Handout
HBO Informatiebijeenkomst
Colofon Auteurs
Rogier de Beijer Stefanie Straeter
Eindredactie
Ine van Amstel
Uitgave
juni 2011
Contactinformatie
Stichting KTNO Gedempte Gracht 45 5611 DL Eindhoven www.ktno.nl
[email protected]
Disclaimer
Niets van deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
2!
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Terminologie 1. Onderwijsstructuur Nederland 2. MBO opleiding 3. MBO/HBO niveau 4. Associate Degree 5. BaMa-structuur 6. HBO bachelor 7. HBO master 8. WO 9. Post-initieel onderwijs 10. National Qualification Framework 11. Dublin Descriptoren 12. ECTS 13. EVC-procedure 14. ErVaringsCertificaat 15. Civiel effect
blz. 4
Hoofdstuk 2
Beleid UVIT
blz. 8
Hoofdstuk 3
Optie 1a: HBO Bachelor in gezondheidszorg
blz. 10
Hoofdstuk 4
Optie 1b: een EVC-traject
blz. 11
Hoofdstuk 5
Optie 2: voor psychosociale sector
blz. 13
Hoofdstuk 6
Optie 3: scholing met HBO medische basiskennis
blz. 14
Hoofdstuk 7
Slotwoord
blz. 16
Hoofdstuk 8
Bronvermelding
blz. 17
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
3!
1.
Terminologie 1. Onderwijsstructuur Nederland Het onderwijs in Nederland valt onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het onderwijs in Nederland bestaat uit Basisonderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Onderwijs, Hoger Onderwijs en Post-initieel onderwijs.
2. MBO opleiding Een opleiding Middelbaar BeroepsOnderwijs (MBO) bestaat uit niveau 2, 3 of 4: Niveau 1 staat voor assistent beroepsbeoefenaar Niveau 2 staat voor basisberoepsbeoefenaar (uitvoeren van werkzaamheden) Niveau 3 staat voor vakfunctionaris (volledig zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden) Niveau 4 staat voor middenkaderfunctionairs (volledig zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden met een brede inzetbaarheid door specialisatie) 3. MBO/HBO niveau Naast de landelijk erkende MBO-, HBO- en WO-opleidingen, zijn er in Nederland ook veel opleidingen op MBO en HBO-niveau. Dit wilt zeggen dat de opleiding (nog) niet is gecertificeerd door één van de daarvoor bevoegde instanties (MBO) of geaccrediteerd door NVAO (HBO en hoger). Hierdoor is het opleidingsniveau van de opleiding nog niet gewaarborgd conform de eisen van de overheid.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
4!
4. Associate Degree Een hogeschool kan binnen een geaccrediteerde HBO-bacherloropleiding een tweejarig Associate Degree programma aanbieden. Studenten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, krijgen de graad Associate Degree. Het Associate Degree wordt vanaf 2011 definitief ingevoerd en heeft als doel het gat te vullen tussen een MBO- en een vierjarige HBO bacheloropleiding. Na het behalen van het Associate Degree kunnen zij instromen in de volledige bacheloropleiding, waardoor ze alsnog een Bachelor Degree kunnen behalen. De 2 opleidingen die binnen de zorgsector een Associate Degree aanbieden zijn: HBO Management in de Zorg en HBO Praktijkondersteuner in de Zorg. 5. BaMa (Bachelor/Master) structuur De BaMa–structuur verdeeld het hoger onderwijs in een bachelorfase en een masterfase. In het hoger beroepsonderwijs (HBO) duurt een bachelor 4 jaar, in het wetenschappelijk onderwijs (WO) 3 jaar. De masterfase komt na de bachelorfase en duurt zowel in het HBO als in het WO minimaal 1 jaar. De bachelor- en mastertitels zijn niet beschermd en kunnen daardoor door iedereen worden gebruikt. Omdat erkenning van de opleiding door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belangrijk is voor nationale en internationale erkenning, raad men aan om te controleren of de opleiding is geaccrediteerd door het Nederlands Vlaams Accreditatie Organisatie (NVAO) en staat geregistreerd bij het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging van opleidingen, waaraan de kwalificatie van bachelor of master is verbonden. Aan opleidingen die niet zijn opgenomen in het CROHO-register, zijn officieel geen graden of titelatuur verbonden. 6. HBO bachelor Een opleiding HogerBeroepsOnderwijs (HBO) bachelor heeft een beroepsgerichte oriëntatie. Dit houdt in dat de opleidingen gericht zijn op het ontwikkelen van vaardigheden die nauw aansluiten op de beroepspraktijk. Voor de toelating tot een HBO bachelor opleiding, wordt minimaal een HAVO of MBO (niveau 4) diploma gevraagd. Ook is er een mogelijkheid om na het 21e levensjaar gebruik te maken van de 21+ regeling. Hierbij is er geen specifieke vooropleiding vereist maar wordt er na afname van een toets bekeken of de persoon in kwestie voldoende niveau heeft om aan de opleiding te kunnen starten.
