprojecten in de buurten waar onze woningen staan. Hierbij kregen de consulenten ondersteuning van de wijkbeheerder en waar nodig van de rayonopzichters.
Valkhof Op de vijf hofjes van De Valkhof in Barneveld is de afgelopen periode veel veranderd. We hebben de bewoners de mogelijkheid gegeven om te kiezen voor een extra schuur of een carport tegen een huurverhoging en er is in overleg met de bewoners een praktisch schotelbeleid vastgesteld. Hiernaast zijn er omgangsregels ingevoerd en heeft de gemeente de middenterreinen opgeknapt, het straatwerk van de parkeervakken bij de appartementen hersteld en het openbaar groen weggehaald of vervangen. De wijkbeheerder ziet toe op het onderhoud van de tuinen van de bewoners en overlast wordt onmiddellijk aangepakt. Inmiddels komen bewoners van de hofjes zelf meer in actie en wordt de bereidheid tot het nemen van initiatieven groter. Zo waren er tijdens de Burendag allerlei activiteiten op de hofjes. Ook gaan enkele scholieren in het kader van hun maatschappelijke stage inventariseren óf en zo ja, aan welke activiteiten voor kinderen in de wijk er behoefte is. Deze scholieren gaan in 2012 een aantal kinderactiviteiten uitvoeren. Waar mogelijk wordt ook de speelkast van De Valkhof ingezet.
Jaarverslag 2011
55
Zuid 3 Hier is het afgelopen jaar de bewonersgroep ‘een goede buurt maak je samen’ aan de slag gegaan. Eerst met ondersteuning, maar meer en meer zelfstandig ontplooit deze groep initiatieven in de wijk. Na een enquête werd een informatiemarkt voor bewoners gehouden, waar voorlichting en informatie over allerlei dienst- en hulpverlenende instanties werd gegeven en bewoners zorgden voor hapjes en drankjes. De bewonersgroep heeft verder plannen gemaakt voor een ijsbaantje, tweewekelijkse voetbal-’training’ en een voetbaltoernooi.
Tuinen en grond appartementencomplexen De Vaarst Bij verschillende appartementencomplexen in deze wijk waren de tuinen op de begane grond en het aangrenzende groen van de gemeente een doorn in het oog voor alle partijen. Daarom is hier bestrating hersteld, groen weggehaald of vervangen en nieuwe erfafscheiding aangebracht. Op verzoek van bewoners van één complex is een extra stuk bestrating gelegd om te gebruiken als gemeenschappelijk terras.
Wijkbeheerder De wijkbeheerder is voor de woningstichting de ogen en de oren in de wijk. Hij onderhoudt de contacten met bewoners en andere betrokkenen (zoals de Huurdersvereniging, medewerkers van buurthuis Bronveld, winkeliers van het Oldenbarneveldplein, medewerkers BOR van de gemeente Barneveld) in met name de wijken Oldenbarneveld, Zuid 2 en Zuid 3. Ook alle appartementencomplexen in Barneveld en Voorthuizen worden regelmatig door hem bezocht en geïnspecteerd. De wijkbeheerder heeft het afgelopen jaar de beschikking gekregen over een mobiele koffiekar. ’Ons Bedrijf’ heeft de koffiekar gemaakt. De koffiekar wordt bij evenementen en bijeenkomsten in de wijk geplaatst als herkenningspunt voor de bewoners. Een plek waar de bewoners elkaar en de medewerkers van de woningstichting kunnen ontmoeten en spreken. De koffiekar is onder andere ingezet bij een inzet van de Sport- en Spelbus in De Plantage, bij De burendag in De Valkhof en bij de maatschappelijke stagemarkt van het Johannes Fontanus College.
2.4.3
Activiteiten gericht op individuen
Individuele contacten vanuit de woningstichting die ook te maken hebben met hoe de huurder prettig en veilig kan wonen, hebben vooral te maken met de bemiddeling van medewerkers bij overlast en huurachterstanden.
Overlast De woningstichting levert een jaarlijkse financiële bijdrage aan het project Buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling houdt in dat getrainde vrijwilligers bewoners bijstaan in het zelf oplossen van buurconflicten zoals onenigheid over een erfafscheiding of lawaaioverlast. Als het niet lukt om het conflict met Buurtbemiddeling op te lossen en bewoners komen er samen niet uit, dan neemt de consulent leefbaarheid het probleem over. Al naar gelang de problematiek kan de consulent een advocaat inschakelen om via een gerechtelijke procedure te komen tot een oplossing. In 2011 heeft dit geleid tot één ontruiming van een huurder die voor erg veel overlast zorgde in de buurt. Voor één huurder werd de huur gerechtelijk beëindigd in verband met een aangetroffen hennepkwekerij. Indien noodzakelijk kan de woningstichting terugvallen op het eigen tweede of laatste kans beleid. Sommige bewoners krijgen door psychische of andere oorzaken een zeer problematisch woongedrag, dat tot ernstige overlast voor anderen kan leiden. Om hier adequaat op te kunnen reageren, participeert Woningstichting Barneveld samen met de gemeente, politie en hulpverleningsinstanties in het zogeheten OOGZ-overleg, om van daaruit tot gerichte acties en afspraken te komen. In 2011 heeft dit overleg zeven maal plaatsgevonden. Het OOGZ-overleg streeft er naar om te voorkomen dat mensen gedwongen hun woning moeten verlaten.
56
Jaarverslag 2011
Huurbetaling De meeste huurders betalen de maandelijkse huur op tijd. Maar de groep huurders waarvoor het steeds moeilijker wordt alle vaste lasten op tijd te voldoen, wordt groter. De medewerkers Woondiensten, verantwoordelijk voor de huurincasso, zoeken frequent contact met de huurder die te laat of niet betaalt, of waarbij de machtiging niet kan worden uitgevoerd. Ze proberen de oorzaak te achterhalen, een regeling te treffen of de huurder door te verwijzen naar de schuldhulpverlening van de gemeente Barneveld. Het streven is om te voorkomen dat de schuld oploopt, onder ander door budgetbegeleiding en schuldhulpverlening. Hiervoor heeft Woningstichting Barneveld een convenant met de gemeente. Als de huurder ook na een herinnering of een ingebrekestelling niet betaalt of de afspraken van betalingsregeling niet nakomt en als contact zoeken niet lukt, dan wordt de huurachterstand overgeheveld naar de deurwaarder. Deze probeert vervolgens op zijn beurt de huur te innen. Ook dit lukt niet altijd. In 2011 zijn in totaal zestien aanzeggingen van ontruiming geweest, waarvan er uiteindelijk vier zijn uitgevoerd.
Overzicht ontruimingen 30 25 20 15
aanzeggingen
10
ontruimingen
5 0 2007
2008
2009
2010
2011
2.5 Wonen en Zorg Woningstichting Barneveld is niet alleen ontwikkelaar, beheerder en aanbieder van woningen, maar ook een samenwerkingspartner op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Zo hebben wij dat in ons ondernemingsplan 2010-2014 verwoord. Wij kiezen er daarbij uitdrukkelijk voor om nooit alleen nieuwe projecten voor bijzondere doelgroepen of maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen, maar altijd samen met andere partijen. De expertise wordt daarmee versterkt en het risico gedeeld. Nieuwe projecten moeten wel aansluiten bij de ambities van ons gewenst portfoliobeleid, en worden getoetst op ombouwmogelijkheden en toekomstbestendigheid. Daarnaast werken we, daar waar het verhuur aan instellingen betreft, vanuit risico oogpunt zoveel mogelijk met langjarige huurovereenkomsten. • Waar zijn we voor gegaan? In ons beleidsplan is als doelstelling opgenomen dat wij tot 2014 honderd seniorenwoningen en minimaal twee woon-zorgcomplexen met een belangrijke maatschappelijke functie voor de betreffende kern bouwen. • Wat hebben we gedaan? In 2011 hebben we 46 seniorenwoningen in het sociale huursegment en achttien seniorenwoningen in het koopsegment opgeleverd. Daarnaast is een woongebouw met 24 appartementen voor Molukse ouderen in aanbouw. De toekomstige bewoners kunnen er zorg ontvangen.
Jaarverslag 2011
57
2.5.1
Doorontwikkeling woonservicezones
In woonservicezones komen wonen, welzijn en zorg samen. Deze zones moeten het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen in de woning mogelijk maken. • Waar zijn we voor gegaan? Voor 2011 was met de gemeente als prestatieafspraak opgenomen dat projecten voor de doorontwikkeling van woonservicezones waar mogelijk worden doorgezet. Concreet betreft het De Harmonie aan de Narcissenstraat in Barneveld, Irishof II in Barneveld, de Apeldoornsestraat en De Kromme Akker in Voorthuizen en ZwartebroekZuid. • Wat hebben we gedaan? In 2011 hebben we met verpleeghuis Norschoten uitvoerig gesproken over de ontwikkeling van een dependance, in combinatie met een kinderdagverblijf, naast het Kulturhus in Kootwijkerbroek. In Zwartebroek gaat de lokale kerk het woonzorgcentrum ontwikkelen. Woningstichting Barneveld heeft de betreffende grond niet kunnen verwerven. De ontwikkeling van het woonservicegebied in Zwartebroek heeft hierdoor een andere wending gekregen. Met de oplevering van het project De Harmonie aan de Narcissenstraat in Barneveld is de woonservicezone rondom Ruimzicht verder vergroot. In vervolg hierop heeft Woningstichting Barneveld een adviesrol bij de locatiekeuze en de realisatie van tijdelijke huisvesting voor de verzorgingshuisbewoners van Ruimzicht. Het verzorgingshuis wordt verbouwd tot een zwaardere zorgvoorziening met een ontmoetings- en multifunctionele ruimte voor de circa vijfhonderd senioren die nu in de woonservicezone rondom Ruimzicht wonen. Van de huidige aanleunwoningen in Ruimzicht wordt twee derde bij mutatie omgezet naar zorg geïndiceerde woningen. In 2011 is dit bij één woning gebeurd. Helaas is de ontwikkeling van een tweede begeleid wonen project voor mensen met een verstandelijke beperking, genaamd Irishof II, beëindigd aangezien er geen AWBZ gefinancierde zorg werd toegekend door het zorgkantoor. De ontwikkeling van seniorenwoningen aan de Apeldoornsestraat en in de wijk De Kromme Akker in Voorthuizen heeft onder andere door de noodzakelijke afstemming met samenwerkingspartners en de omgeving (flinke) vertraging opgelopen. Beide projecten zijn van groot belang voor de verdere ontwikkeling van het woonzorgaanbod in Voorthuizen. Ook bij verzorgingshuis Nebo is een ontwikkeling naar een woonservicezone gaande. Woningstichting Barneveld heeft eind 2010 een deel van de grond bij het verzorgingshuis verkocht aan Nebo. Nebo is in 2011 begonnen met de ontwikkeling van een verpleegunit op deze locatie. Tegelijkertijd heeft Nebo een extramuraal zorgaanbod uitgewerkt voor de senioren die in de omgeving van Nebo zelfstandig wonen. In combinatie hiermee is de woningstichting in 2011 in gesprek gegaan met Nebo om ook hier (net als bij Ruimzicht) de aanleunwoningen bij mutatie voor een deel om te zetten naar woningen voor zorg geïndiceerde ouderen.
2.5.2
Seniorenwijzer
• Waar zijn we voor gegaan? Met de gemeente hebben wij afgesproken dat wij voor 1 juli 2011 specifieke informatie over onze seniorenwoningen zouden bundelen voor ouderen en ouderenorganisaties. • Wat hebben we gedaan? Medio 2011 is de seniorenwijzer gereed gekomen, een brochure met daarin informatie over alle seniorenwoningen die Woningstichting Barneveld in beheer heeft. Alle seniorenwoningen zijn daarbij gelabeld conform een sterrenclassificatie die de toe- en doorgankelijkheid aangeeft.
58
Jaarverslag 2011
2.5.3
Overige ontwikkelingen op het gebied van Wonen en Zorg
De Vlinder Aanvullend op deze doelstellingen en afspraken heeft Woningstichting Barneveld in 2011 opnieuw een begeleid wonen project voor mensen met een verstandelijke beperking, genaamd De Vlinder, opgeleverd. Het gebouw met 23 appartementen en één gemeenschappelijke ruimte in de nieuwbouwwijk Veller verhuren we aan Stichting de Rozelaar, die verantwoordelijk is voor de begeleiding en de intramurale zorg.
Vondelhove Daarnaast hebben we in het nieuwbouwproject aan De Vondelhove twee bijzondere woonvoorzieningen gebouwd. Het ene is een beschermd wonen project voor jonge mensen met een autistische stoornis, waarbij wordt samengewerkt met GGz Centraal. In hetzelfde gebouw zijn ook acht begeleid wonen appartementen voor jongeren met een lichte beperking, die begeleid worden door zowel GGz Centraal als Stichting De Rozelaar.
Afwijzingen In 2011 hebben we ook bewust ‘nee’ tegen een aantal projecten gezegd. Zo hebben we het verzoek om een project voor Zorggroep Sirjon (Siloah) te realiseren, afgewezen: wat de woningstichting betreft niet het goede product op de juiste plek. Ook op de vraag van de King Arthur groep om een project voor senioren in het hoge (huur)segment te realiseren zijn we niet ingegaan, aangezien andere initiatieven een hogere prioriteit hebben.
Voorzieningen Woningstichting Barneveld realiseert nieuwbouw in samenwerking met andere partijen. Zeker bij senioren- en zorggerelateerde woningen worden voorzieningen aangebracht die het zelfstandig wonen, ook als zorg geboden wordt, mogelijk blijven maken. Denk aan alarmeringsvoorzieningen, automatische deuren en opstel- en oplaadplaatsen voor scootmobiels. Daarnaast worden oudere nultredenwoningen in de bestaande woningvoorraad bij wisseling van huurder of op verzoek naar een hoger sterrenclassificatie niveau gebracht waar dat mogelijk is.
Blijvend Thuis Vanuit haar expertise is Woningstichting Barneveld actief betrokken bij het project Blijvend Thuis van de gemeente Barneveld. Deze groep richt zich op voorlichting en communicatie om daarmee mensen zolang mogelijk in staat te stellen zelfstandig te blijven wonen. De eerder genoemde seniorenwijzer wordt in dit verband ingezet. Ook hebben we in 2011 gekeken naar de mogelijkheden om een voorlichtingsevenement te organiseren in samenwerking met andere organisaties en bedrijven. In 2012 moet duidelijk worden of dit door gaat.
2.6 Het betrekken van bewoners bij beleid en beheer 2.6.1
Huurdersvereniging Barneveld
De bestuurder van de woningstichting heeft regelmatig overleg met het bestuur van de Huurdersvereniging. Belangrijk in 2011 was het herijken en opnieuw vaststellen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de woningstichting en de Huurdersvereniging. De reguliere onderwerpen dit jaar gingen over de landelijke ontwikkelingen in de volkshuisvesting, de energielabelling, de nieuwbouwontwikkelingen in de gemeente en de voortgang van het groot onderhoud in de wijk De Plantage. Maar ook hebben we het bestuur advies gevraagd over het huurharmonisatiebeleid en een aanpassing van de vergoedingsregeling bij groot onderhoud en renovatie. Verder werden ook de jaarresultaten van 2010 en de bedrijfsbegroting van 2012 besproken.
Jaarverslag 2011
59
Met de gemeente Barneveld was er hiernaast nog een bestuurlijk overleg waarbij de prestatieafspraken van 2011 werden geëvalueerd. De Huurdersvereniging vindt het belangrijk om bij individuele klachten te bemiddelen tussen de betreffende huurder en de woningstichting. Dit is in 2011 elf keer voorgekomen. Niet iedere klacht kon naar tevredenheid van de huurder worden opgelost, het merendeel echter wel. Bij de regionale klachtencommissie is in 2011 geen klacht van een huurder van Woningstichting Barneveld binnengekomen.
