Jaarverslag 2011
WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET B O U W B E D R I J F
Jaarverslag 2011 WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF
INHOUD
Kwaliteit en duurzaamheid gaan hand in hand
3
Evenementen 4 Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Inleiding Geotechniek en Structuren Beton en Betonconstructies Metselwerk en Gevels Daken en Lichte constructies Schrijnwerk en Glaswerk Muur- en vloerbekledingen Duurzaam bouwen en renoveren Energie, Binnenklimaat en Installaties Akoestisch comfort Beheer, Kwaliteit en Informatietechnieken Europa en de bouw
5 5 6 8 10 12 14 16 18 20 24 26 27
Technische bijstand
28
Samenwerking met derden
29
Technische Comités
30
Personeel 33 Financiën 34 Statutaire organen
36
Bijlage – Projectendatabank online
37
Directie en Staff
40
Kwaliteit en duurzaamheid gaan hand in hand Sinds het begin van de mensheid zijn we voortdurend in de weer geweest om onze woningen aan te passen aan steeds strengere eisen. En ook vandaag de dag is er nog niets veranderd. Het passiefhuis of een gelijkwaardig alternatief zal tussen nu en 3 tot 5 jaar de standaard worden en binnen 8 jaar zal dat het bijna-energieneutrale gebouw zijn. Onze sector staat aan het begin van een ingrijpende technologische (r)evolutie die onze manier van bouwen duchtig zal veranderen.
Een goede luchtdichtheid speelt hierbij een grote rol aangezien het op deze manier mogelijk is om de energieprestaties van een gebouw met maar liefst 15 % te verhogen. De moeilijkheden bevinden zich echter vaak ter hoogte van de bouwknopen en meer bepaald op het raakvlak van verschillende wanden, want op deze plaatsen worden er verschillende disciplines gecombineerd. Vanwege de eisen inzake toegankelijkheid, akoestisch en thermisch comfort, brandweerstand of aanpasbaarheid is het voor een goede luchtdichtheid noodzakelijk dat al deze details als één geheel ontworpen en uitgevoerd worden. Een boeiende uitdaging voor de huidige aannemer die meer dan ooit met verschillende technieken in contact komt en dus een hoge graad van deskundigheid aan de dag moet kunnen leggen, zowel op het vlak van het beheer van het bouwproces als bij de eigenlijke uitvoering van de werken. Als onderzoeks- en informatiecentrum voor de sector heeft het WTCB een voortrekkersrol waar te maken. Zo was het WTCB in het begin van de jaren ‘80 al bezig met de eerste pressurisatieproeven. Het Centrum heeft zich 31 jaar later voorgenomen om dit domein verder uit te diepen in het kader van de relatie tussen kwaliteit en duurzaamheid. Vooral wat betreft luchtdichtheid maar ook op het vlak van de levenscyclusanalyse en de toepassing van natuurlijke grondstoffen (geothermie, zonne-energie of de bouw van thermoactieve elementen). Hierbij mag men natuurlijk de noodzakelijke informatieverspreiding niet uit het oog verliezen. Vandaar dat het WTCB in 2011 een 600-tal opleidingen heeft georganiseerd en met de voorbereiding van een thematische WTCB-Contact en een Technische Voorlichting over het thema is gestart. Tevens werd de gegevensbank van de bouwdetails verbeterd en uitgebreid.
Onderzoek en innovatie zijn niet langer de verantwoordelijkheid van enkelen. Het is een sociale uitdaging voor ons allemaal op elk niveau van het bouwproces zonder de gebruiks- en renovatiefase, en evenmin de afbraakfase op langere termijn uit het oog te verliezen.
Jan Venstermans, ir. Jacques Gheysens, ir. Directeur-Generaal Voorzitter
3
WTCB – Jaarverslag 2011
Onze sector staat aan het begin van een ingrijpende technologische (r)evolutie die onze manier van bouwen duchtig zal veranderen.
Evenementen
Tijdens het jaar 2011 heeft het WTCB de professionelen uit de sector begeleid bij het verbeteren van hun prestaties en het uitdiepen van hun kennis. Energie en binnenklimaat, integratie van computertechnologieën in het bedrijf en het belang van het duurzame karakter van een gebouw werden door het WTCB in de verf gezet aan de hand van een reeks van evenementen.
Februari 2011 : WTCB.be
ten dienste van de professionelen
De WTCB-website bevat een schat aan informatie. Het is voor de bouwprofessionelen een onmisbaar hulpmiddel om zich te informeren en bij te scholen en het vormt een perfecte synergie tussen de traditionele en elektronische media. Men stelt echter nog al te vaak vast dat deze informatiebron niet gekend is bij onze leden. Het eerste nummer van het magazine WTCB-Contact van 2011 stond dan ook in het teken van www.wtcb.be. Deze publicatie heeft onze leden ertoe aangezet om de verschillende facetten van dit steeds groeiende elektronische hulpmiddel te ontdekken.
Maart 2011 : C PRO© C DATA©
en
De optimalisering van het offerteproces is cruciaal voor het voortbestaan van een bedrijf. Vele faillissementen zijn immers vaak te wijten aan onnauwkeurige berekeningen en niet zozeer aan technische fouten. Het WTCB heeft verschillende offertehulpmiddelen (C PRO© en C DATA©) ontwikkeld om de overgang van de theorie naar de praktijk te vergemakkelijken. In dit kader werden er verschillende rekenmodules, die beschikbaar zijn op onze website, ontwikkeld. Meerdere KMO’s hebben al kunnen genieten van de functionaliteit van deze nieuwe toepassingen. Het WTCB hecht veel belang aan het bevorderen van de samenwerking tussen de verschillende actoren. De integratie van computertechnologieën blijft daarom een 4
WTCB – Jaarverslag 2011
grote prioriteit voor het WTCB. De ingenieurs van de afdeling ‘Beheer, Kwaliteit en Informatietechnieken’ hebben in 2011 dan ook niet minder dan 200 opleidingen rond dit thema georganiseerd.
Oktober 2011 : naar
een bijnaenergieneutraal gebouw
Na het grote succes van de studiedagen in 2009 hebben de Federatie van Algemene Bouwaannemers (FABA) en de Technische Comités ‘Hygrothermie’ en ‘Ruwbouw’ opnieuw de handen in elkaar geslagen. De studiedagen van het afgelopen jaar waren gewijd aan het ontwerp en de uitvoering van bouwknopen bij de bouw van bijna-energieneutrale gebouwen. Een niet te onderschatten uitdaging omdat ze een revolutie met zich meebrengt voor de betrokken bedrijven en meer bepaald voor de algemene aannemers. Deze moeten het hele gebeuren in goede banen leiden, zodat onze gebouwen voldoen aan de
Injectie van niet-geïsoleerde spouwen.
strenge eisen voor thermische prestaties en luchtdichtheid. De levenscyclusanalyse van gebouwen en het belang van de noodzakelijke energie voor de bouw, het gebruik en de uiteindelijke afbraak en/of hergebruik vormt zonder enige twijfel een belangrijke toekomstige evolutie in onze manier van bouwen. Deze succesvolle studiedagen hebben ons de kans gegeven om de sector hierop voor te bereiden.
November -
december 2011 : thermische renovatie van gebouwen
Diverse opleidingen werden georganiseerd om bedrijven te helpen bij het opstellen van een efficiënte diagnose van de gebouwschil om vervolgens de thermische prestaties ervan te kunnen verbeteren. Het WTCB heeft een duidelijke interesse vastgesteld voor technieken waarbij het originele uitzicht van de gevel behouden blijft. Het injecteren of het inblazen van niet-geïsoleerde spouwen kent ook een groeiend succes. Hetzelfde geldt voor de integratie van een performante beglazing in bestaand schrijnwerk. Hiermee kan men het ‘oude’ uitzicht behouden en de kosten doen dalen. Tijdens de vele opleidingen kwamen concrete voorbeelden van energetische renovaties veelvuldig aan bod. Het afgelopen jaar werden er ook verscheidene evenementen georganiseerd naar aanleiding van de publicatie van nieuwe TV’s. Elastische vloerbekledingen, pannendaken en houten gevelbekledingen werden op deze manier in de kijker gezet. n Evenementen
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Inleiding
Als motor van de economie heeft de bouwsector altijd al het hoofd weten te bieden aan maatschappelijke veranderingen. Aannemers moeten steeds nieuwe uitdagingen aangaan om de milieu-impact van gebouwen te verminderen en ze veiliger, toegankelijker en comfortabeler te maken. Om dit mogelijk te maken, legt het WTCB zich toe op wetenschappelijk en technisch onderzoek, innovatie en ontwikkeling, alsook op het verstrekken van informatie, bijstand en advies.
Normalisering, certificering
en
goedkeuring
Via de activiteiten van de door de FOD Economie gesubsidieerde Normen-Antennes tracht het WTCB de Belgische bouwbedrijven (en dan vooral de KMO’s) doorheen het complexe netwerk van normen en reglementeringen te loodsen. De Octrooicel informeert bedrijven dan weer over octrooieerbare producten en tech nieken, alsook over de middelen om uitvindingen uit te werken en te beschermen. Gelet op zijn status van technisch referentiecentrum voor de bouwsector, doet het WTCB vandaag de dag dienst als sectorale operator voor een dertigtal normcommissies (al dan niet in samenwerking met andere organismen), die belast zijn met de ontwikkeling van ontwerpnormen en de opvolging ervan. Op deze manier zijn de bouwprofessionelen vertegenwoordigd en kunnen ze hun stem laten horen bij de start van het beslissingsproces.
Sinds meerdere jaren zet het WTCB zich in voor de goedkeuring van innovatieve producten en systemen, alsook voor de certificering van bedrijven. Met deze acties verhoogt niet alleen de kwaliteit binnen de sector, maar ook de klanttevredenheid aangezien de procedures en firma’s organisationeel en technisch op punt staan.
Collectief
onderzoek, innovatie en ontwikkeling
De Technische Comités zien er in deze context op toe dat het door het Centrum gevoerde onderzoek zo goed mogelijk afgestemd is op de noden van zijn leden en van de maatschappij in het algemeen. Om deze taak tot een goed einde te brengen, kan het WTCB, buiten zijn eigen infrastructuur en gekwalificeerde laboratoria, rekenen op een netwerk van partners. De ingenieurs van het departement ‘Technisch advies en consultancy’ en het
KMO-portefeuille :
snelle en eenvoudige steun
departement ‘Communicatie en beheer’ stellen alles in het werk om de bouwprofessionelen van correcte technische informatie te voorzien. Hiernaast stimuleert het WTCB, met steun van de Gewesten, de ontwikkeling van innovatieve procedures op de bouwplaats via verschillende diensten : Technologische Dienstverleningen, VIS-traject, ...
Informatie, vorming steuning
en onder-
Bouwbedrijven streven steeds naar een zo hoog mogelijke efficiëntie door gebruik te maken van alsmaar modernere beheers- en communicatiemiddelen. Hiertoe ontwikkelde het WTCB nieuwe informaticatoepassingen, waarmee bedrijven hun kostprijs beter kunnen berekenen en een betere offerte kunnen opstellen. Ook de technische bijstand wordt hierbij niet uit het oog verloren. Deze heeft tot doel om bedrijven te helpen nieuwe technieken en onderzoeksresultaten te integreren in hun dagelijkse praktijk en om eventuele problemen op de bouwplaats op te lossen.
voor innovatie
Via de KMO-portefeuille kunnen ondernemers jaarlijks tot 15.000 euro subsidies krijgen. Deze kunnen verkregen worden in de volgende domeinen : opleiding, advies, strategisch advies, advies internationaal ondernemen en technologieverkenning. Binnen dit laatste domein doet men een beroep op erkende dienstverleners, waaronder ook het WTCB. Dankzij dit grondig technologisch advies kan de KMO vervolgens met kennis van zaken verdere stappen tot innovatie nemen. Aannemers en bouwprofessionelen kunnen bovendien tot 75 % van hun kosten terugwinnen bij verkennend onderzoek, speciale niet-routinematige proeven, berekeningen of simulaties, het opzetten van een innovatiestudie, ...
5
WTCB – Jaarverslag 2011
Het WTCB beschikt ook over een website met duizenden pagina’s aan bouwgerelateerde informatie. De website www.wtcb.be vormt een technisch platform dat dagelijks veelvuldig geconsulteerd wordt. Het gepersonaliseerde technisch advies en de directe vorming van de bouwprofessionelen vormt een aanvulling op de informatie die verspreid wordt via publicaties en de website. n Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Inleiding
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Geotechniek en Structuren
Voor wat betreft het thema geotechniek en structuren was de aandacht van het WTCB in 2011 voornamelijk toegespitst op de implementatie van de Eurocode 7, nieuwe uitvoeringsmethoden voor funderingen, geothermie, houtskeletconstructies, composietconstructies, ultraperformant beton en het gebruik van elektronica om te komen tot ‘intelligente’ constructies.
Op het vlak van de stabiliteit en sterkte van infra- en superstructuren werden er belangrijke stappen ondernomen om de uitvoering te versnellen, de systemen betrouwbaarder te maken, hun sterkte te vergroten en er bijkomende eigenschappen aan toe te kennen teneinde te komen tot ‘intelligente’ constructies, maar ook om de energieprestaties ervan te verbeteren in de context van duurzame ontwikkeling. Dankzij zijn netwerkingactiviteiten binnen diverse Belgische en Europese verenigingen – BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek), BVOTS (Belgische Vereniging voor Ondergrondse Technieken en Stedenbouw), AIV (Association de l’ingénierie du vent), ELGIP (European Large Geotechnical Institutes Platform), ie-net – beschikt het WTCB over een uitgelezen forum voor de uitwisseling van informatie en ervaringen.
nanciële steun van het IWT werden er verschillende karakteriseringsproeven uitgevoerd op dit materiaaltype om vervolgens een rekenmethode te ontwikkelen voor permanente toepassingen. In 2011 was de aandacht vooral gericht op het uitvoeren van proeven op ware grootte om aldus het schaaleffectprincipe beter te kunnen beoordelen • beschoeiingen en de micropaaltechnologie. Deze prenormatieve onderzoeken met de financiële steun van het NBN en de FOD Economie, hebben geleid tot de publicatie van zes Infofiches met betrekking tot beschoeiingstechnieken (berlinerwanden, palenwanden en ‘soil mix’-wanden) en de uitgave van aanvullende uitvoeringsfiches over diepwanden en damwanden. In 2011 werd er een onderzoeksproject opgestart rond micropaaltechnologie om meer inzicht te krijgen in het geotechnische gedrag van verschillende micropaaltechnolo-
giesystemen. Bovendien werden er veel initiatieven opgezet met de bedoeling om onze kennis over de effecten van gecombineerde en cyclische belastingen te verfijnen • onderzoek naar het intrillen van damwanden en andere stalen profielen. In het kader van dit onderzoek werd er een numeriek model ontwikkeld met als doel om de wisselwerking tussen de trilmachine, het profiel en de grond te analyseren. Dit ‘First DO.CA’-project, dat gesubsidieerd wordt door de DG 06, heeft in 2011 geleid tot de publicatie van een doctoraatsthesis. De ondernemingen die deze technieken gebruiken, zullen in de toekomst niet alleen kunnen steunen op de ervaring die opgedaan werd in deze context, maar ook op de ontwikkelde rekenmodellen. Om dit allemaal nog vlotter te laten verlopen, wordt er gewerkt aan de oprichting van een gebruikerscommissie
Geotechniek De resultaten van de onderzoeksprojecten die al sinds een aantal jaren gevoerd worden door de afdelingen ‘Geotechniek’ en ‘Structuren’ vormen een onschatbare bron van gegevens voor de door het WTCB gecoördineerde opstelling van de nationale bijlagen bij de Eurocodes 2 (betonconstructies), 5 (houtconstructies) en 7 (geotechnisch ontwerp). Binnen de afdeling ‘Geotechniek’ was de aandacht dit jaar toegespitst op de volgende thema’s : • ‘soil mix’-technologie. In het kader van dit innovatieve onderzoek met de fi6
WTCB – Jaarverslag 2011
Technologische Dienstverlening
‘Nieuwe
generatie gelijmde betonwapening’
Deze Dienstverlening met de financiële steun van het Vlaamse Gewest (IWT) werd opgericht door het WTCB, Infobeton.be en de FEREB (Belgische Vestiging van Specialisten in de Herstelling, de Versteviging en de Bescherming van Betonconstructies) en heeft de volgende doelstellingen voor ogen : • de technologische vertaling van de recente wetenschappelijke ontwikkelingen naar concrete toepassingsmogelijkheden voor de Belgische (Vlaamse) markt • het kenbaar en beschikbaar maken van een nieuwe generatie van technieken voor gelijmde betonwapening • bijdragen tot de correcte toepassing van de nieuwe systemen • het aanmoedigen van de lancering van nieuwe producten en ontwikkelingen in Vlaanderen.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
• energieproblematiek (herziening van de Europese EPB-richtlijn die ernaar streeft om gebouwen tegen 2021 bijnaenergieneutraal te maken). Het project ‘Smart-Geotherm’ dat van start gegaan is op 1 september 2011 en gefinancierd wordt door het IWT, bestaat uit een consortium van acht partners en loopt over zes jaar. Dit project heeft tot doel om de warmtecapaciteit en de thermische inertie van middelgrote tot grote gebouwen te benutten door deze te integreren in een ‘intelligent’ concept van geothermische verwarming en klimaatregeling. Binnen het project gaat de aandacht uit naar zowel collectieve activiteiten (onderzoeksactiviteiten, het opstellen van codes van goede praktijk, het organiseren van opleidingen, ...) als naar de begeleiding van individuele bedrijven (technologisch advies, ondersteuning, innovatie binnen het bedrijf, ...).
men dankzij het project ‘BEFIME’ het gunstige effect van het materiaal in bepaalde toepassingen kunnen aantonen, in het bijzonder wat betreft de beheersing van de verpompbaarheid van vezelrijk beton. Op het gebied van zelfverdichtend beton is uit een prenormatief onderzoek gebleken dat de Eurocode 2 aangepast moet worden om rekening te houden met de mechanische eigenschappen van het materiaal (elasticiteitsmodulus, verhouding tussen de weerstand op een kubus en een cilinder, treksterkte, ...). Dit onderzoek dat ook in 2012 verder loopt, maakt het mogelijk om zich te concentreren op bepaalde nieuwe aspecten zoals deze met betrekking tot voorspanning en industriële toepassingen. Zijdelingse
stabiliteit van houtconstruc-
ties met meerdere verdiepingen
Hybride
constructies en structurele materialen
Structuurelementen en skeletconstructies moeten tegenwoordig alsmaar meer functies vervullen. Dit multifunctionele karakter is een thema dat binnen diverse onderzoeksteams van het WTCB op heel wat aandacht kan rekenen, vooral in het kader van de Technologische Dienstverlening ‘OSSAMIX’. Zo ging de belangstelling dit jaar zowel uit naar het thema zelfverdichtend beton als naar de hierna aangehaalde onderwerpen.
Houtskeletbouw zit in de lift. Houtconstructies met meerdere verdiepingen zijn nochtans schaars in België en dit ondanks de verscheidene interessante voorbeelden uit het buitenland. In het kader van een internationale samenwerking wordt de zijdelingse stabiliteit van dergelijke gebouwen bestudeerd. Zo worden er proeven uitgevoerd op het vloerdiafragma en de vloer-wandverbindingen om het gebrek aan referenties in België weg te werken. Windwerking
Vezelversterkt
en zelfverdichtend beton
Er heerst op dit ogenblik een acuut gebrek aan aanbevelingen (ontwerp, uitvoering) voor het gebruik van staal- en kunststof vezelversterkt beton. Het huidige WTCBonderzoek hieromtrent heeft enerzijds de bedoeling om proef- en rekenmethoden op te stellen waarmee het mogelijk is rekening te houden met de variabiliteit van de materiaalprestaties in een bouwwerk en anderzijds om nieuwe toepassingen te ontwikkelen in samenwerking met de industrie. De resultaten van dit onderzoek werden intussen geïntegreerd in de draft van de Model Code 2010, die gepubliceerd werd door de Fédération internationale du béton (FIB). Bovendien heeft
en binnenklimaatregeling
Sinds 2009 stelt het WTCB zijn ervaringen op het gebied van windwerking op gebouwen ten dienste van het project ‘SIMBA’ (www.project-simba.eu). Het doel van dit project is om een werkwijze op punt te zetten teneinde het klimaat in een gebouw te beoordelen aan de hand van numerieke simulatie. De afdeling ‘Structuren’ beschikt hiertoe over een uitzonderlijk oriënteerbaar proefgebouw waarmee het mogelijk is om drukmetingen uit te voeren en de ontwikkelde numerieke modellen te kalibreren.
Nieuwigheden ria ?
in de laborato-
Het laboratorium ‘Structuren’ heeft een
WTCB-publicaties
‘Geotechniek
en
Structuren’
Instorten van daken door sneeuwval. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 2. Houtskeletbouw. Deel 1 : windverband van dragende muren. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 2. Intelligente constructies. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 3. Smart-Geotherm. WTCB-Dossiers. Nr. 2011/3, Katern 4.
