INTRODUCTIEBROCHURE VOOR NIEUWE VERPLEEGKUNDIGEN EN STUDENTEN
PALLIATIEVE EENHEID (P1) 1
Versie januari 2010 Versie oktober 2015
Welkom Als voorbereiding van je stage is het nuttig om voor jezelf een aantal leerdoelen voorop te stellen binnen het domein van palliatieve zorg. Op deze manier leg je eigen accenten en kunnen we je gerichter begeleiden en informeren. Hou rekening met zowel de haalbaarheid als de termijn waarin je doelstellingen wil bereiken. Om je wat wegwijs te maken hebben we deze informatiebrochure opgesteld. Hij is bedoeld als leidraad en is dus verre van volledig. Meer concrete informatie rond palliatieve zorg vind je in de infomap op de afdeling zelf. Met deze brochure willen we je, voorafgaand aan je stageperiode, een idee geven van wat je kan verwachten m.b.t. de identiteit en de specifieke activiteiten van de verpleegeenheid waar je straks stage zal lopen. Het is niet ongewoon dat je als nieuwkomer ook moeilijke momenten doormaakt tijdens je stage, dat je je zelf verdrietig voelt of dat de confrontatie met de dood anders is dan je verwachtte. Dit mag je maar moet je niet steeds voor jezelf houden. Als je de moed hebt om na de stageperiode jouw positieve en negatieve indrukken op papier te zetten, is dat voor ons een zeer waardevolle bijdrage! Aarzel niet om vragen te stellen!
Voornaamste stelregel: als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling
p. 4
1.1. Locatie 1.2. Geschiedenis van de afdeling
p. 4 p. 4
1.3. Plaats binnen de organisatie
p. 5
1.4. Interdisciplinair team
p. 6
1.5. Specialismen
p. 10
1.6. Afdelingsopdrachten
p. 10
2. Een dag op de afdeling
p. 14
3. Procedures & protocollen
p. 15
3.1. Medisch-verpleegkundige technieken
p. 15
3.2. Klinische paden
p. 18
3.3. Administratieve-organisatorische procedures
p. 20
4. Patiëntenvoorlichting
p. 23
Jessa Patiëntgericht!
p. 24
5. Communicatie
p. 25
5.1. Telefonie
p. 25
5.2. ICT
p. 25
5.3. Mondelinge communicatie
p. 25
5.4. Schriftelijke communicatie
p. 26
6. Personeelsinformatie
p. 27
6.1. Ziekenhuisbreed
p. 27
6.2. Dienstspecifiek
p. 27
6.3. Teambuilding
p. 29
7. Risicoanalyse & werkpostfiche
p. 30
3
1. VOORSTELLING VAN DE AFDELING 1.1. Locatie De palliatieve afdeling bevindt zich op het eerste verdiep in de P-vleugel van campus Salvator. De eenheid heeft 7 éénpersoonskamers ter beschikking.
1.2. Geschiedenis Onze afdeling is in 1996 opgericht en maakte toen deel uit van de afdeling oncologie. De afdeling werd geleid door een verpleegkundige coördinator. Er was een rotatiesysteem voor de verpleegkundigen van oncologie samen met vrijwilligers om de afdeling te bemannen. In oktober 1999 kwam er een autonoom verpleegkundig team dat voortaan de zorg van 5 bedden voor hun rekening nam. Oncologie verhuisde naar een andere afdeling in 2000 en de afdeling kreeg een 6de bed toegekend. De toekenning van een 7de bed kwam er in 2004. Sinds december 2012 is de palliatieve eenheid verhuisd van campus Virga Jesse naar campus Salvator.
Grondplan
4
Een kamer op de palliatieve eenheid
1.3. Plaats binnen de organisatie De palliatieve afdeling maakt deel uit van de zorgcluster oncologie. Deze zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: • Dagziekenhuis (K3) SA • Daghospitaal oncologie/hematologie (L0/D5) VJ • Oncologie 1 (B5) VJ • Oncologie 2 (A5) VJ • Oncologie-hematologie (E5) VJ • Radiotherapie (L1) VJ
Jan Bert Willems Zorgmanager
dr. Paul Bulens Medisch manager
5
1.4. Interdisciplinair team Artsen palliatieve zorg
dr. Marc Desmet Medisch diensthoofd
dr. Birgit Wijgaerts
Verpleegkundig team
Jurgen Breemans Hoofdverpleegkundige, verantwoordelijke vrijwilligers
Verpleegkundigen Palliatief Support Team
Marleen Van Overloop
Lies Vaes 6
Stagementoren
Jessy Michiels
Ann Leempoels
Tom Eykenboom
Eddy Mechelmans
Rita Leenen
Andere medewerkers
Magda Van de Broek Psychologe
Melanie Boulogne Pastorale medewerkster
Krista Jans Kinesiste
Lieve Neven Sociaal Assistente
Diëtisten Vrijwilligers
ongeveer 35
Interieurverzorgsters
Maria Ruysen & Rukiye Öz
Stagebegeleiding
Arlette Timmermans (PIVH), Gerd Hermans (VTI) & Jan Coel (PXL)
7
8
Vrijwilligers Jurgen Breemans is naast zijn functie als hoofdverpleegkundige ook verantwoordelijk voor de vrijwilligerswerking binnen het Jessa Ziekenhuis. Het ziekenhuis werkt samen met Present Caritas, deze organisatie zorgt ervoor dat de vrijwilligers verzekerd zijn tijdens de dienst. Op de palliatieve eenheid zijn er 35 vrijwilligers actief. Deze werken in drie shiften, en er wordt geprobeerd om 2 vrijwilligers per shift te hebben. De meeste vrijwilligers komen op een vast tijdstip 1 maal per week. Een aantal vrijwilligers “vlinderen”, dit wil zeggen dat ze de momenten opvullen dat er maar één of geen vrijwilliger is.
