JAARVERSLAG IMPULSKREDIETEN 2013
1
Inhoudsopgave INLEIDING ................................................................................................................................................ 3 1. Resultaten in 2013 .......................................................................................................................... 5 2. Concrete cijfers 2013: Profiel van de kredietaanvrager en kredietnemer ...................................... 5 3. Doelstellingen 2014 ....................................................................................................................... 27 Bijlage 1: Productaanbod ...................................................................................................................... 28
2
INLEIDING In dit jaarverslag brengen we een stand van zaken m.b.t. de werking van het Impulskrediet. Een project dat Hefboom1 in 2012 lanceerde. Hefboom startte in 2012 met het verlenen van microkredieten aan (startende) ondernemers, dit onder de noemer Impulskrediet. Een belangrijke voorwaarde tot succes was het productaanbod. De doelgroep van het Impulskrediet zijn (kandidaat-)ondernemers, zowel in hoofd- als bijberoep, die geen toegang hebben tot het gewone bankkrediet. Er diende dan ook een productaanbod te worden ontwikkeld op maat van deze doelgroep. Diverse producten die voldoen aan specifieke eisen van deze ruime doelgroep, maar tevens een aanbod dat voldoende transparant én sociaal aanvaardbaar is. In 2012 kwam dit productaanbod tot stand. De meeste kredietaanvragen kunnen we met dit aanbod helpen. Niettemin blijven we dit aanbod toetsen aan de wensen en de noden van de doelgroep en zijn we bereid in de toekomst ons aanbod te evalueren en indien nodig bij te sturen. In 2012 en 2013 hadden we een constante aanvoer van kredietaanvragen . Deze bereikten onze via diverse kanalen (google, doorgestuurd door diverse partners (Agentschap Ondernemen, Unizo, starterslabo’s, steunpunten van het Participatiefonds,…), website Hefboom of Impulskrediet, …). We haalden de vooropgestelde aantallen. Wat we wel hebben onderschat was het grote aandeel van deze aanvragen die we (uiteindelijk) dienden te heroriënteren. Sommigen dienden, bijvoorbeeld, hun idee nog verder te concretiseren. Deze aanvragers brachten we in contact met een Agentschap Ondernemen of Go for Business van Unizo. Anderen bleken wel kredietwaardig en konden finaal bij een reguliere bank terecht of kwamen in aanmerking voor een startlening van het Participatiefonds. Zowel de kredietaanvragen als de kredietnemers (goedgekeurde aanvraag) kennen een mooie geografische spreiding over Vlaanderen. Een gevolg van dit grote aantal kredietaanvragen die naar een andere organisatie werden georiënteerd, is dat het vooropgestelde aantal van goedgekeurde kredieten niet werd gehaald. Om in de toekomst een groter aantal goedgekeurde kredieten te realiseren wordt enerzijds ingezet op een groter aantal kredietaanvragen en anderzijds op een grotere efficiëntie in het kredietverleningsproces. (zie verder) Om ervoor te zorgen dat (startende) ondernemers ons kennen, en weten te vinden, werd gedurende 2012 en 2013 sterk ingezet op het uitbouwen van een netwerk. De medewerkers van het Impulskrediet namen deel aan diverse activiteiten, als deelnemer en spreker, van organisaties die werken met dezelfde doelgroep(en). Dit zorgde ervoor dat steeds meer kredietaanvragen door partners naar ons werden doorgestuurd. Daarnaast zijn we in 2013 ook gestart met regionale zitdagen, om de afstand tot de doelgroep (fysiek en mentaal) te verkleinen. Zo werden niet meer alle intakegesprekken afgenomen in Brussel, maar eveneens in Gent, Antwerpen, Leuven en Limburg (diverse locaties). Op die manier wordt de drempel voor de kredietaanvragers verlaagd. We merken dat het doelpubliek en onze partnerorganisaties dit waarderen, en we willen hier in de toekomst dan ook nog meer op inzetten.
