TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 17 • april 2012
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
INGENIEURS ontwerpen voor iedereen maken kunst netwerken ‘just have fun’
ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN
Voorwoord Beste studenten in spe, studenten, collega-ingenieurs, medewerkers en vrienden van de faculteit, “Ik ben wat ik maak, dat wordt het nieuwe motto van de jongere anno 2012. Althans bij de jongere die zijn tijd een beetje vooruit is. ‘Vroeger keken we op naar Hollywoodsterren, nu naar tutorials, gewone mensen uit onze omgeving die iets kunnen maken én – minstens even belangrijk – van wie we kunnen bijleren’, zegt trendwatcher Tom Palmaerts. ‘Creatieve entrepeneurs worden de helden van morgen.” Dat konden we op 3 december 2011 lezen in De Standaard. Net dat, creativiteit en ondernemerschap, stimuleren we graag bij onze ingenieursstudenten. Op 24 maart konden honderden bezoekers van de facultaire infodag vaststellen dat onze studenten enthousiast vertellen over hun projecten en het leven op de campus. We hopen dan ook dat hun geestdrift aanstekelijk genoeg werkt om volgend academiejaar opnieuw een goede groep gemotiveerde creatieve geesten als studenten te verwelkomen. De helden van morgen dus. Voor de professoren, assistenten, monitoren en medewerkers is elke student een ‘star’ – al hebben we maar één echte Faculty STAR (Student Artist in Residence), met wie je kunt kennismaken in dit nummer van GeniaaL: Jean-Sébastien Bernaert. Wie weet hebben we bij onze ingenieursstudenten wel een toekomstige ‘Grote Belg’ zoals Marita Cheng in Australië de titel ‘Young Australian of the Year’ heeft gekregen. De Young Australian of the Year 2012 is een ‘engineering visionary’ – zo staat Marita Cheng althans beschreven op www.australianoftheyear.org.au. Zij studeert Mechatronics Engineering en Computer Science aan de universiteit van Melbourne en heeft Robogals opgericht. Met deze organisatie wil ze meer meisjes warm maken voor wetenschap en technologie. Zij droomt ervan een roboticabedrijf op te richten dat robots maakt die alledaagse gewone taken van ons kunnen overnemen. Want ingenieur zijn is ook dat: met plezier de mensen het leven gemakkelijker maken, zoals de eredoctores John Clarkson en Roger Coleman beogen met ‘inclusive design’: ruimtes of gebruiksvoorwerpen zo ontwerpen dat ze aangepast zijn aan zo veel mogelijk mensen, ook mensen met een functiebeperking. Daarover lees je meer in het doctoraat van Jasmien Herssens of verder in dit nummer. Veel leesplezier en graag tot binnenkort! Ludo Froyen, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste collega’s (in spe), Binnenkort studeren weer heel wat nieuwe ingenieurs af en tegelijk vatten heel wat 18-jarigen hun ingenieursstudies aan. Zowel het afstuderen als het kiezen van een (bijkomende) studierichting zijn belangrijke keuzemomenten. Om deze keuze goed te onderbouwen wordt uiteraard door de faculteit heel wat informatie aangeboden over de diverse ingenieursdisciplines en toekomstmogelijkheden. Deze mogelijkheden zijn enorm divers, veel diverser en maatschappelijk relevanter dan soms wordt aangenomen. De Ronde van Vlaanderen, de Olympische spelen, de gemeenteraadsverkiezingen van oktober zijn slechts enkele evenementen die bijzonder afhankelijk zijn van technologie en waar de vooruitgang van de technologie voor enorme mogelijkheden heeft gezorgd. Dankzij apps én moderne mobiele communicatienetwerken zijn sport- en verkiezingsresultaten onmiddellijk en overal beschikbaar. Dankzij moderne materialen, video en andere analyses, kunnen sporters hun prestaties optimaliseren. Dankzij geavanceerde bouwtechnieken en energieopwekking zullen de Olympische Spelen in Londen groener dan de voorgaande edities zijn. De innovatie wordt hierbij telkens gedreven door het werk van ingenieurs, veelal ook van Vlaamse ingenieurs. De Olympische Spelen in Londen vinden bijvoorbeeld plaats op een site die dankzij Vlaamse technologie gesaneerd is. Iedereen erkent dat Vlaanderen, om te blijven meespelen in de wereldeconomie, ingenieurs nodig heeft: technologische innovatie blijft één van de belangrijkste drijfveren voor werkgelegenheid en duurzaamheid in onze veranderende geglobaliseerde maatschappij. Toegegeven, innovatie is een term die nogal eens misbruikt wordt. Net daarom vraagt de maatschappij om breed opgeleide, kritische ingenieurs. Zij kunnen verantwoordelijkheid en leiderschap opnemen en tegelijkertijd holle slogans helpen doorprikken. Ook tijdens de activiteiten die we als alumnivereniging organiseren, proberen we kritisch naar de maatschappij en de rol van technologie daarin te kijken. Verderop lees je een verslag van de forumavond rond “De technologische zijderoute” waarin we zowel een sinoloog als twee ingenieurs aan het woord lieten. Hoe en wanneer China erin zal slagen een kenniseconomie te worden, is een vraag die niet zo evident is om te beantwoorden, niettemin lijkt het duidelijk dat China volop in die richting evolueert. Evenzeer lijkt het duidelijk dat het ook voor ons in Vlaanderen niet steeds zo evident is die kenniseconomie te zijn. De KU Leuven speelt alvast haar rol en wij hopen dat in september weer veel jongeren aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen hun ingenieursloopbaan zullen starten. Iris De Coster, voorzitter VILv
INHOUD nieuws uit de faculteit inclusief ontwerpen in architectuur the P&O-games ingenieurs in de kunst faculty STARs 2012 forumavonden 2012
3 4-5 6-7 8-9 10-11 12-13
Dag van de Ingenieur! oproep voor de VILv vzw - Algemene Ledenvergadering 10 jaar FC VILv Heverlee winnaars Gouden Krijtjes wie is BEST Leuven? infodag
13 14 15-16 17 18-19 20
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Tijdens een symposium van EAMBES, the European Alliance for Medical and Biological Engineering and Science, op 13 en 14 maart in Brussel, werden de professoren Jos Vander Sloten en Sabine Van Huffel bevestigd als Founding Fellow van deze alliantie. Zij werden verkozen tot lid van deze selecte groep van 35 Europese wetenschappers vanwege hun bijdrage tot de ontwikkeling van de biomedische ingenieurswetenschappen in Europa en wereldwijd. • De Spanish Society of Virtual Archaeology (SEAV), een belangrijke organisatie in het domein van het digitaliseren van cultureel erfgoed, reikt de Tartessos Award 2012 uit aan professor Mario Santana Quintero, verbonden aan het Centrum voor Monumentenzorg. Hij krijgt de prijs voor zijn werk als voorzitter van CIPA, the International Scientific Committee for Documentation of Cultural Heritage. • Dr. Pieter Martens van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, won de Justus Lipsius Award 2011 met zijn proefschrift ‘Military architecture and siege warfare in the Low Countries during the regency of Mary of Hungary (1531-1555)’. Met deze driejaarlijkse prijs, goed voor 2.500 euro, bekroont het International Committee of Museums and Collections of Arms and Military History de meest verdienstelijke nieuwe studie binnen de militaire geschiedschrijving. • Op 15 maart 2012 heeft Els Verstrynge, FWO-mandataris en postdoctoraal onderzoeker aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde, de WTA-prijs 2012 gekregen voor haar doctoraatsthesis over ‘Levensverwachting van monumentale metselwerkconstructies: modellering en probabilistische beoordeling’. WTA internationaal is de Wetenschappelijk-Technische Associatie voor aanbevelingen op het gebied van bouwrenovatie en monumentenzorg. • Bart Swings, bachelorstudent ingenieurswetenschappen, werd in januari 2012 10e op het EK allround schaatsen in het Hongaarse Boedapest. Hij werd in februari 2012 14e op de 1.500 m en 8e op de 5.0000 m tijdens de wereldbekerwedstrijd schaatsen in het Noorse Hamar. Op zondag 19 februari 2012 werd hij 9e op het WK Allround in de Russische hoofdstad Moskou. Hij verbeterde op de wereldbeker in het Nederlandse Heerenveen op 3 maart het Belgisch record op de tien kilometer. De 21-jarige Leuvenaar finishte in 13’21”44, goed voor een vijfde plaats, en verbeterde zo zijn eigen Belgisch record (13’23”99) dat hij in februari 2011 in het Amerikaanse Salt Lake City neerzette. Op 9 maart werd hij 18e op de 1.500 meter op de openingsdag van de wereldbekerfinale schaatsen in Berlijn. Tijdens het WK schaatsen in Heerenveen behaalde hij een 10e plaats op de 5 km en finishte hij als 16e op de 1.500 meter.
