TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 20 • januari 2013
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
EEN NIEUW JAAR: nieuwe gebouwen nieuwe media nieuwe horizonten
ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN
Voorwoord
Beste collega-ingenieurs, beste medewerkers en vrienden van de faculteit, 2013 belooft een sprankelend jaar te worden, vol sprankels hoop. Hoop op creativiteit om een schitterende toekomst te bouwen, hoop op een vlot verloop van alle bouwwerkzaamheden voor nog beter onderzoek en onderwijs aan de KU Leuven, hoop op een vruchtbare samenwerking tussen ingenieurs en nietingenieurs. Tijdens het Arenbergsymposium ‘Gouden afval: de grondstoffen van morgen’ is nog maar eens gebleken dat dit meer dan ooit nodig is om de materialenkringloop te sluiten. 2013 belooft ook een bruisend jaar te worden. Bruisend van energie om onze grenzen letterlijk en figuurlijk te verleggen. We blijven studenten en docenten stimuleren om internationale ervaring op te doen. Je leest hierover een getuigenis van een studente uit Londen. 2013 willen we graag met u delen; live of via alle mogelijke kanalen die vandaag te onzer beschikking staan. Want 2013 belooft een ingenieursjaar te worden: volgend academiejaar vieren we 150 jaar ingenieursopleiding in Leuven: je hoort nog van ons! Het ingenieurt je goed in 2013! Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste collega-alumni, De winter is er weer, dat merkten we al begin december aan de eerste sneeuw. Op onze forumavond net voordien hadden we het over “hoe verwarm ik morgen mijn huis?”, een zeer toepasselijk onderwerp dus. Jullie vinden alvast een verslag over deze forumavond verder in dit blad. De sprekers op deze laatste forumavond overtuigden ons ook weer van het feit dat er in onze bedrijven heel wat ruimte is om creatief en vooruitstrevend werk te verrichten. Onze grijze massa, die ons in staat stelt om dat soort werk uit te voeren, wordt overduidelijk een steeds belangrijker instrument. De sluiting van Ford Genk toont dat spijtig genoeg nog maar eens aan. Het is dan ook belangrijk dat we de volgende generaties zoveel mogelijk stimuleren om hun grijze massa ook in die richting te ontwikkelen en aan te wenden, en daar kunnen wij als ingenieurs een belangrijke bijdrage toe leveren. Het komt erop aan de jongeren in onze omgeving te overtuigen hoe boeiend en afwisselend het kan zijn om met technologie bezig te zijn, en dat kan op veel manieren. De recente “Dag van de Wetenschap” is zo’n voorbeeld. Uiteraard wil ik ook van de gelegenheid gebruik maken om jullie namens onze alumnivereniging een schitterend 2013 toe te wensen, met veel vreugde, interessante ontmoetingen en natuurlijk een goede gezondheid. Gegroet en tot gauw, Gert Sablon, voorzitter Vilv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD nieuws uit de faculteit generatiestudenten in memoriam Theo Van der Waeteren gouden afval: de grondstoffen van morgen vinden en beseffen: metadata in muziek en e-learning uitbreiding van de universiteit de toren van imec
3-4 5 6-7 8-9 10-11 12 13
AHO! terugblik op de Dag van de Ingenieur! forumavond 13 november 2012 Wim Van Petegem in real life over virtueel leren Erasmus in Londen van Kantare tot Ir.Reëel: een terugblik
14 15 16-17 18-19 20-21 22-23
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Ronnie Belmans, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, CEO van EnergyVille en voormalig voorzitter van de Belgische distributienetbeheerder Elia, is verkozen tot directeur van de Global Smart Grid Federation. De Global Smart Grid Federation is een internationale organisatie die het samenwerkingsverband tussen nationale en regionale smart grid-verenigingen moet bevorderen. Ronnie Belmans werd geselecteerd na een wereldwijde zoektocht die eerder dit jaar begon. • De FWO Odysseus Commissie heeft een positief advies gegeven over de Odysseusaanvraag van Hans Janssen, als hoofddocent verbonden aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde. • BiR&D of Belgian industrial Research and Development, een associatie van internationale industriële bedrijven met belangrijke research- en developmentactiviteiten in België, heeft de masterproef Edu house geselecteerd als één van de winnaars voor de Master of Science Thesis Award 2011. Werkten aan deze masterproef mee: Sophie Evens, Evelien Foubert, Gilles Geenen, Loes Vandenberghe en Anne-Sofie Verheyen, allen studenten architectuur en Marijke Wuyts, student werktuigkunde. Een gezamenlijke prijs van 10.000 € zal worden toegekend aan deze groep van studenten. • De masterproef ‘Macro-Lot: an Amalgamated Housing Strategy for an Incremental Densification in East New York’ van Camiel Van Noten heeft de internationale Archiprix-nominatie in de wacht gesleept. Uit meer dan 300 internationale inzendingen werd de masterproef van Camiel Van Noten, Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, geselecteerd. De 25 genomineerden worden uitgenodigd op het internationaal Archiprix congres in Moskou, dat plaatsvindt in het voorjaar 2013. De internationale jury selecteerde voor de eerste maal sinds het bestaan van Archiprix (2001) een Belgische inzending. De Archiprix is de belangrijkste internationale prijs voor eindwerken in architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp. Aan de nominatie hangt een congresdeelname en publicatie vast. Dit eindwerk maakt deel uit van de Studio Brooklyn onder leiding van de promotoren Tom Thys en Ward Verbakel. Deze samenwerking tussen de KU Leuven, Columbia University New York en het New York Institute for Technology onderzoekt de Borough van Brooklyn en de integratie van het alledaagse wonen in een stedelijke context die steeds meer onder druk staat van economische, sociale en ecologische crisissen. Het resultaat van dit onderzoek werd tentoongesteld in Metropolitan Exchange Brooklyn in oktober 2012 en is momenteel te zien in Flanders House New York. • Bart Swings, bachelorstudent ingenieurswetenschappen, sinds twee jaar overgeschakeld van skeeleren naar de olympische discipline snelschaatsen, schaatste op 24 november 2012 in het Russische Kolomna naar de tiende plaats op de 5 km en pakte op 25 november 2012 in de 1.500 m zijn eerste podiumplaats op een Wereldbeker. Hij verbeterde op de koop toe ook zijn eigen Belgische record, dat de Vlaams-Brabander de week voordien tijdens de openingsmanche van de Wereldbeker in Heerenveen vestigde, met bijna twee seconden. In de wereldbekerstand is Bart Swings na twee wedstrijden zesde. Voor het Belgisch Olympisch Comité heeft hij meteen zijn olympisch ticket binnen. Nu moet hij nog voldoen aan de internationale criteria. Bart Swings hoopt in Sotchi bij de favorieten te staan, maar hij ziet zichzelf veeleer op de Winterspelen van Zuid-Korea bij de absolute wereldtop. • De American Society of Civil Engineers heeft zijn 2012 ‘Alfred M. Freudenthal Medal Award’ toegekend aan de Vlaming Erik Vanmarcke, alumnus KU Leuven en Professor of Civil and Environmental Engineering aan Princeton University in de VS. De American Society of Civil Engineers prijst Vanmarcke voor zijn werk in het ontwerpen van calculatiemodellen die door ingenieurs wereldwijd gebruikt worden voor het berekenen van de risico’s die gepaard gaan met onwillekeurige vibraties en onzekerheden in materiaaleigenschappen bij de bescherming tegen aardbevingen, wind en andere gevaren. Het selectiecomité prees Vanmarcke in het bijzonder voor “het ontwikkelen van methodes voor probabilistische modellen gebaseerd op willekeurige velden met toepassingen voor betrouwbaarheids- en risicobeoordelingen in de ingenieurswetenschappen in de geotechnische, wind- en aardbevingsdomeinen.” De “Alfred M. Freudenthal Medal Award” wordt om de twee jaar toegekend ter erkenning van opmerkelijke verwezenlijkingen in veiligheids- en betrouwbaarheidsstudies die kunnen worden toegepast in eender welke branche van de burgerlijke ingenieurswetenschappen. Erik Vanmarcke, die in 1985 Princeton University vervoegde, behaalde een master aan de University of Delaware en een doctoraat aan het Massachusetts Institute of Technology. • Professor Sabine Van Huffel van het Departement Elektrotechniek krijgt op 25 april 2013 een eredoctoraat van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Ze is een van ’s werelds leidende autoriteiten op het gebied van de biomedische signaalbewerking. Dit expertisegebied, dat technieken oplevert die nodig zijn om zonder operatie in het lichaam van patiënten te kijken, behoort ook tot de sterktes van de TU/e. Van Huffel is een erkend rolmodel voor vrouwen in de wetenschap.
3
Openbedrijvendag 2012 De Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering van het Departement Werktuigkunde blikt tevreden terug op haar deelname aan de Openbedrijvendag 2012. Meer dan 1300 mensen brachten een bezoek aan de afdeling.