1 Voor meer informatie verwijzen we naar www.hefboom.be en naar het jaarverslag dat u op deze website terugvindt.
3
In 2013 verbeterden we de efficiëntie van het kredietverlenings- en begeleidingsproces. Door de kredietaanvragers gerichtere vragen te stellen en beter te ondersteunen, konden kredietaanvragen eerder worden geheroriënteerd, en hadden de dossiers die uiteindelijk werden voorgelegd op het externe kredietcomité een hogere kans om te worden goedgekeurd. Dit betekent zowel voor de kredietconsulenten als de kredietaanvragers een tijdswinst. Het is de bedoeling om het kredietverleningsproces in de toekomst nog verder te verbeteren, enerzijds door een gerichtere ondersteuning van de kredietnemers, alsook een betere opleiding van de kredietconsulenten. De kredietnemers worden na de vrijgave van het krediet twee jaar begeleid door vrijwilligers van het Impulskrediet. Vele kredietnemers weten deze extra ondersteuning enorm te appreciëren. Bij de start in 2012 werd voor de vrijwilligerswerking samengewerkt met (vrijwilligers van) Belfius Foundation. Deze samenwerking loopt nog, maar wordt verder verruimd. 10 vrijwilligers engageerden zich voor deze begeleiding. Gezien het aantal goedgekeurde kredieten volstond dit aantal. Twee à drie keer per jaar werd een vrijwilligersbijeenkomst ingelast waar de vrijwilligers en de kredietconsulenten elkaar ontmoetten. Op deze bijeenkomsten werden moeilijke dossiers besproken, begeleidingsmethodieken bekeken en inhoudelijke thema’s behandeld, al dan niet door een externe spreker. Deze bijeenkomsten dragen onrechtstreeks bij tot een kwalitatieve en professionele begeleiding voor de kredietnemers. Het belang van de begeleiding is moeilijk te overschatten. We willen hier dan in de toekomst nog meer op inzetten. Dit enerzijds door het aantal vrijwilligers te laten toenemen met het aantal kredietnemers. En anderzijds door nog meer in te zetten op de professionalisering en ondersteuning van de vrijwilligers. De vrijwilligers nemen soms ook een taak op in de betalingsopvolging van de kredietnemer die ze begeleiden. Deze betalingsopvolging is een tijdsintensieve bezigheid. Kredietnemers die moeilijkheden hebben met het terugbetalen van het krediet worden zo goed mogelijk bijgestaan, en er worden in samenspraak oplossingen gezocht die voor alle partijen aanvaardbaar zijn. Dit zorgt ervoor dat we onze vooropgestelde default percentage niet overschrijden. Niettemin blijft het een constante uitdaging om de risico’s zo goed mogelijk in te schatten, en anderzijds de risico’s te delen en te borgen door samenwerking met partners (zoals SIFO en NV Waarborgbeheer). Het verstrekken van microkredieten is nergens in West-Europa kostendekkend (behalve als maatschappelijk onaanvaardbare interestvoeten worden gehanteerd). Het is dan ook een doelstelling van het Impulskrediet om nog beter de risico’s in te schatten en in te dekken. Voor meer info over de specifieke modaliteiten van elk type Impulskrediet verwijzen we naar bijlage 1.
4
1. Resultaten in 2013
# aanvragen
2012
2013
301
309
# geheroriënteerd # aanvraagformulieren (AVF) opgestuurd
74
92
227
217
# effectieve kredietaanvragen/ingevulde AVF
118
108
# ontvankelijke kredietaanvragen/ op gesprek
88
68
# kredietaanvragen voor KC
53
Negatief advies Positief of gematigd positief advies
48 18
2
35
Gematigd positief: 24 Positief: 14
# afgekeurde of uitgestelde kredietaanvragen
26
10
27
# goedgekeurde kredietaanvragen
30
Bedrag goedgekeurde kredietaanvragen
277.100 EUR
191.650 EUR
Gemiddeld bedrag goedgekeurde kredietaanvragen
10.262,96 EUR
6.388 EUR 123.045 EUR
Opgenomen bedrag op datum 31-12-XX Gemiddeld bedrag effectief opgenomen kredieten op datum 31-12-XX
6.152 EUR
# Impulskrediet GO
19
12
# Impulskrediet START
4
9
# Impulskrediet PART
2
8
# Impulskrediet COOP
2
1
2. Concrete cijfers 2013: Profiel van de kredietaanvrager en kredietnemer In 2013 vulden 108 (kandidaat-) ondernemers het aanvraagformulier voor een Impulskrediet in en aan 30 van hen werd een Impulskrediet toegekend. Enkele kenmerken van deze aanvragers en kredietnemers zijn hieronder in kaart gebracht. Geslacht Aanvragers: Kredietnemers:
Man: 66% Man: 57%
en en
Vrouw: 34% Vrouw: 43%
In 2013 merken we zowel bij de aanvragers als bij de kredietnemers een toename in het aantal vrouwen. Bij de aanvragers steeg het aantal vrouwen met 7% t.o.v. 2012.
