1 Petr.1: 22 – 2: 5 / Hebr. 5: 11 - 14
Houten, 20 maart 2011
Z. Opw. 194 (2x) (U maakt ons éen) Belijdenis van afhankelijkheid Vredegroet van God Z. GK 167 Lezing van Gods Wet Z. Ps. 119:3, 5 Gebed L. 1 Petrus 1: 22 – 2:5 / Hebr. 5: 11-14 Z. Opw. 462 (aan uw voeten, Heer) Kindermoment Z. GK 23 (Uw woord is een lamp) ? T. 1 Petrus .2:2 / Hebr.5:13 Woordverkondiging Z. Ps. 65:1,2,3 Gebed + voorbeden Collecte Z. GK 141 Zegen van God
IN DE KERKDIENST STAAT CHRISTUS CENTRAAL “Psalmen ja, Opwekking nee. Of net andersom. Het is maar aan wie je het vraagt. Als het om liederen gaat die in de kerkdienst worden gezongen, breekt er soms bijna een oorlog uit. In Amerika, waar alles een beetje heftiger aan toegaat dan hier, hebben ze daar de term worship war voor uitgevonden “ (ND 11 febr.2011). Allerlei argumenten worden zowel door de ene als de andere kant gebruikt. Stel je voor: oorlog om de eredienst! Tegelijk zijn heel veel liederen niet meer weg te denken uit de eredienst. De ene generatie is min of meer opgegroeid bij de psalmen op geneefse melodie en liederen uit het Liedboek voor de kerken; de andere heeft daar weinig meer mee, met al die traditionele teksten en melodieën; de liederen uit Opwekking zijn eigentijds en spreken te taal van vandaag. Nog steeds worden er liederen gemaakt en gezongen; van deze tijd. En ook ouderen leren dat waarderen. We hebben in Houten gekozen voor als gemeente in één dienst bij elkaar te komen. In feite is dat wellicht niet zo pragmatisch, maar wel logisch. Want de gemeente van Christus is een vergaarbak. Altijd al geweest. Heel verschillende mensen komen bij elkaar. Klein en groot, oud en jong. Ze worden door de Heer van de kerk bij elkaar gebracht! Het bijzondere daarin is niet dat we het allemaal met elkaar eens zijn, maar dat we van Christus zijn. Daarom is het belangrijk dat we naar elkaar luisteren en dat we meer doen met al die liedculturen die in de kerk zijn ontstaan. Niet tegenover elkaar staan, maar met elkaar in gesprek gaan. Dat willen we straks na de kerkdienst dan ook samen doen. U bent allemaal van harte welkom. Ons uitgangspunt is : IN ELKE KERKDIENST STAAT CHRISTUS CENTRAAL 1. De les van 1 Petrus 2:2 2. De aansporing vanuit Hebr. 5:13
In de samenleving om ons heen is veel veranderd. Je kunt hele verhalen opnoemen als je dat zou willen. Postmodern, modern, ik cultuur… relaties zijn moeilijk, want verbindingen aangaan… hoe doe je dat eigenlijk? Je verbinden aan iemand, aan anderen…? Zeker is dat er de laatste jaren veel meer aandacht is gekomen voor de mens, voor u en voor jou. Individualisering heet dat. Maar laten we niet denken dat dat geldt voor de samenleving om ons heen, want we maken allemaal en stuk voor stuk deel uit van die maatschappij. We ademen allemaal om zo te zeggen, naast de geest van God die ons doorademt, ook de geest van de samenleving om ons heen in. Ook in de kerk is er veel meer aandacht voor het persoonlijke. Is dat anders dan vroeger? Anders wel. Dat is waar. Ik denk dat er toen meer aandacht was voor het gemeenschappelijke, het collectieve. Samen droeg je elkaars lasten. In tijden van ellende was je niet tevergeefs op je buren aangewezen. De sociale controle was groot. Dat had positieve en negatieve kanten. Het IK tijdperk ligt overigens al weer wat achter ons. Ons wordt nu voorgehouden dat we een zorgzame samenleving moeten hebben, omdat als je al te zeer op jezelf gericht bent, er in feite van een samen-leving nauwelijks sprake meer kan zijn. Ook in de Bijbel is veel aandacht voor dat collectieve. In het Oude Testament wordt vaak het hele volk aangesproken; in het Nieuwe Testament worden over het algemeen gemeentes aangeschreven. Dat gemeenschappelijke had en heeft veel in zich. Samen sta je sterk, samen ben je er voor elkaar en krijg je meer voor elkaar. Maar binnen dat geheel is er , juist in de Bijbel – de hele Bijbel door, veel aandacht voor mensen persoonlijk. Micha spreekt de mensen aan: “ je weet, jij, mens die je bent.. wat goed is”. Heel persoonlijk is dat. Je ziet hem bijna de mensen aanwijzen met zijn wijsvinger. Lees je het NieuweTestament dan is bijv. in de evangeliën zo duidelijk te zien hoe persoonlijk Jezus zich richt tot mensen. Er zijn nogal wat ontmoetingen onder vier ogen als Hij mensen opzoekt in hun verlorenheid. Denk aan de gesprekken die hij voerde met een Nicodemus, of met de vrouw uit Samaria. Ja, ook in de kerk is er veel aandacht voor de individuele mens. Het gaat er, met alle nadruk, altijd weer om dat het alleen goed gaat, als Hij in het middelpunt staat, en niet jij. Als je echt beseft wat wat ik net vertelde, betekent, kun je meer aan de kerkdienst hebben. Als je je realiseert dat het daar gaat om Jezus Christus, dan sta je in feite anders in de dingen die daar gebeuren. Ook als het gaat om onze gemeenschappelijk én om onze persoonlijke beleving. Ben je vooral bezig met jezelf, vergeet