Stichting Centrum Voor Vrijwillige en Professionele Maatschappelijke Dienstverlening
Jaarverantwoording 2011
“De belangrijkste voorwaarde voor geluk is dat je wilt zijn wat je bent” (Erasmus, Lof der Zotheid)
Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening / www.cvd.nl
Aanbiedingsverklaring Voor u ligt het Jaarverantwoordingsdocument Maatschappelijke Verantwoording 2011. Met dit document geven wij inzicht in de middelen die gedurende het verslagjaar door het Centrum Voor Dienstverlening (CVD) zijn ingezet en laten wij zien welke resultaten er zijn bereikt. Ook dient dit document om te voldoen aan de (wettelijke) verantwoordingsverplichtingen die het CVD heeft. Het jaardocument bestaat uit een inhoudelijk jaarverslag en de jaarrekening en wordt aangeboden namens: Raad van Toezicht drs. A.F.M. Commandeur Voorzitter handtekening ……………………………. datum 19 maart 2011 Bestuur mr Yvonne Frank Algemeen directeur/bestuurder handtekening …………………………… datum 19 maart 2011
2
Jaarverantwoording Centrum Voor Dienstverlening 2011
Inhoudsopgave
Pagina
Aanbiedingsverklaring 2 Inhoudsopgave 3 1. Voorwoord 4 2. Profiel van de organisatie 5 2.1 algemeen 5 2.2 organisatiestructuur en juridische structuur 5 2.3 kerngegevens 6 2.4 samenwerkingsrelaties 7 3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 9 3.1. bestuur en toezicht 9 3.2. bedrijfsvoering 10 3.3. uitwerking medezeggenschap 14 4. Beleid, inspanningen en prestaties 17 4.1. meerjarenbeleid 17 4.2. realisatie jaarplan 2009 19 4.3. kwaliteitsbeleid 44 4.4. personeelsbeleid 46 4.5. samenleving en belanghebbenden 48 4.6. financieel beleid 48
3
1. Voorwoord In 2011 bestond het CVD 40 jaar. We hebben daar door het hele jaar heen op verschillende momenten succesvol aandacht aan besteed; samen met cliënten, medewerkers, samen-werkingspartners én vrijwilligers. Dat alles kreeg vorm op de voor het CVD kenmerkende, laagdrempelige wijze, die niet alleen te maken had met de ‘genen’ van de organisatie, maar evenzeer met de turbulentie van onze omgeving en daarmee van het CVD zelf. In 2011 zijn er diverse bezuinigings- en kortingsaankondigingen op ons afgekomen waarbij het onontkoombaar was om de besluitvorming en de communicatie over de daarmee gepaard gaande krimp in de formatie te faseren. In een aantal gevallen ging het om afbouw en zelfs stopzetting van een aantal uitvoerende activiteiten omdat ze niet langer prioriteit kregen van het (deel)gemeentebestuur. Dat deed pijn, in het bijzonder bij de medewerkers die zich -soms al jaren lang- met hart en ziel hadden ingezet voor het bieden van een vorm van ondersteuning die niet langer opportuun werd geacht door de opdrachtgever. Daarom spreek ik in dit voorwoord graag mijn waardering uit voor de professionele wijze waarop de CVD medewerkers in 2011 met de op ons afgekomen bezuinigingen en kortingen zijn omgegaan. Mede dankzij het enige jaren geleden aangescherpte personeelsbeleid kon daartegenover aan velen van hen een (interne) herplaatsingsmogelijkheid worden geboden terwijl in 2011 tevens een nieuw Sociaal Plan tot stand kwam. Zoals in de afgelopen jaren gebruikelijk is geworden binnen het CVD, is ook in 2011 alles in het werk gesteld om parallel aan de noodzaak om (financieel) te krimpen te zoeken naar mogelijkheden om de inhoud van ons werk (nog) slimmer te organiseren en (nog) beter op de vraag van onze cliënten af te stemmen. Binnen die context werd medio 2011 het Strategisch MeerJarenPlan (SMJP) onder de loep genomen en beoordeeld op zijn actualiteit. Geconstateerd moest worden dat het realiseren van een aantal ambities gezien de huidige economische omstandigheden vertraagd is geraakt. Ook kon echter geconstateerd worden dat dit aan de ambities als zodanig en daarmee aan de actualiteit van het SMJP niets afdoet. In de Maatschappelijke Opvang (MO) werd een ‘doorschuifoperatie’ in onze voorzieningen uitgevoerd, waardoor we in 2011 onder meer een tweetal niet courante panden konden verlaten, we in datzelfde jaar een nieuwe voorziening (het ingrijpend verbouwde pand de Stelle) hebben betrokken én in staat zullen zijn om einde 2012 de opvang van vrouwen te verbeteren en uit te breiden. Ten aanzien van de toekomst van de MO werd in 2011 in samenwerking met een aantal andere instellingen en de gemeente het ‘Thuishavenconcept’ ontwikkeld, waarmee onder andere wordt nagestreefd om de terugval van cliënten in de MO zoveel mogelijk te beperken. Ook is het CVD in 2011 opnieuw erg actief geweest in de doorontwikkeling van een aanpak waarmee de WMO tot wasdom kan worden gebracht. In een aantal projecten hebben we de duurzame samenwerking tussen vrijwilligers en professionals succesvol in praktijk gebracht. Om deze nieuwe werkwijze te verbreden hebben we binnen het CVD diverse workshops georganiseerd. Tevens werd ervaring opgedaan met de wijkconsulent; een vorm van maatschappelijke dienstverlening waarbij de betrokken (CVD) medewerker in de wijk zichtbaar is, outreachend te werk gaat en informele netwerken mobiliseert. Om de eigentijdse vraag naar vrijwilligerswerk optimaal te faciliteren is de digitale vrijwil-ligersvacaturebank geactualiseerd waardoor vrijwilligers zich nu ook direct zelf kunnen aanmelden. Niet onvermeld mag tenslotte blijven dat het CVD medio 2011 de externe audit met het oog op hercertificering in het kader van de HKZ met glans heeft doorstaan! In 2011 is opnieuw gebleken dat het CVD over een grote veerkracht beschikt terwijl de medewerkers een niet aflatende inzet hebben laten zien. Dat heeft er mede toe geleid dat het jaar kon worden afgesloten met een positief resultaat dat in lijn lag met de begroting. Die veerkracht en getoonde inzet leiden ook tot het volste vertrouwen dat we alles wat op ons afkomt in 2012 met elkaar het hoofd kunnen bieden! Yvonne Frank, Algemeen directeur/Bestuurder
4
2. Profiel van de organisatie Algemeen De Stichting Centrum voor Vrijwillige en Professionele Maatschappelijke Dienstverlening (CVD) werd op 5 november 1971 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De doelstelling van de Stichting en de zeggenschapsverdeling tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht zijn statutair, en aanvullend in reglementen, notarieel vastgelegd. Sinds medio 2009 werkt het CVD daarbij conform de Governancecode Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening terwijl daarnaast de Zorgbrede Governancecode wordt gerespecteerd. De missie van het CVD, zoals die is geformuleerd in het Strategisch MeerJarenPlan 2010-2013, luidt als volgt: “Het CVD biedt daadwerkelijk hulp en ondersteuning aan (groepen van) burgers, veelal met sociaal economische en/of sociaal maatschappelijke problemen met als doel een zodanige persoonlijke ontwikkeling te realiseren dat men zich in de samenleving kan handhaven, ontplooien, actief kan deelnemen aan het maatschappelijk leven én verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen kan dragen. Het CVD werkt als maatschappelijk relevante ondernemer vraaggericht, slagvaardig, professioneel en met respect voor een ieder en neemt verantwoordelijkheid voor het leveren van een bijdrage aan de grootstedelijke problematiek in Rotterdam”. Het werkgebied van het CVD omvat de regio Rotterdam. Voor enkele randgemeenten (waaronder Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Langsinerland) biedt de stichting buiten kantooruren de bereikbaarheidsfunctie van de Crisisdienst en in verband met het Huisverbod.. Het CVD heeft een toelating als instelling voor verblijf krachtens artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Het Centrum Voor Dienstverlening Adres Glashaven 42 Postcode 3011 XJ Plaats Rotterdam Telefoonnummer 010 243 81 00 Identificatienummer KvK 41126848 Internetpagina www.cvd.nl Contactadres
[email protected] 2.2. Organisatiestructuur en juridische structuur Het CVD bestond in 2011 uit vijf clusters en een aantal staf- en ondersteunende teams. De clusters zijn samengesteld overeenkomstig de binnen het CVD te onderscheiden activiteiten en kennen de volgende benamingen: Crisisinterventie & Maatschappelijke Dienstverlening, Nachtopvang & Intramuraal Wonen, Extramuraal Wonen, (begeleiding van) Jongeren en Vrijwilligerswerk & Activering. Het organigram van het CVD ziet er zo uit: Qua medezeggenschap kent het CVD zowel een Ondernemingsraad als een Cliëntenraad. De bestuurder heeft op reguliere basis formeel overleg met elk van de beide raden.
5
2.3 Kerngegevens De kernactiviteiten van het CVD hebben betrekking op maatschappelijke opvang (MO) in al zijn facetten, vrijwilligerswerk en maatschappelijke dienstverlening.
6
Productie MO 2011 Capaciteit + Productie MO
Capaciteit
Productie
Eenheid
Nachtopvang
25.734
24.974
plaatsen/dagen
Dagopvang
54.750
56.636
plaatsen/bezoeken
24-uurs voorzieningen
85.290
80.958
plaatsen/nachten
Beschut / begeleid wonen
nvt
80.380
uren
outreaching
nvt
724
uren
Aantal cliënten MO 2011 Nachtopvang
611
Dagopvang
1.374
24-uursopvang
409
begeleid wonen
866
outreaching
133
Productie in ZZP-dagen
2011
2010
ZZP GGZ- C 1 t/m C 5 excl. dagbesteding
6.056
8.816
ZZP GGZ- C 1 t/m C 5 incl. dagbesteding
37.780
33.630
ZZP VV 1 t/m VV 10
3.709
3.997
ZZP VG 1 t/m VG 3 excl dagbesteding
110
300
ZZP VG 3 incl. dagbesteding
12
ZZP LG 4 en LG 6 incl. dagbesteding
291
7
Realisatie AWBZ gefinancierde functies Functie
2011
2010
Eenheid
Verpleging
54
90
uren
Persoonlijke verzorging
728
792
uren
Ondersteunende begeleiding
2.985
4.554
uren
Ondersteunende begeleiding speciaal
37.090
32.388
uren
Beschermd wonen pension
42.189
41.400
etmalen
Opvang verpleegbedden
5.869
5.343
etmalen
Ondersteunende begeleiding dagdelen
4.112
2.937
uren
Inloop
231
219
gem. aantal u. p.mnd.
Gemeentelijke en overige gefinancierde producten / diensten Product / dienst
2011
2010
Eenheid
1. Ondersteuning vrijwilligerswerk
21.597
26.299
uren
2. Sociale Activering
1.017
1.111
vrijwilligers
3.101
4.033
personen
bemiddelingen naar vrijwilligerswerk
4.994
-
informatie en advies
15.238
-
ondersteuning door vrijwilligers Personen geholpen door vrijw.werk
3. Begeleid werken
Aantal dagdelen activiteiten
3.802
4.299
dagdelen
Aantal uren activiteiten
86.147
89.911
uren
Aantal activiteiten
10
12
activiteiten per dag
Aantal deelnemers van een activiteit
780
850
deelnemers
Activeringstrajecten
1.041
1.201
trajecten/deelnemers
4. Preventie en voorlichting
2.712
1.587
deelnemers
5. Intake en doorverwijzing
Cliënten voor trajecttoewijzingscie. volwassenen
121
144
trajectinventarisaties
Zorgvraagverduidelijking jongeren
132
147
trajectinventarisaties
Geplaatste cliënten volwassenen
392
423
cliënten
Geplaatste cliënten jongeren
127
99
cliënten
6. Acuut maatschappelijk werk
4.781
4.970
cliënten/cliëntsystemen
7. Algemeen en schoolmaatschappelijk werk
1.976
1.641
cliënten/cliëntsystemen
8. Specifiek maatschappelijk werk
912
964
cliënten/cliëntsystemen
156
440
Trajecten (afgesl. en nog lopend)
141
305
aanmeldingen
1.749
2.141
overnachtingen
1.648
1.614
gesprekken
2.848
2.694
crisisinterventies
195
245
aanmeldingen voor opvang (incl. achterwachtcontacten)
9. Pleger- en slachtofferhulp
10. Crisisopvang
8
Personeel: formatie per 31 december 2011 Categorie
Aantal personen
Aantal fte´s
Personen in loondienst
569
442
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Bedrag in euro’s Subsidie gemeente Rotterdam
17.727.502
ID subsidies
750.887
Subsidie deelgemeenten
1.927.929
AWBZ gelden
11.620.127
Overige inkomsten
1.908.623
Opbrengsten cliënten
939.273
Totaal opbrengsten
34.874.341
2.4. Samenwerkingsverbanden Het CVD werkt met vele partners in de stad samen. Zo werd in 2011 met de collega instellingen in de stad deelgenomen in de Contractgroep Maatschappelijke Opvang, die in oktober 2008 is opgericht. In deze groep wordt op bestuurlijk niveau samengewerkt met de gemeente. Met de ParnassiaBavoGroep werd de samenwerking voortgezet ten aanzien van de crisisinterventie in het Crisiscentrum. Daartoe werd in 2010 een convenant gesloten. Met het Leger des Heils werd in 2011 een start gemaakt met een pilot in het kader van het zogenoemde ‘Thuishavenconcept’, dat medio 2011 werd ontwikkeld op initiatief van een aantal instellingen (waaronder het CVD) in samenwerking met de gemeente Rotterdam. Voorts werden met het oog op mogelijke inschrijving op de gebiedsgerichte inkoop van Welzijn (en later ook Zorg) die gefaseerd wordt ingevoerd door deelgemeenten, verkennende gesprekken gevoerd over samenwerking met een aantal zorgaanbieders. En met Humanitas werd de samenwerkingsovereenkomst voor wat betreft de verpleegafdeling van de locatie CVD Havenzicht gecontinueerd. Op verschillende thema’s leverde het CVD een inbreng in diverse gremia in de stad zoals het platform huiselijk geweld en de projectgroepen terzake van de Woonservicegebieden in respectievelijk de deelgemeenten Hoogvliet en Noord. Met bewoners, politie, corporaties en (deel)gemeente(n) werd inhoud gegeven aan het beheer van de locaties waar het CVD (woon)voorzieningen exploiteert. Met deze partijen alsmede met een aantal onderwijsinstellingen die in de stad actief zijn (waaronder de beide ROC´s) wordt verder per project samenwerking gezocht. Genoemd worden in dat verband de Maatschappelijke Stages en het project Kamers met Kansen. Tenslotte nam het CVD actief deel aan een aantal branche organisaties, waaronder (landelijk) de Federatie Opvang en de werkgeversorganisatie MO/groep alsmede (stedelijk) de BOSSR en de brancheorganisatie InZ.
9
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1 Bestuur en Toezicht In 2011 werd gewerkt conform de Governancecode Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening waarbij tevens de Zorgbrede Governancecode werd gerespecteerd. Dit is vastgelegd in de statuten. De Raad van Toezicht wijkt daarbij op één punt af van de gehanteerde Governancecode In die code staat dat ambtenaren uit de gemeente(n) waar de stichting werkzaam is niet in de Raad van Toezicht kunnen zitten. Gelet op de grootte van de stad Rotterdam resp. de omvang van het ambtenarenkorps is deze bepaling wat preciezer ingevuld. In beginsel kunnen (deel)gemeentelijke ambtenaren wel in aanmerking komen voor een plaats in de Raad van Toezicht. Dit kan echter niet als men verantwoordelijk is voor het werkterrein waarop de stichting in de betreffende (deel)gemeente werkzaam is. Het CVD kende in 2011 een éénhoofdig bestuur. Naam
Functie
Periode
Y. Frank bestuurder 1-1-2011 t/m 31-12-2011 De bestuurder legde vier keer verantwoording af aan de Raad van Toezicht terwijl daarnaast eenmaal een zogenoemde themabijeenkomst plaatsvond (die qua datum werd gecombineerd met een reguliere vergadering). De onderwerpen waarover verantwoording moet worden afgelegd zijn vastgelegd in de statuten van de Stichting en de reglementen voor de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Het CVD maakt voor de besturing van de organisatie gebruik van het Raad van Toezichtmodel. De Raad van Toezicht is het hoogste bestuurlijke orgaan binnen de Stichting.
Samenstelling Raad van Toezicht en hoofd- en nevenfuncties Naam
Functie
Hoofd- en Nevenfuncties
Dhr. drs. A.F.M. Commandeur Laatste termijn; aftredend 26-09-2014
vice voorzitter resp. voorzitter
H: geen N: geen
Dhr. drs. A. van Nes MSM Eerste termijn; herbenoembaar 14-072013
lid resp. vice voorzitter
H: geen N: arbeidsmarktmeester, adviseur bij Van Gansenwinkel NV en bij Oranje BV, lid RvT CJG, Founder Munchhausen beweging, adviseur BV Brony, lid St. RVS
Vacature
Lid
H: N:
Dhr. Ir. drs. J.A. Sevenhuijsen Laatste termijn; aftredend 15-04-2013
Lid
H: Stafdirecteur concernstrategie HRO N: Geen
Dhr A.W.T. ten Velde Laatste termijn; aftredend 24-04-2011
Lid
H: beleidsmedewerker dgm HB/SB N: Geen
Dhr. drs. R.G. Beek MPA Eerste termijn, benoemd 14-06-2011
Lid
H: gemeentesecretaris Papendrecht N: secretaris St. Jan Stigterfonds, voorzitter bew.ver. Het Schiereiland, gew. afgev. Afd. R’dam PvdA, secr.penn. Parochie De Vier Evangelisten, lid AL R’damse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Mevr. drs. M. Kempff MBA. Eerste termijn; herbenoembaar 16-122014
Lid
H: voorzitter NU’91 N: lid besturen Kunststichting IJsselland en St. IJsselzicht en Coöperatiebestuur PGGM resp. Centraal Bestuur CMHF resp. St. Roparun en voorzitter van bestuur St. Sonnaville en bestuur Centrale MHP
Mevr. drs. H.Demper Eerste termijn; herbenoembaar 14-072013
Lid
H: controller NICIS N: bestuurslid van Veldhuizen Stichting, van de St. Popverzamelgebouw en van Circus Rotjeknor
10
In 2011 kon de laatste van de in 2010 ontstane vacatures worden vervuld. Per 14 juni 2011 werd de heer drs. R.G. Beek geïnstalleerd als lid van de Raad van Toezicht. Intussen was een nieuwe vacature ontstaan omdat op 24 april 2011 de laatste termijn van het lid A.W.T. ten Velde expireerde. De heer ten Velde bleek bereid aan te blijven totdat een vervanger is gevonden. Dat is in 2011 niet gelukt. Tenslotte werden op 24 maart 2011 de heren Commandeur en van Nes benoemd tot respectievelijk voorzitter en vice voorzitter van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft in 2011 tweemaal vergaderd met de Cliëntenraad en eenmaal met de Ondernemingsraad en in totaal vier keer met de bestuurder. Ook heeft men in december 2011 een interne evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht gehouden en werd een beoordelingsgesprek met de bestuurder gevoerd.. Tijdens de vergaderingen zijn diverse onderwerpen geagendeerd geweest. Zo werd de jaarverantwoording 2010 (bestaande uit jaarrekening en inhoudelijk jaarverslag) goedgekeurd alsmede de begroting 2012 en de risicomonitor voor datzelfde jaar. Ook werd een halfjaarsrapportage over 2011 aan de Raad van Toezicht voorgelegd alsmede een startnotitie met betrekking tot de toekomst van de activering, later datzelfde jaar gevolgd door een voorstel tot uitvoering van een activeringspilot. Daarnaast werd het voornemen om te komen tot een zogenoemde ‘doorschuifoperatie in de door het CVD geëxploiteerde voorzieningen voor de Maatschappelijke Opvang besproken en werd de Raad van Toezicht op gezette tijden geïnformeerd over actuele ontwikkelingen waaronder de aan het CVD opgelegde bezuinigingen en kortingen respectievelijk de daaruit voortvloeiende consequenties voor de organisatie. De honorering van de leden van de Raad van Toezicht bedroeg in 2011 € 5.000 bruto voor de leden en € 7.500 bruto voor de voorzitter. Voor deze honorering (waartoe in 2009 werd besloten) is het advies van de NVTZ als uitgangspunt genomen, waarin wordt aangegeven dat omvang en complexiteit van het CVD tot een indeling in categorie D zou leiden. Gezien de aard van de organisatie heeft de Raad van Toezicht gemeend de honorering voor haar leden te moeten mitigeren terwijl er geen extra vergoeding in het leven is geroepen voor commissies (het CVD beschikt over één commissie bestaande uit een aantal Raad van Toezicht leden, te weten de financiële commissie. Deze commissie werd in 2008 ingesteld). De leden Demper en Beek besloten in 2011 van geldelijke honorering af te zien. 3.2 Bedrijfsvoering Het CVD kende in 2011 vijf clusters en een aantal staf- en ondersteunende teams. De aansturing daarvan vond gedurende het gehele jaar plaats door de bestuurder en één ander directielid, de directeur Maatschappelijke Ondersteuning CVD (MOC). Voor beide directieleden geldt dat salariëring geschiedt binnen de cao Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. In het organigram op pagina 6 is terug te vinden op welke wijze de aansturing vanuit de directie plaatsvindt en daarmee de portefeuilleverdeling binnen de directie. De bestuurder vervulde in 2011 naast haar hoofdfunctie de (onbezoldigde) functie van voorzitter van een Vereniging van Eigenaren. De directeur MOC had geen nevenfuncties. Samenstelling Directieteam Naam
Functie
Periode
Y. Frank
Algemeendirecteur/ Bestuurder.