Wetenschapsweek & Dag van de Wetenschap 2012 Van 19 tot 23 november 2012 stond in heel Vlaanderen wetenschap in de kijker. Leerlingen van het 5e en 6e leerjaar van het basisonderwijs en van de 2e en 3e graad van het secundair onderwijs konden in wetenschapsinstellingen workshops volgen. Ook onze faculteit heeft heel wat leerlingen ingewijd in ingenieursactiviteiten. De KU Leuven heeft tijdens die week 2430 leerlingen ontvangen. De zondag die de Wetenschapsweek afsloot werd Leuven ‘Stad van de Wetenschap’ voor ongeveer 4270 bezoekers, waarvan er 355 ’s namiddags campus Heverlee aandeden.
4
Manager van het jaar: Eric Van Zele Barco-CEO en alumnus Eric Van Zele mag zich manager van het jaar 2012 noemen. Hij is in 1972 afgestudeerd aan onze faculteit als burgerlijk elektrotechnisch-werktuigkundig ingenieur, richting mechanica. Meer informatie op www.eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/manager2012
Lancering vijfde faculteit binnen Groep Wetenschap & Technologie Op 15 november 2012 werd de vijfde faculteit van de Groep Wetenschap & Technologie officieel gelanceerd. Bij de lancering werd er veel aandacht besteed aan de verschillende profielen in het domein van de architectuur en hun eigenheid. Tijdens de plechtigheid werd ook het faculteitsbeeld onthuld. Dag Boutsen is decaan van de nieuwe Faculteit Architectuur.
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: • Marcel Van Laethem, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed te Holsbeek op 20 oktober 2012. • Theo Van der Waeteren, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed te Zwijndrecht op 24 oktober 2012. Annemie Caproens
GENERATIESTUDENTEN Gestage groei van het aantal inschrijvingen voor burgerlijk ingenieur De onderstaande tabel toont het aantal generatiestudenten voor de richtingen ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect) voor het academiejaar 2012-13. Een generatiestudent is een student die voor het eerst inschrijft in het 1e jaar hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, als hoofdinschrijving. De cijfers zijn dit jaar vrij positief te noemen. Zowel voor Leuven als Gent is er globaal een stijging, terwijl Brussel een kleine daling kent, weliswaar na jaren stijging. Waarschijnlijk is het dus niet meer dan een tijdelijke dip. Het totaal aantal inschrijvingen voor burgerlijk ingenieur ligt anno 2012 op 930 studenten tegenover 906 studenten in 2011 en 832 studenten in 2010. Dit is een gestage groei die mogelijk te maken heeft met de toenemende bezorgdheid van de maatschappij voor de industrie. Het maatschappelijk debat en alle mogelijke acties zoals de Wetenschapsweek lijken vruchten af te werpen. Voor de burgerlijk ingenieur-architecten zijn de getallen respectievelijk 305, 297 in 2011 en 281 in 2010. Ook voor deze opleiding noteren we dus een kleine stijging. Het percentage meisjes voor burgerlijk ingenieur ligt op 15%. De KU Leuven heeft in deze eindelijk Gent en Brussel bijgebeend. Of er nog groei in zit, valt af te wachten.
KU Leuven stand op 27/11/2012 (www.kuleuven.be/overons/feitenencijfers.html) Richting
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen
2011 – 2012
2012 – 2013
Verschil in # studenten
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
408
54
462
424
76
500
+16
+22
+38
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen: architectuur
68
73
141
65
66
131
-3
-7
-10
Totaal
476
127
603
489
142
631
+13
+15
+28
UGent stand op 27/11/2012 (persoonlijke mail van mevrouw Anuschka De Pla, Directie Onderwijsaangelegenheden) Richting
2011 – 2012
2012 – 2013
Verschil in # studenten
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen
291
54
345
299
52
351
8
-2
+6
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen: architectuur
63
54
117
67
65
132
4
11
+15
Totaal
354
108
462
366
117
483
+12
+9
+21
Vrije Universiteit Brussel stand op 21/11/2012 (persoonlijke mail van de heer Tim Peeters, Diensthoofd Studenten- en Alumnirelaties) Richting
2011 – 2012
2012 – 2013
Verschil in # studenten
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen
68
31
99
69
10
79
1
-21
-20
1e fase bachelor ingenieurswetenschappen: architectuur
23
16
39
17
25
42
-6
9
+3
Totaal
91
47
130
86
35
121
-5
-12
-17
Eric Van den Bulck
5
De ingenieur in de kunst Joos Vandewalle: Van Theo extrema via vloeiende In memoriam Van der Theo Van der Waeteren, bekend in de faculteit en ver daarbuiten, is niet meer. Hier kunt u de drie afscheidsredes lezen, uitgesproken tijdens de uitvaartplechtigheid op 30 oktober 2012.
Eric Van den Bulck Wij nemen vandaag afscheid van Theo Van der Waeteren, een vriend en collega met heel veel talenten, een zeer verstandig man, de slimste mens, en een boegbeeld voor de universitaire gemeenschap. Voor de naaste collega’s en medewerkers van het Departement Werktuigkunde kwam het nieuws hard aan. Niemand had dit verwacht. Hier en nu een lofbetoon houden voor Theo namens zijn vele vrienden vanuit Leuven is dan ook een moeilijke taak. Theo, voor dit laatste woord ga ik me voor de laatste keer tot jou richten. Als student werd je door het toenmalige professorenbestand reeds opgemerkt vanwege je uitzonderlijke begaafdheid. Er waren wel enkele proffen die zich niet zo gemakkelijk voelden met jou op de banken maar de meesten waren diep onder de indruk van je kennen en kunnen. Geen wonder dat je zeer snel in het professorenbestand bent toegetreden en daaraan een academische carrière van bijna 40 jaren hebt gekoppeld.
6
Je hebt als professor in de mechanica de hoogdagen van de elektrificatie van België meegemaakt, in de jaren ’60, ’70 en ’80. Veel opstellingen van motoren, veel funderingen van turbines in de Belgische centrales dragen jouw handtekening. Door de vele cursussen die je moest verzorgen, werd je een mechanicus universalis, en ook elektrotechnicus universalis. Bij vele generaties studenten heb je een diepe indruk nagelaten. Jouw manier van lesgeven was uniek. Jij kon de dingen uitleggen met een flair. Op het eerste gezicht moeilijke zaken werden door jou ontleed tot in hun eenvoud. Parallellen trekken tussen dingen die voor ieder ander onzichtbaar waren, dat was jouw ding. Als professor aan de KU Leuven was jij streng, maar rechtvaardig. En ja, het weze wel gezegd, je had het er wel wat moeilijk mee als iemand niet mee kon met jou in je redeneringen. Gaandeweg werd je een icoon in Leuven. Geen thé-dansant, geen oudezakkenavond, geen cantus, geen laatstejaarsreis, ging door zonder jou. Jij was daar soms de enige prof om de studenten te entertainen. En de show maken, dat kon jij. Je werd dan ook een vaste waarde in de revues. Geen wonder dat je door de studenten op handen werd gedragen. Een mooi eerbetoon is je dan ook door de studenten aangeboden. Jouw laatste les, in 1995, ging niet door in een auditorium aan de Celestijnenlaan maar wel in de Aula Pieter De Somer. Die was tot aan de nok gevuld met studenten, oud-studenten, studenten van andere faculteiten, collega’s, .... Met bijna 800 waren we daar. En het was jij op je best. Grappig, verbazend en interessant. Een dergelijk eerbetoon vanwege de studenten aangeboden krijgen, is uniek en veelzeggend. Tijdens je emeritaat bleef je een graag geziene gast in het departement. Waar je kwam, daar was ambiance. Als je om vier uur op Werktuigkunde aan de koffietafel verscheen, dan moesten we niet denken om even rustig van de koffie te genieten. Ofwel volgde er een ludiek verhaal over vroeger of iets wat jij recent had meegemaakt, of er ontstond een discussie over een bepaald onderwerp; dat kon gaan over politiek, wetenschap, religie… Of jij schotelde ons een probleem voor dat we moesten oplossen, op eenvoudige wijze. Een hele uitdaging.
Theo, ik heb jou maar pas goed leren kennen toen je op emeritaat ging. Wekelijks klopte je aan mijn deur, soms meerdere keren per week. We werden langzaam vrienden. Een causerie met jou was altijd de moeite waard. Altijd had je nieuwe wetenswaardigheden die je dan kon uitleggen op een manier die nergens anders terug te vinden was. Op het laatste was je bijna klaar met jouw versie van de relativiteitstheorie. Niemand kon naar kromme ruimtes kijken zoals jij. Jouw kar-met-twee-wielenmethode om geodeten te berekenen - zo elegant en toch zo efficiënt - dat was jij ten voete uit. Met plezier heb ik je het practicum van de straalmotor laten voortdoen, tot en met verleden jaar. Een grote meerwaarde voor de studenten, vond ik. En het gaf jou ook veel plezier. In 2007 hebben we 50 jaar Theo-practicum met vliegende baksteen nog gevierd. Voor het lopend jaar zullen we het zelf moeten doen. Beste Theo. We zullen je niet vergeten. De studentenvereniging VTK heeft haar lokalen in het Thermotechnisch Instituut het “Theokot” genoemd. De naam “Aula van de Tweede Hoofdwet” in jouw geliefde instituut zal voor altijd jouw signatuur dragen. Velen hebben veel van jou geleerd, beste Theo, waarvoor dank. Dank ook in naam van de universiteit, de faculteit en het departement, en in naam van tientallen generaties studenten, dank je om het beste in jou met ons te delen. Velen zullen jou bewaren in hun herinneringen, dit zal je wel tot rust brengen. Ik sluit dan ook af met de woorden: Rust zacht, beste vriend.
