Heerhugowaard stad van kansen
Gemeentelijke visie Wonen, Welzijn en Zorg Gebiedsdeel 2 (Heemradenwijk, Centrumwaard, Schilderswijk, De Draai)
Afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Afdeling Welzijn, Onderwijs en Cultuur
Gemeentelijke visie Wonen, Welzijn en Zorg voor gebiedsdeel 2 (Heemradenwijk, Centrumwaard, Schilderswijk, De Draai)
Gemeente Heerhugowaard
Juni 2007
Afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Afdeling Welzijn, Onderwijs en Cultuur
1
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .............................................................................................................................1 Hoofdstuk 1 Inleiding ................................................................................................................3 1.1 Inleiding..........................................................................................................................3 1.2 Doel, projectopdracht .....................................................................................................3 1.3 Samenhang met de ontwikkeling van De Draai..............................................................4 1.4 Werkwijze.......................................................................................................................4 Hoofdstuk 2 Visie op welzijn en zorg.......................................................................................5 2.1 Inleiding..........................................................................................................................5 2.2 Doelgroep ouderen ......................................................................................................5 2.2.1 Welzijnsvoorzieningen voor ouderen..............................................................................6 2.2.2 Zorgvoorzieningen voor ouderen ...................................................................................7 2.2.3 Ruimtelijke ontwikkeling .................................................................................................8 2.2.4 Collegevoorstellen..........................................................................................................9 2.2.5 Voorzieningenkaart doelgroep ouderen .......................................................................10 2.3 Doelgroep jeugd en jongeren....................................................................................11 2.3.1 Welzijnsvoorzieningen voor baby’s (0 – 2 jaar) ............................................................11 2.3.2 Welzijnsvoorzieningen voor peuters (2 – 4 jaar) ..........................................................11 2.3.3 Welzijnsvoorzieningen voor kinderen (4 – 12 jarigen) ..................................................11 2.3.4 Brede school Jeroen Bosch .........................................................................................12 2.3.5 Welzijnsvoorzieningen voor tieners (12 – 16 jarigen) ...................................................13 2.3.6 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren (16 – 18 / 19 jarigen).........................................14 2.3.7 Collegevoorstel ............................................................................................................14 2.3.8 Voorzieningenkaart doelgroep jeugd en jongeren........................................................15 2.4 Doelgroep volwassenen ............................................................................................16 2.4.1 Welzijnsvoorzieningen voor volwassenen ....................................................................16 2.4.2 Voorzieningenkaart doelgroep volwassenen................................................................16 2.5 Doelgroep ‘bijzondere doelgroepen’ ........................................................................17 2.5.1 Welzijnsvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen ...................................................17 2.5.2 Voorzieningenkaart bijzondere doelgroepen ................................................................17 2.6 Wijkcentrum gebiedsdeel 2 .......................................................................................18 2.6.1 Wijkcentrum in het gebied Berckheidelaan ..................................................................18 2.6.2 Ruimtelijke ontwikkeling ...............................................................................................18 2.6.3 Collegevoorstellen........................................................................................................19 2.7 Ontwikkeling van de openbare buitenruimte ................................................................19 Hoofdstuk 3 Zorgwoningen ....................................................................................................20 3.1 Scenario gematigde extramuralisering .........................................................................20 3.2 Wat is de bestaande situatie? ......................................................................................22 3.3 Welke globale plannen en welke wensen zijn er? ........................................................23 3.3.1 Plannen De Pieter Raat Stichting, Woonwaard en Lauwershof....................................23 3.3.2 Plannen Philadelphia....................................................................................................23 3.3.3 Wensen Stichting Nehemia ..........................................................................................23 3.3.4 Wensen Esdégé, locatie De Dreef ...............................................................................23 3.3.5 Ontmanteling en herhuisvesting Reigersdaal ...............................................................24 3.3.6 De situatie na de realisatie van de globale plannen .....................................................24 3.4 Hoe verhoudt bovenstaande tot dat wat nodig is? .......................................................24 3.5 Resumerend.................................................................................................................25 3.6 Collegevoorstellen........................................................................................................25 Hoofdstuk 4 Vervolg op de gebiedsvisie...............................................................................26 4.1 Proces van besluitvorming ...........................................................................................26 4.1.1 Stap 1: inhoudelijke analyse en gebiedsvisie ...............................................................26 4.2.2 Stap 2: ruimtelijke visie.................................................................................................26 4.2.3 Stap 3: toetsing concrete bouwplannen .......................................................................28 4.3 Dus… gedifferentieerde benadering ............................................................................28 4.4 Collegevoorstel ............................................................................................................28
1
Bijlage 1 Bijlage 2
Omgevingsfactoren ................................................................................................... Karakterisering gebiedsdeel 2 ..................................................................................
2
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1
Inleiding
Gebiedsdeel 2 is een afgebakend gebied met momenteel zo’n 9.000 inwoners en omvat de Heemradenwijk, Centrumwaard, de Schilderswijk en de nog nieuw te ontwikkelen wijk De Draai (straks zo’n 4500 inwoners). Door de sterke vergrijzing en de toename van het aandeel kwetsbare burgers is er in het gebied een substantiële groep aan het ontstaan die vraagt om welzijns- en zorgvoorzieningen in de nabije omgeving.
Ontwikkelingen Er spelen daarbij in het gebiedsdeel een aantal ontwikkelingen die vragen om op korte termijn na te denken over de (her)ontwikkelingsmogelijkheden binnen het gebiedsdeel: De Pieter Raat Stichting heeft ideeën om het verzorgingstehuis Hugo Oord te moderniseren in samenhang met ontwikkelingsplannen vanuit verpleeghuis Lauwershof en wooncorporatie Woonwaard Noord-Kennemerland. Laatstgenoemde studeert op dit moment op de toekomst van haar woningen op het Gerard Douplantsoen; de gemeente denkt na over de herontwikkeling van de locatie De Heraut / Jeroen Boschschool / Berckheidelaan. Uitgangspunt op deze locatie is de openbare basisschool Jeroen Bosch te herontwikkelen tot een Brede School. Deze herontwikkeling kan in combinatie met de mogelijke ontwikkeling van een nieuw wijkcentrum plaatsvinden; tenslotte zijn er binnen gebiedsdeel 2 nog een aantal inbreimogelijkheden voor woningen en / of voorzieningen, waaronder de locaties Don Bosco, Van Duivenvoordestraat, Centrumwaard (o.a. plan Borst en hoek Raadhuisstraat) en de Ruysdaelstraat. Het is van belang een gebiedsvisie te ontwikkelen die kan worden vertaald in concrete uitgangspunten en keuzen voor de verdeling van voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg met daaraan gekoppeld een programma voor zorgwoningen.
1.2
Doel, projectopdracht
Middels een werkgroep bestaande uit medewerkers van de afdeling Welzijn, Onderwijs en Cultuur en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting is deze visie ontwikkeld. Op de volgende drie punten worden inhoudelijke beleidsuitgangspunten vertaald en gemeentelijke keuzen vastgelegd,: verdeling zorgwoningen in het gebiedsdeel; verdeling (welzijns)voorzieningen in het gebiedsdeel; wijkcentrum in het gebiedsdeel, ja of nee. Naast de visie is een opsomming gemaakt van de relevante omgevingsfactoren en is een korte karakteristiek van de wijk opgesteld.
3
1.3
Samenhang met de ontwikkeling van De Draai
Binnen gebiedsdeel 2 wordt de woningbouwlocatie De Draai ontwikkeld. Deze ontwikkeling zal niet alleen qua woningmarktprocessen, maar ook op het terrein van het welzijns- en zorgaanbod binnen Heerhugowaard haar weerslag hebben. Wat betreft de verdeling van welzijnsvoorzieningen zal De Draai in de toekomst haar eigen wijkcentrum krijgen. Voor de ontwikkeling van eerstelijns zorgvoorzieningen in De Draai zal er samenhang gevonden moeten worden in het totaal van voorzieningen dat al aanwezig is in gebiedsdeel 2. De ontmanteling van de voorziening Esdégé-Reigersdaal maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van De Draai. Met Esdégé is de afspraak gemaakt dat een deel van de bewoners (230 cliënten) een plek zullen krijgen in De Draai. In de voorliggende visie is er voor gekozen deze cliënten niet mee te tellen als gerealiseerde / te realiseren zorgplaatsen. Vanwege het van oudsher bovenlokale karakter van Reigersdaal is het niet verstandig de zorgplaatsen na ontmanteling als een lokale voorziening te tellen.
1.4
Werkwijze
Middels vergaderingen van de werkgroep, het doornemen van relevant materiaal, eerdere beleidsadviezen en besluiten en het presenteren van de conceptvisie aan betrokken collega’s, enkele afdelingshoofden en de wethouders Baijards en De Boer, is deze visie tot stand gekomen. De visie is voor vaststelling door de gemeenteraad conform de inspraakverordening terinzage gelegd. Projectgroepleden Stephan den Nijs (ROV); Cees van Langen (WOC); Gerlof Kloosterman (WOC); Cees Kruithof (ROV); Herman Rood (ROV); Patrick Rentinck (ROV).