5
Aanvragers en kredietnemers volgens geslacht, 2012-2013 80% 70% 60% 50%
Aanvragers Man
40%
Krediet-nemers Man
30%
Aanvragers Vrouw
20%
Krediet-nemers Vrouw
10% 0% 2012
Leeftijd Aanvragers: Gemiddelde leeftijd: 39 jaar, Kredietnemer: Gemiddelde leeftijd: 37 jaar,
2013
oudste: 60 jaar, jongste 19 jaar oudste: 56 jaar, jongste 23 jaar
De gemiddelde leeftijden zijn identiek aan die van 2012 en de oudste en de jongste liggen ook vlak bij elkaar. In 2013 zijn zowel bij de aanvragers als de kredietnemers de vrouwen gemiddeld ouder dan de mannen (aanvragers: mannen zijn gemiddeld 38,6 jaar t.o.v. 40,3 jaar bij de vrouwen – kredietnemers: mannen zijn gemiddeld 35,1 jaar t.o.v. 38,8 jaar bij de vrouwen). Aantal kinderen ten laste Aanvragers: Gemiddeld aantal kinderen ten laste: 0,81 kinderen; Kredietnemers: Gemiddeld aantal kinderen ten laste: 0,93 kinderen;
56% geen kinderen ten laste 57% geen kinderen ten laste
In vergelijking met 2012 waren er in 2013 meer aanvragers zonder kinderen ten laste (56% in 2013 versus 48% in 2012). Bij de kredietnemers zien we het omgekeerde, in 2012% had 62% van de kredietnemers geen kinderen ten laste, tegenover 57% in 2013. België vaderland Aanvragers: 69% is in België geboren, Kredietnemers: 80% is in België geboren,
31% buiten België geboren 20% buiten België geboren
6
Zowel bij de aanvragers als bij de kredietnemers zien we dat de grootste groep België als vaderland heeft (op basis van geboorteplaats). We zien wel dat bij de aanvragers in 2013 meer mannen van Belgische origine waren (70%, in vergelijking met 2012 57%). Voor de vrouwen blijft het aandeel status quo rond 68%. Bij de kredietnemers zien we grotere verschuivingen. Zo zien we dat het aandeel mannen met België als vaderland stijgt van 69% naar 82% in 2013. Bij de vrouwen zien we een omgekeerde beweging, hier daalt het aandeel van 82% naar 77% in 2013.
Starter Aanvragers: Starter: 72% Kredietnemers: Starter: 67%
Bestaande onderneming: 28% Bestaande onderneming: 33%
7
Aandeel STARTERS in aanvragers en kredietnemers - volgens geslacht, 2012-2013 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
% mannen 2012 % mannen 2013 % vrouwen 2012 % vrouwen 2013
Aanvragers
Kredietnemers
Het Impulskrediet bereikt vooral de starters, bij de kredietnemers zien we wel een toename van het reeds bestaande ondernemingen in vergelijking met 2012. In 2012 was 1 op 5 een bestaande ondernemer, terwijl dit in 2013 1 op 3 was. We zien wel een verschil als we rekening houden met het geslacht. Vrouwen zijn vaker een starter, in vergelijking met mannen. Bij de kredietnemers zien we wel wat verschuivingen. Bij de mannen zien we in 2013 een daling van het aantal starters, van 75% in 2012 naar 65% in 2013. Bij de vrouwen is de daling nog uitgesprokener, van 91% in 2012 naar 69% in 2013. Als we het aandeel starters bekijken in functie van leeftijd zien we dat het niet noodzakelijk de oudere (en misschien meest ervaren) aanvragers en kredietnemers zijn die bij het Impulskrediet terecht komen. Bij de kredietnemers zien we dat in 2013 het aandeel jongeren (30 jaar en jonger) gelijk is aan het aandeel ouderen (ouder dan 50 jaar), zijnde 75%. Bij de aanvragers zien we wel dat de jongeren het vaakst nog een starter is (80%). Bij de oudere groep ligt dit aandeel lager (71%).