Fons Grobben Afscheid van een vriend: Theo Als jonge assistent kwam je samen met professor Debruyn je koffietje drinken op het elektriekkot. Tijdens mijn later werk heb ik je meermaals uitgenodigd om me raad te geven in verband met techniek. Je hebt me zelf geholpen bij het ontwerpen van een hovercraft. Je kwam me bezoeken als wij de eerste digitale kleurendrukpers bouwden. Ik was verheugd te mogen aanzitten tijdens je emeritaat. En dan gebeurde het… Je wist me te motiveren toen je vernam dat ik bij Poverello werkte. Je geldelijke steun gaf je niet zomaar…je wilde weten wat hiermee gebeurde. De verhalen over mijn broer Michel, pater in Caracas, boeiden je. Je wou het leven in de barrio’s ervaren van binnenuit. Daar gingen we dan: de professor met zijn assistent. Ik mocht je vanaf nu Theodoor noemen of kortweg Theo Ik citeer hier enkele projecten die met uw steun tot stand kwamen: • Theo, je maakte het mogelijk dat een 50-tal kansarme kinderen les kregen en dit gedurende reeds vele jaren. • Theo, naar aanleiding van een bezoek bij een moeder bij wie de vloer 40 cm was verzakt midden in haar huisje groeide een idee… De vloer werd hersteld en de start werd gegeven om vier arbeiders aan te werven voor het herstellen van meer dan 1000 huisjes. Ook het dak, de vloer, de wasmachine, het gasvuur en de matras werden niet vergeten. Als deze mensen dan nog getrakteerd werden door een vooraanstaande zanggroep waar jij de dans opende, dan weet ik dat je hart bonsde.
Waeteren
oppervlakken naar scherpe ran• Theo, je zorgde via een plaatselijke sociale helpster dat er ginder ook kon aangeklopt worden voor steun en dit voor meerdere honderden families. • Theo, je geliefde familie Sucre met 33 kinderen, liet je niet los. Waar kwamen de 33 vandaan… Dochters bleven met hun kinderen in het ouderlijk huis wonen. Het was geen huis, slechts een krot dat dank zij Theo werd verbouwd en ingericht. Eén van de kleinkinderen werd zijn petekind. Zo kon hij gaan studeren en zich voorbereiden op zijn huwelijk. Theo, je deed dit omdat je diep christelijk bent. Wij hebben je nooit zien rijden in een luxeauto. Je stak zelfs een papiertje tussen de batterij van je camera zodat ze langer zou meegaan. Ja Theo, toen we op de terugvlucht waren tijdens de zesde reis heb je mij verteld: “Het doet toch raar. Dit is misschien de laatste keer.” Ik begreep het niet goed. Op onze zevende reis zal ik je weer meenemen naar allen die je dankbaar zijn. Ik zal er toosten op u en uit respect zal de lege stoel naast mij je aanwezigheid des te meer in herinnering brengen. Vaart wel mijn beste vriend Theo. Aan gans de familie: Theo heeft veel over zijn familie verteld. Hij hield veel van jullie en genoot van de vele traktaties bij hem in zijn unieke serre met u allen. Dankjewel. Mijn broer Michel laat weten dat ze je indachtig zullen zijn bij je plechtige uitvaart. Ter plekke zal een gedachtenis- en dankmis worden opgedragen waarbij velen voor u zullen bidden. Dankjewel.
Piet Heidbüchel Beste familieleden, togati, streekgenoten en vrienden van Theo of van Door, Emeriti krijgen bij hun afscheid een Liber Amicorum aangeboden. Maar Theo schreef in 1995 een “Liber pro Amicis”. Over deze originele Theo wil ik het hier hebben. Ik leerde Theo kennen in het begin van de jaren ’70. We waren lid van dezelfde faculteit, maar voor mij en vele vrienden was zijn verzoek destijds om mee te gaan op wintersport in de kerstvakantie van groter belang. Jaarlijks gingen we met een groep jonge gezinnen en heel wat studenten, samen een zestig à tachtig deelnemers, voor een twaalftal dagen naar Oostenrijk. Kinderen werden studenten, studenten huwden en kregen kinderen die ook meegingen, open plaatsen werden door nieuwe skiërs ingevuld. Tot in de late jaren negentig bleef de groep jaarlijks skiën. Theo was er altijd bij en werd zo een gezel en vriend van honderden. Goed 10 jaar geleden en ouder geworden vormden ex-skiërs een fietsgroep “De Doortrappers”. Ook hiervan was Theo maandelijks een trouw lid, met zijn oude fiets, de enige zonder versnellingen, maar wel vaak met een lekke band... Theo was een kleurrijke figuur, ongehuwd gebleven, vrij bewegend tussen zijn optrekje in Leuven en het ouderlijk huis. Ook na het heengaan van zijn moeder bleef Theo thuis familie en vrienden ontvangen, soms met een uitgebreid festijn, vaak met mosselen, friet en een ijsje na. Zijn living was te klein en overvol met allerhand. Dus ontving hij in zijn serretje, dat hij wat had vergroot en voorzien van tapijt, verlichting en stopcontacten. Zijn vrienden waren gewend om eerst de tuin te verkennen, waar paadjes onkruidvrij werden gehouden door stroken vast tapijt. Tussen al wat er groeide – alles mocht er groeien – kregen vooral aandacht:
zijn Japanse bessen, zijn moerbeien en de kersenbomen waarvan zovelen mochten plukken met behulp van een door hemzelf ingenieus in mekaar geknutselde plukladder op wielen. Het ontwerp hiervan, door Theo snel voor ons op een servet in het restaurant geschetst, vonden we toevallig juist dit weekeinde terug. Een attractie waren zijn bomen waarvan hij de stam in een knoop had laten groeien. Waren er kinderen op bezoek, dan was de eerste opdracht als beste aan een kabel over zijn poel te zeilen, waarbij Theo, in zwembroek, het voorbeeld gaf maar soms opzettelijk loste en in het water plonsde tot groot jolijt van de jonge bende. Kleine en grotere kinderen om zich heen verzamelen kon Theo als geen ander. Een paar generaties genoten van zijn goochel- en kaarttrucs waarvan Theo hen soms de geheimen prijsgaf. Ook zijn vraagstukjes waren legendarisch. Hij kon kinderen boeien met eenvoudige experimentjes, waarbij hij hen inzicht gaf in soms ingewikkelde en fundamentele natuurwetten. Veel kinderen schoten zo nadien zelf een petflesraket de lucht in. Wie kent er niet zijn experimenten met aluminiumfolie waarmee hij de binnenkant van een ton bekleedde en er midden winter naakt ging inzitten; zijn weerkaatste lichaamswarmte maakte het behaaglijk. Of hoe hij het gebruik van zijn terras tot in december kon rekken door reflecterend aluminium tegen de zuidgevel te hangen. Op de skipiste kon hij, op zijn rug op zijn ski’s liggend, tussen onze benen doorglijden. Niemand deed hem dat na. Ofwel stond hij in tirolerboerin of in kerstman verkleed aan de skilift om dan in Theo-stijl de piste af te suizen tot verbazing en jolijt van velen. In de nachtjapon van een medeskister en met lauwerkrans op het hoofd, kroop hij iedere oudejaarsavond de boom in om met een zilveren sikkel maretakken te gaan snijden. Hij hing die dan onder de luchter en wie met hem eronderdoor danste, betaalde met een kus! En declameren! Ontelbare keren droeg hij op zijn ketjes-brussels het “Moazeke” voor. Kalinka en “Het lied van Pater Callewaert” of het dirigeren van de titi-tata-totoBrabançonne hoorden bij zijn vast repertoire. Ooit vroegen we Theo of hij als voogd van onze vijf kinderen wou fungeren zodat ze in ons huis konden samenblijven mocht er ons iets overkomen. Hij vroeg daarvoor enkele dagen bedenktijd. Na wat waarschijnlijkheidsrekenen werd het antwoord “ja”, want de kans bleek zeer klein te zijn dat hij zou moeten inspringen! Toen de kinderen oud genoeg waren, hebben we allen samen het notarispapier vernietigd en goed gevierd. Theo’s leven was gekleurd in alles. Zelfs zijn zwart-witdiscussies waren gekleurd al was het maar door de sterkere blos op zijn steeds roze wangen. Theo was gelovig, maar ook weer op zijn eigen wijze. Op onze bijna wekelijkse lunches in Alma 3 met enkele oud-skileden botste vaak zijn eigen visie met die van zijn tafelgenoten, zeker met die van vriend filosoof-priester: het leek vaak of hij het er om deed. Maar van de hemel was hij zeker en hij zou er wel binnenraken. Misschien zit Theo daar nu al theorieën te verdedigen of experimenten uit te denken in het zoeken naar het geslacht der engelen... Theo, je bent mogen gaan zoals je geleefd hebt, dat is: zonder zorgen. Het leven was er niet om te zwoegen maar om met volle teugen van te genieten! In onze vriendenkring zal je nog dikwijls herleven in die vele non-conformistische anekdotes waarvan ik er hier maar enkele kon aanhalen. Voor je creatieve aanwezigheid bij ons gedurende zoveel jaren willen we je danken. Rust nu, je bedrijvige en intense leven is vervuld.