2011
A. Smits
Directeur MOC
2011
De organisatie kent een strategie-, planning- en control cyclus. De activiteiten in dit kader vinden plaats op basis van een jaarplanning. Hierin is tevens de overlegstructuur en -planning opgenomen. Het management van het CVD bestaat naast de directie uit clustermanagers en teamleiders. In de cyclus zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschreven tot op het niveau van het middelmanagement.
11
In 2011 hebben in totaal vier adviesaanvragen aan de Ondernemingsraad plaatsgevonden in verband met noodzakelijke reorganisaties. Drie adviezen verschenen in 2011 (het vierde wordt begin 2012 verwacht). De adviezen waren op één onderdeel na positief en zijn alle overgenomen door de bestuurder. Daarnaast werd in 2011 een nieuw (doorlopend) Sociaal Plan met de vakbonden overeengekomen. De formatie is in 2011 opnieuw gekrompen. Mede dankzij het gevoerde personeelsbeleid bleek het in dat jaar nog mogelijk om veruit het grootste deel van de medewerkers die hun arbeidsplaats verloren (intern) te herplaatsen. Omdat daardoor het aantal medewerkers met een tijdelijk contract sterk is teruggelopen terwijl ook in de komende periode nog een aantal bezuinigingen en kortingen op het CVD afkomen, zal een dergelijke oplossing in 2012 e.v. jaren minder eenvoudig te realiseren zijn. Dat laat het streven naar het voorkomen van gedwongen ontslag echter onverlet! Kansen, risico’s en onzekerheden In het Strategisch Meerjarenplan (SMJP) 2010-2013 staan de ambities en de kansen voor de organisatie centraal. Deze worden in paragraaf 4.1. nader toegelicht. Medio 2011 werd het plan in het kader van een ‘midterm review’ onder de loep genomen op de actualiteit van de in het plan opgenomen ambities. Daarbij werd geconstateerd dat geen van de ambities aan actualiteit heeft ingeboet. Wel is de realisering daarvan fors onder druk komen te staan, in het bijzonder als gevolg van de economische ontwikkelingen. De constateringen hebben tot gevolg gehad dat het SMJP zelf ongewijzigd is gebleven; wel werd de managementsamenvatting aangevuld met een aantal actuele ontwikkelingen. Ook in 2011 was het CVD alert op kansen die zich voordeden in de door eht CVD aan te bieden dienstverlening. Daardoor is de organisatie in staat gebleken om wegvallende opbrengsten gedeeltelijk te compenseren. Zo vond uitbreiding van de opvang van gezinnen plaats, werd een voorstel in het kader van een nieuwe gemeentelijke beleidsregel rond de participatie van burgers (meerjarig) gehonoreerd en kreeg het CVD groen licht om een aantal innovaties in de maatschappelijke opvang door te voeren. Daarnaast vond een gedegen voorbereiding plaats met het oog op de komende gebiedsgerichte inkoop door deelgemeenten terwijl tenslotte constructief werd meegewerkt aan de hert structurering van de steunorganisaties in het vrijwilligerswerk. Aan alle aspecten waarop ambities en doelstellingen worden geformuleerd kleven risico´s. De belangrijkste risico’s die 2011 werden onderkend werden opgenomen in de Risicomonitor en voorzien van maatregelen die tot doel hadden de risico´s terug te dringen of zelfs te elimineren. Met ingang van 2012 zal in de Risicomonitor expliciet onderscheid worden gemaakt naar risico´s voor de cliënten, de medewerkers en het bedrijf. De belangrijkste risico´s voor de cliënten hadden onder meer betrekking op: • het verslappen van de aandacht voor de ontwikkelingen in de maatschappelijke opvang; • de gevolgen die cliënten (mogelijk) zouden ondervinden van bezuinigingen door rijks- en gemeentelijke overheid; • het niet (geheel) op orde hebben van de informatiebeveiliging. Na realisering van het PvA MO I was het van belang om de aanpak van (voormalig) dak- en thuisloze Rotterdammers door te ontwikkelen, onder meer vanwege de dreiging dat anders onvoldoende doorstroming zou kunnen worden gerealiseerd waardoor opvangvoorzieningen ´verstopt´ raken en er wachtlijsten voor cliënten ontstaan. Het CVD heeft dit thema met succes op de stedelijke agenda weten te krijgen en was in 2011 één van initiatiefnemers van het onder leiding van de gemeente ontwikkelde ‘Thuishavenconcept”. Als gevolg van diverse bezuinigingen verminderde de mate waarin hulp en ondersteuning kon worden geboden aan cliënten. Zo besloot de gemeente de hulpverlening aan plegers van huiselijk geweld af te bouwen zodat die in 2012 geheel wordt gestaakt (althans, niet langer wordt gesubsidieerd). Het CVD kon in die gevallen niet anders doen dan waar mogelijk zorgen voor doorverwijzing van deze cliënten. Een andere bezuiniging die werd doorgevoerd betrof het gemeentelijke Participatie-budget, waaruit vele activeringstrajecten worden gefinancierd. Voor 2011 werd een forse bezuiniging aangekondigd die tot gevolg had dat de intensiteit van de activeringstrajecten voor cliënten minder werd. Het CVD heeft de wijze waarop de gemeente met deze bezuiniging wilde omgaan bij de betrokken bestuurder aan de orde gesteld met als gevolg dat succesvol overleg volgde over een wel verantwoorde aanpak.
12
Informatiebeveiliging is een thema dat steeds nadrukkelijker de aandacht vraagt. Als deze niet op orde is, kan dit onder meer leiden tot ongewenste schending van de privacy van cliënten. Belangrijkste maatregel die het CVD in dit kader in 2010/2011 heeft getroffen is het laten uitvoeren van een onderzoek naar de stand van de informatiebeveiliging binnen het CVD en de opvolging van de verbeterpunten die daaruit voortvloeien. Risico´s voor medewerkers behelsden in 2011 onder meer • de agressie van cliënten in combinatie met verzwaring van de doelgroep; • het verlies van arbeidsplaatsen als gevolg van bezuinigingen; • een verhoogde werkdruk onder meer bij een hoog ziekteverzuim. De cliënten die door het CVD worden opgevangen en begeleid zijn niet altijd in staat hun agressie te beheersen. Die agressie richt zich met een zekere regelmaat tegen medebewoners, maar kan zich ook keren tegen medewerkers. De maatregelen die in dat kader door het CVD getroffen (kunnen) worden zijn divers. Daaronder aandacht voor het thema en de geldende procedures en protocollen in werkoverleggen en bij de werkbegeleiding. Ook werd in 2011 in een bijeenkomst voor het voltallige management expliciet aandacht besteed aan de bewustwording van de medewerkers waar het gaat om grensoverschrijdend gedrag van cliënten met het doel daarin een eenduidige benadering te bereiken. Een andere maatregel die ook in 2011 werd uitgevoerd was de monitoring van de incidenten en schorsingen, het eenmaal per kwartaal publiceren van de monitor alsmede het bespreken van de uitkomsten en het opvlogen van de aanbevelingen. Daarnaast werd in 2011 door medewerkers opnieuw gewerkt aan deskundigheidsbevordering (o.a. agressietraining) en was goede hulp en nazorg geregeld bij zich voordoende incidenten. Tenslotte heeft in 2011 de Arbeidsinspectie een aantal opvangvoorzieningen bezocht en op veiligheid getoetst. De uitkomst daarvan was goed, zodat daaruit geen verbeterpunten naar voren zijn gekomen. Het CVD werd in 2011 geconfronteerd met een aantal (deel) gemeentelijke bezuinigingen als gevolg waarvan formatieplaatsen moesten worden geschrapt. De keuzes die aan de bezuinigingen ten grondslag lagen waren politieke keuzes waartegen het CVD zich als zodanig niet heeft verzet. Wel hield het CVD de vinger aan de pols ten aanzien van de zorgvuldigheid waarmee de overheid omgaat met (voorgenomen) bezuinigingen. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan de termijn die aan het CVD cq. de medewerkers wordt gegeven om de bezuiniging (lees het schrappen van formatieplaatsen) te realiseren. Intern werd in 2011 getracht de betrokken afdelingen en medewerkers zoveel mogelijk ´mee te nemen´ in de (deel)gemeentelijke voornemens waarbij het doel om zoveel als mogelijk te komen tot (interne) herplaatsing dan wel minnelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst in 2011 kon worden gerealiseerd. Er hebben in dat jaar geen gedwongen ontslagen hoeven plaatsvinden. In de berekening van de benodigde formatie binnen het CVD wordt onder meer rekening gehouden met een zeker percentage ziekteverzuim. Zeker in een periode waarin elke euro meetelt, is het niet vanzelfsprekend dat een zieke in alle gevallen wordt vervangen Gevolg is dat de werkdruk kan stijgen bij een hoog ziekteverzuim omdat de collega´s het gat dat valt moeten dichten. Maatregelen die hiertegen in 2011 binnen het CVD werden getroffen waren onder meer het blijven investeren op de cultuur hieromtrent (aanspreken van medewerkers) waarbij ondersteuning plaatsvond vanuit het SMT en door het organiseren van trainingen voor het management. Voorts werd in gevallen waarin dit noodzakelijk werd geacht vervanging geregeld. Als belangrijke bedrijfsrisico´s werden in 2011 geformuleerd: • verlies opbrengsten wegens niet (kunnen) nakomen prestaties door achterblijven AWBZ-geïndiceerde cliënten; • verlies van opbrengsten door bezuinigingen en uit balans raken verhouding overhead-uitvoering als gevolg daarvan; • onvoldoende voortgang in de ontwikkeling van samenhang in de interne keten; • onvoldoende voortgang in cultuurtraject. In zowel de afspraken met de gemeentelijke financier als in de begroting werd een aanname gedaan ten aanzien van aantal en zwaarte van de AWBZ-geindiceerde cliënten in 2011. Daarbij is het CVD echter afhankelijk van de instroom van nieuwe cliënten en hun indicatiestelling door het CIZ. De te treffen maatregelen waren divers en behelsden onder meer het nauwgezet volgen van de indicatiestelling, een strakke -maandelijkse- monitoring van de geleverde prestaties het ontwikkelen van scenario´s als mogelijke alternatieven en regelmatig overleg over de gang van zaken met de opdrachtgevers.
13
Uitkomst van de reorganisatie die in 2010 werd doorgevoerd is onder meer geweest dat er een goede balans is gerealiseerd tussen overhead en uitvoering. De bezuinigingen waarmee het CVD in 2011 werd geconfronteerd leidden niet alleen tot de noodzaak om uitvoerende capaciteit te schrappen maar hadden ook tot gevolg dat opnieuw disbalans ontstond tussen overhead en uitvoering. Om de juiste balans te herstellen werden in 2011 de ondersteunende functies tegen het licht worden gehouden om te worden beoordeeld op hun noodzakelijke omvang gelet op de fase waarin het CVD intussen verkeerde. Vertrekpunt daarbij was een beperkte (bij de bezuinigingen passende) krimp. Daarnaast hield het CVD de vinger nauw aan de pols waar het mogelijke nieuwe bezuinigingen betrof. Ontwikkelingen op (deel)gemeentelijk niveau werden nauwlettend gevolgd. Per 1 oktober 2010 werd een nieuwe inrichting van het CVD gerealiseerd. Daarmee werd het realiseren van een stevige samenhang in de interne keten ondersteund. Hoewel noodzakelijk, werd dit onvoldoende geacht om de gewenste samenhang te realiseren. Daartoe werden ook andere maatregelen worden getroffen, waaronder het implementeren van een tweetal nieuwe overlegvormen, het uitvoeren van een programma in verband met het 40 jarig bestaan van de organisatie, het voorbereiden van accounthouderschap voor onze stakeholders op directie- en managementniveau en een strakke aansturing en het monitoren van de resultaten die werden bereikt. Het cultuurtraject, dat in 2010 leidde tot het formuleren van een vijftal kernwaarden voor het CVD, vereiste opvolging in 2011 omdat het risico bestond dat het op dat moment bestaande draagvlak voor de cultuurslag zou afkalven als de vaart uit het proces ging. Belangrijkste maatregel om dit te voorkomen was de voorbereiding van de invoering van het competentiemanagement dat als het ware als voertuig wordt gebruikt om de cultuurslag verder te brengen. 3.3. Uitwerking medezeggenschap Uitgangspunt voor de agendaonderwerpen in het kader van de medezeggenschap zijn resp. de Wet Medezeggenschap Cliëntenraden (WMCR) en de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Cliëntenraad De wet beoogt de medezeggenschap van cliënten in instellingen te regelen betreffende kwesties waarbij het belang van de cliënt in het geding is. De Wet Medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) regelt steeds meer collectieve rechten van cliënten op medezeggenschap. De wet voorziet in de instelling van een Cliëntenraad en regelt de inspraak en invloed over alle kwesties waarbij hun belang als cliënt in het geding is. Verdergaande bevoegdheden van de Cliëntenraad zijn op basis van de WMCZ mogelijk. De cliëntenraad van het CVD stelt zich ten doel om, binnen het kader van de doelstellingen van de instelling in het bijzonder, intern en extern de belangen van de cliënten van de instelling te behartigen. De Cliëntenraad CVD (CR) heeft in 2011 vele personele wisselingen gekend. Inherent aan de CR is een verloop onder de leden, deels omdat sommigen uit de (CVD) hulpverlening vertrekken en opnieuw hun leven gaan (her) inrichten, deels door dat leden werk of een andere vervulling van hun levens vinden of door ziekte. Een van de verbetervoorstellen die de CR in 2011 heeft gedaan was de door de CR ontwikkelde Peer2Peer methodiek. Hierbij worden enerzijds de kwaliteiten samen met de cliënt in kaart gebracht en vergroot terwijl men daar anderzijds mee leert te netwerken. Door die combinatie ontstaan meer kansen voor de cliënt, want ….. veel mensen kennen hun kwaliteiten niet of onvoldoende. Degenen die met goed gevolg de training hebben gevolgd gaan daarna andere cliënten trainen via deze methodiek. Dit is een voorbeeld van de manier waarop de CR werkt om vanuit vooral eigen initiatieven de kwaliteit van zorg voor cliënten continue te verbeteren. De CR adviseert over besluiten van algemeen belang voor het functioneren van de instelling (fusie, verbouwing, jaarrekening, wijziging in de werkzaamheden etc.) en heeft verzwaard adviesrecht betreffende beslissingen die direct de cliëntenbelangen raken (kwaliteitsbeleid, klachtenregeling, enzovoort). De CR kan ook ongevraagd adviseren en heeft van deze mogelijkheid in 2011 opnieuw veel gebruik gemaakt. Naast de al genoemde Peer2Peer methodiek werden in 2011 in het reguliere overleg tussen de CR en de bestuurder ruim 50 andere onderwerpen besproken. Op diverse onderwerpen werd het advies van de CR gevraagd dan wel werd ongevraagd advies aan de bestuurder gegeven. Onderwerpen die tegen die achtergrond werden besproken waren onder meer de brandveiligheid, het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang II, het schorsingsbeleid, diverse aspecten van de nachtopvang 14
(waaronder de bedgarantieregeling, de winterregeling en de uitlotingen). Een majeur bespreekpunt was voorts de ontwikkeling van de maatschappelijke opvang, net zoals de reorganisatie binnen het CVD en het inkoopbeleid AWBZ. De voorziening Van Speyk verdiende aparte aandacht in verband met het toelatingsbeleid maar evenzeer vanwege de door de gemeente voor 2013 aan het CVD aangezegde sluiting van de voorziening, Andere onderwerpen betroffen de jaarrekening 2010, begroting 2011 en Kaderbrief 2012. Ook was er aandacht voor de stand van zaken rond de verbeterpunten uit het Clienttevredenheidsonderzoek 20072009, voor het Vitaliteitsplan voor cliënten, voor het hulp-online voorstel van de CR, voor het project Welschen II en voor een betere aansluiting van de openings- en sluitingstijden van de verschillende opvangvoorzieningen. Tenslotte worden hier genoemd de cursus voor laaggeletterden, het gebruik van internet door CVD cliënten en de begin 2012 te organiseren sportdag voor cliënten die verblijven in de maatschappelijke opvang. De CR bestond in 2011 uit in totaal 22 leden. De volgende leden waren lid (zonder nevenfunctie) van de CR: Caby Wisker, Renato Cruden, Armand Walter, Carolien Dievendaal, Carlo Nelstein, Michel Poot, Louis Ruijs, Rob Henninger, Johan Reijntjes, Alex van Joos, Leontien Kleyn, Partick Lucas, Diego Visser, Maikel Maubouoth, Zoila Maduo, Sybren de Bruin, Kenneth Powel en Yvonne Netten. Daarnaast kende de CR de leden Derrick Koulen als voorzitter, Paul van den Belt als secretaris en plv. voorzitter, Rachid Bouazzaoui als penningmeester en Aart Reijmers als plv. penningmeester. De CR werd ondersteund door een adviseur en vanuit het directiesecretariaat. De CR beschikt over een eigen budget en kantoorfaciliteiten. De Cliëntenraad vergaderde twee keer per week. In 2011 heeft de Cliëntenraad in totaal 92 reguliere vergaderingen gehouden. Daarnaast kwam men via werkgroepen gemiddeld nog eens 2 x per week bij elkaar. Gelet op het grote aantal verschillende zaken waarover de CR adviseert was er iedere week een interne of externe deskundige bij de vergadering om toelichting te geven over een onderwerp. Ook vloeide hieruit inhoudelijk overleg voort met de Federatie Opvang, Feantsa, Movers, Como, G4, en het Kapstokoverleg. Het Formeel Overleg met de bestuurder heeft 6 keer plaatsgevonden. Twee overleggen zijn bijgewoond door een afvaardiging van de Raad van Toezicht. Ondernemingsraad Een Ondernemingsraad is een inspraak- en medezeggenschapsorgaan binnen een bedrijf. Hij bestaat uit werknemers die namens het personeel overleg voeren met de werkgever over het ondernemingsbeleid en de personeelsbelangen. Elk bedrijf in Nederland met 50 of meer werknemers is verplicht een Ondernemingsraad te hebben. In de Wet op de Ondernemingsraden zijn de rechten en plichten van de Ondernemingsraad vastgelegd. De Ondernemingsraad maakt gebruik van het instemmingsrecht, adviesrecht, initiatiefrecht en informatierecht en maakt gebruik van de bevoegdheid om de algemene gang van zaken te bespreken met de bestuurder. De Ondernemingsraad van het CVD bestond begin 2011 uit 11 leden: Bas Goedendorp (voorzitter), Truida de Back (vicevoorzitter), Connie de Bruin (secretaris), Lidy Steeman, Erik Broer, Sadrach Lo-A-Njoe, Kees van der Lee, Marja Admiraal, George Verhaegen, Martijntje Rodenburg en Sylvia Korpel. De OR werd in 2011 ondersteund door Marianne Peper (ambtelijk secretaris). Drie leden hebben de OR in 2011 verlaten, nl Lidy Steeman, Marja Admiraal en Sadrach Lo-A-Njoe. Piet Roovers heeft één van de vacatures ingevuld. (In april 2012 worden tussentijdse verkiezingen voor de OR gehouden.) Leden van de Ondernemingsraad hebben zitting in de binnend e Or opgerichte Personeelscommissie, de Financiële commissie en de Strategie commissie. Ook is er een werkgroep gevormd om adviezen voor te bereiden over de adviesaanvragen met betrekking tot reorganisaties / bezuinigingen. De Ondernemingsraad is gericht op een constructief samenspel op basis van doelen, taken, procedures en processen en hecht grote waarde aan samenwerking en transparantie over de visie en koers van het Centrum Voor Dienstverlening. Om dit te bereiken heeft de Ondernemingsraad ook in 2011 aandacht geschonken aan het eigen ontwikkelingsproces. In april 2011 heeft de OR een eendaagse cursus Financiën gevolgd. In mei volgde de OR een tweedaagse training, o.a. over de visie van de OR op het CVD, de competenties van een OR-lid, meningsvorming en het voeren van een dialoog in plaats van een monoloog. De bestuurder heeft een half dagdeel van deze scholingsdagen bijgewoond. Eind oktober tenslotte heeft de OR een dag besteed aan een workshop waarin de blik gericht was op de nabije (2012) en ver(de)re toekomst. 15
In 2011 heeft de Ondernemingsraad 13 reguliere ondernemingsraadvergaderingen gehouden en 2 extra vergaderingen. Overlegvergaderingen met de bestuurder vonden 7x plaats. Voorafgaand aan de overlegvergadering heeft een agendaoverleg plaatsgevonden. De zogenaamde “algemene gang van zaken”- vergadering (art. 24 van de Wet op de Ondernemingsraden) met bestuurder en in het bijzijn van (een delegatie van) de Raad van Toezicht heeft eenmaal plaatsgevonden. De ondernemingsraad heeft zich met een scala aan thema’s beziggehouden. Een aantal zaken heeft hij zelf geïnitieerd, een groot deel kwam van de bestuurder. In 2011 heeft de bestuurder de volgende adviesaanvragen aan de OR voorgelegd: • Organisatie-aanpassingen (nr. 1 - februari 2011) • Reorganisatie (nr. 2 - juni 2011) • Kaderbrief 2012 (augustus 2011) • Krimp in formatie CVD (nr. 3 - augustus 2011) • Nieuwe krimp in formatie CVD (nr. 4 - november 2011) • Begroting 2012 (november 2011) De onderstaande instemmingsverzoeken zijn in 2011 aan de Ondernemingsraad voorgelegd: * competentiemanagement (jan. 2011) (Hiervoor heeft de OR externe deskundigheid ingehuurd.), * werkkostenregeling (aug. 2011) en * aanpassing reiskostenregeling (okt. 2011) De belangrijkste dossiers van 2011 vloeiden voort uit de veranderingen in zorg & welzijn en het cultuurtraject dat het CVD heeft ingezet. De meest omvangrijke en complexe daarin waren de verschillende reorganisatievoorstellen en het competentiemanagement. Een voor de OR belangrijke toezegging van de bestuurder was dat de OR advies heeft mogen uitbrengen over de Kaderbrief 2012. Op het gebied van reorganisaties heeft de OR verschillende adviesaanvragen van de bestuurder behandeld en met haar besproken. Dit heeft geresulteerd in een aantal positieve en één negatief advies. Verder heeft de OR overleg met de vakbonden gehad in verband met een nieuw sociaal plan. De invoering van competentiemanagement is voor het CVD een belangrijke stap in het cultuurtraject. Om hierover tot een weloverwogen mening te kunnen komen heeft de OR veel tijd en aandacht besteed om een beeld te krijgen van de consequenties en reikwijdte. Ondanks de inzet van in- en externe deskundigen, heeft de OR dit beeld in 2011 niet voldoende compleet kunnen krijgen. In 2012 wordt dit proces voortgezet. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad zich beziggehouden met onderwerpen als de managementsamenvatting van het Strategisch MeerJarenPlan, de capaciteit van de Flexpool, het ICT-netwerk van de buitenlocaties, de jaarverantwoording CVD 2010, de evaluatie van de achterwachtpool, het schrijven (en bespreken) van de notitie ontwikkeling personeelsbestand CVD, een overeenkomst ten behoeve van een cilinder sluitplan en het CVD Arbobeleid.