3
Bart Swings, bachelorstudent ingenieurswetenschappen
In memoriam De Spaanse architect en eredoctor Manuel de Solà-Morales is op maandag 27 februari 2012 onverwacht overleden. Hij is 72 geworden. De Solà-Morales realiseerde projecten in vele Europese steden, zoals zijn thuisstad Barcelona, Porto, Berlijn, Napels, Groningen en ook in ons land. Zo was hij verantwoordelijk voor het ontwerp van de stationsomgeving in Leuven en voor de heraanleg van de De Keyserlei en het toekomstige Operaplein in Antwerpen. De architect bouwde een reputatie op door de meest ingewikkelde stedelijke vraagstukken met vaak eenvoudige ingrepen op te lossen. In 2004 ontving hij een eredoctoraat van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen – de huidige Faculteit Ingenieurswetenschappen.
Inclusief ontwerpen in architectuur Op 2 februari 2012 werd aan de professoren Roger Coleman (Helen Hamlyn Centre for Design van het Londense Royal College of Art) en John Clarkson (Cambridge Engineering Design Centre) een eredoctoraat van onze universiteit uitgereikt omwille van hun pionierswerk op het gebied van inclusief ontwerpen. Inclusief ontwerpen, ook Design for All (EU), Inclusive Design (UK) of Universal Design (U.S.) genoemd, kan omschreven worden als het ontwerpen voor een diversiteit van mensen, eerder dan voor de ‘gemiddelde’ mens. Mensen zijn heel divers en inclusief ontwerpen probeert zoveel mogelijk rekening te houden met de reële diversiteit van menselijke mogelijkheden en beperkingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mensen met een functiebeperking, maar ook aan oudere mensen die geconfronteerd worden met allerlei beperkingen die het ouder worden met zich meebrengt. Het ontwerpproces voor inclusief ontwerpen is een non-stop iteratief proces. Coleman en Clarkson hebben sinds de jaren ‘90 grote inspanningen geleverd om dit inclusief ontwerpen op de kaart te zetten. Beiden onderzochten samen hoe ontwerpers die rol van inclusieve ontwerper kunnen opnemen. Het bruggen bouwen gebeurde vanuit de analytische ingenieursachtergrond met veel aandacht voor het verzamelen van data over de diverse bevolking (Clarkson) enerzijds en de creatieve benadering met inzetten van ervaringsdeskundigen (Coleman) anderzijds.
4
Promotor van deze eredoctoraten, professor Ann Heylighen van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, is zelf ook actief op het gebied van inclusief ontwerpen. De doorstart voor dit onderzoek kwam er in 2008 met een ERC (European Research Council) Starting Grant. Het kader voor de onderzoeksprojecten kreeg de naam AIDA mee, Architectural design In Dialogue with dis-Ability. Het onderzoek van het AIDA-team gaat uit van de idee dat mensen met specifieke beperkingen of condities, net door hun specifieke interactie met ruimte(s), bepaalde kwaliteiten of tekortkomingen kunnen detecteren, waarvan een ontwerper of architect zich niet altijd bewust is. Aandacht voor de ruimtelijke beleving van mensen die blind zijn, betekent dat in het ontwerpproces rekening moet worden gehouden met andere zintuiglijke aspecten dan de traditionele, puur visuele elementen. Dit onderzoek ambieert niet enkel bij te dragen tot een beter inzicht in de ruimtelijke beleving van diverse gebruikersgroepen van een gebouw (blinden, rolstoelgebruikers, mensen met autisme, mensen met dementie, ...), maar ook om de vertaling daarvan te kunnen maken naar de architectenpraktijk. Recent werd binnen het AIDA-team het doctoraat van Jasmien Herssens afgerond. Het onderzoek kreeg de titel ‘Designing Architecture for More: A Framework of haptic design parameters with the experience of people born blind’. Dit onderzoek werd gestart aan de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) en resulteerde in een bidiplomering aan de KU Leuven-UHasselt/PHL, met een specialisatiebeurs van het IWT Vlaanderen. De promotoren van dit onderzoek waren professor Ann Heylighen voor de KU Leuven en professor Bert Willems voor de UHasselt/PHL. Jasmien Herssens werkte in haar onderzoek samen met ervaringsdeskundigen. Deze ervaringsdeskundigen waren mensen die aangeboren blind zijn, omdat net deze mensen veel aandacht schenken aan niet-visuele stimuli en schakeringen in haptische belevingen. Haptiek wordt in de context van dit onderzoek gedefinieerd als de studie van de tastzin (in de ruimste zin) in
Illustratie 1: Visuele voorstelling van de definiëring van verschillende wijzen van tasten
de gebouwde omgeving. De haptische perceptie in relatie tot de gebouwde omgeving omvat zowel het actieve, dynamische als het passieve tasten (Illustratie 1). Waar actieve en dynamische prikkels voortkomen uit de beweging van het lichaam van de gebruiker zelf, is passieve tast het gevolg van beweging in de omgeving. Het onderzoek startte met een theoretisch luik waarin de haptische beleving van architectuur door blinden wordt beschreven als een resultaat van mentale processen op drie niveaus: perceptie, herinneringen en betekenisgeving. Het empirische luik onderzocht hoe en waarom mensen op een bepaalde wijze tasten en in beperkte mate ook wat ze precies betasten. Hiervoor werden thuisbezoeken afgelegd bij blinde volwassenen, die gevraagd werden een rondleiding te geven in hun woningen. Er werd verder nog gepraat met zorgverstrekkers. Origineel was het organiseren van foto-etnografische rondleidingen door kinderen die blind zijn. Jasmien Herssens bezorgde kinderen met visuele beperkingen een fototoestel en vroeg hen foto’s te nemen van ruimtes die ze best leuk of net niet leuk vonden. Dit zorgde voor heel wat verrassende inzichten (Illustratie 2). Zo gebruikten de kinderen het fototoestel op een heel tactiele manier, alsof het een verlengde van hun lichaam was.
