Nieuwsbrief, maart 2011
PENSIOENGIDS 2008 1
Nieuwsbrief, maart 2011
Note: please find the English summary on page 9
Algemeen In deze nieuwsbrief informeren wij u over een aantal belangrijke zaken ten aanzien van uw pensioenfonds. De volgende onderwerpen komen aan bod: • • • • • • • •
De financiële positie van het fonds per 31 december 2010 Voorwaardelijke toeslag niet actieven en voorwaardelijke verhoging pensioenen voor actieve deelnemers Het bestuur aan het woord, introductie van de secretaris Uitleg van de nominale en reële dekkingsgraad Stijging levensverwachting Rechtzaak tegen State Street in de Verenigde Staten www.mijnpensioenoverzicht.nl Uniform pensioenoverzicht premievrije deelnemers
De financiële positie van het fonds per 31 december 2010 Per 31 december 2010 bedroeg de nominale dekkingsgraad 124% tegenover eveneens 124% per eind 2009. Ondanks een vermogensstijging van rond de € 30 mln. bleef de dekkingsgraad gelijk, omdat de verplichtingen ook zijn gestegen. Dit is het gevolg van de lagere rente en een extra reservering als gevolg van de verwachting dat Nederlanders en dus vermoedelijk ook onze deelnemers gemiddeld langer leven. De gepresenteerde cijfers per eind december 2010 zijn zonder toekenning van toeslagverlening. De cijfers zijn nog niet beoordeeld door een externe actuaris of accountant. De reële dekkingsgraad bedraagt per 31 december 2010 83%. De reële dekkingsgraad vormt de basis bij het besluit van het bestuur over toeslagverlening van niet actieven.
Voorwaardelijke toeslag niet actieven van 0,21% en voorwaardelijke verhoging pensioenen van actieve deelnemers Het bestuur van het pensioenfonds bekijkt jaarlijks of de financiële positie van het pensioenfonds per 31 december voldoende is om de voorwaardelijke toeslag voor niet actieven* en de voorwaardelijke verhoging van pensioenen van actieve deelnemers toe te kennen. a. Voorwaardelijke toeslag niet actieven De maatstaf voor de voorwaardelijke toeslagverlening is de reeks - CPI alle Huishoudens afgeleid over de periode van oktober 2009 tot en met oktober 2010. Afgelopen jaar kwam de volledige maatstaf overeen met 1,38%. Volgens het toeslagenbeleid en de grondslagen van het pensioenfonds geeft de financiële positie per 31 december 2010 de mogelijkheid tot het toekennen van een voorwaardelijke toeslag van 0,21%. Het bestuur heeft daarom besloten uw pensioen per 1 januari 2011 met 0,21% te verhogen. Gepensioneerden ontvangen in maart 2011 naast de verhoogde pensioenuitkering een nabetaling van de toeslag over de maanden januari en februari. * Onder ‘niet actieven’ wordt verstaan: pensioengerechtigden, gewezen deelnemers, ex-partners met een bijzonder partnerpensioen en arbeidsongeschikten.
3
Nieuwsbrief, maart 2011
b. Voorwaardelijke verhoging pensioenen van actieve deelnemers Het bestuur van het pensioenfonds heeft besloten om de individuele verhoging van het pensioengevend salaris van de actieve deelnemers ook over de achterliggende deelnemersjaren toe te kennen. Dit wordt ook wel de “back-service” genoemd. Heeft u pensioenaanspraken van een andere pensioenuitvoerder overgedragen aan ons pensioenfonds? Dan geldt de voorwaardelijke verhoging ook voor deze overgedragen pensioenaanspraken. Op pagina 12 vindt u de wettelijk voorgeschreven tekst over ons toeslagenbeleid.
De secretaris van het bestuur In de vorige nieuwsbrief hebt u kennis gemaakt met de voorzitter van het bestuur, Erik Korthals Altes. Nu is het woord aan de secretaris van het bestuur: “Mijn naam is Jaap Holkeboer. Ik ben 58 jaar, getrouwd met Yvonne en woonachtig in Noorden, gemeente Nieuwkoop. “Werkende” Golden Retrievers spelen een hoofdrol in ons prive leven. Ik ben in april 1972, naast m’n studie bedrijfskunde, bij (de) Turmac aan het werk gegaan. Later werd dat vanzelf Rothmans en vandaag de dag BAT. Ik heb veel jobs in Zevenaar en in Amsterdam/Amstelveen gehad en ben op dit moment Trade Insights Executive binnen de afdeling Strategic Planning & Insights (SP&I) van de tegenwoordige Benelux-organisatie BAT BNLX in Amstelveen.