16
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1. Meerjarenbeleid Strategisch meerjarenplan 2010-2013 Leidraad voor het handelen van het CVD in 2011 was het eind 2009 door de Raad van Toezicht goedgekeurde Strategisch Meerjarenplan ‘Koers 2010-2013: “Versterken en beperken’. Daarin is de missie van het CVD als volgt verwoord: Het CVD biedt daadwerkelijk hulp en ondersteuning aan (groepen van) burgers, veelal met sociaal economische en/of sociaal maatschappelijke problemen met als doel een zodanige persoonlijke ontwikkeling te realiseren dat men zich in de samenleving kan handhaven, ontplooien, actief kan deelnemen aan het maatschappelijke leven én verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen kan dragen. Het CVD werkt als maatschappelijk relevante ondernemer vraaggericht, slagvaardig, professioneel en met respect voor een ieder en neemt verantwoordelijkheid voor het leveren van een bijdrage aan de grootstedelijke problematiek in Rotterdam. Bij de strategische keuzen die voor de periode 2010-2013 zijn gemaakt is verder gebouwd op de uitkomsten van het strategieproject uit 2007 en daarmee op de kracht van het CVD. Het CVD zet deze kracht in bij de nieuwe vraagstukken en de ontwikkelingen van deze tijd en realiseert een daarbij steeds passende cultuur van de organisatie. Het CVD opereert in een omgeving die in veel opzichten sterk aan verandering onderhevig is. Er is sinds het begin van deze eeuw een ontwikkeling gaande die uitgaat van het versterken van ieders eigen verantwoordelijkheid. Daarbij wordt een groter beroep gedaan op de burger en zijn omgeving dan lange tijd het geval was onder gelijktijdige vermindering de van overheidswege geregelde en/of gefinancierde zorg. Deze filosofie heeft zijn neerslag gevonden in Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De implementatie van de WMO gaat hand in hand met de modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Was deze wet in oorsprong bedoeld om de onverzekerbare risico’s te verzekeren, sinds de invoering van de regeling werd het werkingsgebied steeds verder uitgebreid. Dat gold ook voor de kosten die met de uitvoering gemoeid waren. Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond die kan worden samengevat met de term ‘marktwerking’, een ontwikkeling die er ook voor de werkvelden het CVD toe leidt dat er naast samenwerking steeds nadrukkelijker sprake is van concurrentie. Dit vraagt een andere cultuur van de organisatie dan voorheen het geval was. Een cultuur waarbij de kracht van de organisatie effectiever wordt ingezet en in balans wordt gebracht met de zakelijkheid die moet worden betracht om de organisatie financieel gezond te krijgen en te houden. Tenslotte kan de kredietcrisis hier niet ongenoemd blijven. Deze crisis betekende dat het financiële perspectief van het CVD in een ander, minder gunstig licht, kwam te staan. Want de crisis heeft effecten op de financiële mogelijkheden van zowel de burger als de overheid. En daarmee ook van het CVD. In 2011 werden de eerste (ingrijpende) consequenties daarvan zicht- en voelbaar in de organisatie. Hoofdkeuzen ten aanzien van inhoudelijke ambities Deze en meer veranderingen in de buitenwereld bieden het CVD zowel bedreigingen als kansen. Zonder de bedreigingen uit het oog te verliezen (deze worden jaarlijks opgenomen in een Risicomonitor) heeft het CVD haar ambities ten aanzien van de kansen uitgewerkt in het strategisch meerjarenplan. Daarbij werden zowel extern als intern een aantal hoofdkeuzen geformuleerd. Samenvattend zijn deze keuzen: • het doel om minder afhankelijk te worden van een beperkt aantal opdrachtgevers; • de focus in de eerste fase van het plan op intermediairs; • het realiseren van integrale dienstverlening binnen het CVD en • het op orde brengen van de communicatie.
17
Medio 2011 werden de gemaakte keuzen in het Strategisch MeerJarenPlan (SMJP) onder de loep genomen en beoordeeld op hun actualiteit. Geconstateerd moest worden dat het realiseren van een aantal ambities gezien de huidige economische omstandigheden vertraagd is geraakt. Ook kon echter geconstateerd worden dat dit aan de ambities als zodanig en daarmee aan de actualiteit van het SMJP niets afdoet. Aanpak financiële opgave Parallel aan de ontwikkeling van de inhoudelijke ambities werd een reorganisatieplan opgesteld. Dat heeft in 2010 geleid tot een gewijzigde inrichting van de organisatie en in 2011 tot een verdergaande reorganisatie die direct voortvloeide uit een gewijzigde prioriteitsstelling bij diverse opdrachtgevers. Daardoor werd de subsidie voor een aantal uitvoerende activiteiten geschrapt. Mede dankzij de mogelijkheid om (het merendeel van) de daardoor noodzakelijk geworden krimp in de formatie intern op te vangen is het de organisatie ook in 2011 gelukt de financiële weerbaarheid te vergroten. Vergroting portefeuille In 2011 is het CVD in staat gebleken de als gevolg van diverse bezuinigingen en kortingen wegvallende opbrengsten gedeeltelijk te compenseren terwijl door een op inhoudelijke gronden gebaseerde ‘schuifoperatie’ in de maatschappelijke opvang een aantal financiële tegenvallers in diezelfde pijler intern kon worden opgelost. Er vond uitbreiding van de opvang van gezinnen plaats, een voorstel in het kader van een nieuwe gemeentelijke beleidsregel rond de participatie van burgers werd meerjarig gehonoreerd en het CVD kreeg groen licht om een aantal innovaties op het gebied van de maatschappelijke opvang door te voeren. Ook was sprake van uitbreiding van de omvang van de door het Zorgkantoor ingekochte zorg. HKZ-certificering In 2011 vonden twee externe audits plaats, waarvan één audit gericht was op de hercertificering van het CVD. De organisatie heeft beide audits met glans doorstaan als gevolg waarvan aan het CVD een nieuw certificaat werd uitgereikt waarin wordt aangegeven dat het CVD voldoet aan de normen 2009. Onderzoek en ontwikkeling Voor de periode 2007-2012 heeft het CVD zich tezamen met ruim 20 andere instellingen voor Maatschappelijke en/ of Vrouwenopvang verbonden aan de Leerstoel Maatschappelijke Zorg. Aan deze leerstoel is gekoppeld het Onderzoekscentrum Maatschappelijke Zorg waaraan de Academische werkplaats Opvang en OGGZ is gekoppeld. In die periode werd het onderzoek naar de zogenoemde Eigenkracht benadering (inmiddels Herstelwerk genaamd) van cliënten in de maatschappelijke opvang uitgevoerd. De bedoeling was om deze aanpak in 2011 binnen het CVD te implementeren. Omdat afronding van het onderzoek en voorbereiding van een succesvolle implementatie meer tijd in beslag nam dan aanvankelijk gedacht, zal de uitrol van Herstelwerk in 2012 zijn beslag krijgen. In dat jaar zal ook een beslissing genomen worden over de vraag of het CVD zich opnieuw voor een periode van vijf jaar wil verbinden aan de Academische werkplaats Opvang en OGGZ. Ook leverde het CVD in 2011 een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van het zogenoemde ‘Thuishavenconcept’ waarmee een volgende fase in de opvang van cliënten in de maatschappelijke opvang in Rotterdam werd ingeluid. Ter bekrachtiging hiervan werd een contract afgesloten tussen de MO instellingen in de stad en het gemeentebestuur. Voorts werden met het oog op de door de gemeente en deelgemeenten in voorbereiding genomen gebiedsgerichte inkoop van zorg en welzijn verschillende verkennende gesprekken met zorgaanbieders gevoerd. Beoogd wordt om in 2012 tot een samenwerkingsverband met een of meer zorgaanbieders te komen om met hen in een aantal nader te bepalen gebieden (deelgemeenten) mee te dingen naar het verkrijgen van de opdracht. In het lopende cultuurtraject werden verschillende vervolgstappen gezet. In het verlengde van de in 2010 geformuleerde kernwaarden werden drie bedrijfsbreed noodzakelijk geachte competenties geformuleerd evenals een aantal groepscompetenties. Ook werd de wildgroei die in de afgelopen jaren plaatsvond in het aantal functies binnen de kaders van het bestaande functiehuis gesaneerd waarna de revisie van de functiebeschrijvingen ter hand werd genomen. Dit proces zal in 2012 worden afgerond, evenals de voorbereiding op de invoering van competentiemanagement. Tenslotte werd tijdens verschillende (interactieve) bijeenkomsten van CVD leidinggevenden aandacht geschonken aan actualisering van het gedragsreglement Het onderzoek dat in 2010 naar het door het CVD gevoerde informatiebeveiligingsbeleid heeft in 2011 geleid tot het benoemen van een viertal prioriteiten, waarvan er in 2011 twee werden opgepakt. 18
Tenslotte vond in 2011 op alle CVD locaties een RIE plaats en werd een nieuw cliënttevredenheidsonderzoek voor cliënten in de maatschappelijke opvang gestart. Met ingang van 2012 zal (twee)jaarlijks voor elk van de CVD cliëntgroepen apart een op hen toegesneden tevredenheidsonderzoek worden gehouden. 4.2. Realisatie jaarplan 2011 De activiteiten van het CVD berusten op drie belangrijke pijlers: de maatschappelijke dienstverlening, de maatschappelijke opvang in al z’n facetten en de stedelijke ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Rotterdam. De clusters waren in 2011 verdeeld over vijf uitvoerende clusters, waarbij de maatschappelijke opvang was gesplitst in drie clusters (te weten Nachtopvang & Intramuraal Wonen, Extramuraal Wonen en Jongeren). Daarnaast kende het CVD de clusters CrisisInterventie & Maatschappelijke Dienstverlening en Vrijwilligerswerk & Activering. De inhoudelijke verantwoording over het jaar 2011 vindt plaats langs de lijnen van deze inrichting.
19
4.2.1 Crisisinterventie & Maatschappelijke Dienstverlening Crisisinterventie Het CVD is op diverse manieren betrokken bij crisisinterventie. Het CVD beschikt over een Crisisdienst, exploiteert samen met de Zorgservice van de PanassiaBavogroep het Crisiscentrum Rotterdam op de noordoever van de Maas en voert voor de regio Rijnmond crisisinterventie uit in het kader van het Tijdelijk Huisverbod. Inspanning & prestaties 2011 Diensten
Aantallen afgesproken/ Gerealiseerd
Eenheid
Huisverbod
400 / 623
Screening huisverbod
Plegerhulp
110 / 141
Intakes + hulpverlening aan plegers en slachtoffers van huiselijk geweld
Crisisdienst KIZ
1000 / 941
Directe hulpverlening na een traumatische gebeurtenis
PSHOR
Afrekening per incident/ 1
Psycho sociale hulpverlening bij ongevallen en rampen
Crisisdienst CVD Crisisdienst werkt binnen en buiten kantooruren met personen die te maken hebben met een traumatisch voorval. Het team werkt ambulant. Wanneer er na komst van CVD Crisisdienst nog verdere hulpverlening nodig is, wordt men na hooguit een enkel gesprek verwezen naar passende vervolghulpverlening. Crisisdienst medewerkers worden periodiek door externe partners bijgeschoold. Voor het bieden van psychosociale hulp buiten kantooruren heeft de Crisisdienst overeenkomsten afgesloten met meerdere gemeenten in de regio. Het afgelopen jaar zijn er in totaal 941 crisisinterventies gepleegd, waarvan 46 oproepen buiten kantooruren en 31 KIZ oproepen (Kleinschalige Incidenten Zedenzaken). De KIZ is opgezet en wordt gecoördineerd door de GGD. Het CVD maakt deel uit van het coördinatieteam, wat inhoudt dat het CVD vanuit het hulpverleningsaspect bij alle KIZ oproepen betrokken is. De KIZ biedt binnen het werkgebied van de regiogemeenten in de Rotterdamse regio gecoördineerde hulpverlening als een ingrijpende gebeurtenis heeft plaatsgevonden die ongewoon sterke emoties oproept en die leiden tot maatschappelijk onrust. Bij deze vorm van onrust is het van belang dat de hulpverlening goed op elkaar afgestemd wordt, wat binnen eht coördinatieteam een taak is van het CVD. Vanuit de Crisisdienst zijn meerdere medewerkers opgeleid om deel te nemen aan het coördinatieteam. Medewerkers van de Crisisdienst nemen ook deel aan de PSHOR (Psycho Sociale Hulpverlening Ongelukken en Rampen) wat een onderdeel is van de regionale rampenorganisatie. In 2011 is er één incident geweest waarbij (de leider van) het kernteam werd ingeschakeld. Huisverbod Huiselijk geweld staat al jaren hoog op de agenda van het gemeentebestuur in Rotterdam. Het aantal aanmeldingen in Rotterdam was in 2011 onverminderd hoog. In 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod in werking getreden. Rotterdam is veruit koploper in de toepassing van de wet. In het startjaar 2009 waren er in totaal 436 oproepen, in 2010 liep dit aantal op tot 490 oproepen en in 2011 zijn er in totaal 563 oproepen geweest (dit is een maandgemiddelde van 47 oproepen), waarvan in 476 situaties een huisverbod werd opgelegd. In àlle gevallen is een doorverwijzing naar vervolghulpverlening gedaan. Het succes van de huisverboden is mede tot stand gekomen door nauwe samenwerking in de keten, De samenwerkende partijen in de keten zijn Politie, Reclassering, OM, Jeugdzorg, Arosa en staat onder leiding van de GGD. Wekelijks werd bijeen gekomen in het veiligheidshuis, waar alle opgelegde huisverboden van de afgelopen week werden besproken. Plegerhulpverlening Tot einde 2011 kende het CVD een team Plegerhulpverlening. Het team bood hulp aan plegers en slachtoffers van huiselijk geweld. Vanwege beëindiging van de gemeentelijke subsidie werden deze werkzaamheden afgebouwd 20
en werd het team plegerhulpverlening in deze vorm opgeheven en deelname aan de LTHG (Lokale Teams Huiselijk Geweld) gestaakt. Vanuit de LTHG werd al snel het dringende verzoek gedaan om te kijken of er toch mogelijkheden zijn om vanuit de crisisdienst door kunnen gaan met de aanpak huiselijk geweld en deelname aan de 6 LTHG. Omdat naar verwachting met ingang van 1 mei 2012 de LTHG wordt samengevoegd met de LZN (Lokale Zorg Netwerken) én het CVD wordt gefinancierd voor deelname aan de LZN, zal in 2012 worden bezien of en zo ja in hoeverre heet CVD een bijdrage kan (blijven) leveren aan de gecombineerde LTHG/LZN Nieuwe Stijl. Crisiscentrum Rotterdam Iedereen die in acute psychische en/of sociale nood verkeert kan terecht bij het Crisiscentrum. Het Crisiscentrum, dat een samenwerkingsverband is tussen het CVD en Parnassia BAVO, is altijd bereikbaar, aan de deur of per telefoon. Als het nodig is, kunnen mensen kortdurend worden opgenomen. In het Crisiscentrum is ook het Meldpunt gevestigd. Het idee achter het Meldpunt is: één nummer voor iedereen die in een sociale of psychische crisissituatie verkeert. Het Meldpunt is 24 uur per dag beschikbaar. Hoewel het Crisiscentrum ook rechtstreeks wordt benaderd door cliënten, vindt de hulpverlening veelal plaats via doorverwijzing. Het Crisiscentrum en het Meldpunt waren ook in 2011 succesvol, hetgeen onder andere werd toegelicht tijdens een werkbezoek van de raadscommissie MVSP. De combinatie van psychiatrische en psychosociale hulpverlening in een crisiscentrum is uniek in Nederland. In totaal hebben 2.515 meldingen psychosociaal plaatsgevonden in 2011. Het Crisiscentrum beschikt over 6 bedden voor crisisopvang. De bezettingsgraad lag gemiddeld op 80%.