7
Gouden afval: de gron Reflectie van een luisteraar
Wait, that doesn’t look like Earth. Where’s the blue sky? Where’s the-the grass? Captain of The Axiom (WALL.E, 2008)
8
Op 28 november 2012 was het Arenbergsymposium in het kader van de Van Cauterenleerstoel aan zijn 44e editie toe. Een editie die ons allen hoort aan te belangen; wat zich overigens weerspiegelde in de gevulde aula. Zeven sprekers afkomstig uit de academische en industriële wereld wierpen hun licht op de paradox van de exponentiële vraag naar grondstoffen en de eindigheid van de voorraden van diezelfde grondstoffen.
Schaarste! Schaarste? Eén van de grote zorgen is de uitputting van de natuurlijke bronnen voor grondstoffen. Maar schaarste is meer dan permanente uitputting. Nieuwe technologieën kunnen ook tijdelijke materiaalschaarste teweegbrengen, zoals bijvoorbeeld bij de opkomst van de zonnepanelen het geval is geweest. Door de booming die erop volgde, ontstond er een schaarste aan onder andere silicium, een materiaal dat vanuit productiestandpunt tot dan niet rendabel was en dus in beperkte mate beschikbaar.
Eén van de grote uitdagingen is om materialen in de maatschappij te houden. Een kernwoord daarvoor is recycleren: het maatschappelijke model omvormen naar een cyclisch model met herinjectie van materialen op elk moment in de cyclus eerder dan een lineair model met een ingang aan de kant van de ruwe materialen en een uitgang aan de kant van de vuilnisbak. Andere kernwoorden zijn sensibilisering (“wie van jullie heeft er thuis nog een oude gsm in de schuif liggen? wist je dat er goud zit in die gsm?”), opleiding al dan niet in combinatie met technologische (r)evolutie met het oog op de complexiteit van urban mining (herwinning van componenten uit afval) en natuurlijk ook een aangepaste en deugdelijke wetgeving.
Recycleren: wij weten hoe dat moet! Weten wij hoe dat moet? Recycleren is het totaalproces van verzamelen, ontmantelen en herwinnen. Voor de inzameling beschikken wij hier over bijvoorbeeld containerparken. Een bezoek aan het containerpark in Leuven is drie keer gratis per jaar als het afval in de wagen past, daarna kost het 2,5 euro per levering, één keer gratis per jaar voor de eerste gevulde aanhangwagen, daarna kost het 7,5 euro per levering. De inzameling van afvalmateriaal is nog steeds een knelpunt hier bij ons. Ook het ontmantelingsproces is voor optimalisatie vatbaar. Wellicht ligt hier een deel vooruitgang in duurzaam design van toestellen. De herwinning van alles wat deze derde processtap toch bereikt, is wel goed.
dstoffen van morgen met betrekking tot het belang hiervan, anderzijds wegens de verkeerde ingesteldheid (“of ik die gsm nu hier laat liggen of ik breng hem terug, dat brengt mij tweemaal niks op”). Producenten ontbreekt het nog te vaak aan de ingesteldheid om enige proactiviteit aan de dag te leggen zoals bij het design van producten (“waarom zou ik het product beter ontwerpen als mij dat meer gaat kosten en minder zal opbrengen?”). Een ecologisch design zou de complexiteit van de verwerking echter sterk kunnen doen dalen: bijvoorbeeld door de assemblage te vereenvoudigen, kan de ontmanteling vereenvoudigen; door minder kunststoffen te combineren, moeten er minder kunststoffen gescheiden worden; door duurzame componenten los van niet-duurzame componenten te produceren enzovoort... Maar om dit alles te bewerkstelligen lijken er nog een aantal communicatiebruggen te ontbreken om interdisciplinaire samenwerking op verschillende niveaus mogelijk en efficiënt te maken. In derde wereldlanden is storten gratis. Toch, zowel op het vlak van verzameling als ontmanteling (hoewel manueel) scoort men een stuk beter dan ‘bij ons’. De herwinning op het vlak van recyclage (uitgezonderd hergebruik en herstelling) blijft in deze landen het pijnpunt wegens gebrek aan middelen, kennis en wetgeving. Door kennis en kapitaal ter beschikking te stellen, kunnen deze landen al op vrij eenvoudige manier grote vooruitgang boeken.
Win? Win! Wanneer men spreekt over sensibilisering geldt dit zowel voor consumenten als voor producenten. Consumenten ontbreekt het nog te vaak aan motivatie om producten opnieuw in te leveren bij het einde van hun technologische levensduur/ gebruikslevensduur. Enerzijds door potentiële onwetendheid
9
Samenvatting Dit Arenbergsymposium of deze Van Cauterenleerstoel leerde ons dat rommelen in vuilnisbakken de reflectie van duurzaamheid kan zijn of dus kan betekenen dat er rekening wordt gehouden met de wereld van morgen en overmorgen en hoe we vandaag die wereld van onze kinderen en kleinkinderen zo leefbaar mogelijk kunnen maken. Meer info op http://eng.kuleuven.be/vancauterenleerstoel/2012/ programma. Of surf eens naar de website van de keynote speaker, Julian Allwood: www.withbotheyesopen.com/ Anke Van Campen
Vinden en beseffen: metad
10
Dankzij het internet heeft iedereen op elk moment en overal een enorme hoeveelheid informatie ter beschikking. Bovendien stelt het internet iedereen in staat om auteur te zijn van nieuwe informatie (bv. op blogs en sociale websites zoals twitter.com). Deze ‘informatie’ is erg breed gedefinieerd: het betreft zowel digitale objecten zoals teksten en multimediafragmenten, als fysieke objecten, bijvoorbeeld gebouwen of personen. Om dergelijke informatie te organiseren en efficiënt ter beschikking te stellen, kan deze geannoteerd worden met zogenoemde ‘metadata’ die beschrijven waar de informatie over gaat en hoe deze gevonden, opgehaald en gebruikt kan worden door gebruikers. Net zoals de informatie zelf, moeten ook de metadata bewaard worden. Gewoonlijk wordt hiervoor gebruikgemaakt van zogenaamde ‘repositories’ of gegevensbanken die doorgaans functionaliteit aanbieden voor gegevensbeheer, auteursrecht- en toegangsbeheer. In zijn doctoraatsthesis onderzocht Sten Govaerts, verbonden aan het Departement Computerwetenschappen, het gebruik van metadata om informatie te ontsluiten en mensen te helpen bij het begrijpen hoe zij deze informatie en hun applicaties effectief gebruiken, wat nuttig kan zijn voor zelfreflectie. Dit onderzoek is toegepast op twee domeinen, namelijk muziek en e-learning.
In een eerste stap wordt belicht hoe metadata gecreëerd of geannoteerd worden. Dit gebeurt nog te vaak handmatig. Om de hoge kosten en onschaalbaarheid van manuele metadata-annotatie op te lossen, werd onderzocht hoe metadatacreatie kan geautomatiseerd worden door gebruik te maken van mashups. Mashups zijn webtoepassingen die data, elementen van de gebruikersinterface of functionaliteit van
bestaande webbronnen samenvoegen om een nieuwe nuttige toepassing of dienst te creëren. Twee mashuptechnieken werden toegepast om automatisch metadata te genereren voor muziek. Een eerste geval combineert geografische data van verschillende webbronnen om het land van oorsprong van een muziekartiest te genereren. Deze methode werkt goed maar ze kan uiteraard enkel werken als het land van oorsprong in tenminste één webbron beschreven wordt. De visualisatie van de geografische locatie van artiesten die gespeeld worden op een bepaald radiostation die Sten Govaerts ontwierp is beschikbaar op www.cs.kuleuven.be/~sten/ lastonamfm/ (Figuur 1).
Figuur 1: Visualisatie van de geografische locaties van artiesten die gespeeld worden op een bepaald radiostation. Deze visualisatie werd gebouwd als demonstratie van de metadatagenerator voor het land van oorsprong. (www.cs.kuleuven.be/~sten/lastonamfm/)
Een tweede geval onderzoekt hoe zoekrobotten kunnen gebruikt worden als een algemene oplossing om metadata te genereren voor verschillende metadatavelden. Hiervoor heeft Sten Govaerts een bestaande techniek, die gebruikmaakt van zoekrobotten en vroeger al eens geëvalueerd werd, opnieuw geëvalueerd met de huidige zoekrobotten om na te gaan of de accuraatheid veranderd was. De methode berekent de kansverdeling voor een bepaald muziekgenre van een artiest door het aantal resultaten van zoekvragen te vergelijken waarbij we telkens de artiestennaam combineerden met een alternatief muziekgenre (bv. “Madonna rock” versus “Madonna jazz”). De techniek werd opnieuw geëvalueerd met meerdere zoekrobotten en op verschillende tijdstippen, waarbij we onderzochten in welke gevallen de techniek ondermaats presteert.
ata in muziek en e-learning Hoewel deze techniek niet beter presteert dan andere specifieke generatoren voor genre, biedt ze perspectieven voor het automatisch genereren van verscheidene metadatavelden. Om metadata te kunnen gebruiken in diverse toepassingen wordt er vaak een metadatastandaard gebruikt die een gemeenschappelijk begrip voor gegevensuitwisseling tussen deze toepassingen mogelijk maakt. Dankzij zulke standaarden kunnen we informatie op verschillende manieren, met diverse granulariteiten en voor specifieke toepassingsdoeleinden beschrijven. Om eenvoudiger een geschikte standaard voor een toepassing te kunnen selecteren, hebben we een methode uitgewerkt die clusters van semantisch gerelateerde metadatavelden en toepassingsgebieden voor metadataschema’s definieert. Deze methode kan gebruikt worden om de expressiviteit van metadataschema’s te vergelijken. Bovendien kan dit onderzoek de selectie van een geschikt metadatastandaard voor een bepaalde applicatie begeleiden.