4
Hoofdstuk 2 Visie op welzijn en zorg
2.1
Inleiding
De visie op wonen, welzijn en zorg in gebiedsdeel 2 doet uitspraken over op welke locaties welzijns- en zorgvoorzieningen en het daaraan verbonden woningbouwprogramma gewenst zijn. De visie is gebaseerd op de kaders van het gemeentelijk project Wonen, Welzijn en Zorg, de notitie Zicht op Wonen met Zorg en het Structuurbeeld Heerhugowaard 2005 – 2015. In de visie wordt aangeven op welke wijze ontmoeting, participatie en perspectief gestimuleerd wordt in het gebiedsdeel, welke beleidsuitgangspunten dat oplevert en wat dat betekent voor de te maken keuzen: welke welzijns- en zorgvoorzieningen passen bij de behoeften van huidige en toekomstige bewoners en op welke wijze zouden deze waar in het gebied moeten worden aangeboden. Voor alle voorzieningen geldt dat er objecten moeten worden gerealiseerd, aangepast of uitgebreid om de gewenste functies onder te kunnen brengen. Hoe die voorziening op die specifieke locatie uiteindelijk vorm krijgt staat daarmee nog niet vast, maar wel dát die voorziening er moet komen. De visie legt tevens een richtinggevend kader met normcijfers vast voor initiatieven voor ontwikkeling van zorgwoningen in gebiedsdeel 2 tot 2015. De provinciale methode conform het scenario van gematigde extramuralisering wordt gebruikt om een beeld te schetsen van de toekomstige behoefte aan zorggebonden woningen in het gebied. Het bestuurlijk vaststellen van deze visie en de daaruit voortkomende gewenste spreiding van voorzieningen en woningbouwprogramma is noodzakelijk om met externe partijen tot concrete plannen te kunnen komen en uiteindelijk de verschillende locaties te kunnen ontwikkelen.
Opzet visie De visie is opgesteld vanuit de welzijns- en zorgbehoeften van de doelgroepen ouderen, jeugd en jongeren, volwassenen en bijzondere doelgroepen.
2.2
Doelgroep ouderen
Het aantal ouderen in Heerhugowaard in het algemeen en in gebiedsdeel 2 in het bijzonder zal de komende jaren sterk blijven toenemen. Tot deze doelgroep worden personen van 65 jaar of ouder gerekend. Wat de ouderen in deze groep met elkaar gemeen hebben is dat zij zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven participeren in de samenleving. Deze maatschappelijke trend laat de vraag naar voorzieningen meer dan evenredig aan de vergrijzing toenemen. Om te voorkomen dat extramuralisering (vermaatschappelijking van de zorg) leidt tot verschraling van kwaliteit van leven zal de maatschappij zodanig ingericht moeten zijn dat ontmoeting en participatie ook voor ouderen met beperkingen mogelijk blijft: geschikte huisvesting en bereikbare voorzieningen in een toegankelijke en veilige wijk. Maar er moet ook zorg op maat mogelijk zijn, zodat ouderen hun leven kunnen leiden op een wijze die voor hen aantrekkelijk is.
5
Centraal in de voorzieningen voor ouderen staan de welzijnthema’s ontmoeting en participatie. Voorzieningen voor deze doelgroep moeten worden aangeboden op kleine schaal, dicht bij huis. Bereikbaarheid (de actieradius van de doelgroep bij een haalfunctie is ongeveer 400 meter) en herkenbaarheid zijn daarbij belangrijk. Het uitgangspunt voor voorzieningen voor deze doelgroep in gebiedsdeel 2 is het realiseren van twee ontmoetingsplekken; één ten westen van de Middenweg en één ten oosten van de Middenweg. Deze gebouwde voorzieningen zijn onderdelen van en / of aanvullingen op het totaal aan welzijnsvoorzieningen die ook mede voor deze doelgroep bestemd zijn.
2.2.1 Welzijnsvoorzieningen voor ouderen Welzijnsvoorzieningen ten westen van de Middenweg De argumenten voor de vestiging van een ontmoetingsplek voor ouderen ten westen van de Middenweg zijn van demografische aard, in combinatie met de al aanwezige en de te verwachten woningvoorraad. Ook dit deel van de wijk kenmerkt zich door een sterke vergrijzing, waarbij de woningvoorraad bestaat uit een groot aantal nultredenwoningen (appartementen aan de Van Duivenvoordestraat en Raadhuisplein, bungalows aan de Nuyenburg- en de Van Santenlaan). De Middenweg, tenslotte, vormt een fysieke barrière die gebiedsdeel 2 in tweeën verdeeld. De ontwikkelingslocatie Van Duivenvoordestraat / Don Bosco is geschikt voor de ontwikkeling van welzijnsvoorzieningen voor ouderen in gebiedsdeel 2 ten westen van de Middenweg. Er is al een multifunctionele ruimte aan de Van Duivenvoordestraat (60 m²) aanwezig.
AGOED Om het voorzieningenaanbod af te stemmen op de vergrijzing is het ontwikkelen van dienstenknooppunten met onder andere welzijnsaccommodaties en zorgvoorzieningen van belang. Deze dienstenknooppunten kunnen bij voorkeur gecombineerd worden met wijkcentra en / of GOED’s (Gezondheidscentrum Onder Een Dak). Er zijn in gebiedsdeel 2, ten westen van de Middenweg, mogelijkheden op de herontwikkelingslocatie Van Duivenvoordestraat / Don Bosco een ontmoetingsplek voor ouderen te realiseren in combinatie met een AGOED (Apotheek en Gezondheidscentrum Onder Een Dak). De AGOED is ter vervanging van de twee bestaande apotheken waarbij een combinatie met huisartsenposten mogelijk is.
Welzijnsvoorzieningen ten oosten van de Middenweg In gebiedsdeel 2 ten oosten van de Middenweg is verzorgingstehuis Hugo Oord gesitueerd. De voorzieningen rondom Hugo Oord zijn momenteel uitsluitend voor ouderen bestemd. Het is een herkenbare locatie in de wijk en zal mede daardoor ook in de toekomst de nadruk op welzijns- en zorgvoorzieningen voor deze doelgroep hebben. Uitbreiding van de voorzieningen van Hugo Oord met een ontmoetingsplek voor ouderen kan gevonden worden op de ontwikkelingslocatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen. Het verzorgingsgebied van een ontmoetingsplek nabij Hugo Oord is een cirkel met een straal van 400 meter (actieradius van ouderen bij een haalfunctie). Door de ligging op de rand van het gebiedsdeel lijkt deze locatie ruimtelijk gezien haar beperkingen te hebben: de SchilderswijkNoord valt in principe buiten de 400 meter straal.
6
Echter, door de huidige en verwachte toekomstige bevolkingsopbouw van Schilderswijk-Noord hoeft dit deel van de wijk niet per sé binnen het verzorgingsgebied van Hugo Oord te vallen. In de aanwezige nultredenwoningen (vooral ruime bungalows) wonen vooralsnog gezinnen en het is niet reëel te verwachten dat de woningvoorraad in de nabije toekomst een differentiatie ondergaat ten gunste van de doelgroep ouderen; er is in principe geen ruimte voor inbreilocaties in Schilderswijk-Noord. De voedingsbodem voor voorzieningen voor ouderen is in dit deel van gebiedsdeel 2 aldus gering.
Functies Bij beide ontmoetingsplekken voor ouderen in gebiedsdeel 2 kan er onder andere gedacht worden aan de volgende functies: dagverzorging: een voorziening om een groep ouderen dagopvang te geven. Het is een ‘bijtank-plek’ waar een combinatie van fysieke en geestelijke prikkels aangeboden wordt; een informele ruimte: een laagdrempelige ruimte met een leestafel en een internet-hoek; een formele ruimte voor verschillende doeleinden, waar onder andere culturele en educatieve activiteiten worden aangeboden; ‘beter bewegen voor ouderen’; een ruimte waar de maaltijdvoorziening van De Pieter Raat Stichting georganiseerd kan worden: het biedt de mogelijkheid een gezamenlijke maaltijd te nuttigen.
2.2.2 Zorgvoorzieningen voor ouderen Huishoudelijke hulp en Thuiszorg zijn al georganiseerd in de Heerhugowaardse wijken, een gemeentelijke visie op deze voorzieningen is niet nodig. Paramedische zorgdiensten zijn eveneens niet aan de orde, deze gaan via de reguliere diensten. De overige zorgvoorzieningen voor ouderen worden op gebiedsdeelniveau geregeld. Op de ontwikkelingslocatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen kunnen de zorgvoorzieningen voor alle ouderen van gebiedsdeel 2 gehuisvest worden. Gedacht wordt aan nachtopvang en tijdelijke opvang. Dagverzorging en een 24-uurszorgsteunpunt kunnen eveneens op deze locatie gehuisvest worden.
Provinciale subsidie ‘Wijksteunpunt-Breed’ De provincie ondersteunt het extramuraliseringsproces door het stimuleren van de totstandkoming van wijksteunpunten: accommodaties van waaruit wijkgebonden zorg- en dienstverlening wordt verstrekt aan zelfstandig wonende ouderen en andere zorgvragers. Door de ontwikkelingslocatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen onder andere aan te wenden voor welzijns- en zorgvoorzieningen voor ouderen, vervalt de mogelijkheid gebruik te maken van de provinciale subsidie ‘Wijksteunpunt-Breed’. Een van de vereisten om voor deze subsidie in aanmerking te komen is dat het wijksteunpunt geen onderdeel uitmaakt van een intramurale zorgvoorziening. De volgende jaarschaaf (de periode na 2007) van de provinciale subsidie wordt dan ook niet gebruikt ten behoeve van de ontwikkeling van een wijkcentrum in het bestaande stedelijke gebied van gebiedsdeel 2 maar voor de ontwikkeling van een wijksteunpunt (combinatie welzijnsfuncties en zorgfuncties) in De Draai.
7
2.2.3 Ruimtelijke ontwikkeling Van Duivenvoordestraat / Don Bosco: visie op Centrumwaard – buiten In de gebiedsanalyse wordt aan de ontwikkelingslocatie Van Duivenvoordestraat / Don Bosco een deel van de voorzieningen toebedacht. Voor deze zone zijn wel een aantal analyses gemaakt, maar er is nog geen samenhangend lange termijn beeld geschetst. Voorstel is dat hier wel te doen en het gebied uit te breiden tot de zogenaamde ‘schil rond Centrumwaard’ (Centrumwaard – buiten). Het gebied waarvoor een samenhangende ruimtelijke visie moet worden opgesteld betreft minstens Van Duivenvoordestraat / Don Bosco én Tandem / Kamp. De ontwikkeling van de in het kader van WWZ geplande voorzieningen kunnen worden getoetst aan deze ruimtelijke visie. Omdat de zone voornamelijk gemeentelijk eigendom is, ligt het voor de hand dat de gemeente opdrachtgever wordt.