Taken van de vrijwilliger • Onthaalfunctie: opvang van familie bij overlijden, uitleg geven rond de afdeling • Gezelschapsfunctie: krant lezen, boek voorlezen, gezelschapsspel spelen, wandelen, muziek beluisteren, mee tv kijken, … • Emotionele steun: aanwezig zijn, praatje maken, waken bij stervende bij afwezigheid van naasten • Huishoudelijke ondersteuning: de keuken proper maken, koffie maken, bloemen en planten verzorgen,… • Ondersteuning tijdens de maaltijden: voorbereiding en verzorging van de maaltijden, opdienen en afruimen van maaltijden, helpen eten geven op ritme van de patiënt, samen eten met patiënt en familie • Informatieoverdracht: mondeling overleg met collega vrijwilliger of verpleegkundige, onderhouden van het vrijwilligersboek • Vorming en activiteiten: volgen van vorming en deelname aan activiteiten • Ondersteuning bij verzorgende taken: meehelpen bij de verzorging, meehelpen bij de laatste zorgen, haartooi, voetverzorging, massage • Ondersteuning bij dienstgebonden activiteiten: meewerken aan bemoedigingsmoment
9
1.5. Specialismen De termen “palliatief” en “terminaal” worden soms door elkaar gebruikt. Dit kan voor verwarring zorgen. Terminale zorg verwijst naar het laatste deel van de palliatieve fase waarin kenmerken van het sterven zichtbaar en onafwendbaar zijn. Palliatieve zorg verwijst naar het niet meer geneesbaar zijn, hier probeert men de symptomen van de ziekte onder controle te krijgen. Hier verandert cure in care. Palliatief zijn kan in theorie ook maanden of jaren zijn.
1.6. Afdelingsopdrachten Op de afdeling palliatieve zorg wordt er niet gewerkt met patiëntentoewijzing, maar wel volgens de principes van de geïntegreerde verpleging. Wij proberen ons aan te passen aan de noden van de patiënt en hem holistisch te benaderen. Er liggen max. 7 patiënten op de afdeling. Dat geeft ons de mogelijkheid om rekening te houden met de noden van de patiënten. De meeste patiënten zijn zeer zwaar zorgbehoevend en kunnen moeilijk alleen verzorgd worden. Wanneer de mensen wat langer willen slapen, dan kan dat, wanneer de mensen te veel pijn hebben, dan doen we eerst iets aan het pijnprobleem voor we aan de zorg beginnen. Ook in de namiddag hebben we niet bepaalde uren waarop we gaan toeren, we proberen er te zijn wanneer de zorgvragers ons nodig hebben.
Doel van palliatieve zorg • pijn en symptomen als obstipatie, droge mond, braken, angst enz. onder controle krijgen • te zorgen voor maximaal comfort van de patiënt • relatie tussen de patiënt en zijn omgeving bevorderen • lijden en dood bespreekbaar maken • ondersteuning geven aan de omgeving Om dit doel te bereiken wordt er gewerkt vanuit een holistische benadering. Dit wil zeggen dat we niet alleen kijken naar het fysieke maar ook naar het emotionele, het sociale, het spirituele en het existentiële van de patiënt en zijn omgeving. Het is heel belangrijk pijn te benaderen vanuit ”pijn is wat de patiënt zegt dat het is”, met in het achterhoofd dat pijn fysisch, emotioneel, sociaal, spiritueel of existentieel kan zijn. Er wordt ook geprobeerd leven toe te voegen aan de dagen in plaats van dagen aan het leven. Het comfort van de patiënt en hun omgeving is erg belangrijk, er wordt gekeken naar de wensen van de patiënt en zijn omgeving. Zoals vers geperst fruitsap, voetmassage, graag wat langer slapen, liever geen vrijwilligers,… Kortom zorg op maat. Het is belangrijk voor de zieke om de kans te krijgen zijn eigen leven weer in handen te nemen. Een zieke wordt zo snel afhankelijk van anderen en verliest daardoor beetje bij beetje zijn waardigheid. Het is erg belangrijk dat de patiënt inspraak krijgt in al wat met hem gebeurt: voeding, medicatie, wassen, eten… Hierdoor valt de structuur weg van een gewone afdeling. Op de afdeling is een huiselijke sfeer door de kleinschaligheid, een open keuken met een living, zorg op maat,… Er is een terras aanwezig op de afdeling waar men eens kan uitblazen of een sigaretje roken. Ook patiënten die bedlegerig zijn kunnen met het bed naar buiten. In de kinderhoek kunnen de kinderen spelletjes spelen, strips lezen, film kijken, bouwen, koken,…
10
Minimale bezetting per shift • Vroege: 2 verpleegkundigen • Late: 2 verpleegkundigen • Nacht : 1 verpleegkundige • Dagdienst (tijdens werkdagen): diensthoofd Jurgen Breemans De palliatieve eenheid heeft een budget voor 10,11 FTE, het palliatief support team een budget van 2,71 FTE dus een totaal voor de palliatieve dienst 12,82 FTE (6 bachelorverpleegkundigen(A1) en 6 gegradueerde verpleegkundigen (A2)). Een extra opleiding rond palliatieve zorg is geen verplichting maar wel een aanbeveling.Binnen het bestaande team zijn er 7 verpleegkundigen die deze opleiding volgden.
