Het Goese Lyceum schoolplan 2012-2016
KIEZEN IS DOEN ! Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 20 januari 2012 Instemming verleend door de (d)mr d.d. 24 januari 2012
Voorwoord Met het schoolplan Kiezen is doen spreken wij onze ambities uit voor de ontwikkeling van Het Goese Lyceum voor de periode augustus 2012 - augustus 20161. In een aantal bijeenkomsten in het laatste kwartaal van 2009, respectievelijk het eerste kwartaal van 2010 stelden schoolleiders en overige personeelsleden gezamenlijk de missie en visie van Het Goese Lyceum vast. Schoolontwikkelingen én maatschappelijke en regionale ontwikkelingen anno 2010 vormden de aanleiding én de basis voor het (her)formuleren van onze missie en het vertalen daarvan in onze visie op het leren en op de persoonlijke ontwikkeling van jongeren en medewerkers. In dit schoolplan wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de term ‘streefbeeld’ dat vooral gelezen moet worden als ‘een aantrekkelijk toekomstperspectief’. Vanuit een streefbeeld geeft de school richting aan de ontwikkelingen en maakt ze keuzes voor de periode 20122016 en daarna. Een streefbeeld bouwt voort op wat goed en aanwezig is. Een streefbeeld schetst wat de school op één of meerdere terreinen wil 'doorontwikkelen' omdat ze het voor leerlingen en medewerkers betekenisvol vindt; het streefbeeld is geënt op de visie en de missie van Het Goese Lyceum. De medewerkers van Het Goese Lyceum zijn in de gelegenheid gesteld een bijdrage te leveren aan realisatie van dit schoolplan; het heeft uiteindelijk geleid tot besluitvorming over de wijze waarop de school de streefbeelden organiseerbaar en betaalbaar zal realiseren. Er zijn zes streefbeelden geformuleerd, die onder meer betrekking hebben op onze missie en visie, het onderwijs en de begeleiding van leerlingen,de organisatie en de organisatiestructuur, personeel en kwaliteitszorg De streefbeelden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, divers leren in een krachtige leeromgeving” Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, leren van elkaar” Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, in de wereld” Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, een excellente school” Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, een effectieve school” Het streefbeeld “Het Goese Lyceum, een professionele lerende organisatie”
Organisatieontwikkeling in hoofdlijnen In het schoolplan wordt een aantal prioriteiten gesteld voor de verdere ontwikkeling en profilering van onze school. De brede inhoud van ons onderwijsaanbod is daarbij leidend. Voor wat betreft de ontwikkeling van de organisatie van Het Goese Lyceum en zijn medewerkers wordt op middellange en lange termijn prioriteit gegeven aan: 1. 2. 3. 4.
het bieden van een uitdagende en krachtige leeromgeving aan jonge volwassenen de verbetering van het leerrendement in onze onderwijsorganisatie een goed georganiseerde & financieel gezonde professionele organisatie teamontwikkeling en een sterk ontwikkeld personeelsbeleid dat uitdagingen én kansen biedt aan de medewerkers van Het Goese Lyceum 5. het effectief in- en extern communiceren van het aanbod van Het Goese Lyceum en de kwaliteit van het onderwijs
Willen wij ons in de regio blijven profileren, dan ontkomen wij er niet aan om, naast de vertaling van onze onderwijsvisie naar de dagelijkse praktijk en een gedegen organisatie, ook een meer duurzame profilering c.q. herkenbaarheid te kiezen dan nu het geval is. Deze profilering dient gepaard te gaan met een keuze voor kwaliteit en diepgang waarbij wij tegelijkertijd veel waarde hechten aan een ruim aanbod van culturele, kunstzinnige, beroepsoriënterende, onderzoekende en sportieve binnen- en buitenschoolse activiteiten voor onze leerlingen. Het bestaande profiel zal dus verder uitgebouwd, verdiept en vooral ook geborgd moeten worden. Daarnaast moeten wij onze ogen niet sluiten voor maatschappelijke ontwikkelingen die niet onopgemerkt aan het onderwijs, zoals wij dat aanbieden in onze school, zijn voorbijgegaan.
1
Het schoolplan is geschreven voor de periode 2012-2016. Om alle ambities waar te maken richten wij onze blik naar 2020/2025. 2
Profilering in hoofdlijnen De profilering zal gestalte krijgen door het doorontwikkelen van een stevig schoolprofiel dat stoelt op: 1. excellente resultaten van het onderwijs 2. talentontwikkeling - het bieden van kansen voor leerlingen met een zorgvraag en hoogbegaafde leerlingen - niveaudifferentiatie in samenhang met verbetering van het rendement in het onderwijsleerproces - technasium /techmHavo - tweetalig onderwijs (havo en vwo) 3. profilering kunst & cultuur - talentbegeleiding kunst, cultuur en sport - kunst & cultuur borgen in het aanbod van de onder- en bovenbouw inclusief examinering (open podium, film, keuzewerktijd & buitenschoolse activiteiten) 4. wereldburgerschap - maatschappelijke stages en internationalisering 5. een sterk en herkenbaar zorgprofiel voor de bediening van zorgleerlingen in de Oosterschelderegio in de context van Passend Onderwijs 6. een krachtige beroepsgerichte leeromgeving met doorlopende leerlijnen arbeidsmarkt en beroepsopleidingen. Bovenstaande ‘labels’ zijn als het ware de vliegwielen voor de verdere ontwikkeling van ons onderwijsconcept met onder meer de uitbreiding, consolidatie en borging van het bestaande onderwijsconcept, een versterking van de rol van ICT in het onderwijsleerproces in relatie met een hierop afgestemd leermiddelenbeleid, het verhogen van de taal- en rekenvaardigheid, de herprofilering vmbo intersectoraal, leerlingen- en ouderparticipatie en kwaliteitsbeleid. Een schoolplan heeft het gevaar in zich te verworden tot een papieren tijger die na verloop van tijd onder in een lade verdwijnt. Voor ons is het schoolplan een levend document waarbij een aantal ontwikkelingen op hoofdlijnen en uitnodigend is geformuleerd. Dit schoolplan bestaat uit een algemene omschrijving van onze missie, onze visie, onze besturingsfilosofie en de ambities voor de toekomst. Hoofdstuk één schetst de historische ontwikkeling van de Pontes scholengroep en die van Het Goese Lyceum. In hoofdstuk twee besteden wij aandacht aan onze visie op de ontwikkeling van jonge volwassenen en het onderwijzen in een professionele omgeving. Ons motto Kiezen is doen hebben wij vertaald naar concrete ambities die wij willen realiseren in het onderwijs zoals wij dat aan onze leerlingen verzorgen. Achter de voor leerlingen geformuleerde ambities gaan impliciet vele andere ambities schuil die betrekking hebben op ons personeelsbeleid en de schoolorganisatie. De gestelde ambities zijn kenmerkend voor de wijze waarop wij anticiperen op de maatschappelijke en regionale ontwikkelingen en worden in hoofdstuk drie geschetst. In hoofdstuk vier en hoofdstuk vijf hebben wij onze streefbeelden in concrete ambities geformuleerd en gegroepeerd op leerlingenniveau, op het niveau van de medewerkers en op organisatieniveau. Na de vaststelling van het algemene schoolplan zal een verdere uitwerking in teamontwikkelplannen plaatsvinden. Jaarlijks worden deze teamontwikkelplannen geactualiseerd en vastgesteld volgens de kwaliteitscyclus. Tussen het uitspreken van ambities en het daadwerkelijk realiseren van de ambities in de praktijk zit een wereld van verschil waarbij de inzet van alle medewerkers, de leerlingen en de betrokkenheid van de ouders de succesfactoren vormen om de ambitie in de praktijk waar te kunnen maken. Waardevolle suggesties door de medewerkers aangereikt, zijn, in algemene omschrijvingen, in het schoolplan opgenomen. De uitwerking in de praktijk zal plaatsvinden door opname in de teamontwikkelplannen van de verschillende deelscholen. Ten slotte verschaft het nieuwe schoolplan duidelijkheid over de koers van onze school en schept het vertrouwen om de toekomst optimistisch tegemoet te treden. Namens de schoolleiding Leo de Kraker, rector
3
Inhoudsopgave
Voorwoord 1. De ontwikkeling van Het Goese Lyceum Historisch perspectief 2. Kiezen is doen
Over onze visie, de ontwikkeling van jonge volwassenen en het onderwijzen in een professionele omgeving 3. Maatschappelijke en regionale ontwikkelingen Over de ontwikkelingen buiten onze school die invloed hebben op ons onderwijs 4. Meer streefbeelden voor de toekomst
Over onze visie op onderwijs en de ambities die wij daarbij hebben 5. Hoe maken wij onze ambities waar?
Over onze sturingsfilosofie en wat wij verstaan onder kwaliteitszorg 6. Bronnen 7. Bijlagen • 1. Format teamontwikkelplan • 2. Format swot-analyse • 3. Format meerjaren activiteitenplanning algemene en teamoverstijgende ontwikkeling
4
1. De ontwikkeling van Het Goese Lyceum Hoe anders is de wereld vandaag de dag. De verlokkingen van internet, de vele verschillende zenders en de toegankelijkheid tot de wereld en het wereldnieuws is enorm toegenomen. Tel daarbij op dat de reclame onze westerse wereld beheerst en wij kunnen concluderen dat de grenzenloze generatie Einstein (de jeugd van tegenwoordig) het aanmerkelijk moeilijker heeft dan de jeugd in het verleden. Het zoeken naar een eigen identiteit wordt er ook niet gemakkelijker op. Als openbare school willen wij dat onze leerlingen zich in onze hedendaagse en complexe wereld veilig en geborgen voelen. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen, op zoek naar een eigen identiteit, zichzelf kunnen zijn in de wijze van kleden, in de vrijheid van meningsuiting en in de ontmoeting met andere leerlingen die afkomstig zijn uit verschillende milieus en die verschillende levensbeschouwingen als wegwijzer voor het leven van hun ouders hebben meegekregen. Een respectvolle benadering van verschillen tussen mensen is de basis voor een tolerante Nederlandse samenleving waar wij trots op kunnen zijn. Een samenleving waarin iedereen naast en vooral met elkaar kan leven. Een samenleving waarin geen plaats is voor diegenen die haat en verderf zaaien en de samenleving, waar al onze leerlingen deel van uitmaken, trachten te verscheuren. Pontes scholengroep Het schooljaarplan van Het Goese Lyceum is in zijn uitgangspunten gelieerd aan de visie/missie die voor de Pontes scholengroep eind schooljaar 2010-2011 opnieuw is geformuleerd. Missie Pontes Scholengroep
De Pontes scholengroep helpt leerlingen van alle opvattingen en achtergronden zich te ontplooien tot jonge volwassenen met een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit wordt gerealiseerd met open vensters, respect en verdraagzaamheid en door het bieden van een eigentijdse krachtige leeromgeving van hoge kwaliteit, die efficiënt gebruik maakt van de modernste inzichten op onderwijskundig gebied. Pontes is daardoor aantrekkelijk voor zowel leerlingen als medewerkers. Concreet betekent dit dat de locaties van Pontes scholengroep worden getoetst aan de volgende criteria: • elke school heeft een sterke en positieve profilering • ouders en leerlingen komen graag naar de school • medewerkers zijn trots op de school, innovatief, productief en tevreden • resultaatmeting van de inspectie is overal 'in het groen' • leerlingen onderscheiden zich door goede resultaten en maatschappelijke verantwoordelijkheid • inkomsten en uitgaven zijn in gezonde balans Het bovenstaande wordt in dit schoolplan uitgewerkt. Een openbare school Het Goese Lyceum is een openbare scholengemeenschap. De school hecht waarde aan de pluriformiteit in geloofsbeleving en wereldbeschouwingen van leerlingen, hun ouders en personeelsleden. Wij vinden het bovendien belangrijk dat de kernwaarden openheid, rechtvaardigheid, respect, zorgzaamheid en betrokkenheid zichtbaar in de school aanwezig zijn. Wie wij nog meer zijn Het Goese Lyceum, met zijn beide locaties in Goes, vormt samen met de scholengemeenschap Professor Pieter Zeeman in Zierikzee en PRO Noordzelke de Pontes Scholengroep en maakt deel uit van de Stichting Pontes Scholengroep. Het bevoegd gezag wordt gevormd door het College van Bestuur. Voorzitter leden
: :
dhr J. Hendriks MBA dhr drs L.K. de Kraker, dhr J. Lommen, mw A.P. de Nooijer - van Brummelen
Het bestuursmodel kent een Raad van Toezicht waarin zitting hebben: voorzitter vicevoorzitter
: :
dhr ir H.J.L. de Kraa mw drs C.A. Sijderius 5