2.6.2
Overleg met bewoners en bewonerscommissies
Woningstichting Barneveld overlegt op verschillende manieren met de bewoners van de huurwoningen en met vertegenwoordigers ervan. Verschillende wooncomplexen hebben een bewonerscommissie, waarmee de consulent leefbaarheid regelmatig overlegt. Afhankelijk van de onderwerpen kan de rayonopzichter of de wijkbeheerder aanschuiven. Voorbeelden zijn de bewonerscommissies van Meilanden, Nebo, Vondelhove, Schoonbeekhof en Roemer Visscherpark. In andere complexen houden we, indien er aanleiding voor is, een eenmalige bewonersbijeenkomst om bij de bewoners te inventariseren wat er speelt, wat verbeterd kan worden, om ze te informeren over een bepaalde verbetering in de woning of bijvoorbeeld om inspraak te geven bij de inrichting van de tuin. Complexen waar dit het afgelopen jaar is gebeurd zijn onder andere de aanleunwoningen in Nieuw Avondrust, de appartementen aan ‘t Gelre erf en de aanleunwoningen aan de Van den Berglaan (Molenveen). Bij deze aanleunwoningen waren er zoveel bewoners die op ons voorstel en tegen een beperkte huurverhoging dubbel glas lieten plaatsen, dat de woningstichting de bewoners aan het einde van dit project (dat gelijktijdig met het planmatig schilderwerk werd uitgevoerd) op een barbecue heeft getrakteerd. Dit werd door de huurders zeer gewaardeerd. Hiernaast zijn er in verschillende complexen mensen die zich als contactpersoon voor de woningstichting hebben opgeworpen. Het gaat om huurders die op verzoek van de woningstichting kleine klusjes verrichten in en rondom het complex en daarvoor de beschikking hebben over materialen zoals schoonmaakspullen, lampjes, strooizout of een bladblazer.
2.6.3
Goed huurderschap
Al deze actieve huurders die zich belangeloos inzetten voor hun wooncomplex, de bewoners en de woonomgeving, hebben wij aan het eind van het verslagjaar de gelegenheid gegeven om elkaar te ontmoeten en contact met elkaar te leggen tijdens een kookworkshop. De deelnemers waren erg enthousiast over de kookworkshop. Naast de waardering voor deze actieve huurders, laat de woningstichting ook haar waardering blijken aan de huurders die na minstens vijftien jaar huren de huur opzeggen en de woning vervolgens keurig achterlaat. Deze bewoners ontvangen een lunchbon voor de Rozerie van stichting De Rozelaar. Bovendien heeft de woningstichting huurders die in het verslagjaar vijftig jaar onafgebroken in dezelfde woning woonden, in het zonnetje gezet. Zij werden ontvangen in zorgboerderij ’t Paradijs voor een lunch en rondleiding.
2.6.4
Groot onderhoud De Plantage
In 2011 zijn we begonnen aan het intensieve groot onderhoud in en aan de 157 woningen in De Plantage (Archimedesstraat, Churchillstraat, Columbusstraat, Magalhaesstraat) in Barneveld. In dit project zet de woningstichting in op verschillende vormen van communicatie en overleg met de bewoners. Zo is er regelmatig overleg met de bewonerswerkgroep. Dit is een groep van huurders uit de wijk die weten wat er in de wijk speelt en dit terugkoppelen naar de woningstichting. Tijdens de overleggen zijn veel onderwerpen aan de orde gekomen; van het vervangen van alle radiatoren in de woningen tot aan het wel of niet vervangen van de luifels.
60
Jaarverslag 2011
Hiernaast bezoeken we ieder huishouden een aantal keren voor het groot onderhoud van start gaat. Eerst gaan de projectleider en de medewerker Woondiensten van de woningstichting én de projectleider van de aannemer langs om te inventariseren wat er in de woning moet gebeuren en wat de wensen zijn van de bewoner zelf. Daarna bezoekt de uitvoerder van de aannemer het huishouden nog een paar keer om de bewoners te informeren over zaken zoals wanneer het groot onderhoud begint. Verder hebben we bewonersbijeenkomsten/inloopavonden gehouden en in de modelwoning is wekelijks een inloopspreekuur. Via nieuwsbrieven worden de bewoners tussentijds op de hoogte gehouden van de laatste nieuwtjes over het groot onderhoud. Tijdens de renovatiewerkzaamheden is er een dagverblijfwoning beschikbaar, een douchewoning en dertien wisselwoningen in of nabij de wijk. Eind 2011 waren van de 157 woningen inmiddels bij 116 woningen de voor- en achtergevels vervangen, voor in totaal € 2.037.169. Voorafgaand aan de gevelvervanging hebben we in deze woningen alle asbest verwijderd en zijn alle radiatoren vervangen. Van de 116 woningen die aan de buitenzijde zijn aangepakt, zijn eind 2011 73 woningen ook binnen gerenoveerd, de kosten hiervan bedragen € 1.302.871. De (vrijwillige) deelname van de bewoners aan de keuzemogelijkheden (keuken, toilet en douche standaard zonder huurverhoging) bij deze binnenrenovatie is hoog: 71% kiest voor een keukenrenovatie, 86% voor een toiletrenovatie en 75% voor een doucherenovatie. Dit is gemiddeld 25% hoger dan bij alle renovaties van complexen in het verleden. Van het aanbod voor de extra energiebesparende maatregelen (tegen huurverhoging) hebben de huurders minder gebruik gemaakt; 28 huishoudens hebben voor extra dakisolatie gekozen, acht voor een Climarad en twee huishouden voor een Ecolution. Aan vergoedingen (gevelvergoeding, verhuiskostenvergoeding, ongemakkenvergoeding) is € 232.417 uitgekeerd en voor extra schoonmaakwerkzaamheden, ondersteuning bij het versjouwen van spullen, herbevestiging van rolgordijnen en dergelijke hebben we € 33.726 uitgegeven. Naar verwachting worden in de eerste helft van 2012 de overige bewoonde woningen gerenoveerd, zodat deze ronde voor de bouwvak gereed is. De wisselwoningen en de grote woningen aan de Magalhaesstraat worden na de bouwvak van 2012 aangepakt. Begin 2012 beginnen we met het inventariseren van klachten, verbeterpunten en opmerkingen over het groen in de wijk, het straatwerk, de veiligheid en de parkeermogelijkheden. Onze consulent leefbaarheid, de opzichter van de woningstichting en de medewerkers van de gemeente beginnen hiervoor in januari 2012 met enkele inloopavonden voor de bewoners.
2.7 Overleg met de gemeente In ons beleidsplan hebben we de relatie met de gemeente als volgt omschreven: Woningstichting Barneveld is een lokale corporatie, dit is een bewuste keuze. Dit maakt onze relatie met de gemeente Barneveld bijzonder. De gemeente en Woningstichting Barneveld vinden elkaar als partners bij ontwikkeling van wijken en kernen waarbij aandacht is voor leefbaarheid. Voor de bouw van voorzieningen voor wonen, zorg en welzijn is Woningstichting Barneveld een actieve partij. Wij leggen onze wederzijdse afspraken en intenties vast in prestatieafspraken die ook periodiek worden getoetst en herijkt. Daarnaast hebben wij regelmatig overleg met elkaar op verschillende niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Met de gemeente Barneveld hebben we een prestatiecontract voor de jaren 2009-2012 afgesloten. In dit contract zijn gemeenschappelijke uitgangspunten geformuleerd van de diverse beleidsterreinen waarop gemeente en woningstichting actief zijn. Deze hebben we vertaald in concrete inspanningen en resultaten. Jaarlijks stellen we gezamenlijk een jaarplan vast dat aan het eind van het jaar wordt geëvalueerd, zo ook voor 2011. Bij deze evaluatie was naast de wethouder volkshuisvesting en de directeur van Woningstichting Barneveld ook het bestuur van Huurdersvereniging Barneveld aanwezig.
Jaarverslag 2011
61
• Waar zijn we voor gegaan? De belangrijkste prestatieafspraken voor 2011: • Per 1 januari 2012 heeft Woningstichting Barneveld haar strategisch voorraadbeleid gereed. • Tegelijk stelt de gemeente in 2011 het Meerjaren Woningbouwprogramma 2012-2021 op, waarin de gemeente programmatische keuzes maakt op locatieniveau. • In 2012 moeten deze keuzes, samen met de evaluatiepunten van onze bespreking in 2011 met de gemeente over onze huidige prestatieafspraken, leiden tot hernieuwde structurele afspraken en een geactualiseerd prestatiecontract. • De gemeente en de woningstichting stellen samen een ‘oplossingennotitie’ op voor de consequenties van de Europese beschikking voor de middeninkomens. • In het prestatiecontract is opgenomen dat we er naar streven om jaarlijks gemiddeld honderd woningen in het sociale segment te bouwen. Woningstichting Barneveld en de gemeente spreken af hoeveel procent hiervan nultredenwoning moet worden. • De gemeente vervangt, in overleg met de woningstichting, voor 1 juli 2011 het MGE-statuut door Koopgarant waarbij ook de mogelijkheden voor andere vormen van kopen met korting worden opengelaten. • In 2011 onderzoeken de gemeente en Woningstichting Barneveld de mogelijkheden om de wederzijdse planningen voor onderhoud en herinrichting openbare werken enerzijds en woningrenovatie anderzijds op elkaar af te stemmen en hierover afspraken te maken. • Afspraken op het gebied van wonen en zorg, zie hoofdstuk 6 van dit jaarverslag. • Wat hebben we gedaan? • Woningstichting Barneveld heeft in 2011 haar portfoliobeleid voor de komende jaren voorbereid en op hoofdlijnen financieel doorgerekend. De gemeente is op ambtelijk niveau in drie sessies uitgebreid geïnformeerd over de tussenresultaten en achtergrond bij het opstellen van het portfoliomanagement van Woningstichting Barneveld. Eind 2011 was op hoofdlijnen duidelijk wat de wensportefeuille van Woningstichting Barneveld is en ook dat verkoop van bestaande sociale huurwoningen een belangrijk instrument is om de investeringscapaciteit op niveau te houden. In 2012 gaan we wijken en complexen aanwijzen waarin we huurwoningen te koop gaan aanbieden. In juni 2011 heeft de gemeente het Meerjaren Woningbouwprogramma 2011-2020 vastgesteld. De gemeente gaat voor de periode 2011-2020 uit van de bouw van ruim 3.600 woningen. Voor de periode 2011-2015 zou 35% hiervan sociale huur- of koopwoningen moeten zijn. Dat komt in die periode neer op ongeveer zeshonderd op te leveren woningen in het sociale segment (120 woningen per jaar). Een belangrijk gespreksonderwerp tussen gemeente en Woningstichting Barneveld zal de woningbouwproductie in het sociale segment zijn. De raming van Woningstichting Barneveld ligt namelijk onder de ambitie uit de woonvisie: vijftig tot zestig sociale huurwoningen tegenover negentig sociale huurwoningen (toevoeging en ter compensatie verkoop en sloop) per jaar in woonvisie. Als de nieuwbouw van sociale koop wordt meegeteld, komt de productie de komende jaren uit op honderd woningen waarmee het streven uit de woonvisie wel voor een groot deel wordt gehaald. • Eind 2011 hebben we ook het prestatiecontract over de totale periode 2009-2012 geëvalueerd. De conclusie is dat er veel is gerealiseerd. Een aantal doelstellingen is vooral door het huidige tijdsgewricht en de extern veranderde omstandigheden niet haalbaar gebleken. Op het gebied van duurzaamheid zijn de resultaten achtergebleven. Begin 2012 zijn we begonnen met de besprekingen voor een nieuwe prestatiecontract, waarbij de niet behaalde afspraken uit de periode 2009-2012 opnieuw worden opgenomen. • In de loop van 2011 heeft de gemeente, met input van Woningstichting Barneveld, een notitie opgesteld, waarin (cijfermatig) is geanalyseerd of er voldoende betaalbare woningen voor verschillende inkomensgroepen in de gemeente zijn (vraag en aanbod). Op basis hiervan is opnieuw bevestigd dat er een fors tekort is aan goedkope woningen waardoor ook middeninkomensgroepen (€ 33.600 tot ca. € 45.000 bruto jaarinkomen) in de knel komen. Maatregelen zijn benoemd om tot verbetering van de vraag-aanbod balans te komen, ook voor de middeninkomens. De
62
Jaarverslag 2011
•
•
•
•
notitie wordt in 2012 in de raadscommissie besproken. In 2011 zijn geen specifieke afspraken gemaakt hoeveel procent van de nieuwbouwwoningen in het sociale segment als nultredenwoning worden gerealiseerd. Het streven is dat jaarlijks gemiddeld honderd woningen in het sociale segment worden gebouwd. In 2011 zijn 130 appartementen in het sociale segment opgeleverd door Woningstichting Barneveld, waarvan twintig in Koopgarant. Daarnaast zijn achttien appartementen voor senioren in het duurdere koopsegment opgeleverd (Harmonie). Al deze appartementen zijn nultredenwoningen. Daarnaast zijn nog drie grondgebonden Koopgarantwoningen opgeleverd. Ook het streven van honderd woningen in het sociale segment is in 2011 ruimschoots gehaald. Na 1 juli 2011 is de gemeente begonnen met een aanpassing van het MGE Statuut. De gemeente heeft besloten geen Statuut Koopgarant op te stellen, maar een algemener geformuleerd statuut waarin zij de basisvoorwaarden neerlegt waaronder partijen, zoals Woningstichting Barneveld, sociale koopwoningen kunnen ontwikkelen en aanbieden. Dit Statuut Verkoop onder Voorwaarden wordt in nauwe samenspraak met de Woningstichting Barneveld opgesteld. De gemeente onderzoekt daarnaast mogelijkheden voor uitgifte van grond onder erfpacht vormen van startersleningen. Dit allemaal om de verkoop van woningen voor starters en middeninkomens te stimuleren. Besluitvorming over het totale pakket in de gemeenteraad wordt in het eerste half jaar van 2012 verwacht. In 2011 zijn er tussen de Woningstichting Barneveld en de gemeente (afdelingen Vastgoed & Infrastructuur (V&I) en Beheer Openbare Ruimte (BOR)) afspraken gemaakt over wederzijdse afstemming van plannen voor woningaanpak en aanpak openbare ruimte. Concreet heeft dit betrekking gehad op de wijk De Valkhof. De gemeente Barneveld is er in geslaagd om de, met de provincie Gelderland afgesproken 488 goedkope woningen in de periode 2007-juli 2011 te laten bouwen. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met Woningstichting Barneveld. Dat leidt tot een volledige uitkering van 1,8 miljoen euro SGW-subsidie van de provincie. Een groot deel van deze subsidiegelden zijn toegekend aan projecten die Woningstichting Barneveld heeft gerealiseerd. De gemeente en de woningstichting hebben afgesproken dat ze in de toekomst slagvaardiger omgaan met ‘subsidieprojecten’. Zo is bijvoorbeeld de subsidieafwikkeling voor het project De Heus eind 2011, na acht jaar, nog steeds niet rond.