21
Samenwerkingsverbanden Intern heeft de samenwerking met hoofd BHV in 2011 steeds meer vorm gekregen. Bij ernstige calamiteiten binnen het CVD wordt de Crisisdienst oproepen, die dan de eerste crisishulpverlening aanbiedt aan zowel collega’s als aan cliënten van het CVD. Ook werd de samenwerking tussen de Crisisdienst en het Crisiscentrum in 2011 geïntensiveerd. Hierdoor kon er snel en adequaat geïntervenieerd worden en konden cliënten hulpverlening op maat aangeboden krijgen. De samenwerking met ketenpartners was in 2011 goed te noemen (zo was er al een nauw overleg met ketenpartners veiligheidshuis en is een nog betere samenwerking ontstaan met de GGD) en zal in 2012 verder aangetrokken gaan worden. Maatschappelijke Dienstverlening (niet acuut) Centraal in de maatschappelijke dienstverlening van het CVD staan: • 1. Het bieden van preventiediensten aan individuen om de deelname aan de maatschappij zeker te stellen en het wonen en de financiële situatie op orde te krijgen en te houden. • 2. Het aanleren van vaardigheden aan individuen om hen op weg te helpen naar een zo zelfstandige mogelijke participatie in de samenleving. De geleverde prestaties worden hieronder nader toegelicht. Daarbij is het gegaan om vormen van maatschappelijke dienstverlening die stedelijk werden uitgevoerd én om maatschappelijk werk dat specifiek in opdracht van de deelgemeenten Noord, Hoogvliet en Pernis werd gerealiseerd. Stedelijke activiteiten CVD Bureaudienst Elke Rotterdammer met (acute) problemen op het gebied van financiën, relaties, huisvesting, werken, opvoeding, verwerking, enzovoort kan binnenlopen bij het kantoor aan de Glashaven. De bureaudienst van het maatschappelijk werk staat tijdens kantooruren klaar voor een gesprek. De productieafspraken voor 2011 (2.500 cliënten, waarvan 750 kortdurende hulpverlening) zijn behaald. Het aantal gesprekken kwam in totaal op 5.781. Het aantal korte contacten bedroeg 3340 en dat betekende bijna een verdubbeling ten opzichte van de prognose (1.750). De unieke stedelijke overloopfunctie voor verschillende Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) instellingen en de laagdrempeligheid van het open inloopspreekuur hebben ook in 2011 laten zien dat CVD Bureaudienst een duidelijke meerwaarde heeft. Als gevolg van economische crisis en bezuinigingen werd in 2011 een toename geconstateerd op het gebied van financiële problemen en huisvestingproblematiek. Cliënten met een acute hulpvraag (o.a. dreigende ontruiming, afsluiting gas- en licht) konden direct terecht bij de hulpverleners. De interventies waren preventief om situaties niet verder te laten escaleren en om te zorgen voor een adequate afhandeling van een acute hulpvraag. Daarbij viel een toename op van het aantal personen dat een beroep op de Bureaudienst wilde doen voor het invullen van formulieren, schrijven van bezwaarschriften e.d, hetgeen onder meer moet worden toegeschreven aan het wegvallen van een aantal stedelijke diensten en welzijnsvoorzieningen (waaronder het formulierenteam). Daarnaast had een aantal AMW-instellingen lange wachtlijsten mede door tal van bezuinigingsmaatregelen. Deze instellingen konden hun cliënten voor hun acute vragen ter overbrugging aanmelden of verwijzen naar CVD Bureaudienst. Daarnaast werd de samenwerking met het Crisiscentrum en de Crisisdienst geïntensiveerd waardoor er efficiënter een passend hulpverleningsaanbod aan cliënten kon worden geboden. In 2012 zal de Bureaudienst gedurende kantoortijden als centrale intake gaan fungeren voor zowel cliënten als verwijzers. Ook zal het outreachende karakter van de hulpverlening steeds meer vorm krijgen en zullen er afspraken met externe samenwerkingspartners worden gemaakt, onder meer om op locatie spreekuren te verzorgen.
22
Preventie CVD Preventie heeft als voornaamste doel om voorlichting te geven en zo te voorkomen dat mensen in financiële problemen komen. Daarbij wordt maatwerk geleverd met behulp van een aantal unieke modules ook als het gaat om voorlichting en training op overige problematiek (o.a. versterken weerbaarheid en sociale omgangsvaardigheden). Dit aanbod is geschikt gebleken voor een brede doelgroep, zoals kinderen, docenten, opvoeders, pubers en woonconsulenten. In 2011 luidde de doelstelling om 200 voorlichtingen te geven. Een speerpunt dat hierop aansloot was om het werkgebied en de doelgroep uit te breiden. Dat is gelukt. Het werkgebied kon aanzienlijk worden uitgebreid door nieuwe basisscholen en buurthuizen in de verschillende deelgemeenten te benaderen. In overleg met de Krediet Bank Rotterdam is bekeken op welke basisscholen het aanbod op het gebied van financiële problematiek goed aansloot dan wel nieuw was. Naast voorlichtingen op basisscholen en buurthuizen zijn er ook voorlichtingen en trainingen verzorgd bij het Albeda College, Arosa en verschillende jongerenfoyers. Het opgestelde acquisitieplan bleek succesvol, maar vroeg de nodige capaciteit. Daarom kon niet volledig aan de doelstelling worden voldaan. In totaal zijn 45 kennismakingsgesprekken gevoerd en 126 voorlichtingen gegeven. Er werden daarmee in totaal ruim 1.200 personen bereikt. De acquisitie bleek naarmate het jaar vorderde zijn vruchten af te werpen. Voor het eerste kwartaal 2012 staan al 77 voorlichtingen ingepland. Inkomen en Schulden (I&S) CVD Inkomen en Schulden (I&S) is gespecialiseerd in begeleiding bij schuldenproblematiek en is gericht op de inwoners van de stad Rotterdam. In 2011 heeft CVD I&S in het kader van de pilot met de KBR een stedelijke overloopfunctie gehad voor de AMW instellingen. Er zijn door KBR ruim 400 aanmeldingen gedaan terwijl in 236 gevallen op een van de vier resultaatgebieden (dossier compleet maken, aanvraag inkomensondersteunende voorzieningen, psychosociale begeleiding of het aanbieden van een budgetcursus t.b.v. uitstroom KBR) hulpverlening kon worden geboden. Er is ook op andere gebieden hulpverlening geboden, zoals in de vorm van een doorlopend groepsaanbod Administratie Ordenen en ondersteuning vanuit het ‘Zorg om Geld’ project in samenwerking met studenten van de Hogeschool. CVD I&S heeft regelmatig haar expertise ingezet bij de KBR door het geven van een training aan schulddienstverleners en het meedraaien met spreekuren. In het derde kwartaal van 2011 was een duidelijke afname in het aantal aanmeldingen waarneembaar, onder meer omdat de implementatie van de pilot met de KBR was afgerond, waardoor de KBR minder gebruik hoefde te maken van de overloopfunctie van CVD I&S. Eind 2011 werd duidelijk dat de subsidie voor de activiteiten van I&S met ingang van 2013 zal worden geschrapt. FIOM De diversiteit van het hulpverleningsaanbod van CVD FIOM vergt van de hulpverleners specifieke competenties en expertise. De hulpverlening richt zich op problematieken rondom zwangerschap, abortus, afstand en adoptie. Naast de individuele- en systeemgerichte aanpak heeft het FIOM haar expertise in 2011 ook ingezet voor het geven van voorlichtingen aan onder andere ziekenhuizen, huisartsen en verloskundigen. De productieafspraken (190 cliëntsystemen, 1.500 gesprekken en 4 voorlichtingen/groepsbijeenkomsten) werden meer dan behaald met 247 cliëntsystemen en 1.627 gesprekken. Daarnaast zijn in totaal 10 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. CVD Steunpunt Vluchtelingen (SPV) Het jaar 2011 was een afbouwjaar voor het Steunpunt Vluchtelingen, waarvan de subsidie stopt per 1 januari 2012. Het bleek niet mogelijk om het afgesproken aantal cliënten (70) toe te leiden naar inburgering. Al in het begin van het jaar bleek dat de cliënten die bij het SPV terechtkwamen in de meeste gevallen al met een inburgeringscursus bezig waren. In alle persoonlijke contacten is inburgering wel expliciet onderwerp van gesprek geweest terwijl er door het SPV actie werd ondernomen als cliënten problemen met hun inburgering ondervonden. In het kader van de afbouw van het SPV werden in het tweede halfjaar cliënten meer doorverwezen naar wijkvoorzieningen. Daarmee daalde het aantal cliëntcontacten. Per ultimo 2011 was het SPV geheel afgebouwd. . Samenwerkingsverbanden De Bureaudienst kent een goede samenwerking met diverse partijen in de stad. In 2011 hebben daarnaast verschillende organisaties (waaronder Albeda, ID Rijnmond, Reclassering Nederland) contact met de Bureaudienst gezocht om tot (nauwere) samenwerking (in het bijzonder tot concrete verwijzingsafspraken) te komen.
23
CVD Preventie is in samenwerking met het Oranje Fonds in 2011 gestart met het project “Echte Mannen”. Tijdens een intensieve groepstraining aan sociaal geïsoleerde volwassen mannen werd gewerkt aan het versterken van competenties en het aanleren van vaardigheden. In 2011 zijn twee groepen succesvol afgerond. Ook in 2012 zullen er opnieuw twee groepstrainingen worden verzorgd in Rotterdam en zal de publiciteit worden gezocht om dit project onder de aandacht te brengen. Diverse instellingen hebben in 2011 de samenwerking gezocht met I&S, waaronder Evides, Payroll en Woonstad. Hulpverleners hebben dagdelen meegelopen met een wijkconsulent van Woonstad. Er is om 2011 ook een nieuwe methodische aanpak ontwikkeld: het preventief aanbieden van nazorg aan KBR klanten t.b.v. uitstroom. Deelgemeentelijk maatschappelijk werk in Noord, Hoogvliet en Pernis Algemeen Het CVD is trekker geweest van de pilot KBR-AMW die in september 2011 succesvol afgerond is. De integrale werkwijze (zowel financiële als psychosociale dienstverlening) die noodzakelijk is, is vastgelegd in een set afspraken in de ketensamenwerking met alle Rotterdamse AMW organisaties. In het verslagjaar heeft het CVD AMW in een van de pilots ‘sturen op resultaat’ (in het kader van het Verbeterplan Welzijn) de eerste ervaringen opgedaan met het werken met de Zelfredzaamheids Matrix (ZRM). De combinatie de ZRM met cliëntprofielen levert op dat interventies meer op maat ingezet kunnen worden. CVD Algemeen Maatschappelijk Werk Noord Proeftuin Wmo Noord De inzet van de CVD wijkconsulent in de Provenier heeft in 2011 ook vervolg gekregen in de wijk Blijdorp. Deze wijkconsulent is goed in staat (in-)formele netwerken te mobiliseren, de eigen kracht van de Rotterdammers aan te boren en hen aan elkaar te verbinden. Samen met de Zichtbare Schakels (wijkverpleegkundigen) en Ouderenwerk vormen zij een laagdrempelig integraal wijkteam. Inloopspreekuur De inwoners van de deelgemeente Noord hebben ook in 2011 de weg naar het inloopspreekuur goed weten te vinden. Dit heeft opgeleverd dat de prognose ruim werd overschreden. Er zijn 331 cliëntsystemen via het inloopspreekuur aangemeld. Dit heeft geleid tot een toename in de korte contacten. EHBO (Eerste Hulp bij Opvoeden) Het EHBO traject had in het begin van het jaar weinig aanmeldingen. In het tweede halfjaar nam het aantal aanmeldingen toe. Dit heeft te maken met het onder de aandacht brengen van dit deeltraject bij het AMW en SMW team. Daarnaast was er een toename na het nieuwe schooljaar en na het aflopen van de zomervakantie. Casemanagement De casemanagement trajecten zijn casussen die aangemeld worden door het LTHG en/of LZN. In 2011 waren er 26 aanmeldingen voor casemanagement en die hebben geleid tot 15 trajecten met een intake. In de overige 11 casussen was het AMW uiteindelijk niet geïndiceerd na aanmelding of wilde het cliëntsysteem geen hulp. Na terugkoppeling aan LTHG of LZN is er opgeschaald. In deze 11 casussen is wel tijd geïnvesteerd tijdens de aanmeldfase door o.a. huisbezoek afleggen, telefonisch contact of brieven schrijven om de zorgmijders in traject te krijgen. Budgetcursus De budgetcursus heeft in 2011 een constante stroom van aanmeldingen gehad. Dit komt voort uit de inzet om de budgetcursus te integreren in het reguliere hulpverleningsaanbod. Er zijn 9 cursussen gegeven in 2011 met in totaal 37 bijeenkomsten. Pilot groepsaanpak ‘Administratie ordenen doe je zo’ De groepsaanpak ‘Administratie ordenen doe je zo’ heeft in 2011 wekelijks plaatsgevonden. Er hebben 44 bijeenkomsten plaatsgevonden. Tijdens de vakantieperiode zijn de bijeenkomsten gecontinueerd. Dat bleek
24
succesvol, zodat het goed is om te bezien of dit ook in 2012 mogelijk is. Het deeltraject ‘Ordenen doe je zo’ heeft veel aanmeldingen gehad vanuit het AMW team. Pilot met KBR De pilot met de KBR heeft er toe geleid dat er in 2011 25 cliëntsystemen aangemeld werden. Daarnaast zijn er ook cliënten aangemeld die via het inloopspreekuur bij het AMW zijn binnengekomen. In 2011 is er aan deskundigheidsbevordering gedaan tussen het AMW team en de KBR medewerkers. Dit heeft geleid tot meer aanmeldingen en een heldere werkinstructie voor beide partijen. Samenwerking met Ouderenwerk en Vraagwijzer Een speerpunt voor 2011 was om de samenwerking met het Ouderenwerk en de Vraagwijzer te verbreden en uit te bouwen. Dit heeft vorm gekregen door samen het ‘schoenendoos overleg’ bij te wonen. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd voor ouderen om de administratie te ordenen. Vanuit het AMW team zijn er 8 bijeenkomsten bijgewoond. Het AMW heeft samen met het Ouderenwerk en andere netwerkpartners in 2011 een begin gemaakt met de zogenoemde (gezamenlijke) ‘kwijtscheldingsdagen’. Hier kunnen bewoners van Deelgemeente Noord de kwijtscheldingsformulieren voor de gemeente belasting en waterschapsbelasting laten invullen. De netwerkpartners hebben in 2011 meer hun expertise gebundeld en gebruik van elkaar gemaakt. School Maatschappelijk Werk (SMW) SMW is er voor kinderen met problemen op school. Daarbij kan ook de thuissituatie een rol spelen. In 2011 bleek op de scholen meer vraag te zijn naar ondersteuning bij echtscheidingsproblematiek. Kinderen van ouders die gaan scheiden of die in een echtscheidingsprocedure zitten kampen vaak met vragen en /of problemen op dit gebied. De schoolmaatschappelijk werkers hebben deze toenemende vraag op de scholen waargenomen. Om op deze vraag in te springen wordt er een cursus ontwikkeld, die op de scholen aangeboden kan worden. Samenwerking met het CJG De samenwerking met het CJG is verbreed. Sinds het tweede halfjaar 2011 wordt er deelgenomen aan het casuïstiek overleg van het CJG. Dit heeft als doel tot het komen van meer verwijzingen en samenwerking tussen het SMW team en het CJG. Het nagestreefde effect is om de verbindingen en samenhang te waarborgen. Project Noorderslag is een samenwerking tussen CJG, Imelda, het Plein en het SMW team. Binnen dit project wordt er gekeken naar de zorgstructuur op school. CVD Algemeen Maatschappelijk Werk Hoogvliet In 2011 heeft het AMW in totaal aan 538 cliëntsystemen langdurige hulpverlening geboden. Hiervan zijn 425 cliëntsystemen afgesloten. De prestatieafspraken zijn voor wat betreft de langdurige hulpverlening ruimschoots behaald. De vragen van de cliënten hadden voornamelijk betrekking op het leefgebied financiën. De pilot met KBR heeft er niet alleen toe geleid dat er meer financiële hulpverlening is geboden; ook wisten in ca. 60% van het aantal aanmeldingen cliënten zelfstandig de weg naar het AMW te vinden. Naast individuele begeleiding hebben 44 cliënten in 2011 deelgenomen aan een budgettraining, welke in totaal zes keer is gegeven. Tevens hebben 19 cliënten deelgenomen aan de groepsaanpak Administratie Ordenen. Deze training werd gegeven door studenten van de Hogeschool in het kader van het project Zorg om Geld. Verwijzers en cliënten vonden ook voor hulpverlening op overige leefgebieden zoals huisvestingsproblematiek, huiselijk geweld en relationele problematiek hun weg naar het AMW. Het Lokaal Zorg Netwerk en het Lokaal Team Huiselijk Geweld zijn hierbij belangrijke samenwerkingspartners en verwijzers In 2011 is het aantal korte contacten (totaal 231) enigszins achtergebleven op de prestatieafspraak van 258. Er was echter wel een duidelijke toename waarneembaar vanaf het tweede kwartaal van 2011. Het AMW onderging in mei 2011 een verandering van werkwijze. Er is op werkdagen een vast inloopspreekuur ingevoerd waar cliënten na een aanmeldgesprek met een hulpverlener direct een passend hulpaanbod kregen aangeboden. Naast reguliere hulpverlening heeft het AMW in 2011 ook groepshulpverlening geboden aan vrouwen waar het empoweren van de deelnemers belangrijk aandachtspunt was. Er bleef zich een constante instroom van voornamelijk Antilliaanse jonge moeders melden bij het AMW. Zo maakten 25 jonge moeders gebruik gemaakt van het reguliere CVD aanbod. Het CVD heeft zich tevens beziggehouden met de coördinatie en organiseren van het Jonge Moeders netwerk waarbij intensief is samengewerkt met verschillen netwerkpartners.
25
Samenwerkingsverbanden Door onder meer samen te werken met buurtnetwerken, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het lokaal zorg netwerk (LZN) wordt duidelijk wat er speelt in Hoogvliet. Verder wordt er nauw samengewerkt met woningbouwcorporaties, Sociaal Raadslieden Rotterdam, SWH ouderenwerk, de Kredietbank Rotterdam, GGD, Vraagwijzer, Bavo Europoort en PsyQ. Ook de samenwerking met huisartsen verloopt goed. CVD Algemeen Maatschappelijk Werk en School Maatschappelijk Werk Pernis In 2011 heeft het AMW Pernis in totaal aan 47 cliëntsystemen langdurige hulpverlening geboden. Hiervan zijn 54 cliëntsystemen afgesloten. De prestatieafspraken zijn voor wat betreft de langdurige hulpverlening ruimschoots behaald. Ook hier had de primaire problematiek voornamelijk betrekking op het leefgebied financiën. Opvallend was dat er in ruim 55% van de nieuwe aanmeldingen geen directe verwijzer was. Dat betekent dat de doelgroep zelf zijn weg naar het AMW goed heeft weten te vinden en gebruik heeft weten te maken van het hulpverleningsaanbod van het CVD. Het aantal korte contacten in 2011 liep iets achter op de gestelde prestatieafspraken (14 i.p.v. 18). Daar stond tegenover dat er meer langdurige hulpverlening is geboden. Tevens zijn er conform de gestelde prestatieafspraken 3 cursussen gegeven op het gebied van opvoeding of sociale vaardigheden.
