Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
Algemene gegevens Naam Stichting Bernardus Wonen Gemeente van vestiging Halderberge Gemeenten werkgebied Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht, Breda, Etten-Leur, Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg, Zundert, Baarle-Nassau. Adres Bosschendijk 219 4731 DD Oudenbosch Postbus 97, 4730 AB Oudenbosch Telefoon: (0165) 34 92 00 Fax: (0165) 31 83 33 Internet: www.bernarduswonen.nl e-mail:
[email protected] Oprichtingsdatum 23 februari 1962 Besluit waarbij de instelling is toegelaten Koninklijk Besluit nr. 14 van 1962 Instellingsnummer L 1761 NRV 01809 Kamer van Koophandel Ingeschreven in het handelsregister onder nummer 20024732 bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant te Breda Statuten laatstelijk gewijzigd op 22 september 2008
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
3
Inhoudsopgave Voorwoord Jaarverslag 2012 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Hoofdstuk 2 2.1 2.2 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Hoofdstuk 7 7.1 7.2 Hoofdstuk 8
Organisatie Takendiscussie Ondernemingsplan 2011 - 2014 Personeel en organisatie Sponsoring Maatwerk in kernen Samenwerking Leefbaarheid Variatie in huisvestingsbehoeften Woningzoekenden Woningaanbod Doelgroepenbeleid Wonen en zorg Bijzondere doelgroepen Betaalbaarheid Dynamiek in de bestaande voorraad Kwaliteitsverbetering Onderhoud Verkoop Nieuwbouw Eigentijdse dienstverlening Informatisering en automatisering Klantenpanel Kwaliteitszorg Woondiensten Huursector (KWH) Bereikbaarheid Beheerste inzet van vermogen Financiën Financieren Beleggen Investeringen na 2012 Fiscaliteit Bestuursverslag Bestuursverslag Verklaring besteding der middelen in het belang van de volkshuisvesting Verslag Raad van Commissarissen
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
7 8 9 9 10 12 13 14 14 16 18 18 18 19 20 22 23 25 25 26 27 28 29 29 29 30 31 32 32 38 40 41 41 43 43 45 46
4
Bijlagen Bijlagen bij hoofdstuk 1 Organisatie, nevenstructuren en samenwerkingsverbanden Ondernemingsraad Personeel en ziekteverzuim Sponsoring Bijlagen bij hoofdstuk 4 Nieuwbouwprojecten Bijlagen bij hoofdstuk 6 Risicobeheer en governance
Jaarrekening 2012 Geconsolideerde balans per 31-12- 2012 (voor resultaatbestemming) Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2012 Grondslagen voor de waardering van de geconsolideerde activa en passiva Grondslagen voor de bepaling van het geconsolideerde resultaat Toelichting op onderscheiden posten van de geconsolideerde balans Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Gebeurtenissen na balansdatum Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 2012 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 Enkelvoudige balans per 31-12- 2012 (voor resultaatbestemming) Enkelvoudige winst- en verliesrekening 2012 Waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen voor de enkelvoudige jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige balans 2012
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Resultaatbestemming Kengetallen Verbonden rechtspersonen
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
50 51 51 52 53 54 55 55 56 56 61 62 64 65 77 80 97 100 101 112 114 116 117 117 119 120 121 125 126 128
5
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
6
Voorwoord Het jaar 2012 is door Bernardus Wonen feestelijk ingezet. Op 23 februari 2012 bestond onze woningcorporatie 50 jaar. Een jubileumjaar, dat we met huurders, relaties en medewerkers gedurende het jaar aandacht hebben gegeven. Afsluiting van deze periode heeft ons ook doen stil staan bij onze kerntaak. In onze bezinning over onze taakopvatting hebben we herbevestigd dat goede huisvesting van onze primaire doelgroep echt onze kerntaak is. Met dit jaarverslag leggen wij verantwoording en rekenschap af en geven wij belanghebbenden en belangstellenden inzicht in het gevoerde beleid, de werkzaamheden van het afgelopen jaar en de financiële huishouding van Bernardus Wonen. We doen dit met een leidraad in de hand; ons ondernemingsplan 2011-2014 “Met vertrouwen de toekomst in. Kerngericht en doelgericht”. Daarin hebben we de te behalen resultaten voor dit jaar beschreven. De volledige inventarisatie van ons woningbezit in combinatie met de APK-keuring van de woning is het afgelopen jaar uitgevoerd en vormt de basis voor ons toekomstige strategisch voorraad – en onderhoudsbeleid. Verdere samenwerking met onze belanghouders en ketenpartners heeft het afgelopen jaar ook een aantal concrete zaken opgeleverd. Zo sloten we samen met een aantal collega-corporaties op 12-12-’12 aan bij het vernieuwde regionaal woonruimteverdeelsysteem “Klik voor Wonen”. Daarmee wordt onze woningzoekenden optimaal toegang geboden tot hun mogelijkheden op de huurwoningmarkt. Oplevering van nieuwbouwhuurwoningen was dit jaar nihil. Wel werd in Standdaarbuiten ’t Sandt, een multifunctioneel ontmoetingscentrum, in gebruik genomen. Op financieel gebied zijn het afgelopen jaar een aantal stappen genomen. Als gevolg van gewijzigde regelgeving heeft een stelselwijziging voor de waarderingsgrondslagen plaats gevonden. Daarnaast zijn ook de ontwikkelingslocaties opnieuw gewaardeerd. Over het boekjaar 2012 heeft Bernardus Wonen over de bedrijfsuitoefening na belasting een negatief resultaat van € 0,3 miljoen behaald. Dit alles heeft er toe geleid dat het eigen vermogen en de solvabiliteit het afgelopen jaar zijn versterkt. Deze financiële positie krijgt de komende jaren echter behoorlijk te incasseren want Bernardus Wonen moet de komende jaren fors afdragen aan saneringssteunheffing en verhuurdersheffing. Minder middelen zijn er de komende jaren beschikbaar, echter onze maatschappelijke opgaven nemen eerder toe dan af, zeker nu de overheid steeds verder terugtreedt. Onze doelgroep, voornamelijk huurders en woningzoekenden met een laag inkomen, krijgt het de komende jaren niet makkelijk. Een grotere bijdrage , niet alleen in financiële zin, wordt van hen verwacht. Van Bernardus Wonen mag verwacht worden dat zij met en voor haar bewoners zorgt dat het betaalbaar wonen blijft in Halderberge en Moerdijk.
Wil Hectors Directeur – bestuurder
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
7
JAARVERSLAG 2012
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
8
Hoofdstuk 1
Organisatie
1.1 Takendiscussie In 2012 hebben wij een takendiscussie gevoerd over onze rol en inzet bij maatschappelijke opgaven. Aanleiding hiervoor was onder andere de strategische verkenning die in 2011 is uitgevoerd voor Bernardus Wonen. Tijdens deze verkenning is geconstateerd dat: Bernardus Wonen haar taak wel heeft gedefinieerd, maar niet consequent heeft doorvertaald naar activiteiten. Daarom is soms onduidelijk waarom Bernardus Wonen sommige activiteiten wel of niet doet. Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen ook aangegeven het wenselijk te vinden dat de taakopvatting van Bernardus Wonen met betrekking tot doelgroepen en het maatschappelijk speelveld breder wordt opgevat. Wij hebben onszelf de vraag gesteld: Waartoe zijn wij als woningcorporatie op aarde? Uit deze discussie hebben we de conclusie getrokken dat de missie en visie van Bernardus Wonen, zoals in ons ondernemingsplan zijn omschreven, te weinig specifiek zijn. Dit heeft tot gevolg dat zowel voor de interne organisatie als bij partners soms onduidelijk is waar de organisatie prioriteit legt en welke activiteiten Bernardus Wonen wel of niet oppakt. Dat kan tot verkeerde verwachtingen leiden. Uit de takendiscussie kwamen de volgende 4 speerpunten voor onze organisatie naar voren: 1. Huurders zijn de kern van Bernardus Wonen De kernklanten van Bernardus Wonen zijn bestaande en toekomstige huurders. De kernactiviteit is het bieden van goede huurwoningen. Deze activiteit staat voorop en is niet dienend om overige taken te financieren of mogelijk te maken. Het bouwen en/of aanbieden van koopwoningen of dure huurwoningen is dus geen primaire activiteit waar Bernardus Wonen zich meer mee bezighoudt. Alleen als de markt dit onvoldoende oppakt en ook onze doelgroepen hierdoor onvoldoende bediend kunnen worden, kan deze taak door ons opgepakt worden. 2. Betaalbaarheid Bernardus Wonen ziet de betaalbaarheid van wonen voor mensen die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien als haar kerntaak. 3. Pro-actieve houding Bernardus Wonen neemt een actieve rol nemen bij het signaleren van opgaven rond wonen in de samenleving en maakt heldere keuzes welke taak wij voor onszelf zien bij het aanpakken van deze opgaven. Dit houdt in dat wij nauwe contacten onderhouden met klanten en partners en ontwikkelingen in onze werkomgeving bijhouden zodat we hier op kunnen inspelen. 4. Partnerschap Bernardus Wonen gaat er vanuit dat wij nog sterker toe moeten groeien naar partnerschap met onze belanghouders bij het oppakken van opgaven in de samenleving. Juist nu onze partners, zoals andere woningcorporaties, gemeenten en zorgpartijen, steeds minder geld voor investeringen beschikbaar hebben, moet gezamenlijk gezocht worden naar een slimme en efficiënte, maar vooral ook gezamenlijke aanpak van opgaven in de samenleving. Bovenstaande punten hebben in 2012 als leidraad gediend voor onze beleidskeuzes. Het versterken van onze pro-actieve houding en het partnerschap komen onder meer terug in ons personeelsbeleid en in de samenwerking met gemeenten en andere woningcorporaties. In 2013 evalueren we ons huidige ondernemingsplan. De leerpunten uit de takendiscussie betrekken wij daar ook bij.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
9
1.2 Ondernemingsplan 2011 - 2014 In 2010 hebben we ons ondernemingsplan voor de periode 2011 – 2014 vastgesteld. In dit ondernemingsplan, met als titel “Met vertrouwen de toekomst in. Kerngericht en doelbewust”, staat omschreven waar Bernardus Wonen voor staat, hoe wij onze maatschappelijke rol zien en welke strategische keuzes wij voor de komende jaren hebben gemaakt. In onderstaand schema staat weergegeven welke actiepunten voor 2012 in ons ondernemingsplan staan benoemd en welke resultaten we hebben bereikt. Bij de resultaten staat, indien van toepassing, het paginanummer genoemd waar het betreffende onderwerp nader wordt toegelicht.
actiepunt ondernemingsplan 2011-2014
bereikte resultaten 2012
Vastleggen uitvoeringsplannen in prestatieafspraken met gemeenten
In 2011 zijn nieuwe prestatieafspraken vastgesteld met de gemeente Halderberge. Het maken van nieuwe prestatieafspraken met de gemeente Moerdijk is op hun verzoek doorgeschoven naar 2013.
actiepunt ondernemingsplan 2011-2014
bereikte resultaten 2012
Vergroten slagingskans starters door labeling en voorrang bij woningen met huurprijs tot € 450,- maximaal
In 2012 heeft een evaluatie plaatsgevonden naar de effectiviteit van de opstapwoningen. We concluderen dat de voorrangsregeling effectief is en moet worden voortgezet, zeker in de kleine kernen. Zie ook pagina 20. Sinds onze aansluiting bij Klik voor Wonen hanteren wij een nieuwe classificatie voor de labeling van geschikte woningen voor mensen met een mobiliteitsbeperking. Woningen zijn gelabeld als gelijkvloers, rollatorgeschikt of rolstoelgeschikt. In 2013 wordt onderzocht hoeveel woningen we in deze 3 categorieën hebben. Op basis hiervan bepalen we vervolgens of dit aanbod aansluit op de (ontwikkeling van de) vraag en stellen we onze doelstellingen opnieuw vast. Zie ook pagina 21. In 2012 organiseerde Bernardus Wonen samen met de gemeente Halderberge 2 bijeenkomsten over wonen en zorg. In april werd het eerste brede Woonberaad georganiseerd in Halderberge, met als thema “ouderenhuisvesting”. In november vond een informatiepodium plaats over het thema “scheiden van wonen en zorg”. Zie ook pagina 20.
Toename realiseren van het aantal nultreden woningen met circa 35 %
Initiatief tot bijeenkomst over wonen en zorg met gemeenten en zorgpartners
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
10
actiepunt ondernemingsplan 2011-2014
bereikte resultaten 2012
Afronden pilotprojecten 2 complexen
De 2 pilotprojecten worden in 2013 opgeleverd en geëvalueerd. Zie ook pagina 25. Vanaf maart 2012 wordt de kwaliteitsaanpak toegepast. In 2013 volgt een evaluatie van het portfolioplan. Zie ook pagina 25. Dit project is, vanwege een vertraging in de oplevering van benodigde labelgegevens eind 2012 door woningopnames, opgeschoven naar 2013. Zie ook pagina 26.
Herijken, actualiseren en implementeren portfolioplan. Opleveren plan van aanpak energielabel
actiepunt ondernemingsplan 2011-2014
bereikte resultaten 2012
Opleveren digitaal aannemersportaal
In aanloop naar het aannemersportaal is in 2012 gestart met het digitaliseren en automatiseren van de woningopname. Medio 2013 kunnen we hier daadwerkelijk mee aan de slag. Het aannemersportaal wordt eind 2013 opgeleverd. Met het huurderportaal kunnen huurders zelf hun eigen gegevens (deels) invoeren en actueel houden. Het huurderportaal wordt in 2014 opgeleverd. Onze digitale dienstverlening is de laatste jaren uitgebreid. Onder meer doordat steeds meer services via de website worden aangeboden, maar ook door de aansluiting bij Klik voor Wonen en de introductie van een deurwaardersportaal. De doelstelling van 30% wordt gehaald met het inrichten van een klantenportaal voor reparatieverzoeken. Besluitvorming hierover volgt in 2013. Per 12-12-2012 zijn wij aangesloten bij woonruimtebemiddelingsysteem Klik voor Wonen. Binnen dit samenwerkingsverband hebben we onze toewijzingscriteria opnieuw bepaald. Binnen Klik voor Wonen wordt op regelmatige basis bekeken of aanpassing van de geldende regels noodzakelijk is. Zie ook pagina 15. In 2012 hebben we binnen het project ‘Op de koffie bij” 37 huishoudens met oudere huurders bezocht. Daarbij werd informatie opgehaald over hun woonbeleving en toekomstverwachtingen. Zie ook pagina 29.
Opleveren digitaal huurderportaal
Digitaal afwikkelen van minimaal 30 % van de contacten met (aspirant)huurders.
Evalueren toewijzingsbeleid en de toewijzingscriteria.
Gebruikmaken van klantenpanels in samenwerking met de HBV
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
11
actiepunt ondernemingsplan 2011-2014 Verkoop bestaande huurwoningen, minimaal 30 in 2011 en minimaal 20 per jaar in 2012, 2013 en 2014. Mogelijkheden fondsenwerving onderzoeken en vaststellen bij alternatieve vormen van verkoop en verhuur bij investeringen in duurzaam bouwen en wonen
bereikte resultaten 2012 In 2012 zijn 49 huurwoningen verkocht. Zie ook pagina 27. Voor fondswerving maken wij gebruik van bestaande netwerken, zoals o.a. gemeente, provincie, Aedes en Kring Vastgoed, om de mogelijke fondsen en subsidies in beeld te brengen. Voor corporaties zijn de mogelijkheden echter vaak beperkt.
Organisatie actiepunt ondernemingsplan 2011-2014 Analyse INK-model uitvoeren en plan van aanpak kwaliteitsverbetering opleveren. Ontwikkelen en implementatie belanghouderstrategie.
Ontwikkelen integraal beleid informatiebeheer.
bereikte resultaten 2012 In vervolg op de INK-analyse die in 2011 is uitgevoerd is in 2012 nieuw personeelsbeleid ontwikkeld. Zie ook pagina 12. In 2012 zijn de belangrijkste belanghouders onderscheiden. Per belanghouder is een beheerder benoemd en zijn doelen bepaald. Daarbij is bij een aantal doelen voor een regionale aanpak gekozen. Dit maakt onderdeel uit van de aanpak optimalisering informatisering en automatisering. Zie ook pagina 29.
1.3 Personeel en organisatie Op 31 december 2012 waren er 42 personen in dienst bij Bernardus Wonen. Dit aantal is ongewijzigd ten opzichte van 20111. In 2011 heeft een INK-analyse plaatsgevonden. Hieruit bleek dat er, om de doelen uit het ondernemingsplan te kunnen bereiken, een andere manier van werken nodig is. Naar aanleiding hiervan zijn we in 2012 gestart met de invoering van resultaatgericht werken. Door middel van de invoering van een HRM-gesprekscyclus en het omzetten van de bestaande functieprofielen naar resultaatgericht opgestelde functieprofielen, willen we komen tot een resultaatgerichtere manier van werken waarbij verantwoordelijkheid meer op de werkvloer wordt gelegd. In 2013 gaan we oefenen met deze manier van werken. Het is de bedoeling dat vanaf 2014 deze manier van werken voldoende is ingebed in de organisatie om het beoordelingsysteem hierop te baseren. In 2013 nemen we onze organisatiestructuur nader onder de loep. Doel hiervan is te onderzoeken hoe we onze organisatie zo goed mogelijk kunnen laten aansluiten bij onze taakopvatting en bij de eigentijdse dienstverlening die wij willen bieden.
1
In de bijlage op pagina 51 is een overzicht opgenomen van aanvullende gegevens over de organisatie, waaronder nevenstructuren, samenwerkingsverbanden en informatie vanuit de ondernemingsraad.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
12
1.4 Sponsoring Bernardus Wonen ondersteunt verschillende initiatieven in de kernen waar wij werkzaam zijn. Hierbij kijken wij vooral of de activiteit een inhoudelijke of geografische relatie heeft met ons werkterrein. Tevens dient er een toegevoegde waarde te zijn voor (een deel van) onze huurders. Ook in 2012 hebben we in alle kernen waar wij actief zijn een of meerdere initiatieven gesteund2.
2
Zie in de bijlage op pagina 54 een overzicht van de initiatieven waaraan wij in 2012 een sponsorbijdrage hebben geleverd.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
13
Hoofdstuk 2
Maatwerk in kernen
Doelstelling: Inzichtelijk maken wat de ontwikkelingen en behoeften zijn per kern en samen met de gemeente een plan van aanpak vaststellen om hier gericht op in te kunnen spelen.
2.1 Samenwerking Om maatwerk te kunnen bieden in kernen is het soms nodig om boven het lokale niveau uit te stijgen en afstemming te zoeken op regionaal niveau. Door samen te werken voegen wij veel kennis, kunde, maar ook middelen toe aan onze eigen mogelijkheden. Doel hiervan is altijd om te komen tot betere resultaten, ook bij de ontwikkeling op lokaal niveau. Samenwerken betekent altijd een stukje van jezelf inleveren. Immers vanuit het samenwerkingsverband wordt gezamenlijk een richting bepaald, je stuurt niet meer alleen. Dat vraagt een andere manier van werken, die vaak complexer is, maar ook meer resultaat oplevert. Onderzoek Stampersgat In 2012 heeft Bernardus Wonen, in nauwe samenwerking met de Samenstichting Stampersgat, KBO Stampersgat en Seniorenraad Halderberge, een onderzoek gedaan naar de woningbehoeften in Stampersgat. De aanleiding voor dit onderzoek was het niet doorgaan van een eerder gepland woningbouwproject in Stampersgat, nadat dit financieel niet langer haalbaar was. Uit het woningmarktonderzoek bleek dat er (een bescheiden) behoefte is aan woningen die geschikt zijn voor senioren in Stampersgat. In vervolg op het onderzoek is een werkgroep opgericht, waarin ook belanghebbenden uit Stampersgat en de gemeente zijn vertegenwoordigd. De werkgroep heeft tot doel Bernardus Wonen te adviseren over mogelijke bouwlocaties voor een seniorencomplex in Stampersgat. Dit advies is eind 2012 overhandigd aan de directie. In 2013 wordt het bouwplan nader uitgewerkt. Dit was de eerste keer dat wij een woningmarktonderzoek uitvoerden op kernniveau, in directe samenwerking met belanghebbenden uit deze kern. Deze aanpak is door alle betrokkenen als zeer positief ervaren. De bijdrage van vertegenwoordigers uit Stampersgat gaf een duidelijke meerwaarde aan het onderzoek, mede doordat zij het dorp als geen ander kennen en er aan gehecht zijn. De uitkomsten uit het onderzoek werden door hen erkend en genuanceerd, waardoor deze ook makkelijker werden herkend door de overige inwoners van Stampersgat. Bernardus Wonen en de betrokkenen hebben deze manier van samenwerken als zeer waardevol ervaren. Wij zullen deze aanpak dan ook doorzetten in de toekomst. Regionale woonvisie Het werkgebied van Bernardus Wonen is sterk verbonden met de woonkernen in de buurgemeenten Moerdijk en Etten-Leur. Deze regio vormt een woningmarktgebied, waarbij grotere plaatsen, zoals Roosendaal, voor het gehele gebied een centrumfunctie vervullen. Wij bekijken onze woningvoorraad in toenemende mate niet meer alleen vanuit een lokaal, maar ook vanuit een regionaal perspectief. In 2012 hebben wij, samen met collega-corporaties Aramis AlleeWonen, Woningstichting Woensdrecht, Woningstichting Dinteloord, Stadlander, Brabantse Waard en Thuisvester, een regionaal woningmarktonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek beslaat acht gemeenten in de regio West-Brabant. We hebben de actuele situatie op de woningmarkt, evenals de verwachtingen voor de toekomst voor deze gemeenten, in beeld gebracht. Ook hebben wij onze kernvisies op elkaar afgestemd en opnieuw de ontwikkelstrategie per kern vastgesteld. Door meer regionaal samen te werken verbreden we onze inzichten en verbeteren we de beleidsafstemming binnen ons woningmarktgebied. Het doel is uiteindelijk te komen tot een
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
14
meer integrale aanpak van de woningmarkt. Wij hebben in 2012 gezamenlijk onze visie gepresenteerd aan de 8 gemeenten waarin wij werken. Daarbij hebben we hen ook geadviseerd om de gemeentelijke woonvisies minder lokaal en meer regionaal te benaderen. Gemeenten Belangrijke partners bij de aanpak van de maatschappelijke opgaven in ons werkgebied zijn de gemeenten Halderberge en Moerdijk. Zij vullen immers op vele beleidsterreinen de vangnetfunctie aan, die wij op het gebied van wonen hebben. Wij hebben het voornemen nog intensiever en effectiever met hen samen te werken. In 2012 hebben wij vanuit dit oogpunt samen met het college van de gemeente Halderberge 2 werkconferenties georganiseerd. Er zijn concrete afspraken gemaakt, onder meer over een nieuwe, integrale overlegstructuur en over aanpassingen in de prestatieafspraken voor 2013. Samen met woningcorporatie Brabantse Waard hebben wij voor het college en de raad van de gemeente Moerdijk een themabijeenkomst georganiseerd over wonen en zorg voor ouderen. De bijeenkomsten met beide gemeenten waren inspirerend en krijgen zeker een vervolg in 2013. Futura In 2012 zijn wij partner geworden van Futura, een samenwerkingsverband van verschillende Brabantse woningcorporaties. Door dit partnerschap maken wij deel uit van een breder netwerk, met onder meer verschillende thematische platforms, waarbij wij kunnen aansluiten. Futura biedt ons goede mogelijkheden om binnen Brabant kennis en ervaringen uit te wisselen en (onderzoeks)projecten samen met anderen uitvoeren. Klik voor Wonen In 2011 wilden we ons optiemodel omvormen tot een combinatiemodel met meer verschillende woonmarketingmodules, zoals het optiemodel, aanbodmodel en direct te huur. Ook wilden we gebruik maken van de toenemende (technische) mogelijkheden van de virtuele front office, om zo ons woningaanbod professioneler te etaleren en de verdeling van de woningen meer klantgericht te organiseren. De leverancier van ons woonruimteverdelingsysteem gaf ons in 2011 echter aan, dat ons optiemodel aan de grenzen van haar ontwikkelmogelijkheden was gekomen. Met dit systeem konden wij dus niet verder. In 2012 kozen wij ervoor niet zelf een nieuw systeem aan te schaffen, maar aan te sluiten bij Klik voor Wonen, een reeds bestaand, goed functionerend, regionaal woonruimtebemiddelingsysteem. In september 2012 tekende Bernardus Wonen een samenwerkingsovereenkomst voor de aansluiting bij Klik voor Wonen. Op 12 december 2012 gingen wij en onze woningzoekenden effectief over naar het systeem van Klik voor Wonen. Tegelijk met onze aansluiting bij dit systeem, sloten ook de woningcorporaties uit onze buurgemeenten, Brabantse Waard en Etten-Leur, hierbij aan. Klik voor Wonen bemiddelt in het verhuren en verkopen van de woonruimten, parkeerruimten en bedrijfsruimten voor 6 woningcorporaties in West-Brabant: Bernardus Wonen, Brabantse Waard (gemeente Moerdijk), Laurentius (gemeente Breda en Alphen-Chaam), Singelveste AlleeWonen (gemeente Breda en een complex in Oosterhout), WonenBreburg (gemeente Breda, Alphen-Chaam, Rijen en Wernhout) en Woonstichting Etten-Leur (gemeente EttenLeur). Het doel van deze samenwerking is het transparant en toegankelijk maken van de woningmarkt voor onze primaire doelgroep. Woningzoekenden hoeven zich niet meer in te schrijven bij 6 verschillende woningcorporaties wanneer zij op zoek zijn naar een woning in deze regio. Via Klik voor Wonen brengen wij ons gehele aanbod in beeld en ingeschreven woningzoekenden kunnen hiervoor in aanmerking komen. Wij streven naar een gelijke behandeling van woningzoekenden, door het hanteren van een eenduidig en uniform toewijzingssysteem voor alle woningzoekenden, onafhankelijk van waar ze wonen of willen wonen, met ruimte voor lokaal maatwerk. Organisatorisch levert de samenwerking ook winst op. De deelnemers verdelen de kosten voor woonruimtebemiddeling, waardoor deze worden beperkt. Ook als we Klik voor Wonen
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
15
vernieuwen of verbeteren, worden de kosten hiervoor gedeeld. Gezamenlijk wordt actuele woningmarktinformatie gegenereerd over het gehele werkgebied en er wordt samengewerkt aan allerlei beleidsvraagstukken die te maken hebben met woonruimtebemiddeling. Daarnaast profileert de corporatiesector zich door deze werkwijze duidelijker in de regio, bijvoorbeeld als gesprekpartner voor gemeenten en andere partijen die werkzaam zijn op de woningmarkt. De overgang naar Klik voor Wonen is soepel verlopen. In 2013 worden de eerste managementrapportages opgeleverd. Hierna kunnen we beoordelen wat de samenwerking voor effect heeft op de positie van woningzoekenden. 2.2
Leefbaarheid
Maatschappelijk Steunsysteem (MASS) Het MASS is een multidisciplinaire overlegstructuur dat als doel heeft zorgwekkende zorgmijders in beeld te krijgen bij hulpverlenende instanties. Eens in de 6 weken wordt binnen dit overleg de casuïstiek uit het werkgebied besproken. Dit betreft vooral personen die wel zorg nodig hebben, maar die alle zorginstanties mijden. Aan het MASS nemen deel: de gemeente, de politie, GGZ WNB, MEE West-Brabant, Surplus Thuiszorg en Algemeen Maatschappelijk werk (Surplus Welzijn), Novadic Kentron, Meldpunt Schuldhulpverlening, Bureau Jeugdzorg, meldpunt zorg en overlast GGD en Bernardus Wonen. Het MASS heeft een signalerend, informerend, coördinerend en toewijzend karakter. In de gemeente Halderberge neemt Bernardus Wonen permanent deel aan het overleg, in de gemeente Moerdijk gebeurt dit op afroep. In 2012 heeft Bernardus Wonen de werkwijze van het MASS, samen met de gemeente en andere betrokkenen, geëvalueerd. Er zijn afspraken gemaakt over een doelmatigere aanpak, zo is het voorzitterschap veranderd. Deze aanpassingen hebben ertoe geleid dat er het afgelopen jaar veel meer problemen werden behandeld en opgelost via het MASS dan voorheen: maar liefst 36 huurders van Bernardus Wonen werden in 2012 via het MASS doorverwezen naar een hulpinstelling. Dat is 4 keer zoveel als in 2011! Sociaal beheer De woonconsulent gaat zes weken na de sleuteluitgifte op huisbezoek bij een nieuwe huurder. Enerzijds om kennis te maken maar het biedt ons gelijk de kans in een vroeg stadium een inschatting te maken van de situatie waarin de huurder of het gezin zich verkeert. Bernardus Wonen zet zich in voor het sociaal beheer van wijken. Indien een huurder problemen heeft, van welke aard dan ook, gaat een woonconsulent op huisbezoek om polshoogte te nemen. Of het nou om een huurachterstand gaat, om vervuiling, om dierenmishandeling of om een zorgwekkende situatie waarbij kinderen betrokken zijn, er gaat altijd een signaal naar een hulpverlenende instantie uit. Mocht de huurder niet aanhaken op aangeboden hulp dan wordt er een melding gemaakt in het MASS-overleg. Via het meldpunt zorg en overlast van de GGD worden de meest zorgwekkende situaties meestal wel opgepakt. Meldingen leefbaarheidproblemen Het aantal meldingen over leefbaarheidproblemen nam in 2012 fors toe. In 2012 hebben we in totaal 250 meldingen van leefbaarheidproblemen ontvangen, tegenover 156 in 2011 en 101 in 2010. Het grootste deel van de meldingen ging over slecht onderhouden tuinen en burenoverlast. De toename kan deels worden verklaard doordat Bernardus Wonen in 2012 huurders actief heeft opgeroepen melding te maken van slecht onderhouden tuinen of andere vormen van overlast in hun omgeving. Naar aanleiding van een melding gaan we
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
16
altijd kijken of we een oplossing kunnen vinden. Zo gaan we, wanneer een tuin slecht wordt onderhouden, op bezoek bij de betreffende huurder om afspraken te maken over tuinonderhoud. Wanneer deze zich vervolgens niet aan die afspraken houdt, laat Bernardus Wonen (na herhaaldelijke herinneringen en waarschuwingen) de tuin opknappen, waarbij de kosten aan de huurder worden doorberekend. Is een huurder echter echt niet in staat om de tuin zelf te onderhouden, dan zoeken we naar een andere oplossing. In 2013 onderzoeken we de mogelijkheid voor het invoeren van een abonnement voor tuinonderhoud. Onze huismeesters zorgen er voor dat brandgangen en achterpaden worden vrijgehouden voor voetgangers en/of fietsers. In geval van burenoverlast maken we vaak gebruik van de doorverwijsmogelijkheid naar buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling In 2010 is, in samenwerking met de gemeente Halderberge en de politie, het project Buurtbemiddeling gestart. In 2011 is dit project uitgebreid naar de gemeente Moerdijk. In 2012 zijn in Halderberge en Moerdijk door Bernardus Wonen 28 conflicten bij buurtbemiddeling aangemeld. Bij de meeste conflicten is dankzij deze bemiddeling het probleem in 2012 opgelost, bij 5 situaties is dit niet gelukt. Woonfraude Onder woonfraude verstaan wij het illegaal bewonen of gebruiken van een woning. Woonfraude heeft vaak zeer negatieve effecten op de omgeving. De woonfraudeur tast door de illegale en meestal ook anonieme praktijken het sociale leefklimaat van wijken aan. Illegale bewoning, zoals onderhuur, maakt een eerlijke woonruimteverdeling onmogelijk. Illegaal gebruik van de woning, zoals hennepteelt, leidt vaak tot overlast en een onveilige situatie voor de omwonenden. In 2012 zijn er 24 gevallen van woonfraude in ons bezit opgespoord. Dit zijn er 10 meer dan in 2011. De toename wordt vooral veroorzaakt door een grote toename hennepteelt en onderhuur. Het aantal gevallen van illegale inwoning is juist afgenomen. Overzicht gevallen van woonfraude naar reden
Reden dealen illegale inwoning hennep onderhuur Totaal
2012 6 3 8 7 24
2011 0 10 1 3 14
2010 4 1 4 8 17
Binnen Klik voor Wonen zijn afspraken gemaakt over blokkades en andere preventieve maatregelen, zodat de herhaling van woonfraude en overlast in ons werkgebied kan worden voorkomen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
17
Hoofdstuk 3
Variatie in huisvestingsbehoeften
Doelstelling: Maatwerk aanbieden in het woningaanbod passend bij de wensen en mogelijkheden van specifieke doelgroepen.