Figuur 2: De Student Activity Meter visualiseert attention metadata van wat studenten gedaan hebben in hun digitale leeromgeving. Leerkrachten en leerlingen kunnen deze visualisaties gebruiken om meer inzichten te krijgen in hoe zijzelf en andere studenten hun tijd spenderen en welk leermateriaal op welke manier gebruikt wordt.
Vervolgens werd onderzocht hoe informatie uit verschillende repositories (digitale databases) en beschreven volgens verschillende metadatastandaarden, beschikbaar kan gemaakt worden via één enkele zoekdienst. Dit heet federated search en werkt als volgt: een vraag voor gegevens wordt verstuurd naar elke repository, de resultaten van elke repository worden samengevoegd, de metadataschema’s van elke repository worden vertaald naar het metadataschema van de federated search service en de samengevoegde zoekresultaten worden getoond aan de gebruiker. In deze thesis wordt in drie onderwijs- en bedrijfsomgevingen de bruikbaarheid en het nut van deze methode om studenten toegang te bieden tot een brede waaier aan leermateriaal geëvalueerd. De meeste gebruikers stellen de oplossing op prijs, alhoewel de zoeksnelheid kan verbeterd worden.
Daarnaast onderzocht Sten Govaerts hoe de zoekresultaten van de federated search kunnen verbeterd worden door middel van aanbevelingen die gebruik maken van zowel expliciete (bv. beoordelingen) als impliciete relevantie-indicatoren die bekomen worden uit de interactiegegevens van gebruikers met de zoekresultaten (zoals het aantal downloads en het aantal keer dat het resultaat bekeken werd). Dergelijke ‘attention metadata’ beschrijven geen gegevens op zich, maar wel wat mensen met gegevens of objecten doen. Het gebruik van dergelijke attention metadata werd onderzocht om twee redenen: ten eerste voor de personalisatie- en de aanbevelingsfunctionaliteit en ten tweede om leerlingen en leerkrachten bewust te maken van hun surfgedrag en een doeltreffend middel tot zelfreflectie te geven. In het bijzonder hebben we onderzocht hoe visualisatietechnieken kunnen worden gebruikt om dit proces te ondersteunen en of attention metadata nuttig zijn om een bewustzijn te creëren en zelfreflectie te ondersteunen bij leerkrachten en leerlingen over welke toepassingen en informatie ze gebruiken en hoe ze dat doen (Figuur 2).
De resultaten van de evaluaties in vier werkelijkheidsgetrouwe omgevingen geven aan dat de verstrekte visualisaties nuttig zijn voor docenten en studenten om een bewustzijn te creëren en zelfreflectie te ondersteunen. Omdat dit doctoraatswerk vrij breed is uitgewerkt, zijn er ook verschillende mogelijkheden om hier op verder te bouwen. Voor muziekmetadatageneratie is het waarschijnlijk erg belangrijk om meer semantische gegevens uit muziek te extraheren, bijvoorbeeld het onderwerp of de historische context van het werk. Dergelijke metadata kunnen dikwijls niet uit het muzieksignaal zelf gehaald worden, daarom wordt er meer en meer onderzocht hoe hybride technieken op basis van audiosignalen en webbronnen kunnen ingezet worden. Het onderzoek naar attention metadata en learning analytics staat een rooskleurige toekomst te wachten. Er zijn steeds meer manieren om het gedrag van mensen te meten, zoals via de vele sensoren in mobiele toestellen of via sensoren in wearable computers (dit zijn chips en sensoren die verwerkt worden in kleding). Al deze extra informatie kan een veel vollediger beeld opleveren van de context waarin de gebruiker zich bevindt. Uiteraard kunnen dergelijke toepassingen problemen vormen voor de privacy. De sociale impact van dergelijke applicaties moet verder onderzocht en geëvalueerd worden. Tenslotte is er nog steeds erg veel nood aan een grondigere analyse van applicaties, met en door gebruikers: niet alleen de gebruiksvriendelijkheid en het nut van de applicatie, maar ook de impact ervan op de gebruiker, zijn gedrag en zijn omgeving moeten hierbij geëvalueerd worden. Sten Govaerts Annelies Malfliet
11
Uitbreiding van de universiteit: de nieuwe Research Facilities en ESAT-II. Dit jaar zijn er grootse bouwwerken bezig op Campus Heverlee. Naast imec bouwt ook de universiteit aan nieuwe Research Facilities op Campus Arenberg III en legde ESAT de eerste steen van gebouw “ESAT II”. Het einde van beide werken is voorzien in mei 2014.
De nieuwe Research Facilities zijn ontstaan uit een samenwerking van zeven departementen van de Groep Wetenschap & Technologie. De samenwerking past in de nieuwe onderzoeksstrategie van KU Leuven waarbij de verschillende disciplines meer samenwerken. Vijfhonderd wetenschappers zullen van deze infrastructuur gebruik maken.
Dit is het gebouw zoals het eruit zal zien in het voorjaar van 2014. De kosten van het gebouw met de hightechinfrastructuur erbij bedragen 100 miljoen euro. Met de nieuwe faciliteiten wil KU Leuven haar positie versterken als toonaangevend experimenteel onderzoekscentrum. Het huidige gebouw van de het Departement Elektrotechniek barst uit zijn voegen. De laatste 15 jaar is het aantal werknemers verdubbeld tot meer dan 400 personeelsleden.
12
De bouwwerken bestaan uit twee delen. Het eerste deel bevat laboratoria voor veilig onderzoek in chemie en chemische technologie met een geavanceerd ventilatiesysteem van tweehonderd afzuigkappen. Het tweede deel is een afgeschermde stof- en trillingsvrije ruimte voor onderzoek in de nanotechnologie, het zogenaamd “nanohotel”. Om omgevingstrillingen weg te filteren zijn metersdiepe funderingspalen nodig.
Nadat alle vergunningen in orde waren, een klacht van een niet-verkozen aannemer onontvankelijk verklaard werd en een speciale boom een beschermend pak kreeg, kon in de lente van dit jaar eindelijk begonnen worden met de werken. Op 2 oktober 2012 werd de officiële eerste steen gelegd. Het gebouw omvat 2400m² bureauruimte, vergaderruimte, een fietsenstalling en een ondergrondse garage. Sigrid Maene
De toren van imec
Op de imecsite verrijst een constructie die een van de meest opvallende gebouwen van Leuven zal worden. Imec bouwt op de hoek van de Celestijnenlaan met de Koning Boudewijnlaan een nieuw kantoorgebouw. Het wordt een toren die 16 verdiepingen zal tellen en 70 meter hoog zal zijn. Het ontwerp werd geselecteerd door een jury waarin ondermeer de stad Leuven, de Vlaamse overheid en de Vlaamse Bouwmeester zetelden. De toren wordt geen eenvoudige balk, maar een driedimensionale constructie met zeer opvallende uitkragingen. Dit zal spectaculaire uitzichten opleveren, zowel van op de grond als van binnen in het gebouw. Door te kiezen voor een hoogbouw met een beperkte voetafdruk spaart men het waardevolle natuurgebied aan de andere zijde van de site. Daarenboven wordt de toren een baken dat de Leuvense kenniseconomie een gezicht zal geven. Bij de eerstesteenlegging vorig jaar toonden burgemeester Louis Tobback en Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten hun enthousiaste steun voor imec en haar uitbreidingsproject. De nieuwe kantoren zijn nodig om de voortdurende groei van imec te ondersteunen. Het wereldvermaarde onderzoekscentrum in nano-elektronica telt vandaag 2000 werknemers en draait een omzet van 300 miljoen euro. Het kan grote internationale bedrijven zoals Intel en Samsung
tot haar klanten rekenen, maar werkt ook intens samen met lokale bedrijven. Zo werd onlangs nog de 500e Vlaamse partner aangekondigd. Naast kantoren voor ongeveer 450 medewerkers zullen ook lichte laboratoria een plaats vinden in het nieuwe gebouw. Het gebouw zal in het najaar 2013 opgeleverd worden. De werkzaamheden aan de toren zullen dus nog een tijdje duren, maar intussen plant imec al de volgende uitbreiding. Om het onderzoek naar nieuwe chiptechnologieën te kunnen blijven uitvoeren, zal binnen afzienbare tijd een nieuwe stofvrije ruimte nodig zijn. De komende 5 jaar zal voor de bouw, de toestellen en de werking van deze cleanroom een totale investering vereist zijn van ongeveer 1 miljard euro. De Vlaamse overheid steunt de bouw van de nieuwe cleanroom. Imec is hiervoor ook nog in gesprek met Europa en met haar partners. Deze uitbreiding zal samenvallen met de heraanleg van het kruispunt van de Celestijnenlaan en de Koning Boudewijnlaan. Door het rechttrekken van de Celestijnenlaan ter hoogte van imec zal dat kruispunt ontdubbeld worden en veel overzichtelijker worden. Bovendien zal er op die manier voldoende plaats vrijkomen voor de nieuwe imec-cleanroom. David Maes
Wanneer je het Arenbergkasteel nadert vanop de Hertog Engelbertlaan, zie je de imectoren achter het kasteel opdoemen. We vroegen de mening van ‘onze architecten’: “Binnen het Departement ASRO zijn er zeer verschillende meningen omtrent de imectoren en de visuele vervuiling van het zicht op het kasteel. Sommigen vinden het verschrikkelijk dat men bouwtoelating gegeven heeft, omdat hiermee de landschappelijke waarde van de kasteelomgeving aangetast wordt. Anderen gaan er op een meer positieve wijze mee om. Zelf meen ik dat het op zich zeer aanvaardbaar is dat de enorme ontwikkeling van de universiteit en van het kenniscentrum imec zichtbaar gemaakt wordt in de skyline van de stad. Ik vind wel dat met 16 verdiepingen het volume slankheid en elegantie mist - hoger was beter geweest. Verder hoop ik dat de afwerking een zekere verfijning aan het gebouw zal geven (een verfijning die de andere imecgebouwen jammer genoeg missen).” Hilde Heynen
13
AHO!