In 2011 is er vier keer bestuurlijk overleg geweest (tussen de wethouder wonen, de beleidsadviseur wonen, de bestuurder en de manager Woondiensten). In dit overleg worden alle onderwerpen van belang, waaronder het volkshuisvestingsverslag en de voortgang van de prestatieafspraken, besproken. In oktober heeft de bestuurder van Woningstichting Barneveld de gemeente geïnformeerd over het huurharmonisatiebeleid dat Woningstichting Barneveld vanaf 1 oktober 2011 heeft ingevoerd. Vast onderdeel van het bestuurlijk overleg is de voortgangslijst woningbouwprojecten, dat wordt voorbereid in het periodiek (ambtelijk) voortgangsoverleg. In 2011 is er regelmatig (de planning is elke zes weken) voortgangsoverleg gevoerd over woningbouwprojecten van Woningstichting Barneveld. Dit overleg werd gevoerd met de manager Ontwikkeling & Techniek van Woningstichting Barneveld, de coördinator team Ruimtelijke Ontwikkeling en de beleidsadviseur wonen van de gemeente. Het overleg, met als basis een steeds te actualiseren voortgangslijst, wordt benut om knelpunten in de ontwikkeling (RO, civiel, subsidies) te bespreken en acties in beider organisaties uit te zetten en te coördineren. Op ambtelijk niveau is er verder intensief overleg tussen de managers Woondiensten en projectontwikkeling van Woningstichting Barneveld en ambtenaren op het gebied van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, grondzaken, openbare ruimte en werk-zorg-inkomen. • Waar we voor gaan in 2012 De ontwikkelingen in 2011 geven aan dat in 2012 de volgende ontwikkelingen (opnieuw) veel aandacht zullen vragen: • Samenwerking in regio Food Valley (opgericht op 1 januari 2011), met name bij de formulering van de regionale woningmarktstrategie, eventuele regionale huisvestingsverordening en woon-
Jaarverslag 2011
63
• • • •
ruimteverdeling en opplussen. Nieuwe Huisvestingswet, van belang voor regelgeving voor woningtoewijzing. DAEB/niet-DAEB-activiteiten, van belang voor financierbaarheid van corporatie-investeringen en woningmarktpositie van middeninkomensgroepen. Wijzigingen in Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). De bouwopgaven vanuit KWP3 (provincie), het meerjarig woningbouwprogramma van de gemeente en de portefeuillestrategie van Woningstichting Barneveld.
Zoals genoemd, is de regio Food Valley op 1 januari 2011 officieel van start gegaan. Food Valley is een samenwerking van de gemeenten in Regio de Vallei en de WERV (het intergemeentelijke netwerk van de gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal), waarbij ook de provincie Gelderland en Utrecht zijn betrokken. De samenwerking betreft tal van gebieden, waaronder economie en wonen. Woningstichting Barneveld is samen met de andere corporaties in de regio gesprekspartner voor de portefeuille wonen, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Er is een werkagenda voor de komende jaren opgesteld, waar de te ontwikkelen regionale woningmarktstrategie een belangrijk item van is. De corporaties blijken op dat niveau al tot een verdere vorm van afstemming en gedeelde agenda gekomen te zijn dan de gemeentes. Hoewel er op het gebied van de woningmarkt een veel grotere oriëntatie op en verbinding met de regio Food Valley is, neemt Woningstichting Barneveld ook deel aan het corporatieoverleg in de SWEV regio (Vallei en Eemland). Ook de gemeente Barneveld volgt de ontwikkelingen in die regio. In 2011 heeft adviesbureau Atlas voor gemeenten een rapport opgesteld met de titel: ‘de aantrekkingskracht van de Eemvallei, en de wijze waarop stad (Amersfoort) en ommeland elkaar meer kunnen versterken’. De conclusie van het rapport is dat op dit moment de stad Amersfoort relatief weinig voorzieningen biedt voor de regio en de plaatsen rondom Amersfoort zelf relatief veel (stedelijke) voorzieningen hebben. Dit geldt ook voor Barneveld. In het rapport wordt aangegeven dat, wil deze regio ook in de toekomst aantrekkelijk blijven op de woningmarkt, er gewerkt moet worden naar complementaire woonmilieus: Amersfoort een stads en het ommeland een landelijk woonmilieu. Concreet zou dat voor Barneveld betekenen: meer grotere eengezinswoningen en minder hoogbouw, startersen sociale huurwoningen. Deze bevinding staat echter haaks op de woonvisie van de gemeente Barneveld, maar past voor een deel wel weer in de portefeuillestrategie van Woningstichting Barneveld voor de komende tien jaar.
2.8 Overige zaken Van Strategisch voorraadbeleid naar portfoliomanagement We hebben ons strategisch voorraadbeleid het afgelopen jaar ‘op de schop’ genomen. De aanleiding was dat het voor de woningstichting steeds lastiger wordt om de maatschappelijke ambities te realiseren door met name de beperktere financiële ruimte. Maatregelen van de landelijke en Europese overheid (bijdragen door corporaties aan de huurtoeslag, de ons opgelegde vennootschapsbelasting en het inflatievolgend huurbeleid) leiden tot een blijvende druk op de financiën. Niet alles kan meer en we moeten ons steeds nadrukkelijker de vraag stellen wat de investeringen bijdragen aan onze volkshuisvestelijke ambities. Daarom is het noodzakelijk te komen tot een portefeuillestrategie waarbij de kaders voor de investeringen in vastgoed worden aangegeven. Deze strategie moet bijdragen aan een optimale realisatie van de ambities die de woningstichting zichzelf heeft gesteld. Deze ambities liggen onder andere op het vlak van: • een doordacht verkoopbeleid; • het uitbreiden van het totaal aantal huurwoningen in de komende tien jaar; • specifiek het uitbreiden van het percentage (10%) vrije sectorwoningen in de komende tien jaar; • het inzetten op een goede kwaliteit van het bestaande bezit; • het investeren in nieuwbouw om de doelgroep te bedienen • terughoudendheid betrachten in sloop; • en het investeren in maatschappelijk onroerend goed onder bepaalde voorwaarden.
64
Jaarverslag 2011
In het afgelopen jaar hebben we prioriteiten gesteld in haalbare ambities, is de markt geanalyseerd, is het woningbezit op allerlei waarden geanalyseerd, hebben we de wensportefeuille samengesteld en zijn de plannen financieel getoetst. Het resultaat is dat er een rapport ligt dat aangeeft wat het transformatietempo en de opbouw van de portefeuille zou moeten zijn met de bijbehorende veranderopgave naar woningtype, prijsklasse, woninggrootte, bouwjaar en wijken. Bovendien hebben we de voorgenomen plannen getoetst wat betreft de bijdrage per segment aan de wensportefeuille en de financiële haalbaarheid. De resultaten hebben we regelmatig gedeeld met medewerkers van de gemeente, met name met het oog op de prestatieafspraken en de bijstelling ervan. In 2012 vertalen we de algemene resultaten naar de specifieke wijken en de daarbij behorende complexen.
2.9 Financieel beleid en beheer Algemeen Over 2011 is een resultaat voor belastingen behaald van circa € 5,6 miljoen negatief. Op hoofdlijnen is dit resultaat als volgt weer te geven (in € 1.000):
Omschrijving Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
Jaarrekening
Reguliere exploitatie
Portfolio
32.297
23.864
8.433
-32.089
-20.888
-11.201
208
2.976
-2.768
Treasury
Financiële baten en lasten
-5.797
Resultaat voor belastingen 2011
-5.589
2.976
-2.768
-5.797
Resultaat voor belastingen 2010
7.777
7.361
6.279
-5.863
-13.366
-4.385
-9.047
66
Toe/afname
-5.797
Uit dit overzicht blijkt dat het jaarresultaat voor belastingen ten opzichte van 2010 circa € 13,4 miljoen lager is. Deze daling is op hoofdlijnen als volgt te verklaren. De afname van het reguliere exploitatiesaldo is een gevolg van hogere huren (€ 928.000) door huurverhoging en opgeleverde nieuwbouw projecten. Hiertegenover staan hogere afschrijvingen (€ 4.338.000) en hogere overige lasten onderhoud (€ 1.415.000), verminderd met lagere overige bedrijfslasten (€ 723.000). De aanzienlijk hogere afschrijvingen zijn veroorzaakt doordat we met ingang van 2011 afschrijven volgens de lineaire methode in plaats van annuïtair. De afname van het portfolioresultaat van € 9.047.000 is het gevolg van (per saldo) hogere afwaarderingen op (voorgenomen) nieuwbouwinvesteringen (€ 5.765.000) en (per saldo) hogere afwaarderingen wegens bijzondere waardeverminderingen (€ 7.960.000). Hiertegenover staat een hoger verkoopresultaat (€ 4.678.000). Het betere verkoopresultaat is een gevolg van een hoger aantal verkochte woningen uit bestaand bezit in 2011. De per saldo lagere rentelasten van € 66.000 houden voornamelijk verband met hogere rentebaten in 2011 (€ 159.000), waartegenover hogere rentelasten staan in 2011 (€ 50.000) en een lager resultaat uit deelnemingen in 2011 ( € 43.000).
Jaarverslag 2011
65
Jaarresultaat 2011 Het jaarresultaat is ten opzichte van de begroting 2011 als volgt samen te vatten (in € 1.000): Begroot 2011
Werkelijk 2011
Verschil
26.828
32.297
5.469
-20.801
-32.089
-11.288
6.027
208
-5.819
-6.150
-5.797
353
-123
-5.589
-5.466
Belastingen
-1.126
1.647
2.773
Nettoresultaat na belastingen
-1.249
-3.942
-2.693
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële lasten (per saldo) Resultaat voor belastingen
Het jaarresultaat is bijna € 2,7 miljoen lager dan begroot. Op hoofdlijnen is dit als volgt samen te vatten: De bedrijfsopbrengsten zijn per saldo € 5.469.000 hoger dan begroot. Dit is vrijwel geheel het gevolg van hogere verkoopopbrengsten doordat 36 meer woningen zijn verkocht dan begroot. De per saldo hogere bedrijfslasten ad circa € 11.288.000 zijn in belangrijke mate het gevolg van: • Hogere afwaarderingen materiële vaste activa door het schuiven in de tijd van nieuwbouw- en renovatieprojecten (€ 3,1 miljoen) en afwaarderingen wegens bijzondere waardeverminderingen van bestaand bezit (per saldo € 4 miljoen). • Hogere afschrijvingen (€ 4,4 miljoen); met ingang van 1 januari 2011 wordt lineair afgeschreven, de begroting was gebaseerd op annuïtaire afschrijvingen, • Per saldo hogere lasten voor onderhoud (€ 521.000) en lagere overige bedrijfslasten (per saldo € 867.000). De per saldo lagere financiële lasten van € 353.000 zijn voornamelijk het gevolg van lagere verschuldigde rente op nieuwe leningen (€ 193.000), en hogere rentebaten (€ 209.000) als gevolg van de gemiddeld hogere liquiditeit dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met verschuldigde vennootschapsbelasting. Dankzij hogere fiscaal compensabele verliezen uit vorige jaren en het vrijvallen van een passieve belastinglatentie is ten opzichte van de begroting een (eenmalige) meevaller van circa € 2,8 miljoen verantwoord.
66
Jaarverslag 2011
De verschillen tussen begroting en realisatie zijn ook als volgt te specificeren.
Omschrijving
Jaarrekening
Reguliere exploitatie
Portfolio
32.297
23.864
8.433
-32.089
-20.888
-11.201
208
2.976
-2.768
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
Treasury
Financiële baten en lasten
-5.797
Werkelijk resultaat voor belastingen 2011
-5.589
2.976
-2.768
-5.797
-123
7.064
-1.037
-6.150
-5.466
-4.088
-1.731
353
Begroot resultaat voor belastingen 2011 Afwijking
-5.797
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het exploitatieresultaat ruim € 4 miljoen lager is dan begroot. Dit is met name een gevolg van de (verplicht) gewijzigde afschrijvingssystematiek die heeft geleid tot een toename van de lasten met bijna € 4,4 miljoen. De afwijking van het portfolioresultaat is enerzijds een gevolg van aanmerkelijk hogere verkoopopbrengsten en anderzijds hogere afwaarderingen wegens nieuwbouw en waardevermindering van het bezit in exploitatie. Op balansdatum wordt de boekwaarde van het bezit in exploitatie getoetst aan de bedrijfswaarde, indien deze structureel lager is vindt afwaardering plaats tot de lagere bedrijfswaarde. Ultimo 2011 was per (saldo) een afwaardering noodzakelijk van bijna € 4,3 miljoen. Bij het opstellen van de begroting vindt deze toets niet plaats en is derhalve niet begroot. Het negatieve jaarresultaat 2011 is geheel ten laste van de overige reserves gebracht.
Financiële positie De financiële positie is als volgt samen te vatten (in € 1.000): 31-12-2011
31-12-2010
210.537
207.556
-158.598
-146.301
Financiering vaste activa met eigen middelen
51.939
61.255
Voorzieningen en egalisatierekening
-6.168
-4.461
Vlottende activa minus kortlopende schulden
-4.847
-11.928
Eigen vermogen
40.924
44.866
• als percentage van het balanstotaal
18,3%
20,8%
• als percentage van de langlopende schuld
25,8%
30,7%
Vaste activa Schulden op lange termijn
Solvabiliteit:
In de begroting 2011 hadden we gerekend op een solvabiliteit van 17,7% aan het eind van 2011. Ondanks dat het jaarresultaat over 2011 lager is dan begroot, is de solvabiliteit eind 2011 iets hoger. Vanwege investeringen en herfinancieringen hebben we in 2011 nieuwe leningen aangetrokken voor een totaalbedrag van € 14 miljoen, terwijl € 19 miljoen was begroot. De lagere financieringsbehoefte in 2011 heeft te maken met de later dan geplande
Jaarverslag 2011
67
start van enkele nieuwbouwprojecten en hogere verkoopopbrengsten. De komende jaren blijft de financieringsbehoefte groot. Naast onze voorgenomen investeringen zullen we ook moeten lenen om de vennootschapsbelasting en de overige (aangekondigde) heffingen te kunnen betalen. Vanwege de invloed daarvan op onze kasstromen, zijn onze financieringsmogelijkheden onder druk komen te staan.
Ontwikkeling financiële positie De uitkomsten van de jaarrekening 2011 zijn verwerkt in de financiële meerjarenprognose 2012-2021, behorend bij de vastgestelde begroting 2012. In het navolgende gaan we in op de hoofdlijnen voor de eerstkomende vijf jaar. Voor nieuwbouw- en renovatieprojecten is voor de periode 2012 tot en met 2016 gerekend met een productie van totaal 663 woningen, ofwel gemiddeld circa 130 woningen per jaar. Op basis van de geldende investeringscriteria zijn de hiermee gepaard gaande onrendabele toppen berekend en in de prognose verwerkt. Voor de periode 2012 tot en met 2016 is per jaar gerekend met een totaal van € 19,2 miljoen aan onrendabele investeringen, dit is gemiddeld ruim € 3,8 miljoen per jaar. In de financiële meerjarenprognose zijn de uitkomsten van de vastgestelde meerjaren onderhoudsbegroting verwerkt. In 2011 is het portfoliomanagement volledig geactualiseerd. Ten tijde van het vaststellen van de meerjaren onderhoudsbegroting waren de uitkomsten van de actualisatie nog niet (volledig) bekend en zijn daarom nog niet meegenomen in de meerjarenprognose. In de prognose is gerekend met een jaarlijkse huurverhoging gelijk aan de inflatie die op 2% per jaar is ingeschat. Voor 2012 is, vanwege de (verwachte) inflatie in 2011, gerekend met een maximaal toegestane huurverhoging van 2,25%. Voor de jaarlijkse kostenstijging is gerekend met 1% boven de verwachte inflatie. De rente voor nieuw aan te trekken financieringen is voor 2012 verondersteld op gemiddeld 5% en vervolgens op 5,25%. Verder hebben we rekening gehouden met de verschuldigde vennootschapsbelasting, de Vogelaarheffing en de aangekondigde bezitsheffing . We hebben in de meerjarenprognose rekening gehouden met de doelstelling om vanaf 2014 de bedrijfslasten structureel met 15% te verlagen. Eind 2011 zijn hiertoe intern enkele onderzoeken gestart. De uitkomsten hiervan worden in het tweede kwartaal van 2012 verwacht. In de prognose is (vanzelfsprekend) gerekend met vele aannames. De werkelijke ontwikkeling van het eigen vermogen kan uiteraard materieel afwijken van de hieronder geschetste verwachtingen. Enkele uitkomsten van de prognose zijn als volgt samen te vatten (in € 1.000): 2012
2013
2014
2015
2016
Jaarresultaat na belastingen
-5.626
1.889
1.485
1.056
-528
Eigen vermogen
35.298
37.187
38.672
39.728
39.200
Langlopende schulden
156.541
181.684
189.012
180.484
183.888
Vaste activa
211.682
239.179
249.800
248.137
250.309
16,5%
15,4%
15,3%
15,8%
15,5%
Verwachte solvabiliteit
68
Jaarverslag 2011
Hieruit blijkt dat in de eerstkomende jaren de solvabiliteit naar verwachting stabiliseert tussen 15 en 16%. Dit is conform het enkele jaren geleden ingezette (financieel) beleid en voldoet ook aan de beleidsmatig gestelde ondergrens van 15%. Belangrijke voorwaarde voor het borgen van onze financiële positie zijn de ingerekende verkoopopbrengsten. Gezien de crisis op de woningmarkt en de steeds strenger geworden voorwaarden op de hypothekenmarkt is het daadwerkelijk kunnen realiseren van de ingerekende verkoopopbrengsten allerminst zeker. Indien deze substantieel achterblijven worden de voorgenomen investeringen in nieuwbouw opnieuw beoordeeld op de financiële haalbaarheid.