je dat je samenkomt met allerlei mensen. Verschillend. Dan vergeet je dat het daar niet alleen maar gaat om een persoonlijke beleving, maar dat we samen Christus willen prijzen. Zijn boodschap willen horen. Er zijn voor Hem, om in Hem God te ontmoeten. Wat een wonder: God gaat met ons om! We delen in de zalving van Christus’ Geest, persoonlijk, maar ook samen. Hij, die Geest is in de kerkdienst aan het werk. Niet alleen met de verschillende individuen. Als Petrus zijn brief schrijft, heeft hij mensen op het oog , die overal verspreid in het huidige Turkije, bijeenkomen en zich door God uitverkoren weten (1 Petrus 1:1). Hij schrijft over het nieuwe leven dat gegeven is door Gods geest. Hij trekt conclusies(2:1) die later in zijn brief regelmatig terugkeren: “ontdoe je dus van alles wat slecht is….”. Tegelijk beseft hij ook dat er gemeenteleden zijn die ‘melk’ nodig hebben. Hij trekt de vergelijking met pasgeboren baby’s die een onstuitbare drang tot drinken hebben. Hij schrijft over hen en zegt erbij dat ze nog niet volwassen zijn in het geloof. “ en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt”. Er zijn mensen in de gemeenten in Klein Azië, die God nog niet zo lang kenden en de Heer Jezus Christus evenmin. Hij doet een appel op hen: als je geproefd hebt hoe goed God is, verlang je naar meer van Hem!
Als je al heel lang christen bent en God kent in Jezus Christus; als je om zo te zeggen geen pasgeboren baby meer bent in het geloof, laat dan zien dat je blij bent dat er voor pasgeboren de goede melk is. Dan wil je niet zeggen: “ja maar, daar heb ik niets aan, ik wil stevige kost, hier kom ik niet voor”, nee, zoals je in het gewone leven blij bent dat baby’s nog geen biefstuk hoeven te eten, maar melk kunnen drinken, wees dan blij voor die ander. Blij voor de mensen die nog zoveel groeien moeten in hun geloof. Geen mens zit voor niets in de kerk, je zit er voor de Heer. En voor elkaar. In Gods huisgezin. Met groot en klein. Oud en jong. Geniet als een ander geniet. God heeft nota bene een zwak voor de kleinen in het geloof (Matth.18:10). Je kunt zelfs zeggen: voel je niet te verheven om van díe verschillen te genieten. 2 Maar ook dit geldt: de kleinen hoeven niet te huilen als er een kerkdienst is waarbij stevige kost wordt aangereikt. Vast voedsel. Daarover lees je het een en ander in Hebr. 5, waar eenzelfde vergelijking wordt gemaakt als Petrus doet in zijn eerste brief. Alleen de andere kant op. In de brief aan de Hebreeën wordt de christenen voorgehouden dat ze traag geworden zijn om wat er verkondigd wordt, te begrijpen. “Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad…”. Dat wil ook zeggen dat je je moet ontwikkelen in je kennis en in de toepassing daarvan. Gods Geest is er werkelijk in elke kerkdienst op uit om ons dat te leren. Je bouwt elkaar op, in liefde. Om Christus’ wil. Want het gaat in Gods gezin niet alleen maar om de individuele leden van dat gezin, maar ook om te totaliteit van wie er allemaal bij dat gezin horen. Tegenwoordig kennen we allerlei diensten. Je hoort van jongerendiensten, kinderdiensten, soms zelfs ouderendiensten. Er zijn gastendiensten, aangepaste diensten, laagdrempelige diensten, vriendendiensten. Er zijn vast nog wel meer doelgroepen te bedenken. Al die verschillende vormen geven al de veelkleurigheid weer, maar het gaat wel steeds om diensten. Om Godsdienst. En het woord ‘dienen’ klinkt daar niet voor niets. Wat in de kerkdienst gebeurt klopt lang niet altijd met jouw gevoel. Het stijlgevoel dat je koestert – of juist niet - ; jouw gevoel voor wat eerbied is, of niet hoeft nog niet voor anderen de norm te zijn. Hoe vaak komt het niet voor dat je misschien wel verdrietig naar de kerk komt, terwijl er een dienst is waarin zoveel blijdschap klinkt. Of: je voelt je een gelukkig mens en nota bene gaat de preek over het belijden van je zonden! Het evangelie van Jezus Christus werkt nogal eens storend in ons leven. Maar als Hij ermee geëerd wordt, dan is het toch goed? Daar kom je voor, om Hem te ontmoeten. Het gaat niet om jouw therapie, schreef iemand, maar om zijn liturgie. En als je dat beseft, zul je merken dat je daar beter van wordt. Want Christus is niet ver weg, maar dichtbij. Hij heelt en troost. Waar ben je mee bezig in de eredienst? Christus trekt je steeds weer vandaan bij je zelf. Hij confronteert je met zijn liefde. Daarom mag er van een kerkdienst worden verwacht dat er in de preek en in de liturgie een duidelijke gerichtheid is op een goede uitleg van het Woord van God. Want als je er bij elkaar komt is allereerst de gerichtheid op God van belang. Dat Woord zal het moeten doen. Een preek met veel amusement is daarmee nog geen goede preek en een ‘leuke’ dienst zou wel eens een dienst kunnen zijn, waarin het evangelie lang niet voldoende klinkt. Als je Christus ontmoet, gaat het niet om leuk. Maar er is niets mooiers.