14
Het Alumni Harmonieorkest (kortweg AHO) werd in de zomer van 2010 opgericht door een groep enthousiaste oud-leden van het Universitair Harmonieorkest van de KU Leuven. Het is de bedoeling om oud-studenten na hun universitaire carrière op een kwalitatieve manier, in een ontspannen sfeer, muziek te laten spelen. Onze muzikanten zijn in eerste instantie oud-studenten van de KU Leuven, maar zijn ondertussen ook aangevuld met gelijkgestemde muzikanten uit het Leuvense.
Het moge duidelijk zijn: van Puccini tot Piazzolla, van Spartacus tot Star Wars… als er muziek in zit, durft het AHO het aan.
Het AHO richt zich op een breed Leuvens publiek, in universitaire kringen, maar zeker ook daarbuiten. Jaarlijks brengen we enkele concerten met een gevarieerd programma. Een kapelconcert in het kader van het project ‘Te Gek’ in Sint-Kamillus in Bierbeek, een kerst- en herfstconcert, een zomerconcert op de Grote Markt, deelname aan provinciale orkesttoernooien en het ‘Maanbron’project met een cd-opname en een benefietconcert voor het kinderziekenhuis van Gasthuisberg liggen al achter ons.
Voor meer info kun je altijd terecht op
[email protected] en www.aholeuven.be.
Heb jij interesse om dit jonge, dynamische orkest te komen versterken? We zoeken nog gemotiveerde versterking voor ondermeer de trompet-, (bas)klarinet-, piccolo-, fagot- en slagwerkpupitter. Repetities zijn wekelijks op zondagavond van 19.30 u. tot 21.30 u. in Leuven.
Terugblik op de Dag van de Ingenieur! Zaterdagavond 6 oktober 2012 lijkt alweer ver achter ons te liggen: het traditionele diner ter gelegenheid van de Dag van de Ingenieur werd aangenaam aangevuld met de onderhoudende speech van Thomas Leysen, die visionair genoeg was om opnieuw aan te halen bij het begin van het nieuwe jaar.
Zijn denkpiste was gebaseerd op de Umicore-case met als grondboodschap “MINDER is MEER”! Met een groeiende wereldbevolking (denk maar aan China, India,...) en meer en meer uitputting van grondstoffen, klimaatverandering, minder biodiversiteit etc... en uiteraard meer vraag naar consumptiegoederen vanuit snel ontwikkelende groeilanden is er dringend een koerswijziging nodig. Het bedrijfsleven kan dit niet alleen oplossen, maar moet wel een deel van de oplossing zijn. Daar is uiteraard een grote taak weggelegd voor alle richtingen van onze bachelors en masters . Alleen al als China blijft groeien aan een snelheid van 8% per jaar zal het wereldwijde wagenpark minimaal groeien van ongeveer 860 miljoen wagens nu naar meer dan 1,1 miljard wagens in 2030, zal het olieverbruik oplopen van 85 miljoen vaten naar zowat 100 miljoen vaten per dag, enzovoort Dus (sic) “duurzame ontwikkeling is het pogen om de beperkingen van een begrensde biosfeer te verzoenen met de wens naar (materiële) economische vooruitgang” en “afkicken van onze verslaving aan fossiele brandstoffen” (sic). Een bedrijf, een maatschappij omvormen behoeft een klare visie, niet zozeer gebaseerd op “hoe omgaan met het verleden” maar veeleer door het integreren van een duurzame strategie met voldoende investering in innovatie. Onze westerse wereld/ industrie/universiteiten kunnen hierin een zeer drijvende rol spelen in de wereld. Het omvormen van Umicore is een mooi voorbeeld hoe men van een pure “metals”-groep overgegaan is naar een “materials solutions” groep. Dit alles gebaseerd op het concept van ecoefficiëntie, in concreto hogere waardecreatie met minder energie, minder afval, minder zeldzame grondstoffen,... Dus: MEER met MINDER!!!! Duurzame ontwikkeling in onze explosief groeiende wereld vraagt een bundeling van vele inspanningen zowel politiek, industrieel, gedragswijzigingen, sociale verwachtingen, enzovoort. Vooruit denken en begrijpen is één ding, maar invullen kun je maar door te doen... Umicore heeft al enkele interessante invullingen uitgevoerd zoals germanium in zonnecellen, minder platinum in autokatalysatoren, herlaadbare batterijen op basis van Li-ionen, en uiteraard via recyclage in zogenaamde ‘gesloten cirkels’. Ja, MINDER kan en zal MEER zijn in de toekomst ... en jullie worden hiertoe dringend uitgenodigd. Guido Declercq
15
Forumavond 13 november 2012: De tweede forumavond in de reeks “wat gaan we morgen doen ...”, was weer een succes. De Aula van de Tweede Hoofdwet met een capaciteit van 150 personen zat goed vol. De lezingen waren dan ook de moeite waard.
16
Eerst kwam Jef Smit van de firma Viessmann aan de beurt. Viessmann is een trekker van nieuwe verwarmingstechnologie en zijn lezing, getiteld Technologie van de Toekomst, was dan ook een eyeopener voor velen van ons. Hightech was hierbij een constante. Vele van de nieuwe technologieën komen terug uit het verleden, zoals de Stirlingmotor of de absorptiewarmtepomp, maar nu wel in een modern kleedje en geschikt als huishoudelijk product. De warmte die je uit een kilojoule chemische energie kan halen, steeg met de voordracht van 90% naar wel 140%.
“Hoe verwarm ik morgen mijn huis?”
Als tweede spreker kwam Leen Peeters aan bod. Zij leidt haar eigen consultingbedrijf, Th!nkE, en gaf een boeiende uiteenzetting over de renovatie van woningen tot een near-zero energy building. Toegepast op haar eigen woning besprak ze de isolatie, bouwvoorschriften en de juiste balans tussen koude- en warmtevraag. Haar eindconclusie raakte een teer punt: zullen we in de toekomst moeten denken in termen van wijken in plaats van individuele woningen, als het op energie aankomt? Dirk Saelens van het Departement Burgerlijke Bouwkunde had het over Verwarming van de toekomst. Uitdagingen en valkuilen. Hoewel Europa zegt dat het terugdringen van de verwarmingsbehoefte van een woning naar nagenoeg nul gemakkelijk haalbaar is, plaatste professor Saelens hier toch enkele kanttekeningen bij. Isolatie en aandacht voor luchtdichtheid blijken belangrijke aandachtspunten te zijn, maar het ondoordacht plaatsen van een modern verwarmingssysteem zonder te kijken naar de gebouwschil kan leiden tot een meerverbruik in plaats van een minderverbruik. Ook de nood aan nieuwe verwarmingssystemen voor lage-energiewoningen is essentieel net als de nood om energieverbruik op een grotere schaal dan de individuele woning te plaatsen.
De vele voorbeelden van ziekenhuizen, tuinbouwserres en kantoorgebouwen die hun energiebehoefte voor verwarming en koude met 60% zagen dalen met een terugbetaaltermijn van gemiddeld 5 jaar tonen aan hoe de juiste technologie op de juiste plaats een succes kan zijn. Na al die discussies over zonnepanelen en windmolens op zee was dit een verademing voor velen. Vele aanwezigen sloten op een aangename manier de dag af en bleven nog wat nakaarten bij de aansluitende receptie in de machinezaal van het Thermotechnisch Instituut.
Eric Van den Bulck
Wim Smet van de firma Smet-Boring kon het publiek begeesteren met haar systeem van geothermische energie en ondergrondse energieopslag. Voor velen was het aangenaam om eindelijk eens te horen dat energiebesparing werkelijk rendabel kan zijn.
