Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
VERSLAG VERGADERING 4 FEBRUARI 2014 notulen Voorzitter: Toon Tessier Commissieleden: Marie-Jeanne De Pauw, Steven Ducatteeuw, Erik Grietens, Danny
Heirbrant, Trui Maes, Thomas Serck, Bart Vangansbeke, Wim Buysse, Joan Bauwens, Marijke De Vreese, Els Huigens, Annita Stevens, Peter Vanden Abeele, Lieslotte Wackenier, Els De Vos, Johan De Mol Plaatsvervangende leden: Aanwezige plaatsvervangers: Michiel Callens, Jean-François Agneessens, Veerle De
Bock, Joëlle Debock, Pieter Deforche, Nick Preem Secretariaat (verslaggeving): Rik De Kezel – Fabrice Vermeulen Waarnemers: Chloë De Schutter (fractie Vlaams Belang), Liesbet De Weder (fractie
Groen) Diensten: Philippe Van Wesenbeeck, Vincent Vandersmissen, Joost Aerts (Dienst
Stedenbouw en Ruimtelijke Planning) Verontschuldigd: Kris Michiels (ABVV), Stefan Derluyn en Thierry Semey (VOKA) Afwezig: Ewald Serraes, Dominique Oosterlinck
Agenda: Secretariaat Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein 1 9000 Gent Tel. + 32 9 266 78 25 Fax + 32 9 266 78 99
1. Mededelingen – praktische afspraken – deontologie 2. Goedkeuring verslag GECORO-overleg van 07/01/2014 3. Concept-RUP 164 Wonen aan het Rabot: toelichting en bespreking – beraadslaging en formuleren advies 4. Concept-RUP 160 Groenas 4 – Bovenschelde: toelichting en bespreking – beraadslaging en formuleren advies 5. Varia
[email protected] Internet www.gent.be
Openingsuren
Plaats vergadering: Collegezaal - stadhuis, Botermarkt 1 Start vergadering: 18:35
Enkel op afspraak Bereikbaar Bus 5/6/16/17/18/19/50/52/ 53/54/55/57/58/60/69/ 70/71/72/73/74/76/77/78
besloten vergadering Op vraag van de voorzitter beslissen de aanwezige commissieleden of hun stemgerechtigde plaatsvervangers unaniem tot het openbaar houden van de vergadering.
Tram 21/22/40/41/42
Correspondentieadres Stadhuis Botermarkt 1 BE-9000 Gent
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
1 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
openbare vergadering Punt 1: Mededelingen – praktische afspraken – deontologie Deontologie: commissielid Joan Bauwens zal zich na haar toelichting tijdens de presentatie van het concept-RUP Wonen aan het Rabot, onthouden van tussenkomsten tijdens beraadslaging en eventuele stemming over het te formuleren advies. De secretaris geeft kort verslag van het Bureau van 16/01/2014. De secretaris geeft een laatste stand van zaken m.b.t. het huishoudelijk reglement en de presentiegelden. Aangezien er nog geen officiële besluitvorming is over de presentiegelden, worden voorlopig alle aanwezigheden bijgehouden, ten einde de betalingen retroactief te kunnen laten uitvoeren. De secretaris geeft de commissie een overzicht van door de GECORO besproken dossiers en over eventuele feedback van het stadsbestuur m.b.t. door de GECORO genomen beslissingen/overgemaakte adviezen: • Het college van burgemeester en schepenen (CBS) heeft op 23/01/2014 kennis genomen van de door de GECORO uitgebrachte adviezen m.b.t. het concept-RUP Stedelijk Wonen en over de aanvraag om een planologisch attest van Tinel BVBA.
Punt 2: Goedkeuring verslag GECORO-overleg van 7 januari 2014 De commissieleden keuren het verslag van de GECORO-zitting van 7 januari 2014 (installatievergadering nieuwe commissie) unaniem goed. Het secretariaat zal dit goedgekeurde verslag publiceren op het GECORO-sharepoint en op de stedelijke website.
