Scholen op weg naar Integrale KinderdagCentra Een veilig en creatief tweede thuis Rob van de Biggelaar, Nanne Boonstra, Henk Derks, Hans Fuchs, Niels Hermens, Martien van Litsenburg, Ad Maas (redactie), Henk van de Ven en Koen Verwold
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Wijk, dorp, buurt: een gezonde leefomgeving Pedagogische kwaliteit van opvang en ontwikkeling Onderwijskundige kwaliteit van een school Fysieke en sociale veiligheid Het Integrale Kinderdagcentrum als ideaal Een functioneel school-buurt-gebouw Een IKC-plein voor de buurt Eerste en tweede thuis in samenwerking Medewerkers in een productief netwerk Voorwaarden vanuit bestuur en management
Auteurs / medewerkers: hs. 1 Ad Maas, hs. 2 Ad Maas, hs. 3 Ad Maas m.m.v. van Martien van Litsenburg, hs. 4 Rob van de Biggelaar en Ad Maas, hs. 5. Ad Maas en Henk Derks, hs. 6 Ad Maas en Henk van de Ven, hs.7 Niels Hermens en Nanne Boonstra, hs. 8 Ad Maas m.m.v. Koen Verwold, hs. 9 Ad Maas en hs. 10 Ad Maas m.m.v. Hans Fuchs.
Initiatiefnemer: Habilis Mens en Onderwijs Eindhoven
Uitgever: Aspekt Soesterberg
Inhoud Voorwoord Inleiding 1. Wijk, dorp, buurt: een gezonde leefomgeving 1.1 Geografisch en sociaal 1.2 Kwaliteit van een wijk 1.3 Informatie en communicatie 2. Pedagogische Kwaliteit van opvang en ontwikkeling 2.1 Aanleg en milieu 2.2 Omgang en communicatie 2.3 Opvoeding en opvoeden 2.4 Concrete opvoedingsmogelijkheden 2.5 Zelfstandig en medeverantwoordelijk 2.6 Opvoedingswerkelijkheid anno nu 2.7 Valkuilen en adviezen 3. Onderwijskundige Kwaliteit van een school 3.1 Onderwijsresultaten 3.2 Beter onderwijs 3.3 Onderwijs en burgerschap 3.4 ICT-mogelijkheden 3.5 Leerstof 3.6 Individualisering en differentiatie 3.7 Leerlingenzorg 3.8 Inspirerende en motiverende visies 4. Fysieke en sociale veiligheid 4.1 Enkele verklaringen van agressie 4.2 Maatschappelijke regulering 4.3 Regulering in een IKC 4.4 Beleid en aanpak 4.5 Veiligheidsbeleid 4.6 Veligheidspraktijk 5. Het Integrale KinderdagCentrum als ideaal
5.1 De naam IKC 5.2 Levensbeschouwelijke identiteit van een IKC 5.3 Pedagogische en onderwijskundige identiteit 5.4 Nadere voorwaarden i.v.m. de kwaliteit van en IKC 5.5 Omgaan met nieuwe ideeën, eisen en verwachtingen 6. Een functioneel school-buurt-gebouw 6.1 Het IKC-gebouw en identiteit 6.2 Gezamenlijk en multifunctioneel gebouw 6.3 De bouwkosten 6.4 Passend bouwen 6.5 Het IKC-gebouw in concreto 6.6 Naar buiten 7. Een IKC-plein voor de buurt 7.1 Pleindynamiek 7.2 Sociaal veilige plannen 7.3 De animerende benadering in de praktijk 7.4 Resultaatgericht werken op schoolpleinen 7.5 De rol van bewoners 7.6 Van schoolplein naar buurtplein 8. Eerste tweede thuis in samenwerking 8.1. Opvoedingsmilieus 9.2 Gezin en school (IKC) 9.3 Jeugdzorg en school 9.4 Contact en samenwerking 9. Medewerkers in een productief netwerk 9.1. IKC-partners 9.2. IKC als gezamenlijke onderneming 9.3. Kritische ontwikkelingen 9.4. Geld en organisatie 9.5. Professionals en hun bekwaamheid 9.6. Competent als opvoeder en leraar 9.6.1 Huidige situatie in vogelvlucht 9.6.2 Competenties kritisch bekeken 9.6.3 Reflectie op leraarschap 9.6.4 Aantrekkelijker maken van leraarschap 9.6.5 Alternatieve indeling van competententies 9.7 Vakbekwaamheidsdossier 10. Voorwaarden vanuit bestuur en management
