1
2
INHOUD INHOUDSOPGAVE
3
A
BESTUURSVERSLAG
5
B
BEGROTING 2014 Begroting 2014 Toelichting op de begroting 2014
17 19 21
C
MEERJARENRAMING 2015- 2017 Meerjarenraming 2015 - 2017 Toelichting op de meerjarenraming 2015 - 2017
31 33 35
D
BIJLAGEN Specificatie fondsen Statistische gegevens Begripsbepalingen
37 39 41 43
3
4
A
BESTUURSVERSLAG
5
6
HET WERKT! Inleiding Met een sterk gevoel van dankbaarheid voor de inzet van velen en de daardoor ontstane stabiele situatie voor de school hebben we deze begroting 2014 opgemaakt. Dankbaarheid naar God voor de mogelijkheden is het eerste, dat daarbij opkomt. En misschien is het wel juister om te stellen: daardoor. Omdat Hij de harten neigt, heeft ons reformatorisch onderwijs - bekostigd door de overheid - ruimte voor het werk dat er ligt. Het mogen werken voor het belang van jonge mensen is een overal in de school op te snuiven gevoel van vreugde. De inzet werpt vruchten af en de keuzes blijken effectief te zijn. We stellen daarom met genoegen vast: het werkt! Wat we ons voorgenomen hebben, is vertaald naar de nieuwe cijfers en daarin zien we weer wat ruimte, voornamelijk nog op de korte termijn. Dat noemen betekent tegelijk een andere zaak onder ogen zien, namelijk het gegeven dat we véél van onze mensen hebben gevraagd met de achterliggende bezuinigingen. Daar ligt ook onze morele plicht om, zodra we er reële mogelijkheden voor zien, ook weer aandacht te hebben voor de extra stappen die daar worden gezet. Dat het werkt is omdat zij zoveel werk doen. Bij de opstelling van het formatieplan - als de stofwolken van alle akkoorden, die nu nog heel onduidelijk zijn, zijn opgetrokken - zullen we bezien wat we daar betekenisvol in kunnen doen. We stellen helder, dat we geen situatie van discussies per jaar willen, omdat dan de focus steeds op middelen wordt gericht in plaats van op onderwijs en de dagelijkse werkvreugde van het werk met en voor onze jongeren. In de begroting is niet alleen aandacht voor wat er mogelijk aan ruimte kan ontstaan, maar is bewust ook een paragraaf opgenomen over de zware IT-verplichtingen die ons te wachten staan. Op die manier geven we ook het signaal af, dat we met elkaar verder moeten blijven kijken dan om alleen dit jaar weer door zien te komen. Meer dan eens hebben we in de toelichting op de begroting moeten schrijven over een onberekenbare overheid. Met dank stellen we vast, dat in alle akkoorden er steeds aandacht is voor het onderwijs aan onze jonge mensen. Het belang daarvan wordt dus voldoende breed gedragen in de maatschappij, die daar vervolgens wel weer veel voor terug vraagt. Aan ons alleen de schone taak om te tonen dat investeren in onderwijs werkt. Zo terugkomen naar onze omgeving is duidelijk maken wat we in afhankelijkheid van de zegen van de Heere mogen doen. Wij mogen stellen en we hopen dat dit ook zichtbaar is als we het jaarverslag weer zien: Investeren in onderwijs? Ja. Het werkt! Omdat Hij ons de krachten en de mogelijkheden heeft gegeven.
A.J. Vogel
7
Uitgangspunten Bij de berekeningen voor 2014 en volgende jaren zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: a Basis voor de berekeningen is de prognose 2013 van de tweede trimesterrapportage. b De leerlingaantallen voor 2014 zijn conform de oktober-telling voor het schooljaar 2013-2014. c De lumpsum personeel is gebaseerd op de in de Staatscourant van 14 oktober 2013 nr. 28320 gepubliceerde GPL-bedragen voor (2013 en) 2014. Hierin is verwerkt de verhoging van de GPL voor functiemix en inkorting carrièrelijnen (Convenant Leerkracht). Verder zijn hierin de volgende bezuinigingen verwerkt: ● verdere vereenvoudiging bekostiging; macro in 2013 € 50 mln., nu aanvullend € 10 mln.; ● taakstelling bovenbouw havo/vwo; macro € 20 mln. in 2014; ● taakstelling in het kader van het zogenaamde Lenteakkoord: macro € 43,7 mln. Deze laatste drie posten betekenen voor ons minder inkomsten van circa € 245.000 per jaar. d In onze berekening van de lumpsum personeel is de GPL voor onderwijzend personeel, conform de publicatie van de VO-raad 'Verwachte relevante financiële mutaties' van 17 oktober 2013, verhoogd met 0,24% voor 2015 en 2016 en van 0,20% voor 2017. Dit zijn de verhogingen die naar verwachting beschikbaar zullen komen voor de inkorting van de carrièrelijnen en de stijgingen door de functiemix voor leerkrachten (Convenant Leerkracht). De tegenhangers hiervan zijn in de salariskosten verwerkt. e Verder zijn voor de jaren 2014 tot en met 2018 de volgende bedragen verwerkt: 2014
Zogenaamde 'oudere' posten: ● vereenvoudiging bekostiging ● taakstelling bovenbouw havo/vwo ● taakstelling Lenteakkoord
(-10,0) (-20,0) (-43,7)
Nationaal Onderwijsakkoord: ● huisvestingsmiddelen uit gemeentefonds ● intensivering / kwaliteitsverbetering ● loonruimte
2015
2016
2017
-10,0 -50,0 -49,9 -109,9
-10,0 -50,0 -67,8 -127,8
-10,0 -50,0 -59,3 -119,3
111,0 33,0
111,0 102,0
111,0 146,0
173,0 185,0
69,0 103,1
47,0 132,2
47,0 184,7
602.000
333.000
423.000
592.000
12,0
Begrotingsakkoord: ● verhoging lumpsum Totaal macro (in miljoenen) Effect voor Calvijn College
Deze bedragen zijn als 'extra posten landelijk' afzonderlijk in de resultatenrekening vermeld. In het Nationaal Onderwijsakkoord staan ook bedragen voor behoud werkgelegenheid (macro, in miljoenen): Effect voor Calvijn College
65,0 211.000
0 0
-35,0 -112.000
-30,0 -96.000
Omdat dit weer een soort kasschuif is, hebben wij deze bedragen buiten beschouwing gelaten. 8
f De bij punt e. genoemde bedragen zijn alle ontleend aan het meer genoemde overzicht van de VO-raad 'Verwachte relevante financiële mutaties' van 17 oktober 2013. Daarbij zijn enkele kanttekeningen te maken: ● De bedragen voor verhoging lumpsum (macro € 173 miljoen) en behoud werkgelegenheid (macro € 65 miljoen) staan in het overzicht van de VO-raad, anders dan in oudere publicaties, vermeld als te ontvangen in 2013. Maar ook in de officiële toelichting van de minister staat, dat hij verwacht dat de bedragen pas in 2014 besteed zullen worden. Het in 2013 uit dezen hoofde ontvangen bedrag wordt daarom doorgeschoven naar 2014. ● Bij de behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer (op 30 en 31 oktober) is een amendement ingediend om extra geld aan het VO toe te wijzen. Het bedrag van € 173 miljoen zou verhoogd worden tot € 217 miljoen. Dit zou betekenen dat er nog eens € 144.000 extra naar onze school komt. Dit bedrag is voorshands niet verwerkt in de cijfers. ● Er wordt ook een bijdrage voor 'Betere leraren en schoolleiders' genoemd. Hiervoor komen bedragen beschikbaar van (macro) € 28 miljoen in 2015 en 2016 en structureel € 35 miljoen voor de jaren erna. Dat komt voor onze school neer op resp. € 90.000 en € 110.000. Maar omdat het hier een doelsubsidie betreft, is hiervoor niets verwerkt in deze begroting. g Er is niets bekend over toekomstige verhogingen van de lumpsum personeel als compensatie voor lastenstijgingen uit hoofde van de normale periodieken etc. Toch hebben wij daar wel rekening gehouden met een verhoging, namelijk van 0,5% per jaar. h In de betreffende regeling is vastgelegd dat de prestatiebox loopt tot en met het jaar 2015. In het vaker geciteerde overzicht van de VO-raad loopt de Prestatiebox ook na 2015 ongewijzigd door. Daarom hebben wij ook geen rekening gehouden met een wijziging op dit punt. i Op 5 oktober 2012 is het Formatiebesluit W.V.O. gewijzigd. Volgens de publicatie in het Staatsblad betekent dit, dat de openeinde financiering van de extra bekostiging voor LWOOen PrO-leerlingen wordt afgeschaft. Het (nieuwe) budget wordt bepaald op basis van de leerlingentelling van 1 oktober 2011 en de bekostiging van het kalenderjaar 2012. Concreet betekent dit, dat de ratio voor de basisbekostiging van LWOO- en PrO-leerlingen (nu een ratio van 1/8,87) gelijkgesteld wordt aan die voor andere VMBO-leerlingen (ratio 1/17,14) en de extra bekostiging gefixeerd wordt. Gezien de leerling-ontwikkeling van de afgelopen jaren (op macro niveau) worden voor de komende jaren geen significante stijgingen verwacht. Daarop wordt de uitspraak gebaseerd dat deze wijziging geen of nauwelijks bekostigingsgevolgen zal hebben. In de begroting is dan ook van ongewijzigde bekostiging uitgegaan. j Voor zowel de bekostiging van LWOO- en PrO-leerlingen als voor de LgF-middelen geldt, dat het in de bedoeling ligt die op te laten gaan in één aparte subsidiestroom voor passend onderwijs. Wat daarvan precies de consequenties zijn, is op dit moment volstrekt onduidelijk. Daarom zijn de bestaande subsidiebedragen op de gebruikelijke manier doorgetrokken. Als er onverhoopt toch een verlaging doorgevoerd wordt, zal dit tot een evenredige verlaging van de uitgaven moeten leiden. k In het regeerakkoord wordt gesproken over een bezuiniging op LWOO-/PrO-middelen. Deze zou in 2015 € 15 mln. bedragen en de daaropvolgende jaren € 50 mln. Deze bezuiniging is in het Begrotingsakkoord helemaal teruggedraaid.