3.1
Woningzoekenden
Aantal ingeschreven woningzoekenden naar leeftijd 2012 actief 18 – 23 jaar 278 24 – 40 jaar 816 41 – 55 jaar 457 56 – 65 jaar 194 66 jaar en ouder 315 totaal 2.060
2012 passief 143 410 245 265 493 1.556
2011 actief 250 581 335 172 277 1.615
2011 passief 131 305 239 279 456 1.410
Op 11 december 2012 stonden 3.616 woningzoekenden ingeschreven bij Bernardus Wonen. Dit zijn er bijna 600 meer dan het jaar ervoor. Op 12 december 2012 gingen wij met onze woonruimteverdelingsysteem over op Klik voor Wonen. Het woningzoekendenbestand dat voor de overgang naar Klik voor Wonen bij ons ingeschreven stond, werd na de systeemconversie automatisch heringeschreven in het systeem van Klik voor Wonen. Binnen Klik voor Wonen moeten woningzoekenden zichzelf activeren (om in aanmerking te komen voor een woning in het optiemodel) of actief reageren (om in aanmerking te komen voor een woning uit het aanbodmodel, direct te huur-model of lotingmodel). Woningzoekenden die zich inschrijven voor Klik voor Wonen betalen normaal gesproken € 25,- aan inschrijfkosten. De woningzoekenden die voorheen bij ons ingeschreven stonden, en 12 december mee zijn verhuisd naar Klik voor Wonen, hoefden deze inschrijfkosten niet te betalen. Wel dient men jaarlijks verlengingskosten te betalen om ingeschreven te blijven staan. Betaalt men dit niet, dan wordt men automatisch uitgeschreven. We verwachten dat een deel van de voormalig passief woningzoekenden geen verlengingskosten gaat betalen waardoor ze automatisch uitgeschreven worden. Dit is een positieve ontwikkeling. We hebben immers al jaren te maken met "wachtlijsten" waarop structureel de eerste kandidaten van de lijst het woningaanbod weigeren, bijvoorbeeld omdat zij willen wachten op een ander aanbod of helemaal geen woning meer zoeken. Het relatief grote aantal passief woningzoekenden bovenaan de lijsten vormden zo een blokkade voor woningzoekenden die wel echt op zoek zijn naar een woning. Bovendien zorgt de "vervuiling" van de wachtlijsten voor een vertraging in het mutatieproces, waardoor woningen onnodig lang leegstaan en we huurinkomsten mislopen.
3.2 Woningaanbod In 2012 ging de verhuur moeizamer dan in 2011, ondanks het grote aantal ingeschreven woningzoekenden. Bernardus Wonen sloot vorig jaar 227 nieuwe wooncontracten af tegenover 278 in 2011. Er zijn echter wel meer aanbiedingen gedaan, namelijk 658 in 2012 tegenover 577 in 2011. Hierdoor steeg de aanbiedingsgraad van 2,1 in 2011 naar 2,9 in 2012. Dat de verhuur vorig jaar moeizamer verliep dan het jaar ervoor komt met name door de stijging van het aantal mensen die niet eens reageerde op een woningaanbod. Van woningzoekenden die een aanbod weigerden, reageerden in 2012 bijna 60% helemaal niet op het aanbod (geen reactie) tegenover 48% in 2011. Ook zijn er in 2012 minder groepsaanbiedingen gedaan dan in 2011. Reden hiervoor is dat zelfs bij een groepsaanbieding regelmatig niemand kwam opdagen. In plaats daarvan zijn
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
18
diverse woningen uit het optiemodel via "direct te huur" geadverteerd. Dit leidt in de regel tot een snelle verhuring. Immers, woningzoekenden die geen of weinig wachtduur hebben opgebouwd, maar wel met spoed op zoek zijn naar een woning, hebben hierbij een reële kans op toewijzing terwijl zij vrijwel geen kans van slagen hebben binnen het optiemodel. De daling van het aantal wooncontracten is ook de verklaren uit een daling in het aanbod. Er kwamen in 2012 in verhouding weinig woningen vrij waardoor de mutatiegraad vorig jaar met 5,9% laag was. Dit komt enerzijds door vraaguitval in de koopmarkt. Zo verhuizen huizenbezitters niet naar een huurwoning omdat zij hun eigen woning niet verkocht krijgen. Anderzijds heeft de inkomensgrens die vanaf 2011 geldt voor sociale huurwoningen, er voor gezorgd dat zittende huurders minder snel verhuizen dan voorheen. Na 2011 komen minder mensen in aanmerking voor een betaalbare huurwoning dan voor 2011. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de toewijzingen van onze sociale huurwoningen per inkomenscategorie in 2012. Toewijzingen naar toetsingsinkomen 2012
aantal
percentage
Toetsingsinkomen onder de huurtoeslaggrens
150
68,5%
Toetsingsinkomen tussen huurtoeslaggrens en € 34.085
56
25,5%
Toetsingsinkomen tussen € 34.085 - € 43.000
12
5,5%
Toetsingsinkomen hoger dan € 43.000
1
0,5%
inkomen
3.3
Doelgroepenbeleid
Doelgroepgericht aanbod Onze woningzoekenden zijn in te delen in diverse doelgroepen die verschillen in de manier waarop zij bijvoorbeeld (informatie over) een woning zoeken of reageren op een aanbod. Om ook in de toekomst aansluiting te vinden bij onze klanten is het van belang dat wij ons systeem en onze werkwijze hierop aanpassen. Door de overgang naar Klik voor Wonen kunnen wij onze woningen meer doelgroepgericht aanbieden. Waar vrijwel alle huurwoningen van Bernardus Wonen voorheen werden aangeboden via het optiemodel, worden de woningen binnen Klik voor Wonen in een combinatiemodel afwisselend aangeboden. Woningen kunnen wij nu aanbieden via het optiemodel, het aanbodmodel, het lotingmodel, direct te huur of het verkoopmodel. De keuze wordt bepaald door de doelgroep waarvoor het woonproduct bedoeld is. Door de diverse mogelijkheden van het systeem van Klik voor Wonen kunnen wij ons aanbod naar verwachting sneller en beter laten aansluiten op de vraag. We verwachten dan ook dat het aantal weigeringen bij woningaanbiedingen in 2013 sterk zal afnemen, waardoor er minder leegstandsdagen zullen zijn. In 2013 voeren wij vanuit Klik voor Wonen een onderzoek uit onder verschillende doelgroepen binnen ons gezamenlijke woningzoekendenbestand. Door middel van een klantenpanel willen we ervaringen van onze woningzoekenden in beeld brengen, onder andere met betrekking tot het gebruikersgemak van Klik voor Wonen. De uitkomsten uit het klantenpanel en de algemene managementinformatie die we uit Klik voor Wonen halen, onder andere over de omvang, slaagkans en wachtduur van verschillende doelgroepen, gebruiken we als input voor het doorvoeren van verbeteringen van ons doelgroepgerichte woonruimtebemiddelingsysteem.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
19
Evaluatie opstapwoningen Eind 2011 hebben wij, in het kader van het portfoliobeleid, zogenaamde "opstapwoningen" in onze portefeuille geïntroduceerd. Ruim 200 huurwoningen zijn gelabeld als opstapwoning, met name bedoeld voor starters; inwoners van de betreffende kern zonder zelfstandige huisvesting, dus meestal nog thuiswonend. Met de introductie van opstapwoningen wilden wij de slagingskans van starters vergroten, door hen voorrang te geven op vrijkomende opstapwoningen in hun eigen kern. In 2012 hebben wij het effect van ons beleid geëvalueerd. Uit de evaluatie bleek dat er in verhouding weinig opstapwoningen vrij kwamen, 5 in de kern Oudenbosch en 6 in de overige kernen. De mutatiegraad bij deze woningen lag nog lager dan bij de rest van de woningen. In de kleinere kernen lag de vraagdruk op de woningen hoger dan in Oudenbosch, daar werden alle woningen verhuurd aan starters uit de eigen kern. In Oudenbosch moesten 3 opstapwoningen meerdere malen worden aangeboden, voordat een kandidaat accepteerde. In Oudenbosch is ook een opstapwoning toegewezen aan een "spoedzoeker", omdat geen starter uit Oudenbosch interesse had. De starters in de kernen buiten Oudenbosch waren allemaal jong, tussen de 20 en 23 jaar. In Oudenbosch lag de leeftijd van de hoofdhuurders van de opstapwoningen hoger, namelijk 23, 24, 31, 37 en 49 jaar. Deze woningzoekenden hadden gemiddeld een inschrijfduur van 2 jaar in Oudenbosch en 3 jaar in het buitengebied. We kunnen nog niet meten of de wachtduur door de opstapwoningen is verkort, want gegevens over de wachtduur van starters werden eerder niet geregistreerd. In Oudenbosch is de gemiddelde wachtduur van de starters beduidend korter dan die voor seniorenwoningen (woningen specifiek gelabeld voor mensen van 55 jaar of ouder). In de overige kernen is de wachtduur voor senioren verschillend per kern, afhankelijk van de populariteit van de seniorenhuisvesting (meer informatie over seniorenwoningen staat beschreven in paragraaf 3.4 Wonen en zorg). Wij concluderen uit de evaluatie dat er in ons werkgebied voldoende vraag is naar direct beschikbare kleine, goedkope woningen. De voorrang voor "eigen" starters is vooral in de kleinere kernen zinvol. In Klik voor Wonen wordt een groter deel van onze woningen geadverteerd en bemiddeld via het aanbodmodel, waardoor de kansen voor starters verbeteren ten opzichte van de oude situatie in het optiemodel. We zullen ook binnen Klik voor Wonen een aantal populaire opstapwoningen in de kleine kernen met voorrang toe blijven wijzen aan "eigen" starters. 3.4
Wonen en zorg
Kennis delen, bewustwording bevorderen Geschikte huisvesting voor ouderen (en minder validen) is een complex thema, waarbij veel regels gelden, die steeds vaker en sneller lijken te veranderen. Er staan grote belangen op het spel, niet alleen van de ouderen zelf maar ook van gemeenten en zorginstellingen. Verschillende werkvelden raken en overlappen elkaar op het gebied van wonen en zorg, terwijl er ook gebieden ontstaan waarbij het lijkt alsof niemand daar "eigenaar" van is. In 2012 hebben wij 3 grote bijeenkomsten over wonen en zorg georganiseerd, waarvoor professionals uit de volkshuisvesting en de zorg, politici én de belangenorganisaties waren uitgenodigd. In samenwerking met de gemeente Halderberge organiseerden wij een woonberaad over seniorenhuisvesting en een informatiepodium over de scheiding van wonen en zorg. In 2013 nemen enkele zorgpartijen in samenwerking met de gemeente Halderberge het initiatief voor een vervolg op deze bijeenkomst. Dit vervolg richt zich onder meer op de AWBZ-transitie, waardoor meer zorgtaken (en budget) bij gemeenten terecht komen. Samen met woningcorporatie Brabantse Waard organiseerden wij voor het College en de gemeenteraad van de gemeente Moerdijk een themabijeenkomst over wonen en zorg voor
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
20
ouderen in Moerdijk. Bij deze bijeenkomst lag de nadruk op de woonbeleving van de ouderen zelf. We hebben bij de start dan ook gezamenlijk gedineerd (het "tafeltje dekje menu") in de restaurantvoorziening van een woonzorgcomplex. Het doel van alle hierboven genoemde bijeenkomsten was het delen van kennis. Doordat de deelnemende partijen dezelfde actuele informatie krijgen, gaan betrokkenen meer elkaars "taal" spreken. Doel was ook om deelnemers bewuster te maken van de veranderde rol van gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen en burgers zelf. De inzet van gemeenten en woningcorporaties beperkt zich steeds meer tot specifieke doelgroepen die zichzelf echt niet kunnen redden. We hebben in de presentaties en discussies nadrukkelijk aandacht besteed aan de omslag van een uniforme verzorging vanuit de overheid voor alle burgers naar meer zelfredzaamheid, keuzevrijheid en bekostiging door individuele burgers zelf. Seniorenwoningen in Klik voor Wonen Een derde van de ingeschreven woningzoekenden in 2012 betrof mensen van 55 jaar of ouder. Het merendeel hiervan stond echter "passief" ingeschreven, wat betekent dat zij (nog) niet willen verhuizen, maar wel inschrijfduur opbouwen voor het geval een verhuizing op termijn nodig of wenselijk is. Het optiemodel is een geschikt model voor deze groep woningzoekenden, aangezien men zich hierbij inschrijft voor een specifiek woningcluster en vervolgens afwacht tot een van deze woningen vrijkomt. Actief reageren is niet nodig en alleen de wachtduur van woningzoekenden die zijn ingeschreven voor dit woningcluster is bepalend voor de plek op de wachtlijst, niet de algemene wachtduur van alle andere woningzoekenden binnen Klik voor Wonen. Het optiemodel geeft ouderen, die vaak al lang bij ons ingeschreven staan voor een specifiek seniorencomplex, dus automatisch voorrang op woningzoekenden afkomstig vanuit de andere woningcorporaties binnen Klik voor Wonen. Bij de overgang naar Klik voor Wonen heeft Bernardus Wonen in alle 7 kernen uit ons werkgebied minimaal 1 seniorencomplex via het optiemodel aangeboden. Hierdoor behouden onze oudere woningzoekenden hun opgebouwde wachtduur voor deze woningen ook in het nieuwe systeem. In 2012 heeft Bernardus Wonen meegewerkt aan het verduidelijken van de definities van seniorenwoningen voor onze woningzoekenden, zodat de informatie binnen Klik voor Wonen direct beschikbaar is. Er worden 4 labels gebruikt om de functionaliteit aan te geven van geschikte woningen voor mensen met een mobiliteitsbeperking: woningen worden gelabeld als gelijkvloers, rollator- of rolstoelgeschikt. Het vierde label is "ongeschikt", wat betekent dat de woning niet de functionaliteitkenmerken heeft die bij de 3 andere labels horen. Verhuur woonzorgcomplexen In 2012 verhuurde Bernardus Wonen 5 complexen (55 wooneenheden) aan woningzoekenden met een zorgbehoefte. Daarnaast verhuurden wij 2 complexen aan de katholieke zusterorde (St. Anna) en de broederorde (St. Jozeph) die sinds oudsher in Oudenbosch wonen. Woningaanpassingen WMO De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Onder deze wetgeving vallen ook de technische voorzieningen in woningen die mensen soms nodig hebben vanwege een handicap. In 2006 zijn we met de gemeente Halderberge overeengekomen dat Bernardus Wonen een deel van de aanvragen voor deze voorzieningen voor haar rekening neemt. Het gaat om kleine aanpassingen, zoals het verwijderen van drempels en het aanbrengen van toiletsteunen. Aanvankelijk betrof ons aanbod in 2006 een vergoeding van voorzieningen tot een maximum van € 12.500 in totaal, op basis van een inschatting van de kosten. Dit budget bleek echter niet toereikend. Jaarlijks werden wij geconfronteerd met overschrijdingen. In 2011 hebben we het budget verhoogd naar een maximum van € 30.000. In 2012 hebben wij 84 aanvragen voor WMOaanpassingen uitgevoerd. De kosten hiervoor bedroegen in totaal € 24.215.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
21
Uitbreiding portefeuille wonen en zorg Bernardus Wonen heeft in 2012 de wenselijkheid en mogelijkheid onderzocht om haar projectenportefeuille uit te breiden door overname van 1 of meerdere posities van Woningstichting Geertruidenberg (WSG). Het gaat om 3 woonlocaties en een ontwikkellocatie, allen gelegen in ons werkgebied (Oud Gastel, Hoeven en Oudenbosch). De woonlocaties zijn allemaal centra voor wonen en zorg die worden verhuurd via de stichting Groenhuysen aan woningzoekenden met een zorgindicatie. Het financiële beslag dat een (gedeeltelijke) overname van bovenstaande posities legt op onze middelen beperkt uiteraard de mogelijkheden voor de realisatie van de overige maatschappelijke projecten op korte termijn en moet afgewogen worden in het licht van het huidige regeringsbeleid. In 2013 zullen wij ons definitieve standpunt hierover bepalen.
3.5
Bijzondere doelgroepen
Tijdelijke verhuur Er is relatief veel vraag naar een tijdelijke huurwoning. Deze vraag komt voornamelijk vanuit "spoedzoekers", woningzoekenden die snel een huis nodig hebben, maar niet in aanmerking komen voor urgentie. In 2012 hadden wij 32 verhuureenheden in de tijdelijke verhuur, net als in 2011. Vooralsnog lijkt dit aantal ook voor 2013 voldoende. We verwachten dat de mogelijkheden van spoedzoekers door de overgang naar Klik voor Wonen toenemen, onder andere doordat meer gebruik wordt gemaakt van modellen waarbij niet alleen wachtduur bepalend is en doordat woningzoekende door actief te reageren ook invloed kunnen uitoefenen op hun slaagkans. De woonruimtebemiddeling en het beheer van de tijdelijke huisvesting hebben wij uitbesteed aan Acser, een organisatie die hierin gespecialiseerd is. Urgenten Bernardus Wonen geeft woningzoekenden met een urgentiestatus voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Woningzoekenden kunnen een urgentiestatus krijgen om medische redenen of om sociale redenen. Bij het toekennen van urgentie laten wij ons adviseren door onafhankelijke specialisten. De aanvragen voor urgentie om sociale redenen worden beoordeeld door Stichting de Markenlanden, die ons hier in adviseert. Medische urgentie kregen woningzoekenden in 2012 alleen, als zij via de gemeente in aanmerking kwamen voor een verhuiskostenvergoeding in het kader van de WMO. In overleg met de gemeente Halderberge hebben wij echter geconstateerd dat het gemeentelijke oordeel over rechten op verhuiskosten niet zomaar kan worden gebruikt als beoordelingskader voor onze urgentieregeling. Binnen Klik voor Wonen is daarnaast ook de behoefte uitgesproken om te komen tot een meer eenduidige (medische) urgentieregeling van alle betrokken woningcorporaties. Daarom wordt in 2013 de urgentieregeling binnen Klik voor Wonen beleidsmatig uitgewerkt waarbij de medische urgentieregeling wordt besproken met de verschillende gemeenten waarin de Klik voor Wonen-corporaties werkzaam zijn. Vervolgens zal de regeling worden aangepast. In 2012 hebben slechts 14 mensen op basis van urgentie een woning aangevraagd, tegenover 21 in 2011. Bernardus Wonen heeft ook in 2012 via alle informatiekanalen benadrukt dat urgentie slechts bij uitzondering wordt gegeven. Hierdoor is het aandeel aanvragen van "spoedzoekers" duidelijk afgenomen. Van de 14 aanvragers hebben er 13 ook daadwerkelijk een woning toegewezen gekregen op basis van urgentie: 10 op basis van medische urgentie en 3 op basis van sociale urgentie.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
22
Statushouders De gemeente is verantwoordelijk voor de plaatsing van statushouders binnen haar werkgebied. Elk half jaar wordt door de provincie aan gemeenten een taakstelling opgelegd met het aantal te plaatsen statushouders. Met beide gemeenten in ons werkgebied hebben wij in de prestatieafspraken opgenomen dat we aan de taakstelling zullen voldoen. In 2012 is dat in Halderberge ruimschoots gelukt, maar in Moerdijk niet. In 2012 was de taakstelling in Halderberge om in het eerste half jaar 7 statushouders te plaatsen. Uiteindelijk zijn er 13 personen geplaatst. In het tweede half jaar was de taakstelling wederom 7 en zijn er 19 personen geplaatst. Bernardus Wonen heeft maar een beperkte invloed op de te realiseren aantallen: deze worden vooral bepaald door het vrijkomen van geschikt aanbod en de grootte van de te plaatsen huishoudens (gezinnen of alleenstaanden). De taakstelling in Moerdijk was 9 personen. Gezien ons aandeel woningen in deze gemeente lijkt dit een fors aantal, maar dit getal is een optelsom van de jaarlijkse taakstellingen van de afgelopen periode. Wanneer het aantal niet wordt geleverd, wordt het restant namelijk bij de taakstelling van het jaar erop geteld. Ook in 2012 hebben wij geen personen kunnen plaatsen in de kernen Noordhoek en Standdaarbuiten. In deze dorpen komen sporadisch (geschikte) woningen vrij en de statushouders geven zelf meestal de voorkeur aan andere woongebieden (over het algemeen grotere kernen, met betere openbaar vervoersmogelijkheden). 3.6
Betaalbaarheid
Huurprijzen In 2011 is het huurbeleid geactualiseerd en aangepast, in lijn met het nieuwe portfolioplan. Het huurbeleid is gekoppeld aan het kwaliteitsbeleid: bij de standaard Bernardus Kwaliteit past in principe een maximaal redelijke huur van 75% en bij de Extra Kwaliteit is het percentage minimaal 85%. Het huurbeleid resulteerde in 2012 in een huurharmonisatie van gemiddeld € 60 tot € 90 euro bij mutaties. De gemiddelde huur van de totale voorraad in 2012 was € 442 euro. In onderstaand overzicht is te zien in welke prijscategorieën onze woningen vallen per kern.
Oud Gastel
Stampersgat
Oudenbosch
Hoeven
Bosschenhoofd
Standdaarbuiten
Noordhoek
Huurprijsopbouw gesplitst per woonkern
Totaal
≤ € 366,37
102
35
336
135
57
30
1
696
> € 366,37 en ≤ € 561,98
412
124
1.511
469
155
138
35
2.844
> € 561,98 en ≤ € 664,66
48
14
160
26
9
35
19
311
> € 664,66
2
1
29
1
5
2
0
39
woongebouw
1
0
2
0
0
0
0
3
565
174
2.038
631
225
205
55
3.893
Maandhuur
Totaal
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
23
Het aandeel goedkope en betaalbare sociale huurwoningen (met een kale huur van maximaal € 561,98) in onze totale huurwoningvoorraad is met 1% afgenomen, van 92% in 2011 tot 91% in 2012. Deze woningen zijn terecht gekomen in de categorie duurdere sociale huurwoningen, een middensegment tot de huurtoeslaggrens. Dit aandeel is gestegen van 6% naar 8 % terwijl het aandeel woningen in de vrije sector, boven de huurtoeslaggrens, ook is gedaald van bijna 2% naar slechts 1%. Mede gezien de inkomenseisen die sinds 2011 gelden om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning, en het dreigende overschot aan eengezinswoningen in de huursector in ons werkgebied, zien wij ruimte voor een beperking van het aandeel goedkope huurwoningen door kwaliteitsverbetering (met huurverhoging) en door verkoop. In 2013 evalueren wij ons huurbeleid, in relatie tot het portfolioplan, waarbij ook verschuivingen in de huurprijscategorieën binnen onze woningvoorraad aan de orde komen. Met name de beschikbaarheid van betaalbare woningen zullen wij onderzoeken, dus hoeveel woningen in verschillende prijssegmenten vrijkomen voor nieuwe huurders. Incassobeleid Door de economische tegenwind neemt voor velen de spanning tussen bestedingsruimte en woonlasten toe. Het aandeel van woonlasten in de besteding van huurders (woonquote) neemt toe, net zoals dit bij veel kopers het geval is. Dat betalingsproblemen onder onze huurders toenemen, blijkt onder meer uit een verdubbeling van het aantal personen dat werd doorverwezen naar het meldpunt schuldhulpverlening, van 15 in 2011 naar 31 in 2012. Er werden minder WSNP-regelingen getroffen, waardoor het bedrag oninbare vorderingen is gedaald. Het aantal dossiers schuldbewaking is fors gestegen, wat mede wordt veroorzaakt door een inhaalslag die wij in 2012 hebben gemaakt met dossiers uit 2011. Het aantal ontruimingen is opnieuw gestegen. In 2012 vonden 16 ontruimingen plaats tegenover 13 in 2011 en 8 in 2010. Dit komt door het consequent toepassen van een streng tweede kans beleid. Na het doorlopen van een (vaak langdurig) begeleidingsproces, waarin minstens 2 kansen zijn geboden om de uitzetting te voorkomen, wordt het huurcontract zonder betaling uiteindelijk ontbonden. Wij proberen betalingsachterstanden bij onze huurders te voorkomen door advies over budgetbeheer te (laten) geven aan woningzoekenden en huurders. Zo organiseren we voor onze huurders 2 keer per jaar een gratis cursus ‘Uitkomen met inkomen’. Als er toch betalingsproblemen ontstaan, trachten we die zo beperkt mogelijk te houden door het intensiveren van onze begeleiding of door het tijdig doorverwijzen naar de schuldhulpverlening. Zo stellen we bij huurders die vaker een huurachterstand oplopen het volgen van de hier bovengenoemde cursus als voorwaarde bij het aangaan van een betalingsregeling. Door de economische crisis nam in 2012 het aantal probleemgezinnen toe. Dit resulteert onder andere in een toename van het aantal huisuitzettingen. In 2013 zullen we de mogelijkheden voor het creëren of organiseren van tijdelijke (crisis)opvang voor deze doelgroep onderzoeken. In 2012 hebben we meer aandacht besteed aan de huurders met betalingsachterstand. De woonconsulent wordt hier nu ook bij betrokken en gaat bij huurders langs, om samen te bespreken hoe de situatie kan worden verbeterd. Er is intensief contact met het Meldpunt Schulpverlening van de gemeente en andere woonbegeleiders, om te voorkomen dat de achterstand verder oploopt. Bernardus Wonen werkt ook veel samen met Accessio, een bedrijf met onder meer een eigen job-center in Roosendaal. Accessio levert, in het kader van hun re-integratieprogramma’s op de arbeidsmarkt, gratis diensten aan huurders met een smalle beurs, door bijvoorbeeld uitkeringsgerechtigden hiervoor in te zetten.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
24
Hoofdstuk 4
Dynamiek in de bestaande voorraad
Doelstelling: De bestaande voorraad aanpassen zodat woningen ook in de toekomst zowel technisch als functioneel in orde zijn en aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de beoogde doelgroepen.