Meer informatie over de volgende forumavonden: www.vilv.be 19 februari 2013: Engineering Your Health: utopie of realiteit? 23 april 2013: Het grote energiedebat - wie doet het licht weer aan?
17
Wim Van Petegem in real life over virtueel leren Digitaal leren: voorbij de hype Moderne communicatietechnologie is volop geïntegreerd in het leven van de huidige generatie studenten, ook wel de millenniumstudent genoemd. Hij of zij verwacht dan ook dat deze technologie door de docent geïntegreerd wordt in zijn leren. Om te weten hoe het onderwijsbeleid van de KU Leuven hiermee omgaat, klopten we aan bij professor Wim Van Petegem, directeur ‘Onderwijs en Leren’. Als ingenieur wil hij meehelpen om de interesse van de universitaire gemeenschap in de nieuwe technologie en de vaardigheid ermee, te vergroten en te verankeren.
18
Nieuwe technologieën, nieuwe competenties Het doordacht gebruik van internetgebaseerde technologieën kan zeker helpen om de huidige generatie studenten extra te motiveren. Het omgaan met bronnen op het internet vergt echter een kritische houding en aangepaste competenties, zo vertelt professor Van Petegem. Facebook, Twitter, Google+, LinkedIn, slideshare, prezi en nog zoveel meer tools stellen ons in staat om snel informatie over de meest uiteenlopende onderwerpen te delen en terug te vinden, zowel in de privésfeer als voor professioneel gebruik of studiedoeleinden. Het leren omgaan met deze overvloed aan informatie én het correct leren valideren van de betrouwbaarheid is natuurlijk van het grootste belang. Docenten hebben een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van deze nieuwe competenties. Omdat gebleken is dat heel wat eerstejaarsstudenten te vaak letterlijk informatie van Google en Wikipedia overnemen, heeft de Campusbibliotheek Arenberg een webcursus informatievaardigheden ontwikkeld om studenten te leren wetenschappelijke informatie op een correcte manier te verzamelen en gebruiken.
Beleid KU Leuven In een academische instelling vindt Wim Van Petegem dat gebruikers (docenten en studenten) de vrijheid moeten hebben om meerdere keuzes te maken, maar kan men niet verwachten dat alles wordt ondersteund. Vanuit het beleid heeft men enkele jaren geleden de keuze gemaakt voor Toledo als elektronisch leerplatform. Elke cursus heeft er zijn eigen stek.
De docent publiceert er zijn of haar leermateriaal, opdrachten en/of extra informatie. Op Toledo is er ruimte voor discussiefora, maar uiteraard belet niets dat studenten andere tools kiezen en gebruiken. Binnen het kader van de nieuwe dienst ‘Onderwijsondersteuning- en ontwikkeling’ wil de KU Leuven meewerken aan de professionalisering van het docentenkorps door enerzijds individuele vragen van individuele docenten te beantwoorden en anderzijds nieuwe onderwijsvormen pro-actief uit te werken en aan te bieden aan het hele docentenkorps. Vandaag is een van de onderwijsvormen waar elke docent gemakkelijk gebruik van kan maken, een weblecture. In vele aula’s en leslokalen is infrastructuur beschikbaar gesteld waarmee docenten met een minimale inspanning hun betoog op video kunnen opnemen en via Toledo ter beschikking stellen van hun eigen studenten. Het raadplegen door de studenten van deze weblectures piekt net na de cursus en rond de examentijd. Daarbij wordt niet de volledige weblecture afgespeeld, maar studenten (her) bekijken heel doelgericht enkele passages. De statistieken hiervan zijn natuurlijk erg leerzaam voor de docent. Waren de herbekeken passages bijvoorbeeld niet duidelijk? De docent kan de volgende les starten met een herhaling van deze passages of hij kan kiezen om er een aparte kennisclip rond op te nemen: een video die hij goed voorbereidt en waarin hij zo duidelijk mogelijk een en ander tracht uit te leggen. Het op voorhand laten doornemen van deze kennisclips door de studenten kan, vooral in kleinere groepen, de interactie en een gefundeerde discussie ten goede komen.
Afstandsonderwijs en rationalisatie Binnen de multicampusomgeving van de Associatie KU Leuven is momenteel al heel wat ervaring opgedaan met video- en webconferenties. Afstandsleren biedt ontegensprekelijk veel mogelijkheden ter rationalisatie van de aangeboden vakken en/of labo’s op de verschillende campussen. Gezien laboinfrastructuur in veel gevallen erg kostelijk is, kan men per campus de infrastructuur tot een beperkt aantal specialismen beperken. Virtuele mobiliteit stelt de studenten in staat de voorbereiding van hun labo op hun eigen locatie te doen (door bijvoorbeeld gebruik te maken van een weblecture en/of simulatiesoftware die de basisprincipes van een meettoestel als de oscilloscoop grondig uitlegt), waardoor ze goed voorbereid het labo in kwestie ter plekke kunnen komen gebruiken. De assistenten die dan voor de begeleiding zorgen, hoeven op deze manier niet steeds dezelfde basisuitleg te geven, maar krijgen meer tijd voor kwaliteitsvolle begeleiding en interactie met de studenten. Niet alleen tussen campussen van dezelfde universiteit kan afstandsonderwijs gebruikt worden. Het binnenhalen van internationale experts in bestaande vakken kan uiteraard de kwaliteit van het onderwijs ook sterk bevorderen. Wim Van Petegem is van mening dat hier nog heel wat opportuniteiten onbenut zijn.
Ook interdisciplinaire vakken over de verschillende faculteiten heen zoals presentatietechnieken, statistiek en functioneel Engels zouden met behulp van nieuwe technologieën én samenwerking tussen verschillende docenten kunnen worden herwerkt en tot een hoger niveau getild worden.
TED talks Het succes van de TED talks is ook aan de KU Leuven niet onopgemerkt gebleven. TED staat voor ‘Technology, Entertainment en Design’ en tracht als organisatie elk jaar conferenties in verschillende landen te organiseren waarin grote namen een forum krijgen om hun ideeën uit de doeken te doen. Ook aan de KU Leuven krijgen prominente figuren en ideeën aandacht tijdens bijvoorbeeld de Lessen voor de 21ste eeuw, Metaforum, Ambassador’s Lecture Series, ... Op een professionele wijze opgenomen zouden deze alle via een portaal ter beschikking kunnen worden gesteld op het internet en op deze manier bijdragen aan de uitstraling van de KU Leuven. Een beslissing hierrond is nog niet genomen, maar het idee leeft in de universitaire gemeenschap.
Massive Open Online Courses Momenteel maken MOOC’s internationaal erg opgang. Bij Coursera, een bedrijf dat recent vanuit de Stanford universiteit werd opgericht, zijn ondertussen 14 universiteiten aangesloten om Massive Open Online Courses (MOOC) aan te bieden en zijn al meer dan 100 cursussen in diverse domeinen gratis én online beschikbaar voor iedereen. Twee Europese universiteiten hebben zich al aangesloten, de University of Edinburgh en EPF Lausanne, een technische universiteit. Naast Coursera bestaat een gelijkaardige samenwerking, edX genaamd, tussen MIT en Harvard. Bij dit laatste initiatief is het de bedoeling om de ontwikkelde software als open source software ter beschikking te stellen.
De zakenmodellen van deze bedrijven zijn niet steeds even duidelijk. Duidelijk is dat men niet het hoge inschrijvingsgeld vraagt dat sommige van de deelnemende universiteiten voor hun traditioneel onderwijs wel vragen. In het geval van Coursera worden meerdere verdienopties in overweging genomen, gaande van certificering aanbieden tegen betaling over zoekopdrachten kunnen uitvoeren op studentgegevens, bijvoorbeeld voor rekrutering, tot het mogelijk maken van sponsoring bij cursussen, inclusief afbeelding van logo’s van sponsors. Veelzeggend is dat in de meeste gevallen de gevolgde cursussen niet kunnen gebruikt worden als credit in één van de deelnemende universiteiten! Ook in het geval van deze MOOC’s is het onduidelijk of en in hoeverre zij de internationale markt voor hoger onderwijs zullen beïnvloeden. Niettemin is het duidelijk dat de (technologische) veranderingen in onze maatschappij zich in het laatste decennium aan een razend snel tempo opvolgen. Dit verplicht het universitair onderwijs blijvend tot kritische (zelf)reflectie om een hoogwaardige leeromgeving te blijven aanbieden. Deze uitdaging wil Wim Van Petegem blijven aangaan, ook al is hij zich ervan bewust dat de budgettaire ruimte beperkt is en er dus keuzes zullen moeten worden gemaakt. Iris De Coster
19
Erasmus in Londen Ik studeer hier aan het “Department of Electrical and Electronic Engineering” van Imperial College. Net zoals overal aan het College is de studentenpopulatie op het departement heel internationaal, over de hele universiteit is ruwweg een derde een niet-EUstudent. Wat vooral opvalt is dat er heel wat Aziatische studenten zijn op het EEE-departement. Enkele studenten uit mijn les komen zelfs helemaal uit het Caribische Trinidad, voor het weer zullen ze het niet gedaan hebben. Een heel internationale mix dus!
