Gemeente Noordenveld Ontwerp-Milieuprogramma 2011
Roden, Afdeling Ruimte & Samenleving Het Milieuprogramma 2011 is op………… vastgesteld door de raad van de gemeente Noordenveld. De vaststelling is bekendgemaakt in De Krant van ………
Inleiding ......................................................................................................................... 3 BCF: 6.4501.10 Gemeentelijk milieuplan ................................................................ 5 BCF: 6.4501.11 Milieuprogramma .......................................................................... 6 BCF: 6.4501.12 Milieujaarverslag ........................................................................... 7 BCF: 6.4501.13 Milieuadviesraad ........................................................................... 8 BCF: 6.4501.14 Monitoring ..................................................................................... 9 BCF: 6.4501.15 Milieubeleid algemeen................................................................. 10 BCF: 6.4502.10 Milieucommunicatie..................................................................... 11 BCF: 6.4502.11 Energiebeleid .............................................................................. 13 BCF: 6.4502.12 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ................................. 16 BCF: 6.4502.13 Duurzame ontwikkeling ............................................................... 18 BCF: 6.7216.16 Luchtkwaliteit en geurhinder ....................................................... 26 BCF: 6.4502.17 Externe veiligheid ....................................................................... 27 BCF: 6.4502.18 Overige milieutaken .................................................................... 30 BCF: 6.720.810, 6.720.910 Natuur en Landschap ................................................. 32 BCF: 6.4530.110 Verkeer en Vervoer .................................................................. 35 BCF: 6.4503.10 Milieuvergunningen ..................................................................... 37 BCF: 6.4503.11 Meldingen Wet milieubeheer ....................................................... 39 BCF: 6.4504.10 Geluidbeleid................................................................................ 41 BCF: 6.4504.11 Uitvoering geluidstaken ............................................................... 43 BCF: 6.4505.10 Besluit bodemkwaliteit................................................................. 44 BCF: 6.4505.11 Actief bodembeheer .................................................................... 46 BCF: 6.4505.12 Bodemsaneringen ....................................................................... 49 BCF: 6.4505.13 Bodemonderzoeken .................................................................... 51 Totaaloverzicht ............................................................................................................ 53 Colofon ........................................................................................................................ 58
Milieuprogramma 2011
-2-
Inleiding De Wet Milieubeheer verplicht gemeenten tot het opstellen van een milieuprogramma. De vaststelling dient door de raad te geschieden. Het programma bevat ten minste: a. een programma van de door het gemeentebestuur in de betrokken periode te verrichten activiteiten ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan het gemeentebestuur opgedragen taken; b. een overzicht van de financiële gevolgen van de onder a. bedoelde activiteiten. Het ontwerp van het gemeentelijk programma, waarvan de voorbereiding bij het College van Burgemeester en Wethouders berust, dient bij het ontwerp van de begroting aan de Raad te worden voorgelegd.
Milieuprogramma 2011
-3-
Het programma 2011
Het programma In het milieujaarprogramma zijn de taken aangegeven die de gemeente van plan is in 2011 uit te voeren. Het betreft de wettelijke taken en de autonome taken. In dit programma is één van de wettelijke taken, te weten milieuhandhaving niet opgenomen. De milieuhandhavingstaken zijn opgenomen in het Handhavingsprogramma 2010-2011. Bij het opstellen van het Milieuprogramma 2011 is, overeenkomstig het bepaalde in de Wet milieubeheer, rekening gehouden met het Milieubeleidsplan 2008-2012 Gemeente Noordenveld. Echter vanwege recente ontwikkelingen en besluitvorming is het huidige Milieubeleidsplan 2008-2010 niet meer actueel. Vooralsnog wordt voorgesteld om het huidige Milieubeleidsplan als basis voor de uitvoering van de milieutaken te blijven gebruiken en de actualisatie pas op te pakken, zodra de Duurzaamheidnota is vastgesteld. Ten aanzien van de Duurzaamheidnota is in het Bestuurakkoord 2010-2014 aangegeven dat deze zo spoedig mogelijk in de raadsperiode 2010-2014 wordt vastgesteld. Bij de vaststelling van het Bestuurakkoord is besloten dat er in 2010 ten behoeve van de Duurzaamheidnota eerst een bestuuropdracht wordt opgesteld. Het streven van de gemeente is om uiterlijk in 2040 klimaatneutraal te zijn. Hierbij wil de gemeente zich in al haar beslissingen laten leiden door het principe dat ze de aarde in bruikleen heeft. Dit betekent dat ze steeds zal kijken of oplossingen duurzaam en mens-, dier- en milieuvriendelijk zijn. Het Milieuprogramma 2011 is afgestemd op de Begroting 2011. Dit betekent dat de in het milieuprogramma opgenomen producten en de hierbij behorende uren en budgetten overeenkomen met de budgetten als vermeld in de begroting. Door vaststelling van de Begroting 2011 zal de dekking gegarandeerd zijn.
Milieuprogramma 2011
-4-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Afdeling: Ruimte & Samenleving Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer Vakgroep: Milieu
Beheersproduct: 450 Milieubeheer algemeen Budgethouder: M. Jager BCF:
6.4501.10 Gemeentelijk milieuplan
Productbeschrijving -
Het regelmatig opstellen of actualiseren van het milieubeleidsplan.
Activiteiten -
Het actualiseren of opstellen van het milieubeleidsplan. De zorg, de coördinatie en de uitvoering van het milieubeleidsplan. De verslaglegging over de voortgang van de uitvoering.
Kwaliteitseisen -
Uitvoering conform vastgesteld plan. Actualiteit 1 maal per 5 jaar.
Prestaties
Kengetallen
- De uitvoering van de activiteiten uit het milieubeleidsplan. - Rapportage via het milieujaarverslag.
Mensuren vakgroep Milieu: 50 Kosten mensuren: € 3.350
Het milieubeleidsplan: Het opstellen van een milieubeleidsplan is niet wettelijk verplicht. De Raad heeft echter in het verleden nadrukkelijk aangegeven te willen beschikken over een milieubeleidsplan. Aanleiding hiervoor waren enerzijds de onderzoeksrapporten van de gezamenlijke VROMInspecties en anderzijds de kaderstellende rol van de Raad. Actualiteit: Op 18 december 2008 heeft de Raad het Milieubeleidsplan 2008-2012 vastgesteld. Geconstateerd moet worden dat het Milieubeleidsplan, met name vanwege actuele ontwikkelingen en besluitvorming welke inmiddels hebben plaatsgevonden, ten aanzien van bepaalde thema’s niet meer actueel is. Met name kunnen worden genoemd de thema’s: energie, duurzame ontwikkeling en gemeentelijke interne milieuzorg. Deze thema’s zijn tevens belangrijke onderdelen van het op te stellen beleidsplan duurzaamheid. Het beleidsplan duurzaamheid heeft de hoogste prioriteit en zal het beleid bevatten ten aanzien van de zojuist genoemde thema’s. Activiteit 2011: Het voornemen is om in 2011 het Milieubeleidsplan als basis voor de uitvoering van het milieubeleid te blijven hanteren en de actualisatie na de vaststelling van de nota duurzaamheid, op te pakken.
Milieuprogramma 2011
-5-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 450 Milieubeheer algemeen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4501.11 Milieuprogramma
Productbeschrijving Het milieuprogramma. Activiteiten -
Het opstellen van het milieujaarprogramma 2012. Het bewaken van de uitvoering van het milieuprogramma 2011.
Kwaliteitseisen Voldoen aan de eisen als vermeld in artikel 4.20 van de Wet Milieubeheer: in het programma de te verrichten activiteiten ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan het gemeentebestuur opgedragen taken aangeven; een overzicht van de financiële gevolgen van de hiervoor aangegeven activiteiten. Prestaties Het Milieujaarprogramma 2012. De uitvoering van het Milieuprogramma 2011.
Kengetallen Mensuren vakgroep Milieu: 240 Kosten mensuren € 16.080
Het Milieuprogramma: Het betreft hier een wettelijk verplichte taak op grond van de Wet milieubeheer. Het milieuprogramma geeft op operationeel niveau aan met behulp van welke activiteiten de gemeentelijke milieutaken, zowel die van de gemeenteraad als die van burgemeester en wethouders worden gerealiseerd. In het programma ligt de nadruk op de organisatie, het tijdpad, de verdeling van de menskracht en het verdelen van de middelen over de verschillende taken. Procedure: Het ontwerp van het gemeentelijk programma, waarvan de voorbereiding bij het College van Burgemeester en wethouders berust, dient bij het ontwerp van de begroting aan de Raad te worden voorgelegd en door de Raad te worden vastgesteld. Indien er een milieubeleidsplan geldt, dient de Raad bij de vaststelling van het programma hiermee rekening te houden. Bij de voorbereiding dienen ook de ingezetenen en belanghebbenden te worden betrokken, zoals is aangegeven in de gemeentelijke inspraakverordening. Inhoud programma: In het milieuprogramma zijn de wettelijke en autonome taken opgenomen. De basis is gelegen in de Wet milieubeheer, het Milieubeleidsplan 2008-2012 en de diverse andere plannen, zoals onder andere het Gemeentelijk Rioleringsplan, het Afvalstoffenbeleidsplan en het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan.
Milieuprogramma 2011
-6-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 450 Milieubeheer algemeen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4501.12 Milieujaarverslag
Productbeschrijving Het jaarverslag. Activiteiten - Het opstellen van het jaarverslag 2010. Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in artikel 21.1 van de Wet milieubeheer: het aantal malen dat de aangegeven termijnen als vermeld in de Awb worden overschreden, de oorzaken daarvan en de maatregelen die zijn getroffen of zullen worden getroffen om het overschrijden van de termijnen zoveel mogelijk te voorkomen; de wijze waarop het beleid met betrekking tot de hoofdstukken 8 (inrichtingen), 13 (procedures), 18 (handhaving) en paragraaf 14.1 (coördinatie) van de Wet milieubeheer is uitgevoerd.
Prestaties
Kengetallen
Het jaarverslag 2010.
Mensuren vakgroep Milieu: 220 Kosten mensuren € 14.740
Het Milieujaarverslag: Op grond van de Wet milieubeheer dienen Burgemeester en wethouders jaarlijks verslag te doen aan de gemeenteraad. Nadat het verslag door B&W is vastgesteld dienen zij het verslag aan de gemeenteraad aan te bieden en gelijktijdig aan de regionaal (milieu-) inspecteur aan te bieden. Inhoud: Naast de wettelijk verplichte onderdelen (zie format: kwaliteitseisen) wordt, met uitzondering van het onderdeel milieuhandhaving, verslag gedaan over de activiteiten als vermeld in het jaarlijkse milieuprogramma. Met betrekking tot het onderdeel milieuhandhaving wordt separaat verslag gedaan in het jaarlijks integraal handhavingsverslag.
Milieuprogramma 2011
-7-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 450 Milieubeheer algemeen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4501.13 Milieuadviesraad
Productbeschrijving Secretariaat Milieuadviesraad Noordenveld. Activiteiten - Het uitvoeren van het secretariaat van de Milieuadviesraad. - Het opstellen van het jaarverslag. Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in de bijlage bij het besluit tot het instellen van de Milieuadviesraad (o.a. taken en werkwijzen). Prestaties
Kengetallen
- Het houden van zes vergaderingen, inclusief Levering derden: € 250 voorbereiding en verslaglegging. - Het opstellen van het jaarverslag. Vergoedingen leden MARN:
€ 3.000
Mensuren vakgroep Milieu: 140 Kosten mensuren: € 9.380 Totale kosten: € 12.630
De Milieuadviesraad: De Milieuadviesraad Noordenveld is in het kader van het duale stelsel op 20 augustus 2002 door het College van Burgemeester en Wethouders ingesteld als vaste commissie van advies aan het College als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. In de Milieuadviesraad hebben vertegenwoordigers vanuit de bevolking zitting, die specifieke kennis hebben over milieu en milieuvraagstukken. Door middel van gevraagde en ongevraagde adviezen wordt inzicht verkregen hoe burgers tegen de verschillende milieuzaken aankijken. Secretariaat: Het secretariaat van de Milieuadviesraad is ondergebracht bij de vakgroep milieu. De secretaris is belast met de voorbereiding en de verslaglegging van de vergadering, alsmede met het opstellen van het jaarverslag. De voorzitter van de Milieuadviesraad zorgt voor het opstellen van de concrete adviezen.
Milieuprogramma 2011
-8-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Beheersproduct: BCF:
Afdeling: Ruimte & Samenleving
450 Milieubeheer algemeen
Vakgroep: Milieu Budgethouder: M. Jager
6.4501.14 Monitoring
Productbeschrijving Het monitoren en weergeven van diverse gegevens. Activiteiten -
Het invoeren en bijhouden van monitoringsgegevens, zoals is aangegeven in het Monitorplan Milieu 2008-2012. Het coördineren en bijhouden van de CO2-monitor om de CO2-reductie te monitoren.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan het vastgestelde Monitorplan 2008-2012. Voldoen aan de CO2-monitor.
Prestaties -
Overzicht van de resultaten (bij het milieujaarverslag). Inzicht in de CO2-reductie.
Kengetallen Mensuren vakgroep Milieu: 185 Kosten mensuren € 12.395
Monitorplan 2008-2012: Op 11 februari 2009 heeft het college van Burgemeester en wethouders het Monitorplan 2008-2012 vastgesteld. Het monitorplan vloeit voort uit het Milieubeleidsplan 2008-2012, waarin is aangegeven dat inhoud zal worden gegeven aan monitoring om structureel te kunnen beoordelen of de in het plan gestelde doelstellingen worden gehaald. De resultaten worden jaarlijks bij het Milieujaarverslag weergegeven. CO2-monitoring: In het Energieakkoord Noord-Nederland, dat door de gemeente Noordenveld is ondertekend, is overeengekomen een systeem te ontwikkelen om de uitvoering van het akkoord te monitoren. Het monitorsysteem is inmiddels ontwikkeld en in april 2010 in Noordenveld operationeel geworden. De monitor brengt de CO2-reductie en duurzame energieproductie in beeld die gerealiseerd is of die wordt bereikt door uitgevoerde projecten gericht op energiebesparing en duurzame energie. De CO2-monitoring wordt gecoördineerd en uitgevoerd door de vakgroep Milieu. In 2010 is iedereen in de organisatie, die te maken heeft met CO2 reducerende maatregelen en duurzame energie geïnstrueerd hoe en welke gegevens moeten worden aangeleverd. Naast de gezamenlijke presentatie die in het kader van de uitvoering van het Energieakkoord zal plaatsvinden, zal er bij het jaarverslag inzicht worden gegeven van de resultaten in de gemeente.
Milieuprogramma 2011
-9-
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 450 Milieubeheer algemeen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4501.15 Milieubeleid algemeen
Productbeschrijving -
Het uitbrengen van adviezen. Deelname in werk/projectgroepen. Overige voorkomende (incidentele) werkzaamheden.
Activiteiten -
Het uitbrengen van adviezen aan College, Raad met betrekking tot onderwerpen welke niet apart in de begroting zijn opgenomen, zoals Europese richtlijnen en plannen afkomstig van andere overheden. Advisering inzake milieuaspecten m.b.t. bestemmingsplannen, structuurplannen enz. Het deelnemen in diverse werk- en projectgroepen t.b.v. vakgroepoverschrijdende projecten. Overige (incidentele) werkzaamheden.
Kwaliteitseisen Voldoen aan de door de gemeente gestelde eisen met betrekking tot het opstellen van adviezen.
Prestaties Diverse adviezen en inbreng bij plannen.
Kengetallen Levering derden: € 500 Mensuren vakgroep Milieu: 445 Kosten mensuren:
€ 29.815
Totale kosten: € 30.315
Toelichting: Het betreft hier met de name de advisering over onderwerpen welke afkomstig zijn van andere bestuursorganen, instanties of andere afdelingen en vakgroepen welke niet van tevoren bekend zijn en derhalve niet gepland kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: Europese regelgeving; Plannen op rijks- of provinciaal niveau welke consequenties voor de gemeente kunnen hebben; Milieubeleidsplannen van aangrenzende gemeenten ten aanzien waarvan het College van Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren; Advisering milieuaspecten bij bestemmingsplannen, ontwikkelingsplannen of andere plannen.