4.1
Kwaliteitsverbetering
Implementatie kwaliteitsbeleid In 2011 evalueerde Bernardus Wonen het portfoliobeleid uit 2008 waarna een nieuw portfolioplan werd vastgesteld. In dit nieuwe portfolioplan uit 2011 introduceerden wij 2 kwaliteitsniveaus: de Bernardus Kwaliteit en de Bernardus Extra Kwaliteit. Sinds maart 2012 wordt deze kwaliteitsaanpak toegepast. Uitzonderingen hierop zijn woningen die na mutatie tegen dezelfde huur worden doorverhuurd, bijvoorbeeld nadat deze terugkomen uit de verkoop. Bij deze woningen wordt wel altijd dubbelglas geplaatst indien dit nog niet aanwezig is. In 2012 zijn 187 woningen gemuteerd in Bernardus Kwaliteit en 30 woningen in de Bernardus Extra Kwaliteit. De invoering van de standaard kwaliteitsniveaus heeft geen kostenverhogend effect gehad. In 2013 evalueren wij de effecten van ons portfoliobeleid. Metamorfose Professor Mulderslaan In 2012 is gestart met de aanpak van het appartementencomplex aan de Professor Mulderslaan in Oudenbosch. Het dak is geïsoleerd en de cv ketels zijn vervangen. Alle hekwerken zijn vervangen, de entree en het trappenhuis zijn aangepakt, het gebouw heeft een complete metamorfose gekregen. Begin 2013 is het project opgeleverd. Pilots woningverbetering In 2012 is gestart met de uitvoering van 2 pilotprojecten woningverbetering. Het betreft 6 woningen aan de L.P. van Mallandstraat in Stampersgat en 16 woningen aan de Pagnevaartweg in Oudenbosch. Deze projecten worden benut om te experimenteren met een aanpak voor woningverbetering in bewoonde staat. De bewoners worden actief betrokken bij de aanpak van hun woning. In 2012 zijn we bij alle bewoners op bezoek geweest om de voorgestelde aanpak toe te lichten en te peilen wat hun wensen waren. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de meeste bewoners over de binnenzijde van hun woning weinig of geen wensen hadden. Veel huurders hadden er zelf namelijk al echte "paleisjes" van gemaakt. De pilot richtte zich daarom met name op de buitenzijde, de uitstraling van het woonblok en de verbetering van de energieprestaties. Beide projecten worden in 2013 opgeleverd en geëvalueerd. De leerpunten en uitkomsten hiervan zullen we gebruiken bij onze volgende projecten. Voor de komende tien jaar is jaarlijks € 1.500.000,- ingerekend voor de projectmatige aanpak van het bestaande bezit. Woningopnames en conditiemeting In 2012 is een woningopname uitgevoerd in onze gehele woningvoorraad. Tijdens deze opname is de technische conditie gemeten, zijn de plattegronden gecontroleerd en gedigitaliseerd, is de energieprestatie (EPA labeling) vastgesteld en is een APK keuring op de technische installaties uitgevoerd. Er zijn tegelijkertijd ook overige woninggegevens geïnventariseerd, zoals de veranderingen (ZAV’s) die door huurders zelf zijn aangebracht. Bijna 99% van de huurders heeft meegewerkt aan de inventarisatie, een zeer hoog percentage. Tijdens de opnames zijn huurders verzocht om adresgegevens, BSN nummer en geboortedata aan ons te leveren, zodat wij ook deze gegevens konden actualiseren en aanvullen. Ruim 80% van de huurders heeft aan dit verzoek gehoor gegeven. De huurders
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
25
van de woningen die wegens bijvoorbeeld weigering of langdurige afwezigheid nog niet zijn geïnspecteerd, worden individueel benaderd om alsnog de woning te kunnen inspecteren. Tijdens de opnames hebben alle woningen ook een zogenaamde APK-keuring gekregen op de gas, water- en elektravoorzieningen. Onvolkomenheden die werden aangetroffen zijn direct hersteld zodat alle gecontroleerde woningen inmiddels zijn goedgekeurd. Met de informatie die we hebben vergaard, hebben we een goede basis voor de toekomst gelegd waarmee we op gerichte en efficiënte wijze kunnen bepalen waar we de komende jaren onze aandacht op gaan richten. Ook kunnen we de gegevens die we hebben vergaard gebruiken om de dienstverlening aan onze klanten verder vorm te geven De gegevens worden onder meer gebruikt om het planmatig onderhoudsbeleid te herijken, het plan van aanpak met betrekking tot de energieprestaties voor de gehele voorraad te maken en een plan van aanpak ten aanzien van Zelf Aangebrachte Voorzieningen op te stellen. In het nieuwe onderhoudsbeleid wordt ook het dagelijks onderhoud meegenomen. Energiebeleid In 2012 zijn voor de EPA labeling de woningen opgenomen, waarvan reeds 3.825 labels zijn afgemeld. Zie hieronder een overzicht van de energieprestaties van deze woningen. energieprestaties label
in aantallen
In percentages
A
82
2%
B
480
13 %
C
756
20 %
D
1044
27 %
E
652
17 %
F
592
15 %
G
219
6%
3825
100 %
totaal afgemeld
In ons ondernemingsplan hebben wij ons tot doel gesteld om in 2014 minimaal 10% van de woningvoorraad op het niveau van label A of B te hebben. Dit doel is al ruimschoots bereikt (15%). In 62% van onze woningen is het label goed of voldoende (D en hoger). We willen de energieprestaties van onze bestaande woningvoorraad nog verder verbeteren. Dit doen we onder meer door de toepassing van een standaard kwaliteitsniveau (Bernardus Kwaliteit) bij planmatig en mutatieonderhoud. Alle woningen worden hierdoor voorzien van dubbelglas, indien dat nog niet aanwezig is. Daarnaast worden in het kader van het planmatig onderhoud ook standaard verouderde cv-ketels vervangen door energiezuinige HR-ketels. 4.2 Onderhoud De totale onderhoudsuitgaven zijn licht gedaald van € 5,3 miljoen in 2011 naar € 5,1 miljoen in 2012. Hiermee komen de onderhoudsuitgaven gemiddeld op € 1.195 per woning. Planmatig onderhoud In 2012 zijn 846 woningen geschilderd. Er zijn 347 cv-ketels vervangen. Van 44 woningen zijn de aluminium kozijnen vervangen door houten kozijnen. Bij 38 woningen zijn de daken, inclusief de isolatie, vervangen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
26
Project binnenonderhoud Het project binnenonderhoud is ook in 2012 voortgezet. Bij 72 woningen zijn de keuken, de badkamer en/of het toilet vervangen. Vervanging gebeurt alleen op verzoek van huurders ('piepsysteem') en op basis van eigen bevindingen. Reparatiemeldingen In 2012 hebben we in totaal 9.953 reparatiemeldingen ontvangen, ruim 1.000 meer dan in 2011. Deze toename komt grotendeels voort uit de woningopnames in de gehele woningvoorraad. Tijdens de opnames werden regelmatig ook reparatieverzoeken gedaan, die vervolgens aan Bernardus Wonen werden gemeld. 4.3 Verkoop Bernardus Wonen heeft in 2011 in het kader van haar nieuwe portfolioplan 629 woningen aan de verkooplijst toegevoegd. Ook zijn er extra verkoopstimulerende maatregelen ingezet: Korting bij aankoop Zittende huurders krijgen bij aankoop van hun huurwoning standaard 10% korting op de taxatiewaarde. Overige huurders krijgen bij de aankoop van een vrijkomende woning 10% korting op de vraagprijs. Meerwerk In het koopaanbod wordt een meerwerkpakket aangeboden. Hierdoor kunnen potentiële kopers een aantal verbouwingen, zoals bijvoorbeeld een nieuwe keuken, meefinancieren bij de aankoop. Opfrisbeurt leegstaande verkoopwoningen Leegstaande verkoopwoningen krijgen een "opfrisbeurt". Er worden eenvoudige cosmetische aanpassingen gedaan om de woningen aantrekkelijker te maken voor woningzoekenden. Ook wordt op de woning zelf, door middel van een poster, kenbaar gemaakt wat de mogelijkheden van de woning zijn en wat de vraagprijs is. Bovenstaande maatregelen hebben geleid tot de verkoop van 49 huurwoningen in 2012. Dit zijn er 24 meer dan de 25 woningen die waren begroot. Het merendeel van de woningen werd verkocht aan zittende huurders en meestal in de kern Oudenbosch. Verkochte huurwoningen per kern
2012 Kern
2011
Aan huurder
Aan derde
Aan huurder
Aan derde
Oudenbosch
18
4
0
4
Hoeven
1
2
2
5
Bosschenhoofd
1
3
0
2
Oud Gastel
4
5
2
8
Stampersgat
1
2
1
2
Noordhoek
0
2
0
1
Standdaarbuiten
3
3
1
1
Roosendaal
0
0
0
25
Totaal
28
21
6
48
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
27
4.4
Nieuwbouw
Behoud cultureel erfgoed De kern Oudenbosch is rijk aan cultureel erfgoed. Binnen het project Tivoli, schuin tegenover de basiliek en grenzend aan de Cour voor de kapel Saint Louis, levert Bernardus Wonen een bijdrage aan het behoud van de monumenten. Dit doen wij door de voormalige Vincentiusbouw, een gebouw dat als Rijksmonument is aangemerkt, te herontwikkelen tot huurwoningen. Projectenportefeuille In 2012 is gewerkt aan een nieuwbouwprojectenportefeuille.3. Er zijn geen nieuwe woningen opgeleverd in 2012. In verhouding schuiven veel geplande opleveringsdata van onze projecten door van 2012 naar 2013. De oorzaak hiervoor ligt met name in de diverse bestemmingsplanprocedures en de daarbij behorende beroepsmogelijkheden, waardoor vertraging optreedt in de uitvoering. Het MFA in Standdaarbuiten is wel, zoals gepland, in 2012 opgeleverd. In 2012 verliep de verkoop van projecten zeer moeizaam. Er is duidelijk sprake van vraaguitval op de koopmarkt. Van de koopwoningen binnen het project Tivoli werd geen enkele verkocht. Deze woningen worden daarom nu gestoffeerd verhuurd, door een landelijke makelaar. Wij monitoren maandelijks de voortgang en mogelijke knelpunten en risico’s van de diverse projecten. Twee maal per jaar wordt per project bepaald of wij het project voortzetten, tijdelijk "in de koelkast" zetten of stoppen. Maatschappelijk (zorg)vastgoed In 2012 zijn we, samen met SDW, gestart met voorbereidende gesprekken met de gemeente Halderberge voor het mogelijk realiseren van een vestiging voor begeleid wonen in Oud Gastel. In Hoogerheide is in 2012 in opdracht van Bernardus Wonen een nieuw gebouw gerealiseerd. Hierin wordt een voorziening voor SDW gerealiseerd voor begeleid wonen, met een locatie voor dagbesteding. De oplevering vindt plaats in maart 2013. Eind 2012 is gestart met het realiseren van een vestiging van de zorgformule Herbergier in het broederhuis St. Joseph in Oudenbosch. Het historische gebouw wordt bestemd als woongelegenheid voor ouderen met geheugenproblemen, zoals dementie en Alzheimer. Verder wordt de mogelijkheid onderzocht een Thomashuis te realiseren in de voormalige Aula van het instituut St. Louis. Definitieve besluitvorming hierover zal in 2013 plaatsvinden. De nadere uitwerking van bovenstaande projecten voor bijzondere doelgroepen gebeurt in samenspraak met de gemeente en specialisten uit de zorg.
3
In de bijlage op pagina 55 is een overzicht opgenomen
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
28
HOOFDSTUK 5
EIGENTIJDSE DIENSTVERLENING
Doelstelling: Klantvriendelijk en efficiënt werken. 5.1 Informatisering en automatisering De doelen die wij op het gebied van informatisering en automatisering wilden bereiken eind 2012 zijn: Het aansluiten bij een regionaal woonruimtebemiddelingsysteem; Het oplossen van de informatiseringknelpunten die uit het onderzoek naar voren kwamen; Het integraal en efficiënt ondersteunen van onze werkprocessen door middel van automatisering; Het op orde krijgen van onze informatiehuishouding zodat stuurinformatie makkelijker beschikbaar komt. In 2012 zijn wij aangesloten bij Klik voor Wonen4 De meeste knelpunten op applicatieniveau zijn weggenomen door andere procesafspraken te maken of door relatief kleine systeemaanpassingen uit te voeren. Deze zogenaamde ‘quick wins’ zijn als project centraal opgepakt: een groep kerngebruikers heeft knelpunten en wensen beoordeeld en vervolgens de doorvoering van alle mogelijke ‘quick wins’ gerealiseerd. Maar niet alle applicaties redden het met kleine aanpassingen, bij sommige is meer nodig om de functionaliteit te optimaliseren. In 2012 is besloten om de website en de intranetsite te vernieuwen en uit te rusten met een goed werkend content management systeem (oplevering eind 2013). Ook het huidige document management systeem (DMS) ondersteunt onvoldoende de werkprocessen bij Bernardus Wonen en zal worden vervangen (oplevering eind 2013). Het doel van het nieuwe DMS is een betere en bredere beschikbaarheid van de informatie binnen en buiten de organisatie. Bij het DMS-project wordt ook een verdere digitalisering van de factuurstromen ingevoerd, waardoor wij steeds minder met papier hoeven te werken. Daarnaast is in 2012 besloten om te starten met het project digitale woningopname. Door een mobiele toepassing te gebruiken wordt een groot deel van het werkproces van de opzichters geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Zo kan de opzichter in de woning inspectierapporten invoeren op een mobiel apparaat en via hetzelfde apparaat informatie opvragen over de woning. Voor huurders levert dit ook voordelen op zoals een snellere administratieve afhandeling van de laatste woninginspectie wanneer zij de woning verlaten. Een deel van de huidige papieren dossiers en administratieve handelingen zijn daardoor niet meer nodig, informatie over de woningopname wordt direct verwerkt in het primaire systeem. Hierdoor is de informatie ook direct toegankelijk voor de rest van de organisatie.
5.2 Klantenpanel In 2012 heeft Bernardus Wonen een onderzoek onder haar huurders gedaan in de vorm van een klantenpanel. Alle medewerkers van Bernardus Wonen zijn in duo's bij oudere huurders (70 jaar of ouder) thuis op bezoek gegaan, om te informeren naar hun woonbeleving en toekomstverwachtingen. In totaal zijn 37 huishoudens bezocht. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek waren dat alle bezochte senioren zich heel goed redden, ondanks het feit dat zij allen niet in een seniorenwoning woonden. De huurders gaven aan dat zij geen verhuiswensen hadden en meestal ook geen wensen voor de huidige woning. Wel werd regelmatig opgemerkt dat een tweede toilet op de bovenverdieping gemakkelijk zou zijn en 4
Zie meer informatie over Klik voor Wonen in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
29
dat vaker een bezoekje vanuit Bernardus Wonen, zoals tijdens dit onderzoek, gewaardeerd zou worden. In 2013 zullen we opnieuw een aantal huurders thuis bezoeken. Hiermee willen we informatie ophalen over het thema energiebesparing.
5.3 Kwaliteitszorg Woondiensten Huursector (KWH) In 2012 is KWH gestart met een nieuwe manier van meten, het KWH-Huurlabel 2.0. De metingen vinden niet meer periodiek maar continu plaats. Op elk gewenst moment kan Bernardus Wonen haar actuele score op het gebied van service en dienstverlening inzien. Bij het nieuwe Huurlabel wordt meer aandacht besteed aan klantbeleving, de ervaringen van onze huurders. Zo gaat het er bijvoorbeeld niet alleen om of onze beschikbare informatie actueel en compleet is, maar ook of huurders en woningzoekenden aangeven dat zij de door hen gewenste informatie makkelijk kunnen vinden. Door de overgang naar een nieuw beoordelingssysteem zijn de behaalde resultaten uit 2012 niet goed te vergelijken met die uit 2011. Hieronder zijn de scores op verschillende onderdelen uit 2012 weergegeven Eindcijfers KWH-Huurlabel 2012
Eindscore 2012
Klantcontact contact
7,2
bereikbaarheid
7,8
communicatie en informatie
8,7
Verhuizen woning zoeken
7,2
nieuwe woning
7,8
huur opzeggen
7,8
Onderhoud reparatie
8,0
onderhoud
7,7
Klachten behandelen klachten behandelen
6,2
Het gemiddelde cijfer van Bernardus Wonen was 7,6. Het gemiddelde cijfer van woningcorporaties in Nederland was 7,8. Op het onderdeel woning zoeken scoren we met een 7,2 een relatief laag cijfer. We verwachten dat woningzoekenden onze dienstverlening op dit punt in 2013 door de overgang naar Klik voor Wonen eind 2012, positiever zullen beoordelen. Op het onderdeel onderhoud is de score wederom gestegen: in 2009 was dit een 7, in 2011 een 7,3 en in 2012 een 7,7. Dit is het resultaat van de extra aandacht die is besteed aan het informeren en begeleiden van onze huurders bij de uitvoering van het planmatig onderhoud. Ook aan de uitvoering van reparaties is veel aandacht besteed, wat zich heeft vertaald in een 8,0. Op het onderdeel klachten behandelen scoorden we in 2012 een onvoldoende, te weten een 6,2. Klantgericht werken is voor al onze medewerkers een belangrijke, onmisbare competentie. We zullen houding en gedrag van onze medewerkers hierop nog verder moeten verbeteren. De snelheid van de afhandeling van klachten kan ook beter. Persoonlijke aandacht voor onze klanten blijft daarbij essentieel. KWH biedt ons ook in 2013 een goed integraal platform voor de verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening, gezien vanuit het perspectief van de klant. In 2013 wordt, in het kader van resultaatgericht werken, het accounthouderschap van verschillende werkprocessen opnieuw bepaald en verankerd. Ook de sturing op de kwaliteit van de resultaten van die processen wordt hieraan gekoppeld. Daarnaast zullen we in 2013 een klantvisie ontwikkelen en vaststellen, die mede richtinggevend wordt voor de verdere ontwikkeling van onze dienstverlening. Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
30
5.4 Bereikbaarheid Bernardus Wonen moet goed bereikbaar zijn voor haar klanten. In toenemende mate bedienen wij onze klanten via de digitale weg. Klanten kunnen via onze website en via www.klikvoorwonen.nl de informatie vinden die zij nodig hebben. Het gevolg is dat het aantal bezoekers aan ons kantoor afneemt. In 2012 hebben wij onderzocht hoeveel huurders ons kantoor bezoeken, op welke dagen en tijden en met welke vragen. Op basis van de uitkomsten hebben wij de openingstijden van onze inloopbalie met enkele uren beperkt. Buiten deze tijden om blijft het uiteraard mogelijk om langs te komen, maar dan wel op afspraak. Door deze verandering in openingstijden van de balie kunnen onze medewerkers zo klantgericht en efficiënt mogelijk worden ingezet zonder dat het ten koste gaat van onze dienstverlening.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
31
HOOFDSTUK 6
BEHEERSTE INZET VAN VERMOGEN
Doelstelling: investeringen afstemmen op investeringsruimte. Vanuit onze visie richten wij ons op een brede maatschappelijke aanpak van het wonen voor onze doelgroepen en met name onze primaire doelgroep. Hierbij gaat het niet alleen om fysiek bouwen, maar ook om bouwen aan en investeren in de samenleving voor huidige en toekomstige klanten. Het uitvoeren van deze visie vraagt ondernemerschap en een beheerste inzet van vermogen. 6.1
Financiën
Waarderingsgrondslagen Bernardus Wonen past vanaf verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de jaarverslaggeving, 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen. Zo heeft Bernardus Wonen haar vastgoed in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt. Als waarderingsgrondslag kiest Bernardus Wonen er voor dat het sociale vastgoed gewaardeerd wordt tegen de bedrijfswaarde en het commerciële vastgoed tegen marktwaarde. Het toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten heeft Bernardus Wonen de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011 herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten van de stelselwijziging zijn retrospectief verwerkt in het beginvermogen. Resultaat Over 2012 kwam het geconsolideerde resultaat na belastingen uit op € 0,3 miljoen negatief, terwijl er € 5,3 miljoen positief, begroot was. Hierna geven we in hoofdlijnen een toelichting op de samenstelling van het resultaat en op de belangrijkste verschillen tussen het geconsolideerde resultaat na belastingen volgens de jaarrekening 2012 en het resultaat volgens de begroting van 2012.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
32
Gerealiseerde versus begrootte resultaten 2012 (geconsolideerd)
Bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten
Realisatie
Begroting
x € mln.
x € mln.
29,6
25,3
-19,5
-16,8
Belangrijkste reden van afwijking: realisatie t.o.v. begroting
Invloed op
Bedrag
resultaat
x € mln.
opbrengst verkoop huurwoningen hoger doordat meer woningen verkocht zijn
+
2,1
btw-resultaat (pro-rataregeling)
+
0,4
overig
-/-
0,1
overige waardeveranderingen
+
2,3
lagere huuropbrengsten door latere/geen oplevering van onroerend goed
-/-
0,4
overige waardeveranderingen
-/-
0,9
+
1,9
-/-
3,6
+
0,1
-/-
0,2
+
1,8
-/-
0,5
marktwaardewaardering payers swaps
-/-
7,9
renteopbrengsten activa in ontwikkeling
-/-
0,6
waardeverandering van terugkoopverplichtingen
+
0,6
Rentelasten
-/-
0,7
Overig
+
0,5
vennootschapsbelasting
-/-
0,4
lasten onderhoud (latere uitvoering pilot portfolio en lagere kosten voor dagelijks-, mutatie- en gepland onderhoud; m.n. doordat meer uitgaven geactiveerd zijn ) afschrijvingen overige bedrijfslasten overige posten
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Financiële baten en lasten
1,3
-0,5
-11,4
-2,8
Belastingen
-/- 0,4
0,0
Resultaat na belastingen
-/- 0,3
5,3
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
overige waardeveranderingen
geactiveerde rente projecten, waardeverandering van effecten en van verplichtingen
33
Van de € 29,6 miljoen aan inkomsten werd in 2012 65% (een bedrag van € 19,5 miljoen) uitgegeven aan bedrijfslasten. Dit past binnen onze kaders met betrekking tot de bedrijfsvoering. Het onderhoud van € 5,1 miljoen is, ondanks lager dan voorzien, een grote kostenpost: 25% van de huuropbrengsten geven we uit aan onderhoud. Dat vinden wij belangrijk in het kader van de kwaliteit van woningen en gezien onze focus op het bestaand bezit. De kosten voor onderhoud zijn iets lager dan in 2011, maar de afwijking ten aanzien van de begroting is groter. De belangrijkste reden hiervoor is dat meer onderhoudsgerelateerde uitgaven gekwalificeerd zijn als investering, dit is gebaseerd op ingrepen die gericht zijn op de instandhouding van de “prestatie”, zoals bijvoorbeeld het vervangen van daken (€ 0,4 mln.), het vernieuwen van de binneninrichting (€ 0,6 mln.) en kozijnvervanging ( € 0,3 mln.). Van de inkomsten resteert uiteindelijk -/- € 0,3 miljoen als resultaat na belastingen. Bedrijfslasten van corporaties staan in de schijnwerpers. De onzekerheden op de woning(verhuur)markt, overheidsbeleid en toenemende eisen brengen voor de organisatie de verplichting met zich mee om doelmatig en doeltreffend te opereren. In 2012 zijn de bedrijfslasten exclusief afschrijvingen en overige waardeveranderingen, 1,5% lager dan in 2011. Met vertrouwen de toekomst in De financiële positie van Bernardus Wonen is gezond. Bernardus Wonen was in 2012 prima in staat om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De normale exploitatie van het woningbezit genereerde voldoende kasstromen om aan de rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. Een gezonde financiële positie is een voorwaarde om de doelstellingen uit het ondernemingsplan te kunnen realiseren. Daarom heeft de financiële positie van Bernardus Wonen voortdurend de aandacht. Voor de financiële continuïteit is het van belang dat Bernardus Wonen op zowel korte termijn als lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Zowel het inzicht in de fluctuaties van de kasstromen – bepalend voor de continuïteit op korte termijn – als de ontwikkeling van de solvabiliteit – bepalend voor de continuïteit op lange termijn – is daarom van belang. Veranderende context De markt en omgeving waarin Bernardus Wonen actief is, veranderen doorlopend. Bijgevolg stelt Bernardus Wonen ook de uitgangspunten bij om recht te doen aan veranderende omstandigheden en een reëel toekomstbeeld te presenteren. Bijzonder in 2012 en 2013 zijn de diverse en gewijzigde (voorgenomen) kabinetsmaatregelen voor de gereguleerde huursector en de corporatiesector als geheel. De maatregelen betreffen onder meer: De Wet verhuurdersheffing. Deze wet geldt voor alle verhuurders met meer dan 10 woningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017; Een verruiming van het huurbeleid. In 2013 is de verruiming van het huurbeleid voor 2013 door de Eerste Kamer goedgekeurd. De basis voor de huurprijs blijft het WoningWaarderingSysteem met een toegestane huurverhoging boven inflatie gebaseerd op het inkomen van de huurder. Prijsdalingen op de vastgoedmarkt en een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) opgelegde heffing voor saneringssteun voor 2013 van € 503 miljoen (4% van de huursom). Het CFV heeft bij de opvraag van de prognose-informatie 2013-2017 aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2017 van respectievelijk 3%, 3%, 2% en 1% van de jaarlijkse huursom.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
34
Impact Jaarrekening: In de jaarrekening is bij het berekenen van de bedrijfswaarde ultimo 2012 rekening gehouden met onderstaande uitgangspunten. Bedrijfswaarde ultimo 2012 Saneringsheffing 2013 nee Saneringsheffing 2014 e.v. nee Verhuurdersheffing 2013 ja Verhuurdersheffing 2014 e.v nee Huur maximaal 4,5% van de woz nee Huurverhoging hoge inkomens nee Effect: verantwoord in de jaarstukken, is uitgangspunt voor het opstellen van de jaarrekening. Berekende bedrijfswaarde op basis van Verhuurdersheffing oplopend naar € 1,7 miljard in 2017 en ingerekend tot einde exploitatie Verruiming huurbeleid 2% boven inflatie in de periode 2013 t/m 2017 Effect: bedrijfswaarde daalt met € 15,6 miljoen. De daling valt als volgt te verklaren, een toename van € 21,2 miljoen door een verruiming van het huurbeleid, een afname van € 36,8 miljoen als gevolg van de verhuurdersheffing. Begroting 2013: Saneringsheffing 2013 5% aflopend naar 1% in 2017 Verhuursheffing oplopend naar € 2 miljard in 2017 Verruiming huurbeleid 2% boven inflatie in de periode 2013 t/m 2017 Effect: voldoet aan WSW normen en onze eigen financiële ratio’s Resultaat van verkopen en opleveringen in 2012 Het gerealiseerde resultaat op verkopen van bestaand bezit is € 5,9 miljoen. Dat is hoger dan begroot. In 2012 hebben we 49 woningen verkocht, 47 sociale en 2 commerciële huurwoningen; in totaal 24 meer dan verwacht. Dit resultaat is mede te danken aan het uitbreiden van onze verkoopvijver. In 2012 hebben we een MFA in Standdaarbuiten opgeleverd waarvan de investering € 2,2 miljoen bedroeg, de bedrijfswaarde ultimo 2012 bedraagt € 2,5 miljoen. Gezonde financiën Wij zetten onze financiële middelen in voor volkshuisvestelijke prestaties – met name in Halderberge en Moerdijk. Daarbij vinden wij het van belang dat onze continuïteitsdoelstelling is gewaarborgd. We willen er ook voor de toekomst zijn. Goed rentmeesterschap en beheerste inzet van middelen hoort hierbij. Dit hebben we vertaald naar de volgende doelstellingen: We hebben positieve operationele kasstromen voor vijf prognosejaren; We voldoen aan de kredietwaardigheidnorm en het Eigen Middelen Beleid van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw; De solvabiliteit bedraagt minimaal 20%;
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
35
ad 1. Positieve operationele kasstromen De kasstroom uit operationele activiteiten inclusief 2% genormeerde aflossingen moet positief zijn, vinden wij. Anders worden we in onze kernactiviteiten afhankelijk van verkoopopbrengsten en brengen wij de betaling van rente en aflossingen in gevaar. Een aantal uitgaven mag toegerekend worden aan de investeringen waarmee de exploitatiekasstroom positief wordt gecorrigeerd. De belangrijkste zijn: rente tijdens de bouw en productie eigen bedrijf. Vanaf 2009 rekenen we de rente en productie eigen bedrijf toe aan de projecten.
ad 2. Beoordeling door het WSW Bernardus Wonen is deelnemer van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en maakt bij het afsluiten van leningen gebruik van de borgstelling van het WSW. Sinds 2007 is het systeem van beoordelen aangepast. Borgingsfaciliteiten zijn vervangen door het faciliteringsvolume. Niet alleen is de balanspositie een graadmeter om middelen aan te trekken met borging van het WSW, ook kasstromen worden hierin betrokken. In 2012 verklaarde het WSW dat Bernardus Wonen voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid. Het toegekende faciliteringsvolume in 2012 bedraagt € 16,8 miljoen. En omdat er voor 2013 al een lening aangetrokken was van € 5 miljoen - bedraagt het vrijgegeven faciliteringsvolume - € 11,8 miljoen. Dit bedrag mogen we onder garantie van het WSW lenen. Andere graadmeters voor de financiële continuïteit zijn: Loan to Value (LTV), Interest Coverage Ratio (ICR) en Debt Service Cover Ratio (DSCR). In de prognoseperiode 2013-2017 voldoen al deze graadmeters aan de intern gestelde norm.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
36
In onderstaand overzicht zijn een aantal financiële ratio’s ultimo 2012 weergegeven. FINANCIËLE RATIO'S
INTERNE NORM
2012
2011
66,2
41,4
Vreemd vermogen + voorzieningen (x 1 € mln)
136,6
120,8
Totaal vermogen (x 1 € mln)
202,8
162,1
>20%
32,6%
25,5%
Rentabiliteit eigen vermogen
>2%
2,2%
2,5%
Rentabiliteit vreemd vermogen
<5%
3,6%
3,9%
Loan to Value (LTV)
<40%
18,0%
15,7%
Interest-Coverage Ratio (ICR)
>1,4
2,4
2,5
Debt Service Cover Ratio (DSCR)
>1
1,2
2,1
>1
1,9
0,8
Vermogenspositie Eigen vermogen (x 1 € mln)
Solvabiliteit Rentabiliteitspositie
Liquiditeitspositie Current ratio
ad 3. Solvabiliteit We hebben als doelstelling een solvabiliteitspercentage van minimaal 20% te behalen. Die halen we de komende jaren. Op basis van de door ons ingediende prognosegegevens concludeert het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) dat de voorgenomen activiteiten in financieel opzicht passen bij de vermogenspositie van Bernardus Wonen. Dat leidde tot een A1-oordeel. De bandbreedte die het CFV hanteert voor het volkshuisvestelijk vermogen is groot. In 2016 hebben we volgens het CFV nog steeds een A1-oordeel: de voorgenomen activiteiten passen bij onze vermogenspositie. We presteren dus naar vermogen.
In percentage van het balanstotaal
50 40 30 20 10 0 2010
2011 2012 Ondergrens vermogen
2013 2014 2015 Volkshuisvestelijk vermogen
2016
Bron: Continuïteitsoordeel door CFV, 2012
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
37
Het CFV beoordeelde, op basis van onze jaarrekening over 2011, onze solvabiliteit als voldoende.