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Nieuwe bestuursvormen Toezicht Praktische omstandigheden Bestuurlijke innovatie De coöperatie
Toekomst perspectief
Voorwoord Toen de beroemde filosoof Ludwig Wittgenstein vond dat zijn loopbaan hoogleraar in de filosofie ten einde was, werd hij onderwijzer. Ongetwijfeld zou hij op een IKC gesolliciteerd hebben of gevraagd zijn. Hij had naar zijn mening alles gezegd wat er te zeggen viel over de manier waarop je problemen kunt overdenken en bespreken. Hij zette een ongebruikelijke stap. Of was deze keuze juist logisch en consequent? Ook Wittgenstein moet het gevoel gekregen hebben dat hij ten aanzien van zijn generatie op een bepaald moment uitgepraat was. Degenen die hem lazen en beluisterden kenden zijn opvattingen, en verwachtten van hem dat hij die opnieuw zou vertellen en steeds weer toelichten en verdedigen. Degenen die geen kennis hadden genomen van zijn visie zouden dat ook in de toekomst niet doen. Wat is er dan logischer om te kiezen voor de nieuwe generatie die je dwingt om uiterst duidelijk te zijn, en dat niet alleen: kinderen moeten ook het gevoel hebben of krijgen dat je aan een bepaalde manier van denken iets hebt. Lukt dat niet dan maken ze immers de kachel met je aan, want die stonden toen nog in de schoollokalen. Zo gezien, was de stap van Wittgenstein een uitdaging. Hoogleraar zijn was een gemakkelijker vorm van leraarschap dan onderwijzer. Wittgenstein was als filosoof sterk gericht op het maken van die onderscheidingen die gesprek en argumentatie mogelijk maken. Hij was allergisch voor vage in circels ronddraaiende communicatie. Die allergie zit ook wel in dit boek. De veelkleurige potloden op de omslag kun je onder meer zien als een behoefte om aandachtspunten doordacht te ordenen en aan te scherpen, en om niet zomaar wat te roepen en te noemen. Daar zit de overtuiging achter dat het belangrijk is om goed te kijken naar de kwaliteit van onderscheidingen die betrokkenen maken. Dat maakt de kans op zinvolle gesprekken veel groter. Over de structuur van dit boek is ook nagedacht vanuit de vraag: komen de relevante aspecten goed aan bij de lezer. De inhoudsopgave kun je vanuit dit oogpunt eens bekijken. Dit wil niet zeggen dat u dit boek ook lineair moet doornemen. Welnee, je kunt er best intuïtief, circelend of springenderwijs doorheen gaan. Dat is het voordeel van een goed raamwerk: de lezer ontdekt vanzelf wel welk aspekten achtereenvolgens zijn aandacht verdienen.