7
WTCB – Jaarverslag 2011
proefpost die toelaat om de kruip van ultrahogesterktebeton te bepalen en aldus een beter idee te krijgen van de vervorming van dit materiaal in bouwwerken op lange termijn. Er is eveneens een nieuwe proefpost in ontwikkeling om de kruip bij buiging, met name voor staalvezelversterkt beton te kunnen bepalen. Verder willen we eraan herinneren dat dit laboratorium genotifieerd is voor een aantal proeven met het oog op de CE-markering en dat het beschikt over een BELAC-accreditatie voor buigproeven op vezelversterkt beton. Het laboratorium ‘Geotechniek’ heeft in 2011 op regelmatige tijdstippen karakteriseringsproeven uitgevoerd op vloeren, granulaten en bindmiddelen voor vloeren, alsook belastingsproeven op diverse nieuwe paaltypes. Het labo heeft ook verbeteringen aangebracht in een aantal nieuwe monitoringstoepassingen op basis van de optische-vezeltechnologie.
Normalisering – BENOR- en ATG-kwaliteitsverklaringen Aangezien het WTCB zijn leden op de hoogte wenst te houden van de evolutie van de normen enerzijds, en het de kennis, opgedaan tijdens zijn talrijke onderzoeksactiviteiten, graag wil laten verwerken in de Belgische normatieve documenten anderzijds, spant het Centrum zich elk jaar opnieuw in om de verschillende normcommissies waarvoor het erkend werd als sectorale operator te coördineren : - NBN E 250 Eurocodes (in samenwerking met SECO) - NBN E 288 Execution of special geotechnical works - NBN I 182 Geotechnical investigation and testing of geotechnical structures - NBN E 396 Earthworks (in samenwerking met het OCW). Het WTCB is eveneens actief in verschillende andere nationale en Europese commissies, die onder meer bezig zijn met de voorbereiding van de nationale bijlagen bij de diverse Eurocodes, de opstelling van een nationaal toepassingsdocument voor de nieuwe norm over de uitvoering van betonconstructies, de opvolging van de normalisering voor infrastructuur- en structuurproducten (in samenwerking met PROBETON) en de uitwerking van technische goedkeuringen op het gebied van gebouwen en burgerlijke bouwkunde. Tot slot willen we erop wijzen dat de Normen-Antenne ‘Eurocodes’ verschillende nieuwe kosteloze rekenmodules ter beschikking gesteld heeft op haar website www.normen.be/eurocodes, waarvan er eentje specifiek toegespitst is op de bepaling van de winddruk (WIntTM). Ook voor 2012 staan er nieuwe didactische rekenmodules op het programma. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Beton en Betonconstructies
Het jaar 2011 stond bij het WTCB, voor wat betreft beton in het teken van onderzoek naar oplossingen voor vaak voorkomende problemen op de bouwplaats. Toch werden ook innovatie en milieu, twee onvermijdelijke thema’s in de bouwsector, niet uit het oog verloren.
Het merendeel van de projecten dat op regionale of nationale subsidies kan rekenen, wordt uitgevoerd in samenwerking met andere onderzoekcentra (OCCN, OCW, CTP, BCRC, ...) of universiteiten (VUB, KULeuven, UGent, ULg, ...). Hierna worden er enkele actuele onderwerpen voorgesteld.
De
zorgen van de aannemers zijn de basis van onze onderzoeken
Het
loskomen van de toplaag bij betonnen
bedrijfsvloeren
Bij de aanvragen die onze dienst ‘Technisch advies’ dagelijks binnenkrijgt, is er
een groot deel dat betrekking heeft op het loskomen van de toplaag van betonnen bedrijfsvloeren. Het probleem is wellicht te wijten aan veranderingen in de betonsamenstelling de laatste jaren, wat gevolgen kan hebben voor de ingesloten lucht, de waterafscheiding van het beton en zijn verharding. Het doel van het onderzoek, gestart in 2011, is het formuleren van aanbevelingen voor robuuste betonsamenstellingen, voor de kwaliteitscontrole van het geleverde beton en voor de uitvoering van de oppervlakteafwerking (vlinderen, polieren). De eerste resultaten tonen de invloed aan van de korrelverdelingskrommen van het inerte skelet van het beton en van de hoeveelheid superplastificeer-
Normen-Antenne
‘Beton-Mortel-Granulaten’ Het WTCB heeft sinds meerdere jaren, dankzij de steun van de FOD Economie, een reeks Normen-Antennes opgericht om de KMO’s te sensibiliseren en informeren op het vlak van bestaande of nog in voorbereiding zijnde nationale en Europese normen (www.normen.be). De NA ‘Beton-Mortel-Granulaten’ heeft zich recentelijk toegelegd op het uitwerken van de nationale bijlage van de nieuwe Europese norm NBN EN 13670 ‘Uitvoering van betonconstructies’ met de steun van een werkgroep samengesteld uit ondernemers, SECO, SPW, MOW en de federaties van beton en betonproducten. Deze bijlage heeft als basis de Belgische ‘regels van goede praktijk’ en herneemt met name de eisen voor de nabehandeling van beton en het storten van beton tijdens de winterperiode. Binnenkort zal ook de revisie van de norm NBN B 15-001 verschijnen, de nationale aanvulling op de norm NBN EN 206-1. De belangrijkste te verwachten veranderingen, zoals de mogelijkheid om gerecycleerde granulaten afkomstig uit betonpuin te gebruiken, werden al aangekondigd op de website, die het afgelopen jaar bovendien aangevuld werd met talrijke artikels en informatierubrieken.
8
WTCB – Jaarverslag 2011
der op het luchtgehalte en de viscositeit van het beton, twee essentiële elementen in het kader van deze problematiek. Cementgehalte Het cementgehalte is een goede indicator voor de fysische en mechanische prestaties, maar vooral voor de duurzaamheid van het beton. Het is dan ook niet uitzonderlijk zich af te vragen of het geplaatste beton of de geplaatste mortel voldoende cement bevat. Een chemische analyse in het laboratorium kan hier uitsluitsel over geven. De Belgische norm NBN B 15-250 is in deze context al jaren de referentie. Het resultaat is echter pas betrouwbaar als het gebruikte cement ook afzonderlijk beschikbaar is, wat slechts zelden het geval is. In het andere geval dient een van de drie cementcategorieën uit voornoemde norm gekozen te worden. In de norm NBN EN 197-1 27 is er daarentegen sprake van niet minder dan 27 cementsoorten waarvan er 13 courant gebruikt worden in België. De huidige versie van de Belgische norm maakt evenmin een onderscheid tussen bepaalde cementbestanddelen en minerale toevoegsels die weldegelijk in het beton aanwezig zijn (kalksteenfillers, hoogovenslak, vliegassen). Dit onderzoeksproject heeft als oogmerk om deze tekortkomingen van de norm te verhelpen. De eerste conclusies van het onderzoek benadrukken reeds de invloed van een specifieke thermische behandeling op gecarbonateerde bestanddelen bij de ra-
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton en Betonconstructies
Betonic@ :
hét betoninformatiecentrum
Met het samenwerkingsverband Betonic@ hebben Fortea, Infobeton.be, de BBG en het WTCB de handen in elkaar geslagen om de betontechnologie het digitale tijdperk in te loodsen aan de hand van didactische hulpmiddelen (leerplatforms, e-learningmodules, ...) waaronder een tiental webinars die toegankelijk zijn op www.betonica.be, alsook door middel van een ware digitale bibliotheek gewijd aan beton.
ming van het cementgehalte. Door de carbonatatie wordt een deel van het silica uit het cement namelijk onoplosbaar in zuur. Indien het sillica niet opnieuw oplosbaar wordt gemaakt aan de hand van een aangepaste thermische ontbinding, leidt dit onvermijdelijk tot een overschatting van het cementgehalte.
Innovatie, het
kernwoord voor de ontwikkeling in de bouw sector
Zogenoemde speciale betonsoorten, zoals staal- en kunststofvezelversterkt beton, zelfverdichtend beton (SCC) of ultrahogesterktebeton (UHSB), bieden talrijke mogelijkheden voor de Belgische bouwmarkt. Het nadeel is echter dat er voor deze betonsoorten nog geen aanbevelingen bestaan voor zowel het ontwerp als de uitvoering. De lopende projecten hebben tot doel om deze hiaten op te vullen aan de hand van een grondige studie van het structurele gedrag van deze nieuwe betonsoorten. De laatste ontwikkelingen op het vlak van BUHP, zowel in België als in de ons omringende landen, waren hét onderwerp tijdens een studiedag in 2011, medegeorganiseerd door het WTCB. Een samenwerking met prefabricatieproducenten werd opgestart om het potentieel van deze nieuwe betonsoort in het kader van een productie op industriële schaal te evalueren.
Milieu
werkt ook innoverend
Vuurvast
groeiend succes in verschillende sectoren waaronder de metaalnijverheid, de metaalgieterij, verbrandingsinstallaties, de cementindustrie en de petrochemie. In tegenstelling tot vuurvaste bakstenen die vooraf gebakken moeten worden, wordt dit beton gebakken bij de eerste inwerkingstelling van de installatie, wat een aanzienlijke energiebesparing met zich meebrengt. Vuurvast beton heeft bovendien het voordeel dat het makkelijk te herstellen is. Het project ‘MORECAR’ heeft tot doel om de bedrijven hulpmiddelen ter beschikking te stellen voor de opstelling van de samenstelling, alsook voor de evaluatie van de betonkwaliteit. Valorisatie
van industriële bijproducten
in beton
Op milieugebied blijft de valorisatie van industriële bijproducten in beton een belangrijke bezigheid van het WTCB. Er wordt tevens nog steeds onderzoek gevoerd naar cementsoorten met een lage milieu-impact. De productie van klinker, het hoofdbestanddeel van Portlandcement, is immers verantwoordelijk voor 5 tot 8 % van de CO2-uitstoot wereldwijd. Om de actuele uitdagingen van duurzaam bouwen aan te gaan, heeft de sector al enkele constructieve oplossingen uitgewerkt. Een ervan bestaat erin om een deel van de klinker in de cementcentrale te vervangen door uiterst fijne toevoegingen. De toevoegingen die tot op heden het vaakst gebruikt worden, zijn vliegassen, die opgevangen
Na de studie van cementsoorten met een hoog slakgehalte van het type CEM III/B en C (project ‘BeSlag’), buigt het onderzoek zich tegenwoordig over de ontwikkeling van een nieuw ternair cement – met een hoog kalkfillergehalte en laag klinkeren slakgehalte – voor de vervaardiging van duurzaam en milieuvriendelijk beton (project ‘CemCalc’).
Nieuwigheden rium ?
in het laborato-
Het laboratorium ‘Betontechnologie’ beschikt over diverse uitrustingen waarmee het niet alleen mogelijk is om mortel- en betonproefstukken te vervaardigen en te bewaren, maar ook hun eigenschappen in verse en verharde toestand te bepalen. Het kan eveneens rekenen op een uitgebreide expertise voor de beoordeling van de duurzaamheid van beton : chemische weerstand, carbonatatieweerstand, bestandheid tegen chloriden, corrosiemetingen, ... Het laboratorium werd onlangs uitgerust voor de beoordeling van het kruipgedrag van beton en van de weerstand tegen vorst-dooicycli volgens de Europese Technische Specificatie CEN/TS 12390-9. Er werd bovendien een specifieke proefpost ontwikkeld om de scheurgevoeligheid van bekledingen te beoordelen die bedoeld zijn voor de bescherming en herstelling van betonstructuren (NBN EN 1062-7). n
beton
Zowel in getrilde, gegoten als gespoten toepassing kent vuurvast beton een
Technologische Dienstverlening
‘Prestatiegerichte
‘Beton
WTCB-publicaties en
Betonconstructies’
Uitvoeringsklassen, ontkisting en nabehandeling van beton : nieuwe regels. WTCB-Dossiers, 2011/2, Katern 4. Infofiches 53. Reeks van 9 Infofiches over de aandachtspunten bij de beoordeling van cementgebonden bedrijfsvloeren.
9
worden in de rookreinigingsinstallaties bij de verbranding van steenkool, en hoogovenslakken. De productie van vliegassen en hoogovenslakken is echter in dalende lijn door enerzijds een daling in de activiteit van de metaalnijverheid en anderzijds de progressieve sluiting van thermische steenkoolcentrales in België. Om dit tekort op te vangen, kan men als alternatief fijngemalen kalk gebruiken of fillers, die overvloedig beschikbaar zijn in België.
WTCB – Jaarverslag 2011
betonsoorten in hybride constructies’
Een TD-project draait steeds rond het stimuleren van innovatie rond een bepaald thema, in dit geval ‘prestatiegerichte betonsoorten’. Onze adviseurs hebben bedrijven bijgestaan bij het zoeken naar informatie en het opstarten van kleine of grote projecten omtrent architectonisch beton, zwaar en licht beton, beton met hulpstoffen, vezelversterkt beton, zelfverdichtend beton, hogesterktebeton en de valorisering van secundaire grondstoffen in beton onder de vorm van fillers, zand of granulaten. Aan de hand van 7 studiedagen en 15 presentaties werden deze thema’s ook op collectief vlak in de kijker gezet. De TD (www.wtcb.be/go/td-betonsoorten) is een samenwerking met de VUB, het laboratorium Magnel van de universiteit van Gent, Infobeton.be en de NAV en geniet de financiële steun van het IWT.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Metselwerk en Gevels
Er is een geheel van gecoördineerde acties nodig om de sector te kunnen blijven bijstaan aan de hand van praktische aanbevelingen die rekening houden met de voortdurend evoluerende regelgevingen (EPB, Europese normalisatie, …). Dit heeft tot doel om nu en in de toekomst over beproefde, duurzame en constructieve oplossingen te beschikken.
De werkzaamheden op het gebied van metselwerk werden toegespits op de analyse van de invloed van de EPB-regelgeving (ontwerp en uitvoering) en op het gedrag bij vorst-dooicycli, alsook op de verschijning van uitbloeiingen. Op het vlak van gevels werden er diverse onderzoeken verricht omtrent het uitzicht en de duurzaamheid van pleistersystemen op isolatie. Bovendien werden er nieuwe onderzoeken opgestart voor de opstelling van specificaties en aanbevelingen voor de verwerking van in situ verlijmde steenstrips op buitenisolatie. Al deze acties zijn niet alleen van belang voor het onderzoek, de ontwikkeling, de normalisatie en de kwaliteitsattestering, maar ook voor de directe dienstverlening aan bedrijven door middel van technische adviezen. Het uiteindelijke doel bestaat erin om de aannemers te voorzien van objectieve en correcte informatie.
Invloed
van de metselwerk
EPB
op het
Na enkele informatiesessies hieromtrent werden er verschillende acties op touw gezet met als doel om de bouwdetails te actualiseren en de kennis uit te breiden. Zo is er nog veel inzicht te vergaren omtrent het mechanische gedrag wanneer een isolatie-element met een geringe weerstand aangebracht wordt op een muurvoet of wanneer de breedte tussen de twee onderling verbonden spouwbladen van een spouwmuur te groot wordt (verhoging van de isolatiedikte). Deze acties zullen in de toekomst worden voortgezet. 10
WTCB – Jaarverslag 2011
Gevelmetselwerk Het WTCB gaat verder met zijn onderzoeksactiviteiten om de duurzaamheid en het uitzicht van gevelmetselwerk te verbeteren. Zo werden er op vraag van de sector diverse ontwikkelingsacties uitgevoerd inzake het optreden van uitbloeiingen en het zogenoemde ‘vergipsingsfenomeen’ (laattijdige verschijning van uitbloeiingen in de vorm van gips). De vorstbestendigheid van gevelmetselwerk is het onderwerp van een onderzoek dat al in 2006 opgestart werd in samenwerking met het CWOBKN (Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid). Uit dit project is gebleken dat de beproefde Belgische methode (die bekrachtigd werd door addendum 2 van de norm NBN B 27-009) strenger is dan de huidige Europese (CEN TS 772-22). Bovendien is een onderlinge vergelijking van de klassen volgens beide methoden onmogelijk. Zo komt de klasse F2 volgens de Europese norm in het beste geval slechts overeen met de klasse ‘normale vorstweer-
stand’ volgens de Belgische methode. Dit betekent echter geenszins dat een baksteen van klasse F2 volgens de Europese methode geen goed gedrag zou kunnen vertonen volgens de Belgische methode, noch dat deze niet in staat zou zijn de klasse ‘hoge vorstweerstand’ te bereiken. Dit is een alarmerende vaststelling voor de sector, vermits de in het kader van de CEmarkering gedeclareerde Europese klasse F2 niet per se inhoudt dat de baksteen beschouwd kan worden als ‘zeer vorstbestendig’ volgens de Belgische norm. Wij zijn bijgevolg van mening dat het nog steeds aanbeveling verdient om te steunen op de nationale voorschriften en gebruik te maken van bakstenen die ofwel volgens deze methode beproefd werden, of waaraan in hun technische fiche de vermelding ‘hoge vorstweerstand’ of ‘normale vorstweerstand’ volgens de norm NBN B 27-009/A2 toegekend werd. Deze aanbeveling werd overgemaakt aan BCCA (Belgian Construction Certification Association) die deze zal toepassen in het kader van de certificering van bakstenen.
Normen-Antennes
‘Eurocodes’, ‘Beton-Mortel-Granulaten’
en
‘Afwerking’
De informatieoverdracht die voortvloeit uit de opvolging van de Europese normen met betrekking tot metselwerk en gevels wordt verzekerd door de Normen-Antennes ‘Eurocodes’, ‘Beton-Mortel-Granulaten’ en ‘Afwerking’. Deze drie NA’s worden gesubsidieerd door de FOD Economie. Dankzij hun permanente contacten met de verschillende normalisatiecomités en -instituten enerzijds en de Belgische bouwbedrijven anderzijds, kunnen voornoemde NA’s de informatiebehoeften van de KMO’s uit de sector gemakkelijk detecteren en definiëren en hierop inspelen.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk en Gevels
Om te komen tot een onderbouwde en voldoende strenge geharmoniseerde methode die in gans Europa erkend zou kunnen worden, is de tweede biënnale van dit WTCB-onderzoek (in samenwerking met het CWOBKN) toegespitst op de optimalisering van de Europese methode. Specifieke problemen zoals de duurzaamheid van voegmortels werden ook onderzocht.
Buitenbepleisteringen Wat buitenbepleisteringen - en dan vooral de zogenoemde ETICS (External Thermal Insulation Composite Systems with Rendering of pleisterwerk op isolatiesystemen) - betreft, voerde het Technisch Comité ‘Plafonneer- en voegwerken’ ook dit jaar weer diverse activiteiten uit. Het ging hier niet alleen om collectief onderzoek en het verstrekken van informatie en opleidingen, maar ook om de uitvoering van laboratoriumproeven voor het verkrijgen van Europese (ETA’s) en Belgische (ATG’s) Technische Goedkeuringen, respectievelijk afgeleverd door de EOTA en de BUtgb. Deze werkzaamheden gingen gepaard met een rechtstreekse dienstverlening aan aannemers via technische adviezen, informatiesessies en opleidingen. Deze acties worden gemotiveerd doordat de toepassing van pleisterwerk op isolatiesystemen tal van voordelen te bieden heeft op hygrothermisch vlak en bovendien gekoppeld kan worden aan de uitdagingen op het gebied van de energieprestatie van gebouwen (EPB) en dit, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande gebouwen. De in 2011 gevoerde onderzoeken waren gericht op de opstelling van een laboratoriummethode ter beoordeling van de vergroeningsweerstand (groei van algen en mossen) en op de oprichting van een natuurlijke-verouderingssite om de verzamelde laboratoriumresultaten te toetsen aan het gedrag in situ.
WTCB-publicaties
‘Metselwerk
en
Gevels’
Invloed van de EPB op het metselwerk. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 5. Harde op isolatie verlijmde bekledingen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 11. Voegen : hardheid en duurzaamheid. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 11. Keuze van metselmortels. WTCBDossiers, Nr. 2011/2, Katern 3. ETICS : de isolatie en haar plaatsing. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 10.
11
WTCB – Jaarverslag 2011
Technologische Dienstverlening
‘Nouvelles techniques de rénovation des murs et – renomur’ (Nieuwe renovatietechnieken voor muren en hun afwerkingen – renomur)
de leurs parachèvements
Deze TD, die kan rekenen op de financiële steun van het Waalse Gewest via de SPW (Service public de Wallonie), werd opgericht om de KMO’s uit de renovatiesector op de hoogte te houden van de onophoudelijke evolutie van de producten, technieken en wetgevingen. Ze richt zich op alle Waalse ondernemingen uit de bouwsector, d.w.z. zowel op de aannemers zelf, als op de eventuele voorafgaande bouwactoren. De TD biedt hulp bij de optimalisering van producten en systemen door middel van laboratoriumproeven of studies, waarvoor de ondernemingen gebruik kunnen maken van de technologiecheques, uitgereikt door het AST. Daarnaast helpen onze adviseurs de betrokken KMO’s bij het opstellen van onderzoeksprogramma’s in het kader van de subsidieaanvragen van het Waalse Gewest. Ze namen eveneens regelmatig actief deel aan ontmoetingsdagen (bv. innov’action ‘Renovation durable’ op 17 november 2011). Deze activiteiten en de verschillende artikels die recent gepubliceerd werden, zullen als basis dienen voor de herziening van de TV 209 met betrekking tot bepleisteringen op buitenisolatie.