In % van het balanstotaal
Volkshuisvestelijk vermogen 2011
Risico plus Vpb-beklemming
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Solvabiliteitsoordeel
Berekening met verhuurdersheffing
Bron: Solvabiliteitsoordeel door CFV, 2012
6.2
Financieren
Beschikbaarheid van financiering Voor ons is de beschikbaarheid van financiering belangrijk. In 2012 is binnen bestaande rollover leningen € 10,3 miljoen opgenomen tot het maximum van € 21 miljoen. De variabele roll-over leningen worden ingezet om schommelingen in de financieringsbehoefte op te vangen. Zij dienen tevens als ‘buffer’ voor de voorfinanciering van eventueel nog aan te trekken langlopende leningsvormen. Treasury In oktober 2010 is voor de herfinanciering van renteconversies in 2012 en 2013 een basisrentelening van € 5 miljoen aangetrokken bij de BNG. De startdatum is 2 april 2013, de einddatum 1 april 2032 en 1 april 2019 vindt een opslagherziening plaats. Liquiditeitenbeheer Eind 2012 kent Bernardus Wonen een liquiditeit van € 13,4 miljoen. Deze werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door een lager dan verwacht realisatietempo in de projecten en een meer dan verwacht aantal verkopen uit bestaand bezit. De projectenportefeuille is in omvang en tempo naar beneden bijgesteld door de verslechterende situatie op de woningmarkt. Van de liquiditeit is per eind januari 2013 € 5 miljoen aangehouden als liquiditeitsbuffer bij Rabobank. Leningenportefeuille In de volgende tabel wordt een aantal kenmerken met betrekking tot de leningenportefeuille weergegeven met tussen haakjes de cijfers ultimo 2011. Kenmerken leningenportefeuille
(x € 1 mln.)
Leningen
Derivaten
Marktwaarde
-133,50
-8,29
Nominale waarde
-107,17
-30,0
Koers
124,57%
Opgelopen rente
-1,45
Rwc (excl. opgelopen rente)
7,23
2,60
Gemiddelde rente
4,25% (4,28%)
4,15%
Duration (jaren)
11,87 (11,46)
9,40
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
38
Derivaten en liquiditeitsrisico’s Bernardus Wonen heeft voor een volume van € 30 miljoen aan derivaten in haar portefeuille. Bij de BNG € 14 miljoen en de Rabobank € 16 miljoen. De swaps kennen geen marktwaardeverrekening. De totale marktwaarde van de swaps bedraagt € 7,9 miljoen negatief. De swaps die met Rabobank zijn afgesloten vallen onder de wettelijk aan te houden liquiditeitsbuffer vanuit de Beleidsregels Derivaten. Bernardus Wonen dient een buffer aan te houden die groot genoeg is om een daling van de marktrente met 2% op te kunnen vangen. De uitkomst van deze berekening kan worden gecorrigeerd met het afgesproken bedrag dat is vastgelegd met Rabobank (drempelbedrag). Voor Bernardus Wonen geldt bij een rentedaling van 2% dat de marktwaarde van de Rabobank swaps € 11,9 miljoen negatief bedraagt. Gecorrigeerd met het afgesproken bedrag van € 6,9 miljoen dient Bernardus een liquiditeitsbuffer aan te houden van € 5,0 miljoen. Deze € 5 miljoen houden wij als spaarrekening aan bij de Rabobank. De marktwaarde van de swaps wordt periodiek gevolgd en geëvalueerd. Bernardus Wonen neemt zodanige maatregelen dat steeds een voldoende liquiditeitsbuffer aanwezig is. Effectiviteitsrisico van derivaten De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving geven kaders hoe boekhoudkundig om te gaan met derivaten (waaronder renteswaps). RJ artikel 290 stelt dat de relatie derivaat actief/passief moet worden getest op haar effectiviteit. Eind 2012 hebben wij voor een bedrag van € 11 miljoen aan renteswaps zonder onderliggende financiering. Eind 2013 verwachten wij voor alle renteswaps een onderliggende financiering aangetrokken te hebben. Desondanks leiden ontwikkelingen op de woningmarkt en het overheidsbeleid er toe dat corporaties hun investeringsprogramma heroverwegen en exploitatie tegen het licht houden, dit geldt ook voor Bernardus Wonen. Hiermee is onzeker of er op lange termijn – met name na 2022 – een af te dekken positie is. Daardoor hebben wij kostprijshedge-accounting losgelaten en wordt de waarderingsgrondslag voor de swaps kostprijs of lagere marktwaarde. Aangezien de marktwaarde ultimo 2012 € 7,9 miljoen negatief is betekent dit feitelijk dat voor de negatieve marktwaarde een voorziening moest worden gevormd ten laste van het resultaat over 2012. Renterisico De norm betreffende het portfoliorisico van het WSW is 15%, daar blijven we binnen, ook de komende jaren. Het bedrijfseconomische risico is het grootst in 2014 met name als gevolg van investeringen. Als dit risico wordt afgezet tegen de toekomstige leningenportefeuille resulteert dit in een relatief risico van 12,9%, de norm van 15% wordt hiermee niet overschreden. Eigen Middelen Beleid (EMB) Het Eigen Middelen beleid van het WSW bepaalt welke middelen wij verplicht moet besteden aan bestedingsdoelen die voor WSW borgbaar zijn en/of aan aflossing van door WSW geborgde leningen en welke ingezet kunnen worden om aan de opbouw van de wettelijk geregelde liquiditeitsbuffer te voldoen. Het WSW toetst of corporaties voldoen aan de basisnormen van het EMB. Dit impliceert dat een corporatie die een voldoende liquiditeitsbuffer heeft opgebouwd in relatie tot de derivaten en verder voldoet aan gestelde WSW criteria, na aangegeven minimale besteding van eigen middelen aan borgbare investeringen of aflossingen op door WSW geborgde leningen, middelen overhoudt; die middelen kan besteden naar eigen inzicht en dus ook aan niet borgbare investeringen of aflossing van ongeborgde leningen, voor zover deze investeringen en/of aflossingen ook daadwerkelijk in de dPi voor het betreffend jaar zijn opgenomen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
39
Het EMB geldt vooralsnog voor de jaren 2010 t/m 2013. Wij verwachten op basis van onze operationele kasstromen en de inkomende kasstromen als gevolg van verkopen uit bestaand bezit te voldoen aan het EMB – hierdoor is het mogelijk om onze niet-DAEB investeringen met eigen middelen te financieren. Toekomstige financiering De ICR voldoet in de prognoseperiode 2013-2017 aan de door het WSW gestelde norm en Bernardus Wonen kan in alle jaren vanuit het exploitatieoverschot zowel de rentelasten, als een normatieve aflossingsfictie van 2% voldoen. Op basis van de huidige gegevens zou ook in de toekomst het vrij te geven faciliteringsvolume niet tot problemen mogen leiden. Echter het WSW heeft in een brief van 22 november 2012 aangegeven dat zij het faciliteringsvolume vanaf 2014 tot nader order intrekt middels een claim (sectorbreed). Dit omdat het WSW zich zorgen maakt over de continuïteit van de sector. Bij het opgeven van de nieuw dPi cijfers wordt duidelijk voor ons wat de grootte zal zijn van het nieuw af te geven faciliteringsvolume van het WSW voor het jaar 2014 en 2015. Op basis van de huidige prognose kunnen wij met het huidige volume tot medio 2014 in de financieringsbehoefte voorzien door het aantrekken van WSW-geborgde financiering. De financieringsbehoefte is structureel van aard, tot eind 2013 is de behoefte zo’n € 11,5 miljoen waarna deze verder oploopt tot € 36,1 miljoen eind 2020. Vanaf dat jaar neemt de financieringsbehoefteaf tot € 25,6 miljoen eind 2022.
6.3
Beleggingen
Wooninvesteringsfonds Sinds 2005 participeert Bernardus Wonen voor € 1 miljoen in een obligatielening van het Wooninvesteringsfonds (WIF). Het WIF is een onafhankelijk vastgoedfonds en toegelaten instelling in één. Als vastgoedfonds schrijft het WIF een obligatielening uit voor corporaties die solide willen beleggen in huurwoningen. Als toegelaten instelling stelt het WIF corporaties in staat woningen aan haar te verkopen. De opbrengst geeft financiële armslag om te investeren in volkshuisvestingsprojecten. De verkochte woningen worden eigendom van het WIF. Het beheer blijft in handen van de verkopende corporatie. Vervolgens verkoopt het WIF de woningen aan zittende huurders of andere particulieren. Voor 2007 hebben wij ervoor gekozen de rente (4,5% op jaarbasis) om te zetten in (deel)certificaten. Sinds 2008 ontvangen we de rente in contanten. Per 1 januari 2012 is door het WIF een renteconversie ingeroepen, met een basisrente van 2,25% en een resultaatafhankelijke rente van 3,25%. Over 2012 is geen rente uitgekeerd maar is deze omgezet in (deel)certificaten. Het WIF heeft een herfinancieringsrisico in 2015. Wij hebben het WIF gevraagd actiever in te spelen op dit herfinancieringsrisicco, een aantal scenario’s te ontwikkelen en met de leden daarover in gesprek te gaan. Wij verwachten in 2013 meer duidelijkheid te krijgen van het WIF. Deze toekomstige onzekerheid is op dit moment voor ons geen aanleiding voor een algehele of gedeeltelijke afwaardering van de WIF-certificaten ten laste van het boekjaar 2012. Conform de saldoverklaring van het WIF bedraagt de waardering van de certificaten inclusief bijgeschreven rente per 31 december 2012 € 1.116.000. Overige beleggingen Als actieve corporatie hebben we te maken met wisselende kasstromen. Daarvoor trekken we geldleningen aan, soms in de vorm van roll-overs met flexibele hoofdsom. Lopen projecten minder snel dan we verwachten dan kunnen we aflossen op de hoofdsom. Als we
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
40
tijdelijk geld 'over ' hebben, dan zetten we dat in voor deposito's of gelijkwaardige producten met een korte looptijd van meestal één maand of we lossen af op bestaande leningen. 6.4 Investeringen na 2012 Zodra een investering intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd is, dus een zekere verplichting bevat, wordt er in financiële zin rekening mee gehouden. Dit wil zeggen dat per investering beoordeeld wordt of er op blokniveau voldoende ruimte is om de investering op te vangen tot het niveau van de bedrijfswaarde van dat blok. Als er op blokniveau onvoldoende ruimte is, wordt een voorziening gevormd. In 2012 is rekening gehouden met een bruto voorziening voor investeringen van € 12,1 miljoen. Om deze € 12,1 miljoen te kunnen bereiken, kon er 2012 per saldo een vrijval plaatsvinden van € 1,9 miljoen. Eind 2012 bedraagt de voorziening in de balans € 5,2 miljoen. Dat wil zeggen dat er tot en met 2012 van de desbetreffende investeringen € 6,9 miljoen ten laste van de voorziening is gebracht. 6.5
Fiscaliteit
Vennootschapsbelasting Om invulling te geven aan de integrale vennootschapsbelastingplicht hebben corporaties en de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst (VSO 2) opgesteld. Wij hebben die ondertekend. VSO2 heeft een looptijd tot en met 2013. Fiscale positie 2012 Door verschillen tussen de vennootschappelijk en fiscale waardering kunnen verschillen in het vennootschappelijk en fiscaal resultaat ontstaan. Deze waarderingsverschillen onderscheiden we in tijdelijke en permanente verschillen. Voor tijdelijke verschillen in waardering in de vennootschappelijke en fiscale balans dient een belastinglatentie als schuld en/of als vordering in de vennootschappelijke balans te worden gevormd. Voor permanente waarderingsverschillen wordt, op basis van de huidige richtlijnen, geen belastinglatentie gevormd. Belastinglatenties worden op contante waarde, op basis van netto rente, gewaardeerd. Voor ons betekent dit contante waardefactor van 3,38%. Onze fiscale positie is volledig verwerkt. Dat wil zeggen: er is een voldoende betrouwbare schatting gemaakt, het fiscale resultaat over 2012 is bijna € 6 miljoen negatief. Eventuele onzekerheden, als gevolg van het ontbreken van jurisprudentie, worden in de jaarrekening toegelicht. Voorzichtigheidshalve rekenen wij hiervoor geen (actieve) belastinglatentie in, met name de onzekerheden over de toekomstige fiscale resultaatprognose en van toepassing zijnde fiscale wet- en regelgeving liggen hier aan ten grondslag om voorzichtigheid hierin te betrachten. Wij hebben collectief en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 de ANBI-status aangevraagd. In de loop van 2013 verwachten wij daarover uitsluitsel te krijgen. Integratieheffing Per 1 januari 2010 is Mededeling 26 ingetrokken. Op 23 december 2009 is een overgangsregeling gepubliceerd. Het gevolg van het intrekken van Mededeling 26 is dat bij het bouwen van een huurwoning met een extra btw last over onder andere de kostprijs van de ter beschikking gestelde grond, leges en eigen loonkosten rekening moet worden gehouden. Dit geldt ook voor ons. De overgangsregeling geldt voor onroerende zaken waarvan de realisatie is gestart per 31 december 2009 en die voor 2014 in gebruik worden genomen. Op basis daarvan hebben wij onze projectenportefeuille doorlopen en zijn de daarvoor in aanmerking komende projecten voorgelegd aan de Belastingdienst. In maart 2010 heeft de belastingdienst
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
41
aangegeven dat de desbetreffende projecten onder de overgangsregeling vallen. Het gaat hierbij nog om de volgende projecten: Bosschenhoofd Centrumvisie Bosschenhoofd Oudenbosch Tivoli, MTE, Vincentius en Sint Joseph Tivoli. Een groot aantal projecten waarop de overgangsregeling is toegepast zijn inmiddels afgeblazen. De daarop betrekking hebbende voorbelasting wordt door middel van een restitutie-aangifte verrekend en verwachten wij in 2013 te ontvangen. Hierbij gaat het om een bedrag van € 0,4 miljoen. Pro Rata regeling BTW De regeling houdt in dat een percentage van de totale omzet, gevormd door de belaste omzet, kan worden gebruikt om betaalde btw over algemene kosten terug te vorderen. Voor 2011 en 2012 komt dit neer op een bedrag van € 0,1 miljoen. Dit bedrag wordt in 2013 ontvangen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
42
HOOFDSTUK 7
BESTUURSVERSLAG
7.1 Bestuursverslag Bernardus Wonen is bestuurlijk ingericht volgens het Raad van Commissarissenmodel, waarbij de directeur tevens bestuurder is in de zin der wet. De directeur wordt bijgestaan door het managementteam, bestaande uit 3 personen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur zijn in de statuten omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het bestuursreglement en het directiereglement. De directeur-bestuurder van Bernardus Wonen vertegenwoordigt ook het bestuur van de 4 onderliggende dochter-BV’s. De Raad van Commissarissen bestaat uit 6 personen en oefent het toezicht uit op het bestuur. Zij legt in haar eigen verslag verantwoording af over de manier waarop zij dat toezicht uitoefent5. Verantwoordelijkheden bestuur Het bestuur is belast met het besturen van de stichting, hetgeen onder meer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor: De realisatie van de doelstellingen van de stichting, voortvloeiend uit de wet (waaronder in het bijzonder de BBSH) en de statuten van de stichting; De strategie en het (meerjaren)beleid en de uit het voorgaande voortvloeiende resultatenontwikkeling; Het jaarlijks opstellen van het beleidsplan waarin de voornemens met betrekking tot het in een volgend boekjaar te voeren beleid worden uiteengezet; Het naleven van alle relevante wet- en regelgeving; De naleving van de interne procedures en regelingen. Samenstelling bestuur Het bestuur bestaat uit directeur-bestuurder de heer J.W.A. (Wil) Hectors (1958). Hij is in functie getreden op 15 februari 1998 en benoemd voor onbepaalde tijd. Verenigbare nevenfuncties Bestuurslid Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland. Geen tegenstrijdige belangen dan wel transacties met tegenstrijdige belangen In 2012 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen dan wel transacties waarin tegenstrijdige belangen zouden kunnen spelen met betrekking tot de directeur-bestuurder. Strategie in uitvoering 2012 In 2010 is met inbreng van belanghouders het ondernemingsplan 2011-2014 “Met vertrouwen de toekomst in, kerngericht en doelbewust” vastgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe wij willen komen tot een versteviging van onze kern. Onze kern is daarbij de uitdrukkelijke bediening van onze volkshuisvestelijke doelgroep, met daarbij de focus op de bestaande voorraad. Een verdere verfijning van onze taakstelling heeft in 2012 plaatsgevonden. De focus op de primaire taakstelling is verscherpt. Aan de hand van het jaarplan 2012 wordt uitvoering gegeven aan het verwezenlijken van de doelstellingen uit het ondernemingsplan. De meeste doelen uit het jaarplan zijn bereikt, inclusief enkele doelen die we hadden gepland uit te voeren in 20136. Belangrijk thema voor de bestuurder in 2012 Het jaar 2012 was, wanneer we alleen kijken naar het 50-jarige jubileum wat Bernardus Wonen op 23 februari mocht vieren, een feestjaar. Financieel gezond en met enige trots gaan we een nieuw decennium in. 5 6
Zie het verslag van de Raad van Commissarissen op pagina 46. Zie hoofdstuk 1 voor een overzicht
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
43
Het afgelopen jaar kende een woningmarkt waarin, zowel in de koop als huur, weinig transacties plaatsvonden. Voor verantwoord beheer van de woningen- en projectenportefeuille was een continue alertheid en flexibiliteit noodzakelijk. Belangrijke thema’s voor de bestuurder in de toekomst. Na afloop van ieder jaar, zo ook 2012, dient zich een nieuwe toekomst aan. Continuïteit van onze bedrijfsvoering is van belang voor de dienstverlening aan onze klanten; de duurzame relatie die we met hen zijn aangegaan, vraagt dat. Juist in de huidige onzekere tijden dient het wonen van degenen die van ons afhankelijk zijn, verzekerd te worden. Door deze taak goed uit te voeren en de resultaten zichtbaar te maken, bewijzen we onze legitimiteit en kunnen we een bijdrage leveren aan het verbeteren van de reputatie van onze branche. De economische ontwikkelingen schetsen een beeld van teruggang en stabilisatie. Verwachtingen die er waren bij burger en overheid komen niet meer uit. We staan aan de vooravond van een periode met flinke bezuinigingen en herverdeling van lasten. Daarnaast wordt er een fors beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers. Voor Bernardus Wonen zijn de komende jaren de belangrijkste aandachtspunten: betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen voor de primaire doelgroep; beschikbaarheid van voldoende middelen (waaronder financiering) en de doelmatige besteding daarvan; stimuleren en faciliteren van burgerkracht (woongerelateerd). Resultaatgericht In haar jaarplan 2013 heeft Bernardus Wonen haar doelen en te bereiken resultaten helder weergegeven. We willen op ons presteren afgerekend worden. Deze resultaatgerichtheid wordt ook vertaald in prestatieafspraken met leveranciers, ons personeelsbeleid en prestatieafspraken met de gemeenten Halderberge en Moerdijk. Ook in 2013 willen we de dienstverlening aan onze klant, en met name de beleving daarvan, door KWH laten meten. Ontwikkelend beheren Met onze bestaande woningvoorraad bedienen we onze huidige klanten. Ook in de toekomst dienen we over voldoende woningen te beschikken, die aansluiten op de vraag van onze primaire doelgroep. Daarnaast willen we – indien mogelijk - ook de middeninkomens, die knel zitten in de huidige woningmarkt, gaan bedienen. Ons nieuwe portfoliobeleid is daarvoor de basis. Het zorgen voor een blijvend passende voorraad vraagt om transitie. Bestaande woningen worden verduurzaamd op het gebied van energie en functionaliteit. In onze missie is lokale gebondenheid verankerd. Ons handelen is gericht op contact en verbondenheid met onze klanten. Door dicht bij onze klanten te staan, kunnen we hen optimaal bedienen. Ook in de toekomst willen we een betrouwbare partner zijn en blijven voor onze belanghouders en onze huurders in het bijzonder.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
44
7.2
Verklaring besteding der middelen in het belang van de volkshuisvesting
Het bestuur verklaart dat alle middelen in het verslagjaar 2012 zijn besteed in het belang van de volkshuisvesting.
drs. J.W.A. Hectors directeur-bestuurder
Oudenbosch, 21 mei 2013
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
45
HOOFDSTUK 8 VERSLAG VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN De Raad van Commissarissen (RvC) ziet toe op de doelstellingen van de woningcorporatie Bernardus Wonen. Aan het einde van het jaar legt de bestuurder hiertoe verantwoording af aan de RvC. De RvC benoemt hier enkele bevindingen op hoofdlijnen en geeft zijn werkwijze weer, conform de Governancecode Woningcorporaties en regelgeving, voor zover dit relevant is als toezichthouder van Bernardus Wonen. Toezicht De RvC hanteert de Governancecode Woningcorporaties (2011). Het toezicht van de Raad van Commissarissen op het bestuur omvat in ieder geval: a. de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; b. de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie; c. de opzet en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen; d. het kwaliteitsbeleid; e. de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording; f. het financiële verslaggevingsproces; g. de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving; h. het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen. Dynamiek in de sector en binnen de corporatie Bernardus Wonen anticipeert en reageert op de huidige en toekomstige economische - en sociale ontwikkelingen in Nederland en in de regio. De woningcorporatiesector, en dus ook Bernardus Wonen, staat voor nieuwe uitdagingen en kansen op het gebied van volkshuisvesting. De RvC is zich zeer bewust van de dynamiek en haar rol hierin. Zowel in regionaal verband als intern komen onderwerpen en vraagstukken aan de orde zoals vergrijzing, leefbaarheid, duurzaam ondernemen, betaalbare woningen, leeftijdbestendige woningen, hantering onrendabele top, bedrijfsvoering en financiële positie. De strategie van Bernardus Wonen en de samenwerking in de regio komen regelmatig aan de orde. Huisvestingsdoelstellingen Het ingezette beleid voor de uitvoering van projecten staat in 2012 meer ter discussie dan in voorgaande jaren. In dit verslagjaar is er relatief minder nieuwbouw in ontwikkeling. Er is goedkeuring verleend aan woningbouw ten behoeve van een zorginstelling in Oud Gastel en Hoogerheide. Er vinden veranderingen plaats binnen de projecten Vincentius en Tivoli die aansluiten bij de huidige ontwikkelingen, meer naar de verhuur met verhuurprijzen die aansluiten bij de markt. De dynamiek draagt er toe bij dat dit jaar enkele projecten geheel of gedeeltelijk stoppen, namelijk Bernardus Bouw en Centrumontwikkeling Bosschenhoofd. De strategie naar het optimaliseren van het huidig woningbestand sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen. De taakopvatting van de corporatie staat ter discussie binnen de organisatie en de RvC. Verantwoording en controlesystemen Er vindt verantwoording plaats op het beleid, de doelstellingen en de strategie in alle facetten. De RvC ontvangt hiertoe onder andere de voortgang van projecten, kwartaalrapportages, jaarrapporten en landelijke rapporten en benchmark om het toezichtskader te kunnen beoordelen. De RvC is van mening dat de organisatie transparant is in de informatievoorziening. De RvC ontvangt veel informatie. Een ontwikkelpunt van dit jaar is een dashboard op hoofdlijnen en risicomanagement. De RvC adviseert om meer vorderingen te maken op deze terreinen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
46
Jaarverslag en jaarrekening De jaarrekening is door Deloitte Accountants BV onderzocht en goedgekeurd. De RvC verleent goedkeuring aan het jaarverslag en de jaarrekening. Werkwijze Raad van Commissarissen De RvC en bestuurder zijn in het verslagjaar acht keer bij elkaar geweest. Daarnaast is er voorbereidend en/of uitvoerend werk verricht in de auditcommissie en de remuneratiecommissie. Beide commissies zijn minimaal tweemaal bij elkaar geweest in 2012. De auditcommissie gaat dieper in op onderwerpen zoals de begroting, jaarrekeningen, treausurystatuut, kwartaalrapportages en rapport externe accountant. Onderwerpen van de remuneratiecommissie zijn onder andere de WNT, beloningen, BTW commissaris, werving en selectie twee nieuwe leden en evaluatie RvC. De RvC heeft het jaar geëvalueerd op inhoud en op de eigen inzet aan de hand van de landelijke instrumenten van de VTW met de visie van de bestuurder. Van belang is meer focus te hebben op hoofdlijnen, een adequate informatievoorziening, een eigen visie te hebben en zorgvuldig om te gaan met de rollen. De openheid binnen de RvC wordt als positief ervaren. De resultaten van de jaarlijkse evaluatie zijn op basis van een verslag met de bestuurder besproken. Gericht op de belanghebbenden heeft de RvC overleg met de ondernemingsraad en de Huurdersbelangenvereniging. In regionaal verband wordt aangesloten bij de bijeenkomsten. In 2012 zijn er vier bijeenkomsten geweest met de RvC van Brabantse Waard gericht op de deskundigheid van de leden op de actuele thema’s.
Samenstelling 2012 A. Baart (1962), Stampersgat, gemeentesecretaris/algemeen directeur gemeente Woensdrecht. commissaris sinds: 2012 benoemd tot: 2016 functies in de Raad: voorzitter remuneratiecommissie relevante nevenfuncties: geen
J.C. Embregts (1949), Hoeven, salesmanager. commissaris sinds: 2001 benoemd tot: 2013 functies in de Raad: voorzitter, lid remuneratiecommissie relevante nevenfuncties: geen
drs. R. de Gier (1962), Achtmaal, divisiemanager TWB te Roosendaal. commissaris sinds: 2008 (op voordracht van de Huurdersbelangenvereniging) benoemd tot: 2016 functies in de Raad: vicevoorzitter, secretaris relevante nevenfuncties: toezichthouder Katholieke Schoolgemeenschap Etten-Leur (KSE) en Tragel Zorg te Terneuzen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
47
C.G. Kokke (1938), Hoeven, gepensioneerd. commissaris sinds: 2002 (op voordracht van de Huurdersbelangenvereniging) benoemd tot: 2014 functies in de Raad: lid remuneratiecommissie relevante nevenfuncties: geen
drs. ing. W. Krzeszewski (1955), Breda, algemeen directeur/bestuurder woningcorporatie Staedion te 's-Gravenhage. commissaris sinds: 2008 benoemd tot: 2016 functies in de Raad: lid auditcommissie relevante nevenfuncties: lid Raad van Toezicht van de Nederlandse Raad van Winkelcentra (NRW) te Utrecht.
C. Verstraten (1943), Oud Gastel, gepensioneerd. commissaris sinds: 2005 benoemd tot: 2013 functies in de Raad: voorzitter auditcommissie relevante nevenfuncties: geen Benoemingen De heren Embregts en Verstraten treden af per 31 december 2012. Het voorzitterschap wordt overgenomen door mevrouw Baart. Mevrouw de Gier neemt het voorzitterschap van de remuneratiecommissie over van mevrouw Baart. Na een open werving- en selectieprocedure, op basis van de profielschets, zijn per 1 januari 2013 de heren Tevel en de Vetter aangesteld. De heer Tevel neemt zitting in de auditcommissie. De heer Krzeszewski zal de functie van voorzitter auditcommissie overnemen. De heer De Vetter neemt zitting in de remuneratiecommissie. Belangenverstrengeling De leden van de RvC zijn ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk. Bij de besluitvorming en tijdens de discussies is er geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen. Mevrouw Baart heeft zich eenmaal van stem onthouden bij de besluitvorming over het project in Hoogerheide. De RvC is van mening dat de (neven)functies van mevrouw De Gier en de heer Krzeszewski geen beletsel vormen voor hun functioneren als commissaris bij Bernardus Wonen. Dat geldt ook voor de heer Kokke, die huurder is bij Bernardus Wonen. Werkgeverschap en beloning De RvC is werkgever van de bestuurder. Voor 2012 is geen variabel deel afgesproken. Het salaris van de directeur/bestuurder is vastgesteld op € 101.075,- incl. 8% vakantiegeld (indeling groep D van de Beloningscode). Met in achtneming van de Wet Normering Topinkomens (WNT) is het salaris in 2013 gelijk aan 2012. De leden van de Raad ontvingen in 2012 een vergoeding van € 7.000,- (Honoreringscode, indelingsgroep D). De vergoeding voor de voorzitter is conform deze code vastgesteld op € 8.750,- met dien verstande dat de lopende afspraken met de huidige voorzitter gerespecteerd worden tot diens aftreden per 31 december 2012. Daarom is in afwijking met de Honoreringscode de vergoeding voor de voorzitter in 2012 bepaald op € 9.600,-.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
48
Voor 2012 zijn geen wijzigingen aangebracht in deze vergoedingen vanuit het vorige jaar. Met in achtneming van de Wet Normering Topinkomens (WNT) is de beloning van de bestaande RvC leden in 2013 gelijk aan 2012. De voorzitter per 1-1-2013 ontvangt € 6.375,-. De twee nieuwe leden in 2013 ontvangen de beloning volgens de nieuwe normen namelijk € 4.250,-. Voorgaande onder voorbehoud van nadere regelgeving die ontwikkeld wordt op basis van recente invoering WNT (december 2012). Tot slot De RvC is van mening dat Bernardus Wonen op het gebied van de bedrijfsvoering en de volkshuisvesting in 2012 goed heeft gepresteerd, en bedankt een ieder die daaraan een bijdrage heeft geleverd. Namens de Raad van Commissarissen,
A. Baart, voorzitter
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
49
BIJLAGEN
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
50
Bijlagen hoofdstuk 1 Organisatie, nevenstructuren en samenwerkingsverbanden Bernardus Wonen en verbonden rechtspersonen
Bernardus Wonen heeft in 2006 gekozen voor een holdingstructuur met een projectenvennootschap en dienstenvennootschap. De jaarrekening is dan ook opgemaakt op basis van geconsolideerde cijfers. Bernardus Holding B.V., Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V. , Bernardus Verhuur B.V. en Bernardus VSO Rendement B.V. De B.V.’s zijn in 2006 en 2008 opgericht om commerciële activiteiten, fiscaal gezien, buiten Bernardus Wonen als toegelaten instelling uit te kunnen voeren. Deze activiteiten dienen door middel van een correcte juridische constructie te worden uitgevoerd. Met de invoering van een integrale vennootschapsbelasting (vpb) voor woningcorporaties per 1 januari 2008 is de noodzaak om de verschillende vennootschappen in stand te houden enigszins verdwenen. ZAB B.V. ZAB B.V. is in 2006 opgericht door Bernardus Holding B.V., Thuisvester Participatie B.V. en aannemersbedrijf van Agtmaal B.V. ZAB B.V. was opgericht om het nieuwe gemeentehuis voor de gemeente Halderberge te realiseren en. de locatie van het bestaande gemeentehuis te herontwikkelen tot wooneenheden. De samenwerking in deze projecten is opgezet om krachten en competenties te bundelen en risico’s te spreiden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
51
Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland In 2001 is door zeven woningcorporaties in West-Brabant, waaronder Bernardus Wonen, de Stichting Woonwagenbeheer opgericht. Het doel van deze stichting is het in eigendom verkrijgen en vervreemden van woonwagenstandplaatsen en huurwoonwagens en het op een adequate wijze beheren van deze objecten. Op 1 januari 2006 is de stichting eigenaar geworden van 72 standplaatsen en 28 huurwoonwagens in de gemeente Roosendaal en op 15 november 2006 van 12 standplaatsen en 4 huurwoonwagens in de gemeente Halderberge. Op 13 juni 2008 hebben zich nog eens zeven woningcorporaties uit Midden- en Noord-Zeeland aangesloten bij de stichting en heeft er een overdracht plaatsgevonden van 98 standplaatsen. De huurwoonwagens op deze standplaatsen zijn echter nog eigendom van de diverse gemeenten. Het werkgebied is derhalve vergroot, evenals het aantal te beheren standplaatsen. De naam van de stichting is in 2009 gewijzigd in de Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland. De corporaties geven op deze wijze uitvoering aan de zorg voor het doelgroepenbeleid volgens het BBSH. Regionale Geschillencommissie Samen met drie andere Brabantse woningcorporaties (Aramis AlleeWonen, Stadlander en Woningstichting Dinteloord) heeft Bernardus Wonen in 2002 de afhandeling van geschillen tussen huurders en verhuurder uitbesteed aan de, speciaal in dit kader opgerichte, Regionale Geschillencommissie. Deze commissie geeft corporaties onafhankelijk advies over de afhandeling van klachten die zij ontvangen. In 2012 zijn er twee klachten door huurders van Bernardus Wonen aan de Regionale Geschillencommissie doorgestuurd. Beide klachten zijn in onderling overleg tussen Bernardus Wonen en de huurder alsnog opgelost, zodat behandeling door de geschillencommissie uiteindelijk niet meer nodig was.
