Talentontwikkeling: opbrengstgericht werken met talenten bij BOOR en AWBR
Nieuwsbrief 5
maart 2011
Talentontwikkeling De wereld van de talentontwikkeling is groot en omvattend. Talent is een vlag die vele ladingen dekt. Vaak wordt er onderscheid gemaakt naar excellente talenten (zoals van jeugdschaakster Claudia Grannetia of de veelbelovende Feyenoordspeler Jerson Cabral) en talentontwikkeling voor elk kind. Juist in wijken met een grotestadsproblematiek is het signaleren en ondersteunen van latente talenten van groot belang. Brede talentontwikkeling gaat om talentontwikkeling voor alle kinderen met aandacht voor verschillende talentdomeinen. Talentontwikkeling sluit aan bij de natuurlijke behoefte van kinderen om te ontdekken en te ondernemen. Naast een stimulerende omgeving gaat het daarbij om doorzettingsvermogen en enthousiasme. We benadrukken waar een kind goed in is, om zelfvertrouwen te ontwikkelen en verder te werken aan andere ontwikkelingsterreinen. Talenten zijn evenredig verdeeld over de bevolking, maar in sommige wijken hebben niet alle kinderen evenveel kansen om hun talenten uit te proberen of te ontwikkelen. Er is geen „kant-en-klaar-recept‟ voor talentontwikkeling. Wel weten we dat sommige factoren van belang zijn. Het gaat om de juiste combinatie van voorzieningen, goede voorbeelden, begeleiding en motivatie. En natuurlijk om aanleg, al is hier wel discussie over. Het individuele belang van elke factor is daarbij lastig te meten. Een van de factoren wordt bijvoorbeeld gevormd door bronnen in de buurt, zoals een schakende vader, een trapveldje, een bekende Nederlander of een gepassioneerde leerkracht die Zorro wint. Voor talentontwikkeling geldt zeker „It takes a village to grow a child‟ . Er zijn veel mensen bij talentontwikkeling betrokken: de leerling zelf, de ouders of andere verzorgers, school– en buurtgenoten, een mentor, leraar, tutor, talentcoach, buren en idolen. Op 9 februari, op de werkmiddag van het programma Talentontwikkeling in Rotterdam, hebben we gezien hoe onze scholen initiatieven ontwikkelen en doorzetten om talenten van onze kinderen te (h) erkennen en te stimuleren. Mooie activiteiten die onze kinderen goed doen. Wij zijn trots op onze medewerkers die de natuurlijke behoefte van onze leerlingen om zich te ontwikkelen op verschillende manieren blijven stimuleren. Wim Blok en Anne de Visch Eybergen
PS 1 Teams zien bij hun leerlingen de positieve ervaringen van tutoren en talentcoaches. Graag willen we een groot beroep kunnen doen op studenten, oud-studenten, werkenden en niet-meer-werkenden die, na goede training en met vakkundige begeleiding, leerlingen kunnen ondersteunen bij hun ontwikkeling. PS 2 Graag wijzen we op de recente uitgave van Sardes ‘Alles is talent’. Samen met de voorbeelden en formulieren is deze onder het kopje ‘talentontwikkeling’ te vinden op de site www.sardes.nl. Het is een handreiking talentontwikkeling die gebruikt kan worden om tot activiteiten te komen die passen bij de school, bij de buurt en natuurlijk bij de leerlingen.
SLO onderzoekt tutoraat op onze basisscholen Opbrengstgericht werken met talenten is één van de speerpunten van BOOR. Momenteel zijn zeven basisscholen betrokken bij het programma met een project waarin het model van tutoring centraal staat. Deze scholen hebben tutoren (Pabo-studenten HRO) die extra begeleiding van leerlingen verzorgen, vooral bij taalonderwijs. BOOR heeft de Stichting Leerplan Ontwikkeling in Enschede gevraagd om inhoudelijk betrokken te zijn bij de verdere optimalisering van het tutoring-model in de basisscholen. Dit verzoek is gehonoreerd met een tweejarig project waarin SLO haar inhoudelijke expertise kan inzetten op het terrein van opbrengstgericht werken (met name taal en rekenen) en talentontwikkeling (ondermeer signaleren van talenten, verrijken van het onderwijs). De SLO onderzoekt verschillende vormen van tutoring in de scholen, om verder zicht te krijgen op de meest bruikbare en kansrijke aanpak voor tutoring met het oog op opbrengstgericht werken. Daarbij zijn de volgende vragen relevant: :‟wat is met het oog op talentontwikkeling de beste inzet van tutoren (voor welke leerlingen, voor welke leerdoelen, en met welke leeractiviteiten)? Hoe kan de samenhang bevorderd worden van tutoring met het aanbod in de groep?