9
l Als het over 'Passend Onderwijs' gaat, dan blijken er nog wel wat onduidelijkheden te zijn. Algemeen wordt aangenomen dat invoering in 2014 per saldo geen invloed heeft op het resultaat. Volgens de laatste berekening van het samenwerkingsverband, zijn de effecten voor de jaren daarna als volgt: 2015/16 -92.660
Calvijn College
2016/17 -25.857
2017/18 45.590
2018/19 137.635
Voor 2019/20 zou het dan op € 325.000 uitkomen en vervolgens circa € 540.000 structureel. Voorshands is hiervan niets opgenomen in de voorliggende begroting en meerjarenraming. Te zijner tijd moet bezien worden of de negatieve resultaten van de eerste jaren verevend mogen en kunnen worden met de positieve resultaten van de latere jaren. Dan zou pas in 2018/19, als de negatieve uitkomsten van de jaren ervoor verrekend zijn, een bate ontstaan. Omdat er in het voorjaar 2014 meer bekend zou worden, kan dit op dat moment nog wel tot een begrotingswijziging aanleiding geven. m In het regeerakkoord is vastgelegd dat de verplichte maatschappelijke stage met ingang van schooljaar 2015/2016 wordt afgeschaft. Met het Begrotingsakkoord zou deze ingangsdatum naar voren gehaald zijn tot begin 2015. Dat is in deze begroting verwerkt. Het effect bedraagt circa € 170.000 voor 2015 en volgende jaren. In het verleden is vastgesteld dat 40% van de activiteiten uit bestaand werk bestond. De overige 60% werd geacht uit nieuwe activiteiten te bestaan. Daarom is nu aangenomen dat er een besparing in de uitgaven gerealiseerd zal worden van 60% van genoemd bedrag. n In het regeerakkoord was tot de afschaffing van de zogenaamde 'gratis' schoolboeken besloten. In het Nationaal Onderwijsakkoord worden extra bedragen voor prijsbijstelling leermiddelen genoemd. In het Begrotingsakkoord is de afschaffing van gratis schoolboeken teruggenomen. Wel is er sprake van een bezuiniging. Hiervoor wordt een bedrag genoemd van € 30 mln. per jaar (macro). Effect voor het Calvijn College circa € 95.000 per jaar. o Met de publicatie in de Staatscourant van 11 oktober 2013 no. 28158 is de bekostiging materieel voor (2013 en) 2014 bekend gemaakt. Voor 2014 wordt een prijsbijstelling van € 60 mln. beschikbaar gesteld. Dit betekent een stijging van 7,7%, wat voor het Calvijn College neerkomt op ruim € 200.000. Hiermee wordt de verwachting gerechtvaardigd, dat ook voor de komende jaren enige prijscompensatie vergoed zal worden. Voorzichtigheidshalve hebben wij hiervoor 1% ingezet voor 2015 en volgende jaren. Overigens blijkt uit het overzicht onder 'Toelichting bij de meerjarenraming', dat het tekort door het niet uitkeren van prijscompensatie eind 2013 was opgelopen tot 12,77%. p Er zijn nog veel onduidelijkheden als het gaat om loonruimte, salarisverhogingen etc. Wij hebben in deze begroting rekening gehouden met een eenmalige algemene salarisverhoging in 2014 van 1%. Voor de volgende jaren gaan wij uit van gelijkblijvende salarissen. Er zijn dus geen verdere verhogingen in de salarissen begroot, met uitzondering van de gevolgen van de inkorting van de carrièrelijnen (voor het laatst per 1 januari 2014) en de gebruikelijke jaarlijkse periodieken per 1 augustus. Daarbij gaan wij ervan uit, dat eventuele lastenstijgingen in verband met salarissen resulteren in een hogere lumpsum.
10
q De BAPO-regeling gaat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afgeschaft worden. Het is niet duidelijk wanneer dit gebeurt en wat hiervoor in de plaats komt; ook het effect op de begroting is op dit moment niet in te schatten. r In september jongstleden is een pensioenakkoord gesloten. Daarin is, naast verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw en verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, afgesproken dat de pensioenpremie verlaagd zal worden van 25,4 naar 21,6%. Het werkgeversaandeel hierin is 70%. Deze premieverlaging komt dus voor 70% ten gunste van de werkgever. Dat komt voor het Calvijn College neer op een bedrag van minimaal € 270.000. Wij zijn er niet van uitgegaan dat wij voor een overeenkomstig bedrag gekort zullen worden in de lumpsum. Dat zou alleen kunnen gebeuren, als de pensioenpremies in de markt evenredig dalen. s De invoering van het vak technologie voor het vmbo vanaf 2014-2015 betekent een verlaging van het aantal lessen met twee tot 34 in vmbo-3 en vmbo-4. Wij hebben dan ook met een (voorzichtige) besparing gerekend van € 50.000 voor het eerste schooljaar. Dit loopt op tot € 75.000 in de jaren erna. t Het aantal leerlingen, waarmee in deze begroting en meerjarenraming gerekend is, bedraagt: 2014 3115
Totaal per 1 oktober van het voorafgaande jaar
2015 3110
2016 3076
2017 3055
Omdat een daling in het leerlingaantal doorwerkt in de bezetting, is in de berekening van de personeelskosten gerekend met twee klassen minder in 2016 en nog een klas minder in 2017. u In de berekening is uitgegaan van invulling van de vacature van locatiedirecteur per 1 januari 2014 en beëindiging van de overeenkomst met de interim per 1 februari 2014. Tevens is er van uitgegaan dat per 1 januari 2014 de vacature lid College van Bestuur ingevuld wordt en pensionering van het huidige lid per dezelfde datum. v Er wordt, op een enkele uitzondering na (zoals bijvoorbeeld schoonmaakkosten waar wij met contractuele verplichtingen te maken hebben), niet gerekend met inflatie-/prijsstijgingen. Resultaten De resultaten van de jaren 2012 tot en met 2017 zijn naast elkaar gezet. Dit geeft het volgende beeld: realisatie 2012
Resultaat
prognose 2013
200.000
-256.900
begroting 2014
2015
628.800
215.200
2016 3.400
2017 -62.100
Uit het verloop van het resultaat blijkt na 2014 een negatieve trend. Daarbij maken wij wel de kanttekening, dat de onzekerheid toeneemt naarmate wij verder in de toekomst kijken. Maar uit de hiervoor genoemde uitgangspunten blijkt ook, dat het resultaat heel erg afhankelijk is van overheidsmaatregelen. Omdat we heel kort achter de diverse akkoorden zitten, is nog niet duidelijk hoe hard de bovengenoemde cijfers zijn. Wel kunnen wij met tevredenheid constateren, dat per saldo over de jaren 2013 tot en met 2017 een positief resultaat van ruim € 528.000 geboekt wordt. Als we alleen naar de vier jaren kijken waarvoor nu de begroting en meerjarenraming opgesteld worden, gaat het om een positief resultaat van circa € 785.000. 11
We zouden ook kunnen zeggen dat het negatieve resultaat van 2013 meer dan gecompenseerd wordt in 2014 en het resultaat 2015 (en 2016) voldoende is om het negatieve resultaat van 2017 op te vangen. Over de gehele periode zien wij dat het weerstandsvermogen van de school verbetert. Het is verhelderend om het resultaat nog wat verder onder de loep te nemen.