Punt 3: concept RUP 164 Wonen aan het Rabot: toelichting en bespreking – beraadslaging en formuleren advies (Alle relevante documenten zijn vooraf gepubliceerd op het Sharepoint GECORO)
Beschrijving:
Vincent Vandersmissen, ruimtelijk planner bij de Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, geeft een toelichting over de historiek en de stand van zaken van het dossier. Situering Het plangebied ligt binnen de 19de-eeuwse Rabotwijk, net ten noorden van het historisch centrum. De belangrijkste straten van het plangebied zijn de Opgeëistenlaan en het Griendeplein. Het gebied ligt tussen de straatwanden van de Begijnhoflaan, de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (KAHO), de Filips Van Cleeflaan en het Rabotpark. De oppervlakte bedraagt 4,66 ha.
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
2 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
Historiek van het dossier Aangezien dit dossier reeds een lange voorgeschiedenis kent, is het voortraject beschreven in een uitvoerige bijlage bij de conceptnota. • Haalbaarheidsstudie ‘renovatie versus vervangingsbouw’ (opdrachtgever WoninGent – Bureau Arch & Teco) • Onderzoek naar de stedenbouwkundige potenties van de site Rabottorens (opdrachtgever Stad Gent – extern bureau ‘ontwerpteam Van Reeth’ – 2006) • Stedenbouwkundige voorstudie vervangingsbouw – basisconcept strokenmodel (opdrachtgever Stad Gent – extern bureau WIT-architecten – 2009) + noodzaak tot opmaak van een nieuw RUP • Conceptstudie voor de omgevingsaanleg (nieuwe publieke ruimte / openbaar vervoersknoop - transferium Griendeplein / groene spine / …) • Open Oproep Vlaams Bouwmeester: ontwerpmatige verfijning van het strokenmodel (winnend ontwerp van POLO) Verdere elementen uit de toelichting: • Reden tot opmaak RUP – probleemstellingen • Keuze afbakening perimeter • Feitelijke toestand • Juridische toestand o Relatie met het BPA Rabot o Relatie met BPA Waldam o Relatie met RUP Bruggen naar Rabot o Stedenbouwkundig typologisch voorontwerp (2013) als basis voor voorliggend RUP • Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG) • Omgevingsstudies en bijkomende studies i.f.v. de vervangingsbouw • Visie en krachtlijnen en vertaling ervan in het grafisch plan • Bestemmingszones en stedenbouwkundige voorschriften • Faseringsplan De voorzitter vraagt wat de verdere stappen in dit dossier zijn, naast het RUP-proces an sich. - De stroken 6-7-8 moeten in principe nog meer opschuiven richting Rabotpark om meer ruimte te creëren tussen de bouwstroken, maar de onderhandelingen met Regie der Gebouwen lopen nog. - Deelproces voor de invulling van het gelijkvloers in de stroken 1 en 4 . - De oversteek ter hoogte van de Opgeëistenlaan naar het Lievepark: de onderhandelingen voor de nodige verwervingen zijn nog lopende teneinde dit in de eerste fase mee te kunnen realiseren. De voortgang van deze deelprocessen heeft weinig of geen effect op het RUP-proces zelf. Commissielid Joan Bauwens (diensthoofd Projectontwikkeling bij WoninGent) geeft kort toelichting bij de missie en beleid van WoninGent en duidt de problematieken en financiële beperkingen waarmee de maatschappij geconfronteerd wordt bij hoogbouw. Zij beschrijft het FS3-financieringssysteem (via VMSW) waarbinnen dit project zal worden gerealiseerd.