leden : dhr J.P. Geysen, dhr drs R.T.B. Jansen, dhr mr J.M. de Jonge, dhr D. v.d. Wekken Het Goese Lyceum heeft de volgende opleidingen in huis: • vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (inclusief intersectorale programma’s) • vmbo gemengde en theoretische leerweg) • havo • vwo (atheneum & gymnasium) Het Goese Lyceum kan verder geschetst worden als een school waar het verwerven van kennis centraal staat en tevens als een innovatieve school waar veel aandacht wordt besteed aan het aanbieden van een zo breed mogelijk palet aan creatieve, kunstzinnige, onderzoekende en sportieve activiteiten voor onze leerlingen. Waar wij vandaan komen Het Goese Lyceum te Goes bestaat in zijn huidige vorm - een school voor vmbo-b/-k/-g/-t, havo en vwo, inclusief gymnasium - sinds 1999. De geschiedenis van deze jonge school gaat echter terug tot 1865, toen op initiatief van minister J.R. Thorbecke de hbs in Goes werd gesticht. In 1946 werd deze uitgebreid met een gymnasium. In 1986 kwam er een mavo-afdeling bij, door fusie met de gemeentelijke Burg. Van Dusseldorp-mavo. In 1999 fuseerde Het Goese Lyceum met Groot Stelle, een school voor vbo in Goes. Groot Stelle was ontstaan uit een fusie van de vakschool en de Ambachtschool. De ambachtschool was opgericht in 1876 en één van de eerste ambachtscholen in Nederland. De combinatie vormt Pontes met een fusieschool scholen in Zierikzee: Pieter Zeeman, een samengaan van Professor Zeeman (mavo, havo, vwo) en Scholengemeenschap Schouwen-Duiveland (vbo). Het Goese Lyceum kent sinds 1999 een tweetalige vwo-afdeling. In ruim 145 jaren heeft de school zich een belangrijke streekfunctie verworven. Veel scholieren komen uit Goes en de de wijde omtrek van Goes naar Het Goese Lyceum. Hoe wij willen groeien Als mens is iedereen gelijkwaardig aan anderen, maar tussen professionals zijn er grote verschillen in kwaliteit te zien. Er is sprake van ongelijkheid tussen professionals, ofwel de erkende professionele ongelijkheid. In een professionele cultuur wordt er uitgegaan van de verschillen en worden de verschillen ook erkend en gewaardeerd. Wij vinden het in onze school normaal dat mensen elkaar kunnen aanspreken op wat ze kunnen en dat wij openlijk met elkaar kunnen bespreken wat wij niet kunnen. De kwaliteit van ons onderwijs en de kwaliteit van de medewerker als onderwijsondersteunend personeelslid, docent of leidinggevende staan hierbij centraal. Niet iedereen hoeft alles te weten en over alles mee te praten. Aan medewerkers met kennis en/of specifieke affiniteit schenken wij het vertrouwen beleid te helpen ontwikkelen en hierover adequaat te communiceren. Om te transformeren naar een professionele organisatie hebben leidinggevenden en docenten nog enkele slagen met elkaar te maken. Tegelijkertijd is dat de uitdaging die ons allen bindt. Wat anderen zeggen De school heeft een goede naam in de regio Bevelanden. Buiten het doelgebied heeft de school in de loop der jaren een uitstekende naam opgebouwd. De rapportages van de inspectie stemmen over het algemeen tot tevredenheid, zij het dat er wel enige waarschuwende opmerkingen zijn gemaakt voor wat betreft specifieke kwaliteitsindicatoren op de opbrengstenkaarten. Het rendement op de locatie Bergweg verdient aandacht. Tegelijkertijd dient de locatie Van Dusseldorpstraat meer aandacht te besteden aan het planmatig handelen. Uit de tevredenheidmetingen blijkt dat direct betrokkenen (leerlingen, ouders, toeleverende basisscholen e.a.) overwegend positief staan tegenover de school. Good Governance ten dienste van goed onderwijs Meer dan in het verleden hebben scholen tegenwoordig een steeds grotere autonomie die ons als organisatie verplicht tot het afleggen van verantwoording aan de omgeving. Tegelijkertijd worden wij verplicht tot het afleggen van verantwoording van de professionalisering van het bestuur en het interne toezicht. Good Governance beoogt de verhouding tussen bestuur en directie te regelen, inclusief interne en externe verantwoording en toezicht. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van gemeenschappelijke en gedeelde beelden over de betekenis van goed bestuur, goed toezicht en goed management en dit alles ten dienste van goed onderwijs. Vanuit het bovenstaande geschetste perspectief neemt onze school deel aan de pilot van de VO-raad Vensters voor verantwoording.
6
“Samenwerken binnen duidelijke kaders” Maatschappelijke ontwikkelingen zijn er debet aan dat er vormen van samenwerking tussen onderwijs- en maatschappelijke organisaties worden aangegaan. Wij hechten veel waarde aan samenwerking en stellen daarbij als randvoorwaarde dat samenwerking een aantoonbare meerwaarde moet opleveren voor onze leerlingen en onze medewerkers in de school. Vanuit deze grondgedachte werkt Het Goese Lyceum samen met2: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
•
2
De Alliantie (convenant VO-scholen Openbaar Onderwijs Zeeland & West-Brabant) het Samenwerkingsverband Oosterschelde Regio Consortium Natuurlijk Leren Decanenkring(en) Platform VMBO Intersectoraal. Vrienden van Elektro (Experimentele) Zeeuwse opleidingsschool Netwerk VMBO Netwerk Technasium (Inclusief Stichting Technasium) Netwerk Cultuurprofielscholen Scoop Zeeland Kunst- en Cultuur Educatie Oosterschelderegio, Goes De Vleeshal – Middelburg Kunstuitleen de Bevelanden, Goes Janvier, Goes ’t Beest, Goes De Mythe, Goes RO-theater, Rotterdam ArtMark, Nijmegen Boymans van Beuningen, Rotterdam Kunsthal, Rotterdam Van Gogh museum, Amsterdam, Rotterdam Hermitage, Amsterdam Muhka, Antwerpen Kunstcentrum Haagweg, Leiden Museum van Oudheden, Leiden Jeugd Dans Theater, Scapino in de school Galerie van de Berge, Goes Zeeuws Museum, Middelburg Dansstudio Free Stadsarchief Historisch museum de Bevelanden Hollandse Hoeve BAZAR leescafé Inktaap (Passionate/Bulkboek) VARA cabaretbattle Kunstbende Film by the Sea, Vlissingen Willem III, Vlissingen Carte Blanche, Antwerpen Ellgurd’s School, Antwerpen Centre Pompidou, Parijs Musée d’Art Moderne (MAM), Parijs Parson’s school, fashion department, Parijs Bibliotheek Dansschool Dazzle Jeugdtheaterschool Spiegeltheater Gemeente Goes Netwerk TweeTalig Onderwijs (TTO) Europees Platform Internationale uitwisselingen met scholen in o.a. Frankrijk, Finland, Polen Platform Technische Installaties Platform Mobiliteit Platform Metalektro Platform Bouwen,Wonen en Interieur ROC Zeeland (stages onderwijsassistenten) Technocentrum Zeeland Vele stagebedrijven locatie Bergweg.
Deze opsomming is niet limitatief. 7
2. Kiezen is doen Over onze visie, de ontwikkeling van jonge volwassenen en het onderwijzen in een professionele omgeving. Wat willen wij bereiken met ons onderwijs? We willen leerlingen de ruimte en de ondersteuning bieden om zich als persoon te ontwikkelen én we willen hen toerusten met de kennis, vaardigheden en inzichten om met succes deel te nemen aan vervolgonderwijs, en tevens om op school en in de maatschappij een betekenisvolle bijdrage te kunnen te leveren. Wij bereiden onze leerling voor op participatie in een complexe, zich ontwikkelende samenleving. In het leven van opgroeiende mensen draait het, in onze samenleving, steeds meer om het samengaan van kennis, inzicht, vaardigheden met creativiteit, persoonlijkheid, verantwoordelijkheid en het leiding kunnen nemen en ontvangen. In onze moderne samenleving leveren mensen een unieke en persoonlijke bijdrage. De maatschappij vraagt van haar burgers dat zij in staat zijn zelfstandig afwegingen te maken en daarbij uit te gaan van waarden van menselijkheid en respect voor de leefomgeving. Visie op leren De ervaringswereld van onze leerlingen is ons uitgangspunt. Gebruik maken van de digitale aspecten van deze wereld waarin leren altijd en overal plaatsvindt en ervoor zorgen dat deze wereld een plaats krijgt in onze klassen en in ons onderwijs. Leren is een actief, creatief en sociaal proces. Actief, zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren Wij gaan uit van een persoonlijke en professionele benadering van onze leerlingen waarbij wij de eigen creativiteit en zelfstandigheid van de leerlingen zoveel mogelijk willen bevorderen. In een veilige en goed gestructureerde leeromgeving wordt het zelfstandig werken en zelfverantwoordelijk leren van leerlingen gestimuleerd. De leerlingen worden hierbij ondersteund door professionele, onderwijskundig en vakinhoudelijk goed geschoolde medewerkers die nauw met elkaar samenwerken in teams. Een transparante leerlingenbegeleiding door mentoren, remedial teachers, counselors (leerling- en interne begeleiders), zorgcoördinatoren en zorg(advies)teams waarborgt de extra aandacht voor leerlingen aan de onder- en aan de bovenkant van het zorgspectrum. Een brede ontwikkeling van alle leerlingen Het onderwijs in onze school stelt zich als doel, de verschillen in niveau en interesses tussen leerlingen op te merken en op basis daarvan het onderwijs zo in te richten dat binnen het onderwijsaanbod een zo hoog mogelijk niveau aan kennis, inzichten, vaardigheden – kortom: optimale ontplooiingsmogelijkheden voor iedere leerling bereikt worden. Het onderwijs dat wij aanbieden draagt bovendien bij aan een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming van leerlingen. Niet alleen het verwerven van kennis staat centraal. Ook aan de sociaalemotionele, creatieve en lichamelijke ontwikkeling en aan de ontwikkeling van vaardigheden en competenties van alle leerlingen wordt binnen het onderwijsprogramma op Het Goese Lyceum aandacht geschonken. Er is sprake van echt leren wanneer de leerling verbanden gaat zien en persoonlijk het betekenisvolle effect van leren ervaart. 21st Century Skills Zoals gesteld heeft Het Goese Lyceum kennisverwerving hoog in het vaandel staan. Echter, de wereldburger van de toekomst heft meer nodig dan louter kennis. De zeven belangrijkste competenties van belang voor een succesvolle maatschappelijke carrière, ook wel de 21st Century Skills genoemd, zijn: samenwerken probleemoplossend vermogen ict-geletterdheid creativiteit kritisch denken communiceren sociale en culturele vaardigheden In het vormgeven van ons onderwijs kan het dan ook niet anders zijn dat de ontwikkeling van deze competenties een zichtbare en duidelijk aanwezige plaats innemen in het curriculum.
8
21st Century Skills
Effectief onderwijs Onze onderwijskundige visie werken we uit in onze onderwijsorganisatie. We doen dat aan de hand van een aantal kwaliteitsindicatoren waaraan de kwaliteit van ons onderwijs aan de leerlingen steeds wordt afgemeten. Wij laten ons hierin inspireren door de vele onderzoeken die er gedaan zijn naar het succes van de effectieve scholen. Streefbeeld “Het Goese Lyceum, een effectieve school" Uit onderzoek kwam naar voren dat er vijf factoren te zijn, die door diverse onderzoekers gekoppeld worden aan het al dan niet effectief zijn van scholen. Het zijn deze vijf factoren, die in de literatuur bekend staan als het "vijf factoren model van schooleffectiviteit". Deze vijf factoren zijn 1. Een sterk onderwijskundig leiderschap De schoolleiding heeft een duidelijke visie op het onderwijs en geeft op basis daarvan vorm aan de organisatie van de school. Het beleid is gericht op een ordelijke omgeving, waarin effectief onderwijs mogelijk is. 2. Positieve en hoge verwachtingen van de prestaties van leerlingen De leraren hebben positieve verwachtingen ten aanzien van hun leerlingen en het effect van hun onderwijs. Zij laten blijken dat ze vertrouwen hebben in de mogelijkheden van de leerlingen en zijn ervan overtuigd dat ze deze door effectief onderwijs kunnen ontwikkelen. 3. Een positief , ordelijk en veilig schoolklimaat Schoolleiding en leraren hechten aan een ordelijke en veilige omgeving, waarin leerlingen zo goed mogelijk kunnen leren en werken. In het team heerst een open klimaat. Samen dragen de leraren de verantwoordelijkheid voor de prestaties van de leerlingen. 4. Nadruk op de verwerving van basisvaardigheden Schoolleiding en leraren hechten veel waarde aan een goede beheersing van taal en rekenen. Voor wat betreft het taalonderwijs kiezen wij voor een sterk gepositioneerd taalgericht vakonderwijs. 5. Regelmatige beoordeling van de vorderingen van de leerlingen Met een goed functionerend leerlingvolgsysteem kan men de vorderingen van de leerlingen bijhouden. Zo is het mogelijk in een vroeg stadium te beoordelen welke leerlingen achterblijven en kunnen passende maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld door extra hulp te bieden.