4
Naast m’n gewone werk zit ik al bijna 25 jaar in de OR; de laatste 20 jaar wel zo’n beetje als voorzitter. Dat is wellicht ook de reden dat ik in het bestuur van het Pensioenfonds zit. Je hebt van die mensen die “overal in zitten”, mensen die “zich graag met de gang van zaken bemoeien”; Ik ben er ook wel zo een en ik vind ’t leuk. Jaren geleden bezocht ik al wel eens de deelnemersvergaderingen, waarvan er altijd een in Zevenaar en een in Amsterdam werd gehouden. Ik ging ernaar toe om het bestuur een hart onder de riem te steken en wat oud-collega’s te ontmoeten; van pensioenen had ik niet veel verstand. Let wel “had”, want dat is nu wel anders. Wat is er gebeurd? Je kent dat wel, een van de vertegenwoordigers van de actieve deelnemers was opgestapt uit het bestuur en er kwam een oproep langs om je kandidaat te stellen. Ik verwachtte dat de animo niet groot zou zijn en dat als anderen een paar pensioenfondsvergaderingen per jaar kunnen doorstaan, dan zou ik dat toch ook kunnen; daarnaast achtte ik mijzelf kansrijk in eventuele verkiezingen, want via de OR heb ik vast al een aardige achterban. Zover is het allemaal niet gekomen. Er was weliswaar nog een kandidaat tevoorschijn gekomen, maar er was plots nog een plaats in het bestuur beschikbaar. Geen verkiezingen dus, maar wel gelijk stapels papieren, die ingevuld moesten worden om De Nederlandsche Bank (DNB) in de gelegenheid te stellen mijn achtergrond eens goed uit te spitten, want niet elke willekeurige ……. moet denken zomaar in het bestuur van een Pensioenfonds te kunnen stappen. En dan zijn we er nog lang niet, want na de goedkeuring door DNB, begonnen de opleidingen. Wekenlang een paar dagen per week naar Wolfheze en weer stapels papieren. Leuk hoor en erg leerzaam, maar wat komt er ongelofelijk veel bij kijken. Toch heb ik ’t kennelijk aardig gedaan, want vrij snel na m’n toetreding tot het bestuur in februari/maart 2009 werd aan mij de functie van Secretaris overgedragen.
Nieuwsbrief, maart 2011
Door mij in de materie te verdiepen en gezien de verdere samenstelling van het bestuur en niet te vergeten ons Pensioenbureau is het ook steeds interessanter geworden mijn rol binnen het bestuur te spelen. Het zijn soms spannende tijden, maar wij weten ons er met elkaar gelukkig aardig goed doorheen te slaan.”
Uitleg van de nominale en reële dekkingsgraad Wat is het verschil tussen nominale en reële dekkingsgraad? Bij uw pensioenfonds is bekend hoeveel er de komende 80 jaar aan toegezegde pensioenen betaald moet worden. Deze pensioenen moeten op basis van de huidige rentestand worden omgerekend tot een huidige waarde van de toekomstig uit te betalen pensioenen. Deze huidige waarde wordt de nominale verplichtingen genoemd. De berekening van deze nominale verplichtingen is eigenlijk het omgekeerde van het ontvangen van rente op uw spaarrekening. Als u nu € 100,- op uw spaarrekening zet en de rente bedraagt 4% per jaar, dan heeft u na 1 jaar € 104,-. Dit kunnen we ook omdraaien, als u volgend jaar € 104,moet betalen en de rente bedraagt 4% per jaar, dan hoeft u nu maar € 100,- op uw spaarrekening te storten. Het bedrag dat u nu op uw spaarrekening moet storten is te vergelijken met de waarde van de nominale verplichtingen bij het pensioenfonds. Als u over 2 jaar € 104,- moet betalen en de rente bedraagt 4% per jaar, dan hoeft u nog maar € 96,- op uw spaarrekening te zetten. Hoe meer tijd u heeft voordat u € 104,- moet betalen, hoe minder u nu op uw bankrekening hoeft te zetten. Dit geldt ook voor het pensioenfonds. De pensioenen die dit jaar en de komende 80 jaar moeten worden uitbetaald, worden met de huidige rentestand omgerekend tot de nominale verplichtingen. Maar wat gebeurt er als de rente daalt? Als we uitgaan van een rente van 1% per jaar en u moet over 