Wittgenstein veranderde wel van baan (en status) maar bleef het leraarschap trouw. Zijn loopbaan-stap leidde tot verrassende bevindingen. In dit boek wordt aangehaald dat hij zich afvroeg waarom kinderen vertrouwen in een school of IKC zouden (moeten) hebben. Prima vraag naar de kwaliteit van een IKC. Leraarschap (een pedagogische taak) kun je verengen tot de positie, functie, taak, rol, baan van leraren die al of niet in registers zijn vermeld. Maar leraarschap zit ook in veel andere beroepen, en is in elk geval een aspekt van de taak van opvoeders. In een IKC zijn alle professionals in feite bezig met laten leren. Ontwikkeling is hoe we het ook wenden of keren een geheel van leerprocessen. Ook in diverse vormen van opvang zit leraarschap ingebouwd. Het onderscheiden van leraar en leraarschap opent dus een nieuw perspectief. Dit boek geeft een samenhangende praktijktheorie. Die is soms gebaseerd op empirisch onderzoek, vaak ook op inzichten in de menswetenschappen (humaniora), op informatie uit overheidsbeleid en vooral ook op reflectie op actuele ontwikkelingen in de praktijk van opvang en onderwijs. Zo’n praktijktheorie schrijft niet voor maar dient de kwaliteit van de praktijk. Ze zet dus aan tot het vormen van eigen inzichten. Dit boek bereikt dus ook zijn doel als lezers het met een aantal opties niet eens zijn en dat kunnen toelichten. A.(Ad) C. Maas
Literatuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
M. Becker (red), Massamedia tussen informatie en emotie, Nijmegen 2000 A. Barrico, De Barbaren, Amsterdam 2010 J. Berding en W. Pols, Schoolpedagogiek. Opvoeding en onderwijs in de basisschool, Groningen 2009 (2) T. Blokland, Oog voor elkaar. Veiligheidsbeleving en sociale controle in de grote stad. Amsterdam 2009. R. Bod, De vergeten wetenschappen. Een geschiedenis van de humaniora, Amsterdam 2010 G. de Boer, Op weg naar kind-volgend onderwijs, Nijkerk 1980 A. Boes, Kindbiografie, Heeswijk-Dinther 2003 W. Böhm, Theorie en Praktijk, Gent 2007 Th. Boland, Handen en voeten aan adaptief onderwijs, Enschede 1996 W. Böhm, Theorie en Praxis, Academia Press, Gent 2007 N. Boonstra, J. Mak en R. van Wonderen, Respect op het plein. WMO Kenniscahier 2, Utrecht 2009 N. Boonstra, N. Hermens en R. van Wonderen, Sport als vliegwiel van de wijk. In: M. van den Heuvel, R. Hoekman en H. van der Poel (red.), Sport
13. 14. 15.
16. 17. 18.
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
30. 31. 32. 33. 34. 35.
in de stad. Over de maatschappelijke, ruimtelijke en economische rol van sport in de stedelijke context, Nieuwegein 2011 N. Boonstra en R. van Wonderen, Het goede voorbeeld. Leefbare buurten door de inzet van de jongeren van de straat, Utrecht 2009 N. Boonstra, N. Hermens, Veilig sporten in de buurt. Vier jaar onderzoek naar Schoolsportverenigingen in Rotterdam, Utrecht 2011 N. Boonstra, N. Hermens en I. Bakker, De publieke waarde van pleinen. De ontwikkeling en toepassing van een sterrensysteem voor Rotterdamse pleinen, Utrecht 2010 G. van den Brink, Geweld als uitdaging, De betekenis van agressief gedrag bij jongeren, Utrecht 2001 Chr. Brinkgreve, De ogen van de ander. De sociale bronnen van zelfkennis, Amsterdam 2009 H. Boutellier en N. Boonstra, Nederland lijdt hoe langer hoe meer aan collectieve pleinvrees. Een niet-gereguleerde ruimte vinden we eng; obsessieve beheersing is het gevolg., NRC 12-01-2010 M. Buber, Reden über Erziehung, Güntersloh 2006 (11) M. Carmona, T. Heath, T. Oc en S. Tiesdell, Public Places Urban Spaces. The dimensions of urban design, Burlington 2003 Cocon Risk Management, De veiligste school van Nederland, Zoetermeer 2010 H. van Combrugge, Denken over opvoeding. Inleiding in de pedagogiek, Antwerpen-Apeldoorn 2009 B. Coenen, Schuren, knutselen en schooieren, Amsterdam 2010 M.B. Crawford, Shop class as Soulcraft. An inquiry into the value of Work, New York 2009 T. Daems en L. Roberts (red.), Zygmunt Bauman. De schaduwzijde van de vloeibare moderniteit, Den Haag 2007 P. van Dam, Een wankel vertoog. Over ontzuiling als karikatuur, BMGN 2011, nr. 3 L. Dasberg, Grootbrengen door kleinhouden, Meppel 1975 L. Dasberg, Pedagogie in de schaduw van het jaar 2000, Amsterdam 1980 M. Davis, Fortress Los Angeles: The Militarization of Urban Space. In: M. Sorkin, Variations on a Theme Park. The new American city and the end of public space, 1992 P. van Delden, Samenwerking in de publieke dienstverlening, Eburon 2009 P. Derkx, J. Dohmen e.a., Goed ouder worden, Amsterdam 2011 E. Desmet en A. Sour, Pleinen, woonkamer van de buurt, Rotterdam 2008 J. Dewey, Ervaring en opvoeding (1938), Houten-Diegem 1999 M. Dohle, Opvoeden tot moreel besef, Heeswijk-Dinther 1999 M. van Erp en S. Soutendijk, Sociaal milieu en lesgebeuren, Amsterdam 1973
36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
56. 57. 58. 59. 60. 61. 62.