Netto resultaat Af: resultaat fondsen Af: financiële baten Operationeel resultaat
realisatie prognose 2012 2013 200.000 -256.900 122.400 93.800 77.600 -350.700 116.200 198.500 -38.600 -549.200
begroting 2014 628.800 63.900 564.900 74.100 490.800
2015 215.200 68.500 146.700 111.900 34.800
2016 3.400 56.300 -52.900 105.400 -158.300
2017 -62.100 42.800 -104.900 97.200 -202.100
Daaruit blijkt dat de fondsen, maar vooral de financiële baten, hard nodig zijn om het netto resultaat enigszins op peil te houden. In 2013 is een eenmalige koerswinst geboekt van € 103.600. Hier wreekt zich, dat op dit moment de rentestand zo laag is. In de begroting en meerjarenraming is gerekend met de huidige rente op onze spaarrekening van 1,3%, een historisch dieptepunt. Begin 2013 lag dit percentage op 1,8% en begin 2012 op 2,4%. Daarom is aangenomen dat de rentestand in 2015 en volgende jaren op een niveau van 2% zal liggen. In de hierna opgenomen hoofdstukken wordt nader gekeken naar de begroting van 2014 en de meerjarenraming 2015 tot 2017. Strategisch beleid Het strategisch beleidsplan 2010 – 2014 loopt in het kalenderjaar 2014 ten einde. Het plan had de slogan meegekregen: 'Betrokken en dynamisch'. Vertrekkend vanuit de missie/visie van de school zijn waarden geformuleerd die we van belang achten. Op locatieniveau zijn daar sleutelactiviteiten aan gekoppeld, terwijl de organisatie zich verbonden heeft de randvoorwaarden te leveren om die activiteiten en daarmee de nagestreefde waarden te realiseren. Uit de in het strategisch beleidsplan opgenomen strategiekaart nemen wij de waarden en indicatoren, sleutelactiviteiten en voorwaarden over: Waarden en indicatoren 1 Ouders en leerlingen ervaren de school als een veilige school. 2 Leerlingen zijn betrokken en goed toegerust. 3 Het onderwijs kwalificeert voor een passend vervolg. 4 De school is maatschappelijk betrokken. Sleutelactiviteiten 1 Leerlingen worden toegerust om als christen te functioneren. 2 Leerlingen krijgen goede begeleiding. 3 Er wordt kwalitatief en uitdagend onderwijs verzorgd. 4 Er wordt in de school transparant en communicatief gewerkt, gericht op het afleggen van verantwoording.
12
Voorwaarden 1 Personeel werkt vanuit gedeelde Bijbelse waarden. 2 Planning- en rapportagesystemen sluiten alle op elkaar aan. Waar mogelijk is alles ondergebracht in e-systemen. 3 Persoonlijke ontwikkeling is gericht op kennis en verbindingen leggen. 4 Leiderschap is gericht op respectvolle verantwoordelijkheid en waardering voor leren en groeien. Daarnaast zijn een aantal schoolbrede strategische initiatieven gedefinieerd: 1 Zicht krijgen op kernwaarden. 2 Werken aan een goed kwaliteitszorgsysteem. 3 Vormgeven van betrokkenheid: in de komende planperiode dienen alle zaken die met horizontale verantwoording te maken hebben tot een samenhangend geheel van visie en uitwerking te worden gemaakt. 4 Met betrekking tot resultaatverantwoordelijk werken wordt een formeel bouwwerk van functies met bevoegdheden en verantwoordelijkheden opgezet en geïmplementeerd. Verantwoording over het realiseren van het strategisch beleid zal DV in het najaar van 2014 plaatsvinden. Relatie met het beleidsterrein onderwijs Opnieuw willen we voorop stellen dat het onderwijs, dat dagelijks verzorgd wordt, het allergrootste deel van het werk is. Dat er ook invulling wordt gegeven aan de belangrijkste speerpunten vanuit onze beleidsplannen doet daar niet aan af, maar geeft richting aan de ontwikkelingen. Tegen deze achtergrond moeten ook de algemene en meer sectorspecifieke invullingen gezien worden, zoals in het schoolplan en het formatieplan is verwoord. Daarbij spelen ook zaken op landelijk niveau. Enkele algemene punten zijn: 3 Extra aandacht voor excellentie, zoals het opvangen/begeleiden van hoogbegaafde leerlingen, maar ook voor het excelleren van leerlingen op ELK niveau. 3 Bestrijding voortijdig schoolverlaten. 3 Aandacht voor de kwaliteitsagenda VO, waarin zaken aan de orde komen als goede beheersing taal en rekenen; maatschappelijke stages en onderwijstijd en -kwaliteit. 3 Toewerken naar 'passend onderwijs'. De invoering is uitgesteld tot 1 augustus 2014. Daarnaast vragen de ontwikkelingen op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie voortdurend onze aandacht. Vooral de vraag in hoeverre wij de nieuwste ontwikkelingen, zoals de elektronische leeromgeving, passend een plaats in ons identiteitsgebonden onderwijs kunnen geven. Blijvend is ook de aandacht voor de aansluiting: zowel intern na de tweejarige onderbouw met de verschillende bovenbouwen, als ook extern; allereerst tussen primair en voortgezet onderwijs, maar ook tussen onze school en tertiair onderwijs. De grote hoeveelheid activiteiten op het terrein van de aansluiting VMBO-MBO vergen veel tijd en energie. Veel medewerkers in de school zijn daarbij betrokken.
13
Relatie met het beleidsterrein personeel Zoals in het strategisch beleidsplan wordt geformuleerd, "zullen personeelsbeleid en de lange termijn afspraken over de ontwikkeling van personeelsleden en de stimulans van het functiebouwwerk altijd blijven bewegen. Maar vanaf het allereerste begin van deze planperiode is er een samenhangend geheel aan functies en is er voldoende ruimte om daar ook daadwerkelijk invulling aan te geven. Visie en procedures met betrekking tot begeleiden, voortgangsbespreking en beoordelen zullen al in het eerste jaar op orde zijn. In het laatste jaar is er mede op basis van de evaluatie van het vigerende beleid zicht op werkwijze en proces voor de volgende planperiode." Een aantal punten zijn intussen zichtbaar realiteit geworden: 3 Verder invulling geven aan de invoering en professionalisering van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) en het inrichten van bekwaamheidsdossiers. 3 Invulling van de samenhang in het hele personeelsbeleid door een concreet beschreven personeelsvisie. Huisvesting De gebouwen van de locaties Krabbendijke en Middelburg zijn eigendom van de Stichting Beheer Schoolgebouwen. De andere gebouwen zijn eigendom van de betreffende gemeenten, namelijk Goes en Tholen. Het is niet te verwachten dat op korte termijn doordecentralisatie zal plaatsvinden. Ten aanzien van de locaties Krabbendijke signaleren wij een probleem. De vergoeding door de gemeente Reimerswaal is gebaseerd op het aantal leerlingen. De daling van het aantal leerlingen vertaalt zich dus direct door in een lagere ontvangen vergoeding van de gemeente. Aan de andere kant staat de te betalen huur aan de Stichting Beheer Schoolgebouwen, die jaarlijks stijgt. De kloof tussen ontvangsten en uitgaven wordt daardoor steeds groter. Hierover wordt overlegd met de Stichting. De bedoeling is om begin volgend jaar met een structurele oplossing te komen. Verder blijkt de huisvesting Goes echt heel krap te zijn. Daarvoor moest zelfs de vergaderzaal veranderd worden in een tijdelijk leslokaal. Besprekingen met de gemeente zijn opgestart. De gemeente erkent inmiddels dat wij recht hebben op meer huisvesting. Gedacht wordt aan een tijdelijke oplossing voor vier of vijf jaar. Op dit moment is niet te overzien wat hiervan de financiële consequenties zullen zijn. Automatisering Op het gebied van de automatisering staan de ontwikkelingen niet stil. Bovendien zijn de komende periode grote vervangingsinvesteringen te verwachten. Serverpark In 2014 moet het serverpark samen met de opslag (NAS) vervangen worden. De garantieperiode van vijf jaar is dan verstreken, waardoor de service ook ten einde is. Bovendien is het hoog tijd om te vervangen, omdat de techniek aan het eind van z’n levensduur is. De afdeling ICT is in overleg met deskundigen om vast te stellen, wat voor ons de beste manier van inrichten is voor de komende vijf jaar. Afhankelijk van dat overleg zal er een investering gedaan moeten worden: hetzij in ons eigen datacentre hetzij in het plaatsen van onze apparatuur in het datacentre van een derde. Beide opties hebben voor- en nadelen, die tegen elkaar afgewogen moeten worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om niet zelf te investeren in het serverpark maar deze als een dienst af te nemen. Ook hier zullen kosten en opbrengsten tegen elkaar afgewogen moeten worden. 14
