S T I C H T I N G
V O
H A A G L A N D E N
B e s t u u r s n u m m e r
4 1 3 6 0
Jaarrekening Jaarverslag
2012
Postbus 85695, 2508 CJ ‘s-Gravenhage
De Ruijterstraat 36 Postbus 85695 2508 CJ Den Haag Telefoon 070 - 426 26 26 Fax 070 - 426 26 27 Website www.vohaaglanden.nl Email
[email protected]
Onder het bestuur van de Stichting VO Haaglanden ressorteren de volgende scholen: ATLAS ONDERWIJSGROEP
Scholengemeenschap voor gymnasium/ atheneum, havo, vmbo (theoretisch en beroepsgericht) Hoofdvestiging: Karmozijnstraat 2 2284 GA Rijswijk Tel. 070 - 336 49 44 DALTON DEN HAAG
School voor Daltononderwijs, gymnasium/atheneum en havo Aronskelkweg 1 2555 GA Den Haag Tel. 070 - 308 41 80 DE EINDER
School voor praktijkonderwijs Hoofdvestiging: Spionkopstraat 9 2572 NK Den Haag Tel. 070 - 445 16 16
GYMNASIUM HAGANUM
MAERLANT-LYCEUM
Laan van Meerdervoort 57 2517 AG Den Haag Tel. 070 - 346 92 43
Johannes Bildersstraat 11 2596 ED Den Haag Tel. 070 - 324 45 29
HAAGS MONTESSORI LYCEUM
MARIS COLLEGE
Categoraal gymnasium
School voor gymnasium/atheneum, havo en vmbo theoretische leerweg Nassau Bredastraat 5 2596 AK Den Haag Tel. 070 - 324 54 18
School voor gymnasium/atheneum en havo
Scholengemeenschap voor vwo, havo en vmbo (theoretisch en beroepsgericht), vakcollege Hoofdvestiging: Mgr. Nolenslaan 16 2555 XZ Den Haag Tel. 070 - 323 13 34
JOHAN DE WITT SCHOLENGROEP
Scholengemeenschap voor havo, vmbo (theoretische leerweg en beroepsgericht), praktijk-onderwijs en eerste opvang anderstaligen Hoofdvestiging: Zusterstraat 120 2512 TP Den Haag Tel. 070 - 331 23 01
SEGBROEK COLLEGE
Scholengemeenschap voor gymnasium/ atheneum, havo en vmbo theoretische leerweg Hoofdvestiging: Klaverstraat 7 2565 BT Den Haag Tel. 070 - 363 49 40
Inhoudsopgave
blz.
Jaarverslag Missie en besturingsfilosofie van VO Haaglanden Bestuursstructuur/Governance Samenwerkingsverband Intern jaarverslag 2012 van de Raad van toezicht Strategische doelstellingen Herstructurering Atlas Onderwijsgroep Inzet additionele subsidies Rijk in 2012 Prestatiebox Leerplusmiddelen 2012 Doorontwikkeling praktijkonderwijs Innovatie impuls onderwijs Inzet additionele subsidies Gemeente Den Haag in 2012 Onderwijsbeleid: Verlengde schooldag Dalton Den Haag Zomerschool Johan de Witt Scholengroep First Lego League Maerlant-Lyceum Tweetalig onderwijs vmbo Maris College Veilige school Maris College Sociale zaken en Werkgelegenheidsprojecten Kinderen doen mee Kwaliteitszorg Onderwijsprestaties en onderwijsontwikkelingen Examenresultaten schooljaar 2011-2012 Klachten 2012 Tevredenheidsenquêtes
1 2 4 5 6 13 14 14 21 22 25 26 26 27 28 28 30 31 32 32 34 36 37
Middelen VO Haaglanden: Financieel Fonds VO Haaglanden Risicomanagement en weerstandsvermogen 2012 Risicoanalyse financiële positie Financiële positie en resultaat Ontwikkeling financiële positie Personeelsbeleid Beheersing van uitkeringen na ontslag Ontwikkeling aantal fte’s verdeeld over functiecategorieën Convenant Leerkracht en functiemix Promotiebeurs Lerarenbeurs Overzicht bevoegdheden leraren Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT) Ontwikkeling van het aantal leerlingen
40 41 42 43 45 46 47 47 47 47 50 50 51 51 52
Huisvestingsbeleid Toekomstparagraaf Teruglopende middelen voor scholen VO Haaglanden Treasury statuut Stichting VO Haaglanden
53 56 57 59
Jaarrekening Grondslagen Balans Staat Baten en Lasten Kasstroomoverzicht Vaste activa Voorraden & Vorderingen Effecten & Liquide middelen Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Geoormerkte subsidies Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon Verplichte toelichting Accountantsverklaring Bestemming van het exploitatiesaldo
61 63 64 66 67 69 70 71 72 73 74 75 76 77 79 80 83 84 85 88
Bijlagen Gegevens rechtspersoon Begroting 2013
90 91
Scholen: 20CQ Atlas Onderwijsgroep: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 20MF Dalton Den Haag: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon
92 93 95 96 98 99 100 101 102 104
blz. 20KD Praktijkschool De Einder: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 20LU Gymnasium Haganum: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 02US Haags Montessori Lyceum: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 20MJ Johan de Witt Scholengroep: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 20MD Maerlant-Lyceum: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 19ZP Maris College: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon 20MA Segbroek College: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon
105 106 108 109 111 112 113 115 116 119 120 121 123 124 126 127 128 130 131 134 135 136 138 139 142 143 144 146 147 150 151 152 154 155 158
blz. BMO en bovenschools: Baten en Lasten Overheidsbijdragen Andere baten Lasten Financieel en buitengewoon
159 160 161 162 164
Grafische gegevens: Leerlingaantallen VO Haaglanden 2005 – 2012 Overzicht aantal leerlingen per bestuur in Den Haag Overzicht ziekteverzuim Verdeling van het aantal personeelsleden naar arbeidstijd Overzicht docenten naar leeftijdscategorie
165 166 167 167 168
Jaarverslag Missie en visie van VO Haaglanden De Stichting VO Haaglanden is een samenwerkingsstichting van openbaar en algemeen bijzonder voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden. De stichting bestaat uit 9 scholen op 20 locaties in Den Haag en Rijswijk. De scholen zijn de Atlas Onderwijsgroep (waaronder het Van Vredenburch College, het Rijswijks Lyceum en Lyceum Ypenburg), Dalton Den Haag, praktijkschool De Einder, Gymnasium Haganum, Haags Montessori Lyceum, Johan de Witt Scholengroep (waaronder locatie Capadosestraat, Hooftskade en Zusterstraat), MaerlantLyceum, Maris College (waaronder de locaties Belgisch Park, Bohemen, Houtrust, Kijkduin en Statenkwartier) en het Segbroek College. VO Haaglanden acht het haar verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een stelsel van onderwijsvoorzieningen dat alle jonge mensen in samenwerking met de ouders ondersteuning biedt die past bij hun aanleg en ambitie. Daaraan wordt vorm gegeven door het instandhouden en stimuleren van een pluriform scholenbestand. De scholen zijn openbaar of algemeen bijzonder en richten zich op een grote verscheidenheid van doelgroepen, waaronder de voorhoede van de samenleving in het kader van de kenniseconomie en het maatschappelijk middenveld ter stimulering van sociale ontwikkeling en emancipatie. Ook het stimuleren van zelfredzaamheid en zorg voor de zwakkeren in de samenleving geldt als een belangrijke opdracht. VO Haaglanden heeft haar visie verwoord in een gezamenlijke missie. Die wordt gekenmerkt door pluriformiteit, respect, hoge kwaliteit, bereikbaarheid, eigenheid en ontwikkelingskansen. Missie van VO Haaglanden Pluriformiteit VO Haaglanden kiest voor een pluriform onderwijsaanbod met algemene toegankelijkheid. Respect Binnen VO Haaglanden is er respect voor medewerkers en leerlingen met verschillende culturele, sociale en levensbeschouwelijke achtergrond. Hoge kwaliteit VO Haaglanden stelt hoge kwaliteitseisen aan het onderwijs en hanteert een kwaliteitssysteem. Bereikbaarheid VO Haaglanden streeft naar optimale spreiding en bereikbaarheid van het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs in de regio Haaglanden. Eigenheid VO Haaglanden legt eigen accenten in visie, onderwijsaanbod en pedagogisch-didactisch klimaat. Ontwikkelingkansen Elke leerling binnen VO Haaglanden krijgt (door de breedte van het aanbod en de kwaliteit van het onderwijs) zelfstandige ontwikkelingskansen en de mogelijkheid tot het behalen van optimale leerresultaten.
1
De strategische missie is bepalend voor het handelen van VO Haaglanden. De besturingsfilosofie is specifiek op deze missie afgestemd. De essentie van dit “Haags Model” is dat scholen binnen vooraf geformuleerde kaders eigen zeggenschap hebben om hun schoolbeleid nader vorm te geven. De bewuste diversiteit die hierdoor tussen de scholen bestaat, wordt binnen VO Haaglanden als een groot goed beschouwd. Haags Model (besturingsfilosofie van VO Haaglanden) De op de missie van VO Haaglanden afgestemde kenmerken van het ‘Haags Model’ als besturingsfilosofie zijn: -
-
vrijheid in gebondenheid (eigen verantwoordelijkheid binnen algemene kaders op bestuursniveau, benutting van schaalvoordelen); pluriformiteit (breed onderwijsaanbod voor diverse doelgroepen, school specifiek beleid aangepast aan doelgroep, verschillen tussen scholen in organisatie en beleid); sturen op resultaten (managementcontracten, monitoring, evaluatie en verantwoording) maatschappelijke verantwoordelijkheid (verantwoordelijkheid voor brede spreiding en bereikbaarheid openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs in de regio, deelname in projecten onderwijs-, jeugd- en welzijnsbeleid, maatschappelijke verantwoordelijkheid voor zwakkere doelgroepen).
De scholen van VO Haaglanden zijn pluriform in het onderwijsaanbod en in het gehanteerde onderwijsconcept, maar kennen daarentegen een sterke verbondenheid met de identiteit van VO Haaglanden. Via frequente Rectoren/Directeuren vergaderingen, conferenties met het bestuur, commissiebijeenkomsten, gezamenlijke studiereizen en zogenaamde ‘good practice’ bijeenkomsten wordt het bewustzijn deel uit te maken van een groep van scholen versterkt. Er ontstaat meerwaarde door onderlinge uitwisseling, gezamenlijke initiatieven en beleid dat met gemeenschappelijk draagvlak wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Onderling vertrouwen en transparantie zijn belangrijke kenmerken in een cultuur die de basis vormt voor het realiseren van de maatschappelijke opdracht van de stichting.
Bestuursstuctuur/Governance In de opbouwfase tot en met 2006 heeft de gekozen bestuurlijke inrichting van VO Haaglanden (klassiek bestuur-op afstand model) goed gewerkt. Bij de verzelfstandiging in 2003 hadden de gemeenteraden van Den Haag en Rijswijk de beleidsmatige uitgangspunten van de nieuwe samenwerkingsstichting expliciet in de statuten op laten nemen. Dit zogenaamde ‘Haagse Model’ gaf de richting aan op basis waarvan de scholen hun onderwijskundige en maatschappelijke verantwoordelijkheden konden nemen. Via begrotingen, jaarrekeningen en jaarverslagen konden de betreffende gemeentebesturen de ontwikkelingen binnen de stichting volgen en hun toezichthoudende rol voor wat betreft het openbaar onderwijs waarmaken. Door de landelijke en lokale overheden en door de diverse onderwijsorganisaties werd onderschreven dat VO Haaglanden zich vanaf 2003 ontwikkeld 2
had tot een stabiele organisatie die in deze betrekkelijk korte periode een prominente positie in het regionale en lokale onderwijsveld had weten te verwerven. Het was echter duidelijk dat de toen bestaande bestuurlijke structuur aangepast moest worden. Het onderscheid tussen besturen en toezichthouden was niet transparant. Het bestuur fungeerde als toezichthouder op de bestuursmanager. De bestuursmanager had echter gemandateerde taken van datzelfde bestuur. Het bestuur zag in die zin derhalve toe op zichzelf. Het bestuur was ook rechtstreeks verantwoordelijk voor het strategisch beleid van de instelling. De bestuurlijke en de toezichthoudende rol liepen op dat punt derhalve helemaal gelijk. Een ander aspect was dat ook bij VO Haaglanden de maatschappelijke inbedding en maatschappelijke verantwoording onder anderen gestalte kreeg door een brede maatschappelijke afspiegeling in de bestuurssamenstelling. Bestuursleden werden bewust uit de verschillende maatschappelijke gremia geselecteerd. De minister had inmiddels echter vastgelegd dat de maatschappelijke verankering en verantwoording op andere wijze dienden te worden vormgegeven: Maatschappelijke stakeholders
Raad van Toezicht
Direct betrokken stakeholders
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (afvaardiging van medewerkers, ouders en leerlingen)
Lokale belangengroepen
Verplicht overleg van schoolbesturen met andere partners (gemeenten)
Zorgleerlingen
Verantwoordelijkheid van schoolbesturen voor sluitende regionale aanpak (bestuur van het Samenwerkingsverband Zuid-Holland West)
Samenleving algemeen
Horizontale en verticale verantwoording van de inzet van middelen en de bereikte resultaten (meervoudige publieke verantwoording, toetsing o.a. via de Onderwijsinspectie)
Het was in 2006 derhalve noodzakelijk na te denken over aanpassingen in de bestuurlijke structuur van VO Haaglanden. Het doel moest zijn een flexibele organisatie die snel kon inspelen op interne en externe ontwikkelingen, met een transparante verantwoordelijkheidsverdeling (bestuur en toezicht) en met een goede verantwoording over resultaten naar de maatschappelijke partners. VO Haaglanden heeft in verband hiermee in september 2006 het besluit genomen haar bestuursvorm om te vormen naar een Raad van Toezichtmodel. In 2009 is gekozen de leden van de Raad van Toezicht te honoreren conform het advies van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI). De voorzitter College van Bestuur wordt bezoldigd conform de CAO Bestuurders Voortgezet Onderwijs. Deze CAO is afgesloten op 13 oktober 2011. De totale som van de in 2012 uitbetaalde bedragen aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht treft u aan in de verplichte toelichting van de jaarrekening, model H.
3
Governance Door VO Haaglanden is in 2012 de Code Goed Bestuur van de VO Raad onderschreven. In deze code is vastgelegd waaraan een goed onderwijsbestuur moet voldoen. Een belangrijk onderdeel van de code is het onderscheid tussen bestuur en toezicht. Binnen VO Haaglanden wordt dit onderscheid gerealiseerd door de bestuurlijke taken onder te brengen bij het College van Bestuur en de interne toezichtstaken bij de Raad van toezicht. Begin 2013 zal binnen VO Haaglanden na een interne consultatieronde ook een eigen integriteitscode worden vastgesteld.
Samenwerkingsverband VO Haaglanden neemt deel in het bestuur van het samenwerkingsverband. In 2012 is vooral veel aandacht besteed aan de voorbereiding van de uitvoering van de Wet op het Passend onderwijs. Schoolbesturen werken samen in het samenwerkingsverband om er voor te zorgen dat geen kinderen buiten de boot vallen en er voor elk kind een passende onderwijsplek is. Dat kan zijn binnen het reguliere onderwijs, dat kan ook zijn in een specifiek onderwijsaanbod. In 2012 is gestart met de beschrijving van de toekomstige onderwijsstructuur en de bestuurlijke organisatie daarvan. In 2013 zullen daarover in het samenwerkingsverband besluiten moeten worden genomen.
4
Jaarverslag 2012 van de Raad van Toezicht VO Haaglanden De samenstelling van de Raad van toezicht was per 31-12-2012 als volgt: Raad van toezicht Mr. A.H. van Delden (voorzitter) Ir. J. de Jong Drs. J.H. de Boo Mevr. Drs. L.E.J. Engering Mevr. A. van den Heuvel J. Mohamedajoeb F.E. Nieboer Mevrouw A. van den Heuvel is per 10 april 2012 toegetreden tot de Raad van toezicht. De Raad van Toezicht is in 2012 nauw betrokken geweest bij beleids- en beheersprocessen binnen VO Haaglanden. De Raad van Toezicht heeft dat gedaan door regulier overleg met het College van Bestuur, door formele en informele contacten met schoolleiders, door overleg met de accountant, door aanwezig te zijn bij vergaderingen van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en door bezoeken van individuele leden aan de scholen. De Raad van Toezicht vergewist zich van de financiële ontwikkelingen binnen de stichting en de scholen alsmede van ontwikkelingen in de organisatie, onderwijsprocessen en de onderwijsresultaten van de individuele scholen. In 2012 is de Raad van toezicht vijf keer in vergadering bijeen geweest: op 16 januari, 10 april, 11 juni en 8 oktober en op 8 november. De klankbordgroep uit de Raad van toezicht is daarnaast in 2012 vier keer in vergadering bijeen geweest: op 15 februari, 20 maart, 23 mei en 12 september. Op 11 juli 2011 heeft de Raad van toezicht deelgenomen aan het jaarlijkse uitje van Raad van toezicht, bestuur en rectoren/directeuren. In oktober 2012 heeft de Raad van Toezicht deelgenomen aan een studiereis samen met het bestuur en de schoolleiders. Op 8 november 2012 is de Raad van toezicht aanwezig geweest bij de jaarlijkse VO Haaglanden conferentie samen met het bestuur en de rectoren en directeuren van de scholen. Deze is gehouden in Stadspaleis Het Spaansche Hof. Tijdens de conferentie is gesproken over de ontwikkelingen binnen de diverse scholen en de beleidslijnen voor de toekomst. De leden van de Raad van toezicht zijn in 2012 aanwezig geweest bij diverse activiteiten op de scholen zoals openingen, optredens, overleg van conrectoren, recepties e.d.
5
Strategische doelstellingen 1. Talentontwikkeling Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden voert kansenbeleid waarbij als uitgangspunt geldt dat ieder kind de kans moet krijgen om zijn aanwezige mogelijkheden optimaal te ontwikkelen en waarbij mogelijke belemmeringen door sociale of culturele komaf zoveel mogelijk worden doorbroken. VO Haaglanden voert binnen haar scholen een kansenbeleid. Daarbij geldt als uitgangspunt dat ieder kind de kans moet krijgen om zijn aanwezige mogelijkheden optimaal te ontwikkelen. VO Haaglanden poogt daarbij belemmeringen door sociale of culturele komaf zoveel mogelijk te doorbreken. VO Haaglanden kiest daarvoor een brede aanpak. De inspanningen worden gericht op het wegwerken van achterstanden in cognitieve kennis (bijv. taalvaardigheid), maar ook wordt getracht het culturele en sociale kapitaal (gedrag, houding, motivatie) te versterken. VO Haaglanden gaat uit van aantrekkelijk en contextrijk onderwijs, waarbij ook eisen aan de leerlingen worden gesteld. Leerlingen moeten worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. VO Haaglanden maakt een onderscheid tussen het private en het publieke domein. In het private domein worden kinderen opgevoed door hun ouders of verzorgers en spelen etniciteit, godsdienst, levensovertuiging e.d. een centrale rol. Het onderwijs op de scholen behoort echter tot het publieke domein. Centrale begrippen zijn dan respect, inzet, motivatie, ontwikkeling, uitdaging. Op dat gebied worden aan leerlingen ook eisen gesteld. Het kansenbeleid van VO Haaglanden wordt onder andere vormgegeven door samenwerking met basisscholen met het doel leerlingen op een hoger niveau in te laten stromen in het VO, inzet op mentorschap en huiswerkbegeleiding, inrichten van een speciale brugklas die schakelt van TL naar Havo, leerlingen in de gelegenheid te stellen een langere leerweg te volgen door het instellen van een kansenklas met een extra studiejaar in TL/havo/vwo, het faciliteren van de doorstroming van TL naar Havo en van Havo naar VWO en het aanbieden van sport-, culturele –en maatschappelijke activiteiten buiten het curriculum gericht op verrijking van de bagage van de leerlingen. Hoewel het beleid van VO Haaglanden past in het beleid van de overheid zoals onder andere verwoord in de nota ‘Aan de slag met onderwijskansen’, wordt het in de beoordelingssystematiek van de onderwijsinspectie veelal nog niet op waarde geschat. De inspectie geeft automatisch een negatief oordeel over leerlingen die een langere leerweg volgen. Ook als dat nadrukkelijk het gevolg is van een doelbewust beleid om leerlingen met potentie in de gelegenheid te stellen een hoger onderwijsniveau te bereiken. Ook bij het oordeel over de examenresultaten houdt de inspectie hier geen rekening mee. Het laten instromen van leerlingen op het voor hen hoogst haalbare niveau, schept voor de school het risico van lagere resultaten. Strenge selectie aan de poort kan een wenkend perspectief zijn, aangezien de inspectie niet de toegevoegde waarde van een school meet. De scholen van VO Haaglanden vinden kansen voor kinderen belangrijker en nemen de risico’s van een slechtere beoordeling en dus negatieve publiciteit in dit geval voor lief. 6
Kansenbeleid van VO Haaglanden richt zich niet alleen op leerlingen met onderwijsachterstanden. Het optimaal ontwikkelen van aanwezige potentie betekent ook dat VO Haaglanden eraan hecht uitzonderlijke talenten te stimuleren. Voorbeelden daarvan zijn de deelname van vwo-leerlingen aan universitaire programma’s. Dit o.a. met het doel leerlingen in de gelegenheid te stellen tot een uitgebreide oriëntatie op universitaire vervolgstudies. Ook kan gedacht worden aan extra aanbod voor excellente leerlingen, bijvoorbeeld Chinese taal en deelname aan internationale uitwisselingen, bijvoorbeeld VN-simulatiespelen.
2. Stimulering burgerschap en integratie Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden stimuleert burgerschap van leerlingen door zich in de pedagogiek en didactiek te richten op een drietal kenmerken: de sociale en morele verantwoordelijkheid van leerlingen, de betrokkenheid bij de eigen schoolgemeenschap en de kennis, attitude en vaardigheden benodigd in een democratische samenleving. De samenhang tussen leerlingen met verschillende culturele en sociale achtergronden wordt versterkt door het stimuleren van activiteiten die leerlingen binden en uitdagen. Hoewel in Nederland burgerschap geen apart vak in het curriculum is (in tegenstelling tot in Frankrijk met “éducation civique, juridique en sociale” en in Engeland met “citizenship education”, wordt binnen de scholen van VO Haaglanden veel aandacht besteed aan burgerschap. Uit onderzoek is gebleken (zie ‘Scholen voor actief Burgerschap, KPC/SLO, 2003) dat effectief onderwijs voor burgerschap dient te voldoen aan bepaalde kenmerken. Het gaat om het bevorderen van: - sociale en morele verantwoordelijkheid; het gaat dan om sociaal gewenst gedrag binnen en buiten het leslokaal. Dit komt tot uitdrukking in het naleven en aanvaarden van en vormgeven aan de basisnormen en –doelstellingen die binnen de school gelden (relatie tot medeleerlingen en medewerkers van de school). - betrokkenheid bij de eigen schoolgemeenschap; het leren over en het zich daadwerkelijk inzetten voor de gemeenschap waar de leerlingen deel van uitmaken. - politieke geletterdheid; het leren over en het vinden van mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het publieke leven door kennis, vaardigheden en attitudes (staatsburgerlijke vorming). Binnen VO Haaglanden wordt getracht de drie kenmerken van effectief onderwijs in burgerschap vorm te geven, bijvoorbeeld via het formuleren en naleven van o.a. expliciete waarden en normen binnen de school en het centraal stellen binnen de school van respect voor de opvattingen van anderen, ongeacht of die nu van religieuze of van seculiere aard zijn. Voorbeelden zijn ook het vergroten van het inzicht van leerlingen in het ontstaan van conflicten en in de mogelijkheden tot conflicthantering en het aangaan van het debat met leerlingen over maatschappelijk beladen thema’s, zodat kaders worden geschapen voor opinie en discussie. Door de demografische ontwikkelingen neemt het aandeel van allochtone leerlingen in de scholen in de grote steden toe. Steeds meer scholen zullen ‘verkleuren’. Dat geldt op de wat langere termijn ook voor havo/vwo-scholen. Het aandeel allochtone leerlingen op 7
havo/vwo-scholen is nu nog relatief beperkt, maar door emancipatie zal dit aandeel toenemen. VO Haaglanden wil de samenhang tussen leerlingen met verschillende achtergronden versterken. Het uitgangspunt daarbij is dat begrip en respect voor elkaars opvattingen en sociale en culturele achtergronden het best vorm kan krijgen door te zoeken naar datgene wat de leerlingen bindt en uitdaagt. Leerlingen (autochtoon en allochtoon) worden gestimuleerd zich in te zetten voor gezamenlijke doelen (bijvoorbeeld sport, vrijetijdsbesteding, 4/5-mei activiteiten, historie Den Haag, milieu, mensenrechten e.d.). VO Haaglanden wil nadrukkelijk de eigen initiatieven van leerlingen op dit punt faciliteren. Door te focussen op gezamenlijke doelen in plaats van verschillen, wordt integratie impliciet bevorderd.
3. Uitvoeren zorgplicht Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden wil in samenwerking met andere schoolbesturen vorm geven aan de zorgplicht door met andere schoolbesturen en externe zorgpartners de verantwoordelijkheid te nemen voor een regionaal dekkend vangnet voor leerlingen die niet in reguliere scholen kunnen worden opgevangen. Begin 2005 heeft de Algemene Rekenkamer in een advies geconstateerd dat er binnen veel regio’s een sluitend netwerk ontbreekt van voorzieningen voor scholing en begeleiding van jongeren met leer- en gedragsproblemen. De rekenkamer constateert dat scholen daardoor te vaak worden geconfronteerd met problematiek van leerlingen waarvoor zij niet zijn toegerust. De minister heeft daarop in september 2005 de nota ‘Vernieuwing van de zorgstructuren in het funderend onderwijs’ uitgebracht. De minister heeft daarin geconstateerd dat de zorgbehoefte van leerlingen zo verschillend is dat het niet goed mogelijk is om een landelijk geregeld onderwijsaanbod in te richten dat recht doet aan deze verschillen. De minister kiest er daarom voor om scholen de ruimte en de verantwoordelijkheid te geven om zelf een aanbod te ontwikkelen dat recht doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen. Daaraan wordt een zorgplicht gekoppeld die bij scholen en schoolbesturen komt te liggen. VO Haaglanden wil samen met andere schoolbesturen in de regio (via VO Platform en samenwerkingsverband) en met externe zorgpartners de verantwoordelijkheid nemen voor een regionaal dekkend vangnet voor leerlingen die niet in reguliere scholen kunnen worden opgevangen.
4. Vergroten veiligheid Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden beperkt de spanwijdte van met name de vmbo-scholen en praktijkonderwijs om ook daardoor de veiligheid binnen de scholen te vergroten. Er wordt gewerkt aan kleinschaligheid. Leerlingen moeten gekend worden. De menselijke maat wordt nadrukkelijk bewaakt. 8
De rekenkamer constateert dat als scholen worden geconfronteerd met sociale en emotionele problematiek van leerlingen waarop zij niet zijn berekend, dit ten koste gaat van de zorg voor andere leerlingen en van de veiligheid binnen de school. De spanwijdte van de scholen (vooral vmbo) is aan een maximum gebonden. Overschrijding daarvan kan negatieve effecten op de veiligheid hebben. Een betere en specifieker gerichte spreiding van zorgleerlingen stelt schoolorganisaties in staat rust en veiligheid in en rond de gebouwen te realiseren. Ook de kleinschaligheid van de schoolgebouwen is in dit kader een belangrijk aandachtspunt. Binnen VO Haaglanden is dat bij zowel profilering van scholen als bij nieuw- en verbouwplannen een centraal uitgangspunt.