Hugo Oord / Gerard Douplantsoen Woonwaard Noord-Kennemerland en De Pieter Raat Stichting hebben in een eerder stadium globale plannen voor de ontwikkelingslocatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen kenbaar gemaakt (zie: paragraaf 3.3). Deze globale plannen sluiten inhoudelijk aan bij de gewenste verdeling van voorzieningen in gebiedsdeel 2. Hoe het gebied ruimtelijk kan worden ontwikkeld is daarmee echter nog niet duidelijk. Het is nodig om ook daar een goede analyse en visie van te maken en door de gemeente te laten vaststellen als toetsingskader. Bij deze ruimtelijke visie dient tevens de herontwikkeling van de aangrenzende locatie Pater Jan Smitschool meegenomen te worden. Ruimtelijk zijn de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en de locatie Pater Jan Smitschool niet los van elkaar te zien. Bovendien zal het vernieuwde aanbod van wonen op de locatie Pater Jan Smitschool aanvullend kunnen zijn op het beoogde woningbouwprogramma voor de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen. Het initiatief voor de plannen ligt bij externe partijen. Maar gezien de samenhang tussen deze plannen dient de gemeente de opdrachtgever te worden voor het opstellen van een ruimtelijke visie voor de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en het opstellen van een ruimtelijke visie voor de locatie Pater Jan Smitschool, waarin die samenhang nader uitgewerkt kan worden. De gemeente houdt zo de regie in handen.
Proces Voor beide ruimtelijke visies geldt dat er conform het gestelde in de voorjaarsnota aandacht dient te zijn voor de totstandkoming van die visie. Dit totstandkomingsproces wordt in aparte projectopdrachten vastgesteld. Uiteindelijk dient de visie door de gemeenteraad vastgesteld te worden om als toetsingskader te fungeren voor de plannen in het desbetreffende gebied.
8
2.2.4 Collegevoorstellen 1. In lijn met deze notitie te besluiten om samen met externe partijen een ontmoetingsplek voor ouderen met een gezondheidsdienstencentrum (GOED / AHOED) op de locatie Van Duivenvoordestraat / Don Bosco programmatisch uit te werken en afspraken te maken ter realisatie van deze voorziening (2006 – 2009), en a. bij separaat voorstel te besluiten over een projectopdracht om door de gemeente conform de Heerhugowaardse projectmanagementmethodiek een goede analyse en ruimtelijke visie te (laten) maken van tenminste het gebied Van Duivenvoordestraat / Don Bosco / Tandem / Kamp (Centrumwaard – buiten), waarbij conform het gestelde in de voorjaarsnota b. aandacht is voor de totstandkoming (interactief, binnen welke voorwaarden, welke partijen et cetera) van die visie en c. in de visie aandacht is voor de inrichting van de openbare buitenruimte zodat toegankelijkheid en gebruik voor iedereen gewaarborgd is, en d. besluiten deze visie uiteindelijk door de gemeenteraad vast te laten stellen als toetsingskader voor de plannen in het desbetreffende gebied.
2. In lijn met deze notitie te besluiten om samen met externe partijen te komen tot een programmatische uitwerking van de renovatie van verzorgingshuis Hugo Oord met extramurale welzijnsgerelateerde zorgfuncties in combinatie met een vernieuwing van het woningbestand aan het Gerard Douplantsoen (seniorenwoningen) zodanig, dat er sprake is van een woonzorgzone met ontmoetingspunt ten behoeve van de doelgroep kwetsbare burgers in de directe woonomgeving en afspraken te maken ter realisatie van deze voorzieningen (2006 – 2009), en a. te besluiten dat ten aanzien van de herontwikkeling van het Gerard Douplantsoen een uitvoeringsplan (sociaal plan) opgesteld dient te worden over het traject van de huidige situatie naar nieuwbouw, en b. bij separate voorstellen te besluiten over projectopdrachten om door de gemeente conform de Heerhugowaardse projectmanagementmethodiek een goede analyse en ruimtelijke visie te (laten) maken van de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en een goede analyse en ruimtelijke visie te (laten) maken van de locatie Pater Jan Smitschool, waarbij conform het gestelde in de voorjaarsnota c. aandacht is voor de totstandkoming (interactief, binnen welke voorwaarden, welke partijen et cetera) van die visies en
9
d. in de ruimtelijke visie voor de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen aandacht is voor de inrichting van de openbare buitenruimte zodat toegankelijkheid en gebruik voor iedereen gewaarborgd is, en e. besluiten beide ruimtelijke visies uiteindelijk door de gemeenteraad vast te laten stellen als toetsingskader voor de plannen op de desbetreffende locaties.
2.2.5 Voorzieningenkaart doelgroep ouderen
1
4
400 m.
2 3 400 m.
1. ontmoetingsplek ouderen (uitbreiding / te realiseren; locatie van Duivenvoordestraat / Don Bosco); 2. ontmoetingsplek ouderen (te realiseren; locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen); 3. 24-uurs zorgsteunpunt ouderen gebiedsdeel 2 (te realiseren; locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen); 4. AGOED (te realiseren; locatie van Duivenvoordestraat / Don Bosco).
10
2.3
Doelgroep jeugd en jongeren
Bij een visie op welzijn voor jeugd en jongeren in gebiedsdeel 2 ligt de nadruk op het realiseren en bevorderen van een samenhangend geheel aan voorzieningen, afgestemd op de behoefte van deze doelgroep. Participatie en perspectief als welzijnthema’s met een sluitende aanpak door ketenmanagement staan daarbij centraal; alle jongeren moeten kunnen deelnemen aan de Heerhugowaardse samenleving, waarbij de algemene voorzieningen breed en toegankelijk zijn voor alle jeugdigen. Een sluitende aanpak houdt in dat iedere voorziening of instelling zijn bestaansrecht ontleent aan een duidelijke plek in de keten van opvoeden en opgroeien. Ketenmanagement wordt in dit kader gewaarborgd door de gemeente. Organisatorisch, door het afsluiten van samenwerkingsverbanden, maar ook door het uitdragen van een ruimtelijke visie over hoe en waar welke voorzieningen voor deze doelgroep zijn gepland. De indeling van de doelgroep jeugd en jongeren is als volgt: baby’s (0 – 2 jaar); peuters (2 – 4 jaar); kinderen (4 – 12 jaar); tieners (12 – 16 jaar); jongeren (16 - 18/19 jaar).
2.3.1 Welzijnsvoorzieningen voor baby’s (0 – 2 jaar) In het kader van dagarrangementen is een kinderdagverblijf een belangrijke voorziening voor de doelgroep baby’s. Omdat de actieradius van deze doelgroep relatief groot is (gebracht door ouders) kunnen voorzieningen in principe op gemeentelijk niveau bepaald worden. Vooralsnog leeft de veronderstelling dat de kinderopvang aan de Lindenlaan (gebiedsdeel 3) voorziet in de behoefte vanuit gebiedsdeel 2. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of een kinderdagverblijf in gebiedsdeel 2 nodig is op basis van leeftijdsprognoses. De functie van een consultatiebureau is noodzakelijk in het gebiedsdeel. De voorzieningen kinderdagverblijf en consultatiebureau zouden bij voorkeur om en nabij het wijkcentrum aan de Berckheidelaan en de Brede School Jeroen Boschschool (zie: paragraaf 2.3.4) gevestigd moeten worden.
2.3.2 Welzijnsvoorzieningen voor peuters (2 – 4 jaar) Voor de doelgroep peuters is de voorziening ‘peuterspeelzaal’ relevant. De voorziening dient in het gebiedsdeel gerealiseerd te worden, bij voorkeur in combinatie met basisonderwijs in een Brede School.
2.3.3 Welzijnsvoorzieningen voor kinderen (4 – 12 jarigen) Voorzieningen voor kinderen moeten uitdagend zijn voor ontmoeting, spelen en beweging: een ontmoetingsplek in de naschoolse tijd en genoeg buitenspeelruimte zijn daarbij belangrijk. Een andere gewenste welzijnsvoorziening voor deze doelgroep is ‘een ruimte voor aanbod van
11
kinderwerk’ waar vanuit de school of vanuit het welzijnswerk bijvoorbeeld bijlessen geregeld kunnen worden. Voor een ruimte voor aanbod van kinderwerk kan gebruik gemaakt worden van de faciliteiten van de Brede School. Naast het nieuw te ontwikkelen gebouwde oppervlak is het in de specifieke ruimtebehoefte van voorzieningen voor deze doelgroep belangrijk aandacht te besteden aan de buitenspeelruimte. Spelen en beweging worden gestimuleerd door de openbare ruimte rondom de welzijnsvoorziening als zodanig in te richten. De voorjaarsnota zegt er het volgende over: goed speelruimtebeleid gaat uit van diversiteit inclusief de aanleg van avontuurlijke speelterreinen. Wat het type spelen precies inhoudt – natuurlijk of technisch uitdagend – moet nog nader worden bepaald. Voorwaarde is daarbij een actieve ouder- en jeugd/kinderparticipatie.
Onderwijsvoorziening In gebiedsdeel 2 is basisschool De Jeroen Boschschool aanwezig. De Jeroen Boschschool is een school voor openbaar basisonderwijs van de Stichting Blauwe Loper aan de Berckheidelaan 4 (dependance aan de Berckheidelaan 2). De school heeft zeven groepen. In 2006 zal een uitbreiding aan het hoofdgebouw gerealiseerd worden en zal de dependance gesloopt worden. De school heeft momenteel een relatief hoog aantal risicoleerlingen.