Illustratie 2: Beeld van een judomat, bestaande uit 12 foto’s genomen door één van de kinderen die aangeboren blind zijn
Het theoretisch en het empirisch luik vormden samen de basis van een raamwerk van haptische ontwerpparameters, dat architecten informeert over de haptische implicaties van hun ontwerpbeslissingen. De ontwerpparameters worden onderverdeeld in materiaalparameters en geometrische parameters. Materiaalparameters omvatten textuur, elasticiteit, luchtdoorlatendheid, soortelijk gewicht en temperatuur. Geometrische parameters slaan op kromming, oriëntatie, configuratie en grootte. De waardes van de ontwerpparameters variëren naargelang de mentale processen betrokken bij haptische beleving (perceptie, geheugen, kennis) en naargelang de context. Daarom worden de parameters gesitueerd in een raamwerk dat een onderscheid maakt tussen de manier van tasten (actief, passief, dynamisch), de gepercipieerde gebruikswaarde van de vlakken (bewegingsvlak, geleidingsvlak en rustvlak) (Illustratie 3) en het verschil in sensitiviteit tussen lichaamsdelen. Elke mogelijke combinatie in dit raamwerk bevat typische waarden voor de ontwerpparameters gekoppeld aan de belevingswaarden. De belevingswaarden worden in een octant geplaatst die de interactie voorstelt tussen de verschillende niveaus van mentale processen betrokken bij een haptische beleving.
Naast dit doctoraat lopen er binnen het AIDA-team nog een aantal andere interessante onderzoeksprojecten. Alle projecten focussen op het verwerven van inzicht in het ruimtelijk beleven van diverse groepen Er wordt ingezet op de zintuigen om iets meer te leren; het project van Jasmien Herssens was op dat gebied een proof of concept. In samenwerking met mensen met autisme wordt vanuit hun zeer specifieke manier van denken geanalyseerd hoe leesbaar een ruimte is. Voor mensen met dementie wordt gezocht naar ruimtelijke aanknopingspunten binnen bijvoorbeeld de eigen woning en wordt het emotioneel reageren op ruimte bestudeerd. Letterlijk een ander perspectief om naar een gebouw te kijken vinden we in de ziekenhuizen waar patiënten in hun bed – liggend dus – vaak een heel traject afleggen, bijvoorbeeld naar de operatiekamer of naar medische beeldvorming. Van primordiaal belang is telkens ook het vertalen van de verworven inzichten naar de architectuurpraktijk, naar het ontwerpproces van architecten. Meer informatie over het AIDA-project vind je op www.asro.kuleuven.be/aida/.
Liliane Pintelon
5
Illustratie 4: Aanduiding van bewegingsruimte of negatieve ruimte in een woning Illustratie 3: Respectievelijk visuele voorstelling van bewegingsvlakken, geleidingsvlakken en rustvlakken
De parameters kunnen vóór, tijdens of na het ontwerpproces geïmplementeerd en/of geëvalueerd worden in het ontwerp. De evaluatie van de geometrische ontwerpparameters kan op een ontwerpmatige manier gebeuren door middel van het tekenen van de negatieve ruimte of de ruimte die bewegingsmogelijkheden (Illustratie 4) ondersteunt, het uittekenen van looplijnen en het aanduiden van rustplaatsen (Illustratie 5). Het resulterende raamwerk van haptische ontwerpparameters werd geëvalueerd door eindgebruikers. De eindgebruikers zijn enerzijds de architecten voor wie het raamwerk is ontwikkeld en anderzijds de eindgebruikers van de gebouwde omgeving waarop dit raamwerk werd toegepast. Voor iedere groep werd er een focusgroep samengesteld en geraadpleegd over inhoud en bruikbaarheid van het raamwerk. Jasmien Herssens verdedigde haar doctoraat met succes op 22 december 2011. Illustratie 5: Representatie van looplijnen en rustvlakken op grondplan
The P&O-games De eerstejaarsstudenten nemen het tegen elkaar op in de P&O-games, een ontwerpwedstrijd waarbij de beste speler wint.
6
Het opleidingsonderdeel P&O slaat in het eerste jaar de brug tussen de meer theoretische vakken (wiskunde, mechanica, scheikunde) en de praktijk. Dit maakt de theorie tastbaar en tegelijk krijgen de studenten de kans om technische en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn het maken van een wiskundig model, het opzetten van een experiment, het vergelijken van theorie en praktijk, in groep werken, schriftelijk en mondeling rapporteren. Ook leren ontwerpen, een competentie die onontbeerlijk is voor elke ingenieur, is een doelstelling van P&O. Op het einde van het eerste semester werken de studenten aan hun eerste ontwerpproject. Gesteund door de opeenvolgende stapjes in het aangereikte lineaire ontwerpproces, bedenken ze een oplossing
voor het gestelde probleem. Ze maken de vereiste berekeningen en bouwen hun ontwerp om het daarna aan de nodige testen te onderwerpen. Afgelopen december werden de P&O-games georganiseerd, waarin elk team van eerstejaarsstudenten met zijn eigen ontworpen P&O-speler voor de overwinning streed. De P&O-games zijn een afvalrace, waarbij telkens vier spelers vertrekken aan de startlijn en om ter snelst een squashbal over de doellijn scoren. Daarbij mag de bal alleen vertrekken vanuit de aanvalszone en het wagentje moet tijdig stoppen: wie in de verboden zone komt, wordt gediskwalificeerd.
Elke P&O-speler heeft dus twee deelsystemen nodig: een eerste mechanisch deel om zich zo snel mogelijk tot in de aanvalszone te bewegen en een tweede om daarna de bal in het doel te gooien. De combinatie van twee deelgroepjes van vier studenten, vormt één P&O-speler. Omdat alleen mechanische energie toegelaten werd, gebruikten de meeste groepjes een torsieveer (van bijvoorbeeld een muizenval) of de potentiële energie van een vallende massa of elastiekjes opgewonden rond de as, om hun wagentje voort te bewegen. De squashbal werd dan afgeschoten met een katapultsysteem, met een kruisboog of door een drukveer. In het totaal werden vier wedstrijden gehouden met 59 wagentjes.