4.2.2 Maatschappelijke Opvang Dak- en thuislozen vormen een bijzonder kwetsbare doelgroep. Zij hebben vaak te kampen met diverse problemen, zoals verslaving, psychiatrische problematiek en moeilijkheden in het sociaal functioneren. Om deze mensen te helpen en daarmee ook de overlast die zij veroorzaken te verminderen, heeft de rijksoverheid samen met de vier grote steden in 2006 het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang eerste fase opgesteld. Deze aanpak is succesvol gebleken en is in 2011 voortgezet in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang tweede fase (20102014). In april 2011 is het Plan van Aanpak tweede fase vastgesteld door de vier grote steden en VWS. In Rotterdam heeft dit zich vertaald in het programma Kwetsbare personen, waarmee men de volgende maatschappelijke effecten wil bereiken: 1. Beter starten in de samenleving 2. Meer deelname aan de samenleving 3. Minder verkommering van kwetsbare ouderen 4. Nog minder dak- en thuisloosheid 5. Minder overlast en criminaliteit. De inzet is dat minimaal 9.200 zeer kwetsbare Rotterdammers op een hoger niveau van zelfredzaamheid komen. Het CVD heeft de beschikking over twee passantenverblijven (nachtopvangvoorzieningen) alsmede een breed scala aan intra- en extramurale woonvoorzieningen om de betrokkenen een passende, perspectiefrijke en op doorof uitstroom gerichte opvang te kunnen bieden. In het 3e kwartaal van 2011 werd het besluit uitgevoerd om CVD ’s Gravenhof te verhuizen naar CVD de Stelle en in die (nieuwe) voorziening het aantal plekken 2e fase wonen met 10 uit te breiden. Daarnaast zal CVD de Hille op de zolderetage uitbreiding krijgen met doorstroompensionbedden voor vrouwen. Realisatie daarvan zal plaatsvinden in 2012. Als gevolg hiervan zullen ook in 2012 in de Hille de dagactiviteiten geïntegreerd worden met de dagopvang. CVD Clientmanagers maatschappelijke opvang Het Plan van Aanpak eerste fase heeft grote invloed gehad op de hele maatschappelijke opvang binnen het CVD. De intake is een grote rol gaan spelen bij de aanmelding voor een passende woonvoorziening en bij het bepalen van het traject van dak- en thuislozen. Hiervoor zijn bij de verschillende instellingen cliëntmanagers aangesteld. De cliëntmanager voert de regie over de trajecten van (ex)dak- en thuislozen.
26
In 2011 zijn de cliëntmanagers betrokken geweest bij de Traject ToewijzingsCommissie (TTC) voor respectievelijk volwassen alleenstaande dakloze Rotterdammers en gezinnen: 2011 Aantal trajectinventarisaties t.b.v. de TTC
121
Waarvan: Cliënten met een psychiatrische diagnose
14
Cliënten met psychiatrische signalen
40
Geen psychiatrie
67
Onbekend
0
Totaal aantal behandelde trajectplannen
693
Aantal nieuw
197
Aantal afgesloten
247
Aantal openstaand
446
In oktober 2010 werd duidelijk dat de gemeente Rotterdam had besloten de caseload van de cliëntmanagers vanaf 1 januari 2012 te verdubbelen. Dit betekent dat in 2011 afbouw van 50% van de formatie cliëntmanagers moest worden gerealiseerd binnen het CVD. Deze afbouw verliep voorspoedig. In het laatste kwartaal 2011 heeft de GGD Rotterdam aangegeven hoe zij vanaf 2012 de voortgang van de trajectplannen wil gaan monitoren. Hiervoor zal de zogenoemde zelfredzaamheidmatrix worden ingezet. De cliëntmanagers zijn hierin getraind. Ook is de interne werkwijze tussen cliëntmanagers en opvang/ woonvoorzieningen onder de loep genomen en herschreven.
27
Nachtopvang en intramurale (woon)voorzieningen Nachtopvang (passantenverblijf) Het CVD heeft op twee plekken in de stad in totaal 70 bedden voor de nachtopvang van dak- en thuislozen. CVD Havenzicht is gevestigd op de noordoever en heeft ook een verpleegafdeling met 20 bedden. CVD de Hille is gevestigd op de zuidoever. In oktober 2011 heeft de GGD Rotterdam het CVD gevraagd de capaciteit van CVD de Hille structureel te verhogen naar 32 bedden. Overdag heeft CVD de Hille een dagopvang, waar dak- en thuislozen terecht kunnen voor een kopje koffie, maaltijden en sociale contacten. Ze kunnen er ook hun kleding wassen en douchen. In 2011 zijn er 606 unieke passanten geregistreerd. Dat zijn er 13 meer dan in 2010 (n=593). 423 passanten verbleven in Havenzicht (ten opzichte van 2010 een toename van 25) terwijl de Hille 238 passanten ontving (42 minder dan in 2010).In totaal 54 passanten daarvan migreerden tussen de Noord en Zuid oever (dat was in 2010 meer: 81 personen).
Binnen Havenzicht nam net als in 2010 ook in 2011 de groep jongere passanten toe. Bij de Hille nam deze groep juist weer iets af. Voor de Hille was de groep 41-45 jarigen de grootste groep passanten, bij Havenzicht waren dit de leeftijdscategorieën 26-30 jaar en 46-50 jaar oud. Havenzicht kende een populatie die jonger was dan die populatie van de Hille. Na het 50e levensjaar lopen beide populatie redelijk gelijk af. In 2011 hebben er 236 (unieke) cliënten over het gehele jaar genomen niet vaker dan 7 nachten in de nachtopvang geslapen. In 2010 waren dit 222 personen. Het kort verblijf (1-7 nachten op jaarbasis) nam in 2011 ten opzichte van 2010 licht toe. In 2011 verbleef 39 % van de totale populatie 7 of minder nachten op jaarbasis in de nachtopvang, in 2010 was dat 37,5%.
28
De vluchtigheid van het gebruik van de laagdrempelige opvang is bekend en een constante factor. Hierdoor is het lastig een langdurige zorgrelatie op te bouwen met deze groep en is het maken van een trajectplan niet altijd mogelijk. De gemiddelde bezetting in 2011 was van Havenzicht 94% en van de Hille 102%. CVD Havenzicht CVD Havenzicht biedt onderdak aan maximaal 62 personen, waarvan 42 in een nachtopvang. Men kent tevens een laagdrempelige verpleegafdeling met 20 verpleegbedden. Havenzicht verpleegbedden
2011
2010
Aantal aanmeldingen
71
130
Aantal opnames
92
117
Unieke personen
85
96
Gemiddelde leeftijd
52
49 jaar
Gemiddelde verblijfsduur
153
58 dagen
Aantal overleden
4 patiënten
4 patiënten
Bezetting
93%
96%
Naast de nachtopvang en verpleging levert Havenzicht ook een aantal aanvullende diensten. Zo kunnen CVD-cliënten, onder begeleiding van Havenzicht, terecht bij de tandarts van zorgcentrum Pniel. Ook aan de voeten wordt gedacht. De voeten van dak- en thuislozen maken overuren en worden door de cliënten veelal verwaarloosd. De pedicure van Havenzicht biedt hier soelaas. Vooral in het kader van preventie is dit een belangrijk project. In veel gevallen kunnen problemen in een vroeg stadium worden behandeld waardoor een opname kan worden voorkomen. De pedicure geeft ongeveer 200 voetbehandelingen per jaar. In 2011 was CVD Havenzicht nog gehuisvest in een tijdelijk onderkomen. Wel verrees er aan de overkant een eigentijds, nieuw gebouw. Eind december 2011 heeft de vooroplevering plaatsgevonden. De verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2012 Havenzicht verhuist naar de overkant. In 2011 zijn meerdere fondsen met succes aangeschreven t.b.v. de inrichting van Nieuw Havenzicht. In 2011 heeft CVD Havenzicht een vervolg gegeven aan de bezoeken aan de Rotterdamse ziekenhuizen. Ook werd de vijfdelige tv-serie met het Straatdokterspreekuur van CVD Havenzicht uitgezonden. De kijkcijfers waren zeer goed. De EO heeft in 2011 aangegeven een vervolg op de eerste serie te willen maken. Mogelijk wordt dit in 2012 concreet. De straatdokter heeft in 2011 500 consulten (consulten aan patiënten van de verpleegafdeling uitgezonderd) gehouden. CVD de Hille CVD de Hille biedt aan 46 cliënten een bed, 28 in de nachtopvang (vanaf 1 oktober 2011 uitgebreid tot 30 bedden) en 18 in het pension. Daarnaast heeft CVD de Hille 75 stoelen in de dagopvang. Ook heeft CVD de Hille een gebruiksruimte waar maximaal 25 cliënten gebruik van mogen maken. De dagopvang van CVD de Hille heeft in 2011 gemiddeld 67 bezoekers ontvangen. Bij CVD Hille pension hebben 40 unieke cliënten (38 mannen, 2 vrouwen) een kamer bewoond in 2011. De gemiddelde verblijfsduur was 30 weken en er zijn 25 cliënten door of uitgestroomd naar een vervolgplek. In 2011 zijn veel interviews en rondleidingen verzorgd binnen CVD de Hille, waaronder voor wethouder Florijn.
29
Klankbordgroep CVD de Hille is in 2011 drie keer bijeen geweest. Leden van de Klankbordgroep zijn de Bewonersorganisatie Bloemhof, de wijkagent, GGD, deelgemeente Feyenoord, Bibliotheek, Theresiaschool, Steinmetzdecompaan en het CVD. In de tweede bijeenkomst van de klankbordgroep is er een bewoner van de naastgelegen straat bijgekomen. Doel van dit overleg is elkaar te informeren over de stand van zaken in de omgeving rondom CVD de Hille, mogelijke klachten bespreken, signalen van de leden etc. In 2011 is er ook een overleg georganiseerd met een aantal omwonenden uit de naastgelegen straat. Hier waren meerdere overlastmeldingen geweest. Door de Hille is hier actief op gecontroleerd, cliënten zijn er op aangesproken en er zijn maatregelen genomen. Met succes, zoals bleek in de daarop volgende klankbordgroep. Sociale Pensions Het CVD exploiteert vier sociale pensions. In 2011 werd in deze pensions aan in totaal 169 unieke bewoners begeleiding gegeven. CVD de Nok (31 plekken en 6 plekken in een satellietwoning), CVD de Heemraad (24 plekken) en CVD de Schuilplaats (30 plekken) zijn 24-uurs woonvoorzieningen voor dak- en thuislozen ouder dan 23 jaar die ten gevolge van chronische psychiatrische problematiek, veelal gecombineerd met verslavingsproblematiek, niet in staat zijn om zelfstandig te wonen. CVD de Zon (24 plekken) is een 24-uurs woonvoorziening voor (potentiele) dak- en thuisloze mannen die ten gevolge van alcoholverslaving, eventueel gecombineerd met chronische psychiatrische problematiek, niet (langer) in staat zijn om zelfstandig te wonen. Alle bewoners van een sociaal pension zijn in behandeling bij de GGZ. Wanneer een cliënt tijdelijk niet te handhaven is in een van de sociale pensions wordt de procedure gestart om de cliënt tijdelijk naar een ander pension te laten gaan om “af te koelen, bij te komen of anderszins”. Dit heeft in 2011 in totaal 11 keer (via een tijdelijke schorsing) plaatsgevonden. 2011
De Heemraad
De Schuilplaats
De Zon
De Nok en WB (satelliet Nok)
Capaciteit
24
30
24
31 - 6
Bezetting
100%
99%
91%
99% - 100%
Unieke cliënten
32
44
44
42 - 7
Gem. leeftijd
45 jaar
46 jaar
55 jaar
46 jaar – 55 jaar
Aantal man-vrouw
31 m – 1 v
39 m - 5 v
44 m – 0 v
37 m – 5 v 7 m – 0 v
Gem. verblijfsduur
2,79 jaar
2,51 jaar
4,67 jaar
3,73 jaar - 11,45 jaar**
** de satellietwoning van de Nok bestaat 4 jaar, een aantal bewoners van CVD de Nok zijn doorgestroomd naar de satellietwoning. Dit verklaart de gemiddelde verblijfsduur.
Het activiteitenprogramma voor de vier sociale pensions liep in 2011 door, maar het blijft moeilijk om deze cliënten te activeren. Er is een jaarprogramma voor de 4 sociale pensions gezamenlijk. Er zijn veel activiteiten die te maken hebben met het normale dagelijkse leven, zodat de cliënten weer wat meer ervaring krijgen met wat maatschappelijk geaccepteerd is. In 2012 zal een mobiel activeringsteam vanuit CVD onder andere ingezet worden bij de sociale pension om de intrinsieke motivatie van de bewoners scherp in beeld te krijgen. Ook in 2011 hield Delta Psychiatrisch Centrum wekelijks een polispreekuur op CVD de Schuilplaats, CVD de Nok en CVD de Heemraad. De behandelaren komen op locatie de patiënten bezoeken en behandelen. Voordeel hiervan is dat de patiënten daadwerkelijk elke week gezien worden door hun behandelaar wat de therapietrouw ten goede komt. Daarnaast kunnen de medewerkers van CVD en Delta door de korte lijnen snel ingrijpen als het minder goed gaat met een bewoner. Tevens wordt het polispreekuur gebruikt voor consultatie over psychiatrische problematiek. Zowel Delta als het CVD zijn zeer positief over deze wijze van samenwerken.
30
CVD de Schuilplaats Op 11 mei 2011 was de eerste bijeenkomst van het buurtplatform. Dit is een initiatief van het LOPP van het Delta Psychiatrisch Centrum en CVD de Schuilplaats. Het doel van het platform is om in goed overleg te kijken hoe een betere samenwerking mogelijk is. De nadruk lag voorheen in de beheercommissie voornamelijk op de overlast die de instellingen veroorzaakten, de bedoeling is om nu breder te kijken dan enkel deze overlast. Het moet zowel voor de buurtbewoners als voor cliënten prettig wonen zijn. Er zijn 4 bijeenkomsten geweest in 2011. CVD de Heemraad De cliëntengroep van CVD de Heemraad is een redelijk stabiele groep, deze heeft voor een groot deel te maken met de grootte van de groep en de groepscohesie. Het is een rustig en stabiel jaar geweest. CVD de Zon CVD de Zon is in september 2011 verhuisd naar een tijdelijke locatie aan de Noorderkanaalweg. Bewoners en medewerkers zijn tevreden over deze locatie mede omdat het oude pand totaal niet meer voldeed aan de eisen van deze tijd. In de nieuwe locatie zijn 24 bedden beschikbaar. Cliënten werken in CVD de Zon aan hun problematiek, maar de verslaving wordt niet bestreden. Er wordt mee omgegaan. Gebruik van alcohol is daarom binnen het pension niet persé verboden. In de begeleiding wordt wel nadrukkelijk aandacht besteed aan de (zelf)regulering van het drankgebruik. Een belangrijk punt van zorg is het steeds dreigende, sociale isolement van alcoholverslaafden. Het functioneren van de cliënt in zijn sociale omgeving was daarom voor de begeleiding ook in 2011 een belangrijk thema. CVD de Nok De kracht van CVD de Nok is dat dit pension een satellietwoning Willebrordusstraat heeft. Dit biedt bewoners vanuit CVD de Nok de mogelijkheid meer zelfstandig te gaan wonen. In CVD de Nok werd in 2011 aangegeven meer groepscohesie te willen bewerkstelligen. De eerste stap hierin was het bij elkaar brengen van de cliëntengroep en meer gezamenlijke activiteiten organiseren. Ook is gestart met het pand aan te passen, zodat er meer gezamenlijk gedaan kan worden. Eerste fase woonladder: doorstroompensions CVD ’s Gravenhof, CVD de Stelle en CVD Mackay In de (doorstroom)pensions CVD Mackay en CVD ’s Gravenhof kan er door de bewoners weer worden ‘gewend aan het wonen’ in een setting waarbij nog 24-uurs begeleiding aanwezig is. Het betreft hier de zogenoemde eerste fase van de door het CVD ontwikkelde woonladder, die is bedoeld om (voormalig) dak- en thuislozen te ondersteunen in het (weer) zelfstandig leren wonen. Men wordt intensief begeleid met de bedoeling door te stromen naar een extramurale woonvoorziening dan wel uit te stromen naar een kamer of woning zonder begeleiding. In totaal kent het CVD vier verschillende woonfasen. Daarbij wordt aan alle levensgebieden van het 8-fasenmodel (huisvesting, financiën, lichamelijk functioneren, sociaal functioneren, psychisch functioneren, praktisch functioneren, dagbesteding en zingeving) aandacht besteed. 2011
’s Gravenhof Tot 1 november 2011
De Stelle Vanaf 1 november 2011
Mackay 10
Mackay 12
Capaciteit
14
24
10
15
Bezetting
94%
69%
98%
97%
Unieke cliënten
32
24
18
28
Man / vrouw verhouding 32 m
24 m
14 m – 4 v
22 m – 6 v
Gem. leeftijd
44 jaar
43 jaar
40 jaar
40 jaar
Gem. verblijfsduur in jaar
0,40
0,12
1,12
0,71
31
CVD ’s Gravenhof Voor dak- en thuisloze mannen al dan niet met een verslaving kent het CVD doorstroompension ‘s Gravenhof. Halverwege 2011 werd besloten om ’s Gravenhof naar de nieuwe woonvoorziening CVD de Stelle in Hoogvliet te verhuizen. Tot 1 november 2011 heeft het pension 32 unieke bewoners begeleid. In totaal 9 cliënten zijn doorgestroomd naar de tweede of derde fase van wonen binnen het CVD. In 2011 is wederom duidelijk geworden dat de doelgroep zwaarder is geworden. 2 Cliënten zijn voortijdig uitgevallen omdat ze geen begeleiding aanvaardden van de medewerkers van CVD ’s Gravenhof. Van 8 personen is onbekend waar ze heen zijn gegaan. In 2011 is de activering door middel van modules verder vormgegeven. In de begeleiding van bewoners werd nadrukkelijker gekeken naar activering en zingeving. Het doel van de modules is bewoners handvatten geven en voorbereiden op een dagbesteding en/of werk, zodat de bewoners betere aansluiting kunnen vinden in de maatschappij. CVD de Stelle Eind oktober 2011 is de woonvoorziening CVD de Stelle in gebruik genomen. De Stelle biedt tevens huisvesting aan een aantal andere onderdelen van het CVD (Focus, AMW Hoogvliet, Activa Zuid). Deze onderdelen waren al eerder in 2011 naar het pand verhuisd. De inhuizing van cliënten is geleidelijk verlopen. In de maanden november en december 2011 heeft CVD de Stelle 24 unieke cliënten begeleid. Eind van het jaar waren alle kamers op CVD de Stelle bezet. De beheercommissie van CVD de Stelle is in 2011 vier keer bijeen geweest. Vrijdag 14 oktober 2011 werd het beheerconvenant De Stelle ondertekend door de portefeuillehouder Welzijn van de deelgemeente Hoogvliet, wethouder Werk, Inkomen en Zorg, Algemeen directeur CVD en de Politie RotterdamRijnmond. CVD de Stelle heeft op maandag 21 november 2011 haar deuren officieel geopend. Buurtbewoners en andere geïnteresseerden hebben een kijkje kunnen nemen in het geheel gerenoveerde pand. Een buurtbewoner, tevens beheercommissielid, een cliënt woonachtig in CVD de Stelle en de portefeuillehouder van Hoogvliet lieten als officiële openingshandeling gezamenlijk 3 grote ballonnen op. CVD Mackay Wie individuele begeleiding nodig heeft, kan terecht bij CVD Mackay. Het woonproject is vooral bedoeld voor mannen en vrouwen met een (zwaardere) psychiatrische problematiek, die niet kunnen gedijen in een sociale woonvorm zoals CVD ‘s Gravenhof. In deze voorziening kunnen 15 mensen wonen. Elke bewoner heeft een eigen kamer met keuken en sanitair. Daarnaast zijn er 10 plaatsen beschikbaar voor een meer langdurig verblijf, vooral gericht op mensen met zwaardere psychiatrische problemen die langer de tijd krijgen voor het vinden van een geschikte vervolgplek. Als wonen via deze vorm op de Mackay het hoogst haalbare is voor een cliënt is een verblijf voor onbeperkte tijd mogelijk. De cliënten hebben alle een zorgzwaartepakket. De voorziening kende in 2010 structureel een hoge bezetting. In totaal verbleven er 46 unieke cliënten. De 18 uitgestroomde cliënten vertrokken naar een andere, voor hen meer passende voorziening binnen en buiten het CVD. In CVD Mackay is in 2011 de verpleegkundige aan de slag gegaan het gehele medicatiebeleid goed neer te zetten. Er is intensief contact met behandelaren van cliënten. Er is met hen onder meer een structureel overleg d.m.v. cliëntbesprekingen (eenmaal per 6 weken). In 2011 is ook gestart met de tweede fase voor CVD Mackay in de vorm van satellietwoningen. Helaas is dit in 2011 niet goed uit de grond gekomen doordat het aanbod van woningen stagneerde. Dit heeft de doorstroom niet bevorderd. In april 2011 is er brand geweest in een unit binnen CVD Mackay. Mede dankzij adequaat optreden van de betrokken CVD medewerkers waren er geen gewonden. Wel was sprake van materiele schade.