Verwachtingen naar derdejaarsstudenten t.o.v. patiënten Je bent gekoppeld aan een verpleegkundige / mentor
Gedurende de eerst stageweek • Interesse tonen voor palliatieve patiënten en hun naasten • Een juist observatievermogen bezitten • Iedere patiënt vanuit holistische visie benaderen • Beroepsgeheim respecteren en zich betrouwbaar opstellen • Geduldig luisteren, tactvol contact met de patiënt • Meelopen met verpleegkundige bij vb: gesprekken enz..
Gedurende de tweede stageweek • Een juist beoordelingsvermogen bezitten, steeds meedenken • Goede observatie en een correcte, volledige mondelinge en schriftelijke rapportage • Zicht hebben op eigen functioneren m.b.t. ’moeilijke patiënten’ en naasten • Natuurlijk en spontaan contact hebben met patiënten en familie • Een gepaste attitude en empatisch vermogen hebben, patiënten in crisissituaties kunnen bijstaan • Een vlot werktempo waar kwaliteit primeert op kwantiteit • Een vlot aanpassingsvermogen bezitten naar patiënten en naasten • Zicht hebben op eigen emotionele draagkracht • Initiatief nemen naar totaalzorg patiënten,opruim na de zorg , medicatie,enz.. • Gesprekken aangaan met patiënt en familie.
Vanaf de derde stageweek • Degelijke relationele vaardigheden uitbouwen met de patiënten en hun naasten • Actief gesprekken aangaan met patiënten en familie (verslag in patiëntendossier noteren) • Verantwoordelijkheidsbesef hebben en verantwoordelijkheid als 3de jaarstudent durven opnemen • Zelfstandig kunnen werken naar totaalzorg patiënten • Open staan voor patiënt, gerichte zorg door het creëren van een aangepast klimaat: luisterende houding, oog hebben voor vragen/problemen vanuit de patiënt, zijn familie of omgeving, een juiste bezorgdheid tonen, op een aangepaste wijze kunnen communiceren
11
Verwachtingen naar derdejaarsstudenten t.o.v. personeel, vrijwilligers, medestudenten en stagebeleiding Gedurende de eerst stageweek • Betrouwbaar zijn als lid van het team • Correcte, gemoedelijke en vriendelijke omgang • Feedback vragen • Correcties aanvaarden en kunnen bespreken • Aanvaarden dat men nog in opleiding is en dit gebeurt met vallen en opstaan • Bij twijfels of problemen in verband met het uitvoeren van verpleegkundig interventies uitleg vragen zodat fouten en misverstanden voorkomen kunnen worden • Op gepast ogenblik om uitleg vragen • Zich leergierig opstellen, aandacht schenken voor medicatie, verpleegtechnieken • Open staan voor de inbreng van andere disciplines
Gedurende de tweede stageweek • Natuurlijk en spontaan contact hebben met personeel, medestudenten,vrijwilligers,… • Komen tot een goede samenwerking met het team; afspraken nakomen, overleg plegen, observatiegegevens nauwkeurig rapporteren • Het erkennen van de eigen plaats in de hiërarchische structuur • Een actieve inbreng doen bij de patiëntenbespreking • Werking van de afdeling kunnen weergeven • Medicatie toezicht • Medicatie onder toezicht kunnen nakijken, bereiden en berekenen • Werking van veel voorkomende medicatie kennen • (Onder toezicht) technieken uitvoeren zoals: PAC, perfusie, spuitaandrijver, blaassonde plaatsen, lijktooi,... • Actief deelnemen aan patiëntenoverdracht / patiëntendossiers invullen
Vanaf de derde stageweek • Verpleegkundige handelingen, interesse tonen, m.a.w. ze in vraag durven stellen • Verpleegtechnieken zelfstandig kunnen uitvoeren • Actief deelnemen aan de patiëntenoverdracht • Zelfstandig medicatie kunnen nakijken en bereiden • Veel voorkomende medicatie kennen, weten waarvoor wat gegeven wordt en evt. nevenwerkingen kennen
12
Afspraken • Geen internetgebruik op PC van de afdeling • Werken aan stageboek enkel indien drukte van de afdeling het toe laat en mits goedkeuring van verpleegkundige • Feedback formulier zelf aanbieden • Gsm gebruik tijdens de diensturen is niet toegelaten. • Bij briefing zijn de studenten verantwoordelijk voor het belsysteem, bij middagbriefing gaan de studenten van de ochtenddienst de bellen beantwoorden zodat de student van de middagdienst de briefing kan volgen. We verwachten ook dat de student actief deelneemt en eigen inbreng weergeeft. • Iedere student is zelf verantwoordelijk voor het oefenen van de verpleegtechnische vaardigheden. • Op tijd komen, liefst 5 minuten voor aanvang. • Studenten hebben ook beroepsgeheim, ook wanneer het over teamleden gaat (laat je niet verleiden tot een roddeluurtje over medestudenten of verpleegkundige).