Pc's In 2009 zijn naast de Sun-Rays (met een levensduur van zeven jaar) ook ongeveer 230 Pc's aangeschaft. Die zijn in vijf jaar afgeschreven. We onderzoeken op dit moment om de levensduur van deze Pc's met enkele jaren te kunnen verlengen. Maar in de afschrijving is er rekening mee gehouden dat deze apparaten na 5 jaar vervangen zouden moeten worden. Draadloos In 2013 hebben we de proef met draadloos op de tweede etage in Goes met relatief goedkope access points afgerond. Er was grote behoefte aan deze access points (voor zowel de laptopkarren als voor de laptops van het personeel) maar de mogelijkheden schoten tekort. Om die reden hebben we het niet verantwoord geacht de proef uit te breiden en is het geld, dat in de begroting van 2013 hiervoor gereserveerd was, niet gebruikt. Inmiddels hebben we door een specialist metingen laten verrichten en een offerte laten maken. Alleen al voor de locatie Goes moet gerekend worden op plm. € 100.000 voor een dekkend draadloos netwerk. De locatie Appelstraat (waar ook een laptopkar in gebruik is) zal een stuk goedkoper uitvallen (verwachting € 45.000). In de begroting van 2013 was € 30.000 gereserveerd en de laptopkarren kunnen zonder wireless uitgevoerd worden, wat in de loop van de komende vier jaar een besparing van € 15.000 oplevert. Om zowel Goes als Appelstraat te voorzien van draadloos is daarom € 105.000 extra nodig. Op de andere locaties is rondom de personeelskamers en enkele administratieve ruimten grote behoefte aan een draadloos netwerk (o.a. voor ambulant begeleiders, schoolopleiders, deelteamleiders). De kosten hiervan worden op dit moment geschat op € 25.000. In overleg met het College van Bestuur is vastgesteld, dat we in 2014 Goes in elk geval zullen uitrollen (kosten naar schatting € 100.000) en op alle overige locaties een aantal access points in de buurt van de personeelskamers zullen hangen of op andere plaatsen waar personeel met draadloze devices kan werken. Omdat dit dan inclusief de Appelstraat is, moeten de kosten voor 2014 hiervoor geraamd worden op € 30.000. Investering Er is rekening gehouden met de volgende bedragen voor genoemde posten: ● Serverpark ● Pc's ● Draadloos
2014 400.000 100.000 130.000 630.000
Netwerk In 2016 is alle andere apparatuur (behalve het serverpark) aan vervanging toe. In 2009 heeft dat een investering van circa € 800.000 gevergd. Het is te verwachten dat dit in 2016 aanzienlijk hoger zal uitvallen, omdat het Sun-Ray concept niet meer verkrijgbaar is. Wil de school een gelijk aantal werkplekken creëren (of blijven houden), dan zal de investering op dat moment (op basis van huidige prijzen) rond de € 1.100.000 komen te liggen, terwijl op dat moment voor deze apparatuur dan 'slechts' € 800.000 zal zijn afgeschreven. Dit is op basis van de huidige stand van de techniek. Als de technische toestand en de ontwikkeling van de software het toelaten is het misschien mogelijk de vervanging van de Sun-Rays, beamers e.d. op te schuiven naar 2017 of misschien zelfs 2018. Voorshands zijn wij in de meerjarenraming uitgegaan van een investering in het netwerk in 2016 van genoemde € 1,1 miljoen. 15
Risico's Op dit moment zijn er voor de jaarschijf 2014 geen andere risico's voorzien dan de voormelde en de gebruikelijke onzekerheden waarmee begroten gepaard gaat. Meerjarenraming Uit de meerjarenraming blijkt, dat het saldo van inkomsten en uitgaven in euro's voor de jaren 2015 en 2016 positief uitkomt. Voor het jaar er na is wel een negatief resultaat voorzien, maar dit is lager dan het positieve resultaat van 2015. En als de hele periode 2013 - 2017 in ogenschouw genomen wordt is, de uitkomst eveneens positief (€ 528.000). Daarbij maken wij opnieuw de kanttekening, dat de onzekerheden fors toenemen naarmate wij verder in de tijd vooruit kijken. De positieve uitkomsten van de jaren 2014 - 2016 werken door in het weerstandsvermogen (en andere kerncijfers). Het verloop van het weerstandsvermogen is, bij ongewijzigd beleid voor al deze jaren, als volgt: norm
Weerstandsvermogen (eigen vermogen in % totale baten)
>10-<40%
realisatie
prognose
2012
2013
18,8%
17,4%
begroting 2014
18,8%
2015
19,9%
2016
19,9%
2017
19,6%
Samenvatting en conclusies Met de gegevens van nu, waarin we alle onzekerheden een plaats hebben gegeven, zijn we gekomen tot een begroting met een qua cijfers goede uitkomst. Er is zo reëel als mogelijk begroot met een kleine afwijking naar de voorzichtige kant. We menen dat we op deze manier de juiste verwachting hebben mogen neerzetten en die ziet er goed uit. Waar mogelijk zullen we de ruimte gebruiken om het primaire proces te ondersteunen. Met dankbaarheid zien we de uitwerking van alle akkoorden. Het valt voor het voortgezet onderwijs en daarmee voor onze school de goede kant op. Wel moeten we blijven opletten en beseffen, dat er voor de ouders veel kosten zijn die wij als school niet overzien, maar die de druk op de gezinsbudgetten in deze tijd niet minder maken. Juist daarom willen we ook die zaken, waar we wel iets van betekenis kunnen leveren, aandacht geven. Al met al past dank aan de Heere en beseffen we de verantwoordelijkheid om met de ontvangen mogelijkheden ook en vooral Zijn eer en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk te zoeken. Laten we dan voort mogen gaan in afhankelijkheid en opziende tot Hem, bij Wie alle macht in hemel en op aarde is.
16
B
BEGROTING 2014
17
18
BEGROTING 2014 begroting 2014
prognose 2013
realisatie 2012
Baten Rijksbijdrage OCenW Extra posten landelijk Overige overheidsbijdragen Overige baten
23.193.700 602.000 776.100 2.939.300
Totaal baten
22.297.700 0 746.000 3.040.800 27.511.100
21.595.200 0 710.100 3.197.700 26.084.500
25.503.000
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten
20.890.900 989.200 1.834.100 3.242.300
Totaal lasten
20.547.300 943.800 1.808.300 3.240.500
19.657.700 934.300 1.651.700 3.175.500
26.956.500
26.539.900
25.419.200
554.600
-455.400
83.800
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Koersverschil effecten
74.200 0
94.900 103.600
Saldo financiële baten en lasten Netto resultaat
19
114.800 1.400
74.200
198.500
116.200
628.800
-256.900
200.000
20
TOELICHTING OP DE BEGROTING 2014 Bepaling van het netto resultaat De bepaling van het netto resultaat is gedaan volgens de algemeen geldende beginselen, te weten het toerekeningbeginsel, het realisatiebeginsel en het voorzichtigheidsbeginsel.