Want Hij, Jezus Christus blijft het centrum. Dat betekent dat we onszelf toewijden aan Hem. Dat we ons ook aan elkaar geven. Hoe je daar zelf aanwezig bent, is heel bepalend voor wat je meeneemt naar huis. Ben je op de Heer gericht of op jezelf? Staat Christus bij jou voorop of je eigen ‘ik’? Trek het nog eens door naar onze kerkdiensten. Naar die ontmoeting met God, in Christus. Zo bijzonder… Heb daarin ook oog en hart voor de ander. In hoe je er zelf aanwezig bent. Denken vanuit je zelf, reageren vanuit jezelf, dat gebeurt nogal eens en voor je het weet.. Bijvoorbeeld:
ik vind dat orgel hopeloos saai… ik zing niet meer mee de diensten duren me te lang; ik drink geen koffie straks ik vind het maar niks, de hele dienst was op de jeugd gericht ik had er niks aan ik ga voor mezelf naar de kerk en niet voor die anderen ik vind dat mensen zo kunnen zeuren ik vind dat de stijl ontbreekt, de eerbied ik blijf thuis als de band speelt; ik blijf thuis als er geen band is.
Maar, als je komt voor de omgang met God, door Jezus Christus, kom je tegelijk voor de omgang met de mensen die bij je zitten. Je komt niet in de kerk om op je eentje God te ontmoeten. Je komt samen. Hij maakt ons één, Hij brengt ons tezamen. Hem eren en aanbidden wij. Iedereen zal deel zijn van uw gezin… Het is de gemeente, het lichaam van de HEER, die omgaat met de Heer in de hemel, die in ons midden is. Zijn Geest werkt in iedereen. Hij is het die ons aan elkaar geeft. Hij brengt wat verschillend is, samen. Hij geeft ons de ogen van Christus, zijn handen, zijn voeten. Hij zet ons aan te bedenken hoe we het voor elkaar zo goed mogelijk doen. Je zet je in om te voorkomen dat er tegenstellingen ontstaan: wars of worship. Als je jezelf niet voorop stelt kun je zeggen: van mij hoeft dit niet zo nodig, maar ik weet dat het voor anderen belangrijk is… laten we het dus doen. God zelf leert ons zelfs van elkaar te genieten. Of: ik vind het wel belangrijk, maar als anderen daarover struikelen, moeten we er nog maar eens goed over denken en bespreken. De Geest zelf zet ons aan tot het werkelijk aanvaarden van elkaar. Groten en kleinen, ouderen en jongeren, traditioneel ingestelde mensen en mensen die daar niets mee hebben… je komt samen om Christus te ontmoeten. Wat een wonder: Hij gaat met ons om en zoekt ons op! Er mag in de dienst ruimte zijn om met elkaar mee te leven, maar niet alleen in de dienst. Als je in de dienst belijdt dat je één bent in de aanbidding van de Heer, geef dat dan ook handen en voeten buiten de eredienst. CHRISTUS CENTRAAL. Levend van zijn genade voor ieder van ons. Wie of wat je ook bent. Dat is onze eredienst ten voeten uit.
STELLINGEN 1. In de kerk zit je voor de Heer, niet voor jezelf 2. Blij zijn voor de ander is wat een christen past 3. Persoonlijke en huiselijke eredienst zou veel meer aandacht moeten krijgen; dat relativeert alle aandacht voor de zondagse erediensten 4. Wie voor zichzelf alleen naar de kerk komt, komt bedrogen uit.