9
Een professioneel lerende organisatie Wij zijn een lerende, flexibele en veranderingsgezinde organisatie in beweging en bouwen aan onze school om leerlingen een zo realistische en contextrijk mogelijke leeromgeving aan te bieden. We nemen daarbij kleine stappen die we vervolgens evalueren. Daarbij staat het leren leren centraal: hoe leren leerlingen en hoe leren docenten en andere medewerkers? Wij staan open voor de visie “dat het altijd beter kan” en dat de medewerkers nog altijd kunnen leren. Leren van én met elkaar bevordert de individuele groei en ook de groei van de organisatie. Fouten maken hoort daarbij, van je fouten leer je misschien wel het meest: je leert hoe je het niet moet doen. Deze tolerantie ten aanzien van fouten bevordert een klimaat van experimenteren, dingen durven uitproberen. De succeservaringen delen wij met de leerlingen en met elkaar. We hanteren hier de metafoor van de trektocht: het reisdoel is bekend, de wegen ernaartoe zijn verschillend, waarbij we nog niet precies weten welke wegen we kiezen en waar we tussentijdse stops maken. Een professioneel lerende organisatie stelt hoge eisen aan de communicatie. Openheid in onderlinge communicatie en met de leerling en de omgeving is een voorwaarde voor ons gezamenlijk leren. Hierbij is sprake van een wisselwerking want omgekeerd werkt een lerende organisatie weer bevorderend op een open klimaat. Voor een succesvol leerproces is vertrouwen in elkaar en een veilig klimaat een basisvoorwaarde. Zowel voor leerling als docent geldt, dat hij/zij zich eerst veilig moet voelen voordat hij/zij kan gaan leren. Wij beseffen hierbij heel goed dat (nieuwe) veranderingen voor sommige medewerkers kan betekenen dat zij zich minder veilig voelen omdat ‘platgetreden paden’ soms opnieuw verlaten zullen (moeten) worden. Het streefbeeld “Het Goese Lyceum een professioneel lerende organisatie” Het Goese Lyceum als lerende organisatie wordt zichtbaar in onze organisatie doordat3: 1. er sprake is van erkende ongelijkheid tussen professionals; 2. er draagvlak wordt gecreëerd bij 80% van deskundigen; 3. er wordt gewerkt met beslissers; 4. er duidelijke, voor ieder toegankelijke actie- en besluitenlijsten zijn; 5. men elkaar aanspreekt op gedrag; 6. men reageert op wat iemand doet; 7. men spreekt voor zichzelf en niet namens anderen; 8. er wordt geleerd van fouten door reflectie; 9. er sprake is van een professionele hiërarchie; 10. iedereen gericht is op ontwikkeling; 11. niet iedereen alles hoeft te weten4; 12. ervan wordt uitgegaan, dat de schoolleiding ook goed werk wil leveren; 13. er resultaatgericht wordt gewerkt; 14. er sprake is van transparantie.
3 4
Een professionele schoolcultuur door Alex van Emst, APS 1999. Wij vertrouwen op de expertise van onze collega’s die zich verdiept hebben in de specifieke materie. Wanneer er draagvlak is onder 80% van de collega’s die ter zake kundig zijn, vertrouwen wij op hun bevindingen en aanbevelingen. 10
3. Maatschappelijke en regionale ontwikkelingen Over de ontwikkelingen buiten onze school die invloed hebben op ons onderwijs. Maatschappelijke ontwikkelingen Het onderwijs staat van oudsher in het centrum van de belangstelling. Wekelijks, zo niet dagelijks, berichten de media over de discussies over uiteenlopende (onderwijs)aangelegenheden zoals onderwijstijd, de bekostigingsgrondslag van het onderwijs, de professionaliteit en autonomie van de leraar voor de klas, de professionalisering van de onderwijsorganisaties en het schoolmanagement, passend onderwijs, leerstofcanons, het ‘oude’ versus het ‘nieuwe leren’, werkdruk van docenten en ‘top-10-lijstjes’ van de beste en slechtste scholen en leraren van Nederland. Ook discussies over de maatschappelijke opdracht van het onderwijs worden hierbij niet geschuwd. Voor dit schoolplan is een inventarisatie gemaakt van de actuele en belangrijkste maatschappelijke én regionale ontwikkelingen in het bijzonder. Hierbij dient beseft te worden dat een dergelijke inventarisatie een momentopname is: het tempo van maatschappelijke en regionale veranderingen is anno 2011 erg hoog. Kenniseconomie Kennis verandert in een hoog tempo. Innovaties van vandaag zijn morgen achterhaald door nieuwe ontwikkelingen. Voor jongeren betekent dit dat de ontwikkeling niet stopt bij het behalen van een diploma van een opleiding van Het Goese Lyceum. Life-long-learning is geen keuze meer, maar noodzaak geworden voor de jongere generatie. Wij stimuleren het buitenschools leren en koppelen hiermee de kennis aan de dagelijkse praktijk. Daarnaast hebben wij bijzondere aandacht voor informatievaardigheden (de wijze waarop men kennis en vaardigheden verwerft en integreert in het eigen handelen) en het toetsen van vakkennis en vakvaardigheden. Arbeidsmarkt sterk in beweging De arbeidsmarkt verandert voortdurend. Een lerende en flexibele instelling van werknemers en werkgevers is noodzakelijk. Het onderwijs heeft de taak jongeren voor te bereiden op hun toekomstige rol en zal recht moeten doen aan verscheidenheid. Differentiatie en variatie staan centraal in ons onderwijs. We zullen ons inspannen onze leerlingen een optimale bagage mee te geven om de uitdagingen van een snel veranderende samenleving aan te kunnen waarbij wij, naast het verwerven van kennis en algemene vaardigheden, stevig inzetten op het ontwikkelen van competenties. Van onze medewerkers verwachten wij dat zij zich voortdurend zullen ontwikkelen en verbeteren. Een lerende organisatie vraagt om ondernemende professionals. Docenten zullen als professionals in teams en leercirkels de kwaliteit van het onderwijs op peil houden, met kennis van de eisen die de moderne maatschappij stelt. Deze professionele docenten worden gekenmerkt door ondernemerschap, innovatief vermogen, stevige vakkennis in het eigen vakgebied en onderwijskundig en coachend meesterschap. Digitalisering De digitalisering en informatisering van onze samenleving blijft toenemen. Wereldwijde communicatie met leeftijdsgenoten is vanzelfsprekend en het belang van een open communicatie waarin men meer toegang heeft tot bronnen is groot. Voor ons als school is de informatie- en communicatietechnologie geïntegreerd in de wijze waarop wij ons onderwijs vorm geven. Een leeromgeving zonder ICT is tegenwoordig niet meer denkbaar. Wij vinden ICT noodzakelijk om de leerlingen beter voor te bereiden op de toekomst. Mondialisering Technologische ontwikkelingen hebben geresulteerd in mondialisering van onze economie. Dit heeft onder meer geleid tot specialisaties van en in regio’s. Zorgwekkend is de terugval van Nederland als innovatieland. Wanneer Nederland zijn plaats in de wereld wil behouden, dan moet worden ingezet op de ontwikkeling van onze kenniseconomie. Toenemende internationalisering betekent ook dat we aandacht moeten blijven besteden aan de ontwikkeling van moderne vreemde talen. De grenzenloze Generatie Einstein & de Wiki-generatie Er ontstaat in een razend snel tempo een nieuwe jeugdcultuur. Binnen die jeugdcultuur is de school één van de ontmoetingsplaatsen en een oefenplaats voor het functioneren in de samenleving. Het is dan ook van groot belang om maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen te signaleren, te analyseren en te integreren in onderwijsactiviteiten. We moeten leerlingen kunnen voorbereiden op het volwaardig functioneren in onze samenleving. Wij kiezen daarom voor een professionele en persoonlijke leerlingbegeleiding voor onze leerlingen 'aan de onder- en aan de bovenkant'. De laatste wetenschappelijke bevindingen over de relaties die er bestaan tussen de ontwikkeling van het puberbrein en het leervermogen van adolescenten bieden hierbij interessante aanknopingspunten. 11
Juridisering De juridisering is een gevolg van de sterk toegenomen individualisering. De mondige burger, leerling en ouder zijn zich als kritische onderwijsconsument terdege bewust van hun rechten. Als onderwijsorganisatie achten wij het onze taak leerlingen en, in mindere mate, ouders bewust te maken van de koppeling tussen rechten en plichten. Burgerschap en interventies met betrekking tot het ontwikkelen van normen en waarden (van oudsher het domein van de opvoeding van de ouders) maken deel uit van ons curriculum. Verantwoording De overheid gaat uit van het vermogen van instellingen om zelf zorg te dragen voor verbetering en borging van kwaliteit. De kern van het governancetraject van het ministerie van OCW is ‘ruimte geven, verantwoording vragen en van elkaar leren’, wat onder meer kan door scholen meer zelf verantwoording af te laten leggen aan de maatschappelijke omgeving. De overheid biedt ruimte door op scholen die zelf inzicht geven en aan minimumeisen voldoen, minder toezicht uit te oefenen. Met deze governancefilosofie gaat de overheid een nieuwe weg op, waarin de horizontale relaties veel belangrijker worden en het verticale toezicht alleen nog het sluitstuk vormt van een kwaliteitsketen tussen alle bij het onderwijs betrokken partners. Door belanghebbenden goed te informeren, kunnen zij hun rol beter vervullen. Zo krijgt horizontale verantwoording van onderwijsorganisaties vorm en betekenis. Veiligheid Het gevoel van veiligheid daalt in onze samenleving. Een onderwijsorganisatie staat midden in die samenleving. In overleg met medewerkers, leerlingen en ouders moeten de grenzen van wat de school kan bieden, worden bepaald. Anderzijds moeten de grenzen van tolerantie jegens het gedrag van de leerling op school worden vastgesteld. Beide zijn voorwaarden om een veilige leeromgeving in de school te garanderen. Excellentie en Prestatiebox In de periode 2012–2015 zal inzake het voortgezet onderwijs door de overheid operationeel en financieel prioriteit gelegd worden bij vijf landelijke speerpunten. Een en ander is vastgelegd in een Bestuursakkoord, gesloten tussen de VO-raad (de raad voor het voortgezet onderwijs) en de minister van onderwijs. De vijf landelijke speerpunten zijn: 1.
Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken èn worden breed gevormd. Er zal gericht worden ingezet op de kernvakken Nederlands, Engels, Wiskunde/rekenen, waardoor de leerprestaties van alle leerlingen op die vakken aantoonbaar verbeteren.
2.
Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen dat ze opbrengstgericht werken. Ten minste 50% van de scholen zal in 2015 voldoen aan alle criteria die de Inspectie hanteert voor ‘opbrengstgericht werken’.
3.
Alle leraren zijn in staat opbrengstgericht te werken en het onderwijs af te stemmen op verschillen binnen de klas, niet alleen ten behoeve van de gemiddelde leerlingen, maar ook van de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen.
4.
Op de scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. De leerprestaties van de 20% best presterende vwo-leerlingen stijgen aantoonbaar.
5.
Op scholen is sprake van een lerende cultuur, waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Alle leraren en schoolleiders moeten gaan voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en systematisch werken aan hun bekwaamheidsonderhoud (professionalisering). Goed hrm-beleid is daarvoor een voorwaarde.