In
situ verlijmde steenstrips op buitenisolatie
Deze composietsystemen, gebaseerd op het principe van de bepleistering op isolatie, bestaan uit strips van bakstenen, keramische tegels, natuursteen of agglomeraattegels die in situ verlijmd worden op de buitenisolatie. Ze worden op alsmaar grotere schaal gebruikt, wat in de bouwsector voor heel wat vragen zorgt. Om hieraan te verhelpen, werden er op vraag van verschillende Technische Comités (‘Plafonneer- en voegwerken’, ‘Harde muur- en vloerbekledingen’ en ‘Steen en marmer’) een aantal onderzoekacties gelanceerd die nu nog verder lopen dankzij de realisatie van het prenormatief project ‘Verlijming van een harde afwerking op thermische isolatie : prestatiecriteria voor de selectie van de materialen, de duurzaamheid van het systeem en de gebruiksvoorschriften’. Deze techniek - die zowel kan toegepast worden bij renovaties als bij nieuwbouw biedt het dubbele voordeel dat de isolatie kan aangebracht worden langs de buitenkant én dat het esthetische uitzicht van het gevelmetselwerk behouden blijft. Ze kan dus een interessante oplossing bieden indien er hoge esthetische eisen opgelegd worden door de bouwheer of de stedenbouwkundige voorschriften.
Laboratorium ‘Ruwbouwafwerkingsmaterialen’
en
Parallel met de voornoemde acties verrichten de WTCB-laboratoria tal van proeven voor bouwprofessionelen die een Europese of Belgische Technische Goedkeuring wensen te verkrijgen. Ook organiseren ze diverse proefcampagnes in situ en in het laboratorium naar aanlei-
ding van de meest uiteenlopende schadegevallen of ter verbetering van bepaalde bouwproducten en -systemen. Het WTCB beschikt over een ruime ervaring op het gebied van de beoordeling van de duurzaamheid van bouwmaterialen in de tijd, en dan vooral ten opzichte van de weersinvloeden. Deze expertise, die de aannemers rechtstreeks ten goede komt, wordt onder meer opgedaan dankzij versnelde verouderingsproeven (warmte, regen, vorst) in het laboratorium. De aldus behaalde proefresultaten worden gevaloriseerd in het kader van de afdeling ‘Technisch advies’, de onderzoeksprojecten, de Technische Goedkeuringen en de CE-markering. Naast dit experimentele onderzoeks- en studiewerk nemen onze ingenieurs deel aan de normalisatiewerkzaamheden van : • de NBN-spiegelcommissie CEN TC 250 SC 6 ‘Eurocode 6. Metselwerk’, waarbinnen de Europese normalisatie opgevolgd wordt en de opstelling van de nationale bijlagen bij de Eurocode 6 gebeurt • de NBN-spiegelcommissie CEN TC 125 ‘Metselwerkproducten’. Verder zorgen ze voor de opvolging van het reilen en zeilen op het vlak van de BENOR- en ATG-kwaliteitsverklaringen. Dit gebeurt zowel binnen het Comité voor het Merk van BENOR als via de BENORadviesraden van BCCA (baksteen), OCCN (metselmortel) en PROBETON (beton-, kalkzandsteen- en cellenbetonblokken). De normalisatiewerkzaamheden rond buitenbepleisteringen grijpen dan weer plaats in het kader van : • de NBN-spiegelcommissie CEN TC 88 WG 18 ‘ETICS’, waarbinnen de Europese normalisatie opgevolgd wordt en het Belgische standpunt ten opzichte van de desbetreffende normen bepaald wordt • de EOTA, die zich toelegt op de CEmarkering van ETICS via de BUtgb. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Daken en Lichte constructies
Energiezuinig bouwen was ook in 2011 een hot item voor de bouwsector. Het belang van een correcte thermische isolatie van het dak en de gevels blijft toenemen. In 2011 lag de focus vooral op koudebrugvrij bouwen. Ook de luchtdichtheid van de bouwschil kreeg heel veel aandacht.
Energiezuinig
TC Dakbedekkingen
bouwen
Onder impuls van de Europese instellingen werd er in alle Gewesten van ons land een EPB-regelgeving ingevoerd. De gestelde eisen worden daarenboven alsmaar strenger. Zo daalde in 2011 het maximale E-peil in het Vlaamse en Waalse Gewest tot E80 of zelfs tot E70 voor residentiële gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze trend zal zich de komende jaren verder doorzetten. In het kader van de herziening van de huidige EPBD-regelgeving heeft Europa immers het plan opgevat om alle nieuwe gebouwen tegen 2021 bijna-energieneutraal te maken. Het WTCB onderneemt diverse acties om de Belgische bouwsector bij deze ingrijpende transformatie te begeleiden.
Metalen
daken
De hygrothermische aspecten van metalen daken maakten in 2011 het onderwerp uit van een nieuwe WTCB-Digest. Gelet op de talrijke evoluties op het gebied van dit type dakbedekking heeft het TC ‘Dakbedekkingen’ verder gewerkt aan de opstelling van een nieuwe TV, meer bepaald aan de hand van onderzoeken en laboratoriumproeven inzake de bevestiging van metalen stroken. Isolatie
van hellende daken
Aangezien de thermische eisen steeds strenger worden en het dak een belangrijk aandeel heeft in de globale isola-
Technologische Dienstverlening
‘Duurzame
bouwschil voor nieuwbouw en renovatie’
Deze TD, uitgevoerd in samenwerking met het Passiefhuisplatform en met de steun van het IWT, heeft als doel om bouwbedrijven te ondersteunen bij de invoering van innovatieve technieken. Dit gebeurt door de overdracht van de WTCB-kennis inzake daken en lichte constructies naar de sector toe. Luchtdicht en koudebrugvrij bouwen vormen hierbij belangrijke aandachtspunten. Ook in 2011 heeft de TD ruimschoots bijgedragen aan de opstelling van publicaties (zie kader p. 13), de organisatie van studiedagen en infosessies, het geven van lezingen (onder meer voor de federaties van aannemers, architecten en CeDuBo) en het verstrekken van technologische adviezen. De TD heeft ook diverse bedrijven begeleid bij de uitwerking van innovatietrajecten. Meer nog dan de vorige jaren kon het thema luchtdicht bouwen op bijzonder veel belangstelling rekenen. In het kader van de Passiefhuisbeurs heeft de TD ook een druk bijgewoond forum georganiseerd over bouwknopen.
12
WTCB – Jaarverslag 2011
tiegraad van het gebouw, is het WTCB met verschillende werkzaamheden rond de isolatie van hellende daken gestart. Deze zullen de basis vormen van een toekomstige Technische Voorlichting. Met dit document wilt men een stand van zaken opmaken voor de luchtdichte uitvoering van dakdetails zonder koudebruggen (muurvoet, aansluiting dak-topgevel, ...). Integratie
van zonne-energietechnieken in
daken
In 2011 werkten de TC’s ‘Dakbedekkingen’ en ‘Dichtingswerken’, met de steun van diverse andere TC’s, verder aan de opstelling van een Technische Voorlichting over de integratie van zonnepanelen in daken. Naast de bespreking van de ontwerptekst, legde de werkgroep zich toe op de publicatie van diverse artikels over dit onderwerp.
TC Dichtingswerken Mechanisch
bevestigde dakafdichtings-
systemen
In 2011 gaf het WTCB, samen met BEVAD (Belgische Vereniging van Aannemers van Dichtingswerken), infosessies rond de in 2010 gepubliceerde Technische Voorlichting 239 over mechanisch bevestigde dakdichtingssystemen, waarin niet alleen nader ingegaan werd op de keuze en de plaatsing van het dampscherm, de isolatie en de afdichting, maar ook op de berekening van de windweerstand en dit, zowel volgens de oude Belgische als de huidige Europese norm.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken en Lichte constructies
Parkeerdaken In 2011 werd de afwerking en nalezing van het hoofdstuk over de verschillende samenstellende lagen van parkeerdaken uit de toekomstige TV voortgezet. Daarnaast hebben gespecialiseerde subwerkgroepen werk gemaakt van de bijlagen. De aansluitingsdetails en de regenwaterafvoer zullen het onderwerp uitmaken van zo’n bijlage. Ook het hoofdstuk over belastingen en hun invloed op de prestaties van de materialen werd verder uitgewerkt in samenwerking met het OCW. Ten slotte zal de TV ook een inventaris bevatten van parkeerdakopbouwen met verschillende rijlagen. Dakdetails
van platte daken
De herziening van de TV 191 over de dakdetails van platte daken werd in 2011 afgewerkt. Na de publicatie – begin 2012 – van het deel betreffende de algemene principes, zullen er in latere fases detailtekeningen in elektronisch formaat verschijnen (voor hun snelle integratie in de aanbestedingsdocumenten), uitgewerkt afhankelijk van het gebruikte dichtingsproduct. Ook werden de thermische aspecten van de details aan een onderzoek onderworpen om hun overeenstemming met de EPB-regelgeving te verifiëren. Hieromtrent werd in 2011 een artikel gepubliceerd waarin de bouwknooppuntenregelgeving voor platte dakdetails werd toegelicht. Er werd ook een artikel gepubliceerd over de invloed van de hoogte van dakopstanden. Windweerstand
van platte daken
In 2011 werd het collectieve onderzoek omtrent de windweerstand van platte daken voortgezet met de uitvoering van proeven op een groot gamma van dakopbouwen zowel in het laboratorium als in situ (verschillende types en dikten van isolatieen luchtdichtheidsmateriaal, mechanisch bevestigd, gelast of gelijmd, met of zonder dampscherm, ...). Met dit onderzoek wil men de kennis over de verdeling van de windbelasting op verschillende dakopbouwen uitbereiden, een correlatie tussen de methoden in het laboratorium en in situ opstellen en een nieuwe Europese proefnorm voor verlijmde of gelaste methoden opmaken. ‘Compacte’ daken De intrede van dit nieuwe daktype roept heel wat vragen op. Door een studie aan de hand van numerieke simulaties, een onafgebroken monitoring van een bestaand gebouw en de opstelling van richtlijnen en aandachtpunten tracht het WTCB kennis te vergaren over dit daktype. 13
WTCB – Jaarverslag 2011
Luchtdichtheidsanalyse van de bouwschil met behulp van een IR-camera.
Normalisering, BENOR- en ATG-kwaliteitsverklaringen In het kader van de BUtgb-activiteiten met betrekking tot de Europese en nationale Technische Goedkeuringen zorgt het WTCB voor de opstelling van proefverslagen, de verificatie van de gedeclareerde waarden en de beoordeling van de gebruiksgeschiktheid van producten (natuurleien, metaal- en betonpannen, metaalplaten, isolatiematerialen en afdichtingsmembranen). Het Centrum neemt ook deel aan de BENOR-adviesraden voor pannen van gebakken aarde, leien, platen uit vezelcement, bitumineuze onderlagen en betonpannen. Daarnaast is het WTCB actief in diverse Europese werkgroepen en Technische Comités en hun Belgische spiegelcommissies. Zo neemt het Centrum zowel het voorzitterschap als het secretariaat van het CEN TC 128 voor zijn rekening en fungeert het als sectorale operator voor diverse nationale normcommissies (opvolging van het CEN TC 88, 128 en 254). Wat de EOTA-activiteiten betreft, zijn onze medewerkers verantwoordelijk voor de ontwikkeling en herziening van enkele ETAG-richtlijnen (bv. omkeerdaken) en voor de opstelling en aflevering van diverse Europese Technische Goedkeuringen. Tot slot heeft de Normen-Antenne ‘H2O en Daken’ in 2011 heel wat acties ondernomen voor KMO’s op het gebied van normalisering, zoals het voorbereiden en opvolgen van normalisatiecommissies (o.a. CEN TC 254 ‘Soepele membranen voor afdichting’, CEN TC 088 ‘Thermische isolatiematerialen en -producten’), het volgen en geven van opleidingen, het deelnemen aan en zelf organiseren van
werkgroepvergaderingen (bv. werkgroep voor de technische goedkeuring van groendaken, werkgroep die criteria en proefmethoden vastlegt voor de beoordeling van bitumineuze membranen, …), het technisch bijstaan van individuele firma’s en het verspreiden en up-to-date houden van informatie voor de doelgroep via de website www.normen.be. n
‘Daken
WTCB-publicaties en
Lichte
constructies’
TV 240 Pannendaken (+ 2 addenda). Opbouw van daken met een nietzelfdragende metalen dakbedekking. Digest, Nr. 11. Dimensionering van houten daktimmerwerk. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 6. Brandpreventie bij groendaken. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 7. Opbouw van daken met een nietzelfdragende metalen dakbedekking. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 5. Bouwknopen bij platte daken. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 6. Dakschilden met een flauwe helling : waterdichtheid en duurzaamheid. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 5. Na-isolatie van platte daken : invloed op de hoogte van de dakopstanden. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 6.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Schrijnwerk en Glaswerk
Het voorbije jaar is er enorm veel gepubliceerd geweest in het domein van schrijnwerk en glaswerk. Met tussenkomst van zijn Technische Comités heeft het WTCB het jaar 2011 volop benut om twee langverwachte Technische Voorlichtingen af te werken voor de bouwsector.
De sector heeft meer dan ooit nood aan praktische informatie en begeleiding om zijn weg te vinden in de nieuwe technieken en eisen in het domein van schrijnwerk en glaswerk. En dit zowel voor thermische en akoestische isolatie als op het gebied van duurzaamheid, brandprestaties, inbraakweerstand, bescherming, decoratie, ...
uit het bepalen, in samenwerking met de ingenieurs van het WTCB, van de noden op onderzoeksvlak. De Technische Comités ‘Schrijnwerk’ en ‘Glaswerk’ staan ook in voor de uitwerking van Technische Voorlichtingen en de verspreiding van onderzoeksresultaten bij de professionelen.
Het ondernemende karakter van het WTCB is duidelijk zichtbaar in de verschillende acties die het Centrum onderneemt zoals prenormatieve en innovatie onderzoeken, ontwikkelingen en proeven in het laboratorium, Technologische Dienstverleningen en Normen-Antennes. De hiermee opgedane kennis wordt meteen doorgegeven aan de sector aan de hand van publicaties en opleidingen.
TV 242 Bijzondere bouwwerken uit Deel 1 : Structurele toepassingen
Technische Comités
en informatieverspreiding voor de professionelen
In de TV 242, die gepubliceerd werd in november 2011, worden de uitvoeringsen dimensioneringsregels uit de doeken gedaan, alsook de uitvoering van diverse bouwwerken uit glas. Dit eerste luik, gewijd aan structurele toepassingen, behandelt vooral glazen vloertegels, traptreden, aquariums en patrijspoorten. Een tweede luik is al in volle voorbereiding en zal gewijd zijn aan niet-structurele bouwwerken. TV 243 Gevelbekledingen
Dankzij zijn Technische Comités, verloopt de werking van het WTCB volgens de ‘bottum-up’ benadering. Een van de kerntaken van de Technische Comités bestaat
‘Le
glas.
uit hout en
plaatmaterialen op basis van hout
De TV 243, die gepubliceerd werd in december 2011 op initiatief van het Tech-
Technologische Dienstverlening verre dans le bâtiment
– BatiVer’ (Glas
in gebouwen
– BatiVer)
Deze door het Waalse Gewest gesubsidieerde TD streeft ernaar de sector te helpen bij de invoering en het gebruik van innovatieve producten en technieken. In 2010 ging de aandacht voornamelijk uit naar de volgende drie innovatiedrijfveren : het gebruik van glas als constructiemateriaal, de veiligheid van personen en de gestage verbetering van de glasprestaties.
14
WTCB – Jaarverslag 2011
nisch Comité ‘Schrijnwerk’, handelt over gevelsystemen uit hout en plaatmaterialen op basis van hout. Deze TV is voornamelijk gebaseerd op de bestaande normen en technische documenten over gevelbekledingen uit hout en plaatmaterialen op basis van hout en beschrijft de belangrijkste types van houten gevelbekledingen, hun eigenschappen en eisen, alsook de aspecten in verband met het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud ervan. Deze publicatie geeft ook enkele voorbeelden van veelvoorkomende pathologieën die kunnen optreden bij een houten gevelbekleding alsook oplossingen om deze te vermijden. Andere
publicaties
Voor het verspreiden van technische informatie beperkt het WTCB zich niet tot het beschikbaar stellen van Technische Voorlichtingen. Andere publicaties (WTCB-Contact, Dossiers en Infofiches) zijn eveneens beschikbaar voor de sector. In het domein van schrijnwerk en glaswerk zijn de publicaties in 2011 talrijk geweest en behandelden ze verschillende onderwerpen : akoestiek (beglazing), brandweerstand (plaatsing van deuren en doorboring van wanden en plafonds), veiligheid van personen (borstweringen en beglaasd buitenschrijnwerk), mechanische stabiliteit (dimensionering van houten daktimmerwerk), energie (gebouwschil en warmteverliezen) en ecologie (afwerking van houten schrijnwerk). Een specifiek artikel over pathologieën (vervorming van houten gevelbekledingen) sluit deze reeks af.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk en Glaswerk
Er werden bovendien ook regelmatig opleidingen georganiseerd zowel in onze gebouwen als over het hele land. De onderwerpen waren talrijk en gevarieerd : houtbouw, parket, houten gevelbekledingen, buitenschrijnwerk (vensters), houtverduurzaming, brandwerende doorboringen van lichte wanden en plafonds, veiligheid van personen en de nieuwe norm (NBN S23-002), borstweringen, .... Een studiedag over houten constructies werd georganiseerd op initiatief van het Technisch Comité ‘Schrijnwerk’.
Toegepast
wetenschappelijk onderzoek, normalisatie, Technologische Dienstverlening
Prestaties
van parket op vloerverwar-
mingssystemen
De verschillende pathologieën rond de plaatsing van parket op vloerverwarmingssystemen en de veralgemening van dit verwarmingstype hebben het WTCB ertoe aangezet om dit thema verder te bestuderen. Zo werd het onderzoek uit 2010 betreffende de onderlinge compatibiliteit van deze systemen en de houten vloerbekledingen voortgezet in 2011. Dit onderzoek, dat opgestart werd en opgevolgd wordt door het Technisch Comité ‘Schrijnwerken’ en zijn werkgroep ‘Parket’, is gericht op het karakteriseren van de compatibiliteit tussen houten vloerbekledingen en vloerverwarmingssystemen na veroudering bij laboratorium- en natuurlijke omstandigheden. prestaties en duurzaamheid van de verbindingen van de vensters met de ruwbouw
De verbindingen van de vensters met de ruwbouw bepalen voor een groot deel de prestaties van de gebouwschil. Doordat men van deze onderdelen een lange levensduur verwacht, is de duurzaamheid van hun prestaties eveneens belangrijk. Het doel van dit prenormatief onderzoek, dat van start gegaan is eind 2011, is de opstelling van een normatief kader om de prestaties en duurzaamheid van buitenschrijnwerk en hun verbindingen met de gebouwschil te beoordelen. Duurzaamheid
van de prestaties van ener-
voering op te stellen om de duurzaamheid van de prestaties te garanderen. Prestatie en luchtdichtheid van ten, wanden en verbindingen
produc-
Met dit onderzoek tracht men de duurzaamheid van de luchtdichtheid van gebouwen te beoordelen en te verbeteren door de luchtdichtheidsprestaties van verschillende materialen te bepalen, alsook van wanden (waaronder houtskeletwanden) voor en na veroudering. Normalisatie
en
Normen-Antennes
De Normen-Antenne ‘Manueel bediende en aangedreven gevelelementen’ zette haar sensibiliseringsactiviteiten en normatieve en technische begeleiding van de sector verder. De website is uitgegroeid tot een waar referentieplatform waarop schrijnwerkers een schat aan normatieve informatie kunnen terugvinden. De Normen-Antenne ‘Afwerking’ buigt zich op haar beurt over lichte binnenwanden, verlaagde plafonds en verhoogde vloeren, drie belangrijke onderwerpen voor schrijnwerkers. Andere Normen-Antennes die horizontaal zijn uitgewerkt (‘Brandpreventie’, ‘Akoestiek’, ‘Energie en binnenklimaat’) geven de nodige normatieve steun aan schrijnwerkers en glaswerkers. Ook in 2011 heeft men voor vensters, gelaagd glas, schrijnwerkprofielen, kitten en gevelbekledingen ATG’s onderzocht en afgeleverd.
