GEMEENTE MAASSLUIS Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Maassluis, gehouden op 30 oktober 2001 in het stadhuis, aanvangende om 20.00 uur. Voorzitter: mevrouw J. Sterkenburg-Versluis, burgemeester. Aanwezig zijn 21 leden, te weten: mevrouw L.D. Wesenhagen-Kastelein en de heren J.F. Koen, A.G.M. Keijzer, P. Hoogenraad (wethouders), J.M. de Bruin, A. van der Knijff, A. Keizerwaard, G.J.F. van Ettinger en H.G. van Hoeven, de dames L.G. van Duijn-Camfferman, H.R. Landsbergen-van Leeuwen en J.A. Lammers-Noordam, de heren B. Sio, J.F. Scheerstra, P.C. Stamperius, P.C. Anker, P.E.H. Kromdijk, Y. Vural, J.A. Voortmeijer, J. Luijendijk en A.M. de Reuver. Afwezig zijn mevrouw B.C.P. Out-Gerstel en de heer P.J. van Baalen. Secretaris: de heer A.J.T. Korthout. *** Agenda: 1. Opening. 2. Voorstel tot het vaststellen van het verslag van de vergadering van 10 juli 2001. 3. Ingekomen stukken. (bijl.nr. 8.3) 4. Voorstel tot het benoemen van de heer J. Hansen tot lid van de bestuurscommissie openbaar onderwijs Maassluis. (bijl.nr. 8.4) 5. Voorstel tot het nemen van een principebesluit als bedoeld in artikel 19a, lid 2 WRO ter realisering van het project 75 woningen met een park in de Bloemenbuurt en tot het vervolgen van de vrijstellingsprocedure op grond van genoemd artikel. (bijl.nr. 8.5) 6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied "Bloemenbuurt" als bedoeld in artikel 21 van de WRO ten behoeve van de realisering van 75 woningen en een wijkpark. (bijl.nr. 8.6) 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 60.000,00 (€ 27.226,81) voor de uitbreiding van het schoolplein Panta Rhei. (bijl.nr. 8.7) 8. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 715.000,00 (€ 324.420,00) ter verbetering van de woon-schoolroutes op de Rozenlaan en tot het voorzien in de dekking hiervan door een bedrag van ƒ 459.839,00 (€ 208.633,00) vrij te maken uit de Reserve Onderhoud Wegen en een bedrag van ƒ 164.441,00 (€ 74.620,00) uit het investeringsschema 2002-2010 voor de vervanging van de VOP-Rozenlaan. (bijl.nr. 8.8) 9. Antwoordschrijven van burgemeester en wethouders n.a.v. de door de raadsfractie van de VVD schriftelijk gestelde vragen inzake de ontwikkelingen Hoogheemraadschappen. (bijl.nr. 8.9) 10. Voorstel tot het wijzigen van gemeente- en bedrijfsbegrotingen. (bijl.nr. 8.10) 11. Verder voorkomende zaken. 12. Rondvraag. 13. Sluiting. *** 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering en heet een ieder hartelijk welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Out-van Gestel en de heer Van Baalen Mevrouw Landsbergen-van Leeuwen en de heer Vural wordt verzocht tezamen met de gemeentesecretaris het stembureau te vormen. Eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij nr. 15 van de presentielijst, zijnde de heer Luijendijk.
Vergadering van 30 oktober 2001.
2.