Baten begroting prognose realisatie 2014 2013 2012 19.093.700 18.517.400 17.853.200 2.998.600 2.686.700 2.769.300 1.101.400 1.093.600 972.700 23.193.700 22.297.700 21.595.200
Rijksbijdragen OCenW Lumpsum personeel Lumpsum materieel Overige subsidies OCenW Totaal
Lumpsum personeel In de uitgangspunten is aangegeven, dat voor 2014 alleen gerekend is met de verhoging van de GPL OP uit hoofde van het Convenant Leerkracht. Verder zien wij dat de daargenoemde bezuinigingen verwerkt zijn. De cijfers waarmee is gerekend, luiden als volgt: GPL Directie OP OOP
2014 € 91.351 € 74.810 € 41.762
2013 € 92.596 € 75.016 € 42.331
Fte's Directie OP OOP
2012 € 92.239 € 74.264 € 42.168
2014 21,419 210,741 32,843
2013 20,984 202,808 32,139
2012 20,792 196,505 31,827
De GPL voor 2013 en 2014 is ontleend aan de publicatie in de Staatscourant van 14 oktober 2013. De stijging van de lumpsum is een gevolg van de gewijzigde aantallen leerlingen, met uitzondering van de verhoging van de GPL voor leerkrachten. Deze heeft te maken met bovengenoemde aanpassing in verband met de inkorting van de carrièrelijnen en de stijgingen in verband met de functiemix voor leerkrachten. Hiervoor zijn stijgingspercentages ingezet van 1,23% voor 2014, 0,24% voor 2015 en 2016 en 0,20% voor 2017 ingezet. Deze percentages zijn gebaseerd op de publicatie 'Relevante financiële mutaties' van de VO-raad dd. 20 september 2013. De totale personele vergoeding is als volgt opgebouwd: 2014 2013 2012 1.956.600 1.943.000 1.917.800 15.765.500 15.213.900 14.593.300 1.371.600 1.360.500 1.342.100 19.093.700 18.517.400 17.853.200
Lumpsum directie Lumpsum OP Lumpsum OOP Totaal
Lumpsum materieel De bedragen voor 2014 zijn berekend aan de hand van het actuele leerlingaantal per 1 oktober en de normbedragen per leerling. Deze zijn voor 2014 verhoogd. In de Staatscourant van 11 oktober 2013 zijn de nieuwe bedragen per leerling gepubliceerd.
21
De normbedragen per leerling zijn als volgt (in euro's): 2014 777,44 886,12 1.278,95 962,58 643,31 1.792,75 2.088,07
AVO + VBO, onderbouw LWOO, onderbouw PrO VMBO-gl, leerjaar 3+4 VMBO-tl + HAVO + VWO, leerjaar 3 t/m 6 VMBO-kb/bb, leerjaar 3+4 LWOO (BT, IE/ET, MT en VZ), leerjaar 3+4
2013 721,36 822,20 1.186,69 893,14 596,90 1.663,42 1.937,43
2012 743,84 847,82 1.223,67 920,97 615,50 1.715,25 1.997,80
In 2012 is een eenmalige compensatie toegekend van € 83.700 voor in het verleden niet of gedeeltelijk uitgekeerde prijscompensatie. Die is in 2013 weer teruggenomen, wat de lagere normbedragen in 2013 verklaart. De totale lumpsum materieel stijgt in 2014 ten opzichte van 2013 met € 311.900. Dit wordt voor circa 2/3 deel veroorzaakt door bij 'Uitgangspunten' onder o. genoemde verhoging en voor circa 1/3 deel door het hogere aantal leerlingen. Het gemiddelde bedrag per leerling voor 2014 bedraagt voor onze school € 964,34. begroting prognose 2014 2013 355.000 357.900 487.000 467.700 169.400 165.700 0 0 90.000 102.300 1.101.400 1.093.600
Overige subsidies OCenW LgF bijdragen Kwaliteitsagenda / prestatiebox Maatschappelijke stage Zij-instromers Lerarenbeurs Totaal
realisatie 2012 346.300 346.900 133.200 19.000 127.300 972.700
De LgF bijdragen zijn gelijk aan het nu bekende bedrag over 2013/2014, dat in augustus 2014 uitbetaald zal worden. Er is geen rekening gehouden met eventuele consequenties van de herziening van de subsidie voor zorgleerlingen (Passend onderwijs). Zie 'Uitgangspunten'. De subsidie maatschappelijke stage is voor 2014 nog ingezet. Deze subsidie wordt, volgens het regeer- en begrotingsakkoord, met ingang van het jaar 2015 afgeschaft.
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen ● Huurvergoeding Middelburg ● Huurvergoeding Krabbendijke UWV Totaal
begroting 2014
prognose 2013
334.500 314.200 127.400 776.100
327.800 290.800 127.400 746.000
realisatie 2012 324.900 299.600 85.600 710.100
De huurvergoeding Krabbendijke gaat in 2013 omlaag, omdat het leerlingenaantal ter plaatse daalt. De huurvergoeding 2014 is gebaseerd op het gestegen aantal leerlingen per 1 oktober 2013.
22
begroting prognose 2014 2013 15.000 15.000 25.500 24.500
Overige baten Verhuur gebouw Werkstukbijdragen en printtegoeden Onttrekking voorziening spaarverlof/groot onderhoud
realisatie 2012 18.100 24.200
5.500
5.500
4.600
606.700
621.700
764.500
Overige: nevenactiviteiten ● Leermiddelenfonds ● Ouderbijdragenfonds ● Schoolkantines ● Schoolvervoer ● Diverse nevenactiviteiten Subtotaal Overige: nevenactiviteiten
929.100 311.400 182.500 750.800 112.800 2.286.600
1.007.900 306.200 182.800 734.500 142.700 2.374.100
1.026.400 307.400 182.600 716.900 153.000 2.386.300
Totaal
2.939.300
3.040.800
3.197.700
begroting 2014
prognose 2013
54.000 46.300 445.600 4.600 28.000 20.200 8.000 606.700
42.000 46.300 470.800 4.600 28.000 21.000 9.000 621.700
Overige: diversen
Overige: diversen De specificatie van deze post luidt als volgt: Toerekening leermiddelenfonds Subsidie opleidingsschool Vergoeding overig personeel Verrekening klein onderhoud met Stichting Beheer Opbrengst fotokopieën Vrijval egalisatierekening investeringssubsidies Diversen
realisatie 2012 41.900 21.600 640.200 4.600 27.600 20.900 7.700 764.500
De post vergoeding overig personeel daalt in 2013 ten opzichte van 2012, omdat een aantal onder deze post opgenomen detacheringen afloopt. De consequenties hiervan zijn ook aan de kostenkant verwerkt. Leermiddelenfonds De te ontvangen vergoeding voor het schooljaar 2014/2015 wordt in één keer opgenomen ten bate van het kalenderjaar 2014, evenals de afschrijvingen van schooljaar 2014/2015. De gevolgen van de lagere vergoeding (zie 'Uitgangspunten' onder n.) worden in 2014 zichtbaar. Ouderbijdragenfonds De ontvangen ouderbijdragen over schooljaar 2013/2014 worden voor 6/10e deel en over schooljaar 2014/2015 voor 4/10e deel opgenomen ten gunste van 2014. De ouderbijdrage is voor het schooljaar 2012/2013 verhoogd tot € 39. Voor de volgende jaren is deze gelijk gehouden. Dat zal overigens van jaar tot jaar aan de hand van de realiteit beoordeeld en voor instemming voorgelegd worden aan de oudergeleding in de MR. De meerdaagse excursies betreffen excursies van brugklas 1 Goes, VMBO 3 Goes en Tholen, VMBO 4 Middelburg en de combinatie H4/V5. Deze excursies zijn in principe kostendekkend. De mutatie van het ouderbijdragenfonds is het saldo van kosten en opbrengsten. De prognose geeft aan dat voor 2014 een positief saldo begroot wordt van € 27.200. 23
Schoolvervoer Bijdragen ouders Bijdragen kerken Totaal
begroting 2014
prognose 2013
720.800 30.000 750.800
708.500 26.000 734.500
realisatie 2012 689.000 27.900 716.900
Het verschil met de uitgaven is de bijdrage van € 8 per abonnement voor administratiekosten, die wij de ouders in rekening brengen. De bijdrage van de kerken wordt gevraagd voor de meerkosten boven het 'bestuursmaximum' (het leerling-/gezinsmaximum dat geldt voor vervoerskosten per bus). De noodzakelijke aandacht voor de overgang van zone-abonnementen naar abonnementen die gebaseerd zijn op kilometerafstand, loopt gelijk op met de verdere invoering van de OV-chipcard. De Stichting Scholierenvervoer Zeeland, waarin wij als Calvijn College intensief participeren, werkt er hard aan om dat proces zo soepel mogelijk te laten verlopen. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat de ene ouder er iets op vooruit zal gaan, terwijl een andere ouders er met deze overgang iets op achteruit zal gaan. We zullen dat te zijner tijd helder communiceren. Tegelijkertijd wordt er door genoemde Stichting hard gewerkt om een effectieve structuur te bieden, waarin uiteindelijk alleen de werkelijk gereisde kilometers in rekening worden gebracht. Daar is alle aandacht voor. De pilot waarin dat wordt uitgeprobeerd is op dit moment aan de gang. Diverse nevenactiviteiten De aanschaffingen gereedschap VMBO kb/bb vinden aan het begin van het derde leerjaar plaats. Zowel in het derde als in het vierde leerjaar wordt de helft doorberekend aan de ouders, waarmee deze zaken het eigendom worden van de leerlingen. In principe is de regel diverse nevenactiviteiten kostenneutraal. Alle ontvangsten zendingsgeld/acties worden overgemaakt aan de desbetreffende organisaties.