Verwachtingen naar derdejaarsstudenten t.o.v. zichzelf Gedurende de eerst stageweek • Verzorgd uiterlijk, persoonlijke hygiëne • Verantwoordelijkheid nemen rond eigen aanwezigheid: op tijd komen, verwittigen bij te laat komen of bij ziekte • Leer de afdeling kennen: de architectuur van de afdeling, waar vind ik wat?, … • Organisatie/werkverdeling leren kennen. • Veel voorkomende medicatie van de afdeling leren kennen
Gedurende de tweede stageweek • Kritisch denken ontwikkelen, eigen functioneren in vraag durven stellen • Moeilijkheden durven verwoorden, zicht hebben op eigen draagkracht • Achtergrondkennis: zelf opzoeken bv. werking medicatie,.… • Feedbackformulier aanbieden, eigen administratie voorleggen zoals doelstellingen • Initiatief nemen in oefenkansen, conform de bestaande procedures en protocollen • Verantwoordelijkheid als 3de jaars student durven opnemen
Vanaf de derde stageweek • Eigen inbreng hebben in teamoverleg • Visie “Palliatieve werking” kunnen weergeven • Registratie op PC
13
2. EEN DAG OP DE AFDELING Uur 07u00 07u15 07u30 08u00 11u30 12u30 13u00 14u00 14u00 15u00 18u00 18u30 19u00 21u00 21u45
Taken • Dienstoverdracht van de nachtverpleegkundige naar de ochtendverpleegkundigen • Ontbijt opdienen, verzorging • Medicatie nakijken en op de ontbijtplateau zetten • Korte bespreking van de patiënten door de verpleegkundige met de vrijwilligers • • • • • •
Patiëntenzorg volgens noden, behoeften en wensen van patiënt en familie Opruim van de afdeling Patiëntendossiers invullen/medicatie PC aftekenen Middagmaal uitdelen Medicatie uitdelen Middagpauzes verpleegkundige en studenten
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Patiëntenbespreking met arts eveneens briefing naar avondverpleegkundigen Nakijken medicatie van de avond-shift Extra opdrachten: opname, ontslag en externe bezoeken Avondmaal bedelen/avondmedicatie bedelen Pauze verpleging/studenten Avondzorg: avond toilet, mondzorg, wondzorg Gesprekken met familie Opruim afdeling Patiëntendossiers invullen/medicatie op PC aftekenen Dienstoverdracht naar de nachtverpleegkundige Ieder uur naar de patiënten gaan kijken indien nodig vaker Wisselhouding geven zo vaak als nodig, mondtoilet, incontinentiemateriaal nakijken Medicatie klaarzetten voor volgende dag Takenlijst nacht uitvoeren Overdrachtsblad aanvullen en uitprinten, patiëntendossiers invullen Urinezakjes ledigen en noteren Opruim dienst/koffie maken Briefing ochtendshift
14
3. PROCEDURES & PROTOCOLLEN 3.1. Medisch-verpleegkundige technieken Op JessaZorgnet vind je een aantal procedures terug die van toepassing zijn op de dienst.