7. HBO master Een HBO master is een verdieping op een eerder afgeronde HBO bachelor opleiding. Meestal is een afgeronde HBO bachelor opleiding een vereiste om aan de master-fase te kunnen starten. 8. WO Bachelors en masters op WO niveau hebben een wetenschappelijke oriëntatie. Zij bereiden voor op het zelfstandig doen van onderzoek en het oplossen van vraagstukken op wetenschappelijk niveau. Voor toelating tot een WO-bachelor is een VWO-diploma of HBO-propedeuse vereist.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
5!
9. Post-initieel onderwijs De huidige wetgeving kent het onderscheid tussen initieel en post-initieel onderwijs. Dit onderwijs hangt samen met de bekostiging. Initieel onderwijs wordt bekostigd door de overheid, postinitieel in principe niet. Er bestaat geen officiële definitie voor postinitieel onderwijs. Vaak wordt het gedefinieerd als ‘op-, her- en bijscholing voor werkenden en werkzoekenden’. De duur van de opleidingen varieert van een aantal maanden tot maximaal een jaar en worden zowel op reguliere als particuliere instituten aangeboden. Post-initiele opleidingen worden op HBOniveau getoetst en geregistreerd door Stichting Post HBO Nederland (SPHBO), onderdeel van accreditatie-instituut CPION. Hierdoor kan er enige zekerheid van kwaliteit kan worden geboden. Post-HBO is geen beschermde titel. Wel krijgen opleidingen die geregistreerd staan bij SPHBO de ‘titel’ ‘registeropleiding’. 10. National Qualification Framework Na invoering van de BaMa-structuur is besloten dat alle ministers van Onderwijs in Europa verplicht zijn nationale kwalificatieraamwerken op te stellen. De Europese benaming hiervoor is het National Qualification Framework. Hierin worden de kwalificaties beschreven die binnen de drie niveaus van hoger onderwijs (bachelor, master en doctoraat) kunnen worden behaald. Dit geeft de student enerzijds meer inzicht in de kwaliteit van het te behalen niveau en daarnaast heeft de student een internationaal vastgelegde erkenning van elders behaalde studieprestaties. Om deze internationale erkenning te krijgen is het overkoepelende European Qualification Framework opgesteld. Het EQF maakt het mogelijk dat nationale raamwerken met elkaar kunnen worden vergeleken, zodat het internationale niveau blijft gewaarborgd. De kwalificaties en de daaruit voortvloeiende aantoonbare onderwijsresultaten van het EQF zijn afgestemd op de Dublin Descriptoren.
11. Dublin Descriptoren De Dublin Descriptoren beschrijven de onderwijsresultaten in termen van kennis, vaardigheden en competenties. Hierdoor wordt de vergelijkbaarheid van het hoger onderwijs systeem nationaal en internationaal verhoogd. De Dublin Descriptoren indiceren als het ware het niveau (HBO/WO). 12. ECTS In de BaMa-structuur worden studiepunten toegekend op basis van het European Credit Transfer System (ECTS). Dit systeem maakt internationale vergelijking mogelijk. Een studiejaar telt standaard 60 ECTS. Met een HBO bachelor opleiding haal je in 4 jaar tijd 240 ECTS en met een WO bachelor haal je in 3 jaar 180 ECTS. 1 ECT staat voor 28 studie-uren. 13. EVC-procedure EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Een EVC-procedure geeft een
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
6!