63.
M. van Essen, Kwekeling tussen akte en ideaal. De opleiding tot onderwijzer(es) vanaf 1800, Amsterdam 2006 W. Flitner, Allgemeine Pädagogik, Stuttgart 1950 P. Freire, Pedagogie in ontwikkeling, Baarn 1979 M. Fuhrmann, Bildung. Europas kulturelle Identität, Stuttgart 2002 H. Gardner, The disciplined mind, London - New York 1999 Gemeente Rotterdam, Nulmeting monitor Kindvriendelijke wijken. Jeugd Onderwijs en Samenleving, Rotterdam 2009 B. Groeneweg, Passend bouwen, Basisschoolmanagement oktober 2011 J. Grijpink, M. Plomp, J. Horstink e.a., Kijk op ketens, Den Haag 2010 J. Habermas, Technik und Wissenschaft als Ideologie, Frankfurt am Main 1970 Handleiding NEO-persoonlijkheids-vragenlijsten, Amsterdam z.j J. Harris, Het misverstand opvoeding, Rotterdam 1995 P. Hettema en L. Lenssen, Van wie is het onderwijs. De veranderende rol van leraar, manager en minister, Amsterdam 2007 E. Heyting, De verminking van de mens, Over de misvormende invloed van het onderwijs, Amsterdam 1977 T. Houtveen en G. Reezigt, Succesvol adaptief onderwijs, Alphen aan den Rijn 2000 A. Huxley, Heerlijke nieuwe wereld, Amsterdam 1973 (2) INK-model (internet) Peter Tom Jones en Vicky de Meyere, Terra Reversa, De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid, UItrecht 2010 J. Junger-Tas, J. M. Steketee en M. Moll (2008), Achtergronden van Jeugddelinquentie en Middelengebruik, Utrecht 2008 Hans Kaldenbach, Respekt, Volkskrant, later Prometheus, Amsterdam 2005 H. van de Kant, Toezicht op besturen, Goed bestuur in het primair onderwijs: het raad van toezichtmodel, KPC Groep, ’s-Hertogenbosch 2009 P. Kennedy, Het westen vervalt sneller, NRC 30-10-2011 H. Klifman, Governance voor de schoolleider primair onderwijs, Alphen aan den Rijn 2008 S. Khonraad, Integrale veiligheid als reflexieve praktijk, Den Bosch 2011 J. Kuijpers en Tom Boves, Het beste halen uit manager en leerkacht, Pulse 2009 nr. 3 M. Knoope, De ontknooping, Nijmegen 2009 T. Kroon, De morele intuïtie van kinderen, Amsterdam 2009 (2) W. de Lange en J. Koppens, De duurzame arbeidsorganisatie. Een geloofwaardig vervolg op maatschappelijk verantwoord ondernemen, Zwolle 2004 M. Langeveld, Beknopte theoretische pedagogiek, Groningen 1959
64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73.