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
3 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
Vincent Vandersmissen geeft ten slotte een korte toelichting bij een voorstel van de heer Herman Rosseau (burger) tot het openmaken en integratie van de Waldam binnen het project ‘vervangingsbouw Rabottorens Gent’ (september 2013). Bespreking en beraadslaging
(de gezamenlijke standpunten, suggesties, opmerkingen en open vragen zijn in het verslag opgenomen en worden als dusdanig als een advies aan het stadsbestuur overgemaakt; gewone informatieve vragen die tijdens dit overleg onmiddellijk zijn beantwoord en geen invloed kunnen hebben op het verdere proces, zijn niet opgenomen in het verslag) Financieel Waarom is er niet gekozen voor een PPS-constructie, want het project lijkt nu budgettair krap binnen de FS3-context of misschien zelfs verlieslatend? De conclusies uit de haalbaarheidsstudie dateren van jaren geleden en de structuur van de maatschappij en het financieel kader zijn op vandaag anders dan toen. De huidige realisatiefase vindt zijn basis in de gemaakte keuzes uit die periode en bovendien is de financiering ook een gewestelijke bevoegdheid (VMSW leent kosteloos aan de bouwheer binnen het FS3-kader). Zijn er naast de subsidies via VMSW geen andere subsidie- of financieringskanalen mogelijk, bv. voor een duurzaamheidstoets? De Milieudienst heeft een subsidie gegeven aan woninGent om een PARETOonderzoek te doen, waarbij diverse energiescenario's worden gemaakt en vergeleken. Het Waldam-voorstel van de heer Rosseau De GECORO vindt het voorstel van de heer Rosseau zeer verdienstelijk. De Gentenaar van vandaag raakt zijn (historische) binding met het water in de stad steeds meer en meer kwijt en het zou bijgevolg een gemiste kans zijn om een potentiële waardevermeerdering van de culturele duurzaamheid in dit project, te negeren. De GECORO heeft uiteraard begrip voor de financiële kant van de zaak en zegt dat het voorliggende strokenmodel met integratie van reminiscenties naar het oude Lieve-tracé waardevol is, maar betreurt dat voorliggend voorstel niet van in de beginfase in het traject is meegenomen voor onderzoek. Vanuit het duurzaamheidsoogpunt draagt het stadsbestuur bij beleidsbeslissingen omtrent dit dossier een verantwoordelijkheid naar de komende generaties toe. In deze optiek is het onverantwoord om bepaalde potenties zonder bijkomend onderzoek over bv. de integratie van de Waldam (of reminiscenties ervan) te hypothekeren, want het financiële klimaat kan er op langere termijn anders en gunstiger uitzien, en dan misschien wel meer ruimte laten voor dit soort ingrepen. De GECORO is bijgevolg van oordeel dat een aantal aspecten op zijn minst een kans op onderzoek waard zijn, niet alleen in dit project, maar ook in toekomstige projecten waar het re-integreren van water in de stad een prominente rol kan spelen op het vlak van mobiliteit, toerisme, klimaat (wateradaptatie), enz. Anderzijds stelt de GECORO zich ten aanzien van het Waldam-voorstel de vraag of het cultuur-historisch gezien niet eerder aangewezen was om te focussen op het re-integreren van de structuren van het kanaal van de Lieve (ontsluiting van Gent naar zee toe), die voor de identiteit van deze site en stadsdeel en bij uitbreiding voor de identiteit van gans Gent, Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
4 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