2
Voorstel tot het vaststellen van het verslag van de vergadering van 10 juli 2001. e
Nadat op pag. 2, 16 regel van beneden, het woord 'Hoeve' is vervangen door 'Oever', worden deze notulen zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De heer SCHEERSTRA memoreert dat zijn fractie bij de behandeling van het project Balkon/Haven heeft gepleit voor een spoedige ontwikkeling van het bedrijventerrein De Dijk. Eén van de punten die daarbij aan de orde kwamen, was dat er duidelijkheid moest komen over de wijze van ontsluiting van dat terrein. In de stukken stond aanvankelijk dat die duidelijkheid er in juli zou komen, maar dat werd verschoven naar september. Het is nu bijna begin november en de fractie wil hierover nu graag duidelijkheid geschapen zien. De fractievoorzitters en een aantal fractieleden hebben een gesprek gevoerd met de OFM en daarin kwam naar voren dat de bedrijven zich ernstige zorgen maken over hun toekomst. Er moeten natuurlijk bedrijven worden uitgeplaatst, maar de vraag van die bedrijven is welke toekomst Maassluis ze nog kan bieden. Naar het gevoelen van sprekers fractie laat men deze zaak een beetje op zijn beloop. Hij wil het college nu dringend uitnodigen zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over a. de ontsluiting en b. de toekomst van de uit te plaatsen bedrijven. Daarover moet duidelijkheid komen voordat er met die bedrijven over verwerving van hun gronden kan worden gepraat. Wethouder KOEN antwoordt dat het verkeersonderzoek betreffende De Dijk is afgerond. Collega mevrouw Wesenhagen en hij zijn aan het studeren op de mogelijkheden om De Dijk tot ontwikkeling te brengen. Er doen zich allerlei ontwikkelingen voor welke dit tot een aantrekkelijke optie kunnen maken. Hij heeft het voornemen om in de commissievergadering van november een aantal aspecten van het project Balkon/Haven te bespreken; voor een deel zal dat in de openbaarheid kunnen gebeuren, maar als het gaat om de verwervingsstrategie van het bureau OBR, zal er in vertrouwelijkheid moeten worden beraadslaagd. Zeer binnenkort zal men hierover heel intensief met elkaar van gedachten kunnen wisselen, en dat dit alles een relatie met de Haven heeft, is duidelijk. De heer SCHEERSTRA vraagt of ook de wethouder van economische zaken van mening is dat er voor de betrokken bedrijven absolute duidelijkheid moet worden geschapen voordat er over de verwerving van hun eigendommen gepraat gaat worden. De bedrijven hebben daar recht op. Wethouder mevrouw WESENHAGEN-Kastelein bevestigt dat er voor de bedrijven duidelijkheid moet zijn, want eerder kan er niet tot verplaatsing worden gekomen. Ook los van de verplaatsing is het nodig De Dijk te ontwikkelen, bijvoorbeeld ten behoeve van bedrijven die willen uitbreiden of bedrijven in het gebied Kapelpolder die graag naar een andere locatie zouden willen gaan. Er is het college dus alles aan gelegen om zo snel mogelijk duidelijk te krijgen welke mogelijkheden er met betrekking tot De Dijk bestaan. De heer LUIJENDIJK wijst op zijn vraag op pag. 5 of er bij de opstelling van het beeldkwaliteitsplan voor Balkon/Haven en de deelplannen sprake zal zijn van interactie met de omwonenden. Het beeldkwaliteitsplan zou dezer maanden gereed zijn. Zal dat inderdaad het geval zijn en hoe worden omwonenden en commissie er bij betrokken? Op bladz. 50 is vermeld wat er is gezegd naar aanleiding van het voorstel tot sloop van de Havenhof. Er zou in oktober met die sloop worden begonnen. Wat is de situatie in dezen op dit moment? Wethouder KOEN geeft te kennen dat thans bij het maken van het beeldkwaliteitsplan – een buitengewoon creatief en inspirerend proces – nog geen omwonenden worden betrokken. Dat zou ook erg lastig zijn, omdat iedere ontwikkelingsvariant buitengewone financiële componenten bevat. Wanneer de werkgroep en het bestuurlijk overleg van een plan bevallen – het ziet er naar uit dat dit zeer binnenkort gebeurt; spreker verwacht dat een conceptplan in de eerstkomende vergadering van de stuurgroep kan worden vastgesteld –, komt hij daarmee naar de commissie. Er treedt dan een fase van openbaarheid in en hij kan zich voorstellen dat er tussen de bespreking in de commissie en de definitieve vaststelling in de raad een soort inspraakronde plaatsvindt waarin de bevolking van Maassluis kan reageren. Daarnaast is hij bezig om te bereiken dat een deel van het planproject dat zich daarvoor stedenbouwkundig en architectonisch gezien leent, samen met de kopers/toekomstige bewoners te gaan ontwikkelen. Er wordt nog gestudeerd op de vraag hoe dit precies kan worden geregeld. Te denken is dan aan de woningen die tegen de dijk aan komen te staan, dus vrijstaande woningen en twee-onder-één-kap-woningen. Dit is al gedaan in Almere en in een aantal andere woningbouwprojecten in den lande. Binnen een matrix, een globaal architectonisch plan, kan er dan bin-
Vergadering van 30 oktober 2001.