Bij de vertaling van de landelijke prioriteiten naar schoolbeleid, respectievelijk naar de uitvoering ervan, zullen scholen worden ondersteund. Er is een ondersteuningsprogramma ingericht: School aan Zet. Om scholen te ondersteunen bij hun professionaliseringsproces ontwikkelt de VO-raad eveneens een aantal instrumenten ten behoeve van bekwaamheidsontwikkeling van schoolleiders. Alle scholen ontvangen middelen via deze regeling om voor de komende periode invulling te geven aan de speerpunten uit het Bestuursakkoord. Besturen hebben een grote mate van bestedingsvrijheid bij de inzet van 12
middelen uit de zogenoemde Prestatiebox. Zij zijn vrij om naar eigen inzicht prioriteiten te stellen binnen het geheel van speerpunten uit het Bestuursakkoord op basis van hun huidige schoolsituatie. De scholen kunnen eigen accenten leggen wat betreft prioriteitsstelling en uitwerking. Ze zullen rekenschap afleggen over hun voortgang. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat scholen de schoolspecifieke uitwerking en operationalisering van de gezamenlijke ambities vastleggen in hun Schoolplan. Hierin wordt in ieder geval informatie opgenomen over de uitgangssituatie, de ambities, geplande maatregelen en de inzet van middelen om deze prestaties te realiseren (zowel de middelen uit de prestatiebox als de reguliere middelen) op het niveau van de school. Schoolbesturen dragen er zorg voor dat op schoolniveau streefdoelen en ontwikkelplannen worden geformuleerd, en scholen dragen zorg voor de uitvoering ervan. De VO-raad stelt hiertoe in overleg met School aan Zet begin 2012 een handreiking beschikbaar om scholen te ondersteunen bij het opstellen van eigen ambities en het operationaliseren daarvan. Professioneel docentenkorps In het kader van het bovenstaande en gegeven de omstandigheid dat er in toenemende mate een tekort dreigt aan gekwalificeerd onderwijspersoneel zal het scheppen van voorwaarden om te komen tot een professioneel docentenkorps hoge prioriteit krijgen. Onze belangrijkste taak, namelijk het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs als voorbereiding op vervolgonderwijs en beroepskwalificatie, staat immers onder druk. Op korte termijn moeten er maatregelen genomen worden die leiden tot het behoud van het huidige personeel én het aantrekken van nieuwe personeelsleden. Een hernieuwde bezinning op de kerntaak van het docentschap en een onderzoek naar de voordelen van arbeidsdeling in het onderwijs wordt meer en meer onderwerp van gesprek en onderzoek. Een positief imago, een heldere communicatie, persoonlijke ontplooiingsmogelijkheden en een gezonde bedrijfsvoering zijn belangrijke voorwaarden om aantrekkelijk te zijn voor nieuwe personeelsleden. Het personeelsbeleid beoogt daarbij een klimaat te bieden waarin het personeel zich gewaardeerd weet en zich gestimuleerd voelt in de eigen ontwikkeling. De capaciteiten van de personeelsleden zijn de belangrijkste hulpbron van de school. Deze capaciteiten moeten onderkend, gemobiliseerd, ontwikkeld en benut worden in alle fasen van de loopbaan. Het Zeeuwse onderwijs staat onder druk5 Het aanbod én de kwaliteit van opleidingen in Zeeland staan onder druk als gevolg van de afnemende leerlingaantallen. De oorzaak hiervan ligt in een daling van de aantallen leerlingen (ontgroening, of verder ‘krimp van leerlingaantallen’) en de 'weglek' van jongeren naar buiten de provincie Zeeland. Als gevolg hiervan dalen met name in Schouwen-Duiveland, de Bevelanden en Zeeuws-Vlaanderen de leerlingaantallen flink, met respectievelijk 16%, 12% en 12%. Voor Walcheren en Tholen geldt dat de prognoses minder verregaand zijn. In totaal wordt verwacht dat het aantal leerlingen in het Zeeuwse v.o. en mbo met meer dan 2.600 gedaald zal zijn in 2025. Deze daling wordt versterkt door de landelijke trend van ‘havoïsering', die erop neer komt dat er onder leerlingen, ouders en docenten een tendens gaande is leerlingen naar het havo in plaats van naar het vmbo te sturen. De afname in het aantal leerlingen zorgt voor grote problemen in het Zeeuwse onderwijs. Zo is het nu al lastig om Kwalitatief hoogwaardig en up-to-date onderwijs aan te kunnen bieden. Een stevig aantal opleidingen kampt met dusdanig kleine aantallen geïnteresseerde leerlingen dat zij niet of nog met grote moeite in de lucht kunnen worden gehouden. Meerdere opleidingen zijn de afgelopen jaren al geschrapt en samengevoegd met andere. Het aanbod aan opleiding verschraalt! Uit gesprekken met Zeeuwse onderwijsbestuurders blijkt dat de ondergrens in het Zeeuwse onderwijsaanbod al bereikt is. Ook de aansluiting tussen vmbo en mbo staat onder druk. Er zijn verschillen in de onderwijsprogramma’s van vmbo- en mbo-instellingen die een overstap in een aantal gevallen bemoeilijkt. Ook wordt er in het mbo anders gewerkt met leerlingen; er wordt bijvoorbeeld meer zelfstandigheid gevraagd. Ook dit zorgt voor knelpunten in de overstap tussen vmbo en mbo. En tot slot: ook kan het verdwijnen van opleidingen, of delen daarvan, zorgen voor knelpunten in de aansluiting. De bereikbaarheid van het onderwijs voor leerlingen komt al snel onder druk te staan wanneer er gesneden wordt in het aantal plekken waar onderwijs wordt aangeboden. Om kosten te drukken is dat een voor de hand liggende maatregel, maar die heeft dus een keerzijde. Ook de huidige variëteit in denominatie van scholen komt onder druk te staan als scholen samen zouden gaan of locaties gesloten zouden worden. Het is daarom dus nodig na te denken over nieuwe, creatieve oplossingen. De betaalbaarheid staat sterk onder druk. In totaal zullen de instellingen in 2025 alleen voor dat jaar al € 15 miljoen minder rijksbijdragen ontvangen. Het bovenstaande betekent dat de huidige Zeeuwse onderwijsbestuurders er samen de schouders onder moeten 5
Bron: De Zeeuwse uitdaging, rapport KPGM, 2 september 2011 13
zetten. Samenwerken of niet is niet meer de keuze die voorligt. De vraag is tot hoever de bestuurders die samenwerking durven laten gaan. De eerste stap is hierbij essentieel: samen met alle belanghebbenden moeten bestuurders bepalen welk onderwijs er aangeboden moet worden in Zeeland en welke kwaliteit dit onderwijs moet hebben. Deze afspraken moeten minimaal op Zeeuws niveau gemaakt worden, maar bij voorkeur ook samen met de onderwijspartners van buiten de Zeeuwse regio. Passend onderwijs in de regio Een heel bijzonder, en waarschijnlijk zeer ingrijpend regionaal aspect is de invoering van de zorgplicht in het onderwijs, gefaseerd tot en met 2013. Het gaat hierbij om de verantwoordelijkheid voor de scholen, de enorme planlast, de (personele) kosten en de noodzaak als school samenwerking te zoeken ook buiten het onderwijs. Scholen krijgen de plicht om voor elke leerling een passend arrangement aan te bieden en scholen maken in de regio afspraken over een sluitend onderwijsaanbod voor alle leerlingen die extra zorg nodig hebben. Hoewel wij ons gelukkig prijzen met een de aanwezigheid van het praktijkonderwijs in de Pontes scholengroep én een goede samenwerking in het Samenwerkingsverband Oosterschelderegio, wordt de noodzaak om duidelijke en bindende afspraken te maken om kwalitatief hoogstaand passend onderwijs te bieden, steeds groter. Het overheidsbeleid is in deze onvoldoende voorwaarden scheppend. De educatieve agenda van de gemeente Goes6 Dagelijks zijn en komen meer dan 10.000 jongeren naar Goes om enige vorm van onderwijs te volgen. Niet voor niets is Goes de onderwijsstad van de Oosterschelderegio. Dit goede onderwijsklimaat willen we in Goes behouden en uitbouwen. Hierbij hoort een goede onderwijshuisvesting en aandacht voor (zorg) leerlingen. Goes kan zich als onderwijsstad nog verder ontwikkelen door het aantrekken van hoger beroepsonderwijs en het inzetten op een dekkend onderwijsaanbod. De huidige onderwijsstructuur wordt uitgebouwd en versterkt, waarbij waarde wordt gehecht aan kwaliteit, diversiteit en ruime mogelijkheden voor de jeugd. Hoewel het in de gemeente Goes nog niet zo sterk merkbaar is als in een aantal andere gemeenten in Zeeland, is er ook hier sprake van een daling van het aantal leerlingen. Dit heeft gevolgen voor m.n. het onderwijs in de komende jaren. Proactief wordt gekeken naar kansen en mogelijkheden. Kwaliteit is hierbij het uitgangspunt.: maatwerk waar mogelijk, maar uitgaande van het grote geheel. Daarbij wordt gedacht aan het ontwikkelen van een toekomstig scenario met meerdere Brede scholen, strategisch verdeeld over de gemeente Goes met daarnaast enkele apart staande scholen. Voor ouders en kinderen de mogelijkheid van voorzieningen in één gebouw die aansluitend op elkaar onderwijs, opvang en activiteiten bieden van 7 tot 7. Een centrale plek in de wijk. Eén gebouw dat voor alle organisaties in het gebouw dezelfde faciliteiten en randvoorwaarden schept. Deze langetermijnvisie wordt de stip aan de horizon waar we in de komende jaren stapsgewijs naar toe groeien. ‘Alleen de beste school is goed genoeg’ Ouders stellen hoge eisen aan het onderwijs: alleen de beste school is goed genoeg. Ouders nemen, met hun kinderen, zelf de verantwoordelijkheid om de passende school voor hun kinderen te kiezen. Gemeente, onderwijs en kinderopvang maken het mogelijk om de passende school te vinden. Ze hebben ieder hun eigen taken maar zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de jeugd en de mogelijkheid om onderwijs te volgen. Ze ondersteunen ouders en jongeren met informatie over aanbod, vervoer, regels en mogelijkheden. En ze werken en denken samen na over een dekkend onderwijsaanbod, onderwijshuisvesting, de bereikbaarheid, de kwaliteit en het tegengaan van voortijdige schooluitval. Netwerken van onderwijs, kinderopvang en andere partners op het gebied van sport, cultuur en zorg bieden kansen aan kinderen en ouders. Daar waar zorg nodig is, sluiten het interne en externe zorgnetwerk en het CJG naadloos op elkaar aan. In samenwerking met regiogemeenten ontwikkelen schoolbesturen, kinderopvang en gemeente hun visie op de ontwikkeling van de regio met betrekking tot onderwijs. De gemeente neemt een regierol op zich en brengt partijen bij elkaar, denkt mee en heeft een totaaloverzicht over het aanbod, de bereikbaarheid en de onderwijshuisvesting.
6
Bron: concept Visienotitie gemeente Goes, als gespreksnotitie voor de discussiebijeenkomst met veldvertegenwoordigers d.d. 6-09-2011 14
Het Goese Lyceum en zijn potentie in de regio De school is gevestigd in Goes. Goes huisvest ook een interconfessionele scholengemeenschap en een scholengemeenschap op reformatorische grondslag. Ook is in Goes een Agrarisch Onderwijs Centrum (AOC) gevestigd. In Kapelle is een school voor bijzonder neutraal voortgezet onderwijs gehuisvest. De basisscholen op Noord- en Zuid-Beveland leveren de meeste leerlingen. Een klein deel van de leerlingen komt van Walcheren en Schouwen-Duiveland. Dit zijn hoofdzakelijk leerlingen voor de vmbo-theaterschool, het tweetalig vwo en voor de kunst- en cultuurklassen. Door onze unieke opleidingen in zowel het beroepsgerichte vmbo op de locatie Bergweg als ook ons aanbod voor het algemeen vormend onderwijs op de locatie Van Dusseldorpstraat, heeft de school in de loop der jaren een sterke positie opgebouwd. Met een mogelijke versterking van onze zorg aan hoogbegaafde leerlingen en een mogelijke uitbreiding van het aanbod tweetalig onderwijs in zowel de vmbo-basis- en kaderberoepsgerichte leerweg én het havo kan deze positie geconsolideerd worden. Specifiek voor het vmbo op de locatie Bergweg dient te worden onderzocht welke de kansen er liggen bij een verbreding van het aanbod middels brede intersectorale programma’s. Ook in deze context dient opgemerkt te worden dat het uitbreiden van het aanbod met een 'technomavo' op Het Goese Lyceum zeker serieus onderzocht dient te worden. Pontes scholengroep zal zich binnen Goes sterk maken voor een Goes' gymnasium waarbij levensvatbaarheid vooropstaat. Dat betekent dat zij actief samenwerking met het Ostrea Lyceum zal onderzoeken en daarbij ook andere organisatievormen kan overwegen. Behalve bovenstaande uitdagingen zal het dé uitdaging zijn om in de toekomst meer in de diepgang en verbetering van het rendement van ons onderwijs te investeren. Tegelijkertijd ligt er de opdracht een schoolklimaat te realiseren met een sterk onderwijsconcept waar leerlingen uitgedaagd worden het onderste uit de kan te halen en dat alles in een sfeervolle en veilige schoolomgeving.