2.3.4 Brede school Jeroen Bosch Sluitende Aanpak: integraliteit en ketenaanpak In 2000 is de gemeente Heerhugowaard gestart met het vormgeven van de ‘Sluitende Aanpak’ voor bovenstaande doelgroepen. Een belangrijk kenmerk van de uitvoering van deze aanpak is de focus op sluitende ketens: ervoor zorgen dat geen kind of jongere ongemerkt tussen de wal en het schip raakt; ervoor zorgen dat er vanuit de voorzieningen en instellingen mogelijke problemen tijdig worden gesignaleerd en dat daar waar nodig actie wordt ondernomen en maatwerk wordt geleverd. Het resultaat is dat voorzieningen uit verschillende beleidsterreinen, waaronder het onderwijs, de gezondheidszorg en het jeugdbeleid samenwerken om tot een aanbod te komen voor kwetsbare groepen. Een Brede School in gebiedsdeel 2 is een bundeling van deze voorzieningen. Het is een netwerk van onderwijs, welzijn en zorg voor kinderen en hun ouders. De samenwerking tussen meerdere instellingen vormt zo een onmisbare schakel bij het voorkomen, signaleren of oplossen van problemen van kinderen en hun omgeving. Bij de Brede School ontwikkeling gaat het om (het organiseren van) praktische samenhang tussen school en omgeving, bij voorkeur vanuit één locatie.
De Jeroen Boschschool als Brede School Met de Jeroen Boschschool is al in de jaren ’90 overleg gevoerd over de herontwikkeling van de locatie De Heraut in samenhang met de school. Daarnaast is vanuit het onderwijsachterstandenbeleid de Jeroen Boschschool als speerpuntschool aangemerkt. De gemeenteraad heeft onlangs met de vaststelling van de kadernota Brede School aangegeven de Jeroen Boschschool als middelpunt te zien voor een brede school in gebiedsdeel 2.
12
Het heeft de voorkeur de Brede Schoolvoorzieningen zoals kinderopvang, peuterspeelzaal, naschoolse kinder- en tieneractiviteiten, ouderkamer en / of consultatiebureau geclusterd te huisvesten, of in ieder geval op loopafstand van elkaar. Voor het aanbieden van alle met de Brede School samenhangende activiteiten zijn de Jeroen Boschschool, buurthuis De Ezel en locatie De Heraut in beeld. Het gebied rondom het wijkcentrum (zie paragraaf 2.6) wordt in deze visie een voorzieningencluster waar ook de doelgroepen baby’s, peuters en kinderen hun specifieke voorzieningen hebben. Zo is er in gebiedsdeel 2 straks niet alleen een voor-, tussenen naschoolse opvang maar ook de mogelijkheid binnen deze ruimtelijke clustering een kinderdagverblijf en een peuterspeelzaal te ontwikkelen. Op deze wijze worden de voorwaarden om een pedagogisch doorgaande lijn te realiseren optimaal ingevuld. De afweging voor de locatie van een Brede School in gebiedsdeel 2 is bovendien van politiek maatschappelijke aard; vooralsnog zijn er al twee Brede Scholen in twee gebiedsdelen in Heerhugowaard gepland rond het bijzonder onderwijs (Stichting Valete in Heerhugowaard-Zuid en de Paperclip), waardoor er voor gebiedsdeel 2 gekozen kan worden voor een openbare schoolinstelling.
2.3.5 Welzijnsvoorzieningen voor tieners (12 – 16 jarigen) Voor de doelgroep tieners kan er onderscheid gemaakt worden in ongebouwde voorzieningen en gebouwde voorzieningen.
Ongebouwde voorzieningen voor tieners In gebiedsdeel 2 moeten voor de tieners één tot twee verharde trapvelden komen. Een visie op onbebouwde voorzieningen dient nadrukkelijk (als uitwerking van) deze gebiedsvisie opgenomen te worden omdat deze van belang is in het kader van de afwegingen die gemaakt worden bij het herinrichten van transformatielocaties in het gebiedsdeel: ‘wel bebouwen’ of ‘niet bebouwen ten behoeve van een trapveld’. Sportvoorzieningen waar deze doelgroep gebruik van maakt worden op gemeentelijk niveau bepaald.
Gebouwde voorziening voor tieners: Tiener Activiteiten Centrum Ook in gebiedsdeel 2 is behoefte aan een accommodatie waarin jeugd- en jongerenwerk een bijdrage kan leveren aan de behoefte van jongeren voor ontspanning, recreatie en uitdaging. Het is nodig het aanbod mede af te stemmen op deze behoefte. Een van de eerste vragen die in dit verband beantwoord moet worden is in hoeverre de multifunctionele accommodaties van een (nieuw te ontwikkelen) wijkcentrum geschikt zijn. In een nieuw wijkcentrum zal rekening gehouden worden met activiteitenruimten voor tieners, maar gezien de gebleken behoefte zal een fijnmaziger aanbod in een Tiener Activiteiten Centrum noodzakelijk blijken. Een Tieneractiviteitencentrum kan gezien de locatie en het aanwezige aanbod van activiteiten buurthuis De Ezel zijn. De argumenten voor een Tieneractiviteitencentrum in De Ezel zijn van ruimtelijke aard: relatief ver van woningen (weinig overlast) en nabij de Brede School en het wijkcentrum. In het Integraal huisvestingsplan Onderwijs, Kinderopvang en Welzijn (11/2005) wordt reeds aangegeven dat er momenteel geen accommodatie voor op tieners gerichte welzijnsactiviteiten zijn. Een uitbreiding van buurthuis De Ezel zou voor de SWH het meest gewenst zijn, omdat daarmee tegemoet wordt gekomen aan de wens tot fysieke nabijheid van andere activiteiten. 13
Gebouwde voorziening voor tieners: algemene ruimte in het wijkcentrum De beleidslijn is dat er per gebiedsdeel een ruimte voor de doelgroep tieners moet zijn. Maar er moet ook maatwerk geleverd kunnen worden. In de praktijk betekent dit dat het ambulant jongerenwerk deze behoefte invult. Zij kunnen maatwerk leveren in een samenwerking tussen jongerenwerk, de gemeente en de politie. Om deze welzijnsfunctie fysiek in te vullen zijn een multifunctionele ruimte in de Brede School of het wijkcentrum in beeld. Het is een voorziening bovenop een Tiener Activiteiten Centrum.
2.3.6 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren (16 – 18 / 19 jarigen) Ook voor de doelgroep jongeren kan er onderscheid gemaakt worden in ongebouwde voorzieningen en gebouwde voorzieningen.
Ongebouwde voorzieningen voor jongeren Voor jongeren zijn binnen het welzijnsthema ‘ontmoeting’ hangplekken in de openbare buitenruimte relevant. In gebiedsdeel 2 dient aandacht geschonken te worden aan een ruimtelijke reserveringen voor twee SPOTs (SpeelOntmoetingsPlekTieners). Er is een bestuurlijke trend waarin steeds vaker voor een overdekte hangplek voor jongeren wordt geopteerd. De locaties van deze hangplekken vallen in de praktijk echter niet te sturen. Hét instrument om nog enige sturing te kunnen geven is communicatie met de jongeren. Een pragmatische benadering volstaat daarin: de hangplekken ontwikkelen zich vanzelf.
Gebouwde voorzieningen voor jongeren Gebouwde voorzieningen voor deze doelgroep worden op gemeentelijk niveau bepaald. Ook kan er gebruik gemaakt worden van de voorzieningen en activiteitenaanbod van het wijkcentrum.
2.3.7 Collegevoorstel 3. In lijn met deze notitie te besluiten om samen met externe partijen een Brede School (Jeroen Boschschool) met welzijnsfuncties in samenhang met de functies vanuit buurthuis De Ezel en het wijkcentrum in de zone Berckheidelaan programmatisch uit te werken en afspraken te maken ter realisatie van deze voorzieningen (2006 – 2008).
14
2.3.8 Voorzieningenkaart doelgroep jeugd en jongeren
5
7 6
5. Brede School Jeroen Boschschool (te realiseren; locatie Jeroen Boschschool en De Tandem); 6. Tiener Activiteiten Centrum (locatie De Ezel); 7. Wijkcentrum, algemene ruimte voor jongeren (te realiseren; zone Berckheidelaan: De Heraut, Jeroen Boschschool, winkels, De Ezel).
15
2.4
Doelgroep volwassenen
De doelgroep volwassenen bestaat uit personen vanaf 18 jaar. Er zijn geen harde leeftijdsgrenzen aan de bovenkant. In gebiedsdeel 2 dient er een ruimte voor ontmoeting voor deze doelgroep aanwezig te zijn.
2.4.1 Welzijnsvoorzieningen voor volwassenen Door een ruimte voor ontmoeting voor volwassenen te creëren worden eveneens de voorzieningen voor participatie en perspectief voor deze doelgroep gecreëerd. ‘Ontmoeting’ is een basisaspect van sociale veiligheid (bekende gezichten, beperking anonimiteit). De ontmoetingsplek voor de doelgroep volwassenen is onderdeel van het aanbod van voorzieningen waarbij het vooral gaat om een cursusaanbod. De functie van ontmoeting is de opstap naar vrijwilligerswerk of deelname aan het maatschappelijk verkeer. Gelet op de reguliere ontmoetingsplekken zoals verenigingen en uitgaansvoorzieningen dient een ontmoetingsplek voor volwassenen gerealiseerd te worden in combinatie met voorzieningen van andere doelgroepen.
Wijkcentrum Een ontmoetingsplek voor de doelgroep volwassenen kan in een te realiseren wijkcentrum in de zone Berckheidelaan worden gevestigd. Het huidige winkel- en voorzieningencentrum aan de Berckheidelaan en buurthuis de Ezel fungeren momenteel al als ontmoetingsplek van de wijk. In de visie op gebiedsdeel 2 is het huidige wijkwinkelcentrum in de zone Berckheidelaan bestemd als voorzieningencluster waar een wijkcentrum met welzijnsvoorzieningen onderdeel van uit maakt. Deze visie moet nog vertaald worden naar een concrete invulling, een ruimtelijke visie waarin alle voorzieningen een plek krijgen (zie: paragraaf 2.6.2).