Financierings- en beleggingsbeleid De leningenportefeuille bestaat eind 2011 vrijwel geheel uit fixe-leningen met restant looptijden variërend van één tot 28 jaar. Er zijn geen leningen met verplichte renteherziening in portefeuille. De gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille bedraagt eind van het boekjaar 4,3% (2010: 4,4%). In het boekjaar zijn drie nieuwe fixe-leningen opgenomen tot een bedrag van € 9 miljoen (vorig jaar € 20 miljoen) met rentepercentages van 3,62% tot 3,99%, alle met een looptijden van tien jaar. Ook is een rollover lening opgenomen met een variabele hoofdsom van maximaal € 5 miljoen en een variabele rente op basis van de 3-maands euribor. In 2011 zijn drie fixe-leningen, tot een totaal van € 7,45 miljoen, met rentes van 2,225% tot 5,82%, conform de leningsovereenkomst afgelost. Ook is een rollover lening van € 4 miljoen afgelost vanwege de einddatum van het contract. Conform het vastgestelde treasurystatuut wordt de financieringsbehoefte jaarlijks op bedrijfsniveau bepaald aan de hand van de actuele kasstroomprognose voor het betreffende jaar en opgenomen in de begroting. Bij het daadwerkelijk aantrekken van nieuwe leningen houden we rekening met de meerjaren kasstroomprognoses en de vervalkalender van de bestaande portefeuille. Looptijden en aflossingsmomenten worden zodanig gekozen dat voldoende spreiding in de tijd plaats vindt en het renterisico vanwege herfinanciering per periode van twaalf maanden voortschrijdend, niet meer bedraagt dan 15% van de uitstaande leningen. Transactievoorstellen in het kader van de treasury worden voor uitvoering besproken in de treasurycommissie die in samenwerking met de woningstichtingen in Leusden, Nijkerk en Woudenberg (BLNW) is gevormd. Ter financiering van eventuele, kortstondige liquiditeitstekorten wordt gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit bij de huisbankier. Eventueel optredende tijdelijke liquiditeitsoverschotten worden in kortlopende deposito’s belegd.
Investeringsbeleid Woningstichting Barneveld probeert continu op vragen vanuit de markt in te spelen door nieuwe woningen te bouwen en waar mogelijk en wenselijk door het aanpassen van de bestaande woningvoorraad. Doelstelling is om binnen de beperkt beschikbare locaties passende huisvesting te bieden aan de aandachtsgroepen van beleid. Waar mogelijk zoeken we daarbij samenwerking met andere partijen, veelal op het terrein van specifieke zorg, voor zowel ouderen en jeugdigen als mensen met een beperking. Ook de gemeente is een belangrijke partner. Het nieuwbouwprogramma is gebaseerd op de prestatieafspraken die we met de gemeente Barneveld hebben gemaakt. Wij doen er alles aan om de gemaakte afspraken conform planning na te komen. Helaas moeten we constateren dat de doorlooptijden van projecten steeds langer worden. Dit heeft niet alleen te maken met procedures, maar ook met de beschikbare capaciteit bij de gemeente. Dit ondanks dat wij al een aantal jaren een halve formatieplaats bij de gemeente voor onze rekening nemen.
Jaarverslag 2011
69
Bij het ontwerp van nieuwbouwwoningen proberen we steeds om zogenaamde levensloopbestendige woningen te realiseren, met aandacht voor duurzaamheid en Woonkeur. De huurprijzen zijn daarbij afgestemd op zowel de kwaliteit van de woningen als de inkomenssituatie van de doelgroepen van beleid. Omdat de kostenontwikkeling de afgelopen jaren hoger is geweest dan de jaarlijkse maximaal toegestane huurverhogingen hebben ertoe geleid dat nieuwbouw en renovatie gepaard gaan met steeds forser geworden onrendabele investeringen. In dit verslagjaar is totaal circa € 8 miljoen ten laste van het resultaat gebracht wegens onrendabele toppen bij nieuwbouw huurwoningen (2010: circa € 1,4 miljoen). Voor de komende jaren wordt gerekend met afboekingen van gemiddeld € 3,8 miljoen per jaar. Bij de afwegingen voor voorgenomen investeringen is in 2011 gerekend met de volgende uitgangspunten: • huurverhoging : 1,25% voor het eerste jaar, daarna 2,25% • huurderving : 0,5% • inflatie : 2,25% • disconteringsvoet : 4,75% eerste 10 jaar, daarna 5,25% • norm onderhoud, incl. cyclisch onderhoud : € 1.200 per woning per jaar • norm algemeen beheer : € 1.400 per woning per jaar Bij de waardering van de materiële vaste activa op balansdatum wordt de reële waarde getoetst aan de voortbrengingskosten c.q. boekwaarde. Daarbij worden op grond van de regelgeving overigens afwijkende parameters gebruikt voor de bepaling van de bedrijfswaarde. De toets heeft ultimo 2011 bij een aantal complexen geleid tot enerzijds het terugnemen op in het verleden toegepaste afwaarderingen (bijna € 2,8 miljoen) en anderzijds aanvullende bijzondere waardeverminderingen, voor een totaal bedrag van per saldo circa € 6,9 miljoen. In het verslagjaar hebben we geen grond aangekocht.
Sponsorbeleid Wij voeren een actief sponsorbeleid waarbij we jaarlijks twee à drie lokale activiteiten of evenementen selecteren. Hoofddoelen zijn het tonen van sociale en maatschappelijke betrokkenheid en het stimuleren en bevestigen van het gewenste imago. Jaarlijks is een budget beschikbaar, in 2011 hebben we aan twee evenementen een bijdrage geleverd. Daarmee was in totaal € 1.320 gemoeid.
2.10 Verbindingen Behalve met de inspanningen voor de primaire doelgroep, wil Woningstichting Barneveld zich ook bezighouden met zogenaamde nevenactiviteiten die direct en indirect betrekking hebben op het wonen in de breedste zin van het woord en die vallen binnen het speelveld van de maatschappelijke opdracht. Op grond van regelgeving verwachtten we dat dergelijke activiteiten in de toekomst in afzonderlijke rechtspersonen ondergebracht zouden moeten worden. Daarom heeft Woningstichting Barneveld in 2000 de 100% dochteronderneming Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V opgericht. Statutair houdt deze vennootschap zich voornamelijk bezig met het deelnemen in, het financieren van en het voeren van directie over andere besloten vennootschappen en/of ondernemingen. Verder is toegestaan het beleggen van vermogen, zowel in effecten als registergoederen en overige schuldwaarden en het verkrijgen, beheren, exploiteren en vervreemden van genoemde beleggingsobjecten. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 90.000, geplaatst en volgestort is € 18.000. In het boekjaar was één onbezoldigd werknemer in dienst van de vennootschap. De voornoemde vennootschap heeft, eveneens in 2000, de 100% dochteronderneming Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij B.V. opgericht. Deze vennootschap heeft ten doel de volkshuisvesting, waarbij statutair de nadruk ligt op het bouwen, verwerven, vervreemden, bezwaren, beheren, toewijzen, verhuren en
70
Jaarverslag 2011
slopen van woongelegenheden, onroerende aanhorigheden en andere objecten. Tot de statutaire doelstellingen behoren verder onder andere de ontwikkeling van vastgoedprojecten en het in stand houden en verbeteren van woongelegenheden en hun aangrenzende omgeving. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 90.000, geplaatst en volgestort is € 18.000. In het boekjaar was één onbezoldigd werknemer in dienst van de vennootschap. Tot op heden hebben in beide vennootschappen geen activiteiten plaatsgevonden. In 2007 is samen met de gemeente Barneveld en Muziekgezelschap De Harmonie de besloten vennootschap Muziek Theater Barneveld B.V. opgericht. Het doel was de bouw van een muziektheater in Barneveld. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 20 miljoen. Geplaatst en volgestort is € 6.154.378. Het belang van Woningstichting Barneveld bedraagt eind 2011, evenals vorig jaar € 3 miljoen (ofwel 48,75% van het geplaatste en gestorte kapitaal). Wij willen hiermee, samen met de gemeente, een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid van Barneveld. Het theater is medio 2009 geopend en in gebruik genomen. De ervaringen laten zien dat met de realisatie van dit theater een geweldige impuls is gegeven aan het culturele leven in Barneveld en er kan geconstateerd worden dat het theater duidelijk in een behoefte voorziet. Voorwaarde voor onze participatie was dat Woningstichting Barneveld de oude locatie van De Harmonie zou verwerven en tot herontwikkeling daarvan over kon gaan. In 2009 zijn de percelen juridisch geleverd en is het bestemmingsplan gewijzigd en de bouwvergunning afgegeven voor de bouw van dertig appartementen. In 2010 zijn we begonnen met de bouw en in 2011 zijn de appartementen opgeleverd en in exploitatie genomen dan wel verkocht. In samenwerking met het naastgelegen verzorgingshuis Ruimzicht zullen aan de bewoners zorgarrangementen aangeboden gaan worden. Alle genoemde verbindingen worden in de jaarrekening gewaardeerd op netto-vermogenswaarde.
2.11 Verklaring van het bestuur Het bestuur van Woningstichting Barneveld verklaart dat alle middelen zijn aangewend in het belang van de volkshuisvesting in het algemeen en die van de gemeente Barneveld in het bijzonder. Aldus vastgesteld te Barneveld, 24 mei 2012
Het bestuur van Woningstichting Barneveld Arjen Jongstra, directeur-bestuurder
Jaarverslag 2011
71
3. Kengetallen Boekjaar
2011
2010
2009
2008
2007
Aantal verhuureenheden: Woningen en woongebouwen • vooroorlogs • na-oorlogs • woonwagens In exploitatie • verhuureenheden in aanbouw *) Totaal aantal woningen Garages/bedrijfsruimten Welzijnsgebouwen Woonwagenstandplaatsen
39
39
39
40
40
3.890
3.826
3.767
3.727
3.677
1
1
1
1
1
3.930
3.866
3.807
3.768
3.718
25
109
170
89
54
3.955
3.975
3.977
3.857
3.772
121
121
121
120
117
4
4
4
4
4
10
10
10
10
10
Verzorgingscentrum
1
1
1
1
1
Gezinsvervangend tehuis
8
7
7
6
6
ROA-units/wisselwoningen
0
0
0
0
0
Peuterspeelzaal
1
1
1
1
1
4.100
4.119
4.121
3.999
3.911
WOZ waarde ( x € 1.000)
844.262
857.715
851.297
838.260
773.750
Gemiddelde economische waarde p/w
214.825
214.400
223.100
223.800
202.100
• aantal opgeleverd
119
82
57
67
43
• aantal aangekocht
0
0
0
0
0
-55
-23
-7
-8
-9
0
-1
-10
-9
-12
64
58
40
50
22
548
534
624
659
656
3.006
2.601
2.610
2.588
2.605
377
731
573
521
457
3.931
3.866
3.807
3.768
3.718
1,05
1,03
0,91
0,84
0,90
189
192
173
181
213
1.253
1.371
1.595
1.614
1.779
903
534
908
817
862
1.687
1.341
1.668
1.509
1.666
Totaal aantal vhe’s
Mutaties in het bezit
• aantal verkocht • aantal uit exploitatie Totaal Aantal woningen naar huurklasse per 1 juli • goedkoop (< € 362) • betaalbaar ( € 362 < € 555) • duur (> € 555) Totaal Kwaliteit • gemiddeld aantal reparatieverzoeken • kosten klachtenonderhoud per melding (€) • kosten mutatieonderhoud per mutatie (€) • kosten planmatig onderhoud per vhe (€) • totaal lasten onderhoud per vhe (€) **)
*) exclusief nieuwbouw koopwoningen **) inclusief onderhoudslasten wegens renovatie
72
Jaarverslag 2011
Boekjaar
2011
2010
2009
2008
2007
Het verhuren van woningen 323
316
283
329
329
• aantal nieuwe huurders < € 362 voor 1-7
• aantal verhuringen
17
15
22
29
24
• aantal nieuwe huurders < € 362 na 1-7
18
15
11
18
26
• aantal nieuwe huurders > € 362 voor 1-7
184
146
98
152
145
• aantal nieuwe huurders > € 362 na 1-7
104
140
152
130
134
• huurachterstand in % van de jaarhuur
0,58%
0,54%
0,53%
0,47%
0,69%
• huurderving in % van de jaarhuur
0,69%
0,63%
0,52%
0,41%
0,52%
18,3%
20,8%
19,0%
21,4%
27,5%
0,73
0,42
0,31
0,98
0,82
-9,63%
16,63%
-8,72%
-15,84%
0,70%
• rentabiliteit vreemd vermogen
3,66%
3,90%
4,13%
4,41%
4,73%
• rentabiliteit totaal vermogen
0,94%
6,45%
1,34%
-0,52%
3,31%
3.255
2.136
1.211
1.261
1.830
• eigen vermogen per vhe
10.043
11.189
9.467
11.924
11.964
• langlopende schulden per vhe
38.920
36.484
34.487
32.710
27.935
• totaal bedrijfsopbrengsten per vhe
7.926
6.731
5.780
5.642
5.286
• totaal bedrijfslasten per vhe
8.108
3.246
5.457
5.802
3.290
• totaal rentelasten per vhe (per saldo)
1.423
1.462
1.417
1.374
1.222
-1.605
2.022
-1.094
-1.534
774
Financiële continuïteit • solvabiliteit • liquiditeit • rentabiliteit eigen vermogen
• cash flow per vhe (in €)
Balans / winst- en verliesrekening
• jaarresultaat per vhe voor belasting
Personeelsbezetting
fte
fte
fte
fte
fte
• directeur-bestuurder
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
• stafafdeling
2,0
2,0
1,7
1,0
0,2
• automatisering
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
• woondiensten
13,3
14,2
13,1
12,1
11,6
• financiën & control
6,2
6,2
6,2
6,8
5,4
• secretariaat
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
• ontwikkeling & techniek
9,0
8,0
8,7
7,0
6,0
• technische uitvoerende dienst
8,8
8,8
7,5
7,5
9,8
44,1
44,0
42,0
39,2
37,8
10,7
10,9
10,5
9,8
9,6
Personeelsbezetting per 1000 woningen
Jaarverslag 2011
73
4. Jaarrekening 4.1 Balans ACTIVA
31-12-2011
31-12-2010
€
€
174.181.180
172.865.744
Onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen
1.881.637
1.939.407
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
4.808.074
11.108.572
Onroerende zaken in verkopen onder voorwaarden
22.313.934
12.300.118
Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
2.583.435
2.307.116
205.768.260
200.520.957
Deelnemingen
2.890.672
2.943.181
Latente belastingvorderingen
1.878.000
4.091.750
4.768.672
7.034.931
210.536.932
207.555.888
1.012.707
1.717.574
0
285.000
88.555
72.498
946
1.380
709.359
663.530
1.696.396
719.065
9.908
1.825
607.122
1.050.190
1.253.030
223.763
4.365.316
2.732.252
7.499.882
3.831.932
12.877.905
8.566.757
223.414.837
216.122.646
Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken in exploitatie
Financiële vaste activa
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden projecten Vorderingen Huurdebiteuren Vorderingen op groepsmaatschappijen Gemeente Barneveld Belastingen Pensioenpremies Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal
74
Jaarverslag 2011
PASIVA
31-12-2011
31-12-2010
€
€
40.924.076
44.866.080
128.571
225.743
5.888.554
1.377.082
0
2.716.000
150.136
142.112
6.038.690
4.235.194
136.284.298
134.000.811
22.313.935
12.300.118
158.598.233
146.300.929
11.716.513
11.595.284
1.193.132
2.098.264
0
115.332
Belastingen en premies sociale verzekering
896.801
2.051.524
Aangegane verplichtingen
167.733
897.528
3.751.088
3.736.768
17.725.267
20.494.700
223.414.837
216.122.646
Eigen vermogen Overige reserves
Egalisatierekening Egalisatierekening
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen Voorziening latente belastingverplichting Voorziening ILB
Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
Overlopende passiva
Totaal
Jaarverslag 2011
75
4.2 Winst- en verliesrekening
2011
2010
€
€
22.666.590
21.738.669
836.451
771.176
97.172
117.024
8.433.147
3.755.456
263.958
275.266
32.297.318
26.657.591
7.651.406
3.313.368
11.201.032
-2.223.704
0
-300.000
2.430.994
2.163.366
720.791
675.090
Lasten onderhoud
6.374.673
4.955.772
Overige bedrijfslasten
3.710.509
4.433.155
32.089.405
13.017.047
Bedrijfsresultaat
207.913
13.640.545
Rentebaten
259.312
100.134
75
73
-53.018
-9.812
Rentelasten
-6.003.141
-5.953.501
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
-5.588.859
7.777.439
1.646.855
-317.267
-3.942.004
7.460.172
Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Verleende korting op woningen verkocht onder voorwaarden Lonen en salarissen Sociale lasten
Opbrengsten financiële vaste activa Resultaat deelnemingen
Belastingen
Nettoresultaat na belastingen
76
Jaarverslag 2011
4.3 Kasstroomoverzicht
2011
2010
x € 1.000
x € 1.000
208
13.641
* Waardeveranderingen materiële vaste activa
6.920
-2.224
* Dotatie/vrijval voorzieningen en egalisatie
1.706
-3.784
10.014
3.640
7.651
3.313
• Mutatie voorraden
705
-1.380
• Mutatie onderhanden projecten
285
1.313
• Mutatie vorderingen
-1.633
-441
• Mutatie kortlopende schulden (excl. bankkrediet)
-2.769
2.384
22.879
2.821
23.087
16.462
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor:
* Mutatie terugkoopverplichting * Afschrijvingen * Veranderingen in het werkkapitaal:
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
A
Ontvangen rente Betaalde rente B
259
100
-6.056
-5.953
-5.797
-5.853
-18.980
-13.820
809
542
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa
-1.156 2.266
0
-15.905
-14.434
14.000
18.000
-11.717
-11.595
D
2.283
6.405
A+B+C+D
3.668
2.580
Saldo liquide middelen 01-01
3.832
1.252
Saldo liquide middelen 31-12
7.500
3.832
3.668
2.580
Desinvesteringen in financiële vaste activa C
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden
Netto kasstroom
Jaarverslag 2011
77
4.4 Algemene toelichting Algemeen Woningstichting Barneveld is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke regionale toelating en is gevestigd in de gemeente Barneveld. De regionale toelating heeft betrekking op de gemeenten: Barneveld, Scherpenzeel, Hoevelaken, Nijkerk, Ede en Wageningen.