beeld van de talenten, kennis en vaardigheden (competenties) van iemand. Deze kan hij verworven hebben op school, op het werk, thuis of door het beoefenen van hobby’s. Als u besluit een EVC-traject in te gaan, bespreekt u eerst welke ervaring voor uw toekomst van belang is. Daarna verzamelt u alle bewijzen van uw kennis en ervaring in een portfolio. Een assessor bekijkt dit vervolgens en zal dit beoordelen tijdens een assessment. De assessor legt daarbij uw kennis naast een standaard (een soort meetlat) en hier krijgt u vervolgens een ervaringscertificaat van. Een EVC-traject kan worden aangeboden door onderwijsinstellingen, kenniscentra of gespecialiseerde (commerciële) bureaus. De aanbieders moeten altijd zijn gecertificeerd door een door overheid bevoegde instantie. 14. ErVaringsCertificaat De gemeten kennis bij een EVC-traject wordt vastgelegd in een ervaringscertificaat. Dit is geen diploma maar een soort ‘foto’ van alles wat je op dit moment kan en weet. Indien gewenst kan de EVC-rapportage leiden tot erkenning van een deelcertificaat of zelfs een volledig diploma. 15. Civiel effect Meestal is het civiel effect (de uitwerking) van een EVC erg belangrijk. Dit civiel effect heeft betrekking op de rechten (bijvoorbeeld toelating tot beroepsgroepen, toelating tot opleidingen, inschaling binnen een CAO) die aan het certificaat ontleend kunnen worden op de (arbeids) marktpositie. Om een positief civiel effect van de EVC-procedure te garanderen moet de EVC-aanbieder gebruik maken van bestaande, erkende EVCstandaarden. Een EVC-standaard is een landelijk erkend (competentie)profiel dat de EVCaanbieder in zijn EVC-onderzoek als beoordelingskader gebruikt. Het kan gaan om een Crebo-standaard (Centraal Register Beroepsopleidingen), een Croho-profiel (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs), een WO-profiel of een brancheprofiel met civiel effect. Alle beroepsopleidingen binnen Crebo en Croho zijn erkend door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze beroepsopleidingen beschrijven aan de hand van de Dublin Descriptoren precies wat je moet kennen en kunnen.
!
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
7!
2.
Beleid UVIT
UVIT heeft de criteria voor vergoedingen als volgt gecommuniceerd:
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
8!
De toelichting van UVIT op het beleid ten aanzien van ‘bestaande’ therapeuten en ‘nieuwe’ therapeuten:
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
9!
Bovenstaande communicatie vanuit UVIT heeft veel vragen opgeroepen bij verenigingen, therapeuten en opleiders. Dit komt mede doordat het genoemde beleid op sommige vlakken niet specifiek genoeg is. Wij hopen hier wat verduidelijking in te kunnen brengen door onze informatie verkregen bij UVIT, koepelorganisaties en andere belanghebbenden in het veld met u te delen.
3.
Optie 1a: HBO bachelor in gezondheidszorg
Wanneer u reeds beschikt over een HBO Bachelor diploma binnen de afstudeerrichting gezondheidszorg aangevuld met vakgerichte scholing in de complementaire zorg, heeft u via verschillende beroepsverenigingen direct mogelijkheden om voor zorgvergoedingen van UVIT in aanmerking te komen. Het is hierbij wel van belang dat u het diploma kunt overleggen bij uw beroepsvereniging. Deze kan dan (indien hiernaar wordt verzocht) een kopie van het diploma toesturen naar de koepelorganisatie die het vervolgens rapporteert aan zorgverzekeraar UVIT. Voor nieuwe therapeuten is dit de kortste weg om in de zorggids te komen. Voor therapeuten die vóór 1 januari 2011 vergoedingen van consulten ontvingen van UVIT is dit een vereiste vanaf 2017 (zie overgangsregeling). Bij deze laatste benoemd UVIT verder dat, indien men vanaf 2012 nog niet aantoonbaar kan maken dat men gestart is met een dergelijke opleiding, dit direct al gevolgen kan hebben voor vergoedingen. Wanneer u niet beschikt over een HBO Bachelor diploma binnen de afstudeerrichting gezondheidszorg, heeft u binnen deze optie dus de keus om alsnog een volledige HBO Bachelor opleiding te gaan volgen. Uit ons veldonderzoek blijkt dat slechts een beperkt aantal therapeuten interesse hebben om een start te maken met een volledige HBO Bachelor opleiding in de door UVIT genoemde afstudeerrichtingen. Daarom leggen wij nadruk op de toelichting van de EVC procedure (optie 1b).