5. Versterking kwaliteitbeleid (versterking horizontale verantwoording) Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden versterkt in de planperiode de horizontale verantwoording aan de partners in het onderwijs. VO Haaglanden wil in dit verband in het kader van het kwaliteitsbeleid de huidige zelfevaluaties van de scholen versterken. Binnen VO Haaglanden zal gewerkt gaan worden aan de ontwikkeling van een zelfevaluatiesysteem voor alle scholen (1 x per 4 jaar een zelfevaluatie). Die zelfevaluatie zal er niet voor alle scholen hetzelfde uitzien. De evaluatie zal toegespitst zijn op de specifieke cultuur en doelgroepen van de individuele school. In de Wet op het Onderwijstoezicht staat dat scholen goed onderwijs moeten leveren. Dat is vanzelfsprekend. Goed onderwijs heeft vele aspecten. De leerinhoud, de didactische kwaliteit van leerkrachten, de kwaliteit van de leerlingenzorg, het personeelsbeleid, het financiële beleid en het (onderwijskundig) leiderschap van de directie, het zijn allemaal aspecten van goed onderwijs. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de eigen scholen. De onderwijsinspectie toetst de kwaliteit van de onderwijsorganisaties. Proportionaliteit is daarbij het uitgangspunt. Het inspectietoezicht vormt een aanvulling op de zelfregulerende mechanismen van de organisaties zelf. Binnen VO Haaglanden is, zoals bij alle schoolbesturen, de verantwoordingssystematiek van oudsher verticaal gericht. Via jaarrekeningen, jaarverslagen, inspectieonderzoeken en subsidie-evaluaties wordt nauwgezet verantwoording afgelegd aan de overheid over de besteding van middelen, de uitgevoerde projecten en de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs. De horizontale verantwoording richting de partners in het onderwijs (o.a. ouders, bedrijfsleven, onderwijsorganisaties, zorg- en welzijnsinstellingen en gemeenten) is veel minder ontwikkeld. Eind 2006 is hier een nadere stap gezet door de instelling van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In deze GMR overlegt het schoolbestuur met personeel, ouders en leerlingen over het bestuursbeleid. Dit op basis van de nieuwe wet Medezeggenschap Onderwijsinstellingen. Met de gemeenten en de andere onderwijsbesturen wordt, in het kader van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, overleg gevoerd over lokaal onderwijsbeleid. Met de andere schoolbesturen wordt via intensieve samenwerking de zorgplicht vorm gegeven. Periodiek wordt aan ouders en andere belangstellenden (o.a. basisscholen) gerapporteerd over de uitvoering van het strategisch beleid via een toegankelijke 9
brochure. VO Haaglanden geeft in de komende planperiode verder vorm aan de meervoudige publieke verantwoording door de bovenstaande initiatieven te continueren dan wel te versterken en nieuwe initiatieven op dat punt te ontwikkelen. VO Haaglanden streeft naar een gezamenlijke eenduidige cyclus waarin al de aspecten van goed onderwijs zijn opgenomen. De instrumenten die daarvoor gehanteerd worden zijn: schoolplannen, managementcontracten met zogenaamde pasfoto’s (kengetallen van de scholen), op geaggregeerd niveau bijgevoegd in de bijlage, en evaluatie- en functioneringsgesprekken. Het uitnodigen c.q. betrekken van objectieve buitenstaanders kan hierbij ook een van de instrumenten zijn. Overwogen worden vormen als “critical friends”, adviesraden e.d. Doel is met minimale administratieve lasten een kwalitatief goede cyclische verantwoording te realiseren. Een aspect daarvan is een systeem van zelfevaluaties. Binnen VO Haaglanden zal een systeem van zelfevaluaties voor alle scholen ontwikkeld worden (1 x per 4 jaar een zelfevaluatie). De precieze uitwerking per school wordt afhankelijk van diens achtergronden en doelgroepen.
6. Stimuleren pluriformiteit Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden voert een beleid van versterking van de pluriformiteit van de scholen. Het doel is gericht op het hebben van krachtige organisaties die daardoor in staat zijn hun eigen visie vorm te geven en uit te voeren. Dat zorgt voor een breed palet aan scholen binnen VO Haaglanden met een eigen identiteit. De scholen kunnen daardoor hun doelgroepen optimaal bedienen en bieden daarnaast ook een prettig werkklimaat voor de docenten en andere medewerkers. Voorafgaand aan de verzelfstandiging in 2003 is binnen VO Haaglanden als besturingsfilosofie ‘het Haags Model’ ontwikkeld. Centraal daarin staat de pluriformiteit van de scholen. Binnen VO Haaglanden haar schoolleiders in de gelegenheid, binnen afgesproken kaders, samen met hun medewerkers hun eigen keuzen te maken en hun eigen beleid binnen hun school uit te voeren. Dat brengt een grote dynamiek met zich mee. De scholen van VO Haaglanden zijn in staat en hebben de cultuur ontwikkeld om kansen te grijpen die externe ontwikkelingen bieden. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan het beleid van de rijksoverheid om de autonomie van de scholen te vergroten zoals bij aanpassingen in de basisvorming, de herinrichting van de 2e fase, de flexibilisering van de examens, de grotere vrijheden in het onderwijsaanbod op het vmbo e.d. De schoolleiders zijn geworteld in de traditie en eigen identiteit van hun scholen. Daarom zijn zij in staat de eigen doelgroepen optimaal te bedienen. Ook de aantrekkelijkheid als werkgever wordt er door vergroot.
7. Participatie in landelijke en regionale netwerken Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden neemt actief deel aan diverse regionale en landelijke netwerken ter versterking van het onderwijs; op de scholen van VO Haaglanden, in de regio en landelijk. 10
VO Haaglanden rekent het tot haar maatschappelijke taak een bijdrage te leveren aan lokale en landelijke initiatieven ter versterking van de (onderwijs)positie van jongeren. Daartoe participeren medewerkers van de scholen in diverse overlegorganen, samenwerkingsverbanden en ontwikkelgroepen. Ook bestuurlijk neemt VO Haaglanden deel aan regionale en landelijke netwerken. In dat verband kunnen worden genoemd het regionale VO-Platform, het overleg met vervolgonderwijs, het bestuurlijke overleg met de gemeenten Den Haag en Rijswijk, overlegbijeenkomsten met het Ministerie van Onderwijs, commissies van besturenorganisaties, kennisgroepen en klankbordgroepen van de VO-Raad.
8. Beperking overhead Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden handhaaft de huidige beperkte omvang van de overhead van de organisatie door een geringe interne regeldruk en een efficiënte bedrijfsvoering. De kosten van het bestuursbureau worden periodiek gebenchmarkt. VO Haaglanden houdt de regeldruk vanuit de organisatie bewust beperkt. Informatievragen en informatieverzamelingen worden slechts gedaan als er een duidelijk doel gesteld is en dat doel ook onderschreven wordt door de informatieverstrekkers. Decentrale vrijheid is de norm. Centraal beleid vindt alleen plaats als dat uit oogpunt van risicobeheersing onvermijdelijk is of als er evidente schaalvoordelen te behalen zijn. De overhead binnen de scholen en ook de overhead op het bestuursbureau is en blijft daardoor klein. Periodiek vindt benchmarking plaats met vergelijkbare onderwijsorganisaties voor wat betreft de ontwikkeling van de overhead van het bestuursbureau. Betreffende benchmark wordt ook aan de schoolleidingen gerapporteerd.
9. Versterking werving, opleiding en doorstroming docenten Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden vergroot de aantrekkelijkheid van het leraarsberoep door verbetering van de salarisperspectieven en de doorgroeimogelijkheden. VO Haaglanden gaat zich er ook op toeleggen om jonge mensen voor het leraarsvak te mobiliseren en ze in de scholen een goede steun te bieden voor het leren in de praktijk, in stages en duale trajecten. VO Haaglanden streeft ernaar de aantrekkelijkheid van het leraarsberoep te vergroten. VO Haaglanden gaat in verband hiermee, met als basis het Onderwijsraadadvies hierover van augustus 2006, de mogelijkheden onderzoeken om binnen het functiebouwwerk en binnen de financiële mogelijkheden de carrièreperspectieven voor leraren te vergroten. Bijvoorbeeld door bij- en nascholing te stimuleren en in de salariëring extra waardering tot uiting te brengen voor bijvoorbeeld academici, gepromoveerden, docenten in tekortvakken, docenten in beroepsonderwijs e.d. Een ander aspect is het interesseren van jonge mensen voor het leraarsvak en het verbeteren van de doorstroming en begeleiding van beginnende docenten. 11
VO Haaglanden hanteert vijf uitgangspunten voor de aanpak in de Haagse regio: structureel contact zoeken met geïnteresseerde jonge mensen. Dat kan wanneer deze jonge mensen nog op school zitten, door voorlichting en kennismaking en door programma’s voor oriëntatie en advies; het bieden van een uitgewerkt pakket aan mogelijke stages. Het wordt voor studenten mogelijk te kiezen voor een bepaalde ervaringsroute, waarbij verschillende schooltypes en ook bijv. innovatieprojecten binnen scholen halteplaatsen zijn; het faciliteren van duale trajecten, waarbij leraren in opleiding een aanstelling bij een school krijgen; het onderzoeken van de mogelijkheden om het loopbaanperspectief binnen de Haagse scholen te versterken (via bijvoorbeeld flexibiliseren beloningsstructuur en bieden van mogelijkheden voor verdere studie); de versterking van de samenwerking met de lerarenopleidingen.
10. Handhaven schaalgrootte organisatie Doelstelling VO Haaglanden: VO Haaglanden handhaaft de huidige schaal van de organisatie. Er is in plaats van een groeidoelstelling een kwaliteitsdoelstelling (bestuurlijk niveau, bestuursbureau en scholen. De Stichting VO Haaglanden bestaat uit 9 scholen, 20 vestigingen, 11.500 leerlingen en 1300 personeelsleden. Sinds de oprichting van de stichting in 2003 is gebleken dat dit een goede omvang is om een efficiënte bedrijfsvoering te voeren, schaalvoordelen te behalen, expertise te ontwikkelen en risico’s (personeel, financieel en huisvesting) gezamenlijk te kunnen opvangen. De omvang is echter ook dusdanig dat de menselijke maat in acht blijft. Er zijn korte lijnen tussen bestuursbureau en schoolleiding. De negen schoolleiders vormen samen met het College van Bestuur een hecht team dat profiteert van elkaars ervaring en kennis en dat ook op elkaar kan terugvallen bij het oplossen van eventuele knelpunten. VO Haaglanden streeft niet naar majeure wijzigingen in de schaal van de organisatie. Aan de andere kant is het mogelijk dat, in het kader van de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs in de regio of ter aanvulling van het palet van scholen binnen VO Haaglanden, in de toekomst een enkele school toetreedt tot de VO Haaglanden organisatie. Vanzelfsprekend zullen voor eventuele nieuwe scholen dezelfde kaders gelden als voor de “eigen scholen”.
12
Herstructurering Atlas Onderwijsgroep De Atlas onderwijsgroep heeft de laatste jaren alle zeilen moeten bijzetten om tot sluitende meerjarenbegrotingen te komen. Dat is tot nu toe steeds gelukt. De financiële situatie van de Atlas Onderwijsgroep verslechtert op termijn echter aanzienlijk. De ontwikkeling van de Atlas Onderwijsgroep tot een school met twee locaties in twee gemeenten heeft geleid tot relatief hoge beheerskosten. In de komende jaren kan, zonder aanvullend beleid, geen sluitende meerjarenbegroting meer worden gerealiseerd. Daar komt bij dat het toekomstige nieuwe landelijke bekostigingsmodel de prioriteit gelegd wordt bij de vestiging. Dat heeft er toe geleid dat het bestuur en de directie van de school in het najaar van 2012 besprekingen zijn begonnen met als doel te komen tot een herstructurering van de school. De Atlas Onderwijsgroep zal met ingang van 1 augustus 2013 worden gesplitst in twee afzonderlijke scholen: een school in Rijswijk (Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College) en een school in Den Haag (Lyceum Ypenburg). De herstructurering van de Atlas Onderwijsgroep zal ook tot effect hebben dat voor circa 19 personen binnen of buiten VO Haaglanden een andere werkplek gezocht zal worden. Alle personen met een vaste aanstelling hebben een werkgelegenheidsgarantie.
13
Inzet additionele subsidies Rijk in 2012 Prestatiebox Op 14 december 2011 is door de minister en staatssecretaris van Onderwijs en de voorzitter van de VO-raad het bestuursakkoord 2012-2015 ondertekend. De VO-raad en OCW spreken in dit bestuursakkoord de gezamenlijke ambitie uit om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en hogere prestaties van alle leerlingen te bevorderen. Binnen de scholen van VO Haaglanden is in 2012 sterk ingezet op de kwaliteit van het onderwijs en het realiseren van hogere prestaties door de leerlingen. Het beschikbare bedrag voor 2012 was € 1,4 miljoen
Atlas Onderwijsgroep De scholen van de Atlas Onderwijsgroep (Rijswijks Lyceum, Van Vredenburch College en Lyceum Ypenburg) hebben een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt ondersteund. Ten behoeve van de goede prestaties op de kernvakken en brede vorming zijn er in 2012 voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde steunlessen. De opbrengstgerichtheid wordt in 2012 gestimuleerd middels sectieplannen, gesprekken met sectieleden, vergelijking van de resultaten per vak, per leerjaar en per docent. Ook examenresultaten worden geëvalueerd. Leerlingen die meer dan het gemiddelde aankunnen, kunnen opteren voor de volgende keuzes: - Intersectoraal programma (Van Vredenburch College) - Talentklassen (Lyceum Ypenburg) - Hoogbegaafdenonderwijs (Rijswijks Lyceum) Behalve de leerlingen, zijn ook leraren en schoolleiders in 2012 aan het leren. De scholen maken deel uit van de Opleidingsschool Haaglanden. Elke school heeft gekwalificeerde begeleiders in huis op wie docenten in opleiding en ook startende en ervaren docenten een beroep kunnen doen. Een aantal ervaren – inmiddels gepensioneerde – excellente docenten hebben een coachingsrol voor startende docenten. Schoolleiders leren van elkaar, binnen de school, van collega-schoolleiders binnen de stichting VO Haaglanden, van het bestuur en van de hoog gekwalificeerde collega’s op het bestuursbureau. Docenten worden gestimuleerd om een (tweede) bevoegdheid te halen. Hiervoor wordt geïnvesteerd door de betrokken docent en door de school, ondersteund door de lerarenbeurs en de Haagse beurs.
14
Dalton Den Haag Er zijn in 2012 taal- en rekencoördinatoren aangesteld die stevige adviezen hebben neergelegd bij de schoolleiding die die adviezen vervolgens ook heeft opgevolgd: de rekentoets is redelijk verankerd geraakt in het curriculum, er zijn docenten met extra (reken)taken belast en ook op het gebied van Nederlands is het bewustzijn verscherpt. De twee taalcoördinatoren hebben een programma ontworpen met behulp waarvan de talige aspecten van alle lessen die op school worden verzorgd, meer nadruk krijgen. De methode Diataal zal een prominente plek gaan innemen in de school, zulks voorafgegaan door informatie aan de docenten tijdens een conferentiedag en door taaltests waaraan zij allen zullen worden onderworpen. In de TTO-afdeling zijn twee CLIL-docenten (Content and Language Integrated Learning) aangesteld die in feite hetzelfde doen in de hun afdeling wat de taalcoördinatoren zich voorstellen te gaan doen in de hele school. Tenslotte zij vermeld, dat in toenemende mate op school gepoogd wordt de zesjescultuur blijvend te doorbreken. Het schooljaar 2012-2013 staat in het teken van Dalton 2.0: een zelf ontworpen aanduiding van het revitaliseren van de daltonuitgangspunten en –werkwijze. In de praktijk betekent dit dat na een aantal werkvergaderingen met het gehele docententeam is afgesproken een scheiding aan te brengen tussen taak- en huiswerk en niet langer de leer- en lesstof geïntegreerd aan te bieden. Daardoor is de dynamiek van de lessen verhoogd (het is nu veel duidelijker wat het tempo en het leertraject is in de lessencyclus) en wat de taken inhouden, die naast die lessen worden gemaakt. De effectiviteit van de lessen is in aanzienlijke mate toegenomen en opent de mogelijkheden om – in een volgende fase – met gedifferentieerde taken te gaan werken. Het Integraal Personeel Beleidsplan is in 2012 herzien en aangevuld met een explicieter nascholings- en professionaliseringsprogramma. In het schooljaar 2012-2013 is een start gemaakt met het project Masterclass: met vier andere scholen wordt een hoogwaardig programma dat bestaat uit drie volle dagen aangeboden op het gebied van Politics, Humanities, Science en Arts and Literature. Leerlingen van vier scholen komen samen onder aansturing van vier groepen van docenten van die scholen om zich tijdens een rijk en gevarieerd geprogrammeerde dag bezig te houden met onderwerpen uit de vier domeinen. De Masterclass staat op een hoog niveau van kennis en praktijk. De Masterclass is bedoeld voor geselecteerde leerlingen uit 5-vwo. Daarnaast lopen de programma’s voor de verschillende Olympiades door, zowel als de LAPP-top en PreUniversity programma’s. De bekwaamheidsdossiers zijn op orde gebracht, door tijdens de (twee) functioneringsgesprekken per jaar met alle docenten, expliciet te spreken over de nascholingsprogramma’s die al doorlopen zijn en over de aanzetten om die leerlijnen verder te trekken. Er is geïnventariseerd welke diploma’s en certificaten (ten onrechte) ontbraken in de personeelsdossiers en die zijn op orde gebracht. 15
Praktijkschool De Einder Om leerlingen optimale kansen op doorstroom richting MBO onderwijs te bieden is er binnen de school naast een speciale doorstroomklas ook een zgn. Peijnenburgklas opgericht. In de 2e klas krijgen leerlingen, waarvan in eerste aanleg niet de potentie erkend werd, toch de kans zich via veel inzet en extra begeleiding (van een speciale docent) alsnog te kwalificeren voor een MBO opleiding. Verder heeft de school inmiddels de arbeidsmarkt kwalificerende assistenten opleiding in eigen huis (examen samen ROC). Via deze weg kunnen de leerlingen een Praktijkschooldiploma behalen, waardoor zij aantoonbare werknemerskwaliteiten bezitten en daardoor meer kansen op de arbeidsmarkt hebben. Alle docenten/praktijkleermeesters krijgen de kans gebruikt te maken van een op maat scholingsaanbod (Variva, Fontys, HHS) In begin 2012 heeft de Einder haar eigen Kansen Werk Centrum opgericht, waarbinnen alle 3e klas leerlingen de kans krijgen zich optimaal voor te bereiden op een zinvolle baan binnen de maatschappij.
Gymnasium Haganum De school beoordeelt zichzelf niet in vergelijking tot het vwo in het algemeen maar in relatie tot de andere categorale gymnasia. Zij zijn verenigd in de Stichting Het Zelfstandige Gymnasium. Al sinds de jaren zeventig worden statistieken bijgehouden van de resultaten. Daar waar het Haganum beter scoort dan het gemiddelde wil de school dit vasthouden, daar waar de school hetzelfde scoort wil de school naar 0,2 punten boven het gemiddelde. De school werkt een nieuw besluit uit waarin de klassieke talen voor de school ook als kernvakken gedefinieerd worden. Voor de klassieke talen wil de school in elk geval scoren op het gemiddelde van de zelfstandige gymnasia. In examenjaar 2010 was de deelname aan N-profielen 58%. Gemiddeld over de examenjaren 2006-2010 was het 60%. Die 60% willen de school vasthouden. De regeling prestatiebox is niet nodig geweest om de school aan te moedigen tot het bieden van een breed pakket. Dat staat in missie en visie van de school. In het kader daarvan heeft de school in de onderbouw het vak ‘cultuurbeschouwing’ ingevoerd, o.a. om vorm te geven aan de actieve pluriformiteit van het openbaar onderwijs. In dat kader is ook het vak drama toegevoegd aan de kunstvakken. De cultuurcoördinator heeft opdracht gekregen om meer handen en voeten te geven aan de profilering als school met aandacht voor cultuur. Dit heeft geleid tot een uitgebreid en zich nog uitbreidend aanbod aan culturele activiteiten. Leerlingen worden gestimuleerd extra vakken te kiezen bovenop het verplichte curriculum en daar wordt ruim gebruik van gemaakt. 16
De begeleiding van leerlingen is meer opbrengstgericht ingericht. Leerlingen worden steeds meer begeleid volgens een PDCA-cyclus met SMART geformuleerde handelingsplannen. Voor leerlingen met huiselijke omstandigheden die het maken van huiswerk niet bevordert is een pilot gestart van een ‘huiskamerproject’. Leerlingen kunnen na school op school onder toezicht (niet onder begeleiding) aan hun huiswerk werken. In de leerjaren 1, 2 en wordt de leerlingen de Cito-Vastoetsen afgenomen. Deze toetsen bepalen in een landelijk referentiekader het niveau van de kernvakken. Met de sectieleiders is gesproken over de resultaten en een daarop aansluitende aanpak. Er is geen winst te behalen bij het verbeteren van de examenprestaties van de 20% beste leerlingen. De aandacht moet gaan naar de tweede 20%. De school streeft ernaar begaafdheidsprofielschool te worden. Daartoe is een werkgroep hoogbegaafdheid in het leven geroepen. Twee leerjaarcoördinatoren en de coördinator burgerschap hebben een conferentie in Beieren (waar men verder is dan wij) bezocht. De aandacht voor hoogbegaafden is in de hogere leerjaren al uitgekristalliseerd in deelname aan Pre-University College, LappTop, Junior-TU Delft, Olympiades, MUN, ERK-taalexamens. Dit jaar zijn daar nog de masterclasses van VO Haaglanden aan toegevoegd. De aandacht moet nu gericht worden op de lagere klassen. Voor wat betreft het personeel is de school overgestapt naar een nieuw (digitaal) instrument voor het monitoren van de gesprekkencyclus en het opbouwen van een bekwaamheidsdossier. In het oude instrument was dat niet mogelijk. Begeleidingsgesprekken worden gevoerd door leraarbegeleiders, functioneringsgesprekken door leerjaarcoördinatoren/afdelingsleiders en beoordelingsgesprekken door de rector.
Haags Montessori Lyceum Binnen het Haags Montessori Lyceum zijn in 2012 extra reken- en taallessen ingevoerd voor de leerlingen die dat nodig hebben. Er is in 2012 ook gewerkt aan vakoverstijgende projecten in de brugklas met als doel de taalvaardigheid te vergroten. In 5 vwo is het project Vrede & Recht uitgevoerd waarbij Engels de voertaal was. Om systematisch te werken aan de maximalisering van de prestaties zijn vakwerkplannen gemaakt. Ook zijn in 2012 Cito-Vas toetsen afgenomen en geanalyseerd in klas 2 en klas 3. De taal- en rekencoördinatoren hebben in 2012 verbeteringen aangebracht in de werkkaarten voor dyslectische leerlingen. Ook de examenleiding werkt intensief aan het aanbieden van benodigde faciliteiten voor dyslectische leerlingen. Er is ook uitbreiding van het aantal keuze-uren in de middag voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. In samenwerking met een aantal andere scholen van VO Haaglanden is in 2012 gestart met de ontwikkeling van een masterclass cyclus voor 5 vwo-leerlingen. De sectie Klassieke Talen heeft in 2012 een grotere plek gekregen door de start van het vak Latijn in klas 2, deels gekoppeld aan een kunstprogramma. 17
Ambities en initiatieven van leerlingen worden ook ondersteund door o.a.: - Oefenruimte muziek - Musicalregie door leerlingen - Sport-, kunst- en theaterklas - Science in keuze-uren Voor docenten zijn er jaarlijkse POP-gesprekken. Er is een uitgebreid traject voor nieuwe docenten. Uitwisseling van docenten wordt gestimuleerd door o.a. een intervisiegroep rondom activerende didactiek en havodidactiek. Ook voor schoolleiders zijn er trainingen.
Johan de Witt Scholengroep De school heeft in 2012 de leerprocessen binnen de school verbeterd. Via een zogenaamd RTTI systeem wordt binnen de school zicht genereerd op de leerontwikkeling van iedere leerling en daarmee een optimale en heldere diagnose naar leerlingen, collega’s en ouders gegeven. RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en werkt binnen de school als motor voor onderwijsontwikkeling. De opbouw van RTTI is: R = Reproductie, het stampwerk, T1 = Toepassen in een bekende situatie, T2 = Toepassen in een nieuwe situatie, I = Inzicht, kritische reflectie, verbanden en wetmatigheden aanbrengen. De school werkt hierdoor opbrengstgericht volgens een vaste procedure. In het schooljaar 2012/2013 zijn alle docenten hierin geschoold. Leerlingen worden binnen de school uitgedaagd door een extra vak te volgen in de mavo en de havo-afdeling. Ze doen ook examen in dat extra vak als het niveau voldoende is. Alle docenten hebben 2x per jaar een gesprek met de leidinggevende: een startgesprek en een evaluatiegesprek. Alle beginnende docenten hebben een buddy en ontvangen coaching van leidinggevende en coördinator. Ook schoolleiders volgen trainingen.
Maris College De prestaties op de kernvakken worden binnen de secties, binnen de locaties en binnen de schoolleiding nauwlettend gevolgd. Verbeterplannen zijn daar waar nodig binnen secties en locaties ingezet. In het schooljaar 2012-2013 is door middel van het Technasium Belgisch Park vooruitgang geboekt m.b.t. het realiseren van een hoger percentage leerlingen dat doorstroomt naar de sector techniek. Opbrengsten en rendement worden in toenemende mate geanalyseerd, zowel binnen secties, als binnen teams en binnen locaties. Docenten worden actief bij deze analyse betrokken en krijgen een grote stem in de oplossingsrichting die wordt gekozen. Daarbij is in 2012 veelvuldig gebruik gemaakt van de “train de trainer”-werkwijze: een werkgroep van docenten werkt gezamenlijk zaken uit om de uitkomsten vervolgens in de eigen sectie of het eigen team in te brengen. De PDCA-cyclus wordt daarbij als methodiek gehanteerd. Uit de analyse van opbrengsten en rendement is gekomen dat binnen de school vooral de determinatie in het tweede leerjaar vmbo en het derde leerjaar van het havo/vwo 18
verbetering behoeft. Naar het zich laat aanzien wordt te vaak aan leerlingen het voordeel van de twijfel gegeven om door te stromen naar het hogere niveau van onderwijs. Opbrengsten en rendement komen daardoor onder druk te staan. Toetsing volgens de RTTImethodiek wordt als een oplossing gezien om de (cognitieve) verschillen tussen leerlingen beter te signaleren en daardoor de determinatie in de onderbouw te kunnen verbeteren. Een schoolbrede werkgroep van docenten heeft zich in het schooljaar 2012-2013 in de RTTImethodiek verdiept. In het kader van het excellente onderwijs zijn op het Maris College in 2012-2013 diverse initiatieven ontplooid. De locatie Belgisch Park heeft in het schooljaar 2012-2013 het predicaat Technasium verworven. Bij de locatie Houtrust is in 2012 gestart met de voorbereiding van de invoering van een tweetalig VMBO als een aparte TL-stroom. De locatie Statenkwartier is gestart met een onderzoek om het concept van het vakcollege techniek over te planten naar het intersectorale programma management & hospitality. Er zijn er ook tegenslagen: de ontwikkeling van een excellentieprogramma in Bink36 voor de afdeling grafimedia is in 2012 helaas afgeblazen. Er zijn ook initiatieven genomen om de lerende cultuur van docenten en schoolleiders te vergroten. De Maris Academie (docenten leren van en door elkaar) is met succes binnen de locatie Bohemen uitgeprobeerd en zal in schooljaar 2013-2014 over alle locaties van het Maris College worden uitgerold. De gesprekscyclus wordt conform de ambitie uitgevoerd. (Beginnende) docenten worden – indien gewenst – begeleid en gecoacht. Het Maris College is toegetreden tot de Opleidingsschool Haaglanden. Voor teamleiders is in 2012-2013 een separaat ontwikkelingstraject gerealiseerd.