Milieuprogramma 2011
- 10 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.10 Milieucommunicatie
Productbeschrijving Milieuvoorlichting, Milieu-informatie en Natuur- en Milieu-educatie Activiteiten -
Het inzetten van het instrument voorlichting. Het uitvoeren van het Verdrag van Aarhus (alle milieuinformatie beschikbaar stellen). Het verstrekken van milieu-informatie op basis van het Verdrag van Aarhus Het financieel ondersteunen van het scholennetwerk NME. Het faciliteren van projecten op het gebied van NME. Het houden van overleg met de IVN's. Het houden van overleg met de Gemeentelijke Overleg Commissie van de LTO en de terreinbeheerders van de natuurbeherende instanties. Het uitvoeren van projecten in het kader van de Nacht van de Nacht. Deelnemen aan de communicatiecampagne “Drenthe bespaart”. Het opstellen van een jaarlijkse communicatiekalender.
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in het milieubeleidsplan 2008-2012 en het Verdrag van Aarhus. Prestaties -
Het beantwoorden van verzoeken om informatie. Projecten in het kader van het scholennetwerk. Projecten in het kader van de Nacht van de Nacht. Diverse publicaties. Een geactualiseerde website met alle beschikbare milieu-informatie. Deelname aan de campagne ‘Drenthe bespaart’. Een jaarlijkse communicatiekalender.
Kengetallen Verzekeringen: € 554 Levering derden: € 1.250 Kosten scholennetwerk NME: € 20.500 Mensuren vakgroep Milieu: 300 Kosten mensuren: € 20.100 Totale kosten: € 42.404
Toelichting: Onder milieucommunicatie wordt verstaan: milieuvoorlichting en milieueducatie. Milieuvoorlichting betreft kortdurende activiteiten, toegespitst op een onderwerp, die vooral tot kennisvermeerdering leiden. Milieueducatie betreft activiteiten die langduriger van aard zijn waarbij sprake is van een vormingsproces en tweerichtingsverkeer dat gericht is op bewustwording en gedragsverandering. In het milieubeleidsplan 2008-2012 is aangegeven dat de gemeente geen initiërende rol zal vervullen op het gebied van natuur- en milieueducatie. Dit wordt overgelaten aan deskundigen, zoals het IVN Consulentschap Drenthe en de plaatselijke IVN’s. In overleg met de betrokken partijen zal de gemeente projecten uitvoeren, waarbij de rol van de gemeente in hoofdzaak een facilitaire is. Wel wil de gemeente de meerwaarde van het gemeentelijk milieubeleid en de geplande milieumaatregelen inzichtbaar maken bij de burgers. De gemeente wil dit doel bereiken door regelmatig via de website en De Krant de burgers milieuvoorlichting te geven en hen te stimuleren om het milieugedrag te verbeteren.
Milieuprogramma 2011
- 11 -
Verdrag van Aarhus In 1998 is het Verdrag van Aarhus tot stand gekomen. Nederland is één van de ondertekenaars van dit verdrag. e Het Verdrag van Aarhus heeft tot doel de rechten op toegang tot milieu-informatie (1 pijler), e inspraak in de milieubesluitvorming (2 pijler) en toegang tot de rechter inzake e milieuaangelegenheden (3 pijler) voor de burger te waarborgen. Het uitvoeren van het Verdrag van Aarhus is een continue proces. Alle milieu-informatie moet worden verzameld, geactualiseerd en digitaal beschikbaar te worden gesteld. "Gemeentelijk scholennetwerk Natuur- en Milieueducatie" Op 13 juni 2000 hebben Burgemeester en Wethouders besloten om zich gezamenlijk met het IVN Consulentschap Drenthe in te zetten tot het opzetten en onderhouden van een scholennetwerk Natuur- en Milieueducatie (NME) in deze gemeente. In verband hiermee heeft de gemeente Noordenveld zich verplicht tot het verstrekken van een jaarlijkse bijdrage in de kosten van het scholennetwerk. Dit bedrag is structureel in de begroting opgenomen. De gemeente hecht grote waarde aan het scholennetwerk omdat alle scholen in de gemeente meedoen. Als groot project voor het schooljaar 2010/2011 zal ‘Kleine Beestjes’ worden uitgevoerd. Nacht van de Nacht Jaarlijks wordt de campagne “Laat het donker donker” georganiseerd. In het kader van deze campagne wordt aandacht gevraagd voor de schoonheid en het belang van een donkere nacht. Hoogtepunt van deze campagne is de “Nacht van de Nacht” die jaarlijks in oktober plaatsvindt op de avond van de overgang van zomertijd naar wintertijd. De bedoeling van deze “Nacht van de Nacht” is om door middel van belevings- en culturele activiteiten de schoonheid van de avond en de nacht tastbaar te maken voor het grote publiek en anderzijds aandacht te vragen voor energiebesparing. In verband hiermee wordt een beroep gedaan op de kerkbesturen van Norg, Peize en Roden om de kerken gedurende deze nacht niet te verlichten. Eveneens wordt een beroep gedaan op het bedrijfsleven en de inwoners van de gemeente om de (reclame)verlichting gedoofd te houden en om nog eens kritisch te kijken naar het gebruik van de verlichting. Verder zal in 2011 ook op andere momenten worden gekeken naar de verschillende vormen van verlichting. Een eerste aanzet daartoe is reeds gemaakt door het opstellen van het beleids- en beheersplan openbare verlichting 2011-2020, waarin wordt aangegeven hoe de gemeente de komende jaren wil omgaan met de openbare verlichting. Het doel van dit plan is het formuleren van het gewenste verlichtingsniveau in de gemeente Noordenveld voor de diverse deelgebieden van de openbare ruimte. Communicatiecampagne “Drenthe bespaart” In april 2008 heeft het College van Burgemeester en Wethouders besloten om deel te nemen aan deze campagne die er op is gericht om alle projecten en initiatieven op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid onder één noemer te brengen door een gezamenlijk logo en portaal te ontwikkelen. Op deze manier wordt de informatie voor de doelgroepen toegankelijker en leidt dit wellicht tot gedragsverandering. De campagne is een gezamenlijk initiatief van de Milieufederatie Drenthe, de provincie Drenthe, de gemeenten en enkele energieleveranciers. Op 9 juni 2008 is de campagne van start gegaan en sindsdien kan de speciale website worden bekeken. De campagne zal ook in 2011 worden gecontinueerd en naar andere doelgroepen worden uitgebreid. In 2010 wordt hiervoor een voorstel aan de deelnemende gemeenten voorgelegd. Overleg Het overleg met de Gemeentelijke Overleg Commissie van de LTO en de terreinbeheerders van de natuurbeherende instanties zal ook in 2011 worden voortgezet. De intentie van dit overleg is om gezamenlijk als gebruikers van met name het buitengebied eventuele problemen te signaleren en op te lossen. Het overleg wordt geïnitieerd door de vakgroep Milieu. In het kader van het zogenaamde ‘Naoberschap’ zal de gemeente jaarlijks zorg dragen voor enkele publicaties (o.a. Jacobskruiskruid, Reuzenberenklauw en Eikenprocessierups). Ook zal het overleg met de IVN’s van Roden, Norg en Peize in 2011 worden voortgezet. In dit overleg zullen met name onderwerpen aan de orde komen die betrekking hebben op natuuren landschapsbeheer. Dit overleg wordt geïnitieerd door de vakgroep Realisatie en Beheer.
Milieuprogramma 2011
- 12 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu Vakgroep: Realisatie en beheer
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.11 Energiebeleid
Productbeschrijving Door middel van energiebesparing en het stimuleren van duurzame energie een bijdrage leveren aan het terugbrengen van de CO2-uitstoot, o.a. door de uitvoering van het Energieakkoord van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en het Klimaatcontract. Een voorbeeldfunctie vervullen ten aanzien van energiebesparing, door initiatieven om het energiegebruik in gemeentelijke gebouwen en scholen terug te dringen. Activiteiten Uitvoering Energieakkoord van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Uitvoering geven aan het Klimaatcontract. Uitvoeren energiebeheer bij de gemeentelijke gebouwen door middel van project “Frisse Scholen“ en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Uitvoeren Beleidsplan openbare verlichting. Bepalen strategie voor de (verdere) inkoop van energie tot en met 2014. Monitoring van de resultaten. Kwaliteitseisen -
-
Verhoging energie-efficiency en terugbrengen CO2-uitstoot. Voldoen aan het bepaalde in het Milieubeleidsplan 2008-2012. Voldoen aan het bepaalde in het Beleidsplan duurzame ontwikkeling. Voldoen aan het Energieakkoord van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Voldoen aan het bepaalde in het Klimaatcontract
Prestaties -
Energiebeheer en jaarlijkse weergave resultaten. Analyses energieverbruik en uitvoering technische maatregelen. Projecten in het kader van het Energieakkoord. Monitoringsresultaten, waaronder de CO2-monitoring via het DWA-instrument
Kengetallen Levering derden: € 10.000 Mensuren vakgroep Milieu: 600 Mensuren OW&A: 305 Kosten mensuren: € 60.025 Totale kosten: € 70.025
Toelichting: Bestuursakkoord Gemeente Noordenveld In het Bestuursakkoord heeft de gemeente Noordenveld aangegeven uiterlijk in 2040 klimaatneutraal te willen zijn. Binnen het milieu-, duurzaamheid- en energiebeleid is daarbij van belang dat er voordelig gas en elektriciteit wordt ingekocht, dat er besparingen worden gerealiseerd, dat er zo energieneutraal mogelijk wordt gebouwd, dat er een duurzaamheidnota wordt vastgesteld en dat de gemeente geen CO2-opslag wil faciliteren. Energieakkoord Noord-Nederland Op 25 maart 2008 heeft de gemeente het Energieakkoord van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland ondertekend. Met de ondertekening heeft de gemeente verklaard zich te willen inzetten op de volgende thema’s: Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie; Duurzame energie; Biobrandstoffen en duurzame mobiliteit; Het stimuleren van onderzoek en innovatie voor energie.
Milieuprogramma 2011
- 13 -
Sinds de val van het kabinet in 2010 is het Energieakkoord Noord-Nederland op losse schroeven komen te staan. Het Energieakkoord was immers verbonden aan de lopende kabinetsperiode. Daarom komt er eerst een evaluatie van het huidige Energieakkoord. Op basis hiervan wordt een Energieakkoord II voorbereid met een ander (lees: hoger) abstractieniveau. Hierin zullen de gemeenten meer worden betrokken en zal er meer wederkerigheid vanuit het Rijk worden verlangd. Verder bleek er voor één van de belangrijkste onderdelen van het Energieakkoord, de verlaging van de EPC van 0,8 naar 0,5 geen draagvlak te zijn bij de woningbouwcorporaties en bouwpartijen in Noord-Nederland. Als gevolg hiervan is er voor Noord-Nederland geen Algemene Maatregel van Bestuur afgekondigd, waarin de verscherping zou worden geregeld. Met ingang van 1 januari 2011 moet rekening gehouden worden met een landelijke EPC van 0,6. Klimaatcontract Zeer nauw verwant aan het Energieakkoord is het Programma Klimaat en Energie (PKE) evenals het Actieplan van de Provincie Drenthe. De Provincie heeft hierin hoge ambities (emissiereductie van 1,2 Megaton CO2) geformuleerd en is voor de uitvoering hiervan afhankelijk van onder andere de gemeenten. Om hierin meer vaart te brengen heeft de Provincie Drenthe budget beschikbaar gesteld. Voor het verkrijgen van budget moeten er resultaten worden geboekt, die zichtbaar gemaakt moeten worden aan de hand van de duurzaamheidcomponent in projecten c.q. kernactiviteiten, die voor de jaren 2010 en 2011 staan gepland. Deze projecten worden gefinancierd uit de bestaande begroting van de gemeente Noordenveld. Verder zal de gemeente Noordenveld voor een aantal projecten budget verkrijgen. Hiertoe heeft zij het klimaatcontract ondertekend. Het gaat om de volgende projecten: Deelprogramma Diep onder Drenthe: Meewerken aan een opsporingsvergunning voor geothermie. Hiervoor wordt onderzocht of en zo ja, waar dit voor de gemeente Noordenveld van belang kan zijn. Deelprogramma Kenniseconomie: Aanschaffen tien groengas auto’s en meewerken aan de realisatie van een groengas tankstation met als doel minder gebruik van fossiele brandstoffen en het stimuleren van het gebruik van Groen Gas. Deelprogramma Bouwen: Er worden 58 kennisvouchers verstrekt aan toekomstige bewoners van De Lange Streeken II in Peize en Rodenveld IV in Roden. Daarnaast zal er openbare verlichting worden vervangen door energiezuinige openbare verlichting (mogelijk LED). Dit vindt plaats in het kader van het beleids- en beheersplan Openbare Verlichting. Verder wordt er een klimaatbos van 40 hectare aangelegd in Roden-Zuid en wordt er een hydrologisch onderzoek uitgevoerd in het IGS gebied Roden-Leek. In het ambitie-statement van het klimaatcontract is expliciet vermeld dat de Provincie Drenthe kennis heeft genomen van het standpunt van de gemeente Noordenveld dat de gemeente de opslag van CO2 in de ondergrond ongewenst vindt. Einde van het LED-project (Levering van electriciteit en gas): De gemeente Noordenveld heeft gezamenlijk met de andere Drentse gemeenten en de provincie in het kader van het LED-project (Liberalisering Energie Drenthe) via Europese aanbesteding 100% duurzame stroom ingekocht (45 miljoen kWh) voor de periode 2008 tot 2011. Alvorens een nieuw project te definiëren is eerst een evaluatie gehouden. Uit de evaluatie is gebleken dat een aantal deelnemende gemeenten vooral moeite had met de invulling van duurzaamheid. Een ander signaal was dat de inkoop van energie een reguliere activiteit is waarvoor de inkoopcoördinator verantwoordelijk is. Een concept als het LED-project is dan minder geschikt. Verder is een aantal gemeenten van mening dat door zelf aan te besteden er gelijkwaardige of betere resultaten kunnen worden behaald. Voor een nieuw inkooptraject zijn er daarom te weinig deelnemers, waardoor het draagvlak voor dit project is komen te vervallen. Het LED-project houdt per 31 december 2010 op te bestaan. Voor de periode 2011-2014 heeft de gemeente Noordenveld besloten zelfstandig energie in te kopen via het bureau “Energie Makelaar” in verband met haar deskundigheid op het gebied van Europese aanbestedingen voor gas en elektra. Resultaat van de aanbesteding is dat voor een deel van de genoemde periode ‘grijze energie’ is ingekocht bij NUON N.V. (4.000.000 kWh elektriciteit p/jr en 835.000 m3 gas p/jr).