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
10!
4.
Optie 1b: een EVC-traject
Zoals u in de brief van UVIT kunt lezen, bent u niet verplicht om alsnog één van de genoemde opleidingen te volgen. U heeft ook de mogelijkheid om middels een EVC-traject aan te tonen dat u door ervaring en bijscholing over voldoende (HBO Medische Basis-) kennis beschikt. Wat is een EVC-traject? De afkorting EVC staat voor erkenning van Eerder Verworven Competenties. De kosten hiervan variëren tussen de !750,- en !1800,-. De procedure neemt gemiddeld tussen de 12 en 16 weken in beslag. Met een EVC-traject worden competenties door specialisten (assessoren) in kaart gebracht. Zij maken in feite een soort ‘foto’ van uw talenten, kennis en competenties en dit wordt vastgelegd in een ErVaringsCertificaat. Let wel: hiermee heeft u nog geen erkenning (zoals een HBO bachelor titel). Indien u wel deze erkenning wilt, kunt u uw ‘foto’ naast een maatlat laten leggen, bijvoorbeeld de maatlat van een HBO Verpleegkundige. Uw profiel wordt dan vergeleken met het beroepsprofiel (competenties) van een HBO Verpleegkundige en vervolgens wordt beoordeeld of u soortgelijke bagage hebt om deze titel te mogen dragen. Indien u nog “bagage” tekort komt, biedt een onderwijsinstelling een aangepast studieprogramma aan om zo alsnog een HBO Bachelor titel te kunnen behalen. Het voordeel van een EVC-traject mét erkenning, is dat er een gegarandeerd civiel effect is (voor uitleg zie pagina 7). Welke mogelijkheden heb ik binnen een EVC-traject? Het is belangrijk om te weten dat er niet voor iedere opleiding in Nederland een EVC-traject bestaat. EVC-procedures (met civiel effect) zijn met name operationeel voor opleidingen die door de overheid zijn erkend (NVAO geaccrediteerd). Dit betekent dat u een EVC-procedure met civiel effect kunt starten voor de door UVIT-genoemde opleidingen. De vraag is echter of u zich als bijvoorbeeld Natuurgeneeskundig Therapeut wel thuis zult voelen in opleidingen als ‘HBO Verpleegkundige’ of ‘HBO Fysiotherapeut’. Bij een EVCprocedure worden de competenties van deze opleidingen als meetlat naast uw eigen competenties gelegd. Om beter te kunnen vaststellen of u zich thuis zult voelen in deze competenties, hebben wij enkele competentieprofielen van opleidingen (Ergotherapeut, Fysiotherapeut en Creatief Therapeut) opgevraagd en aan u beschikbaar gesteld. Ook kunt u bij veel aanbieders een EVC-scan doen. Deze kunt u vaak kosteloos aanvragen via de websites van de aanbieders zelf. U kunt meer informatie over de aanbieders vinden op de website: www.kenniscentrumevc.nl Opmerking 2: Een EVC-traject van de opleiding Oefentherapeut Mensendieck ligt waarschijnlijk dicht bij de kerncompetenties van een Natuurgeneeskundig Therapeut. De bevoegde opleider biedt echter alleen een EVC aan als studenten zich daadwerkelijk ingeschreven hebben voor de opleiding. In deze situatie wordt EVC gebruikt voor vrijstellingen en niet zozeer voor directe erkenning. Opmerking 3: UVIT noemt de opleiding ‘Complementary Alternative Medicine’, welke wordt aangeboden door de Hogeschool voor Natuurgeneeswijzen in samenwerking met Saxion Hogescholen. Deze opleiding is echter nog niet door NVAO geaccrediteerd (de opleiding zit momenteel in procedure om accreditatie te verkrijgen). Deze CAM-opleiding zou misschien nog wel de meest interessante optie zijn voor veel therapeuten, omdat dit dicht bij de kern van therapeutschap ligt. Het is bij schrijven van deze hand-out nog onduidelijk of er een EVC-procedure voor deze opleiding bestaat of nog ontwikkeld gaat worden.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
11!