Maerlant-Lyceum De school werkt opbrengstgericht. Daartoe verzamelt de school o.a. een groot aantal gegevens met betrekking tot de geprogrammeerde en gerealiseerde onderwijstijd, de zorg en begeleiding van leerlingen, het didactisch en pedagogisch handelen en het klassenklimaat. In de onderbouw zijn methoden-onafhankelijke toetsen (Cito-Vas-toetsen) ingevoerd om te komen tot vaststelling van het (relatieve) niveau van de leerlingenpopulatie en het in kaart brengen van het onderwijsrendement in de onderbouw. In de examenklassen vinden bij-spijkerprogramma’s plaats voor leerlingen die deelname hieraan nodig achten. Bij de profielwerkstukken bestaat bij een aantal vakken de mogelijkheid deze uit te werken tot op semi-wetenschappelijk niveau. Aan de top 20% van de leerlingen in het vwo worden, in samenwerking met andere scholen binnen VO Haaglanden, masterclasses aangeboden. Leerlingen die dat willen worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan internationale samenwerkingen, debating-wedstrijden, scheikunde- en aardrijkskunde-olympiade, culturele interscholaire, junior MED-school EUR, activiteiten JETNET enzovoorts. Het is voor meer leerlingen in 2012 mogelijk gemaakt om in de bovenbouw een extra vak te kiezen Voor wat betreft het personeel gaat de school dor op de ingeslagen weg betreffende de gesprekscyclus. Bij die gesprekscyclus speelt een 360-graden-feedback een grote rol. Met ingang van het schooljaar 2012/2013 zijn bij de 360-graden-feedback ook leerlingenenquêtes betrokken. 19
Segbroek College Binnen de school is voor wat betreft het rekenbeleid vaksectie wiskunde leidend in afstemming met andere vakken als economie, natuurkunde, scheikunde, biologie. Er zijn ondersteuningsprogramma’s voor leerlingen van 3mavo, 4havo en 5vwo. In 2012 zijn Cito-Vastoetsen ingevoerd voor de kernvakken in jaar 1. Uitbreiding naar jaar 2 volgt in het komend schooljaar. Schoolbreed is er op het Segbroek College verbreding en verdieping in het onderwijsproces (o.a. nieuwe lessentabel bovenbouw vwo, zevende vak voor mavo-4). Speciaal voor vwo is er een lidmaatschap WON (focus op onderzoek en wetenschap), met in 2012-2013 training van een groep van ca. 20 docenten. Voor bovenbouw havo en vwo is er een China reis. Met mogelijke uitbouw naar facultatieve lessen Chinees. De bovenbouw vwo neemt deel aan het HISPARC-netwerk (bèta excellent). Bij de lerende cultuur in de school gaat het niet alleen om het leren van leerlingen maar ook van docenten en schoolleiders. Op dit vlak zijn in 2012 binnen de school de volgende zaken in gang gezet: doorstart van de gesprekscyclus voor OOP en OP; scholing van de leerjaarcoördinatoren en direct leidinggevenden van het OOP invoering 360 graden feedback voor alle leden van het MT invoering van PEP talks, georganiseerd door en voor docenten met thema's als feedback geven, omgaan met verschillen, mindfullness etc. werkgroep scholing: heeft als opdracht een scholingsplan op te stellen dat recht doet aan het schoolplan 2012-2016, dat rekening houdt met verschillen tussen docenten/medewerkers en met de verschillende terreinen van ontwikkeling: van de persoon zelf, de persoon in vak en beroep, van de persoon in de organisatie "Secties onder de loep": start van een meerjarige cyclus voor alle secties op basis van een vakwerkplan dat meer is dan een beschrijving van de bestaande situatie (ontwikkelingsgericht, resultaatgericht, onderzoekend). De start voor elke sectie bestaat uit een tweedaagse, in te vullen door de sectie in overleg met de directie. In 2012-2013 hebben de secties aardrijkskunde, Engels en LO deelgenomen. In 20132014 in ieder geval de secties Nederlands, wiskunde en muziek introductie van de iPad als middel tot anders leren. In voorbereiding tot introductie van de tablet in de klas: samen ontdekken en samen leren, docenten geven cursussen aan docenten op individueel niveau naar aanleiding van voortgangsgesprekken start van verschillende opleidingen bij Open Universiteit, TIAS, NSO
20
Leerplusmiddelen 2012 In het kader van het Leerplusarrangement VO wordt voor leerlingen die komen uit Achterstand Postcodegebieden (APC) aan scholen – mits zij boven een bepaald percentage APC-leerlingen hebben - bedragen verstrekt ten behoeve van de vermindering van voortijdig schoolverlaten, het leveren van meer maatwerk aan leerlingen en het maximaliseren van de schoolprestatie. Het beschikbare bedrag in 2012 bedroeg € 2,7 mln., in 2011 was dit nog € 3,2 mln. In het kalenderjaar 2012 ontvingen van de Stichting VO Haaglanden de volgende scholen leerplusmiddelen: Atlas Onderwijsgroep (de Rijswijkse vestiging), het Maris College, het Segbroek College, De Einder en de Johan de Witt Scholengroep. Ondanks het feit dat het hier incidenteel geld betreft, hebben de genoemde scholen uitstekend kunnen inzetten ten behoeve van de achterstandsleerlingen. De Stichting VO Haaglanden betreurt het dan ook ten zeerste dat na de wijziging in 2009 in toekenning van het budget er al sprake was van een flinke afname van de gelden. Ook voor de komende jaren op de leerplusmiddelen voor deze scholen verder stevig zal worden bezuinigd (vanaf 2012 is het bekostigingsbedrag 16% lager), waardoor de extra inzet voor de groep leerlingen die een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken, sterk zal worden teruggebracht. De Atlas Onderwijsgroep besteedt naast de inzet van extra lessen voor Nederlands, algemene ontwikkeling en rekenen, de extra middelen o.a. aan de inzet van counselors, remedial teaching, mentoraat en huiswerkbegeleiding. De klassen zijn relatief klein. Praktijkschool De Einder volgt nauwgezet de vorderingen van de leerlingen. De leerplusmiddelen zijn o.a. ingezet in klassen waarin extra veel tijd wordt besteed aan training en begeleiding (doorstroomklas, Peijnenburgklas) en wordt leerlingen de kans geboden om uiteindelijk door te stromen naar niveau 1 en 2 van het MBO. De Johan de Witt Scholengroep richt zich op versterking van het taalbeleid, vooral gericht op leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Het Maris College heeft o.a. taalbeleid als een van de prioriteiten. Op iedere locatie is een taalcoördinator aangesteld. Naast taal besteedt de school veel tijd aan extra rekenen. Docenten in de reken gerelateerde vakken worden extra ondersteund. Leerlingen wordt middels het aanvullende lesprogramma Flex de gelegenheid geboden hun talent te ontdekken en verder te ontplooien. Het Segbroek College heeft de gelden o.a. ingezet t.b.v. extra lessen Nederlands en rekenen. Daarnaast heeft de school een protocol ontwikkeld voor dyslectische leerlingen en leerlingen met dyscalculie. Het docententeam is verder geprofessionaliseerd. In 2013 zullen de middelen nog verder afnemen door de wijziging in de aangewezen postcodes. In Den Haag zijn twee postcodes toegevoegd aan de APC monitor en twee postcodes zijn er komen te vervallen. Deze wijziging betekent dat – naast de korting van 16% van het vergoedingsbedrag ten opzichte van 2011 - er door deze verschuiving in postcodes de scholen van de stichting er nog een korting plaatsvindt van 0,4 mln. euro. 21
Doorontwikkeling praktijkonderwijs In november 2006 is de regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs bekrachtigd. Bedragen worden verstrekt om deel te nemen in netwerken waarin scholen samenwerken om de kwaliteit van het praktijkonderwijs te verbeteren en een goede overdracht van leerlingen naar de arbeidsmarkt te bevorderen met arbeidsmarktinstanties, gemeenten, werkgevers en werknemersorganisaties. Het beschikbare bedrag bedroeg in 2012 in totaal € 27.500
Praktijkschool de Einder bijdrage € 15.050 1. Ontwikkeling kwaliteitszorg via stimulans. Onderhouden integraal personeelsbeleid gericht op optimaal functioneren binnen gezonde en veilige werkomgeving. Alsmede verhogen kwaliteit onderwijs- en professionaliteit administratieve systemen. Stand van zaken: De Einder werkt inmiddels met de kwaliteitscyclus van magister. In schooljaar 2012-2013 heeft de Einder reeds voor het 4e jaar een groeiklas waarbinnen aangemelde brugklas leerlingen met ZMOK indicatie binnen maximaal 1 jaar worden voorbereid op plaatsing in reguliere 2e klas. Ook heeft de Einder inmiddels de beschikking over een eigen Kansen Werk Centrum waarbinnen 3 e klas leerlingen optimaal op hun stages worden voorbereid. 2. Ontwikkelen en onderhouden Praktijkschool diploma en optimaliseren en invoeren van individuele ontwikkelingsplannen voor leerlingen o.a. via netwerken met andere Praktijkscholen. Inmiddels ook binnen de gehele regio. Stand van zaken: Examenreglementen geoptimaliseerd. I.O.P.’s worden toegepast en praktisch getoetst. Binnen netwerken worden andere praktijkscholen binnen regio vertrouwd gemaakt en gecoacht in het opzetten van systeem rond praktijkschool diploma. Er zijn inmiddels vergaande plannen om het praktijkschooldiploma landelijk in te voeren. 3. Opzetten AKA opleiding i.s.m. ROC Mondriaan o.a. via netwerken en werkgroepen. Stand van zaken: AKA opleiding is geoptimaliseerd. Naast milieumedewerker, stukadoor zijn ook uiterlijke verzorging en beveiliging toegevoegd. Verder is de Einder hard op weg een convenant met diverse zorginstellingen af te sluiten m.b.t. niveau 1 banen in de zorg, vanuit het principe dat voorkeur van de leerlingen belangrijk is.
Johan de Witt Scholengroep, locatie Capadosestraat (praktijkschool) bijdrage € 12.450 Het Johan de Witt wil leerlingen stimuleren om het maximale uit zichzelf te halen. Dit betekent dat leerlingen taakgericht aan het werk zijn op afwisselende werkplekken die onderdeel uitmaken van een multifunctioneel leerplein dat gericht is op een sector. De 22
leerpleinen zijn voorzien van werkplekken die de leerlingen in carrouselvorm kunnen bezoeken. Door middel van deze contextrijke leerpleinen wordt er aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de leerlingen op weg naar hun toekomstige beroepspraktijk en/of vervolgstudie. Vorig schooljaar is er gekozen voor een activerende, pedagogisch didactische aanpak, op weg naar meer onderwijskundige samenhang. Dat vereist een andere professionele houding en meer bekwaamheden op het gebied van plein-/klassenmanagement (GIP), differentiatie en coachen van de docenten die dit ‘werkplekleren‘ begeleiden. Dit schooljaar is de school hier intensiever mee verder gegaan. Op de eerste dinsdag van de maand wordt een bovengenoemd onderdeel besproken en middels collegiale consultatie gaan de docenten bij elkaar in de klas kijken. Er wordt naar elkaar toe feedback gegeven en bij de volgende bijeenkomst worden de bevindingen aan elkaar gepresenteerd. De ingezette ontwikkeling is in de theorie lessen te zien en ook op de pleinen. Pleinverantwoordelijkheid, inhoudelijke (vak)ontwikkeling in relatie met taal De grondgedachte is dat iedere docent een taaldocent is die in de taalbehoefte van de leerling moet kunnen voorzien. De pleinverantwoordelijk docenten hebben in 2012 drie studiemiddagen gehad rond het begrip vaktaal. Tijdens deze studiemiddagen is een methodiek ontwikkeld om hiermee aan de gang te gaan op de pleinen. Dit schooljaar is men hiermee aan de gang gegaan. Binnen het praktijkonderwijs wordt er gewerkt met studiewijzers. Voor vijf periodes van ongeveer acht weken is de lesstof helemaal uitgeschreven. Ook het huiswerk staat in deze studiewijzer beschreven. Leerlingen weten zo ver van te voren hoe de periodes er uit zien. Elke periode wordt afgesloten met een toets week. De toetsen handelen over de afgelopen periode. In navolging van het vmbo is er ook met de RTTI methodiek gewerkt. Met RTTI wordt binnen de organisatie het leerpotentieel optimaal benut. RTTI is een middel om scherp en transparant de vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen te brengen. RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en werkt binnen de school als motor voor de onderwijsontwikkeling. Toetsen als tastbaar begin en eindpunt van het leerproces die na analyseren diagnose opleveren voor zowel school, sectie, team, docent leerling en mentor. RTTI genereert zicht op de leerontwikkeling van iedere leerling Een optimale en heldere diagnose naar leerlingen, collega’s en ouders. Een doorlopende leerlijn die behalve vak inhoud ook de cognitieve niveaus in kaart brengt Effectieve lessen Gemotiveerde leerlingen Een betere doorstroom De juiste leerling op de juiste plaats De rekenmodule RTTI geeft op leerling niveau feedback op het leerproces van de leerling en zijn cognitieve ontwikkeling, maar ook de affectieve ontwikkeling heeft hierin zijn plaats via een scoren op de indicatoren OMZA. 23
OMZA staat voor: Organisatie vermogen Meedoen Zelfvertrouwen Autonomie De acties die hieruit volgen komen in het handelingsplan van de leerling.
ITTA In de maand november is er door het bureau ITTA een taal scan uitgevoerd onder het personeel van het Johan de Witt. Met de gegevens die het ITTA heeft gepresenteerd aan de directie zal voor individuen of groepen een scholing Nederlands worden geboden. HCO Ook is in 2012 een ICT scan afgenomen door het HCO (Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding). Aan de hand van de resultaten zullen de docenten een scholing aangeboden krijgen op het gebied waar de behoefte ligt
24
Innovatie impuls onderwijs Het onderwijs staat voor een grote uitdaging: hoe handhaven we de kwaliteit en zorgen we dat de werkdruk niet toeneemt wanneer een groot aantal leraren als gevolg van de vergrijzing het onderwijs verlaat. Als ondersteuning heeft het ministerie OCW voor de jaren 2009-2014 een bedrag beschikbaar gesteld om de schoolorganisatie op innovatieve wijze klaar te stomen. Het beschikbare bedrag bedroeg in 2012 € 20.000. Johan de Witt Scholengroep, locatie Zusterstraat De school heeft een subsidieaanvraag ingediend om videolessen te kunnen ontwikkelen. De school heeft een beperkt aantal leerlingen en wil door gezamenlijk met andere scholen de niet-rendabele vakken te verzorgen, leerlingen de mogelijkheid bieden te voldoen aan hun individuele behoeften, via het VDL-concept. Doelstellingen van het project: 1. Als experimenteerschool starten met het vak NLT voor leerjaar 4 havo/vwo; 2. Als controle school starten met de ondersteuning van grote vakken als bv. biologie; 3. Vakkenaanbod voor de leerlingen in de bovenbouw op peil houden door efficiencyverbetering in lesuitvoering (delen van docenten tussen scholen in de regio); 4. Onderzoeken of het mogelijk is om (samen met andere scholen) het vakkenaanbod verder uit te breiden; 5. Docenten verder te professionaliseren met als zwaartepunten onderwijsontwerp, arrangeren, samenwerken, onderzoek in de school, integratie ICT. 6. Management professionalisering op thema’s verandermanagement, integratie ICT en samenwerkingsmodellen regionaal ( mogelijkheden van strategische samenwerking zoeken). In 2012 is het lesmateriaal verder uitgewerkt. Het vak wiskunde D kan dankzij dit project aan de vwo-leerlingen worden aangeboden als aanvulling op hun eigen profiel als extra vak. De vijf vwo-leerlingen krijgen al hun lessen van een vakdocent van Stad & Esch. Hierbij wordt apparatuur gebruikt waarvoor het in eerste instantie bedoeld is. Een klein klasje en geen docent, op deze manier kunnen de leerlingen toch het vak volgen. Ook scholing in natuurkunde vindt op deze manier plaats. De vakken hebben hun plek gekregen binnen de ELO van het Johan de Witt. Er is een vast videolokaal gerealiseerd met volledige video-conference-apparatuur. Deze is direct benaderbaar vanuit alle deelnemende scholen. Na ieder onderwerp van zes lessen volgt een toets. Deze wordt besproken en begeleid door de Universiteit Twente.
25
Inzet additionele subsidies gemeente Den Haag in 2012 Onderwijsbeleid In het kader van de Haagse Educatie Agenda (HEA) kunnen scholen subsidies aanvragen. In de HEA zijn ambities geformuleerd die zijn uitgewerkt in thema’s. Voor het voortgezet onderwijs zijn de volgende thema’s voor de gemeente en schoolbesturen vastgesteld. Stadsbreed: geen zwakke scholen meer; actieve ouders; sterk internationaal profiel. 12-18 jarigen: de brede functie van scholen voor voortgezet onderwijs; excellente prestaties; zorg voor leerlingen. De scholen kunnen aanvragen indienen op deze thema’s. De scholen van VO Haaglanden hebben projectplannen ingediend op bovengenoemde thema’s en hebben voor dit doel in 2012 een bedrag van € 2,1 mln. toegewezen gekregen. Hieronder treft u een aantal projecten die in 2012 bij de scholen zijn uitgevoerd.
Verlengde schooldag Dalton Den Haag (bijdrage gemeente Den Haag € 27.200) In het kader van de verlengde schooldag, heeft Dalton Den Haag een zestal medewerkers ingezet voor extra werkzaamheden. Het betreft hier medewerkers, die - na afloop van de schooldag, maar ook incidenteel ’s avonds, in weekends en in vakanties - leerlingen hebben begeleid op een drietal terreinen: Muziek: structureel gelegenheid geven aan een aantal (school)bands tot het oefenen en maken van muziek, uiteindelijk uitmondend in de opname van een CD, in het eigen muzieklokaal en onze (opname)studio. Een en ander ook onder begeleiding van muziekstudenten van Codarts, Rotterdam. Periode: gehele jaar. Film: na een presentatie en workshops door CKVideo, leerlingen in groepjes de gelegenheid geven tot het maken van een eigen film. Vervolgens deelname aan het Daltonfilmfestival en (de beste inzendingen) aan het Nederlands Film Festival voor scholieren in Almere. Periode: start voorjaar, afronding najaar. Toneel: repeteren (door leerlingen en een oudleerling, studerend aan de toneelschool) en deelname aan het Haags eenakter festival voor scholieren, begeleid en mede georganiseerd door jeugdtheaterschool Rabarber. Start en voorbereiding najaar 2012, uitvoering in 2013.
Doelstelling Het faciliteren en vergroten van de mogelijkheden voor leerlingen om onder toezicht en met hulp van specialisten (semi)professioneel bezig te zijn met hun culturele ontwikkeling op gebied van muziek, film en toneel. 26
Zomerschool Johan de Witt Scholengroep (bijdrage gemeente Den Haag € 40.600)
Het programma zomer 2012 was gericht op de leerlingen van locatie Zusterstraat die zijn blijven zitten Leerlingen die zijn blijven zitten in schooljaar 2011-2012 kregen tijdens de zomerschool een laatste kans om toch te over te kunnen naar het volgende leerjaar. Deze leerlingen werkten gedurende de zomerschool aan een taak gericht op de bestaande hiaten. Aan het einde van de zomerschool is er een toets afgenomen. Indien het programma met een voldoende werd afgerond, mocht de betreffende leerling schooljaar 2012-2013 starten in het volgende leerjaar.
Programma leerlingen VO met achterstanden op het gebied van Nederlands, Engels, rekenen en/of wiskunde Deze leerlingen kregen gedurende de zomerschool extra lessen Nederlands, Engels en/of rekenen/wiskunde, om zo de aanwezige achterstanden (deels) te kunnen inlopen. Deze leerlingen zijn het nieuwe schooljaar gestart met een kleinere achterstand.
Leerlingen van locatie Hooftskade die schooljaar 2012-2013 doorstromen naar locatie Zusterstraat Deze leerlingen kregen gedurende de zomerschool extra lessen Nederlands, Engels en/of rekenen/wiskunde. Daarnaast is er aandacht besteedt aan burgerschap. Zo zijn deze leerlingen optimaal voorbereid op de overgang van locatie Hooftskade naar locatie Zusterstraat. Volwassenen In voorgaande jaren konden volwassenen uit de buurt tijdens de zomerschool coupeuse- en ICT-lessen volgen. Ook dit jaar zijn er weer coupeuse- en ICT-lessen aangeboden. De focus lag voornamelijk op de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen. Daarnaast zijn ook, waar nodig, alle andere schoolvakken aangeboden. Voor volwassen zijn er coupeuse- en ICT lessen aangeboden. Het Johan de Witt ziet als haar belangrijkste taak: onderwijs geven en cognitieve doelen behalen. Dit is ook de belangrijkste taak van de brede school. Door de aanpak in de brede schoolsystematiek kan de school steeds meer leerlingen uit het voortgezet en primair onderwijs , maar ook ouders en volwassenen (meer) onderwijstijd bieden en daarmee de ambities van mensen in de wijken waar het Johan de Witt functioneert helpen bereiken. Uit de opbrengsten van afgelopen zomerschool blijkt dat dit werkt!
27
First Lego League Maerlant-Lyceum (bijdrage gemeente Den Haag € 2.500) Op zaterdag 28 januari 2012 heeft het First Lego League Team van het Maerlant-Lyceum deelgenomen aan de Benelux finale van de First Lego League. Dit jaar was het thema “Food factor” . Het team van het Maerlant-Lyceum was een van de 46 beste teams van de ruim 365 teams die verspreid over de Benelux aan de wedstrijden hebben deelgenomen. Tijdens de finale die plaats vond op de Technische Universiteit Eindhoven behaalde het team van het Maerlant-Lyceum een prachtige tweede plaats. Deze tweede plaats geeft de school het recht deel te nemen aan de wereldfinale in St. Louis, in Amerika. De wereldfinale heeft plaats gevonden op 26, 27 en 28 april 2012. Aan de finale nemen maximaal 84 teams deel. Bij deze wereldwijde wedstrijd voor leerlingen van 9 tot 14 jaar draait het om het ontwerpen en bouwen van de beste robot van Lego. De finale vindt eind april plaats in St.Louis in de VS. Wethouder Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Dienstverlening) verraste de Haagse finalisten met een bijdrage van 2.500 euro voor de reis naar de VS. Maerlant-Robotica
"De FIRST Lego League stimuleert jongeren bezig te zijn met techniek. De samenleving heeft grote behoefte aan technisch talent.
Tweetalig onderwijs (TTO) vmbo Maris College (bijdrage gemeente Den Haag € 50.000) Omdat de invoering van TTO geen simpele zaak is, is TTO in schooljaren 2011 – 2012 en 2012 – 2013 voorbereid. Deze voorbereiding is gedaan door het toekomstig TTO-team, onder leiding van de coördinator TTO. Na de start in 2013 duurt het vier jaar voordat TTO is uitgegroeid naar een volledige opleiding. Daarnaast duurt het enige jaren voordat de school in aanmerking kan komen voor de certificering van het Europees Platform. Invoering vindt plaats in schooljaar 2013-14 Taalbeleid Taalbeleid gericht op Nederlands is in de gehele school ingevoerd. Taalbeleid wordt door de TTO-voorbereidingsgroep gecombineerd met “taalbeleid Engels” om te voorkomen dat deze talen in de tweetalige afdeling los van elkaar komen te staan. Leerlingen In 2012 zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd met het doel de basisscholen te informeren over de mogelijkheden van TTO in de mavo. Deze bijeenkomsten werden – ondanks alle inspanningen om scholen uit te nodigen- niet goed bezocht. De coördinator heeft zich geïnformeerd over het programma “early bird”. Dit om een goede doorstroom vanuit het basisonderwijs mogelijk te maken. Het Maris ziet voor zich zelf een belangrijke rol bij de promotie van tweetalig vmbo in Den Haag. Er zijn diverse bijeenkomsten voor basisscholen georganiseerd en met staat open voor andere Haagse VMBO-scholen die de stap naar TTO willen maken.
28
Het vak Engels en andere vakken Het invoeren van TTO is geen kleinigheid. Voor docenten die geen Engels geven is de beheersing van het taalniveau B2 van het Europees Referentiekader minimaal vereist voor alle deelvaardigheden . In een TTO-afdeling worden extra uren Engels aangeboden bovenop het aantal dat volgens het curriculum gebruikelijk is. Deze extra uren worden gebruikt voor verdieping of verbreding van de lesstof. Scholen kunnen er voor kiezen hun leerlingen een internationaal erkend certificaat te laten behalen voor de extra taal. Daarbij is er voor Engels een keuzemogelijkheid tussen VTO Cambridge en VTO Anglia. De meeste VMBO-scholen met tweetalig onderwijs kiezen voor het Anglia-programma. In 2012 hebben de docenten hun eerste Anglia examens gedaan. De meeste docenten hebben gekozen voor het vereiste niveau B-2. Na het behalen van het niveau B-2 gaan de docenten door voor het niveau C-1. TTO en internationalisering. Een belangrijk onderdeel van TTO is de internationalisering. Voorbereiding en start met Internationalisering (bijvoorbeeld e-twinning) o.a. door deelname aan relevante studiedagen en bijeenkomsten georganiseerd door het Europees Platform. De activiteiten en projecten voorbereiden en invoeren. Er wordt binnen de school samen gewerkt met de werkgroep projecten. 11 januari 2012 neemt de eerste docent deel aan een training “Een tien voor Europa”. Dit project wordt georganiseerd door het Europees Parlement. Als de keuze definitief op dit project valt zullen de alle betrokken leden van de projectgroep deel nemen aan een studiedag van het Europees parlement. Schooljaar 2011-2012 werd voor het eerst gewerkt met het programma “een Tien voor Europa”. De eerste docente haalde haar certificaat en dit project werd in de gehele school doorgevoerd. En met succes. Vanuit de Tien voor Europaorganisatie werd een van de projectdagen bezocht. Men was dermate tevreden dat het Maris College gecertificeerd werd. Het project werd voor de leerlingen afgesloten met een reis naar Brussel. Jaarlijks wordt het succesvolle project “Tien voor Europa” herhaald waarbij de leerlingen in de TTO-afdeling gebruik zullen maken van het Engelstalige materiaal van deze methode. Relatie opbouwen met een eerste partnerschool in het buitenland: Wallasey School in Moreton, Wirral, Engeland. Samen opzoek gaan naar een tweede en mogelijk derde partnerschool. Het Maris College en de Wallaseyschool hebben afgesproken samen op zoek te gaan naar meer samenwerkingsmogelijkheden. Er wordt gesproken over het uitwisselen van leerlingen maar ook het gezamenlijk vinden van meerdere partnerscholen. Studiereis docenten naar Wallasey: Deze reis voor leerkrachten was een groot succes. Alleen of in groepjes van twee bezochten de leerkrachten – binnen hun normjaartaak - Wallaseyschool. Deze reis gaf de docenten behoorlijk inzicht in het Engelse schoolsysteem, verbeterde hun Engels omdat ze een week 29
lang alleen maar Engels moesten spreken, op Wallasey lessen gaven. Daarnaast gaf de reis hen inzicht in Engelse methodes e.d. Native speakers en taalassistentes Iedere TTO-school maakt (verplicht) gebruik van minimaal een native speaker. In 2012 is er een native speaker (wiskunde) aangenomen. Deze geeft schooljaar 2012-2013 wiskundeles op de vestiging Houtrust Het Europees Platform gaat er van uit dat taalassistenten een positieve bijdrage kunnen leveren aan de positie van talen in het onderwijs. Scholen voor voortgezet onderwijs kunnen een aanvraag indienen voor een taalassistent voor een schooljaar (tien maanden). Deze taalassistent is een student of afgestudeerde van een lerarenopleiding in de betreffende taal, die een beurs krijgt van het Europees Platform of een buitenlandse zusterinstelling. De taalassistent ondersteunt de taalsectie van de school bij verschillende activiteiten (12 tot 15 contacturen per week)
Veilige School Maris College (bijdrage gemeente Den Haag € 40.000) ‘Klein, veilig en kansrijk’, dat is de missie van het Maris College. Veiligheid voor iedereen in de school maakt een belangrijk onderdeel uit van het schoolbeleid. De school slaagt er steeds meer in om kleinschaligheid in de locaties gestalte te geven, door de inrichting van de gebouwen en de korte lijnen in de teams. Het leidt tot een veilig gevoel bij leerlingen én personeel en draagt bij aan betere schoolprestaties Veiligheid is geïncorporeerd in de gebouwen. Deze zijn intern gericht, met van de straat afgescheiden schoolpleinen. Daarmee wordt de onveiligheid van de buitenwereld tegengegaan. Leerlingen komen op school, plaatsen hun fietsen in de stalling op het schoolterrein – die op Belgisch Park, Houtrust en Bohemen beheerd wordt door medewerkers van Biessieklette – en gaan het gebouw binnen. Ze blijven op het schoolterrein tot hun lessen zijn afgelopen. Op de locaties Bohemen en Houtrust kunnen leerlingen hun pauzes buiten op de luie trap doorbrengen die op het zuiden ligt. Alle gebouwen hebben gezellige én gezonde kantines waar leerlingen tijdens hun pauzes verblijven. Er is geen noodzaak om buiten het schoolterrein te komen. Naast deze vorm van fysieke veiligheid hecht de school veel belang aan mentale en sociale veiligheid. Die wordt afgedwongen door heldere regels en gedragscodes. Iedereen op school behandelt iedereen met respect. Door sterke sociale controle wordt een veilige omgeving gecreëerd, waarin zowel leerlingen als medewerkers zich gekend en herkend weten. Leerlingen voelen dat de school van hen is, ze zijn er thuis en zijn er trots op. Zij zijn medebeheerders van de school en medeverantwoordelijk voor het gevoel van veiligheid. 30
Op Maris Bohemen is de conciërge opgeleid tot veiligheidscoördinator. Dit werpt inmiddels vruchten af en alle overige conciërges gaan dan ook eenzelfde opleiding laten volgen. Op alle locaties wordt nauw samengewerkt met de schoolwijkagenten. Wekelijks contact draagt bij aan het handhaven van de veiligheid in en rondom de schoolgebouwen. Een kleine overzichtelijke school geeft leerlingen een veilig gevoel. Dat verbetert de schoolprestaties en resulteert in betere kansen. Veiligheid is dus een belangrijke voorwaarde om het beste uit onze leerlingen te halen. Medewerkers van het Maris College onderschrijven het belang van die fysieke en sociale veiligheid voor alle ‘bewoners’ van de gebouwen en zijn daar dagelijks mee bezig. Met elkaar zorgen zij ervoor dat incidenten en calamiteiten worden voorkomen, en als zich toch iets voordoet zoeken zij naar goede en verantwoorde oplossingen. Betrokkenheid van de medewerkers is de sleutel tot veiligheid. Alle locaties van het Maris College onderhouden goede contacten met de in de directe omgeving gelegen organisaties, instellingen, bewonersverenigingen en winkels. Meer begrip voor elkaars omstandigheden resulteert in een veilige, rustige omgeving. Het Maris College kan alle vragen die staan in de Haagse Veiligheidskaart volmondig met ja beantwoorden. Inmiddels hebben alle vestigingen van het Maris College certificaat Veilige School ontvangen. De instrumenten om incidenten en calamiteiten te voorkomen: het bijhouden van een incidentenregistratie; opstellen/uitwerken van veiligheidsbeleid gericht op preventie; opleiden van de conciërges tot veiligheidscoördinatoren; afspraken vastgelegd in een incidenten - of pestprotocol; aanpassingen in het schoolgebouw; thema veiligheid opnemen in het leerstofaanbod; peilen van veiligheidsbeleving bij leerlingen en personeel; scholing voor personeel op veiligheidsgebied; meedoen aan een project op dit terrein; opstellen/uitwerken veiligheidsbeleid gericht op de aanpak/afwikkeling van incidenten.