32
CVD Als Goede Buur In 2010 is het project ‘CVD Als Goede Buur’ gestart. Het project wordt gefinancierd uit het WMO Innovatiefonds. Het project is erop gericht meer vrijwilligers te werven en hun rol in de pensions en andere woonvoorzieningen te versterken. Sinds de start van het project zijn individuele vrijwilligers, groepen vrijwilligers, bedrijven en studenten binnen de CVD woonvoorzieningen aan de slag gegaan. In totaal zijn 103 vrijwilligers actief geweest binnen deze voorzieningen. Dit varieerde van maatjesvrijwilligers, een vrijwillige klusjesman, een groep vrijwilligers die de kinderen van een voorziening een leuke middag hebben bezorgd, etc. Er hebben meer mensen dan ooit een actieve en positieve bijdrage kunnen leveren aan het leven van onze cliënten. Het grootste resultaat dat het project ‘CVD als Goede Buur’ heeft bereikt is de acceptatie van vrijwilligers op de werkvloer door de professionals. Deze hebben ervaren dat vrijwilligers een meerwaarde kunnen hebben voor de cliënten. Eind 2011 is een einde gekomen aan dit project. Het CVD heeft o.a. naar aanleiding van de ervaringen en resultaten van dit project besloten een CVD Vrijwilligersmakelaar aan te stellen in 2012. Samenwerkingsverbanden Het CVD kent zowel interne- als externe ketenpartners. In 2011 heeft het VIKO overleg meerdere malen plaatsgevonden. Ook een vakoverleg met de werkbegeleiders van het CVD is een aantal malen bijeen geweest. Eind 2011 is besloten dat beide overleggen in 2012 op een andere wijze verder vormgegeven gaan worden. CVD Havenzicht heeft in de GGD een belangrijke partner. Enerzijds omdat vanuit de GGD met een zekere regelmaat aanmeldingen voor de verpleegafdeling komen. Anderzijds is Havenzicht nauw verbonden met het Straatdokterproject van de GGD. Het zorgbeleid van de langdurige (> 3 mnd.) patiënten van de verpleegafdeling Havenzicht wordt in samenspraak met Humanitas bepaald. Humanitas stond aan de wieg van de verpleegafdeling en is en blijft een belangrijke samenwerkingspartner. Zoals uit de toelichting hierboven blijkt, blijven tenslotte ook goede contacten met de buurt voor het functioneren van de CVD-voorzieningen van groot belang. Daaraan werd ook in 2011 onder meer vorm gegeven door overleg van de diverse ingestelde beheercommissies en klankbordgroepen, bestaande uit buurtbewoners, het CVD, bewoners van de voorzieningen, de politie, de deelgemeente en soms ook andere instellingen uit de buurt. Ook worden regelmatig ‘open dagen’ voor onder andere buurtbewoners georganiseerd. In 2011 hebben deze open dagen (bakkies in de buurt) in het teken gestaan van CVD 40 jaar. CVD is lid van de Academische Werkplaats Opvang x Oggz, speerpunt Sociale uitsluiting en dakloosheid (SuD). In 2012 loopt het lidmaatschap af en zal besloten worden of CVD nog blijft deelnemen aan deze werkplaats. De missie van het Kenniscentrum luidt: Kennis en deskundigheid over in- en uitsluitingsprocessen van kwetsbare mensen en over effectieve hulp aan deze mensen bundelen, vergroten, ontwikkelen en verspreiden met als doel een effectieve bijdrage te leveren aan de professionalisering en kwaliteitsverbetering van de Opvang en OGGZ. Een van de producten is de methodiek “Herstelwerk”, een krachtgerichte benadering. CVD heeft besloten deze methodiek in te voeren. In 2011 zijn de eerste stappen daartoe gezet en in 2012 zal de uitrol binnen de organisatie voltooid worden.
Extramuraal wonen Extramurale voorzieningen zijn bedoeld voor mensen die met moeite of niet (helemaal) zelfstandig kunnen wonen. Het gaat dan om voormalig dak- en thuislozen, maar ook om gezinnen met kinderen en mensen met een psychiatrische achtergrond. Om dak- en thuislozen te ondersteunen in het zelfstandig leren wonen heeft het CVD de woonladder ingericht. Velen stromen vanuit de Nachtopvang door naar een Doorstroompension (de eerste fase van de woonladder) om van daaruit steeds zelfstandiger te gaan wonen. Mensen worden in ongeveer twee jaar tijd intensief begeleid om uiteindelijk -al dan niet met begeleiding- op zichzelf te gaan wonen. Anderen stromen direct door naar een tweede of latere fase. Het CVD kent een brede range aan extramurale voorzieningen.
33
Tweede fase woonladder: Wonen Werken Leven (WWL) WWL is een tweede fase woonproject voor cliënten die na een half jaar in de eerste fase (doorgebracht in een van de beide doorstroompensions s’Gravenhof of Mackay) meer tijd nodig hebben om zelfstandiger te kunnen worden. Het project omvat een pensionvoorziening (Heemraadsstraat), twee grotere woonpanden ( Sleephelling en Henegouwerlaan) en diverse woningen in de directe omgeving van de pensionvoorziening. Door huisvesting en begeleiding te bieden worden de cliënten toegeleid naar een zo zelfstandig mogelijke (begeleid) woonsituatie. De doelgroep zijn mensen met lichte psychiatrische en/of verslavingsproblemen. In de Heemraadstraat passen cliënten die baat hebben bij een groepsproces en een intensief contact met de begeleiders. In de Sleephelling en Henegouwerlaan is de begeleiding minder intensief. Doordat de begeleiding altijd in de nabijheid is, is het WWL bij uitstek geschikt voor mensen die meer nodig hebben dan alleen in een ambulante sector geboden kan worden. Eind 2011 werd de voorziening Heemraadsstraat verlaten cq. werd verhuisd naar het voormalige ’s Gravenhof. Dat betekende inhoudelijk een splitsing van ‘long stay clienten’ en ‘doorstromers’. De begeleidingsmethodiek werd aangepast aan de onderscheiden doelgroepen. WWL beschikt in het nieuwe pand over voldoende kantoorruimte en het woonklimaat is voor de cliënten veel rustiger en daarmee aangenamer geworden. De veiligheid voor een ieder is daarmee ook toegenomen. Vanuit de Sleephelling is de doorstroom goed op gang gekomen. Deze voorziening heeft na de opbouwfase in 2010 een stabiel jaar gekend. Bezetting voorzieningen 2010 Locatie
Capaciteit
Bezettingsgraad
WWL Pensionvoorziening
8
100%
WWL-Huisjes
16
100%
Henegouwerlaan
8\9
100%
Sleephelling
16
94%
TOTAAL
49
Samenwerkingsverbanden In 2011 is goed samengewerkt met diverse partners. Zo werd voor de bewonersvergaderingen van de Sleephelling gebruik gemaakt van de NE galerie die in dezelfde straat is gevestigd. Deze galerie speelt een rol in de culturele profilering van het Noordereiland en stimuleert hierin ook de buurtparticipatie. Ook de samenwerking met partners als het ACT, Parnassia ( BAVO) en Bouman is goed verlopen. Men weet elkaar op uitvoerend niveau steeds beter te vinden, hetgeen ook positieve effecten heeft voor de hulpverlening aan de cliënten van het CVD. In het kader van het 40 jarig bestaan werd bij WWL een ´Bakkie in de Buurt´ georganiseerd. Het werd een succesvolle dag waarbij de participatie van de cliënten goed te noemen was. Derde fase woonlader: Zelfstandig (begeleid) wonen Een cliënt die voldoende zelfstandigheid heeft (hervonden) kan doorstromen naar een (Z)onder dak woning die wordt gehuurd door de gemeente (in enkele gevallen door het CVD zelf) en aan de cliënten in gebruik wordt gegeven. Deze woningen zijn meestal geschikt voor twee personen. Cliënten betalen een bijdrage voor het gebruik van de woning. CVD (Z)onderdak biedt woonbegeleiding aan deze bewoners. De begeleiding is erop gericht om een duidelijk toekomstperspectief voor de bewoner te scheppen en hem te ondersteunen bij het opbouwen van een sociaal netwerk, het versterken van sociale vaardigheden en het duidelijkheid scheppen in de financiële administratie. Naast de bezoeken van de begeleider kan altijd hulp ingeroepen worden bij problemen. Een nieuwe ontwikkeling is dat begeleiding ook plaatsvindt in een door de cliënt zelf gehuurde woning (waarbij een woonbegeleidingscontract onlosmakelijk verbonden is aan het huurcontract). Ook wordt nazorg verleend aan cliënten die dit nodig hebben maar wel zover zijn dat zij zelf een voormalige (Z)onder dak woning kunnen huren. Het doel hiervan is het voorkomen van terugval.
34
CVD Sandelingenplein Deze voorziening is aan te merken als voorziening in de derde fase en is bedoeld voor redelijk zelfstandige, wat oudere (40+) bewoners met een heldere problematiek (geen verslaving), die binnen een jaar kan worden gestabiliseerd of opgelost. Er wordt naar gestreefd cliënten na die periode te laten uitstromen naar reguliere huisvesting. Er zijn in totaal 11 plekken beschikbaar. In 2011 is de door- en uitstroom van cliënten fors togenomen (in totaal betrof het 51 cliënten). Daardoor namen de wachtlijsten af. Met name de uitstroom is toegenomen dankzij een andere, meer op zelfstandigheid gerichte wijze van begeleiding én door de mogelijkheid om nazorg te leveren. Naast het leggen van een accent op door- en uitstroom is in 2011 ook opnieuw nadrukkelijk gekeken of alle cliënten wel op de juiste plek zaten. Voor enkele van hen bleek (Z)onder dak uiteindelijk te hoog gegrepen. Deze cliënten zijn op een passender plek ondergebracht. Het merendeel van de cliënten wil en kan ook echter stappen vooruit zetten en is hard bezig zijn bestaan te verbeteren. Ondanks een cumulatie van problemen in het verleden (en soms ook heden), blijkt het optimisme en doorzettingsvermogen vaak groot Het aantal cliënten in (Z)onder dak woningen bedroeg in 2011 in totaal 174. Daarnaast kon de nazorg voor 8 cliënten gestart worden. De locatie Sandelingeplein realiseerde een gemiddelde bezettingsgraad van 98%. In 2011 is er energie en geld geïnvesteerd om een kwaliteitsverbetering te realiseren. Zo is het kantoor flink opgeknapt en is er veel aandacht besteed aan de doorstroom en de kwaliteit van de begeleiding. In de jaren vóór 2011 had geen enkele doorstroom plaatsgevonden. Ook zijn er camera’s geïnstalleerd op het kantoor en wordt het pand meegenomen in de ronde van de nachtwakers. Een succesvolle actie was het inzetten van vrijwilligers en het koppelen van cliënten aan vrijwilligers. De medewerkers zijn hier tijdig op voorbereid én in geschoold. Dat heeft een positief effect gehad, dat in 2012 zeker een vervolg zal krijgen. Samenwerkingsverbanden Intern zit CVD (Z)onderdak stevig ingebed in de verschillende ketens van het CVD. Meerdere partijen leiden naar (Z)onder dak toe als woonvoorziening of voorziening van waaruit ambulante begeleiding wordt geboden. (Z) onderdak maakte in 2011 onder meer gebruik van de OK-banken en Van Speyk en deed een project met de Mackaystraat om een aantal clienten gezamenlijk te begeleiden. Ook extern bestaan vele samenwerkingsverbanden. Zowel ten aanzien van de hulpverlening en behandeling (met Pameijer, Parnassia (BAVO), Riagg, Stichting Mee, ACT teams, Bouman en de Lokale Zorgnetwerken) als op het gebied van activering. Op het gebied van schulden wordt samengewerkt met onder meer de KBR) terwijl er tenslotte nauwe samenwerking bestaat met de verschillende woningcorporaties die eigenaar zijn van de (Z)onder dak woningen. Vierde fase woonladder: Zelfstandig wonen Wanneer alles goed gaat, is het mogelijk om door te stromen naar een reguliere woning. In deze vierde fase heeft de bewoner nog een jaar lang recht op nazorg. Dit is een lichte vorm van begeleiding waar op teruggevallen kan worden bij problemen. In de nazorgfase heeft de begeleider gemiddeld twee keer per maand contact met de cliënt. Activa Activa Noord biedt net zoals Activa Zuid begeleiding aan zelfstandig wonende psychiatrische cliënten op basis van een CIZ indicatie. Doel is de zelfredzaamheid van de cliënten te vergroten en een intramurale opname te voorkomen. De begeleiding richt zich daarbij op alledaagse zaken zoals boodschappen doen, een maaltijd klaarmaken, het (opnieuw) aanwennen van een vast dagritme, het vinden van een zinvolle dagbesteding en het op orde brengen en houden van de financiën en administratie.
35
Bij Activa was sprake van een onrustig jaar. Dat kwam onder meer omdat de productieopgave door het jaar niet stabiel was, hetgeen tot onrust onder de medewerkers leidde. Daarnaast verhuisden Activa zuid in september 2011 naar het nieuwe pand de Stelle. Zowel voor cliënten als voor de medewerkers is het pand een vooruitgang gebleken. Er is een goede en betrouwbare relatie opgebouwd met stakeholders, al werd dit bemoeilijkt door de wisselende berichten over de te realiseren AWBZ productie. Door een flexibele houding is Activa er evenwel in geslaagd om de vaste verwijzers (waaronder Parnassia (BQAVO), Bouman, PsyQ, LZN en de ACT’s vast te houden. Woonbegeleiding aan gezinnen Naast begeleiding aan zelfstandig wonende alleenstaanden, biedt het CVD ook begeleiding aan gezinnen die tijdelijk opvang nodig hebben (WAG). Het CVD kent daartoe de locaties Korenaar, Talingstraat, Abtsweg/Welschen II en Hordijkerveld. In totaal gaat het daarbij 48 woonunits (in 2012 zal dit aantal worden uitgebreid naar 58). De oorzaken van de noodzaak tot opvang zijn verschillend. Het kan bijvoorbeeld gaan over een huisuitzetting door schulden of een onhoudbare thuissituatie door geweld binnen het gezin. Van de gezinnen die zijn geplaatst wordt verwacht dat zij op afzienbare termijn (weer) zelfstandig kunnen wonen en functioneren. De begeleiding richt zich op het stabiliseren van de situatie en het versterken van vaardigheden op diverse gebieden (financiën, administratie, contact met instanties, opvoedingsvaardigheden e.d.) zodat doorstroom naar regulier wonen weer mogelijk wordt. WAG bestaat uit 2 woonvormen, die vaak na elkaar volgen. De eerste woonvorm bestaat uit een aaneengesloten blok woningen, waar overdag begeleiding aanwezig is. De tweede woonvorm bestaat uit losse woningen, die door de cliënten zelf worden gehuurd met een voorwaardelijk woonbegeleidingscontract. Sinds 1 september 2011 is het mogelijk om na uitstroom nazorg te leveren. 2011 Is een jaar vol ontwikkelingen geweest bij WAG. Om te beginnen is de naam van de begeleiding aan gezinnen gewijzigd in Woonbegeleiding Aan Gezinnen omdat de voormalige naam tevens de naam van één van de locaties is. Inhoudelijk speelden in 2011 de volgende ontwikkelingen. Start Hordijkerveld. Uitgangspunt was om in samenwerking met corporatie Vestia in 2011 voor 15 gezinnen plaatsen te realiseren in de wijk Hordijkerveld. In de loop van 2011 bleek dat deze doelstelling te hoog gegrepen was. Factoren die daarbij een belemmerende rol speelden waren onder meer het aanbod van veel (te) kleine woningen, het aantal gezinnen met ernstige schuldenproblematiek die daardoor financieel nog niet zover waren dat zij zelfstandig huurder konden worden en de relatief hoge huren. Einde 2011 waren er 5 plaatsen gerealiseerd. Start Welschen II/ afbouw Abtsweg. In het 2e halfjaar 2011 is het nieuwe project Welschen II gestart in samenwerking met Woonstad en Flexibel Wonen. In Overschie worden in totaal 50 woningen geschikt gemaakt voor CVD cliënten van diverse pluimage (jongeren, alleenstaande volwassenen en gezinnen). De woningen van WAG rond de Abtsweg moesten worden afgestoten in verband met sloopplannen. Als gevolg daarvan werden in de maanden voorafgaand aan de verhuizing woningen die leegkwamen niet opnieuw bezet. Daarmee werd voorkomen dat gezinnen in een zeer korte tijd tweemaal zouden moeten verhuizen. De 15 plaatsen worden ingevuld in Welschen II. Dit is een ingrijpende operatie die veel energie en tijd vraagt. Eind december 2011 woonden nog 4 gezinnen rond de Abtsweg terwijl 7 gezinnen hun intrek hadden genomen in Welschen II. Start Nazorg Gezinnen. In het vierde kwartaal 2011 werd formeel gestart met het leveren van nazorg aan gezinnen. Het aantal gezinnen dat nazorg ontving bedroeg einde december 2011 12. Dit aantal kan toenemen tot 35. Door de start van Nazorg Gezinnen kunnen gezinnen sneller uitstromen. Veranderingen rond Intake WAG. Door krimp bij CVD Intake (hetgeen wordt toegelicht op pagina 25 onder ‘cliëntmanagers’) is in het vierde kwartaal onderzocht hoe het CVD de instroom van gezinnen en de werving bij verwijzers op een goede manier kan waarborgen. Duidelijk was dat Intake niet meer alle taken hieromtrent kon invullen. Start Centraal Onthaal Gezinnen (CO-G). Naast de reeds bestaande TrajctToewijzingsCommissies voor respectievelijk alleenstaande volwassenen, gezinnen en jongeren is per 1 december 2011 ook het specifieke ‘Centraal Onthaal Gezinnen’ gestart. Dit betekent dat dit het eerste loket voor dak- en thuisloze gezinnen is. Gezinnen kunnen zich niet meer direct bij het CVD aanmelden. Zij worden, na selectie, doorverwezen door het CO-G. 36
Intern is het zoeken naar een goed evenwicht tussen betrokkenheid/passie en zakelijkheid in 2011 een actueel thema geweest. Bij WAG is er in het kader van dit evenwicht aandacht besteed aan het belang van doorstroom en aan het innen van de huur/begeleidingsbijdrage. Met name dit laatste blijft een lastig punt omdat het alert zijn op het betalen van de kosten bemoeilijkt wordt door enerzijds de lastige (lees minimale) financiële positie van cliënten. Daarnaast is een snelle reactie op wanbetaling niet makkelijk omdat er tussen het binnenkomen van betalingen en de verwerking ervan ook enige tijd verstrijkt. In 2011 is getracht maandelijks de ‘probleemgevallen’ te signaleren en hierin de medewerkers ook snel te informeren en hun cliënten hierop aan te spreken. Bezetting voorzieningen 2011 Voorziening
Aantal plaatsen
Bezettingsgraad in %
Hordijkerveld
15
13%
Korenaar
14
96%
Abtsweg/Welschen II
15
82%
Talingstraat
13
95%
Het project ´Handen In Eén´ biedt maatschappelijk werk aan huis in combinatie met vrijwillige inzet. De werkzaamheden zijn te vergelijken met CVD-Activa. De cliënten die door de veranderingen in de AWBZ niet meer in aanmerking kwamen voor een indicatie worden opgevangen bij Handen In Eén. Dit project, dat onder meer werd gefinancierd vanuit het WMO-innovatiefonds, is per 1 oktober 2011 geëindigd. Er zijn tot 1 oktober in totaal 20 cliënten in zorg genomen en er zijn 15 vrijwilligers actief aan de slag gegaan. Er hebben 17 matches tussen cliënten en vrijwilligers plaatsgevonden. CVD Focus biedt in de deelgemeente Hoogvliet trajectbegeleiding aan dak- en thuisloze cliënten uit die deelgemeente aan richting wonen, werk (zinvolle dagbesteding) en welzijn. Het doel is in de eerste plaats om (langdurige) dakloosheid te voorkomen. Er wordt een postadres aangeboden om de cyclus geen woning, geen uitkering en visa versa te doorbreken. Daarna wordt een begeleidingsplan gemaakt gericht op wonen, een zinvolle dagbesteding en de achterliggende problematiek (welzijn). Focus beoogt cliënten de begeleiding te geven die ze nodig hebben, zodat ze zelfstandig verder in deze maatschappij kunnen functioneren. Er is in 2011 nadrukkelijk ingezet op het in de kracht zetten van de cliënt en het versterken van zijn sociaal netwerk. Dit gebeurde onder meer via het aanbieden van een aantal trainingen en cursussen (waaronder de cursus ‘Echte mannen’). Ook werd meer gebruik gemaakt van de interne keten. Dat gaat echter niet ‘vanzelf’ omdat de medewerkers van Focus fysiek gestationeerd zijn in Hoogvliet. Het aantal aanmeldingen bij Focus bedroeg in 2011 in totaal 104 en er werd in totaal aan 85 cliënten trajectbegeleiding gegeven. Het aantal woontrajecten bedroeg in 2011 in totaal 28 en het aantal activeringstrajecten kwam uit op 15.Daarmee kwam de gerealiseerde productie opnieuw hoger te liggen dan de afgesproken productie. Samenwerkingsrelaties Zowel intern als extern bestonden in 2011 diverse samenwerkingsrelaties. Intern is er veel aandacht geweest voor de intern keten en de gebruikmaking daarvan. Door de nieuwe samenstelling van het cluster Extramuraal Wonen (gestart in oktober 2010) is de samenwerking met Activa zuid versterkt. Zo is sindsdien sprake van één centrale intake. Extern werd vooral samengewerkt met corporaties, instellingen in de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke opvang. Ook waren er goed relaties met de gemeentelijke diensten, de jeugdhulpverlening en lokale zorgnetwerken. In verband met de opbouw van Welschen II zijn de contacten met Woonstad en Flexibel Wonen verder ontwikkeld, terwijl met Vestia een samenwerkingsverband werd aangegaan inzake de woningen aan het Hordijkerveld. Ook vermeldenswaard is dat het zogenoemde HuBa-team (Hulp bij aangifte) van de Belastingdienst cliënten van WAG op locatie heeft geholpen met de aangifte 2010. Focus tenslotte had eenmaal per kwartaal overleg met de politie en was via het AMW vertegenwoordigd in het Lokale Zorg Netwerk.
