International Business Examennummer: 91983 Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur
Dit examen bestaat uit 10 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 20 meerkeuzevragen - 1 case met 4 vragen
(maximaal 40 punten) (maximaal 60 punten)
Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze motivatie of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie in de beoordeling meegeteld. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - Niet-programmeerbare rekenmachine
Wij wensen u veel succes!
91983.ex_v1
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 2 punten.
1. Gegeven zijn de volgende punten op de productiemogelijkhedencurve voor graan en Dvd-spelers in Nederland en Rusland (uitgedrukt in Euro's):
Graan (tonnen) Dvd-spelers (x1000)
Nederland
Rusland
10
10
5
25
Uitgaande van de theorie van het relatieve kostenvoordeel (comparative advantage) en gegeven de informatie in bovenstaande tabel zal… a. geen handel van graan en dvd-spelers tussen beide landen mogelijk zijn. b. Nederland dvd-spelers exporteren en graan importeren. c. Nederland graan produceren en dvd-spelers importeren. 2. Globalisering is met name mogelijk gemaakt door een aantal ontwikkelingen in de wereldeconomie. Aan welke ontwikkeling heeft globalisering mede bijgedragen?
91983.ex_v1
a. Een afname van de behoefte om middelen internationaal te verwerven. b. Een versobering van de transport- en informatietechnologie. c. Een wereldwijde verlaging van de belastingen.
NCOI Opleidingsgroep
1
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
3. Zie onderstaande tabellen. Welke tabel is juist volgens de cultuurindex van Hofstede? a.
Maleisië
Score Individualiteitsindex (Individualism)
Score Onzekerheidsmijdingsindex (Uncertainty Avoidance)
Laag
Laag
Australië Hoog
Betrekkelijk hoog
b.
Maleisië
Score Individualiteitsindex (Individualism)
Score Onzekerheidsmijdingsindex (Uncertainty Avoidance)
Laag
Hoog
Australië Hoog
Betrekkelijk laag
c.
Maleisië
Score Individualiteitsindex (Individualism)
Score Onzekerheidsmijdingsindex (Uncertainty Avoidance)
Hoog
Laag
Australië Laag
Betrekkelijk hoog
4. Een computerfabrikant produceert desktops, laptops, PDA's, workstations, servers, opslagmedia, monitoren, LCD-televisies, MP3 spelers, USB-sticks en printers. De productieactiviteiten worden daar uitgevoerd waar ze het goedkoopst kunnen worden uitgevoerd. Het assortiment is vrij strak gestandaardiseerd en de producten zijn alleen te verkrijgen via de website van de fabrikant. Hieronder staat een deel van het strategisch profiel van deze computerfabrikant: Wij leveren een vast assortiment aan moderne technologische, hoogkwalitatieve producten waarvan de consument weet waar hij aan toe is, wat de consument kan waarderen en die de consument kan betalen. Wij willen ons richten op het zodanig plaatsen van bouwstenen voor toepassingen voor bedrijven, voor thuisgebruik en voor zakelijk gebruik, dat leidt tot kostenreductie en het vergemakkelijken van keuzes. Welk van de 3 business-strategieën zal deze fabrikant het meest waarschijnlijk volgen?
91983.ex_v1
a. differentiatiestrategie (differentiation strategy) b. focusstrategie (focus strategy) c. kostleiderschapstrategie (overall cost leadership strategy)
NCOI Opleidingsgroep
2
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
5. Zie hieronder twee lijstjes die te maken hebben met het begrip 'strategische allianties'. Lijst 1 Shared Management Agreement
Delegated Arrangement
Assigned Arrangement
Lijst 2 A. Beide partijen delegeren het management naar de leiding van de joint-venture B. Een van beide partijen neemt nadrukkelijk de verantwoordelijkheid C. Beide partijen participeren actief
Aan welk begrip uit Lijst 2 kun je Shared Management Agreement koppelen ? a. Shared Management Agreement kun je het beste koppelen aan A. uit Lijst 2 b. Shared Management Agreement kun je het beste koppelen aan B. uit Lijst 2 c. Shared Management Agreement kun je het beste koppelen aan C. uit Lijst 2 6. Wat is een voorbeeld van een embargo? a. Wetgeving die direct internationale transacties met een bepaald land beïnvloedt. b. Wetgeving die gericht is tegen buitenlandse ondernemingen. c. Wetgeving die religieus van aard is. 7. Handelsstromen tussen landen kunnen verklaard worden met behulp van theorie van de productlevenscyclus. Waar zal volgens deze theorie in de introductiefase en beginnende groeifase de productie vooral plaatsvinden?