Aandeel STARTERS volgens leeftijd 2013 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
-30 31-50 +51
Aanvragers
Kredietnemers
8
Type onderneming Aanvragers: eenmanszaak: 74% Kredietnemers: eenmanszaak: 93%
vennootschap: 26% vennootschap: 7%
Bij de aanvragers zien we dat het aandeel eenmanszaken constant is t.o.v. 2012 (± 75%). Bij de kredietnemers zien we echter een grote toename in 2013, van 74% in 2012 naar 93% in 2013). Aanbrenger Via welk kanaal is respectievelijk de kredietaanvrager en de kredietnemer in contact gekomen met het Impulskrediet:
Eind november 2012 is de website van het Impulskrediet online gegaan. In 2013 zien we dan ook een sterke toename in het aantal aanvragers die via deze website met het Impulskrediet in contact gekomen zijn. 9
Statuut bij aanvraag
Net zoals in 2012 komen de categorieën “werkzoekende met uitkering”, “zelfstandige hoofdberoep” en “loondienst” het meest voor bij de aanvragers van het Impulskrediet.
10
In onderstaande grafieken hebben we de vergelijking gemaakt met 2012 en hebben we de aanvragers en kredietnemers onderverdeeld volgens geslacht.
Zo zien we voor de aanvragers dat er toch wat verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Zo zien we dat er in 2013 meer vrouwen die werkzoekende waren, met uitkering, een aanvraag deden bij het
11
Impulskrediet. 57% of meer dan de helft was werkzoekende met een uitkering. Terwijl dat het aantal zelfstandige vrouwen in hoofdberoep sterk daalde t.o.v. 2012, van 30% in 2012 naar 14% in 2013.
Voor wat betreft de kredietnemers, zien we bij de mannen een toename bij de zelfstandigen in hoofdberoep, van 25% in 2012 naar 35% in 2013. Terwijl we bij de vrouwen een toename zien in het aantal zelfstandigen in bijberoep, van 9% in 2012 naar 23% in 2013. In absolute getallen zijn er in 13 mensen die voorheen werkloos waren opgestart als zelfstandige, in 2013 ging het over 15 mensen die door het Impulskrediet niet langer werkloos waren.
12
Burgerlijke staat
In vergelijking met 2012 zien we een verschuiving binnen de burgerlijke staat van de aanvragers die in 2013 een aanvraag deden bij het Impulskrediet. In 2012 was 41% van de aanvragers gehuwd, terwijl dit in 2013 “slechts” 24% is. Daarnaast zien we een stijging in het aantal alleenstaanden (van 28% naar 38% in 2013) en samenwonenden (van 13% naar 22% in 2013). Bij de kredietnemers zien we een gelijkaardige verdeling in vergelijking met het voorgaande jaar. De groep alleenstaanden blijft ook in 2013 de grootste groep bij de kredietnemers.
13
Als we rekening houden met het geslacht van de aanvragers zien we dat er grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen en ook in vergelijking met 2012. Bij de mannen zien we in 2013 een sterke toename in het aantal alleenstaanden en het aantal samenwonenden. Tegelijkertijd zien we een sterke afname in het aantal gehuwde en gescheiden aanvragers. Bij de vrouwen zien een omgekeerde beweging; een kleine toename in het aantal gescheiden, gehuwde en samenwonende aanvragers. In tegenstelling tot de mannelijke aanvragers zien we een sterke afname in het aantal alleenstaande vrouwen.
Wat betreft burgerlijke staat, liggen de totalen in dezelfde grootorde als 2012. Als we een onderscheid maken tussen mannen en vrouwen zien we wel grote verschuivingen in vergelijking met vorig jaar. Het aandeel van de alleenstaande mannen verdubbeld bijna ten opzichte van 2012. We zien dan ook een grote afname in het aantal gehuwden. Bij de vrouwen zien we opnieuw een tegenovergestelde beweging. Het aandeel alleenstaanden daalt van 55% in 2012 naar 8% in 2013. Daarnaast zien we een grote toename in het aantal gehuwden en aantal gescheiden vrouwen die een krediet kregen bij het Impulskrediet.