Sociale zaken en Werkgelegenheidsprojecten Kinderen doen mee Voor de inwoners van de gemeente Den Haag met een laag inkomen bestaat de mogelijkheid een ooievaarspas aan te vragen. Met deze pas is het mogelijk korting te krijgen op bijvoorbeeld sportclubs, bibliotheek enz. Soms is het zelfs gratis. In dit kader hebben de scholen van VO Haaglanden in 2012 € 0,3 mln. ontvangen voor deze leerlingen om vrijstelling te geven van de jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage en excursies. 31
Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg van het onderwijs heeft binnen VO Haaglanden grote aandacht. Periodiek wordt overleg gevoerd tussen bestuur en schoolleiders aan de hand van de zogenaamde pasfoto. Aan de hand van een groot aantal kengetallen worden de beleids- en beheersprocessen binnen de scholen besproken. Op grond daarvan worden afspraken gemaakt over doelstellingen en actiepunten. In een cyclisch proces worden deze ook geëvalueerd. De resultaten worden eveneens voorgelegd aan de interne- en externe toezichthouders: de medezeggenschapsraden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de raad van toezicht en de onderwijsinspectie.
Onderwijsprestaties en onderwijsontwikkelingen De scholen van VO Haaglanden hebben in 2012 verder gewerkt aan de continuering en verdere uitbouw van de onderwijskwaliteit en –processen. De scholen zijn ook in 2012 door de onderwijsinspectie beoordeeld. In de volgende tabel is per school een korte samenvatting gegeven van de inspectie oordelen en de onderwijskundige ontwikkelingen.
Onderwijs rendement Van Vredenburg college Rijswijks Lyceum
Oordeel onderwijsinspectie School behoort tot de beste scholen in Nederland. De onderwijsresultaten voor mavo en mavo zijn voldoende. De resultaten voor het vwo blijven nog achter.
Lyceum Ypenburg
De onderwijsresultaten zijn voldoende voor mavo en havo. Het rendement van het vwo dient nog versterkt te worden.
Dalton DH
De school heeft prima onderwijsresultaten. De examenresultaten van de school behoren tot de beste van Nederland
Haganum
toelichting Rendementen uitstekend en stabiel
Het onderbouwrendement van het vwo is in 2012 heel hoog. Veel kinderen krijgen kansen op de school ook als het advies van de basisschool lager is. Het rendement in de bovenbouw en bij de examens is daardoor wel nog lager. De school werkt aan verhoging van het bovenbouw- en examenrendement. De school werkt aan versterking van de onderwijsrendementen. Er is een plan van aanpak gemaakt dat zijn vruchten inmiddels afwerpt. Na 2012 zal gestreefd worden naar verdere stabilisatie.
32
Onderwijs rendement HML
Johan de Witt Scholen groep MaerlantLyceum Maris College
Segbroek College
Oordeel onderwijsinspectie De school heeft voldoende onderwijsresultaten voor de mavo en havo. Er wordt gewerkt aan versterking van de resultaten voor het vwo. Die blijven in 2012 nog enigszins achter. De onderwijsrendementen op de school vertonen een sterk stijgende lijn. De school heeft goede onderwijsrendementen. De onderwijsresultaten van het Maris College zijn goed. Aandachtspunten zijn nog de mavo en havo op de Nieuwe Duinweg. De onderwijsresultaten zijn goed.
toelichting Er is een plan van aanpak gemaakt voor de versterking van de resultaten voor het vwo. Daar wordt momenteel uitvoering aan gegeven.
De onderwijsinspectie is zeer tevreden over de ontwikkeling van de onderwijsrendementen op de school.
De onderwijsrendementen op de Nieuwe Duinweg worden versterkt.
33
Examenresultaten schooljaar 2011-2012 Bij percentage blauw is lager dan vorig jaar en groen is hoger dan vorig jaar en zwart gelijk aan vorig jaar. vmbo bbl scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Atlas Onderwijsgroep 53 53 100% Johan de Witt SG 72 61 85% Maris College 25 24 96% totaal bbl 150 138 92% Het gemiddelde slagingspercentage bbl van schooljaar 2008-2009 was 93%, in 2009-2010 87% en in 2010-2011 89%. vmbo kbl scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Atlas Onderwijsgroep 72 72 100% Johan de Witt SG 67 55 82% Maris College 164 150 92% totaal kbl 303 277 91% Het gemiddelde slagingspercentage kbl van schooljaar 2008-2009 was 87%, in 2009-2010 92% en in 2010-2011 93%. vmbo gl scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Maris College 11 8 73% totaal gl 11 8 73% Het gemiddelde slagingspercentage gl van schooljaar 2007-2008 was 90%, in 2008-2009 94% en 2009-2010 100%. vmbo tl scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Atlas Onderwijsgroep 160 146 91% Haags Montessori Lyceum 34 30 88% Johan de Witt SG 34 27 79% Maris College 125 113 90% Segbroek College 172 166 97% totaal tl 689 632 92% Het gemiddelde slagingspercentage tl van schooljaar 2008-2009 was 93%, in 2009-2010 92% en in 2010-2011 89%. 34
havo scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Atlas Onderwijsgroep 118 112 95% Dalton Den Haag 92 82 89% Haags Montessori Lyceum 58 51 88% Johan de Witt SG 25 22 80% Maerlant-Lyceum 37 34 92% Segbroek College 180 162 90% totaal havo 674 611 91% Het gemiddelde slagingspercentage havo van schooljaar 2008-2009 was 83%, in 2009-2010 84% en in 2011-2012 ook 84%. vwo scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Atlas Onderwijsgroep 46 32 70% Dalton Den Haag 73 64 88% Gymnasium Haganum 59 56 95% Haags Montessori Lyceum 61 47 77% Johan de Witt SG 1 1 100% Maerlant-Lyceum 96 84 88% Segbroek College 81 60 74% totaal vwo 475 395 83% Het gemiddelde slagingspercentage vwo van schooljaar 2008-2009 was 89%, in 2009-2010 88% en in 2011-2012 86%. De slagingspercentages in het schooljaar 2011-2012 waren voor het vmbo: kbl en gl lager en voor het bbl en tl hoger dan het voorgaande schooljaar. Het slagingspercentage voor de havo was 7% hoger en voor het vwo 3% lager dan het voorgaande schooljaar. Het aantal kandidaten dat in het schooljaar 2011-2012 voor het vmbo-examen zijn opgegaan waren er 97 (bbl +10, kbl -19, gl -11 en tl +117) meer dan in het voorgaande schooljaar. Het aantal kandidaten dat in het schooljaar 2011-2012 voor het havo-examen zijn opgegaan waren er 91 meer en voor het vwo 33 meer dan het voorgaande schooljaar.
35
Klachten 2012 De klachtenregeling van de Stichting VO Haaglanden is breder dan de wet voorschrijft. Naast ouders en leerlingen kan een ieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap een klacht indienen. Deze klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag en personeel of het nalaten daarvan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school worden in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze afgehandeld. Ouders, leerlingen en personeel kunnen gebruik maken van de bovenschoolse vertrouwenspersoon van de Stichting VO Haaglanden. In 2012 zijn in totaal 29 klachten en bezwaren door ouders/verzorgers ingediend bij het bestuursbureau van de Stichting VO Haaglanden, 7 minder dan in 2011. Het betrof 6 bezwaren met betrekking tot schorsen en voornemens tot verwijderen, 18 klachten hadden betrekking op de organisatie van het onderwijs, 5 klachten hadden betrekking op beslissingen ten aanzien van onregelmatigheden tijdens het schoolexamen. 16 klachten zijn rechtstreeks afgehandeld in overleg tussen de ouders en de school. De overige 13 klachten zijn afgedaan door het College van Bestuur. Van deze klachten is 29% (gedeeltelijk) gegrond en is 38% ongegrond verklaard. Bij 7 klachten heeft het CvB geen uitspraak gedaan maar heeft bemiddeld zodat ouders afspraken met de school konden maken. In 4 gevallen heeft CvB bemiddeld bij het plaatsen van de betrokken leerling op een andere school. Een klacht (4%) heeft geleid tot een klachtenprocedure bij de landelijke klachtencommissie. De ouders hebben deze klacht uiteindelijk ingetrokken.
36
Tevredenheidsenquêtes In 2009/2010 en 2011/2012 heeft de Stichting VO Haaglanden tevredenheidsenquêtes afgenomen onder haar leerlingen, ouders en personeelsleden. In 2013/2014 zal de peiling opnieuw worden uitgevoerd. Leerlingen: de resultaten worden per aspect gepresenteerd. De gezamenlijke resultaten van alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en gem. score VOH ‘12. De referentiegroep wordt gevormd door alle leerlingen (81.836 in 2012 en 69.286 in 2010) die sinds 2000 landelijk aan de peilingen hebben deelgenomen. leerlingtevredenheidspeiling 2010 en 2012 schoolcultuur 9 toezicht
8
imago van de school
7 6
schoolgebouw
docentgedrag
5 4 3 toetsing en feedback
begeleiding
veiligheid op school
motivatie
contact leiding en leerlingen
informatie
gem. score VOH '10 gem. score VOH '12 referentie 2010 referentie 2012
De leerlingen zijn over het algemeen gematigd over de scholen. De leerlingen waren in 2012 bijna net zo tevreden over hun school als in 2010. De onderwerpen Informatie en Imago van de school scoorden in 2012 iets lager. De leerlingen zijn over vrijwel alle onderwerpen meer tevreden over hun school dan de referentiegroep. Alleen op het onderdeel Toetsing en feedback scoort de referentiegroep hoger. De scholen van de Stichting VO Haaglanden kunnen zich profileren op negen aspecten, te weten: Schoolcultuur, Docentgedrag, Veiligheid op school, Contact leiding en leerlingen, Informatie, Motivatie, Begeleiding, Schoolgebouw en Toezicht. De uitkomsten van de leerling enquêtes worden door de schoolleiding gebruikt bij de versterking van de onderwijskundige processen. 37
Ouders: de resultaten worden per aspect gepresenteerd. De gezamenlijke resultaten van alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en gem. score VOH ‘12. De referentiegroep wordt gevormd door alle ouders (28.355 in 2012 en 29.735 in 2010) die sinds 2000 landelijk aan de peilingen hebben deelgenomen. oudertevredenheidspeiling 2010 en 2012 schoolgebouw
9 omgang met elkaar
toezicht
8 7 6
contact met ouders/ verzorgers
5
schoolcultuur
4 3 missie van de school
informatie
veiligheid
docentgedrag gem. score VOH '10 begeleiding
gem. score VOH '12 referentie 2010 referentie 2012
De ouders zijn over het algemeen zeer tevreden over de scholen. De tevredenheid van de ouders is t.o.v. 2010 op alle onderdelen toegenomen. 88 % van de ouders heeft aangegeven tevreden te zijn over de sfeer op school. De scholen staan bij 80% van de ouders goed bekend. Van de ouders zou 78% de school aanraden aan anderen. De scholen van de Stichting VO Haaglanden kunnen zich profileren op negen aspecten, te weten: Schoolgebouw, Toezicht, Schoolcultuur, Docentgedrag, Begeleiding, Veiligheid, Informatie, Contact met ouders/verzorgers en Omgang met elkaar. Ook hier geldt dat de uitkomsten van de enquêtes door de schoolleiding gebruikt worden bij de versterking van de organisatorische en onderwijs processen.
38
Personeel: de resultaten worden per school of locatie gepresenteerd. De gezamenlijke resultaten van alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en gem. score VOH ‘12. De referentiegroep wordt gevormd door alle personeelsleden (6.384 in 2012 en 4.923 in 2010) die sinds het jaar 2004 landelijk aan de peilingen hebben deelgenomen. personeeltevredenheidspeiling 2010 en 2012 schoolgebouw schoolbestuur verzuimbegeleiding arbodienst verzuimbegeleiding school schoolleiding management contact met ouders
9 8
schoolklimaat pedagogisch klimaat
7 6
leerstofaanbod en leermiddelen leidinggeven
5 4
organisatiecultuur
3 externe communicatie
procedures
beleid tav seks. Intimidatie en agressie
vergadering en overleg
veranderingsbereidheid informatievoorziening motivatie signalen van stress en arbeidsinhoud burnout arbeidsverhoudingen arbeidsomstandigheden arbeidsvoorwaarden gem. score VOH '10 gem. score VOH '12 referentie 2010 referentie 2012
De medewerkers zijn over het algemeen zeer tevreden over de scholen. De medewerkers zijn op de meeste onderwerpen in 2012 meer tevreden dan in 2010. De medewerkers zijn op de meeste onderwerpen meer tevreden dan de referentiegroep. De scholen van de Stichting VO Haaglanden kunnen zich profileren op vrijwel alle aspecten. Enige belangrijke aandachtspunten voor het beleid van de scholen zijn Arbeidsomstandigheden en Stress en burn-out.
39
Middelen VO Haaglanden Financieel Bestuurlijke kaders financieel beleid Vanwege het Haags model wordt de rijksvergoeding, die op het brinnummer van een school binnenkomt, volledig aan de betrokken school overgedragen. Dit geldt voor de totale lumpsum (personeel en materieel) met uitzondering van de eigenaarsvergoeding voor de huisvesting. Hiervoor wordt een gezamenlijk meerjarenplan huisvesting opgesteld; de besteding 2012 treft u verderop in het jaarverslag aan. De middelen voor het dagelijks onderhoud worden wel aan het schoolbudget toegevoegd. De meerjarenbegroting en het formatieplan van de school moeten leiden tot een structureel sluitend financieel perspectief in de begroting en moeten ook passen in het totale bestuurlijke formatieplan van de stichting. De school mag geen verplichtingen aangaan die nadelige effecten genereren voor de andere scholen van de stichting, nu of in de toekomst. Hiervoor gelden strikte procedures tussen bestuur en de schoolleiding, die zijn vastgelegd in de bijlage bij het managementstatuut VOH. De scholen ontvangen maandelijks een rapportage (MARAP) waarop de uitputting van het beschikbare budget in beeld gebracht is. Zo nodig vindt hier direct overleg over plaats tussen bestuur en de schoolleiding. VO Haaglanden formuleert jaarlijks het bestuursformatieplan (met de verwachtingen voor steeds de komende 5 jaar). Hierin zijn het meerjarenformatiebeleid en een formatieplan op bestuursniveau en het meerjarenformatiebeleid en een formatieplan per instelling opgenomen. Hierbij is aangegeven welke afspraken gemaakt zijn en welke prioriteiten zijn opgesteld op bovenschools niveau. Ook wordt aangegeven welke risicobuffer de scholen dienen te handhaven voor het oplossen van eigen knelpunten. In de schoolformatieplannen geven de scholen aan op welke wijze budgetten worden ingezet voor schoolspecifiek personeelsbeleid. Op basis van een meerjarenplan geven scholen aan welk deel van de budgetten in reserveringen of voorzieningen dienen te worden ondergebracht en op basis van een risicoanalyse hoe hoog de eigen risicobuffer dient te zijn. Het bestuur stelt de begroting vast en zet zo de kaders uit voor het volgend jaar. Op basis van de vastgestelde begroting kennen het bestuursmanagement en de schoolleiders de randvoorwaarden waarbinnen geopereerd moet worden. Op stichtingsniveau wordt de begroting (inclusief het formatieplan) jaarlijks voor 1 november ter informatie aan de GPMR en aan de gemeente Den Haag en de gemeente Rijswijk gezonden. De basis hiervan is het kalenderjaar. Op schoolniveau wordt de begroting (inclusief het formatieplan) jaarlijks voor 1 juni ter instemming aan de PMR aangeboden. De basis hiervan is het schooljaar. De voorgelegde schoolbegroting betreft een nadere uitwerking binnen de kaders van de begroting op stichtingsniveau. Wijzigingen op de begroting worden voor akkoord aan het bestuur voorgelegd. Via de jaarrekening wordt achteraf verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. De jaarrekening wordt door de Raad van Toezicht vastgesteld. In de managementcontracten met de schoolleiders wordt jaarlijks aandacht besteed aan de bestuurlijke beleidskaders op het gebied van financiën, personeel en huisvesting. Ook op deze punten vindt periodieke evaluatie plaats. 40
VO Haaglanden voert een voorzichtig financieel beleid. De kern daarvan is dat risico’s in beeld gebracht en afgedekt worden. Dat kan zijn door eventuele beleidsbijstellingen of door het aanleggen van een financiële buffer. Dit zorgt voor een gezond financieel beeld bij de scholen en bij VO Haaglanden als geheel. VO Haaglanden draagt er zorg voor binnen de grenzen te vallen, die het ministerie van OCW heeft aangegeven voor een goed financieel beleid bij VO-besturen. Van alle scholen wordt periodiek op basis van een integrale risicoanalyse met betrekking tot leerlingontwikkeling, ontwikkelingen in het personeelsbestand, onderwijskundige veranderingen, scholingsbehoeften enz. per school een normbuffer (weerstandsvermogen) bepaald. Het betreft een percentage van de jaaromzet dat een school in buffer moet hebben om eventuele tegenvallers binnen de school te kunnen opvangen. De minimale hoogte van de buffer ligt tussen 10 en 15% van de omzet van de school. Scholen die meer in reserve hebben dan de normbuffer dienen een meerjarig bestedingsplan op te stellen. Scholen die onder de norm zitten dienen maatregelen te treffen om gefaseerd naar de norm toe te groeien. Een deel van de normbuffer van elke school (nl. 5% van de omzet) is geoormerkt voor eventuele maatregelen zoals vastgelegd in het sociaal statuut. In uitzonderlijke situaties kan dat ook betekenen dat een deel van de buffer van de ene school wordt ingezet voor de financiering van activiteiten uit het sociaal statuut bij een andere school. Eventuele toekenningen daaruit lopen technisch via het gemeenschappelijk fonds (Fonds VO). Het doel is dat de buffers gemiddeld in totaal 10% zijn. De scholen kunnen in principe over hun eigen budget beschikken. De continuïteit van VO Haaglanden moet echter te allen tijde gewaarborgd zijn. Naast het financiële beleid op de scholen wordt ook bovenschools beleid gevoerd. Via het Fonds VO Haaglanden, in de vorm van een bestemmingsreserve en ondergebracht bij de algemene reserve, worden risico’s gezamenlijk afgedekt.
Fonds VO Haaglanden 1% van de baten van de scholen wordt centraal beheerd. In 2012 was dit € 0,9 mln. Op moment dat er geld overblijft wordt dit aan het budget van de scholen toegevoegd. Het Fonds VO Haaglanden heeft als doel uitgaven te financieren welke in redelijkheid niet aan één of meer afzonderlijke scholen kunnen worden toegerekend, dan wel uitgaven die gezien kunnen worden als voortvloeiende uit bestuurlijke risico’s. Het besluit is genomen het Fonds VO Haaglanden, indien daartoe ruimte in het fonds aanwezig is, te gebruiken voor het voeren van een meerjarig investeringsbeleid huisvesting. Het betreft dan het bijdragen uit het Fonds aan nieuwbouwprojecten en grootschalige renovaties en revitalisaties (bijvoorbeeld ook aanpassingen aan de monumentale schoolgebouwen). Ook het Fonds VO Haaglanden zal een minimumomvang moeten hebben. Die minimumomvang zal gekoppeld moeten zijn aan de geaccumuleerde saldi van de meerjarenbegrotingen van de scholen en de daarmee samenhangende liquiditeitsprognose van VO Haaglanden. Dat minimumbedrag is nodig voor het bestuur om plotselinge risico’s (calamiteiten) te kunnen opvangen. De begroting van het meerjarig bestedingsplan van het Fonds VO Haaglanden en de 41
jaarlijkse verantwoording worden steeds voorgelegd aan de vergadering van rectoren en directeuren. VO Haaglanden voert een centraal treasury-beleid. Het beleggingsbeleid van de stichting is niet-risicodragend (defensief). Door het bovenschools liquiditeitsbeheer is het mogelijk optimaal in te spelen op de specifieke liquiditeitsbehoeften van de verschillende scholen op een bepaald moment en daardoor rentevoordelen te genereren. De zgn. bruidsschat van de gemeenten Den Haag en Rijswijk speelt in het treasury-beleid een belangrijke rol. De rente over de liquiditeiten die door de bruidsschat vrij gemaakt konden worden zijn nodig voor de structurele financiering van het Bureau voor Managementondersteuning (BMO). In 2007 is het laatste gedeelte van de totale bruidsschat van de gemeente Den Haag en Rijswijk ontvangen. De scholen betalen jaarlijks een vergoeding voor de dienstverlening door BMO, dit is 1,66% van de rijks- en gemeentebaten. Voor uitkeringskosten geldt een gelijke systematiek als ten aanzien van de consequenties van het Sociaal Statuut. De scholen betalen wachtgeldaanspraken uit hun eigen exploitatie dekking onder anderen uit wachtgeldopslag (1,58% van de personele lumpsum bekostiging). Indien de exploitatiemiddelen ontoereikend zijn, dan maken scholen gebruik van hun financiële buffer. Zijn de wachtgeldaanspraken te groot om binnen de eigen financiële buffer op te lossen en scholen kunnen aantonen alles wat mogelijk was te hebben gedaan om de betreffende wachtgeldaanspraken te voorkomen, dan kan een beroep op de andere scholen worden gedaan. Evenals ten aanzien van de uitgaven in het kader van het sociaal statuut, staan de 5% geoormerkte reserves van de andere scholen garant voor het oplossen van een dergelijk probleem. De technische afwikkeling hiervan vindt plaats via het Fonds VOH: er zal dan een extra heffing (boven de 1%) worden gedaan. Voor vervangingskosten is het risico goed in te schatten en qua financieel effect beperkter dan de uitkeringskosten en er is altijd nog een keuze tussen wel of niet vervangen. Scholen moeten dit te allen tijde zelf oplossen. In extreme gevallen en als duidelijk is dat de betreffende school alles gedaan heeft om deze calamiteit te voorkomen, dan staat de 5% geoormerkte reserve van de andere scholen garant. Ook hier loopt dan de technische afwikkeling via een extra heffing (boven de 1%) via het Fonds VOH.
Risicomanagement en weerstandsvermogen 2012 In 2009 is vanuit de politiek en maatschappelijke organisaties aandacht gevraagd voor de koppeling bij schoolbesturen tussen risicomanagement en weerstandsvermogen. De terechte gedachte daarbij is dat er een directe relatie moet zijn tussen de risico’s die een organisatie loopt en de financiële buffers die daar tegenover staan. Bij VO Haaglanden neemt risicomanagement een belangrijke plaats in. Dat wordt gedefinieerd als het identificeren en analyseren van risico’s en vervolgens het nemen van maatregelen om de kans van optreden van de risico’s te verminderen, oftewel om de schade 42
veroorzaakt door de risico’s te minimaliseren. Voor de eventuele schade die zou kunnen ontstaan, dient een weerstandsvermogen aanwezig te zijn. Het risicomanagement is binnen VO Haaglanden een permanent proces. Behalve het hanteren van een weerstandsvermogen voert VO Haaglanden risicomanagement door: -
-
-
een adequate planning- en controlcyclus (cyclus met o.a. managementcontracten, beleidsmatige meerjarenbegrotingen en beleidsevaluaties); tijdige en adequate informatievoorziening (veelvuldige bilaterale overleggen van College van Bestuur met schoolleiders en overleggen van het bestuur met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht); identificatie en analyse van risico’s (periodieke analyse van individuele scholen op basis van velerlei kengetallen, de zogenaamde “pasfoto’, en het op basis van het risico hanteren van een norm voor een risicobuffer per school); creativiteit in het zoeken van oplossingen (nemen van maatregelen op basis van gesignaleerde kansen en bedreigingen).
In 2009 heeft het ministerie een nieuwe norm ontwikkeld als signaleringsgrens om te bepalen of onderwijsbesturen mogelijk te veel dan wel te weinig financiële reserves hebben. Om aan de totale financiële verplichtingen te kunnen voldoen, zou volgens het ministerie een schoolbestuur als VO Haaglanden een zogenaamde kapitalisatiefactor moeten hebben van beneden 35%. Die kapitalisatiefactor is dan gedefinieerd als de verhouding tussen het totale vermogen minus gebouwen en terreinen en de totale baten. Op basis van deze definitie is de kapitalisatiefactor in 2012 gedaald van 31% in 2011 naar 23%.
Risicoanalyse financiële positie Voor de scholen van de Stichting VO Haaglanden is er een risicoanalyse gemaakt. Tijdens de jaarlijkse bespreking van de managementcontracten worden deze getoetst en zo nodig aangepast. Voor elke school is bepaald in welke mate de school een risicovolle school is. Dit in verband met de hoogte van de bufferfunctie eigen vermogen (weerstandsvermogen). Hierbij is gekeken naar de volgende onderwerpen: Leerlingen: ontwikkelingen aantallen concurrentiepositie onzekere financiering leerlingstromen Onderwijs: breedte van het aanbod kwaliteit van het onderwijs intensiteit noodzakelijke vernieuwingen
43
Personeel: gemiddelde leeftijd/spreiding ziekteverzuim wachtgeldrisico/claims deskundigheid verloop Organisatie kwaliteit van management en middenmanagement kwaliteit beheerorganisatie/secundaire processen structuur/efficiency communicatie Gebouwen bezettingsgraad aantrekkelijkheid aangepast aan actuele onderwijskundige eisen Inventaris aangepast aan actuele onderwijskundige eisen wijzigingen in toekomstig investeringsniveau Op basis hiervan zijn twee percentages voor het weerstandsvermogen vastgesteld: a. 15% van de jaaromzet voor scholen met een gemiddeld risico b. 10% van de jaaromzet voor scholen met een laag risico Van deze buffer is 5% gereserveerd voor het sociaal fonds. De gezamenlijke 5% buffers van de scholen vormen het sociaal fonds. De normatieve buffers worden vastgesteld op basis van baten uit normale bedrijfsvoering. Ad a. scholen met een gemiddeld risico in 2012: Segbroek College, Johan de Witt Scholengroep, Maris College. Ad b. scholen met een laag risico in 2012: Gymnasium Haganum, Maerlant-Lyceum, Haags Montessori Lyceum, Dalton Den Haag en Praktijkschool De Einder. In 2010 is besloten ook Atlas Onderwijsgroep onder te brengen in groep b.