15
4 Meer streefbeelden voor de toekomst Over onze visie op onderwijs en de ambities die wij daarbij hebben Ons motto Kiezen is doen hebben wij vertaald naar een aantal concrete ambities die wij willen realiseren in het onderwijs zoals wij dat aan onze leerlingen verzorgen. Achter de voor leerlingen geformuleerde ambities gaan impliciet vele andere ambities schuil voor ons personeel en de schoolorganisatie. De gestelde ambities zijn kenmerkend voor de wijze waarop wij anticiperen op de maatschappelijke en regionale ontwikkelingen zoals die in hoofdstuk drie zijn geschetst. In de hoofdstukken twee, vier en vijf hebben wij onze algemene streefbeelden in concrete ambities geformuleerd en, daar waar wenselijk, gegroepeerd op leerlingenniveau, op het niveau van de medewerkers en op organisatieniveau. Deze algemene streefbeelden en de daaruit voortvloeiende concrete ambities zijn voor ons richtinggevend voor de toekomst. In hoofdstuk twee hebben wij aandacht besteed aan de streefbeelden Het Goese Lyceum: een effectieve school en Het Goese Lyceum: een professioneel lerende organisatie. De streefbeelden die betrekking hebben op onze onderwijskundige visie worden met name beschreven in hoofdstuk vier in de subparagrafen Divers leren in een krachtige leeromgeving, Samenwerkend leren en Het Goese Lyceum in de wereld en in hoofdstuk vijf in de subparagraaf Het Goese Lyceum: een excellente school. De onderwijskundige speerpunten in algemene omschreven bewoording zijn: • onderwijsontwikkeling met als basismodel scenario 2 (Nieuwe onderbouw) • het creëren van actieve betrokkenheid van leerlingen bij school en in het onderwijs • het verhogen van het niveau van taal- en rekenonderwijs (referentiekaders ) • het ontwikkelen van divers leren in de les (aansluiten bij good practices in de school) • het aan lessen koppelen van buitenschoolse activiteiten • het benoemen en borgen van vakoverstijgend onderwijs • verbinden van kwaliteitszorgsysteem met het werk in afdelingen, subafdelingen en secties • het integreren van leerlingbegeleiding in de les De speerpunten komen terug in visie op ons onderwijs die omschreven is in met name de streefbeelden “Het Goese Lyceum, divers leren in een krachtige leeromgeving”, “Het Goese Lyceum, leren van elkaar” en “Het Goese Lyceum, in de wereld” Streefbeeld “Het Goese Lyceum, divers leren in een krachtige leeromgeving” • Een basis voor onderwijsontwikkeling volgens scenario twee, Nieuwe Onderbouw7 • Het onderwijs is sterk leerlinggericht en houdt nadrukkelijk rekening met de verschillende leerstijlen van de vmbo-, havo-, atheneum- en gymnasiumleerlingen. • We begeleiden hen hierbij op maat, dat wil zeggen naar hun individuele behoeften op intellectueel, creatief en maatschappelijk gebied. • Wij hanteren duidelijke grenzen voor wat betreft ons zorgaanbod. • Leerlingen zijn, onder begeleiding en aansturing van de docenten en onderwijsondersteuners, medeverantwoordelijk voor hun leerproces. • Leerlingen leren met en van elkaar. • Bij het leren van de leerlingen maken we gebruik van de (contextrijke leer)omgeving en van de vele ICT- mogelijkheden die we hebben op de locatie Bergweg en de mogelijkheden die er ontstaan wanneer wij het nieuwe schoolgebouw aan de Oranjeweg betrekken.. • Leerlingen en medewerkers leren zoveel mogelijk door doen en daarom stimuleren wij het hanteren van activerende didactiek. • We hanteren doorlopende leerlijnen, zowel extern (een goede aansluiting met het basisonderwijs en een goede aansluiting op het vervolgonderwijs) als intern (in en tussen de jaarlagen, niveaus en afdelingen. In het onderwijs wordt de leerling langs wegen van geleidelijkheid en rekening houdende met zijn leerstijl en meervoudige intelligenties, tot een zelfstandige en uiteindelijk een zelfverantwoordelijke leerhouding gebracht. Einddoel daarbij is dat de leerling zelf de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leren en voor de omgang met zijn 7
Een scenario is geen keurslijf, voorschrift of streefdoel. Het is geen voorspelling. Het is een aansprekende beschrijving van een mogelijke toekomst. De feitelijke toekomst zal nooit gelijk zijn aan een scenario. 16
medeleerlingen en leeromgeving kan dragen. De rol van de docent als overdrager van kennis en als coach in het begeleiden van de leerling in zijn leerproces is daarbij onmisbaar. Het Goese Lyceum wil daartoe een inspirerende en krachtige leeromgeving bieden voor leerling en medewerkers. Voor onze leerlingen streven wij ernaar • dat (vak)kennis, (vak)vaardigheden en competenties de basis vormen voor het leren van leerlingen, en dat leerlingen optimaal worden voorbereid op de school- en centrale (eind)examens en de vervolgopleidingen; • dat competentieontwikkeling gericht op onder meer het plannen, organiseren en reflecteren van en op het eigen leerproces in onze school een zeer belangrijke plaats inneemt; • dat het onderwijsaanbod bestaat uit een gevarieerd en afwisselend pakket van vakken, vakoverstijgende projecten en/of thema’s en/of opdrachten waarbij het betekenisvol leren centraal staat; • dat het onderwijsaanbod nauw aansluit bij de authenticiteit van de leerlingen en tot uitdrukking komt in o.a. wetenschapsoriëntatie, rijke klussen voor vmbo-leerlingen, Plato- en Einsteinuren e.a. • dat rekening gehouden wordt met de leerstijlen en meervoudige intelligenties van leerlingen; • dat er rekening wordt gehouden de intellectuele, culturele en maatschappelijke behoeftes van leerlingen; • dat een versterkte aandacht voor talentontwikkeling (waarbij rekening gehouden wordt met verschillen in capaciteiten en interesses) de individuele ontwikkeling van de leerling bevordert; • dat de leerlingen actief bij het onderwijs betrokken worden door deelname aan activerende didactische werkvormen, coöperatief en divers leren leren (aansluiten bij ‘good practices’ in de school); • dat zij kunnen leren, werken en leven in een goed geoutilleerde leeromgeving waarbij de digitale, elektronische leeromgeving (elo) altijd bereikbaar is; • dat de creativiteit van leerlingen door de mogelijkheden van de digitale werkelijkheid worden geprikkeld en dat leerlingen worden aangemoedigd om effectiever te leren. • dat er voor iedere leerling een digitaal portfolio beschikbaar is; • dat het onderwijsprogramma wordt aangeboden op basis van de bestaande en zelf ontwikkelde leermiddelen en projecten waarbij in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van digitale leermiddelen en een elektronische leeromgeving (elo); • dat de digitale leeromgeving een plaats is voor leerlingen, docenten en ouders die gericht is op ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen en wordt ingezet zowel bij directe contacttijd met leerlingen, bij zelfwerkzaamheid in studieruimten, als bij de communicatie naar leerlingen, medewerkers en ouders; • dat het leerproces niet ophoudt aan het eind van de les en de digitale wereld altijd, overal beschikbaar is. Voor onze medewerkers streven wij ernaar: • dat het onderwijs is georganiseerd rond de vakken en de vakinhouden doch dat, rekening houdende met het type leerling en de onderwijssoort, zoveel als mogelijk ruimte wordt geboden om samenwerking en samenhang tussen de vakken door projecten en vakkenintegratie te bevorderen; • dat in het didactische proces rekening gehouden wordt met de leerstijlen van leerlingen en er sprake is van een breed scala aan werkvormen en leeractiviteiten, inclusief het gebruik van ict-technologieën; • dat voor wat betreft het proces t.a.v. het leren leren er over de gehele schoolloopbaan van de leerling sprake is van een zichtbare leerlijn van zelfstandig leren naar zelfverantwoordelijk leren; • dat het taalonderwijs sterk gepositioneerd wordt als herkenbaar taalgericht vakonderwijs in alle vakken; • dat zij professional zijn in het gebruik van en in het implementeren van ICT en digitale hulpmiddelen in de onderwijsleeromgeving; • dat zij mogelijkheid hebben zelf het materiaal samen te stellen uit digitale bronnen, o.a. VO-content. (De actualiteit is direct inpasbaar. Alle mogelijke bronnen zijn direct beschikbaar.) • dat projecten als Kennisbank, VO-content, WikiWijs optimaal door de docenten en andere medewerkers ter ondersteuning van het onderwijsleerproces worden benut; • dat we aandacht besteden aan het concretiseren van hoe je talenten ontdekt en ontwikkelt; • dat wij 'good practices' gebruiken als inspiratiebron; • dat wij bij voorkeur interne coaches inschakelen bij professionalisering van medewerkers inzake talentsignalering en -ontwikkeling; • dat zij dagelijks gebruik maken van activerende werkvormen en coöperatief leren; • dat frequent gebruik wordt gemaakt van gastsprekers, excursies e.d.; • dat het onderwijsgevend personeel structuur biedt aan de leerstof en het onderwijsleerproces en tegelijkertijd een coach is van de leerling tijdens zijn leerproces. 17
Voor de organisatie betekent dit: • dat de verantwoordelijkheid voor het onderwijsproces, waaronder in ieder geval wordt begrepen de keuze van de leerstofinhouden, lesmethodes, werkwijzen en groeperingsvormen, bij de teams en de professionele medewerkers ligt; dit alles binnen de wettelijk vastgestelde eisen van toetsing en examinering; • dat wij een lerende organisatie zijn waarin voor iedereen ruimte is om te experimenteren en te leren; • dat wij veel waarde hechten aan het (door)ontwikkelen van onderwijskundige concepten op basis van evidence based learning op beide locaties van Het Goese Lyceum; • dat wij belang hechten aan een evenwichtig docentenkorps dat is samengesteld uit bekwame en adequaat bevoegde docenten; • dat onder strikt geformuleerde voorwaarden en aan de hand van een duidelijk begeleidingsprotocol, docenten in opleiding van harte welkom zijn op onze school ter ondersteuning van het leerproces van de leerlingen én ter verkrijging van een onderwijsbevoegdheid; • dat medewerkers bij uitstek in staat worden gesteld van en met elkaar te leren in leercirkels (in- en buiten de school, bijvoorbeeld via De Alliantie); • dat het rooster is opgebouwd uit contacttijd (lessen) en gedeelde zelfwerkzaamheid (individueel of in groepen) waar leerlingen in leerpleinen (Bergweg), clusterharten (Oranjeweg), auditorium, instructieruimten, studieruimten, praktijklokalen en / of laboratoria /practicumlokalen werken; • dat ons onderwijs, dat immers beoogt een paspoort voor de toekomst aan jongeren te verstrekken, in de fysieke leeromgeving uitstekend gefaciliteerd behoort te zijn; • dat het peil van de voorzieningen voor onderwijsmedewerkers en leerlingen verbonden moet zijn met de eisen die het leren in een contextrijke leeromgeving aan het onderwijs gesteld kunnen worden; • dat de organisatie van de school voorwaardenscheppend dient te zijn om onze ambities te kunnen realiseren; • dat de digitale wereld altijd en overal beschikbaar is voor leerlingen, medewerkers en ouders.
18
Het zorgprofiel op de beide locaties van Het Goese Lyceum. In het streefbeeld “Het Goese Lyceum, divers leren in een krachtige leeromgeving” staat vermeld dat wij duidelijke grenzen hanteren voor wat betreft ons zorgaanbod. Ter bepaling van de grenzen van ons zorgaanbod zijn er onder leiding van de AVS studiemiddagen georganiseerd waarin voor beide locaties de zorgprofielen in kaart zijn gebracht. De grafische weergave van het zorgprofiel is te zien onderstaande tabellen.