3
nen een bepaalde eenheid een verscheidenheid in woningtypes ontstaan. Kortom, er wordt heel serieus bekeken hoe bewoners, met name dan toekomstige eigenaren en bewoners, heel intensief bij de planvorming kunnen worden betrokken, zodat er uiteindelijk iets zal ontstaan wat gedragen wordt door allen die er zullen gaan wonen. Wethouder mevrouw WESENHAGEN-Kastelein laat inzake de sloop van de Havenhof weten dat de DCMR ongeveer een maand geleden aanvullende saneringseisen heeft gesteld; het voldoen daaraan heeft ook financiële consequenties, zoals men in de brief bij de marap heeft kunnen lezen. Er bestaat een spanningsveld tussen de sanering en de opstelling van het beeldkwaliteitspan en daarover wordt intensief overlegd met onder meer het projectbureau dat de gemeente in dezen bijstaat. De bewoners van het gebied hebben deze week een brief gekregen waarmee zij op de hoogte zijn gesteld van de opgetreden vertraging. Als er weer wat te melden is, zal er ook weer een bewoneravond worden georganiseerd. Er zal eind van het jaar al wel met de sanering worden gestart, ook in overleg met de DCMR, maar dan in het buitengebied, dus nog niet binnen de Havenhof. 3.
Ingekomen stukken. (bijl.nr. 8.3) 1.
Notulen van de commissievergaderingen.
2.
Brief van de GGD Nieuwe Waterweg Noord d.d. 5 oktober 2001 m.b.t. de jaarrekening 2000 en het jaarverslag 2000.
3.
Brieven van de Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie (3VO) d.d. 5 en 12 oktober 2001 m.b.t. de verkeersveiligheid in de verkiezingsprogramma's 2002.
4.
Brief van de GGD Nieuwe Waterweg Noord d.d. 9 oktober 2001 met als bijlage de Productbegroting 2002.
5.
Brief van de Milieudienst Rijnmond (DCMR) d.d. 10 oktober 2001 m.b.t. de 2e begrotingswijziging 2001.
6.
Brief van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) d.d. 18 oktober 2001 m.b.t. de beplanting van de plantsoenen met uitsluitend biologisch geteelde bloembollen.
Advies: de stukken vermeld onder 1 tot en met 6 voor kennisgeving aannemen Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het advies besloten. 7a. Brief van de Kamer van Koophandel Rotterdam d.d. 28 september 2001 m.b.t. het herzien van het bestemmingsplan Nieuwe Waterweg 1. b. Brief van Dersimo Vloerbedekkingen d.d. 28 september 2001 m.b.t. het herzien van het bestemmingsplan Nieuwe Waterweg 1. c. Brief van Modul Bedrijfswageninrichting d.d. 28 september 2001 m.b.t. het herzien van het bestemmingsplan Nieuwe Waterweg 1. d. Brief van Bedrijvenkring Maassluis d.d. 28 september 2001 m.b.t. het herzien van het bestemmingsplan Nieuwe Waterweg 1. e. Brief van Hoff & Co. Services BV d.d. 8 oktober 2001 m.b.t. het herzien van het bestemmingsplan Nieuwe Waterweg 1. Advies: Voor kennisgeving aannemen, onder de mededeling dat deze brieven, op die van Hoff & Co Services BV na, betrokken zijn geweest bij de behandeling van het agendapunt tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het Bedrijventerrein Nieuwe Waterweg I tijdens de raadsvergadering van 2 oktober 2001. De heer SCHEERSTRA zegt dat zijn fractie het alleen voor kennisgeving aannemen van deze brieven erg kort door de bocht vindt. Er is de vorige keer uitvoerig over het onderwerp van deze brieven gesproken, waarbij diverse fracties hebben gezegd dat de bedrijven op dit bedrijventerrein door de bebouwing van het Balkon niet in een mindere positie mogen komen te verkeren en dat er daarom rekening moet worden gehouden met de gerechtvaardigde wensen van die bedrijven. Spreker kent
Vergadering van 30 oktober 2001.