Een tweede doel van het
project is om, door middel van onderzoek, praktische suggesties te bieden aan scholen ter verbetering van de inzet van de tutoren en de samenhang tussen de tutoring en het reguliere onderwijs in de groep. Ook denken we aan het ontwikkelen van een generiek kader aan de hand waarvan scholen hun eigen aanpak kunnen positioneren en kunnen reflecteren op mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Dit onderzoeksproject heeft een looptijd van twee kalenderjaren (2011 en 2012). Gezien de opzet van het onderzoek is ervoor gekozen om te starten met kwalitatief onderzoek bij een aantal van de zeven scholen. Hiervoor is inmiddels contact gelegd met de Nelson Mandela, de Wilgenstam, de Klimop en de Plevier. In een latere fase zullen ook de andere drie basisscholen worden betrokken bij het onderzoek. Met de vier genoemde scholen wordt een plan van aanpak opgesteld voor de komende periode. Daarin willen we om te beginnen goed zicht krijgen op hoe tutoring wordt ingevuld in samenhang met het onderwijsaanbod in de school, en daarbij de vragen van scholen inventariseren. We gaan de komende maanden naar deze scholen toe. De resultaten van dit onderzoek koppelen we terug naar de bredere groep scholen. Afhankelijk van de behoefte van scholen wordt het onderzoek daarna verder ingericht. Graag willen we het project definiëren aan de hand van concrete opbrengsten. Wij denken hierbij aan een kijkwijzer met richtlijnen voor een optimale aanpak en invulling van tutoring, en rapportage en publicatie in voor BOOR relevante media. Voor vragen en suggesties, is Annette Thijs, contactpersoon voor SLO, te bereiken op
[email protected], tel. 0534840266. Zij is tevens projectleider van dit project dat deel uitmaakt van het programma Talentontwikkeling.
Implicaties voor het onderwijs Spreid de lesstof:
Nicole Goossens & Jan Engelen Nicole Goossens en Jan Engelen, de twee promovendi van de onderzoeksgroep Cognitie & Leren,
– Geef herhalingen op verschillende dagen.
lieten op 9 februari zien dat ze bezig zijn met
– Laat de kinderen de woorden uit twee of meer lessen oefenen en herhaal dat verschillende dagen. De oefentijd per sessie blijft hetzelfde.
onderzoek naar coherentie en het spacing effect.
– Neem niet meteen na het oefenen een toets af, maar wacht daar minstens een week mee.
van een tekst? Op deze bladzijde zie je drie dia‟s
Letten leerlingen bij het lezen expliciet op tijd en ruimte, en zo ja, helpt dat dan bij het begrijpen uit hun presentatie. Interesse in de hele presentatie, mail dan naar
[email protected].
De Cognitie & Leren-groep is benieuwd naar de vertaling van de oefenprincipes van de Toolbox 1.0 in de klas. Daarom willen ze graag met leerkrachten om de tafel zitten om hun ervaringen en ideeën te bespreken. De groep kan de leerkrachten wellicht van advies voorzien. Deze ervaringen helpen om de Toolbox te verrijken
Niet stampen maar spreiden • Je kunt leerlingen beter meerdere keren kort met dezelfde stof laten oefenen dan één keer lang. Hoe meer je de herhalingen van de stof spreidt in de tijd, des te langer leerlingen de stof onthouden.
met praktisch bruikbare voorbeelden. Er is enthousiast gereageerd op het verzoek of er leerkrachten zijn die hieraan zouden willen meewerken. Om het geheel werkbaar te houden gaat elke school met maximaal drie leerkrachten (of duo's) van start.
Heeft jouw school ook belangstelling?