2 jaar € 104,- betalen, dan moet u nu € 102,- op uw spaarrekening storten. Oftewel, hoe lager de rente hoe meer u nu op uw spaarrekening moet zetten om over 2 jaar € 104,- te kunnen betalen. Voor een pensioenfonds betekent een lagere rente dat de nominale verplichtingen hoger worden. Als de nominale verplichtingen zijn berekend, dan kan de nominale dekkingsgraad worden bepaald. Deze nominale dekkingsgraad wordt bepaald door de waarde van de huidige middelen te delen door de waarde van de nominale verplichtingen. Stel dat de huidige middelen € 120,waard zijn en de nominale verplichtingen zijn € 100,- dan is de nominale dekkingsgraad € 120,- / € 100,- = 120%. Hoe zit het nu met de reële verplichtingen en de reële dekkingsgraad? Uw pensioenfonds streeft er naar om uw pensioen aan de inflatie aan te passen (zie voorwaardelijkheidsverklaring en toeslagen label op pagina 12 van deze nieuwsbrief). Wij spreken van een reëel pensioen als rekening wordt gehouden met het effect van inflatie. Laten we weer een voorbeeld bekijken. Stel de verwachte inflatie bedraagt 2% en u moet over 1 jaar € 104,-
5
Nieuwsbrief, maart 2011
plus 2% inflatie over € 104,- betalen. Dan moet u volgend jaar € 106,- betalen. Als de rente 4% bedraagt dan zal, rekening houdend met 1 jaar verwachte inflatie, nu € 102,- op de spaarrekening moeten worden gestort. Dit is € 2,- hoger dan wanneer er geen rekening gehouden wordt met de verwachte inflatie (zie eerste voorbeeld). Het pensioenfonds berekent, op basis van de verwachte inflatie, de waarde van de pensioenen inclusief eerder genoemde inflatie. Daarna wordt aan de hand van de rente de huidige waarde van deze pensioenen inclusief alle toekomstige inflatie omgerekend tot de reële verplichtingen. Hoe hoger de verwachte inflatie, hoe groter het verschil tussen de nominale en reële verplichtingen. Om de reële dekkingsgraad te berekenen moet de waarde van de huidige middelen gedeeld worden door de waarde van de reële verplichtingen. Stel de reële verplichtingen bedragen € 150,- en de huidige middelen zijn € 120,- waard. Dan bedraagt de reële dekkingsgraad: € 120 / € 150 = 80%. De reële dekkingsgraad geeft dus aan of de huidige middelen voldoende zijn om de pensioenen inclusief alle toekomstig te verwachten inflatie te kunnen betalen.
6
Deze reële dekkingsgraad wordt als basis genomen bij het besluit van het bestuur over toeslagverlening in enig jaar. Het gaat hier dan om het aanpassen van de pensioenen aan de werkelijke inflatie. Deze wordt gemeten volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde Consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI - Alle Huishoudens (afgeleid) en heeft betrekking op de periode oktober tot en met oktober van het voorafgaande jaar. Het bestuur heeft een tabel opgesteld waarin wordt weergegeven bij welke reële dekkingsgraad welke toeslag wordt verleend (hier zijn geen rechten aan te ontlenen, het verlenen van toeslagen blijft een bestuursbesluit!). Deze tabel noemen wij de toeslagenstaffel en ziet er als volgt uit:
Hoogte reële dekkingsgraad
Toeslag mechanisme
< 80%
Geen toeslag
Tussen 80% - 100%
Gedeeltelijke (lineaire) toeslag
> 100%
Volledige toeslag
> 100%
Toeslag achterstanden inhalen, van de voorgaande 10 jaar, zolang de reële dekkingsgraad boven de 100% blijft
Een eventuele toeslag bedraagt maximaal de stijging van het hiervoor genoemde Consumentenprijsindexcijfer en bedroeg voor 2010 1,38%.
Nieuwsbrief, maart 2011
Bij elk procent dekkingsgraad boven de 80%, zal 5% van de totaal vastgestelde toeslag worden verleend. Dus: bij een reële dekkingsgraad van 83%, de situatie per 31 december 2010, wordt een toeslag verleend van 3x5= 15% van het Consumentenprijsindexcijfer. Bij een Consumentenprijsindexcijfer van 1,38% bedraagt de toeslag dan 0,21%.