44
Financiële positie en resultaat Evenals voorgaande jaren is ook in 2012 veel geïnvesteerd in de huisvesting. In 2006 en 2007 zijn er een aantal huisvestingsprojecten gepland die uiteindelijk in de jaren 2008 t/m 2010, maar ook in 2012 nog worden uitgevoerd. De nieuwbouwprojecten waaronder Maris College, locatie Nolenslaan wordt grotendeels betaald door de gemeente Den Haag, Dienst OCW afdeling Vastgoed en is neutraal in het resultaat opgenomen, evenals de nieuwbouwlocatie Zusterstraat. De revitalisatie van Gymnasium Haganum is uiteindelijk gestart in 2010 en ultimo 2011 afgerond, de kosten lopen in 2012 nog door. Het project Capadosestraat wordt in 2012 afgerond.
Resultaatanalyse VO Haaglanden heeft in 2012 een positief resultaat behaald van € 285.000 (begroot € 0,7 mln. positief). Het verschil van € 0,4 mln. wordt voornamelijk veroorzaakt door gestegen salariskosten als gevolg van de invoering van de functiemix, de inkorting van de salarislijnen en de gestegen premies terwijl de rijks baten daarentegen niet evenredig zijn gestegen. Na verwerking van het resultaat 2012 heeft VO Haaglanden op dit moment voldoende eigen vermogen beschikbaar om eventuele tekorten in de toekomst te kunnen opvangen (zie paragraaf Financiële positie). Voor 2013 is een positief resultaat van € 0,3 mln. begroot. Het eigen vermogen ad € 15,0 mln. is opgebouwd uit resultaten van publieke middelen. De private middelen (ouderbijdragen) zijn volledig besteed.
45
Ontwikkeling financiële positie Het ministerie van OCW heeft kengetallen bepaald op basis waarvan de financiële positie van onderwijsinstellingen dient worden getoetst. De financiële kengetallen geven een indicatie of een instelling haar middelen optimaal benut. Hieronder is de situatie van VO Haaglanden per 31 december 2012 weergegeven: Kengetallen Signaalgrens VOH per VOH per VOH per ministerie 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2010 1. vermogensbeheer a. kapitalisatiefactor max 35% 23% 31% 34% b. solvabiliteit min. 20% 46% 36% 47% 2. budgetbeheer a. current ratio 0,5 tot 1,5 1,8 0,6 1,38 b. rentabiliteit 0% tot 5% 0% -2% 1% 10% of 15% (norm VOH) c. financiële buffer 5% 1. Vermogensbeheer Voor een doelmatig vermogensbeheer is de kapitalisatiefactor in het leven geroepen. Bij een kapitalisatiefactor tot 35% wordt door het Ministerie aangenomen dat er sprake is van een doelmatig vermogensbeheer. VO Haaglanden (22%) blijft onder deze signaleringsgrens. Een ander kengetal voor het meten van het vermogensbeheer is de solvabiliteit. Dit kengetal geeft een indicatie van de mate waarin VO Haaglanden in staat is om normale financiële risico’s te kunnen opvangen binnen het eigen vermogen, zonder dat direct extra kosten (kredieten) ontstaan bij externe kapitaalverschaffers. Eind 2012 (46%) blijft VO Haaglanden ver boven het door het Ministerie gestelde ondergrens (20%). 2. Budgetbeheer Bij het beoordelen van het budgetbeheer gaat het om de capaciteit om tegenvallers op korte termijn op te vangen. Hiervoor worden de kengetallen current ratio en rentabiliteit gehanteerd. De current ratio geeft aan in hoeverre VO Haaglanden in staat is aan haar korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen. De rentabiliteit geeft de mate aan waarin inkomsten en uitgaven – in een meerjarig perspectief – met elkaar in evenwicht zijn. De current ratio is in 2012 (1,8) boven de bandbreedte (0,5 tot 1,5) gekomen. In 2013 zal deze weer binnen de bandbreedte vallen. In 2013 komen de effecten vrij (€ 14,6 mln.). Van dit bedrag wordt € 10,0 mln. herbelegd en zal in de balans per 31 december 2013 onder de financiële activa vallen. De rentabiliteit (over de afgelopen drie jaar) ligt onder de grens van het Ministerie. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve resultaat over 2011. Dit negatieve resultaat werd veroorzaakt door de uitgestelde investeringen in de huisvesting. Om onvoorziene risico’s op te kunnen vangen, waaronder fluctuaties in leerlingaantallen, arbeidsconflicten en instabiliteit en onvolledige indexatie in de bekostiging, wordt door onderwijsinstellingen een financiële buffer (weerstandsvermogen) aangehouden. Het Ministerie hanteert 5% van de baten als buffer. Op basis van een eigen inschatting (zie “risicoanalyse financiële positie” pagina 44/45) wordt maximaal een buffer van 10% gehanteerd voor scholen met een laag risico en 15% voor de scholen met een gemiddeld risico. 46
Personeelsbeleid Beheersing van uitkeringen na ontslag VO Haaglanden streeft ernaar de uitkeringen na ontslag te beperken. De informatievoorziening op dat punt door het UWV is beperkt dan wel afwezig. In voorkomende gevallen verwijst het UWV uitkeringsgerechtigden wel terug naar de oude werkgever voor eventuele re-integratie activiteiten en financieringen daarvan. VO Haaglanden heeft dergelijke verzoeken ook in 2012 steeds in behandeling genomen en, afhankelijk van de aard van de voorstellen en de mate waarin kansen op de arbeidsmarkt vergroot worden, ook gehonoreerd.
Ontwikkeling aantal fte’s verdeeld over functiecategorieën Hieronder treft u een overzicht aan van alle medewerkers verdeeld naar functiecategorie directie, OP (onderwijzend personeel) en OOP (onderwijs ondersteunend personeel). Er is jaarlijks gemeten in de maand oktober, waarbij er is gekeken naar de norm werktijdfactor. De eventuele tijdelijke uitbreidingen zijn achterwege gelaten. Dit overzicht betreft vier schooljaren. functie categorie
2012-2013 (oktober 2012) aantal fte’s
2011-2012 (oktober 2011) aantal fte’s
2010-2011 (oktober 2010) aantal fte’s
2009-2013 (oktober 2009) aantal fte’s
directie
33
33,0
35
35,0
40
40,0
39
39,0
OP
962
766,7
932
753,8
942
763,5
928
226,0
OOP
280
227,9
283
231,7
292
231,1
282
746,5
1.275
1.027,6
1.250
1.020,5
1.274
1.034,6
1.249
1.011,5
totaal
Convenant LeerKracht en functiemix Op 16 april 2008 is door de sociale partners in het onderwijs en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Convenant LeerKracht van Nederland ondertekend. Op basis daarvan heeft VO Haaglanden beleid ontwikkeld op het gebied van functiemix, personeelsbeoordelingen en benoemingsbeleid. Door de extra middelen uit het Convenant LeerKracht worden binnen VO Haaglanden vele nieuwe extra LC- en LD- functies gecreëerd. De aanpassing van de functiemix vindt gefaseerd plaats. Voor deze fasering is de financiële ruimte van de school bepalend. De financiële ruimte verschilt per school. De opbouw van het personeelsbestand is daarbij een belangrijke variabele. Jaarlijks zal per school, op basis van de financiële ruimte die voor dat doel voor de 47
betreffende school door het ministerie beschikbaar is gesteld, bepaald worden welke mogelijkheden er zijn voor aanpassing van de functiemix. Het Convenant LeerKracht koppelt deze nieuwe functies aan een kwaliteitsslag in het onderwijs. Ook binnen VO Haaglanden wordt het personeelsbeleid in het kader van de Wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO) en het integraal personeelsbeleid (IPB), verder geprofessionaliseerd en wordt de onderwijskwaliteit versterkt. Door alle scholen van VO Haaglanden wordt in het kader van de versterking van het kwaliteitsbeleid een beoordelingssystematiek gehanteerd. Toekenning van periodieken wordt aan deze beoordelingssystematiek gekoppeld. Tenminste eenmaal per drie jaar wordt van alle medewerkers binnen de school (OP, OOP, directie) een beoordeling uitgevoerd. Ook zal voor alle medewerkers van de scholen gefaseerd een 360˚ feedback-procedure worden doorgevoerd. De kaders hiervoor zijn door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad vastgesteld. De uitwerking, waaraan de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad goedkeuring moet verlenen, zal per school verschillen. Dit geheel overeenkomstig de missie van VO Haaglanden, waarin pluriformiteit, eigenheid en doelgroepenbeleid centrale elementen zijn. Het overzicht functiemix treft u hierbij aan. In 2009 is de eerste tranche van het Randstadgeld overgemaakt. Het budget voor de functiemix Randstad is als volgt: 2009: € 0,4 mln. 2010: € 1,6 mln. 2011: € 1,6 mln. Met dit budget moet er 27% meer LC-functies worden ingevoerd ten koste van de LBformatie, nulmeting is oktober 2008. In de jaren 2010 en 2011 is de lumpsum landelijk verhoogd om in oktober 2011 2% LC-functies en 1% LD-functies meer te hebben, ten opzichte van de nulmeting in 2008. De totale baten van de 1e tranche zijn ingezet. De invoering van de tweede tranche van de functiemix wordt bemoeilijkt doorat het budget voor Convenant leerkracht bijna in zijn geheel moet worden aangewend voor de inkorting van de salarislijnen en de kosten die de eerste tranche functiemix 2009-2011 met zich meebrengt. De afspraak is gemaakt de percentages van de eerste tranche minimaal te handhaven en wanneer er budget overblijft dit budget in te zetten voor nieuwe functies. Vanaf het begin van de invoering is de afspraak gemaakt de doelsubsidie functiemix wordt aangewend voor dit specifieke doel. Voor het bereiken van de gestelde percentages wordt geen beroep gedaan op de reguliere lumpsum.
Budget 2012: € 1,6 mln.
48
functiemix 2012 70% 60% 50% 40%
LB
30%
LC LD/LE
20% 10% 0% nulmeting 2008
mix 2009
nulmeting 2008
mix 2010
mix 2009
mix 2011
mix 2010
mix 2012
mix 2011
mix 2012
functies
fte's
%
fte's
%
fte's
%
fte's
%
fte's
%
LB
481,1
66
377,6
53
297,1
40
254,1
33
269,9
35
LC
113,0
16
204,5
28
284,5
38
340,0
44
333,8
44
LD/LE
127,9
18
137,3
19
162,3
22
175,2
23
156,8
21
De percentages van de 1e tranche zijn voor VO Haaglanden in totaal nog op orde: meer dan 30% minder LB-functies ten opzichte van de nulmeting in 2008 en de LD-formatie is toegenomen. In 2013 worden nieuwe functies omgezet.
49
Promotiebeurs Binnen VO Haaglanden bestaat sinds 2008 voor docenten de mogelijkheid tot het verkrijgen van een promotiebeurs. De stichting biedt leraren daarmee de mogelijkheid promotieonderzoek te doen en vervolgens te promoveren aan een universiteit in Nederland of in één van de buurlanden. Een promotiebeurs bestaat uit een vrijstelling voor de helft van de werktijd met doorbetaling van salaris gedurende een periode van maximaal vier jaar. De resterende werktijd moet dan in overwegende mate uit lesgevende taken bestaan. In 2012 maken vijf docenten van VO Haaglanden gebruik van de mogelijkheid om gedurende de helft van de werktijd vrijgesteld te worden om promotieonderzoek te doen aan een Nederlandse universiteit. Deze regeling is in 2008 door VO Haaqlanden in het leven geroepen. De ervaringen hiermee zijn positief. Het is voor leerlingen belangrijk om in aanraking te komen met de academische waarden en houding. Het stimuleert medewerkers tot inhoudelijke verdieping van hun kennis en kunde. De verwachting is dat de eerste VO Haaglanden docent in het schooljaar 2012-2013 zal promoveren.
Lerarenbeurs Rijk Van de mogelijkheid een lerarenbeurs aan te vragen bij de IB Groep is door 34 docenten van VO Haaglanden gebruik gemaakt, ook waren er vijf zij-instromers in het onderwijs. De Haagse lerarenbeurs In het kader van de Haagse Educatieve Agenda (HEA) wordt leraren in Den Haag de mogelijkheid geboden een lerarenbeurs aan te vragen. Met de Haagse Lerarenbeurs wordt het aantal lessen dat onbevoegd wordt gegeven verder teruggedrongen. De beurs richt zich op drie deelgroepen: - onbevoegde leraren; - leraren met een pabo-diploma die een tweedegraads bevoegdheid willen behalen; - leraren met een tweedegraads bevoegdheid die een eerstegraads bevoegdheid willen behalen. De Haagse wethouder van Onderwijs heeft in 2012 een eerste subsidiebedrag beschikbaar gesteld voor de Haagse Lerarenbeurs. Binnen een maand nadat de beurs voor leraren in het voortgezet onderwijs beschikbaar kwam was het bedrag uitgeput. Daarop werd een tweede en in het najaar van 2012 zelfs een derde bedrag vrijgemaakt. In 2012 kregen 97 leraren een beurs uitgekeerd voor een totaalbedrag van € 302.000. Van deze mogelijkheid hebben 34 leraren van VO Haaglanden gebruik gemaakt. Ook in 2013 stelt de gemeente Den Haag weer geld beschikbaar voor de lerarenbeurs. Op de volgende pagina treft u een overzicht aan van de ontwikkeling van de bevoegdheden van de leraren van de scholen van VO Haaglanden.
50
In onderstaand overzicht treft u de leraren van de scholen van VO Haaglanden aan verdeeld naar bevoegdheden. Overzicht bevoegdheden leraren 400 350 300 250
2012-2013
200
2011-2012
150
2010-2011
100
2009-2013
50 0 onbevoegd
bevoegdheden onbevoegd 2e graads bevoegd 1e graads bevoegd totaal
2e graads
2012-2013 aantal fte’s
1e graads
2011-2012 aantal fte’s
2010-2011 aantal fte’s
2009-2013 aantal fte’s
137
95,0
159
107,7
174
114,1
164
110,8
422
361,2
411
352,4
429
375,5
419
360,7
381
298,8
362
289,5
378
304,9
376
311,0
940
755,0
932
749,6
981
794,5
959
782,5
Bij VO Haaglanden wordt veel aandacht gegeven aan het in opleiding zijn van leraren. Zij worden door de scholen gefaciliteerd om bevoegd te geraken. Door de bepaling in de CAO is het nu mogelijk om leraren die niet studeren te kunnen ontslaan. Van de 137 onbevoegde leraren zijn er 111 in opleiding. Van de 26 leraren die (nog) niet studeren zijn er zes native speaker (wel hoog opgeleid maar geen onderwijsbevoegdheid), tien leraren zitten tegen hun pensioenleeftijd aan, een leraar is combifunctionaris, zes leraren hebben een pabo-opleiding en worden geacht op termijn te gaan studeren en drie leraren gaan volgend schooljaar beginnen met de opleiding.
Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT) In 2012 zijn stamrechtuitkeringen en afkoopsommen betaald aan medewerkers, deze uitkeringen varieerden van € 25.000 tot maximaal € 50.000. De hoogte van de loonsommen van de medewerkers en bestuursleden behoren niet tot de topinkomens. 51
Ontwikkeling van het aantal leerlingen van de scholen van VO Haaglanden Totaal aantal leerlingen 2012-2013 opleiding
pro alle jaren
brugklas 1 en 2
vmbo
mavo
havo
vwo
totaal
aantal lln.
326
5.114
1.113
1.177
1.852
2.098
11.680
in procenten
3%
43%
10%
10%
16%
18%
aantal lln.
365
5.112
1.134
1.097
1.668
2.042
in procenten
3%
44%
10%
10%
15%
18%
aantal lln.
359
4.971
1.171
1.103
1.649
2.004
in procenten
3%
44%
10%
10%
15%
18%
aantal lln.
382
5.756
1.167
1.062
1.711
1.945
in procenten
3%
42%
11%
10%
16%
18%
2011-2012 11.418
2010-2011 11.257
2009-2010
Het totaal aantal leerlingen is toegenomen: in 2012-2013 ten opzichte van 2011-2012 met 2,3%; in 2011-2012 ten opzichte van 2010-2011 met 1,4%; in 2010-2011 ten opzichte van 2009-2010 met 2,1%. Totaal aantal leerweg ondersteunende (LWOO) leerlingen Twee scholen van VO Haaglanden, Johan de Witt Scholengroep en Maris College geven leerweg ondersteunend onderwijs. Het aantal leerlingen en het percentage van het totaal aantal leerlingen in de vier schooljaren is als volgt: schooljaren
aantal lwoo lln.
perc. van totaal
2012-2013
733
6,3%
2011-2012
696
6,1%
2010-2011
725
6,4%
2009-2010
707
6,4% 52
11.023
Huisvestingsbeleid In 2012 is ten laste van de exploitatie is € 4,6 mln. uitgegeven aan huisvesting. Van dit bedrag wordt € 1,6 mln. ontvangen door de gemeente Den Haag afdeling Vastgoed. In 2012 is € 1,3 mln. geïnvesteerd (materiële vaste activa) in huisvestingsprojecten. In 2012 zijn – naast het planmatige en reguliere onderhoud - diverse activiteiten uitgevoerd in de huisvesting van de scholen. Gymnasium Haganum De school was tijdelijk gehuisvest in een schoolgebouw aan de Stokroosstraat. In die tijd werd het monumentale en karakteristiek gebouw aan de Laan van Meerdervoort geheel gerenoveerd en uitgebreid met een nieuwbouwvleugel. In deze vleugel zijn enkele specifieke onderdelen ondergebracht: gymzaal, mediatheek, aula. In de kerstvakantie 2011/2012 is de school terugverhuisd naar haar eigen, vernieuwde gebouw, dat in januari 2012 weer in gebruik genomen is.
Gymnasium Haganum – voorgevel Laan van Meerdervoort 57 en mediatheek
Praktijkschool de Einder De school is in 2012 een proef met een onderwijsleercentrum gestart in een gebouw vlak bij het hoofdgebouw. Dit pand wordt tijdelijk gehuurd van ROC Mondriaan. In de loop van 2012 is gewerkt naar een structurele opzet van dit onderwijsleercentrum, via de Stichting Brede School. In de loop van 2013 wordt deze structurele opzet hopelijk bereikt.
De Einder - Schalkburgerstraat - onderwijsleercentrum 53
Johan de Witt Scholengroep In 2011 is gestart met de vervangende nieuwbouw in de Capadosestraat voor het oude gebouw aan de van Ruijsbroekstraat. In april 2012 is dit moderne schoolgebouw, toegespitst op VMBO en Praktijkonderwijs opgeleverd. In de zomer is verhuisd, waarna het nieuwe gebouw aan de Capadosestraat bij de start van het schooljaar 2012-13 in gebruik genomen is door het Johan de Witt. Het oude pand aan de Van Ruijsbroekstraat is in augustus 2012 overgedragen aan de gemeente Den Haag.
Johan de Witt - nieuwbouw Capadosestraat
Het schoolgebouw van Johan de Witt aan het Van Doeverenplantsoen was overbodig geworden na de oplevering van het nieuwe gebouw aan de Zusterstraat. In juli 2012 is dit gebouw overgedragen aan de gemeente Den Haag.
Maris College, Belgisch Park Eind 2011 is het oude, maar monumentale gebouw aan de Nieuwe Duinweg ook formeel in het gemeentelijke monumentenregister opgenomen. In 2012 is de planvorming gestart om dit monument geheel te revitaliseren voor de nieuwe havo/vwo afdeling van het Maris College. In de zomer van 2013 gaat naar verwachting de uitvoering fase 1 van start.
Maris College, Belgisch Park – schets Nieuwe Duinweg 54
Maris College, Kijkduin Nadat de plannen om in de Landrestraat te komen tot een gezamenlijke nieuwbouw van het Maris college, Vestia en verzorgingscentrum Cardia gestrand waren, is in 2012 een doorstart gemaakt met de planvorming om te komen tot alleen nieuwbouw van de school. De start van de uitvoering kan pas plaatsvinden nadat de andere gebruiker van het huidige gebouw verhuisd is naar haar nieuwe gebouw elders in de stad (naar verwachting rond de jaarwisseling 2013-2014). In afwachting daarvan heeft het Maris College een schoolgebouw aan de Toscaninistraat in gebruik genomen om de groei van het aantal leerlingen op te vangen.
Maris, Kijkduin – impressie Landréstraat
Segbroek College Het monumentale gebouw van het Segbroek College aan de Klaverstraat is na 60 jaar toe een revitalisatie. In 2012 is gestart met de planvorming om tot een geheel vernieuwd gebouw te komen, dat aangepast is aan de huidige onderwijskundige en technische eisen. In 2014 zal naar verwachting gestart worden met de 1e fase van dit project.
Segbroek College – impressie Klaverstraat
55
Toekomstparagraaf De begroting 2013 treft u aan in de bijlage. De begroting is het geconsolideerde totaal van de Stichting VO Haaglanden en de Stichting BMO VO Haaglanden. De begrotingen per school zijn gebaseerd op de in mei 2012 vastgestelde, en in september 2012 herziene meerjarenbegrotingen en formatieplannen voor de schooljaren 2012-2013 (januari t/m juli 2013) en 2013-2014 (augustus t/m december 2013). De begroting van BMO is gebaseerd op het kalenderjaar 2013. Uitgangspunt van de baten is het voorzichtigheidsbeginsel. De kosten zijn zo volledig mogelijk opgenomen. Het geprognosticeerde resultaat voor 2013 is 0,320 mln. euro positief. Het resultaat van BMO is sluitend begroot, na bijdrage uit het fonds VO. Het resultaat van de scholen is op 0,320 mln. euro positief begroot. Dit geconsolideerde resultaat komt ten gunste of ten laste van het eigen vermogen van de scholen. De onttrekking aan de voorzieningen is al verwerkt in dit resultaat. In de begroting is rekening gehouden met de aangekondigde bezuiniging op de lumpsum in 2013 van 0,76%. De getoonde resultaten zijn inclusief een taakstelling bij een aantal scholen. Doordat de lumpsumvergoeding daalt en de salariskosten stijgen – onder anderen door het Convenant leerkracht - is het voor een groot aantal scholen moeilijk een sluitende begroting te krijgen. Gedurende het huidige schooljaar beraden scholen zich met hun PMR welke bezuinigingsmaatregelen er moeten worden genomen om de taakstelling te halen. De volgende scholen hebben – na taakstelling - een beperkt begroot positief resultaat: Dalton Den Haag, Praktijkschool De Einder, Gymnasium Haganum, Haags Montessori Lyceum, Johan de Witt Scholengroep, Maerlant-Lyceum en het Segbroek College. De scholen die een negatief resultaat begroten hebben op structureel niveau een sluitende begroting, hun overschrijding is als volgt te verklaren: Atlas Onderwijsgroep (0,170 mln. euro negatief), de school heeft 3% leerlingen meer dan het jaar ervoor. Hierdoor moet de school voorfinancieren omdat door de bekostigingsmethodiek van het ministerie (t-5/12e) deze leerlingen pas vijf maanden later worden bekostigd. Tevens zijn er incidentele personele uitgaven begroot.
Maris College ( 0,250 mln. euro negatief), de school is op zoek naar een nieuwe locatie voor de leerlingen die de opleiding Media & Design volgen. Voor de eventuele aanpassing van het gebouw heeft de school € 0,300 mln. euro gereserveerd. In 2013 wordt ook begonnen met de revitalisatie van het gebouw aan de Nieuwe Duinweg. Hiervoor is in 2013 0,9 mln. euro opgenomen. Een bijdrage van de gemeente Den Haag afdeling Vastgoed is in het resultaat verwerkt. Tevens een bedrag dat wordt onttrokken aan de voorziening bouwkundige aanpassingen.
Bij Atlas Onderwijsgroep, De Einder, Gymnasium Haganum, Johan de Witt Scholengroep en Maris College is geïnvesteerd, onder anderen in de inventaris. Doordat voor deze investeringen moeten worden geactiveerd zijn deze kosten als afschrijvingskosten terug te vinden. 56
Teruglopende middelen voor scholen VO Haaglanden Scholen en schoolbesturen voor voortgezet onderwijs in Nederland moeten constateren dat de bekostiging door de rijksoverheid onvoldoende is om de stijgende kosten van het onderwijs te kunnen betalen. Ook bij VO Haaglanden zien we dat bij verder gelijkblijvende omstandigheden de baten en de lasten de komende jaren uiteen gaan lopen. De personeelslasten in het voortgezet onderwijs namen in 2012 sterk toe en zullen de komende jaren nog verder oplopen. Deze toename vloeit onder andere voort uit de maatregelen van het Convenant Leerkracht. Deze hebben geleid tot inkorting van de salarislijnen en een verplichte opschaling via de functiemix (van LB naar LC en van LC naar LD). De gemiddelde personeelslast loopt bij alle scholen van VO Haaglanden op. Zowel dus bij de scholen met relatief jong personeel als bij de scholen met een relatief ouder personeelsbestand. Bij alle scholen zal de gemiddelde personeelslast in 2016 tussen de 7 en 11% hoger dan in 2012. De baten houden geen gelijke tred met deze stijgende personeelslasten. De baten nemen bij alle scholen van VO Haaglanden af. De baten zijn bij alle scholen in 2016 tussen de 2,2 en 3,4% lager dan in 2012. Een deel van de verklaring van het tekort bij de scholen voor voortgezet onderwijs kan ook gevonden worden in de materiele exploitatie. Jarenlang is de indexering van de prijzen onvoldoende geweest (en soms helemaal afwezig). De landelijke financiering van het voortgezet onderwijs door de rijksoverheid is derhalve onvoldoende. Ook binnen VO Haaglanden zien we dat, zonder aanvullende maatregelen, scholen enorme tekorten in hun financiële exploitatie zouden oplopen. De meeste scholen moeten in de komende jaren fors krimpen in personeelsbestand om het hoofd boven water te houden. In de gesprekken met de scholen in 2012 over de meerjarenbegrotingen zijn deze taakstellingen ook aan de scholen opgelegd. VO Haaglanden maakt zich zorgen over de consequenties van de financiële tekorten in het voortgezet onderwijs. De kosten in het voortgezet onderwijs zijn vooral personeelskosten. Snijden in personeelskosten betekent minder personeel, grotere klassen, minder onderwijsaanbod en lagere kwaliteit. Het snel verslechterende financiële perspectief van de scholen in het voortgezet onderwijs blijkt ook uit de vermogensontwikkeling bij de schoolbesturen. De onderwijsinspectie werd er in 2010, naar aanleiding van de bevindingen van de commissie Don, nog op uitgestuurd om onderzoek te doen naar eventuele overtollige financiële reserves in het voortgezet onderwijs. Mogelijkerwijs met als achtergrond dat de jaarlijkse budgetten van de scholen zouden kunnen worden aangevuld uit de eigen reserves. Van die overtollige reserves is nu in de sector geen sprake meer. De conclusie van de onderwijsinspectie in 2010 (op basis van cijfers uit de jaarrekening 2008) was nog dat veel schoolbesturen een zogenaamde kapitalisatiefactor1 hadden boven de 35%. Dat beeld is inmiddels helemaal gekanteld. Uit het rapport uit juni 2012 van de
1
Totaal Vermogen (-/- gebouwen en terreinen)/ Totale Baten 57
onderwijsinspectie2 blijkt dat de beschikbare budgetten in het voortgezet onderwijs onder zware druk staan. De onderwijsinspectie stelt dat schoolbesturen ten minste toch een financiële buffer zouden moeten hebben van 5% (van de baten). Voor het gehele voortgezet onderwijs zou dat betekenen dat er in totaal 402 miljoen euro aan vrije reserves is om risico’s te kunnen opvangen. Uit het onderzoek van de onderwijsinspectie in 2012 (op basis van jaarrekeningcijfers 2010) blijkt echter dat er in totaal een negatieve reserve is ( - 23 miljoen euro). Per saldo zijn er dus schulden in plaats van buffers. VO Haaglanden heeft steeds op de lijn gezeten dat de risico’s in het voortgezet onderwijs relatief groot zijn en dat de benodigde financiële buffer daar op toegesneden moet zijn. De leerlingstromen zijn volatiel. Dat geldt zeker in Randstedelijke gebieden waar leerlingen een grote keus hebben tussen scholen met hetzelfde opleidingsaanbod. De beschikbare middelen voor nieuwbouw en renovaties van schoolgebouwen zijn onvoldoende (zie o.a. de financiering van renovaties in monumentale schoolpanden). De bekostiging door de rijksoverheid is onzeker. Politieke prioriteiten wisselen heel snel. Veel schoolbesturen lijken nu in financieel moeilijk vaarwater terecht te zijn gekomen. Voor VO Haaglanden geldt dat niet. VO Haaglanden heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat er een relatie moet zijn tussen de financiële buffers en het risicobeleid. Die relatie blijven we ook in de komende jaren bewaken.
