Privaatrecht I Examennummer: 68503 Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 8 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Kluwer collegebundel 2011/2012.
Wij wensen u veel succes!
5362 68503.ex_v1
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Welk van de onderstaande rechten kan als vermogensrecht worden aangemerkt? a. Het lidmaatschap van een voetbalvereniging b. Het recht op levering van een gekochte zaak c. Het recht van gebruik en bewoning 2. Welke van de onderstaande stellingen is juist? a. Auto’s zijn registergoederen b. Een niet gehuurde bewoonde woning is altijd eigendom van de bewoner c. Het recht van hypotheek kan ook als zekerheidsrecht worden gebruikt voor een groot zeeschip 3. Is hypotheekrecht een zakelijk recht? a. Hypotheek is altijd een zakelijk recht b. Hypotheek is nooit een zakelijk recht want het is een zekerheidsrecht c. Hypotheek kan ook op een vermogensrecht gevestigd worden en is dan geen zakelijk recht 4. Op 1 februari 2011 vestigt Jansen een hypotheekrecht op zijn huis. Het blijkt dat op 15 januari 2011 een erfdienstbaarheid op het erf is gevestigd ten behoeve van de buurman. Op 15 juni 2011 verkoopt en levert Jansen het huis aan Pietersen. Welke van de onderstaande stellingen is juist voor de situatie na 15 juni 2011?
5362 68503.ex_v1
a. De eigenaar van het heersend erf zal met de nieuwe eigenaar moeten overleggen om het genot van de erfdienstbaarheid te kunnen blijven houden b. De hypotheekhoudende bank kan executoriaal verkopen alsof er geen overdracht heeft plaatsgevonden maar moet wel de erfdienstbaarheid respecteren c. Pietersen heeft een volledig onbelast huis verworven
NCOI Opleidingsgroep
1
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
5. Wat wordt verstaan onder de titel van overdracht? a. De vraag of iemand bevoegd is het betreffende goed over te dragen b. De handeling die nodig is om de overdracht te effectueren c. Het rechtsfeit op grond waarvan de overdracht plaatsvindt 6. Wanneer ontstaat GEEN ongedaanmakingsverbintenis? a. Als de handeling wordt vernietigd wegens bedrog b. Als een ontbindende voorwaarde wordt vervuld c. Als een overeenkomst wordt ontbonden 7. Welke eigenschap is nodig om een geldige overdracht van een zaak te kunnen doen? a. Beschikkingsbevoegdheid b. Handelingsbekwaamheid c. Handelingsbevoegdheid 8. Joop de Koning koopt op de jaarlijkse markt een nieuwe mobiele telefoon. Later blijkt dat deze gestolen was uit het magazijn van een groothandelaar. Moet Joop desgevorderd de telefoon aan de oorspronkelijke eigenaar afgeven? a. Ja, want de bescherming van Joop geldt alleen als hij de telefoon in een reguliere winkel had gekocht b. Nee, als Joop te goeder trouw heeft gehandeld wordt hij beschermd c. Nee, maar hij moet wel de naam van de verkoper bekend maken 9. Welke van de onderstaande stellingen is juist? a. Bezitloos pandrecht geeft de pandhouder gelijke rechten als de vuistpandhouder b. Bezitloos pandrecht kan gevestigd worden door de te verpanden zaak in de macht van de pandhouder te brengen c. Bezitloos pandrecht kan gevestigd worden door een geregistreerde onderhandse akte 10. Bram is garagehouder. Hij heeft enige tijd geleden een auto verkocht aan de plaatselijke klusjesman. Omdat deze de auto niet kon betalen heeft Bram genoegen genomen met een bezitloos pandrecht. Op zekere dag gaat de klusjesman failliet. Wat is de positie van Bram in het faillissement van de klusjesman?