2.4.2 Voorzieningenkaart doelgroep volwassenen
7
7. Wijkcentrum, ontmoetingsplek voor volwassenen (te realiseren; zone Berckheidelaan: De Heraut, Jeroen Boschschool, winkels, De Ezel).
16
2.5
Doelgroep ‘bijzondere doelgroepen’
De doelgroep ‘bijzondere doelgroepen’ zijn personen met beperkingen (lichamelijk, geestelijk en / of sociaal-economisch) om normaal te kunnen participeren in de samenleving, onder andere: (verstandelijke) gehandicapten; psychisch (onzichtbare) gehandicapten. Ambulante zorg, psychische hulp in het zelfstandig functioneren; specifieke groepen zoals bepaalde vrouwengroepen en allochtonen.
2.5.1 Welzijnsvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen Een ontmoetingsruimte voor bijzondere doelgroepen heeft een hoge bezettingsgraad. Er kan wellicht niet altijd gebruik gemaakt worden van de multifunctionele ruimtes die al aanwezig zijn in het wijkcentrum. Bij de ontwikkeling van voorzieningen dient er dan ook bij voorkeur alvast rekening gehouden te worden met een toekomstige ruimtebehoefte voor deze specifieke doelgroep.
Nader onderzoek Er is een sterke voorkeur om algemene voorzieningen voor deze brede doelgroep te realiseren. Nu wordt keer op keer maatwerk geleverd door de instanties zélf, terwijl er best gebruik zou kunnen worden gemaakt van algemene voorzieningen (in het wijkcentrum) die bestemd zijn voor deze doelgroep. De specifieke ruimtebehoefte van de doelgroep ‘bijzondere doelgroepen’ zou eigenlijk op gemeentelijk niveau moeten worden onderzocht. De gedachte leeft dat een algemene ontmoetingsruimte voor bijzondere doelgroepen wellicht het gebiedsdeelniveau overstijgt. Nader onderzoek levert een verdeling van voorzieningen voor bijzondere doelgroepen over de gebiedsdelen op.
2.5.2 Voorzieningenkaart bijzondere doelgroepen
7
7. Wijkcentrum, ontmoetingsplek voor ‘bijzondere doelgroepen’ (te realiseren; zone Berckheidelaan: De Heraut, Jeroen Boschschool, winkels, De Ezel).
17
2.6
Wijkcentrum gebiedsdeel 2
Het streven van de gemeente is om in de vijf gebiedsdelen geclusterde welzijns- en onderwijsvoorzieningen te realiseren. Deze wijkcentra zullen zoveel mogelijk in combinatie met Brede Scholen gerealiseerd worden, conform raadsprogramma, collegedoelstellingen en landelijk beleidskader onderwijsachterstandenbeleid. Het Masterplan Voorzieningen 2005 – 2015 zegt hierover het volgende: op wijkniveau wordt nagedacht over het clusteren van voorzieningen, voor zover deze een meerwaarde voor professionals en voor hun klanten opleveren. In de voorjaarsnota is dat uitgangpunt nog eens vastgelegd: de ontmoetingsfunctie in de wijken moeten vorm krijgen via het realiseren van één algemeen toegankelijk wijkcentrum per gebiedsdeel.
2.6.1 Wijkcentrum in het gebied Berckheidelaan Bereikbare voorzieningen, die de cohesie in een wijk kunnen bevorderen, dragen bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Ook in de visie op gebiedsdeel 2 zijn de beleidsuitgangspunten gevolgd en is gekozen voor één algemeen toegankelijk wijkcentrum. In feite komt de zone Berckheidelaan (De Heraut, Brede School Jeroen Boschschool, winkelvoorzieningen en De Ezel) als voorzieningencluster naar voren, waarbij het wijkcentrum niet een multifunctioneel gebouw hoeft te zijn, zoals gepland voor De Horst en Stad van de Zon, maar een ruimtelijke en functionele clustering van onderwijs- en welzijnsvoorzieningen in het gebied Berckheidelaan.
Buurtontmoetingsplekken en buurthuizen Het Masterplan Voorzieningen laat bovendien mogelijkheden open om voor zwakkere doelgroepen kleinschalige voorzieningen elders in het gebiedsdeel te realiseren: niet uitgesloten moet worden dat vanuit vraagpatronen zal blijken dat het aanbod vanuit deze wijkcentra te grofmazig blijkt te zijn en dat realisatie van steunpunten op specifieke onderdelen gewenst is. In de voorjaarsnota wordt dit vervolgens als volgt verwoord: (…) er wordt onderzoek ingesteld naar die ontmoetingsfunctie en de positie en functie van de buurthuizen. Hierbij worden o.a. de woningbouwcorporaties betrokken. Als effect van de uitkomsten van dat onderzoek sluiten wij niets uit, ook eventuele privatisering van buurthuizen niet. In het licht van het gebruik van voorzieningen is er voor gebiedsdeel 2 een concrete voorkeur uitgesproken voor het realiseren van twee decentrale ontmoetingsplekken voor ouderen. Dat betekent overigens niet dat er in het wijkcentrum geen activiteiten voor ouderen aangeboden zullen worden of dat ouderen geen gebruik maken van de aanwezige voorzieningen.
2.6.2 Ruimtelijke ontwikkeling Uit de analyse komt de zone Berckheidelaan als voorzieningencluster naar voren. Dit moet nog vertaald worden in een ruimtelijke visie voor het gebied, waarin de lange termijn ontwikkeling geschetst kan worden en waarbinnen de verschillende voorzieningen een plek krijgen. Omdat het gebied gemeentelijk eigendom is, ligt het voor de hand dat de gemeente opdrachtgever wordt voor de ruimtelijke visie. Pas als die is vastgesteld heeft het zin met
18
concrete planvorming te starten. Hoe de visie tot stand komt (interactief, binnen welke voorwaarden, met wie, et cetera) moet in een apart voorstel aan de orde komen.
2.6.3 Collegevoorstellen 4. In lijn met deze notitie te besluiten om samen met externe partijen een wijkcentrum (voorzieningencluster) in de zone Berckheidelaan (De Heraut, Brede School Jeroen Boschschool, winkelvoorzieningen en De Ezel) in samenhang met de voorzieningen en functies van de Brede School en buurthuis De Ezel programmatisch uit te werken en afspraken te maken ter realisatie van deze voorziening (2006 – 2009), en a. bij separaat voorstel te beslissen over een projectopdracht om door de gemeente conform de Heerhugowaardse projectmanagementmethodiek een goede analyse en ruimtelijke visie te maken van het desbetreffende gebied, waarbij conform het gestelde in de voorjaarsnota b. aandacht is voor de totstandkoming (interactief, binnen welke voorwaarden, welke partijen et cetera) van die visie en c. in de visie aandacht is voor de inrichting van de openbare buitenruimte zodat toegankelijkheid en gebruik voor iedereen gewaarborgd is, en d. besluiten deze visie uiteindelijk door de gemeenteraad vast te laten stellen als toetsingskader voor de plannen in het desbetreffende gebied.
2.7
Ontwikkeling van de openbare buitenruimte
Belangrijk aandachtspunt bij het realiseren van de voorzieningen is het logisch ordenen ten opzichte van elkaar. De inrichting van de openbare ruimte moet de toegankelijkheid voor iedereen waarborgen. Het moet tevens geschikt zijn voor gebruik door kwetsbare burgers zodat ook de ontmoetings- en participatiefunctie gewaarborgd is. Dit betekent aandacht voor inrichtingselementen zoals onder andere banken, visplekken en jeu de boules. In het opstellen van de analyses en ruimtelijke visies voor de drie in deze notitie genoemde ontwikkelingsgebieden in gebiedsdeel 2 gelden deze inrichtingsvereisten als uitgangspunt.
19
Hoofdstuk 3 Zorgwoningen
3.1
Scenario gematigde extramuralisering
Vanuit het speerpunt “De cliënt staat centraal” heeft de provincie onderzocht hoe groot de behoefte aan zorggebonden woonvormen zal zijn voor langdurig zorgbehoeftige ouderen, lichamelijk en geestelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten in Noord-Holland. Daartoe zijn voor de periode 2000 – 2030 drie scenario’s ontwikkeld waarin rekening wordt gehouden met het verdere verloop van de extramuralisering van de zorg en de demografische ontwikkelingen. Het eerste scenario gaat uit van een versnelde en vergaande extramuralisering tot 2015 naar Scandinavisch voorbeeld. Het tweede scenario veronderstelt een gematigde voortzetting van de huidige extramuralisering en de derde variant veronderstelt bevriezing van de extramuralisering op het huidige niveau (‘constant zorggebruik’). Er worden vijf zorggebonden woonvormen onderscheiden: intramuraal verblijf; clusterwonen; begeleid of beschut wonen; woonzorgcomplex; en aangepast zelfstandig wonen. Deze differentiatie in woonvormen en een aantal kengetallen zijn ontleend aan een landelijk scenario van het IWZ / STAGG (Innovatieprogramma Wonen en Zorg / Stichting Architectenonderzoek Gebouwen Gezondheidszorg). Een nadeel van dit landelijke scenario is dat geen rekening wordt gehouden met regionale of lokale verschillen in het tempo van vergrijzing. De methode van de provincie doet dat wel, waardoor ook voor een veel kleiner schaalniveau betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. In deze notitie wordt de provinciale methode - het scenario gematigde extramuralisering gebruikt om een beeld te schetsen van de behoefte aan zorggebonden woningen in gebiedsdeel 2, in 2015. De provincie gaat in haar beleid (zie: Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord) uit van het gematigde scenario en ook in de Regionale Woonvisie hebben de regiogemeenten gekozen voor dit scenario. Voor de goede orde, gebiedsdeel twee bestaat uit de Heemradenwijk, Schilderswijk en de toekomstige wijk de Draai (2800 woningen). Als we het hebben over de behoefte aan zorgwoningen in 2015 dan betekent dit dat het deel van de Draai dat dan gereed is moet worden meegeteld in de behoefteprognose. Dat heeft bij het scenario van gematigde extramuralisering geleid tot de volgende behoefteprognose voor 2015. De behoefte in De Draai is overigens (nog) zeer beperkt in 2015. In de tabel wordt het behoefteaandeel van De Draai weergegeven tussen haakjes.