4
de inhoud van deze brieven niet letterlijk, maar meent wel dat er een deugdelijke schriftelijke reactie op moet worden gegeven waarin van de opvatting van de meerderheid van de raad of van eigenlijk de gehele raad melding wordt gemaakt. Hij wil het college dan ook aanbevelen deze brieven te beantwoorden in overleg met de commissie ruimtelijke ordening. Voorts wil de fractie graag worden geïnformeerd over een brief van de DCMR die in dit huis schijnt te circuleren en waarin wordt aanbevolen om een aantal bedrijven die nu onder de categorie 3 vallen, onder de categorie 2 te brengen, wat voor die bedrijven zou betekenen dat zij met een zwaarder regiem te maken zouden krijgen. Gelet op de opvatting van de raad dat de bedrijven niet in een mindere positie mogen komen te verkeren, is dit natuurlijk iets wat niet kan. De fractie wil dan ook graag geïnformeerd worden over de essentie van het advies van de DCMR, zodat zij zich hiermee zal kunnen gaan bemoeien, en spreker neemt aan dat dit voor de gehele raad geldt. De heer KEIZERWAARD is van mening dat het op zichzelf wel duidelijk is wat er gaande is, maar in de pers is er op een bijzonder heftige manier op gereageerd. De wethouder is tamelijk nuchter gebleven en is ook vertrouwen blijven uitstralen, maar misschien is het toch goed een heel korte toelichting te geven op de essentie, want in de beleving daarvan lijkt een wereld van verschil te bestaan. Het zou goed zijn om wat aan deze beeldvorming te gaan doen. Wethouder KOEN moet zeggen – dit wordt gedeeld door de medewerkers en adviseurs die het betrokken advies hebben geschreven – dat het advies indertijd wat ongelukkig was verwoord. Het is te betreuren dat dit bij het bedrijfsleven tot onrust heeft geleid, met name het bedrijfsleven aan de rand van het gebied dat het Balkon gaat heten. Niemand in dit huis en zeker ook niemand achter deze tafel heeft ooit als doel gehad om met de planvorming voor het Balkon bedrijven dwars te gaan zitten. In de vorige vergadering heeft spreker ook al naar aanleiding van de inbreng van de heer Rol gezegd dat de woningbouw en de bedrijven in het gebied Nieuwe Waterweg I elkaar niet zullen mogen schaden, maar als goede buren met elkaar zullen moeten kunnen leven. Dit is nog steeds het uitgangspunt. Een milieubedrijf verricht momenteel metingen aan de hand waarvan zal worden bekeken wat de voor de bedrijven geldende geluidszones en -normering zal betekenen voor de woningbouw in het gebied Balkon en hoe daarmee in de planvorming rekening zal moeten worden gehouden. Het is de bedoeling dat spreker in de komende weken samen met de heer Van Lent, die als projectmanager is aangesteld, zal gaan praten met alle bedrijven in dit gebied die nu een brief hebben geschreven en ook met alle andere bedrijven aldaar, want het is absoluut de bedoeling er tezamen op een goede manier uit te komen. Dat kan voor het ene bedrijf misschien betekenen dat de milieucategorie wordt aangepast en dat er voor het andere bedrijf, dat zijn capaciteit moet behouden, in het bouwplan voorzieningen moeten worden getroffen om dat mogelijk te maken. Alle varianten zijn wat b. en w. betreft bespreekbaar. Het lijkt spreker goed de commissie voortdurend op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in dezen; dat is ook van belang voor de contacten van de fracties met het bedrijfsleven. De heer SCHEERSTRA begrijpt uit de woorden van de wethouder dat ook hij het eigenlijk niet eens is met het advies deze brieven nu alleen voor kennisgeving aan te nemen, aangezien er een vervolg op komt. De fractie stelt het zeer op prijs dat de wethouder zich er persoonlijk mee gaat bemoeien, want er bestaat bij de betrokken bedrijven zeer veel onvrede, veroorzaakt door het feit dat de gemeente niet op tijd vooroverleg met de bedrijven heeft gepleegd. De vorige keer is dit uitvoerig aan de orde geweest, waarbij zelfs de vraag is gerezen of de regelgeving van art. 6a van de WRO wel voldoende is toegepast. Misschien kan de wethouder ook daarover nog eens in de commissie tekst en uitleg geven. De gemeente moet nu – spreker is blij dat de wethouder dat erkent – ten opzichte van de bedrijven een inhaalslag maken om te proberen hun vertrouwen terug te winnen. Als dat de bedoeling van het college is, is sprekers fractie tevreden. Wethouder KOEN: "U vat goed samen wat ik heb geprobeerd te zeggen." Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het advies besloten. 8.