De studenten waren enthousiast en de vier beste P&O-spelers wonnen de wedstrijden. ‘Het was een leuke opdracht. In het begin hadden we er geen idee van hoe we dit zouden aanpakken. Ik dacht dat het een erg moeilijke opgave zou worden. Maar uiteindelijk vulden we elkaar goed aan en kwamen we snel met een werkend autootje. Omdat onze P&O-speler elke keer opnieuw even goed werkte, werd ons team tot winnaar uitgeroepen,’ vertelt Stijn Lefever. De vier winnende duo-teams kregen een kleine prijs van coördinator Jos Vander Sloten. Christel Heylen
7
Ingenieurs in de Bart Preneel: Swinging Dixieland saxofonist en
Het valt niet mee om professor Bart Preneel thuis te vinden: in het buitenland is hij een graag geziene gast. Hij wordt uitgenodigd als spreker op conferenties en als docent voor gevorderde cursussen over de nieuwste cryptografische methodes. In Heverlee is hij medeverantwoordelijk voor de COSIC-onderzoeksgroep Computer Security and Industrial Cryptography, die een zestigtal onderzoekers telt. Tijdens zijn vrije tijd gaat hij dan weer op internationale tournee met de KU Leuven Interfak Big Band, waarvan hij de medestichter en de dirigent is. Die uitgebreide internationale ervaring kan hij goed gebruiken als Erasmuscoördinator voor zijn departement.
8
Ik heb echter geluk: na een viertal e-berichten heen en weer hebben we afgesproken voor een interview in zijn bureau op het Departement Elektrotechniek.
Op school speelden we enkel klassieke muziek. Toen ik zestien was, kocht ik mijn eerste jazzstudieboeken. Het jaar nadien begon ik jazzles te volgen. Die muziek sprak mij enorm aan.
Kom je uit een muzikaal milieu?
Na de school heb ik als autodidact verder gestudeerd; ik leerde ook veel van de dirigenten van de orkesten waarin ik speelde. Toen ik zeventien was, speelde ik in drie of vier orkesten, waaronder het Universitair Harmonie Orkest. Sommige ervan betaalden erg goed: zo heb ik mijn eigen instrument kunnen kopen.
Mijn grootmoeder was beroepspianiste: zij zorgde ondermeer voor de muzikale begeleiding van stomme films. Mijn ouders hebben echter geen muziek gestudeerd en bespeelden geen instrumenten. Ikzelf had interesse in muziek en toen ik elf jaar oud was, wou ik met muziek beginnen. Twee keer per week naar het conservatorium van Leuven gaan was toen niet zo eenvoudig. Bovendien was er een wachtlijst voor saxofoon. Maar toch heb ik muziek kunnen studeren! Wij woonden toen in Haasrode. Onze burgemeester droomde ervan om de gemeentelijke fanfare nieuw leven in te blazen. Daarvoor was jong bloed nodig. Dus heeft die man ervoor gezorgd dat er elke zaterdag een bus vertrok van Haasrode naar de muziekschool van Hoeilaart. Mijn broer en ik reden mee in Hoeilaart volgden we dan de hele zaterdag les. Mijn broer speelde klarinet, ik saxofoon. Een fanfare is er echter in Haasrode niet gekomen... Er was in die tijd een zeer groot verloop van leerkrachten: de nieuwe anticumulwet verbood hen bezoldigd in een orkest te spelen. Veel leerkrachten gaven er dan ook de brui aan. In die school heb ik dus geen examens kunnen afleggen - alleen voor notenleer behaalde ik een diploma. Wel nam ik deel aan nationale competities, wat leidde tot verschillende selecties voor het nationaal jeugdharmonieorkest. Na één jaar speelde ik ook saxofoon in het jeugdorkest van Tervuren. foto Lies Willaert
Heb jij dadelijk gekozen voor de saxofoon als instrument? Inderdaad. Een piano wilden mijn ouders niet kopen, dat was duur en er was thuis geen plaats voor. De saxofoon trok mij aan. Dit instrument is pas in het midden van de negentiende eeuw uitgevonden, daarom vind je in de klassieke muziek weinig composities voor saxofoon. Van heel veel stukken uit het klassieke repertoire bestaan er echter wel transcripties voor saxofoon. In de jazzmuziek is de saxofoon, samen met de trompet en de trombone, zeer populair. De toon staat zeer dicht bij de menselijke stem. Je kunt er expressie en kleur aan geven, en heel wat volume! Zo heeft de saxofoon uiteindelijk de klarinet uit de jazz verdrongen. Trompet is gemakkelijker te leren dan saxofoon, maar jazztrompet is fysiek zwaar en je moet vaak spelen om in vorm te blijven. De beste saxofonen zijn de Franse, maar nu worden er ook zeer goede in Japan gemaakt. Het mechanisch gedeelte van een saxofoon is aan slijtage onderhevig, en na een tiental jaar intensief gebruik is het instrument versleten - sommige oude instrumenten (uit de jaren ’60-’70), die niet of weinig gebruikt werden, zijn bij jazzmuzikanten zeer gegeerd. Wat gebeurde er toen je aan de universiteit kwam studeren? Kwam de muziek op de achtergrond? Helemaal niet! Ik moest van mijn ouders, tegen mijn zin, de Grieks-Latijnse humaniora volgen (aan het Sint-Pieterscollege in Leuven). Daarna heb ik aan de universiteit het voorbereidend jaar gevolgd. In die periode, en tijdens de eerste kandidatuur (1981), liep het wat uit de hand. Elke avond speelde ik muziek of moest ik repeteren: ik was lid van zeven orkesten,
kunst codekraker
waaronder een rockband, een funkband, een folkband en een aantal harmonieorkesten. Met mijn rockband heb ik nog op de eerste editie van Marktrock gespeeld. Die harmonieorkesten vind ik erg belangrijk: daar leer je immers SAMEN spelen. Sommige harmonieorkesten brengen trouwens zeer genietbare muziek. Daarna heb ik het wat kalmer aan gedaan, maar het zijn toch zeer drukke jaren geweest. We speelden toen muziek voor theater en we verzorgden de muzikale omlijsting voor de revue (Dirk Denoyelle was regisseur). Voor de revue van 1984 hebben we een kleine big band gevormd om als slotnummer ‘New York, New York’ van Frank Sinatra te brengen. Bij het begin van het volgende academiejaar heb ik, samen met Joost Duflou, nu professor aan het Departement Werktuigkunde, de VTK Big Band opgericht. Na twee jaar zijn we van Heverlee naar Leuven verhuisd en hebben we de naam gewijzigd in Interfak Big Band (IBB). De IBB telt nu een 25-tal muzikanten, de helft ervan zijn ingenieurs en ik ben er de dirigent van. Ik speel zelf mee in de Interfak Dixieland Band, een spin-off van de Interfak Big Band die een 8-tal leden telt. Hiermee spelen we vooral vroege jazz, zoals New Orleans jazz en dixie.
Geschiedenis De Big Band groeide uit een gelegenheidsensemble dat de revueshow van de ingenieursstudenten begeleidde in 1984. Sinds 1986 rekruteerde de Big Band zijn leden uit alle mogelijke faculteiten, vandaar de naam Interfak Big Band. Ze speelden vooral op lokale evenementen als studentenbals. Een spin-off van de Interfak Big Band (IBB) is de Interfak Dixieland Band, die vooral vroege jazz speelt, zoals New Orleans jazz en dixie. In 1987 werd de IBB officieel gesticht als een non-profitorganisatie en werd het erkend als een ensemble van de KU Leuven. In samenwerking met de Culturele Commissie van de KU Leuven organiseert de IBB sinds 1989 elk jaar een optreden. Elk jaar begeleiden ze één van de beste Belgische solisten uit de jazzwereld.