5362 68503.ex_v1
a. Door het faillissement vervalt het pandrecht b. Hij kan van de curator de uitlevering van de auto vorderen c. Hij zal zijn vordering moeten indienen ter verificatie omdat hij geen vuistpandrecht gevestigd heeft
NCOI Opleidingsgroep
2
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
11. Een plaatselijke bank is bereid geweest een geldlening te verstrekken wegens de aankoop van een huis door één van de klanten. Voorwaarde was dat er hypotheek gevestigd werd. Hoe wordt de bank in deze situatie genoemd? a. Hypotheekgever b. Hypotheekhouder c. Hypotheekverstrekker 12. Welke stelling met betrekking tot een rechtshandeling is juist? a. Bij een rechtshandeling is altijd maar één persoon betrokken b. Bij een rechtshandeling kunnen zowel één als meer dan één personen betrokken zijn c. Bij een rechtshandeling zijn altijd meer personen betrokken 13. Klaas Blank handelt in antieke vazen. Op zekere dag doet hij een aanbod aan de executeur van de nalatenschap van een oude dame. Hij verzoekt de executeur per email te reageren op zijn aanbod. De executeur meldt in een emailbericht ”Aanbod aanvaard”. Maar het woordje “niet” is weggevallen. Heeft de executeur een geldige rechtshandeling verricht? a. Ja, want het gebruik van email is in onze samenleving standaard ingevoerd b. Ja, want het risico is voor degene die van het middel gebruik maakt c. Nee, want Klaas had gevraagd om het middel “email” te gebruiken en daarom is er geen rechtshandeling verricht 14. Een crediteur ontdekt dat zijn debiteur een auto, die als verhaal kon dienen voor zijn vordering, tegen een veel te lage prijs en onverplicht heeft verkocht. Benadeling van de schuldeisers is hierdoor een gegeven. Kan de crediteur iets tegen deze verkoop ondernemen? a. Ja, de verkoop kan door de crediteur vernietigd worden b. Ja, hij kan naar de rechter stappen wegens een door de debiteur verrichte onrechtmatige daad c. Ja, hij kan uitsluitend naar de rechter stappen met het verzoek de verkoop te ontbinden 15. In welke van de onderstaande situaties is sprake van wettelijke vertegenwoordiging?
5362 68503.ex_v1
a. Een echtpaar geeft de plaatselijke makelaar opdracht de door hen bewoonde woning te verkopen b. Het huis van de buurman (die met vakantie is) van Cornelis de Boer is door een storm getroffen. Cornelis belt een timmerman om de gebroken ruit van de woonkamer met een houten plaats af te dekken c. Martin Grootjens huurt voor zijn 17 jarige zoon een studentenkamer in Maastricht
3
NCOI Opleidingsgroep
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
16. Willem de Vriend stuurt zijn 12 jarig zoontje naar de plaatselijke boekhandelaar om namens hem een pas verschenen detective te kopen. Is hier een onaantastbare koop en verkoop overeenkomst tot stand gekomen? a. Ja, want de koop- en verkoopovereenkomst komt tot stand tussen de boekhandelaar en Willem b. Nee, alleen wanneer Willem zijn zoontje een schriftelijke verklaring heeft meegegeven c. Nee, want het zoontje van Willem is minderjarig 17. In welke van de volgende situaties is GEEN sprake van een overeenkomst? a. Het aangaan van het huren van een auto b. Het kopen van een computer c. Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst 18. Als een autohandelaar een mondeling bod uitbrengt op een auto van een particulier en deze het bod de volgende dag aanvaardt, is de autohandelaar dan hieraan gebonden? a. Ja, want aanbod en aanvaarding brengen in dit geval een overeenkomst tot stand b. Ja, want de particuliere klant kan er op vertrouwen dat een detaillist zijn aanbod voor enkele dagen heeft gedaan c. Nee, een mondeling bod, door wie dan ook gedaan, moet terstond aanvaard worden 19. Wat is een juiste stelling met betrekking tot de redelijkheid en billijkheid? a. Deze kunnen uitsluitend een aanvullende werking hebben b. Deze kunnen uitsluitend een derogerende werking hebben c. Deze kunnen zowel een aanvullende als een derogerende werking hebben 20. Als een leverancier zich beroept op de algemene voorwaarden gelden die dan bij elke overeenkomst?