Milieuprogramma 2011
- 14 -
Hiermee worden financiële besparingen gerealiseerd. Deze zijn inmiddels al ingeboekt in de meerjarenbegroting. Ter compensatie van het ‘grijs’ inkopen van energie is met de aanbestedingsprocedure een gegarandeerde ‘besparingsgarantie’ meegenomen. Deze besparingsgarantie is echter pas vanaf 2014 structureel. In het Bestuursakkoord staat verder dat ‘besparingen door energiebesparende maatregelen worden geïnvesteerd in verdere energiebesparende maatregelen of worden aangewend voor de inkoop van groene energie’. Hiervoor zullen eerst de besparingen door energiebesparende maatregelen in beeld moeten worden gebracht. Aangezien er in 2011 een pakket aan energiebesparende maatregelen wordt uitgevoerd zullen de resultaten hiervan pas na 2011 inzichtelijk zijn. Bij de inkoop van energie staat de mogelijkheid open om gedurende het contract de levering van gas en elektriciteit te ‘vergroenen’. Deze ‘vergroening’ is te realiseren door middel van het aankopen van zogenaamde groencertificaten. Dit is mede afhankelijk van de resultaten uit de energiebesparende maatregelen, hetgeen niet eerder bekend is dan in 2012. Project ‘frisse scholen’ Doel van het project ‘frisse scholen’ is een beter binnenklimaat en plus een lager energieverbruik bij 17 basisscholen in de gemeente Noordenveld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair Onderwijs van de Staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap van 2009. Op grond hiervan wordt er bij 17 basisscholen een flink pakket maatregelen uitgevoerd, dat uiteenloopt van de aanschaf van een CO2-meter, waarmee de luchtkwaliteit wordt gemeten, het vervangen van radiatorkranen door thermostaatkranen, het vervangen van CV-ketels door energiezuinige CV-ketels, het vervangen van verlichting door energiebesparende verlichting, het isoleren van daken tot het vervangen van de ramen door HR++ beglazing in combinatie met het aanpassen van de kozijnen ter verbetering van de ventilatie in klaslokalen. Dit geheel moet in 2011 zijn uitgevoerd. Energiebesparing bij andere gemeentelijke gebouwen Naast het hierboven genoemde project ‘frisse scholen’ vindt er ook energiebesparing plaats bij andere gemeentelijke gebouwen. Beleids- en beheersplan Openbare Verlichting Met dit plan wordt als uitgangspunt een goed mastenbestand gehanteerd en wordt daarnaast ook voorgesteld om in beginsel in te stemmen met het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, indien mogelijk en gewenst, zoals het starten met Led-pilots, het dimmen van verlichting, het proefdraaien met kunststof lichtmasten, het om en om schakelen van verlichting en het verwijderen van lichtmasten. Tevens wordt voorgesteld in te stemmen met het wegwerken van achterstallig onderhoud en het planmatig vervangen van circa 2.700 lichtmasten in de periode 2011-2020. Door de uitvoering van het beleids- en beheersplan wordt tenminste 10% energie bespaard. Het plan wordt in het najaar van 2010 ter vaststelling aangeboden aan de Raad, waarna in 2011 – mits de Raad akkoord gaat – met de uitvoering kan worden gestart. Nota duurzaamheid In de nota duurzaamheid zal het thema Energie worden opgenomen. Hierin zal worden aangeven hoe de gemeente uitvoering zal geven aan het Energieakkoord en welke ambities de gemeente op dit gebied heeft. De concrete activiteiten zullen worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma.
Milieuprogramma 2011
- 15 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.12 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Productbeschrijving Het uitvoeren van het Milieuzorgprogramma 2010-2011. Activiteiten -
De uitvoering van het Milieuzorgprogramma 2010-2011. Eind 2011 opstellen van een evaluatieverslag van het Milieuzorgprogramma 2010-2011. In het kader van de Nota duurzaamheid bekijken welke aspecten van MVO eventueel nader uitgewerkt moeten worden.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan het vastgestelde Milieuzorgprogramma 2010-2011.
Prestaties -
Uitvoering Milieuzorgprogramma 20102011. Evaluatieverslag Milieuzorgprogramma 2010-2011.
Kengetallen Mensuren vakgroep Milieu: 300 Mensuren Realisatie en Beheer: 50 Kosten mensuren: € 23.350
In 2009 is besloten om met het GIM te stoppen en in te steken op het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Daarbij is besloten een Milieuzorgprogramma met bijbehorend uitvoeringsprogramma op te stellen en in 2010-2011 uit te voeren.
Milieuzorg: Milieuzorg omvat een managementsysteem waarmee een organisatie haar milieubelasting kan beheersen en waar mogelijk verminderen. Het voldoen aan de milieuwetgeving staat in dit geval voorop. In 2010 is het Milieuzorgprogramma met bijbehorend uitvoeringsprogramma opgesteld en vastgesteld In 2011 is het de bedoeling de acties genoemd in het Uitvoeringsprogramma milieuzorg 2011 uit te voeren. Deze hebben betrekking op het gaan voldoen aan de wetgeving, beheersen van energie- en papierverbruik en het duurzaam inkopen. Voorlichting over deze onderdelen maakt er ook deel vanuit. Eind 2011 zal een evaluatieverslag opgesteld worden. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO): MVO houdt het volgende in:
Verantwoordelijkheid van een organisatie voor de impact van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu, via een transparante en ethische handelswijze die: - bijdraagt aan duurzame ontwikkeling, met inbegrip van gezondheid en welzijn van de maatschappij; - rekening houdt met de verwachtingen van betrokkenen; - in overeenstemming is met de toepasselijke wetten en overeenkomt met internationale gedragsnormen; en - is geïntegreerd in de hele organisatie en in haar betrekkingen 2 waarin een organisatie in staat is de besluitvorming of activiteiten 1 van mensen of organisaties te beïnvloeden.
Milieuprogramma 2011
- 16 -
Plan van aanpak MVO: In 2010 is gewerkt aan het plan van aanpak Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Uitwerking hiervan was gepland in 2011. Gebleken is dat MVO nog geen gemeengoed is bij gemeenten en daarom extra inzet en begeleiding vraagt. Bovendien is de vraag gerezen of het wenselijk is een plan van aanpak op te stellen, nu het traject van de Nota duurzaamheid is ingezet. Het college heeft daarom besloten geen separaat plan van aanpak MVO op te stellen, doch bij de Nota duurzaamheid te bekijken welke aspecten van MVO eventueel nader uitgewerkt moeten worden. 1. Tot activiteiten behoren ook producten, diensten en processen. 2. Betrekkingen verwijzen naar de activiteiten van een organisatie binnen haar invloedssfeer.
Milieuprogramma 2011
- 17 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.13 Duurzame ontwikkeling
Productbeschrijving Invulling geven aan een duurzame ontwikkeling waarbij een balans wordt nagestreefd tussen ecologische, economische en sociale duurzaamheidaspecten met als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Activiteiten -
Uitvoering geven aan de in 2010 vastgestelde Bestuursopdracht tot de opstelling van een duurzaamheidnota. Eventueel meeliften met andere duurzaamheidprojecten van derden. Het geven van voorlichting.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan het bepaalde in het Milieubeleidsplan 2008-2012. Voldoen aan de Bestuursopdracht tot het opstellen van een duurzaamheidnota.
Prestaties -
Een duurzaamheidnota. Duurzaamheidprojecten. Voorlichtingsartikelen.
Kengetallen Levering derden: € 15.000 Eenmalig: € 10.000 (Millenmiumgemeente) Mensuren vakgroep Milieu: 1065 Mensuren BWT: 150 Kosten mensuren: € 81.555 Totale kosten: € 106.655
Toelichting: Duurzaamheidnota: In het bestuursprogramma ‘Samen de schouders eronder’ voor de periode 2010-2014 is in hoofdstuk 11 ‘Milieu en duurzaamheid’ aangegeven dat de gemeente zich in al haar beslissingen laat leiden door het principe dat wij deze aarde in bruikleen hebben. Dit betekent dat de gemeente steeds zal kijken of oplossingen duurzaam en mens-, dier- en milieuvriendelijk zijn. Dit alles met het streven de gemeente Noordenveld uiterlijk in 2040 klimaatneutraal te laten zijn. Verder is aangegeven dat in de genoemde raadsperiode zo spoedig mogelijk een duurzaamheidnota wordt vastgesteld. Deze nota moet leiden tot een stappenplan om klimaatneutraal te zijn. Om te komen tot de duurzaamheidnota is door het college besloten dat er in 2010 een bestuursopdracht moet worden geformuleerd. Deze bestuuropdracht zal de basis zijn voor het laten uitvoeren van een nulmeting en het laten opstellen van een routekaart om in 2040 klimaatneutraal te zijn. In de op te stellen duurzaamheidnota zullen de eerste stappen worden aangegeven. Andere duurzaamheidprojecten Duurzame ontwikkeling staat bij de overheden, diverse instanties en bedrijven hoog op de agenda. Indien door andere partijen initiatieven worden ontplooid, waarbij de gemeente op eenvoudige wijze kan meeliften, dan zal dit niet worden nagelaten.
Milieuprogramma 2011
- 18 -
Millenniumgemeente De raad van de gemeente Noordenveld heeft in februari 2010 besloten bij te dragen aan de realisatie van de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties en concentreert zich daarbij vooral maar niet uitsluitend op twee doelstellingen, te weten afname kindersterfte en wonen in een duurzame omgeving. Om het gestelde doel te bereiken zal de gemeente Noordenveld zich aanmelden als Millenniumgemeente en zal de gemeenteraad een slagvaardige organisatie in het leven roepen die de verschillende – externe en gemeentelijke – Millenniumactiviteiten zal stimuleren en waar nodig, faciliteren. Deze organisatie zal voorstellen doen en actie ondernemen om de inzet van personen en organisaties te bevorderen bij het realiseren van de Millenniumdoelstellingen. Voor deze organisatie worden door de raad, naast vertegenwoordigers van het gemeentebestuur, aansprekende personen uit de gemeenschap aangezocht. Het budget voor de Millenniumactiviteiten is in de begroting onder Milieubeheer, ‘duurzame ontwikkeling’ opgenomen.
Milieuprogramma 2011
- 19 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Beheersproduct: 762 Afvalverwijdering en afvalverwerking
Afdeling: Ruimte & Samenleving Vakgroep: Milieu Budgethouder: M. Jager (Milieu) Budgethouder: P. Deijs (Reiniging)
Productbeschrijving Het product heeft betrekking op beleid en uitvoering inzake de inzameling van huishoudelijk afval. De -
taken en verantwoordelijkheden die hieruit voortvloeien hebben onder andere betrekking op: Implementeren van afvalbeleid in gemeentelijk beleid en de afvalstoffenverordening; Zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval; Het uitvoeren van preventiebeleid, beleid voor afvalscheiding en nuttige toepassing.
Activiteiten Reguliere activiteiten: Inzameling van huishoudelijk afval; Grofvuilinzameling; Exploitatie van het brengstation; Beheersen van de hoeveelheid illegaal gestort afval, d.m.v. voorlichting, voorzieningen, wijzen op eigen verantwoordelijkheid en verbaliseren bij overtredingen. Het uitvoeren van sorteeranalyses huishoudelijk restafval; Het registreren en verwerken van inzamelresultaten huishoudelijk afval; Het opstellen van een rapportage, waarin de activiteiten/prestaties per jaar worden geëvalueerd; Het aanleveren van productinformatie over afval op de gemeentelijke website; Het voorbereiden van publicaties in het kader van afvalcommunicatie in De Krant; Toetsing van verdere scheiding van afval aan de bron op draagvlak, milieueffect en kosteneffect; Zorg voor inzamel- en verwerkingscontracten die vallen binnen het ambitieniveau. Andere activiteiten: Vaststellen van nieuw afvalstoffenbeleidsplan 2010-2014. Vaststellen van een nieuwe afvalstoffenverordening. Vaststellen van een nieuw uitvoeringsbesluit. Informatie verstrekken met betrekking tot afvalpreventie, afvalscheiding, aanbiedregels, scheidingsregels en de verwerkingskosten van afval door middel van een brochure; Evalueren proefexperiment met betrekking tot de ondergrondse afvalinzameling bij de recreatiewoningen in de Oosterduinen te Norg in het kader van verbetering van de inzameling;
Kwaliteitseisen Beleid en uitvoering met betrekking tot de inzameling van huishoudelijk afval moet voldoen aan: Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (Afvalkaderrichtlijn) Wet Milieubeheer (Wm) Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP-2) Besluit beheer verpakkingen en papier en karton Raamovereenkomst voor verpakkingsafval Addendum op de Raamovereenkomst WEEE-overeenkomst Bestuursakkoord gemeente Noordenveld 2010-2014 Milieubeleidsplan gemeente Noordenveld 2008-2012
Milieuprogramma 2011
- 20 -
Prestaties -
-
-
-
Zorgplicht: voldoen aan de zorgplicht voor inzameling van huishoudelijk afval Afvalbeleid: nieuw afvalstoffenbeleidsplan en een nieuwe afvalstoffenverordening Afvalcommunicatie: publicaties in de lokale/regionale bladen en productinformatie over afvalscheiding op de gemeentelijke website; Milieu: in dit prestatiegebied wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen op het gebied van afvalscheiding door huishoudens wordt gerealiseerd; Kosten: dit prestatiegebied geeft aan welke kosten worden gemaakt voor het aanbieden en in stand houden van de dienstverlening en het behalen van het afvalscheidingsniveau; Dienstverlening: dit prestatiegebied geeft enerzijds de omvang van het dienstverleningspakket aan die de gemeente aan haar burgers aanbiedt en anderzijds welke perceptie de burger c.q. de klant daarbij heeft.
Kengetallen De effectiviteit van het inzamelingsbeleid wordt afgemeten aan de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval en het daaraan gerelateerde scheidingspercentage c.q. de richtlijn voor bronscheiding (doeltreffendheid), de hoogte van de afvalstoffenheffing (doelmatigheid) en het niveau van dienstverlening (service). Kosten derden afvalbeleid: € 7.000 Mensuren beleid (milieu): 775 Kosten mensuren beleid: € 51.925 Kosten derden en overige kosten afvalinzameling: € 1.778.093 Mensuren OW&A: 16.522 Kosten mensuren: € 1.147.224 Totalen: Kosten derden en overige kosten: € 1.785.093 Mensuren: 17.297 Kosten mensuren: € 1.199.149 Totale kosten: € 2.984.242
Toelichting: De ambitie van de gemeente Noordenveld is continuering van het vorige afvalstoffenplan ofwel een voortzetting van de maximale scheiding van de in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP-2) onderscheiden fracties tegen minimale kosten bij een gelijkblijvend niveau van dienstverlening en klanttevredenheid, zoals is vastgelegd in het huidige gemeentelijk milieubeleidsplan. De gemeente Noordenveld zet hierbij in op een hoger milieurendement door een verbeterde scheiding van de afvalstromen en door de inzet van moderne inzamelsystemen. Daarnaast is het serviceniveau van de inwoners hoog, het straatbeeld schoon en zijn de kosten zo laag mogelijk. Als de ambitie wordt omgezet in doelen streeft de gemeente naar een goede zorg voor afvalpreventie evenals afvalscheiding, dienstverlening, kwaliteit van de leefomgeving, efficiënte logistiek, communicatie en afvalbeheerskosten. Raamovereenkomst Verpakkingen De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in 2007 een ‘Raamovereenkomst’ gesloten met het ministerie van VROM en het verpakkende bedrijfsleven over de aanpak en de inzameling van verpakkingsafval. In deze raamovereenkomst zijn door partijen (financiële) afspraken gemaakt voor de inzameling van verpakkingen uit huishoudens. In deze raamovereenkomst is afgesproken dat gemeenten de producentenverplichting tot gescheiden inzameling van verpakkingsmateriaal uit huishoudens op zich nemen. De kosten voor de gescheiden inzameling krijgen gemeenten vergoed uit het Afvalfonds. Op grond van de raamovereenkomst en het Verpakkingenbesluit is verder afgesproken dat gemeenten kunststof verpakkingsafval gescheiden inzamelen (bronscheiding) en daarvoor een vergoeding krijgen uit het Afvalfonds. De Raamovereenkomst geldt tot en met 2012. In de raamovereenkomst is echter niet in de mogelijkheid van nascheiding van kunststofverpakkingsafval uit huishoudens voorzien. Hiervoor zijn een aantal aanvullingen noodzakelijk gebleken, welke zijn opgenomen in het ‘Addendum op de Raamovereenkomst’. Als gevolg van de ‘Raamovereenkomst’ en het ‘Addendum’ hebben gemeenten er zorg voor te dragen voor 1 januari 2010 dat ook kunststof verpakkingsafval gescheiden worden ingezameld of via nascheiding uit het huishoudelijk afval worden verkregen. Naar aanleiding van de Raamovereenkomst en het Addendum hierop heeft de gemeente Noordenveld aanvankelijk eind 2008 de intentie uitgesproken om in principe te willen overgaan tot het nascheiden van kunststofverpakkingen via een nascheidingsinstallatie van Essent Milieu te Wijster. Dit bleek niet tot de mogelijkheden te behoren.