37
4.2.3 Jongeren CVD Jongeren biedt huisvesting in combinatie met begeleiding voor jongeren tussen de 18 en 23 jaar. De begeleiding van deze jongeren is gericht op scholing, werk en zelfredzaamheid. Het CVD beschikte in 2011 over in totaal 204 plekken waarvan 66 plekken in woningen, specifiek bedoeld voor de huisvesting van jongeren. Dit aantal is in vergelijking met 2010 met 20 plekken gereduceerd. Dit heeft voornamelijk te maken met 20 plekken die zijn verschoven naar het project Kamers met Kansen. Daarnaast was ruimte om maximaal 60 kinderen (behorend bij de jonge moeders) op te vangen. Naast de woningen heeft CVD Jongeren 4 grootschalige voorzieningen met ieder een eigen karakter en mate van begeleiding. Dit zijn de voorzieningen : het Foyer Henegouwerlaan; het Klooster; het Emmahuis en de Boezemdwars. In 2011 is een start gemaakt met het project Welschen II. Een thuishaven waar onder meer 20 plekken voor CVD-Jongeren gerealiseerd worden. De opbouw van deze plekken zal parallel geschieden aan de afbouw van de plekken in de ‘losse’ woningen. Er is in 2009 besloten om het cluster Jongeren projectmatig te laten bestaan voor de duur van 2 jaar. Het ligt in de bedoeling dat het cluster in 2012 ondergebracht zal worden bij één van de overige clusters die zich bezigouden met de opvang en begeleiding van (dakloze) Rotterdammers. Ook in 2011 is het cluster Jongeren voor een groot gedeelte gesubsidieerd door de gemeente Rotterdam. Binnen het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (MO) tweede fase is ook Jongeren en onderdeel geworden van het MO-beleid. Vanuit het MO-beleid zijn er in 2011 binnen het cluster Jongeren veel zaken afgestemd met betrekking tot de vorm van de dienstverlening en het structuren daarvan. Er is gestart met de interne werkbegeleiding en hierdoor is er gewerkt aan: het structuren van de begeleidingsplannen en evaluaties; het realiseren van de 3-maandelijkse monitor met betrekking tot de zogenoemde ZelfRedZaamheidsmatrix, de dossiervorming en het tijdschrijven. Beleidsmatig zijn er onder meer veranderingen doorgevoerd door het realiseren van jaarplannen voor elke voorziening en de verdere invulling van de HKZ. Vanuit de gemeente is voor 2011 aan het CVD als prestatie onder meer opgelegd dat het aantal AWBZ-cliënten gedurende dat jaar gemiddeld 10% van de totale capaciteit moest bedragen. Het gemiddeld aantal AWBZ-cliënten is in het afgelopen jaar 8 % geweest, dit waren 16 cliënten. Hoewel gezien de opgelegde prestatie nog te weinig, betekende dit in vergelijking met 2010 een stijging van gemiddeld 10,5 cliënten. Binnen CVD Jongeren is CVD Foyer Henegouwerlaan een voorziening met 32 plekken waar 7 x 24 uur medewerkers aanwezig zijn. In deze voorziening worden alleenstaande jongens en meisjes opgenomen. De jongeren huren een kamer van Woonbron en delen douche, keuken en toilet. Jongeren afkomstig uit de deelgemeente Delfshaven hebben voorrang. Binnen CVD Jongeren wordt op deze locatie de meest intensieve begeleiding gegeven. De lengte van de begeleidingsduur is in 2011 gewijzigd en bedraagt sindsdien maximaal 2 jaar. In 2011 zijn in het foyer bij wijze van pilot op verzoek van de gemeente ook plaatsen beschikbaar gesteld voor jongeren die net iets jonger waren dan 18 jaar en die in begeleiding waren bij Jeugdzorg. Drie jongeren zijn in dit kader binnen het Foyer geplaatst en zijn momenteel nog bezig met hun traject. Gemiddeld waren in 2011 in het Foyer 28 plekken bezet, waarvan 6 door jongeren met een AWBZ-indicatie. Er stroomden in 2011 in totaal 11 jongeren succesvol uit. CVD het Klooster is een woonvoorziening met 32 kamers voor jongeren tussen de 18 en 23 jaar. In het Klooster kunnen alleenstaande jongens en meisjes wonen. Jongeren huren een kamer van woningbouwcorporatie Vestia. Sanitaire voorzieningen worden gedeeld. Medewerkers zijn ’s avonds en in het weekend niet aanwezig. De gemiddelde bezetting bedroeg in 2011 27, waarvan gemiddeld 4 % een AWBZ indicatie had. CVD Emmahuis is de meest zelfstandige woonvorm binnen CVD Jongeren. Het project bestaat uit 32 zelfstandige éénkamer woningen, bestemd voor jongeren tussen de 18 en 23 jaar. De jongeren huren een kamer/studio van woningbouwcorporatie Havensteder en hoeven geen voorzieningen te delen. Jongeren die hier worden geplaatst, hebben een stabiel inkomen en een stabiele dagbesteding. Gemiddeld waren er gedurende 2010 29 units bezet. Er woonden geen jongeren met een AWBZ indicatie.
38
In CVD Boezemdwars tenslotte (voorheen bekend als Hoppesteyn) worden uitsluitend jonge moeders geplaatst. Zij huren een anderhalf kamerwoning bij corporatie Havensteder en hoeven geen voorzieningen te delen. CVD Boezemdwars kent 45 zelfstandige units voor moeders met één of twee kinderen. De begeleiding richt zich op zelfredzaamheid en opvoedingsondersteuning. Regelmatig zijn er groepsactiviteiten. ’s Avonds en in het weekend zijn er geen begeleiders aanwezig. De plaatsen waren in 2011 voor 98% gevuld, er werd voor 7 jongeren een AWBZ indicatie verkregen. De zelfstandige woningen waarover het CVD beschikt ten behoeve van Jongeren, liggen verspreid over Rotterdam. In de woningen worden alleenstaande jongens en meisjes geplaatst, vaak met twee in een woning. Jongeren huren daarbij een kamer van het CVD. Zij delen de keuken, douche, toilet en woonkamer. In deze zogenoemde 18+ woningen is de begeleiding het minst intensief. Woonbegeleiders komen op vaste tijden langs en zijn niet continu aanwezig. Dit vergt een behoorlijke mate van zelfstandigheid van de jongeren. In 2011 waren 66 plekken in woningen beschikbaar. Voorheen waren dit 86 plekken, echter 20 plekken zijn in 2010 verplaatst naar het project Kamers met Kansen. De gemiddelde bezetting bedroeg in 2011 niet meer dan gemiddeld 48 personen (waarbij in 2 gevallen sprake was van een AWBZ indicatie). Een reden voor het lage aantal bezette plekken in woningen was de afname van geschikte jongeren voor de 18+ woningen. Met dit gegeven is er een samenwerking met Youz aangegaan om ook een “zwaardere doelgroep ” binnen de 18+ woningen te begeleiden. Een andere oorzaak was het moeizame proces in de procedure van aanmelding naar plaatsing in de 18+ woning. Om dit op te lossen, is de capaciteit binnen het intake-team van het CVD uitgebreid. Helaas bleek ook een centraal intake-team niet het gewenste resultaat op te leveren. Daarom is besloten om het intake-team bij de woonvoorzieningen te plaatsen. Deze laatste interventie leverde wel een positief effect op de instroom en zal in 2012 worden gecontinueerd. In het kader van het project Kamers met Kansen heeft het CVD 20 plekken woonbegeleiding beschikbaar voor ROC jongeren. In samenwerking met Zadkine en Albeda worden jongeren begeleid op het gebied van wonen en leren. In het afgelopen jaar waren gemiddeld 18 plekken in de woningen bezet. Het project Kamers met Kansen kent geen AWBZ cliënten. In het najaar van 2011 is er een begin gemaakt met het project Welschen II, dat gekenschetst kan worden als een ‘thuishaven’. In het totale complex, dat 360 woningen kent, zullen 50 alleenstaanden (waarvan 20 jongeren) en gezinnen worden begeleid. De begeleiding zal uit een multidisciplinair team bestaan (woonbegeleiders, vrijwilligersmakelaar, woontoezicht). Aan de 20 jongeren, 15 gezinnen en 15 (ex) dak en thuislozen wordt begeleiding geboden waarbij de nadruk ligt op resocialisatie van activering, werk en buurtparticipatie. Samenwerkingsverbanden Het cluster Jongeren kent vele samenwerkingsrelaties, zowel binnen als buiten het CVD. Omdat de begeleiding wordt gegeven in combinatie met huisvesting, was er ook in 2011 een intensieve samenwerking met de Rotterdamse woningbouwcorporaties. In de diverse overleggen kwamen onderwerpen aan de orde rondom de werkprocessen van de instellingen en het traject van de jongeren. De voorziening CVD Boezemdwars had naast de samenwerking met Havensteder, ook een goede samenwerking met de wijkpolitie en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Met de subsidiegever participeerde CVD Jongeren in diverse overleggen, zoals het COJ en het TTC-J. In het TTC-J overleg zijn de Rotterdamse instellingen vertegenwoordigd die opvang bieden aan jongeren. Met deze instellingen wordt veelvuldig samengewerkt, met name rondom instroom en doorstroom. Met betrekking tot het project Kamers met Kansen vond regelmatig overleg plaats met (de schoolmaatschappelijk werkers van) Albeda en Zadkine. Op management niveau tenslotte vond een regulier overleg plaats met de gemeente rondom de kaders voor het jongerenbeleid en de financiering daarvan.
39
4.2.4 Vrijwilligerswerk & Activering Het jaar 2011 was een roerig jaar voor het cluster Vrijwilligerswerk & Activering. Een aantal oorzaken waren de sluiting van de OK-banken in Charlois en Centrum, de oplevering van de vernieuwde website van de Vrijwilligers Vacature Bank met daaraan gekoppeld een nieuwe werkwijze, de aandacht voor een goede registratie van de werkzaamheden en de invoering van een tijdsregistratiesysteem en een wijziging in het clustermanagement halverwege het jaar. Daarnaast zorgde externe ontwikkelingen en berichten ook voor veel beroering; waaronder de aankondiging van nieuwe bezuinigingen en het uitblijven van een beslissing over de stedelijke herstructurering met betrekking tot de ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Rotterdam. Vrijwilligerswerk In 2011 werd de naam CVD STAP vervangen door de naam CVD Vrijwilligerswerk (VWW). Men heeft zich in 2011 bezig gehouden met vrijwilligerswerk in de stad Rotterdam in de breedste zin van het woord. Vanuit diverse beleidskaders is het activeren en matchen van Rotterdammers op grond van hun talenten centraal komen te staan. Het adviseren en ondersteunen van vrijwilligersorganisaties op het gebied van wervingsbeleid, organisatiestructuur en scholingsaanbod is een belangrijke voorwaarde om vrijwilligers te vinden en binden. De belangstelling voor het doen van vrijwilligerswerk nam bij de Vrijwilligers Vacature Bank ook in 2011 weer enorm toe. Ten opzichte van het jaar 2010 (9.285), waarin ook al groei te zien was, steeg het aantal verzoeken om advies, informatie en bemiddeling met 30% naar 12.154. Er is veel gedaan aan gerichte voorlichting bij onderwijsinstellingen, welzijnsinstellingen en intermediairs. De krappere arbeidsmarkt leverde ook zijn bijdrage, omdat het doen van vrijwilligerswerk ook vaak gezien wordt als een opstap naar betaald werk en/of als zinvolle (vrije)tijdsbesteding. Intermediairs, zoals deelgemeenten, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven gebruikten regelmatig vrijwilligerswerk als bijdrage aan de maatschappelijke participatie. In het najaar van 2011 ging de vernieuwde website online. Hierdoor is een betere dienstverlening aan Rotterdammers en Rotterdamse instellingen mogelijk. Beide kunnen meer zelfstandig hun zaken regelen, waarbij de adviserende en ondersteunende rol van de Vrijwilligers Vacature Bank meer aandacht kan krijgen. Bij de Vrijwilligers Vacature Bank werden in 2011 in totaal 3646 geslaagde matches gerealiseerd en zijn in totaal 354 vacatures getoetst. MaStR (Maatschappelijke Stages Rotterdam) heeft gedurende het jaar 2011 580 leerlingen van 23 scholen bemiddeld naar een maatschappelijke stage van gemiddeld 14 uur. Deze bemiddelingen lopen deels via de MaStR website en deels via de persoonlijke inzet van de makelaars. De stages hadden onder meer betrekking op ondersteuning bij de Voedselbank, helpen bij de Marathon, een ‘Digibetendag’ voor ouderen en een Festival in het Chabot Museum. Ook werd door CVD Vrijwilligerswerk Freewielen georganiseerd. Op oranjegekleurde fietsen werd een hele dag van organisatie naar organisatie gefietst om daar verschillende klussen te doen. Deze activiteit viel bijzonder in de smaak. Met NL/doet werden in totaal 77 leerlingen bereikt. Zij zetten zich in voor diverse organisaties. Ook vermeldenswaard is dat in totaal 43 mensen met een beperking na een intensieve trajectperiode succesvol konden worden bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Zij werden geactiveerd waardoor ze één tot twee treden op de participatieladder stegen. Bij dit type trajecten staan bij voortduring mensen ‘in de wacht’. De vraag overtreft doorlopend de capaciteit van ons aanbod. Marktplaats Vrijwillige Zorg (MVZ) zet zich als samenwerkingsverband met haar activiteiten in voor informele vrijwillige zorg, burenhulp en mantelzorg in de één op één relatie, veelal in de thuissituatie. In 2011 telde MVZ 33 deelnemende organisaties en/ of projecten. Met de zogenoemde ‘Meet en Greet’ dagen werden in totaal ca. 400 studenten bereikt die gematcht wilden worden aan een maatjesproject. Voor scholing en deskundigheidsbevordering was veel belangstelling, er werden in totaal 13 cursussen/ themabijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast waren er de Dementiedag met 72 en het congres “Vrijwillige Inzet Nieuwe Stijl” met 80 deelnemers. De inschrijving overschreed ruimschoots het aantal mogelijke deelnemers. MVZ heeft in samenwerking met MEE en Vrijwillige Thuis Hulp een tweejarig Sportmaatjesproject ontwikkeld voor mensen met lichamelijke beperking die willen sporten. Dit project kon in 2011 van start gaan dankzij de financiële 40
bijdrage van fondsen. Helaas werd in 2011 ook duidelijk dat de bezuinigingen veel maatjesprojecten heeft getroffen, waardoor het samenwerkingsverband MVZ onder druk komt te staan. CVD Gilde Rotterdam bestond 25 jaar in 2011 en dat is op verschillende wijzen gevierd. Een andere mijlpaal was de 1500ste vrijwilliger die is ingeschreven als aanbieder Samen Spraak; een taalhulponderdeel om anderstalige stadsgenoten te helpen met het verbeteren van hun Nederlandse spreekvaardigheid. Vanwege het Europees Jaar van de Vrijwilliger stelde Rotterdam de steunorganisaties in de gelegenheid extra groot uit te pakken om alle Rotterdamse vrijwilligers te bedanken voor hun inzet. Het resultaat was het ZOOmers Vrijwilligersfestival in Diergaarde Blijdorp op 22 juni. Het festival trok uiteindelijk een recordaantal van 6000 vrijwilligers. In de herfst zijn in samenwerking met Proxy ook een aantal zogenaamde “Ontregelcafés” georganiseerd, verspreid over de Rotterdamse deelgemeenten. Het belangrijkste doel was het inventariseren van die zaken waar vrijwilligersorganisaties tegenaanlopen en wat zij anders zouden willen in Rotterdam. Organisaties klaagden met name over het gebrek aan maatwerk rondom regelgeving. Voor kleine buurtevenementen gelden bijvoorbeeld dezelfde regels als voor grote evenementen. Maar ook over de complexiteit van de regels en de benodigde formulieren werd veel geklaagd net als over het gebrek aan flexibiliteit bij de gemeente. De Ontregelcafés vonden plaats in de deelgemeenten Prins Alexanderpolder, Noord, Charlois, IJsselmonde en Overschie. Van de uitkomsten is een waaier gemaakt genaamd Regelgeving Ontwaaiert die aan de betrokken wethouder in de stad is aangeboden. Activering Tot Activering behoorden in 2011 de CVD OK banken in Centrum en in Charlois en de dagactiviteitencentra CVD de Hille en CVD Van Speyk. Daarnaast bood het CVD dagbestedingsactiviteiten voor de doelgroep dak- en thuislozen aan. De deelnemers bij de OK-banken Centrum en Charlois zijn burgers die al dan niet een uitkering (en geen werk) hebben en een grote afstand tot de arbeidsmarkt kennen. Er zijn deelnemers bij die niet of nauwelijks hun woonhuis verlaten. De instroom van nieuwe deelnemers bij de OK-banken Charlois en Centrum is tot eind van het jaar doorgegaan. Parallel daaraan werd in het laatste kwartaal 2011 begonnen met de afronding van de activeringstrajecten waarbinnen de cliënt het gestelde doel had bereikt, hetgeen voor de OK-medewerkers een zware opdracht betekende. Zij slaagden er met de cliënten in om In 2011 ca. 50% van de activeringstrajecten af te ronden. Het resterende deel zal in de eerste helft van 2012 worden afgerond in de afsluitende afbouwfase van de beide OK-banken. Dagactiviteitencentra (DAC) de Hille en Van Speyk zijn laagdrempelig, bezoekers komen er voor een praatje, om anderen te ontmoeten en voor een kopje koffie. Daarnaast konden er activiteiten worden uitgevoerd net als gestructureerde dagbestedingstrajecten voor verschillende dagdelen per week. Voor de dagbestedingstrajecten was goedkeurig nodig van de gemeente (SoZaWe). DAC de Hille heeft in 2011 ruim 450 unieke bezoekers ontvangen en geactiveerd. Deze bezoekers deden actief mee met het dagprogramma of zochten hier een eigen dag invulling. Er kwamen gemiddeld 44 unieke bezoekers per dag. Startblok (bijhouden van groenvoorziening en het leeghalen van woningen) heeft een succesvol jaar doorlopen met gemiddeld 6 unieke deelnemers per dag werden Daarnaast werden deelnemers met een dagbestedingstraject ingezet voor diverse werkzaamheden voor opdrachtgevers Vestia en Woonstad. Voor van Speyk (dagopvang en DAC) is het aantal bezoekers in 2011 weer toegenomen naar een gemiddelde van 88. Er was de afgelopen jaren een stijgende lijn te zien in het aantal nieuwe bezoekers: in 2009 waren dat er 158, in 2010 164 en in 2011 een uitschieter naar 236. Er kwamen in 2011 146 nieuwe postadressen bij met een gemiddelde van ca. 200 adressen. Het nieuwe leslokaal dat in 2011 in gebruik werd genomen was een succes. De afgesproken productieafspraak werd voor 100% behaald. Het aantal gerealiseerde dagbestedingstrajecten bij CVD de Hille en CVD Van Speyk was 95 conform de afspraken met SoZaWe. Er zijn 27 cliënten uitgevallen en/of (on) succesvol doorgestroomd, terwijl ultimo 2011 17 nieuwe aanmeldingen in behandeling waren.