van veel groter belang is geweest dan de Waldam. Deze herwaardering van de Lieve is nu trouwens reeds zichtbaar of op zijn minst vastgelegd in andere ontwikkelingsplannen (bv. Wondelgemse Meersen). De discussie krijgt hierdoor een andere wending, omdat de vraag nu eerder is of het sluiten van een toeristische of mobiliteitsas (water als drager van transport) het issue is, dan wel het voorzien van een reminiscentie van water met potenties naar klimaatadaptatie toe. Het is duidelijk dat in het Waldam-voorstel de ontwikkeling van een mobiliteitsas een hoofdmotief vormt voor het stedenbouwkundig ontwerp. De GECORO meent dat dergelijk motief het kader van het voorliggend plan overstijgt. Opteert men voor de keuze om in het plan voldoende reminiscenties van water met potenties naar klimaatadaptatie en landschapsbeleving te voorzien, dan wordt terecht opgemerkt dat het een open vraag blijft welke historische laag men dan wel als onderlegger of uitgangspunt voor deze kwestie wil nemen en dat integratie van water als stedenbouwkundig element bijgevolg niet noodzakelijk op exact dezelfde locatie moet als van de historische tracés van de waterlopen. Terzijde wordt opgemerkt of wel voldoende onderzocht is of er geen rechtstreekse (water)link met de Rabottorens (het monument) mogelijk is, want nu komt dit monument helemaal niet tot zijn recht in een versteende vlakte? Concluderend stelt de GECORO dat het nu opnemen van het voorstel van de heer Rosseau in deze fase van het RUP-proces, het officiële besluitvormingsproces ernstig zou vertragen, omwille van het ingrijpend technisch onderzoek (op onderhavige site, maar ook elders op het Waldam-tracé) dat dit voorstel vereist en dit geenszins de bedoeling kan zijn. De GECORO betreurt dat zij naar analogie met andere dossiers te laat door het stadsbestuur bij dit project betrokken werd wanneer het een advisering betreft in kader van het onderzoek van de wenselijkheid, haalbaarheid en potenties van alternatieven voor het voorliggend plan. De GECORO stelt wel voor om – en met behoud van het voorliggend (stroken)concept – bijkomend onderzoek te doen bij de studies over de inrichting van het openbaar domein en daarbij maximale aandacht te geven aan reminiscenties naar de historische waterlopen in dit stadsdeel in combinatie met duurzaamheidsaspecten. In het niet-verordenend gedeelte van de voorschriften kan de garantie daartoe worden verankerd, zodat dit in latere fase bij de uitvoering mee verzekerd wordt. (in de marge van de hierna besproken bestemmingszones licht Philippe Van Wesenbeeck van Dienst Stedenbouw en Ruimtelijk Planning kort de houding van de dienst toe m.b.t. de zone ten westen van het Griendeplein en het tracé van de Waldam. Ook daar is de Waldam uitgewerkt als een reminiscentie, eerder dan een functionele opengemaakte waterloop, omdat het utopisch lijkt om zelfs op langere termijn het volledige tracé weer open te maken) Bestemmingszones Kan de versnippering van bestemmingszones niet meer integraal worden aangepakt, zodat bv. de zones voor groen met elkaar gelinkt en sterker verankerd zijn? Ook de 'zone voor wegen' klinkt hard en eenzijdig mineraal, versteend, het komt over alsof het integraal zal/mag geclaimd worden/ingericht worden als weg, zonder groen. Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
5 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
Zou op die manier ook (en hoewel Stad Gent hier ook de wegbeheerder is) de oversteek aan de Opgeëistenlaan niet explicieter kunnen gemaakt worden? De GECORO suggereert om één uniforme zone (kleur) te gebruiken voor alles wat openbaar domein is en te opteren voor de benaming ‘zone voor publieke ruimte’. Moet er niet gepleit worden voor een duidelijke afbakening in de zones voor groen, waar er verkeer (parkeren) mogelijk is? Is het opnemen van een reservatiestrook voor De Lijninfrastructuur niet aangewezen? Algemeen stelt de GECORO dat de bestemmingszones en respectieve voorschriften best nog eens nader worden bekeken om voldoende garanties in te bouwen voor een sterkere integratie van de verschillende onderdelen van het openbaar domein, met als ambitie een zo optimaal mogelijke herinrichting ervan. Verder zal veel afhangen van een sterk ontwerp