19
Voor de zorg aan onze leerlingen streven wij ernaar • dat voor alle leerlingen, die als leerling worden aangemeld, een passend onderwijsaanbod wordt gezocht in samenwerking met de scholen van het samenwerkingsverband Oosterschelderegio; • dat de ambities voor het bepalen van de grenzen van het zorgprofiel op beide locaties vooralsnog worden gezocht in de met roze aangegeven orthobeelden in beide zorgprofielen; • dat er een professioneel leerlingvolgsysteem is voor het begeleiden van de ontwikkeling van leerlingen; • dat professionele leerlingbegeleiding gekenmerkt wordt door teamwork en een persoonlijke benadering van onze leerlingen; • dat de leerlingenbegeleiding ondersteunend is aan teams waarbij iedere leerling een eigen mentor heeft die de spil vormt tussen school en thuis; • dat voor iedere leerling een digitaal leerlingvolgsysteem beschikbaar is; • dat ons zorgteam is gespecialiseerd in het verzorgen van extra zorg op maat en daar waar noodzakelijk een schakelfunctie kan vervullen tussen school en aanbieders van extra en specialistische zorg; • dat uiterlijk 2014 een uitermate professionele determinatie in de onderbouw de doorstroming naar een passend onderwijsaanbod (niveau en interesses) functioneel zal moeten zijn; • dat passend onderwijsaanbod bestaat uit een doorlopende leerlijn voor de vmbo-basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg, havo en atheneum en gymnasium; • dat bij de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn het ontwikkelingsproces van de leerling centraal staat: • dat een snellere doorstroming en flexibele (eind)examinering binnen de landelijk gestelde kaders mogelijk moet zijn8; Voor de uitoefening van de zorg aan leerlingen door onze medewerkers streven wij ernaar • dat de wijze van beoordelen, evalueren van de schoolprestaties is in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de leraar, binnen de kaders van de teamafspraken (unit, instelling); • dat naast de vakinhoudelijke en onderwijskundige kennis minimaal een basiskennis “omgaan met leerlingen met een hulpvraag” aanwezig is en docenten in staat zijn een signalerende taak uit te oefenen in het herkennen van leerlingen met een specifieke hulpvraag; • dat specialisten in de begeleiding van leerlingen met een hulpvraag hiertoe speciaal zijn opgeleid of de bereidheid hebben zich door specifieke scholing verder te bekwamen; • dat in het personeelsbeleid en de functieniveaus van docenten nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de signalering en begeleiding van leerlingen met een hulpvraag. Voor de organisatie van de zorg aan leerlingen betekent dit • dat wij in samenwerking met andere onderwijsaanbieders in de regio een passend onderwijsaanbod aan alle zorgleerlingen aanbieden; • dat wij de ambitie hebben in de regio toonaangevend te zijn voor wat betreft de leerlingenbegeleiding en waarbij de grenzen van onze zorgbreedte helder en transparant met de intern en extern direct betrokkenen worden gecommuniceerd; • dat de ambities worden beschreven in een kernachtig geformuleerd zorgplan, opgesteld door de zorgcoördinator en dat jaarlijks wordt geëvalueerd.
8
Recentelijk is bekend geworden dat het Ministerie OCW het besluit heeft genomen af te zien van de mogelijkheid om eindexamens op meerdere momenten in het jaar mogelijk te maken. De Pontes-locatie Professor Pieter Zeeman heeft deelgenomen aan een experiment in deze. Financiële argumenten liggen hieraan ten grondslag. 20
Streefbeeld “Het Goese Lyceum, leren van elkaar” • De school gaat uit van de gelijkwaardigheid van alle levensovertuigingen en wil nadrukkelijk ruimte bieden aan iedere leerling en medewerker die het uitgangspunt van “respect voor ieder individu,respect voor ieders levensovertuiging en voor ieders mening én gelijkwaardigheid van ieders levensovertuiging” onderschrijft. • Respect voor elkaar betekent ook dat er grenzen zijn aan de eigen vrijheid, namelijk waar dit de onvrijheid voor anderen betekent.. • De school is niet gebonden aan één specifieke levensovertuiging. • Verschillen tussen mensen ziet de school als een verrijking voor het groeiproces van iedere jongere op weg naar volwassenheid. • Het Goese Lyceum wil een school zijn waar mensen en overtuigingen elkaar ontmoeten en waar verdraagzaamheid zichtbaar aanwezig is in het doen en laten van allen die de school bezoeken. Voor onze leerlingen streven wij ernaar • dat er een ruim aanbod is van activiteiten waarbij leerlingen elkaar en anderen kunnen ontmoeten. Het ontmoeten en samen leven komt mede tot uiting in sova-trainingen, burgerschapskunde, schoolfeesten, vieringen, internationale uitwisselingen, sportdagen, toneel- en dansvoorstellingen, debatteren en vele andere sportieve, kunstzinnige en culturele activiteiten in de veilige omgeving van de school; • dat ontmoeten alleen dán mogelijk is wanneer leerlingen, ouders en medewerkers zich veilig en geborgen voelen; • dat de organisatie van het onderwijs in teams met een vast docententeam voor de leerlingen de herkenbaarheid, geborgenheid en veiligheid vergroot; • dat de leerling een actieve bijdrage levert aan een veilig schoolklimaat door respect te hebben voor zichzelf, voor elkaar, voor de werksfeer, voor afspraken en respect te hebben voor de omgeving; • dat respect en verdraagzaamheid betekent dat er duidelijke eisen worden gesteld aan leerlingen en ouders; • dat onze school een ontmoetingsplaats is voor de ontwikkeling van normen en waarden van de samenleving. Voor onze medewerkers streven wij ernaar • dat de medewerkers van onze school op basis van wederzijds respect toegankelijk en aanspreekbaar zijn voor leerlingen en ouders; • dat het werken met teams de betrokkenheid en sociale binding met leerlingen en collega’s vergroot; • dat medewerkers correct zijn tegenover de leerlingen, de ouders en de collega’s; • dat medewerkers het nakomen van afspraken hoog in het vaandel hebben; • dat medewerkers medeverantwoordelijk zijn voor de veiligheid in en om het gebouw; • dat er een communicatiestructuur is die bestaat uit het geven van relevante informatie maar waarin ook de plicht bestaat om relevante informatie op te halen. Voor de organisatie betekent dit: • dat wij waarde hechten aan een kleinschalige en mensgerichte organisatie in een teamgerichte organisatiestructuur; • dat er sprake is van een veilig schoolgebouw waar algemeen toezicht in en buiten de school door onderwijsondersteunend en onderwijsgevend personeel goed mogelijk is; • dat er sprake is van een overzichtelijke en heldere organisatiestructuur met korte, transparante en duidelijke overleglijnen; • dat er sprake is van een interne en externe communicatie die gekenmerkt wordt door helderheid en transparantie.
21
Streefbeeld “Het Goese Lyceum, in de wereld” • Het Goese Lyceum kan niet los gezien worden van de samenleving waarbinnen de school functioneert. Veranderingen in de samenleving werken door in onze school. De school biedt haar onderwijs daarom aan met een open oog voor de omgeving in engere en bredere zin. • Er wordt voortdurend gezocht naar aanknopingspunten om de verbinding tussen het schoolse leren en het dragen van verantwoordelijkheid in de samenleving te leggen. Dat is dan ook één van de redenen dat wij vakoverstijgende en klassenoverstijgende thema- en projectweken organiseren. • De naam van onze school, Het Goese Lyceum, onderstreept bovendien dat kennismaking met én respect voor het culturele erfgoed van de samenleving een belangrijk aspect van ons onderwijs vormt. • Zowel binnen als buiten de lessituatie is er veel aandacht voor kunstzinnige en culturele vorming. De waarde die de school hecht aan kunstzinnige uitingen is te zien in de aankleding van het schoolgebouw. In het buitenschoolse programma en in het excursiebeleid nemen kunst en cultuur een prominente plaats in. • Door verschuivingen in de wereldeconomie is het belangrijk dat de nieuwe wereldburger,naast zijn Nederlandse taal,ook andere talen beheerst . Daarom bieden wij ook andere talen dan Duits, Engels en Frans aan. • Door beleid te hanteren omtrent internationalisering willen wij de leerlingen daadwerkelijk toegang verschaffen in het buitenland. Voor onze leerlingen streven wij ernaar • dat er sprake is van het integreren in de les van begeleiding en buitenschoolse activiteiten; • dat er sprake is van een sterk en toonaangevend aanbod van culturele en maatschappelijke binnen- en buitenschoolse onderwijsactiviteiten; • dat het uitvoeren van maatschappelijke stages, beroepsgerichte stages en het buitenschools leren een daadwerkelijke bijdrage levert aan de persoonlijkheidsontwikkeling van onze leerlingen; • dat het buitenschools leren in alle leerjaren en op alle onderwijsniveaus frequent tot uitdrukking komt in onder andere excursies, werkweken, maatschappelijke en beroepsgerichte stages; • dat het kiezen voor een opleiding en deelname aan activiteiten op basis van specifieke begaafdheid of interesses voor kunst & cultuur, techniek, moderne vreemde talen, bètavakken en informatie- en communicatietechnologie (ICT) in voldoende mate tot de mogelijkheden behoort; • dat internationalisering tot uitdrukking komt in het onderwijsaanbod tto, het onderwijsaanbod van moderne vreemde talen, excursies en internationale uitwisselingsprogramma’s. Voor onze medewerkers streven wij ernaar • dat onze medewerkers in woord en daad loyaal zijn aan de school en het openbare karakter van ons onderwijs in het algemeen en in het bijzonder voor wat betreft de specifieke profilering van talentontwikkeling, zorgbreedte, kunst & cultuur, tweetalig onderwijs & internationalisering en bèta-onderwijs (inclusief technasium); • dat zij in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan externe stages in onderwijs en bedrijfsleven; • dat deskundigheidsontwikkeling van de medewerkers op onze school zich niet alleen beperkt tot een interne gerichtheid op het (eigen) team, het (eigen) vakgebied en/of de schoolorganisatie; • dat in de ontwikkeling en vormgeving van het moderne vreemde talenonderwijs op Het Goese Lyceum uitdrukkelijk ruimte moet worden gecreëerd voor het inzetten van ‘native speakers’ en taalassistenten. Voor de organisatie betekent dit • dat wij het belangrijk vinden dat de juiste voorwaarden geschapen worden om talentontwikkeling op basis van kwaliteiten en interesses voor leerlingen én medewerkers mogelijk te maken; • dat samenwerking met kunstzinnige en culturele organisaties een vanzelfsprekendheid is en een bijdrage levert aan een versterking van de kunstzinnige en culturele infrastructuur in Oosterschelderegio in het algemeen en de gemeente Goes in het bijzonder; • dat verenigingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties gebruik kunnen maken van de faciliteiten die wij als onderwijsorganisatie kunnen aanbieden; • dat de school actief participeert in regionale en landelijke aan het onderwijsgerelateerde netwerken en zelfstandig initiatieven ontplooit ter versterking van de relaties; • dat wij actief participeren in regionale aan maatschappelijke organisaties gerelateerde netwerken en zelfstandig initiatieven ontplooien ter versterking van de relaties; • dat wij actief contact onderhouden met overheden, werkgevers en verenigingen in de regio. We zullen dat doen door initiatieven te nemen voor overleg met gemeente, provincie en bedrijfsleven. 22
5. Hoe maken wij onze ambities waar? Onze sturingsfilosofie en wat wij verstaan onder kwaliteitszorg "Organisaties leren niet; het gaat om de mensen in de organisaties die van zichzelf en van elkaar leren" Onze schoolorganisatie is ingericht naar de sturingsfilosofie die verantwoordelijkheid legt waar die behoort. Resultaatverantwoordelijkheid geldt als sturingsprincipe op alle niveaus en in alle geledingen. Het accent ligt hierbij op het realiseren van een vooraf goed omschreven resultaat binnen de vastgestelde kaders dat bijdraagt aan het verwezenlijken van gemeenschappelijke doelstellingen. Dát biedt medewerkers de kans om verantwoordelijkheid te nemen en betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de eigen werkzaamheden. In onze sturingsfilosofie kiezen wij ervoor om te werken met resultaatgerichte doelen en opdrachten voor bestuur, (con)rector, locatiedirecteur en teamleiders. Daarbij wordt veel ruimte aan betrokkenen gegeven de doelen te realiseren. Wij gaan ervan uit dat mensen creatief zijn, verantwoordelijkheid willen nemen en verantwoording wensen af te leggen. Niet beheersingsgerichte afspraken en opdrachten staan centraal maar afspraken en opdrachten die gericht zijn op het ontwikkelen van de organisatie en vooral op de mensen (leerlingen én medewerkers) die er werken. Wij zijn op zoek naar de kwaliteiten van de mensen. De schoolleiding en de individuele leden van de schoolleiding refereren in hun leidinggevende rol aan een aantal principes. 1. congruentieprincipe (ons handelen is congruent met de streefbeelden en de ambities en met wat wij verwachten van onze collega’s en leerlingen) 2. No blaming (we praten met elkaar en niet over elkaar) 3. zakelijk en persoonlijk 4. achtbaan (d.w.z. dat de directie de speerpunten en de plannen voorlegt voor suggesties voor verbetering en aanvulling aan de [kern]teams) Het lerend vermogen van de school wordt bepaald door het lerend vermogen van iedereen die op de school leert en werkt. Onze basisfilosofie hierbij is ,,Organisaties leren niet; het gaat om de mensen in de organisaties die van zichzelf en van elkaar leren en van de wereld leren”. Binden door loslaten De rector van Het Goese Lyceum stelt, in samenspraak met het College van Bestuur van de Pontes scholengroep middelen beschikbaar en maakt met de conrector Van Dusseldorpstraat, de locatiedirecteur Bergweg , teamleiders en budgetverantwoordelijken duidelijke afspraken over de aansturing van de onderwijsontwikkeling en onderwijsuitvoering, de verantwoording, de communicatie en informatievoorziening. De aansturing door de directie geschiedt niet op inhoud maar op concrete resultaten, processen en kaders waarbij de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding, de vaststelling, de uitvoering en de evaluatie van het gevoerde beleid bij de verantwoordelijke medewerker ligt. Er wordt gewerkt in teams die binnen de vastgestelde kaders op eigen wijze vormgeven aan de onderwijsuitvoering en onderwijsontwikkeling. Hierbij wordt gewerkt met jaarlijkse teamplannen waarin is opgenomen een omschrijving van de ambities waaraan het team gaat werken en welke activiteiten vervolgens worden ontplooid om deze ambities te realiseren. De ambities zijn gericht op het gezamenlijk vinden van passende oplossingen voor gedeelde problemen. De teams worden aangestuurd door een teamleider. De teamleider stuurt het maken van SMART-gerichte (Specifiek-Meetbaar-Acceptabel-Reëel-Toetsbaar) team(ontwikkel)plannen aan en controleert of de verwoorde ambities zijn behaald. Voor wat betreft onderwijsontwikkeling wordt, daar waar wenselijk en mogelijk, gebruik gemaakt van de methodiek volgens een SWOT-analyse (bijlage 2). In de jaarplanning van het schooljaar worden momenten ingeroosterd om gezamenlijke teamactiviteiten met elkaar te ontwikkelen en te evalueren. In managementrapportages leggen conrectoren en teamleiders verantwoording af aan de rector. De rector heeft deze verantwoordingsplicht aan de voorzitter van Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van de Pontes Scholengroep.