24
Lasten begroting prognose realisatie 2014 2013 2012 20.130.000 19.750.000 18.918.100
Personele lasten Salarissen, inclusief sociale lasten Overige personele lasten ● Nascholing/cursussen ● Secundaire arbeidsvoorwaarden ● Dienstreizen ● Overige personeelskosten Subtotaal Overige personele lasten
171.800 269.200 92.500 227.400 760.900
Totaal
171.800 306.500 92.500 226.500 797.300
104.500 286.300 86.100 262.700 739.600
20.890.900 20.547.300 19.657.700
Salarissen De salarissen zijn berekend op basis van de realisatiecijfers per ultimo oktober 2013. Vervolgens is gerekend met: 3 het effect van de inkorten van de salarislijnen, zoals die per 1 januari 2009 is ingezet en die nog tot 1 januari 2014 doorloopt; 3 een normale promotieronde per 1 augustus; 3 handhaving van de trekkingsrechten voor docenten van 24 uur per fte; 3 handhaving van de BAPO-regeling omdat niet duidelijk is wanneer deze afgeschaft wordt, wat er; voor in de plaats komt en wat het effect op de begroting is; 3 doortrekking van de (verhoogde) bindingstoelage en de eindejaarsuitkering; 3 een eenmalige salarisverhoging van 1% per 1 januari 2014; 3 vermindering van de personeelskosten wegens teruglopend leerlingaantal in 2016 en 2017: resp. twee klassen minder in 2016 en nog eens een extra klas in 2017; 3 verlaging van de pensioenpremie van 25,4 naar 21,6%, waarvan 70% ten gunste van de werkgever komt; effect hiervan minimaal € 270.000. De gemiddelde loonsom volgens de formatieplannen, met ter vergelijking de vergoedingen volgens opgave DUO, luiden als volgt: gemiddelde loonsom
Directie OP OOP
2014/2015 2013/2014 2012/2013 102.000 102.000 98.503 67.250 66.250 64.701 46.500 46.250 44.531
vergoeding 2014 91.351 74.810 41.762
2013 92.596 75.016 42.331
2012 92.239 74.264 42.168
2010 39,8 45,3 -5,5
2009 39,3 45,1 -5,8
2008 38,9 45,2 -6,3
De gemiddelde leeftijd volgens de cijfers van DUO ziet er als volgt uit: 2012 40,0 45,5 -5,5
Calvijn College VO scholen Verschil
2011 40,2 45,4 -5,2
Hieruit blijkt dat de gemiddelde leeftijd van onze school eerst sneller steeg dan het landelijke gemiddelde, maar dat in 2012 een omslag/stabilisatie optreedt. De gemiddelde leeftijd van het Calvijn College ligt beduidend onder het landelijk gemiddelde. Als gevolg hiervan is de gemiddelde periodieke salarisstijging hoger dan landelijk. 25
begroting prognose 2014 2013 75.200 59.100
Afschrijvingen Gebouwen en terreinen
realisatie 2012 43.700
Inventaris en apparatuur ● Automatisering ● Meubilair en overige inventaris ● Leer- en hulpmiddelen ● Grote apparaten Subtotaal Inventaris en apparatuur
278.400 137.000 114.500 26.100 556.000
253.900 135.600 111.400 25.800 526.700
233.200 135.400 112.600 29.700 510.900
Afschrijving leermiddelenfonds, mediatheek en kantine-inventaris
358.000
358.000
379.700
Totaal
989.200
943.800
934.300
Gebouwen en terreinen Hieronder waren tot en met 2008 opgenomen de fietsenstallingen in Goes en Middelburg, alsmede de berging in Goes voor LO en onderhoudsmedewerkers. Vanaf 2009 komt daar bij de afschrijving van de uit hoofde van de componentenmethode geactiveerde onderhoudsposten. De gebouwen zijn eigendom van de Stichting Beheer Schoolgebouwen (Krabbendijke en Middelburg) of de gemeente (Goes en Tholen). Investeringen worden door de Stichting of de betreffende gemeente gefinancierd en komen niet in de boeken van de school.
Huisvestingslasten Huur Dotatie groot onderhoud Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Kleine gebouwaanpassingen Totaal
begroting prognose 2014 2013 833.000 832.100 21.500 28.000 131.100 126.900 310.200 327.500 496.600 445.000 31.200 29.700 10.500 19.100 1.834.100 1.808.300
realisatie 2012 807.800 28.000 99.800 255.400 409.900 26.600 24.200 1.651.700
Huur Huur Middelburg Huur Krabbendijke Diversen Totaal
begroting prognose 2014 2013 349.200 347.000 466.000 463.100 17.800 22.000 833.000 832.100
realisatie 2012 338.900 452.200 16.700 807.800
De huur Middelburg is berekend op basis van de (al bekende) bedragen tot en met juli 2014, met ingang van augustus 2014 jaarlijks verhoogd met 1,27% (de gemiddelde huurverhoging van de laatste 2 jaren). Voor de huur Krabbendijke is eveneens uitgegaan van een jaarlijkse indexering met 1,27%. Dotatie groot onderhoud De dotatie heeft betrekking op het schilderwerk en wordt gebaseerd op de meerjaren onderhoudsplannen. 26
Klein onderhoud en exploitatie De begrote bedragen zijn gebaseerd op de meerjaren-onderhoudsplannen. Schoonmaakkosten De jaren 2012 en 2013 vormen geen goed uitgangspunt. In beide jaren zijn door tekortkomingen in de prestaties van het schoonmaakbedrijf delen van facturen niet betaald en boetes in mindering gebracht. Inmiddels is het contract opgezegd en loopt de procedure voor een nieuwe Europese aanbesteding (via DCO), waarbij externe deskundigen adviseren. In de nieuwe aanbesteding zal een fout in het oude contract hersteld worden. Alleen daardoor al zal het bedrag voor 2014 en volgende jaren met circa € 10.000 stijgen. Verder is rekening gehouden met een prijsstijging voor 2014 van 5% (opgave adviseurs). begroting prognose 2014 2013 480.700 446.400 766.100 732.900 130.800 138.900 1.377.600 1.318.200
Overige materiële lasten Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Locatiebudgetten Overige: nevenactiviteiten ● Leermiddelenfonds ● Ouderbijdragenfonds ● Schoolkantines ● Schoolvervoer ● Diverse nevenactiviteiten Subtotaal Overige: nevenactiviteiten Af: afschrijvingen gerubriceerd onder 4.2
Totaal
realisatie 2012 505.700 673.200 121.800 1.300.700
892.400 284.200 182.500 750.800 112.800 2.222.700 -358.000 1.864.700
937.600 282.700 182.800 734.500 142.700 2.280.300 -358.000 1.922.300
915.300 286.600 182.600 721.500 148.500 2.254.500 -379.700 1.874.800
3.242.300
3.240.500
3.175.500
Vanaf 2012 worden de locatiebudgetten afzonderlijk zichtbaar gemaakt. In het kader van resultaatverantwoordelijkheid hebben de locaties de ruimte om tussen de verschillende hen toegekende budgetten overschotten en tekorten op te vangen zonder dat daarbij het totaal van de budgetten per locatie overschreden mag worden. Zoals uit de cijfers 2012 blijkt, is het voor dat jaar beschikbare bedrag niet besteed. Voor 2013 is opnieuw het beschikbare bedrag opgenomen. Voor 2014 is er een herschikking doorgevoerd. Een bedrag van € 8.100 voor folders & brochures is teruggeboekt naar het communicatiebudget. Eind 2014 staat de evaluatie van de budgetten op de planning. Dan zullen deze budgetten ook geëvalueerd worden. Administratie- en beheerslasten Onder deze post zijn onder andere opgenomen kopieerkosten, telefoon en fax, portokosten, contributies en bijdragen (VGS, VO-raad, Dorvo, DCO, RMU), accountantskosten, drukwerk, vakbladen en abonnementen, vergaderkosten etc.