Algemeen Pijn- en symptoomcontrole • concept ‘total pain’ toepassen • spuitaandrijver: opstarten • perifeer perfusie: opstarten • port-a-cath: opstarten/spoelen/afsluiten/bloedname/hepariniseren • spuitpomp: berekeningen/opstarten/ vervangen • observatie:pijn, hik, reutels…
Parametercontrole • Vitale (T°, BD, P, bewustzijn) • Fysieke
Hygiëne • Totaalverzorging met aandacht voor detailzorg
Ademhalingsstelsel • Aerosol • Zuurstoftoediening via masker of zuurstofbril • Thoraxdrainage • Aspiratie van de bovenste luchtwegen • Tracheotomie verzorging
Bloedsomloopstelsel • Bloedname(perifeer-via PAC ) • Intraveneuze perfusies en –transfusies • Gebruik van glucometer
Spijsverteringsstelsel • Maagsonde • Gastrostomiesonde • Lavement(fleet-groot lavement) • Staalname • Stomaverzorging: colostomie • Toedienen sondevoeding • Manuele verwijdering van faecalomen 15
Urogenitaal stelsel • Urinestaal • Blaassondage • Stomaverzorging: urostomie • Blaasspoeling
Huid en zintuigen • Wondverzorging: wiek/lamel/hechtingen/nietjes • Preventie decubitus • Aanbrengen van zalven, teren, pasta’s, poeders, vloeistoffen, crèmes, emulsies,...
Medicatietoediening • Infuustherapie perifeer, via port-a-cath of diepe veneuse catheter • I.M., I.V., S.C., P.O.
Voedsel- en vochttoediening • Parenterale voeding • Hulp bij vocht- en voedseltoediening
Mobiliteit • Wisselhouding • Tiltechnieken • Actieve en passieve patiëntenliften
Fysische beveiliging • Maatregelen ter voorkoming van lichamelijk letsel (bv. bedbaren, alternatingmatras bij iedere patiënt)
Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose • Bv. culturen van wonden, MRSA-screening
Assistentie bij medische handelingen • Bv. Assisteren bij een pleurapunctie, ascitespunctie
Toedienen van pre- en postoperatieve zorgen • Bv. colostomie
Voorbereiding en nazorg onderzoeken • Zeer zelden
16
Palliatieve technieken Communicatie • Luisteren • Empathie • Houding • Diepgaand gesprek • Non-verbale communicatie • Opvang crisismoment • Gesprek arts volgen • Opnamegesprek
Voeding • Observatie/hulp bij het eten
Blaassonde • Spoelen • Globe herkennen • Werken met bladderscan • Uitleg geven rond blaaszorg
Medicatiekennis • Symptoomcontrole • Weten waarvoor de medicatie dient, evt. nevenwerkingen van de medicatie kennen • Nakijken van medicatie • Medicatie berekenen • Infuussnelheid berekenen
Medicatietoediening • Sc-spuitaandrijver - Graseby spuitpomp - Infusa spuitpomp - Plaatsen sc-catheter - Klaarmaken sc-spuitaandrijver - Instellen van pomp • IV pomp - Intrafix air braun - Instellen pomp
17
Totaalzorg Bedbad, lavabo, bad of douche met aandacht voor • zelfzorg • nazorg zoals scheren, nagels, oren, haarwassing, insmeren van de huid • mondzorg • aangepast aan toestand en wensen van de patiënt
Wondzorg • oncologische wondzorg • decubitus • OP-wonde
3.2. Klinische paden Op de dienst hebben we een zorgpad voor de stervende. Dit document helpt ons makkelijker te kunnen checken of er aan alles gedacht is. Bv. is de medicatie per os gestopt, is de ziekenzegening gewenst, zijn er symptomen die nog niet onder controle zijn?
18
19
3.3. Meest voorkomende administratieve-organisatorische procedures Opname Keuze van patiënt Wanneer er een patiënt is overleden moet er beslist worden welke nieuwe patiënt er gaat opgenomen worden. Dit is vaak een moeilijke beslissing. Er wordt gekeken naar de lijst “vraag om nu opgenomen te worden” en met het team besproken welke patiënt het meeste nood heeft aan een opname. Eerst geeft men voorrang aan mensen die van thuis komen en dus niet opgenomen zijn in een ziekenhuis. Ook wordt er gekeken naar welke opname het meest dringend (complexe sociale of medische achtergrond) is en wat de prognose van de patiënt is. De uiteindelijke beslissing wordt door de arts genomen.
Opnamegesprek Wanneer de patiënt geïnstalleerd is en wat op adem gekomen is van de verhuis naar de afdeling doen we een opnamegesprek. Liefst doen we dit met de patiënt zelf, indien dit niet mogelijk is vragen we de gegevens aan de omgeving. Het belangrijkste is telefoonnummers te hebben van de nauwste verwanten zodat er, zo nodig, iemand gecontacteerd kan worden. Een genogram wordt gemaakt om de sociale situatie te kunnen analyseren en begrijpen. Vervolgens bekijkt men de symptomen om de therapie aan te passen aan de noden van de patiënt. Hierna stelt men vragen rond de achtergrond van de patiënt, hoe men omgaat met de ziekte,over wat de patiënt zich zorgen maakt en de financiële toestand. Vragen rond levensbeschouwing volgen dan, deze zijn soms erg confronterend en moeilijk. De huidige zorg wordt als voorlaatst overlopen. Als laatste bekijken we wat de verwachtingen zijn en geven nog wat uitleg rond de afdeling. Enkele belangrijke voorrechten zijn gratis parkeren voor de naasten die dagelijks langs komen, het gebruik van handdoeken van het ziekenhuis, 24u/24u bezoek mogelijk en huisdieren mogen op bezoek komen.