23
Een transparante organisatiestructuur Er is sprake van een overzichtelijke directiestructuur die bestaat uit de directie en de teamleiders. Samen vormen zij de schoolleiding. De directie van Het Goese Lyceum wordt gevormd door de rector, de conrector Organisatie, Beheer en Kwaliteitszorg en de locatiedirecteur Bergweg. De school is georganiseerd in vier deelscholen, alle onder leiding van één of meer teamleiders. De deelscholen zijn: ⌂ vmbo-basis- en kaderberoepsgerichte leerweg met de kernteams onder- en bovenbouw vmbo-b/-k; ⌂ vmbo=gt met de kernteams onder- en bovenbouw; ⌂ havo-/vwo-onderbouw (1, 2 & 3) met de kernteams havo-onderbouw en vwo-onderbouw; ⌂ havo-/vwo-bovenbouw (4, 5 & 6) met het kernteam alfa & gamma en het kernteam bèta; De directe aansturing en begeleiding van het onderwijsproces, leerlingenzorg en het personeelsbeleid op de werkvloer wordt uitgevoerd door de teamleiders. Wij vinden het belangrijk dat de efficiency en doelmatigheid van de organisatiestructuur en met name de managementstructuur frequent wordt geëvalueerd. Met het oog op het huidige en het verwachte leerlingenaantal in de toekomst is het noodzakelijk frequent stil te staan bij organisatie, indeling en samenstelling van de teams op de beide locaties. In het schooljaar 2012-2013 wordt een daadwerkelijke start gemaakt met het werken in teams Voor wat betreft een teamorganisatie functioneert de locatie Bergweg al jaren naar tevredenheid. Stafbureau bedrijfsvoering Bij een decentrale aansturing vanuit centrale kaders gesteld door het College van Bestuur en een functionele autonomie voor de beide locaties van Het Goese Lyceum worden de ondersteunende en beheersmatige taken die niet direct aan het onderwijs gelieerd zijn (financiën, facilitaire dienst, personeelszaken, informatie en communicatie) centraal georganiseerd in een nader te ontwikkelen centraal stafbureau bedrijfsvoering dat aangestuurd wordt door de voorzitter van het College van Bestuur van de Pontes Scholengroep. Op een aantal punten wordt de concrete uitvoering uitbesteed aan externen. In de periode 2012-2016 wordt het hiervoor gestelde nader uitgewerkt. Het primaire onderwijsproces dient echter leidend te zijn bij de uiteindelijke keuzes die worden gemaakt. Onderwijsgelieerde zaken als rooster en leerlingenadministratie kennen een decentraal front office waarbij de taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn onderscheiden. "Laat 2300 bloemen bloeien" Wij vinden het belangrijk dat leerlingen en medewerkers zich optimaal kunnen ontwikkelen. Om talenten tot ontwikkeling te laten komen, is het belangrijk dat er een gelijkmatige spreiding van werkzaamheden en verantwoordelijkheden over de medewerkers plaatsvindt. Wij vinden het belangrijk dat een medewerker zoveel als mogelijk betrokken kan zijn bij dié werkzaamheden waarmee hij in hoge mate affiniteit heeft. Persoonlijke professionele groei van de individuele medewerker als mens en als lid van een organisatie vinden wij van groot belang: dat schept verantwoordelijkheid om stevig te sturen op kwaliteit. In de jaargesprekken in het kader van de gesprekscyclus staan wij uitgebreid stil bij de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Eigen verantwoordelijkheid voor het persoonlijke ontwikkelingsproces en het afleggen van verantwoording daarover zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en creëren ‘kwaliteit als mentaliteit'. Kern in dit alles is dat medewerkers erkend worden in hun persoonlijke kwaliteiten, expertise en ontwikkelpunten. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt Het credo “Zeggen wat je doet en doen wat je zegt” is van oudsher een veelvuldig terugkomende uitspraak in beschouwingen over kwaliteitszorg en good governance. Bij het formuleren van onze streefbeelden en ambities betrekken wij zoveel als wenselijk en mogelijk is onze belangrijkste maatschappelijke belanghebbenden. Met het formuleren van de kwaliteitsindicatoren die wij aan ons onderwijs stellen én de concrete uitwerking van ons motto Kiezen is doen!, hebben wij in de verschillende streefbeelden in heldere bewoordingen geformuleerd wat onze ambities zijn en “waar wij voor staan”. Wij vinden het belangrijk dat wij de direct belanghebbenden regelmatig bevragen naar de realisatie van die ambities in de praktijk. Dit vraagt een toenemende communicatieve inspanning van onze scholengemeenschap in de contacten met leerlingen, ouders, medewerkers, bedrijfsleven, overheden, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden. Excellentie Wij willen graag een excellente school zijn. Excellent gaat voor ons veel verder dan louter en alleen cognitieve kennis. Excellentie blijkt ook uit een uitstekend pedagogisch klimaat waar leerlingen en medewerkers zich veilig, gekend en erkend voelen. 24
Streefbeeld “Het Goese Lyceum, een excellente school” • Het Goese Lyceum heeft een zeer hoge ambitie voor de toekomst neergelegd, namelijk erkend worden als excellente school. Een nobel streven waarmee de lat voor alle leerlingen en medewerkers op alle niveaus zeer hoog wordt gelegd. Om een excellente school te kunnen worden dient er kwaliteit geboden te worden. • Wij hanteren hierbij als toetsingskader de kwaliteitsindicatoren zoals deze door de inspectie OCW zijn ontwikkeld (opbrengstenkaart)en het "Vijf factoren model van schooleffectiviteit9". • Wij hechten eraan dat onze kwaliteit extern wordt gelegitimeerd, en certificering van onze opleidingen achten wij dan ook van het grootste belang. Dat vraagt van ons optimale inspanningen om gecertificeerd te blijven als cultuurprofielschool, als gecertificeerde school voor leer- en werktrajecten, als gecertificeerd technasium, als gecertificeerde school voor tto en in de toekomst mogelijk als gecertificeerde opleiding voor (hoog)begaafde leerlingen. • Onze kwaliteit zal ten slotte moeten blijken uit (excellente) beoordelingen van de onderwijsinspectie. • Kwaliteit is voor ons ook het creëren van een pedagogisch klimaat waar het goed leren en leven is. Of wij hierin succesvol zijn, zal blijken uit periodieke tevredenheidsmetingen onder leerlingen, ouders en personeel van Het Goese Lyceum. Voor onze leerlingen streven wij ernaar • dat duidelijke schoolregels, de normen en waarden zoals wij die in onze school hanteren én duidelijke en transparante werkafspraken tussen docenten en medewerkers de basis vormen om tot goede resultaten komen; • dat er periodiek wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van leerlingen; • dat er periodiek toetsen worden afgenomen waarbij zowel kennis als algemene en vakvaardigheden en competentieontwikkeling worden getoetst; • dat zij regelmatig worden betrokken bij de evaluatie van het onderwijs. Te denken valt aan evaluaties van ons onderwijs in de leerlingenraad, de leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad, tevredenheidenquêtes en docentenevaluaties. Voor onze medewerkers streven wij ernaar • dat zij de schoolregels, de in de school gehanteerde normen en waarden én duidelijke en transparante werkafspraken met leerlingen in het eigen handelen in de school voorleven; • dat een professionele leraar is gehouden te werken aan een voortdurende professionele ontwikkeling door zijn vakkennis op peil te houden, zijn vakdidactische en pedagogische bekwaamheden te ontwikkelen, kortom: te werken aan zijn bekwaamheidseisen die de beroepsgroep leraren heeft samengesteld en die in de wet BIO zijn vastgelegd; • dat van de medewerkers mag worden verwacht dat zij kwaliteit van het onderwijs op peil houden door te innoveren en ontwikkelingen te verankeren in het onderwijs; • dat de ontwikkeling van de competenties van de medewerkers van Het Goese Lyceum in lijn zijn met de ontwikkelingsrichting van het onderwijsconcept op de beide locaties; • dat de medewerkers adequaat en praktijkgericht worden toegerust zich professioneel te ontwikkelen (werklab); • dat bij de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers de daartoe geschikte ‘instrumenten’ op maat worden ingezet10; • dat de gesprekscyclus in het kader van de wet BIO vooral is gericht op het ontwikkelen van de kwaliteiten en talenten van de leidinggevenden, onderwijsgevend- en onderwijsondersteunend personeel medewerkers en wordt geborgd in een persoonlijk ontwikkelplan (pop); • dat de ontwikkeling van specifieke bekwaamheden van onze docenten aansluit bij de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL); • dat leidinggevenden inspireren, coachen, delegeren, mandateren en sturen op resultaten, processen en kaders; • dat op teamniveau jaarlijks door ieder team of afdeling een teamplan wordt opgesteld op basis van een zelfevaluatie van de vorderingen ten aanzien van de behaalde resultaten, ambitie en de streefbeelden in het schoolplan; 9
Scheerens, J. (1989). Wat maakt scholen effectief ? Samenvatting en analyse van onderzoeksresultaten. Den Haag: SVO, Het Instituut voor Onderzoek van het Onderwijs. 10 Beleidscyclus, gesprekscyclus, arbo-beleid, personeelsplanning, werving & selectie, scholing- en loopbaanontwikkeling, begeleiding & coaching, functiemix, taakbeleid en verzuim- en reïntegratiebeleid. 25
(vervolg) Voor onze medewerkers streven wij er naar: • dat onder leiding van de teamleider in ieder team periodiek de kwaliteit van het didactische en pedagogische klimaat en de onderwijskundige resultaten (waaronder examenresultaten) worden geëvalueerd; • dat het duidelijk is voor medewerkers waar zij terecht kunnen bij problemen die vervolgens binnen de gestelde kaders en afspraken adequaat worden opgelost. Voor de organisatie streven wij ernaar • dat wij ons optimaal inspannen voor het verbinden van ons kwaliteitszorgsysteem met het werk in teams, (sub)afdelingen en secties; • dat optimale inspanningen worden gedaan om gecertificeerd te blijven als cultuurprofielschool, technasium, leerwerktrajecten en school voor tto; • dat wij de ambitie hebben, gecertificeerd te worden als excellente school, sportactieve school en begaafdheidsprofielschool; • dat wij ons conformeren aan de richtlijnen en doelstellingen zoals voor taal- en rekenonderwijs en zoals deze per 01-08-2010 in referentiekaders in de wet zijn vastgelegd; • dat wij bij het vervullen van onze maatschappelijke opdrachten de mening van onze belangrijkste belanghebbenden zeer serieus nemen; • dat wij periodiek de interne en extern betrokkenen informeren over de activiteiten die gerelateerd zijn aan het vervullen van onze maatschappelijke opdracht; • dat wij maatschappelijke verantwoording afleggen volgens het model Vensters voor verantwoording; • dat op basis van frequent en cyclisch gehouden tevredenheidsenquêtes onder leerlingen, ouders en medewerkers, externe evaluaties (kwaliteitskaart) en imago-onderzoeken bij maatschappelijke organisaties, het leerproces en de organisatie van het leren daar waar nodig en/of noodzakelijk zijn bijgesteld; • dat wij een goed inzicht hebben in de kwalitatieve en kwantitatieve (personeels)organisatie; • dat de medewerkers in staat gesteld moeten worden de kwaliteit van het eigen onderwijs te evalueren door middel van in- en externe collegiale consultaties, intervisiebijeenkomsten en visitatiecommissies; • dat externe deskundigheid bij voorkeur wordt ingezet in de rol van ‘coach de coach’ of ‘train de trainer’ • dat de persoonlijke professionele ontwikkeling, de professionele ontwikkeling in/van teams of groepen waar de medewerker deel van uitmaakt en ontwikkelingen op schoolniveau waarvoor specifieke bekwaamheden vereist zijn, voor wat betreft de besteding van middelen evenwichtig verdeeld in het scholingsplan worden verwoord; • dat er sprake is van een duidelijk functiebouwwerk met duidelijke afspraken over de taak- en resultaatverantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheden van de medewerkers en functionarissen in dit functiebouwwerk; • dat er jaarlijks met de rector, conrectoren en de voorzitter van het College van Bestuur van de Pontes scholengroep duidelijke resultaatgerichte afspraken en opdrachten worden geformuleerd die periodiek worden geëvalueerd; • dat er wordt gewerkt in teams die worden aangestuurd door teamleiders en waarbij de teams resultaatverantwoordelijk zijn; • dat de teams binnen de gestelde vmbo- of havo-/vwo-schoolkaders, vrij zijn het onderwijs in te richten binnen de geformuleerde onderwijsvisie, en dat ze verantwoording afleggen aan de schoolleiding; • dat de organisatie voldoet aan de verplichtingen die voorkomen uit 'good governance'. Besluitvorming De (deel)medezeggenschapsraad is een belangrijke gesprekspartner van de directie op Het Goese Lyceum. De organisatie van de medezeggenschap volgt de organisatie van de zeggenschap. In het reglement van de medezeggenschapsraad hebben wij duidelijke afspraken met elkaar gemaakt over de advisering en instemming door de (deel)medezeggenschapsraad. Leo de Kraker, september 2011.