91983.ex_v1
a. Industriële landen b. Lagelonenlanden c. Landen waarvan de wisselkoers apprecieert
3
NCOI Opleidingsgroep
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
8. Hieronder staat twee lijsten die te maken hebben met de verschillende niveaus van internationale strategie. Lijst 1 1. Corporate Strategy
Lijst 2 A. Finance, Marketing, Operations, HR-management, R&D
2. Functional Strategy
B. Differentiation, Cost leadership, Focus
3. Business Strategy
C. Single business, Related diversification, Unrelated diversification
Aan welk begrip uit Lijst 2 kun je Corporate Strategy koppelen ? a. Corporate Strategy kun je het beste koppelen aan A. uit Lijst 2 b. Corporate Strategy kun je het beste koppelen aan B. uit Lijst 2 c. Corporate Strategy kun je het beste koppelen aan C. uit Lijst 2 9. Twee farmaceutische bedrijven, Cardo en Vitee, besluiten samen te gaan werken in de vorm van een joint-venture. Wat is een kenmerk van deze joint-venture? a. Veel controle hebben op de betrokken activiteiten en veel directe zeggenschap hebben over de dagelijkse gang van zaken. b. Veel controle hebben op de betrokken activiteiten en weinig directe zeggenschap hebben over de dagelijkse gang van zaken. c. Weinig controle hebben op de betrokken activiteiten en veel directe zeggenschap hebben over de dagelijkse gang van zaken. 10. Een onderneming wil bier exporteren naar Polen. Zij heeft vastgesteld dat er wel voldoende eigendoms- en landenspecifieke voordelen bestaan, maar onvoldoende internationaliseringsvoordelen. Wat is hierin de meest toepasselijke internationaliseringsvorm?
91983.ex_v1
a. Directe export b. Directe investering c. Licentieverlening
NCOI Opleidingsgroep
4
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
11. Wat is in onderstaande afbeelding de spotrate van de hamburger in dollars op de datum 1/1/2013?
a. $ 0,77 b. $ 1.30 c. $ 1,34 12. Wat is indirecte export? a. Export via een ander land b. Export via een Export Management consultancy (EMC) c. Export van een product dat eerst is geïmporteerd 13. Welk onderstaand proces beschrijft globalisering het beste? a. Het proces van wereldwijde economische integratie die noodzakelijk is door een toename van het aantal handelsbelemmeringen b. Het proces van wereldwijde economische integratie door een significante stijging van de internationale handel en investeringen c. Het proces waarbij de wereldproductie sneller groeit dan de wereldhandel 14. Waar zijn de maatregelen van de WTO met name op gericht?
91983.ex_v1
a. Het geven van exportsubsidies in belastingvoordelen aan exporterende bedrijven. b. Het instellen van importcontingenten en het geven van belastingvoordelen aan exporterende bedrijven. c. Het verlagen van de douanerechten en het afschaffen van importcontingenten.
5
NCOI Opleidingsgroep
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
15. Stel: • • • •
De Demand curve (vraagcurve) is voor een monopolist QD=500-MR De Marginal Revenu is MR=500-2Q De Marginal Costs is MC = € 50 per unit Bij een monopolist geldt MC=MR
Wat is de profit-maximizing prijs voor deze monopolist? a. € 450 b. € 275 c. € 225 16. Een elektronicaconcern verplaatst een divisie naar Azië vanwege 3 redenen: 1. In de Zuidoost-Aziatische regio zijn de belangrijkste concurrenten van de elektronica-divisie gevestigd. 2. De belangrijkste technologische vernieuwingen gerelateerd aan de producten van de divisie vinden in het Verre Oosten plaats en zodoende zijn er veel R&Dvoorzieningen aldaar. 3. De verwachte groei van klantbehoefte in elektronische producten is het grootst in Azië. Het concern besluit om in Azië helemaal 'from scratch’ te beginnen. Men koopt een forse bedrijfskavel, bouwt een nieuwe productielocatie en werft zowel managers en medewerkers uit Azië als dat er zittend personeel wordt ingevlogen. Welk van de onderstaande conclusies past het beste op basis van bovenstaande uiteenzetting? a. Het elektronicaconcern handelt, om tot de Zuidoost-Aziatische markt toe te treden, volgens een acquisitiestrategie. b. Het elektronicaconcern handelt, om tot de Zuidoost-Aziatische markt toe te treden, volgens een greenfieldstrategie. c. Het elektronicaconcern handelt, om tot de Zuidoost-Aziatische markt toe te treden, volgens de strategie van internationale licentieverlening 17. De Amerikaanse meervalindustrie heeft met succes een verzoekschrift ingediend bij de Amerikaanse regering, waarin zij eist dat ingevoerde meervalrassen uit Vietnam dienen te worden gelabeld als 'tra', 'basa' of 'pangasius'. Waar is dit een voorbeeld van?