Stijging levensverwachting Voor het nominaal pensioen zijn tijdens dienstverband premies betaald. Bij de berekening van de premies moest een voorspelling worden gedaan over het aantal jaren dat het pensioen vanaf de ingangsdatum moet worden uitgekeerd. Deze voorspelling wordt door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerd en elke vijf jaar of vaker als dat nodig is opnieuw uitgevoerd. Eind augustus 2010 heeft het AG nieuwe voorspellingen gepubliceerd. Ten opzichte van de laatste voorspellingen uit 2005 is de gemiddelde levensverwachting van een mannelijk kind van ‘0 jaar’ met 3,0 jaar gestegen (3,0 jaar voor een vrouwelijk kind). Voor een 65-jarige man is de gemiddelde levensverwachting met 2,4 jaar gestegen tot 84,6 jaar (2,5 jaar voor een 65-jarige vrouw tot 88,8 jaar). Pensioenfondsen moeten voor het berekenen van de waarde van toekomstig uit te betalen pensioenen een schatting maken van de levensverwachting. Langer pensioen uitkeren betekent dat de waarde van de toekomstig uit te betalen pensioenen hoger wordt. Per jaareinde 2009 heeft het pensioenfonds al rekening gehouden met een stijging van 3,84% van de waarde van de toekomstig uit te betalen pensioenen. De uiteindelijk gepubliceerde voorspellingen komen uit op een extra stijging van 1,36% (totaal 5,2% per jaareinde 2009). Het pensioenfonds heeft sinds september 2010 met de stijgende levensverwachting rekening gehouden bij het berekenen van de dekkingsgraad. Omdat de levensverwachting is gestegen heeft het bestuur besloten de flexibiliserings- en uitruilfactoren per 1 januari 2011 opnieuw vast te stellen in plaats van per 31 december 2012. Op www.pensioenfondsbat.nl vindt u hierover meer informatie.
Rechtszaak tegen State Street in de Verenigde Staten In onze vorige nieuwsbrief (september 2010) bent u geïnformeerd over de rechtszaak die uw pensioenfonds heeft aangespannen tegen de Amerikaanse vermogensbeheerder State Street. State Street heeft het eigendom van de beleggingen in een van de beleggingsfondsen zonder medeweten van het pensioenfonds overgedragen aan de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers. In deze procedure zijn reeds verschillende stappen doorlopen. Het is de verwachting dat de afronding van deze rechtszaak niet eerder dan 2012 zal plaatsvinden. Gedurende de rechtszaak kunnen over de inhoudelijke aspecten geen mededelingen worden gedaan.
www.mijnpensioenoverzicht.nl In januari is de website mijnpensioenoverzicht.nl gelanceerd. Op deze site kunnen actieve en gewezen deelnemers zien hoe zij ervoor staan met hun pensioen en AOW. En wat hun nabestaanden krijgen als zij zouden overlijden. De website geeft alleen informatie over AOW en pensioenen die nog niet uitgekeerd worden. Als u al met pensioen bent heeft het bezoeken van deze website voor u geen zin. De site geeft namelijk geen informatie over uw huidig pensioen of huidige uitkeringen. Om toegang te krijgen tot deze website moet u de beschikking hebben over de van overheidswege verstrekte DigiD code. Op www.pensioenfondsbat.nl vindt u meer informatie over dit onderwerp.
7
Nieuwsbrief, maart 2011
Uniform pensioenoverzicht premievrije deelnemers In december 2010 zijn de uniforme pensioenoverzichten voor premievrije deelnemers verzonden (gewezen deelnemers en ex-partners met een bijzonder partnerpensioen). De premievrije deelnemers ontvangen 1 keer in de 5 jaar een overzicht. Het volgende overzicht wordt dus in 2015 verzonden. De meest recente stand van de pensioenaanspraken voor gewezen deelnemers kan echter wel jaarlijks geraadpleegd worden via www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Met vriendelijke groet, Stichting Pensioenfonds British American Tobacco
R.H. Pennings Manager Pensioenfonds
8
Summary Pensions Newsletter March 2011
In this newsletter we would like to inform you on the following topics: • • • • • • • •
Financial position of the fund as per 31 December 2010 Conditional indexation for participants Introduction of the Secretary of the Pension Fund Coverage ratio’s of the Pension Fund Longevity Court case against State Street in de US www.mijnpensioenoverzicht.nl Pension statements
Financial position of the fund as per 31 December 2010 The financial positions of pension funds in The Netherlands triggered a high level of media attention. As per 31 December 2010 our fund reported a coverage ratio of 124% in nominal terms, which is similar to the end position in 2009. An increase in assets of around € 30 mln has been fully offset by higher liabilities. Liabilities grew as a consequence of a decline in interest rates and an additional provision for higher life expectancy. The figures presented are without compensation for indexation, and need final confirmation from our actuary and auditor. As per 31 December 2010 our fund reported a coverage ratio of 83% in real terms.