14
Geografische spreiding
De geografische spreiding van de aanvragers is lichtjes gewijzigd ten opzichte van 2012. We zien een toename vanuit de provincies Limburg (van 12% naar 23% in 2013) en Oost-Vlaanderen (van 17% naar 23%). Daarnaast daalt het aantal aanvragers vanuit Vlaams-Brabant van 18% naar 7% in 2013. In 2013 zijn er zelfs geen aanvragen ontvangen uit Nederlandstalig Brussel.
15
In 2013 komen kredietnemers meer vanuit de provincies Limburg en Oost-Vlaanderen. We zien de grootste stijging vanuit de provincie Limburg (van 12% in 2012 naar 30% in 2013). Daarnaast zien we een forse daling in het aantal kredietnemers vanuit Vlaams Brabant, van 19% in 2012 naar 7% in 2013. Ook vanuit de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen zien we een daling in het aantal kredietnemers.
Geografische spreiding aanvragers 2012-2013 1
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
% Vrouwen 2012 % Mannen 2012 % Vrouwen 2013 % Mannen 2013
Als we het geslacht mee in rekening brengen voor de aanvragers, zien we vooral een toename van het aantal mannen uit Limburg en Oost-Vlaanderen, ten koste van Vlaams-Brabant en WestVlaanderen. De verdeling van de vrouwen verschilt niet veel van die van in 2012. Hier zien we geen grote verschuivingen.
16
Geografische spreiding kredietnemers 2012-2013 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
% Vrouwen 2012 % Mannen 2012 % Vrouwen 2013 % Mannen 2013
Voor wat betreft de kredietnemers zien we wel een grote verschuiving als we de opsplitsing maken naar mannen en vrouwen. Bij de vrouwen zien we een grote daling in de provincie Antwerpen (van 36% naar 15%) en Vlaams-Brabant (van 27% naar 8%). Deze daling wordt gecompenseerd met een stijging vanuit de provincies Limburg (+14%), Oost-Vlaanderen (+20%) en West-Vlaanderen (+6%). Bij de mannen is het vooral een stijging vanuit de provincie Limburg (+22%) en een daling vanuit de provincie West-Vlaanderen (-19%).
Opleidingsniveau
17
Zowel voor wat betreft de aanvragers en de kredietnemers zien we geen grote verschuivingen in het opleidingsniveau. Net als in 2012 heeft 1 op 3 hoger onderwijs doorlopen en 1 op 4 heeft een BSOdiploma.
De verdeling volgens opleidingsniveau is hetzelfde bij de aanvragers als bij de kredietnemers. Dit wil zeggen dat de kwaliteit van een dossier niet noodzakelijk bepaald wordt door het opleidingsniveau van de aanvrager. Bij de aanvragers zien we een daling in het aantal mannen met een diploma hoger onderwijs (-16%). Terwijl deze groep net sterk stijgt bij de vrouwen (+14%). Bij de vrouwen daalt het aantal aanvragers met enkel een lager onderwijs diploma.
18
Dezelfde evolutie zien we bij de kredietnemers. Bij de mannen zien we een sterke toename van de diploma’s BSO en TSO. Dit kan erop wijzen dat mensen met een meer praktijkgericht diploma er meer voor kiezen om op te starten als zelfstandige. Bij de vrouwen, aan de andere kant, zien we een sterke toename van het aantal aanvragers met een hoger onderwijs diploma (+19%).
Uit onderstaande grafiek blijkt dat er toch verschillen zijn tussen de mannelijke en vrouwelijke aanvragers / kredietnemers. De vrouwelijke aanvragers / kredietnemers hebben meer een diploma ASO of hoger onderwijs. In tegenstelling tot de mannelijke aanvragers / kredietnemers die vaker een meer praktijkgericht TSO of BSO diploma hebben.
19
Sector
De verdeling per sector volgens het aantal aangevraagde kredieten is gelijkaardig aan de verdeling in 2012, met horeca en kleinhandel als meest voorkomende sectoren. Bij de toegekende kredieten in 2013 zijn er meer kredieten toegekend in de bouwsector (+16%) en minder in de horecasector (-10%).