van het openbaar domein an sich en de verdere aftoetsing met de andere betrokkenen in dit verhaal (i.c. De Lijn). Er wordt in dit kader verwezen naar de contour/conceptstudie over het Griendeplein en omgeving (zie bijlage bij de conceptnota) dat nauwlettend als onderlegger zal gebruikt worden voor de herinrichting van het openbaar domein. De GECORO is er dan ook voorstander van dat een aantal inrichtingsprincipes uit deze studie nu reeds meer in dit RUP worden verankerd. Mobiliteit In de discussie over de mobiliteitsaspecten komen volgende opmerkingen en vragen naar voor: • Er is op beleidsmatig vlak weinig terug te vinden over mobiliteit in de verschillende studies. Is het gerechtvaardigd om ca. 220 parkeerplaatsen ondergronds te voorzien voor ca. 800 bewoners en dit bij zo’n belangrijk openbaar vervoersknooppunt? Deze locatie is bij uitstek een plek om autoverkeer tot een minimum te beperken. • Waarom niet nadenken over alternatieve transportvormen zoals bv. Cambio-autodelen (aantal plaatsen in ondergrondse parking)? • Waarom nu reeds niet nadenken over mobiliteitsengagementen met de bewoners, naar analogie met initiatieven in Freiburg? • Is het te overwegen om geen ondergrondse parking voor sociale woningbouw in te richten wegens de te zware bouwkost? Kan de bezoekersparking die de groene spine belast, niet ondergronds? De GECORO concludeert dat het parkeeronderzoek voorlopig ondermaats is en vraagt een alternatievenonderzoek dat vertrekt vanuit de volgende uitgangspunten: het minimaal houden van de automobiliteit op deze site en het maximaliseren van het gebruik van het openbaar vervoer. Windstudie Is er een windstudie uitgevoerd? Wat zijn de gevolgen voor het publiek domein met gebouwen die heel kort bij elkaar staan? In de wetenschap dat de stand van de gebouwen en de constructie ervan determinerende impact hebben op windsnelheden en richtingen, en bijgevolg de belevingswaarde van de publieke ruimte tussen de gebouwen grondig kan beïnvloeden, adviseert de GECORO om in het vervolgtraject hier zeker de nodige aandacht aan te besteden
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
6 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
Gemeenschapsvoorzieningen Moeten de mogelijkheden voor integratie van aantal sociale en of gemeenschapsvoorzieningen (buurthuis, kinderopvang, …) niet harder vastgelegd worden? De niet-woon functies zijn (op het gelijkvloers) verordenend vastgelegd op heet grafisch plan (aan de Lievetuin en Griendeplein), maar dit verhindert niet dat andere functies ook mogelijk zijn in de andere delen van de zone voor wonen.
Punt 4: concept RUP 160 Groenas 4 – Bovenschelde: toelichting en bespreking – beraadslaging en formuleren advies (Alle relevante documenten werden vooraf gepubliceerd op het Sharepoint GECORO – de presentatie wordt eveneens gepubliceerd)
Beschrijving:
Joost Aerts, ruimtelijk planner bij de Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, geeft een toelichting over de historiek en de stand van zaken van het dossier. Situering Het plangebied van het gemeentelijk RUP (nr. 160) Groenas 4 – Bovenschelde situeert zich in het zuiden van Gent net buiten de stadsrand, in de vallei van de Schelde. Het plangebied maakt deel uit van Groenas 4 uit het RSG. Groenas 4 ligt in de Vallei van de Bovenschelde tussen de Muinkschelde en de grens met Zevergem/De Pinte. Het plangebied van dit RUP bevat een deel van het gebied op de linkeroever tussen de spoorwegbruggen aan de Burggravenlaan en het “Kasteel van Zwijnaarde” aan de Joachim Schayckstraat. Historiek van het dossier De ‘Groenas 4’ werd voorafgaandelijk aan dit RUP apart bestudeerd op mogelijkheden en knelpunten. Het studiegebied uit deze studie is ruimer dan de groenas 4 zelf omdat deze groenas heel wat relaties heeft of ontbeert met de aanpalende gebieden. Noch