74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90.
Chr. Lasch, The culture of narcism, American life in an age of diminishing expectations, New York 1979 Chr. Laval, L’école n’est pas une enterprise, Parijs 2004 Leefstijl. Methode voor diverse soorten onderwijs (ook voor peuters), Meppel 2010 E. Lévinas, Totalité et Infini, Den Haag 1961 E. Lodewijks- Frencken, Op opvoeding aangewezen, Baarn 1989 E. Lodewijks- Frencken, De morele opvoeding van het jonge kind, Baarn 1995 W. Luijpen, Existentiële fenomenologie, Utrecht-Antwerpen 1959 A. C. Maas, Pedagogiek voor opvoeders en hulpverleners, Baarn 1983 A.C. Maas, Communicatietheorie voor opvoeders en hulpverleners, Baarn z.j. A.C. Maas, Schoolloopbaanmanagament en -begeleiding in het basisonderwijs, in: P. Stijnen e.a., Management en begeleiding van schoolloopbanen, Alphen aan den Rijn 1994 A.C. Maas, Kwaliteit van het onderwijsaanbod, Budel 2003 A.C. Maas (red.), Het oudere kind, Heeswijk-Dinther 2006 A.C. Maas, Vakbekwaamheidsdossier, Pulse mei 2011 A.C. Maas, Denken over opvoeding. Een uitdaging en uitnodiging voor (aanstaande) leraren, Heeswijk-Dinther 2012 A.C. Maas, Opvoeden is democratisch leiding geven, Soest 2012 A. Mantingh en A. Maas, Onderwijs. Integraal management: vertrouwen in onderwijskwaliteit, Soesterberg 2010 R. Marzano, Wat werkt op school, Middelburg 2004 A. Maslow, Motivatie en persoonlijkheid, Roterdam 1974 (2) Ch. van der Mast e.a., Mens Machine Mens. Nieuwe media en maatschappelijke relaties, Nijmegen 2001 M. Mcluhan, Understanding media, London 1981 MESO Magazine oktober 2003 W. Meijnen, Onderwijsachterstanden in basisscholen, AntwerpenApeldoorn 2003 G. Minderman e.a., De school als maatschappelijke onderneming, Amsterdam 2010 C. Mommers, De plaats en betekenis van het exemplarisch onderwijs in de didactiek, Den Bosch 1967 H. Moors en B. Rovers, Geloven in veiligheid. Tegendraadse perspectieven, Den Haag 2008 J.Moravec, Chaordic knowledge production: a system-based response to critical education, in: Theory of science, New York 2006 S. Neiman, Morele helderheid. Goed en kwaad in de eenentwintigste eeuw, Utrecht 2008
91. 92.
93. 94. 95. 96.
97.
98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114.
115.