26
Bronnen * Schoolplan Het Goese Lyceum 2006-2010 * Streefbeeld Het Goese Lyceum, locatie Bergweg, versie 3 november 2010 * Het Goese Lyceum, locatie Bergweg, op weg naar 2012, the future under construction, Visienotitie Het Goese Lyceum, locatie Bergweg * Verbeterplan 2011-2012, locatie Bergweg, juni 2011 * Streefbeeld Het Goese Lyceum, locatie Van Dusseldorpstraat, november 2010 * Taal- en rekenbeleidsplannen Het Goese Lyceum * Het Goese Lyceum, evaluatieverslag studiemiddag ‘Kastelen bouwen’, 9 oktober 2011 * Het Goese Lyceum, reader studiemiddag ‘De Tekentafel’, 13 oktober 2011 * Het Goese Lyceum, visie op ons onderwijs, verslag studiemiddag DenkDok, Bazalt/ RPCZ, 29 november 2011 * Managementrapportages Leerlingen bij de les (studiedagen Algemene Vereniging voor Schoolleiders, 2011) * Het schoolplan, Annette Schwartzmans , ISIS, Utrecht 2004 * Een professionele schoolcultuur, Alex van Emst, APS 1999 * Schoolontwikkeling: noodzaak, voorbeelden en handreikingen, drs. H.H.M. Scholtes MMC, Twynstra Gudde * De Zeeuwse uitdaging, rapport KPMG, 2 september 2011 * Visienotitie gemeente Goes, als gespreksnotitie voor de discussiebijeenkomst met veldvertegenwoordigers d.d. 6-09-2011 * Scheerens, J. (1989). Wat maakt scholen effectief ? Samenvatting en analyse van onderzoeksresultaten. Den Haag: SVO, Het Instituut voor Onderzoek van het Onderwijs * Generatie Einstein, Slimmer, sneller en volwassener, Jeroen Boschmam & Inez Groen, 2010 * De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders, Frits Spangenberg & Martijn Lampert, Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2009 * Werken in teams, vragenlijst voor teamontwikkeling in het VO, door Gerritjan van Luin ( ISIQ5), Margje Duurs ma en Dick Dekker (VO-raad), Meppel 2007 * Teams in scholen, samen werkt het beter, Martin Euwema en Jos van der Waals, BMC/Universiteit Utrecht
27
Bijlage 1: format teamontwikkelplan
H E T l o c a t i e
G O E S E
V a n
L Y C E U M
D u s s e l d o r p s t r a a t
Teamontwikkelplan (naam afdeling/team) 20.. – 20..
28
Algemene uitgangspunten bij invulling van het teamontwikkelplan (Bron: schoolplan Kiezen is doen!) Voor wat betreft de ontwikkeling van de organisatie van Het Goese Lyceum en zijn medewerkers wordt op middellange en lange termijn prioriteit gegeven aan 1 het bieden van een uitdagende en krachtige leeromgeving aan jonge volwassenen 2 de verbetering van het leerrendement in onze onderwijsorganisatie 3 een goed georganiseerde & financieel gezonde professionele organisatie 4 teamontwikkeling en een sterk ontwikkeld personeelsbeleid dat uitdagingen én kansen biedt aan de medewerkers van Het Goese Lyceum 5 het effectief in- en extern communiceren van het aanbod van Het Goese Lyceum en de kwaliteit van het onderwijs De onderwijskundige speerpunten in algemene omschreven bewoording zijn: • een onderwijsontwikkeling met als basis scenario 2 • ontwikkelen van divers leren in de les (aansluiten bij good practices in de school) • creëren van actieve betrokkenheid van leerlingen bij school en in het onderwijs • integreren in de les van leerlingbegeleiding • aan de lessen koppelen van buitenschoolse activiteiten • benoemen en borgen van vakoverstijgend onderwijs • verbinden van kwaliteitszorgsysteem met het werk in afdelingen, subafdelingen en secties • aanpakken van taal- en rekenonderwijs (referentiekaders per 01-08-10, vastgelegd bij wet) De profilering zal gestalte krijgen door het doorontwikkelen van een stevig schoolprofiel dat stoelt op 1. excellente resultaten van het onderwijs. 2. talentontwikkeling - het bieden van kansen voor laag- en hoogbegaafde leerlingen - niveaudifferentiatie in samenhang met verbetering van het rendement in het onderwijs- leerproces - technasium - tweetalig onderwijs - cultuurprofielschool 3. profilering kunst & cultuur - talentbegeleiding kunst, cultuur en sport - kunst & cultuur borgen in het aanbod van de onder- en bovenbouw inclusief examinering (open podium, film, keuzewerktijd & buitenschoolse activiteiten) 4. wereldburgerschap - maatschappelijke stages en internationalisering 5. een sterk en herkenbaar zorgprofiel voor de bediening van zorgleerlingen in de Oosterschelderegio in de context van Passend Onderwijs 6. een krachtige beroepsgerichte leeromgeving met doorlopende leerlijnen arbeidsmarkt en beroepsopleidingen
1 Inleiding teamontwikkelplan afdeling -----------------------1. Jaarlijks wordt in januari het schoolplan geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Het schoolplan is voor een periode van vier jaren geformuleerd en geeft de koers aan voor de komende jaren. 2. In het schoolplan staan ambities en speerpunten voor ontwikkeling geformuleerd die jaarlijks in februari/maart worden vastgesteld. Het gaat om de volgende gebieden: • missie en visie • onderwijs en begeleiding • beoogde organisatie en organisatiestructuur • personeel • kwaliteitszorg • communicatie en PR 3. Aan de hand van de speerpunten van ontwikkeling worden in maart de teamontwikkelplannen voor maximaal een periode van twee jaar opgesteld. 4. Naast de teamontwikkelplannen worden er subteamontwikkelplannen opgesteld voor bijvoorbeeld kunst en cultuur, technasium, gymnasium en tweetalig vwo. Tevens kunnen er plannen worden opgesteld door secties of vakkenclusters. Aan deze plannen kunnen extra doelstellingen worden toegevoegd. De (sub)teamontwikkelplannen zijn direct gerelateerd aan een visie over de positionering en bevoegdheden van de teams in een school. In de toekomst zullen min of meer autonome teams de afdeling ‘smoel’ geven en gezamenlijk verantwoordelijk zijn en zich verantwoordelijk voelen voor ‘hun’ afdeling. Mensen ervaren het wij-gevoel ook meer wanneer er wordt gewerkt in een (kern)team. 5. Een schoolplan wordt ontwikkeld voor een periode van ca. vier jaren. Feitelijk is het een beleidsplan voor de komende vier jaren. Het schoolplan is het basisdocument en bestaat uit een algemene omschrijving in hoofdlijnen. 6. Onderdeel van het schoolplan is de activiteitenmatrix waarin wordt vermeld wat in welk jaar schoolbreed ontwikkeld kan worden op basis van het schoolplan. Hier gaat het om SMART geformuleerde activiteiten/doelen aan de hand van het schoolplan. 7. Het opstellen van het teamontwikkelplan gebeurt o.l.v. de teamleider met de docenten die lid zijn van zijn/haar team en met name lesgeven in de betreffende afdeling of deelschool. Bij de uitwerking van een (onderwijs)ontwikkeling wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de methodiek met een SWOT-analyse. 8. Het teamontwikkelplan wordt vervolgens in het SLO in april (i.v.m. formatietoekenning schooljaar daarna) vastgesteld en bekrachtigd (inclusief duidelijke afspraken over facilitering). 9. Jaarlijks wordt het schoolplan geëvalueerd (december/januari) en daar waar nodig in een bijeenkomst van het SLO bijgesteld. 10. Vervolgens wordt in de teams en in het MT gekeken of de bijstelling van het schoolplan consequenties heeft voor de (sub)teamontwikkelplannen. Daar waar nodig worden de (sub)teamontwikkelplannen bijgesteld. 11. PDCA-cyclus voor de (sub)teamontwikkelplannen moet jaarlijks worden afgestemd met schoolbrede PDCA-momenten. 12. Besluitvormingstraject vindt plaats via de werkwijze met de 'achtbaan'. Teamontwikkelplan (naam afdeling)
Teamleider (naam teamleider)
Vastgesteld d.d.
30
2. Wat willen we als team bereiken? Beschrijf dit zo concreet mogelijk, en zodanig dat je denkt dat het haalbaar is. Gebruik de SMART-criteria: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
1. Ten aanzien van de algemene en afdelingsoverstijgende ontwikkelpunten
2. Ten aanzien van het onderwijs in de afdeling …………………….
3. Ten aanzien van de begeleiding van onze leerlingen
4. Ten aanzien van de organisatie
5. Ten aanzien van het team en het personeel van de afdeling
6. Ten aanzien van de kwaliteit van ons onderwijs (de kwaliteitindicatoren opbrengstenkaart, tevredenheidsmetingen, onderwijsrendement)
7. Ten aanzien van onze communicatie met elkaar en met anderen in de organisatie en de externe PR 3. Hoe gaan we dat bereiken? Wat kunnen en willen we doen om de door ons gestelde resultaten te behalen? Kijk daarbij welke activiteit het beste past bij de door het team te ontwikkelen rollen of competenties. Hierbij kunnen verschillende activiteiten ingezet worden, zoals kennis vergroten op een specifiek aspect, specifieke vaardigheden vergroten, het volgen van een specifieke cursus, workshop of training, het doen van een stage, ervaringsuitwisseling met collega’s, observaties van het dagelijks werk door derden, reflectie of intervisie, schriftelijk of mondeling feedback geven aan anderen, deelnemen aan discussie-/reflectiegroepen, een presentatie door een teamlid voor het team of voor het management, gebruikmaken van simulatie of rollenspel of een speciale opdracht uitvoeren. Geef aan wanneer het klaar moet zijn, en wat het team dan bereikt moet hebben. En om de door ons gekozen activiteiten te kunnen uitvoeren, hebben we de volgende mensen of middelen nodig:
31
1. Algemene en afdelingsoverstijgende actiepunten Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
32
2. Onderwijs Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
33
3. Begeleiding Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
34
4. Organisatie Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
35
5. Team & Personeel Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
36
6. Kwaliteitsbeleid Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
37
7. Communicatie en PR Activiteit
Opbrengst /resultaat
Verantwoordelijkheid
Uitvoerder(s)
Gereed
38
Bijlage 2 Format SWOT-analyse (onderwijs- en organisatie)ontwikkeling
Onderwerp
Sterkten
Zwakten
Kansen
Bedreigingen
39
Bijlage 3 Format schoolbrede activiteitenmatrix algemene en teamoverstijgende ontwikkelpunten 1. Onderwerp
Opdrachtgever
Uitvoerder
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
Beoogd resultaat
40