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van vorig jaar.
Regelgeving De jaarrekening 2011 is gebaseerd op de geldende Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 645 ‘Toegelaten Instellingen volkshuisvesting’ (aangepast 2005). Op 31 januari 2011 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving in RJ-uiting 2011-2 de herziene Richtlijn 645 gepubliceerd, die van kracht is voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012. Gelet op de verschijningsdatum van de handreikingen inzake toepassing van de herziene RJ 645 en gewenste aansluiting met de VerantwoordingsInformatie (dVI) is deze herziene Richtlijn 645 nog niet toegepast in de jaarrekening 2011. Wel heeft woningstichting Barneveld de sterke aanbeveling in de handreikingen opgevolgd om in boekjaar 2011 reeds de gewijzigde regelgeving omtrent afschrijvingsmethode, belastingen en verkoop onder voorwaarden toe te passen. De afschrijvingsmethode is met ingang van boekjaar 2011 gewijzigd naar lineaire afschrijvingen. Bovendien zijn de belastingen, alsmede belastinglatenties vanaf boekjaar 2011 bepaald conform RJ 252 “belastingen naar de winst”. Dit is nader uiteengezet in de grondslagen inzake belastingen. De gewijzigde regelgeving inzake verkoop onder voorwaarden was reeds in voorgaande jaren toegepast in lijn met de gewijzigde regelgeving, zodat geen sprake is van aanpassingen in de verwerking van verkoop onder voorwaarden in boekjaar 2011. De onderhavige jaarverslaglegging is opgesteld overeenkomstig bovengenoemde voorschriften.
Schattingswijzigingen Met ingang van boekjaar 2011 worden de materiële vaste activa in exploitatie afgeschreven volgens de lineaire methode.
Financiële instrumenten Binnen het treasurybeleid van de stichting kan de inzet van financiële instrumenten ter beperking van inherente risico’s worden overwogen. Het gebruik van financiële instrumenten is uitsluitend toegestaan voor zover er een materieel verband bestaat met het gefinancierde c.q. belegde vermogen en de inzet van andere maatregelen niet zal leiden tot de noodzakelijk geachte reductie van de risico’s. Financiële instrumenten aangegaan ter bescherming van activa c.q. passiva worden gewaardeerd en gepresenteerd in samenhang met de desbetreffende activa en passiva. In het onderhavige jaar is geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten (2010: idem).
Grondslagen voor waardering van activa en passiva De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van vorig jaar. De waardering van de activa en passiva alsmede de bepaling van het resultaat berusten op de grondslag van verkrijgings- of vervaardigingsprijs of nominale waarde, tenzij anders vermeld.
78
Jaarverslag 2011
Opbrengsten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Positieve resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd, verliezen zodra deze voorzienbaar zijn.
Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van het definitief ontwerp en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.
Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken in exploitatie De oorspronkelijke investeringen in complexen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. Op materiële vaste activa in exploitatie wordt met ingang van boekjaar 2011 lineair afgeschreven, in lijn met de herziene RJ 645, waarin de in voorgaande jaren gehanteerde annuïtaire afschrijvingen als ‘vrijwel nooit passend’ zijn omschreven. Als gevolg van deze schattingswijziging is de afschrijvingslast in 2011 lineair berekend op basis van de boekwaarde per 1 januari 2011 en de resterende levensduur. De vergelijkende cijfers over 2010 (op basis van de annuitaire afschrijvingsmethode) zijn niet aangepast in overeenstemming van de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 145 ‘Schattingswijzigingen’. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. De lasten van onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Complexen worden gedefinieerd op basis van groepen van gelijksoortige activa (kasstroomgenererende eenheid). Deze worden gedefinieerd op basis van onderkende product-marktcombinaties zoals opgenomen in het vastgestelde strategisch voorraadbeleidsplan.
Jaarverslag 2011
79
De indeling sluit derhalve aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen zoals opgenomen in het strategisch voorraadbeleidsplan. Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en de reële waarde. De toetsing geschiedt op complexniveau. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde duurzaam overschrijdt. Van duurzaamheid is sprake wanneer de verwachte reële waarde gedurende een periode van ten minste vijf jaar lager is dan de boekwaarde. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. Indien wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen, wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn, indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit. Onderscheid wordt gemaakt in woningen bestemd voor de verhuur, woningen bestemd voor de verkoop op korte en langere termijn en bedrijfsmatige/overige onroerende zaken. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2011 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van 10 jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveau’s. Bij de bepaling van de bedrijfswaarde hanteren wij de voor de sector gebruikelijke uitgangspunten. De bedrijfswaarde van de activa in exploitatie is in het verslagjaar met bijna € 4,3 miljoen afgenomen. Voor een nadere specificatie van de bijzondere waardeverminderingen wordt verwezen naar de toelichting op de winst- en verliesrekening. Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten: • jaarlijkse huurverhogingen van 2,25% voor het eerstkomende jaar en vervolgens 2 % (voorgaand jaar: 1,25% voor het eerstkomende jaar, vervolgens 2%). Voor de eerstkomende vijf jaar is rekening gehouden met huurharmonisatie tot maximaal 80% van de maximaal redelijke huur, uitgaande van een mutatiegraad van 5%. • jaarlijkse huurderving van 0,50 % (voorgaand jaar: 0,50%); • jaarlijkse stijgingen van de variabele lasten van 3 % (voorgaand jaar: idem); • variabele lasten conform meerjarenprognose voor de komende vijf jaar (OZB, verzekering en algemeen beheer) van € 1.388 per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 1.371); • jaarlijkse stijging van de onderhoudslasten 3% (voorgaand jaar: idem) • kosten van zowel dagelijks als planmatig onderhoud, conform de vastgestelde tienjaars onderhoudsbegroting, voor latere jaren worden genormeerde onderhoudskosten opgenomen; • per complex de kosten van groot onderhoud c.q. renovatie voor de eerstkomende 10 jaar, conform de meerjaren onderhoudsbegroting; • investeringen nieuwbouw en investeringen inzake herstructurering op basis van feitelijke verplichtingen in casu voorgenomen en goedgekeurd extern gecommuniceerd beleid (voorgaand jaar: idem);
80
Jaarverslag 2011
• een restwaarde op basis van geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode of de verwachte opbrengstwaarde bij verkoop (voorgaand jaar: idem) • een (medionumerando) rekenrente van 5,25% (voorgaand jaar: idem); • de periode waarover contant gemaakt wordt, loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen/investering (variërend van 2 tot 50 jaar) (voorgaand jaar: idem), de minimale levensduur is sinds 2004 gesteld op 10 jaar tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van de actuele grondprijzen voor sociale huurwoningen conform het gemeentelijk beleid. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de bestemming van de grond, dan wordt met de gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden.
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen De onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde minus lineaire (voorgaand jaar: annuïtaire) afschrijvingen. Over de grond wordt niet afgeschreven.
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen, inclusief eventueel betaalde rente, onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de reële waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingprijs en bijkomende kosten of lagere actuele waarde. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de koopwoningen verantwoord onder de post onderhanden werken. Het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. Bij oplevering van het totale project wordt het verkoopresultaat zowel verantwoord onder de post verkoop onroerende zaken als onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. Daarmee wordt de economische realiteit van de transactie het best zichtbaar gemaakt.
Jaarverslag 2011
81
Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen zijn berekend volgens het lineaire systeem.
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen, waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogens-waardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voorzover Woningstichting Barneveld in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen.
Vlottende activa Voorraden Onderhanden werken De voorraden onderhanden werk (onverkochte woningen uit projectontwikkeling) worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede toerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Indien van toepassing, worden hierop de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden.
Vlottende activa De vlottende activa onder opgenomen vorderingen zijn gebaseerd op nominale waarden, eventueel onder aftrek van een (statisch bepaalde) voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Liquide middelen bestaan uit banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
82
Jaarverslag 2011
Egalisatierekening De rechten op toekomstige exploitatiesubsidies vallend binnen het regime van het Besluit Woninggebonden Subsidies zijn in 2010 vooruit ontvangen. De bijdragen worden jaarlijks ten gunste van het resultaat gebracht overeenkomstig de jaarlijkse voorgecalculeerde tekorten van de betreffende exploitaties
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen.
Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten.
Voorziening Individueel Loopbaan Budget Op grond van de CAO 2009-2010 hebben werknemers onder voorwaarden recht op een Individueel Loopbaan Budget (ILB). Het (nominaal) recht is toegekend per 1 januari 2010 en staat voor 5 jaar ter beschikking aan de werknemer. Indien het budget niet binnen deze periode is opgenomen, vervallen de rechten.
Langlopende schulden De leningenportefeuille bestaat nagenoeg geheel uit fixe-leningen. De leningen zijn gewaardeerd op nominale waarde. De gemiddelde rentevoet ultimo 2011 bedraagt circa 4,3% (voorgaand jaar: 4,4%). De aflossingsverplichtingen voor het eerstkomend boekjaar worden verantwoord onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft Woningstichting Barneveld een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Kortlopende schulden De onder deze post opgenomen bedragen zijn gebaseerd op nominale waarden. Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven, worden activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde. Hierbij wordt op vorderingen, indien dit noodzakelijk is, een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht.
Belastingen Belastingen over de resultaten omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten.
Jaarverslag 2011
83
Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de vlottende activa of onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd groter is dan een jaar. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen het actuele belastingpercentage van 25%. Saldering van latenties vindt plaats indien en voor zover voldaan wordt aan de wettelijke bepalingen hieromtrent art BW 2.363 en RJ 115.305 (corporatie is bevoegd tot salderen en heeft het stellige voornemen om te salderen en looptijd van vordering en schulden is nagenoeg gelijk, simultane afwikkeling). Een voorziening voor latente belastingvorderingen en –verplichtingen wordt getroffen met behulp van de verplichtingenmethode voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun belastinggrondslag, en ook wanneer er sprake is van voorwaartse verrekenbare verliescompensatie.
Grondslagen voor de resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn.
Opbrengstverantwoording Opbrengsten voortvloeiend uit de verkoop van zelfvervaardigde of van derden verkregen goederen worden verwerkt, zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de verlening van diensten worden verwerkt naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Projectopbrengsten en projectkosten Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-opbrengst verwerkt in de winst-en-verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald; de projectkosten worden dan verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend.
84
Jaarverslag 2011
Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten.
Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de corporatie en met name de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht.
Bedrijfsopbrengsten Huren Hieronder zijn opgenomen de te ontvangen netto huuropbrengsten, exclusief de van huurders te ontvangen vergoedingen voor levering van goederen en diensten en verminderd met eventuele huurderving. Zowel de jaarlijkse huurverhoging als tussentijdse aanpassingen zijn onderworpen aan overheidsvoorschriften voor wat betreft de maximaal vast te stellen huren. Voor het verslagjaar 2011 bedroeg de maximaal toegestane huursomstijging 1,3% (vorig jaar: 1,2%).
Vergoedingen Dit betreft de vergoedingen die huurders naast de netto huur verschuldigd zijn voor levering van diensten, verminderd met de vergoedingsderving. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde kosten en vloeien voort uit de huurovereenkomsten. Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke kosten afrekening of tariefsvereffening plaats.
Overheidsbijdragen Hieronder worden verantwoord de ontvangen bedragen op grond van het Besluit Woninggebonden Subsidies alsmede eventuele overige overheidsbijdragen in het exploitatietekort.
Verkoop onroerende zaken De post verkopen onroerende zaken betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst verminderd met de verkoopkosten en minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Winsten worden verantwoord op het moment van levering. Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengsten uit woningen verkocht onder voorwaarden worden niet verantwoord als verkoopopbrengst daar de belangrijkste economische rechten niet zijn overgedragen aan de koper. De gegarandeerde terugkoopverplichting wordt opgenomen onder de post langlopende schulden, terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden en wordt jaarlijks met inachtname van de contractvoorwaarden gewaardeerd.