Conditional indexation for participants Yearly the Board assesses the financial position of the fund in light of granting potential indexation for active and inactive participants of the fund. The active population consists of current employees of contractually related BAT entities in The Netherlands. a. Conditional indexation inactive population The consumer price index over the period October 2009 till October 2010 has been determined at 1.38% and is the basis for potential indexation. Applying the indexation matrix in place resulted in a partial compensation of 0,21%. The board has decided to grant this percentage and pensioners will receive this increase in March 2011 retro-actively as from 1 January 2011. b. Conditional indexation for participants currently employed by BAT The Board has decided to grant full indexation to this group, covering the 2010 increase of the individual’s pensionable salary including past service years (“past service”). In case you have transferred pension entitlements from previous employers, this portion is also eligible for indexation.
Introduction of the Secretary of the Pension Fund: Jaap Holkeboer Jaap is 58 years old and started his career with Turmac some 38 years ago. He fulfilled many roles in both Zevenaar and Amsterdam/Amstelveen and currently Jaap is Trade Insights Executive in the Strategic Planning and Insights team of BAT Benelux. Next to his ‘normal’ job, Jaap has played an important role in the works council, the last twenty years as chairman. His desire to be part of ‘everything’ is probably the main driver for Jaap to also join the board of the pension fund. His first experiences with the fund were the annual participant meetings, in which Jaap always supported the members of the board for their hard work. It also gave him the opportunity to meet old colleagues. Looking back in time he states: “my knowledge of pension matters was fairly limited at that time, but that has changed drastically. After the official application for the board role
9
Summary Pensions Newsletter March 2011
and approval by De the Nederlandsche Bank, a series of trainings, seminars, etc. started immediately. I was chosen Secretary soon after I joined the board. Exploiting my study efforts together with the expertise of the board and the pension desk made my contribution worthwhile”. Jaap’s concluding remark in this context is: “These are tough times for a Pension Fund, but we seem to survive reasonably well”.
Coverage ratio’s of the Pension Fund Building on the last article on the investment strategy of the Fund (September 2010) we will explain the difference between managing a coverage ratio in nominal terms versus a coverage ratio in real terms.
10
For the coming 80 years, the Pension Fund knows the financial pension commitments that have been made to the participants (future cash outflows). To calculate the current value of these commitments, the anticipated cash flows need to be discounted at current interest rates. This current value is defined as the funds liabilities in nominal terms. When the interest rates are decreasing over a certain period of time, as we have seen recently, the discounted value of the liabilities will increase and vice versa. Calculating the current value of the liabilities as a percentage of total assets will generate the fund’s coverage ratio in nominal terms at a certain moment. To end up with a value of the liabilities or coverage ratio in real terms, inflation needs to be accounted for. As the fund has the ambition to compensate for inflation, future cash flows are adjusted for expected developments in inflation over time. Discounting these ‘new’ cash flows at current interest rates will result in a current value of the liabilities in real terms. Comparing this value with the current value of the assets will generate the coverage ratio in real terms. To give an indication of the dimension of the impact of inflation, our coverage ratio in real terms is currently around 80% versus a coverage ratio of 120% in nominal terms. If this coverage ratio in real terms would be above 100%, it means that the existing assets are sufficient to pay out future pension payments, incl. an annual correction for (expected) inflation. Yearly the Pension Fund Board decides on granting an inflation correction (so called indexation). This indexation is based on actual inflation measured by CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) – CPI index. The base for deciding on indexation is a matrix, which defines what level of indexation can be granted depending on the fund’s actual coverage ratio in real terms at a certain moment:
Coverage ratio in real terms < 80% Between 80% - 100%
Indexation mechanism
No indexation Partial (lineair) indexation
> 100%
Complete indexation
> 100%
Complete indexation and deferred indexation over last 10 years if applicable, as long as coverage ratio remains above 100%
Summary Pensions Newsletter March 2011
Longevity During employment of a person with BAT, premiums have been paid on an annual basis to fund future pension payments to this individual. The calculation of the height of the premiums includes a prediction of expected average lifetime and consequently of the years that an individual will receive a pension after his/her retirement. These forecasts are performed by AG (Actuarieel Genootschap), and revised with a 5 year interval or earlier if deemed necessary. At the end of august 2010, AG has published its new forecasts and compared to the old estimations, the average life expectancy of a new born has increased by 3.0 years for males and 3.0 years for females. Additionally, the average life expectancy of a 65 year old male increased by 2.4 years compared to 2.5 years of a 65 year old female. The Pension Fund needs to incorporate these revised actuarial assumptions in determining of its future pension payments, resulting in a 5.2% increase of its total pension liabilities as per 31 December 2009. As per September 2010 these new longevity tables have been implemented.