het studiegebied, noch de groenas 4 zijn echter volledig opgenomen in het plangebied van dit RUP. Voor de realisatie van het deel groenas 4 ten noorden van de spoorweg 122 en voor vele elementen die in de studie naar voor kwamen is de opmaak van een RUP immers niet nodig. De beoogde inrichting is daar realiseerbaar binnen het bestaande stedenbouwkundig kader. Dit RUP neemt dus enkel die elementen op waarvoor een bestemmingswijziging noodzakelijk is. Verdere elementen uit de toelichting: • Algemene ruimtelijke knelpunten • Specifieke ruimtelijke knelpunten • Relatie met BPA 129 Toemaattragel (1998), BPA Z5 Kanaal van Zwijnaarde en RUP L02 Bellevue (2004) • Relatie met het gedeeltelijk positief planologisch attest (02/04/2009) aangevraagd door NV Domein van Zwijnaarde – NV Zwijnaarde Castle Catering • Grafisch plan - concept • Visievorming, krachtlijnen voor de verschillende deelgebieden en vertaling van de planopties naar zoneringen en voorschriften. Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
7 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
• Vervolgtraject van het RUP-proces Bespreking en beraadslaging (de gezamenlijke standpunten, suggesties, opmerkingen en open vragen zijn in het verslag opgenomen en worden als dusdanig als een advies aan het stadsbestuur overgemaakt; gewone informatieve vragen die tijdens dit overleg onmiddellijk zijn beantwoord en geen invloed kunnen hebben op het verdere proces, zijn niet opgenomen in het verslag) Algemene ambities van het RUP en natuurwaarden Door het lange wachten om dit plan te realiseren, zijn er heel wat knelpunten bijgekomen en opportuniteiten verdwenen. Het plan is conceptueel te weinig ambitieus om via deze ‘groen’as de natuur de stad in te brengen. Op sommige plekken kan men ternauwernood spreken van een groenas. Bovendien is de strook zelf te smal om er een volwaardig fiets- en wandelpad in te richten. Er rusten ook een paar zware hypotheken op dit plan, meer bepaald t.h.v. de Alinso- of de DOMO-site. Als de doorgang van deze as langsheen de Schelde ter hoogte van deze site niet gegarandeerd wordt, dan is er de facto ook geen plan. Omwille van compromissen gaat er net daar waar de biologische natuurwaarden het grootst zijn (t.h.v. Instituut voor Nucleaire Wetenschappen) te veel bos verloren. Daarnaast wordt er ondanks de nobele bedoelingen weer gesnoeid in de resterende open ruimte: wanneer bij volledige realisatie van de groenas de ruimtebalans gemaakt wordt, dan zal deze negatief uitvallen voor de open ruimte. Positieve punten zijn dan weer de ideeën tot realisatie van missing links in de oostwestrelatie over de Schelde heen. Is het instandhouden van bosareaal op de UG-site dat het verst van de groenas ligt en het dichtst bij de autostrade een logische keuze? Dit heeft te maken met de biologische waarden van het bos. De meest waardevolle stukken worden op deze manier het beste bewaard. Boscompensatie (niet enkel financieel) is in elk geval voorzien. Deze keuze houdt ook rekening met mogelijke, toekomstige uitbreidingsplannen van UGent. De GECORO is van oordeel dat het stadsbestuur moet aandringen bij UGent om een meer concreet masterplan op te maken zodat duidelijker wordt waar hun ambities liggen en er geen onnodige hypotheken worden gelegd op terreinen zoals deze in het plangebied. Bedrijven Een aantal ondernemingen zijn in hun bestaansrecht bedreigd, bv. met Ghent Dredging? Is er een herlocalisatie voorzien voor dit bedrijf? Verharding of niet-verhard Een deel van het tracé moet absoluut verhard blijven i.f.v. enerzijds de openbare vervoerslijn voor Kristallijn, maar anderzijds ook voor een alternatieve ontsluiting over terreinen van UGent richting Ghelamco-stadion. Bezoekers van dit stadion zouden dan met het openbaar vervoer afgezet worden op deze as en via een nieuw te creëren doorsteek over het bedrijventerrein, te voet naar het stadion kunnen afzakken. Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