41
Samenwerkingsverbanden Met het brede aanbod voor het vrijwilligerswerk is het aantal netwerken en samenwerkingspartners in de uitvoering zowel intern als extern zeer uitgebreid. In InZ zijn verschillende ondersteuningsorganisaties op het gebied van vrijwilligerswerk samengebracht. De vaste kernleden zijn CVD Vrijwilligerswerk, de Heuvel, SVR, Proxy, Stichting Samenwerking en UVV. In de loop van het jaar is de onderlinge samenhang van het netwerk verwaterd onder invloed van de verschillende inzichten met betrekking tot de bezuinigingen en de opvattingen over de herstructurering van het Vrijwilligerswerk Rotterdam. In het kader van MaStR voert CVD activiteiten uit in samenwerking met De Heuvel en de Pot met Goud op Zuid, volgens een vastgelegd convenant. Op beleidsniveau is de samenwerking terug te vinden in een stuurgroep MaS waarin de directies van de drie organisaties en SoZaWe zitting hebben. De samenwerking is in 2011 verder uitgewerkt. Binnen Marktplaats Vrijwillige Zorg (MVZ) waren 33 deelnemende organisaties en/ of projecten actief. CVD MVZ ondersteunt en faciliteert vernieuwing in het netwerk van de bij haar aangesloten organisaties. Vertegenwoordigers van de deelnemende maatjesprojecten hebben zitting in één of meer werkgroepen, een plaats waar informatie wordt uitgewisseld en kennis wordt opgedaan over een speciaal thema. Ook is er twee keer per jaar een directeurenoverleg waar ontwikkelingen en beleidsvraagstukken op de agenda staan. In 2011 is er een samenwerking tot stand gekomen tussen het Gemeente Archief (GA) en Gilde. Scholen kunnen sindsdien kiezen voor een combinatie van een activiteit bij het GA en een herdenkingswandeling met Gilde. Bij het GA krijgen de kinderen onder andere een film te zien met een ooggetuigenverslag van het bombardement en het document van de overgave van Rotterdam. 5 Scholen met in totaal 23 groepen hebben hiervan in 2011 gebruik gemaakt. Op landelijk niveau is Gilde Samen Spraak Nederland (GSS) nauw gaan samenwerken met het Landelijk Netwerk Thuislesorganisaties (LNT). Het LNT is de landelijke koepelorganisatie voor thuislesorganisaties en andere informele taalprojecten. Vrijwillige Thuisadministratie is gestart als een van drie pilotprojecten (de twee andere zijn Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Centrum (SMDC) en Humanitas). Met hen was er regelmatig overleg en afstemming over de werkwijze, de voortgang en ervaringen. Tot het gestarte stedelijk overleg thuisadministratie traden ook zes andere organisaties met thuisadministratie toe. 4.3 Kwaliteitsbeleid Algemeen Het kwaliteitsbeleid van het CVD richt zich op het continu borgen en verbeteren van primaire en ondersteunende processen in de dienstverlening aan onze cliënten en opdrachtgevers onder het motto “Versterken en Beperken”. Uitgangspunten kwaliteitsbeleid Kwaliteit betekent voor het CVD het leveren van professionele dienstverlening en ondersteuning, waarbij de cliënt centraal staat. Daarbij is sprake van vraaggerichte, effectieve, slagvaardige en veilige dienstverlening. Hulp en ondersteuning worden aangeboden aan (groepen van) burgers, veelal met sociaal economische en/of sociaal maatschappelijke problemen. Het doel is bij de cliënt een zodanige persoonlijke ontwikkeling te realiseren dat deze zich in de samenleving kan handhaven, ontplooien, actief aan het maatschappelijk leven kan deelnemen én verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen kan dragen. Deze visie is gestoeld op een viertal uitgangspunten: De cliënt staat centraal; de behoeften en wensen van de cliënt zijn leidend voor de wijze waarop de hulp en ondersteuning wordt aangeboden. De hulpverlening en ondersteuning zijn: professioneel en van hoogwaardig niveau. zonder onnodige veiligheidsrisico’s; dat wil zeggen doeltreffend en onbedoelde effecten worden voorkomen. vraaggericht, doelmatig en cliëntgericht. De cliëntgerichtheid komt tot uitdrukking in de bejegening en goede informatievoorziening.
42
Transparantie Het CVD hecht veel waarde aan het inzichtelijk maken van de kwaliteit van haar hulpverlening en ondersteuning voor cliënten en samenleving. Alhoewel voor een deel van de activiteiten nog geen branche brede prestatie indicatoren zijn ontwikkeld en vastgesteld (voor de Maatschappelijke Opvang is dit in 2011 wel gebeurd; deze zullen met ingang van 2012 worden gehanteerd), levert het CVD kwaliteitsgegevens aan ten behoeve van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording, die door Zichtbare Zorg (VWS) gepubliceerd worden op de website www.zichtbarezorg.nl/ggz. Ontwikkelingen kwaliteitsbeleid 2011 Algemeen Ook in 2011 zijn verbeteringen doorgevoerd op het gebied van het kwaliteitsbeleid. Deze verbeteringen werden deels ingegeven door de uitgevoerde externe audits. Zo werd begin 2011 tijdens de uitgevoerde audit geconstateerd dat de cliënttevredenheidsonderzoeken die het CVD met een vaste regelmaat houdt feitelijk niet alle cliëntgroepen van de organisatie omvatten. Dat heeft geleid tot een Plan van Aanpak dat er op was gericht om met ingang van 2012 voor elk van de cliëntgroepen een daarop toegesneden CTO te gaan uitvoeren. Audits In 2011 zijn 2 AO/IC controles uitgevoerd alsmede 2 interne- en 2 externe audits, waarvan er één was gericht op de hercertificering van het CVD. Met het oog daarop werd begin 2011 een keuze gemaakt voor de externe auditor waar het CVD gedurende de periode 2011-2014 zal werken. De keuze viel daarbij op het continueren van de relatie met Lloyd’s. De externe auditoren constateerden in 2011 dat het gehanteerde kwaliteitssysteem binnen het CVD geen papieren geheel is, maar dat het systeem ‘leeft’ bij de medewerkers. Ook werd geconstateerd dat het kwaliteitsbewustzijn en bijbehorende gedrag geborgd te zijn in de uitvoering. organisatie. Het belang dat het CVD hecht aan kwaliteit, betaalde zich in 2011 uit door de gerealiseerde hercertificering. Om voldoende prikkels te houden in het op orde houden van de dossiers, zal de werkwijze ten aanzien van de AO/ IC controles worden aangepast. Hierdoor zullen in 2012 niet op twee van te voren aangekondigde momenten maar continue controles worden uitgevoerd. Informatiebeveiliging Informatiebeveiliging zoals weergegeven in de norm NEN 7510 stond in 2011 wederom op de agenda. In het laatste kwartaal van 2010 werd een extern onderzoek uitgevoerd naar de stand van het beveiligingsbeleid binnen het CVD, de risico´s die op dit punt worden gelopen en de te nemen maatregelen. Dat heeft in het eerste kwartaal van 2011 geleid tot het stellen van een viertal prioriteiten, waarvan de eerste twee in 2011 werden opgepakt. Klachten Het CVD heeft een klachtenreglement voor cliënten met het oog op een zorgvuldige behandeling van hun klachten. De klachtenregeling bestaat uit een interne klachtenbehandeling (door de leidinggevende(n) van het CVD) en een externe klachtenbehandeling (door de Externe klachtencommissie; bedoeld voor cliënten als de leidinggevende(n) niet tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen komen). De externe klachtencommissie bestond in 2011 uit een drietal onafhankelijke leden. De honorering van de klachtencommissie bedraagt € 80,-- per uur dat men inzet pleegt. Het CVD beschikt over een klachtenmonitor die eenmaal per kwartaal wordt geanalyseerd ten behoeve van directie en eerste lijns management. Daaruit is gebleken dat in 2011 in totaal 15 officiële (dat wil zeggen schriftelijke) klachten bij het CVD zijn ingediend. Dat is een forse daling ten opzichte van 2010 (33). Omdat geen eenduidige verklaring voor deze daling kon worden gevonden, zal hieraan in 2012 aparte aandacht worden besteed. Het vermoeden bestaat dat de discipline ten aanzien van het melden van klachten die minnelijk worden afgedaan is afgenomen. Privacyschending was daarbij de hoogst (5x) scorende klachtgrond, gevolgd door klachten over de bejegening en de kwaliteit van de dienstverlening (elk 4x). In vrijwel alle klachtbehandelingen werd conform de afspraken over de doorlooptijd van 4 weken gehandeld. Een aantal klachten heeft geleid tot het doorvoeren van werkinhoudelijke kwaliteitsverbeteringen. Er werd in 2011 één officiële klacht ingediend die niet intern kon worden opgelost. Afhandeling geschiedde door de externe klachtencommissie, die de klacht deels gegrond verklaarde. Incidentmeldingen
43
Incidenten, ongevallen en calamiteiten worden eveneens gemonitord terwijl daarvan eenmaal per kwartaal een analyse met conclusies en aanbevelingen wordt opgesteld. De analyse werd in 2011 steeds in een overleg tussen directie en eerste lijns managers besproken met het oog op de over te nemen respectievelijk op te volgen aanbevelingen. Daarnaast werd in 2011 het onderwerp uitvoerig aan de orde gesteld in een van de reguliere bijenkomsten voor het gehele CVD management. Het versterkte incidentbewustzijn en de toegenomen meldingsbereidheid heeft zichtbaar geleid tot een toename van het aantal incidentmeldingen. In totaal zijn in 2011 333 unieke incidenten gemeld tegenover 167 in 2010. Agressie incidenten vormende daarbij de meerderheid (in 58% van de gevallen betrof het daarbij agressie gericht op CVD medewerkers). Het aantal brandmeldingen verdubbelde in 2011 (steeg van 45 naar 96) waarbij regelmatig sprake was van loos alarm. Met een aantal verhuurders wordt bezien in hoeverre de brandmeldingssystemen kunnen worden aangepast. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten en medewerkers In 2011 verscheen de set prestatie indicatoren zoals die zijn ontwikkeld door de Federatie Opvang. Deze set maakt deel uit van sindsdien landelijk te gebruiken CQ-index als methode om de tevredenheid van cliënten in de maatschappelijke opvang te meten. Eind 2011 heeft het CVD en externe partij opdracht gegeven tot het houden tot het hiervoor bedoelde cliënttevredenheidsonderzoek (CTO), een onderzoek dat in het verleden door de Cliëntenraad van het CVD zelf werd gehouden (voor het laatst over de periode 2007-2009). Dat is echter niet langer toegestaan. De uitkomsten van het onderzoek zullen begin 2012 beschikbaar komen en worden besproken met de Cliëntenraad. In 2011 vond geen Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) plaats, omdat dit eind 2010 was uitgevoerd. Dat betekent dat het eerstvolgende MTO in 2012 zal worden uitgevoerd. Veiligheid CVD geeft vorm en inhoud aan haar veiligheidsbeleid door: • Bedrijfshulpverleningsbeleid, door training & opleiding van personeel op dit gebied, inclusief jaarlijkse ontruimingsoefeningen voor elke CVD werkeenheid en het eenmaal per jaar houden van een grote crisioefening . • CVD heeft een Arbeidsomstandighedenbeleid waaraan uitvoering wordt gegeven. Het uitvoeren van Risico inventarisaties en het aanpakken van gesignaleerde verbeterpunten maakt hiervan onderdeel uit. In 2011 heeft voor alle werkeenheden van het CVD een nieuwe RIE plaatsgevonden. Afronding daarvan inclusief het opstellen van een Plan van Aanpak ingeval van te nemen maatregelen zal begin 2012 aan de directie ter besluitvorming worden voorgelegd. • Aan ambulant werkenden medewerkers zijn protocollaire instructies verstrekt ten aanzien van gegevensbeheer, gegevensdragers en transport. • Er worden trainingen hoe om te gaan met agressie en trainingen Bedrijfshulpverlening aan medewerkers aangeboden. Daarnaast is in 2011 in een tweetal management bijeenkomsten uitvoerig aandacht geschonken aan het vraagstuk van het grensoverschrijdend gedrag (door cliënten zowel als door medewerkers). De resultaten van de bijeenkomsten zullen worden meegenomen in het te actualiseren Gedragsreglement waarover begin 2012 besluitvorming zal plaatsvinden. 4.4 Personeelsbeleid Het CVD had in december 2011 in totaal 569 medewerkers (442 fte) in loondienst (exclusief 24 stagiaires), waarvan 61 medewerkers met een oproepcontract. Verloop personeel Gemiddeld kende het CVD in 2011 584 medewerkers tegenover 593 medewerkers in het jaar daarvoor. Het verloop bedroeg in 2011 19% (111 medewerkers) tegenover een nieuwe instroom van ruim 13% (78 medewerkers). Van de in dienst getreden medewerkers zijn er 38 de Flexpool ingestroomd. Hoewel er het jaar door (in verschillende fasen) werd gereorganiseerd, hebben daarbij geen gedwongen ontslagen plaatsgevonden. In de gevallen waarin intern herplaatsing niet aan de orde was, kon via natuurlijk verloop dan wel met behulp van een minnelijke regeling een voor beide partijen bevredigende oplossing worden gevonden.
44
Categorie
Aantal personen 2009
2010
Instroom
137
84
Uitstroom
105
111
2011
Aantal fte 2009
2010
2011
78
73
51
64
111
86
55
91
Arbeidsvoorwaarden In 2011 is de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening stilzwijgend verlengd. Het CVD heeft conform de cao gewerkt. In het kader van de reorganisatie werd na overleg met de bonden in september 2011 een nieuw Sociaal Plan overeengekomen. Het plan is gestoeld op de huidige cao. Met het oog op een open communicatie binnen de organisatie én om alle medewerkers op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied van de noodzakelijke reorganisatie is medio oktober 2011 een brief naar alle medewerkers gestuurd waarbij iedereen zo concreet mogelijk werd geïnformeerd over de gevolgen van de reorganisatie voor de medewerkers. Arbeidsomstandigheden Er is in 2011 opnieuw met een zekere regelmaat aandacht geschonken aan het ziekteverzuimbeleid. Ten opzichte van 2010 was sprake van ene lichte stijging waarmee het percentage uitkwam op ruim 6% (in 2010 net geen 6%). Gezien de onrust die door het jaar heen binnen de organisatie speelde in verband met door verschillende opdrachtgevers aangekondigde bezuinigingen van kortingen door diverse opdrachtgevers was de stijging niet onrustbarend, maar ongewenst was die wel! Omdat nadere analyses aangaven dat er een groot verschil in percentages bestaat tussen de verschillende werkeenheden, is in de loop van 2011 besloten om het aantal generieke maatregelen te beperken om de aandacht te richten op een maatwerkaanpak voor de werkeenheden waar het percentage en/of de meldingsfrequentie te hoog is alsmede voor de werkeenheden die zich in een risicofase bevinden. De ontwikkelde aanpak wordt in 2012 verder uitgerold binnen het CVD en zal dan moeten leiden tot een daling van het verzuim en de frequentie (in 2011 was die 1,5, in 2010 1,4). In 2011 zijn met een frequentie van 6 weken Sociaal Medische Team overleggen gehouden. Daarbij waren steeds de betrokken directeur, clustermanager, teamleiders, P&O consulent en bedrijfsarts aanwezig. Centraal stond de casuïstiek rond de frequent en/of langdurig zieke medewerkers. De nieuwe bedrijfsarts die medio 2010 werd aangesteld, liet eind 2011 weten van baan te gaan veranderen, zodat het CVD per 1 januari a.s. opnieuw met een nieuwe bedrijfsarts te maken zal krijgen. Agressietrainingen en trainingen Bedrijfshulpverlening zijn aangeboden aan die medewerkers die het uit hoofde van de functie nodig hebben. Het crisisteam is éénmaal bijeen geweest voor een oefening crisismanagement. Voorts zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld om contact op te nemen met de GGD met het oog op bescherming tegen TBC en Hepatitis. Nieuwe medewerkers zijn in de gelegenheid gesteld om zich preventief op TBC te laten onderzoeken. Tenslotte is per 1 januari 2011 het geautomatiseerde roosterprogramma Harmony in gebruik genomen. Scholing, opleiding en training In 2011 (opnieuw) aandacht besteed aan het professionaliseren van medewerkers. Naast de bedrijfsbrede trainingen (waaronder agressietrainingen en trainingen bedrijfshulpverlening) vonden ook diverse specifieke trainingen op afdelingen plaats. Ook is opnieuw veel aandacht besteed aan het thema kwaliteit. Voorts zijn voorbereidingen getroffen en werd gestart met het trainen van medewerkers in de MO op het gebied van de Herstelwerkmethodiek. Tenslotte werd in het kader van het cultuurtraject onder meer een aantal interactieve workshops voor het voltallige management van het CVD georganiseerd.
45
Kwaliteit van het werk In het kader van HKZ is in 2011 gestart met het vereenvoudigen van P&O beleid en (wek)processen. De P&O hoofdlijnen zijn vastgesteld en van daaruit vindt vereenvoudiging plaats op een zodanige wijze dat wordt aangesloten bij de wenen van de intern klant en het management. Dit proces zal in 2012 worden afgerond. Ook werd de algehele revisie van de functiebeschrijvingen ter hand genomen. Dit proces zal in 2012 worden afgerond. Bedoeling is met de revisie tevens sanering van het grote aantal functiebeschrijvingen dat binnen de organisatie is ontwikkeld. Dat geschiedt binnen het bestaande functiehuis. De gereviseerde functiebeschrijvingen zullen tevens een aantal bedrijfs-, groeps- en eventueel functie specifieke competenties bevatten, ter voorbereiding van de invoering van competentiemanagement. Diversiteit Het CVD houdt als maatschappelijke organisatie rekening met de diversiteit van haar cliënten op het gebied van leeftijd, diverse culturele achtergronden en sekse. Ook in 2011 werd daarom een diversiteitbeleid uitgevoerd dat erop was gericht optimale en duurzame inzetbaarheid en productiviteit van alle medewerkers te bereiken, daarbij rekening houdend met al hun verschillen en overeenkomsten. Het personeelsbestand van het CVD zag er in 2011 qua leeftijdsopbouw als volgt uit: 15-24 jaar: 5%, 25-34 jaar: 23%, 35-44 jaar: 21%, 45-54 jaar: 26%, 55-64 jaar: 24%, 65>: 1%. Van de medewerkers was 66% vrouw en 34% man. Deze verhouding kende het CVD ook in 2010. Flexpool Door de omvang van het aantal medewerkers met een 0-urencontract en doordat deze medewerkers breder inzetbaar zijn bleek het van belang om een goede Flexpool neer te zetten. Door de invoering van Harmony kwam er overzicht van de inzet van de flexibele medewerkers waardoor er management/stuurinformatie kan worden gegenereerd. Dit maakte het mogelijk de Flexpool direct goed in te richten. 4.5. Samenleving en belanghebbenden Het CVD heeft in 2011 zelf geen activiteiten in het kader van het maatschappelijke ondernemen uitgevoerd. Wel wordt het CVD met enige regelmaat betrokken bij activiteiten die andere partijen (onder andere RABO bank) daaromtrent uitvoeren. 4.6. Financieel beleid Het exploitatieresultaat 2011 komt overeen met het verwachte resultaat conform de begroting en zit globaal op het niveau dat ook in 2010 werd gerealiseerd. Het resultaat bedraagt afgerond € 915.000. Daardoor is de organisatie opnieuw in staat geweest de (financiële) kwetsbaarheid te verminderen.
46
47
Tekst: CVD Ontwerp: CVD Communicatie Versie: 1-2012 Centrum Voor Dienstverlening Glashaven 42 3011 XJ Rotterdam t. (010) 243 81 00 e.
[email protected] i. www.cvd.nl