Court case against State Street in de US In our latest newsletter dated September 2010 you have been informed on the court case the Pension fund initiated against State Street. Without our knowledge State Street transferred ownership of certain investments to Lehman Brothers. We have already passed certain stages in the trial and we expect final conclusion not to take place before next year. During the course of the court case no statements will be made regarding the content of the dispute.
www.mijnpensioenoverzicht.nl In January 2011 this site was launched and on this site those who are not yet entitled to a pension can find the individual pension situation, including state pension. Additionally, they are informed about the financial consequences for their relatives in case they die. Please note that in order to log in you need to have a government provided code, the DigiD code. For more details visit www. pensioenfondsbat.nl.
Pension statements In December 2010 former employees and ex-partners with pension entitlements received this pension overview, mentioning their current entitlements. This group will receive such an overview only on a five year basis, but consultation of the website mentioned before will generate financial positions in intermediate years. This English text is a summary and a translation of the original Dutch text, which is leading.
11
Toeslagenbeleid Deze tekst is wettelijk voorgeschreven. Voorwaardelijke verhoging pensioenen van actieve deelnemers Kunt u met uw pensioen in de toekomst evenveel kopen? Zolang u werkt bouwt u ieder jaar pensioen op. Dit noemen we het opgebouwde pensioen. Uw opgebouwde pensioen groeit mee met de stijging van uw loon voor zover en zolang de financiële middelen van het pensioenfonds dat toelaten. Groeit het opgebouwde pensioen in een jaar niet mee? Dan streeft het pensioenfonds ernaar om dat later in te halen als de financiële middelen dat in de toekomst, binnen tien jaar, wel toelaten. Hoeveel pensioen u krijgt als u stopt met werken, wordt in principe gebaseerd op het loon dat u vlak daarvoor per 1 januari van dat jaar heeft ontvangen. Let op: indien uw opgebouwde pensioen in het verleden in een jaar niet is meegegroeid, zal het pensioen niet volledig gebaseerd zijn op het loon dat u vlak voor het stoppen met werken ontving. Voorwaardelijke toeslag ingegane pensioenen, premievrije pensioenen, bijzonder partnerpensioen en premievrij voortgezette pensioenen bij arbeidsongeschiktheid Stichting Pensioenfonds British American Tobacco probeert ieder jaar de pensioenrechten en pensioenaanspraken van pensioengerechtigden, ex-partners, arbeidsongeschikten en personen die uit dienst zijn te verhogen met de prijsontwikkeling.
12
De pensioenrechten en pensioenaanspraken van pensioengerechtigden, ex-partners, arbeidsongeschikten en mensen die per 31 december 2010 uit dienst zijn, zijn per 1 januari 2011 met 0,21% verhoogd. Het pensioenfonds heeft de hierboven genoemde pensioenrechten de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: - Over 2010 met 0,40%. De prijzen gingen toen met 0,40% omhoog. - Over 2009 met 0,00%. De prijzen gingen toen met 2,53% omhoog. - Over 2008 met 1,48%. De prijzen gingen toen met 1,48% omhoog. Stichting Pensioenfonds British American Tobacco betaalt de toekomstige verhogingen van de pensioenrechten uit beleggingsrendement. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. De linkerkant geeft een beeld van de verwachte stijging van de prijzen (deze is voor alle pensioenfondsen gelijk; 2%). Het midden geeft een beeld van de gemiddeld verwachte aanpassing aan de verwachte stijging van de prijzen over een periode van 15 jaar. De rechterkant geeft een beeld van de verwachte aanpassing aan de verwachte stijging van de prijzen, als het economisch veel slechter gaat dan uw pensioenuitvoerder verwacht.
Stichting Pensioenfonds British American Tobacco Handelsweg 53a 1181 ZA Amstelveen
Correspondentieadres Postal address Postbus 8089 1180 LB Amstelveen
Telefoonnummer +31 20 540 6416 Fax +31 20 540 6419