Gebiedsdeel 2 Gerekend in zorgplaatsen Gerekend in standaard woningen Intramuraal wonen 86 (7) n.v.t. Clusterwonen 22 (1) 11 (1) Begeleid wonen 28 (3) 14 (2) Woonzorgcomplex 103 (3) 86 (3) Zelfstandig wonen met zorg 125 (10) 116 (9) Benodigd in 2015
Tabel 1. Zorgplaatsen / -woningen benodigd in gebiedsdeel 2 in 2015
20
Voor genoemde woonvormen gelden onderstaande definities:
Intramuraal wonen: Bed of onzelfstandige verblijfsruimte in een grootschalige setting die gericht is op 24-uurs zorg of toezicht.
Clusterwonen: Zes tot acht aaneengeschakelde onzelfstandige woonruimten (woonslaapkamers) met eigen sanitair, een gemeenschappelijke woonkamer en keuken plus zorgruimten. Vanuit de gemeenschappelijke ruimte wordt 24-uurs zorg of toezicht geboden. Situering van het cluster is direct nabij een steunpunt met 24-uurs aanwezige zorg. Clusterwonen vereist een royalere opzet dan doorsnee woningen.
Begeleid wonen: Een aantal volwaardige één- of tweepersoons wooneenheden in een woongebouw met daarnaast gemeenschappelijke voorzieningen en zorgruimten. Vergeleken met de clusterwoning is er meer privéruimte en minder gemeenschappelijke ruimte. De opzet biedt mogelijkheden voor begeleiding en/of assistentie op afroep, maar niet voor 24-uurszorg of toezicht. Situering bij voorkeur binnen een woonzorgzone op loopafstand van een zorgpost. Deze woning lijkt op de reeds bekende Fokus-woning voor ernstig lichamelijk gehandicapten.
Woonzorgcomplex: Een complex zelfstandige woningen met een bouwwijze gericht op beschermd wonen, met een complexgewijs overeengekomen zorg- en servicearrangement. Er is een duidelijke scheiding tussen wonen, zorg en service. Het complex kan buiten een woonzorgzone liggen omdat er in principe zorg op afspraak wordt verleend. Er is wel sprake van zorggarantie in geval van nood.
Zelfstandig wonen met zorg (zelfstandig plus): Al dan niet aangepaste nultredenwoning. De bewoner kan aanspraak maken op zorg aan huis, voor zover die op afspraak kan worden verstrekt (bijvoorbeeld reguliere thuiszorg). Een nultredenwoning is een woning die zonder trappen van buitenaf bereikbaar is en waarbij de zogenaamde ‘primaire ruimtes’ (de keuken, het sanitair, de woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden. Drempels in de woning zijn laag of ontbreken. De ‘plus’ duidt op de beschikbaarheid van welzijns- en zorgdiensten binnen een straal van 400 meter. Minimaal is dit een fysiek ontmoetingspunt, waar een aantal haal- en brengfuncties beschikbaar zijn.
21
3.2
Wat is de bestaande situatie?
Intramuraal: Momenteel biedt Hugo Oord aan 56 mensen een intramurale verzorgingsplaats.
Woonzorgcomplex-woningen: De woningen die kunnen worden gerekend tot een woonzorgcomplex zijn voornamelijk te vinden rondom Hugo Oord, in ’t Palet 48 huureenheden en aansluitend aan het G. Douplantsoen / Van Veenweg 56 verouderde huurwoninkjes voor senioren. In totaal 104 woningen.
Cluster- en begeleid wonen: Kleinschalige mogelijkheden voor cluster- of begeleid wonen bevinden zich nu aan de Van Santenlaan en de aangrenzende Excelsiorhof. Esdégé huisvest hier in totaal 11 verstandelijk gehandicapten, 8 in cluster en 3 in begeleid wonen vorm. Verder woont aan de Nic. Maeslaan een cliënt van Stichting Philadelphia onder begeleiding in een huurwoning van Woonwaard. In totaal zijn er momenteel dus 12 zorgplaatsen voor cluster- en begeleid wonen.
Zelfstandig wonen met zorg (zelfstandig plus): Op dit moment telt het gebiedsdeel 377 nultredenwoningen (359 koop- en 18 huurwoningen). Het betreft hier vooral koopwoningen in bungalow-vorm. 219 woningen in de Heemradenwijk (waarvan 6 huur) en 158 woningen in de Schilderswijk (12 huur). De verwachting is dat het grootste deel van deze woningen binnen een straal van 400 meter ligt van de benodigde voorziening(en) om te kunnen spreken van een zelfstandig plus-woning.
Huidige situatie excl. Reigersdaal Intramuraal wonen Clusterwonen Begeleid wonen Woonzorgcomplex Zelfstandig wonen met zorg
Gebiedsdeel 2 Zorgplaatsen 56 8 4 125 407
Standaard woningen n.v.t. 4 2 104 377
Tabel 2. Huidige situatie, exclusief Reigersdaal
22
3.3
Welke globale plannen en welke wensen zijn er?
In het gebied spelen er enkele ontwikkelingen waar al globale plannen van beschikbaar zijn.
3.3.1 Plannen De Pieter Raat Stichting, Woonwaard en Lauwershof DPRS wil de locatie Hugo Oord herontwikkelen tot een faciliteit met 40 intramurale zorgplaatsen, 24 intramurale verpleegplaatsen voor psycho-geriatrische patiënten en 40 (zorg)appartementen Woonwaard denkt daarnaast aan 40 (sociale huur-)appartementen en 62 grondgebonden woningen (waarvan 18 sociale huur). Een deel van deze woningen zal worden bestemd voor 42 extramurale plaatsen voor somatische Heerhugowaardse cliënten vanuit verpleeghuis Lauwershof (wozoco). DPRS denkt voor de Draai aan realisatie van 12 plaatsen kleinschalig wonen categorie licht (begeleid wonen?) en 12 plaatsen wonen categorie zwaar (clusterwonen?), aangevuld met 12 plaatsen kleinschalig wonen categorie licht in de buurt van één van beide locaties of anders De Raatstede/Hugo-oord.
3.3.2 Plannen Philadelphia In de bouwplannen voor de locatie Middenweg / Van Veenweg (plan Borst) wordt rekening gehouden met 17 zorgplaatsen in de vorm van begeleid wonen voor verstandelijk gehandicapte cliënten van Philadelphia.
3.3.3 Wensen Stichting Nehemia Nehemia heeft een wens voor 13 RIBW-plaatsen (clusterwonen) en 13 opvangplaatsen voor tienermoeders met kind (begeleid wonen). Dit ter vervanging van huisvesting op hun huidige locatie aan de R. Neter Montanhestuin (gebiedsdeel 5). De opvangplaatsen voor tienermoeders kunnen buiten gebiedsdeel 2 worden gerealiseerd.
3.3.4 Wensen Esdégé, locatie De Dreef Van Esdégé is het verzoek binnengekomen om passende woonruimte voor 11 uitstromende cliënten die zelfstandig onder begeleiding willen wonen. Wat betreft de gemeente zullen deze cliënten in eerste instantie via de reguliere weg (zoals iedere woningzoekende) naar woonruimte moeten zoeken. Er moet worden nagedacht of een uniforme wijze waarop aan dergelijke verzoeken kan worden tegemoetgekomen wenselijk is en hoe dat eruit moet zien. Als een dergelijke regeling er komt zal die recht moeten doen aan de verhoudingen aan de vraagkant en mag die niet leiden tot ongelijke slaagkansen.
23
3.3.5 Ontmanteling en herhuisvesting Reigersdaal Op de locatie Reigersdaal wonen (nog) 230 cliënten die allen een plek krijgen in de De Draai. Momenteel wordt gedacht aan 21 verschillende locaties verspreid over De Draai met 5 tot 24 cliënten. Het lijkt erop dat het met name zal gaan om clusterwonen en begeleid wonen. Niets hierover is echter op dit moment met zekerheid te zeggen. Omdat Reigersdaal al lange tijd een grootschalige voorziening is met een bovenlokale dekking is het verdedigbaar om deze zorgplaatsen niet mee te tellen als een voorziening voor Heerhugowaard. Als dat wel wordt gedaan, zullen er uitgaande van het scenario van gematigde extramuralisering weinig mogelijkheden overblijven voor andere zorgaanbieders in gebiedsdeel 2.
3.3.6 De situatie na de realisatie van de globale plannen Situatie na planrealisatie excl. Reigersdaal Intramuraal wonen Clusterwonen Begeleid wonen Woonzorgcomplex Zelfstandig wonen met zorg
Gebiedsdeel 2 Zorgplaatsen 64 (22 tekort) 33 (11 extra) 51 (23 extra) 98 (5 tekort) 407 (282 extra)
Standaard woningen n.v.t. 17 (6 extra) 26 (12 extra) 82 (4 tekort) 377 (261 extra)
Tabel 3. Situatie na planrealisatie, exclusief Reigersdaal
3.4
Hoe verhoudt bovenstaande tot dat wat nodig is?
Intramuraal Het aantal intramurale plaatsen in gebiedsdeel 2 wordt uitgebreid van 56 naar 64. Het gematigde extramuraliserings-scenario biedt ruimte voor een toename naar 86 in 2015.
Woonzorgcomplex Voor 2015 zijn er 86 woningen in een woonzorgcomplex nodig. Het huidige aantal gaat daar met 104 al ruim overheen. Het aantal zal, indien de globale plannen van DPRS, Woonwaard en Lauwershof worden gerealiseerd, afnemen naar 82. Dat zijn er 4 minder dan normatief benodigd in 2015. Voor De Draai is in ieder geval tot 2015 een woonzorgcomplex niet nodig. (Het vraagaandeel vanuit De Draai in 2015 staat op 3 woningen.) Op termijn zou het aantal wozoco-woningen van DPRS op de locatie Hugo-oord kunnen worden verruimd met nog 40 woningen. Een betere optie wellicht is om na 2015 een woonzorgcomplex in de Heemradenwijk te realiseren, bijvoorbeeld aan de Van Duivenvoordestraat. De grijze druk is in deze wijk namelijk hoger dan in de Schilderswijk en De Draai.