9
Wat is de huidige situatie? Beide bands bestaan nog steeds: de Big Band repeteert elke maandagavond in STUK. Elk jaar maken we een concertreis naar het buitenland: we waren al te gast in zeven Europese landen en toerden ook verschillende keren in de USA. Daarnaast geven we drie tot vier concerten per jaar: één ervan in Leuven met een bekende Belgische jazzsolist. Dit jaar vindt het concert plaats op zaterdag 12 mei 2012 in de Aula Pieter De Somer. Iedereen is welkom! (meer informatie via de website www.kuleuven.be/ibb) Is er een verband tussen je onderzoeksactiviteiten en je muziek? Ik zie er geen, hoewel ik moet toegeven dat ik graag de structuur van een muziekstuk ontrafel - maar dat heeft weinig te maken met het breken van een cryptografische code. Ik zie wel een grote overeenkomst tussen het leiden van een onderzoeksgroep en het dirigeren van een orkest: in de twee gevallen moet je met mensen omgaan, moet je rekening houden met hun psychologie. Zowel een onderzoeker als een muzikant kunnen een groot ego hebben, dat je moet respecteren.
Concerten Elk jaar speelt de band ook verschillende andere concerten in België. De band speelde ook al op verschillende internationale evenementen, zoals in Tsjechië en Duitsland (1993), in Polen (1994) en opnieuw in Duitsland (1996, 1999). De IBB was ook aanwezig op het Delfts International Jazz and Blues Student Festival (1993), op het Oeuf du Jazz Bigband Festival in Le Mans (1998, 2001) en op het Haarlemmermeer Bigband Concours in Hoofddorp (2000). In 2006 speelde de IBB op het Alma Jazz Volvo Music Festival in Bologna. De IBB maakte ook al verschillende reizen doorheen de Verenigde Staten: Washington (1999), Falls Church (1999), Santa Barbara (2001), San Diego (2005) en Yuma (2005). In 2007 maakte de Interfak Big Band een reis door Berlijn, in 2008 speelde de band twee concerten in Boston en in 2011 traden ze vier keer op in Rio de Janeiro.
Dank voor dit gesprek en goede reis! Yves Willems
Op dit moment telt de band ongeveer 30 leden. Ze zijn allemaal studenten, doctorandi, professoren, alumni of personeelsleden van de KU Leuven. Elk jaar zijn er ook gasten uit Europa, de Verenigde Staten en het verre oosten die de band vervoegen. De band wordt geleid door Bart Preneel.
Faculty STARs 2 Het concept Professor Mart Buekers lanceerde twee jaar geleden het idee ‘Faculty STARs’ in het kader van het nieuwe cultuurbeleidsplan van de KU Leuven. De universiteit heeft zich tot doel gesteld artistiek talent op te sporen en te begeleiden in zijn ontplooiing. Met Faculty STARs is hieraan een invulling gegeven. De wedstrijd stond open voor studenten van de 13 faculteiten. Aan de kandidaten werd gevraagd zich te registreren en een portfolio in te dienen. Er werden niet minder dan 105 portfolio’s ingestuurd. Een professionele Leuvense jury zorgde vervolgens voor een preselectie van vier kandidaat-sterren, de publieke opinie koos – via Facebook-
De facultaire liaison cultuur voor onze faculteit is Hans Verplancke. 10
‘De Faculty Student Artists in Residence’ zijn het artistieke gezicht van hun faculteit en krijgen tot aan het einde van het academiejaar tal van kansen om hun talent te tonen en verder te exploreren. De geselecteerde studenten zijn actief in fotografie, beeldende kunst, literatuur, dans en muziek. De door Jean-Sébastien Bernaert ingestuurde werken laten een veelheid aan technieken zien. Het weerbarstige van acryl op doek, het transparant verbeeldende van inkt en bister. Hij laat zich inspireren door kunstenaars als Sam Dillemans, Lucian Freud e.a. Jean Sébastien voelt zich vereerd als finale winnaar te zijn gekozen, vooral omdat het werk van de andere kandidaten veel indruk op hem heeft gemaakt. Over zijn selectie zegt hij ‘ik zie het allereerst als een bevestiging, een appreciatie voor het werk dat ik, door me even af te zonderen van de wereld, voornamelijk voor mezelf maak. Daarnaast zie ik het als een enorme uitdaging; deze selectie creëert kansen om me verder te verdiepen in de kunst van de verwondering. Ik mag deelnemen aan de atelierwerking van Museum M onder begeleiding van kunstenaar Wouter Feyaerts. Hij leert me kritisch kijken naar wat ik op doek neerzet, hij laat me alles in vraag stellen waardoor ik nu bijvoorbeeld overgeschakeld ben naar het tekenen van stillevens. Als meter krijg ik Lore Van Hees, die voor Museum M werkt. Mijn opleiding in de architectuur zorgt er ook voor dat er in het werk dat ik momenteel maak voor de eindtentoonstelling veel dimensionaliteit zit.’ Meer informatie op www.facultystars.be
Hans Verplancke, facultaire liaison Ingenieurswetenschappen
012 nummer vijf en de decaan, ondersteund door de culturele faculteits- en kringverantwoordelijken, beslisten uiteindelijk wie het culturele uithangbord voor hun faculteit zou worden. De fysische interpretatie van het concept zou als volgt kunnen zijn: stel dat elke student als een balk zou worden gemodelleerd, dan zijn het hoogte, breedte en diepte die bepalen hoeveel volume de balk in de ruimte inneemt. Culturele ontwikkeling bepaalt dan één van de dimensies.