Milieuprogramma 2011
- 21 -
Kunststofverpakkingen De gemeente Noordenveld heeft eind 2009 besloten uitvoering te geven aan onze wettelijke plicht om kunststofverpakkingen gescheiden in te zamelen. Ingestemd is met de invoering van gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen op grond van een haalsysteem (zakken), hetgeen door de eigen gemeentelijke reinigingsdienst wordt uitgevoerd. De gescheiden inzameling van kunststoffen aan de bron wordt in 2012 geëvalueerd. WEEE-overeenkomst (Waste Electrical and Electronic Equipment) De gemeente Noordenveld heeft in februari 2010 de WEEE-overeenkomst ondertekend. Door ondertekening van de WEEE-overeenkomst krijgt de gemeente Noordenveld met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 een extra vergoeding voor ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur. Producenten zijn sinds kort namelijk niet alleen verantwoordelijk voor het transport en de verwerking van elektrische en elektronische apparatuur vanaf gemeentelijke milieustraten, maar ook voor de kosten voor het ontvangen, sorteren en opslaan van deze apparatuur op gemeentelijke milieustraten. De vergoeding geldt tot 1 januari 2012 en hangt samen met de inwerkingtreding van de herziene WEEEregelgeving in Nederland. Proefexperiment aparte inzameling klein wit- en bruingoed Om zoveel mogelijk elektrische en elektronische apparatuur in te zamelen heeft de gemeente besloten om het kleine wit- en bruingoed gratis aan huis op te halen. Dit vindt plaats met de chemokar. De chemokar wordt naast de inzameling van KCA derhalve gelijktijdig ingezet voor de inzameling van het kleine wit- en bruingoed. Inzameling vindt plaats op afspraak, net als bij KCA. De kosten hiervan zijn gedekt in de extra vergoeding die de gemeente ontvangt op grond van de WEEE-overeenkomst. Het proefexperiment voor de aparte inzameling van klein wit- en bruingoed is in maart 2010 gestart en loopt tot en met december 2011, waarna het zal worden geëvalueerd. De uitkomst hiervan zal in 2012 worden teruggekoppeld. Proefexperiment Ondergrondse afvalinzameling Oosterduinen In 2007 is door een aantal bewoners van het recreatiegebied ‘de Oosterduinen’ in Norg een burgerinitiatief ingediend om een proef te houden met ondergrondse afvalinzameling omdat de toenmalige opstelplaatsen met oude bakken afbreuk deden aan de kwaliteit van het bosgebied plus de veelvuldige illegale afvaldumping. In 2008 heeft de Raad ingestemd met een proefexperiment van 1 jaar tot ondergrondse afvalinzameling op een drietal locaties bij recreatiewoningen in ‘de Oosterduinen’. Medio 2009 is het proefexperiment gestart en deze loopt vanaf najaar 2009 tot en met december 2010. In 2011 zullen de uitkomsten van het proefexperiment worden teruggekoppeld naar het College en de Raad, waarna een besluit zal worden genomen ten aanzien van het definitieve inzamelbeleid bij recreatiewoningen in Noordenveld.
Milieuprogramma 2011
- 22 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
722.10 Riolering en waterzuivering 240.10 Watergangen
Beheersproduct: 735 Onderhoud riolen en drukriolen 736 Onderhoud gemalen en bergbezinkbassins 726 Waterbeheersing
Afdeling: Openbare Werken & Accommodaties Vakgroep: Realisatie & Beheer Budgethouder: H.Feiken
Productbeschrijving Het voeren van een integraal en duurzaam (afval)waterbeleid en het behalen van doelen als vermeld in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het product omvat het beheer en onderhoud van de riolen, rioolgemalen, afvalwaterleidingen, bestrijding verontreiniging oppervlaktewateren en rioolwaterzuivering (kortom het gehele rioleringssysteem). Daarnaast heeft de gemeente sinds 1-1-’08 de zorgplicht gekregen voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater in het stedelijk gebied. Activiteiten -
-
Indien nodig het adviseren en informeren over de invulling van de watertoetsen i.o.m. het Waterschap. e Implementeren van (rijks-)beleid inzake aspecten water (Waterbeheer 21 eeuw, Kaderrichtlijn Water, Wet gemeentelijke watertaken). Het opstellen en uitvoeren van het rioleringsplan (inzameling en transport van afvalwater). Het opnemen van voorschriften in milieuvergunningen m.b.t. het lozen van afvalwater. Het opstellen en actueel houden van: • Actuele basisrioleringsplannen. • Operationele plannen voor aanleg, beheer en onderhoud. Bij nieuwbouw, renovatie en herinrichting, afhankelijk van de financieringsmogelijkheden: • Zo min mogelijk schoon hemelwater op het gemeentelijk rioolstelsel, gescheiden rioolstelsel bij nieuwbouw en zo veel mogelijk water in het gebied houden. • Afkoppelen schoon hemelwater bij renovatie en herinrichting. • Sanering overstortlocaties, reductie vuiluitworp en stopzetten ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater.
De volgende thema’s worden in 2011 behandeld dan wel uitgevoerd: -
-
Uitwerken stedelijke wateropgave i.v.m. de uitwerking van het Regionaal Bestuursakkoord Water. Annex aan het opstellen van het GRP de nieuwe Wet gemeentelijke watertaken implementeren. Naar aanleiding van het onderzoek van de waterbodems maatregelen voorstellen die tot sanering van de waterbodems leiden. Hier is voor het jaar 2011 een bedrag van € 100.000 opgenomen. Het inrichten van een gezamenlijk meetplan, samenwerking in de afvalwaterketen, met waterschappen, de provincie en een aantal Drentse gemeenten. Betreft het monitoren van overstorten, hoofdgemalen en zuiveringsinstallaties. Hiervoor is een bedrag van € 100.000,-beschikbaar. Het opstellen/uitvoeren van plannen om structurele grondwaterlast te voorkomen. Het actualiseren van het Basisrioleringsplan Norg. Het opstellen/uitvoeren van plannen om verhard oppervlak af te koppelen om invulling te geven aan de KRW.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan de relevante regelgeving (KRW, WB 21 en Wet gemeentelijke watertaken). Voldoen aan het bepaalde in het Milieubeleidsplan 2008-2012. Voldoen aan de wettelijke eisen. Actualiteit GRP 1 maal per 4 jaar. Instandhouding langdurige riolering (min. 60 jaar). Actualiteit (revisiegegevens).
Prestaties -
Implementatie nieuwe wet- en regelgeving. Een doelmatig beheer en onderhoud en goed gebruik van de riolering.
Milieuprogramma 2011
Kengetallen Beleidsmatige kengetallen: Behalen basisinspanning. Niet meer dan 2 keer per jaar water op straat. Conform GRP behalen van de planning.
- 23 -
-
Minimale belasting van het ‘vuile’ rioolstelsel. Schone overstortlocaties, geen vuiluitworp en schone oppervlaktewateren.
Beheersmatige kengetallen: Vrijverval riolering Totale lengte: 268 km Reinigen: 1 keer per 7 jaar e TV-inspectie: 1 keer per 14 jaar beginnende bij 28 levensjaar Persriolering Totale lengte: circa 149 km Onderhoud naar believen. Gemalen Aantal grotere gemalen: 58 stuks Aantal drukrioleringsunits: 531 stuks Reinigen grotere gemalen: 1 keer per jaar Reinigen drukrioleringunits: 2 keer per jaar Electromechanisch vervangen: om de 15 jaar Onderhoud: jaarlijks door onze eigen monteurs Bergbezinkbassins/vijvers: Aantal bergbezinkbassins: 12 stuks Aantal grasbassins: 2 stuks e Aantal regenwaterbassins: 2 stuks (5 verloting) Reinigen bergbezinkbassins: 1 keer per jaar IBA’s: Aantal IBA’s: 68 stuks Onderhoud: weggezet bij het Waterschap Noorderzijlvest Klachtenafhandeling: Afhandeling acute rioolverstopping binnen 1 werkdag Overige klachten binnen 5 werkdagen Kengetallen Waterbeheersing: Kosten levering derden: € 171.040 Aantal mensuren: 810 Kosten aantal mensuren: € 51.250 Riolering: Kosten levering derden: € 746.396 Aantal mensuren: 7815 Kosten aantal mensuren: € 400.113 Totalen: Kosten derden: € 917.436 Mensuren: 8625 Kosten mensuren: € 451.363 Totale kosten: € 1.368.799
Toelichting: De Wet milieubeheer verplicht de gemeente een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen. Het GRP omvat de toestand en het beheer van de riolering, de noodzakelijke maatregelen, de milieueffecten van de riolering en de financiële gevolgen. Het GRP heeft niet enkel alleen meer aandacht voor riolering maar eveneens voor waterkwaliteit en waterkwantiteit en de zorgplichten voor afvloeiend hemelwater en het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van grondwaterstanden. Een en ander vloeit voort uit de op 1 januari 2008 in werking getreden Wet gemeentelijke watertaken en de e afspraken vanuit Waterbeheer 21 eeuw (WB 21) en de Kaderrichtlijn water (KRW).
Milieuprogramma 2011
- 24 -
In 2011 worden aan de hand van het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW), de KRW en de einde 2010 vast te stellen stedelijke wateropgave in overleg met het Waterschap maatregelenpakketten voor de diverse kernen opgesteld. Het huidige GRP 2005-2009 wordt met een jaar verlengd voor 2011. De oorzaak hiervan is dat de berekening van de stedelijke wateropgave, ondanks gemaakte afspraken, nog niet door het waterschap is bepaald. Dit betekent dat nog niet bekend is welke hoeveelheden water geborgen moeten worden, hetgeen tot gevolg heeft dat er in het kader van het GRP er geen investeringen gebudgetteerd worden, die een reëel beeld geven. De stedelijke wateropgave zal in 2010 nog door de gemeente zelf in samenwerking met het waterschap bepaald worden, zodat verdere vertraging door het niet bekend zijn van de opgave zal worden voorkomen. In verband hiermee is, in gezamenlijkheid met de provincie en het Waterschap Noorderzijlvest, besloten tot verlenging van het huidige GRP met één jaar. Uiteraard betekent dit dat het nieuwe GRP in 2011 zal worden opgesteld. Brede rioolheffing Als gevolg van de uitbreiding van de zorgplichten heeft de gemeente in 2010 de verbrede rioolheffing ingevoerd. In het in 2011 op te stellen GRP zal de gemeente aangeven wat zij met de verschillende afval- en waterstromen wil doen en welk afwegingskader bij de verschillende zorgplichten wordt gehanteerd. Acties/prioriteiten 2011: Opstellen nieuw GRP. Implementeren Stedelijke Wateropgave (WB21) met het Waterschap Noorderzijlvest (Regionaal Bestuursakkoord Water). Implementeren Waterwet (rijksbeleid). Implementeren en vaststellen maatregelen KRW (Stroomgebiedsbeheerplan). Het opstellen/uitvoeren van de plannen voor het afkoppelen van regenwater in de diverse kernen. Het uitvoeren van het baggerplan (Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems). Het saneren van waterbodems achter overstorten. Het opstellen, i.s.m. de waterschappen, de provincie en andere Drentse gemeenten, van een plan voor het meten en monitoren in de afvalwaterketen. Dit om tot een maximaal doelmatig beheer te komen in de waterketen.
Milieuprogramma 2011
- 25 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Beheersproduct: BCF:
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
6.7216.16 Luchtkwaliteit en geurhinder
Budgethouder: M. Jager
Productbeschrijving Uitvoering Besluit luchtkwaliteit en Wet geurhinder en veehouderij.
Activiteiten Een bijdrage leveren aan de actualisering van het Provinciaal programma luchtkwaliteit 2007-2010 Opnemen geurvoorschriften en luchtvoorschriften in milieuvergunningen. Toetsen ruimtelijk beleid, bestemmingsplannen en bouwvergunningen aan geurnormering. Kwaliteitseisen Voldoen aan de wettelijke eisen. Prestaties -
bijdrage aan actualisering; opstellen actuele geur- en luchtvoorschriften; adviezen.
Kengetallen Mensuren Milieu: 40 Kosten mensuren: € 2.680
Toelichting; Luchtkwaliteit: Uit een door de provincie Drenthe uitgevoerd onderzoek is gebleken dat er in de provincie Drenthe geen sprake is van overschrijdingen van de wettelijke grenswaarden zoals die gelden ingevolge het Besluit luchtkwaliteit (NO2 en fijn stof, de belangrijkste parameters). Ook voor 2011 is – rekening houdend met de nu bekende voornemens voor nieuwe en economische ontwikkelingen in de provincie Drenthe – de kans op overschrijdingen van die grenswaarden niet groot. De provincie Drenthe heeft een actueel Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit dat nog loopt tot en met 2012. De basis voor dit actieplan ligt in het ‘Achtergronddocument bij het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit Drenthe 2007-2010’. Het document is deels achterhaald. De provincie heeft daarom CE Delft en DHV gevraagd het Achtergronddocument te actualiseren. Doel daarbij is het op peil brengen van de informatie op het gebied van luchtkwaliteit in de provincie Drenthe. De provincie heeft daarbij de medewerking gevraagd van de gemeenten. Dit zal voornamelijk in 2011 plaatsvinden, de eerste werksessie is al bijgewoond.
Milieuprogramma 2011
- 26 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.17 Externe veiligheid
Productbeschrijving -
Uitvoering geven aan het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) en REVI (= uitvoeringsregeling van het BEVI) en de Visie Externe Veiligheid Noordenveld. Deelname aan het Provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014.
Activiteiten Regulier: Aanleveren informatie voor het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en de Risicokaart. Externe veiligheid opnemen in nieuwe milieuvergunningen. Beperking risico’s transport gevaarlijke stoffen. Uitvoeren Visie Externe Veiligheid Noordenveld Uitvoering Provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014. Meenemen aspect externe veiligheid in bestemmingsplannen (Handreiking gereed). Deelname aan overlegstructuren en EV-workshops. Coördinatie/afstemming. Kwaliteitseisen • •
Voldoen aan de wettelijke eisen (Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, het Registratiebesluit externe veiligheid). Voldoen aan de gemeentelijke Visie Externe Veiligheid Noordenveld.
Prestaties -
Actueel Register Risicosituaties. Gevaarlijke Stoffen. Actuele Risicokaart. Actuele milieuvergunningen. Actuele bestemmingsplannen (externe veiligheid).
Kengetallen Mensuren vakgroep Milieu: 160 Kosten mensuren: € 10.720 Mensuren extern: 250 (Bijdrage Rijk)
Toelichting: De taken die in dit hoofdstuk worden genoemd, hebben betrekking op externe veiligheid. De activiteiten zijn er op gericht om de aanwezige risico’s die gepaard gaan met de bedrijfsvoering van risicovolle bedrijven (LPG-tankstations, chemicaliënopslag, opslag bestrijdingsmiddelen, opslag vuurwerk, gasopslag, munitieopslag, enz.) en transport van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te beperken. Risicokaart De Risicokaart is een interactieve plattegrond met informatie over locaties van mogelijke risico’s in de omgeving. Op de kaart staan meerdere soorten risico’s, zoals ongevallen met brandbare en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In de gemeente Noordenveld zijn dat 23. De kaart wordt beheerd door de provincie Drenthe en de gemeente is verplicht om de gegevens in te vullen. Jaarlijks wordt er een kwaliteitsonderzoek door de provincie Drenthe uitgevoerd. Over het jaar 2009 is aan de gemeente Noordenveld het cijfer 8,4 toegekend. Over 2010 is geen kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De komende jaren zal de provincie geen onderzoek meer uitvoeren, maar zal er een landelijk onderzoek plaatsvinden. In welk jaar dit zal zijn, is op dit moment nog niet bekend.