2
Onderzoek naar de financiële positie van schoolbesturen in po en vo, juni 2012, Inspectie van het onderwijs. 58
Treasury statuut Stichting VO Haaglanden 1. Inleiding Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. In dit treasury statuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasury statuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. 2. Uitgangspunten en doelstellingen 2.1. Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting VO Haaglanden vindt plaats binnen de kaders van de "Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek" van de Minister van OCW d.d. 13 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N zoals gepubliceerd in Uitleg Gele Katern 18a d.d. 25 juli 2001. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Ten aanzien van het beleggen van tijdelijk overtollige liquiditeiten schrijft de regeling voor, dat deze risicomijdend belegd moeten worden op een wijze die zo veel mogelijk garandeert dat de hoofdsom intact blijft. Bij onderstaande richtlijnen en limieten t.a.v. beleggingen worden hiertoe criteria genoemd die overgenomen zijn van de boven aangehaalde OCW-regeling. 2.2. Doelstellingen De algemene doelstellingen van het treasurybeleid zijn: Het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); Het minimaliseren van de kosten van leningen (kosten minimalisatie); Het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van dit treasury statuut (rente maximalisatie); Het beheersen en bewaken van financiële risico's die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risico minimalisatie);
3. Richtlijnen en limieten 3.1. Risico uitgangspunten Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het interne liquiditeitsrisico. Het debiteurenrisico is de kans dat belegde middelen niet worden terugontvangen van debiteuren. Dit risico wordt beperkt door te beleggen bij marktpartijen die voldoen aan de in 59
de eerdergenoemde regeling "Beleggen en belenen" vermelde voorwaarden. Zie hieronder bij artikel 3.3. Het renterisico is het risico verbonden aan de veranderingen in de rentestructuur. Enerzijds bestaat dit uit het risico dat bij teveel uitgezette respectievelijk opgenomen leningen nadeel wordt ondervonden van een rentestijging respectievelijk rentedaling. Anderzijds bestaat dit uit het risico dat bij teveel langlopend uitgezette respectievelijk opgenomen leningen niet kan worden geprofiteerd van een rentestijging respectievelijk rentedaling. Het renterisico dient te worden afgedekt door het opbouwen van een evenwichtige beleggingsportefeuille in relatie tot de geldende rentestructuur en de verwachtingen ten aanzien van de renteontwikkeling. Het interne liquiditeitsrisico is de kans dat opbrengsten worden gemist dan wel kosten worden gemaakt door wijzigingen in de geprognosticeerde financieringsbehoefte en investeringsplannen. Met name de interne informatieverstrekking en de planning van projecten in de investeringssfeer spelen hierbij een belangrijke rol. Goede interne afspraken en een regelmatige actualisatie van de prognoses van de financieringsbehoefte zullen het liquiditeitsrisico beperken. 3.2. Richtlijnen en limieten t.a.v. financiering Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal 3 partijen. 3.3. Richtlijnen en limieten t.a.v. beleggingen Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de volgende geldnemers: Financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste één erkende rating agency Rechtspersonen voor wier papier een solvabiliteitsratio van 0% geldt Financiële instellingen, met een kredietwaardigheid vergelijkbaar met het gestelde onder het eerste punt, voor zover vastgelegd en onderbouwd door de instelling.
De effecten zijn verplaatst van de post Financiële vaste activa (1.3.6) naar overige Effecten (1.6.3) omdat in 2013 deze effecten aflopen. De effecten in de vorm van een garantiefonds van € 10 mln. zijn belegd conform de regeling “Beleggen en belenen” van het ministerie van OCW. In 2012 zijn effecten € 6,4 mln. opgenomen (€ 4,4 mln.) opgenomen en vrijgevallen (€ 2mln.). Het aangetrokken langlopend krediet ad € 2,9 mln. voldoet aan de regeling “Beleggen en belenen” van het ministerie van OCW.
60
Jaarrekening Grondslagen Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de wettelijke voorschriften inzake de jaarrekening van het Burgerlijk Wetboek, titel 9 van boek 2 en de richtlijnen jaarverslaglegging toegepast. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs van een materieel vast actief bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om het actief op zijn plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De lineaire afschrijvingen vinden plaats op basis van de verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde. Voor de materiële vaste activa worden 5 categorieën met bijbehorende afschrijvingstermijnen gehanteerd, te weten: gebouwen 30 jaar verbouwingen 20 jaar installaties 20 jaar inventaris 10 jaar Op grond wordt niet afgeschreven. De activeringsgrens is bepaald op € 10.000 per stuk. De inrichting van één complex of grote ruimte, het in één keer aanschaffen van een omvangrijke kwantiteit aan investeringsgoederen en nieuw- of aanbouw van een pand worden als één stuk aangemerkt en om die reden geactiveerd. Panden worden alleen geactiveerd voor zover het economisch eigendom bij VO Haaglanden rust. In de regel ligt het economisch eigendom van de panden bij de gemeente Den Haag. Financiële vaste activa Financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of lagere marktwaarde. Effecten Effecten zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of lagere marktwaarde. Liquide middelen Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd en omvatten kasmiddelen en tegoeden op bank- en girorekeningen. De tijdelijk vastgelegde geldmiddelen (deposito's en spaarrekeningen) met een looptijd korter dan een jaar, worden beschouwd als liquide middelen. Vastgelegde middelen langer dan een jaar, worden verantwoord onder de financiële vaste activa. Vorderingen Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van een eventuele noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. 61
Voorzieningen Deze zijn tegen de nominale waarde gewaardeerd: onttrekking direct van de voorzieningen. Vrijval en dotaties lopen via de exploitatie. Onderhoudsvoorziening Een kosten-egalisatievoorziening, wordt bovenschools planmatig gevormd voor kosten van groot onderhoud aan onroerende zaken die een onregelmatig verloop hebben over de jaren. Onder groot onderhoud is begrepen het instandhouden van gebouwen en installaties die de waarde van het gebouw, inventaris en /of terrein niet beïnvloeden. De voorziening wordt bepaald op basis van het meerjaren onderhoudsplan. De werkelijke uitgaven voor onderhoud van onroerende zaken wordt ten laste van de voorziening gebracht. Voorziening personeel Deze wordt gevormd voor spaarverlof en jubilea uitgaven. Hierin wordt gerekend met de in de CAO van VO Haaglanden hiervoor opgenomen bedragen en vereisten. De kosten worden ten laste van de voorziening gebracht. De dotaties ten laste van de exploitatie. Schulden Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Bepaling van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat wordt ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Het uitgangspunt bij baten is het realisatieprincipe en bij lasten het voorzichtigheidsprincipe. Als boekjaar wordt een kalenderjaar gehanteerd. Consolidatie De balans en de exploitatierekening van de Stichting VO Haaglanden en de Stichting BMO VO Haaglanden zijn geconsolideerd. De Stichting VO Haaglanden kan direct dan wel indirect beslissende zeggenschap uitoefenen op Stichting BMO VO Haaglanden. Daarom is de Stichting BMO VO Haaglanden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting VO Haaglanden. Kasstroomoverzicht Dit overzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Interne boekingen Om de interne beheersing zo optimaal mogelijk te hebben worden de baten en lasten tussen de scholen en het managementbureau verdeeld. In 2011 zijn de interne baten en lasten gesaldeerd gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening om een juist beeld te krijgen. Valuta De bedragen zijn opgenomen in hele euro’s tenzij anders vermeld.
62
Balans 1
Activa 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Vaste Activa 1.2
Materiële vaste activa
13.544.700
12.318.200
1.3
Financiële vaste activa
0
16.521.700
Totaal vaste activa
13.544.700
28.839.900
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.6
Effecten
1.7
Liquide middelen
7.243.500
6.019.200
10.000.000
4.424.300
1.786.700
1.097.200
Totaal vlottende activa
19.030.200
11.540.700
Totaal activa
32.574.900
40.380.600
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen
2.2
14.987.400
14.702.400
Voorzieningen
4.598.500
3.684.800
2.3
Langlopende schulden
2.660.000
2.820.000
2.4
Kortlopende schulden
10.329.000
19.173.400
Totaal passiva
32.574.900
63
40.380.600
Staat van Baten en Lasten Baten 31-12-2012 EUR
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
Begroot 2012 EUR
31-12-2011 EUR
89.446.300
87.790.000
87.574.300
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.948.500
4.480.000
8.978.300
Overige baten
5.906.500
4.490.000
5.627.500
99.301.300
96.760.000
102.180.100
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
5
31-12-2012
Begroot 2012
31-12-2011
EUR
EUR
EUR
76.303.900
73.100.000
75.176.300
757.000
660.000
139.100
9.750.000
10.020.000
16.749.800
Overige lasten
12.586.100
12.780.000
12.805.600
Totaal lasten
99.397.000
96.560.000
104.870.800
Saldo baten en lasten
-95.700
200.000
-2.690.700
Financiële baten en lasten
380.700
510.000
429.500
Resultaat
285.000
710.000
-2.261.200
De toelichting op de begroting 2012 ten opzichte van de realisatie treft u op de volgende pagina aan.
64
Staat van Baten en Lasten
De begroting De begroting wordt gemaakt op basis van het voorzichtigheidsbeginsel: alleen die baten worden opgenomen in de begroting die redelijk zeker zijn. De overige baten, huisvestingslasten en overige lasten in 2012 zijn intercompany gesaldeerd gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening om een juist beeld te krijgen. Verklaring resultaat: Het resultaat 2012 is € 0,4 mln. negatiever dan begroot. Dit is grotendeels te verklaren door de hogere uitgaven voor personeel. De personele lasten zijn € 3,2 mln. hoger dan begroot door de stijging van de werkgeverslasten en de verhoogde kosten personeel door invoering functiemix en inkorting salarislijnen. De rijksbijdragen zijn gestegen (1,7 mln. hoger dan begroot) maar niet voldoende om de gestegen personele lasten te dekken.En er zijn meer subsidies van derden (zoals ESF, VO-Raad) ontvangen dan begroot (1,4 mln.). Om de prestatie voor de subsidies te kunnen leveren is personeel ingezet. Verklaring grootste verschillen per baten/lastenpost: ● De rijksbijdragen zijn € 1,7 mln. hoger dan begroot doordat er meer bekostigde leerlingen - namelijk 2% aanwezig waren dan geprognosticeerd en er waren meer additionele baten dan begroot zoals de Prestatiebox. De bekostiging exploitatie is eenmalig gecompenseerd, dit is niet begroot. ● De gemeentelijke baten zijn € 0,5 mln. lager dan begroot doordat de nieuwbouw van de Landréstraat, Maris College, was begroot in 2012 - 2013 is uitgesteld. Dit gebouw staat nu in 2014 gepland. Zie ook de kosten onder 4.3 huisvesting. De met deze post samenhangende huisvestingslasten (ten laste van Vastgoed) zijn ook lager dan begroot. ● De overige baten zijn € 1,4 mln. hoger dan begroot. Bij de scholen wordt deze post voorzichtig begroot omdat het in vele gevallen op het moment van begroten nog niet bekend is of de incidentele subsidies van derden wel worden toegekend. ● De personele lasten zijn € 3,2 mln. hoger dan begroot door de stijging van de salarislasten in het kader van de functiemix en de inkorting van de salarislijnen. In 2012 zijn de premies verhoogd voor het ABP en de WGA. Om de prestatie te kunnen leveren voor de incidentele subsidies (zie hierboven) moeten personele kosten worden gemaakt. ● De financiële baten en lasten zijn € 0,1 mln. lager dan begroot is te verklaren doordat de rente die in 2012 werd vergoed op de spaartegoeden lager was dan in de begroting was voorzien.
65
Kasstroomoverzicht
Saldo Baten en Lasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR -95.700
-2.690.700
757.000 913.700
139.300 -1.869.500
1.224.300
-450.300
Schulden
-8.844.400
5.722.600
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties
-8.493.700
1.752.000
Ontvangen interest
1.559.900
3.003.700
Betaalde interest
1.179.200
2.574.200
-8.113.000
2.181.500
1.983.500
11.025.400
-10.946.000
-2.006.900
8.962.500
-9.018.500
160.000
2.860.000 40.000
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-160.000
2.820.000
Mutatie liquide middelen
689.500
-4.017.000
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voor voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
66
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa Aanschaf prijs 1-1-2012 EUR
Afschrijvingen cumulatief 1-1-2012 EUR
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
1-1-2012 EUR
EUR
EUR
EUR
Aanschaf prijs 31-12-2012 EUR
Afschrijvingen Boekwaarde cumulatief 31-12-2012 31-12-2012 EUR EUR
1.2.1 Gebouwen en terreinen
9.131.200
62.000
9.069.200
1.311.900
394.600
10.443.100
456.600
9.986.500
1.2.2 Inventaris en apparatuur
3.333.600
84.600
3.249.000
671.600
362.400
4.005.200
447.000
3.558.200
12.464.800
146.600
12.318.200
1.983.500
757.000
14.448.300
903.600
13.544.700
Materiële vaste activa
De activering van € 14.448.300 betreft de volgende projecten:
0
1.492.700
afschr. termijn 20 jaar
inventaris en apparatuur € 4.005.200 Atlas Onderwijsgroep, inventaris Karmozijnstraat
€
208.000
afschr. termijn 10 jaar
€
1.591.500
20 jaar
Einder, inventaris Schalkburgerstraat
€
158.300
10 jaar
Einder aanpassing Schalkburgerstraat
€
208.700
10 jaar
Gymnasium Haganum, inventaris
€ 1.295.100
10 jaar
Gymnasium Haganum, gebouw Laan van Meerdervoort
€
1.202.600
geen
Johan de Witt scholengroep, inventaris Capadosestraat
€
243.300
10 jaar
Haags Montessori Lyceum, grond
€
6.200
geen
Johan de Witt scholengroep, inventaris Zusterstraat
€
465.100
10 jaar
Johan de Witt scholengroep, grond
€
1.600
30 jaar
Maerlant-Lyceum, inventaris
€
173.600
10 jaar
Johan de Witt scholengroep, gebouw Capadosestraat
€
616.700
30 jaar
Maris College, inventaris Nolenslaan (gym- en lesgebouw)
€ 1.461.800
10 jaar
Johan de Witt scholengroep, gebouw Zusterstraat
€
1.103.700
30 jaar
Maerlant-Lyceum, gebouw Johannes Bildersstraat
€
146.500
30 jaar
Maris College, gebouw Nolenslaan
€
1.280.900
30 jaar
Maris College, gymzaal Nolenslaan
€
2.792.000
30 jaar
gebouwen en terreinen € 10.443.100 Atlas Onderwijsgroep, gebouw Karmozijnstraat € Atlas Onderwijsgroep, KWO project en ventilatie
Alle projecten zijn in gebruik genomen. In 2010 is het project Maerlant-Lyceum in gebruik genomen. In 2011 zijn de projecten Zusterstraat van de Johan de Witt Scholengroep en de Nolenslaan, het gebouw en de gymzaal van Maris College in gebruik genomen. In 2012 zijn de projecten Atlas Karmozijnstraat, De Einder Schalkburgerstraat, Gymnasium Haganum en de Capadosestraat van de Johan de Witt Scholengroep en heeft afschrijving plaats gevonden. 67
Vaste activa
1.3
Financiële vaste activa Boekwaarde
Investeringen Desinvestering
1-1-2012
en verstrekte
en
leningen
afgeloste
Resultaat
Boekwaarde
deelnemingen
31-12-2012
EUR
EUR
leningen EUR
EUR
EUR
1.3.1
Groepsmaatschappijen
0
0
0
0
0
1.3.2
Andere deelnemingen
0
0
0
0
0
1.3.6
Effecten
12.000.000
0
12.000.000
0
0
1.3.7
Overige vorderingen
4.521.700
475.000
4.996.700
0
0
16.521.700
475.000
16.996.700
0
0
1.3.6.1 Aandelen
12.000.000
0
12.000.000
0
1.3.6.2 Obligaties
0
0
0
0
1.3.6.3 Overige
0
0
0
0
Effecten
12.000.000
0
12.000.000
0
Financiële vaste activa Uitsplitsing
1.3.6 Effecten 1.3.6.1 Aandelen Van de post effecten per 1 januari 2012 met een boekwaarde van € 12 mln. is een garantiefonds van € 2 mln. na een looptijd van zeven jaar in februari 2012 vrijgevallen. De resterende € 10 mln. betreft een garantiefonds met een looptijd van tien jaar. Dit fonds valt vrij in mei 2013 en is derhalve verplaatst naar 1.6.3 kortlopende effecten. 1.3.7 Overige vorderingen De post onder 1.3.7 betreft de te vorderen rente over de garantiefondsen van € 10.000.000 en € 2.000.000. De opgenomen rente van € 405.000 van de beginbalans is in februari 2012 uitgekeerd over het garantiefonds van € 2 mln. De mutatie van € 475.000 betreft de te vorderen gegarandeerde rente 2012 over de € 10.000.000. De totaal uit te keren gegarandeerde rente ad € 4,6 mln. wordt in mei 2013 uitgekeerd. Derhalve is de post opgenomen onder de post 1.5.7 overige vorderingen.
68
Voorraden & Vorderingen 1.5
Vorderingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
1.5.1
Debiteuren
201.700
374.500
1.5.2
OCW
247.000
217.700
1.5.4
Andere deelnemingen
0
0
1.5.5
Studenten/deelnemers/cursisten
0
0
1.5.6
Overige overheden
0
0
1.5.7
Overige vorderingen
5.875.200
4.993.400
1.5.8
Overlopende activa
919.600
433.600
7.243.500
6.019.200
Vorderingen 1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren
De post debiteuren betreft hoofdzakelijk vorderingen op ouders. 1.5.2 OCW De post vordering op OCW van € 0,2 mln. bestaat uit geoormerkte subsidies die al toegekend zijn door het ministerie en betrekking hebben op 2012 en 2013 maar waarvan de bedragen nog niet zijn ontvangen (Veiligheid LHBT-jongeren, Voortijdig schoolverlaten en Leerlinggebonden budget). 1.5.7 Overige vorderingen Deze post van € 5,9 mln. betreft: ● De te vorderen rente van het garantiefonds van Loyalis € 4,6 mln. Deze gegarandeerde rente wordt in mei 2013 uitgekeerd. In 2012 was deze vordering opgenomen onder de post 1.3.7 Overige vorderingen en is verplaatst gezien de korte termijn van vrijvallen. ● De vordering op de gemeente Den Haag van € 1,3 mln. betreft op balansdatum 2012 de volgende huisvestingprojecten: De Einder € 0,1 mln. betreft huur Badhuis Johan de Witt Scholengroep, Capadosestraat
€ 0,6 mln. betreft de nog te declareren kosten nieuwbouw € 0,4 mln. betreft de bijdrage aan de revitalisatie monument € 0,2 mln. betreft voorbereidings krediet voor de nieuwbouw
Maerlant-Lyceum, Johannes Bildersstraat Maris College, Landréstraat
1.5.8 Overige overlopende activa De post overlopende activa betreft voornamelijk nog te ontvangen baten (€ 0,6 mln.), dit betreft nog niet ingezette subsidies derden. En vooruitbetaalde kosten (€ 0,3 mln.), deze kosten hebben betrekking op 2013. 69
Effecten & Liquide middelen 1.6
Effecten Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
1-1-2012
Boekwaarde 31-12-2012
EUR
EUR
EUR
EUR
1.6.1
Aandelen
0
0
0
0
1.6.2
Obligaties
0
0
0
0
1.6.3
Overige effecten
4.424.300
10.000.000
4.424.300
10.000.000
Effecten
4.424.300
10.000.000
4.424.300
10.000.000
1.6 Effecten 1.6.3 Overige effecten Per 1 januari 2012 betreft de post effecten het Rentefonds Europa 1-3 marktwaarde € 4.424.300. De desinvestering betreft het Rentefonds Europa 1-3. De effecten met de netto marktwaarde van € 4.513.594 is in 2012 opgenomen. De investering van € 10 mln. betreft de verplaating van het garantiefonds Onderwijs van post 1.3.6 Effecten dat in mei 2013 vrijvalt. De marktwaarde per 31 december 2012 bedroeg € 15.156.262. 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.3
Deposito's
1.7.4
Overige liquide middelen
Liquide middelen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
73.100
61.900
1.712.500
1.033.900
1.100
1.400
0
0
1.786.700
1.097.200
1.7 Liquide middelen 1.7.1 en 1.7.2 Kasmiddelen en tegoeden op bank-en girorekeningen De tegoeden op de bankrekeningen zijn op balansdatum met € 0,7 mln. toegenomen ten opzichte van 2011 als gevolg van de desinvesteringen van de effecten.
70
Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen Stand
Resultaat
Overige mutaties
1-1-2012 EUR
Stand per 31-12-2012
EUR
EUR
EUR
2.1.1
Algemene reserve
9.815.600
-220.700
9.594.900
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
4.886.800
505.700
5.392.500
14.702.400
285.000
4.450.900 435.900
489.400 16.300
4.886.800
505.700
Eigen vermogen
0
14.987.400
Uitsplitsing 2.1.2.N Personele reserve Reservering additionele subsidies Bestemmingsreserve (publiek)
4.940.300 452.200 0
5.392.500
2.1 Eigen vermogen 2.1.1 Algemene reserve De voorgenomen bestemming van de algemene reserve is als volgt: op basis van de risicoanalyse van de scholen is het weerstandsvermogen vastgesteld. Hierbij zijn twee percentages tot stand gekomen: maximaal 10% voor de scholen met een laag risico, totaal € 4,7 mln. en maximaal 15% voor scholen met een gemiddeld risico, totaal € 7,8 mln. (zie bestuursverslag/ risicoanalyse financiële positie). In de bovengenoemde buffers van 10% en 15% is 5% (€ 5,0 mln.) gereserveerd voor het sociaal fonds (zie bestuursverslag/algemene instellingsgegevens/het fonds VO Haaglanden). Een gemiddelde buffer van 10% is toereikend. 2.1.2 Bestemmingsreserve De bestemmingsreserve voor personele verplichtingen bestaat uit: 1. reserve bapo € 2,2 mln., volgens het addendum behorend bij de CAO VO Haaglanden is het uitstellen van bapo door de functiecategorie directie en Onderwijs Ondersteunend Personeel mogelijk. De bestemmingreserve bapo is hiervoor opgebouwd; 2. fonds VO Haaglanden ad € 1,1 mln., zie toelichting jaarverslag/fonds VO Haaglanden; 3. risico's met betrekking tot wachtgeld en andere personele verplichtingen ad € 1,7 mln. 4. niet opgenomen lasten januari - juli 2013 voor maatschappelijke stages en leerling-gebonden budget € 0,4 mln.
71
Voorzieningen 2.2
Voorzieningen Stand
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
1-1-2012 EUR
EUR
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
1.175.600
235.900
2.2.3
Overige voorzieningen
2.509.200
707.700
Voorzieningen
3.684.800
943.600
EUR
25.300
25.300
EUR
4.600
4.600
Rente mutatie (bij
Stand per
Kortlopend
Langlopend
contante waarde)
31-12-2012
deel<1 jaar
deel>1 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
0
1.381.600
1.381.600
0
3.216.900
3.216.900
0
4.598.500
0
4.598.500
2.2 Voorzieningen 2.2.1 Personeelsvoorzieningen De personele voorzieningen betreffen ultimo 2012 spaarverlof en jubilea. De onttrekking betreft de voorziening spaarverlof. De voorziening jubilea is als volgt opgebouwd: per personeelslid berekend op basis van leeftijd, aantal dienstjaren, werktijdfactor schaal, aantal opbouwjaren en blijfkans. 2.2.3 Overige voorzieningen De overige voorzieningen betreft de voorziening onderhoud. De voorziening onderhoud is opgebouwd om het meerjarig onderhoudsplan (MOP) uit te kunnen voeren. De dotatie van € 0,7 mln. betreft de actualisatie van de voorziening onderhoud voor het gebouw van het Segbroek College. De voorziening ultimo 2012 van € 3,2 mln. is bestemd voor de volgende projecten: Dalton Den Haag, renovatie leerlingensoos, Haags Montessori Lyceum, renovatie administratie- en directievleugel Maris College, renovatie Nieuwe Duinweg Segbroek College, renovatie gymzalen en gebouw.
72
Langlopende schulden 2.3
Langlopende schulden Stand 1-1-2012 EUR
2.3.5
Overige langlopende schulden
2.820.000
Langlopende schulden
2.820.000
Aangegane leningen EUR
Aflossingen EUR
0
Stand 31-12-2012 EUR
160.000
2.660.000
160.000
2.660.000
Looptijd > 1 jaar EUR
Looptijd > 5 jaar EUR
0
Rentevoet
2.860.000
3,84
2.860.000
3,84
2.3.5 Overige langlopende schulden In 2011 is een langlopend (maximale aflossingstermijn 20 jaar) krediet afgesloten bij de ING voor de bouw van de gymzalen aan de Mgr. Nolenslaan, locatie van het Maris College. De opbouw van de rente van 3,84% is Euribor 0,19 en vaste rente 3,650.
73
Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
2.4.3
Crediteuren
1.619.200
4.359.500
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
3.596.000
3.348.100
2.4.8
Schulden ter zake van pensioenen
879.700
778.200
2.4.9
Overige kortlopende schulden
0
7.170.700
2.4.10
Overlopende passiva
4.234.100
3.516.900
10.329.000
19.173.400
3.201.000
3.098.900
Kortlopende schulden Uitsplitsing 2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.2
Omzetbelasting
175.700
1.600
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen
219.300
247.600
3.596.000
3.348.100
510.900
300.000
2.375.000
2.330.100
1.348.200
886.800
4.234.100
3.516.900
Belasting en premies sociale verzekeringen 2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva 2.4 Kortlopende schulden
2.4.3 Crediteuren De post crediteuren is ten opzichte van 2011 met 2,7 mln. afgenomen. In december 2011 waren er veel facturen voor de bouw binnengekomen die in 2012 zijn betaald. Ook in 2012 is dit het geval doch het aantal facturen was geringer doordat er minder lopende bouwprojecten waren dan in 2011. 2.4.9 Overige kortlopende schulden De post overige kortlopende schulden is ten opzichte van 20101 met € 7,1 mln. afgenomen. In 2011 betrof dit een kortlopend krediet bij de bank in verband met liquiditeitsprobleem ontstaan door de investeringen in de huisvesting. In juni 2012 is dit krediet afgelost. 2.4.10 Overlopende passiva 2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW De post vooruitontvangen subsidies OCW is ten opzichte van 2011 met € 0,2 mln. toegenomen. Dit betreft de subsidie voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voortijdig schoolverlaten. Deze subsidies hebben betrekking op 2013 en zijn ontvangen in 2012. 2.4.10.8 Overige De post Overige is ten opzichte van 2011 met € 0,5 mln. toegenomen. Dit betreft niet bestede subsidiebedragen van de gemeeente Den Haag en een verhoging van de terug te betalen subsidiebedragen aan het ministerie van OCW. 74
Geoormerkte subsidies OCW G2A Geoormerkte subsidies en aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Doorontwikkeling PRO
Toewijzing kenmerk
Bedrag van toewijzing EUR
Ontvangen t/m verslagjaar EUR
Totale kosten
Te verrekenen
EUR
EUR
486550/486560
27.500
27.500
27.500
0
Innovatieimpuls Onderwijs
279723
2.500
2.500
2.500
0
Energie binnenmilieu
diverse
839.300
839.300
542.600
296.700
Zij-instromers
diverse
347.000
347.000
95.000
252.000
Studieverlof
diverse
160.600
160.600
151.800
8.800
1.376.900
1.376.900
819.400
557.500
Totaal
G2B Geoormerkte subsidies en doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Voortijdig schoolverlaten
Toewijzing kenmerk
Bedrag van toewijzing
Saldo 1-1-2012
Ontvangen t/m verslagjaar
Lasten in verslagjaar
Totale kosten 31-12-2012
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Saldo nog te besteden 31-12-2012 EUR
12/64563/64568
626.000
232.000
521.500
200.000
420.000
101.500
Innovatieimpuls
309171
55.000
10.000
55.000
17.100
52.100
2.900
Prestatiesubsidie VSV
diverse
150.000
0
150.000
0
0
150.000
10.000
0
0
0
0
0
841.000
242.000
726.500
217.100
472.100
254.400
Sociale veiligheid LHBT-jongeren
Totaal
75
Niet uit de balans blijkende verplichtingen ● Voor de huisvesting van het bestuursbureau (BMO) is een huurcontract voor het pand De Ruijterstraat 36 te Den Haag afgesloten Per ultimo 2012 loopt het het huurcontract nog vier jaar en negen maanden. De huursom betreft € 190.000 voor deze periode. ● Voor de huur Schalkburgerstraat (De Einder) is een huurcontract afgesloten. Per ultimo 2012 loopt het huurcontract nog 7 maanden. De huursom betreft € 116.500 voor deze periode. ● Voor de huur badhuis/Spionkopstraat 15 (De Einder) is een huurcontract afgesloten. Per ultimo 2012 loopt het huurcontract nog zes jaar en negen maanden. De huursom betreft € 1.181.250 voor deze periode. Van dit bedrag komt € 189.000 ten laste van de school Het resterende bedrag wordt vergoed door de Gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed. ● Voor de Landréstraat (Maris College) is een medegebruiksovereenkomst afgesloten. Per ultimo 2012 loopt het huurcontract nog een jaar (jaarlijks op te zeggen). De som betreft € 40.000 voor deze periode. ● Voor de huur noodlokalen aan de Goudsbloemlaan (Segbroek College) is een huurcontract afgesloten. Per ultimo 2012 loopt het huurcontract nog een jaar en zeven maanden. De huursom betreft € 52.250 voor deze periode. ● Voor de renovatie Klaverstraat (Segbroek College) staat per ultimo 2012 de volgende verplichting open: architect VO-fase ad € 20.000 en het installatie advies VO- en DO-fase ad € 60.000.