Ondernemingsraad (OR) De Ondernemingsraad (OR) vertegenwoordigt het personeel en is overlegpartner van de directie. De OR bestaat uit 4 leden, elke 3 jaar tegelijk aftredend. De taak van de OR is om het beleid van Bernardus Wonen te volgen en eventueel te beïnvloeden. Daarbij maakt de OR steeds een afweging tussen personeels- en bedrijfsbelang. In 2012 is er officieel 5 keer vergaderd met de directeur-bestuurder, 1 keer met de directeur-bestuurder en het MT en 1 keer met de RvC. Vanwege de intensieve behandeling van sommige onderwerpen zat de OR regelmatig aan de tafel met de directeur-bestuurder om van gedachten te wisselen. Onderwerpen van gesprek waren onder andere: Nieuwe CAO 2012. Deze was pas halverwege het jaar beschikbaar. Er zijn geen noemenswaardige veranderingen ten gevolge van deze CAO ontstaan. Invoering van meer flexibele werktijden. Gedurende een proefperiode van 1 jaar is de werktijd verruimd en behoort het tot de mogelijkheden om 4 x 9 uur en op vrijdagmiddag te werken. Wel heeft de OR gevraagd goed te evalueren wat de effecten zijn van het invoeren van deze verruiming in werktijden. Invoeren van een HRM cyclus. De OR is bij de voorbereiding betrokken door middel van zitting in de werkgroep die dit eerste onderdeel van een nieuw personeelsbeleid heeft voorbereid. Formeel is de OR gevraagd in te stemmen met de invoering van een proefperiode, die zonder directe gevolgen zal zijn voor de hoogte van het salaris en de in de CAO omschreven standaard loonsverhoging van 2%. Na de proefperiode wordt het proces geëvalueerd. Het besluit tot invoeren vanuit MT en directie wordt daarna formeel voorgelegd aan de OR om instemming te verlenen. Daarna heeft de cyclus van het maken van afspraken, het bewaken van de voortgang en de beoordeling op het gebied van functioneren van de werknemers, een officiële status zoals bedoeld in de CAO. Uitgangspunt bij de invoering van een HRM cyclus is het hanteren van het principe van prestatiegericht werken.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
52
Werkdruk. De OR heeft aandacht gevraagd voor de werkdruk van medewerkers door de aanwezige capaciteit te betrekken bij de beoordeling van voorstellen tot wijziging en invoeren van nieuwe of andere procedures en nieuwe werkmethoden, door MT en directie. Overwerk. Om te voorkomen dat er structureel wordt overgewerkt, heeft de OR gevraagd hier onderzoek naar te doen en zo nodig maatregelen te nemen ter bescherming van de werknemers. Bedrijfsinformatiehandboek. Dit handboek is doorgenomen en waar nodig aangepast Het is een aanvulling op de CAO. Streven moet zijn het een blijvend actueel, hanteerbaar document binnen de organisatie te laten zijn. Arbocommissie. Door de OR is aandacht gevaagd voor het functioneren hiervan, bijvoorbeeld bij het updaten van het kantoorgebouw. Vaste agendapunten. Dit waren het sociale beleid, vacatures, ICT beleid, financieel beleid met onder andere jaarverslag, begroting, jaarplan en terugkoppeling van MT agendapunten.
Het jaarlijkse overleg tussen RvC en de OR is als opbouwend en verhelderend ervaren. De RvC heeft aangegeven altijd beschikbaar te zijn voor overleg tussen de OR en de RvC. Door gebruik te maken van een vast format wordt verankerd dat alle OR zaken bij een advies- of instemmingsaanvraag aan de orde komen. In 2012 is één advies- en één instemmingsaanvraag door de directie bij de OR ingediend. De OR bestond tot eind 2012 uit: W.J. Visker (voorzitter), C. Voesenek (secretaris), C.A.M.J. Verheezen en I. Elst. Eind 2012 heeft de OR de werknemers gevraagd zich op te geven voor het vervullen van een taak in de nieuw te formeren OR. Ingeborg Elst is afgetreden en wordt opgevolgd door André Jansen. Verkiezingen waren niet noodzakelijk omdat geen andere kandidaten zich hadden opgegeven.
Personeel en ziekteverzuim Hieronder is het ziekteverzuim per kwartaal weergegeven, in 2012 en de voorgaande jaren, exclusief langdurig zieken (>2 jaar) en zwangerschappen. Ziekteverzuim 2012 2011 2010
1e kw. 4,58% 5,37% 5,56%
2e kw. 4,96% 4,93% 5,38%
3e kw. 6,74% 4,90% 4,28%
4e kw. 9,18% 3,65% 7,90%
Totaal 6,37% 4,71% 5,78%
Het jaar 2012 kenmerkte zich door een drietal middellang zieken (korter dan 2 jaar). De daadwerkelijke re-integratie van twee daarvan zal naar verwachting in 2013 plaatsvinden en de derde zal door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in 2013 ook vervallen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
53
Sponsoring Gesponsorde activiteiten 2012
omschrijving
kern
Sponsorbedrag bijzonderheden
Avondvierdaagse
Oudenbosch
€ 625
uitgekeerd in natura (waterflesjes)
Werkgroep Sport 't Veerke
Oud Gastel
€ 500
De Zonnebloem
alle
€ 600
jaarlijkse bijdrage € 350 vanuit giften jubileumjaar, € 250 zelf aangevuld
Stichting Sint Nicolaas
Oudenbosch
€ 50
jaarlijkse bijdrage
Jubileum Basiliek
Oudenbosch
€ 150
100-jarig bestaan Basiliek
Sportgala Halderberge
Halderberge
€ 150
jaarlijkse bijdrage
Brabantse Ruiterdagen
Oudenbosch
€ 1.785
afbouw sponsorschap
Wielerronde Standdaarbuiten
Standdaarbuiten
€ 150
jaarlijkse bijdrage
Seniorenmiddag
Bosschenhoofd
€ 100
eenmalige bijdrage
Koninginnedag
€ 100
jaarlijkse bijdrage
Buurtbusvereniging
Oudenbosch Standdaarbuiten Noordhoek
€ 575
jaarlijkse bijdrage
Voedselbank Goed Ontmoet
o.a. Oudenbosch
€ 1.500
donatie
Matthäus Passion
Oudenbosch
€ 455
jaarlijkse bijdrage
Voetbalvereniging Victoria 03
Oudenbosch
€ 200
3-jarig contract, loopt tot 2012
Voetbalvereniging DEVO
Bosschenhoofd
€ 125
3-jarig contract, loopt tot 2012
Voetbalvereniging Hoeven
Hoeven
€ 179
3-jarig contract, loopt tot 2012
Turnvereniging Alpha
Oudenbosch
€ 150
eenmalige bijdrage
Arboretum
Oudenbosch
€ 110
advertentieplaatsing
Cultureel Centrum Fidei et Arti Oudenbosch
€ 1332
advertentieplaatsing
Duocup badminton
Oudenbosch
€ 100
eenmalige bijdrage
Lichtjesoptocht carnaval
Standdaarbuiten
€ 149
jaarlijkse bijdrage
Kwaok Carnaval
Oudenbosch
€ 111
jaarlijkse bijdrage
Kiwanis Oudenbosch
Oudenbosch
€ 453
jaarlijkse bijdrage
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
54
Bijlagen hoofdstuk 4 Nieuwbouwprojecten Vernieuwbouw: in de range van ideeënfase tot realisatiefase Projectnaam
Kern
Omschrijving
Aantal
Huur/koop
Rozenhof
Oud Gastel
15 appartementen
15
huur
Rovohof
Oud Gastel
begeleid wonen voor SDW
26
huur
Maria ter Engelen Franciscuslaan
Oudenbosch
seniorenwoningen (levensloopbestendig) en grondgebonden woningen
20
huur
Maria ter Engelen St. Bernaertstraat
Oudenbosch
kavels voor woningbouw
2
koop
Marie ter Engelen Marialaan
Oudenbosch
2 onder 1 kap woningen
7
koop
Maria ter Engelen Groene Woud
Oudenbosch
kavels voor 2 onder 1 kap of vrijstaand
11
huur
Aula en Mariabouw
Oudenbosch
mogelijkheid voor herontwikkeling
nader te bepalen
huur
Achter het Postkantoor
Oudenbosch
herbestemming naar 22 woningen
22
huur
Locatie Vermunt 2e fase
Oudenbosch
rijwoningen, bungalows en kavels
41
koop
Oost Vaardeke
Oudenbosch
winkel + appartementen (studio's)
20
huur
Sint Joseph Tivoli
Oudenbosch
vestigen Herbergier
16
huur
Tivoli
Oudenbosch
appartementen
34
huur
Centrumvisie Bosschenhoofd
Bosschenhoofd
Medisch centrum, commercieel en appartementen
71
huur 50 koop 21
Hoefstraat te Zegge
Zegge
10
koop
De Pompier
Hoogerheide
15
huur
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
2 onder 1 kap woningen 15 wooneenheden t.b.v. SDW (zorg) + dagbehandeling
Reeds in aanbouw
34
15
55
Bijlagen hoofdstuk 6 Risicobeheer en governance Risicobeheersing Binnen Bernardus Wonen zijn diverse risicobeheersing- en controlesystemen aanwezig. Onderstaand zijn enkele voorbeelden hiervan nader beschreven. Dit beoogt echter geen uitputtende opsomming te zijn van alle risico’s waarmee wij van doen hebben. Maatschappelijke bestemming Aedescode Woningcorporaties zijn maatschappelijke ondernemingen. De samenleving kan ons aanspreken op een juiste maatschappelijke bestemming van ons vermogen. Bernardus Wonen wil zich hierover actief verantwoorden en onderschrijft daarom de AedesCode en de normen die hierin zijn vastgelegd. Eind 2007 heeft de Raad van Commissarissen van Bernardus Wonen, in overleg met de directeur, de code vastgesteld voor de governance structuur van Bernardus Wonen. Daarbij is de AedesCode integraal overgenomen, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn opgenomen als bijlage bij het verslag van de Raad van Commissarissen. Meer gedetailleerde informatie is opgenomen op onze website (www.bernarduswonen.nl/governancecode). Integriteitcode Integer ondernemen is een onderdeel van de AedesCode. Hierin staat dat leden van Aedes een eigen integriteitsbeleid moeten hanteren. In 2008 is binnen Bernardus Wonen daarom een integriteitscode vastgesteld. Deze integriteitscode geldt voor iedereen die optreedt namens Bernardus Wonen, zowel intern (medewerkers, MT en directie, commissarissen) als extern (instellingen, aannemers). Leidinggevenden binnen Bernardus Wonen dragen het belang van deze integriteitscode actief uit en vervullen daarin dus een voorbeeldfunctie. Zowel intern als extern is het belangrijk duidelijk te maken waar Bernardus Wonen als bedrijf voor staat en op welke zaken wij aan te spreken zijn. Goede trouw, onomkoopbaarheid, eerlijkheid, onbesproken gedrag en rechtvaardigheid zijn daarbij de kernwoorden. Openheid is een andere voorwaarde. In het eerste kwartaal van 2009 zijn de hoofdpunten uit de integriteitscode op onze website gepubliceerd (www.bernarduswonen.nl/integriteitscode). Tevens zijn al de betrokken externe relaties hierover geïnformeerd. Een onderdeel van ons integriteitsbeleid is het aanbestedingsbeleid, dat in 2008 is vastgesteld. Hierin staat omschreven hoe Bernardus Wonen opdrachten verstrekt, aan welke partij en onder welke voorwaarden. Ook is er een reglement voor het gebruik van e-mail en internet, dat ieder personeelslid heeft moeten ondertekenen. Visitatie Elke woningcorporatie die lid is van Aedes moet zich tenminste eens in de vier jaar onafhankelijk, extern en gezaghebbend laten visiteren. Een visitatie is een officiële inspectie door een onafhankelijke visitatiecommissie. Er wordt met name onderzocht welke maatschappelijke prestaties zijn geleverd en of deze overeenkomen met de afspraken die hierover zijn gemaakt. Er wordt ook gekeken hoe het interne toezicht geregeld is en of belanghebbenden worden betrokken bij de totstandkoming van beleid. Bernardus Wonen heeft zich in 2009 laten visiteren. De conclusies van de visitatie zijn te vinden op onze website (www.bernarduswonen.nl/visitatierpport). In 2010 hebben wij, mede gebaseerd op de uitkomsten van de visitatie, een nieuw ondernemingsplan opgesteld.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
56
Strategie, beleid, realisatie In 2010 is met inbreng van belanghouders een nieuw ondernemingsplan 2011-2014 vastgesteld “Met vertrouwen de toekomst in, kerngericht en doelbewust”. Daarin wordt aangegeven hoe wij willen komen tot een versteviging van onze kern. Onze kern is daarbij de uitdrukkelijke bediening van onze volkshuisvestelijke doelgroep, met daarbij de focus op de bestaande voorraad en vormt de basis voor onze jaarplannen. De strategische keuzes worden toegelicht in het hoofdstuk Bestuursverslag. Sturing en proces Beleidscyclus en kwartaalrapportage De beleidscyclus is een cyclisch proces van voorbereiding, opstelling, besluitvorming, uitvoering en evaluatie van het bedrijfsbeleid en de hieruit voortvloeiende bedrijfsdoelen. De looptijd van de beleidscyclus is dezelfde als die van het ondernemingsplan, met daarbinnen een jaarlijkse cyclus voor de begroting, de managementrapportages (kwartaalrapportages) en het jaarverslag. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat bedrijfsdoelen concreet vertaald moeten worden naar prestaties die de afdelingen moeten leveren. In 2012 is gewerkt met afdelingsplannen, waarin de te leveren prestaties per afdeling zijn vastgelegd. De resultaten werden doorlopend gevolgd, zowel door de managers binnen de eigen afdelingen, als door de directie in overleg met de managers. Elk kwartaal werd over de prestaties een kwartaalrapportage uitgebracht. Andere onderdelen van de kwartaalrapportage hebben betrekking op de in het BBSH genoemde prestatievelden en projecten. In het verslagjaar zijn de periodieke rapportages verder aangescherpt en besproken tijdens de vergaderingen van het Management Team en de Raad van Commissarissen. De rapportages hebben tot doel de ontwikkeling op de gebieden van organisatie, financiën, risico’s e.d. te monitoren en waar nodig handvatten aan te reiken om handelend te kunnen optreden. Beoordeling van het stelsel van risicobeheersing Naast controle door de externe accountant voert Bernardus Wonen ook zelf beperkt audits uit. Daarvoor stelden we in 2010 een auditkalender op, in overleg met de afdelingen. De audits zijn gebaseerd op onze processen en hebben geleid tot verbeteringen in het proces. Risicobeheersing Risicobeheersing verbindingen In 2012 is een verbindingenstatuut als toetsingskader gepositioneerd. Dat betekent dat besluiten rond het aangaan van nieuwe verbindingen of het aanpassen van de relatie met bestaande verbindingen aan dit statuut worden getoetst. Stichting Bernardus Wonen heeft zes verbindingen, Bernardus Holding B.V. (1), Bernardus Verhuur B.V.(2), Bernardus Ontwikkelingsmij B.V.(3), Bernardus VSO-rendement B.V. (4), Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland (5) en ZAB B.V. (6). De verbindingen zijn opgericht om risico’s te beheersen en te beperken met betrekking tot: 1. Meer (eigen) risicovolle activiteiten (1), (3) en (5); 2. Samenwerking met andere corporaties ((5) en 3. Uitvoering geven aan de fiscalisering van woningcorporaties en beheersing van fiscale risico’s (2) en (4). Bernardus Wonen geeft veel aandacht aan de organisatie van risicobeheersing. We onderscheiden vijf soorten risico’s.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
57
1. Strategische risico’s Omgeving Vanaf 2010 hebben we te maken met het afschaffen van mededeling 26, waardoor onder andere woningcorporaties geen vrijstelling meer kunnen genieten van de integratieheffing BTW. De projecten die onder de overgangsregeling kunnen vallen hebben wij afgestemd met de belastingdienst. De mededingingsdiscussie heeft met ingang van 1 januari 2011 geresulteerd in een DAEB en een niet-DAEB etiquettering. Voor ons geldt dat de niet-DAEB activiteiten in exploitatie een kleine 2% van de voorraad betreft, relatief weinig ook zijn er niet-DAEB activiteiten in ontwikkeling. De impact voor de woningzoekenden – als gevolg van aanpassingen in ons toewijzingsbeleid – is direct merkbaar. Bijzonder in 2012 en 2013 zijn de diverse en gewijzigde (voorgenomen) kabinetsmaatregelen voor de gereguleerde huursector en de corporatiesector als geheel. De maatregelen betreffen onder meer hoogte en looptijd van verhuurders- en saneringsheffing. Kortom, wijzigingen in rijksbeleid zijn de grootste veroorzakers van risico’s waarmee wij van doen hebben. 2. Portfolio- en projectenrisico’s Vraag en aanbod van woningen Op basis van het ondernemingsplan, woningmarktonderzoeken, kernvisies, overige beleidskaders en de inventarisatie van ons woningbezit beschrijft het Portfolioplan de ontwikkelrichting van onze totale woningvoorraad. We streven naar een meer gedifferentieerd woningaanbod, gericht op verschillende doelgroepen, waarmee we het verhuurrisico willen beperken. Ons Portfolioplan is in 2011 geactualiseerd. Projectplannen Binnen onze organisatie werken we in het geval van (ver)nieuwbouwprojecten met projectplannen; per planfase een nieuw projectplan. Steeds worden juridische, financierings-, ruimtelijke ordenings- en marktrisico’s benoemd, welke met name worden bepaald door de omvang en complexiteit van de betreffende projecten. Maar minstens zo belangrijk is het beheersen van deze risico’s. Met de risico’s die nog niet acceptabel zijn, gaan we aan de slag met als doel: gevolgen beperken, ervoor zorgen dat het risico niet kan op treden of de kans verkleinen dat een risico optreedt. Value At Risk (VAR) Periodiek bepalen wij de VAR met betrekking tot onze projecten. Eind 2012 komt de VAR uit op € 0,6 mln. terwijl deze eind 2011 € 3,4 mln. bedroeg. De daling is het gevolg van het feit dat het aantal projecten in portefeuille afneemt en de opleveringszekerheid toeneemt omdat deze al in de realisatiefase zitten. Daarnaast hebben wij in 2012 een aantal projecten voor een lagere waarde in de ‘boeken’ gezet. 3. Organisatierisico’s Informatiebeveiligingsbeleid In 2009 hebben we een informatiebeveiligingsbeleid opgesteld en zijn we gestart met het implementeren ervan. Het uiteindelijke doel van het informatiebeveiligingsbeleid is het inrichten van een duurzaam stelsel van beveiligingsmaatregelen in de organisatie en de informatietechnologie, gericht op een beheersing van de risico’s tot het gewenste niveau. Het beleid vormt hiervoor de basis. Het beleid dient bovendien in lijn te zijn met de belofte die aan huurders wordt gedaan, en ingepast te worden in de missie om te komen tot kwaliteit, duidelijkheid en betrouwbaarheid. Tevens dient het beleid het prettig en efficiënt werken van de medewerkers niet in de weg te staan.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
58
4. Financiële risico’s (Her)financierings- en renterisico In 2012 is een nieuw concept treasurystatuut opgesteld. In dit statuut is rekening gehouden met de eisen zoals die tot op dit moment worden gesteld aan de treasuryfunctie van woningcorporaties en is reeds prudent invulling gegeven aan de randvoorwaarden voor wat betreft het gebruik van derivaten, functiescheiding, verantwoording en deelnemingen. Ook is het treasuryjaarplan onderdeel geworden van het treasuryproces. Met het oog op de op handen zijnde regelgeving (voor wat betreft woningwet) is het concept nog niet vastgelegd. Dit aangezien op korte termijn nieuwe regelgeving bekend wordt en hiermee een aanpassing van het statuut gewenst is. Met de uitvoering van een actief treasurybeleid geven wij invulling aan rente- en financieringsrisico’s. Ten aanzien van het renterisico hanteert Bernardus Wonen een maximale norm van 15% van het balanstotaal. Liquiditeit In het verslagjaar is een kredietfaciliteit bij de BNG afgesproken van € 1 miljoen. Bedrijfswaarde De verwachting is dat lopende projecten en volkshuisvestelijke opgaven in de toekomst, gecombineerd met steeds hoger wordende heffingen een negatieve invloed hebben op de bedrijfswaarde.. Huurprijs Zoals al eerder genoemd, is het rijksbeleid ook op dit punt een bepalende factor voor de financiële continuïteit van woningcorporaties geworden. Gereguleerd huurbeleid lijkt voor de huurders een goede zaak. Het blijft een vreemde situatie dat enerzijds corporaties ‘los’ van de overheid staan, maar dat diezelfde overheid op verschillende processen ingrijpt. Van een ‘normaal’ ondernemerschap kan daardoor geen sprake zijn. 5. Juridische/fiscale risico’s Door de fiscale herpositionering van woningcorporaties komen zijn deze risico’s in een ander daglicht komen te staan. Waar in voorgaande jaren, maar ook in 2012, voor veel transacties een juridisch/fiscale toets werd gevraagd op voornamelijk de gebieden van BTW en Overdrachtsbelasting, is daar nu de Vennootschapsbelasting bijgekomen. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat ook intern voldoende kennis aanwezig is om de vraagstukken te beantwoorden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
59
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
60
JAARREKENING 2012
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
61
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (voor resultaatbestemming)
ACTIEF
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
247
131
154.401
128.424
4.639
3.167
1.615
1.630
160.655
133.221
7.810
7.735
10.234
10.732
3.185
6
21.229
18.473
6
6
VASTE ACTIVA I.1
Immateriële vaste activa
I.1.1
Computersoftware
I.2
Materiële vaste activa
I.2.1
Sociaal vastgoed in exploitatie
I.2.2
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
I.2.3
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
I.3
Vastgoedbeleggingen
I.3.1
Commercieel vastgoed in exploitatie
I.3.2
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
I.3.3
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
I.4
Financiële vaste activa
I.4.1
Andere deelnemingen
I.4.2
Overige effecten
1.116
1.092
I.4.3
Latente belastingvorderingen
2.273
2.799
3.395
3.897
185.526
155.722
281
1.139
2.645
2.368
2.926
3.507
Som der vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA I.5
Voorraden
I.5.1
Vastgoed bestemd voor verkoop
I.5.2
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
I.6
Vorderingen
I.6.1
Huurdebiteuren
137
95
I.6.2
Overige vorderingen
747
789
I.6.3
Overlopende activa
127
-
1.011
884
Liquide middelen
13.381
2.022
Som der vlottende activa
17.317
6.414
202.843
162.136
I.7
TOTAAL ACTIVA
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
62
PASSIEF I.8
EIGEN VERMOGEN
I.8.1
Overige reserves Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen
I.9
VOORZIENINGEN
I.9.1
Voorziening onrendabele investeringen en / herstructureringen
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
66.571
42.046
-345
-664
66.226
41.382
5.239
6.619
18
18
I.9.2
Voorziening latente belastingverplichtingen
I.9.3
Overige voorzieningen
8.035
145
Totaal voorzieningen
13.292
6.782
103.736
95.668
10.323
9.981
114.059
105.649
I.10
LANGLOPENDE SCHULDEN
I.10.1
Schulden/leningen kredietinstellingen
I.10.2
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal langlopende schulden
I.11
KORTLOPENDE SCHULDEN
I.11.1
Schulden aan kredietinstellingen
3.433
4.298
I.11.2
Schulden aan leveranciers
2.439
1.254
611
237
41
44
I.11.3
Belastingen en premies sociale verzekeringen
I.11.4
Schulden ter zake van pensioenen
I.11.5
Overlopende passiva
2.742
2.490
Totaal langlopende schulden
9.266
8.323
202.843
162.136
TOTAAL PASSIVA
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
63
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2012
II.12
Bedrijfsopbrengsten
II.12.1
Huuropbrengsten
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
20.919
20.581
271
296
II.12.2
Opbrengsten servicecontracten
II.12.3
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
5.683
5.078
II.12.4
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
2.303
3.736
II.12.5
Geactiveerde productie eigen bedrijf
108
138
II.12.6
Overige bedrijfsopbrengsten
346
22
29.630
29.851
II.13
Bedrijfslasten
II.13.1
Afschrijvingen (im) materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
6.905
6.509
II.13.2
Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
1.427
8.632
II.13.3
Lonen en salarissen
2.074
2.061
II.13.4
Sociale lasten
275
248
II.13.5
Pensioenlasten
361
350
5.126
5.320
II.13.6
Onderhoudslasten
II.13.7
Leefbaarheid
126
286
II.13.8
Lasten servicecontracten
263
258
II.13.9
Overige bedrijfslasten
2.932
2.781
19.488
26.445
1.393
-644
628
457
24
73
684
767
II.14.1
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
II.14.2
Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen
II.14.3
Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
II.14.4
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
II.14.5
Waardeveranderingen financiële instrumenten
-7.906
-
Rentelasten en soortgelijke kosten
-4.888
-4.703
Saldo financiële baten en lasten
-11.458
-3.407
77
-645
422
19
-345
-664
-
-
II.14.6
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen II.14.7
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen Buitengewone baten Buitengewone lasten
-
-
Belastingen buitengewoon resultaat
-
-
- 345
-664
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
64
Grondslagen voor de waardering van de geconsolideerde activa en passiva Consolidatiekring In de consolidatie worden opgenomen de financiële gegevens van Bernardus Wonen en haar groepsmaatschappijen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Het betreft hier een integrale consolidatie, omdat er beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. Nieuwe groepsmaatschappijen worden in aanmerking genomen vanaf het tijdstip waarop invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid is verworven. De in de consolidatie begrepen vennootschappen zijn: Bernardus Holding B.V. te Oudenbosch (100%); Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V. te Oudenbosch (100%); Bernardus Verhuur B.V. te Oudenbosch (100%); Bernardus VSO-rendement B.V. te Oudenbosch (100%). ZAB B.V., een vennootschap die is opgericht door Thuisvester Participatie B.V., Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. en Bernardus Holding B.V., is gepresenteerd voor het aandeel van 33 1/3% onder de post 'Deelnemingen'. Zij is derhalve niet in de cijfers van de Bernardus Wonen groep geconsolideerd, aangezien geen overwegende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. De activiteiten van Bernardus Holding B.V. bestaan voornamelijk uit het werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting, in de brede zin van het woord. De activiteiten van Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V. bestaan voornamelijk uit (project-)ontwikkeling van woningen en andere gebouwen. De activiteiten van Bernardus Verhuur B.V. bestaan voornamelijk uit het huren en verhuren van registergoederen. De activiteiten van Bernardus VSO-rendement B.V. bestaan voornamelijk uit project- ontwikkeling in de meest uitgebreide zin van het woord. De activiteiten van ZAB B.V. bestaan voornamelijk uit projectontwikkeling in de meest uitgebreide zin van het woord. Intercompany-transacties (voor zover deze nog niet buiten de groep zijn gerealiseerd) worden geëlimineerd. Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening van Bernardus Wonen is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Bernardus Wonen past deze herziene Richtlijn vanaf het huidige verslagjaar toe. De grondslagen van de waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat worden met betrekking tot elk der posten uiteengezet. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
65
STELSELWIJZIGINGEN Bernardus Wonen past vanaf verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de jaarverslaggeving, 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen. In RJ 645 zijn alleen regels opgenomen voor sectorspecifieke aangelegenheden zoals bijvoorbeeld de invulling van het begrip actuele waarde voor het sociaal en commercieel vastgoed, de verwerking van de Verkopen onder Voorwaarden, de timing van de verwerking van investeringen in het kader van nieuwbouw en herstructurering. Ook gelden specifieke modellen voor de balans en de resultatenrekening. In RJ 645 (2011) zijn ook zaken aangescherpt die binnen de toegelaten instellingen mogelijk nog niet eenduidig werden toegepast op basis van de reeds bestaande Richtlijnen, zoals de methodiek van afschrijven, het toepassen van de componentenbenadering ten behoeve van het afschrijven, het verwerken van de vennootschapsbelastingdruk en het verwerken van de ‘herwaardering’ indien de bedrijfswaarde en/of marktwaarde als grondslag voor de actuele waarde wordt toegepast. Het toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten heeft Bernardus Wonen de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011 herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten van de stelselwijziging zijn retrospectief verwerkt in het beginvermogen van 2011. Hierna staan de belangrijkste wijzigingen en effecten van de stelselwijziging en herziene richtlijn 645 nader toegelicht: Classificatie en kwalificatie van het bezit Bernardus Wonen heeft een beleid, gericht op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijke beleid staat hierbij centraal en wij zien het bezit als een duurzaam bedrijfsmiddel om onze bedrijfsdoelstellingen te dienen. Bernardus Wonen heeft haar vastgoed in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën sociaal vastgoed en commercieel vastgoed en als waarderingsgrondslag kiest Bernardus Wonen er voor dat het sociale vastgoed gewaardeerd wordt tegen de bedrijfswaarde en het commerciële vastgoed tegen marktwaarde. Sociaal vastgoed Bij de berekening van de bedrijfswaarde 2012 heeft Bernardus Wonen onder meer gerekend met een disconteringspercentage van 5,25%(voorheen 5%) en met de CFV-methodiek voor de restwaarde van de grond, per saldo € 5.000 nominaal per kavel, welke vervolgens wordt geïndexeerd en contant gemaakt (voorheen per saldo € 20.000 nominaal per kavel welke vervolgens wordt geïndexeerd en contant gemaakt) en kon geen rentabiliteitswaardecorrectie meer worden toegepast. Op basis van deze uitgangspunten heeft een herrekening van de bedrijfswaarde ultimo 2011 plaats gevonden. Tevens is ter bepaling van het cumulatieve effect van de doorgevoerde stelselwijziging ook de bedrijfswaarde ultimo 2010 herrekend. Eind 2010 komt de herrekende bedrijfswaarde uit op € 119,2 miljoen terwijl de oorspronkelijke bedrijfswaarde € 182,6 miljoen bedroeg. Deze afname wordt voor € 54,8 miljoen door de grond veroorzaakt, voor € 7 miljoen door herclassificatie en € 1,6 miljoen door de aanpassing van de disconteringsvoet. De stijging van de bedrijfswaarde ultimo 2012 ten opzichte van de (herrekende) bedrijfswaardes ultimo 2011 en 2010 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de uitgangspunten voor de bedrijfswaarde 2012 rekening is gehouden met een activering van een deel van de toekomstige onderhoudsuitgaven (beleidsaanpassing), alsmede doordat voor een aantal blokken de levensduur is verlengd tot minimaal nog 15 jaar op grond van toepassing van de nieuwe RJ 645 (uitgangspunt daarin is dat een blok minimaal nog 15 jaar
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
66
wordt doorgeëxploiteerd, tenzij een expliciet besluit voor de beëindiging van de exploitatie/sloop is genomen). De effecten van de stelselwijziging op de vergelijkende cijfers zijn in de onderstaande overzichten weergegeven. Effect op de waarde van het bezit:
Boekwaarde per:
Sociaal vastgoed in exploitatie (x € 1.000)
Commercieel vastgoed in exploitatie (x € 1.000)
TOTAAL (x € 1.000)
1-1-2011 op basis van historische kostprijs met toepassing van de minimumwaarderingsregel (boekwaarde sociaal en commercieel vastgoed tezamen)
126.838
1-1-2011 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde
119.157
8.122
127.279
31-12-2011 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde
128.424
7.735
136.159
31-12-2012 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde
154.401
7.810
162.211
126.838