Laat het tastbaar maken Stap 1: Uitbeelden
‘Ben maakt de bak vast aan de tractor’
Mail de namen en e-mailadressen van de betrokken leerkrachten door naar Nicole Goossens (
[email protected]) De Cognitie & Leren - Groep Jan Engelen Nicole
Stap 2: Inbeelden ‘Ben
maakt de bak vast aan de tractor’
Goossens Samantha Bouwmeester Anique de Bruin Gino Camp Huib Tabbers Peter Verkoeijen
Talentcoaches op het TVO Carina Schlamp (initiatiefnemer en projectleider talentcoaches) en Klaartje de Craene (student en talentcoach) enthousiast over de talentcoaching op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs in Rotterdam. Talentcoaches zijn studenten van de Lerarenopleiding die bovenbouwleerlingen van het VO begeleiden. Om met talentcoach Klaartje te spreken “ze voelt dat ze het verschil heeft gemaakt”. BOOR en de Hogeschool Rotterdam hebben een coachingtraject opgezet voor leerlingen van het TVO. Derdejaars docenten in opleiding van de HRO werken bij hun opdracht “De school als opdrachtgever” als coach van één of twee geselecteerde leerlingen. Het gaat daarbij niet om het geven bij bijlessen voor een vak maar vooral om het aanleren van leerstrategieën. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met het organiseren van hun leertaken (plannen) of weten niet hoe je een groot stuk tekst goed kan leren begrijpen. Misschien hebben ze al een aantal onvoldoende cijfers gescoord en hebben daardoor hun motivatie om te leren verloren. De talentcoaches spreken en begeleiden de leerlingen een keer per week, op school, na of voor de reguliere lessen. De talentcoaches krijgen een training van zeven dagdelen en worden tijdens hun werkzaamheden met de leerlingen zorgvuldig begeleid. Afgelopen half jaar is gebleken dat én de leerlingen uit drie en vier Vmbo én de talentcoaches razend enthousiast zijn en dat de studieresultaten stijgen. De talentcoaches leren en oefenen coachtechnieken, motivatietechnieken en krijgen actuele kennis over hoe leerlingen het beste leren. Talentcoaching is een win-win situatie en een geslaagd initiatief: de leerling haalt betere resultaten door de coaching en krijgt daardoor meer kansen in zijn schoolloopbaan. De student ontwikkelt zichzelf en leert belangrijke vaardigheden om leerlingen effectief te laten leren! Meer weten over het project Talentcoaches? Bel of mail Carina Schlamp,
[email protected] of 0633990272.
De Kunst en de Wetenschap van het Lesgeven Leestip: De kunst en wetenschap van het lesgeven, een evidence-based denkkader voor goed, opbrengstgericht onderwijs. Tien vragen (en antwoorden) om uw lessen sterker te maken. door Robert J. Marzano Goede lessen opbouwen door slim gebruik te maken van wat de huidige wetenschap ons hierover kan leren? Dat kan aan de hand van de tien concrete vragen uit bovenstaand boek dat in geen enkele schoolbibliotheek mag ontbreken. De laatste jaren is aan de hand van onderzoek veel bekend geworden over goed onderwijs. Het lesgegeven zelf is weliswaar geen wetenschap, maar onderzoek vertelt ons wel welke aanpakken de leerlingen het beste kunnen helpen. De leraar bepaalt vervolgens welke aanpakken u met welke leerlingen wilt toepassen en op welk moment. Het boek benadrukt zowel ‘de kunst’ als ‘de wetenschap’ van het lesgeven. Geschikt voor elke leraar met 4– tot 18jarige leerlingen. ISBN 978-94-6118-022-3, Bazalt, 1e druk 2011.
AWBR, UPvA, ORION en Talentontwikkeling Sinds afgelopen september heeft Amsterdam een Universitaire Pabo (UPvA). Er is behoefte aan goed opgeleide leraren met kennis van en grip op grootstedelijke vraagstukken. Daarom wordt het beroepsprofiel gekoppeld aan de dynamiek van onderwijs en opvoeding in de grote stad. In de zomer van 2014 zullen de eerste universitair opgeleide leraren basisonderwijs de UPvA met hun dubbele bachelor en met ULP-competenties verlaten. ULP-competenties zijn die competenties die horen bij de Universitaire Leraren Praktijk. De UPvA is dit jaar gestart met vijftig studenten. Negen eerstejaars lopen stage op scholen van Amsterdam West binnen de Ring. De AWBR en de UPvA willen duurzame partners zijn in het opleiden van universitaire leerkrachten. Elk jaar heeft de UPvA meer stageplekken nodig om het groeiende aantal studenten een professionele werkplek te bieden. AWBR wil hier graag een substantiële bijdrage aan leveren. Volgend schooljaar zullen 7 van de 