20
In het buitenland gaan studeren, aan een topuniversiteit, in een dynamische stad, het klinkt als een droom. En dat was het ook, en is het nog steeds. Een Erasmusuitwisseling in Londen is in vele opzichten een heel bijzondere ervaring. Niet alleen is Londen de grootste stad van Europa, het is ook een wereldstad op het vlak van cultuur, economie en politiek. Er worden in Londen meer dan 300 talen gesproken door meer dan 100 nationaliteiten.
Imperial College is gelegen in South Kensington, een westelijke wijk van Londen. Het is waarschijnlijk één van de rijkste buurten in Londen, met de Royal Albert Hall en het Science Museum in zijn schaduw. Dure auto’s zoals Aston Martins, Jaguars en Bentley’s zijn hier zeker geen rariteiten. Heeft dat een slechte invloed? Misschien wel, een kwart van de ingenieursstudenten van Imperial College komt hier terecht in de financiële sector. De studenten zijn hier ook veel meer carrièregericht dan bij ons. Al vanaf het eerste jaar is er carrièrebegeleiding, cv-sessies, bedrijfspresentaties, en nog zoveel meer. Dat is niet zo verwonderlijk.
Niet EU-studenten betalen jaarlijks tot vijfentwintigduizend euro om hier te mogen komen studeren en willen dus heel goed presteren om na hun studies goed te verdienen. De centrale bibliotheek is dan ook 24/7 open. Het onderwijssysteem is verschillend van de KU Leuven; er wordt sneller over de leerstof gegaan en er wordt veel meer zelfstudie verwacht. Je krijgt meestal ook geen handboek, enkel een bundel hand-outs en een aantal referentieboeken. Alles wat onduidelijk is, kan je dan in de bib gaan opzoeken. Het grootste verschil zijn de examens, zij vallen allemaal in het derde blok. Er zijn drie blokken: autumn term, spring term en summer term. In de eerste twee blokken worden lessen gegeven en in het laatste zijn er examens en projectwerk. Maar het is niet alleen studeren, er zijn honderden societies in Imperial College, van de Cheese Society tot de Fencing Society. Naast al deze clubs zijn er ook veel evenementen die georganiseerd worden door Imperial zelf. Zo was er in november het London Climate Forum, een tweedaags evenement over de klimaatsverandering en de milieuproblematiek.
Erasmus is meer dan studeren alleen, en zeker in Londen. Er vallen zoveel mogelijkheden uit de lucht in Londen, en dan heb ik het niet over de regen, die overigens wel meevalt. Toen ik eind september aankwam in Londen, samen met mijn medestudent Laurens, waren de meeste overblijfselen van de Olympische Spelen al weg. Her en der was er nog de afbraak van stadia en achtergelaten wegwijzers in de stations, ook de taxi’s waren vaak nog bekleed in het olympisch thema. Het ene spektakel was nog maar amper gedaan of er was al een nieuw hoogtepunt op komst: de première van de nieuwe James Bond film ‘Skyfall’. Letterlijk aan de voeten van duizenden Imperial studenten vond de première plaats in de Royal Albert Hall. Spektakel alom! De James Bond-gekte was dan nog maar gaan liggen of de kerstgekte kwam de hoek om piepen. De grote winkelstraten worden schitterend versierd met kerstverlichting, overal komen ijsschaatsbanen en kerstbomen. Er is hier zoveel te beleven, de tijd vliegt echt voorbij! Het eerste semester is voorbij maar des te meer zin heb ik in alles wat nog moet komen. Caro De Brouwer
21
Van Kantare tot Ir.Reëel: een terugblik
1972
22
In 1972 was er nog helemaal geen sprake van een Ir.Reëel. Wat er wel bestond was een maandelijks tijdschrift voor VTKleden, genaamd “Kantare”. Bij het woord ‘tijdschrift’ moet je je niet te veel voorstellen; het bestond slechts uit een bundel papieren met twee mooie nietjes. VTK was toen net verhuisd van het Van Arenbergplein in Heverlee-centrum naar blok 5 op cité. Het “sekretariaat” was gelegen op de eerste verdieping en de “kursusdienst” kon je vinden in de kelder. Toen bestond er nog zoiets als “progressieve spelling”. De “Kantare” bestond vooral uit updates door en reclame voor de verschillende VTK-posten. Maar je kon er soms ook beleidsgetinte artikels in vinden zoals een uitgebreid beklag over de omschakeling naar een tweesemestersysteem en een maandelijkse uitnodiging voor de L.S.W.H. (Leuvense StudentenWerkgroep Homofilie). “Weinigen hebben het lucide vermoeden dat homo’s ook wel ’ns gewone doordeweekse mensen zouden kunnen zijn, zoals jij en ik.” L.S.W.H
We zaten in het tijdperk van de verplichte legerdienst en de schrijvers van VTK deinsden er niet voor terug om een uitgebreide handleiding te verschaffen over hoe je aan deze legerdienst kon ontsnappen. De eerste editie van dat jaar bevatte wel een bijlage waarin alle studenten met zowel foto als adres waren opgenomen. Als we dat vandaag zouden doen, dan zouden er heel wat bomen moeten worden omgekapt...
1975 In 1975 werd de ‘Kantare’ gehalveerd tot het formaat van ons huidig ‘Bakske’. Nog steeds had elke VTK-post zijn eigen rubriek. Zo schreef Sport elke maand een dringende oproep om de leden te overtuigen mee te lopen in de 24-urenloop, om deel te nemen aan VTK-competities tegen andere kringen zoals Wina, Ekonomika of om het op te nemen tegen residenties als Lerkeveld. “Hoe herken je een oudejaars? • bloeddoorlopen ogen (bier) • zakken onder de ogen (nachtelijke blokker) • buikje (zittend leven) Daartegen is maar één remedie: SPORT.” VTK Sport 1975 De rubriek onthaal vertoonde in die jaren veel gelijkenis met hoe die er vandaag uit ziet. Info over eerste lessen en inschrijvingen, een rondleiding op de campus en in Leuven, tips voor het aankopen van de cursussen (met het kleine verschil dat dit toen niet via de computer maar enkel ter plekke aan Alma 3 kon gebeuren).
Zoals je kan zien was er ook al wat kleur te bekennen in het tijdschrift. De evenementenposters daarentegen waren nog zeer primitief. We lazen tenslotte in “Kantare” dat de fakbar zich toen in de Naamsestraat bevond en dat men 11 BEF voor een pint - maar 100 BEF voor 10 pinten - betaalde. Zonder rekening te houden met de inflatie, zou dit vandaag 2,5 euro zijn!!!
1980 De Ir.Reëel is geboren! In 1980 veranderde het maandelijks tijdschrift van de Vlaamse Technische Kring naar de naam die wij nu kennen: Ir.Reëel. Het boekje werd net zoals vandaag gevuld met wetenschappelijke artikels, kruiswoordraadsels en receptjes, en ook elke post van VTK deed er zijn zegje. Aan het einde van deze terugblik gekomen, kunnen we met zekerheid stellen dat de Ir.Reëel een heleboel transformaties heeft ondergaan zowel wat de inhoud, de naam en vooral het uitzicht betreft. Welke naam, lay-out en inhoud ons boekje binnen nog eens 30 jaar zal hebben, is dus de grote vraag. Wij zijn in elk geval superbenieuwd!
Om af te sluiten maken we nog één laatste sprong terug in de tijd naar de 24-urenloop van 1980. Hoe zagen de resultaten er toen uit? Wat is er veranderd en wat is er hetzelfde gebleven?
24-urenloop Wat er niet is veranderd? Het verschil tussen Apolloon en VTK is verwaarloosbaar. Wat er wel is veranderd? • Niet LBK en Ekonomika maar Lerkeveld en Industria streden om de 3e en 4e plaats op de 24-urenloop! • “Architekten” (sic) liepen apart. Lauren De Meyer
23
Engeneering Education Fast Forward
16-20 September 2013 n Leuven, Belgium
Happy 40th anniversary SEFI
SEFI Annual Conference: First Call for abstracts From the birth of the European Society for Engineering Education – SEFI – in 1973 until now, higher education in general and engineering education in particular have developed in a revolutionary way. During the SEFI 2013 Annual Conference European leaders and innovators in Engineering Education will look back in order to turn the strengths and weaknesses of the last 40 years of engineering education into opportunities. We celebrate a lifetime of SEFI working on a bright future. Delegates from all over Europe and from the world, academic and corporate representatives as well as students will join the SEFI Annual Conference on Engineering Education from September 16th till September 20th 2013 in Leuven. Various topics relating to engineering education will be covered including attractiveness to youngsters, different types of engineering schools, integration of research, specific education and learning concepts, students as key actors in change process, curriculum development, the role of mathematics, physics and biology, language issues, entrepreneurship, internationalisation, internships, interaction with industry, inclusive design, ecodesign, sustainability, ethics, lifelong learning and continuing education, adapted education tools, information and communication technologies, quality assurance and accreditation, diversity and gender issues, employability, …
Full information and abstract submission is now available on the website www.sefi2013.com.
Deadline for submission of abstracts: March 15, 2013 Deadline for submission of papers: May 15, 2013 Early registration deadline: June 30, 2013
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Sigrid Maene, David Maes, Annelies Malfliet, Liliane Pintelon, Patrick Pype, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Anke Van Campen, Yves Willems, VTK-Communicatie
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59