76
Overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
76.535.700
74.295.500
3.1.2
Overige subsidies OCW
12.910.600
13.278.800
Rijksbijdragen
89.446.300
87.574.300
76.535.700
74.295.500
493.900
903.100
12.416.700
12.375.700
12.910.600
13.278.800
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 2,2 mln. ten opzichte van 2011. De stijging is als volgt te verklaren: ● stijging van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2012 met 2%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix; ● verhoging bekostiging exploitatiekosten in verband met een eenmalige compensatie en prijsbijstelling in 2012. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De afname van de geoormerkte subsidies ten opzichte van 2011 met € 0,4 mln. is te verklaren door de subsidies energie en binnenmilieu (Atlas Onderwijsgroep en Gymnasium Haganum). Deze subsidies zijn in 2010 toegekend en in 2011 uitgegeven.
77
Overheidsbijdragen 3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.948.500
8.978.300
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.948.500
8.978.300
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies Deze baten betreffen de subsidies van de gemeente Den Haag van diverse productgroepen, in het bijzonder Vastgoed en Onderwijsbeleid. De afname van € 5,0 mln. ten opzichte van 2011 betreft de afname in de bijdragen voor nieuwbouw van de gemeente Den Haag afdeling Vastgoed (€ 5,4 mln.) en de toename van de subsidies Onderwijsbeleid (€ 0,3 mln.). ● In 2011 was de vergoeding vanb de gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed € 6,9 mln. Dit betrof de nieuwbouw en revitalisatie van het schoolgebouw aan de Laan van Meerdervoort van Gymnasium Haganum € 2,0 mln. En de nieuwbouwprojecten Zusterstraat, locatie Johan de Witt Scholengroep € 2,0 mln. en Nolenslaan, locatie van het Maris College € 1,8 mln. en tegemoetkoming huur Badhuis van de Einder € 0,1 mln. ● In 2012 is de vergoeding van de gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed € 1,5 mln. Dit betreft de nieuwbouwprojecten Capadosestraat, locatie Johan de Witt Scholengroep € 1,3 mln. en Nolenslaan, locatie van het Maris College, een laatste termijn € 0,1 mln. en tegemoetkoming huur Badhuis van de Einder € 0,1 mln.
78
Andere baten 3.3
College- cursus-, les- en examengelden Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.5.1
Verhuur
140.700
118.900
3.5.2
Detachering personeel
183.500
204.200
3.5.5
Ouderbijdragen
3.066.100
2.884.200
3.5.6
Overige
2.516.200
2.420.200
Overige baten
5.906.500
5.627.500
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur De stijging van de verhuur met € 0,02 mln. ten opzichte van 2011 betreft de verhuur van ruimte aan derden door het Maerlant-Lyceum. 3.5.5 Ouderbijdragen De stijging van de ouderbijdragen met € 0,2 mln. ten opzichte van 2011 betreft enerzijds stijging van het aantal leerlingen in totaal met € 0,4 mln. en anderzijds een verschuiving over boekjaren (Dalton Den Haag) met € 0,2 mln. 3.5.6 Overige De post overige baten is toegenomen met € 0,1 mln. ten opzichte van 2011 betreft vooral de toename in het aantal subsidies bij de Einder.
79
Lasten 4.1
Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
EUR 69.734.300 6.968.400 398.800
EUR 68.545.300 7.039.800 408.800
Personeelslasten
76.303.900
75.176.300
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
55.541.600 6.163.200 8.029.500
55.296.900 5.912.400 7.336.000
Lonen en salarissen
69.734.300
68.545.300
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
235.900 3.370.600 3.361.900
175.400 3.338.700 3.525.700
Overige personele lasten
6.968.400
7.039.800
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post salarissen is gestegen met € 1,2 mln. ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. In 2012 had VO Haaglanden 30 fte's (2,5%) formatie minder dan in 2011 bij een toename van het aantal leerlingen van 2%. Toch heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2011. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen De post dotaties is ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. toegenomen. In 2010 is de voorziening jubilea nieuw opgebouwd. In 2012 heeft er een aanvullende dotatie plaats gevonden van 0,1 mln., dit is € 50.000 meer dan in 2011. De overige € 50.000 verschil is te verklaren door de toename van het aantal deelnemers aan de regeling spaarverlof. 4.1.2.3 Overig De afname van de post overig met € 0,2 mln. ten opzichte van 2011 is te verklaren doordat de vavokosten lager zijn. In 2011 betrof dit de kosten schooljaar 2011-2012. In 2012 is de rekening van de ROC's over het schooljaar 2012-2013 geknipt in 5/12e (augustus - december 2012) en 7/12e (januari - juli 2013) en worden de kosten toegerekend aan de juiste boekjaren.
80
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
757.000
139.100
Afschrijvingen
757.000
139.100
4.2.2 Materiële vaste activa De post afschrijvingen is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 0,6 mln. In 2012 zijn de projecten Karmozijnstraat van de Atlas Onderwijsgroep, Laan van Meerdervoort van Gymnasium Haganum en Capadosestraat van Johan de Witt Scholengroep in gebruik genomen. De geactiveerde kosten zijn afgeschreven.
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
647.800 0 4.632.000 1.486.400 1.740.200 207.400 707.700 328.500
892.800 0 11.031.100 1.515.400 1.712.900 202.800 1.154.400 240.400
Huisvestingslasten
9.750.000
16.749.800
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur De post huur is afgenomen met € 0,3 mln. ten opzichte van 2011. In verband met de nieuwbouw en revitalisatie van het gebouw van Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort is de school in 2011 gehuisvest geweest in de Stokroosstraat. In 2012 was de renovatie afgerond en kon de school weer terug naar de Laan van Meerdervoort. 4.3.3 Onderhoud De post onderhoud is met € 6.4 mln. afgenomen ten opzichte van 2011. Enerzijds is € 0,2 mln. meer uitgegeven als gevolg van het opstarten van het project aan de Klaverstraat, locatie Segbroek College. Anderzijds is € 6,6 mln. minder uitgegeven aan onderhoud. In 2011 waren de kosten voor de revitalisatie en onderhoud aan de panden van Atlas Onderwijsgroep (locatie Karmozijnstraat), Gymnasium Haganum, Capadosestraat van Johan de Witt Scholengroep en Nolenslaan van het Maris College hoog. In 2012 zijn deze werkzaamheden afgerond. 4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen De post dotatie van € 0,7 mln. betreft de voorziening onderhoud voor de revitalisatie van de Klaverstraat van het Segbroek College. 81
Lasten 4.4
Overige lasten 31-12-2012
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
Overige lasten
31-12-2011
EUR 1.913.900 6.289.200
EUR 2.133.600 6.162.200
4.383.000
4.509.800
12.586.100
12.805.600
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten De kosten zijn met € 0,2 mln. afgenomen ten opzichte van 2011. In 2011 zijn er extra investeringen geweest voor wat betreft het nieuwe netwerk van Maris College en het BMO (bovenschools bureau). In 2012 hebben er geen investeringen plaatsgevonden. 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Deze post neemt € 0,1 mln. toe ten opzichte van 2011. Enerzijds is er minder uitgegeven aan inkopen schoolboeken en anderzijds is er meer uitgegeven aan automatiseringskosten onderwijs en kopieerkosten. 4.4.4 Overige De afname van de kosten met € 0,1 mln. ten opzichte van 2011 is te verklaren doordat er door scholen minder is uitgegeven aan excursiekosten/werkweken/naschoolse activiteiten.
82
Financieel en buitengewoon 5
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
5.1
Rentebaten
1.559.900
3.003.700
5.5
Rentelasten (-/-)
1.179.200
2.574.200
380.700
429.500
Financiële baten en lasten
5 Financiële baten en lasten De afname van de totale rentebaten en lasten is € 50.000 ten opzichte van 2011. Dit is te verklaren door de afloop van een van de twee garantiefondsen.
83
Verplichte toelichting Model E: Verbonden partijen Naam
Juridische vorm 2012
Stg. BMO VO Haaglanden
Code activiteiten
Statutaire zetel
Stichting
Den Haag
Eigen vermogen 31-12-2012
Resultaat jaar 2012
Art 2 403 BW
Deelname
Consolidatie
EUR
EUR
ja/nee
%
ja/nee
ja
100
ja
Voorzieningen beloning 2012 EUR
4
Model F: Vermelding op basis van de WOPT Duur dienstverband
Belastbaar loon
Vanaf
Tot
2012 EUR
Uitkeringen 2011 EUR
2012 EUR
2011 EUR
Ingangsdatum dienstverband
Taakomvang
Dienstbetrekking (D) of op Interim basis (I)
FTE 1,0000
Totaal 2012 EUR
2011 EUR
In 2012 zijn geen vermeldingen op te nemen.
Model H: Bezoldigingen van bestuurders en toezichthouders Is er een bezoldiging van de bestuurders?
ja
Is er een bezoldiging van de toezichthouders?
ja Duur arbeids- Duur arbeidsovereenkomst/ overeenkomst/ werkwerkzaamheden zaamheden Vanaf Tot
College van Bestuur: drs. F.A.E.Burema
01-01-2012
31-12-2012
01-01-2003
Bonus betalingen/ gratificatie
D of I
Periodiek betaalde beloningen/ gratificatie 2012
D
105.480
19.074
20.027
105.480
19.074
20.027
Totaal Bestuurders Raad van Toezicht mr. A.H. van Delden, voorzitter ir. J. de Jong, secretaris drs. J.H. de Boo, lid J. Mohamedajoeb, lid kbg F.E. Nieboer, lid kbg mevr. drs. L.E.J. Engering, lid mevr. A.A. van den Heuvel, lid
01-01-2012 01-01-2012 01-01-2012
31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012
01-01-2009 01-01-2009 01-01-2009
D D D
01-01-2012 01-01-2012 10-04-2012
31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012
01-01-2009 12-04-2010 10-04-2012
D D D
Totaal Toezichthouders
6.500 5.000 3.500 5.000 5.000 3.500 3.500 32.000
84
2012
Ontv. pensioen Uitk.wegens bijdragen/bel. beëindiging v/h betaalbaar op dienstverband termijn 2012 2012
Bestemming van het exploitatiesaldo Het geboekte resultaat van € 285.000 is ten gunste van het eigen vermogen geboekt.
88
Bijlage
89
Gegevens rechtpersoon Bestuursnummer
41360
Naam instelling
Stichting VO Haaglanden
Juridische vorm
stichting
Adres
De Ruijterstraat 36
Postadres
Postbus 85695
Postcode/Plaats
2508 CJ Den Haag
Telefoon
070 4262626
Fax
070 4262630
E-mail
[email protected]
Internetsite
www.vohaaglanden.nl
Samenstelling College van Bestuur en Raad van Toezicht op balansdatum College van Bestuur Voorzitter
mevr. drs. F.A.E. Burema
Bestuurssecretaris
drs. P.H. van Laarhoven
Raad van Toezicht Voorzitter
mr. A.H. van Delden
Secretaris
ir. J. de Jong
Leden
drs. J.H. de Boo A.J. Mohamedajoeb F. Nieboer drs. L.E.J. Engering A.A. van den Heuvel
Contactpersoon
mw. M.J.C. de Mari
Telefoon
070 4262620
Fax
070 4262630
E-mail
[email protected]
90
begroting 2013 (bedragen * € 1.000) 3. 3.1 3.2 3.5
Baten (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
90.600 2.160 4.950
Totaal baten
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
97.710
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
77.270 940 7.760 11.740
Totaal lasten
97.710
Saldo baten en lasten
0
5. Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
540 220
Saldo financiële baten en lasten
320
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
320
Saldo exploitatie
320
91
Staat van Baten en Lasten
20CQ
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
16.843.600
16.860.100
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
174.600
159.000
Overige baten
821.500
572.000
17.839.700
17.591.100
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
13.421.800
13.422.900
155.700
0
Huisvestingslasten
1.482.800
1.884.200
Overige lasten
2.649.700
2.180.800
17.710.000
17.487.900
Saldo baten en lasten
129.700
103.200
Financiële baten en lasten
-76.200
-110.200
Resultaat
53.500
-7.000
Totaal lasten
5
92
Overheidsbijdragen 3.1
20CQ
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
14.509.000
14.183.000
2.334.600
2.677.100
16.843.600
16.860.100
14.509.000
14.183.000
62.900
388.300
2.271.700
2.288.800
2.334.600
2.677.100
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 0,3 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011 met 3%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De afname van de geoormerkte subsidies ten opzichte van 2011 met € 0,3 mln. is als volgt te verklaren: in 2011 waren er subsidies voor energie en binnenmilieu, in 2012 niet.
93
Overheidsbijdragen 3.2
20CQ
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
174.600
159.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
174.600
159.000
3.2 Overige overheidsbijdrage en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies Deze subsidie betreft de subsidie van de gemeente Den Haag, productgroep Onderwijsbeleid. De toename in 2012 betreft de subsidie Verlengde Schooldag en Sportief gezond.
94
Andere baten 3.3
20CQ
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.5.1
Verhuur
18.200
18.100
3.5.2
Detachering personeel
44.700
31.100
3.5.5
Ouderbijdragen
682.000
389.600
3.5.6
Overige
76.600
133.200
821.500
572.000
Overige baten
3.5 Overige baten 3.5.5 Ouderbijdragen De post Ouderbijdragen is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 0,3 mln. In 2012 zijn er ook meer uitgaven geweest voor excusies en werkweken.
3.5.6 Overige De post Overige is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 56.600 afgenomen. Dit betreft een afname van de bijdrage van derden in 2012.
95
Lasten 4.1
20CQ Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 12.692.100 822.200 92.500
EUR 12.442.200 1.010.300 29.600
13.421.800
13.422.900
12.692.100
12.442.200
12.692.100
12.442.200
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
75.500 244.100 502.600
38.000 335.200 637.100
Overige personele lasten
822.200
1.010.300
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 249.900 ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.3 Overig De post Overig is met € 134.500 afgenomen ten opzichte van 2011. Dit is toe te schrijven aan lagere kosten voor bij- en nascholing, kosten vavo (nog maar één leerling) en kosten dienstreizen.
4.2
4.2.1 4.2.2
Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
155.700
0
Afschrijvingen
155.700
0
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa De aanpassing van het gebouw Karmozijnstraat, de warmte- en koudeopslag en ventilatie, alsmede de inventaris zijn in 2012 in gebruik genomen.
96
Lasten 4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
20CQ Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige Huisvestingslasten
73.100 0 698.200 250.100 367.300 33.400 0 60.700
72.100 0 1.076.100 283.500 384.600 32.000 0 35.900
1.482.800
1.884.200
4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 0,4 mln. afgenomen. In 2011 waren er extra investeringen op bouwkundig gebied zoals onderhoud en reinigen van de gevel van locatie Ypenburg en locatie Karmozijnstraat: zonnepanelen, fietsenstalling, schilderwerk. In 2012 waren deze er niet.
4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
311.100 1.481.500 0 857.100
234.600 1.210.400 0 735.800
Overige lasten
2.649.700
2.180.800
4.4 Overige lasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Deze post is ten opzichte van 2011 met € 0,3 mln. toegenomen. In 2012 zijn er extra uitgaven geweest ten behoeve van inkopen schoolboeken (meer leerlingen), ICT onderwijs (iPads Leonardo-leerlingen) en kopieerkosten. 4.4.4 Overige Deze post is ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. toegenomen. Dit betreft een stijging van de kosten voor excursies en werkweken. Zie ook de opmerking bij post 3.5.5 Ouderbijdragen.
97
Financieel en buitengewoon 5
20CQ
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-) Financiële baten en lasten
31-12-2011 EUR
700
700
76.900
110.900
-76.200
-110.200
5 Financiële baten en lasten 5.5 Rentelasten De post Rentelasten 2012 betreft een interne lening bovenschools ter bekostiging van het ventilatiesysteem en de koude- en warmteopslag.
98
Staat van Baten en Lasten
20MF
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Totaal baten
6.596.800
6.307.800
32.000
14.600
463.800
709.000
7.092.600
7.031.400
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
5.506.100
5.399.500
0
0
Huisvestingslasten
478.900
454.600
Overige lasten
975.000
1.154.300
6.960.000
7.008.400
132.600
23.000
-300
-200
132.300
22.800
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
99
Overheidsbijdragen 3.1
20MF
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
5.953.400
5.739.300
643.400
568.500
6.596.800
6.307.800
5.953.400
5.739.300
5.500
5.100
637.900
563.400
643.400
568.500
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 0,2 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011 met 2%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2011 met € 74.500 is te verklaren door de subsidie voor de prestatiebox. In 2011 werd deze subsidie nog niet toegekend.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
32.000
14.600
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
32.000
14.600
100
Andere baten 3.3
20MF
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige Overige baten
31-12-2011 EUR
8.900
7.900
12.800
28.500
423.400
635.800
18.700
36.800
463.800
709.000
3.5 Overige baten 3.5.5 Ouderbijdragen De post Ouderbijdragen is afgenomen ten opzichte van 2011 met 0,2 mln. In 2011 was een post opgenomen die nog betrekking had op 2010. De baten van 2012 hadden betrekking op dat kalenderjaar.
101
Lasten 4.1
20MF Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 5.122.100 395.100 11.100
EUR 5.134.800 292.100 27.400
5.506.100
5.399.500
5.122.100
5.134.800
5.122.100
5.134.800
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
20.500 236.100 138.500
1.700 75.000 215.400
Overige personele lasten
395.100
292.100
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is - in tegenstelling tot de meeste andere scholen - afgenomen met € 12.700 doordat de Dalton een formatieve bezuiniging heeft doorgevoerd in 2012. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst Deze post is ten opzichte van 2011 toegenomen met € 161.100. Dit betreft vooral de post uitzendkrachten ten behoeve van projecten en vervanging.
4.2
4.2.1 4.2.2
Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
0
0
Afschrijvingen
0
0
102
Lasten 4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
20MF Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
32.800 0 192.200 73.900 130.000 32.500 0 17.500
40.800 0 206.100 58.800 102.000 29.300 0 17.600
Huisvestingslasten
478.900
454.600
Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
74.000 402.200 0 498.800
86.000 395.400 0 672.900
Overige lasten
975.000
1.154.300
4.4 Overige lasten 4.4.4 Overige De post Overige is met € 0,2 mln. afgenomen ten opzichte van 2011. De afname betreft de uitgaven die gedaan worden voor leerlingactiviteiten die betrekking hebben op deelnemersbijdragen. In 2011 zijn deze middelen over meerdere jaren opgenomen. Zie ook de opmerking bij 3.5.5 Ouderbijdragen.
103
Financieel en buitengewoon 5
20MF
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
31-12-2011 EUR
0
Financiële baten en lasten
104
300
200
-300
-200
Staat van Baten en Lasten
20KD
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.036.500
2.646.700
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
402.700
267.100
Overige baten
659.700
251.900
4.098.900
3.165.700
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.368.200
2.859.900
14.300
0
Huisvestingslasten
522.500
349.600
Overige lasten
337.300
312.600
4.242.300
3.522.100
-143.400
-356.400
-100
-100
-143.500
-356.500
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
De overschrijding in 2012 betreft de voorfinanciering in verband met de stijging van het aantal leerlingen (+27%) en de investering in het multifunctionele gebouw aan de Schalkburgerstraat.
105
Overheidsbijdragen 3.1
20KD
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
2.666.400
2.264.900
370.100
381.800
3.036.500
2.646.700
2.666.400
2.264.900
15.100
30.200
355.000
351.600
370.100
381.800
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 0,4 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011 met 27%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix.
106
Overheidsbijdragen 3.2
20KD
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
402.700
267.100
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
402.700
267.100
3.2 Overige overheidsbijdrage en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies Deze subsidie betreft de subsidie van de gemeente Den Haag, productgroep Onderwijsbeleid. De toename in 2012 betreft subsidies uit de Haagse Educatieve Agenda, zoals Brede Buurtschool, Verlengde schooldag, Schoolsportcoördinator.
107
Andere baten 3.3
20KD
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.5.1
Verhuur
0
0
3.5.2
Detachering personeel
0
6.500
3.5.5
Ouderbijdragen
0
300
3.5.6
Overige
659.700
245.100
Overige baten
659.700
251.900
3.5 Overige baten 3.5.6 Overige De post Overige is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 0,4 mln. Dit betreft vooral incidentele subsidies zoals ESF en ONO.
108
Lasten 4.1
20KD Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 2.939.400 464.800 36.000
EUR 2.534.300 337.600 12.000
3.368.200
2.859.900
2.939.400
2.534.300
2.939.400
2.534.300
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
9.000 361.600 94.200
700 252.100 84.800
Overige personele lasten
464.800
337.600
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 0,4 mln. ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● stijging van formatieplaatsen gezien de groei van het aantal leerlingen (+27%). ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst Deze post is ten opzichte van 2011 toegenomen met € 109.500. Dit betreft vooral de post uitzendkrachten ten behoeve van projecten.
4.2
Afschrijvingen 31-12-2012 EUR
4.2.1 4.2.2
31-12-2011 EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
14.300
0
Afschrijvingen
14.300
0
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa De inrichting van de Schalkburgerstraat is in 2012 in gebruik genomen. 109
Lasten 4.3
20KD Huisvestingslasten 31-12-2012
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
EUR 129.300 0 256.400 44.000 80.800 7.500 0 4.500
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige Huisvestingslasten
522.500
31-12-2011 EUR 29.900 0 204.300 50.900 54.200 5.200 0 5.100 349.600
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur De post Huur is ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. toegenomen. Dit betreft de huur Schalkburgerstraat. Door de groei van het aantal leerlingen (+27%) is het gebouw te krap geworden. In 2013 ontvangt de school vergoeding van de Gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed. 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 52.100 toegenomen. Dit betreft aanpassingen van het gebouw Schalkburgerstraat. 4.3.3 5 Schoonmaakkosten De post Schoonmaakkosten is ten opzichte van 2011 met € 26.600 toegenomen. Dit betreft de schoonmaak van het gebouw Schalkburgerstraat. 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
45.300 187.100 0 104.900
43.200 132.000 0 137.400
Overige lasten
337.300
312.600
4.4 Overige lasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Deze post is ten opzichte van 2011 met € 55.100 toegenomen. Deze post betreft een stijging van alle leerlinggebonden kosten in verband met de stijging van het aantal leerlingen.
110
Financieel en buitengewoon 5
20KD
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
31-12-2011 EUR
0
Financiële baten en lasten
111
100
100
-100
-100
Staat van Baten en Lasten
20LU
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Totaal baten
4.833.800
4.842.900
11.500
2.049.700
234.400
174.400
5.079.700
7.067.000
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.602.300
3.504.200
Afschrijvingen
196.000
0
4.3
Huisvestingslasten
598.500
4.232.100
4.4
Overige lasten
304.800
368.400
4.701.600
8.104.700
378.100
-1.037.700
-200
-200
377.900
-1.037.900
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
112
Overheidsbijdragen 3.1
20LU
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
4.385.100
4.398.200
448.700
444.700
4.833.800
4.842.900
4.385.100
4.398.200
-3.500
44.000
452.200
400.700
448.700
444.700
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen 3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De post Geoormerkte subsidies is in 2012 nihil. In 2011 betrof dit de subsidie energie en binnenmilieu.
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is in 2012 toegenomen met € 51.500. Dit betrof de subsidie voor de prestatiebox. In 2011 werd deze subsidie nog niet toegekend.
113
Overheidsbijdragen 3.2
20LU
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
11.500
2.049.700
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
11.500
2.049.700
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies De post Overige overheidsbijdragen en -subsidies is met € 2 mln. afgenomen ten opzichte van 2011. Dit betreft de baten van de gemeentelijke productgroep Vastgoed. Deze baten heeft de school ontvangen voor de extra m² lesgebouw en gymzaal. Ook is er een bijdrage ontvangen voor het revitaliseren van een monument. Het gebouw van het Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort is een rijksmonument. In 2012 is de school in gebruik genomen.
114
Andere baten 3.3
20LU
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige Overige baten
31-12-2011 EUR
4.800
4.000
0
13.220
197.000
85.600
32.600
71.580
234.400
174.400
3.5 Overige baten 3.5.5 Ouderbijdragen De post Ouderbijdragen is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. In 2012 zijn de deelnemersbijdragen opgenomen in de jaarrekening. In 2011 waren deze nog gedeeltelijk opgenomen in een aparte administratie.
115
Lasten 4.1
20LU Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 3.447.900 166.400 12.000
EUR 3.355.600 151.300 2.700
3.602.300
3.504.200
3.447.900
3.355.600
3.447.900
3.355.600
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
2.800 44.000 119.600
4.800 5.600 140.900
Overige personele lasten
166.400
151.300
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 92.300 ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst Deze post is ten opzichte van 2011 toegenomen met € 38.400. Dit betreft vooral de post ingehuurd personeel ten behoeve van vervanging.
116
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
20LU Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
196.000
0
Afschrijvingen
196.000
0
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa De werkzaamheden aan het gebouw aan de Laan van Meerdervoort is afgerond en in 2012 in gebruik genomen, alsmede de inventaris.
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
23.000 0 340.700 106.200 102.400 7.900 0 18.300
356.800 0 3.722.400 57.700 77.400 11.200 0 6.600
Huisvestingslasten
598.500
4.232.100
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur De post Huur is afgenomen met € 0,3 mln. ten opzichte van 2011. In verband met de nieuwbouw en revitalisatie van het gebouw van Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort is de school een jaar lang gehuisvest geweest in de Stokroosstraat. Gedurende 2012 zat de school weer in het eigen pand.
4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is met € 3,4 mln. afgenomen. In 2011 is het gebouw aan de Laan van Meerdervoort gerevitaliseerd. Het op deze post opgenomen bedrag is grotendeels vergoed door de gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed. (zie opmerking bij post 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies). In 2012 zijn deze kosten niet meer gemaakt. De kosten ten laste van de school zijn geactiveerd (nieuwbouw), zie post 4.2.2 Materiële vaste activa.
117
Lasten 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
20LU Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
50.800 125.100 0 128.900
77.800 132.800 0 157.800
Overige lasten
304.800
368.400
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten Deze post is afgenomen met € 27.000 ten opzichte van 2011. In 2012 zijn er minder kosten gemaakt voor ICT administratie en kantoorbenodigdheden. 4.4.4 Overige De post Overige is afgenomen met € 28.900 ten opzichte van 2011. Dit betreft de post excusies/werkweken en schoolactiviteiten. In 2012 zijn er minder schoolactiviteiten geweest.
118
Financieel en buitengewoon 5
20LU
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
31-12-2011 EUR
0
Financiële baten en lasten
119
200
200
-200
-200
Staat van Baten en Lasten
02US
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Totaal baten
6.194.500
6.001.400
31.000
24.600
575.800
613.100
6.801.300
6.639.100
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
4.969.200
5.139.100
0
0
343.800
422.000
Overige lasten
1.092.600
1.062.800
Totaal lasten
6.405.600
6.623.900
395.700
15.200
300
-800
396.000
14.400
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
120
Overheidsbijdragen 3.1
02US
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
5.506.700
5.434.200
687.800
567.200
6.194.500
6.001.400
5.506.700
5.434.200
84.800
8.100
603.000
559.100
687.800
567.200
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 72.500 ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De stijging van de post Geoormerkte subsidies met € 76.700 ten opzichte van 2011 betreft de subsidie voor zij-instromers. 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is in 2012 toegenomen met € 43.900. Dit betrof de subsidie voor de prestatiebox. In 2011 werd deze subsidie nog niet toegekend.