5362 68503.ex_v1
a. Ja, in alle gevallen; zelfs als de voorwaarden onredelijk bezwarend zouden zijn; de wederpartij kan immers kennis nemen van de algemene voorwaarden b. Ja, mits de wederpartij deze aanvaard heeft bij het aangaan van de overeenkomst c. Ja, ook al had de leverancier kunnen begrijpen dat de wederpartij niet op de hoogte was van het hanteren de algemene voorwaarden
NCOI Opleidingsgroep
4
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
21. Een huiseigenaar heeft op 1 maart 2010 een nieuwe CV ketel laten aanbrengen, garantie 5 jaar na plaatsing. Hij verkoopt de woning op 1 april 2011. Heeft de nieuwe koper nog plezier van de garantie op de CV ketel? a. Ja, want hier is sprake van een kwalitatief recht b. Nee, de koper kan eventueel de verkoper aanspreken wegens een verborgen gebrek c. Nee, de koper van de woning is geen partij geweest bij de aanschaf van de CV ketel en heeft verder geen enkele mogelijkheid tot verhaal 22. Iemand slaat een ruit in van een huis dat in brand staat. Hij wil de eventueel aanwezige mensen en/of dieren uit het pand redden. Is het inslaan van die ruit in deze situatie een onrechtmatige daad? a. Ja, want aan alle voorwaarden van de onrechtmatige daad is voldaan b. Nee, want er is niet voldaan aan de relativiteitseis c. Nee, want weliswaar is aan alle onderdelen van de definitie van de onrechtmatige daad voldaan, maar er is sprake van een rechtvaardigingsgrond 23. Enkele jongens van 15 jaar oud schaatsen ’s winters zonder dat hun ouders ook aanwezig zijn, op de plaatselijke ijsbaan. Een van hen hindert een schaatsend meisje dusdanig, dat zij ten val komt. Wie is aansprakelijk voor de ontstane schade? a. De jongen b. De ouders en de jongen c. De ouders van de jongen 24. Als een werknemer tijdens werktijd een onrechtmatige daad begaat, wie is dan aansprakelijk voor de door hem aangerichte schade? a. De werkgever b. De werknemer c. Zowel de werkgever als de werknemer 25. Als meer mensen tegelijkertijd een onrechtmatige daad plegen, op wie kan de benadeelde dan verhaal zoeken? a. Op alle plegers, naar rato van hun bijdrage aan de schade b. Op degene die het meeste schuld heeft c. Op elk van de plegers voor het gehele bedrag (hoofdelijkheid) 26. Welke van de onderstaande stellingen is juist?
5362 68503.ex_v1
a. Uit ongerechtvaardigde verrijking vloeit een verbintenis voort b. Uit ongerechtvaardigde verrijking vloeit een verbintenis voort, voor zover de wederpartij aanspraak maakt op terugbetaling c. Uit ongerechtvaardigde verrijking vloeit geen verbintenis voort
5
NCOI Opleidingsgroep
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
27. Is schenking te zien als overeenkomst? a. Ja, want het aanbod van het te schenken goed moet aanvaard worden b. Nee, want een schenking kan in veel gevallen herroepen worden c. Nee, want er vloeit maar één verbintenis uit voort 28. Welke van onderstaande beweringen ten aanzien van een natuurlijke verbintenis is juist? a. Een natuurlijke verbintenis kan worden omgezet in een gewone verbintenis b. Een natuurlijke verbintenis ontstaat nooit bij overeenkomst c. Voldoening aan een natuurlijke verbintenis kan soms worden afgedwongen 29. Is een derde bevoegd om de verbintenis van een ander te voldoen? a. Ja in alle gevallen; de crediteur krijgt immers waar hij recht op heeft b. Ja, maar alleen als de inhoud of de strekking van de verbintenis zich er niet tegen verzetten c. Nee, de crediteur heeft juist met DEZE debiteur gehandeld 30. Hebben nietigheid en vernietigbaarheid dezelfde rechtsgevolgen? a. Ja, in beide gevallen is sprake van terugwerkende kracht b. Nee, alleen in gevallen van nietigheid is sprake van terugwerkende kracht c. Nee, alleen in gevallen van vernietigbaarheid is sprake van terugwerkende kracht 31. Garagehouder Remco Moersleutel heeft de auto van particulier Andries Westervoort gerepareerd. Nu staat er nog een rekening open van € 500 wegens een eerder aan dezelfde auto verrichte reparatie. Remco weigert de auto af te geven. Maar het blijkt dat Andries de auto inmiddels heeft verkocht, hoewel de overdracht nog niet heeft plaatsgevonden. Staat Remco in zijn recht met zijn weigering de auto af te geven?