Het
kloppende hart ratoria
... de
labo-
Om wetenschappelijk onderzoek, karakteriseringsproeven of ontwikkelingsproeven op bouwproducten- en materialen en proeven betreffende bouwplaatsproblemen uit te voeren, kan het WTCB steunen op de expertise van omvangrijke laboratoria die uitgerust zijn met de modernste apparatuur. Deze vormen het kloppende hart van het WTCB om zijn onderzoeks-, ontwikkelings- en informatieopdrachten tot een goed einde te brengen.
giezuinige schrijnwerkelementen
Het is van groot belang om de duurzaamheid van de eigenschappen van energiezuinig schrijnwerk te garanderen. Het doel van dit onderzoek uit 2011 is het ontwerpen en ontwikkelen van energiezuinige schrijnwerkelementen met betrouwbare en duurzame prestaties. Bovendien wil men de grenzen van het project nog verleggen door regels voor een goede uit15
WTCB – Jaarverslag 2011
Het laboratorium ‘Dak- en gevelelementen’ voert proeven uit ter bepaling van de prestaties van de elementen die deel uitmaken van de gebouwschil. De bestudeerde prestaties hebben meestal te maken met de lucht- en waterdichtheid, de windweerstand, de schokbestendigheid, het gedrag bij verkeerd gebruik, het kruipgedrag, de inbraakweerstand, ... Dankzij het goed uitgeruste laboratorium kan men
verschillende simulaties uitvoeren (wind-, regen- en luchtbelasting, veroudering, ... ) en dit in overeenstemming met de Europese normen en andere nationale en internationale leidraden. Bovendien tracht dit laboratorium de bouwprofessionelen, meer bepaald schrijnwerkers, te ondersteunen in de ontwikkeling van nieuwe producten en de beoordeling van hun voornaamste prestaties. In het kader van zijn specifieke ontwikkelingsproeven heeft het laboratorium meermaals een beroep gedaan op de beschikbare innovatiesubsidies voor KMO’s (zoals de technologiecheques van het AST - Agence de stimulation technologique - in het Waalse Gewest en de KMOportefeuille in het Vlaamse Gewest). n
WTCB-publicaties
‘Schrijnwerk
en
Glaswerk’
TV Nr. 242 Bijzondere bouwwerken uit glas. Deel 1 : structurele toepassingen (november 2011). Nr. 243 Gevelbekledingen uit hout en plaatmaterialen op basis van hout (december 2011). WTCB-Dossiers Gelijmde houten verbindingen. Nr. 2011/4, Katern 8. Borstweringen van gebouwen. Nr. 2011/4, Katern 9. Schokweerstand van beglazing. Nr. 2011/4, Katern 10. Aanbevelingen voor de plaatsing en onderhoud van brandwerende deuren. Nr. 2011/3, Katern 7. Ecologische houtafwerkingen. Nr. 2011/3, Katern 8. Vervorming van houten gevelbekledingen beperken. Nr. 2011/2, Katern 7. Deuren en gehelen uit gehard glas. Nr. 2011/2, Katern 9. Buitenschrijnwerk en de veiligheid van personen. Deel 1 : de keuze van het glas. Nr. 2011/2, Katern 19. Infofiches Nr. 49 ‘De keuze van glasproducten en de veiligheid van personen’. Nr. 39 Reeks van 12 bijkomende Infofiches over de afdichting van onbrandbare leidingen in brandwerende massieve muren.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling– Informatie Muur- en vloerbekledingen
De sector van de muur- en vloerbekledingen wordt vertegenwoordigd door vier Technische Comités : ‘Plafonneer- en voegwerken’, ‘Harde muur- en vloerbekledingen’, ‘Schilderwerk, soepele muur- en vloerbekledingen’ en ‘Steen en marmer’. Het TC ‘Schrijnwerken’ levert op zijn beurt een gewaardeerde bijdrage voor de thema’s lichte binnenwanden en verlaagde plafonds.
Normen-Antenne ‘Afwerking’ De Normen-Antenne ‘Afwerking’, opgericht met de steun van de FOD Economie, is een belangrijk en nuttig hulpmiddel voor de sector. Deze heeft immers tot doel om een zo ruim mogelijke informatieverspreiding over de Europese normalisatie inzake muur- en vloerafwerking (verfsystemen, binnen- en buitenbepleisteringen, lichte binnenwanden, verlaagde plafonds, harde muur- en vloerbedekkingen, …) te verzekeren. Verder biedt ze alle technische bijstand die nodig is om deze normen correct te begrijpen en te gebruiken (www.normen.be).
Keramische lijmen
tegels en tegel-
De belangrijkste onderzoeksactiviteit uit het werkprogramma 2011 van het Technisch Comité ‘Harde muur- en vloerbekledingen’, was het ‘TETRA’-onderzoek. Binnen dit onderzoek, in samenwerking met HoGent en UGent, ging men op zoek naar het meest geschikte afwerkingstijdstip voor cementgebonden dekvloeren. Dat de sector reikhalzend aan het uitkijken was naar de resultaten hiervan, bleek duidelijk uit de talrijke opkomst tijdens de studieavond die hieromtrent werd georganiseerd. Ook het onderzoek over het gebruik van gerecycleerd zand bij het aanmaken van mengsels voor gietvloeren aan de KHBO (Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende), met het WTCB als wetenschappelijke partner, werd het afgelopen jaar afgerond. 16
WTCB – Jaarverslag 2011
De resultaten hiervan zullen weldra gepubliceerd worden. In 2011 stuurde de FOD Economie een belangrijk signaal naar de sector door het onderzoek over harde gevelbekledingen op isolatie (Vêture) goed te keuren. Dit onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van deze techniek, die dankzij zowel technische als esthetische redenen aan een opmars bezig is. De doelstellingen zijn om de kennis inzake duurzaamheid tegenover het klimaat te verbeteren, om een normatief kader uit te werken dat de specificaties voor de producten (selectiecriteria) en systemen (hygrothermisch en mechanisch gedrag) met elkaar verbindt en om gebruiksvoorschriften en uitvoeringsaanbevelingen op te stellen. Binnen het laboratorium ‘Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen’ worden er op vraag van verschillende fabrikanten tal van proeven uitgevoerd met het oog op de classificatie en de CE-markering van hun producten. Dit laboratorium beschikt over een BELAC-accreditatie voor de uitvoering van hechtingsproeven op tegellijmen. Onze ingenieurs verzorgen eveneens de normalisatieoverdracht van het CEN TC 67 naar de Belgische federatie van tegel- en mozaïekwerken (FECAMO) enerzijds en naar de invoerders anderzijds. Daarnaast nemen ze tevens de taak van sectorale operator voor wat betreft dekvloeren (CEN TC 303) en de slipweerstand van vloerbekledingen (CEN TC 339) op zich. Verder zijn er in 2011 ook twee nieuwe werkgroepen opgericht. Eén werkgroep,
samengesteld uit vertegenwoordigers van FECAMO enerzijds en tegelinvoerders anderzijds, buigt zich over de keramische tegels in al hun aspecten. Een andere werkgroep, in samenwerking met het Technisch Comité ‘Steen en Marmer’, is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een nieuwe Technische Voorlichting over buitenvloeren.
Natuursteen Als traditioneel materiaal bij uitstek, dat bovendien een groen imago geniet, was natuursteen ook dit jaar weer één van de voornaamste pijlers van de WTCBactiviteiten op het vlak van afwerking. Het Technisch Comité ‘Steen en Marmer’ streeft ernaar om de kennis over dit onderwerp verder uit te diepen zowel op het vlak van de technische parameters en de uitvoering, als op het vlak van de esthetische aspecten die steeds belangrijker worden. Behalve de oprichting van de werkgroep ‘Buitenvloeren’ zoals reeds vermeld, werd in maart 2011 ook een studienamiddag georganiseerd om de resultaten van een objectief onderzoek rond kleurmeting en de geassocieerde aanvaardingscriteria voor te stellen. Deze resultaten zullen later gevaloriseerd worden met de opstelling van een gestandaardiseerde methode. Er werd eveneens een studie verricht naar de prestaties van preventieve antivlekbehandelingen voor keukenwerkbladen en dit na de langverwachte verschijning van een nieuwe norm betreffende de beoor-
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen
deling van vlekvorming op natuursteen. Deze studie behandelt de doeltreffendheid van de antivlekbehandelingen naargelang van de aard, de afwerking en de behandeling van de steen. In dezelfde lijn werd er reeds een artikel over het esthetische aspect van natuursteen opgesteld. Het beschrijft de oplevering van natuursteen aan de hand van de documenten en regels die erop van toepassing zijn. Ook binnen de commissie CEN TC 246 zet het WTCB zijn activiteiten als sectorale operator verder.
Soepele
vloerbekledingen en
verven
De alsmaar strikter wordende bouwkalenders leiden niet zelden tot een inperking van de uitvoeringstermijnen voor de afwerkingen en bijgevolg ook van de droogtijd voor dekvloeren (en voor beton in het algemeen). Een te grote hoeveelheid restvocht in de dekvloer kan echter aanleiding geven tot schade aan de afwerkingsmaterialen (bv. soepele vloerbekledingen, parket, harsgebonden afwerkingen, ...). Zo werd er het afgelopen jaar onderzoek gevoerd naar manieren om de droogtijd van dekvloeren te verminderen door hun samenstelling en/of hun drogingsvoorwaarden aan te passen. Hiertoe werd het vochtgehalte van verschillende dekvloeren in een gecontroleerd binnenklimaat op vaste intervallen opgemeten. Aan de hand van de aldus bekomen resultaten was het mogelijk om een aantal aanbevelingen voor de droging te formuleren.
Binnenbepleisteringen Wat de verbetering van het binnenklimaat van gebouwen betreft, merkt men tegenwoordig een groeiende tendens om producten met gunstige prestaties toe te passen. Het gaat hier met name om producten met een zuiverende of reinigende werking en om producten die de hygrothermische omstandigheden kunnen regelen. Dankzij twee WTCB-projecten werd er in dit domein een aanzienlijke vooruitgang geboekt. Tijdens het eerste onderzoek werd de aandacht toegespitst op de toepassing van faseovergangsmaterialen (PCM) in bepleisteringen, wat interessante perspectieven kan openen op het gebied van de regeling van het binnenklimaat in gebouwen met een zwakke thermische inertie. Met deze manier van werken hoopt men voornamelijk het risico op oververhitting in de zomer tegen te gaan. In het kader van het tweede project werd er onderzoek verricht naar een gelijkaar17
WTCB – Jaarverslag 2011
dig principe voor kalk-cementformules met industriële hennepvezels die de hygrothermische werkingsdynamiek nog zouden moeten verbeteren. Aangezien men ook de eigenlijke uitvoering niet uit het oog mag verliezen, ging er tijdens dit onderzoek – in samenwerking met Sirris – heel wat aandacht uit naar de identificatie van de beste meng- en spuittechnieken en dit zowel voor pleistermengsels als voor opvulwanden in combinatie met houtskeletbouw en voorzetwanden bij na-isolatie. Daarnaast zette het WTCB in 2011 zijn activiteiten als sectorale operator van de normcommissie NBN E 241 verder en verleende het zijn medewerking aan de herziening van de Technische ATGGoedkeuringen voor bepleisteringen. De in deze context opgerichte werkgroep ‘Binnenbepleisteringen’ heeft tot taak om de aanhechtingsfenomenen van binnenbepleisteringen (voornamelijk gipspleisters) op snelbouwstenen te bestuderen. Bijzondere aandacht gaat uit naar het karakteriseren van de ondergrond, de vorming van uitbloeiingen en de invloed van een primer of impregnatielaag op de aanhechting. Teneinde aan productoptimalisatie te kunnen doen, krijgt het laboratorium ‘Microbiologie’ regelmatig van derden (fabrikanten) de opdracht om versnelde schimmel- en vergroeningsproeven uit te voeren op afwerkingsmaterialen. Tijdens deze proeven worden de onderzochte materialen respectievelijk besmet met schimmelsporen en algen, waarna ze blootgesteld worden aan gunstige groeivoorwaarden. In 2011 zette een inter-TCwerkgroep de opstelling van een Technische Voorlichting over schimmelsanering, met name in bepleisteringen, verder. Gezien de steeds strenger wordende EPB-regelgeving, wordt luchtdicht bouwen, naast thermische isolatie steeds belangrijker. In dit kader wordt er gewerkt aan een Technische Voorlichting ‘Luchtdichtheid’ die opgesteld wordt door een werkgroep binnen het Technisch Comité ‘Hygrothermie’. Inter-TC-vergaderingen met de betrokken verticale TC’s waaronder het TC ‘Plafonneer- en voegwerken’ vonden reeds plaats om tegemoet te komen aan de specifieke noden van de stukadoor. De binnenbepleistering zal in de toekomst immers meer en meer fungeren als luchtdichtheidslaag.
Lichte
binnenwanden, verlaagde plafonds en verhoogde vloeren
In aansluiting op de publicatie van de TV’s 230, 232 en 233 heeft een werkgroep de opstelling van een aantal technische fiches voor de goede uitvoering van door-
voeringen in wanden met brandwerende eigenschappen voortgezet. De werkgroep die gestuurd wordt door de Normen-Antenne ‘Brandpreventie’ van het WTCB, brengt plaatsers (afwerkingsbedrijven, lood- en zinkbewerkers, verwarmings- en sanitaire installateurs, ...), fabrikanten van brandwerende voorzieningen, controlebureaus en brandexperten (ISIB - Instituut voor Brandveiligheid) samen rond de tafel. Binnen deze werkgroep werden er in totaal 25 Infofiches gepubliceerd waarvan 13 in 2011. Het plan is om al deze technische documenten onder te brengen in een Technische Voorlichting. In het vervolg van de publicatie van voornoemde TV’s werd in 2011 een nieuwe werkgroep in het leven geroepen. Deze werkgroep buigt zich over ‘de akoestiek in residentiële constructies’ en heeft tot doel de opstelling van een reeks Infofiches of een TV over het onderwerp. n
WTCB-publicaties
‘Muur-
en vloerbekledingen’
TV 241 Plaatsing van elastische vloerbekledingen (april 2011). Scheurvorming in terrassen uit natuursteen : een gevolg van vorst ? WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 12. Voorbereiding van anhydrietgebonden dekvloeren voor harde vloerbedekkingen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 13. De juiste verlijming voor elk type soepele muurbekleding. WTCBDossiers, Nr. 2011/4, Katern 14. Verven : van een lage VOS-inhoud naar een lage VOS-emissie. WTCBDossiers, Nr. 2011/3, Katern 9. Krasvorming en vroegtijdige slijtage van keramische vloertegels. WTCBDossiers, Nr. 2011/3, Katern 13. Oplevering van natuursteen. WTCBDossiers, Nr. 2011/2, Katern 11. Het loskomen van vloertegels. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 12. Gipspleisters overschilderen. WTCBDossiers, Nr. 2011/2, Katern 13.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Duurzaam bouwen en renoveren
Hoewel de aandacht in de context van duurzaam bouwen en renoveren vaak in de eerste plaats uitgaat naar energiezuinig bouwen en renoveren, liggen de verwachtingen van de sector veel hoger. Recyclage, selectieve sloop, toegankelijkheid, duurzaamheid, comfort en veiligheid leveren eveneens een bijdrage tot de kwaliteit en duurzaamheid van een leef-, woon- en werkomgeving.
Duurzaam
bouwen
Het thema duurzaam bouwen omvat vele domeinen : energiezuinig bouwen, verbouwen met een lage CO2-uitstoot, het gebruik van milieuvriendelijke materialen, de spaarzame omgang met water, comfort, toegankelijkheid en betaalbaarheid. De onderzoekacties binnen dit thema zijn dan ook erg gediversifieerd en multidisciplinair. Het WTCB is dan ook nauw betrokken bij verschillende acties die de inhoudelijke en technische invulling van het begrip duurzaam bouwen voor ogen hebben. Zo zorgt het Centrum door zijn medewerking aan diverse internationale (ISO TC 59 SC 17) en Europese (CEN TC 350) normcommissies en door zijn deelname aan de activiteiten van de Belgische spiegelcommissie, voor de informatieoverdracht over en de bijsturing van het toekomstige internationale en Europese normenkader in dit domein. Op Europees niveau kenden de werkzaamheden van CEN TC 350 op milieuvlak een hoogtepunt met de publicatie van een normenreeks die rekenmethoden voor de milieuprestaties van gebouwen beschrijft. De Belgische spiegelcommissie heeft de sensibilisering van de sector en de sturing vanuit de Belgische bouwindustrie verzekerd. Naast het milieuaspect dienen ook de economische en maatschappelijke aspecten van duurzaam bouwen onderzocht te worden. Dit onderzoek valt binnen het onderzoeksdomein van de door het 18
WTCB – Jaarverslag 2011
WTCB opgestarte coördinatieactie PERFECTION. De focus van dit project dat in 2011 succesvol afgerond werd, ligt op de kwaliteit van de werkomgeving, vermits deze in grote mate bepalend is voor de productiviteit. Het Europese onderzoeksproject Superbuildings, heeft dan weer tot doel om op Europese schaal relevante en betrouwbare duurzaamheidsindicatoren en beoordelingsmethoden te ontwikkelen. Het verbeteren van de correctheid van de evaluatiemethoden en de vergelijk-
baarheid van de resultaten zijn daarbij van belang. Op gewestelijk en Belgisch niveau heeft het WTCB – als mede-initiatiefnemer van het VALIDEO-project – verschillende acties ondernomen rond referentiekaders, labelling en certificatie. Het Centrum streeft in deze context naar een zo groot mogelijke coherentie tussen de lopende initiatieven en naar technisch-wetenschappelijke principes die haalbaar zijn in de huidige en toekomstige praktijk van duurzaam bouwen.
Technologische Dienstverlening
‘Duurzaam
in het
bouwen en duurzame ontwikkeling
Brussels Hoofdstedelijk Gewest’
Deze in 2006 door het WTCB opgerichte Technologische Dienstverlening geniet de steun van InnovIRIS (Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie) en heeft tot taak om aan de hand van nieuwe technologieën en de principes van duurzaam bouwen het innoverende karakter van Brusselse bouwondernemingen te verhogen. Tijdens de biënnale 2010-2012 gaat er bijzondere aandacht naar de ondersteuning van de bedrijven voor het indienen van onderzoeksprojecten. Zo werd vorig jaar een belangrijke inspanning geleverd voor een Europese onderzoeksaanvraag met betrekking tot de energetische renovatie van bestaand erfgoed in een stadsomgeving. Een ander belangrijk deel van de werkzaamheden van deze TD heeft te maken met technology watch en innovatieve prospectie. Dit stelt onze medewerkers in staat om de markt- en maatschappelijke tendensen te detecteren en te analyseren, teneinde de sector tijdig in te lichten over de noodzakelijke investeringen op technologisch en managementsniveau. De impact en mogelijkheden voor de bouwsector van de Brusselse City Boom, de spectaculaire toename van de bevolking, staat als centraal onderwerp momenteel in de kijker.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzaam bouwen en renoveren
Levenscyclusdenken wint belang : milieu en kost
aan
In de context van duurzaam bouwen is het belangrijk dat men de volledige levenscyclus van het gebouw in aanmerking neemt. Daarom hebben onze medewerkers hun onderzoeksactiviteiten ook dit jaar weer toegespitst op de uitvoering van levenscyclusanalyses (Life Cycle Analysis – LCA), met bijzondere aandacht voor de levenscycluskosten (Life Cycle Costs – LCC) en de milieu-impact van gebouwen. Het LCC-project, met de financiële steun van het Bureau voor Normalisatie en de FOD Economie, heeft de ontwikkeling van een methodologisch kader en een rekentool voor ogen. Deze tool zou de aannemers niet alleen in staat moeten stellen om op eenvoudige wijze de kosten te begroten, maar ook om inzicht te verwerven in de toekomstige onderhoudsen vervangingskosten. Bovendien biedt de tool ook de mogelijkheid om alternatieve bouwoplossingen of onderhoudsschema’s te vergelijken. De aldus opgebouwde methodologische kennis kan vervolgens gevaloriseerd worden in praktijkgerichte onderzoeksprojecten, waarbij de principes van levenscyclusdenken toegepast worden op een aantal casestudy’s. Denken we hierbij maar even aan het RENO 2020-project (met de steun van de DG06 in het Waalse Gewest) rond integrale duurzame renovatie met interacties tussen bouwheer, architect en studiebureau, aannemer, materiaalproducenten en onderzoeksconsortium. Ook het Eracobuild-project ‘One Stop Shop’ (met de steun van het IWT in het Vlaamse Gewest) is gericht op de uitvoering van uiterst performante, bijnaenergieneutrale renovaties. Dit project heeft niet alleen de ontwikkeling van zeer energiezuinige technologische renovatieoplossingen voor ogen, maar streeft ook naar de opstarting van doeltreffende samenwerkingsvormen tussen de verschillende bouwactoren. In dit levenscyclusdenken is ook de gedetailleerde gebouwinformatie en de historiek van het gebouw belangrijk. In deze context is een innovatief onderzoeksproject, gesubsidieerd via het Waalse WIST onderzoekskanaal, gestart met de opstelling van een webplatform dat toelaat om allerhande informatie over een gebouw en zijn onderdelen (installaties, leidingen, bouwelementen, ...) te koppelen aan een specifieke plaatsbepaling binnen het gebouw. Op die manier bevat de gebouwdatabank allerhande nuttige informatie (foto’s, plannen, beschrijvingen, ...) die geconsulteerd en up-to-date kan worden gehouden voor verschillende interventies. 19
WTCB – Jaarverslag 2011
Toegankelijkheid De groeiende aandacht voor de levenscyclus van gebouwen en de uitdagingen die gepaard gaan met de vergrijzing van de bevolking liggen aan de grondslag van een reeks onderzoeksactiviteiten rond toegankelijk en aanpasbaar bouwen. Het Vlaams Netwerk Toegankelijk Bouwen, dat kan rekenen op de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), verdient in deze context een bijzondere vermelding. Het heeft immers als oogmerk om het thema toegankelijkheid op grote schaal ingang te doen vinden in de dagdagelijkse bouwpraktijk. De gevolgen van de nieuwe Vlaamse verordening aangaande toegankelijkheid vormen een prioritair onderzoeksitem. Een bijzonder luik richt zich tot de zorgsector en de transfer van deze concepten van toegankelijk bouwen naar de bouwsector. In 2011 is ook het project ‘Aanpasbaar bouwen en renoveren’, met de steun van de Waalse overheid gestart. Dit project heeft als doel om bouwprofessionelen te begeleiden en te engageren aangaande de principes van aanpasbaar bouwen afhankelijk van de veranderende noden van de gebruiker (ouderdom, handicap, ...).