Uitleg afdeling Na het opnamegesprek wordt er een rondleiding gegeven aan patiënt en/of omgeving zodoende dat men zich snel thuis voelt. Badkamer, living, keuken, gesprekslokaal en bezoekerstoilet worden bekeken en eventuele vragen hier rond worden beantwoord.
Afspraken afdeling De leefruimte staat ter beschikking van onze patiënten en hun familie. • Koffie, thee, water/bruis en fruitsap zijn steeds voorhanden voor onze patiënten en de familie. Cola is enkel voor de patiënten. Wij vragen hiervoor geen vergoeding. Een kleine bijdrage in ons DAS KAPITAL (spaarpot) voor de bevordering van de huiselijkheid is echter steeds welkom. • Draag zorg voor ons huishoudmateriaal. Gelieve daarom het gebruikte materiaal zelf af te wassen of in de vaatwasser te zetten en terug te zetten op de voorziene plaats. Teveel servies, bestek zou anders verloren gaan. • Een kleine maaltijd bereiden is steeds toegestaan. Een thuisbereide maaltijd kan ook opgewarmd worden met hulp van de aanwezige verpleegkundige of vrijwillig(st)er. • Bewaar zoveel mogelijk de orde en rust in deze leefruimte. Bij het waken wordt gevraagd om de leefruimte niet te gebruiken als slaapruimte. • De ruimte voor de verpleging is enkel toegankelijk voor het personeel. • De bergruimte in de keuken is niet toegankelijk voor bezoekers.
20
• Sinds 1 januari 2007 mag er niet meer gerookt worden in onze leefruimte. • Patiënten mogen roken mits toestemming van de arts op de kamer onder toezicht van het bezoek. Er is mogelijkheid om op het terras te roken. • Onze eenheid heeft geen beperkingen wat betreft de bezoekuren. • De kinderhoek: spelen mag, opruimen moet! Draag zorg voor onze kinderhoek. Laat kinderen steeds onder begeleiding van een volwassene in de speelruimte…. • Een woordje van steun, een gedachte, een kleine bezinning, mogen steeds neergeschreven worden in ons “gedenk - boek”. • Verpleging en vrijwilligers zijn graag bereid om mogelijke vragen te beantwoorden.
Verpleegdossier Symptoomcontrole • Pijn, moeheid, braken, nausea, mondstatus en sedatie beoordelen volgens meetschalen achteraan in het dossier.
Teamvergadering • Elke maandag is er een interdisciplinaire bijeenkomst met dokter, verpleegkundigen die op dat moment werken, hoofdverpleegkundige, psycholoog, pastorale werkster en eventuele studenten, sociale dienst… • Eerst worden patiënten die de voorbije week overleden/ontslaan zijn nog een laatste maal besproken. Hierna worden de aanwezige patiënten bekeken. De toestand van de patiënten worden vanuit fysisch, psychisch, sociaal, spiritueel en existentieel vlak belicht. Als laatste bekijkt men welke patiënten er in de toekomst opgenomen zouden kunnen worden en welke men voorrang geeft.
Verpleegdossier • Het verpleegdossier wordt uitvoerig besproken op de afdeling.
Beleving • In de beleving wordt genoteerd hoe de patiënt/familie zich voelt, hoe de dag is verlopen,…
Opname • Het opnamedossier is reeds besproken
Bijlage • Hier wordt alle extra informatie geplaatst.
21
Ontslag Overlijden • Op de palliatieve afdeling wordt veel aandacht besteed aan de verzorging van de overledene. Er wordt gewerkt met persoonlijke spullen, mooie lakens, kaarsen, licht,… • Er wordt steeds getracht de familie zo goed mogelijk op te vangen door er te zijn, een babbel te doen, een tas koffie aan te bieden en krijgt de tijd die nodig is om afscheid te nemen. • Vijf maal per jaar wordt er een bemoedigingsmoment georganiseerd voor de patiënten die ongeveer een maand of twee overleden zijn. De aanverwanten van een overledene worden uitgenodigd om stil te staan bij wat geweest is en wat hen nu bezig houdt. • De arts vult na het overlijden de overlijdensakte in. Dit is een officieel document dat meegegeven wordt met de begrafenisondernemer om het overlijden aan te geven bij dienst bevolking.
Naar huis • Elke maandag is er een interdisciplinaire bijeenkomst met dokter, verpleegkundigen die op dat moment werken, hoofdverpleegkundige, psycholoog, pastorale werkster en eventuele studenten, sociale dienst… • Een definitief ontslag vraagt veel overleg met thuisverpleging, Pallion, huisarts, eventueel hulp aan huis voor koken, poetsen en boodschappen.