Milieuprogramma 2011
- 27 -
Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid: Door de vuurwerkramp in Enschede is externe veiligheid geleidelijk een begrip geworden in Nederland. Voor de uitvoering van de taken is door het Ministerie van VROM in 2004 programmafinanciering ingesteld. Hierdoor is geld beschikbaar gesteld aan de provincies, die een regierol hebben ten aanzien van externe veiligheid. Voorwaarde hiervoor is door de provincie een uitvoeringsprogramma moet worden opgesteld. Dit heeft geleid tot de uitvoeringsprogramma’s 2004-2005 en 2006-2010. De vrijwillige samenwerking onder regie van de provincie wordt vanaf 2006 uitgevoerd vanuit het Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe. Dit Steunpunt is er van en voor de samenwerkende partners. In dit Steunpunt werken twaalf gemeenten, de provincie en de Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) samen om te voldoen aan de kwaliteitseisen voor een goede uitvoering van het externe veiligheidsbeleid. In verband hiermee zijn door de provincie drie veiligheidsadviseurs aangesteld, die de gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van hun veiligheidstaken. Voor deze constructie is gekozen, omdat de specifieke kennis bij de gemeenten niet aanwezig is en bovendien de capaciteit ontbreekt om alle ontwikkelingen op het gebied van externe veiligheid bij te houden. Voor Noordenveld is één van de adviseurs voor ca. 250 uren per jaar beschikbaar. Ieder bevoegd gezag draagt echter zelf de eindverantwoordelijkheid voor de besluiten die gerelateerd zijn aan Externe Veiligheid (EV). Het Rijk, IPO en VNG hebben besloten dat er in de periode 2011-2014, na de eerdere programma perioden, een vervolg op de programmafinanciering komt. De regie op externe veiligheid en de bijbehorende middelen blijft tot en met 2014 bij de provincie, maar is bestemd voor alle partners die in het uitvoeringsprogramma samenwerken. De provincie Drenthe ontvangt voor de gezamenlijke Drentse deelnemers in deze periode via het Provinciefonds jaarlijks € 498.000 voor de uitvoering van het programma. Aan dit meerjaren uitvoeringsprogramma is een samenwerkingsovereenkomst/ prestatieovereenkomst verbonden waarin de deelnemende partners moeten instemmen via ondertekening. Het heeft een looptijd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014.De besluitvorming zal in het najaar van 2010 plaatsvinden. Het meerjaren uitvoeringsprogramma richt zich op de verdere kwaliteitsverbetering van de uitvoering. Het doel is en blijft een adequate uitvoering van wet- en regelgeving rond externe veiligheid door de partners. Voor de periode 2011-2014 wordt de huidige ambitie gehandhaafd, namelijk: * structurele uitvoering van (minimaal de wettelijke) EV-taken op een adequaat niveau via o.a. gebruikmaking van de expertise van het Steunpunt en de Hulpverleningsdienst Drenthe; * vormgeving en organisatie van deze uitvoering door middel van structurele samenwerking of effectief en efficiënt schaalniveau. De komende jaren zullen onderwerpen zoals transportrisico’s, risicocommunicatie en de verantwoording van het groepsrisico extra aandacht krijgen. Daarnaast richt het programma zich op thema’s van de vorige uitvoeringsprogramma’s, zoals: beheer kwaliteit risicokaart (RRGS en ISOR) en ondersteuning bij de ivoer; oplossen niet-aanvaardbare risico’s en voorkomen ontstaan nieuwe risicovolle situaties; actueel houden van het vergunningenbestand met EV-relevantie, alsmede ondersteuning bij initiatieven gerelateerd aan bio- en windenergie; vroegtijdig, gebiedsgericht en geïntegreerd betrekken van milieu- en veiligheidsaspecten in de ruimtelijke planvorming( incl. buisleidingen en transportbewegingen); bevorderen van samenwerking tussen de betrokken overheden bij de uitvoering en naleving van de relevante regelgeving; op peil brengen en houden van de kennis en informatie bij de betrokken overheden; aanbieden van kennis en expertise aan partners vanuit Steunpunt en Hulpverleningsdienst Drenthe.
Milieuprogramma 2011
- 28 -
Periode na 2015: Vanaf 2015 is de provincie en iedere afzonderlijke gemeente zelfstandig verantwoordelijk voor de eigen taakuitvoering en financiering. Dit hangt samen met de decentralisatie van rijksgelden naar provincie- en gemeentefonds vanaf 2015. Het Rijk acht een afzonderlijk uitvoeringsprogramma niet meer nodig, omdat dit beleidsterrein vanaf dan bij iedere organisatie moet zijn geborgd met personeel. In het uitvoeringsprogramma is aangegeven dat het doel van de provincie is om de huidige samenwerking ook na 2014 te continueren. Medio 2012 zal de provincie samen met gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden de mogelijkheden hiertoe onderzoeken. Gemeentelijke visie en programma: Een van de projecten uit het Provinciale Uitvoeringsprogramma 2006-2010 was het opstellen van een veiligheidsvisie door de deelnemende gemeenten en tevens een voorwaarde van het Rijk voor het beschikbaar stellen van de financiële middelen. Deze visie is door de gemeente Noordenveld vastgesteld op 8 augustus 2008 en hierin heeft de gemeente een visie gegeven op de risico’s binnen haar grenzen, voor zover dat binnen haar macht ligt. In het kort samengevat komt de visie op het volgende neer: Nieuwe risicovolle inrichtingen zijn in eerste instantie niet wenselijk en bij bestaande inrichtingen wordt gestreefd naar een zo veilig mogelijke situatie. Er is op dit moment geen aanleiding deze visie in 2011 te herzien.
Milieuprogramma 2011
- 29 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 451 Milieubeheer specifiek
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4502.18 Overige milieutaken
Productbeschrijving Uitvoering van de overige milieutaken zoals het bijhouden van het geautomatiseerd inrichtingenbestand, implementatie nieuwe wetgeving, overleg, advisering en onderlinge afstemming m.b.t. vergunningverlening en overige binnen de vakgroep voorkomende werkzaamheden. Activiteiten -
Het actueel houden van het geautomatiseerde inrichtingenbestand. Advisering/afstemming andere afdelingen/vakgroepen m.b.t. milieuaspecten. Werkzaamheden in het kader van gewijzigde regelgeving.
Kwaliteitseisen - Voldoen aan de van toepassing zijnde wetgeving en interne protocollen. Prestaties -
Actueel inrichtingenbestand. Adviezen m.b.t. milieuaspecten t.b.v. ruimtelijke ordeningprocedures, bouwvergunningen e.d. Overleg met relevante vakgroepen, zoals de brandweer, ruimtelijke ordening en stedenbouw, ontwikkeling en handhaving.
Kengetallen Uitvoeringskosten: € 4.000 Advertentiekosten: € 2.250 Mensuren vakgroep Milieu: 760 Kosten mensuren: € 50.920 Totale kosten: € 57.170
Toelichting: Actueel inrichtingenbestand In het inrichtingenbestand worden alle gegevens van bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen ingevoerd en waarvan Burgemeester en Wethouders het bevoegde gezag zijn. Het betreft zowel de bedrijven die vergunningplichtig zijn als de bedrijven die meldingsplichtig zijn. Een actueel inrichtingenbestand is van essentieel belang voor informatieverstrekking aan derden en voor de planningen van de vakgroep milieu en handhaving. Het bijhouden van het inrichtingenbestand is een continu proces. Controlerapporten, nieuwe vergunningen en meldingen, controlefrequenties en dergelijke worden continu ingevoerd. Advisering andere vakgroepen: Hieronder wordt verstaan de advisering van de vakgroep milieu aan andere afdelingen met betrekking tot milieuaspecten. Hierbij moet met name gedacht worden aan milieuaspecten in het kader van vrijstellingsprocedures op grond van de Wet ruimtelijke ordening en bouwvergunningen in het kader van de Woningwet. Omgevingsvergunning: Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Er is thans één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu. Door de Wabo zijn 25 toestemmingsstelsels samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Bij de omgevingsvergunning gaat het om één aanvraag bij één loket met één beslissing na één procedure met één beroepsgang en één toezichthouder. Uitgangspunt is dat de aanvraag digitaal wordt aangevraagd. De aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden ingediend via het Omgevingsloket Online (OLO). Het overgrote gedeelte van de omgevingsvergunningen zal verleend worden door de gemeente. De proceduretijd van de omgevingsvergunning wordt ook verkort.
Milieuprogramma 2011
- 30 -
Dit betekent dat bij samenloop van toestemmingstelsels de procedure aanzienlijk korter wordt in vergelijking met de afzonderlijke procedures die nu gelden. In het kader van de Wabo zijn er afspraken gemaakt tussen op welke wijze in samenwerking tussen provincie, waterschap en gemeente over de samenwerking en afstemming.
Wabocoördinatie: Door de invoering van de omgevingsvergunning zijn er drie vergunningcoördinatoren aangewezen die de meervoudige vergunningaanvragen zullen coördineren. De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de bewaking van de juiste en tijdige behandeling van het proces. Eén van de medewerkers van de vakgroep milieu is als vergunningcoördinator aangewezen.
Milieuprogramma 2011
- 31 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
550.10 Natuur en Landschap
Afdeling: Openbare Werken & Accomodaties
Beheersproduct: 727 Bosbeheerplan 728 Landschapsbescherming/-beleid
Vakgroep: Realisatie en Beheer
BCF:
Budgethouder: H. Feiken
6.720.810, 6.720.910 Natuur en Landschap
Productbeschrijving Het behouden en waar mogelijk versterken van de belangrijke waarden ten aanzien van natuur, landschap en ecologie. Activiteiten -
Het uitvoeren van de vastgestelde plannen. Het adviseren bij projecten en ontwikkelingen op het gebied van landschap en natuur. Het uitvoeren van projecten van belang voor behoud en versterking van aspecten op het gebied van landschap, natuur en ecologie. Het implementeren van nieuwe wet- en regelgeving en (rijks-) beleid op het gebied van natuur, landschap en ecologie. Het actueel houden van (beleids-) plannen op het gebied van natuur, landschap en ecologie.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan de relevante wetgeving. Voldoen aan de vastgestelde plannen (Landschapsbeleidsplan, Bermbeheerplan, Bosbeheerplan, Brinkenplan) en de vastgestelde kwaliteit in het kader van het Beheer Openbare Ruimte.
Prestaties Kengetallen -
-
Duurzame instandhouding van de (bos)terreinen als zodanig, waarbij wordt gestreefd naar een hoge mate van afwisseling in flora en fauna en waar mogelijk handhaven/bevorderen van recreatief medegebruik. Een intensieve afstemming tussen met de andere relevante beleidsvelden. Een doelmatig beheer en onderhoud van landschapselementen en natuurterreinen. Beheer openbare ruimte conform afspraken over kwaliteit. Bestrijding Berenklauw conform vastgesteld beleid. Monitoring en bestrijding eikenprocessierups. Voorkomen overlast door Jacobskruiskruid, Berenklauw en Akkerdistel door nakoming afspraken Naoberschap.
Landschapsbeschermingsbeleid: Mensuren OW&A: 305 Kosten mensuren: € 17.825 Kosten levering derden: € 44.372 Bosbeheerplan: Mensuren OW&A: 80 Kosten mensuren: € 5.200 Kosten levering derden: € 13.770 Overige taken en beleidsadvisering openbaar groen: Mensuren OW&A: 3205 Kosten mensuren: € 208.325 Kosten levering derden: € 20.400 Totalen: Mensuren: 3590 Kosten mensuren: € 231.350 Kosten levering derden: € 78.542 Totale kosten: € 309.892
Toelichting: Groenvisie/Landschapsbeleidsplan De Groenvisie en het Landschapsbeleidsplan Noordenveld zijn in 2003 vastgesteld. Beide plannen kennen geen projectplan, wel een visie op groen en landschap. Deze visies kunnen als basis dienen voor verdere uitwerkingen mede gelet op de ontwikkelingen in het kader van de Regiovisie en meer specifiek het Regiopark en de nieuwe wet inrichting landelijk gebied (WILG). Deze laatste is gekoppeld aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).
Milieuprogramma 2011
- 32 -
De provincie heeft het ILG vertaald in een provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied (pMJP) waarin diverse subsidiemogelijkheden zijn samengevoegd op het gebied van revitalisering, landschap, natuurontwikkeling etc. Landschapsontwikkelingsplan: In het Milieubeleidsplan 2008-2012 is opgenomen dat er in 2009 een beslissing zal worden genomen met betrekking tot het opstellen van een landschapsontwikkelingsplan, omdat zoals reeds is aangegeven, het huidige Landschapsbeleidsplan geen projectenplan bevat. In het kader van de Voorjaarsnota 2009 is hiervoor een budget opgevoerd, doch in het kader van de bezuinigingen heeft dit plan op dit moment geen prioriteit. Flora- en faunagegevens: Ook is in het Milieubeleidsplan 2008-2012 opgenomen dat in 2010 alle beschikbare flora- en faunagegevens in een databestand zullen worden bewerkt ten behoeve van het zelf uitvoeren van ecologische toetsen in het kader van de Flora- en faunawet. Op dit moment moet worden geconstateerd dat dit voornemen, vanwege ander prioriteiten, te ambitieus is geweest en dat dit actiepunt voorlopig moet worden doorgeschoven naar 2011 en wellicht naar 2012. FSC (Forest Stewardship Council): De gemeentelijke bossen van Noordenveld zijn FSC- gecertificeerd. Dit wil zeggen dat de gemeente duurzaam bosbeheer uitvoert volgens de 10 principes van de FSC. De 10 principes voor goed bosbeheer zijn: 1. Het bosbeheer moet de nationale wetten evenals internationale afspraken en overeenkomsten en de principes en criteria van FSC respecteren. 2. Het gebruik en eigendom van het bos zijn vastgelegd en rechtsgeldig. 3. De rechten en gebruiksrechten van inheemse volkeren worden erkend en gerespecteerd. 4. Bosbeheer is gericht op het handhaven of verbeteren van het lange termijn welzijn van bosarbeiders en lokale gemeenschappen in sociale en economische zin. 5. De bosproducten en -diensten moeten efficiënt worden gebruikt, opdat de economische, ecologische en sociale voordelen worden veiliggesteld. 6. De ecologische functies en biodiversiteit van het bosgebied worden beschermd. 7. Er is een duidelijk beheerplan op schrift, waarin doelen en middelen uiteengezet zijn. 8. De sociale, economische gevolgen van de activiteiten in het bos worden regelmatig gecontroleerd. 9. Bossen met hoge natuurwaarde moeten behouden en op hun waarde worden geschat. 10. Plantages moeten een aanvulling vormen op natuurlijke bossen, maar mogen natuurlijke bossen niet vervangen en moeten in overeenstemming met principes 1 t/m 9 worden beheerd. Bestrijding Jacobskruiskruid en akkerdistel: In het kader van het zogenaamde ‘Naoberschap’ zijn er tussen de Gemeentelijke Overleg Commissie van de LTO, de terreinbeheerders van de natuurbeherende instanties en de gemeente afspraken gemaakt over de bestrijding van Jacobskruiskruid en Akkerdistel. Zoals een goed ‘Naoberschap’ betaamt, zullen partijen elkaar bij mogelijke overlast aanspreken en zorgen dat deze overlast ongedaan wordt gemaakt. Bestrijding Berenklauw: In verband met de overlast die kan worden veroorzaakt door Berenklauw, is in 2008 de ‘Notitie Reuzenberenklauw bestrijding’ vastgesteld. Conform dit beleid zal ook in 2011 de bestrijding worden uitgevoerd, d.w.z. mechanische bestrijding binnen en buiten de bebouwde kom, zoals in de notitie is aangegeven. Eikenprocessierups: De monitoring zal in 2011 worden voortgezet en indien er nesten worden aangetroffen, zullen deze worden verwijderd. Bermbeheersplan: Het opgestelde bermbeheersplan is niet aangepast en daarom nog niet vastgesteld. In relatie tot het Beheer Openbare Ruimte wordt voorgesteld ecologisch bermbeheer daar toe te passen waar een meerwaarde wordt verwacht passend binnen de huidige budgetten voor bermonderhoud.