121
Overheidsbijdragen 3.2
02US
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31.000
24.600
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31.000
24.600
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies Deze post betreft een subsidie voor de activiteiten in het kader van de Verlengde Schooldag. Deze subsidie wordt ontvangen van de gemeente Den Haag, productgroep Onderwijsbeleid in het kader van de Haagse Educatieve Agenda.
122
Andere baten 3.3
02US
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige Overige baten
31-12-2011 EUR
18.300
18.800
7.800
0
503.700
482.500
46.000
111.800
575.800
613.100
3.5 Overige baten 3.5.2 Detachering personeel In 2012 is een personeelslid gedetacheerd bij de Nederlandse Montessori Vereniging.
3.5.5 Ouderbijdragen De post Ouderbijdragen is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 21.200. In 2012 zijn er meer excursies georganiseerd. 3.5.6 Overige De post Overige is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 65.800. In 2011 was er een bate voor boekenfonds, in 2012 niet meer.
123
Lasten 4.1
4.1.1 4.1.2 4.1.3
02US Personeelslasten 31-12-2012 EUR 4.661.300 369.200 61.300
31-12-2011 EUR 4.679.500 482.100 22.500
4.969.200
5.139.100
4.661.300
4.679.500
4.661.300
4.679.500
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
12.800 127.000 229.400
168.000 314.100
Overige personele lasten
369.200
482.100
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is - in tegenstelling tot de meeste andere scholen - afgenomen met € 18.200 doordat het Haags Montessori Lyceum een formatieve bezuiniging heeft doorgevoerd in 2012. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst De post Personeel niet in loondienst is in 2012 met € 41. 000 afgenomen ten opzichte van 2011. In 2012 zijn er minder uitzendkrachten ingehuurd. 4.1.2.3 Overig De post Overig is afgenomen met € 84.700 ten opzichte van 2011. In 2012 zijn de vavokosten lager. In 2011 betrof dit de kosten schooljaar 2011-2012. In 2012 is de rekening van de ROC's over het schooljaar 2012e e 2013 geknipt in 5/12 (augustus - december 2012) en 7/12 (januari - juli 2013) en worden de kosten toegerekend aan de juiste boekjaren.
4.2
4.2.1 4.2.2
Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Afschrijvingen
0
124
0
Lasten 4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
02US Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
106.300 108.100 107.700 4.700 0 17.000
0 0 190.800 107.500 102.300 3.200 0 18.200
Huisvestingslasten
343.800
422.000
4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 84.500. In 2011 zijn de toiletgroepen aangepast. In 2012 was er alleen regulier onderhoud.
4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige lasten
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR 53.400 474.700
51.000 504.900
564.500
506.900
1.092.600
1.062.800
4.4 Overige lasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Deze post is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 30.200. In 2012 zijn er minder kosten gemaakt voor inkopen boekenfonds en leermiddelen dan in 2011.
125
Financieel en buitengewoon 5
02US
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
5.1
Rentebaten
1.900
900
5.5
Rentelasten (-/-)
1.600
1.700
300
-800
Financiële baten en lasten
126
Staat van Baten en Lasten
20MJ
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
Totaal baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
16.109.400
18.540.500
2.392.800
4.231.000
707.200
889.900
19.209.400
23.661.400
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
14.921.300
17.221.800
99.200
27.800
Huisvestingslasten
2.521.800
4.191.800
Overige lasten
1.806.300
2.111.100
19.348.600
23.552.500
-139.200
108.900
0
0
-139.200
108.900
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
De overschrijding in 2012 betreft de incidentele personele kosten die zijn gemaakt in het kader van de herstructurering van de scholengroep.
127
Overheidsbijdragen 3.1
20MJ
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
11.933.900
13.982.700
4.175.500
4.557.800
16.109.400
18.540.500
11.933.900
13.982.700
133.000
237.300
4.042.500
4.320.500
4.175.500
4.557.800
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is afgenomen met € 2,0 mln. ten opzichte van 2011. De afname is als volgt te verklaren: ● afname met 2% van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2012; ● een locatie van de Johan de Witt Scholengroep - het Media College - is in augustus 2011 ondergebracht bij de directie van het Maris College. De baten van 2012 hadden alleen betrekking op de geherstructureerde scholengroep.
3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De afname van de geoormerkte subsidies ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. is te verklaren doordat de subsidie Zij-instroom is komen te vervallen. De overige subsidies zijn in 2012 lager geworden. 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is ten opzichte van 2011 met € 0,3 mln. afgenomen. In 2011 zijn er over de periode januari t/m juli baten opgenomen voor het Media College, afdeling van Johan de Witt Scholengroep. Per augustus 2011 is deze locatie ondergebracht bij de directie van het Maris College. De baten 2012 hebben alleen betrekking op de geherstructureerde school. 128
Overheidsbijdragen 3.2
20MJ
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2.392.800
4.231.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2.392.800
4.231.000
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies De post Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies is afgenomen met € 1,8 mln. ten opzichte van 2011. In 2011 zijn er bedragen ontvangen van de gemeente Den Haag, afdeling Vastgoed voor de nieuwbouw aan de Zusterstraat èn Capadosestraat. In 2012 was dit alleen nog voor de nieuwbouw aan de Capadosestraat.
129
Andere baten 3.3
20MJ
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
31-12-2011 EUR
1.900
0
Detachering personeel
33.800
38.900
3.5.5
Ouderbijdragen
31.100
89.700
3.5.6
Overige
640.400
761.300
Overige baten
707.200
889.900
3.5 Overige baten 3.5.6 Overige De post Overige is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 120.900. In 2012 zijn een aantal subsidies van derden komen te vervallen.
130
Lasten 4.1
20MJ Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 12.781.900 2.166.900 27.500
EUR 14.822.100 2.545.300 145.600
14.921.300
17.221.800
12.781.900
14.822.100
12.781.900
14.822.100
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
21.500 885.400 1.260.000
1.200 1.301.800 1.242.300
Overige personele lasten
2.166.900
2.545.300
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is afgenomen met € 2 mln. ten opzichte van 2011. In januari t/m juli 2011 viel de locatie Media College nog onder de Johan de Witt Scholengroep. De kosten 2012 hebben alleen betrekking op de geherstructureerde scholengroep. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst De post Personeel niet in loondienst is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 0,4 mln. In 2012 is minder personeel inghuurd voor projecten.
131
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
20MJ Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
99.200
27.800
Afschrijvingen
99.200
27.800
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa In 2012 is ook het project Capadosestraat van de Johan de Witt Scholengroep in gebruik genomen. De geactiveerde kosten zijn afgeschreven voor gebouw en inventaris.
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
45.800 0 1.830.100 313.500 274.900 13.800 0 43.700
147.600 0 3.217.400 385.600 372.000 17.000 0 52.200
Huisvestingslasten
2.521.800
4.191.800
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur De post Huur is ten opzichte van 2011 met € 0,1 mln. afgenomen. In 2011 werd er meer gehuurd voor projecten en voor gym. In 2012 kon de school ook gebruik maken van een eigen gymzaal. 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 1,4 mln. afgenomen. In 2011 is de locatie aan de Zusterstraat gebouwd en een begin gemaakt met de bouw van de Capadosestraat. In 2012 zijn alleen kosten voor de nieuwbouw aan de Capadosestraat gemaakt. Zie ook opmerking bij post 3.2.2 Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies.
132
Lasten 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
20MJ Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
223.500 1.186.800 0 396.000
316.900 1.230.500 0 563.700
Overige lasten
1.806.300
2.111.100
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten Deze post is afgenomen met € 0,1 mln. ten opzichte van 2011. In 2011 heeft Johan de Witt Scholengroep hogere kosten gemaakt voor PR en kantoorbenodigdheden. In 2012 was deze noodzaak er niet. 4.4.4 Overige Deze post is afgenomen met € 0,2 mln. ten opzichte van 2011. In 2011 zijn er meer uitgaven geweest voor vergaderingen en representatie, voor schoolhygiëne in verband met het afstoten van gebouwen en afname van schoolactiviteiten in verband met het kleinere aantal subsidies.
133
Financieel en buitengewoon 5
20MJ
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
5.1
Rentebaten
0
0
5.5
Rentelasten (-/-)
0
0
Financiële baten en lasten
0
0
134
Staat van Baten en Lasten
20MD
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Totaal baten
5.141.700
4.566.000
61.700
23.500
444.700
398.500
5.648.100
4.988.000
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
4.466.900
4.490.300
22.200
22.200
Huisvestingslasten
336.500
195.800
Overige lasten
741.400
837.800
5.567.000
5.546.100
81.100
-558.100
800
7.200
81.900
-550.900
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
135
Overheidsbijdragen 3.1
20MD
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
4.633.100
4.120.000
508.600
446.000
5.141.700
4.566.000
4.633.100
4.120.000
24.100
10.500
484.500
435.500
508.600
446.000
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 0,5 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011 met 3%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies De post Geoormerkte subsidies is ten opzichte van 2011 met € 13.600 mln. toegenomen; dit betreft de subsidie Zij-instroom. 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is ten opzichte van 2011met € 49.000 toegenomen. Dit betreft vooral de subsidie voor de prestatiebox. In 2011 werd deze subsidie nog niet toegekend.
136
Overheidsbijdragen 3.2
20MD
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
61.700
23.500
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
61.700
23.500
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies De toename van de post Overige overheidsbijdragen en -subsidies betreft de toename van de subsidie voor de activiteiten in het kader van de Verlengde Schooldag en First Lego League. Deze subsidies worden ontvangen van de gemeente Den Haag, productgroep Onderwijsbeleid in het kader van de Haagse Educatieve Agenda.
137
Andere baten 3.3
20MD
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige Overige baten
31-12-2011 EUR
42.300
22.200
0
0
340.800
332.900
61.600
43.400
444.700
398.500
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur De post Verhuur is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 20.100. Dit betreft de huur aan de kinderopvang Triodus 2012. In 2011 was deze huurder er nog niet.
138
Lasten 4.1
20MD Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
EUR 4.174.400 328.800 36.300
EUR 4.014.400 475.900
4.466.900
4.490.300
4.174.400
4.014.400
4.174.400
4.014.400
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
4.800 172.700 151.300
10.100 304.200 161.600
Overige personele lasten
328.800
475.900
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
31-12-2011
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 160.000 ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● de rector is in augustus 2012 in dienst gelomen, in 2011 waren deze kosten opgenomen onder 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst; ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst De post Personeel niet in loondienst is afgenomen met € 131.500 ten opzichte van 2011. In 2011 was onder deze post de salarislast van de rector opgenomen. In 2012 is hij in dienst gekomen. Zie opmerking bij post 4.1.1.1 Brutoloon en salarissen.
139
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
20MD Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
22.200
22.200
Afschrijvingen
22.200
22.200
Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
20.700 0 45.100 125.800 120.300 17.900 0 6.700
1.200 0 -87.600 119.300 136.000 12.100 0 14.800
Huisvestingslasten
336.500
195.800
4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 132.700 toegenomen. In 2011 zijn correcties geboekt die betrekking hadden op de renovatie in 2010 waardoor er een negatief bedrag ontstond. In 2012 zijn de kosten reëel.
140
Lasten 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
20MD Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
120.500 332.200 0 288.700
174.800 379.600 0 283.400
Overige lasten
741.400
837.800
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten De post Administratie en beheerslasten is ten opzichte van 2011 met € 54.300 afgenomen. Op deze post is in 2012 bezuinigd. Ten opzichte van 2011 is er minder uitgegeven op het gebied van kantoorinventaris, ICT administratie, PR en kantoorbenodigdheden.
141
Financieel en buitengewoon 5
20MD
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
31-12-2011 EUR
1.600
7.600
Rentelasten (-/-)
800
400
Financiële baten en lasten
800
7.200
142
Staat van Baten en Lasten
19ZP
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
15.101.400
11.857.800
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
656.900
2.061.000
Overige baten
711.600
696.000
16.469.900
14.614.800
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
12.466.000
10.158.000
269.600
89.100
Huisvestingslasten
1.546.800
3.171.800
Overige lasten
2.106.800
2.128.600
16.389.200
15.547.500
80.700
-932.700
-138.900
-59.300
-58.200
-992.000
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
De overschrijding in 2012 betreft vooral de voorfinanciering in verband met de stijging van het aantal leerlingen (+8%). Deze leerlingen worden vijf maanden later bekostigd.
143
Overheidsbijdragen 3.1
19ZP
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
13.124.600
9.963.500
1.976.800
1.894.300
15.101.400
11.857.800
13.124.600
9.963.500
91.000
83.100
1.885.800
1.811.200
1.976.800
1.894.300
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 3,2 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename met 8% van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011; ● per augustus 2011 is een locatie van de Johan de Witt Scholengroep - het Media College - ondergebracht bij de directie van het Maris College. De baten van 2012 hadden betrekking op het totale college.
3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 74.600. Dit betreft voornamelijk de subsidie voor de leerlingen van het Belgisch Park, sinds augustus 2011 ondergebracht bij de directie van het Maris College. In het 2012 betrof de subsidie het gehele jaar voor het totale college en de subsidie voor de prestatiebox was in 2011 nog niet beschikbaar.
144
Overheidsbijdragen 3.2
19ZP
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
656.900
2.061.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
656.900
2.061.000
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies De post Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies is afgenomen met € 1,4 mln. ten opzichte van 2011. Dit verschil is als volgt te verklaren: in 2011 is er een bedrag ontvangen van de gemeentelijke afdeling Vastgoed voor de bouw van de locatie Nolenslaan. In 2012 was dit niet het geval, de school is afgebouwd.
145
Andere baten 3.3
19ZP
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5 3.5.6
31-12-2011 EUR
3.100
600
0
0
Ouderbijdragen
360.200
375.900
Overige
348.300
319.500
Overige baten
711.600
696.000
146
Lasten 4.1
19ZP Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
31-12-2011
EUR 11.469.000 1.070.000 73.000
EUR 9.414.500 785.100 41.600
12.466.000
10.158.000
11.469.000
9.414.500
11.469.000
9.414.500
22.800 677.900 369.300
62.200 451.700 271.200
1.070.000
785.100
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 2 mln. ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● toename van de formatie in verband met de groei van het aantal leerlingen (+8%) en een volledig jaar inclusief het Belgisch Park, voorheen locatie van Johan de Witt Scholengroep; ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst De post Personeel niet in loondienst is toegenomen met € 0,2 mln. ten opzichte van 2011. Dit betreft stijging van de kosten uitzendkrachten ten behoeve van vervanging.
147
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
19ZP Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
269.600
89.100
Afschrijvingen
269.600
89.100
4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa In 2012 is het gehele project Nolenslaan (gebouw en gymzaal) inclusief inventaris in gebruik genomen. De geactiveerde kosten zijn afgeschreven.
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huisvestingslasten
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige Huisvestingslasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR 190.700 0 636.500 236.600 354.300 58.700 0 70.000
122.800 0 2.123.800 220.100 279.900 51.200 329.400 44.600
1.546.800
3.171.800
4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 1,5 mln. afgenomen. In 2012 betreft deze kosten de normale exploitatie. In 2011 waren dit ook kosten voor de nieuwbouw, de locatie Nolenslaan. Zie ook opmerking bij post 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies. 4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen De post Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen in 2011 betreft de dotatie aan de voorziening onderhoud ten behoeve van de revitalisatie van het gebouw aan de Nieuwe Duinweg. In 2012 is er niet meer gedoteerd.
148
Lasten 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
19ZP Overige lasten
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR 448.300 983.900 0 674.600
396.700 1.094.900 0 637.000
2.106.800
2.128.600
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten Deze post is met € 51.600 toegenomen ten opzichte van 2011. In 2012 heeft Maris College extra uitgaven gehad op gebied van ICT administratie, kantoorbenodigdheden en telefoonkosten. 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Deze post is afgenomen met € 111.000 ten opzichte van 2011. In 2012 heeft Maris College minder uitgegeven op het gebied van schoolboeken en leermiddelen.
149
Financieel en buitengewoon 5
19ZP
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-) Financiële baten en lasten
31-12-2011 EUR
138.900
59.300
-138.900
-59.300
5 Financiële baten en lasten 5.5 Rentelasten De rentelasten zijn hoger in 2012 omdat de rente over het krediet van € 2,9 mln. - afgesloten voor de bouw van de gymzaal aan de Nolenslaan - in 2012 berekend is over een geheel jaar.
150
Staat van Baten en Lasten
20MA
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
Totaal baten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
14.786.300
14.199.800
135.200
97.800
1.273.600
1.227.900
16.195.100
15.525.500
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
11.979.200
11.404.200
0
0
Huisvestingslasten
1.825.700
1.755.800
Overige lasten
2.142.700
2.017.500
15.947.600
15.177.500
247.500
348.000
-5.200
1.800
242.300
349.800
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
151
Overheidsbijdragen 3.1
20MA
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
13.021.200
12.458.600
1.765.100
1.741.200
14.786.300
14.199.800
13.021.200
12.458.600
81.000
96.400
1.684.100
1.644.800
1.765.100
1.741.200
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is toegenomen met € 0,6 mln. ten opzichte van 2011. De toename is als volgt te verklaren: ● toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2011 met 2%; ● verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de landelijke functiemix. 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies De post Niet-geoormerkte subsidies is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 39.300. Dit is te verklaren door de subsidie voor de Prestatiebox. In 2011 werd deze subsidie nog niet toegekend.
152
Overheidsbijdragen 3.2
20MA
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
135.200
97.800
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
135.200
97.800
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies De post Overige gemeentelijke bijdragen en -subsidies is toegenomen met € 37.400. ten opzichte van 2011. Dit betreft de subsidie voor de Verlengde schooldag van de gemeente Den Haag, afdeling Onderwijsbeleid in het kader van de Haagse Educatieve Agenda.
153
Andere baten 3.3
20MA
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.5.1
Verhuur
43.200
47.200
3.5.2
Detachering personeel
84.300
86.000
3.5.5
Ouderbijdragen
527.800
491.900
3.5.6
Overige
618.300
602.800
1.273.600
1.227.900
Overige baten
3.5 Overige baten 3.5.5 Ouderbijdragen De post Ouderbijdragen is toegenomen ten opzichte van 2011 met € 35.900. In 2012 zijn er meer leerlingen waardoor de ouderbijdrage en bijdrage excursies zijn verhoogd.
154
Lasten 4.1
20MA Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
31-12-2011
EUR 11.012.600 1.015.800 49.200
EUR 10.711.600 804.500 111.900
11.979.200
11.404.200
11.012.600
10.711.600
11.012.600
10.711.600
47.200 535.800 432.800
42.200 337.800 424.500
1.015.800
804.500
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen De post Salarissen is gestegen met € 0,3 mln. ten opzichte van 2011. De verklaring hiervan is als volgt: ● toename van de formatie in verband met de groei van het aantal leerlingen (+2%); ● inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 15 naar 14 treden); ● invoering van de functiemix 2012, meer LC en LD schalen voor docenten; ● stijging van ABP-premies en de WGA-premie. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst De post Personeel niet in loondienst is ten opzichte van 2011 met € 0,2 mln. toegenomen. Dit betreft de kosten voor de schoolleider die tot 1 februari 2013 gedetacheerd was vanuit Stichting OMO.
155
Lasten 4.2
4.2.1 4.2.2
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
20MA Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
0
0
Afschrijvingen
0
0
Huisvestingslasten
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige Huisvestingslasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR 61.400 0 514.900 228.200 194.100 30.100 707.700 89.300
49.500 0 369.500 231.900 195.000 40.600 825.000 44.300
1.825.700
1.755.800
4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud De post Onderhoud is ten opzichte van 2011 met € 145.400 toegenomen. De verhoging van deze post betreft de voorbereidingskosten ten behoeve van de aanpassingen van het gebouw aan de Klaverstraat. 4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen De post Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen van € 0,7 mln. betreft de voorziening onderhoud voor de aanpassing van de gebouwen aan de Klaverstraat en Goudsbloemlaan.
156
Lasten 4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
20MA Overige lasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
238.400 1.079.800 0 824.500
207.200 1.053.700 0 756.600
Overige lasten
2.142.700
2.017.500
4.4 Overige lasten 4.4.4 Overige De post Overige is met € 67.900 toegenomen ten opzichte van 2011. De toename betreft de uitgaven die gedaan worden voor leerlingactiviteiten die betrekking hebben op deelnemersbijdragen. Zie ook de opmerking bij 3.5.5 Ouderbijdragen.
157
Financieel en buitengewoon 5
20MA
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
5.1
Rentebaten
1.800
9.500
5.5
Rentelasten (-/-)
7.000
7.700
-5.200
1.800
Financiële baten en lasten
158
Staat van baten en lasten
BMO & bovenschools
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
802.200
1.751.100
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
50.000
50.000
Overige baten
13.900
94.800
866.100
1.895.900
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
1.602.800
1.576.500
0
0
92.500
91.800
429.700
631.500
2.125.000
2.299.800
-1.258.900
-403.900
600.800
591.100
-658.100
187.200
De overschrijding in 2012 betreft het salderen van de baten en lasten intercompany. Hierdoor ontstaat een negatief resultaat bij BMO en bij de scholen een te gunstig resultaat.
159
Overheidsbijdragen 3.1
BMO & bovenschools
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
802.200
1.751.100
0
0
802.200
1.751.100
802.200
1.751.100
0
0
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Deze post is ten opzichte van 2011 met € 0,9 mln afgenomen omdat een aantal posten intercompany zijn geboekt.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
50.000
50.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
50.000
50.000
160
Andere baten 3.3
BMO & bovenschools
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
3.5.1
Verhuur
0
0
3.5.2
Detachering personeel
0
0
3.5.5
Ouderbijdragen
0
0
3.5.6
Overige
13.900
94.800
Overige baten
13.900
94.800
3.5 Overige baten 3.5.6 Overige De post Overige is afgenomen ten opzichte van 2011 met € 80.900. In 2012 zijn minder incidentele baten ontvangen.
161
Lasten 4.1
BMO & bovenschools Personeelslasten 31-12-2012
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
4.2
4.2.1 4.2.2
EUR 1.433.700 169.100 0
EUR 1.436.300 155.700 15.500
1.602.800
1.576.500
1.433.700
1.436.300
1.433.700
1.436.300
19.100 86.000 64.000
14.600 107.300 33.800
169.100
155.700
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
31-12-2011
Afschrijvingen 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
0
0
Afschrijvingen
0
0
162
Lasten 4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
4.4
BMO & bovenschools Huisvestingslasten 31-12-2012
31-12-2011
EUR
EUR
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
71.100 0 11.500 0 8.200 900 0 800
72.200 0 8.300 0 9.500 800 0 1.000
Huisvestingslasten
92.500
91.800
Overige lasten 31-12-2012
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten
31-12-2011
EUR 348.700 35.900 0 45.100
EUR 545.200 27.900 0 58.400
429.700
631.500
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten De post Administratie en beheerslasten is ten opzichte van 2011 met € 0,2 mln. afgenomen. In 2011 is een nieuw ICT netwerk aangeschaft. In 2012 hebben er geen investeringen plaats gevonden.
163
Financieel en buitengewoon 5
BMO & bovenschools
Financiële baten en lasten 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
5.1
Rentebaten
1.629.000
3.095.800
5.5
Rentelasten (-/-)
1.028.200
2.504.700
600.800
591.100
Financiële baten en lasten
164
index 2005 = 100
Leerlingaantallen VO HAAGLANDEN 2005-2012
150
130
AOG DDH Einder 110
Haganum HML JWS Maerlant
90
Media/BP Maris SBC 100
70 jaren
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal leerlingen op teldatum
Totaal
Atlas
Dalton
Einder
Haganum
HML
JWS
Maerlant
Media/ Belgisch Park**)
1 oktober 2005
10.983
1.780
951
199
651
827
1.831
817
505
1.216
2.206
1 oktober 2006 *)
11.092
1.916
953
198
631
857
1.771
809
492
1.258
2.207
1 oktober 2007 *)
11.132
2.069
975
185
656
839
1.768
746
457
1.248
2.189
1 oktober 2008 *)
11.061
2.179
976
186
677
855
1.695
702
439
1.172
2.180
1 oktober 2009 *)
11.146
2.230
968
207
670
895
1.593
678
474
1.195
2.236
1 oktober 2010 *)
11.357
2.324
970
202
682
940
1.558
681
460
1.286
2.254
1 oktober 2011 *)
11.523
2.388
971
204
683
940
1.455
722
465
1.425
2.270
1 oktober 2012 *)
11.797
2.457
990
259
753
939
1.427
745
367
1.542
2.318
102
103
102
127
110
100
98
103
79
108
102
Index leerlingengroei 2012 t.o.v. 2011 (=100)
*) inclusief vavoleerlingen **) tot en met schooljaar 2010-2011 locatie van Johan de Witt Scholengroep, vanaf schooljaar 2011-2012 locatie Maris College. 165
Maris
Segbroek
overzicht aantal leerlingen per bestuur in Den Haag Ver. Het Vrijzinnig Chr. Lyceum
Stg. Vrije Scholen Zuid-West Nederland
Wellant College Stg. Het Rijnlands Lyceum Aloysiusstichting Stg. Christelijk Onderwijs Haaglanden
Ver. Het 's Gravenhaags Chr. Gymnasium
Stg. Lucas Onderwijs
Stg. VO Haaglanden Stg. SG Den Haag Zuid West
schoolbesturen
schooljaar 12/13
%
schooljaar 11/12
%
schooljaar 10/11
%
Aloysiusstichting
916
4
959
4
960
4
Stg. Christelijk Onderwijs Haaglanden
200
1
205
1
220
1
820
3
853
4
803
3
6.160
25
6.081
25
5.913
25
1.889
8
1.862
8
1.962
8
**) Stichting SG Spinoza
976
4
950
4
916
4
*) Stg. VO Haaglanden
10.430
43
10.166
42
10.023
42
663
3
624
3
624
3
Ver. Het 's Gravenhaags Chr. Gymnasium
715
3
732
3
661
3
Ver. Het Vrijzinnig Chr. Lyceum
762
3
820
3
825
4
880
4
820
3
792
3
**) Stg. Het Rijnlands Lyceum **) Stg. Lucas Onderwijs
Stg. SG Den Haag Zuid West
**) Stg. Vrije Scholen Zuid-West Nederland
**) Wellant College
Totaal aantal leerlingen
24.411
24.072
* ) deze aantallen zijn exclusief Rijswijks Lyceum en Van Vredenburch College ** ) alleen Haagse schoollocaties 166
23.699
Overzicht ziekteverzuim, inclusief langdurig zieken 7,0%
jaren
%
6,0%
2011
4,9
5,0%
2011
5,8
4,0%
2010
4,6
2009
4,7
2012 2011 2010 2009
3,0%
2008 2,0%
2008
4,5 1,0%
0,0%
Het landelijk gemiddelde verzuimpercentage in het voortgezet onderwijs (lang en kort) in 2011 bedroeg 5,2%
Verdeling van het aantal personeelsleden naar arbeidstijd
2012/2013
schooljaar
part time
full time*
totaal
2012/2013
490
785
1.275
2011/2012 2011/2012
452
816
1.268
parttime fulltime
2010/2011
429
855
1.284
2010/2011
0%
20%
40%
60%
* Onder een fulltime personeelslid wordt verstaan een personeelslid met een werktijdfactor ≥ 0,8 167
80%
100%
overzicht docenten naar indeling leeftijdcategorie
okt-12
< 25 25 - 29 30 - 34 34 - 39 40 - 44 45 - 49 50 - 54 55 - 59 ≥ 60
okt-12
okt-11
okt-10
leeftijds categorie
aantal docenten
%
%
%
< 25
36
3,7
3,0
3,3
25 - 29
108
11,2
11,0
10,0
30 - 34
120
12,5
11,4
10,5
34 - 39
108
11,2
11,3
10,9
40 - 44
92
9,6
9,8
10,4
45 - 49
112
11,6
11,2
11,8
50 - 54
140
14,6
14,4
13,9
55 - 59
147
15,3
16,0
17,6
≥ 60
99
10,3
11,9
11,6
totaal
962
100,0
100,0
100,0
55+
2012
2011
2010
VO Haaglanden
25,6%
27,9%
29,1%
168