20
In 2013 ontvingen we 108 ingevulde aanvraagformulieren. In totaal werd er zo voor 1.186.364 EUR aan kredieten aangevraagd. Dit is een daling 22% ten opzichte van 2012. Slechts 30 aanvragers kregen uiteindelijk een Impulskrediet toegekend en dat voor een totaal van 220.450 EUR. Dit is een daling van 20% ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze daling echter te verklaren door het soort kredieten die werden goedgekeurd in 2013. In 2013 was er een grote stijging in het aantal IPK START 21
en IPK PART. Voor deze kredieten liggen de maximumbedragen veel lager dan het IPK GO. Dit verklaart waarom het totaal bedrag dat toegekend werd daalde ten opzichte van 2012.
Max bedrag
2012
2013
IPK GO
20.000 EUR
19
12
IPK START
5.000 EUR
4
9
IPK PART
7.500 EUR
2
8
IPK COOP
5.000 EUR
2
1
Bij de aanvragen zien we in 2013 vooral een afname in de bedragen bedoeld voor kleinhandel (van 32% in 2012 naar 21%) en groothandel (van 10% naar 5%). De kleinere categorieën groeien telkens met een paar % ten opzichte van vorig jaar. De grootste toename zien we bij technische werken en bouw (van 10% naar 14% in 2013) en voor zorg en schoonheid (van 2% in 2012 naar 6%).
22
Bij de effectief goedgekeurde bedragen zien we daling bij de kredieten die gebruikt worden in horeca (-10%) en kleinhandel (-4%), daarnaast zien we een toename bij de kredieten gebruikt voor technische werken (+6%) en groothandel (+8%). Vanuit ervaring weten we dat horeca en kleinhandel risicovolle sectoren zijn, vaak omwille van de hoge vaste kosten, die vanaf het moment van opstart reeds aanwezig zijn, bv. huur van een pand, voorraad,... In 2013 was het gemiddeld aangevraagd kredietbedrag 11.299 EUR. We zien dat de mannen gemiddeld een hoger bedrag aanvragen dan vrouwen, mannen vroegen gemiddeld een krediet van 12.108 EUR ten opzichte van 9.812 EUR voor vrouwen. In onderstaande grafiek zijn de gemiddelde aangevraagde kredietbedragen weergegeven volgens de sector en volgens het geslacht. Zo zien we dat in een aantal sector enkel mannen of vrouwen een aanvraag ingediend hebben, bv. ICTcommunicatie en ambulante activiteit. Daarnaast zijn er aantal sectoren waar zowel mannen als vrouwen een aanvraag ingediend hebben en waar de gemiddelden in dezelfde grootorde liggen. De sector zorg en schoonheid vormt hierop een uitzondering, hier ligt het gemiddeld aangevraagd kredietbedragen voor vrouwen beduidend lager dan voor mannen.
23
In 2013 was het gemiddelde goedgekeurde krediet goed voor een bedrag 7.348 EUR. Hierin zien we wel een verschuiving als we rekening houden met het geslacht. Bij de mannen was het gemiddeld goedgekeurd krediet goed voor 6.659 EUR tegenover 8.250 EUR bij de vrouwen. Zo zien we dus dat de mannen gemiddeld een groter krediet vragen, maar een kleiner krediet goedgekeurd krijgen in vergelijking met de vrouwen. In onderstaande grafiek zien we dat de verschillen per sector en volgens het geslacht groter zijn bij de goedgekeurde kredieten dan bij de aanvragen. Hier zijn de sectoren horeca en groothandel de uitschieters en dan vooral bij de vrouwen.
24
Opgegeven redenen van kredietweigering door banken
Eén op vier van de kredietaanvragers kan niet bij een reguliere bank terecht omdat hij/zij momenteel uitkeringsgerechtigd is. Bij de vrouwen is dit bijna 40% van alle aanvragers. Bij de mannen zien we ook een groep van kredietaanvragers die in het verleden ooit een faillissement gehad hebben. In het totaal is dit 12% van alle kredietaanvragers.
25
Bij de kredietnemers zien we dat de grootste groep bij de mannen de groep is die bij de bank geen krediet krijgen omwille van het feit dat ze pas opgestart zijn. Zij krijgen van het Impulskrediet wel de kans om hun zelfstandige activiteit op te starten. 10% van de kredietnemers heeft in het verleden ooit een faillissement gehad. Daarnaast zien we dat 30% geen krediet kon krijgen bij de bank omwille van werkloosheid/uitkering. Deze mensen geraken door het Impulskrediet uit de werkloosheid en kunnen zo op een volwaardige manier aan het werk in hun zelfstandige activiteit.