22
4. PATIENTENVOORLICHTING Brochures van de afdeling • Opnamebrochure palliatieve afdeling • Een overlijden, wat nu? • Kinderboeken • Oma/opa/mama/papa vertelt • BIB op afdeling
Brochures binnen het ziekenhuis • Brochure wensambulance
Brochures buiten het ziekenhuis • Palliatief verlof • Palliatieve forfait • Netwerk palliatieve zorg Limburg vzw • Opvangmogelijkheden palliatieve zorg in Limburg en Pallion • Palliatieve zorg aan huis • Vroegtijdige zorgplanning • De meest gestelde vragen over kinderen en de dood • Niet te jong voor verlies
23
10 standaarden In het Jessa Ziekenhuis volstaat patiëntvriendelijkheid niet. We streven bewust naar patiëntgerichtheid. Dat betekent dat je niet enkel passief vriendelijk bent, maar oplossingsgericht en proactief handelt. Door het overtreffen van de verwachtingen van je patiënt zorg je ervoor dat hij niet enkel tevreden maar ook loyaal is. Als werkinstrument gebruiken we 10 standaarden die aangeven op welke manier je het verschil kan maken in je omgang met patiënten. 1. Zie de mens achter de patiënt: geef de patiënt het gevoel dat hij gezien en gehoord wordt. 2. Toon de mens achter de medewerker: zorg voor een menselijke connectie. 3. Geef informatie in de juiste dosis: doseren en herhalen is de boodschap. 4. Bouw samen aan het zorgverhaal: betrek je patiënt actief bij het proces. 5. Maak er een familieverhaal van: verlies de familie niet uit het oog. 6. Respecteer de privacy: gun de patiënt zijn veilige plek. 7. Maak wederzijdse afspraken: stel je grenzen. 8. Trek als team aan één koord: laat de patiënt voelen dat hij in veilige handen is. 9. Vergeet het eilandgevoel: ga in dialoog met andere diensten. 10.Vertrouw op de expertise van anderen: bundel de krachten met experts buiten de eigen muren.
Meer informatie vind je op Jessanet!
24
5. COMMUNICATIE 5.1. Telefonie Naam Jurgen Breemans Verpleegeenheid Dr. Marc Desmet Dr. Birgit Wijgaerts Magda Van de Broek Lieve Neven Melanie Boulogne Marleen Van Overloop (PST)
Telefoon 011 33 95 51 011 33 95 50 011 28 93 43 011 30 85 25 011 28 93 44 011 33 54 31 011 28 96 05 011 33 95 52
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Noodnummers Brand M.U.G. Alarm bij acute agressie
9999 9600 5555
5.2. ICT • Er zijn op de afdeling heel wat informaticatoepassingen. • Poema, Medicatiebeheer, Jessanet, zorgnet, C2M, Ultimo, Ultragenda, Cmeal, Othello, Webmail • Uitleg rond programma’s worden uitvoerig op de afdeling toegelicht. • De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. • Iedere medewerker heeft een persoonlijke code voor de computerprogramma’s.
5.3. Mondelinge communicatie • Elke maandag is er een teamvergadering waarin elke patiënt uitvoerig besproken wordt. • Elke dag is er een overleg met de arts om 14 uur. Hier zijn zowel de verpleegkundige van de vroeg dienst als late dienst op aanwezig en dit geldt ook als briefing van de vroege naar de late. Na elke shift wordt er een overdracht gedaan naar de collega verpleegkundige. • Wanneer de vrijwilliger begint met zijn shift wordt deze ook gebrieft door een verpleegkundige of vrijwilliger. De vrijwilligers hebben ook een briefingskaft ,waar wekelijks wat op de patiëntenbespreking vernoemd wordt in genoteerd.
25
5.4. Schriftelijke communicatie Op de palliatieve afdeling zijn er een drietal dagelijks geschreven bronnen. • Er is het briefingsblad dit is een overzicht van alle patiënten met hun aandoening waarop je tijdens de briefing kan schrijven. • Als tweede is er ook een briefingsmap waarin er na elke schift genoteerd wordt wat de belangrijke aspecten bij elke patiënt zijn. • Als laatste heeft elke patiënt een dossier waar een observatie schema, teamoverleg, medicatieblad, belevingsformulier, opnamedossier en bijlage inzit. Hierin worden de fysische, psychische, spirituele en sociale observaties genoteerd en dit gebeurt telkens na iedere shift.
26
6. PERSONEELSINFORMATIE
Gezond roosteren: verbeteren van de kwaliteit van leven voor medewerkers met continudienst en zorgen voor een goede balans tussen het persoonlijke en het professionele leven
6.1. Ziekenhuisbreed Op Jessanet vind je: • algemene personeelsinformatie (ziektemelding, verlof, uurrooster verzekering,...) • informatie over de evaluatieprocedure • informatie over de vormingsprocedure • stappenplan per dienst
Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifiek Uurrooster VROEGE VV1 VV3 DD1
07U00-15u06 07u00-14u30 08u00-16u06
LATE LL1 LL4 NN1
13u54-22u00 14u30-22u00 21u45-07u15
Middagpauze De middagpauze moet genomen worden in het personeelsrestaurant om even van de afdeling te zijn. Hier kan je een middagmaal, slaatje of een broodje bekomen tegen betaling. Je mag er ook je eigen boterhammen opeten. Indien dit om dienstredenen niet kan, mag je in de keuken op de afdeling eten. We proberen om in 2 shiften te gaan eten omwille van maximale aanwezigheid op de dienst.