Recyclage beton
en
Gerecycleerd
De problematiek rond de recyclage van bouw- en sloopafval stond ook in 2011 volop in de kijker. Gelet op de toenemende complexiteit van het bouwproces, de impact ervan op het leefmilieu en de gestage verstrenging van de milieureglementering, ziet de sector zich ertoe verplicht om nieuwe praktijken te ontwikkelen en innovatieve oplossingen te zoeken. Ook in dit domein kan een geïntegreerd ketenbeheer een duurzame oplossing aanreiken. Deze keten – van de presloopbeoordeling en de eigenlijke afbraak tot de recyclage van het bouwafval en het hergebruik ervan in nieuwe materialen – is integraal opgevat om het proces te optimaliseren en de kwaliteit van de gerecycleerde eindproducten te waarborgen. De resultaten van het door het IWT gesteunde TETRA-project ‘VALRECON’,
waarbij de kwalitatieve productie van gerecycleerd beton met een hoog vervangingspercentage aan grove granulaten door puingranulaten centraal staat, zullen in de toekomst bijdragen tot een verruiming van de toepassing van gerecycleerd beton.
Duurzame
renovatietechnieken
De renovatie en restauratie van bestaande gebouwen past perfect in de context van duurzame ontwikkeling : minder groot materiaal- en energiegebruik, het behoud van de identiteit van de bebouwde omgeving en het maatschappelijke weefsel. De energetische renovatie van het bestaande gebouwenpark vormt een enorme uitdaging. De nieuwe Technologische Dienstverlening ‘Nieuwe renovatietechnieken voor muren en hun afwerkingen RENOMUR’, met de steun van het Waalse Gewest, is zeer actief in dit domein en legt de nadruk op het belang van een correcte voorafgaande diagnose en een integrale aanpak, waarin niet alleen rekening gehouden wordt met de thermische isolatie en de ventilatie, maar ook met de gebouwschil. Nog altijd in het kader van duurzame ontwikkeling, stelt men een evolutie vast in de markt van de bouwproducten (waterwerende middelen, antigraffitiproducten, behandelingen tegen opstijgend grondvocht, ...). Samenstellingen met organische solventen worden systematisch vervangen door producten op waterbasis om aldus de geurhinder en de gezondheidsrisico’s voor de gebruikers en de bewoners door het vrijkomen van VOS, te beperken. Het laboratorium ‘Renovatie’ is zich bewust van de noodzaak om de gebruikers te helpen bij de keuze van doeltreffende producten met zo min mogelijk neveneffecten en heeft daarom een aantal gestandaardiseerde proefprocedures ontwikkeld. Dankzij deze procedures kan men op het merendeel van de waterwerende middelen, de antigraffitiproducten en de behandelingen tegen opstijgend vocht proeven uitvoeren en de producten karakteriseren. In dit kader heeft het laboratorium het onderzoek ‘HUMIBATI’ gestart dat gericht is op de innovatie en optimalisatie van proeven op producten voor de injectie van metselwerk. n
WTCB-publicaties
‘Duurzaam
bouwen en renoveren’
Levenscycluskosten en de aannemer. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 3. Behandeling van natuursteenmaterialen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 12. Remediëring van zoutbelast metselwerk : nieuwe technieken ? WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 2. Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen (monografie, 2011).
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Energie, Binnenklimaat en Installaties
De verbetering van de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen is een van de kerntaken van het WTCB. Het gaat vooral om de prestaties van de gebouwschil en de technische installaties zowel bij nieuwbouw als bij renovatiewerken. Het WTCB besteedt ook extra aandacht aan het thema van de integratie van hernieuwbare energiebronnen.
Energieprestaties De gewestelijke regelgevingen met betrekking tot de energieprestatie van gebouwen (EPB) is de laatste jaren de drijvende kracht achter de evolutie in onze manier van bouwen. De lat wordt steeds hoger gelegd en tegen 2021 zou men bijna-energieneutraal moeten kunnen bouwen. De energiebehoeften zullen met andere woorden fors ingeperkt moeten worden, terwijl de resterende vraag gedekt zal moeten worden met behulp van op lokaal niveau geproduceerde hernieuwbare energie. In 2011 zagen verschillende publicaties, opleidingen en studiedagen het licht met
als doel om de bouwsector voor te bereiden op deze grondige energetische (r)evolutie. We vermelden hier bijvoorbeeld de studiedag ‘Energieneutraal bouwen’ die zowel in het Nederlands als in het Frans werd georganiseerd en een nieuwe reeks Infofiches rond het thema EPB-installatietechnieken die gepubliceerd werd op de energieportaalsite van het WTCB. De reglementaire rekenmethoden en -instrumenten zijn het resultaat van de inspanningen van de gewestelijke instanties. Zij worden gesteund door het WTCB met name via het EPB-platform dat opgericht werd in 2007 om een coherente ontwikkeling van deze reglementeringen
Normen-Antenne
‘Energie
en
Binnenklimaat’
Deze door de FOD Economie betoelaagde Normen-Antenne werkt voornamelijk rond de thema’s ventilatie en luchtkwaliteit, verwarming en koeling, verlichting en visueel comfort, energieprestaties en thermische isolatie en heeft tot doel om het professionele publiek hierover te informeren. De doelgroep van deze NormenAntenne is drieledig : • voorschrijvers en ontwerpers (architecten, studiebureaus, …) • installateurs (verwarmingstechnici, elektro- en verlichtingstechnici, bedrijven die gespecialiseerd zijn in de regeling van het binnenklimaat, bedrijven die belast zijn met de thermische isolatie, …) • producenten en verdelers van isolatiematerialen, materieel voor verwarmings-, koelings- en verlichtingsinstallaties, beglazingen, zonneweringen, … De informatieverspreiding gebeurt via de website www.normen.be, die gekoppeld is aan een databank met normen, en door middel van artikels, technische rapporten, lezingen en seminaries. Het merendeel van deze normen kan overigens gedownload worden via de WTCB-website (www.wtcb.be).
20
WTCB – Jaarverslag 2011
binnen de drie Gewesten te bevorderen. Er werd ook individuele assistentie voorzien voor de gewestelijke entiteiten rond specifieke vragen omtrent de reglementeringen. Een nieuwe versie van de website www.epbd.be die verzorgd wordt door het WTCB en informatie geeft over de gewestelijke EPB-regelgevingen werd in 2011 online geplaatst. De website bevat informatie over ‘productgegevens’ die aanvaard zijn door de Gewesten en beschrijft nieuwe erkenningsprocedures voor ventilatoren en warmterecuperatieeenheden. Het WTCB werkt bovendien mee aan de gezamenlijke Europese actie om de herziening van de Europese richtlijn over de energieprestatie van gebouwen, die aan de basis ligt van de EPB-regelgeving, in te voeren. Wij hebben eveneens bijgedragen aan een studie waarbij er verschillende rekenmethoden voor de berekening van de energieprestatie vergeleken werden, waaronder ook de EPB-regelgeving. In het Waalse Gewest blijft het WTCB zich inzetten om het opleidingsaanbod over de EPB-regelgeving uit te bereiden. De aandacht gaat vooral uit naar de invloed van deze nieuwigheden op de verschillende beroepstakken. Het Centrum heeft de laatste jaren ook zijn steun verleend aan de uitwerking van de energiecertificatie voor bestaande woningen. Naast de reglementaire energiecertificering, heeft het WTCB ook meegewerkt aan de ontwikkeling van de tweede versie van de vrijwillige energieadviesprocedure voor bestaande woningen alsook aan de begeleiding van energieauditeurs.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie, Binnenklimaat en Installaties
Technisch Comité ‘Hygrothermie’ en bevoegd is voor de opstelling van een Technische Voorlichting over dit thema zet zijn activiteiten verder. Ten slotte werd er ook informatie verspreid via publicaties, opleidingen en advies aan ondernemingen. Het jaar 2011 werd op deze manier ten volle benut om het eerste nummer van het magazine WTCB-Contact van 2012 dat gewijd is aan luchtdichtheid (speciale uitgave) voor te bereiden. Bron : Copper Benelux.
Op het vlak van bescherming tegen oververhitting en het visuele comfort van de bewoners werd er in 2011 een onderzoek gestart rond de energetische eigenschappen van zonneweringen en hun impact op de visuele waarneming van de gebruikers.
Koperen buizen maken het onderwerp uit van een toekomstige Technische Voorlichting. Als coördinator van de vrijwillige actie ‘Energiebewust bouwen ...natuurlijk !’ heeft het WTCB ook dit jaar het Waalse Gewest bijgestaan bij de bevordering van de constructie van voorbeeldgebouwen waarvan de energie-efficiëntie de reglementaire eisen overstijgt. Om het energieverbruik te verminderen, concentreert men zich op het bestaande gebouw, omdat men daar nog veel energie kan besparen. Zo zouden alle Vlaamse gebouwen ten laatste tegen 2020 voorzien moeten zijn van een goed geïsoleerd dak en een doeltreffende beglazing en verwarmingsinstallatie. Het WTCB heeft zichzelf dan ook tot taak gesteld om het overleg tussen de betrokken partijen in goede banen te leiden, teneinde hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de eisen uit het ‘Energierenovatieprogramma 2020’.
De
gebouwschil
Een van de hoofdtaken van het WTCB spitst zich toe op de prestatie van de gebouwschil en de renovatiewerken. Zo werden er opnieuw verschillende acties rond het thema luchtdichtheid van gebouwen op touw gezet. Een eerste onderzoek was gericht op het vinden van praktische oplossingen om performante luchtdichtheidsniveaus te behalen en een tweede was meer specifiek gericht op de duurzaamheid van de luchtdichtheidsprestaties. Voorts werd er ook een studie gestart met als onderwerp de mogelijkheid om prestatie-eisen in te voeren voor het luchtdichtheidscriterium in de context van de EPB-regelgeving. De werkgroep die opgericht werd in de schoot van het 21
WTCB – Jaarverslag 2011
Het WTCB heeft tevens deelgenomen aan een renovatievoorbeeldproject voor woningen in het Waalse Gewest en is nauw betrokken bij een Europees programma met als doel de energierenovatiemarkt te structureren door het aantal betrokkenen te beperken en de eigenaars die dergelijke werken willen laten uitvoeren een globale renovatieservice aan te bieden.
Onze medewerkers hebben ook meegewerkt aan de ontwikkeling van een prefabricagesysteem voor modulaire, evolutieve woningen, alsook aan de opvolging van de bouw van een kantoorgebouw volgens de passiefhuisstandaard. In 2011 werden er veel acties rond Technologische Dienstverlening opgezet. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de dienstverlening ‘Ecobouwen en duurzame ontwikkeling’ (zie kader p. 23) de sector begeleid in het bijzonder rond het thema energie. De door het IWT gesubsidieerde Technologische Dienstverlening ‘Duurzame bouwschil voor nieuwbouw en renovatie’ verleent dan weer steun aan bedrijven die innovatieve en energie-efficiënte daken gevelsystemen wensen te ontwikkelen. De Normen-Antenne ‘Energie en Binnenklimaat’ (zie kader p. 20) zorgt ten slotte voor de overdracht van informatie over de normen en reglementeringen met betrekking tot de energieprestaties, verwarming, klimaatregeling, ventilatie, isolatie, zonnewering, ... Dit gebeurt zowel via de website www.normen.be als via voordrachten.
WTCB-publicaties
Energie, Binnenklimaat
en Installaties
Luchtdichtheid van gebouwen : 2012, een scharnierjaar. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 1. Aanbevolen grootheden, symbolen en eenheden voor de HVAC-sector (verwarming, ventilatie, airconditioning). WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 15. Beoordeling van koudebruggen : voldoende aandacht voor de details. WTCBDossiers, Nr. 2011/4, Katern 17. Energiecertificering van gebouwen (januari 2012). WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 20. EPB-Infofiches : installaties en systemen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 14. Uiterst energiezuinig leren bouwen : 10 jaar om een revolutie waar te maken. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 15. Condensatierisico bij waterafvoerleidingen binnen gebouwen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 16. Evaluatie van het daglicht met computersimulaties. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 18. Verse lucht in oude woningen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 14. Centrale verwarming met warm water. Een stand van zaken met betrekking tot de normalisatie in België (september 2011). WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 20. Infofiches nr. 48 ‘EPB’ (februari 2011) : 1. Installaties en systemen : algemene principes. 2. Verwarming : distributie, afgifte, opslag en regeling. 3. Centrale verwarmingsketel (met water). 4. Verwarming met warmtepompen. 5. Decentrale verwarming : plaatselijke verwarming voor residentiële toepassingen. 6. Warm tapwater productie. 7. Fotovoltaïsche systemen. 8. Actieve koelsystemen. 9. Verlichting in tertiaire gebouwen. Infofiche nr. 55 ‘Luchtdichtheid van gebouwen : van belang voor alle aannemers !’ (september 2011). Praktische en technische gids voor de verlichting van woningen (monografie, 2011).
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Licht
Het elektriciteitsverbruik dat gepaard gaat met de verlichting van tertiaire gebouwen vertegenwoordigt ongeveer een derde van het totale primaire-energieverbruik voor dit gebouwtype. De daglichttoetreding vormt dan ook een belangrijke factor die in aanmerking moet worden genomen om het comfort van de gebruikers te garanderen. Het WTCB-lichtlaboratorium in Limelette beschikt in dit kader over een gediversifieerd arsenaal aan meetinstrumenten dat uniek is in Europa. Het project ECLOS dat gericht is op het energieverbruik van woningverlichting heeft geleid tot de publicatie van de ‘Praktische en technische gids voor de verlichting van woningen’. Het prenormatieve CODA-LIGHT-project onderzoekt de invloed van geperfectioneerde lichtbeheersystemen en daglichtsturing bij de berekening van het energieverbruik. In 2011 hebben de WTCB-onderzoekers, in het kader van het project CERTIF NR, de ontwikkeling van de rekenmethoden voor de energiecertificering van bestaande tertiaire gebouwen opgevolgd. Verder werken ze mee aan de ontwikkeling van technische specificaties voor energie-efficiënte verlichting om te komen tot een betere kwaliteit van de technische bestekken. Het project METRICQ, in samenwerking met de UCL, spitst zich toe op de grootheden die het visuele comfort in kaart kunnen brengen. De technologische innovatiestimulering (TIS) ‘Groen Licht Vlaanderen’ en (TRAJECT) ‘Groenlicht Vlaanderen 2020’ gesubsidieerd door het IWT (zie kaderstukken, p. 22-23) laten toe om nauwe contacten te onderhouden met de verlichtingssector. In deze context hebben onze ingenieurs bijvoorbeeld hun medewerking
Kunstlicht staat in voor 1/3 van het energieverbruik van tertiaire gebouwen. 22
Thematische Innovatiestimulering
en gebouw
WTCB – Jaarverslag 2011
‘Groen Licht Vlaanderen :
energiebesparing met beter licht’
Het TIS-project ‘Groen Licht Vlaanderen’ is een samenwerkingsverband tussen het WTCB en het Laboratorium voor Lichttechnologie van de Gentse Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (KaHo). Het geniet de steun van een twintigtal Vlaamse bedrijven (voornamelijk KMO’s) die hun kennis omtrent energiezuinige verlichting willen vergroten. De belangrijkste doelstellingen van dit project zijn : • het verspreiden van informatie over energiezuinige verlichtingstechnieken door de organisatie van seminaries, conferenties en gespecialiseerde opleidingen, … • het versterken van de synergieën tussen de bedrijven uit de verlichtings- en de domoticasector enerzijds en tussen de architecten, ontwerpers en overheden anderzijds • het verstevigen van de mondiale concurrentiepositie van de Vlaamse KMO’s uit de sector door de proactieve stimulering van innovatieve ontwikkelingen en door de opvolging van de Europese eisen op het vlak van kwaliteit en energie prestatie.
verleend aan de samenstelling van het luik ‘verlichting’ op de website van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Tot slot is het WTCB ook vertegenwoordigd in het Belgisch Instituut voor Verlichtingskunde (IBE-BIV) en neemt het deel aan de activiteiten van de Commission internationale de l’éclairage (CIE).
Technische Energiezuinige
installaties klimaat- en ventilatie-
installaties
De Dienstverlening ‘INNOKLIMA’ inzake de integratie van energie-efficiënte HVACinstallaties in energiezuinige gebouwen (IWT) werd afgerond in 2011. Een energiezuinig gebouw moet uitgerust zijn met performante technische installaties om er een comfortabel en gezond binnenklimaat te garanderen. Teneinde de toevoer van verse lucht en de afvoer van vocht en andere schadelijke stoffen te verzekeren, dient men bijvoorbeeld zijn toevlucht te nemen tot een (natuurlijk of mechanisch) ventilatiesysteem. Aangezien het gebruik van een dergelijk systeem tijdens het stookseizoen steeds gepaard gaat met een zeker energieverbruik, is het evenwel van groot belang dat er hierbij doordacht en gecontroleerd te werk gegaan wordt. De toepassing van warmterecuperatie zou in deze context een interessante oplossing kunnen bieden. Het collectieve onderzoeksproject ‘OPTIVENT’, dat kan rekenen op de financiële steun van het IWT, heeft de ontwikkeling van richtlijnen en rekentools voor een optimale ventilatie voor ogen. De aandacht wordt hierbij toegespitst op de uitvoering van metingen voorafgaand aan de oplevering (debiet, luchtdichtheid van de kanalen, drukverliezen, ...), de dimensionering
van de kanalen, de debietafstelling, de opstelling van akoestische aanbevelingen, de vervuiling en het onderhoud (stof, schimmel, ...) en de drukverliezen in diverse kanaaltypes. Het werkprogramma omvat niet alleen een synthese van de huidige kennis, maar ook de uitvoering van diverse proeven in het laboratorium en in situ. In 2011 werden er verschillende afstelmethoden ontwikkeld voor ventilatiesystemen en werd er een analyse uitgewerkt voor aangepaste en minder aangepaste meetmethoden voor het debiet. De microbiologische metingen van een bepaald aantal installaties hebben interessante inzichten aan het licht gebracht. Het project ‘Smart-Geotherm’, gefinancierd door het IWT, werd opgestart in 2011. Om te kunnen beantwoorden aan de klimaateisen van middelgrote gebouwen, is het project toegespitst op de koude- en warmteopslag in de bodem (voor meer informatie, zie p. 7). Niettegenstaande het feit dat de nieuwe hernieuwbare-energietechnologieën razendsnel de markt aan het veroveren zijn, mag men niet vergeten dat deze een correcte kwaliteitsbewaking vergen. Dit geldt met name voor zonneboilers, fotovoltaïsche elektriciteitsproductiesystemen, warmtepompen, houtpelletkachels en -ketels, … vermits de reglementering hieromtrent nog niet volledig op punt staat. Het WTCB heeft in samenwerking met andere partners een voorstel uitgewerkt voor de certificering van installateurs van hernieuwbare-energiesystemen dat in overeenstemming is met de Europese richtlijn. De vzw QUEST (Quality Centre for Sustainable Energy Technologies), in samenwerking met Construction Quality, zorgt in dit kader voor de toekenning van kwaliteitsmerken aan bedrijven en installateurs waarvan de systemen hun deugdelijkheid bewezen hebben. In het maga-
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
zine WTCB-Contact werd er een aantal artikels gepubliceerd met betrekking tot de integratie van zonnepanelen in daken, hierover is er ook een Technische Voorlichting in de maak. Op het vlak van normalisatie waren de werkzaamheden gericht op de herziening van enkele belangrijke Belgische normen in verband met de nieuwe voorschriften inzake de installatie van warmtegeneratoren en de afvoer van verbrandingsgassen. De werkgroep heeft de herziening van het WTCB-Rapport nr. 1 ‘Dimensionering van centrale-verwarmingsinstallaties met warm water’ afgewerkt. Dit document zal eens gepubliceerd de aanzet geven tot opleidingssessies in verschillende Belgische steden. Als tegenprestatie voor de deelname van onze medewerkers aan de activiteiten van het Air Infiltration and Ventilation Centre heeft de Belgische bouwsector via het WTCB toegang tot alle gegevens uit de AIVC-databanken. Dit internationale orgaan, dat opgericht werd door het Internationaal Energieagentschap (IEA), heeft tot doel om zoveel mogelijk informatie te verspreiden over de ventilatie van gebouwen, de kwaliteit van de binnenlucht, luchtlekken en rationeel energiegebruik. Binnen het Europese CLEAR-UP-onderzoek wordt de aandacht dan weer toegespitst op de ontwikkeling van innovatieve nieuwbouw- en renovatietechnologieën zoals elektrochrome films (beperking van de zonnewinsten), fotokatalyse (luchtzuivering), vraaggestuurde ventilatie- en verwarmingsstrategieën, vacuümisolatie en warmteopslag in faseovergangsmaterialen. Het WTCB legt zich in deze context voornamelijk toe op de interactie met de marktspelers, met name door de organisatie van workshops en de publicatie van een nieuwsbrief. Sanitaire
installaties
De Normen-Antenne ‘H2O en daken’ (d.i. de vroegere NA ‘Watertoevoer en -afvoer van gebouwen’) (www.normen.be) heeft tot taak om informatie te verstrekken over de normen en reglementeringen met betrekking tot de watertoevoer en -afvoer in en rond gebouwen. In 2011 hebben onze medewerkers eveneens de herziening van verschillende Technische Voorlichtingen afgerond. Zo is de TV 154 met aanbevelingen voor het gebruik van koperen buizen aan een update toe, gelet op het feit dat er recentelijk een aantal nieuwe normen en referentiedocumenten gepubliceerd werden die minder 23
WTCB – Jaarverslag 2011
Technologische Dienstverlening ‘Ecobouwen & Duurzame ontwikkeling’ in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De door InnovIRIS betoelaagde TD ‘Ecobouwen en duurzame ontwikkeling’ begeleidt Brusselse bouwondernemingen bij de technische uitdagingen waarmee ze vaak te kampen hebben. Het doel van deze TD is dan ook om de overdracht van innovatieve technologieën te bevorderen teneinde te kunnen beantwoorden aan de noden en voorschriften inzake duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling. De volgende prioritaire onderwerpen worden aangesneden : energie en gebouwen, renovatie en onderhoud van muren en gevels, akoestisch comfort, toegankelijkheid van gebouwen, gebruik van duurzame materialen.