Het vervolg Elke faculty star krijgt een relevante meter of peter toegewezen die hen in de loop van het semester zal begeleiden. De peter/ meter zorgt ervoor dat zijn/haar poulain ervaring kan opdoen via bijvoorbeeld masterclasses, tentoonstellingen enzovoort. De apotheose is gepland op 10 mei 2012 in de Universiteitshal met een grote tentoonstelling van het werk van alle 13 sterren. 13 eventjes wereldberoemd in Leuven. Allen daarheen! 11
De ingenieursfaculteitsster …en de winnaar is: Jean-Sébastien Bernaert, beeldend kunstenaar (meter Lore Van Hees, wetenschappelijk medewerkster Museum M). Een korte impressie van deze bachelor architectuurstudent Wat was je motivatie om deel te nemen? Ik ben al mijn hele leven geïnteresseerd in kunst. Ik hou ervan om dingen te creëren. Daarom ook dat ik architectuur studeer. Ik heb ook twee jaar Sint-Lucas gevolgd en volg nog steeds een cursus modeltekenen. Maar het leek me vooral leuk om deel te nemen aangezien het tof is om door een professional begeleid te worden. Je moet als jonge mens elke kans grijpen die je krijgt. Ik wil beter worden in wat ik doe. Zoals Sam Dillemans zegt: ‘Als je als kunstenaar serieus genomen wilt worden, moet je je meten met de besten.’ Wie van de kandidaten van de Faculteit Ingenieurswetenschappen had/hadden volgens jou evengoed kunnen geselecteerd worden en waarom? Wel, ik vond enkele foto’s van Hannelore Veelaert erg sterk (zie www.facultystars.be/nl/deelnemer/hannelore-veelaert). Hoe verhoudt de kunst zich tot de studie in jouw geval? Architectuur is ook een vorm van kunst. Dus in die zin neemt het best een grote hap van mijn tijd in. Ik ga wekelijks drie uur modeltekenenen. Ik probeer in mijn vrije tijd ook erg veel te tekenen of te schilderen en musea te bezoeken. Meer kijkgenot via http://sebatj.deviantart.com/. Anke Van Campen
Forumavond 28 februari 2012 The technological silk road: threat or opportunity? LMS trekt voluit de China-kaart. In 2012 moet 15% van LMS’ wereldwijde business uit China komen. In het land van ‘many’ leven immers veel mensen, zijn er veel uitdagingen en concurrenten, maar vooral ook veel opportuniteiten. ‘Je moet geduld hebben als je zaken wil doen in China’ zegt Dirk Van den Berghen, Executive Vice-President en Chief Sales Operations Officer van LMS. Je moet immers een kring van relaties opbouwen. Relaties zijn belangrijker dan kennis. Door dit netwerk aan relaties te laten groeien, ontstaat een positieve dynamiek. Men wordt geïntroduceerd bij nieuwe zakenrelaties, bureaucratische rompslomp wordt opeens eenvoudiger, enzovoort. Helaas zijn er ook negatieve kanten aan verbonden … deze relaties vragen soms een tegenprestatie die in strijd is met ethisch zakendoen. Bij het opbouwen en onderhouden van een netwerk in China zijn etentjes een onvermijdelijk onderdeel. ‘Daarom moet je bereid zijn om ’s avonds en in het weekend te werken … de agenda van beslissingsnemers zit overdag vol en belangrijke beslissingen worden vaak tijdens een etentje genomen,’ zegt Dirk Van den Berghen.
12
Op de vraag of hij niet vreest dat met LMS hetzelfde gebeurt als met Alcatel-Lucent, namelijk dat de partner van destijds intussen de telecommarkt overneemt (bijvoorbeeld Belgacom en Mostar draaien voornamelijk op Huaweitechnologie), antwoordt Dirk Van den Berghen daar niet bang voor te zijn omdat hun software IP (intellectual property, intellectueel eigendom) sterk beschermd is. Voor Bekaert is China een zeer belangrijke afzetmarkt. Transport is immers duur en productfeedbackcycli moeten zo kort mogelijk gehouden worden … Daarom heeft Bekaert jaren geleden beslist om in China bedrijven op te richten voor de lokale markt. En dat werpt vruchten af. Enkele cijfers van Bekaert in China: 10.000 personeelsleden, 12 productieplants, 1 hoofdkantoor in Shanghai, 1 R&D-center en 1 engineeringfaciliteit. Sinds kort is de Asia Pacific-regio goed voor één kwart van de omzet van Bekaert. De EMEA-regio (Europe, the Middle East, Africa), nog de belangrijkste markt van Bekaert in 2002, is intussen ingehaald door groeiregio’s als Zuid-Amerika en Zuid-Oost-Azië. Bescherming van IP is cruciaal maar helaas niet altijd haalbaar. ‘Het is nooit uitgesloten dat een zakenpartner of ex-medewerker een identiek bedrijf opricht naast dat van jou met hetzelfde productieproces en dezelfde machines,’ zegt Yves Lippens, Global Asset Maintenance Manager van Bekaert Engineering. Een doorgedreven toegangscontrole (faciliteiten, IT-network, plannen, SOP’s of standard operating procedures – een geschreven werkinstructie die in detail voorschrijft hoe een bepaalde handeling moet uitgevoerd worden), personeelsleden enkel expertise laten opbouwen in een deelgebied, en ‘red technology’ niet produceren in China zijn enkele voorbeelden van Bekaerts aanpak om haar IP te beschermen. Daarnaast voert Bekaert een actief patentenbeleid. Zo heeft Bekaert 1858 lopende patentrechten. En jaarlijks worden ongeveer 40 uitvindingen gepatenteerd. Het zal niemand verbazen dat China steeds wordt opgenomen in de lijst van landen waar patenten worden aangevraagd!
Om het thema van technologische handel met China cultuurhistorisch te kaderen, was Nicolas Standaert uitgenodigd. Hij is hoogleraar sinologie aan de KU Leuven en onlangs ook visiting professor in Berkeley en Harvard. Hij is dan ook uitstekend geplaatst om de eeuwenlange geschiedenis van uitwisseling van technologie en cultuur met China te bespreken. Deze uitwisseling heeft een eerste hoogtepunt gekend tussen de achtste en twaalfde eeuw. In deze periode was China het modernste land ter wereld. De boekdrukkunst, gebaseerd op systemen met losse letters, bestond er al, lang voor deze in Europa ‘uitgevonden’ werd door Gutenberg. Voorbeelden van gedrukte islamitische en christelijke teksten toonden hoe het christendom en de islam via de zijderoute naar het MiddenOosten, Centraal-Azië, China en India verspreid werden. Andere hoogtepunten van de Chinese technologische kennis die verspreid werden over de hele wereld waren het kompas, buskruit, papier en uiteraard ook zijde en porselein. Een bepalend moment in de geschiedenis van de relatie tussen China en het westen zijn de beruchte Opiumoorlogen geweest. De Chinezen raakten massaal verslaafd aan de opium die door de Britten in India geteeld werd en illegaal verkocht werd in China. De militaire macht van de Britten bleek echter groter dan die van de Chinezen, die weinig anders konden dan zich over te geven. Het Verdrag van Nanjing (1842) stelde dat Hongkong aan de Britten zou worden afgestaan en dat vijf havens zouden worden opengesteld voor buitenlandse handel, waaronder het aan de oostkust gelegen Shanghai. De periode die hierop volgt werd door de Chinezen als erg vernederend ervaren, tot op de dag van vandaag. Professor Standaert benadrukte dat elk contact ook nu nog beïnvloed wordt door de vernedering die China toen opgelopen heeft. In de geglobaliseerde wereld is toegang tot technologie geen voorrecht meer voor één of ander land, maar is de grote uitdaging, zo besloot professor Standaert, om de culturele verschillen te managen. Johan Vanmarcke
Forumavond 17 april 2012 Welke auto zal ik morgen kopen? Ondanks de grote weerklank die elektrische auto’s krijgen in pers en media lijken er nog veel obstakels te zijn om de elektrische wagen op grote schaal in gebruik te nemen. Er zijn in de wetenschappelijke wereld en in het bedrijfsleven dan ook erg verschillende standpunten over de meest opportune wagens voor de toekomst. Op deze forumavond willen we deze stemmen aan bod laten komen en naast de elektrische wagen ook alternatieven als aardgasvoertuigen en elektrisch hybride voertuigen hun (rechtmatige?) plaats geven. We laten ook een afgevaardigde van de automobielsector aan het woord. Het verslag leest u in het volgende nummer van GeniaaL. • • • •
Eric Van den Bulck, KU Leuven, Departement Werktuigkunde Johan Driesen, KU Leuven, Departement Elektrotechniek Stef Proost, KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen ir. Luc Vinckx, Manager International Regulations Europe, GME Engineering - Certification and Regulations
Zaterdag 6 oktober 2012: Dag van de Ingenieur! Alle alumni-ingenieurs van KU Leuven zijn die dag welkom voor een receptie, diner en/of dansfeest. Bij elke editie hopen we speciaal de jubilerende alumni weer samen te brengen: ingenieurs die een veelvoud van 5 jaar zijn afgestudeerd (deze keer jaren eindigend op 2 of 7), kunnen elkaar weer ontmoeten in Leuven, de stad van hun Alma Mater. Tijdens een receptie en diner in de Salons Georges is er tijd om herinneringen op te halen, professionele en persoonlijke ervaringen te delen met collega’s met wie we ooit onze studietijd en zoveel meer gedeeld hebben. Tijdens het driegangendiner wordt ook tijd gemaakt voor een lezing door Thomas Leysen, die met zijn rijke industriële ervaring (voorzitter van de Raad van Bestuur van Umicore, KBC en Corelio) een eigen visie ontwikkelde op duurzaam kapitalisme en de bijdrage van technologie en ingenieurs hieraan. Na het diner organiseren VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven samen met VTK een afterparty met live band en dj in de Blauwe Kater: let’s dance! We hopen hier zo veel mogelijk alumni van de jongste 10 promoties bij elkaar te brengen! Reserveer zaterdag 6 oktober 2012 voor de jaarlijkse alumnibijeenkomst ‘Dag van de Ingenieur’.