8 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
MER-screening De GECORO is van oordeel dat het aangewezen is om mogelijke planuitbreidingen van het RUP (ook al behoren ze op dit moment om uiteenlopende redenen niet tot de RUPperimeter), toch mee te bekijken tijdens de MER-screening, om in de resultaten geen vertekend beeld te creëren. Joost Aerts gaf in de presentatie reeds aan dat de site Alides (Maes) niet wordt meegenomen omdat de eigenaar te kennen heeft gegeven andere plannen te hebben met deze gronden, en deze perfect kunnen binnen de bepalingen van het vigerende BPA. Nieuwe ontwikkelingen op deze site zullen sowieso moeten worden onderworpen aan een MER-screening. De zone die in aanmerking komt voor de herlocalisatie van jachtwerf De Leie of voor de inplanting van een stadsdistributiecentrum zal wel moeten worden meegenomen in de screening. De GECORO adviseert ook dat bepaalde zones zoals bv. de verkeerswisselaar en de Alinso- of DOMO-site – hoewel het feit dat deze in andere planningsprocessen aan een MER-screening worden onderworpen – ook in de totaliteit van dit RUP (met als plandoel een continue groene fiets- en wandelas) mee in het MER-verhaal moeten worden onderzocht. Alle elementen – ongeacht of ze zich binnen of buiten de perimeter van de te herbestemmen zones bevinden die een belangrijke rechtstreekse invloed kunnen hebben op het realiseren van de ambities die de Stad middels voorliggend concept-RUP wenst te realiseren dienen bij deze evaluatie betrokken te worden. In het licht hiervan dienen ook volgende suggesties en opmerkingen te worden beschouwd: •
Zijn er mogelijkheden voor een oversteek over de keersluis heen? Is volgens W&Z niet mogelijk, om veiligheids- en exploitatieredenen.
•
De reservatiestrook (op het grafisch plan) voor overbrugging fiets- en wandelpad herbekijken i.f.v. effectieve realisatie en in relatie tot de gemeentegrens Merelbeke.
•
Kunnen er op het grafische plan geen hardere garanties ingebouwd op het tracé van de waterloop zelf i.f.v. de natuur-technische inrichting van de oevers, gezien de geringe ambities van de beheerder? Joost Aerts geeft toelichting bij het negatieve advies van W&Z tijdens de rondvraag. De beheerder wil in de toekomst de mogelijkheden maximaal openhouden voor overslag van de waterloop naar watergebonden bedrijven.
•
Er wordt i.f.v. een duurzaam natuurbeheer een pleidooi gehouden voor intelligente verlichting langsheen de groenas, zeker voor deze zones waar er geen openbare verlichting is. Dit element zou moeten worden bestudeerd in de fase van MERscreening.
•
Er wordt verwezen naar opmerkingen gegeven tijdens de informatievergadering voor dit RUP m.b.t. het nieuw te realiseren parkeergebouw in relatie tot onderbenutte parkeerplaatsen in de onmiddellijke buurt. Is dit grondig bekeken i.f.v. de lokale parkeerbehoeften (bewoners) versus de werk gerelateerde mobiliteit en de fietsassen? Kan dit mee worden bekeken tijdens de MER-screening?
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
9 / 10
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening
•
Wat met de zone voor openbaar groen uit het BPA Bellevue onder het B401-viaduct: wil men hier de parkfunctie of de natuurfunctie laten primeren en moet dit niet worden meegenomen in dit RUP?
•
Zijn de twee kleine zones voor tuinen voorzien in dit RUP t.h.v. de Frans De Mildreef wel zinvol naar kwaliteit toe, zo vlak naast het viaduct?
•
Zijn de moeilijke ontsluitingsmogelijkheden voor de bedrijven t.h.v. de Frans De Mildreef voldoende bekeken?
Punt 5: Varia Geen variapunten
Einde van de vergadering:
22u20
Verslaggeving:
Rik De Kezel – 12 februari 2014
Verslag GECORO-vergadering 4 februari 2014
10 / 10