Een stijging van de bedrijfswaarde van een blok onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de ongerealiseerde waardeveranderingen onder de post overige reserve gebracht. Deze ongerealiseerde waardeveranderingen betreffen dus het ongerealiseerde positieve verschil tussen de bedrijfswaarde en de historische kostprijs, echter met uitzondering van blokken waarvoor in het verleden afwaarderingen ten laste van het resultaat zijn gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde blok als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Een waardevermindering van een blok onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter ongerealiseerde waardeveranderingen voor dit blok onder de overige reserves op de balans staan, wordt de waardevermindering direct ten laste van de overige reserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende blok in de ongerealiseerde waardeveranderingen is opgenomen. Tot en met 2011 was het bezit ten behoeve van de balanswaardering geclusterd in een 20tal wijken. In 2012 heeft een heroriëntatie op de clustering plaatsgevonden en is het bezit geclusterd op blokniveau met ruim 500 blokken. Een blok woningen bestaat uit één of meerdere naast en/of aan elkaar gelegen woningen van hetzelfde type en bouwjaar. Op deze wijze gaat Bernardus Wonen per blok sturing geven aan het vastgoed door weloverwogen keuzes te kunnen maken over zaken als doorexploiteren, slopen, verkopen, renoveren, onderhoud7 en overige investeringsvraagstukken. Deze herclustering is eveneens toegepast op de herrekening van de cijfers per 1-1-2011 en over 2011. Bij de clustering op wijkniveau vond de toetsing van de bedrijfswaarde aan de boekwaarde op basis van historische kostprijs met toepassing van de minimumwaarderingsregel op een groter eenheidsniveau plaats en hoefde minder snel tot afwaardering van het bezit te worden overgegaan. Bij toetsing op blokniveau ontstaan veel eerder afwaarderingen (d.w.z. de bedrijfswaarde is lager dan de boekwaarde) waardoor in de herrekening van het eigen vermogen de blokken met een lagere actuele waarde ten laste van de overige reserve 7
Zie ook Hoofdstuk 4.1 Woningopnames en conditiemeting
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
67
moesten worden afgewaardeerd. Hierdoor is de omvang van de overige reserve per 1-12011 met € 24,5 miljoen gedaald. In 2011 is nogmaals een bedrag van € 0,3 miljoen afgewaardeerd. Tot en met 2011 zijn er 97 blokken met een bedrijfswaarde die lager is dan de boekwaarde op basis van historische kostprijs met een totaalbedrag van € 24,8 miljoen. Door de mutatie van de bedrijfswaarde in 2012 zijn er eind 2012 103 blokken met een bedrijfswaarde die € 21,5 miljoen lager is dan de boekwaarde op basis van historische kostprijs. Daardoor heeft Bernardus Wonen een bedrag van € 3,3 miljoen als positief resultaat in de winst-enverliesrekening verwerkt, aangezien dit een terugname was van deze eerdere waardeverminderingen. Commercieel vastgoed Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens en het bedrijfsmatig vastgoed. De classificatie is op objectniveau uitgevoerd en ultimo 2011 zijn 44 woningen toegewezen aan het commercieel vastgoed. Door huurstijgingen zijn er in 2012 nog een 4-tal woningen overgeheveld van sociaal naar commercieel vastgoed. Eind 2012 hebben we DTZ Zadelhoff opdracht gegeven om voor het commerciële vastgoed, 8 garages en een 9-tal bedrijfsruimtes, de marktwaarde te taxeren. Voor het commercieel vastgoed ultimo 2011 is de totale marktwaarde berekend op € 7,7 mln. terwijl de boekwaarde op basis van de historische kostprijs € 8,6 mln. bedroeg. Eind 2012 bedraagt deze marktwaarde € 7,8 mln. Indien de marktwaarde lager uit kwam dan de boekwaarde op basis van de historische kostprijs is ten laste van het eigen vermogen het verschil afgewaardeerd. Hierdoor is de omvang van de overige reserve per 1-1-2011 met € 1,7 miljoen gedaald. In 2011 is nogmaals een bedrag van € 0,3 miljoen afgewaardeerd. Effecten bovenvermelde stelselwijziging op de ontwikkeling van het resultaat van de vergelijkende cijfers: 2010 (x € 1.000)
2011 (x € 1.000)
1.546
-76
-24.475
-289
-1.669
-298
Totaal effect stelselwijziging op het resultaat
-26.144
-587
Resultaat na stelselwijziging
-24.598
-664
Resultaat voor stelselwijziging Effect stelselwijziging a.g.v. afwaarderingen sociaal vastgoed Effect stelselwijziging a.g.v. afwaarderingen commercieel vastgoed
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
68
Effect stelselwijziging op de ontwikkeling van het eigen vermogen:
Eigen vermogen per: 1-1-2011 op basis van historische kostprijs met toepassing van de minimumwaarderingsregel
Cumulatief effect stelselwijziging op eigen vermogen
1-1-2011 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde
Herrekend resultaat 2011 na stelselwijziging
31-12-2011 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde Resultaat 2012 31-12-2012 op basis van bedrijfswaarde resp. marktwaarde
Overige reserve (x € 1.000)
Ongerealiseerde waardestijgingen (x € 1.000)
TOTAAL (x € 1.000)
36.334
36.334
-26.144
10.190
26.584
36.774
31.855
41.382
57.044
66.226
-664 9.527 -345 9.182
Afschrijvingen Ten aanzien van de berekening van de afschrijvingslast zijn 2 wijzigingen van toepassing: 1. De herziene RJ 645 staat afschrijvingen volgens de annuïteitenmethode niet meer toe. Bernardus Wonen past daarom vanaf 2012 de lineaire afschrijvingsmethode toe. 2. Vanaf 2012 wordt de afschrijvingslast over de bedrijfswaarde berekend en niet meer over de historische kostprijs. De totale afschrijvingslast over de actuele waarde bedraagt € 6,7 miljoen. De herrekende afschrijvingen over 2011 bedragen € 6,2 miljoen terwijl dit op basis van de annuitaïre afschrijvingsmethode over de historische kostprijs nog € 2,4 miljoen was.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
69
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gedaan voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten voor Bernardus Wonen worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. MATERIËLE VASTE ACTIVA Sociaal vastgoed in exploitatie Grondslag sociaal vastgoed in exploitatie geclassificeerd als bedrijfsmiddel Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2012 bedraagt deze grens € 664,66 (2011: € 652,52). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Bernardus Wonen kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Bernardus Wonen een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. Grondslag waardering als bedrijfsmiddel en waardering tegen actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering, met een minimum van 15 jaar cf. de RJ 645. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op blokniveau. Bernardus Wonen kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
70
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2012 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar, behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond, opstal en overige componenten. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur per component en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in de overige reserve. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: Een waardevermeerdering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de overige reserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingverlies voor het complex zou zijn verantwoord. Een waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien er echter onder de overige reserves een ongerealiseerde waardeverandering voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de overige reserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de overige reserve is opgenomen. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
71
Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingprijs en bijkomende kosten. Een afwaardering naar marktwaarde vindt plaats als de verwachte netto opbrengst lager is. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. VASTGOEDBELEGGINGEN Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Grondslag classificatie als vastgoedbelegging en waardering tegen actuele waarde Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de ongerealiseerde waardeveranderingen onder de Overige reserves, een reserve gevormd. Deze ongerealiseerde waardeverandering betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een overige reserve gevormd. Deze ongerealiseerde waardeverandering betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als commercieel vastgoed.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
72
De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingprijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. FINANCIËLE VASTE ACTIVA Andere deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingprijs en indien van toepassing onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen, doch niet lager dan nihil. Het betreft hier een aandeel van 33 1/3% in ZAB B.V. Door Bernardus Holding B.V. is tezamen met Thuisvester Participatie B.V. en Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. een geplaatst en volgestort aandelenkapitaal ad € 18.000 (18.000 aandelen van € 1) bijeengebracht. Elk der partijen neemt hierin voor een evenredig gedeelte deel. De nettovermogenswaarde per 31 december 2012 bedraagt € 377.638 voorde totale BV. Overige effecten Deze vorderingen zijn opgenomen tegen de verkrijgingprijs, dan wel lagere marktwaarde. Zij zijn niet opeisbaar binnen 1 jaar. Latente belastingvorderingen Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente(3,38%) bestaat uit de voor Bernardus Wonen geldende rente voor langlopende leningen (4,23%) onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief (20%). De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. De opgenomen latentie heeft betrekking op complexen bestemd voor de verkoop waarderingsverschil in een grondpositie en langlopende schulden (het zogenaamde disagio).Ultimo 2012 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd. Voor wat betreft compensabele verliezen heeft Bernardus Wonen en voor gekozen om deze uit hoofde van voorzichtigheid niet in de jaarrekening te verantwoorden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
73
VOORRADEN Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht) en percelen met bestaande opstal (niet meer voor projectontwikkeling nodig en nog niet verkocht). Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor verkoop. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop betreft het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor de verkoop). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of tegen lagere netto opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.
VORDERINGEN De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
74
VOORZIENINGEN Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de nominale waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde of actuele waarde. Voorziening latente belastingverplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. De belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering. De latentie is gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de netto rente en hebben overwegend een langlopend karakter. De netto rente (3,38%) bestaat uit de voor Bernardus Wonen geldende rente voor langlopende leningen (4,23%) onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief (20%). De opgenomen latentie heeft betrekking op het waarderingsverschil voor het bedrijfspand en langlopende schulden (het zogenaamde agio). Ultimo 2012 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd. Overige voorzieningen De overige voorzieningen hebben betrekking op een voorziening financiële instrumenten, een voorziening voor een individueel loopbaanontwikkelingsbudget en een voorziening voor jubileumuitkeringen. De voorziening financiële instrumenten is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de swaps. De voorziening omvat de marktwaarde op balansdatum van de renteswaps (exclusief de opgelopen rente van de payer swaps) indien deze negatief is. In de CAO Woondiensten 2010-2011 kregen medewerkers de beschikking over een eigen individueel loopbaanontwikkelingsbudget. Deze voorziening is bepaald op basis aantal uren werkzaam en aantal jaar in dienst. Hierbij geldt een maximum van € 4.500 bij fulltime
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
75
dienstverband en 5 jaar in dienst bij Bernardus Wonen en is gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorziening jubileumuitkeringen omvat de contante waarde van te verwachten gratificatie bij 12,5 jaar, 25 jaar en 40 jaar dienstverband. LANGLOPENDE SCHULDEN De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Bernardus Wonen heeft in het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden een terugkoopverplichting die afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woningen. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
KORTLOPENDE SCHULDEN De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
76
Grondslagen voor de bepaling van het geconsolideerde resultaat BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2012 bedroeg dit maximumpercentage 2,3%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille De post nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille De post overige waardeveranderingen betreft waardeverhogingen voor zover deze niet betrekking hebben op de terugneming van eerder verantwoorde waardeveranderingen. Deze terugneming wordt via de regel overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille onder de lasten verantwoord. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf betreft de activering van door het eigen personeel bestede uren aan onroerende zaken in ontwikkeling. De uren worden gewaardeerd tegen de integrale kostprijs. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord. BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
77
De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. Pensioenlasten De pensioenlasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening en zijn gelijk aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Onderhoudslasten Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
78
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, volgens de verhouding tussen vreemd vermogen en het totale vermogen van het voorafgaand boekjaar, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen), vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de Belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de Belastingdienst opgezegd. Bernardus Wonen heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Bernardus Wonen heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2012 en het fiscale resultaat 2012 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. Buitengewone baten en lasten Onder buitengewone baten en lasten worden verstaan baten en lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve naar verwachting zelden zullen voorkomen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
79
I.A. TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE GECONSOLIDEERDE BALANS VASTE ACTIVA I.1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Het verloop van de immateriële vaste activa in 2012 is als volgt weer te geven: Computersoftware (x € 1.000) STAND PER 1 JANUARI 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
996 -
Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen BOEKWAARDE 1 JANUARI 2012
-864 131
Mutaties in boekwaarde: Investeringen
226
Desinvesteringen
-
Overige waardeveranderingen
-
Afschrijvingen Totaal mutaties 2012
-110 116
STAND PER 31 DECEMBER 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
1.221 -
Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen BOEKWAARDE 31 DECEMBER 2012
-975 247
Immateriële vaste activa betreffen gekochte softwarelicenties en uitgaven die worden gedaan voor de productie van softwareproducten voor Bernardus Wonen. Computersoftware wordt geactiveerd tegen verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur van 5 jaar. In deze jaarrekening is de computersoftware voor het eerst gepresenteerd onder de immateriële vaste activa en zijn de vergelijkende cijfers van 2011 ook aangepast. Tot en met de jaarrekening 2011 was de computersoftware onderdeel van de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
80
I.2 MATERIËLE VASTE ACTIVA Het verloop van de materiële vaste activa in 2012 is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 1 januari 2012
I.2.1
I.2.2
I.2.3
Sociaal vastgoed in exploitatie
Vastgoed In ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
TOTAAL
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
155.304
11.254
2.413
168.971
30.750
-
-
30.750
-57.630
-8.087
-784
-66.501
128.424
3.167
1.630
133.220
Mutaties in boekwaarde: Investeringen
3.875
3.661
87
7.623
Desinvesteringen
-1.607
-2.223
-
-3.830
Afschrijvingen
-6.693
-
-102
-6.795
Herclassificatie/herkwalificatie Herwaarderingen Overige waardeveranderingen en terugnemingen daarvan Totaal mutaties 2012
Stand per 31 december 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2012
-170
-
-
-170
27.281
-
-
27.281
3.292
34
-
3.326
25.978
1.472
-15
27.435
157.401
12.692
2.500
172.593
58.031
-
-
58.031
-61.031
-8.053
-885
-69.970
154.401
4.639
1.615
160.655
Levensduur: Bij de geschatte resterende economische levensduur wordt rekening gehouden met marktomstandigheden, het kwaliteitsbeleid van de corporatie en de feitelijke staat van onderhoud. De levensduur vormt de basis voor de looptijd van de verwachte kasstromen. Jaarlijks wordt vastgesteld of aanpassing van de levensduurinschatting noodzakelijk is. Er wordt voor sociale huurwoningen uitgegaan dat de resterende economische levensduur maximaal 50 jaar en minimaal 15 jaar bedraagt. De restant levensduur wordt echter primair bepaald met in achtneming van de reguliere richtlijnbepalingen inhoudende dat een bijstelling van de gebruiksduur periodiek wordt vastgesteld. Indien de administratieve minimale restant levensduur korter is/wordt dan 15 jaar, is bijzondere aandacht nodig voor een hernieuwde inschatting van de restant levensduur. Het strategisch voorraadbeheer van Bernardus Wonen is in principe leidend.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
81
Voor maatschappelijk vastgoed kan uitgegaan worden van een kortere maximale resterende economische levensduur (b.v. 30 of 40 jaar) afhankelijk van de inschatting van economische risico’s. Renovatie en sloopbesluit kunnen leiden tot een aangepaste levensduurinschatting.
Afschrijvingen Bij de bepaling van de afschrijving is de bedrijfswaarde conform de nieuwe richtlijn gesplitst in de componenten grond, casco en installaties & inrichting. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven, de waarde van het casco en installaties & inrichting worden lineair over de restant levensduur afgeschreven. De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt: Grond Casco Installaties & inrichting
geen afschrijvingen lineair lineair
50 jaar 15 - 20 jaar
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie: Bedrijfsgebouwen Terreinen Installaties Inventaris Vervoermiddelen
lineair geen afschrijvingen lineair lineair lineair
50 jaar 10-20 jaar 5 jaar 5 jaar
Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven.
Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde bedraagt per 31 december 2012 in totaal € 154,4 miljoen. Er is gekeken om vanaf het verslagjaar 2012 zo veel mogelijk aan te sluiten bij de uitgangspunten van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (1) Hierbij zijn de volgende uitgangspunten toegepast:
Huurstijging 2,0% jaarlijks (1) Huurderving 1,8% jaarlijks (2) Inflatie 2,0% jaarlijks (1) Disconteringsvoet 5,25% jaarlijks (1) Algemeen beheer van 2,48% oplopend tot 3% vanaf 2017 (2) Technisch beheer van 2,48% oplopend tot 3% vanaf 2017 (2) De bepaling van de restwaarde van de grond, opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel voor een sociale huur woning, gesteld op € 20.000. Deze kavelprijs wordt jaarlijks geïndexeerd met de prijsinflatie en verdisconteerd naar het einde van de levensduur en verminderd met eveneens geïndexeerde verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing, gesteld op €15.000 (1). Uitgaven voor algemeen beheer € 1.177 per woning per jaar (2) Overige variabele lasten per woning € 231 per woning per jaar (2) Uitgaven voor technisch beheer € 562 per woning per jaar (2) Uitgaven voor planmatig onderhoud € 712 per woning per jaar (2)
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
82
Onder lasten voor algemeen beheer worden o.a. lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten meegenomen, maar ook overige lasten als huisvesting, advisering, automatisering, etc. gerekend. Onder de overige variabele lasten worden lasten voor belastingen, verzekeringen en contributies gerekend. Onder het technisch beheer wordt al het onderhoud gerekend, behalve het planmatige onderhoud. De gehanteerde uitgangspunten zijn conform werkelijke uitgaven, verwachting en voorgenomen beleid, hierbij is aangegeven welke uitgangspunten conform het CFV zijn (aangegeven met 1) en welke uitgangspunten conform het vigerende beleid van Bernardus Wonen zijn opgenomen (aangegeven met 2). Bij het berekenen van de bedrijfswaarde ultimo 2012 is rekening gehouden met onderstaande uitgangspunten. Bedrijfswaarde ultimo 2012: Saneringsheffing 2013 Saneringsheffing 2014 e.v. Verhuurdersheffing 2013 Verhuurdersheffing 2014 e.v Huur maximaal 4,5% van de woz Huurverhoging hoge inkomens
nee nee ja nee nee nee
Hieronder volgt een uiteenzetting van de waarden van het sociale vastgoed in exploitatie in de loop van de tijd:
Boekwaarde (x € 1.000) per:
Sociaal vastgoed in exploitatie
1-1-2011 o.b.v. HIKO met toepassing minimumwaarderingsregel
126.838
1-1-2011
31-12-2011
31-12-2012
o.b.v. bedrijfswaarde
o.b.v. bedrijfswaarde
o.b.v. bedrijfswaarde
119.157 1)
128.424
154.401 2)
1) De bedrijfswaarde ultimo 2010 zoals toegelicht in de jaarrekening 2010 bedroeg € 180,3 miljoen. Bij de berekening van de bedrijfswaarde ultimo 2011 en 2012 heeft Bernardus Wonen onder meer gerekend met een disconteringspercentage van 5,25% (voorheen 5%) met de CFV-methodiek voor de restwaarde van de grond ad per saldo € 5.000 nominaal per kavel welke vervolgens wordt geïndexeerd en contant gemaakt (voorheen per saldo € 20.000 nominaal per kavel welke vervolgens wordt geïndexeerd en contant gemaakt). Op basis van deze uitgangspunten heeft een herrekening van de bedrijfswaarde ultimo 2010 plaatsgevonden ter bepaling van het cumulatieve effect van de doorgevoerde stelselwijziging. Op basis van deze herrekening komt de bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed aanzienlijk lager uit op de vermelde waarde. 2) De bedrijfswaarde ultimo 2012 is ten opzichte van de bedrijfswaarde ultimo 2010 (herrekend) en 2011 aanzienlijk hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de uitgangspunten voor de bedrijfswaarde 2012 rekening is gehouden met aanzienlijk meer investeringen vanuit het onderhoud, waarbij onderhoudsuitgaven geactiveerd worden (impliceert minder in de exploitatielasten), alsmede doordat een aantal complexen / blokken de levensduur is verlengd tot minimaal 15 jaar op grond van toepassing van de nieuwe RJ 645 (uitgangspunt daarin is minimaal 15 jaar doorexploiteren, tenzij een expliciet besluit tot beëindiging van de exploitatie/sloop is genomen).
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
83
Op hoofdlijnen kan de mutatie in de bedrijfswaarde als volgt worden weergegeven:
MUTATIEOVERZICHT BEDRIJFSWAARDE 2012
(x € 1 mln.)
154,4
Bedrijfswaarde ultimo 2012
Bedrijfswaarde ultimo (jaarrekening) 2011
(x € 1mln.)
176,8
Aanpassingen wegens stelselwijziging Effecten primo, medio Effecten interpretatie / herziening Correctie inrekening van de grond (eigen parameters) Inrekening van de grond tegen parameters CFV Overige effecten van aanpassing parameters naar CFV
3,0 -0,1 -54,6 13,3 -10,0 128,4
Herziene bedrijfswaarde ultimo 2011
Mutatie in bedrijfswaarde
26,0
A. Verandering bezit met 1 levensjaar (incl. grond)
-4,8
B. Aanpassingen beleidsparameters en uitgangspunten 4,8
in de inflatie, indexeringen etc.
in de onderhoudslasten
12,7
in de overige lasten
-5,5
in de huurprijscomponenten
a.g.v. levensduurverlenging (minimum van 15 jaren)
12,7
in exploitatieperspectief
-4,2
4,7
25,2
C. Gevolg van mutaties in het bezit -1,6
verkopen en slopen
opleveringen en verbeteringen in het bezit
5,7
overig
1,5 5,6
Totaal geanalyseerd verschil bedrijfswaarde 2012 ten opzichte van 2011 (A + B + C)
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
26,0
84
Verzekeringen Bernardus Wonen heeft een vastgoed meerkeuzepolis afgesloten bij Centraal Beheer Achmea te Apeldoorn, waarin zijn ondergebracht: brand-, storm-, en vliegtuigschade. Verder beschikt Bernardus Wonen over de volgende verzekeringen: Brandverzekering: o Kantoor en 'werkplaats' o Kantoor-/werkplaatsinventaris Glasverzekering kantoor en ‘werkplaats’ Vervoermiddelen Reconstructie/administratie/fraude/geldtransport Wettelijke aansprakelijkheid Aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en commissarissen Collectieve glasverzekering woningen Collectieve ongevallenverzekering
€ 1.412.300 € 553.300 cataloguswaarde € 227.000 € 2.500.000 € 5.000.000
Als opdrachtgever voor onderhoud- en nieuwbouwprojecten kan Bernardus Wonen en haar groepsmaatschappijen voor schade aansprakelijk worden gesteld door derden. Ook kan schade ontstaan aan het werk zelf. Om deze risico's in te dekken is een C.A.R.-polis afgesloten. Specificatie van de C.A.R.-verzekering: Schade aan het werk € 7.500.000 Aansprakelijkheid voor schade aan derden € 1.250.000 Schade aan bestaande eigendommen € 1.250.000 Schade aan bestaande eigendommen van de bewoners € 45.000 Ter zake huurderving en/of renteverlies per uit te voeren project € 750.000 Eigendom Het economisch eigendom van de activa berust bij Bernardus Wonen. Er zijn geen andere pand- of hypotheekrechten en andere zakelijke rechten (waaronder erfpacht) gevestigd op de activa. Woningbezit Totaal zijn er vanuit het verleden tot en met 2012 aan 1.112 huurwoningen een verkooplabel toegekend. Onder de onroerende goederen in exploitatie zijn per balansdatum hiervan nog 893 woningen aanwezig; dit betekent dat er reeds 219 woningen tot en met 31 december 2012 zijn verkocht. De reële waarde (op basis van 100% van de WOZ-waarden, peildatum 1 januari 2011) van deze 893 onroerende zaken bedraagt € 147,3 miljoen. In verhuurde staat bedraagt deze zo'n € 103 miljoen (70%). De bedrijfswaarde bedraagt ultimo het verslagjaar ongeveer € 46,8 miljoen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
85
I.3 VASTGOEDBELEGGINGEN Het verloop van de vastgoedbeleggingen in 2012 is als volgt weer te geven: I.3.1
Stand per 1 januari 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 1 januari 2012
I.3.2
I.3.3
Commercieel vastgoed in exploitatie
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
TOTAAL
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
8.598
14.247
5.285
24.615
1.105
-2.993
-
-1.888
-1.967
-522
-5.279
-7.769
7.735
10.732
6
18.473
-
155
2.124
2.279
-131
-
-
-131
-
-
-
-
Herclassificatie/herkwalificatie
141
-
-
141
Herwaarderingen Overige waardeveranderingen en terugnemingen daarvan Totaal mutaties 2012
210
-
-
210
-145
-653
1.055
257
75
-498
3.180
2.757
8.608
14.402
7.409
30.419
1.315
-2.993
-
-1.678
-2.112
-1.175
-4.224
-7.511
7.810
10.234
3.185
21.229
Mutaties in boekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Stand per 31 december 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2012
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
86
I.4 FINANCIËLE VASTE ACTIVA I.4.1 Andere deelnemingen Hieronder is begrepen het door Bernardus Holding B.V.,Thuisvester Participatie B.V. en Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. per 28 maart 2006 opgerichte ZAB B.V. Alle B.V.'s nemen voor een evenredig (1/3) gedeelte deel in het vermogen van ZAB B.V. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 90.000 (90.000 aandelen van € 1), waarvan geplaatst en volgestort € 18.000 (18.000 aandelen van € 1). Deelnemingen Boekwaarde per 1 januari 2012
6
Investeringen boekjaar
-
Desinvesteringen boekjaar
-
Herwaarderingen
-
Waardeveranderingen
-
Boekwaarde per 31 december 2012
6
Het bestuur van ZAB B.V. bestaat uit de heer J.W.M. Pooyé (Thuisvester, te Oosterhout), de heer L.H.P. Horsthuis (Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V.) en de heer J.W.A. Hectors (Bernardus Holding B.V.). Op basis van de conceptjaarrekening 2012 van ZAB BV bedraagt de nettovermogenswaarde van onze deelneming in deze BV ultimo 2012 circa € 125.880. De jaarrekening 2012 van ZAB BV moet nog worden gecontroleerd en worden goedgekeurd door de AvA van de BV. De komende periode zal ZAB BV (onder meer) de projectontwikkeling van de locatie c.a. van het voormalige gemeentehuis in Oudenbosch ter hand gaan nemen. Het verwachte resultaat op dit project is momenteel nog erg onzeker en is mogelijk negatief. Op grond van deze feiten hebben wij de waarde van onze deelneming in ZAB BV vooralsnog gehandhaafd op ons aandeel in het gestorte aandelenkapitaal, derhalve € 6.000. Zodra meer duidelijk en bekend is over de ontwikkeling van het eigen vermogen in de BV zullen wij de waardering van onze deelneming hierin dienovereenkomstig beschouwen. I.4.2 Overige effecten Effecten Stand per 1 januari 2012 Verkrijgingsprijs
1.092
Waardeveranderingen
-
Boekwaarde 1 januari 2012
1.092
Aankopen
24
Verkopen
-
Waardeveranderingen
-
Extra aflossingen
-
Stand per 31 december 2012
1.116
Bernardus Wonen neemt voor € 1 miljoen deel in het WIF (Wooninvesteringsfonds) in de vorm van certificaten. Certificaathouders hebben recht op een jaarlijkse vergoeding van rente op de door hen gehouden Certificaten. Het Wooninvesteringsfonds keert certificaathouders rente uit, tenzij deze in een bepaald jaar niet voldoet aan de gestelde solvabiliteitseisen. Overeenkomstig het Investeringsmemorandum d.d. 19 mei 2011 zal de vaste rentevergoeding ad 2,25% ook over de niet uitgekeerde rente worden vergoed. Het WIF heeft de status van toegelaten instelling.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
87
I.4.3 Latente belastingvorderingen
Actieve belastinglatentie
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2.273
2.799
Deze latentie is gevormd voor belastbare tijdelijke verschillen in de fiscale waardering en de bedrijfseconomische waardering van (specifieke) materiële vaste activa, het onderhanden werk in de nevenstructuur en de leningen o/g voor wat betreft het zogenaamde disagio. Indien latente vorderingen niet binnen één jaar verrekend kunnen worden, worden zij contant gemaakt tegen de gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille per 31 december 2012. Deze wordt netto bepaald (met andere woorden: onder aftrek van een vpb- tarief van 20%). De nominale waarde van deze actieve belastinglatentie bedraagt € 2.971.430. Hiervan heeft een bedrag van € 56.850 betrekking op de positie van de dochtervennootschappen. Naar verwachting zullen de volgende bedragen in tijd verrekend kunnen worden: 2013 2014 2015 en verder
€ 363.000 € 352.000 €1.558.000
Een bedrag van € 515.000 heeft tevens een later verwacht verrekentijdstip dan 5 jaren. Uit voorzichtigheidsoverwegingen wordt voor fiscaal compensabele verliezen geen (actieve) belastinglatentie gevormd.