Naast het starten van een EVC-procedure voor een bestaande opleiding mét civiel effect, is het ook mogelijk om binnen een specifieke branche een EVC-procedure te ontwikkelen. Een platform van verenigingen heeft inmiddels het initiatief genomen een brancheprofiel te ontwikkelen voor therapeuten van beroepsverenigingen in de natuurgerichte zorg. Bij het ontwikkelen van dit brancheprofiel zal worden onderzocht of er een (basis) HBO bachelor profiel kan ontstaan waarbij de diversiteit aan “opvattingen” van natuurgeneeskunde verwerkt kunnen worden als specialisatie. Het is echter nog net duidelijk of hierbij ook het gewenste civiele effect ontstaat. Hiervoor zal bij de ontwikkeling van het branche-profiel de klant (UVIT) dus moeten instemmen met de kwaliteit waardoor een civiel effect ontstaat.
!
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
12!
5.
Optie 2: voor psychosociale sector
Doordat velen van jullie Natuurgeneeskundig Therapeuten zijn en daardoor niet specifiek in deze categorie vallen, zullen we deze optie niet verder inhoudelijk bespreken. Daarnaast komen de mogelijkheden binnen deze optie overeen met eerder genoemde 1a en 1b.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
13!
6.
Optie 3: scholing met HBO Medische Basiskennis
Uit de informatie van UVIT komt naar voren; “Een diploma of bewijs van een landelijk erkend accreditatie instituut waaruit blijkt dat de module medische of psychosociale basiskennis van de opleiding alternatieve zorg gelijk is aan het niveau van een door de NVAO geaccrediteerde HBO-bachelor opleiding”. En:
“Mogelijke accreditatie-instituten zijn FONG, SNRO en CPION, we hebben met hen reeds oriënterende gesprekken gevoerd”. Er bestaat momenteel nog veel onduidelijkheid over wat een therapeut momenteel echt kan met deze opties. Dit komt mede doordat de genoemde partijen bij het schrijven van deze hand-out (nog) niet een proactieve rol vervullen richting alle betrokkenen. Om beter in beeld te krijgen hoe we het door UVIT genoemde beleid moeten interpreteren, nemen we de genoemde partijen kort onder de loep en benoemen we de bij ons bekende, huidige mogelijkheden per organisatie. FONG De afkorting van FONG staat voor: Federatie Opleiders Natuurlijke Geneeswijzen. De FONG is een vereniging (federatie) van Opleiders in de complementaire zorg waaronder opleidingen voor Natuurgeneeskunde. Het betreffen echter met name volledige, meerjarige opleidingen. Er zijn een aantal geaccrediteerde opleidingen door ons op de website van FONG gevonden, het is ons echter niet duidelijk geworden of dit het volledige aanbod is. FONG is momenteel druk doende om mogelijkheden naar aanleiding van het door UVIT genoemde beleid te ontwikkelen. Hier moet dus nog veel werk voor verzet worden. Opleiders kunnen hun opleidingen HBO medische basiskennis indienen ter accreditatie bij FONG waarop de federatie het zal beoordelen. Verder verwijst men naar de reeds positief beoordeelde opleidingen binnen de federatie zodat therapeuten deze kunnen gaan volgen. Het is ons niet duidelijk geworden of FONG zelf diploma’s of certificaten in lijn met het door UVIT genoemde reeds verstrekt of gaat verstrekken en wat hiervoor nodig is. Ook op de website www.fong.nl is hierover geen informatie door ons gevonden. SNRO De afkorting SNRO staat voor Stichting Nederlands Register voor Opleidingen in de integrale en complementaire gezondheidszorg. De oorsprong en het vakinhoudelijke kennisveld van SNRO ligt met name in de psychosociale zorgsector. Ook hebben wij begrepen dat de bestuursleden over een gedegen onderwijskundige achtergrond beschikken. Er zijn een aantal geaccrediteerde opleidingen door ons op de website van SNRO gevonden, het is ons echter niet duidelijk geworden of dit het volledige aanbod is. Opleiders kunnen hun opleidingen HBO medische basiskennis indienen ter accreditatie bij SNRO waarop de stichting het zal beoordelen. Verder verwijst men naar de reeds positief beoordeelde opleidingen zodat men deze kan gaan volgen. Het is ons niet duidelijk geworden of SNRO zelf diploma’s of certificaten in lijn met het door UVIT genoemde reeds verstrekt of gaat verstrekken en wat hiervoor nodig is. Ook op de website www.snro-instituut.nl is hierover geen informatie door ons gevonden.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
14!