Milieuprogramma 2011
- 33 -
Brinkenplan: Met het Brinkenplan is de beheerstoestand van de cultuurhistorisch waardevolle brinken in Noordenveld inzichtelijk gemaakt. Tevens is daarbij een omschrijving gegeven van de gewenste situatie plus de uit te voeren beheermaatregelen om deze unieke elementen te restaureren en te beheren. In 2011 zullen maatregelen worden uitgevoerd op de brink in Steenbergen (vellen naaldhout, hulst afzetten, vellen twee eiken, plaatsen infobord en plaatsen zitbank). Lijst monumentale bomen: Deze lijst is opgesteld en vastgesteld ter bescherming en behoud van de monumentale bomen in de gemeente Noordenveld. In 2010 zal bij ruim 210 monumentale bomen, die in particulier eigendom zijn, onderhoud worden uitgevoerd. Verder zullen in 2011 het gemeentelijk bomenbestand (na VTA-inspectie) en de monumentale bomenlijst worden opgenomen en uitgewerkt worden in een bomenbeheerplan inclusief onderhoudsplanning. Acties/prioriteiten 2011: Uitvoering Bosbeheerplan Noordenveld conform FSC-certificering. Uitvoering van het in 2009 vastgestelde Brinkenplan Noordenveld. Beheer en onderhoud van monumentale bomen conform de in 2009 vastgestelde monumentale bomenlijst, waarmee de bescherming en het behoud van monumentale bomen actief en passief wordt gegarandeerd. Opnemen gemeentelijk bomenbestand en monumentale bomenlijst in bomenbeheerplan. Monitoring en zonodig bestrijding van de Eikenprocessierups. Bestrijding van de Berenklauw conform het vastgestelde beleid. Naleving afspraken in het kader van het Naoberschap. Flora en faunagegevens verzamelen in databank.
Milieuprogramma 2011
- 34 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
21110 Verkeer en vervoer algemeen
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 430 Verkeer en vervoer algemeen
Vakgroep: Bijzondere wetgeving
BCF:
Budgethouder: W. Wieringa
6.4530.110 Verkeer en Vervoer
Productbeschrijving Uitvoering van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) 2007-2017, waarbij in dit kader o.a. de mobiliteitsbeïnvloeding relevant is. Getracht wordt om dit te realiseren door het stimuleren van het openbaar vervoer, een afgewogen parkeerbeleid en het bevorderen van het fietsgebruik. Verder zal worden getracht de negatieve milieu-effecten van de groei van de intensiteit van het autoverkeer te beperken. Uitgangspunt hierbij is dat de normen voor geluid en lucht niet worden overschreden. Activiteiten -
Het uitvoeren van de maatregelen als vermeld in het Maatregelenpakket van het GVVP. Bij toename milieueffecten deze vroegtijdig betrekken in het gemeentelijk beleid voor verkeer en vervoer door middel van het toepassen van een milieutoets bij (beleids)projecten. Stimuleren fietsgebruik bij halen en brengen bij scholen door o.a. aanpassing van de schoolomgevingen en het stimuleren van het maken van afspraken tussen scholen en ouders. Bij het ontwerp en de realisatie van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen uitdrukkelijk aandacht besteden aan de bereikbaarheid voor fiets en openbaar vervoer (instrument: vrijliggende fietspaden en busroutes). Stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer en fietsgebruik (voorlichting en educatie) In het kader van het stimuleren van het openbaar vervoer in samenwerking met de gemeente Groningen de technische voorzieningen afronden zodat het transferium Hoogkerk en de vrije busbaan kunnen gaan functioneren. Stimuleren fietsgebruik door de route bij het Leekstermeer aan te pakken in het kader van de waterbergingswerkzaamheden. Het afronden van de fietsroute rond het Fochteloërveen.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). Voldoen aan het Besluit luchtkwaliteit. Voldoen aan de Wet geluidhinder. Voldoen aan de Wegenverkeerswetgeving. Duurzaam inkopen.
Prestaties -
Uitvoering GVVP. Uitvoering overige acties.
Kengetallen (Totaal beschikbare uren GVVP: 2100).
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan: Mobiliteitsbeïnvloeding is één van de pijlers van het geactualiseerd Gemeentelijk Verkeersen Vervoers Plan (GVVP), dat voor de periode 2007-2017 is vastgesteld. Dit wil de gemeente realiseren door het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer, afgewogen parkeerbeleid en het bevorderen van het fietsgebruik. De beperkte invloed van de gemeente, gecombineerd met de beperkte financiële middelen van de gemeente, stellen duidelijke grenzen aan de (snelheid van de) realisatie van deze ambities. Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om de negatieve milieu-effecten van de groei van de intensiteit van het autoverkeer te beperken. Uitgangspunt voor de gemeente is dat de normen voor geluid en lucht niet worden overschreden.
Milieuprogramma 2011
- 35 -
Projecten 2011 GVVP: Voor 2011 zijn de volgende projecten gepland. De uitvoering is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen. 1. Invoeren 30 km-zones Peest en Steenbergen 2. Herinrichten Asserstraat Norg 3. Herinrichten Koelenweg 4. Autoluw maken Peizer- en Eeldermaden 5. Veiligheid schoolomgevingen 6. Meeliftprojecten 7. Gedragsbeïnvloeding 8. Monitoring, evaluatie en mogelijke bijstelling/wijziging van de uitgevoerde maatregelen 9. Monitoring Verkeersveiligheid
Stimuleren fietsgebruik: Door uitvoering projecten fietsplan Drenthe en regionaal fietsplan. De projecten richten zich met name op de corridors naar Groningen, Assen en natuurgebieden. De natuurgebieden in het noorden waaronder zo mogelijk ook het Leekstermeer zijn voorzien in 2011 aangepakt te worden in het kader van de waterbergingsgebieden.
Milieuprogramma 2011
- 36 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 452 Milieuvergunningen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4503.10 Milieuvergunningen
Productbeschrijving Uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, onderdeel vergunningverlening (deel)activiteit milieu. Activiteiten Het verlenen en intrekken van vergunningen ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de (deel)activiteit milieu volgens de procedure als vermeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Kwaliteitseisen -
De vergunningen en meldingen voldoen aan alle van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Voldoen aan de actualiseringsplicht. Alle vergunningen worden getoetst op handhaafbaarheid.
Prestaties
Kengetallen
-
Het verlenen van 7 vergunningen - Categorie 2 – 3 vergunningen - Categorie 3 – 4 vergunningen
Mensuren Milieu: 440
Het onderzoeken van de mogelijkheden tot vergunningverlening. Het beoordelen en afhandelen van 2 meldingen ex. art. 3.10, lid 3 Wabo (melding zonder milieugevolgen). Het intrekken van 2 vergunningen.
Kosten personeel: € 32.330
-
Mensuren A&O: 50
Toelichting: Omgevingsvergunning: Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Er is thans één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu. Door de Wabo zijn 25 toestemmingsstelsels samengevoegd tot één omgevingsvergunning, waaronder de (deel)activiteit milieu. Inrichtingenbestand: Door de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het aantal vergunningplichtige bedrijven vanaf 1 januari 2008 aanzienlijk afgenomen. Op 1 januari 2010 bedroeg het aantal vergunningplichtige bedrijven nog 76. Voor de inwerking van het Activiteitenbesluit was dit 211. In verband hiermee was de planning al eerder lager bijgesteld. De huidige planning is overeenkomstig de prestaties van de twee voorgaande jaren. Actualiseringsplicht: Ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht heeft de gemeente de zogenaamde actualiseringsplicht. Dit betekent dat regelmatig moet worden bezien of "de voorschriften die aan een vergunning zijn verbonden, nog toereikend zijn met betrekking tot de kwaliteit van het milieu". Aan deze plicht wordt invulling gegeven, door tijdens de reguliere bedrijfscontrole te bekijken of de verleende vergunning nog toereikend is.
Milieuprogramma 2011
- 37 -
Uitgangspunt bij de vergunningverlening is dat wordt getracht om de kwaliteit van de vergunningen verder te verbeteren doordat: de vergunningen voldoen aan alle van toepassing zijnde wettelijke verplichtingen; alle vergunningen worden getoetst op handhaafbaarheid; ervoor wordt gezorgd dat de vergunningverleners over voldoende kennis en ervaring beschikken. Handhaafbaarheidstoets: In 2005 is er een handhaafbaarheidstoets vastgesteld. Dit houdt in dat de voorschriften, die in de vergunning worden opgenomen, op handhaafbaarheid worden getoetst. Deze toets wordt uitgevoerd door de vakgroep Handhaving. Onderzoeken vergunningsmogelijkheden Regelmatig wordt verzocht om te onderzoeken of bepaalde uitbreidingen te realiseren zijn. Vaak blijkt dat dit niet mogelijk is en wordt er uiteindelijk geen aanvraag om vergunning ingediend. De uren die hiermee gepaard gaan worden op deze post geschreven.
Milieuprogramma 2011
- 38 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 452 Milieuvergunningen
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4503.11 Meldingen Wet milieubeheer
Productbeschrijving Uitvoering van de Wet milieubeheer, onderdeel meldingen als bedoeld in artikel 8.40 van de Wet milieubeheer. Activiteiten -
Het beoordelen en het afhandelen van de meldingen. Het voeren van maatwerkprocedures.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan het bepaalde in de Wet milieubeheer Voldoen aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht Voldoen aan het bepaalde in de verschillende AMvB’s
Prestaties -
Het binnenhalen, beoordelen en afhandelen van 35 meldingen: - categorie 1: 5 meldingen - categorie 2: 25 meldingen - categorie 3: 5 meldingen.
-
Kengetallen
Totaal mensuren vakgroep Milieu: 410 Totaal mensuren vakgroep A&O: 50 Kosten mensuren: € 30.320
Het voeren van 2 maatwerkprocedures.
Toelichting: Activiteitenbesluit Door de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2008 zijn meer bedrijven onder de meldingplicht komen te vallen. Bij uitzondering blijft de vergunningplicht gelden. Vanaf 1 januari is het aantal vergunningplichtige bedrijven met 135 afgenomen (van 211 naar 76). Het Activiteitenbesluit onderscheidt drie typen bedrijven, afhankelijk van de mogelijke effecten voor het milieu door de activiteiten van het bedrijf. Het betreft de volgende typen: Type A: Bedrijven (49) met weinig (negatieve) invloed op het milieu. Geen meldingsplicht, maar moeten wel voldoen aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Wel registratie door de gemeente. Type B: Bedrijven (386) waar geen vergunningplicht (meer) geldt en die geheel onder de algemene regels vallen en geen ‘licht regime’ meer zijn. Type C: Bedrijven (76) waarvoor de vergunningplicht blijft gelden (inclusief een groot aantal agrarische bedrijven). Bovenvermelde aantallen wijken af van 2008. De reden hiervan is dat het gehele inrichtingenbestand volledig is gescreend. In het milieujaarverslag 2009 is dit toegelicht.
Maatwerkvoorschriften In het Activiteitenbesluit is de mogelijkheid opgenomen om voorschriften te concretiseren, om algemene regels aan te vullen of af te wijken van een norm of voorschrift, zowel scherper als soepeler. Het betreft de zogenaamde ‘maatwerkvoorschriften’. Dit is de nieuwe term voor de ‘nadere eisen’ die nog in de geldende AMvB’s (zoals het Besluit landbouw milieubeheer) zijn opgenomen.
Milieuprogramma 2011
- 39 -
Het melden Gelijktijdig met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is een landelijk, door het Ministerie van VROM ontwikkeld, E-loket geïntroduceerd. De bedoeling van dit loket is dat de ondernemer door gebruik van dit loket zelf kan bepalen wat voor type bedrijf hij heeft en of hij een melding moet doen. Door de activiteiten op te geven, kan ook direct worden gezien aan welke voorschriften het bedrijf moet voldoen. Indien het bedrijf meldingplichtig blijkt te zijn, moet de ondernemer de melding via dit loket doen. De gemeente ontvangt de melding dan per e-mail. De bijbehorende tekeningen of rapporten moeten zoveel mogelijk digitaal worden toegezonden, maar per post is ook mogelijk. Vaak blijk dat tekeningen niet worden meegezonden, waardoor er extra inzet nodig is om deze alsnog binnen te krijgen. Ook is het regelmatig nodig om ondersteuning te verlenen bij het doen van de melding via het E-loket. Agrarische besluiten Naast de besluiten die zijn opgegaan in het Activiteitenbesluit bestaan ook nog de agrarische besluiten (Besluit landbouw milieubeheer en het besluit mestbassins milieubeheer). Veel agrarische bedrijven (205 stuks) blijven voorlopig nog onder deze besluiten vallen. In de toekomst zullen ook deze besluiten opgaan in het Activiteitenbesluit. Dit zal in ieder geval niet eerder dan in 2012 het geval zijn Planning Ten opzichte van 2010 is het aantal te behandelen meldingen iets verhoogd. De reden hiervan is dat het doen van een melding een indieningsvereiste is in het kader van de omgevingsvergunning. Bij het ontbreken van de vereiste melding moet de aanvraag om omgevingsvergunning namelijk buiten verdere behandeling worden gelaten. De verwachting is daarom dat meldingen vlotter zullen worden gedaan dan tot op heden het geval is.
Milieuprogramma 2011
- 40 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 453 Wet Geluidhinder
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4504.10 Geluidbeleid
Productbeschrijving Volgen ontwikkelingen op het gebied van geluid en indien nodig beleid formuleren of toetsingskader opstellen.
Activiteiten -
Bijhouden ontwikkelingen met betrekking tot het geluidbeleid zoals de aanpassing van de Wet geluidhinder m.b.t. de verdere decentralisatie en deregulering. Toepassen en verder ontwikkelen toetsingskader wegverkeerslawaai dat in 2010 is ontwikkeld. Deelnemen bij uitvoering van de EU-richtlijn Omgevingslawaai
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder en het bepaalde in het Milieubeleidsplan 2008-2012. Prestaties
Kengetallen
- Verder uitwerken toetsingskader wegverkeerslawaai. - Deelname aan project Omgevingslawaai
Mensuren vakgroep Milieu: 60 Kosten mensuren: € 4.020
Toelichting: De Wet geluidhinder (Wgh) vormt sinds 1979 een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidbeleid. De wet geluidhinder biedt bescherming tegen geluidhinder van verkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai door middel van zonering. Onderwerpen die niet in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: Luchtvaartlawaai (Luchtvaartwet) Bescherming van werknemers tegen lawaai (ARBO) Industrielawaai niet gezoneerd (Wet milieubeheer) Geluidwering woningbouw (Woningwet) Geluid op straat (APV) Milieubeleidsplan: In het Milieubeleidsplan 2008-2012 is het volgende aangegeven: 1. Onderzoeken of het wenselijk is een geluidniveaukaart op te stellen; 2. Een beslissing nemen of tot het opstellen van beleid m.b.t. de procedure hogere grenswaarde; 3. Eventueel onderzoek verrichten naar de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan een adequaat geluidbeleid. T.a.v. Punt 1: Dit onderzoek is in 2009 uitgevoerd. Er bleek geen basis meer te zijn in de Wgh. In verband hiermee is besloten door het laten uitvoeren van tellingen een nieuw toetsingskader voor verkeerslawaai te ontwikkelen. In 2010 is daartoe een eigen radarteller aangeschaft waarmee de tellingen een vervolg gekregen hebben. In 2011 zal op een aantal wegen worden geteld, die nog niet eerder waren onderzocht. De gegevens worden aangevuld in het model. T.a.v. punt 2: In 2009 is besloten om in dezen geen beleid op te stellen. Dit zal naar verwachting in 2011 niet veranderen.