Thomas Leysen, spreker op de Dag van de Ingenieur
13
Oproep voor de VILv vzw Algemene Ledenvergadering op 1 juni 2012, 18 u. in de Aula van de Tweede Hoofdwet (lokaal TI 01.02), Kasteelpark Arenberg 41 in 3001 Heverlee.
18 u.
Opening door voorzitter dr. ir. Iris De Coster Agendapunten: • activiteitenverslag 2011-2012 door secretaris-generaal ir. Bart Van Buggenhout • goedkeuring van de jaarrekeningen van het voorbije boekjaar 2011 en goedkeuring van de begroting van het lopende boekjaar 2012 door penningmeester ir. Johan Vanmarcke • het verlenen van décharge voor de leden van de Raad van Bestuur • vervanging van de bestuurders einde mandaat en aanstelling van nieuwe leden van de Raad van Bestuur • rondvraag • besluiten door de voorzitter
14
19.30 u.
VILv-aperitief en -diner
#
Inschrijvingsformulier • Jaarvergadering & diner op 1 juni 2012 Inschrijven (graag vóór 14 mei) kan gemakkelijk en snel op onze website www.vilv.be, ga naar ‘Kalender’ Dit formulier kun je ook faxen + 32 16 32 19 82 of je kunt inschrijven per post (VILv, Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200, 3001 Heverlee) of per e-mail aan het VILv-secretariaat:
[email protected]
NAAM: ....................................................................................................................................................................................
PROMOTIE: ...................................................... SPECIALITEIT: ...........................................................................................
ADRES: ..................................................................................................................................................................................
TEL.: ................................. FAX:.................................... E-MAIL: ..........................................................................................
• Meldt .......... deelnemers aan voor de jaarlijkse algemene vergadering 2012 • Neemt deel aan het diner en stort hiervoor ...... X 65 € = ............€ op rekening nr. 001-0980529-32 van VILv - Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Leuven (Heverlee) betalingsuittreksel geldt als inschrijvingsbewijs)
Voetballende ingenieurs vieren 10 jaar FC VILv Heverlee Het is precies 10 jaar geleden dat FC VILv Heverlee werd opgericht. De door VILv gesteunde voetbalploeg zag in de lente van 2002 het levenslicht. FC VILv is een liefhebbersclub pur sang. Nergens anders wordt er zo rigoureus gestreefd naar een aangename combinatie van het competitieve en het recreatieve. FC VILv is dan ook een echte vriendenclub. Maar het is ook meer dan dat. Het is een dynamisch netwerk van ingenieurs die wekelijks samenkomen. Samen sporten smeedt een duurzame band die zoveel tastbaarder is dan de virtuele netwerken waarin we ons nu verenigen. De naam FC VILv kan men voluit lezen als ‘Voetballende Ingenieurs in het Liefhebbersverbond’. Maar uiteraard verwijst de naam voornamelijk naar VILv, de mecenas van de club. Vandaag bestaat de ploeg nog steeds voor meer dan 75% uit ingenieurs, met afstudeerjaren variërend tussen 2001 en 2011. Ondertussen draait FC VILv dus al 10 jaar mee in de liefhebberscompetitie van Vlaams-Brabant. De club heeft meegestreden voor het kampioenschap, maar ook mindere seizoenen gekend. We kunnen niet zeggen dat de trofeeënkast uitpuilt, maar er zijn toch al prijzen gepakt op het vlak van fair-play. Zeker is dat FC VILv de reputatie heeft opgebouwd van een goed voetballende en sportieve ploeg die het respect afdwingt van elke tegenstander. Ingenieurs zijn per definitie innovatief. Zo ook de voetballende ingenieurs van FC VILv. Het is de eerste en vooralsnog enige voetbalploeg met een eigen kinderopvang. Zo kunnen ook de met een grote kroost gezegende spelersvrouwen genieten van een aangename zondagochtend.
15
Omdat ingenieurs ook cijferaars zijn, hierbij enkele weetjes uit de statistieken van de club: • op het einde van dit seizoen zal FC VILv 350 wedstrijden gespeeld hebben, inclusief beker- en oefenwedstrijden. • de speler met de meeste caps is medeoprichter Nico Foqué. Hij zit bij het schrijven van dit stuk aan 251 wedstrijden. In minuten uitgedrukt: 20.527 minuten op het veld! • de club telt vandaag 91 spelers en ex-spelers. Na 10 jaar is het duidelijk dat het verhaal van FC VILv Heverlee nog lang niet ten einde is. Maar om de spelersgroep jong (genoeg) te houden, is er ieder seizoen vers bloed nodig. Daarom is er naast de band met VILv, ook een sterke interactie met VTK. Zo zal op het einde van dit seizoen opnieuw een wedstrijd tegen de studenten worden georganiseerd. Dat stelt de club in staat voetballend talent te spotten onder de ingenieurs in spe en hen snel een lucratief contract voor te leggen vooraleer ze voor OHL zouden tekenen ;-).
16
Wil je meer weten over FC VILv Heverlee? Neem dan zeker contact op! Je kunt ons altijd vinden op facebook (www.facebook.com/#!/pages/FC-VILv-Heverlee/ 144826495622899) of ons contacteren via
[email protected]
Winnaars Gouden Krijtjes Traditiegetrouw organiseert VTK elk jaar een populariteitspoll waarmee proffen, docenten en ander personeel worden beloond voor hun werk, hun humor of hun warmhartigheid. De prijzen worden uitgereikt op VTK Revue en op de VTK Proffentap. Alle nominaties komen van de POC-vertegenwoordigers (POC is de Permanente OnderwijsCommissie, per opleiding). Elke student ingenieurswetenschappen kan zijn stem uitbrengen.