91983.ex_v1
a. Directe prijsbeïnvloeding door middel van een quota b. Het vaststellen van een importtarief c. Nontariff-barrière gericht op productstandaarden
NCOI Opleidingsgroep
6
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
18. Wanneer een internationale organisatie zaken doet in het buitenland, heeft deze te maken met de wisselkoersen tussen de verschillende valuta. Er zijn voortdurend veranderingen in de wisselkoersen, waardoor er wisselkoersrisico optreedt. Er zijn verschillende manieren om wisselkoersrisico te verminderen. Zie onderstaande afbeelding. Deze afbeelding is een vorm van intern risicobeheer ten aanzien van wisselkoersen waarbij er expliciet saldering wordt toegepast. Hoe noemen we onderstaand afgebeeld intern beheersinstrument?
Dutch company (€)
$ account
customer
supplier
USA ($)
¥ account
customer
supplier
Japan (¥)
a. Hedging b. Leading and lagging c. Netting 19. Welke internationale organisatie houdt zich mondiaal bezig met het reduceren van handelsbelemmeringen? a. EMU (Economische en Monetaire Unie) b. NAFTA (North American Free Trade Association) c. WTO (World Trade Organisation) 20. Stel, een internationaal opererende onderneming: • • • •
ontwikkelt zo veel mogelijk sterk gestandaardiseerde producten; centraliseert de ondersteunende en administratieve activiteiten in het hoofdkantoor; produceert producten op enkele locaties voor de gehele wereld; maakt gebruik van global brands.
Welke 'strategy' volgt deze onderneming?
91983.ex_v1
a. Een global strategy b. Een home replication strategy c. Een multi-domestic strategy
7
NCOI Opleidingsgroep
Case: VelTex (60 punten)
Lees de volgende casebeschrijving eerst door en beantwoord vervolgens de vragen. In deze case staat een onderneming in de textiel centraal. De case gaat over de periode 20002013. Inleiding
VelTex is een groot textielbedrijf dat zich sinds 4 jaar richt op de productie van geavanceerde textieltoepassingen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van in de organisatie aanwezige hoogwaardige kennis van zowel textieltechnologie als van aan de vervaardiging van technisch textiel gerelateerde chemische processen. De periode tot het jaar 2000
In de periode tot het jaar 2000 waren de belangrijkste activiteiten van VelTex spinnen, weven en verven, en produceerde het bedrijf voornamelijk conventionele textiel voor de kleding. De sterke punten van het bedrijf waren in ieder geval de technische know how, stipte levering en een sterk netwerk van handelshuizen die de persoonlijke verkoop voor hun rekening namen. Hierdoor was VelTex tot 2000 in staat om ook goede financiële resultaten te laten zien. Vanaf 2000 kwam daar echter abrupt verandering in. De periode 2000 - 2009
De concurrentiepositie van VelTex werd vanaf het jaar 2000 steeds verder aangetast, omdat in vergelijking met andere industriële branches de arbeidskosten voor elk van de onderdelen van VelTex verhoudingsgewijs aanmerkelijk groter waren. Bovendien kwamen er steeds vaker goedkope importen van eenvoudige standaardtextiel uit lagelonenlanden op de Nederlandse markt. Toch bleef de directie van VelTex geloven in de traditionele marketingstrategie. De omzet van VelTex begon versneld in te zakken. In 2000 bedroeg de netto-omzet nog € 552 miljoen euro met een personeelsbestand van 3.300 medewerkers. In 2009 was de netto-omzet inmiddels gedaald naar € 403 miljoen euro en een personeelsbestand van 2.600 medewerkers. De periode na 2009
91983.ex_v1
De directie zag vanaf 2009 meer dan ooit de noodzaak in van fundamentele veranderingen in de product- en marktcombinaties van het bedrijf om de continuïteit van het bedrijf zeker te stellen. Sinds 2009 is de bijna verlieslatende strategie van kostenverlaging en het maken van volume dan ook verlaten. De interne strategie van VelTex is sindsdien gebaseerd op het versterken van de basis door productdifferentiatie. Gestreefd wordt naar