Milieuprogramma 2011
- 41 -
T.a.v. punt 3: In 2010 is geconstateerd dat op de meeste terreinen (Handreiking industrielawaai, APV) geen behoefte bestaat aan extra beleid. Wel is in 2010 samen met de vakgroep Handhaving een handreiking “Geluidsnormering bij Evenementen” opgesteld voor maximale geluidswaarden bij evenementen, omdat hieraan in de praktijk behoefte bestond. In 2011 zal hiermee praktijkervaring zijn opgedaan en vindt zonodig aanpassing van de Handreiking plaats. Project omgevingslawaai In 2010 heeft de provincie Drenthe in het kader van de EU-richtlijn Omgevingslawaai geluidsbelastingskaarten opgesteld. Op basis daarvan is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om de ergste knelpunten op het gebied van verkeerslawaai te verminderen. Hiervoor zijn wegen met meer dan 6 miljoen voertuigen/jaar onderzocht. Er kwamen in Noordenveld maar enkele woningen op voor, welke bovendien reeds waren voorzien van gevelisolatie. Zodoende zijn hier geen verdere acties uit voortgekomen. In 2011 zal fase II van dit project worden gestart, voor wegen met drie miljoen verkeersbewegingen/jaar. Dan zullen veel meer woningen in Noordenveld onderzocht worden, die bovendien nog niet van gevelisolatie zijn voorzien. De provincie heeft de betrokken Drentse gemeenten, waaronder Noordenveld, gevraagd om deelname bij de totstandkoming van het actieplan en de geluidbelastingkaart. Er is echter geen garantie dat de acties ook daadwerkelijk door de Provincie uitgevoerd gaan worden.
Milieuprogramma 2011
- 42 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 453 Wet Geluidhinder
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4504.11 Uitvoering geluidstaken
Productbeschrijving Uitvoering van de Wet Geluidhinder en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen. Activiteiten -
Beoordeling van geluidsrapporten en overige geluidsaspecten t.b.v. bestemmingsplannen, bouwplannen en milieuvergunningen. Advisering t.a.v. geluid in het kader van bouwplannen nabij gezoneerde wegen en in het kader van bestemmingsplannen. Ondersteuning van de vakgroep handhaving in de vorm van geluidsonderzoeken voor ‘eenvoudige’ situaties bij de handhaving van geluidsvoorschriften bij vergunningen en meldingen (8.40 AmvB’s). Opnemen van geluidvoorschriften in de milieuvergunningen. Deelname aan het provinciaal vakberaad geluid
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder.
Prestaties -
Rapportages en adviezen m.b.t. geluidsrapporten. Adviezen m.b.t. geluid in het kader verkeer en vervoer en ruimtelijke ordening. Geluidsonderzoeken t.b.v. de vakgroep handhaving.
Kengetallen Levering derden: € 4.000 Mensuren vakgroep Milieu: 250 Kosten mensuren: € 16.750 Totale kosten: € 20.750
Toelichting: Binnen de vakgroep milieu is de basiskennis met betrekking tot het uitvoeren van geluidonderzoeken bij ‘eenvoudige’ situaties aanwezig. Een eenvoudige situatie is een situatie waarbij methode I van de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai” gehanteerd kan worden ter bepaling van de beoordelingsniveaus. Voor ‘complexe’ situaties dient methode II gehanteerd te worden. Deze situaties kunnen alleen door gespecialiseerde akoestische bureaus worden uitgevoerd.
Milieuprogramma 2011
- 43 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 454 Wet Bodembescherming
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4505.10 Besluit bodemkwaliteit
Productbeschrijving Het uitvoeren van het Besluit bodemkwaliteit. Activiteiten -
Uitvoering Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan. Uitvoering Besluit bodemkwaliteit. Afhandelen meldingen voor het gebruik van bouwstoffen. Beoordelen kwaliteit van bouwmaterialen.
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in het Besluit bodemkwaliteit, de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan en het Bodembeleidsplan. Prestaties
Kengetallen
- Beoordelingen meldingen voor het gebruik Levering derden: € 6.000 van bouwstoffen. - Beoordelingen kwaliteit van bouwmaterialen. Mensuren vakgroep Milieu: 275 - Beoordelingen kwaliteit van grond Kosten mensuren: € 18.425 Totale kosten: € 24.425
Toelichting: Bodemkwaliteitskaart De Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan zijn op basis van de voorwaarden van het Bouwstoffenbesluit opgesteld. Het Bouwstoffenbesluit is inmiddels vervangen door het Besluit bodemkwaliteit. De gemeente Noordenveld maakt gebruik van een overgangsregeling van het Besluit Bodemkwaliteit, die het mogelijk maakt om nog vijf jaar na het in werking treden van dit besluit gebruik te maken van de in juni 2008 vastgestelde Bodemkwaliteitskaart. Dit betekent dat bij grondverzet in de gemeente Noordenveld tot 1 juli 2013 de voorwaarden van de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan 2008-2013 van toepassing zullen zijn. In de Bodemkwaliteitskaart is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem vastgelegd en deze kaart is bedoeld om hergebruik van grond als bodem te vereenvoudigen. Het Bodembeheerplan beschrijft de wijze waarop gebruik kan worden gemaakt van de Bodemkwaliteitskaart. Uitgangspunt bij grondverzet is de zogenaamde “Ladder van Lansink”. Dit betekent dat de volgende voorkeursvolgorde zal worden gehanteerd: preventie, hergebruik als bodem, hergebruik in een werk, reinigen tot schone grond of een toepasbaar product, toepassing op een stortplaats en uiteindelijk definitieve verwijdering. Bodemfunctieklassenkaart Vóór 2013 dient de gemeente Noordenveld te besluiten of gebruik wordt gemaakt van het generieke of het gebiedsspecifieke beleid van het Besluit bodemkwaliteit. Het opstellen van een bodemfunctieklassenkaart op basis van het Besluit bodemkwaliteit is al wel verplicht. Deze kaart wordt gebruikt bij het toepassen van het generieke beleid. In Drenthe is het opstellen van deze kaarten in provinciaal verband opgepakt.
Milieuprogramma 2011
- 44 -
De bodemfunctieklassenkaart van Noordenveld is in 2009 door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Tot 1 juli 2013 zal deze kaart uitsluitend worden gebruikt voor het toetsen van enkele nieuwe stoffen in het standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Deze nieuwe stoffen zijn niet vastgelegd in de huidige Bodemkwaliteitskaart van de gemeente Noordenveld. Ondersteuning bij implementatie Besluit bodemkwaliteit Er zijn initiatieven ontwikkeld door de Provincie Drenthe en de Rijksoverheid, waarbij ondersteuning wordt verleend bij het nemen van het besluit of gebruik moet worden gemaakt van het generieke of het gebiedsspecifieke kader van het Besluit Bodemkwaliteit. In de periode 2010-2011 wordt in provinciaal verband de mogelijkheid van het opstellen van een provinciedekkende bodemkwaliteitskaart onderzocht. Nadat de resultaten van dit onderzoek bekend zijn zal door de gemeente Noordenveld worden besloten of al dan niet wordt deelgenomen aan een provinciale bodemkwaliteitskaart. Dit besluit zal vermoedelijk in 2011 plaatsvinden waarbij ook de financiële consequenties moeten worden afgewogen. In provinciaal verband is er ook aandacht voor externe voorlichting over het Besluit bodemkwaliteit, wordt een globale verkenning naar grondverzet verricht om inzicht te krijgen in het grondverzet binnen en tussen de Drentse gemeenten, wordt een blauwdruk ‘Nota bodembeheer’ opgesteld en wordt een provinciaal netwerk handhaving bodem opgezet. De gemeente Noordenveld lift mee in dit proces. Grondwerken gemeentelijke projecten Naast de afdeling Ruimte & Samenleving (vakgroep Milieu en vakgroep Handhaving) heeft ook het afdeling Openbare Werken een taak bij het uitvoeren van het Besluit bodemkwaliteit. Bij het uitvoeren van gemeentelijke grondwerken zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Dit betekent dat de kwaliteit van de grond moet worden aangetoond door middel van een partijkeuring en de toepassingen van grond en tijdelijke gronddepots worden gemeld via het Meldpunt bodemkwaliteit. In de periode 2011 zullen de opslag mogelijkheden
van grond verder worden onderzocht. Ook de mogelijkheid voor een permanent gemeentelijk gronddepot wordt daarbij betrokken.
Milieuprogramma 2011
- 45 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 454 Wet Bodembescherming
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4505.11 Actief bodembeheer
Productbeschrijving Actief bodembeheer is het proces dat de keten preventie, beheer, sanering en nazorg omvat, met als doel het op maatschappelijke wijze realiseren van een duurzaam bodemgebruik. Activiteiten -
Uitvoeren Bodembeleidsplan 2007-2012. Vullen en beheren bodeminformatiesysteem. Verstrekken van informatie. Registreren ondergrondse tanks. Registreren toepassingen secundaire grondstoffen (Besluit bodemkwaliteit). Opnemen adequate bodemvoorschriften in milieuvergunningen. Naar aanleiding van landelijke regelgeving of van gemeentelijke initiatieven overleg voeren met andere instanties alsmede intern overleg. Bijdrage leveren in provinciale bodemsaneringsprogramma’s. Bijdrage leveren aan het uitvoeren van het Klimaatcontract voor zover dit verband houdt met de diepe ondergrond.
Kwaliteitseisen -
Voldoen aan de van toepassing zijnde regelgeving. Voldoen aan het Bodembeleidsplan 2007-2012.
Prestaties Kengetallen -
Actueel bodeminformatiesysteem. Verstrekken van informatie. Registratie ondergrondse tanks. Registratie toepassingen secundaire grondstoffen.
Levering derden: € 3.000 Mensuren vakgroep Milieu: 480
- Adequate bodemvoorschriften in milieuvergunningen.
Kosten mensuren: € 32.160
- Bijdrage provinciale bodemsaneringsprogramma’s.
Totale kosten: € 35.160
Toelichting: Bodembeleidsplan In juni 2007 heeft de gemeente voor de periode 2007-2012 een Bodembeleidsplan vastgesteld, dat beleidsregels bevat die alleen intern bindend zijn. In feite kan dit plan worden gezien als een samenvatting van alle bodemtaken van de gemeente en de raakvlakken van bodem met andere beleidsterreinen. Het fungeert als een leidraad voor de handelwijze bij bodembeheer, sanering en preventie, niet alleen voor de vakgroep milieu maar ook voor andere afdelingen die hier mee te maken hebben. In 2011 zal de noodzaak van het opstellen van een nieuw bodembeleidsplan voor de periode na 2012 worden onderzocht. Milieubeleidsplan 2008-2012 De ambitie van de gemeente is het realiseren en behouden van een duurzaam geschikte bodemkwaliteit. Ze gaat zich richten op een bewuster en duurzaam gebruik van de bodem, waarbij de gebruikswaarde van de bodem moet worden behouden. Verder zal de gemeente bij ruimtelijke ordening, inrichting en beheer bewuster omgaan met de toestand van de bodem en beslissingen over gebruik van bovengrondse en ondergrondse ruimte baseren op een beoordeling van de effecten van bodemgebruik.
Milieuprogramma 2011
- 46 -
Nieuw nationaal bodembeleid Landelijk gaat het bodembeleid veranderen en wordt verbreed naar de ondergrond, het energiebeleid en een integrale benadering van de problematiek van de bodemverontreiniging op gebiedsniveau. De sectorale benadering wordt hierbij losgelaten. Gebiedsontwikkeling vraagt om een integrale afweging tussen het benutten van de kansen die de ondergrond biedt, het beschermen van kwetsbare functies in het gebied en het verbeteren van de kwaliteit van het grondwater. Om deze afweging mogelijk te maken moeten verschillende disciplines meer samenwerken. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering van het bodembeleid. Convenant Bodem Een en ander is vertaald in het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. Dit convenant is op 10 juli 2009 ondertekent door de ministeries VROM en V&W, Interprovinciaal Overleg, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Unie van Waterschappen. De convenantspartners onderschrijven dat in het landelijke bodembeleid sprake is van een transitie. Dit is een omvangrijke wijziging die bestuurlijke aandacht behoeft. Het convenant voorziet in een transitieperiode van 5 jaar. In het convenant bodem gaat de specifieke aandacht uit naar de volgende onderwerpen: a. versnelde aanpak van spoedlocaties; b. het ontwikkelen van een reguleringskader voor de ondergrond; c. gebiedsgerichte aanpak van grootschalige grondwaterverontreinigingen. Ad. a: De spoedlocaties moeten met voorrang worden aangepakt. Op 31 december 2015 mag de bodem geen gevaar meer opleveren voor de volksgezondheid en ecosystemen. De provincie Drenthe heeft de inventarisatie van de spoedlocaties opgepakt. In de gemeente Noordenveld betreft het de volgende locaties: -
Terrein Huizing te Nieuw-Roden, galvaniseerinrichting, spoedlocatie; Samenwerkingsverband Elton/Stiko/GTI, isolatiemateriaalfabriek, spoedlocatie; Nieuweweg 26a te Roden, benzine-service-station, spoedlocatie; NAM-locatie Norg-3 te Steenbergen, aardolie- en aardgaswinning, spoedlocatie; NAM-locatie Roden-1 te Roden, aardolie- en aardgaswinning, spoedlocatie; J.P. Santeeweg 5 te Nietap, chemische wasserij/stomerij, spoedlocatie; e 1 Energieweg 7/Gedempte Haven 1 te Roden, galvaniseerinrichting, spoedlocatie; Heerestraat 73 te Roden, chemische wasserij/stomerij, potentiële spoedlocatie; Handelsweg 4 te Roden, benzine-service-station, potentiële spoedlocatie; Westeind 26 te Norg, benzine-service-station, potentiële spoedlocatie; e 1 Energieweg 5-11 te Roden, galvaniseerinrichting, potentiële spoedlocatie; Zevenhuisterweg 37 te Nieuw-Roden, benzine-service-station, potentiële spoedlocatie; De Bolmert te Roderwolde, stortplaats, potentiële spoedlocatie.
Op de potentiële spoedlocaties moet nog door middel van nader bodemonderzoek worden vastgesteld of het daadwerkelijk een spoedlocatie betreft. Het betreffende bedrijf of de betreffende eigenaar moet dit zelf oppakken. Spoedlocaties met humane risico’s hebben hierbij de hoogste prioriteit. Ad. b: Het Rijk heeft in 2010 een visie op het duurzaam gebruik van de ondergrond vastgesteld. Deze beleidsvisie is agenderend en initiërend van karakter. Alleen waar het rijk een duidelijke initiatiefrol past, wordt concreet aangegeven hoe deze wordt ingevuld. Samenspel met de andere overheden speelt daarbij een drijvende rol. Het Rijk wil bij het borgen van de nationale belangen die het gebruik van de (diepe) ondergrond met zich meebrengen, middels samenwerkingsplannen en bestuurlijke afstemming rekening houden met de belangen van provincies, gemeenten en waterschappen. Provincies hebben aangegeven de komende tijd aan de slag te gaan met het formuleren van beleid voor de ondergrond (zie ook ‘Provinciale Structuurvisie voor de ondergrond’). Ad. c: De saneringen van grootschalige grondwaterverontreinigingen stagneren (te complex, wettelijk en financieel kader voldoet niet). Er is inmiddels een handreiking opgesteld om tot gebiedsgerichte aanpak van verontreinigd grondwater over te gaan. Ook wordt een wetvoorstel tot wijziging van de Wet bodembescherming ingediend, waarmee de huidige belemmeringen voor een gebiedsgerichte aanpak zullen worden weggenomen. Voor zover bekend zijn er in de gemeente Noordenveld geen complexe grondwaterverontreinigingen.