27
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Hieronder zijn opgenomen de kosten van het computernetwerk en wat daarmee samenhangt. Daarnaast zijn hieronder opgenomen de sectie-/afdelingsbudgetten. Deze zijn in oktober 2011 geëvalueerd en opnieuw vastgesteld voor de komende 3 jaren. De specificatie van deze budgetten luidt:
Verbruiksmateriaal Reparatie en onderhoud inventaris Inventarisaanschaf (bedragen tussen € 250 en € 1.000) Totaal
begroting prognose 2014 2013 189.400 165.300 17.600 17.600 38.200 38.200 245.200 221.100
realisatie 2012 166.600 19.600 36.100 222.300
De stijging voor 2014 wordt veroorzaakt door de hogere aantallen leerlingen (€ 6.600), het effect van de invoering van technologie (€ 4.500) en een herschikking (€ 2.000). De driejaarlijkse evaluatie van de afdelings- en sectiebudgetten staat op de rol voor eind 2014. Leermiddelenfonds De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: 3 De afschrijvingstermijn is 5 jaar; de restwaarde is nihil. 3 De afschrijvingspercentages zijn 40 / 20 / 15 / 15 / 10%. 3 De afschrijving wordt in één keer geboekt ten laste van de laatste vijf maanden van het kalenderjaar. 3 Aanschaffingen kleiner dan € 250 worden in één keer afgeschreven. Dit betreft voornamelijk docentenhandleidingen en proefwerkbundels, waarvan slechts enkele exemplaren worden aangeschaft. Voor 2014 is gerekend met een investeringsbedrag van € 325.000; de geschatte aanschaf van werkboeken is gesteld op € 305.000. De begroting 2014 komt uit op een overschot van € 36.700. De besteding van het fonds heeft overigens de instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad nodig. Ouderbijdragenfonds Ten laste van dit fonds komen tekorten op één- en meerdaagse excursies (met name in verband met onvoldoende draagkracht ouders), leerling- en dyslexiebegeleiding en kosten orthopedagogen. Verwacht wordt een overschot over 2014 van € 27.200 waarmee het saldo tekort van (naar schatting) € 15.000 eind 2013 omslaat in een overschot van € 12.200 eind 2014.
28
Schoolkantines Het exploitatiesaldo van de schoolkantines komt ten gunste van het ouderbijdragenfonds. Ieder kwartaal stelt de financiële administratie een theoretische opbrengstberekening op. Uitgangspunt is dat de marge op de kantineomzetten tussen de 25 en 35% ligt. De ondergrens is noodzakelijk om reële prijzen te krijgen en daadwerkelijk een bijdrage aan het ouderbijdragenfonds te kunnen leveren, de bovengrens is noodzakelijk om de prijzen betaalbaar te houden. 2014 lasten 16.600 60.000 24.600 27.500 18.000 146.700
Middelburg Goes Krabbendijke Appelstraat Krabbendijke Kerkpolder Tholen Totaal
Schoolvervoer OV-abonnementen Overige lasten Totaal
baten 20.700 74.300 30.700 34.300 22.500 182.500
marge 25% 24% 25% 25% 25% 24%
2013 saldo 4.400 15.700 6.600 7.300 4.100 38.100
begroting prognose 2014 2013 748.800 732.500 2.000 2.000 750.800 734.500
realisatie 2012 719.500 2.000 721.500
saldo 4.100 14.300 6.100 6.800 4.500 35.800
Diverse nevenactiviteiten Dit betreft de tegenboeking van de aan de opbrengstkant genoemde posten, die zoals genoemd kostenneutraal zijn. begroting prognose 2014 2013 74.200 94.900 0 103.600 74.200 198.500
Financiële baten en lasten Rentebaten Koersverschillen effecten Saldo
realisatie 2012 114.800 1.400 116.200
De eerder aangekondigde liquidatie van de effectenportefeuille is begin 2013 geëffectueerd. De vrijgekomen middelen zijn gestort op een vermogensspaarrekening. De gerealiseerde koerswinst bedraagt € 103.600. Voor het jaar 2014 is voorzichtigheidshalve gerekend met de rente, zoals wij die op dit moment ontvangen op onze spaarrekening, namelijk 1,3%.
29
30
C MEERJARENRAMING 2015 - 2017
31
32
MEERJARENRAMING 2015 - 2017 raming 2015
raming 2016
raming 2017
Baten Rijksbijdrage OCenW Extra posten landelijk Overige overheidsbijdragen Overige baten
23.130.500 333.000 775.500 2.921.000
22.987.500 423.000 777.800 2.898.800 27.160.000
Totaal baten
22.951.700 592.000 784.000 2.890.800 27.087.100
27.218.500
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten
20.919.700 1.022.400 1.853.500 3.261.100
Totaal lasten
20.962.500 1.079.900 1.873.800 3.272.800
21.071.400 1.129.600 1.901.000 3.275.500
27.056.700
27.189.000
27.377.500
103.300
-101.900
-159.000
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
111.900 0
105.300 0
96.900 0
Saldo financiële baten en lasten
111.900
105.300
96.900
Netto resultaat
215.200
3.400
-62.100
33
34
TOELICHTING OP DE MEERJARENRAMING 2015 - 2017 Inleiding Het uitgangspunt voor de meerjarenraming is de begroting 2014. Op basis van het huidige beleid is deze begroting doorgetrokken naar de jaren 2015 tot en met 2017. Anders dan voorgaand jaar is nu (opnieuw) een derde jaarschijf toegevoegd. Bij de berekening is rekening gehouden met de overheidsmaatregelen, zoals bij 'Uitgangspunten' toegelicht. Hierboven is opgemerkt, dat in principe de prijsstijging op nul is gezet. Voor energie en water is 2% prijsstijging aangehouden, voor schoonmaakkosten 3% en voor huur 1,27%. Resultaat Het resultaat voor de jaren 2015 tot en met 2017 komt als volgt uit: 2015 215.200
Resultaat
2016 3.400
2017 -62.100
Er is duidelijk sprake van een neerwaartse trend, maar opnieuw willen wij de kanttekening maken dat het moeilijker wordt een accurate voorspelling te maken naarmate we verder vooruit kijken. Prijsbijstelling De prijsbijstelling (P) van de laatste jaren vergeleken met de inflatie (I) geeft het volgende beeld:
jaar 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
prijsbijstelling p 3,80 0,00 0,00 0,00 0,00 1,72 1,04 2,33 1,33 0,00 3,26 2,38 0,00
cumulatief 3,80 3,80 3,80 3,80 3,80 5,52 6,56 8,89 10,22 10,22 13,48 15,86 15,86
inflatie i 4,50 3,40 2,10 1,20 1,70 1,10 1,60 2,50 1,20 1,30 2,30 2,90 2,83
cumulatief 4,50 7,90 10,00 11,20 12,90 14,00 15,60 18,10 19,30 20,60 22,90 25,80 28,63
p-i (cumulatief) -0,70 -4,10 -6,20 -7,40 -9,10 -8,48 -9,04 -9,21 -9,08 -10,38 -9,42 -9,94 -12,77
lumpsum tekort (x (x € 1000) € 1000) 1.524,3 1.726,1 1.892,3 2.079,9 2.164,0 2.365,1 2.450,3 2.603,9 2.744,6 2.629,9 2.570,7 2.685,6 2.686,7
-10,7 -70,8 -117,3 -153,9 -196,9 -200,6 -221,5 -239,8 -249,2 -273,0 -242,2 -266,9 -343,1
cumulatief (x € 1000) -10,7 -81,4 -198,8 -352,7 -549,6 -750,2 -971,7 -1.211,5 -1.460,7 -1.733,7 -1.975,8 -2.242,8 -2.585,9
In de achterliggende jaren is regelmatig geen loon- en prijsbijstelling vergoed voor de exploitatiekosten (materieel). In 2012 is door het Ministerie een eenmalige compensatie vergoed voor in het verleden niet of gedeeltelijk uitgekeerde prijscompensatie. Deze compensatie is macro vastgesteld op een bedrag van € 33,1 mln. Voor onze school betekende dat een bedrag van € 83.700. Dit bedrag hebben wij in de tabel toegerekend aan 2011. Aangekondigd is, dat voor 2014 een prijsbijstelling materieel wordt vergoed van 7,7%. Dat komt voor onze school neer op ruim € 214.000. Dit is een zeer welkome aanvulling, maar daarmee wordt slechts een stuk van de achterstand uit het verleden ingelopen, zoals uit de tabel blijkt.