NCOI Opleidingsgroep
8
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
een goed renderend productportfolio, gericht op bevordering van het innovatieve vermogen, continuïteit op de lange termijn en marktgerichtheid, waarbij de aandacht is gericht op relevante wensen en behoeften van eindgebruikers. Verder dient vanuit de internationale strategie groei te worden gerealiseerd door middel van gerichte internationale acquisities. VelTex is een beursgenoteerd bedrijf. VelTex heeft over het jaar 2012 een netto-omzet gerealiseerd van € 375,- miljoen met een personeelsbestand van 2.105 medewerkers. De nettowinst is in vergelijking met voorgaande jaren stabiel gebleven op € 0,9 miljoen. De sterke punten van VelTex zijn nu (nog steeds de technische knowhow, de hoge productkwaliteit (hoogwaardige materialen en verwerking), modieuze dessinering en de kleurstelling, Analyse
De grote textielfabrikanten zijn al vanaf het begin van de nieuwe eeuw in een overnamerace gedwongen. Voor VelTex gold net als voor diens concurrenten, dat als het niet mee zou doen in de opkomende markten, het, ondanks de andere koers die het voer, uiteindelijk het loodje zou leggen. VelTex ging relatief laat van start in de wereldwijde consolidatieslag. De race werd geleid door AmTex, 's werelds nummer één; met een output die tien keer zo groot is als die van VelTex. Pas vanaf 2009 is VelTex aan het merger & acquisitionspel gaan meedoen en heeft het met de overname van South-Asian Textiles (SAT) aansluiting gevonden bij AmTex. Dat betekent ook dat het aandeel VelTex nu vergelijkbaar is geprijsd, terwijl het lange tijd relatief goedkoop was. De merken van VelTex gelden in het buitenland als topmerken waar een stevige prijs voor gevraagd kan worden. In Azië is het voor de grote textielfabrikanten moeilijk winst maken met traditioneel textiel. Het is echt een volumemarkt. Maar de marges op nicheproducten zoals die van VelTex zijn vier tot vijf keer zo hoog. Twijfels over winstgevendheid
Toch blijven er twijfels bestaan over de winstgevendheid van VelTex. De concurrentie haalt hogere marges. Zij hebben het voordeel van enkele grote textielmerken in grote landen als Brazilië en de VS. Daardoor kunnen zij efficiënt opereren. VelTex met zijn kleine thuismarkt kan dat minder. De schaalvoordelen voor VelTex bestaan voornamelijk uit inkoopkracht bij grondstoffenleveranciers en verkoop- en distributiecombinaties. Concurrentie
91983.ex_v1
VelTex heeft een beperkt aantal binnenlandse concurrenten, maar daarentegen een toenemend aantal buitenlandse bedrijven (veelal met productiefaciliteiten in het verre oosten) dat traditionele textiel aanbiedt. Er zijn gesprekken gaande tussen de ASEAN Free Trade (AFTA) en China om vanaf 2014 een vrijhandelsgebied te creëren.
9
NCOI Opleidingsgroep
International Business - Examennummer 91983 - 14 december 2013
Vragen bij de case:
1. Bij de overname van South-Asian Textiles (SAT) dient VelTex rekening te houden met culturele aspecten bij het bepalen van de organisatieopbouw en in te bouwen controlemechanismen. Noem drie dimensies waarmee VelTex rekening moet houden bij deze overname. Gebruik het model van Hofstede in de onderbouwing van uw antwoord. (15 punten) 2. VelTex kiest in Azië voor het toepassen van 'directe investering' als toetredingsstrategie. VelTex kiest bewust niet voor 'directe' of 'indirecte export' of 'licentieverlening'. Leg uit waarom VelTex heeft gekozen voor bovenstaande toetredingsstrategie. (15 punten) 3. Waarom ligt een strategie van productdifferentiatie (innovatie) juist voor een Nederlands bedrijf als VelTex meer voor de hand dan kostenverlaging? (15 punten)
91983.ex_v1
4. Bij het ontstaan van een vrijhandelsgebied in Azië, kan het Chinese ChinTex ? een van de grootste producenten van traditioneel textiel – het lastig maken voor Veltex. Leg uit waarom ChinTex het lastig kan maken voor Veltex. (15 punten)
NCOI Opleidingsgroep
10