24
Clusterwonen Qua clusterwonen is er ten opzichte van de bestaande situatie nog beleidsruimte voor 14 zorgplaatsen. Hiervan wil DPRS er 12 realiseren in De Draai. Nehemia heeft de wens geuit voor een plek voor 13 RIBW plaatsen. Waar zal nader moeten worden bekeken.
Begeleid wonen Voor begeleid wonen is ten opzichte van de bestaande situatie ruimte voor 24 extra plaatsen. DPRS wil 24 plaatsen realiseren in De Draai en Stichting Philadelphia gaat 17 plaatsen krijgen in de nieuwbouw van plan Borst (Middenweg / Van Veenweg).
Zelfstandig wonen met zorg Het huidige aantal nultredenwoningen is met 377 ruimschoots voldoende om in de toekomstige behoefte aan zelfstandige woningen met zorgmogelijkheid te voorzien (116 in 2015). Dit wordt mede gerechtvaardigd door de voortgaande sterke toename van het percentage 65+ in Heerhugowaard gedurende de periode 2015 – 2030 (van 14,1% naar 18,5%).
3.5
Resumerend
Als de plannen van DPRS doorgang vinden levert dat normatief een tekort op van 22 intramurale zorgplaatsen. Dit wordt gecompenseerd door meer cluster- en / of begeleid wonen. Hiermee vindt een stukje extra extramuralisering plaats ten opzichte van het gematigde scenario, hetgeen ook de maatschappelijke trend is.
3.6
Collegevoorstellen
5. ‘Tabel 1. Zorgplaatsen / -woningen benodigd in gebiedsdeel 2 in 2015’ op bladzijde 20 vaststellen als richtinggevend kader voor initiatieven voor ontwikkeling van zorgwoningen in gebiedsdeel 2 tot 2015, waarbij uitwisseling van zorgplaatsen tussen verschillende categorieën zorgwoningen niet wordt uitgesloten en het totaal aantal benodigde zorgplaatsen als minimum wordt gesteld. 6. Herhuisvesting van de cliënten van Esdégé in de Draai, als gevolg van de ontmanteling van locatie Reigersdaal aldaar, niet meetellen als invulling van de behoefte aan zorgwoningen in gebiedsdeel 2. 7. De in paragraaf 3.1 omschreven definities voor ‘intramuraal wonen’, ‘clusterwonen’, ‘begeleid wonen’, ‘woonzorgcomplex’ en ‘zelfstandig wonen plus’ hanteren bij de beoordeling van nieuwe initiatieven voor concepten van wonen met zorg.
25
Hoofdstuk 4 Vervolg op de gebiedsvisie Eerder heeft de gemeenteraad de gebiedsgerichte benadering van de binnenstedelijke locaties vastgesteld. In het collegeprogramma en de voorjaarsnota is vastgelegd dat in elk geval de aan het WWZ-project Thuis zijn in de Waard gerelateerde locaties voortgang moeten vinden. Het betreffen De Horst, Arboretum / Tamarix, Hugo Oord, en de WWZ-locaties in HeerhugowaardZuid en De Noord. In dit hoofdstuk wordt kort aangegeven hoe de binnenstedelijke herontwikkelingen benaderd worden, waarbij voor gebiedsdeel 2 een prioritering voor de drie te ontwikkelen gebieden wordt gesteld.
4.1
Proces van besluitvorming
Om tot een ordelijke besluitvorming te komen zijn de volgende stappen nodig: 1. vastleggen inhoudelijke analyse en visie met verdeling van voorzieningen en specifieke woningbouw in een gebiedsdeel; 2. vastleggen ruimtelijke lange termijn visie voor de (in samenhang) te ontwikkelen locaties, met de uitkomsten van 1 als input; 3. het resultaat van 1 en 2 is het kader waaraan plannen moeten worden getoetst.
4.1.1 Stap 1: inhoudelijke analyse en gebiedsvisie Bestuurlijk is voor gebiedsdeel 2 een visie opgesteld van de gewenste locaties voor welzijns- en zorgvoorzieningen en het daaraan verbonden woningbouwprogramma. De visie is gebaseerd op de kaders Wonen, Welzijn en Zorg, Zicht op Wonen met Zorg, en het Structuurbeeld. Hoe die voorziening op die specifieke locatie uiteindelijk vorm krijgt staat daarmee nog niet vast, maar wel dát die voorziening daar moet komen Deze visie is in de voorgaande hoofdstukken van deze notitie vastgelegd.
4.2.2 Stap 2: ruimtelijke visie Deze toedeling van voorzieningen is het vertrekpunt van een ruimtelijke visie op de betreffende locaties, waarin ook de directe omgeving betrokken wordt. Samen vormen de ruimtelijke visie en de verdeling van voorzieningen een vast te leggen toetsingskader voor plannen voor de specifieke locaties.
Herontwikkelingslocaties in gebiedsdeel 2 In gebiedsdeel 2 zijn in het kader van de visie op Wonen, Welzijn en Zorg drie concrete gebieden aangewezen die herontwikkeld dienen te worden.
26
Daarnaast spelen in dit kader de herontwikkelingslocaties Don Bosco en Borst mee, omdat die ook een bijdrage leveren aan een deel van de WWZ-opdracht. Elke locatie vraagt zijn eigen aanpak, waarbij de manier waarop de buurtbewoners en andere belanghebbenden betrokken worden bij dat proces essentieel is. Dat moet per locatie worden vormgegeven, en vergt dus per locatie een eigen zelfstandige projectopdracht.
Locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en de locatie Pater Jan Smitschool In de gebiedsvisie WWZ wordt aan de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen een deel van de voorzieningen en specifieke woningbouw toebedacht. Er is samenhang met de zeer nabij gelegen herontwikkelingslocatie Pater Jan Smitschool. Het initiatief voor de plannen ligt bij externe partijen. De gemeente zal de opdrachtgever worden voor de analyse van de locaties en de uitwerking in ruimtelijke visies die vervolgens als toetsingskader voor de diverse ontwikkelingen fungeren (zie paragraaf 2.2.3 en paragraaf 2.2.4). Hier worden aparte projectvoorstellen voor vastgesteld. Gezien de status van de ideeën die externe partijen voor de beide locaties in dit gebied hebben, heeft het ontwikkelen van ruimtelijke visies voor de locaties de hoogste prioriteit in gebiedsdeel 2.
Gebied Centrumwaard – binnen (zone Middenweg) De ruimtelijke visie is in concept reeds gemaakt en vastgesteld. Nodig is nog besluitvorming hierover, in een duidelijk communicatief proces. Na vaststelling van de visie kunnen plannen eraan worden getoetst.
Gebied Centrumwaard – buiten (Van Duivenvoordestraat / Don Bosco / De Tandem / Kamp) In de gebiedsvisie WWZ wordt ook aan locaties binnen dit gebied een deel van de voorzieningen (en eventueel specifieke woningbouw) toebedacht. Voor dit gebied zijn wel een aantal analyses gemaakt, maar er is nog geen samenhangend lange termijn beeld geschetst. Voorstel is dat hier wel te doen. Het ligt het voor de hand dat de gemeente opdrachtgever wordt van een samenhangende ruimtelijke visie voor een nader te preciseren gebied om Centrumwaard (zie paragraaf 2.2.3 en paragraaf 2.2.4).
Zone Berckheidelaan (De Heraut, Jeroen Boschschool, winkels, De Ezel), Brede School en wijkcentrum Uit de analyse komt dit gebied als voorzieningencluster (wijkcentrum en Brede School) naar voren. Dit moet nog vertaald worden in een ruimtelijke visie voor het gehele gebied, waarin de lange termijn ontwikkeling geschetst kan worden en waarbinnen de verschillende voorzieningen een plek krijgen. Hoe de visie tot stand komt moet in een apart projectvoorstel aan de orde komen (zie: paragraaf 2.3.4 en 2.3.7, 2.6 en 2.6.3).
Overige locaties Voor de locaties buiten de in dit stuk genoemde geldt dat de gemeente medewerking verleent wanneer plannen op door de initiatiefnemer zelf te ontwikkelen draagvlak kunnen rekenen. De kans daarop is het grootst als afwijkingen van geldende regels zoals bouwhoogten en gebruik zo klein mogelijk zijn. Dit is te vergelijken met de zogenaamde ‘Voorburgse methode’. Voor deze 27
plekken stelt de gemeente geen programmatische eisen voor woningcategorieën of voorzieningen. Dit wijkt af van de lijn die tot nu toe gevolgd is, waar aan locaties (zoals bijvoorbeeld Middenweg 27) ook vanuit de gemeente programmatische voorwaarden zijn gesteld. De rol van de gemeente is dus passief welwillend, binnen duidelijk van te voren afgegeven spelregels.
4.2.3 Stap 3: toetsing concrete bouwplannen De ruimtelijke visies voor de gebieden dienen als toetsingskader en ruimtelijke onderbouwing voor de bouwplannen binnen het desbetreffende gebied.