restrictief zijn voor de waterverzachting. Ook de in 1996 gepubliceerde TV 200 met betrekking tot de afvoer van afvalwater in gebouwen was volgens het Technisch Comité aan een actualisering toe. Deze twee TV’s zullen binnenkort beschikbaar zijn. In 2011 hebben we ook intensief gewerkt aan de nieuwe TV inzake waterafvoer. Deze publicatie past de dimensioneringsmethode van de norm toe dankzij een vereenvoudigde aanpak en een meer gedetailleerde tabel. Dit onderzoek zal in 2012 uitgebreid worden met het gebruik van hemelwater in gebouwen : opvang en opslag, eventuele behandeling en verdeling in het gebouw. Op vraag van het Technisch Comité ‘Sanitair’ werd er eveneens onderzoek verricht
naar de piekdebieten in waterdistributiesystemen. In 2011 werden er diverse in situ-metingen met koud water, warm water en regenwater uitgevoerd. Dit onderzoek zal leiden tot een publicatie over de dimensioneringsmethode van waterdistributiesystemen in gebouwen. De WTCB-medewerkers hebben in opdracht van voornoemd Technisch Comité ook onderzocht in hoeverre het mogelijk was om een Franse typologische studie over collectieve rookgasafvoersystemen in appartementsgebouwen toe te passen op de Belgische context. Deze werkzaamheden zouden moeten leiden tot de opstelling van aanbevelingen voor de vervanging van oude warmtegeneratoren op gas die aangesloten zijn op collectieve schouwen. n
VIS Traject Groen Licht Vlaanderen 2020 Het project ‘Groen Licht Vlaanderen 2020’ is een samenwerking tussen verschillende partners (WTCB, het Laboratorium voor Lichttechnologie van de KaHO, organisatie van advies- en ingenieursbureaus (ORI), Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) en Vlaams Elektro Innovatiecentrum (VEI)) en werd opgericht om de Vlaamse ondernemingen inzake licht te ondersteunen bij de snel evoluerende technologieën (LED, OLED, ...). Binnen het laboratorium ‘Licht en gebouw’ is het onderzoek gericht op de impact van de beheersystemen (daglicht, aanwezigheid, ...) op het visuele comfort en de energieconsumptie. We gaan hier dieper in op drie ontwikkelingen : • de classificatie van beheersystemen en lichtbronnen op basis van hun interacties (in samenwerking met het VEI) • de ontwikkeling van een rekenalgoritme en -programma om de relatieve impact van de keuze van een beheersysteem en/of bepaalde invoerparameters te bepalen • de uitwerking van een testruimte om de reactie van de gebruiker te bestuderen t.o.v. de impact van het beheer op de visuele omgeving. Binnen het laboratorium ‘Duurzame ontwikkeling’ spitste de acties zich toe op de visuele waarneming en interpretatie (ruimten en signalen) door personen met een visuele beperking. Deze ruimten werden visueel opgebouwd aan de hand van kleuren en verlichtingsinstallaties.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Akoestisch comfort
Het jaar 2011 werd gekenmerkt door de inhuldiging van het nieuwe laboratorium akoestiek ‘e-lab’. Dankzij de nieuwe apparatuur is het laboratorium ruimer en veelzijdiger geworden. Bij de uitbereiding is ook rekening gehouden met de strenge eisen met betrekking tot de akoestische proefposten.
Normen-Antenne Ook dit jaar heeft de invoering van de NBN S 01-400-1 een invloed gehad op de activiteiten van de Normen-Antenne. Naast de ontwikkeling van de website zorgde de NA verder ook voor de informatieoverdracht inzake bouwakoestiek in het algemeen (via artikels, lezingen en individuele contacten met de ondernemingen) en inzake de bouwrichtlijnen, waarmee aan de specificaties uit voormelde norm kan worden voldaan. Het tweede deel van deze norm, dat van toepassing is op scholen, kreeg eveneens speciale aandacht in 2011. Daarnaast had de Normen-Antenne ook veel belangstelling voor de invoering van de nieuwe meetnormen van de reeks ISO 10140.
Ontwikkelingsactiviteiten
in het laboratorium en op de bouwplaats
Door de uitbereiding van het laboratorium was 2011 een bijzonder jaar voor de afdeling ‘Akoestiek’. De ingenieurs beschikken nu immers over zeven proefopeningen in de plaats van drie. Het nieuwe laboratorium is voor een deel gebouwd op de reeds bestaande proefhal. De oude proefcellen werden afgebroken om plaats te maken voor de nieuwe. De akoestische karakteriseringsproeven op bouwmaterialen en -systemen werden in maart afgerond in de oude infrastructuur en werden in de maand oktober hervat in de nieuwe proefcellen. Om de BELAC-accreditatie voor het laboratorium te kunnen behouden, heeft men een aanzienlijke validatie24
WTCB – Jaarverslag 2011
procedure moeten doorlopen. Dankzij dit nieuwe, ruime en veelzijdige laboratorium zal het aantal uitgevoerde proeven per jaar kunnen stijgen. Naast de activiteiten in het laboratorium werden er op de bouwplaats een vijftigtal gebouwen aan ontwikkelingsproeven onderworpen om te controleren of hun isolatie beantwoordde aan de geldende normen.
Validatie
van de nieuwe akoestische cellen
Tijdens 2011 werden er meerdere meetcampagnes opgestart om de akoestische proefposten in overeenstemming te brengen met de norm NBN EN ISO 10140-5. Om de kwaliteit en de reproduceerbaarheid tussen laboratoria te garanderen, moeten ze immers aan strenge eisen voldoen. Deze eisen hebben betrekking op de geometrie en de afmetingen van de cellen en de proefopeningen, de flankerende geluidstransmissie, de demping door koppeling van de proefelementen met het laboratorium, de meetbare bovengrens van de verschillende proefposten, ... Aan de
hand van specifieke testen kon men de verliesfactoren van het laboratorium, de eventuele lekken en het akoestische veld in de cellen controleren en/of corrigeren, alsook de bovengrens voor de contactgeluidsisolatieproeven verleggen.
Akoestisch
tiesystemen
comfort en ventila-
In 2011 werd binnen de afdeling ‘Akoestiek’ actief onderzoek verricht naar de beperking van geluidshinder vanwege (mechanische) ventilatiesystemen. Dit onderzoek kadert in het door het IWT gesubsidieerde collectief onderzoeksproject ‘OPTIVENT’. Het doel van dit project is om richtlijnen en rekentools te ontwikkelen voor een optimaal ontwerp en een optimale installatie van ventilatiesystemen in woningen. Een meetcampagne in een aantal woningen uitgerust met verschillende types van mechanische ventilatiesystemen werd hiertoe op touw gezet. Dit onderzoek wordt in 2012 voortgezet en zal uitmonden in het formuleren van concrete richtlijnen en aanbevelingen voor het akoestische comfort in woningen met mechanische toevoer en/of afvoer van lucht.
WTCB-publicaties ‘Akoestisch
comfort’
Geluidsisolatie bij lichte binnenwanden. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/4, Katern 18. Welke akoestische criteria voor beglazingen ? WTCB-Dossiers, Nr. 2011/3, Katern 10. Aangepaste geluidseisen in scholen. WTCB-Dossiers, Nr. 2011/2, Katern 16.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort
In het project ‘Clean Air Low Energy’ wordt er een overeenkomstig onderzoek gevoerd naar het binnenmilieu in lage-energie- en passiefgebouwen (zowel woningen als schoolgebouwen). Deze studie loopt in opdracht van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Vlaamse Overheid) en wordt gecoördineerd door VITO. Hier is de afdeling ‘Akoestiek’ belast met het onderzoek van de akoestische aspecten van woningen en schoolgebouwen die voorzien zijn van een ventilatiesysteem. De uitgebreide akoestische meetcampagne die in 2012 zal worden georganiseerd, werd in het afgelopen jaar voorbereid aan de hand van een literatuurstudie (gebouwselectie en parameterstudie) en de uitwerking van een concrete meetstrategie.
Prenormatief onderzoek voor niet-residentiële gebouwen Het onderzoek omtrent de revisie van de akoestische normen voor niet-residentiële gebouwen heeft al grote vooruitgang geboekt. De vragen en opmerkingen over de norm die betrekking heeft op scholen, hebben tijdens verschillende werkgroepvergaderingen geleid tot aanpassingen in de tekst. De werkgroep heeft eveneens de bouwhaalbaarheidsaspecten om te kunnen beantwoorden aan de nieuwe eisen
onder de loep genomen. Ten slotte was een groot deel van het tweede semester van 2011 gewijd aan de ontwikkeling van normen betreffende andere niet-residentiële gebouwen (ziekenhuizen, hotels, kantoorgebouwen, ...). Voorlopig zullen deze gebouwen ondergebracht worden in een enkele norm en zullen ze gedefinieerd worden op basis van de algemene tabel die besproken wordt in de norm voor scholen. De uitvoering van elastische voegen ter hoogte van de muur-vloeraansluitingen brengt een betere akoestische isolatie met zich mee en verzekert zo de duurzaamheid van halfzware gebouwen in het licht van de nieuwe opgelegde akoestische eisen. De meer theoretische aspecten van dit onderzoek zitten in de eindfase, maar de analytische voorspellingsmodellen zijn wel al beschikbaar. Eens deze gevalideerd zijn door experimentele proeven en numerieke simulaties, zal het mogelijk zijn om de invloed van elastische voegen op de globale isolatie in cijfers uit te drukken.
Innovatief
onderzoek op houtskeletbouw
Binnen het project AH+ werd het onderzoek rond de opstelling van bouw-
‘ACOUBATI’, ‘Duurzaam
richtlijnen voor houtskeletbouw voortgezet. Dit onderzoek heeft tot doel de bouwdetails verder uit te werken om aldus te kunnen beantwoorden aan de eisen uit de norm NBN S 01-400-1 voor residentiële gebouwen. In de loop van 2011 werden er in het laboratorium meetcampagnes voor de geluidsverzwakkingsindex van enkele en dubbele wanden opgestart en werden er lucht- en contactgeluidsisolatiemetingen uitgevoerd in recente gebouwen. Er werden ook meer gedetailleerde proeven op ware grootte gerealiseerd om de bijdrage van de verschillende transmissiewegen in houtskeletbouw te kunnen beoordelen. De bijhorende theoretische voorspellingsmodellen zijn in ontwikkeling. De uitwerking van deze modellen vormt echter een grote uitdaging voor de internationale werkgroep ‘COST FP0702’ – waar ook het WTCB deel van uitmaakt – door de complexiteit van de mechanische en akoestische fenomenen die meespelen bij de geluidstransmissie doorheen lichte scheidingswanden. Bijgevolg werd er in een industriële hal een proefpost opgesteld om de verschillende waarden die belangrijk lijken bij de voorspelling van de flankerende geluidsverzwakkingsindex te meten (straalfactor, trillingsvermindering afhankelijk van de afstand, demping). n
Technologische Dienstverleningen
bouwen en duurzame ontwikkeling’ en
‘Bouwakoestiek’
De Technologische Dienstverlening ‘ACOUBATI’ heeft in het Waalse Gewest het werk van de laatste jaren voortgezet. De TD heeft in eerste instantie het accent gelegd op de akoestische isolatie van de gebouwschil door te helpen bij de uitvoering en ontwikkeling van nieuwe producten om een betere bescherming tegen buitenlawaai te bieden (buitenramen en -deuren met een zeer hoge akoestische isolatie). Vervolgens werd er in het domein van houtskeletbouw een nieuw project opgestart in samenwerking met het bedrijf Mobic. Dit project heeft geleid tot het op punt stellen van duidelijke bouwrichtlijnen voor appartementen en rijwoningen uit houtskeletbouw. De TD heeft ook meegewerkt aan de totstandkoming van de nieuwe norm NBN S 01-400-1 die de akoestische criteria voor woongebouwen vastlegt. Haar hoofdmissie is echter het verspreiden van informatie over de bouwrichtlijnen om te kunnen voldoen aan deze akoestische criteria. Er werden in 2011 ongeveer 150 initiatieven opgestart in uiteenlopende domeinen zoals hulp bij de ontwikkeling van nieuwe producten, voordrachten voor professionelen, de opstellingen van artikels of bijstand bij het oplossen van specifieke akoestische problemen in de bouw. Deze aanpak was voor de Waalse ondernemingen even nuttig als de gerealiseerde ontwikkelingen in het domein van innovatieve producten. Ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn onze technologische adviseurs in 2011 volop bezig geweest met het sensibiliseren en overdragen van kennis met het oog op de toepassing van nieuwe technologieën voor het akoestische comfort. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden er het afgelopen jaar een honderdtal interventies al dan niet met een bezoek op de bouwplaats of aan het bedrijf afgerond op vraag van architecten, studiebureaus, aannemers en fabrikanten. Bijstand omtrent de verbetering of optimalisatie van het akoestische comfort werd voornamelijk verleend in de sector van de kantoorbouw, renovatiemarkt (houten vloeren) en projectmarkt van de multifamiliale woningbouw. Bepaalde interventies hebben geleid tot het organiseren van proeven in het laboratorium om het bouwproduct in kwestie in samenwerking met de fabrikant akoestische te karakteriseren en vervolgens te optimaliseren. Naast het verspreiden en verduidelijken van de praktische bouwrichtlijnen ten behoeve van het akoestische comfort in woongebouwen als antwoord op de NBN S 01-400-1, werd er ook informatie verspreid omtrent de nieuwe akoestische normeisen in niet-residentiële gebouwen, voornamelijk scholen en kantoorgebouwen. Het vulgariseren en op grote schaal verspreiden van onderzoeksresultaten, normatieve ontwikkelingen en de hieraan gekoppelde akoestisch bouwrichtlijnen gebeurde dit jaar aan de hand van tal van publicaties (WTCB-Contact, vaktijdschriften) en vormingsessies waarbij steeds getracht wordt een zo breed mogelijk doelpubliek uit de bouwsector aan te spreken.
25
WTCB – Jaarverslag 2011
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek en Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Beheer, Kwaliteit en Informatietechnieken
In 2011 ging de aandacht van de medewerkers van de afdeling ‘Beheer, Kwaliteit en Informatietechnieken’ voornamelijk uit naar de sensibilisering, opleiding en begeleiding van bouwbedrijven bij de inzet van digitale hulpmiddelen ter bevordering van het bedrijfsbeheer en de procesoptimalisering. Deze acties hadden tot doel om de talrijke KMO’s doeltreffende oplossingen aan te reiken op maat van hun bedrijf.
Het
digitale derneming
ABC
voor de on-
De begeleidingsprojecten ‘ABC DigiBouw’ en ‘ConstrucTIC’ hebben als doel om de aannemers te adviseren en begeleiden bij de efficiënte inzet van informatietechnologieën. Meerdere KMO’s hebben op deze manier veel nuttige tips gekregen voor de optimalisering van hun informaticaomgeving, hun organisatie en hun beheer. Ze hebben ook kunnen kennismaken met verschillende gebruiksvriendelijke en toegankelijke informaticatoepassingen. De begeleidingsopdrachten bij individuele aannemers hadden meestal betrekking op de informatisering van de kostprijsberekening, de digitalisering van de bedrijfsplanning en het elektronisch beheer van documenten en gegevens.
Het
mobiele derneming
ABC
voor de on-
De rol van mobiele ICT in de bouwonderneming was een kernthema in 2011. De nieuwe mobiele technologieën hebben tal van mogelijkheden te bieden. Naast de basisfuncties bestaan er diverse bijkomende toepassingen : de bepaling van GPS-coördinaten, het lezen en opstellen van documenten in verschillende formaten, het delen en synchroniseren van bestanden op afstand (cloud computing) of het lezen van barcodes (1D- of QR-codes). Ook in het domein van de technology watch is het WTCB actief. Zo werd binnen de werkgroep ‘Mobiele ICT’ in 2011 de In26
WTCB – Jaarverslag 2011
fofiche nr. 57 ‘De mobiele technologieën : nieuwe hulpmiddelen voor de bouwondernemer’ gepubliceerd. Deze publicatie beschrijft de diversiteit aan concrete gebruiksmogelijkheden van mobiele technologieën voor de bouwsector. In het kader van het project ‘ABC DigiBouw’ werden er informatieavonden georganiseerd in Heusden-Zolder, Gent en Antwerpen waarop meer dan 450 personen aanwezig waren. Tijdens de uitgebreide uiteenzettingen werd er aandacht besteed aan kostprijs, planning, documentbeheer, ERP (enterprise resource planning) en cloud computing. Het witboek ‘IT FUNDAMENTEN - Een balans na 2 jaar ABC DigiBouw’ werd voorgesteld op het event@digibouwen op 19 december 2011 in Antwerpen.
Beheersinstrumenten KMO’s
voor
Het WTCB heeft verschillende didactische modules ontwikkeld waarmee het mogelijk is om – uitgaande van de theoretische aspecten van kostprijsberekening – over te gaan tot de opmaak van een prijsofferte. Het gaat hier om Excel-toepassingen die compatibel zijn met de MS Office-versies 2007 en 2010. Deze stellen de kleine en middelgrote ondernemingen niet alleen in staat om te komen tot een precieze berekening van de kostprijs voor de verschillende werkposten, maar ook tot de opmaak van een correcte offerte. De software C PRO© kan intussen gedownload worden via www.wtcb.be/go/cpro en
omvat de volgende functies : • het ingeven, controleren en opmaken van een meetstaat • het berekenen van de directe kosten en de specifieke bouwplaatskosten • het ingeven van de winstmarges • het berekenen en verzenden van de offerte. De software C PRO© werd in 2011 al meer dan 1500 maal gedownload. Om de ondernemingen een idee te geven van alle aspecten die in aanmerking moeten genomen worden bij de kostprijsberekening, werd er in 2011 een reeks Infofiches over dit onderwerp gepubliceerd.
Opleidingen In 2011 werden er een honderdtal opleidingsdagen georganiseerd. Deze opleidingen waren gericht op alle aspecten van de bedrijfsorganisatie : kostprijsberekening, planningstechnieken, documentbeheer, internet voor de bouw, ... Het doel van deze opleidingen is de bouwprofessionelen aanmoedigen om meer gebruik te maken van informaticamethoden en -tools om zo hun onderneming efficiënter te beheren.
Kwaliteitsmanagementsysteem Via de activiteiten van het BCCA zijn de medewerkers van de afdeling ‘Beheer’ ook zeer actief binnen het domein van de certificering van managementsystemen. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beheer, Kwaliteit en Informatietechnieken
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie Europa en de bouw
Ondanks de globalisatie blijft de interactie tussen de bouwheer en de overheid in de praktijk vaak een plaatselijk gebeuren, waarbij regionale KMO’s, tradities en een vlotte communicatie een belangrijke plaats innemen. Toch is de bouwsector niet ongevoelig voor de effecten van de Europese eenmaking. Denken we hierbij maar even aan de verhandeling van bouwmaterialen over de grenzen heen, de invulling van de knelpuntberoepen, …
Om de Belgische bouwbedrijven op de hoogte te houden van de talrijke bouwgerelateerde evoluties op Europees niveau en om de internationale belangen van de Belgische KMO’s te verdedigen, is het WTCB vertegenwoordigd in diverse instanties en werkt het actief mee aan verschillende Europese en internationale initiatieven.