5362 68503.ex_v1
a. Remco kan zijn retentierecht niet uitoefenen omdat dit een verbintenis uit het verleden betreft b. Remco kan zijn retentierecht niet uitoefenen omdat de auto inmiddels verkocht is c. Remco kan zijn retentierecht uitoefenen, ook tegen de crediteur van Andries
NCOI Opleidingsgroep
6
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
32. Supermarkt Farmer koopt van een groothandelaar 10 kg cantharellen, af te leveren op 5 september 2011. Kan Farmer de groothandelaar op 15 augustus 2011 in gebreke stellen? a. Ja, want daarmee maakt hij van 5 september 2011 een fatale datum en is er op dat moment bij niet levering sprake van wanprestatie b. Nee, een ingebrekestelling is in dit geval helemaal niet nodig omdat het bederfelijke waren betreft c. Nee, want een ingebrekestelling kan pas verstuurd worden als de debiteur niet tijdig presteert 33. Als een nieuwe keuken besteld is en er een aanbetaling heeft plaatsgevonden, hoe kan de koper bij ontbinding van de overeenkomst dit aanbetaalde bedrag terugvorderen? a. Een persoonlijke vordering tot ongedaanmaking b. Een vordering wegens ongerechtvaardigde verrijking c. Een vordering wegens onverschuldigde betaling 34. Er vindt een aanrijding plaats tussen twee fietsers. Oorzaak is het te snel rijden met een elektrische fiets, waardoor de berijder niet op tijd kon stoppen voor de andere fietser, die van rechts kwam. Op welke wijze moet de schade aan de aangereden fiets worden berekend? a. Ter vrije keuze van de veroorzaker van de aanrijding de abstracte dan wel de concrete methode b. Volgens de abstracte methode c. Volgens de concrete methode 35. Kan de benadeelde uit de vorige vraag ook immateriële schadevergoeding krijgen? a. Ja, maar alleen als sprake is van lichamelijk letsel b. Ja, ook als er sprake is van materiele schade c. Nee 36. Kan een koopovereenkomst alleen betrekking hebben op zaken?
5362 68503.ex_v1
a. Ja want in art. 7:1 BW wordt alleen gesproken over “een zaak” b. Nee, een koopovereenkomst kan ook vermogensrechten betreffen, ook al betreft het absolute vermogensrechten c. Nee, een koopovereenkomst kan ook vermogensrechten betreffen, maar alleen als het niet-absolute vermogensrechten betreft
7
NCOI Opleidingsgroep
Privaatrecht I - Examennummer 68503 - 10 december 2011
37. Sjaan van Puffelen ontvangt per post ongevraagd een boek van een boekenclub. Welke stelling is dienaangaande juist? a. Sjaan mag het boek gratis behouden b. Sjaan moet op eerste vordering het verschuldigde bedrag betalen c. Sjaan moet op eerste vordering van de boekenclub boek terugsturen omdat sprake is van onverschuldigde betaling 38. Welke van de onderstaande stellingen is juist? a. Huurkoop is een bijzondere vorm van koop op afbetaling b. Huurkoop is mogelijk voor registergoederen c. Huurkoop kan mondeling en schriftelijk plaatsvinden 39. Ad den Besten treedt in het huwelijk met Jacoba Van Monster. Jacoba huurde al ver voor het huwelijk een flat. Na het sluiten van het huwelijk trekt ook Ad in deze flat. Welk gevolg heeft het huwelijk voor de huurovereenkomst van de flat? a. Ad wordt gezien als medehuurder, zodra hiervoor een contract met de verhuurder is getekend b. Ad wordt van rechtswege medehuurder c. Geen, omdat Jacoba ook zelf de flat blijft bewonen 40. Amanda Visser werkt parttime als kassière bij een supermarkt. Zij werkt 3 dagen per week. Op hoeveel vakantiedagen kan zij per jaar aanspraak maken?
5362 68503.ex_v1
a. 12 b. 15 c. 20
NCOI Opleidingsgroep
8