17 basisscholen studenten van de UPvA in school hebben. De andere 10 scholen hebben PABO-studenten. In het totaal vinden ruim 80 studenten bij AWBR een goede leer-en-werkplek. Orion is een landelijk programma, dat zich richt op excellentie en is gestart vanuit het Platform Bèta Techniek. Het is een lerend programma waarin kennisdeling met basisscholen centraal staat. Hierbij is het belangrijk om een zeer divers aanbod van activiteiten te leveren gericht op basisschoolleerlingen. Onderdeel van Orion wordt het wetenschapsknooppunt Amsterdam (WKA). Dit is een duurzaam regionaal samenwerkingsverband tussen de universiteit en minimaal 20 basisscholen. Het WKA Wetenschap & Techniek vat de term excellentie breed op. Het is het stimuleren van de nieuwsgierigheid en leergierigheid van basisschoolleerlingen met de gedachte dat wetenschap wordt bedreven vanuit nieuwsgierigheid. AWBR heeft zich aan het WKA verbonden. De UPvA heeft het penvoerderschap en een projectinvulling gemaakt. Deze bestaat uit publieksactiviteiten, basisschoolactiviteiten en professionalisering van docenten. Elke school waar UPvA-studenten worden opgeleid is daarmee betrokken bij het WKA. De UPvA voert wetenschap & techniek als speerpunt in het curriculum in, met als uitgangspunt: 'Hoe maak je onderwijs van bestaand aanbod?' Van belang daarbij is dat er niet persé iets nieuws op de scholen ontwikkeld moet worden, maar dat bestaande activiteiten en materiaal in overleg samengeknoopt worden. De stagescholen werken met bestaande modellen en de stagiaires ontdekken en ontwikkelen samen het best werkende model. Het uitgangspunt is onderzoekend en ontwerpend leren.
Bekijk de site : http:/ www.orionprogramma.nl/
Leonardoscholen BOOR in WKK Rotterdam Ook Rotterdam heeft, sinds dit schooljaar, een Wetenschapsknooppunt. Dit is een regionaal samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit, BOOR, andere basisscholen uit de regio Rotterdam-Rijnmond, de PABO van de Hogeschool Rotterdam en het Natuur Historisch Museum Rotterdam. De partners van het Wetenschapsknooppunt ontwikkelen samen een inhoudelijk onderwijsarrangement met lesprogramma's en professionaliseringsactiviteiten. Uitgangspunt is een wisselwerking tussen leerlingen, studenten, onderzoekers, pabo-studenten en leerkrachten. Ze wisselen expertise uit, volgen workshops en colleges en doen onderzoek. Thema‟s zijn filosofie, geneeskunde en gezondheid en psychologie. Het Wetenschapsknooppunt EUR richt zich in eerste instantie op de extra getalenteerde leerlingen in zogenaamde Plusklassen en Leonardo-afdelingen. Christel Wieman, projectleider namens BOOR, heeft meegeschreven aan de invulling van het programma van het WKP. BOOR participeert met haar vijf Leonardoscholen en met enkele Plus-klassen in het knooppunt. Ruim honderd leerlingen van deelnemende basisscholen uit Rotterdam volgen de komende tijd de lessenreeks 'Lenig worden in je hoofd' van het onderwijsarrangement Filosofie. Op 22 februari was de aftrap met een openingscollege op campus Woudestein. Die middag werd kinderen verteld over het verschil tussen Filosofie en wetenschap, over hoe je kunt nadenken over hoe de wereld in elkaar en nog veel meer. Duo's van studenten van de Faculteit der Wijsbegeerte en de PABO van HRO voeren de lessen op de scholen uit. Onderdeel van het onderwijsarrangement is verder nascholing voor de leerkrachten van de deelnemende scholen. Naast het participeren in het Wetenschapsknooppunt gaan de teams van de Leonardoscholen van BOOR ook actief aan de slag met de elf leerstrategieën uit de Toolbox 1.0.
Recent nieuws uit Rotterdam •
De bijeenkomst om nieuwe tutoren te werven van 9 maart op de PABO van de HRO was een groot succes. Tutoren, stagebegeleiders en aanstaande tutoren vonden elkaar in een positieve en enthousiaste sfeer. Dit geeft vertrouwen voor veel tutoren in het cursus jaar 2011/2011
•
Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt wil aan de hand van een publicatie laten zien welke culturele dilemma‟s er op scholen spelen en hoe hiermee wordt omgegaan. De proactieve aanpak van BOOR heeft hierbij een rol van betekenis. Het doel van dit onderzoek is om scholen te stimuleren om structureel met dit thema aan de slag te gaan. De planning is dat de publicatie aan het eind van dit kalenderjaar verschijnt in de Praxisreeks van deze organisatie.