26
3. Doelstellingen 2014 In 2014 willen we volop inzetten op het versterken van onze vrijwilligerswerking. Daarnaast willen verder de lokale aanwezigheid uitbreiden, door langs de ene kant in meer steden aanwezig te zijn (zitdagen in Gent, Antwerpen, Genk, Kortrijk,…) en langs de andere kant door de frequentie op te drijven (van maandelijks naar (twee)wekelijks). We willen verder blijven investeren in ons netwerk van partners. We willen nieuwe partners zoeken en kijken waar samenwerking mogelijk is en met de bestaande partners willen we de contacten behouden en onderzoeken in welke mate bepaalde samenwerking geïntensifieerd kunnen worden. Deze doelstellingen moeten er mee voor zorgen dat Impulskrediet een grotere naamsbekendheid krijgt in Vlaanderen en dat dit leidt tot een toename in het aantal kredietaanvragen.
27
Bijlage 1: Productaanbod Hefboom biedt momenteel 4 types Impulskredieten aan aan (kandidaat-)ondernemers, elk met verschillende modaliteiten.
Impulskrediet GO Doelgroep Kredietbedrag Looptijd Intrestvoet Opnametermijn Aflossingsvrije periode Eigen inbreng
Borg Solidariteitskost Begeleiding
Impulskrediet PART Doelgroep Kredietbedrag Looptijd Intrestvoet Opnametermijn Aflossingsvrije periode Eigen inbreng Borg Solidariteitskost Begeleiding
Bestaande ondernemers of starters die zelfstandige in hoofdberoep willen worden en voor de nodige financiering niet bij een bank terecht kunnen. 2.500 EUR – 20.000 EUR 4 jaar 6% (vast) 3 maanden 3 maanden < 12.500 EUR: geen eigen inbreng vereist > 12.500 EUR: 20% van het bedrag boven de 12.500 EUR met een min van 500 EUR (ook in natura) Niet systematisch, een borgstelling kan een dossier wel versterken. 2.500-5.000 EUR: 200 EUR 5.001-10.000 EUR: 300 EUR 10.001 -15.000 EUR: 450 EUR 15.001-20.000 EUR: 600 EUR 2 jaar verplichte, gratis begeleiding door vrijwilligers van het Impulskrediet
Bestaande ondernemers of starters die hun activiteit in bijberoep opstarten en geen toegang hebben tot een aangepast bankkrediet. 0 EUR – 7.500 EUR 4 jaar 6% (vast) 3 maanden 3 maanden geen eigen inbreng vereist Niet systematisch, een borgstelling kan een dossier wel versterken. 1 – 2.500 EUR: 100 EUR 2.501-5.000 EUR: 200 EUR 5.001-7.500 EUR: 300 EUR 2 jaar verplichte, gratis begeleiding door vrijwilligers van het Impulskrediet
28
Impulskrediet COOP Doelgroep Kredietbedrag Looptijd Intrestvoet Opnametermijn Aflossingsvrije periode Eigen inbreng Borg Solidariteitskost Begeleiding
Impulskrediet START Doelgroep Kredietbedrag Looptijd Intrestvoet Opnametermijn Aflossingsvrije periode Eigen inbreng Borg Solidariteitskost Begeleiding
Ondernemers die hun activiteit opstarten via een activiteitencoöperatie en geen toegang hebben tot een aangepast bankkrediet. 0 EUR – 5.000 EUR 2 jaar 6% (vast) 3 maanden geen geen eigen inbreng vereist Niet systematisch, een borgstelling kan een dossier wel versterken. 1 – 2.500 EUR: 100 EUR 2.501-5.000 EUR: 200 EUR 2 jaar verplichte, gratis begeleiding door vrijwilligers van het Impulskrediet
Een deel van de eigen inbreng (1/4e van het kredietbedrag) van de Startlening van het Participatiefonds ontlenen. 2.500 EUR – 5.000 EUR 3 jaar 6% (vast) 3 maanden geen geen eigen inbreng vereist Niet systematisch, een borgstelling kan een dossier wel versterken. 2.500-5.000 EUR 200 EUR 2 jaar verplichte, gratis begeleiding door steunpunt van het Participatiefonds
29