Dienstlijst Een dienstlijst wordt per maand gemaakt (behalve voor de verlofperiode juli-augustus-september; december en januari). De hoofdverpleegkundige maakt de dienstlijst in de laatste week van de maand voor de 2de daaropvolgende maand. Dit betekent dat je dienstwensen (bv. verlof) steeds vóór de aanvang van de laatste week van de maand dient door te geven. In de mate van het mogelijke zal hieraan gevolg gegeven worden. Hoeveel uren er moeten gewerkt worden en hoeveel er gewerkt zijn, vind je terug op een afgedrukte lijst (in ringmap werklijsten). Als je als interim begint, kan het zijn dat je het vast systeem van iemand die ziek is overneemt, maar meestal is het zo dat de interim moet invallen en werken waar onvoldoende personeel is.
27
Overuren Overuren zijn supplementaire uren naast de normale dienstregeling. Indien je minder dan 15 minuten overuren hebt, heb je geen compensatie. Vanaf 15-60 minuten heb je recht op compensatie. Vanaf 1 uur heb je recht op compensatie + 50% vergoeding (op zon– en feestdagen andere regeling). Overuren worden ingeschreven in een speciale kaft (zeer duidelijk aantal, datum en reden vermelden) die zich in het verpleegstation bevindt. Overuren kunnen teruggenomen worden na overleg met hoofdverpleegkundige en in samenspraak met de collega’s die op dat moment aanwezig zijn.
Verlof Verlof kan aangevraagd worden door een nota te maken in het wensenboek met de gewenste periode. In de mate van het mogelijke zal hieraan gevolg worden gegeven. Verlof wordt alleen gegeven als het aangevraagd is, verlof kan niet zomaar gegeven worden. Indien je een weekend vrij wil, vragen we je om zelf te ruilen als de systeemlijst uitgezet is.
Ruilen Ook hierbij moet je natuurlijk rekening houden met de principes van het gezond roosteren. Indien je ruilt met een collega is het belangrijk dat je de geruilde uren terugwerkt.
Ziekte In geval van ziekte verwittig je zo snel mogelijk de dienst. Nadien verwittig je de dienst personeelszaken. De melding bij de dienst P&O kan op volgende wijze gebeuren: telefonisch op het gratis nummer ziektemeldingen: 0800 98 048 of op toestel 011 30 85 75 of 011 30 85 79, via fax 011 30 85 88 of via e-mail:
[email protected]. Het ziekteattest moet binnen de 24u00 bij de dienst personeelszaken of bij de hoofdverpleegkundige zijn. Je kan een attest ook opsturen via de post.
Vorming Regelmatig worden er bijscholingen gegeven die dienstspecifiek zijn. Net zoals op de dienstvergaderingen wordt een maximale aanwezigheid verwacht. Daarnaast kan je steeds terecht bij de hoofdverpleegkundige. Geef zelf eerlijk aan of je meer of andere begeleiding nodig acht.
28
6.3. Teambuilding Op regelmatige basis worden er dienstactiviteiten georganiseerd zoals een etentje, bowling, weekendje…
Intervisie Vijf maal per jaar komt het team bijeen om te kijken wat er in het team omgaat en worden moeilijke thema’s besproken. Hiervoor wordt beroep gedaan op een externe persoon, Walter Rombouts. Een intervisie bestaat uit drie delen : • Eerste ronde: met welk gevoel ben je aanwezig • Tweede ronde: is er een onderwerp wat je wil bespreken • Derde ronde: afsluiter met welk gevoel vertrek je terug naar de werkvloer
Dienstvergadering Vier maal per jaar wordt er een vergadering gepland. Het eerste deel omvat het bespreken van nieuwe afspraken en nieuwigheden, als tweede wordt er bijscholing gegeven.
Bemoedigingsmomenten Vijf maal per jaar worden de familieleden van overleden patiënten uitgenodigd om nog eens stil te staan bij het overlijden van hun dierbare. Ze worden dan uitgenodigd per brief. Er wordt een tekst over de patiënten gelezen met een beetje muziek ertussen en achteraf een tas koffie met een stukje taart. Hierbij kunnen de families vertellen hoe het met hun gaat en hoe ze alles ervaren hebben.
29
7. RISICOANALYSE & WERKPOSTFICHE Deze informatie vind je op onze website www.jessazh.be/Werken bij Jessa.
Heb je opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons dan gerust een seintje! Ria Ceyssens, tel. 011 30 85 13 E-mail:
[email protected] An Vanstiphout, tel. 011 30 90 29 E-mail:
[email protected]
30