Geactiveerde productie eigen bedrijf Hieronder wordt opgenomen de toegerekende opslag voor de aan de productie gerelateerde (in)directe personeelskosten.
Jaarverslag 2011
85
Bedrijfslasten Afschrijvingen De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Over gronden wordt niet afgeschreven.
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gebaseerd op de waardering van de betreffende activaposten. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel terugneming van een bijzondere waardevermindering. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de reële waarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op boekwaarde. De afwaardering in verband met lagere reële waarde vindt plaats in het jaar waarin verplichtingen zijn aangegaan. Bij het gereedkomen van de betreffende activa worden de werkelijke stichtingskosten getoetst aan de bedrijfswaarde. Eventuele verschillen ten opzichte van de aanvankelijke afwaardering worden in het betreffende jaar in de winst- en verliesrekening verantwoord. Eventuele afwaarderingen wegens de voorgenomen sloop van woningen worden verantwoord in het jaar waarin het formele sloopbesluit is genomen.
Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden betaald.
Pensioenen Op grond van de CAO Woondiensten is de pensioenregeling ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Dit betreft een toegezegde-pensioenregeling, waarbij aan de deelnemers een pensioen is toegezegd op de pensioengerechtigde leeftijd afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde- pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegdebijdrageregeling. Het SPW heeft namelijk verklaard dat er geen objectieve sleutel bestaat voor het toerekenen van een proportioneel aandeel in de positieve of negatieve risico’s aan aangesloten werkgevers en dat zij ook geen informatie kan geven over de toekomstige ontwikkelingen van werkgeverspremies. Behalve de betaling van premies heeft de stichting geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. De stichting heeft in geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies.
Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. De lasten onderhoud bestaan uit de kosten ten behoeve van zowel het dagelijks onderhoud (klachten-, mutatie-, cv- en liftonderhoud), alsmede ten behoeve van het planmatig onderhoud. Tevens worden hieronder opgenomen de kosten wegens groot onderhoud voor zover geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Indien de ingreep leidt tot een waardeverhoging van het actief worden de uitgaven geactiveerd tot maximaal de bedrijfswaarde van het actief. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen onder de kostensoorten lonen en salarissen, sociale lasten en overige bedrijfslasten.
Overige bedrijfslasten Hieronder worden de aan het verslagjaar toe te rekenen overige kosten verantwoord die zijn gemaakt in het kader van de normale bedrijfsuitoefening, alsmede de lasten van belastingen en verzekeringen uit hoofde van de exploitatie van het woningbezit en de kosten wegens de levering van diensten aan huurders.
86
Jaarverslag 2011
Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met de vrijgestelde winstbestandsdelen en na bijtelling van niet of beperkt aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met de mutaties in de latente belasting vorderingen en schulden.
Financiële instrumenten en marktrisico’s Binnen het treasurybeleid van de stichting dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan het risicoprofiel van de totale leningen-/beleggingenportefeuille verlaagt op een wijze die zonder de inzet van de instrumenten niet mogelijk is. De stichting loopt met name renterisico over de rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor schulden met variabele renteafspraken loopt de stichting risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Het vigerende treasurystatuut bepaalt dat de renterisico’s maximaal 15% van de uitstaande lange schuld mogen bedragen. Ultimo boekjaar wordt aan deze bepaling voldaan. De stichting voldoet aan de criteria die het Waarborgfonds Sociale Woningbouw stelt aan de kredietwaardigheid en loopt derhalve geen significante kredietrisico’s. Aangezien de stichting alleen in Nederland werkzaam is, worden geen valutarisico’s gelopen.
Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de aan de ontvangen leningen verbonden transactiekosten.
Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
Resultaat deelnemingen Hieronder worden de vastgestelde jaarresultaten over het boekjaar verantwoord.
Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening wordt overeenkomstig BW2 Titel 9 opgesteld. Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen een deels subjectieve of complexe beoordeling van het management: • materiële vaste activa, minimum waarderingsregel, • timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering.
Materiële vaste activa, minimum waarderingsregel Onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) waardeverminderingen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde duurzaam overschrijdt. Van duurzaamheid is sprake wanneer de verwachte reële waarde gedurende een periode van tenminste vijf jaar lager is dan de boekwaarde. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming
Jaarverslag 2011
87
van de complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De uitgangspunten van de reële waarde zijn deels afhankelijk van de interne beleidsvoornemens. Deze komen ondermeer tot uitdrukking in het strategisch voorraadbeleid, waarbij eigen keuzes worden gemaakt ten aanzien van verhuur of verkoop, levensduur en prijs-kwaliteitsniveau’s. Voor zover mogelijk worden binnen de sector gangbare uitgangspunten gehanteerd.
Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningstichting zijn gedaan richting huurders, gemeente en overige belanghebbenden aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningstichting rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan ondermeer wijziging in de tijd ondergaan door prijsfluctuaties, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen, alsmede de ontvangen investeringssubsidies.
88
Jaarverslag 2011
4.5 Toelichting op de balans
31-12-2011 €
31-12-2010 €
174.181.180
172.865.744
Onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen
1.881.637
1.939.407
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
4.808.074
11.108.572
22.313.934
12.300.118
203.184.825
198.213.841
2.583.435
2.307.116
205.768.260
200.520.957
Activa Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken in exploitatie
Onroerende zaken in verkopen onder voorwaarden Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
Onroerende en roerende zaken in exploitatie
Onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
Onroerende zaken in verkopen onder voorwaarden
Totaal
Verkrijgingsprijzen
226.618.109
2.263.865
17.971.584
11.472.229
258.325.787
Cumulatieve waardeverminderingen
-27.731.421
31 december 2010: -6.863.012
Herwaarderingen
-34.594.433 827.889
827.889
Cumulatieve afschrijvingen
-26.020.944
-324.458
0
-26.345.402
Boekwaarden
172.865.744
1.939.407
11.108.572
12.300.118
198.213.841
1.877.799
11
10.360.143
5.508.006
17.745.959
-12.431.087
1.123.046
606.004
Mutaties 2011: Investeringen Overboekingen Desinvesteringen Waardeveranderingen
11.914.045 -809.383
-809.383
-4.281.000
-924.000
Herwaarderingen Afschrijvingen
3.340.954 -7.386.025
-57.781 41.810
(Verwacht) onrendabel
3.340.954 -7.443.806
Mutatie terugkoopverplichting
Totaal mutaties
-5.205.000
-3.305.554
41.810 -3.305.554
1.315.436
-57.770
-6.300.498
10.013.816
4.970.984
Verkrijgingsprijzen
239.600.570
2.263.876
15.900.640
18.972.980
276.738.066
Cumulatieve waardeverminderingen
-32.012.421
-11.092.566
0
-43.104.987
3.340.954
3.340.954
31 december 2011:
Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
-33.406.969
-382.239
0
0
-33.789.208
Boekwaarden
174.181.180
1.881.637
4.808.074
22.313.934
203.184.825
Jaarverslag 2011
89
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onder deze post is één grondpositie in de gemeente Barneveld opgenomen. De verkrijgingsprijs, verhoogd met de bestede kosten, bedraagt ultimo boekjaar circa € 3,9 miljoen (vorig jaar: idem) Naar verwachting zal deze positie binnen 10 jaar slechts ten dele in ontwikkeling kunnen worden genomen. Voorzichtigheidshalve is het gedeelte dat voorlopig niet in ontwikkeling kan worden gebracht afgewaardeerd tot de waarde van landbouwgrond. De afwaardering bedraagt ultimo boekjaar € 924.000 en is in mindering gebracht op het betreffende actief.
Verzekering De materiële vaste activa zijn op basis van herbouwwaarde verzekerd tegen brand- en stormschade, inclusief opruimingsen bereddingskosten. De polis sluit onderverzekering uit.
Afschrijvingstermijnen en wijzen Stichtingskosten
lineair
40/50 jaar
CV-installaties
lineair
25 jaar
Isolatie
lineair
25 jaar
Renovaties
lineair
20 jaar
Verbeteringen
lineair
25 jaar
Woningaanpassingen gehandicapten
lineair
20 jaar
Met ingang van 1 januari 2011 wordt er lineair afgeschreven, t/m 2010 werd op annuïtaire basis afgeschreven. Over grond wordt niet afgeschreven.
Actuele waarde De waarde van de materiële vaste activa volgens de laatst bekende WOZ-taxatie (peildatum 1 januari 2011) bedraagt gemiddeld € 214.825 per verhuureenheid (vorig jaar: € 214.400). De actuele waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie gebaseerd op de reële waarde bedraagt ultimo boekjaar € 227 miljoen. Ten opzichte van de reële waarde ultimo 2010 van € 208,8 miljoen betekent dit een toename van ruim € 18,2 miljoen. Als reële waarde geldt de bedrijfswaarde van het bezit in exploitatie, zonder rekening te houden met de rentabiliteitswaarde correctie van de leningenportefeuille. x € 1.000 31-12-2011
31-12-2010
227.004
208.814
12.300.118
8.660.193
Vermeerdering vanwege verkochte nieuwbouw woningen
5.508.006
2.283.818
Vermeerdering vanwege verkochte woningen bestaand bezit
1.123.046
517.818
Herwaarderingen verkochte woningen bestaand bezit
3.340.954
827.889
41.810
10.400
22.313.934
12.300.118
• bedrijfswaarde o.b.v. disconteringsvoet van 5,25%.
Onroerende zaken in verkopen onder voorwaarden Op grond van RJ 270-209a dienen woningen die onder voorwaarden zijn verkocht op de balans opgenomen te worden. Het verloop is als volgt weer te geven: Boekwaarde per 1 januari
Toename terugkoopverplichting Boekwaarde per 31 december
90
Jaarverslag 2011
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De mutaties in de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn als volgt samen te vatten: Kantoorpand
Inventaris
Bedrijfsauto’s
Totaal
31 december 2010: Verkrijgingsprijzen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden
2.647.420
911.958
214.316
3.773.694
-692.098
-654.958
-119.522
-1.466.578
1.955.322
257.000
94.794
2.307.116
447.280
36.639
483.919
Mutaties 2011: Investeringen Desinvesteringen
0
Afschrijvingen
-71.935
-86.919
-48.746
-207.600
Totaal mutaties
-71.935
360.361
-12.107
276.319
2.647.420
1.359.238
250.955
4.257.613
-764.033
-741.877
-168.268
-1.674.178
1.883.387
617.361
82.687
2.583.435
31 december 2011: Verkrijgingsprijzen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden
Afschrijvingstermijnen en -wijzen kantoorgebouw
lineair
30 jaar
meubilair
lineair
10 jaar
overige inventaris
lineair
5 jaar
vervoermiddelen
lineair
5 jaar
automatisering
lineair
5 jaar
31-12-2011
31-12-2010
Deelnemingen
2.890.672
2.943.181
Latente belastingvorderingen
1.878.000
4.091.750
4.768.672
7.034.931
2.943.181
2.952.486
0
0
2.943.181
2.952.486
-52.509
-9.305
2.890.672
2.943.181
Financiële vaste activa De financiële vaste activa betreffen:
Deelnemingen Boekwaarde deelneming Muziek Theater Barneveld B.V. per 1 januari Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V. Aandeel in resultaat Boekwaarde deelneming Muziek Theater Barneveld B.V. per 31 december Woningstichting Barneveld heeft een belang van € 3 miljoen, ofwel 48,75% in Muziek Theater Barneveld B.V. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 20 miljoen. Ultimo 2011 is geplaatst en volgestort € 6.154.378 (vorig jaar: idem). De enige andere aandeelhouder is de gemeente Barneveld (51,25%).
Jaarverslag 2011
91
Muziek Theater Barneveld B.V. heeft tot doel de realisatie en instandhouding van een muziektheater in Barneveld. Ook heeft woningstichting Barneveld een belang van 100% in Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V. omdat het eigen vermogen van deze vennootschap negatief is, is deze op nihil gewaardeerd (zie ook: vorderingen op groepsmaatschappijen). De deelnemingen zijn gewaardeerd op netto-vermogenswaarde. 31-12-2011 €
31-12-2010 €
4.091.750
2.926.017
-47.000
612.000
Latente belastingvorderingen Het verloop is als volgt weer te geven: Saldo 1 januari Mutatie wegens voorwaartse verliescompensatie Mutatie wegens leningen o/g
-143.750
116.733
-2.023.000
437.000
1.878.000
4.091.750
• wegens voorwaartse verliescompensatie
565.000
612.000
• wegens tijdelijke verschillen leningen o/g
429.000
572.750
• wegens voorgenomen verkopen
884.000
2.907.000
1.878.000
4.091.750
Mutatie wegens voorgenomen verkopen Saldo 31 december Het saldo per 31 december betreft:
Ultimo 2011 is een latentie gevormd vanwege de voorwaartse verliescompensatie op grond van de toepassing van VSO1 en is bepaald op het geldende tarief voor de vennootschapsbelasting. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening zijn definitieve aanslagen over 2006 en 2007 opgelegd, conform de ingediende aangifte. Op grond van de vastgestelde aanslagen 2006 en 2007 bedraagt het fiscaal compensabel verlies ultimo 2011 € 2.505.929. Uit een onlangs ingesteld onderzoek door de Belastingdienst zijn voor 2006 en 2007 correcties te verwachten ad € 204.004 zodat het saldo compensabel verlies zal afnemen tot € 2.301.925. Voor 2008 zullen ook nog enkele correcties plaats dienen te vinden. De aanslag 2008 is nog niet opgelegd, met de Belastingdienst is afgesproken dat in 2012 een nieuwe aangifte zal worden ingediend zodra overeenstemming is bereikt over de aan te brengen correcties. In de nieuw in te dienen aangifte zullen wij op grond van de uitspaark van de Hoge Raad voor de jaren 2008 tot en met 2011 een beroep doen op de Herbestedingsreserve. Effect hiervan is dat over de jaren 2008 tot en met 2011 geen vennootschapsbelasting verschuldigd zal zijn. Op basis van VSO 2 is de fiscale waarde van de leningen o/g per 1 januari 2008 lager berekend dan de vennootschappelijke waarde. Aangezien sprake is van tijdelijke verrekenbare verschillen is hiervoor een actieve latentie gevormd. Wij verwachten de komende 5 jaar totaal 30 woningen uit bestaand bezit te verkopen. De fiscale boekwaarde is gemiddeld per woning circa € 118.000 hoger dan de vennootschappelijke boekwaarde. Aangezien sprake zal zijn van tijdelijke verschillen ad ruim € 3,5 miljoen is hiervoor een actieve latentie gevormd. Op grond van VSO 2 is de fiscale waarde van de materiële vaste activa in exploitatie per 1 januari 2008 voorlopig berekend op circa € 599.089.000. Dit is een verschil van circa € 447 miljoen ten opzichte van de vennootschappelijke boekwaarde. Aangezien hier sprake is van een permanent verschil bedraagt de contante waarde van deze latentie nihil.
92
Jaarverslag 2011
31-12-2011 €
31-12-2010 €
Voorraden • Voorraad koopwoningen Harmonie
1.012.707
0
0
1.717.574
1.012.707
1.717.574
• Onderhanden projecten in opdracht van derden
0
1.641.330
• Totaal ontvangen voorschotten
0
-1.584.746
0
56.584
• Gepresenteerd onder kortlopende schulden
0
228.416
Boekwaarde per 31 december
0
285.000
Huurdebiteuren
139.555
117.498
Voorziening voor oninbaarheid
-51.000
-45.000
88.555
72.498
946
1.380
709.359
663.530
1.696.396
719.065
9.908
1.825
607.122
1.050.190
Overlopende activa
1.253.030
223.763
Totaal
4.365.316
2.732.252
• Onderhanden werk Harmonie De voorraden betreffen ultimo boekjaar 6 appartementen welke op balansdatum nog niet verkocht zijn.
Onderhanden projecten
Op 31-12-2010 stond nog 1 woning (Blaupot ten Catehof) te koop. Begin 2011 is deze woning verkocht.