VLOTTENDE ACTIVA I.5 VOORRADEN I.5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
-
225
Locatie Prof. Mulderslaan
80
-
Locatie Beaumont Stampersgat
27
27
Locatie Café de Soeppot
64
200
110
687
281
1.139
Hart van Oudenbosch
Locatie Mariabouw en Aula
Hart van Oudenbosch In 2009 zijn van het project Hart van Oudenbosch plan E 14 woningen opgeleverd, waarvan de laatste woning verkocht is in december 2012 voor een bedrag van € 205.000 (verkoopprijs excl. btw). Prof. Mulderslaan Bij het project Prof. Mulderslaan is het gebiedsontwikkelplan gewijzigd en is besloten om het huidige complex te renoveren. Het onbebouwde deel van het perceel is bestemd voor de verkoop. De locatie is gewaardeerd tegen de netto-opbrengstwaarde. Deze waarde is mede bepaald door een onafhankelijk taxatiebureau.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
88
Beaumont Stampersgat In 2007 is, op basis van de vraag die destijds bestond, op deze locatie een woningbouwprogramma ontwikkeld. Het programma bestond uit 12 huurwoningen voor senioren, 12 koopwoningen voor starters en 1 vrije kavel. In 2011 heeft Bernardus Wonen besloten het woningbouwproject achter de Dennis Leestraat in Stampersgat stop te zetten. Reden is dat het begrote budget met ruim een miljoen euro zou worden overschreden. Dit is onder andere het gevolg van de extra te nemen maatregelen op het gebied van de waterhuishouding en riolering. Deze volgen uit een in opdracht van de gemeente opgesteld rapport. Ook is de waarde van de te bouwen woningen de afgelopen jaren fors gedaald. Bernardus Wonen heeft de verschillende belangen afgewogen en besloten dat zij dit financieel niet verantwoord vindt. Er is in 2011 besloten om de bouwkavel te verkopen en af te waarderen naar agrarische waarde. Café de Soeppot De locatie is in het verleden verworven voor het herontwikkelen in het project Hart van Oudenbosch. Later is besloten om deze locatie niet te betrekken in dat project en zijn andere mogelijke gebiedsontwikkelingen bekeken. Omdat deze gebiedsontwikkelingen op korte termijn niet plaats gaan vinden of financieel niet haalbaar blijken, heeft Bernardus Wonen besloten om het pand te verkopen. In februari 2013 is het pand verkocht. Mariabouw en Aula In een voormalig jongensinternaat, Vincentiusbouw, wordt gestart met de bouw van 22 huurappartementen. In dit gebouw bevinden zich tevens een vleugel, Mariabouw en Aula, die in het verleden zijn gebruikt als aula en toneelzaal. Voor deze panden is onderzocht of een ontwikkeling naar een nieuw cultureel centrum voor de kern Oudenbosch haalbaar was. De panden en locatie zijn hiervoor prima geschikt, maar financieel bleek de ontwikkeling voor de betrokken partijen niet haalbaar te zijn. De locatie is gewaardeerd tegen de nettoopbrengstwaarde. Deze waarde is mede bepaald door een onafhankelijk taxatiebureau.
I.5.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
1.600
2.092
Locatie Groene Woud (Oudenbosch)
458
-
Locatie Marialaan (Oudenbosch)
216
-
Locatie Zegge
111
108
Locatie St. Bernaertsstraat (Oudenbosch)
107
-
Locatie Vlinderbuurt (Standdaarbuiten)
153
168
2.645
2.368
De Vermuntsche Heeren
Het saldo van het project De Vermuntsche Heeren betreft de kosten voor grond- en bijkomende kosten voor het deelplan dat nog niet gestart is. De locatie is gewaardeerd tegen de netto-opbrengstwaarde. Deze waarde is mede bepaald door een onafhankelijk taxatiebureau.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
89
I.6 VORDERINGEN I.6.1 Huurdebiteuren
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Achterstand huidige bewoners
107
107
Achterstand vertrokken bewoners
106
72
213
179
94
77
-170
-161
137
95
De specificatie is als volgt:
subtotaal WSNP-huurdebiteuren af
Voorziening dubieuze huurdebiteuren
De ouderdom van de huurachterstanden kan als volgt worden weergegeven: Ultimo 2012
Ultimo 2011
Vanaf 0 t/m 1 maand
40
39
Vanaf 1 t/m 2 maanden
33
36
Vanaf 2 t/m 3 maanden
43
46
Vanaf 3 t/m 4 maanden
41
24
Vanaf 4 t/m 5 maanden
26
7
Vanaf 5 t/m 6 maanden
14
15
Vanaf 6 maanden
16
12
213
179
De hoogte van de voorziening dubieuze huurdebiteuren is vastgesteld volgens de statische methode: de oninbaarheid is per balansdatum zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld.
I.6.2 Overige vorderingen
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Debiteuren verkoop woningen
128
174
Diverse debiteuren
299
433
Vooruitbetaalde bedragen
202
152
Waarborgsom Brabant Water
25
-
Nog te ontvangen huur
53
-
Overige
40
-
-
30
747
789
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
9
4
118 127
4
Te ontvangen stimuleringsubsidie
I.6.3 Overlopende activa
Onderhanden werken WMO Vennootschapsbelasting
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
90
I.7 LIQUIDE MIDDELEN Direct opvraagbaar
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
BNG
6.270
1.987
Spaarrekening
7.000
-
109
34
Kas
1
1
Kruisposten
1
-
13.381
2.022
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
9.527
10.190
Aanpassing vorig boekjaar
-
-
Effect stelselwijziging
-
-
-345
-664
9.183
9.527
Ongerealiseerde waardestijging sociaal vastgoed in exploitatie
Ongerealiseerde waardestijging commercieel vastgoed in exploitatie
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Boekwaarde
30.750
1.105
Realisatie door afschrijving
-4.826
Rabobank
I.8 EIGEN VERMOGEN
Stand per 1 januari
Resultaat Stand per 31 december
Stand per 1 januari 2012
Realisatie uit hoofde van verkoop Toename uit hoofde van stijging van de bedrijfswaarde Herclassificatie / herkwalificatie Overige mutaties Boekwaarde per 31 december 2012
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
-
-608
-159
30.454
-
-41
399
-
-30
55.729
1.315
91
I.9 VOORZIENINGEN
I.9.1
I.9.2
I.9.3
Latente belastingverplichtingen
Overige voorzieningen
(x € 1.000)
(x € 1.000)
x € 1.000)
6.619
18
145
-2.718
-
7.890
1.338 5.239
18
-
Onrendabele investeringen en herstructureringen
Stand per 1 januari 2012 Bij: dotatie/vrijval Bij: reactivering investeringen nieuwbouw Stand per 31 december 2012
8.035
I.9.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen De voorziening is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verwachte verliezen af te wikkelen. De voorziening heeft betrekking op gestarte of nog te starten (ver)nieuwbouwprojecten. De looptijd van de voorziening is langlopend; immers, de looptijd zal nagenoeg even lang zijn als de doorlooptijd van een nieuwbouwproject, dat wil zeggen langer dan één jaar. Het saldo per 31 december 2012 bestaat uit: Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Rozenhof - Oud Gastel 1.206 De Rovohof - Oud Gastel 1.073 Achter het Postkantoor - Oudenbosch 1.083 Centrumontwikkeling Oudenbosch 327 Centrumontwikkeling Stampersgat 413 Centrumvisie Bosschenhoofd 1.137 5.239 I.9.2 Voorziening latente belastingverplichtingen Indien latente schulden niet binnen één jaar verrekend kunnen worden, worden zij contant gemaakt tegen de gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille per 31 december 2012. Deze wordt netto bepaald (met andere woorden onder aftrek van een vpb-tarief van 20%). De nominale waarde van de passieve belastinglatentie bedraagt € 37.638. Het aandeel dat betrekking heeft op de positie van de dochtervennootschappen bedraagt € nihil. Deze latentie is gevormd voor belastbare tijdelijke verschillen in de fiscale waardering van leningen o/g voor wat betreft het zogenaamde agio en het verschil in de fiscale waardering voor het bedrijfspand. De looptijd van de voorziening is langlopend, omdat het volledige bedrag niet binnen één jaar verrekend kan worden.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
92
I.9.3 Overige voorzieningen De overige voorzieningen hebben betrekking op een voorziening financiële instrumenten, een voorziening voor een individueel loopbaanontwikkelingsbudget en een voorziening voor jubileumuitkeringen. De voorziening financiële instrumenten is gevormd voor de derivaten. Dit betreffen payer swaps met een nominale waarde van € 30 mln. De voorziening omvat de negatieve marktwaarde exclusief de opgelopen rente van de payer swaps op 31 december 2012. Dit is de waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen indien besloten wordt om de contracten te vervreemden. De looptijd van de voorziening is langlopend, omdat het volledige bedrag niet binnen één jaar verrekend zal worden. In de CAO Woondiensten 2009-2010 krijgen medewerkers de beschikking over een eigen individueel loopbaanontwikkelingsbudget. Deze voorziening is bepaald op basis aantal uren werkzaam en aantal jaar in dienst. Hierbij geldt een maximum van € 4.500 bij fulltime dienstverband en 5 jaar in dienst bij Bernardus Wonen. De per 1-1-2010 ingegane rechten hebben een (nominale) tegenwaarde van € 96.055. De voorziening jubileumuitkeringen omvat de contante waarde van te verwachten gratificatie bij 12,5 jaar, 25 jaar en 40 jaar dienstverband en bedroeg ultimo 2012 € 32.603.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
93
I.10 LANGLOPENDE SCHULDEN
Leningen kredietinstellingen Terugkoopverplichting v.o.v.
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
103.736
95.668
10.323
9.981
114.059
105.649
De rentabiliteitswaarde (contante waarde van de uit hoofde van bestaande leningscontracten rente- en aflossingsverplichtingen) bedraagt € 100.081.408. De rentabiliteitswaardecorrectie van de leningportefeuille, op basis van 5,25%, bedraagt per 31 december 2012: 2012 2013 2014 2015 2016
€ 7.086.825 € 6.598.374 € 6.210.978 € 5.862.647 € 5.503.473
Voor renteconversies is een rente van 5,25% toegepast. I.10.1 Schulden/leningen kredietinstellingen Stand per 1 januari 2012 (x € 1.000) Ontvangen leningen Mutatie roll-over leningen (per saldo aangetrokken) Mutatie per saldo in de aflossingsverplichting Aflossingen 2012
95.668 11.500 866 -4.298
Stand per 31 december 2012 (x € 1.000)
103.736
De gemiddelde rentevoet van de totale leningportefeuille is 4,23% (2011: 4,25%). Het verloop per kwartaal van de rentevoet van de roll-overleningen is als volgt: ▪ Lening NWB met maximale hoofdsom € 5 miljoen: 0,572% - 0,387% - 0,121% - 0,112%. ▪ Lening NWB met maximale hoofdsom € 10 miljoen: 0,991% - 0,671% - 0,283% - 0,190%. ▪ Lening NWB met maximale hoofdsom € 6 miljoen: 1,343% -0,771% - 0,652% -0,220% ▪ Lening Rabobank met maximale hoofdsom € 6 miljoen: 1,131% - 0,715% - 0,401%
Aflossingsverplichtingen binnen 1 jaar na afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Deze aflossingsverplichting voor 2013 bedraagt € 3,4 miljoen. Ultimo boekjaar heeft Bernardus Wonen € 107,1 aan leningen waarvan in 2013 voor een 3tal leningen het restant saldo voor een bedrag van € 2,6 miljoen zal worden afgelost. Een saldo van € 104,5 miljoen aan langlopende schulden heeft een resterende looptijd van meer dan vijf jaar. In het boekjaar hebben er geen renteconversies plaatsgevonden. Onder de langlopende schulden zijn geen achtergestelde schulden begrepen. In 2004 is Bernardus Wonen deelnemer geworden van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De gemeente Halderberge neemt hiervoor bij alle geldleningen, met betrekking tot ontwikkeling van projecten in de betreffende gemeente, een zogenaamde (ongelimiteerde) achtervangpositie in. De gemeente Moerdijk neemt een gelimiteerde achtervangpositie in. Deze achtervangovereenkomst wordt aangegaan van 1 januari 2011 tot 1 januari 2014, gemaximeerd tot een bedrag van € 8.500.000.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
94
I.10.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden De terugkoopverplichting woningen v.o.v. betreft de terugkoopverplichting van onroerende zaken die onder een v.o.v.- regeling zijn overgedragen aan derden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting. Bij de jaarlijkse toetsing van de terugkoopverplichting wordt rekening gehouden met de waardeontwikkelingen van onroerende zaken en specifieke contractvoorwaarden met derden. 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
10.448
1.075
-467
2.965
9.981
4.040
971
9.373
-
-9
Stand per 1 januari Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen / verminderingen Boekwaarde per 1 januari Mutaties Toename MVA v.o.v. Afwaarderingen MVA v.o.v. Waardeverandering terugkoopverplichting
-628
-457
-
-2.965
342
5.942
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht
11.419
10.448
Vermeerderingen / verminderingen
-1.096
-467
Boekwaarde per 31 december
10.323
9.981
Afwaarderingen MVA in ontwikkeling Saldo mutaties Stand per 31 december
Per balansdatum zijn totaal 66 woningen onder een v.o.v.-regeling overgedragen aan derden. Ultimo boekjaar is geen reële inschatting te maken van de terugkoopverplichting binnen 1 respectievelijk 5 jaar. I.11 KORTLOPENDE SCHULDEN 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Schulden aan kredietinstellingen
3.433
4.298
Schulden aan leveranciers
2.439
1.254
611
237
41
44
2.742
2.490
9.266
8.323
Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
95
I.11.1 Schulden aan kredietinstellingen 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
3.433
4.298
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2.439
1.254
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
611
237
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
41
44
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
1.837
1.843
197
217
5
2
95
78
Niet opgenomen vakantiedagen
169
163
Vooruit ontvangen huurtoeslag
86
91
353
96
2.742
2.490
Aflossingsverplichtingen welke vervallen binnen 1 jaar
I.11.2 Schulden aan leveranciers
Schulden aan leveranciers
I.11.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen
BTW
I.11.4 Schulden ter zake van pensioenen
Schulden ter zake van pensioenen
I.11.5 Overlopende passiva
Transitorische rente Voorstand huidige bewoners Voorstand vertrokken bewoners WSNP – debiteuren
Overige
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
96
I.B. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Wet Ketenaansprakelijkheid Bernardus Wonen is aansprakelijk uit hoofde van de Wet Ketenaansprakelijkheid. Deze wettelijke bepalingen betreffen hoofdelijke aansprakelijkheid voor betaling van premie op grond van werknemers- en volksverzekeringen en van loon- en omzetbelasting bij uitbesteden van werk respectievelijk inlenen van arbeidskrachten. Bernardus Wonen heeft de aansprakelijkheid beperkt door zorgvuldig selecties te maken van (onder)aannemers, uittreksels van handelsregisters en informatie van de Belastingdienst, zoals een schone verklaring, op te vragen. De G-rekeningovereenkomsten worden bewaard en op de G-rekeningen wordt een percentage van de loonkosten afgestort. Voor de omzetbelasting wordt het risico beperkt door de verleggingsregeling toe te passen, waardoor Bernardus Wonen de btw afdraagt voor de bedrijven. Waarborgfonds Sociale Woningbouw WSW-deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het WSW verwacht voor de komende vijf jaar conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85%. De grondslag waarover het obligotarief wordt berekend is het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van leningen met variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Voor het type lening met variabele hoofdsom is bepaald dat over 75% van de maximale hoofdsom obligo is verschuldigd. Voor collegiale financieringen is bepaald dat over 1/3 van het schuldrestant obligo is verschuldigd. De obligoverplichting bedraagt in 2012 € 3,1 miljoen (2011 € 3,2 miljoen).
Grondslag
Obligoverplichting
Schuldrestant van de geborgde leningen
€ 64.000.000
€ 2.464.000
Roll-over leningen: maximaal € 21 miljoen
€ 15.750.000
€ 606.375
Totaal
€ 3.070.375
Aangegane verplichtingen inzake (on)roerende zaken De komende jaren wordt veel geïnvesteerd in nieuwbouwwoningen en maatschappelijke voorzieningen. Hiervoor zijn door Bernardus Wonen al diverse overeenkomsten met grondeigenaren, aannemers en architecten aangegaan. De aangegane verplichtingen bedragen per balansdatum € 9,7 miljoen. Langlopende leningen Per balansdatum is er één overeenkomst ad € 5,0 miljoen met stortingsdatum 2 april 2013 aangegaan. Roll-over leningen Het maximale leningbedrag uit hoofde van de roll-over leningen bedraagt € 21,0 miljoen. Hiervoor zijn 3 roll-over leningen afgesloten: twee leningen bij Banque Artesia ad € 10,0 miljoen en € 5,0 miljoen (beiden in 2008 overgenomen door de Nederlandse Waterschapsbank) en een lening bij de Nederlandse Waterschapsbank ad € 6,0 miljoen. Per balansdatum bedraagt het totaal opgenomen bedrag € 21,0 miljoen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
97
Derivaten Per balansdatum heeft Bernardus Wonen de volgende derivaten: Hoofdsom
Product
Rentetype/tarief
€ 2.000.000
payers-swap (BNG)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 05/10/2005
3,735% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 05/10/2015
€ 2.000.000
payers-swap (BNG)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 05/10/2005
3,440% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 05/10/2015
€ 5.000.000
payers-swap (BNG)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 01/03/2007
4,299% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 01/06/2020
€ 5.000.000
payers-swap (BNG)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 01/03/2007
4,299% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 01/06/2020
€ 6.000.000
payers-swap (Rabobank)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 02/11/2009
4,495% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 01/11/2029
€ 5.000.000
€ 5.000.000
payers-swap (Rabobank)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 01/12/2010 einddatum 02/12/2030
3,975% en ontvangt 3-maands Euribor
payers-swap (Rabobank)
Bernardus Wonen betaalt jaarlijks
ingangsdatum 01/10/2010
4,045% en ontvangt 3-maands Euribor
einddatum 02/10/2028
De laatst genoemde swap à € 5 mln. en de swap à € 6 mln. zijn nog niet gelabeld met onderliggende waarden. Dat wil zeggen dat we nog geen financiering hebben aangetrokken. De lage rente in 2012 heeft tot gevolg gehad dat de door Bernardus Wonen afgesloten derivaten (swaps) een negatieve marktwaarde hebben. Naarmate de rente stijgt neemt de negatieve waarde af en kan deze omslaan naar een positieve waarde. Het merendeel van de contracten heeft een relatief lange looptijd. Bij de drie met de Rabobank afgesloten swapcontracten is sprake van zogenaamd afgesproken bedrag. Dit afgesproken bedrag van € 6.860.000 moet worden gezien als een zekerheidsstelling waaraan Bernardus Wonen op verzoek van de bank moet voldoen. Indien de negatieve marktwaarde van de swaps boven dit afgesproken bedrag uitkomt kan Bernardus Wonen door de Rabobank gedwongen worden tot zekerheidsstelling (alleen voor het overschreden bedrag). Tot op heden begeeft de negatieve marktwaarde van de derivaten zich nog onder het afgesproken bedrag. De bij de Rabobank afgesloten swaps hebben een marktwaarde van -/-€ 5.339.000 en de bij de BNG afgesloten swaps hebben een negatieve marktwaarde van -/-€ 2.954.000. Dit is beiden inclusief opgelopen rente. Op de balans is een voorziening getroffen voor de negatieve marktwaarde van de swaps voor een bedrag van -/-€ 7.907.000 exclusief opgelopen rente. Dit bedrag is opgebouwd uit Rabobank swaps -/-€ 5.234.000 en BNG swaps -/-€ 2.672.000. De voorziening is voor het bedrag exclusief opgelopen rente opgenomen omdat de opgelopen rente is verwerkt via de overlopende passiva. Hiermee wordt aangesloten bij de renteverwerking van de totale leningenportefeuille. Bernardus Wonen wenst alle swapcontracten, voor zover dit past binnen het treasurybeleid, aan te houden en de ontwikkelingen in de rente en marktwaarde nauwgezet te blijven volgen. Het WSW wordt per kwartaal geïnformeerd over de derivatenportefeuille. Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
98
Eind 2013 verwachten wij voor alle renteswaps een onderliggende financiering aangetrokken te hebben. Desondanks leiden ontwikkelingen op de woningmarkt en het overheidsbeleid er toe dat corporaties hun investeringsprogramma heroverwegen en exploitatie tegen het licht houden, dit geldt ook voor Bernardus Wonen. Hiermee is onzeker of er op lange termijn – met name na 2022 – een af te dekken positie is. Daardoor hebben wij kostprijshedgeaccounting losgelaten en wordt de waarderingsgrondslag voor de renteswaps kostprijs of lagere marktwaarde. Aangezien de marktwaarde ultimo 2012 € 7,9 miljoen negatief is betekent dit feitelijk dat voor deze negatieve marktwaarde een voorziening moest worden gevormd ten laste van het resultaat over 2012. Toekomstige veranderingen in de marktwaarde van de swapportefeuille zullen jaarlijks ten laste van/ten gunste van het resultaat worden verantwoord.
Kredietfaciliteit Via de Bank Nederlandse Gemeenten kan Bernardus Wonen gebruik maken van een kredietfaciliteit met een maximum van € 1.000.000 op basis van roodstand van de rekeningcourant. De rente wordt berekend op basis van het 1-maands Euribor tarief vermeerderd met een opslag van 0,75%. Het onderdeel depotarrangement kent geen limiet en is op basis van 1-maands Euribor -/- 0,25%. De Financieringsovereenkomst geldt vanaf 1 januari 2010 en is voor onbepaalde tijd. Fiscale eenheid Bernardus Holding B.V., Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V., Bernardus Verhuur B.V. en Bernardus VSO-rendement B.V. vormen tezamen met Stichting Bernardus Wonen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Een fiscale eenheid voor de omzetbelasting wordt gevormd tussen Bernardus Wonen, Bernardus Holding B.V., Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V. en Bernardus Verhuur B.V. Op grond van de voorwaarden zijn de stichting en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting. Bijzondere projectsteun wijkenaanpak Ter realisering van het beleid voor de wijkenaanpak van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en Aedes de vereniging van woningcorporaties legt het Centraal Fonds Volkshuisvesting jaarlijks een bijdrageheffing bijzondere projectsteun op. In principe gedurende tien jaar, de eerste heeft in 2008 plaatsgevonden. Corporaties zijn vrijgesteld van deze heffing als zij aan een aantal voorwaarden voldoen uit de regeling van het Besluit Centraal Fonds Volkshuisvesting (BCFV). Het Fonds bepaalt aan de hand van gegevens of aan de voorwaarden is voldaan. De corporaties uit het wijkactieplan kunnen een aanvraag indienen voor bijzondere projectsteun voor de wijkenaanpak. Dit zijn 40 aandachtswijken door het Rijk aangewezen. In 2009 is overeenstemming bereikt met de Europese Commissie over de bijzondere projectsteun zoals geregeld in het Besluit Centraal Fonds Volkshuisvesting (BCFV). Inmiddels is de bijdrageheffing bijzondere projectsteun voor de wijkenaanpak 2012 voor Bernardus Wonen vastgesteld op € 76.025 en is in 2012 betaald. Bijdrageheffing saneringssteun De saneringstaak van het Centraal Fonds Volkshuisvesting houdt in dat corporaties die niet beschikken over de noodzakelijke middelen gesteund kunnen worden door middel van subsidiesteun of een renteloze lening. In 1999 heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting voor het laatst een bijdrage saneringssteun van de sector gevraagd. In 2012 is er geen bijdrageheffing opgelegd.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
99
Fiscaal resultaat 2012 Het commerciële resultaat 2012 vóór belastingen bedraagt € 0,3 miljoen negatief, het fiscale resultaat sluit met een negatief resultaat van € 5,8 miljoen. Vanuit het standpunt van voorzichtigheid is besloten om hiervoor geen actieve belastinglatentie voor op te nemen. Bernardus Wonen heeft eind 2012 via Aedes de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)status aangevraagd bij de Belastingdienst. Aedes streeft ernaar om de aanvraag van woningcorporaties voor deze collectieve ANBI-status uiterlijk in 2013 te verkrijgen. Deze zou dan met terugwerkende kracht toegekend worden tot 1 januari 2012. I.C. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Bij het berekenen van de bedrijfswaarde ultimo 2012 is er nog geen rekening gehouden met de diverse voorgenomen kabinetsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen o.a. de Wet verhuurdersheffing en een verruiming van het huurbeleid. Indien wij de bovenvermelde beleidsvoornemens wel hadden meegenomen in de berekening van de bedrijfswaarde zou deze afnemen met € 15,6 mln. en dalen tot € 138,8 mln.. Deze wordt als volgt veroorzaakt: een stijging van € 21,2 mln. wordt veroorzaakt door het inkomensafhankelijke huurbeleid (verondersteld dat deze voor 5 jaren wordt ingerekend) en een daling van € 36,8 miljoen als gevolg van de verhuurdersheffing (verondersteld dat deze elke jaar wordt ingerekend).
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
100
II.A. TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2012 II.12
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
21.003
20.622
473
476
II.12.1 Huuropbrengsten Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen Af: huurderving:
Wegens leegstand
-453
-401
Wegens overige redenen
-104
-116
20.919
20.581
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
295
318
-24
-22
271
296
II.12.2 Opbrengsten servicecontracten Te ontvangen vergoedingen
Overige zaken, leveringen en diensten
Af: vergoedingsderving
Wegens leegstand
De post 'Overige zaken, leveringen en diensten' betreft vergoedingen die de huurders bóven de (netto-)huurprijs betalen voor nutskosten, schoonmaakkosten en glasverzekering. De vergoedingen voor leveringen en diensten zijn gebaseerd op de geraamde of werkelijke kosten en worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast.