Europese
regelgeving
In 2011 werd de herwerkte tekst van de Europese Bouwproductenrichtlijn (89/106/EEG) in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd. In deze nieuwe Verordening gaat meer aandacht uit naar milieu en duurzaamheid. Voor de bouwsector wordt het een uitdaging om met deze en diverse aanverwante thema’s rekening te houden.
sche Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (BUtgb, www.butgb.be) Technische Goedkeuringen af (ATG’s). Deze Unie is lid van de European Union of Agrément (UEAtc, www.ueatc.com) en de European Organisation for Technical Approvals (EOTA, www.eota.eu). De EOTA leverde zo’n 2150 Europese Technische Goedkeuringen (ETA’s) af, terwijl de UEAtc naar strategieën zocht ter verbetering van haar dienstverlening aan de industrie. Voorlopig is het WTCB tijdelijk ook verantwoordelijk voor het secretariaat-generaal van deze organisatie.
van het ENBRI (www.enbri.org), een netwerk dat 23 leidinggevende onderzoekscentra omvat. In 2011 verleende ENBRI zijn actieve medewerking aan het vastleggen van de onderzoeksprioriteiten binnen het Zevende Kaderprogramma van de Europese Unie (FP7). Er werd tevens input aangeleverd voor het definiëren van een strategische visie voor Horizon 2020 (de vervolgactie van FP7).
Netwerking
Dit netwerk (www.eccredi.org) voert tal van acties om Europese middelen vrij te maken ter ondersteuning van het onderzoek en de ontwikkeling in de bouwsector. Ook van ECCREDI voert het WTCB het secretariaat. Bij bepaalde gelegenheden werkt het netwerk samen met belangrijke beslissingsnemers van de Europese Commissie inzake ondersteuning voor ‘Onderzoek & Innovatie’.
Het WTCB verleende in 2011 zijn actieve medewerking aan verschillende Europese netwerken.
Europees Comité voor Normalisatie (CEN) De activiteiten van het CEN (www.cen.eu) worden opgevolgd binnen diverse spiegelcommissies van het Bureau voor Normalisatie (NBN, www.nbn.be). In dit kader neemt het WTCB het voorzitterschap van de commissies E277 (verlaagde plafonds), E156 (ventilatie in gebouwen), E128 (dakbedekkingen) als E33 (schrijnwerk) voor zijn rekening. Ondertussen werden er in deze context al meer dan 400 geharmoniseerde normen gepubliceerd. Technische Goedkeuringen Voor producten die niet door productnormen behandeld worden, levert de Belgi27
WTCB – Jaarverslag 2011
European Construction Industry Federation (FIEC) De FIEC (www.fiec.org) is een onmisbare schakel voor de informatieoverdracht van de voormelde activiteiten naar de aannemers toe. Ons land wordt in dit netwerk vertegenwoordigd door de Confederatie Bouw, die voor de technische aspecten terugvalt op het WTCB, dat zowel het voorzitterschap als het secretariaat van de ‘FIEC Technische Commissie 1’ op zich neemt. European Network Institutes (ENBRI)
of
Building Research
Het WTCB verzekert ook het secretariaat
European Council for Construction Research, Development and Innovation (ECCREDI)
European Construction Technology Platform (ECTP) Het ECTP (www.ectp.org) en het aanverwante initiatief E2B (www.e2b-jti.eu), dat zich specifiek op de energie uitdagingen richt, zijn twee platformen voor de coördinatie van het bouwonderzoek op Europese schaal. Beide initiatieven kunnen binnen hun stuurgroep en binnen de diverse werkgroepen rekenen op de ondersteuning van verschillende WTCBmedewerkers. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Europa en de bouw
Technische bijstand
Het WTCB maakt voor de verspreiding van zijn technische informatie volop gebruik van de moderne communicatiemiddelen. Nochtans volstaat het niet om de onderzoeksresultaten louter en alleen op deze wijze beschikbaar te stellen. Een gepersonaliseerd advies van onze medewerkers is vaak een welgekomen surplus.
De WTCB-website biedt een permanente toegang tot alle technische informatie die het Centrum dankzij toegepast onderzoek vergaard heeft. Dit neemt niet weg dat het realiseren van een bouwwerk een uniek gebeuren blijft, waarbij gepersonaliseerde bijstand onontbeerlijk is. Ook de razendsnelle verstrenging van de prestaties waaraan gebouwen voortaan moeten voldoen, hebben een niet te verwaarlozen impact op de manier van ontwerpen, coördineren en uitvoeren van de werken. Hierdoor blijft de behoefte aan adequate technische bijstand groeien. Deze technische ondersteuning wordt gewaarborgd door de polyvalente medewerkers van het departement ‘Technisch Advies en Consultancy’ (TAC) van het WTCB. Ze verstrekten in 2011 meer dan 22.000 adviezen. De telefonische permanentie die dagelijks door hen verzekerd wordt, vormt het interventiemiddel bij uitstek om de toevloed aan vragen te beantwoorden. Bovendien is het ook voor de bouwprofessionelen de snelste manier om aan correcte informatie te geraken. Met behulp van de sterk doorgedreven digitalisering kunnen de bouwprofessionelen ons ook meer complexe vragen in een mum van tijd voorleggen. Hiervoor dienen ze het elektronische aanvraagformulier dat beschikbaar is op onze website in te vullen. Tevens kan men gemakkelijk en snel alle relevante, technische documenten en digitale foto’s toevoegen zodat onze medewerkers zich een representatief beeld kunnen vormen van de probleemstelling en aldus technisch advies ‘op maat’ kunnen geven. 28
WTCB – Jaarverslag 2011
Een bouwplaatsbezoek in samenspraak met de uitvoerende aannemer of de gerechtsdeskundige (in geval van geschillen voor de rechtbank) behoort, indien nodig, eveneens tot de mogelijkheden. Op basis van betrekkelijk eenvoudige interventies in situ kan vaak al een gefundeerd advies worden verstrekt. De ingenieurs van het departement TAC beschikken hiervoor over een basisuitrusting voor onder meer de volgende ingrepen : • het uitvoeren van sonderingen voor vaststellingen en/of staalname • het bepalen van het vochtgehalte van bouwmaterialen • het uitvoeren van ogenblikkelijke en langdurige klimaatmetingen • het bepalen van de oppervlaktetemperatuur van bouwdelen • het controleren van dimensionale toleranties • het uitvoeren van indicatieve aanhechtingsproeven • het verrichten van kleurmetingen • het beoordelen van de hardheid en mechanische sterkte van bouwmaterialen • het uitvoeren van oriënterende geluidsmetingen • het detecteren van luchtstromingen, luchtdrukverschillen en luchtlekken • het onderzoeken van bouwdelen met behulp van een IR-camera • het meten van scheurbreedten • het uitvoeren van elementaire scheikundige proeven.
Ten slotte verleenden de medewerkers van het Departement TAC naar goede gewoonte hun actieve ondersteuning aan de organisatie van verschillende bouwbeurzen, opleidingen en informatiesessies alsook aan tal van projecten en werkgroepen in de schoot van diverse Technische Comités. Dit laatste vormt immers een onmisbare schakel in de terugkoppeling van de praktijk naar de regelgeving en het onderzoek. Het is immers van belang dat niet alleen de nieuwe onderzoeksresultaten hun weg vinden naar de bouwsector, maar dat omgekeerd ook de praktijkervaringen een bron van informatie vormen voor toekomstige ontwikkelingen. n
Zijn er echter meer gespecialiseerde proeven aangewezen, dan treedt de intense synergie tussen het departement TAC en de directie ‘Onderzoek en Innovatie’ op de voorgrond. Technische bijstand
Samenwerking met derden
Het WTCB is nauw betrokken bij de activiteiten van verschillende andere bouwgerelateerde organismen en heeft sommige ervan zelfs mee helpen oprichten. Het Centrum werkt in deze dienstverlenende instellingen samen met diverse andere partners rond een aantal specifieke aspecten van de bouw.
Vlaanderen Bouwt (VLABO) VLABO (www.vlaanderenbouwt.be) organiseert kwaliteitsvolle en duurzame woningbouwprojecten voor lokale besturen, met aandacht voor de stedenbouwkundige, architecturale en technische kwaliteit van het ontwerp en de kostprijs. Het WTCB geeft hierbij technische ondersteuning.
Organisatie voor Duurzame Energie (ODE Vlaanderen) ODE (www.ode.be) is sinds meer dan 15 jaar de koepelorganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen. Zo coördineert ze het overleg tussen de bedrijven en organisaties uit de hernieuwbare energiesector en de overheid. Dit gebeurt via thematische platformen over warmtepompen, zonne-energie, biomassa, windenergie, groene stroom, ... Het WTCB staat in voor de integratie ervan in gebouwen.
Quality Centre for Sustainable Energy Technologies (QUEST) In overleg met de sectororganisaties ontwikkelt QUEST (www.q4q.be) kwaliteitspro ce dures voor de toepassing van kleinschalige hernieuwbare-energiesystemen (warmte pompen, fotovoltaïsche en zon thermische installaties, houtpelletkachels en -ketels, ventilatie met warmterecuperatie, ...). In 2011 werd er een concrete samenwerking uitgewerkt met Construction Quality voor de toekenning van labels aan bedrijven waar QUEST instaat voor 29
WTCB – Jaarverslag 2011
de technische referentiëlen. QUEST heeft ook een overheidsopdracht gecoördineerd voor de certificatie van installateurs van hernieuwbare-energietoepassingen.
zijn vooruitgang in de verf zetten door het Construction Quality-label of een certificering (ISO 9001, ISO 14001 of VCA) aan te vragen.
Centrum Duurzaam Bouwen (CeDuBo)
Belgian Construction Certification Association (BCCA)
Met zijn vernieuwde tentoonstelling, diverse studiedagen en opleidingen blijft CeDuBo (www.cedubo.be) het referentiecentrum voor duurzaam bouwen. In opdracht van de Vlaamse overheid coördineert CeDuBo het project ‘Transitiemanagement duurzaam wonen en bouwen’. CeDuBo nam ook deel aan de Interreg-projecten Sustainable Industrial Sites en Edutainment.
BCCA (www.bcca.be) is één van de Belgische leiders voor de certificatie in de bouwsector en beschikt in dit verband over een accreditatie van het BELAC-bureau. Deze vzw ondersteunt al een aantal jaren het overkoepelende Construction Quality-label en voert regelmatig productiecontroles uit in het kader van de CE-markering.
Belgian Centre for Domotics and Immotics (BCDI)
Recywall (www.recywall.be) heeft tot taak om bedrijven te helpen bij de valorisering en recyclage van hun afval. De samenwerking met de TD ‘Mise en oeuvre des bétons spéciaux’ werd in 2011 voortgezet via verschillende ontwikkelingsprojecten.
Dit jaar verleende BCDI (www.bcdi.be) niet alleen zijn medewerking aan de vzw In-HAM en de VIS/TIS-projecten ‘Technologische Innovatie in de zorgsector’ en ‘Ontwerpgids voor geïntegreerde leef- en woonautomatisering’, maar ook aan diverse congressen, forums en workshops.
Belgian Construction Quality Society (BCQS) BCQS (www.bcqs.be) verzorgt de opleiding en begeleiding van bedrijven die een efficiënt beheersysteem voor de kwaliteit, de veiligheid en het milieu willen invoeren. Afhankelijk van de noden, kan het bedrijf
Recywall
Tradecowall Tradecowall (www.tradecowall.be) zoekt naar oplossingen voor de verwerking van inert afval en grondafval, afkomstig van bouw- en sloopwerven. In Grand-Leez werd er een nieuwe site in gebruik genomen voor de verwerking van grondafval. Net zoals in 2010 werd het jaar 2011 gekenmerkt door de problematische acceptatie van gerecycleerde granulaten, al dan niet met een ‘CE 2+’-certificering. n Samenwerking met derden
Technische Comités De WTCB-activiteiten worden gestuurd door dertien Technische Comités. Elf ervan vormen een rechtstreekse vertegenwoordiging van een welbepaald bouwberoep (schilders, schrijnwerkers, verwarmingsinstallateurs, ...) en zijn in hoofdzaak samengesteld uit aannemers. Naast een Technisch Comité ‘Architecten’, waar er overleg gepleegd kan worden met de ontwerpers van gebouwen, buigen de overige Comités zich over thema’s die beroepsoverschrijdend zijn, zoals hygrothermie of akoestiek. Ook zij zijn samengesteld uit actieve bouwprofessionelen. Teneinde deze ‘bottomup’-benadering te garanderen worden er per Comité ieder jaar werkplannen opgesteld die de acties van het volgend jaar vastleggen. Deze plannen worden elk jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Vast Comité van het WTCB.
Ruwbouw
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
L. Eeckhout N. Barbarossa, J. Bettens, Ch. Buyl, C. Callandt, B. Coghe, L. Courard, G. De Schutter, P. Delrue, M. Denayer, A. Dherte, A. Dillen, S. Dumortier, V. Favier, G. Michaux, A. Pelegrin, J. Petit, A. Pittoors, M. Stas, J. Vander Linden, G. Xhonneux N. Huybrechts, B. Parmentier S. Watthy, J. Wijnants
Verwarming
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
en klimaatregeling
R. Debruyne H. Camps, V. Cazier, M. De Bie, E. Demol, P. Gosseye, B. Ledoyen, G. Ledoyen, J. Mampaey, L. Mehaudens, J.‑P. Minne, J. Nouwynck, R. Onkelinx, S. Palinckx, A. Palumbo, D. Peytier, R. Praets, M. Therer, R. Thijs, J. Vanaken, K. Van Campenhout, E. Vandenbosch, P. Van Orshoven, L. Vercruysse K. De Cuyper, J. Schietecat I. De Pot, V. Jadinon
Schilderwerk, soepele
Voorzitter Leden
Ingenieur-animator Ingenieur TAC
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
30
WTCB – Jaarverslag 2011
muur- en vloerbekledingen
J. Meuleman G. Baert, Ph. Carlier, F. Coveliers, H. De Buck, H. De Deurwaerder, B. Dethune, E. Fleurinck, W. Gees, B. Klinkers, J.-P. Lempereur, J. Lerot, J.-C. Leroy, S. Magnée, A. Mertens, E. Parent, C. Pauwels, J. Philippart, G. Tanson, M. Van Den Branden, L. Vanrenterghem, G. Verdonck, L. Verhelst, J. Verly V. Pollet W. Van de Sande
Harde
– HVAC
muur- en vloerbekledingen
P. Goegebeur W. Bauters, A.-M. Bonnet, B. Broekaert, J. Capiau, V. Costermans, M. De Bes, P. De Kinder, P. De Pooter, A. D’Hondt, B. Geirnaert, E. Godderis, M. Keulen, G. Mahaux, N. Naert, W. Pardon, S. Piedboeuf, R. Seghers, J. Tirlocq, R. Vanlerberghe, F. Verlee F. de Barquin, T. Vangheel L. Firket, J. Van den Bossche
Technische Comités
Glaswerken
Voorzitter Leden
Ingenieur-animator Ingenieurs TAC
A. Sanchez J.-P. Aubert, J. Belis, A. Billiet, D. Ceyssens, H. Ceyssens, G. De Landtsheer, J. Dekeyser, L. Delvoie, J. Jr Devilers, L. Dumont, E. Dupont, V. Goethals, T. Hens, J. Jacobs, M. Joosten, P. Keukeleire, G. Martens, A. Minne, V. Mouffe, Ph. Oosterlinck, J.‑Ph. Quarante, W. Reniers, F. Symoens, B. Van de Putte, Ph. Vandendorpe, L. Verhaert, G. Zarmati V. Detremmerie F. Caluwaerts, L. Lassoie
Dichtingswerken
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieur TAC
J. Coumans H.-Ch. Boulanger, M. Buvé, M. Chynhens, W. Coenen, A. De Keersmaecker, J. De Roover, R. Evens, M. Henderieckx, R. Jochems, P. Kerstenne, J. Klok, F. Louwers, B. Marynissen, J. Moens, E. Moerman, R. Naert, L. Neirinckx, H. Steenbrugghe, G. Timmermans, D. Van Damme, D. Van Kerckhove, J. Van Zele E. Noirfalisse, E. Mahieu E. Mahieu
Dakbedekkingen
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
G. Pierrard T. Barbaix, Ph. Crohin, G. Derde, Y.-M. Dron, B. Gillis, D. Grégoire, M. Lantin, J. Lemmens, M. Lesenfants, L. Moreels, L. Neirinckx, P. Rottiers, L. Spincemaille, A. Thierens, G. Timmermans, J.-M. Tong, Ch. Van Eygen, J. Van Leeuwen, J. Watelet, D. Wattel, L. Zanussi F. Dobbels, D. Langendries E. Mahieu, O. Vandooren
Sanitaire
Voorzitter Leden
Ingenieur-animator Ingenieurs TAC
en industriële loodgieterij, gasinstallaties
A. Dooms P. Becquevort, B. Claessens, M. De Bie, J. De Jans, A. Dubuisson, J.-P. Janssens, A. Martin, R. Martin, J.-F. Minne, L. Ninnin, D. Peytier, R. Praets, M. Spector, B. Thomas, M. Van Der Beken, P. Van Rompaey, M. Vandendriessche, G. Wouters K. De Cuyper I. De Pot, V. Jadinon
Schrijnwerken
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
L. Pype, W. Simoens J. Andries, J. Baens, J. Bourdeaud-Hui, R. Clement, M. Cools, F. Coveliers, Ch. Decaesstecker, B. De Guytenaer, H. De Keyser, J. Dekeyser, K. De Pestel, R. De Schepper, M. De Win, J. De Wyngaert, G. Everaert, M. Foré, J. Geebelen, R. Geens, M. Hendrickx, P. Janssen, L. Keuleers, F. Lamoen, J. Mincke, Ch. Nicaise, G. Ramaekers, F. Seghers, P. Suys, Ch. Teck, J. Vandenbergh, F. Vanholst, J. Van Nieuwenhove, M. Van Poucke, A. Van Tomme, L. Vercammen V. Detremmerie, E. Kinnaert, Y. Martin F. Caluwaerts
Steen
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
31
WTCB – Jaarverslag 2011
en marmer
H. Vanderlinden J.-F. Abraham, R. Brams, K. Callebaut, H. Callewier, G. Claerbout, H. Claes, J.-P. Cnudde, V. Cnudde, Ph. Crombe, A. Dath, R. De Battice, M. De Bes, T. De Ruyver, P. Dethier, J. Elsen, R.‑M. Hansez, G. Legein, A. Matthys, M.-M. Mennes, B. Misonne, V. Netels, D. Pallix, F. Pesser, S. Piedboeuf, F. Renier, F. Romain, J.-P. Roosemont, Ph. Stone, F. Tourneur, H. Vanden Berghe V. Bams, F. de Barquin, D. Nicaise L. Firket, J. Van den Bossche
Technische Comités
Technische Comités P
lafonneer- en voegwerken
Voorzitter Vice-voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
J. Van den Putte J. Jacquemin J. Aerts, F. Armand, B. Broekaert, J.-P. Demuynck, M. Dutry, E. Godderis, H. Hendriks, G. Mostenne, N. Naert, J. Peeters, B. Rooze, D. Van Kerckhove, D. Verhaegen Y. Grégoire, A. Smits S. Eeckhout, L. Firket
Hygrothermie
Voorzitter Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieurs TAC
E. De Kempeneer N. Carteus, D. Colmant, R. De Lathouwer, R. Debruyne, R. Dupont, F. Goes, H. Hens, F. Louwers, J.-P. Minne, L. Neirinckx, J. Nouwynck, N. Spies, P. Standaert, G. Timmermans, R. Van Rossen, B. Vandermarcke, L. Vercruysse, H. Vyncke, B. Wallyn X. Loncour, L. Vandaele A. Acke, J.-M. Rostenne
Akoestiek
Voorzitter Leden
Ingenieur-animator Ingenieurs TAC
E. De Kempeneer N. Bergeret, J. Coose, R. De Block, L. De Geetere, Ch. Decaesstecker, Ph. Demars, G. Dierick, M. Dumont, H. Fabri, S. La Fontaine, J. Nemerlin, D. Raymaeckers, M. Rumfels, V. Thimister, P. Van Dessel, F. Van Knippenbergh, Ch. Van Loock, E. Van Overmeire, M. Vanstraelen, L. Vasseur, G. Vermeir, J. Vertessen, G. Vindevogel, B. Wallyn B. Ingelaere M. Lignian, S. Vercauteren
Architecten
Voorzitters Vice-voorzitters Leden
Ingenieurs-animatoren Ingenieur TAC
32
WTCB – Jaarverslag 2011
R. De Lathouwer M. Procès J. Beke, A. Cornelis, D. De Clerck, P. De Smet, L. Dedeyne, T. Delaure, J.-C. Embrechts, E. Geens, E. Germijns, J. Glaude, N. Goubau, T. Hermans, N. Huysmans, T. Lamy, Ph. Laporta, Ch. Lemmens, J. Mariën, G. Michaux, T. Modave, J. Pauwels, H. Poncin, T. Serck, P. Sileghem, F. Simon, G. Sion, P. Van Orshoven, J. Verborgh, D. Versluys, B. Verstraete, K. Willem, M. Wagneur D. Langendries, P. Wouters J. Van Mol
Technische Comités
Personeel
Om zijn opdrachten tot een goed einde te brengen, kan het WTCB rekenen op de ondervinding van meer dan 200 medewerkers uit de meest gediversifieerde onderwijsdisciplines. Dankzij deze bundeling van professionele bekwaamheid, engagement en ruime inzetbaarheid is het Centrum vandaag de dag uitgegroeid tot een toonaangevend organisme in de bouwsector.