17
Winnaars Gouden Krijtjes 2011 - 2012 RICHTING
BESTE PROF
BESTE PERSONEEL
GRAPPIGSTE
BESTE CURSUS
BACH (sem 1-3)
Jos Vander Sloten
Nico Scheerlinck
Claude Creemers
Jos Vander Sloten & Dirk Vandepitte
ASRO (ba + ma)
Thomas Coomans
Hilde Vanaenroyde
Bob De Lathouwer
Hilde Heynen
BMT (ma)
Jos Vander Sloten
Rita Vanroelen
Bob Puers
Paul Suetens
BWK (sem 4-6 + ma)
Geert Degrande
Rita De Donder
Koen Van Balen
Geert Lombaert
CIT (sem 4-6 + ma)
Peter Van Puyvelde
Raf De Dier
Carlo Vandecasteele
Wino Wammes
CW (sem 4-6 + ma)
Eric Steegmans
Wannes Meert
Dave Clarke
Yolande Berbers
ESAT (sem 4-6 + ma)
Wim Dehaene
Lut Vanderbracht
Wim Dehaene
Patrick Wambacq
ENERGIE (ma)
William D’haeseleer
Lut Vanderbracht
Ronnie Belmans
Johan Meyers
MTM (sem 4-6 + ma)
Patrick Wollants
Huberte Cloosen
Bart Blanpain
Marc Seefeldt
NANO (ma)
Marc Heyns
Guido Groeseneken
Victor Moshchalkov
Marc Heyns
VLITS (ma)
Chris Tampère
Anja Vansteenwegen
Ben Immers
Ben Immers
WTK (sem 4-6 + ma)
Dirk Vandepitte
Tom Saenen & Ruben Gielen
Wim Desmet
Dirk Vandepitte
WIT (ma)
Moritz Diehl
Nico Scheerlinck
Marc Van Barel
Moritz Diehl & Paul Dierckx
Wie is BEST Leuven? BEST, Board of European Students of Technology, is een groeiende non-profitorganisatie met ruim 2.900 actieve leden. Sinds 1989 bieden wij communicatie-, samenwerkings- en uitwisselingsmogelijkheden aan studenten over heel Europa. 91 lokale BEST-groepen (LBG’s) in 30 landen vormen een groeiend, goed georganiseerd, krachtig, jong en innovatief studentennetwerk. BEST streeft ernaar om ingenieursstudenten internationaal bewuster te maken door hen betere inzichten in de verschillende Europese culturen te verschaffen en ervaringen met internationale samenwerkingen te laten opdoen. Hiertoe creëren we mogelijkheden voor de studenten om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren via onze academische en niet-academische activiteiten. BEST heeft eveneens een ‘international career center’ zodat studenten hun horizonten kunnen verruimen bij hun keuze op de arbeidsmarkt.
18
Sinds 2000 heeft BEST een lokale groep verbonden aan de KU Leuven. BEST Leuven bestaat momenteel uit een 30-tal actieve leden uit alle mogelijke studierichtingen (bachelor-, master- en doctoraatsstudenten) aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Binnen het Leuvense studentenleven vormen wij een werkgroep van VTK. De board, bestaande uit zes leden, staat in voor het dagelijks bestuur. Voorts zijn er nog enkele teams binnen LBG Leuven zoals bedrijvenrelaties, promo, Summer Course, en lokale ingenieurscompetitie. Daarnaast staat BEST Leuven in voor het organiseren van talrijke interne en externe activiteiten.
BEST Summer Courses Eén van onze grootste activiteiten is de jaarlijkse organisatie van een BEST Summer Course in Leuven voor 22 studenten uit heel Europa. Deze cursussen duren 1 tot 2 weken. Dankzij de steun van bedrijven en de universiteit wordt de kost beperkt tot maximaal 45 euro (exclusief transportkosten naar de bestemming).
19
Het organiseren van cursussen behoort al sinds 1991 tot één van de basisactiviteiten van BEST. Sindsdien zijn er al meer dan 1.200 cursussen georganiseerd in heel Europa (90 cursussen per jaar sinds 2008), waaraan ongeveer 56.000 Europese studenten hebben deelgenomen. BEST Leuven heeft sinds haar ontstaan al 10 zomercursussen georganiseerd! Hierbij krijgen de studenten les aan de lokale universiteit. Het academisch gedeelte wordt aangevuld met praktische sessies, bedrijfsbezoeken, case studies, enzovoort. Op deze manier kunnen studenten hun kennis over een bepaald onderwerp en hun skills (presentatietechnieken, werken in team, …) verbeteren. Maar er zijn ook tal van sociale activiteiten om elkaar, de Belgische en andere culturen beter te leren kennen.
Op het sociaal programma stonden onder andere een rondleiding in Leuven met bezoek aan het stadhuis, een bezoek aan het Europees Parlement in Brussel, een internationale avond, een bezoek aan de hoofdzetel van AB InBev in Leuven, en zoveel meer…
De voorbije twee jaren (juli 2010 en 2011) organiseerde BEST Leuven een Summer Course rond biomedische technologie. Het academisch gedeelte werd in nauw overleg georganiseerd met professor Jos Vander Sloten van de Afdeling Biomechanica (Departement Werktuigkunde). Omdat dit onderwerp zo multidisciplinair is, konden we een gevarieerd lessenpakket aanbieden met professoren uit verschillende departementen (Werktuigkunde en Elektrotechniek) en instituten (UZ Leuven, Campus Gasthuisberg). Daarnaast waren er ook enkele demo’s (bijvoorbeeld chirurgische robot), praktische sessies en bedrijfsbezoeken (bijvoorbeeld het bezoek aan de afdeling voor medische display-oplossingen bij Barco in Kortrijk).
Met BEST brengen wij de partijen van de driehoek ‘student – bedrijf – universiteit’ dichter bij elkaar onder andere via Summer Courses. Daarom zet BEST Leuven ook in 2012 haar traditie van Summer Courses verder, ditmaal rond het thema ‘energie’. Wil je meer informatie over onze activiteiten of samenwerkingsmogelijkheden, contacteer ons dan via
[email protected].
What is BEST for you?
Charissa Tse
Op zaterdag 24 maart hebben bijna 700 scholieren de infodag van de Faculteit Ingenieurswetenschappen bezocht. Meer dan 1300 bezoekers (scholieren met hun ouders of familieleden) proefden de sfeer op de campus in Heverlee: een presentatie van professoren, een bezoek aan de infomarkt van de opleidingen, een gesprek met studenten of een demonstratie van studentenprojecten, een rondleiding door de ontwerpateliers van de architectuuropleiding of door de departementen Elektrotechniek en Werktuigkunde, een blik op de toekomst in het FabLab, een kennismaking met het werkveld van ingenieurs in het UZ Gasthuisberg of imec,… en dat alles in een gemoedelijke zonnige sfeer. We konden zelfs genieten van het terras van De Moete tijdens de receptie om het glas te heffen op een boeiend volgend academiejaar met enthousiaste nieuwe studenten. Foto’s Eline Boons en Rob Stevens
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Ludo Froyen redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Ludo Froyen, Christel Heylen, David Maes, Annelies Malfliet, Liliane Pintelon, Patrick Pype, Anke Van Campen, Yves Willems
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 Kampenhout tel. + 32 16 61 83 59