M. Nussbaum, Cultivating humantiy. A classical defense of reform in liberal education, Chicago 1997 T. Oc en S. Tiesdell, The fortress, the panoptic, the regulatory and the animated: planning and urban design approaches to safer city centres, Landscape Research, 24 1999, p. 265-286 D. Oosterveld, Samen wonen in een multifunctionele accomodatie als uitdaging en opgave, Basisschoolmanagement oktober 2011 G. Orwell, 1984, Amsterdam 1984 D. Pessers, Verdwaalde seksen. Over sperminators, metroseksuelen en autocopieën, Nijmegen 2003 P. van Petegem e.a., De participatiebarometer. Ontwikkeling van een instrumentarium voor het meten van leerkracht- en ouderparticpatie, Leuven 2010 K. Peters, B. Elands en A. Buijs, Social interactions in urban parks: Stimulating social cohesion? Urban Forestry & Urban greening, 2010 9, 93-100 Pi-Company/Pi-Educatie, Coachen op prestatie en resultaat in het onderwijs, Utrecht 2009 R. Pirsig, Zen en de kunst van het motoronderhoud. Een onderzoek naar Waarden, Amsterdam 1977 Plato, De republiek, via Wikipedia; Klassieke Bibliotheek, deel II, Plato, Haarlem 1953 N. Postman, Wij voeden op tot niets, Amsterdam 1995 Qrius, Rapportage online onderzoek naar buiten spelen, Amsterdam 2010 Q-vijver 05-12-2003 K. Raes, De naakte samenleving, Gent 1997 Regioplan, Cameratoezicht gemeente Rotterdam, Jaarrapportage 2008, Amsterdam 2009 J. Rispens, Opvoeden in Nederland, Assen 1996 S. Roes, Anima cultura. Een pleidooi voor de veredeling van de ziel, Nijmegen 2010 C. Rogers, On becoming a person, London 1967 RMO, Niet langer met de ruggen tegen elkaar. Den Haag 2005 R.J. Sampson, J.D. Morehoff, en F. Earls, Beyond social capital: Spatial dynamics of collective efficacy for children, 1999 64, p. 633-660, D. Saunders, De trek naar de stad, Amsterdam 2010 J. Scheerens, Wat maakt scholen effectief?, Den Haag 1989 SER, Arbeid in de toekomst. Een caleidoscopisch perspectief, Den Haag 2009 E. Silvius, De coöperatie als samenwerkingsvorm in het onderwijs. Georganiseerd vertrouwen en ruimte voor ondernemerschap, Basisschoolmanagement november 2003 Sociaal Platform Rotterdam, Het levende plein, Rotterdam 2008
116. S. Strasser, Opvoedingswetenschap en opvoedingswijsheid, ’sHertogenbosch 1966 117. C. Strootman, Resultaatgerichte kwaliteitszorg, Alphen aan den Rijn 2004 118. F. Studulski (i.s.m. de klankbordgroep integraal kindcentrum), Op weg naar het integraal kindcentrum, Amsterdam 2010 119. F. Studulski, Wat is eigenlijk een Integraal Kindcentrum, Basisschoolmanagement oktober 2011 120. P. Teilhard de Chardin, Het verschijnsel mens, Utrecht-Antwerpen 1958 121. S. Toonen, Het kleinschalig organiseren van het onderwijs levert een betere onderwijsmanager op, Vakwerk december 2009 122. Tijdschrift voor filosofie, november 2009 123. M. Valkestijn, P. Bakker en Y. van Westering, Van brede school tot integraal kindcentrum?, Voorbeelden en inspiratie uit de praktijk, Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht 2010 124. G. Varna en S. Tiesdell, Assessing the Publicness of Public Space: The Star Model of Publicness, 2010 125. A. Verbrugge, De verwaarlozing van het zijnde. Een ethologische kritiek op Heideggers Sein und Zeit, Nijmegen 2001 126. Vierteljahrschrift für wissenschaftliche Pädagogik 1/2006, p. 138-139 en 3/2010, gehele nummer 127. Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), Gezin en school. De kloof voorbij, de grens gezet. Een verkenning, Leuven-Den Haag 2011 128. B. Völker, H. Flap en S. Lindenberg , ‘When are neighbourhoods communities? Community in Dutch neighbourhoods’, in: European Sociological Review, 2007 23, p. 99-114 129. F. de Vijlder, Scenario’s in meervoud, Amsterdam 2003 130. A. de Vos, Zeg, ken jij de mosselman?, Schiedam 2005 131. P. Watzlawick, Pragmatische aspekten van de menselijke communicatie, Deventer 1995 132. Mathieu Weggeman, Leidinggeven aan professionals? Niet doen!, Amsterdam 2007 133. Wet OKE 2010 (internet) 134. W. Whyte, The social life of small urban spaces. New York 1980 135. M. de Winter, Democratie-opvoeding versus de code van de straat, Utrecht 2005 136. E. van Winkel, H. Derks en P. Vereijken, Perspectief op IKC. Praktisch beeldboek over integrale kindnetwerken, Amsterdam 2011 137. Informatie via internet: Google en/of Wikipedia
��������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������