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
5.746
4.928
201
-
-264
150
5.683
5.078
7.028
6.826
-83
-78
-1.199
-1.820
5.746
4.928
II.12.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Opbrengsten verkoop bestaand bezit Commercieel vastgoed in exploitatie Verkoop woningen projecten
In 2012 zijn 47 huurwoningen verkocht: (2011 54 woningen) Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: direct toerekenbare kosten Af: boekwaarde Verkoopresultaat bestaand bezit sociaal vastgoed in exploitatie
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
101
In 2012 zijn 2 commerciële huurwoningen verkocht: Opbrengst verkopen bestaand bezit
337
-
Bij: realisatie ongerealiseerde waardeveranderingen
158
-
-4
-
-290
-
201
-
1.240
4.634
-1.508
-5.274
4
790
-264
150
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2.303
3.736
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
108
138
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Af: direct toerekenbare kosten Af: boekwaarde Verkoopresultaat bestaand bezit commercieel vastgoed in exploitatie Verkoopopbrengsten vanuit projecten Opbrengst verkopen projecten Af: vervaardigingskosten Bij/af: resultaatneming op projecten Verkoopresultaat projecten
II.12.4 Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille Mutatie ongerealiseerde waardeveranderingen
II.12.5 Geactiveerde productie eigen bedrijf Geactiveerde productie eigen bedrijf
II.12.6 Overige bedrijfsopbrengsten Vergoedingen voor algemeen beheer:
Inschrijven woningzoekenden
-4
-1
Afsluiten huurcontract
12
14
Administratie servicekosten
3
3
Inschrijven urgentie
-
-
329
-
Verkoopopbrengst roerende zaken
-
6
Overige baten
6
-
346
22
Nagekomen baten
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
102
II.13 BEDRIJFSLASTEN 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
6.693
6.210
II.13.1 Afschrijvingen Sociaal vastgoed in exploitatie Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie
212
299
6.905
6.509
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
-480
7.122
1.907
1.510
1.427
8.632
II.13.2 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Materiële vaste activa Overige Totaal overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
Waardeverandering materiële vaste activa
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Waardeverandering sociaal vastgoed in exploitatie Onrendabel deel onderhoudsinvesteringen
752
Overige waardeverandering
226
-
-3.292
-
Negatieve herwaarderingen
-
587
Centrum (Oudenbosch)
-
513
Brouwerijstraat (Oudenbosch)
-
701
Halderberg (Hoeven)
-
169
-
1.174
-2.314
3.144
Terugname overige waardeverandering
Noordhoek
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
103
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Rozenhof – Oud Gastel
1.694
-
De Rovohof – Oud Gastel
1.454
-
529
-
1.174
-
327
1.572
-
1.400
413
-
-
2.303
5.591
5.275
Achter het Postkantoor (Oudenbosch)
-1.192
-
Centrumvisie Bosschenhoofd
-3.882
-
-49
-
-786
-
-
-3.619
-
-1.178
-318
478
Waardeverandering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dotatie voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw / herstructurering:
Tivoli (Oudenbosch) De Pompier (Hoogerheide) Centrum (Oudenbosch) Brouwerijstraat (Oudenbosch) Centrumontwikkeling Stampersgat Bosschenhoofd
Vrijval voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw / herstructurering:
St. Joseph Tivoli (Oudenbosch) Centrumplan Bosschenhoofd Halderberg (Hoeven) Noordhoek
In 2012 hebben we onderstaande (grond)posities geherwaardeerd. Dit heeft te maken met het feit dat projecten (voorlopig) niet doorgaan als gevolg van marktomstandigheden en het daardoor veranderde ontwikkelperspectief. 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Project Oost Vaardeke (Oudenbosch)
249
-
Centrumontwikkeling Bosschenhoofd
-
3.500
Project Vincentius (Oudenbosch)
1.903
-
Totaal waardeverandering (grond) posities
2.152
3.500
Totaal waardeverandering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
1.834
3.978
-480
7.122
De Waardeverandering (grond)posities:
Totaal waardeverandering materiële vaste activa
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
104
Waardeverandering overige In 2012 hebben we onderstaande (grond)posities geherwaardeerd. Dit heeft te maken met het feit dat projecten (voorlopig) niet doorgaan als gevolg van marktomstandigheden en het daardoor veranderde ontwikkelperspectief. 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Locatie Prof. Mulderslaan
30
-
Locatie Café de Soeppot
137
75
-
979
578
446
-
10
745
1.510
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
De Vermuntsche Heeren
582
-
Project Groene Woud (Oudenbosch)
209
-
Project Marialaan (Oudenbosch)
299
-
Waardeverandering vastgoed bestemd voor verkoop
Beaumont Stampersgat Locatie Mariabouw en Aula Afwaardering Bornhemweg 17 Totale waardeverandering vastgoed bestemd voor verkoop
Waardeverandering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
Project St. Bernaertsstraat (Oudenbosch) Totale waardeverandering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
72
-
1.162
-
Totale waardeverandering overig
1.907
1.510
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
II.13.3 – II .13.5 Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Lonen en salarissen -
Bruto salarissen
1.904
1.864
-
Uitzendkrachten
210
224
-
Ontvangen ziekengelden
-40
-27
Sociale lasten
275
248
Pensioenlasten
361
350
2.710
2.659
De pensioenregeling van SPW is een toegezegde-pensioenregeling. In het geval van een tekort bij SPW bestaat voor Bernardus Wonen geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen anders dan hogere toekomstige premies. Als en voor zover een overschot of tekort in het fonds van invloed is op in de toekomst door de werkgever te betalen premies, dan wordt het volgende gemeld:
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
105
o De beschikbare informatie omtrent het overschot of tekort; o De mogelijke gevolgen voor de werkgever. In 2009 is het herstelplan van SPW goedgekeurd. Startsituatie is 2008 toen de dekkingsgraad 95% was. De verwachting is dat de dekkingsgraad binnen 5 jaar weer boven het vereiste minimum uitkomt van 104,4% en binnen de wettelijke termijn boven 116,7%. Eind 2012 is de dekkingsgraad 106%.
Het aantal medewerkers per einde boekjaar bedraagt 42 (2011:42): 2012
2011
1
1
Directie Staf
6
6
20
20
Vastgoed
7
7
Financiën & Control
7
7
Huishoudelijke dienst
1
1
42
42
Woondiensten
Het aantal mensen op basis van fte's bedraagt 37 (2011: 37). De totale honorering (zie de overige bedrijfslasten: bestuurskosten) voor de Raad van Commissarissen bedraagt over 2012 € 44.600 (2011 € 47.200). De leden van de Raad onderhouden geen andere zakelijke relaties met de stichting. 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2.370
2.936
2.714
2.346
42
38
5.126
5.320
II.13.6 Lasten onderhoud Planmatig onderhoud Dagelijks- en mutatieonderhoud Verbruik voorraad Totaal externe onderhoudskosten
In de post 'Dagelijks en mutatieonderhoud' is een bedrag van € 26.084 (2011 € 2.757) aan leefbaarheid verantwoord. 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
126
286
II.13.7 Leefbaarheid Leefbaarheid
In de post 'Leefbaarheid' is een bedrag van € 76.025 (2011: € 147.172) inzake de 'Vogelaarheffing' opgenomen. De bijdrageheffing saneringssteun (in 2011: € 96.720) was voor 2012 € nihil.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
106
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
263
258
II.13.8 Lasten servicecontracten Servicekosten
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
565
413
294
420
II.13.9 Overige bedrijfslasten Beheerkosten: Algemene kosten Automatiseringskosten Bestuurskosten Huisvestingskosten Overige personeelskosten Advieskosten Autokosten Drukwerk Kosten KWH-Huurlabel Representatie Subtotaal beheerkosten
Heffingen: Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Subtotaal heffingen
Overige bedrijfslasten Dotaties Overige directe exploitatielasten Financiële afwikkeling afgelaste projecten Subtotaal overige bedrijfslasten
Totaal overige bedrijfslasten
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
58
59
102
96
375
342
248
138
20
32
42
65
19
22
-
1
1.723
1.588
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
776
745
110
142
43
44
929
931
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
9
13
235
52
35
197
279
262
2.932
2.781
107
De honoraria van de externe accountant en de accountantsorganisatie kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
52
35
Onderzoek van de jaarrekening Andere controle opdrachten Fiscale adviesdiensten Andere niet-controlediensten
8
3
20
15
10
1
90
54
De controlekosten zijn verantwoord onder de post 'Algemene kosten'. De advieskosten zijn verantwoord onder de post 'Advieskosten'.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
108
II.14 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN II.14.1 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Mutatie overige reserve commercieel vastgoed in exploitatie Overige waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie
210
-
145
-
Totale waardevermindering
355
-
Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Waardedaling Hart van Oudenbosch (6 woningen)
61
53
Waardedaling Bosschenhof (8 woningen) Bosschenhoofd
75
66
Waardedaling La Chapelle (24 woningen) Bosschenhoofd
235
206
Waardedaling Maria ter Engelen (28 woningen) Oudenbosch
282
319
Totale waardedaling
653
644
Waardeverandering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Waardeverandering vastgoedbeleggingen in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
-470
-
825
-
Franciscuslaan (Maria ter Engelen, Oudenbosch)
2.046
-
Totale waardeverandering (per saldo een bate)
2.401
-
Totaal waardeverandering vastgoedbeleggingen
1.393
-644
Dotaties Tivoli (Oudenbosch) Vrijval Achter het Postkantoor (Oudenbosch)
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
109
II.14.2 Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Afname terugkoopverplichting Hart van Oudenbosch
60
47
Afname terugkoopverplichting Bosschenhof
74
58
Afname terugkoopverplichting La Chapelle
231
180
Afname terugkoopverplichting Maria ter Engelen
263
172
628
457
Waardeveranderingen van terugkoopverplichtingen
II.14.3 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
24
73
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
671
737
Rente rekening-courant
4
30
Rente overigen
9
-
684
767
Rente WIF
II.14.4 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
Renteopbrengsten activa in ontwikkeling
Er is een rentevoet van 4,28% (2011: 4,70%) gehanteerd voor de activering van de rente ten behoeve van onroerende goederen in ontwikkeling 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
-7.906
-
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Rente leningen WSW- en gemeentegarantie
-3.863
-3.826
Rente SWAP
-1.016
-871
-
-
-9
-6
-4.888
-4.703
II.14.5 Waardeveranderingen financiële instrumenten Derivaten
II.14.6 Rentelasten
Rente BWS Disagio / CAP-premie
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
110
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
II.14.7 Belastingen Acute belastingen Latente belastingen
-
-
-422
-19
-422
-19
Voor wat betreft de latente belasting(vordering) uit hoofde van de acute belastingdruk wordt hier verwezen naar I.B. 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen'.
De latente belastingen kunnen als volgt aan de entiteiten worden toegerekend:
Bernardus Wonen (toegelaten instelling) Dochtervennootschappen
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
-526
-35
104
16
-422
-19
111
III. GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2012 2012
(volgens de indirecte methode)
(x € 1.000)
Bedrijfsresultaat
10.142
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen (en overige waardeveranderingen)
-278
- Mutatie voorzieningen
1.322
- Veranderingen in werkkapitaal:
mutatie operationele vorderingen
mutatie voorraden
580
mutatie operationele schulden
943
-123
1.399
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
12.586
Ontvangen rente
684
Betaalde rente
-4.888
Belastingen
104
Kasstroom uit operationele activiteiten (A) Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen in vastgoedbeleggingen
8.486 -225 -7.623 3.830 -2.279 131
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (B)
-6.166
Ontvangsten uit langlopende schulden
12.471
Aflossing van langlopende schulden
-3.432
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) Mutatie geldmiddelen
9.039
11.359
Liquide middelen Stand liquide middelen begin boekjaar
2.022
Resultaat kasstroomoverzicht (A+B+C)
11.359
Stand liquide middelen einde boekjaar
13.381
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
112
Toelichting bij het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen de investeringen opgenomen waarvoor in 2012 geldmiddelen zijn opgeofferd.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
113
IV ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (voor resultaatbestemming) 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
247
131
154.401
128.424
4.639
3.167
1.615
1.630
160.655
133.221
7.810
7.735
10.234
10.732
3.185
6
21.229
18.473
655
1.141
Effecten
1.116
1.092
Actieve belastinglatentie
2.216
2.742
3.987
4.975
186.118
156.800
281
1.139
1.046
276
1.327
1.415
137
95
1.816
2.308
Rekening-courant Bernardus Verhuur B.V.
11
2
Rekening-courant Bernardus VSO-rendement B.V..
10
8
747
600
9
175
ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Computersoftware
Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Financiële vaste activa Deelnemingen
Som der vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
Vorderingen Huurdebiteuren Rekening-courant Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V.
Overige vorderingen Overlopende activa
2.730
3.188
Liquide middelen
13.319
1.351
Som der vlottende activa
17.376
5.954
203.494
162.754
TOTAAL ACTIVA
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
114
PASSIVA
2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
66.571
42.046
-345
-664
66.226
41.382
5.239
6.619
EIGEN VERMOGEN
Overige reserves Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen
VOORZIENINGEN Onrendabele investeringen nieuwbouw / herstructurering
18
18
Overige voorzieningen
8.035
145
Totaal voorzieningen
13.292
6.782
103.736
95.668
10.323
9.981
114.059
105.649
Schulden aan kredietinstellingen
3.433
4.298
Schulden aan leveranciers
2.439
1.254
641
237
41
44
622
617
Overlopende passiva
2.741
2.491
Totaal kortlopende schulden
9.917
8.941
203.494
162.754
Latente belastingverplichtingen
LANGLOPENDE SCHULDEN
Leningen overheid en kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal langlopende schulden
KORTLOPENDE SCHULDEN
Belastingen / premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Rekening-courant Bernardus Holding B.V.
TOTAAL PASSIVA
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
115
V ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING 2012 2012
2011
(x € 1.000)
(x € 1.000)
20.919
20.581
271
296
5.683
5.078
2.303
3.736
108
138
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf
346
22
29.630
29.851
en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
6.905
6.509
844
8.632
Lonen en salarissen
2.074
2.061
Sociale lasten
275
248
Pensioenlasten
361
350
5.124
5.318
126
286
Overige bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen (im materiële vaste activa
Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeveranderingen financiële vaste activa, effecten en verplichtingen
263
258
2.917
2.784
18.889
26.446
1.393
-644
628
457
24
73
675
767
Waardeveranderingen financiële instrumenten
-7.906
-
Rentelasten en soortgelijke kosten
-4.888
-4.703
Saldo financiële baten en lasten
-11.467
-3.406
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN
667
-645
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
526
35
Resultaat deelnemingen
-486
16
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
-345
-664
Buitengewone baten
-
-
Buitengewone lasten
-
-
Belastingen buitengewoon resultaat
-
-
- 345
-664
Opbrengsten vorderingen vaste activa en effecten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
116
WAARDERINGS- EN RESULTAATBEPALINGSGRONDSLAGEN VOOR DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening Waarderingsgrondslagen balans- en resultaatbepaling Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de op respectievelijk pagina 65 en pagina 77 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en geconsolideerde winst- en verliesrekening. Voor regelgeving wordt hier ook verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en geconsolideerde winst- en verliesrekening. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gelijk aan die van de geconsolideerde jaarrekening, waarbij de geconsolideerde rechtspersonen worden gewaardeerd op netto-vermogenswaarde. Indien de netto-vermogenswaarde negatief uitkomt, wordt een voorziening voor deelnemingen gevormd. IV.A. TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS 2012 Algemeen Cijferopstellingen worden hier achterwege gelaten als het posten betreft die in de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening gelijk zijn of waar verschillen van te verwaarlozen betekenis zijn voor een juist inzicht. IV.1 FINANCIËLE VASTE ACTIVA IV.1.1 Deelnemingen Bernardus Wonen heeft op 9 februari 2006 Bernardus Holding B.V. opgericht. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 3.500.000 (35.000 aandelen van € 100), waarvan geplaatst en volgestort € 700.000 (7.000 aandelen van € 100). Bernardus Holding B.V. is op haar beurt houdster van de aandelen in Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V., opgericht per 27 maart 2006. Een maatschappelijk kapitaal van € 90.000 (900 aandelen van € 100), waarvan geplaatst en volgestort € 18.000 (180 aandelen van € 100). Daarnaast heeft Bernardus Holding B.V. op 27 maart 2006 Bernardus Verhuur B.V. opgericht met een maatschappelijk kapitaal van € 90.000 (900 aandelen van € 100), waarvan geplaatst en volgestort € 18.000 (180 aandelen van € 100). Ook hebben Bernardus Holding B.V., Thuisvester Participatie B.V. en Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. op 28 maart 2006 ZAB B.V. opgericht met een maatschappelijk kapitaal van € 90.000 (90.000 aandelen van € 1), waarvan geplaatst en volgestort € 18.000 (18.000 aandelen van € 1). Allen nemen deel voor een evenredig deel. Op 30 mei 2009 is Bernardus VSO-rendement B.V. opgericht, met een maatschappelijk kapitaal van € 90.000 (900 aandelen van € 100), waarvan geplaatst en volgestort € 18.000 (180 aandelen van € 100). Bernardus Holding B.V. is houdster van de aandelen.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
117
Deelnemingen Netto-vermogenswaarde per 1 januari 2012
1.141
Storting in aandelenkapitaal
-
Resultaat deelneming 2012
-486
Aanpassing vorig boekjaar
-
Gedeclareerd dividend
-
Netto-vermogenswaarde per 31 december 2012
655
Volledigheidshalve wordt hier nog vermeld dat dit het aandeel van 100% in Bernardus Holding B.V. betreft. Hierin zijn opgenomen de 100% deelnemingen in Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij B.V., Bernardus Verhuur B.V. en Bernardus VSO-rendement B.V. IV.2 VLOTTENDE ACTIVA IV.2.1 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Het verschil met de geconsolideerde jaarrekening bedraagt € 1.599.698 en betreft project De Vermuntsche Heeren.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
118
OVERIGE GEGEVENS
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
119
VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING Vastgesteld door directeur-bestuurder op 21 mei 2013.
drs. J.W.A. Hectors
Goedgekeurd in vergadering Raad van Commissarissen de dato 21 mei 2013.
Voorzitter,
Vice-voorzitter,
A. Baart
R. de Gier
Leden Raad van Commissarissen,
C.G. Kokke
A. Tevel
W.M.K. Krzeszewski
E. de Vetter
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
120
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
121
RESULTAATBESTEMMING De bestemming van de winst of de verwerking van verlies wordt vastgesteld na balansdatum. Bernardus Wonen stelt voor het nadelig resultaat van € 345.000 te onttrekken aan de overige reserve.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
124
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
125
KENGETALLEN Kengetallen over de laatste 5 jaar
Ultimo boekjaar
2012
2011
2010
2009
2008
Aantal verhuureenheden (vhe) 1.
Woningen en woongebouwen
3.890
3.938
3.964
3.937
3.932
2.
Overige woongelegenheden*
3
4
5
5
5
3.
Garages inclusief parkeerplaatsen
329
329
329
321
320
4.
Overige objecten
31
32
28
28
25
4.253
4.303
4.326
4.291
4.280
Nieuwe woningen
-
30
33
36
26
Aankoop bestaand
-
-
10
7
2
Verkoop bestaand
-49
-54
-16
-24
-17
Sloop
-
-2
-
-12
-53
Overige mutaties
-
-1
-
4
-34
49
19
42
61
32
TOTAAL
In aanbouw
Totale personeelsbezetting a.
Directie
1
1
1
1
1
b.
Staf
6
6
6
6
4
c.
Woondiensten
20
20
20
19
18
d.
Vastgoed
7
7
7
8
8
e.
Financiën & Control
7
7
7
6
7
f.
Huishoudelijke dienst
1
1
1
1
1
42
42
42
41
39
3.616
3.025
2.908
2.337
1.639
TOTAAL Verhuurkengetallen 1.
Woningzoekenden**
2.
Toewijzingen
658
577
640
482
821
3.
Verhuringen
227
278
262
283
286
4.
Leegstaande woningen > 3 maanden
15
39
12
10
19
5.
Goedkope woningen ≤ €366,37***
696
770
820
917
996
6.
Bet. woningen: 2.844
2.859
2.909
2.880
2.875
309
235
140
58
0,50
0,54
0,52
0,60
> € 366,37 en ≤ €561,98*** 7.
Dure woningen > € 561,98***
350
8.
Huurachterstand in %
0,49
2,59 2,45 2,09 1,80 2,51 9. Huurderving in % * De overige woongelegenheden betreffen 3 woongebouwen met 118 kamers. ** In 2012 staan 2.060 actieve en 1.556 passieve woningzoekenden ingeschreven. ** *De huurklassen vermeld onder de punten 5, 6 en 7 voor 'goedkoop', 'betaalbaar' en 'duur' worden elk jaar aangepast. De kengetallen voor de vergelijkende jaren niet.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
126
Ultimo boekjaar
2012
2011
2010
2009
2008
66,2
41,4
36,8
34,8
33,9
Financiële ratio’s * Vermogenspositie 1.
Eigen vermogen (x € 1 mln.)
2.
Vreemd vermogen + voorz.(x € 1 mln.)
136,6
120,8
117,8
109,3
102,3
3.
Totaal vermogen (x € 1 mln.)
202,8
162,1
154,1
144,1
136,2
25,5
23,9
24,1
24,9
4.
Solvabiliteit (%)
32,6
5.
Debt. Ratio (%)
48,5
34,3
31,2
31,8
33,2
6.
Interest-coverage ratio (ICR)
2,4
2,5
2,6
2,5
3,2
7.
Loan to Value (%)
18,0
15,7
16,0
14,4
13,5
8.
Investerings- en financieringsratio
0,2
5,7
1,6
1,3
1,4
9.
Debt Service Cover Ratio (DSCR)
1,2
2,1
1,9
2,0
2,0
-0,5
-1,6
4,2
2,5
-2,7
11. Rentabiliteit vreemd vermogen (%)
3,6
3,9
3,8
3,9
4,3
12. Rentabiliteit totaal vermogen (%)
2,2
2,5
3,9
3,5
2,6
1,9
0,8
0,8
1,4
1,3
638
545
442
633
756
Rentabiliteitspositie 10. Rentabiliteit eigen vermogen (%)
Liquiditeitspositie 13. Current ratio
Kwaliteit woningbezit per vhe 1.
Dagelijks- en mutatieonderhoud
2.
Planmatig en renovatieonderhoud
557
682
619
595
288
Aantal afgewerkte klachten
2,37
3,10
2,65
2,11
1,63
15.572
9.617
8.501
8.107
7.928
3.
Balans en winst/verliesrekening per vhe 1.
Eigen vermogen
2.
Personeelskosten
725
697
693
626
672
3.
Overige bedrijfslasten
601
567
525
1.377
2.148
4.
Bedrijfsresultaat
2.385
792
1.742
984
-77
5.
Financieringsresultaat
-2.367
-941
-797
-767
-919
-81
-154
357
199
-217
-
-
-
-
-
6.
Resultaat
7.
Buitengewone baten/lasten
* Toelichting: 2. Vreemd vermogen + voorz 4. Solvabiliteit (%) 5. Debt ratio 6. Interest-coverage ratio (ICR)
vreemd vermogen + voorziening onrendabele investeringen eigen vermogen / totale vermogen eigen vermogen / vreemd vermogen (bruto resultaat – opbrengst verkopen – belastingen + afschrijvingen + overige waardeveranderingen) / rentelasten 7. Loan to Value (%) lang vreemd vermogen /economische waarde onderpand (economische waarde onderpand = de WOZ waarde ) 8. Inv.- en financieringsratio Δ investeringen / Δ financiering vreemd vermogen 9. Debt Service Cover Ratio (DSCR) (bedrijfsresultaat – opbrengst verkopen + afschrijvingen + overige waardeveranderingen) / (rentelasten + aflossingen) 10. Rentabiliteit eigen vermogen (%) resultaat / eigen vermogen 11. Rentabiliteit vreemd vermogen (%) rentelasten / vreemd vermogen 12. Rentabiliteit totaal vermogen (%) resultaat + rentelasten / totaal vermogen 13. Current ratio vlottende activa / vlottende passiva
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
127
VERBONDEN RECHTSPERSONEN Onderstaande vennootschappen zijn gebaseerd op volkshuisvestelijke overwegingen en zijn daarmee direct of indirect dienstbaar aan de kerntaken van Bernardus Wonen Holdingstructuur Algemene gegevens Oprichtingsdatum Eerste boekjaar Daarna Rechtsvorm Vestigingsplaats Statutaire doelstelling
Kern/nevenactiviteiten verslagjaar Bankrekeningnummer Kapitaal gestort Procuratie Bankverklaring Volmacht Kvk Fiscaalnummer Beschikking fiscale eenheid vpb Reglementen Bestuurszetel Directievoering Voorzitter Algemene Raad Financiële gegevens Maatschappelijk kapitaal Aandelen Geplaatst en volgestort kapitaal Aandelen Eigen vermogen Balanstotaal Resultaat project/jaaromzet Exploitatiebijdrage Resultaat Corporatiebelang Consolidatie
Nominale waarde belang Totale intrinsieke waarde Netto-vermogenswaarde Overige participanten Wijze bestuurlijke zeggenschap Intern toezicht Datum vaststelling jaarverslag 2009 Datum accountantsverklaring 2009 Datum vaststelling jaarverslag 2010 Datum accountantsverklaring 2010 Datum vaststelling jaarverslag 2011 Datum accountantsverklaring 2011 Geldstromen van corporatie Overige kosten Activering (incl. rente) Rekening-courantverhouding TI (schuld aan de TI wordt negatief weergegeven) Rentebaten, -lasten
Bernardus Holding BV
Bernardus Ontwikkelingsmaatschappij BV 27-mrt-06 oprichtingsdd. t/m 31-12-2006 kalenderjaar Besloten Vennootschap Oudenbosch
Bernardus Verhuur BV
Ontwikkeling van woningen en andere gebouwen
Huren en verhuren van registergoederen
285.124.390 ja ja ja ja 20124750 (NL)8180.85.113(.B04) 27-mrt-06 ter goedkeuring bij RvC
285.119.834 ja ja ja ja 20124744 (NL)8180.85.113(.B05) 27-mrt-06 ter goedkeuring bij RvC
3.500.000 35.000 van € 100 elk € 700.000 7.000 van € 100 elk € 655.160 € 696.899
90.000 900 van € 100 elk € 18.000 180 van € 100 elk € 454 € 1.817.702 €0
90.000 900 van € 100 elk € 18.000 180 van € 100 elk € 37.252€ 22.720 €0
€ 485.726100%
€ 480.614100%
€ 10.067100%
ja (tussenconsolidatie kan achterwege blijven; wordt met BW TI geconsolideerd) € 700.000 € 700.000 € 655.160 n.v.t.
ja (Holding is moeder)
ja (Holding is moeder)
€ 18.000 € 18.000 € 454 n.v.t.
€ 18.000 € 18.000 € 37.252n.v.t.
Aandeelhouder Reglement 28-apr-10 n.v.t. (kleine vennootsch.) 10-mei-11 n.v.t. (kleine vennootsch.) 9-mei-12 n.v.t. (kleine vennootsch.)
Aandeelhouder Reglement 28-apr-10 n.v.t. (kleine vennootsch.) 10-mei-11 n.v.t. (kleine vennootsch.) 9-mei-12 n.v.t. (kleine vennootsch.)
Aandeelhouder Reglement 28-apr-10 n.v.t. (kleine vennootsch.) 10-mei-11 n.v.t. (kleine vennootsch.) 9-mei-12 n.v.t. (kleine vennootsch.)
€ 2.000 € 622.487
€ 2.000 € 31.375 € 1.816.497-
€ 1.000 € 10.637-
€ 8.614
geactiveerd
€ 78-
9-feb-06 oprichtingsdd. t/m 31-12-2006 kalenderjaar Besloten Vennootschap Oudenbosch Verwerven en vervreemden van deelnemingen in rechtspersonen Oprichting dochters en deelneming in ZAB BV 285.119.826 ja ja ja ja 20124028 (NL)8180.85.113(.B03) 27-mrt-06 ter goedkeuring bij RvC
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
27-mrt-06 oprichtingsdd. t/m 31-12-2006 kalenderjaar Besloten Vennootschap Oudenbosch
128
Holdingstructuur Algemene gegevens Oprichtingsdatum Eerste boekjaar Daarna Rechtsvorm Vestigingsplaats Statutaire doelstelling
Bernardus VSO-rendement BV 30-mei-08 oprichtingsdd. t/m 31-12-2008 kalenderjaar Besloten Vennootschap Oudenbosch
ZAB BV *) 28-mrt-06 oprichtingsdd. t/m 31-12-2006 kalenderjaar Besloten Vennootschap Oudenbosch
Projectontwikkeling
Projectontwikkeling
285.138.235 ja ja ja ja 20024732 (NL)8194.82.705 30-mei-2008 ter goedkeuring bij RvC
122.569.229 ja
Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland *) 25-okt-00 oprichtingsdd. t/m 31-12-2000 kalenderjaar Stichting Roosendaal Verkrijgen, vervreemden, beheren en exploiteren van woonwagen (plaatsen)
Kern/nevenactiviteiten verslagjaar Bankrekeningnummer Kapitaal gestort Procuratie Bankverklaring Volmacht Kvk Fiscaalnummer Beschikking fiscale eenheid vpb Reglementen Bestuurszetel Directievoering Voorzitter Algemene Raad Financiële gegevens Maatschappelijk kapitaal Aandelen Geplaatst en volgestort kapitaal Aandelen Eigen vermogen Balanstotaal Resultaat project/jaaromzet Exploitatiebijdrage Resultaat Corporatiebelang Consolidatie
90.000 900 van € 100 elk € 18.000 180 van € 100 elk € 9.018 € 19.310
€ 2.112100% ja (Holding is moeder)
Nominale waarde belang Totale intrinsieke waarde Netto-vermogenswaarde Overige participanten Wijze bestuurlijke zeggenschap Intern toezicht Datum vaststelling jaarverslag 2009 Datum accountantsverklaring 2009 Datum vaststelling jaarverslag 2010 Datum accountantsverklaring 2010 Datum vaststelling jaarverslag 2011 Datum accountantsverklaring 2011 Geldstromen van corporatie Overige kosten Activering (incl. rente) Rekening-courantverhouding TI (schuld aan de TI wordt negatief weergegeven) Rentebaten, -lasten
€ 18.000 € 18.000 € 9.018 n.v.t.
28-apr-10 n.v.t. (kleine vennootsch.) 10-mei-11 n.v.t. (kleine vennootsch.) 9-mei-12 n.v.t. (kleine vennootsch.)
ja 20124747 (NL)8156.22.260 n.v.t.
ja ja ja ja ja ja ja n.v.t. n.v.t. nee de heer H.J. Hoogbergen de heer J.J. Kloet
90.000 90.000 van € 1 elk € 6.000 18.000 van € 1 elk € 377.638 € 384.766
€ 4.44033,33% nee (is deelneming van de Holding)
€ 6.000 € 18.000 € 377.638 Thuisvester Participatie B.V. Aannemersbedr.Van Agtmaal B.V. Aandeelhouder
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Op basis van vhe’s oprichters n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. Bestuur/Algemene Raad
22-jun-10 19-mei-11 9-mei-12
24-mei-12
€ 1.000 € 9.792-
€ 114 -
*) Ten tijde van opmaak van de geconsolideerde jaarrekening zijn de cijfers nog niet gecontroleerd door een externe accountant.
Jaarstukken Bernardus Wonen 2012
129
Bosschendijk 219, Oudenbosch Postbus 97, 4730 AB Oudenbosch t 0165 34 92 00 f 0165 31 83 33 i www.bernarduswonen.nl e
[email protected]