Vorderingen
Vorderingen op groepsmaatschappijen Gemeente Barneveld Belastingen Pensioenpremies Overige vorderingen
Jaarverslag 2011
93
Huurdebiteuren Per 31 december 2011 is de incasso van een huurachterstand ad € 97.022 van 87 contractanten in handen van de deurwaarder / wsnp / regeling gemeente / advocaat gegeven. Hiervan heeft € 29.573 betrekking op 17 beëindigde contracten. Ultimo 2010 ging het om € 76.852 en 63 contracten, waarvan € 36.139 betrekking had op 22 beëindigde contracten. De huurachterstanden kunnen als volgt naar grootte en aantal huurders worden gespecificeerd: Aantal huurders
Huurachterstand
31-12-2011
31-12-2010
31-12-2011
31-12-2010
107
89
28.321
25.069
tot 2 maanden
38
35
21.150
18.360
tot 3 maanden
24
17
23.161
18.061
tot 4 maanden
12
7
18.348
11.379
tot 5 maanden
7
9
9.724
16.160
20
15
38.851
28.469
208
172
139.555
117.498
Periode tot 1 maand
tot 6 maanden en meer Totaal
De huurachterstand bedraagt ultimo 2011 0,58 % van de te ontvangen jaarhuur en vergoedingen. Ultimo 2010 bedroeg dit percentage 0,54%. Voor het risico van mogelijke oninbaarheid wordt een voorziening ad € 51.000 noodzakelijk geacht.
Vorderingen op groepsmaatschappijen
31-12-2011 €
31-12-2010 €
Dit betreft de vorderingen in rekening-courant op: Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V. Af: nettovermogenswaarde Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij B.V.
76.759
76.474
-70.355
-69.846
6.404
6.628
-5.458
-5.248
946
1.380
Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V. betreft een 100% deelneming die een belang van 100% in het kapitaal van de Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij B.V. houdt. Aangezien de netto vermogenswaarde van deze deelneming negatief is, is een voorziening getroffen gelijk aan de negatieve vermogenswaarde. Over het gemiddeld saldo van deze rekening-courantverhoudingen wordt, evenals vorig jaar, een rente van 4% per jaar berekend.
Gemeente Barneveld Subsidies inzake project “De Heus”
544.536
544.536
Diverse WVG-aanpassingen
107.286
1.634
57.537
117.360
709.359
663.530
9.908
1.825
Diversen
Premies sociale verzekering Pensioenpremies
94
Jaarverslag 2011
Belastingen Hieronder zijn opgenomen de reeds betaalde voorlopige aanslagen vennootschapbelasting, verminderd met de voorlopig berekende Verschuldigde bedragen. 31-12-2011 € • voorlopige aanslag 2011
31-12-2010 €
558.551 0
• berekende verschuldigde belasting 2011
558.551 • voorlopige aanslag 2010
719.065
719.065
0
• berekende verschuldigde belasting 2010
719.065 • voorlopige aanslag 2009
418.780
• berekende verschuldigde belasting 2009
0 418.780
0
saldo per 31 december
1.696.396
719.065
Overige vorderingen
31-12-2011 €
31-12-2010 €
Overige debiteuren
620.122
1.068.190
Af: voorziening dubieuze debiteuren
-13.000
-18.000
607.122
1.050.190
4.432
3.368
Rekening courant BNG
1.943.756
3.785.349
Spaarrekening Robeco
37.574
36.964
3.838
6.190
62
61
Spaarrekening ING
1.000.100
0
ING 3- maands deposito
2.500.000
0
5
0
2.010.115
0
7.499.882
3.831.932
De overige debiteuren betreffen met name verkooptermijnen en vorderingen op vertrokken huurders. Deze vorderingen betreffen zowel huur als kosten van herstel. Voor het risico van oninbaarheid is een voorziening getroffen.
Liquide middelen Deze post is als volgt samengesteld: Direct opvraagbaar Rekening courant ING
Rekening courant Rabobank Spaarrekening Rabobank
ABN AMRO bestuurrekening ABN AMRO ondernemerstop deposito
Met de huisbankier is een kredietfaciliteit overeengekomen van € 1.000.000.
Jaarverslag 2011
95
31-12-2011 €
31-12-2010 €
Beginsaldo
44.866.080
37.405.908
Jaarresultaat
-3.942.004
7.460.172
Eindsaldo
40.924.076
44.866.080
Stand per 1 januari
225.743
342.767
Af: jaarlijkse vrijval t.g.v. de exploitatie
-97.172
-117.024
Stand per 31 december
128.571
225.743
5.888.554
1.377.082
0
2.716.000
150.136
142.112
6.038.690
4.235.194
Passiva Eigen vermogen Overige reserves: Het verloop van de overige reserves is als volgt:
Egalisatierekening In 2010 zijn de toekomstige rechten op bijdragen op grond van het Besluit Woning gebonden Subsidies (BWS) vooruit ontvangen van de subsidieverstrekker. Aange zien deze bijdragen dienen ter dekking van toekomstige exploitatietekorten is een egalisatierekening gevormd. Vrijval uit de egalisiatierekening vindt plaats conform het oorspronkelijke uitbetalingsschema volgens de subsidiebeschikking. Het verloop is als volgt:
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen Voorziening latente belastingverplichtingen Voorziening ILB
De voorziening onrendabele investeringen heeft betrekking op onroerende zaken die op balansdatum in ontwikkeling zijn (ad € 4.388.554). Het verwachte tekort wordt primair op de bestede kosten in mindering gebracht. Wanneer het verwachte tekort de bestede kosten overtreffen wordt voor het meerdere een voorziening getroffen. Ook is hieronder opgenomen een voorziening voor verwachte onrendabele investeringen inzake de voorgenomen revitalisatie van 66 maisonnettes in de wijk Oldenbarneveld (ad € 1.500.000). Ultimo 2010 was fiscaal een kostenegalisatie grootonderhoud en schilderwerk gevormd en was er sprake van een tijdelijk verschil tussen de fiscale en vennootschappelijke waardering. Om die reden was een passieve belastinglatentie gevormd. Ten tijde van het opstellen van de onderhavige jaarrekening is besloten om met terugwerkende kracht tot 31 december 2008 de kostenegalisatie fiscaal niet te treffen. In april 2012 worden nieuwe aangiften 2008 en 2009 ingediend zonder kostenegalisatie grootonderhoud en schilderwerk. Als gevolg hiervan is in beide jaren sprake van fiscale winsten. Deze winsten zullen op grond van de uitspraakvan de Hoge Raad van 13 januari 2012 worden gedoteeerd aan de (fiscale) herbestedingsreserve.Om deze reden is er niet langer sprake van een tijdelijk verschil tussen de fiscale en vennootschappelijke waardering en is de latentie in 2011 vrijgevallen ten gunste van het resultaat 2011.
96
Jaarverslag 2011
2011 €
2010 €
Saldo per 1 januari
2.716.000
1.233.000
Mutaties boekjaar
-2.716.000
1.483.000
0
2.716.000
Het verloop van de latentie is als volgt weer te geven:
Saldo per 31 december
Door gebruik te maken van de fiscale herbestedingsreserve onstaat voor de jaren 2008 tot en met 2011 een verschil tussen de fiscale en vennootschappelijke jaarresultaten. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat hier sprake zal zijn van een (semi) permanent verschil tussen de fiscale en commerciële waardering en is om die reden geen latentie gevormd ultimo 2011. Voor de winst gerealiseerd met de verkoop van bestaande woningen is fiscaal een herinvesteringsreserve gevormd, terwijl de verkoopwinst in de jaarrekening ten gunste van het resultaat is gebracht. Aangezien dit leidt tot een permanent verschil tussen de fiscale en commerciële waardering is geen latentie gevormd. Op grond van de CAO 2009-2010 hebben werknemers onder voorwaarden recht op een Individueel Loopbaan Budget (ILB). Het (nominaal) recht is toegekend per 1 januari 2010 en staat voor 5 jaar ter beschikking aan de werknemer. Indien het budget niet binnen deze periode is opgenomen, vervallen de rechten.
Voorziening ILB Het verloop is als volgt: Opgebouwde rechten per 1 januari In boekjaar bijgeboekt en opgenomen Stand per 31 december
142.112
144.067
8.024
-1.955
150.136
142.112
31-12-2011 €
31-12-2010 €
136.284.298
134.000.811
22.313.935
12.300.118
158.598.233
146.300.929
2011 €
2010 €
145.596.095
138.721.527
Langlopende schulden De langlopende schulden betreffen: Leningen kredietinstellingen Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden Totaal
Leningen kredietinstellingen Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar: • nieuwe leningen
14.000.000
18.000.000
-11.595.284
-11.125.432
148.000.811
145.596.095
Aflossingen volgend boekjaar
-11.716.513
-11.595.284
Saldo per 31 december
136.284.298
134.000.811
• aflossingen
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen ultimo 2011 bedraagt 4,32 % (v.j. 4,40%). De rentabiliteitswaarde van de leningen bedraagt ultimo boekjaar € 141,4 miljoen (v.j. € 139,1 miljoen).Vrijwel alle leningen betreffen fixe leningen zonder tussentijdse renteherziening. Looptijden en valutadata worden zodanig gekozen dat betalingen gespreid in de tijd plaats vinden en het renterisico vanwege (her)financiering per periode van 12 maanden. Voortschrijdend niet meer bedraagt dan 15% van de uitstaande leningen. De restant looptijden variëren van 1 tot 28 jaar en
Jaarverslag 2011
97
circa € 100 miljoen kent een restant looptijd van langer dan 5 jaar. De contractuele aflossingsverplichtingen voor het eerstkomende jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De contractuele jaarlijkse aflossingen zijn als volgt weer te geven:
Vervalkalender 31-12-2011
Bedragen * € 1.000,-
20000 15000 10000 5000 0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2037 2038 Jaar
De leningen naar geldgever zijn als volgt te verdelen:
Bank Nederlandse Gemeenten, fixe Bank Nederlandse Gemeenten, rollover Bank Nederlandse Gemeente, flex.rollover
31-12-2011 €
31-12-2010 €
97.437.801
95.884.000
0
4.000.000
5.000.000
0
41.221.824
41.221.000
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, annuitair
1.341.186
1.491.095
Colonnade Duhaf
3.000.000
3.000.000
148.000.811
145.596.095
8.621.825
8.621.825
WSW
139.378.986
136.924.270
Totaal
148.000.811
145.546.095
Nederlandse Waterschapsbank, fixe
Borgstelling De gemeente Barneveld heeft zich conform het raadsbesluit van december 1994 garant gesteld voor de door ons tot en met 1999 aangetrokken leningen. Met ingang van het boekjaar 2000 vindt borgstelling plaats door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ultimo boekjaar is de borgstelling als volgt te specificeren: Gemeente Barneveld
98
Jaarverslag 2011
Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
2011 €
2010 €
12.289.718
8.660.193
10.400
0
12.300.118
8.660.193
9.972.006
3.629.525
41.811
10.400
22.261.724
12.289.718
52.211
10.400
22.313.935
12.300.118
Saldo per 1 januari: • terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht • vermeerderingen/verminderingen Mutaties: • vermeerderingen vanwege nieuw verkochte woningen • opwaarderingen Saldo per 31 december: • terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht • vermeerderingen vanwege toename terugkoopverplichting
31-12-2011 €
31-12-2010 €
11.716.513
11.595.284
1.193.132
2.098.264
0
115.332
Belastingen en premies sociale verzekeringen
896.801
2.051.524
Aangegane verplichtingen
167.733
897.528
3.751.088
3.736.768
17.725.267
20.494.700
11.716.513
11.595.284
0
115.332
103.214
101.294
0
307.045
793.587
1.643.185
896.801
2.051.524
2.593.639
2.487.568
Planschade
328.512
400.000
Vooruit ontvangen huren
160.122
260.173
0
228.416
668.815
360.612
3.751.088
3.736.768
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
Overlopende passiva
Schulden aan kredietinstellingen Aflossing (fixe) leningen eerstkomend jaar
Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Schuld in rekening courant aan Muziek Theater Barneveld B.V.
Belastingen en premies sociale verzekeringen Af te dragen loonbelasting/sociale lasten Verschuldigde vennootschapsbelasting Af te dragen omzetbelasting
Overlopende passiva Nog niet vervallen rente
Per saldo vooruit gefactureerd inzake onderhanden projecten Overige transitoria
Jaarverslag 2011
99
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Investeringsverplichtingen Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw en aankoop van woningen tot een bedrag van circa € 1,6 miljoen (vorig jaar: € 11,1 miljoen). Deze verplichtingen komen naar verwachting binnen 1 jaar tot afwikkeling.
Huurkoopverplichting Met een leverancier is een huurkoopverplichting overeengekomen ter waarde van € 806.000. Betaling vindt plaats in 3 termijnen. Op balansdatum zijn 2 termijnen voldaan. De slottermijn ad € 111.000 is per 1 februari 2015 verschuldigd. Over de slottermijn is een rente verschuldigd van 6% per jaar, te voldoen in maandelijkse termijnen.
Terugkoopverplichting MGE In het kader van een project “Collectief Particulier Opdrachtgeverschap” (CPO) heeft de gemeente Barneveld in 2008 13 kavels in de kern Kootwijkerbroek met korting verkocht aan particulieren. De eigenaren hebben voor eigen rekening en risico de woningen gerealiseerd. In de leveringsakte van de kavels aan de eigenaren is voor hen de verplichting opgenomen om hun woning bij verkoop binnen 15 jaar aan te bieden aan Woningstichting Barneveld, overeenkomstig het door de gemeente vastgestelde MGE-statuut. De omvang van de mogelijke terugkoopverplichting is door ons niet op betrouwbare wijze te schatten.
Meerjarige contractuele verplichtingen Met 2 leveranciers zijn meerjarige overeenkomsten gesloten, te weten: • NCCW inzake de volledige bedrijfsadministratie, looptijd tot en met 31 december 2014, restant verplichting totaal circa € 485.000; • Océ inzake lease van een drietal kopieermachines, looptijd tot en met 31 december 2014, restant verplichting totaal circa € 25.000
Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid Woningstichting Barneveld vormt met Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V.en Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij B.V. sinds 1 januari 2008 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de stichting en de met haar gevoegde dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor terzake door de combinatie verschuldigde belasting. Woningstichting Barneveld vormt met Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V.en Barneveldse Kern Ontwikkelings Maatschappij B.V. een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de stichting en de met haar gevoegde dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor terzake door de combinatie verschuldigde belasting.
Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) Voorwaardelijk WSW-deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligo verplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. De obligoverplichting moet door de deelnemers niet in de balans, maar wel in de toelichting op de jaarrekening worden opgenomen onder “niet uit de balans blijkende verplichtingen”.
Tarief De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85%. De grondslag waarover het obligotarief wordt berekend is het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Voor het type lening met variabele hoofdsom is bepaald dat over 75% van de maximale hoofdsom obligo is verschuldigd. Voor collegiale financieringen is bepaald dat over 1/3 van het schuldrestant obligo is verschuldigd.
100
Jaarverslag 2011
4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening 2011 €
2010 €
22.824.984
21.877.427
-158.394
-138.758
22.666.590
21.738.669
1.036.735
954.092
101.988
94.744
-5.914
-3.515
-296.358
-274.145
836.451
771.176
97.172
117.024
4.874.026
1.971.784
-809.383
-542.031
Verkoopresultaat bestaand bezit vrije sector
4.064.643
1.429.753
Netto-opbrengst verkopen projecten voor derden vrije sector
2.056.804
4.635.919
-1.658.885
-3.748.102
397.919
887.817
Bedrijfsopbrengsten Huren Te ontvangen netto huur Af: derving wegens leegstand De hogere huuropbrengst in 2011 ten opzichte van 2010 ad € 948.000 is een gevolg van: • jaarlijkse huurverhoging, per 1 juli 2011 gemiddeld 1,30% (2010: 1,20%); • in 2010 en 2011 in exploitatie genomen complexen; • incidentele huurverhogingen ten gevolge van aangebrachte verbeteringen; • huurverhogingen a.g.v. huurharmonisatie m.i.v. oktober 2011. De huurderving bedraagt 0,69 % van de te ontvangen netto huur. In 2010 bedroeg dit percentage 0,63%.