35
Huisvesting Grote gebouwaanpassingen zijn niet voorzien voor de komende periode. Nevenactiviteiten In de berekeningen zijn de tarieven voor het Ouderbijdragenfonds, vanaf 2012/2013 € 39 per jaar, voor de gehele periode gelijk gehouden. Het jaarlijkse resultaat ligt rond € 25.000. Het negatieve saldo van dit fonds (eind 2012 -/- € 38.500) slaat in 2014 om naar een overschot. Door de invoering van 'gratis' schoolboeken zijn de ontvangsten voor het leermiddelenfonds van overheidswege vastgesteld op een vast en gelijk bedrag per leerling. Oorspronkelijk was dit € 316. Dit bedrag is in 2009 verhoogd tot € 321,50 en wordt in 2013 verhoogd tot € 329,15. Volgens een mededeling van het ministerie zal dit bedrag in 2014 worden verlaagd tot € 298,56 in verband met een in het regeerakkoord opgenomen post van € 30 mln. efficiencykorting op het lesmateriaal. In de raming is verder uitgegaan van een jaarlijks gelijkblijvend bedrag. Het vervoerfonds draait de komende jaren quitte. Daarom zal het saldo van dit fonds, eind 2012 € 30.000, naar verwachting door de jaren heen gelijk blijven. De saldi van de fondsen per ultimo van ieder jaar is als volgt: 2015 420.300 38.500 30.000 488.800
Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Vervoersfonds Totaal
36
2016 452.400 62.700 30.000 545.100
2017 472.200 85.700 30.000 587.900
D BIJLAGEN
37
38
SPECIFICATIE FONDSEN begroting 2014
prognose 2013
Rijksvergoeding leermiddelen Boetes beschadigde boeken Totaal inkomsten
926.100 3.000 929.100
1.004.900 3.000 1.007.900
1.022.700 3.700 1.026.400
Afschrijving boeken leerjaar 1-2 Afschrijving boeken leerjaar 3-6 Werkboeken Arrangeren leermiddelen Licentiekosten Agenda's leerlingen Schriften / ringbanden Reparatie / onderhoud boeken Kopieerkosten Bijdrage Dorvo eigen methodes Toerekening personeel Distributiekosten Overige kosten Totaal uitgaven Resultaat
161.000 179.000 305.000 27.400 40.000 0 20.000 3.000 17.000 30.000 54.000 50.000 6.000 892.400 36.700
150.000 190.000 343.800 27.400 46.000 13.100 20.000 3.000 17.000 29.300 42.000 50.000 6.000 937.600 70.300
148.400 213.500 329.600 14.300 58.000 15.200 22.500 2.300 17.400 52.200 41.900 0 0 915.300 111.100
Ouderbijdragenfonds Ouderbijdragen Batig saldo kantine-exploitatie Bijdrage eendaagse excursies Bijdrage meerdaagse excursies Totaal inkomsten
115.100 35.800 76.000 84.500 311.400
109.100 38.100 80.000 79.000 306.200
108.300 38.800 81.400 78.900 307.400
Eendaagse excursies Meerdaagse excursies Leerlingbegeleiding / dyslexiebegeleiding Project preventie leerlingbegeleiding Orthopedagogen Totaal uitgaven Resultaat
81.000 84.500 15.400 13.300 90.000 284.200 27.200
85.000 79.000 15.400 13.300 90.000 282.700 23.500
84.800 80.400 13.800 17.100 90.500 286.600 20.800
Schoolvervoer Verkoop OV-abonnementen Bijdragen kerken Totaal inkomsten
720.800 30.000 750.800
708.500 26.000 734.500
689.000 27.900 716.900
OV-abonnementen Overige lasten Totaal uitgaven Resultaat
748.800 2.000 750.800 0
732.500 2.000 734.500 0
719.500 2.000 721.500 -4.600
Leermiddelenfonds
39
realisatie 2012
40
STATISTISCHE GEGEVENS Leerlingaantallen per 1/10 Praktijkonderwijs LWOO 1/2 Brugklas 1/2 VMBO gl/tl 3/4 HAVO 3/4/5 VWO 3/4/5/6 VMBO bb/kb 3/4 LWOO 3/4 Totaal Huisvesting 1/10 (m² b.v.o.) In eigendom gemeente In eigendom St. Beheer Totaal Personeel (aantallen 31/12) Directie OP OOP Totaal Personeel (fte's 31/12) Directie OP OOP Totaal Financiën (x € 1.000) Lumpsum personeel Lumpsum materieel Overige baten Nevenactiviteiten Totaal baten Bedragen per leerling (x € 1) Lumpsum personeel Lumpsum materieel Totaal baten Totaal lasten
realisatie 2008
2009
2010
2011
2012
prognose 2013
begroting 2014
36 67 1255 512 371 312 393 65 3011
42 70 1269 541 359 319 367 70 3037
44 106 1203 513 348 315 368 68 2965
52 171 1126 489 408 340 369 60 3015
52 204 1190 493 414 305 283 104 3045
55 210 1231 457 432 301 266 163 3115
55 199 1171 471 455 317 278 164 3110
14.372 16.120 30.492
14.372 16.120 30.492
14.372 16.120 30.492
14.501 16.120 30.621
14.501 16.120 30.621
14.501 16.120 30.621
14.501 16.120 30.621
8 255 74 337
8 260 83 351
8 261 88 357
8 261 84 353
8 268 91 367
7 264 97 368
8 264 97 369
8,2 227,4 56,8 292,4
8,4 231,8 61,9 302,1
8,3 228,9 64,2 301,4
8,2 222,9 65,7 296,8
8,4 233,1 69,6 311,1
7,1 226,9 78,2 312,1
8,0 227,0 78,0 313,0
16.213 2.604 1.887 2.155 22.859
17.068 2.745 2.171 2.237 24.221
17.587 2.630 1.974 2.218 24.409
17.345 2.571 2.249 2.239 24.404
17.853 2.769 2.495 2.386 25.503
18.517 2.687 2.507 2.374 26.085
19.094 2.999 3.131 2.287 27.511
5.385 865 7.592 7.370
5.620 904 7.975 8.076
5.932 887 8.232 8.397
5.753 853 8.094 8.272
5.863 909 8.375 8.348
5.944 863 8.374 8.520
6.140 964 8.846 8.668
41
42
BEGRIPSBEPALINGEN Lumpsumfinanciering Lumpsumfinanciering houdt in dat op basis van een aantal actoren de jaarlijkse vergoeding wordt berekend, die vervolgens als niet-geoormerkt bedrag verstrekt wordt. Het personele deel van de vergoeding wordt berekend aan de hand van het leerlingaantal en de gemiddelde landelijke personeelslast per functiecategorie. Het materiële deel van de vergoeding is afhankelijk van het leerlingaantal en de aard van de opleiding. Rentabiliteit Dit wordt berekend als resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering en geeft het verschil tussen baten en lasten weer. Als indicator is dit een waardevol trendgegeven. Te grote positieve verschillen roepen vragen op inzake het bestedingspatroon. Negatieve verschillen duiden op een te ruim financieel management, met mogelijk consequenties in de komende jaren. Kleine / grote aanpassingen Kleine aanpassingen zijn investeringen in gebouwen, waarvan het totaalbedrag lager is dan het door de school vastgestelde grensbedrag van € 5.000. In het andere geval is sprake van grote aanpassingen. Klein / groot onderhoud Het onderhoud van de gebouwen kan onderscheiden worden in het dagelijks of klein onderhoud en het groot onderhoud. Onder het dagelijks onderhoud vallen de kleine reparaties, die regelmatig aan de gebouwen worden verricht. Voor deze uitgaven kan, aan de hand van de meerjaren-onderhoudsplanningen (opgesteld door het bouwtechnisch adviesbureau) en van ervaringen uit het verleden, jaarlijks een bedrag in de begroting worden opgenomen. Onder het groot onderhoud valt het onderhoud met een uitvoeringscyclus van vier jaar of meer. Budgethouderschap Een deel van de begrotingsrubrieken is door de centrale directie doorgedelegeerd naar diverse budgethouders. Binnen hun budget zijn zij verantwoordelijk voor de juiste besteding. Voor sectieen afdelingsbudgetten geldt, dat niet bestede bedragen automatisch doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Dit geldt uiteraard ook voor overschrijdingen. Voor de overige budgetten geldt, dat onderschrijdingen niet automatisch overgeheveld worden naar het volgende jaar of in het lopende begrotingsjaar vrij besteedbaar zijn. Voor de post niet-planmatig onderhoud wordt een tweejaarlijks budget toegekend. Voor overschrijdingen is vooraf toestemming van de centrale directie vereist. Voor grote investeringen, die in de begroting opgenomen zijn, is vooraf fiattering noodzakelijk vanuit de centrale directie, conform afspraken die daarover gemaakt zijn, te weten: boven de € 5.000 twee (indien mogelijk drie) offertes overleggen en de noodzaak van de investering aantonen.
43