Milieuprogramma 2011
- 47 -
Provinciale Structuurvisie voor de ondergrond De Provincie Drenthe heeft in 2010 de Structuurvisie voor de ondergrond vastgesteld. Hierin worden keuzes voor het gebruik van de ondergrond beleidsmatig vastgelegd. In de Structuurvisie wordt ondermeer aangegeven dat: in Noord-Drenthe (Roden-Leek) zoveel mogelijk dient te worden ingezet op geothermie voor grootschalige toepassing in woningen en gebouwen; voor het gasveld Roden geldt dat gebruik als strategische aardgasopslag een onaanvaardbaar hoge verstoring op de leefomgeving met zich meebrengt; de velden Een en Norg-Zuid bij voorkeur, indien technisch geschikt, worden aangemerkt als potentiële biogasopslag; de velden in Noord-Drenthe (Rotliegend velden; o.m. de velden Roden en Norg/Langelo) over het algemeen van te goede kwaliteit worden geacht om gebruikt te worden voor de permanente opslag van formatiewater; ten behoeve van het grootschalige demonstratieproject van 2015-2025 CO 2 -opslag is toegestaan in maximaal 2 Rotliegend velden in Noord-Drenthe; grootschalige opslag van CO 2 na 2020 bij voorkeur zoveel mogelijk plaatsvindt in de zuurgas velden in Zuidoost-Drenthe. De gemeente Noordenveld heeft in een schriftelijke reactie op het ontwerp van de Structuurvisie diepe ondergrond aangegeven dat: het winnen van geothermische warmte uit aquifers en warmte-koude opslag voor haar geen aanleiding vormt voor het maken van opmerkingen; zij geen voorstander is van het gebruiken van de gasreservoirs in de ondergrond onder haar gemeente voor het injecteren van formatiewater, biogasbuffering, opslag van CO 2 en strategische aardgasopslag.
Milieuprogramma 2011
- 48 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 454 Wet Bodembescherming
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4505.12 Bodemsaneringen
Productbeschrijving Begeleiden van overheidssaneringen en saneringen in eigen beheer. Activiteiten -
Voeren van overleg met provincie, opdrachtgever, direct betrokkenen, adviesbureaus en intern. Verzamelen van historische gegevens. Aanvragen en beoordelen offertes voor bodemonderzoeken. Het beoordelen van onderzoeksopzetten, onderzoeken en saneringsplannen. Toetsen aan wettelijke normen / richtlijnen. Begeleiding van de sanering, alsmede controleren. Verrichten van veldonderzoek en laten analyseren van monsters. Uitvoering gemeentelijke bodemsaneringsprojecten.
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in de Wet bodembescherming Prestaties
Kengetallen
- Overzicht historische gegevens. - Aanvragen en beoordelingen offertes voor bodemonderzoeken. - Beoordeling van onderzoeksopzetten, onderzoeken en saneringsplannen. - Toetsing aan wettelijke normen / richtlijnen. - Begeleiding van de sanering, alsmede controleren. - Veldonderzoeken en analyses van monsters (extern). - Gemeentelijke bodemsaneringsprojecten.
Levering derden: € 25.000 Mensuren vakgroep Milieu: 100 Kosten mensuren: € 6.700 Kapitaallasten: € 689 Totale kosten: € 32.389
Bodemsaneringen De provincie Drenthe is het bevoegd gezag ten aanzien van de bodemsaneringen in de gemeente Noordenveld. De vervuiler is in eerste instantie verantwoordelijk voor de verontreiniging. Is deze niet meer te achterhalen, dan is de gebruiker en/ of eigenaar verantwoordelijk voor de sanering. Alleen in het uiterste geval, wanneer men kan aantonen dat men niet betrokken is geweest bij de oorzaak van de verontreinigingen of wanneer men kan aantonen dat men bij aankoop van een perceel niet wist of kon weten van de verontreiniging, treedt de overheid (provincie) op als saneerder. Deze saneringen worden ‘overheidssaneringen’ genoemd. De gemeente Noordenveld draagt wel bij in de kosten van deze saneringen (verdeling is: 90% bijdrage door Rijk, 7,5% door de gemeente en 2,5% door de provincie). De ‘saneringen in eigen beheer’ worden door de vervuiler/eigenaar zelf betaald. Overheidssaneringen De Westerd 9, Peize Grondsanering afgerond. Ten aanzien van de grondwatersanering heeft de provincie in 2007 ter plaatse een in-situ proefsanering uitgevoerd, waarbij de biologische afbraak van de verontreiniging werd gestimuleerd. De saneringsproef is inmiddels beëindigd en kent goede resultaten. De voortgang van de natuurlijke afbraak wordt gevolgd door monitoring.
Milieuprogramma 2011
- 49 -
De sanering door middel van bacteriële afbraak verloopt voorspoedig. Verwachting is dat de sanering in 2010 afgerond kan worden. Asserstraat 23 Norg De grondsanering is in 2005 gestart en afgerond. De grondwatersanering is in 2005 gestart en zal ook in 2010 nog doorlopen. Verwachting is dat de sanering in 2011 afgerond kan worden. e
1 Energieweg 5-11, Roden (vml. IFG de With) De grondwatersanering wordt de komende jaren voortgezet, in combinatie met verontreiniging van het voormalig terrein van Brabantia. Brabantia heeft een saneringsplan ingediend bij de provincie en de nieuwe eigenaar gaat met subsidie (Bedrijvenregeling) de sanering onder het pand van Brabantia uitvoeren. In de provinciale beschikking is aangegeven dat de sanering in 2012 moet starten en dat de saneerder dan ook verantwoordelijk wordt voor de grondwaterbeheersing die momenteel nog loopt. De provincie zal de komende jaren de restverontreinigingen op het terrein van voormalig IFG de Wit blijven monitoren.
Saneringen in eigen beheer Plantsoenstraat 5, Veenhuizen (Norgerhaven) In 2002 is een saneringsplan opgesteld. Het betreft hier een grondwatersanering, die in 2006 is gestart en naar verwachting tot 2011 duurt. Oude Gracht 1, Veenhuizen (Esserheem) In 2003 is gestart met de sanering. In 2004 is gebleken dat de verontreinigingsomvang groter is dan verondersteld. De sanering is daarom tijdelijk gestaakt en is er aanvullend onderzoek uitgevoerd. Inmiddels is de sanering opnieuw opgepakt, waarbij melasse is geïnjecteerd om biologische afbraak te stimuleren. Door middel van monitoring wordt de biologische afbraak gevolgd. Oude Gracht 4, Veenhuizen De 1e fase van de sanering is uitgevoerd en geëvalueerd (tussenevaluatie). Er volgt overleg met de provincie over de uitvoering van de 2e fase van de sanering. Zevenhuisterweg 37 te Roden In de bodem en het grondwater zijn sterke verontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten aangetroffen. Een reeds uitgevoerde sanering heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Op basis van een nieuw saneringsplan is de sanering hervat. De sanering zal zeker tot eind 2010 (nazorgfase) duren. 2e Energieweg 3-5 te Roden Betreft een sanering van Elton/Stiko en GTI. De biologische in situ sanering loopt vanaf juni 1998 tot op heden.
Milieuprogramma 2011
- 50 -
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Beleidstaak:
723.10 Milieubeheer
Afdeling: Ruimte & Samenleving
Beheersproduct: 454 Wet Bodembescherming
Vakgroep: Milieu
BCF:
Budgethouder: M. Jager
6.4505.13 Bodemonderzoeken
Productbeschrijving Het toetsen van aangeleverde bodemrapporten in het kader van bouwvergunningen en grondtransacties. Activiteiten -
Aanvragen en beoordelen offertes voor bodemonderzoeken; Het beoordelen van onderzoeksopzetten, onderzoeken en saneringsplannen; Beoordelen bodemonderzoeken, saneringsonderzoeken en saneringsplannen; Beoordelen noodzaak tot uitvoeren bodemonderzoeken en bodemsaneringen.
Kwaliteitseisen Voldoen aan het bepaalde in de Wet bodembescherming. Prestaties
Kengetallen
- Beoordelingen bodemonderzoeken, saneringsonderzoeken en saneringsplannen. - Beoordelingen noodzaak tot uitvoeren bodemonderzoeken en bodemsaneringen.
Mensuren vakgroep Milieu: 280
Milieuprogramma 2011
Kosten mensuren € 18.760
- 51 -
Lijst van afkortingen
AMvB Awb BEVI BOR CO2 FSC GIM GVVP GRP ICT IGS ILG IVN KRW LAP LED LTO MARN NME NO2 OLO pMJP RBW REVI RRGS VROM VTA Wabo WB 21 WILG Wm
-
Milieuprogramma 2011
Algemene Maatregel van Bestuur Algemene wet bestuursrecht Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Beheer Openbare Ruimte Koolstofdioxide Forest Stewardship Council Gemeentelijke Interne Milieuzorg Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan Gemeentelijk Rioleringsplan Informatie Communicatie Technologie Intergemeentelijk Structuurplan Investeringsbudget Landelijk Gebied Instituut voor Natuur- en Milieueducatie Kaderrichtlijn Water Landelijk Afvalbeheerplan Liberalisering Energiemarkt Land- en tuinbouw oganisaties Milieuadviesraad Noordenveld Natuur- milieueducatie Stikstofdioxide Omgevingsloket Online provinciaal Meerjarenprogramma Regionaal Bestuurakkoord Water Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu Visuel Tree Assesment Wet algemene bepalingen omgevingsrecht e Waterbeheer 21 eeuw Wet Inrichting Landelijk Gebied Wet milieubeheer
- 52 -
Totaaloverzicht In de overzichten zijn de activiteiten, de tijdsbesteding, de financiën en de dekking aangegeven. Beleidstaak milieubeheer: 723.10 Beheersproduct: Milieubeheer algemeen Productnummer: 450
Activiteiten BCF: BCF: BCF: BCF: BCF: BCF: BCF:
6.4501.10 6.4501.11 6.4501.12 6.4501.13 6.4501.13 6.4501.14 6.4501.15
Tijdsbest eding Milieubeleidsplan Milieuprogramma Milieujaarverslag Milieuadviesraad “ Monitoring Milieubeleid algemeen
Totaal
Milieuprogramma 2011
50 240 220 140 185 445
1280
Jaarlijkse lasten Personeel Kosten derden
Trekker Milieu Milieu Milieu Milieu MARN Milieu Milieu
€ “ “ “ « “ “
Eénmalige Investeringen
Dekking
3.350 16.080 14.740 9.380 3.000 12.395 29.815
€
250
Exploitatie Exploitatie Exploitatie Exploitatie
“
500
Exploitatie Exploitatie
€ 88.760
€
750
- 53 -
Beleidstaak: Milieubeheer Beheersproduct: Milieubeheer specifiek Productnummer: 451
Activiteiten
BCF: 6.4502.10 Milieucommunicatie BCF: 6.4502.11 Energiebeleid BCF: 6.4502.12 Gemeentelijke Interne Milieuzorg BCF: 6.4502.13 Duurzame ontwikkeling BCF: 6.4502.14 Afvalbeleid BCF: 67.21.610, 67.21.710, 67.20.712 Waterplan en Gemeentelijk Rioleringsplan BCF: 6.7216.16 Luchtkwaliteit en geurhinder BCF : 6.7216.10 Externe veiligheid BCF: 6.4502.18 Overige milieutaken BCF: 67.20.810, 67.20.910 Natuur en Landschap BCF: 6.4530.110 Verkeer en Vervoer
Totaal
Tijdsbesteding 300
Trekker
Jaarlijkse lasten Personeel
Kosten derden en overige kosten € 22.304
Dekking
Milieu
€
20.100
Milieu OW&A Milieu OW&A Milieu BWT Milieu OW&A OW&A
“
“ “ “ ‘’ ‘’
40.200 19.825 20.100 3.250 71.355 10.200 51.925 1.147.224 451.363
40
Milieu
‘’
2.680
Exploitatie
160 250 760
Milieu Extern Milieu
‘’
10.720
Exploitatie
“
50.920
“
6.250
Exploitatie
3590
OW&A
“
231.350
“
78.542
Exploitatie
600 305 300 50 1065 150 775 16522 8625
In projecten 33492
“
Exploitatie
“
10.000
Exploitatie
“
25.000 *
Exploitatie Exploitatie
“ ‘’ ‘’
7.000 1.778.093 917.436
Geb.ont/BW
Exploitatie
Exploitatie €
2.131.212
€ 2.844.725
* Van het bedrag van € 25.000 is € 10.000 bestemd voor de Millenniumdoelen.
Milieuprogramma 2011
Eenmalige investeringen
- 54 -
Beleidstaak milieubeheer Beheersproduct: Milieuvergunningverlening Productnummer: 452
Activiteiten
BCF: 6.4503.10 Vergunningverlening BCF: 6.4503.11 Meldingen
Totaal
Tijdsbesteding 440 50 410 50
Trekker
Jaarlijkse lasten Personeel
Milieu A&O Milieu A&O
950
€ “ “ “
29.480 2.850 27.470 2.850
€
62.650
Kosten derden
Eénmalige Investeringen
Dekking
Exploitatie Exploitatie
Beleidstaak milieubeheer Beheersproduct: Uitvoering Wet geluidhinder Productnummer: 453
Activiteiten
BFC: 6.4504.10 Geluidbeleid
Tijdsbesteding
Jaarlijkse lasten
Trekker
Personeel
60
Milieu
€
250
Milieu
“ 16.750
Kosten derden
Eénmalige Investeringen
Dekking
4.020 Exploitatie
BCF: 6.4504.11 Uitvoering geluidstaken Totaal
Milieuprogramma 2011
€
4.000 Exploitatie
310
€
20.770
€
4.000
- 55 -
Beleidstaak milieubeheer Beheersproduct: Uitvoering van de Wet bodembescherming Productnummer: 454
Activiteiten
BFC: 6.4505.10 Uitvoering Bouwstoffenbesluit BCF: 6.4505.11 Actief bodembeheer BCF: 6.450.12 Bodemsaneringen/BOOT BCF: 6.4505.13 Bodemonderzoeken
Totaal
Milieuprogramma 2011
Tijdsbesteding
Trekker
Jaarlijkse lasten Personeel € 18.425
Eénmalige Investeringen
Dekking
Kosten derden € 6.000
275
Milieu
480
" 32.160
"
3.000
Exploitatie Exploitatie
100
Milieu ROS Milieu
"
"
25.689
Exploitatie
280
Milieu
“ 18.760
1135
6.700
€ 76.045
Exploitatie € 34.689
- 56 -
Samenvatting
Activiteiten
3. Milieubeheer algemeen 4. Milieubeheer specifiek
Tijdsbesteding 1280 4000 29092 150 250
Trekker
Jaarlijkse lasten Personeel
Milieu Milieu OW&A BWT Extern
€
88.760
“ 268.000 “ 1.853.012 “ 10.200 (Provincie)
Kosten derden €
Eénmalige investeringen
Dekking
750
Exploitatie
“ 70.554 “ 2.774.071
Exploitatie Exploitatie Begroting provincie
5. Milieuvergunningverlening
950
6. Uitvoering Wet geluidhinder 7. Uitvoering Wet bodembescherming
Totaal
310
Milieu A&O Milieu
“ “ “
56.950 5.700 20.770
“
4.000
Exploitatie
1135
Milieu
“
76.045
"
34.689
Exploitatie
37167
€ 2.379.437
Exploitatie
€ 2.884.064
OW&A: Afdeling Openbare werken & Accomodaties BWT: Vakgroep Bouw- en woningtoezicht A&O: Vakgroep Administratie en Ondersteuning Extern: Provincie Drenthe
Milieuprogramma 2011
- 57 -
Colofon Opdrachtgever Opdracht Omvang rapport Auteur Bijdragen Teamleider Afdelingshoofd Datum
Milieuprogramma 2011
: : : : :
Gemeente Noordenveld Milieuprogramma 2011 52 pagina's G.I. Brink J.W. Piek, H. Triemstra, M. Meindertsma, W. van Heuveln, R. Struik, M. Smit, J. Hogeman, H. Schoonbeek, R. van der Schaaf, G. van Rossum, S. Huisman en L. Heeren : M. Jager : T. Peper : Oktober 2010
- 58 -
Milieuprogramma 2011
- 59 -
Milieuprogramma 2011
- 60 -