Vergoedingen Te ontvangen vergoedingen Levering goederen en diensten Serviceabonnement Af: derving wegens leegstand Af: te verrekenen met huurders De toename van de vergoedingen in 2011 wordt veroorzaakt door aanpassing van de tarieven aan de kosten ontwikkeling en de inge bruikname van nieuwe complexen. De vergoedingsderving bedraagt 0,52% van de te ontvangen vergoedingen (2010: 0,34%).
Overheidsbijdragen Vrijval uit egalisatierekening van jaarlijkse toekenning BWS subsidie
Verkoop onroerende zaken Netto-opbrengst verkopen bestaand bezit vrije sector (27) Af: boekwaarde
Af: kostprijs verkopen bestemd voor derden vrije sector Verkoopresultaat projecten voor derden
587.821
599.597
Herwaardering
Vervaardigingsprijs verkopen onder voorwaarden
3.382.764
838.289
Mutatie verkoop onder voorwaarden
3.970.585
1.437.886
Totaal verkoopopbrengst
8.433.147
3.755.456
Jaarverslag 2011
101
2011 €
2010 €
38.623
86.452
144.401
129.775
78.079
56.255
2.855
2.784
263.958
275.266
7.386.025
3.055.479
Onroerende zaken niet zijnde woningen
57.781
60.785
Vervoermiddelen
48.746
35.784
Kantoor
71.935
71.935
Inventaris
86.919
89.385
7.651.406
3.313.368
Overige bedrijfsopbrengsten Geactiveerde productie t.b.v. eigen bedrijf Doorberekende personeelskosten Overige baten Bemiddelingsvergoeding
Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Woningen en woongebouwen
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Op grond van toepassing van de minimumwaarderingsregel hebben in het verslagjaar de volgende afboekingen c.q. terugnemingen op eerdere afboekingen plaatsgevonden: Afwaarderingen onrendabele investeringen nieuwbouwprojecten Terugneming op bijzondere waardeverminderingen voorgaande jaren Afwaardering wegens bijzondere waardeverminderingen Totaal overige waardeveranderingen
6.920.032
1.454.901
-2.774.000
-9.792.605
7.055.000
6.114.000
11.201.032
-2.223.704
De afwaarderingen 2011 hebben betrekking op de volgende nieuwbouw/ bestaande huurwoningen: 52 woningen Vondelhove, correctie 6 woningen Garderen Zuid
39.070 301.090
28 woningen Blankensgoed
1.603.785
40 woningen Veller II
1.416.087
19 woningen Hof van Kallenbroeck Revitalisatie maisonettes Oldenbarneveld
970.000 1.500.000
6 woningen Harmonie
166.000
Grond Zwartebroek
924.000
Totaal afwaarderingen nieuwbouw / bestaande huurwoningen
6.920.032
Jaarlijks wordt op complexniveau de boekwaarde getoetst aan de reële waarde. Ultimo 2011 bleek dat bij 14 complexen de bedrijfswaarde onder de boekwaarde ligt met a.g.v. een additionele waardevermindering van € 7,055.000 (v.j.: € 6.114.000). Anderzijds kon bij 22 complexen totaal € 2.774.000 wordenteruggenomen op eerdere afboekingen (vj: € 9.792.605)
102
Jaarverslag 2011
2011 €
2010 €
0
-300.000
2.319.859
2.139.494
Personeel derden
138.231
82.242
Ontvangen ziekengelden
-27.096
-58.370
2.430.994
2.163.366
Klachtenonderhoud
805.754
784.371
Serviceabonnement
109.797
116.301
Mutatieonderhoud
385.775
392.017
CV onderhoud/overige contracten
751.857
705.200
1.143.003
1.237.484
3.196.186
3.235.374
3.561.601
1.747.933
118.664
394.275
6.876.451
5.377.582
-501.778
-421.810
6.374.673
4.955.772
1. Overige personeelskosten
233.209
416.710
2. Huisvestingskosten
149.397
138.321
61.706
48.170
4. Algemene kosten
518.991
855.138
5. Heffingen
918.300
917.075
0
-129.722
1.828.906
2.187.462
3.710.509
4.433.155
Verleende korting op woningen verkocht onder voorwaarden Schattingswijzigingen inzake voorgaande jaren verantwoorde kortingen
Lonen en salarissen Salarissen inclusief vakantietoeslag
De stijging van de salarissen is het gevolg van CAO verplichtingen. Het gemiddeld aantal werknemers in dienst is gestegen t.o.v. het jaar 2010, namelijk van 43,9 naar 44,1. Het gemiddeld aantal werknemers is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten.
Lasten onderhoud
Bijzonder onderhoud Planmatig onderhoud Strategisch onderhoud af: onderhoudskosten eigen werkapparaat
Overige bedrijfslasten
3. Kosten Raad van Toezicht
6. Kosten projectontwikkeling 7. Overige directe exploitatiekosten
Jaarverslag 2011
103
2011 €
2010 €
9.829
11.177
1. Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten Kosten opleidingen
57.128
59.229
Kosten Individueel Loopbaanontwikkelings Budget
12.434
142.112
Vergoedingen
95.462
92.316
Overige personeelskosten
58.356
111.876
233.209
416.710
Op grond van artikel 10.4 van de CAO 2009-2010 heeft de werknemer die per 1-1-2010 langer dan 5 jaar in dienst is recht op een loopbaan ontwikkelingsbudget van € 4.500, e.e.a. naar rato van het aantal werkzame uren. Is de werknemer korter dan 5 jaar in dienst dan wordt het budget berekend a.d.h.v. het aantal dienstjaren. Indien de werknemer dit budget niet of gedeeltelijk benut zal het resterende bedrag na 5 jaar, dus per 31 december 2014, vervallen. 2. Huisvestingskosten Onderhoud gebouwen
48.640
37.068
Gas, water en elektra
33.154
36.689
Schoonmaken kantoorgebouw
40.773
38.771
6.366
6.670
20.464
19.124
149.397
138.321
45.500
34.466
1.057
974
15.149
12.730
61.706
48.170
• kosten automatisering
314.152
297.535
• advieskosten
296.242
35.769
• bewonersblad
33.098
41.582
• drukwerk
46.444
30.842
• advertentiekosten
45.587
63.234
• telefoonkosten
21.219
26.409
• portokosten
26.886
32.327
110.237
60.562
• contributies en abonnementen
28.698
21.062
• huurdersparticipatie
18.594
13.424
• advieskosten etc. samenwerking BLNW
10.953
38.464
Belasting en assurantie Overige huisvestingskosten
3. Kosten Raad van Toezicht Presentie- en vacatiegelden Reis- en verblijfkosten Overige toezichtskosten De toename van de presentie- en vacatiegelden is een gevolg van de loonontwikkeling conform de CAO woningcorporaties. 4. Algemene kosten Hieronder zijn opgenomen:
• accountantshonoraria
• diverse overige algemene kosten • verrekening Pro Rata
104
Jaarverslag 2011
166.881
193.927
-600.000
0
518.991
855.138
De advieskosten betreffen voornamelijk het actualiseren van het portfoliomanagement, herontwerp van de ICT-infrastructuur alsmede juridische- en projectontwikkelingsadviezen. Door een gerechtelijke uitspraak in 2010 kunnen woningcorporaties teruggaaf van voorbelasting claimen over het gemengd verbruik van goederen en diensten naar verhouding tussen de belaste omzet en de totale omzet. Woningstichting Barneveld heeft hiervan gebruik gemaakt met terugwerkende kracht tot het boekjaar 2005. Het verzoek tot teruggaaf zal ca. € 600.000 opleveren over de boekjaren 2005 t/m 2011. 2011 €
2010 €
• Controle van de jaarrekening
41.650
29.729
• Fiscale advisering
68.587
30.833
110.237
60.562
Onroerend zaak belasting
700.867
690.777
Waterschapslasten
110.270
115.905
Brand- en stormverzekering
69.278
72.034
Contributie Aedes
37.885
38.359
918.300
917.075
Nagekomen lasten en reserveringen koopprojecten
0
268.264
Vrijval reservering inzake ingestelde schadeclaim
0
-329.970
Nagekomen toegekende schadeclaim
0
-68.016
0
129.722
• gas, water en electraverbruik
378.337
372.223
• schoonmaken algemene ruimten
149.127
143.270
• onderhoud groenvoorzieningen
71.029
66.079
• overige servicekosten
25.426
12.928
• levering goederen en diensten
623.919
594.500
• kosten leefbaarheid
479.563
879.022
• vogelaarheffing
260.359
254.917
• diverse directe exploitatielasten
465.065
459.022
1.828.906
2.187.462
In het boekjaar zijn de volgende accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de woningstichting zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1 lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). 5. Heffingen
6. Kosten projectontwikkeling
7. Overige directe exploitatielasten Naast de kosten vanwege de levering van goederen en diensten (servicekosten) zijn hieronder tevens diverse overige lasten in verband met de woningexploitatie opgenomen. Deze post is als volgt nader te specificeren:
Jaarverslag 2011
105
2011 €
2010 €
58.615
2.526
Rentebaten Rente rekening courant banken Rente deposito’s/spaarrekeningen Geactiveerde rente Rente op vorderingen Rente deurwaardersvorderingen
16.659
1.995
173.249
88.148
10.452
7.026
337
439
259.312
100.134
75
73
-52.509
-9.305
-509
-507
-53.018
-9.812
5.985.149
5.941.012
17.992
12.489
6.003.141
5.953.501
Opbrengsten financiële vaste activa Rente groepsmaatschappijen
Resultaat deelnemingen jaarresultaat 48,75% deelneming Muziek Theater Barneveld B.V. Jaarresultaat 100%-deelneming Veluwe Vallei Vastgoed Holding B.V.
Rentelasten Rente leningen kredietinstellingen Disagio WSW
2011
Belastingen Berekende (acute) belastingen over 2011 Correcties voorgaande jaren Latente belastingen
0
0
1.144.605
0
502.250
-317.267
1.646.855
-317.267
Berekende (acute) belastingen over 2011 De berekende belasting over 2011 is als volgt bepaald: Resultaat voor belastingen volgens de jaarrekening
-5.588.859
Bijzondere waardeverminderingen
11.201.032
Fiscaal projectresultaat Vondelhove
-4.000.000
Afschrijvingen Deelnemingsvrijstelling Verkoopresultaat Tijdelijk verschil leningen o/g (pro rata) Tijdelijke verschillen Berekende fiscale winst over 2011
106
Jaarverslag 2011
7.386.025 53.018 -8.433.147 -572.304 5.634.624 45.764
2011 Het belastbaar bedrag over het boekjaar is als volgt bepaald: Berekende fiscale winst over 2011
45.764
Niet-aftrekbare kosten en lasten: • vogelaarheffing • raming gemengde kosten
260.359 6.960 267.319 313.083 -313.083
Af: dotatie aan Herbestedingsreserve (HBR) Belastbaar bedrag
0
Hierover verschuldigde winstbelasting
0
De effectieve belastingdruk over 2012 bedraagt 0% (vorig jaar: idem), het gemiddeld wettelijke belastingtarief bedraagt 24,85%. De afwijking wordt veroorzaakt door de toepassing van verliescompensatie en het vormen van latenties wegens tijdelijke verschillen tussen de vennootschappelijke en fiscale waarderingen. 2011 €
2010 €
-47.000
612.000
-143.750
116.733
• mutatie wegens voorgenomen verkopen
-2.023.000
437.000
Subtotaal inzake actieve latentie
-2.213.750
1.165.733
-2.716.000
1.483.000
502.250
-317.267
Latente belastingen De post latente belastingen is als volgt te specificeren: Actieve latenties: • mutatie inzake verliescompensatie • mutatie inzake tijdelijk verschil langlopende leningen
Passieve latentie • mutatie inzake fiscale onderhouds reserve Saldo latente belastingen
Jaarverslag 2011
107
4.7 Overige informatie
4.7.1
Werknemers
Gedurende het jaar 2011 waren gemiddeld 44,1 werknemers in dienst (2010: 43,9). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten.
4.7.2
Bestuurders en commissarissen
Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen van: • bestuurder • voorzitter Raad van Toezicht • leden Raad van Toezicht De bezoldiging van de bestuurders omvat: 2011 €
2010 €
123.267
23.633
24.164
4.073
147.431
27.706
A. Jongstra vanaf 1 november 2010 • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte) • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en VUT) J.M.M. Meesters, tot 1 oktober 2010: • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte)
118.318 16.645
• beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en VUT) 0
134.963
147.431
162.669
• voorzitter Raad van Toezicht
11.314
8.514
• 5 leden van de raad van Toezicht, ieder € 7.542,50 (vorig jaar: € 5.677)
37.713
28.383
49.026
36.896
Totaal De bezoldiging van de leden van de commissarissen is als volgt te specificeren:
De bezoldiging van de commissarissen betreft enkel hun lidmaatschap van de Raad van Toezicht. Naast de voorzitter telt de Raad 5 gewone leden die ieder een gelijke bezoldiging hebben ontvangen.
4.7.3
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
Vanaf 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Een deel van de wet is van toepassing verklaard op toegelaten instellingen volkshuisvesting. In 2011 is aan geen enkele werknemer een salaris uitbetaald dat hoger is dan de Balkenendenorm (vorig jaar: idem).
108
Jaarverslag 2011
5. Overige gegevens 5.1 Wettelijke resultaatbestemming Op grond van de bepalingen in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) dienen de jaarlijkse resultaten geheel toegerekend te worden aan de overige reserves.
5.2 Voorstel resultaatbestemming Vooruitlopend op de vaststelling en goedkeuring door respectievelijk bestuur en Raad van Toezicht is het nadelig jaarresultaat volgens de winst- en verliesrekening over 2011 ad € 3.942.004 geheel ten laste gebracht van de overige reserves.
Jaarverslag 2011
109
6. Accountantsverklaring Tel: +31 (0)74 276 42 00 Fax: +31 (0)74 276 43 00
[email protected] www.bdo.nl
BDO Audit & Assurance B.V. Postbus 275, 7550 AG Hengelo Mosweg 42, 7556 PG Hengelo Nederland
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Raad van Toezicht en het bestuur van Woningstichting Barneveld te Barneveld Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van Woningstichting Barneveld te Barneveld gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de winst-en-verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van Bijlage III bij het Besluit beheer sociale-huursector. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Statutair gevestigd te Eindhoven en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 17171186. BDO Audit & Assurance B.V. is lid van BDO International Ltd, een rechtspersoon naar Engels recht met beperkte aansprakelijkheid, en maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van juridisch zelfstandige organisaties die onder de naam “BDO” optreden.
110
Jaarverslag 2011
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Woningstichting Barneveld per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer socialehuursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, sub a van het Besluit beheer sociale-huursector, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 BW 2 is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Verder vermelden wij dat is voldaan aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen zoals bedoeld in de MG 2005-04, MG 2008-03, MG 2010-03 en MG 2011-02, alsmede aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van grondaankopen zoals bedoeld in de MG 2001-26 en de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van sponsoractiviteiten zoals bedoeld in MG 2006-04. Hengelo, 25 mei 2012 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze,
w.g. R.W. van Hecke RA
Jaarverslag 2011
111
Bezoek / Post
Telefoon / Fax / E-mail
Internet
Parmentierstraat 1 Postbus 61 3770 AB Barneveld
T 0342 - 427 500 F 0342 - 427 599
[email protected]
wstg-barneveld.nl