Het WTCB levert grote inspanningen om de kwaliteit binnen het bouwwezen te verbeteren en de vakkennis van de bouwprofessionelen te consolideren. Dit is evenwel geen eenvoudige taak. Het bouwproces is immers zeer gefragmenteerd en het aantal personen dat erbij betrokken is aanzienlijk. Om zijn taken naar behoren te kunnen uitvoeren en te kunnen anticiperen op de technologische evoluties, kan het WTCB
een beroep doen op een multidisciplinair en dynamisch team van medewerkers, die alles in het werk stellen om de resultaten van het wetenschappelijke en technische onderzoek van het Centrum zo breed mogelijk te verspreiden. In deze context maakt de ervaring en het pragmatisme van de enen het mogelijk om de innoverende ideeën van de anderen om te zetten in praktische naslagwerken, gerichte technische adviezen, of nog, cur-
sussen en opleidingen die precies beantwoorden aan de behoeften van de sector. Gelet op het feit dat deze noden alsmaar groter worden en het belang van thema’s zoals duurzaam bouwen en renoveren, muur- en vloerafwerkingstechnieken, energie en binnenklimaat, toegankelijkheid en bouwgerichte informaticatoepassingen in stijgende lijn gaat, werd het aantal WTCB-medewerkers in 2011 aangevuld tot 239 personen. n
Evolutie van het personeelsbestand over de periode 2001-2011 (situatie per 31 december). 250
Aantal medewerkers
200
191
183
214
205
199
221
215
219
232
237
239
150
100
50
0 1
200
33
WTCB – Jaarverslag 2011
2
200
3
200
4
200
5
200
6
200
7
200
8
200
9
200
0
201
1
201
Personeel
Financiën
De boekhouding heeft enerzijds als oogmerk om een inzicht te verschaffen in de financiële toestand van het Centrum en anderzijds om het gevoerde beleid te verantwoorden.
Aangesloten
leden
Op 31 december 2011 WTCB 84.052 leden, 55.190 eenmanszaken.
telde het waaronder
Zoals mag blijken uit onderstaande grafiek, vertegenwoordigt dit een stijging van 24,25 % ten opzichte van 10 jaar geleden.
Rekening houdend met de index, bedraagt de verhoging van de geïnde bijdragen over deze periode 12,55 %.
EVOLUTIE VAN HET AANTAL AANGESLOTEN LEDEN 90.000 80.000 70.000 60.000
u : Totaal
50.000
n : Eenmanszaken
40.000
s : Onderworpen aan RSZ
30.000 20.000 10.000 0 2002
Werkingsopbrengsten
2003
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
en -uitgaven
De grafieken bovenaan de volgende pagina illustreren de evolutie van de verschillende opbrengsten en uitgaven over de laatste drie dienstjaren in verhouding tot het totaal.
34
2004
WTCB – Jaarverslag 2011
Hieruit blijkt dat de bijdragen van de leden ongeveer 55 % van de totale opbrengsten uitmaken.
De personeelskosten – de voornaamste post der uitgaven – schommelden de jongste drie jaren tussen 65 en 67 %.
Financiën
EVOLUTIE VAN DE UITGAVEN
EVOLUTIE VAN DE OPBRENGSTEN 70 60
50
50
30
G
l
de An
de
oe
ie D
An
g O
nt w
ik ke l
in
er zo e O
nd
ra g jd Bi
Bestemming
ee
0
re
0
ns te n
10
k
10
re
20
Pe rs on
20
2011
40
n
30
2010
ge
40
2009
in
% van het totaal
60
Le ve r
2011
re n
2010
de
2009
en
% van het totaal
70
van de uitgaven
Het schema hieronder geeft in grote lijnen de opbrengsten en uitgaven weer die voortvloeien uit de WTCB-activiteiten en dit, na de verdeling van de structuurkosten. Deze laatste omvatten niet alleen de kosten voor de gebouwen en de installaties, maar ook de administratiekosten.
De totaliteit van de beschikbare middelen wordt op directe en indirecte manier aangewend ten behoeve van de bouwondernemingen. 90 % van het totale budget vindt immers rechtstreeks zijn weg naar de sector terug, terwijl 10 % ervan op termijn ten goede komt van de bouw via
OPBRENGSTEN
contrac tuele onderzoeken. Onze inkomsten worden met andere woorden in hun integraliteit besteed aan de verbetering van de kwaliteit en de competitiviteit van het bouwwezen, wat overigens de voornaamste doelstelling van het Centrum is. n
UITGAVEN : BESTEMMING
29,19 %
Technisch advies, cursussen, publicaties, databanken
18,99 %
Projecten van Thematische Innovatiestimulering, Technologische Dienstverleningen, Normen-Antennes, studies, sensibilisering
14,14 %
Innovatief collectief onderzoek
8,10 %
Prenormatief collectief onderzoek
8,72 %
Werking van de laboratoria
4,36 %
Normalisering, certificering, Technische Goedkeuringen
6,46 %
Andere
10,04 %
Contractueel onderzoek
Bijdragen van de leden
:
54,96 %
Andere inkomsten
45,04 %
1
35
WTCB – Jaarverslag 2011
:
Financiën
Statutaire organen Tijdens de vergadering van de Algemene Raad van het WTCB op 26 april 2011 werd de samenstelling van de Algemene Raad en van het Vast Comité als volgt goedgekeurd :
Algemene Raad Voorzitter Vicevoorzitters Honoraire voorzitters Leden aangeduid door de Confederatie Bouw
Gecoöpteerde leden Leden aangeduid door Bouwunie
Lid aangeduid door het VBO Lid aangeduid door de FOD Economie Leden aangeduid door het Vlaamse Gewest Lid aangeduid door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Lid aangeduid door het Waalse Gewest Leden aangeduid door de werknemersorganisaties Verificateurs der rekeningen Commissaris
de heer Jacques Gheysens de heren Jan Coumans, Vincent Favier, Johan Willemen de heren Edmond Goes, Rob Lenaers de heren Jean Biesmans, Pierre Crabbe, Philippe Crohin, Daniël Daniëls, Robert de Battice, Patrick De Kinder, Robert de Mûelenaere, Jean-Pierre Demuynck, Paul De Roover, Staf Drooghmans, Lionel Eeckhout, Rudy Evens, Philippe Gillion, Jean-Louis Henry, Marc Lefebvre, Jef Lembrechts, Claude Macors, Stephan Magnée, Jos Mauriën, Jan Meuleman, Evans Meunier, Hendrik Mondelaers, Léopold Ninnin, Gilbert Pierrard, Jean Polet, Leo Pype, Michel Schwanen, Michel Therer, Thierry Toussaint, Philippe Vandendorpe, Henri Vanderlinden, Johan Willemen mevrouw Christel Peeters de heren Vincent Favier, Yves Pianet, Bruno Zanardini mevrouw Hilde Masschelein de heren Geert Baert, Johan Debuf, Bart De Malsche, Jean-Pierre De Vogel, Dirk Hellemans, Robert Hoedemakers, Peter Suys, Leon-Jozef Vancauwenberghe de heer Jan Coumans de heren Paul De Ceuster, Hugues Dumont nog niet aangeduid op datum van 26 april 2011 de heer Jean-Claude Moureau de heer Pierre Villers de heren Peter Börner, Pierre Cuppens, Patrick Franceus, Jan Staal de heren Staf Drooghmans, Léopold Ninnin HLB Dodémont-Van Impe & Co
Vast Comité Voorzitter Vicevoorzitters Leden
Waarnemer
36
WTCB – Jaarverslag 2011
de heer Jacques Gheysens de heren Jan Coumans, Vincent Favier, Johan Willemen mevrouw Hilde Masschelein de heren Jean Biesmans, Daniël Daniëls, Robert de Mûelenaere, Hugues Dumont, Philippe Gillion, Robert Hoedemakers, Marc Lefebvre, Jan Meuleman, Jan Staal de heer Pierre Villers
Statutaire organen
Bijlage
Projectendatabank online Geotechniek
en
Structuren
Beton
en
Betonconstructies (vervolg)
A1 Micropaaltechnologie : richtlijnen voor de uitvoering, het ontwerp en de beproeving
B11 VAMORAS – Valorisatie van mechanisch ontwaterde baggerspecie
A2 NA Brandpreventie
B12 BEFIME – Ontwikkeling van vezelbetontoepassingen voor de prefabindustrie en voor storting ter plaatse
A3 NA Eurocodes A4 SOIL MIX in constructieve en permanente toepassingen. Karakterisatie van het materiaal en ontwikkeling van nieuwe mechanische wetmatigheden A5 TIS Speciale funderingstechnieken (IWT) A6 SMART-GEOTHERM – Mobiliseren van thermischeenergieopslag en thermische inertie in grondgekoppelde concepten voor de slimme verwarming en koeling van (middel)grote gebouwen. A7 ENER-VIB – Intrillen van profielen en energietransfer (First DO.C.A)
Beton
en
Betonconstructies
B1 Mechanische prestaties van zelfverdichtend beton : naar een mogelijke toepassing van Eurocode 2 (2e biënnale) B2 Criteria voor de vorst-dooiweerstand van beton B3 Chemische analyse van mortel en verhard beton (2e biënnale) B4 FLOORCRETE – Delaminatie van de oppervlaktelaag van betonnen bedrijfsvloeren. Vaststelling van de criteria voor de samenstelling van beton, de conformiteit en de uitvoering B5 NA Eurocodes B6 NA Beton-Mortel-Granulaten B7 TETRA – ValReCon20 – Valorisation of Recycled Concrete C20/25 (Valorisatie van grove betonpuingranulaten in beton C20/25) B8 TETRA – Onderzoek naar de optimalisatie en toepassingsmogelijkheden van biovezels in vezelversterkt beton
B13 GT Constructions multifonctionnelles à ossature mixte – OSSAMIX (multifunctionele hybride skeletbouw – OSSAMIX) (SPW) B14 GT Mise en œuvre de bétons spéciaux – BESPECX (Toepassing van speciale betonsoorten – BESPECX) (SPW) B15 Betonic@ – Koppeling tussen hardware en software voor de betonindustrie B16 MORECAR – Modelling of Refractory Castable Rheology (Modellering van de reologische eigenschappen van hittebestendig beton)
Metselwerk
C2 NA Brandpreventie C3 NA Eurocodes C4 NA Beton-Mortel-Granulaten C5 CEMCALC – Ternair cement met een hoog kalkgehalte en een laag slakgehalte C6 HUMIBATI – Behandeling van opstijgend grondvocht : innovaties, prestaties en milieu
Daken
en
Lichte
constructies
D1 Integrale beoordeling van de windwerking op platte daken D2 NA Eurocodes
B10 TD Nieuwe generatie gelijmde betonwapening (IWT)
D3 NA H2O en daken
WTCB – Jaarverslag 2011
Gevels
C1 Kritische beoordeling en optimalisatie van de Europese evaluatiemethodologie voor het vorstgedrag van baksteen en metselmortel (2e biënnale)
B9 TD Prestatiegerichte betonsoorten in hybride constructies (IWT)
37
en
Bijlage
Daken
en
Lichte
constructies (vervolg)
D4 TD Duurzame bouwschil voor nieuwbouw en renovatie (IWT)
Schrijnwerk
en
Glaswerk
Duurzaam
bouwen en renoveren (vervolg)
G2 ERACOBUILD – One Stop Shop – From Demonstration Projects towards Volume Market : Innovations for Sustainable Renovation (One Stop Shop – Van demonstratieprojecten naar marktpenetratie : innovaties voor duurzame renovaties) G3 TD Duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (InnovIRIS)
E1 Evaluatie van de prestaties en duurzaamheid van hoogperformante vensters en hun aansluiting op de ruwbouw E2 NA Brandpreventie E3 NA Manueel bediende en aangedreven gevelelementen E4 TD Duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (InnovIRIS) E5 OPTIMBERQUAKE – Optimisation of Timber MultiStorey Buildings against Earthquake Impact (Optimalisering van de aardbevingsbestendigheid van houtconstructies met meerdere verdiepingen) E6 GT Le verre dans le bâtiment – BatiVer (Glas in gebouwen – BatiVer) (SPW) E7 GT Nouvelles techniques de rénovation des murs et de leurs parachèvements – RENOMUR (Nieuwe renovatietechnieken voor muren en hun afwerkingen – RENOMUR) (SPW)
Muur-
en vloerbekledingen
F1 Beoordeling van de verenigbaarheid tussen vloerverwarmingssystemen en houten vloerbedekkingen F2 VETURES – Verlijming van harde bekledingen op een thermische isolatie : prestatiegerichte selectiecriteria voor de materialen en de duurzaamheid van het sys teem en gebruiksvoorschriften
G4 GT Nouvelles techniques de rénovation des murs et de leurs parachèvements – RENOMUR (Nieuwe renovatietechnieken voor muren en hun afwerkingen – RENOMUR) (SPW) G5 PERFECTION – Performance Indicators for Health, Comfort and Safety of the Indoor Environment (Indicatoren ter beoordeling van de prestaties van de binnenomgeving op het vlak van gezondheid, comfort en veiligheid) G6 CLEAR-UP – Clean and Resource Efficient Buildings for Real Life (Zuivere en energiezuinige gebouwen voor het echte leven) G7 EU-CHIC – Cultural Heritage Identity Card G8 SUFIQUAD – Sustainability, Financial and Quality Evaluation of Dwelling Types (Beoordeling van de interactie tussen de woonkwaliteit, de milieu-impact en de financiële kosten bij diverse woontypes) G9 CIMEDE – Construction industrielle de maisons évolutives, durables et économiques (Geprefabriceerde constructies voor evolutieve, duurzame en zuinige woningen) G10 RENO 2020 – Invoeringsmethode voor duurzame renovatietechnologieën in de Waalse woningbouw : ontwikkeling, uitwerking en verspreiding G11 BTP 100 – Zoeken naar oplossingen voor passieve tertiaire gebouwen met een kostprijs van 1.000 EUR/m² G12 Didactisch huis – Didactisch centrum rond de energieprestatie en duurzaam bouwen
F3 NA Afwerking F4 TETRA – Plaatsingstijdstip van de afwerklagen op cementgebonden dekvloeren. Van model naar plaatsingsprotocol F5 TD Hygiëne- en gezondheidsaspecten van materialen voor woon- en werkruimten (IWT) F6 RETERMAT – PCM-houdende binnenbekledingen voor een thermische regeling van gebouwen
Energie, Binnenklimaat
en Installaties
H1 Beoordeling van de verenigbaarheid tussen vloerverwarmingssystemen en houten vloerbedekkingen H2 NA Energie en Binnenklimaat H3 NA H2O en daken
Duurzaam
bouwen en renoveren
G1 Levenscycluskostenanalyse (LCC) voor de beoordeling van de economische prestatie van duurzame gebouwen
38
WTCB – Jaarverslag 2011
H4 TETRA – ZON-WARM – Zongekoppelde warmtepompsystemen H5 TETRA – Optimalisatie en kostenbeheersing van nul energie massief- en passiefbouw voor betaalbare en sociale woningbouw
Bijlage
Energie, Binnenklimaat
en Installaties (vervolg)
H6 TETRA – BEP2020 – Betrouwbare energieprestaties van woningen. Naar een robuuste en gebruikersonafhankelijke performantie
Energie, Binnenklimaat
en Installaties (vervolg)
H22 Didactisch huis – Didactisch centrum rond de energieprestatie en duurzaam bouwen
H7 OPTIVENT – Ontwikkeling van richtlijnen en rekentools voor het optimale ontwerp en de installatie van ventilatiesystemen in woningen
Akoestisch
comfort
H8 TIS Groen Licht Vlaanderen : energiebesparing met beter licht (IWT)
I1
BANC II – Belgische akoestische norm : criteria (2e fase)
H9 TD Duurzame bouwschil voor nieuwbouw en renovatie (IWT)
I2
NA Akoestiek
I3
Akoestische optimalisatie van houtskeletbouw
I4
GT Acoustique (Akoestiek) (SPW)
H10 TD Innoklima – Innovatieve klimaattechnieken : integratie van energie-efficiënte HVAC-installaties in energiezuinige gebouwen (IWT) H11 ERACOBUILD – One Stop Shop – From Demonstration Projects towards Volume Market : Innovations for Sustainable Renovation (One Stop Shop – Van demonstratieprojecten naar marktpenetratie : innovaties voor duurzame renovaties)
Beheer, Kwaliteit
en Informatietechnieken
J1 TIS Intelligent Bouwen (IWT) H12 VIS-traject Groen Licht Vlaanderen 2020 H13 TD Duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (InnovIRIS) H14 ETANCHAIR – Luchtdicht bouwen : van het ontwerp tot de praktische uitvoering H15 Construire avec l’énergie ... naturellement ! (Energiebewust bouwen ... natuurlijk !) (3e fase) H16 CLEAR-UP – Clean and Resource Efficient Buildings for Real Life (Zuivere en energiezuinige gebouwen voor het echte leven) H17 GE2O – Geo-clustering to Deploy the Potential of Energy Efficient Buildings across EU (Geografische groepering om het potentieel van energie-efficiënte gebouwen in de EU ten volle te ontplooien) H18 Q-Direct II – Development of Referentials for Belgian Quality in Distributed Renewable Energy Concepts (Ontwikkeling van Belgische kwaliteitsprocedures voor kleinschalige hernieuwbare-energieconcepten) (2e biënnale) H19 CIMEDE – Construction industrielle de maisons évolutives, durables et économiques (Geprefabriceerde constructies voor evolutieve, duurzame en zuinige woningen) H20 RENO 2020 – Invoeringsmethode voor duurzame renovatietechnologieën in de Waalse woningbouw : ontwikkeling, uitwerking en verspreiding H21 BTP 100 – Zoeken naar oplossingen voor passieve tertiaire gebouwen met een kostprijs van 1.000 EUR/m²
39
WTCB – Jaarverslag 2011
J2 TIS Bouwsoftwareplatform (IWT) J3 TD proKMO – Projectorganisatie voor KMO-bouwbedrijven (IWT) J4 GT ConstrucTIC – Sensibilisation et accompagnement des professionnels de la construction dans l’implémentation des technologies innovantes de l’information et de la communication (ConstrucTIC – Sensibilisering en begeleiding van de bouwprofessionelen bij de implementering van innovatieve informatie- en communicatietechnologieën) J5 SPATIODATA – Ontwikkeling van een platform voor multimediale en ruimtelijk gelokaliseerde informatie met het oog op het beheer van gebouwen J6 MOBI3CON – Developing Mobile 3D Data Collection, Processing and Dissemination Solution for Construction SMEs (Ontwikkeling van een mobiele oplossing voor de verzameling, verwerking en verspreiding van 3D-gegevens voor KMO’s uit de bouwsector) J7 ABC DigiBouw – Aannemers begeleiden en coachen bij het implementeren van computertoepassingen J8 Competentiecentrum Duurzaam Bouwen J9 Vlaams Netwerk Toegankelijk Bouwen J10 SIMBA – Multifysische gebouwsimulatie
Bijlage
Jan Venstermans Alain Billiet Paul Carion Philippe Gosselin Georges Klepfisch Olivier Vandooren Johan Vyncke Peter Wouters
Verantwoordelijke uitgever : Jan Venstermans D/2012/0611/04
Directeur-Generaal Secretaris-Generaal Hoofd van de Financiën Directeur Interne Vorming en Kwaliteit Directeur Externe Relaties voor Normalisatie en Certificatie Directeur Informatie en Bedrijfsondersteuning Directeur Onderzoek en Innovatie Directeur Ontwikkeling en Valorisatie
WTCB BRUSSEL Maatschappelijke zetel Lombardstraat 42 B-1000 Brussel algemene directie tel. 02/502 66 90 fax 02/502 81 80 e-mail :
[email protected] website : www.wtcb.be
ZAVENTEM Kantoren Lozenberg 7 B-1932 Sint-Stevens-Woluwe (Zaventem) tel. 02/716 42 11 fax 02/725 32 12 technisch advies - interface en consultancy communicatie beheer - kwaliteit - informatietechnieken ontwikkeling - valorisatie technische goedkeuringen normalisatie publicaties tel. 02/529 81 00 fax 02/529 81 10
LIMELETTE Proefstation Avenue Pierre Holoffe 21 B-1342 Limelette tel. 02/655 77 11 fax 02/653 07 29 onderzoek en innovatie laboratoria vorming documentatie bibliotheek
HEUSDEN-ZOLDER Demonstratie- en informatiecentrum Marktplein 7 bus 1 B-3550 Heusden-Zolder tel. 011/22 50 65 fax 02/725 32 12 ICT-kenniscentrum voor bouwprofessionelen (ViBo)