CPION De afkorting CPION staat voor Centrum Post Initieel Onderwijs Nederland. Van de door UVIT genoemde accreditatie-instituten heeft deze partij de meeste know-how op onderwijskundig vlak maar daarentegen de minste kennis op het vlak van complementaire, natuurgerichte zorg van het drietal. Er zijn een aantal geaccrediteerde opleidingen door ons op de website van CPION gevonden, het is ons echter niet duidelijk geworden wat het volledige aanbod is. Opleiders kunnen opleidingen HBO medische basiskennis indienen ter accreditatie waarop CPION het zal beoordelen. Verder verwijst men naar de reeds positief beoordeelde opleidingen zodat men deze kan gaan volgen. Het is ons niet duidelijk geworden of CPION zelf diploma’s of certificaten in lijn met het door UVIT genoemde reeds verstrekt of gaat verstrekken en wat hiervoor nodig is. Ook op de website www.cpion.nl is hierover geen informatie door ons gevonden. Opmerking 4: indien u graag meer duidelijkheid wenst te krijgen over het aanbod van (HBO medische basiskennis) opleidingen of de wijze waarop certificaten/diploma’s verstrekt zullen worden, adviseren wij u contact op te nemen met bovengenoemde organisaties. Opmerking 5: KTNO wacht momenteel op een inhoudelijke reactie van UVIT op haar verzoek dezelfde mogelijkheden als bovengenoemde organisaties te verkrijgen.
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
15!
7.
Slotwoord
KTNO hoort van opleiders met regelmaat geluiden als; “Hoe kan het dat een grotere zorgverzekeraar dit beleid zomaar uitstippelt?” en “Voordat consulten vergoed werden door zorgverzekeraars, waren praktijken ook succesvol” want “Een goede therapeut slaagt altijd, ook zonder zorgvergoedingen!”. Ook horen we positieve geluiden over het beleid. Er zijn namelijk ook opleiders die aangeven; “Een zegen voor de complementaire, natuurgerichte zorg!” en “Het werd hoog tijd, eindelijk gebeurt er wat!”. Als KTNO zijnde begrijpen we dat het beleid van UVIT niet alleen positieve geluiden oproept. Wij vinden het een goede ontwikkeling dat de kwaliteit van onze beroepsgroep wordt verhoogd, maar zien tegelijkertijd dat het soms zoeken is naar mogelijkheden binnen dit beleid. Gelukkig zijn deze mogelijkheden er wel en merken we dat dit ook langzaam maar zeker wordt gezien door verenigingen. Door focus te hebben op het positieve effect van dit beleid, kunnen we onze beroepsgroep een stap verder brengen in haar ontwikkeling. De vraag naar aantoonbare kwaliteit stijgt en dat gaat hand in hand met een betere plek in de markt voor onze beroepsgroep. We willen iedereen die de komende tijd een persoonlijk ontwikkelingstraject ingaat heel veel succes toewensen. We hopen daarbij dat eenieder dicht bij zichzelf blijft en zelf keuzes maakt. Weet dat dit altijd het enige juiste is!
Met warme groet, Stichting KTNO
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
16!
8.
Bronvermelding
Internetbronnen: www.nvao.net www.rbng.nl www.ikregeer.nl www.nuffic.nl www.wikipedia.nl www.carrieretijger.nl www.kenniscentrumevc.nl www.ocw.nl www.evc-centrum-nederland.nl Overige bronnen: Communicatie vanuit koepelorganisatie RBNG Brief UVIT met kenmerk RME/LVO/2010.09.01 Gesprek EVC-afdeling Hogeschool Zuyd op 27-05-11 Gesprek EVC Centrum Nederland op 26-05-11
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
17!
Stichting KTNO | Gedempte Gracht 45 | 5611 DL Eindhoven | www.ktno.nl
Copyright juni 2011 Stichting Kwaliteit en Toetsing Natuurgerichte Opleidingen
18!