4.3
Dus… gedifferentieerde benadering
Er kunnen drie typen herontwikkelingslocaties onderscheiden worden: 1. locaties Wonen, Welzijn en Zorg, met een inhoudelijk belang voor wat betreft voorzieningen en specifieke woningbouw, aangevuld met een ruimtelijke visie die dient als toetsingskader voor de concrete plannen. 2. locaties met programmatische eisen door hun omvang en de combinatie met (commerciële) voorzieningen, en met een mogelijke afwijking van het bestaande ruimtelijk kader; 3. locaties zonder programmatische eisen, binnen bestaande massa, draagvlak in de buurt; dit zijn locaties tot ca 30 woningen. Plannen voor deze plekken dienen wel te voldoen aan voorwaarden als parkeren et cetera. T.z.t dient hiervoor een checklist (planontwikkeling, draagvlak, proces met de buurt: verantwoordelijkheid initiatiefnemer);
4.4
Collegevoorstel
8. In lijn met deze notitie te besluiten om voor wat betreft de ontwikkelingslocaties in gebiedsdeel 2 prioriteit te geven aan de ontwikkeling van de specifieke WWZ-locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en de nabij gelegen locatie Pater Jan Smitschool, door in het vierde kwartaal van 2006 bij separate voorstellen te besluiten over een projectopdracht om door de gemeente conform de Heerhugowaardse projectmanagementmethodiek een goede analyse en ruimtelijke visie te (laten) maken van de locatie Hugo Oord / Gerard Douplantsoen en een goede analyse en ruimtelijke visie te (laten) maken van de locatie Pater Jan Smitschool (zie ook paragraaf 2.2.4).
28
Bijlage 1 Omgevingsfactoren Naast het vastleggen van inhoudelijke beleidsuitgangspunten is in deze bijlage een opsomming en van de betrokken partijen gemaakt. Een complete omgevingsanalyse is niet gelukt in de beperkte tijd die ter beschikking stond. Wel een nagenoeg complete opsomming van betrokken instanties met, voorzover van belang, een aanduiding van hun belangen en doelstellingen.
1.
Algemeen binnen ‘zorgland’
geldt dat de vertrouwde stelsels van zorgverzekering en AWBZ snel veranderen, waarbij ‘marktwerking’ en ‘concurrentie’ nieuwe begrippen zijn geworden. Dit kan zeer bedreigend werken terwijl het voor een ander een kans is zich te profileren en / of zorgvernieuwing ter hand te nemen.
2.
Actoren in gebiedsdeel 2
We hebben binnen gebiedsdeel 2 (in het kader van WWZ) te maken met:
Woonwaard (WWNK) Belangen: vernieuwing van hun woningbestand op het G. Douplantsoen; uitbreiding van hun woningbezit door meer woningen te bouwen; door gezamenlijke planontwikkeling met DPRS en Lauwershof een sterkere positie verwerven; verplichting om te werken aan het bevorderen van de leefbaarheid.
De Pieter Raat Stichting (DPRS) Een intramuraal instituut met twee locaties met totaal 156 bewoners. Sinds directiewisseling een sterke drive voor samenwerking met de blik naar buiten. Door verschuiving van zorg wil DPRS een derde locatie realiseren in de Draai met verpleeghuiszorg. Onduidelijk is in welke mate dit intramuraal plaatsvindt of als woonzorgcomplex (scheiding van wonen en zorg). Belangen: een meer positieve DPRS uitstraling en versterking van de DPRS positie binnen de extramurale markt.
Verpleeghuis Lauwershof (Oudorp) Gaat het instituut ontmantelen naar decentrale wooncomplexen met zorg. Belangen: de Heerhugowaardse verpleeghuispatiënten terugbrengen naar Heerhugowaard door een nieuw wooncomplex (ongeveer 40 plaatsen) in Heerhugowaard. Aanhaken bij Hugo Oord als versterking van de zorgfunctie.
30
Bestuur De Ezel De positie van het bestuur van De Ezel wordt mede bepaald door de mate waarin het De Ezelbestuur ruimte heeft gekregen van de SWH. Deze positie is waarschijnlijk sterker geworden door het raadsbesluit over het openhouden van buurthuis De Boom in relatie tot de besluitvorming over het programma van plangebied De Horst. Belangen: Instandhouden buurthuis De Ezel.
Stichting Philadelphia Belangen: Aanvullende huisvesting.
Apothekers, gezondheidscentrum onder één dak (AGOED) De bestaande ondernemers hebben aangegeven de huidige vestigingen van twee apothekers en eventueel een aantal huisartsen, ter vervanging van de bestaande accommodaties, te willen vervangen door een centraal in gebiedsdeel 2 gelegen AGOED.
Stichting Nehemia Deze stichting moet vertrekken uit Zuidwijk-Huygenhoek. Er is een toezegging gedaan dat er elders in Heerhugowaard voor de doelgroep van de stichting huisvesting gezocht dient te worden. Dat behoeft niet persé in gebiedsdeel 2 te zijn. De voorkeur gaat echter uit naar een locatie nabij de hoofdvestiging van Nehemia aan De Dreef. De stichting wordt gefinancierd uit de Rijksinstelling Beschermd Wonen ( RIBW), een specifiek onderdeel van de AWBZ.
Wijkvereniging Schilderswijk Meedenken / praten / beslissen over zaken die de wijk betreffen.
Stichting kinderopvang Heerhugowaard (SKH) Het regelen van kinderopvang in Heerhugowaard.
De Blauwe Loper De Blauwe Loper heeft één school in het gebied en is betrokken bij de brede school.
Stichting Valete De Stichting Valete heeft twee scholen in het gebied en is betrokken bij de brede school.
1e-lijns gezondheidszorg Betrokken bij de vestiging van een AGOED.
Ouderenbonden De Ouderenbonden komen op voor de belangen van de ouderen. Ze brengen gevraagd en ongevraagd advies uit.
31
Stichting Buitenspel Heerhugowaard (SBH) Opkomen voor buitenspeelactiviteiten, gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen.
Gehandicaptenraad Opkomen voor de belangen van de gehandicapten.Gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen.
Jeugdraad Opkomen voor de belangen van de jeugd.Ongevraagd of gevraagd advies uitbrengen.
EsDéGé Reigersdaal Huisvesting en voorzieningen bijzondere doelgroepen.Winkeliersvereniging
Centrumwaard Belangenvereniging betrokken bij het ontwikkelen van de Middenwegzone.
32
Bijlage 2 Karakterisering gebiedsdeel 2 In het kader van de gebiedsvisie op gebiedsdeel 2 is de u voorliggende karakterisering van het gebied opgesteld.
1. Situering en afgrenzing Gebiedsdeel 2 ligt in het noorden van de Heerhugowaardse kern en bestaat uit de wijken Centrumwaard, Heemradenwijk, Schilderswijk en de nieuwe wijk De Draai.
2. Korte beschrijving De wijken in gebiedsdeel 2 behoren tot de oudere wijken van Heerhugowaard. De Schilderswijk, Schilderswijk Noord, de Heemradenwijk en Centrumwaard zijn gebouwd in de periode van eind jaren ’60 tot en met de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het wijkje Nijenburg is iets jonger: van midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig. De wijken zijn het typische produkt van hun tijd; tot stand gekomen onder druk van de toenmalige woningnood. De enorme haast om een groot bouwvolume op te leveren leidde ertoe dat binnen een eenvoudig plan met grote herhaling gebouwd werd. Ondanks dat toentertijd kwantiteit voor kwaliteit leek te gaan hebben de wijken door hun tuinstedelijke karakter een hoogwaardige kwaliteit. Het zijn wijken met een heldere opzet, een recht wegenpatroon en een groen karakter. Dat groene karakter komt mede tot uitdrukking door een aantal grotere centraal in de wijk gelegen groene ruimten omgeven door woonbebouwing. De wijk is ruimtelijk gezien sterk eenduidig opgebouwd door een deels repeterend verkavelingspatroon. Alhoewel het woningaanbod eenduidig lijkt is dit maar ten dele waar; er is een redelijke variatie in woningtypologieën in het gebied.
3. Voorzieningenaanbod (globaal) Gebiedsdeel 2 is rijk aan commerciële voorzieningen. Binnen de grenzen liggen het winkelgebied Centrumwaard en het wijkwinkelcentrum Berckheideplein.
33
4. Kerncijfers demografie gebiedsdeel 2 (inclusief prognose De Draai) Bron: Onderzoek en Statistiek Bevolking (absoluut en in percentage van totaal)
leeftijd 0-3 4-11 12-17 18-23 24-54 55-64 65-74 75+ Totaal
2006 326 5% 677 9% 542 8% 418 6% 2740 38% 1336 19% 772 11% 407 6% 7218
2010 2015 2020 319 4% 705 6% 986 7% 726 10% 1097 10% 1587 11% 538 7% 757 7% 988 7% 503 7% 667 6% 831 6% 2905 38% 4863 44% 6431 45% 1226 16% 1216 11% 1483 10% 908 12% 1179 11% 1326 9% 460 6% 595 5% 779 5% 7585 11079 14411
2025 2030 848 6% 684 5% 1752 11% 1570 11% 1105 7% 1151 7% 830 6% 841 6% 6297 45% 5671 45% 1769 10% 1950 10% 1378 9% 1528 9% 1032 5% 1160 5% 15011 14555
5. Wijkatlas Schilderswijk en Heemradenwijk (inclusief Centrumwaard) Bron: Wijkmonitor 2005, O&S Gemeente Heerhugowaard. Kerncijfers De Schilderswijk Bevolking Woningen Gemiddelde woningwaarde (x 1000)
4588 1763 118
Gemiddelde netto woningbezetting
2,59
(24% huur, 76% koop)
Demografische druk op productieve leeftijdsgroep 20-64 jaar Groene druk 41,0 Grijze druk 22,1 Gemiddeld besteedbaar inkomen (x 1000) Per huishouden 32,0 Per persoon 12,5
Kerncijfers Heemradenwijk (inclusief Oud Centrum) Bevolking Woningen Gemiddelde woningwaarde (x 1000)
2708 1151 131
Gemiddelde netto woningbezetting
2,53
Demografische druk op productieve leeftijdsgroep 20-64 jaar Groene druk 33,0 Grijze druk 28,9 Gemiddeld besteedbaar inkomen (x 1000) Per huishouden 31,4 Per persoon 13,2
(21% huur, 79% koop)
Parelhof 1, Postbus 390, 1700 AJ Heerhugowaard 072 576 12 00 www.heerhugowaard.nl