Brief van de FNV Ledenservice d.d. 2 oktober 2001 m.b.t. de aanbesteding schoolvervoer.
9.
Brief van de Bewoners Commissie Klaver Vier d.d. 5 oktober 2001 m.b.t. de wateroverlast in de G.A. Brederolaan.
Vergadering van 30 oktober 2001.
5
10. Brief van de Belangenvereniging "Kastanjedal" d.d. 11 oktober 2001 m.b.t. de geluidsoverlast van de rijksweg A20. 11. Brief van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond (RHRR) d.d. 17 oktober 2001 m.b.t. de eerste begrotingswijziging 2001. 12. Brief van Martin van Hooff d.d. 15 oktober 2001, gericht zowel aan het college als de raad, m.b.t. skate-toestellen en verlichting bij de Toevlucht. Advies: De stukken vermeld onder 8 t/m 12 ter afdoening stellen in handen van burgemeester en wethouders, zulks na overleg met de desbetreffende commissie. De heer LUIJENDIJK leest in de brief onder nr. 10 dat de betrokken bewoners een onderhoud met de wethouder hebben gehad waarin hun was beloofd dat zij op de hoogte zouden worden gehouden, maar dat dit niet is gebeurd. Misschien kan in het kort worden gezegd hoe de communicatie in dezen is verlopen. Wethouder mevrouw WESENHAGEN-Kastelein heeft de voorzitter van de bewonersvereniging "Kastanjedal" een keer per e-mail op de hoogte gesteld van de laatste ontwikkelingen en daarna heeft zij het ook nog eens mondeling gedaan. Die voorzitter weet inmiddels dat er een conceptrapport op tafel ligt, dat zal worden voorgelegd aan het college en de raad. Zodra daarover iets te melden is, zal spreekster dat aan de bewonersvereniging meedelen, of deze uitnodigen voor het ontvangen van een toelichting. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het advies besloten. 4.
Voorstel tot het benoemen van de heer J. Hansen tot lid van de bestuurscommissie openbaar onderwijs Maassluis. (bijl.nr. 8.4)
De heer STAMPERIUS wil niet praten over personen, maar wil een tekstuele opmerking en een opmerking over de procedure maken. In de commissie was afgesproken dat in de eerste alinea 'mevrouw E. Bakker' zou worden gewijzigd in 'mevrouw E. Broeder', zodat deze alinea zou overeenkomen met de tweede alinea, die spreekt over de vervanging van mevrouw E. Broeder, maar die wijziging is niet doorgevoerd. Het lijkt hem correct om één naam te gebruiken. In het ambtelijke stuk werd als ultieme informatie over de voorgedragen persoon vermeld dat het om een mijnheer ging. Spreker heeft toen aan de wethouder gevraagd of deze niet iets méér informatie kon geven. Het behoeft geen curriculum vitae te zijn, maar wel informatie die relevant is voor de uit te oefenen functie, zoals een bestuurlijke achtergrond in het onderwijs. Nu was er absoluut niets van dit alles en dat maakte het voor de commissie heel moeilijk om deze voordracht te beoordelen. Wethouder HOOGENRAAD bevestigt dat de bedoelde wijziging nog moet worden doorgevoerd. In de commissie is afgesproken dat er in de toekomst iets zal moeten veranderen in de procedure die in zaken als deze wordt gevolgd. Omdat deze voordracht al aan de orde was, is tevens afgesproken in dit geval nog de oude procedure te volgen. In overleg met BOOM zal hij bekijken hoe er in de toekomst te werk zal worden gegaan. Dit staat op de agenda voor het gesprek op de 11e november met de bestuurscommissie. Sprekers verzoek aan de raad is dus thans nog akkoord te gaan met de in dezen gevolgde procedure. Over een nieuwe procedure komt hij later nog met de commissie te praten. De heer STAMPERIUS heeft het nog niet vaak meegemaakt dat er tot de benoeming van een persoon werd besloten zonder dat de raad enige informatie over die persoon was verstrekt. Is het inderdaad waar dat er volgens de zogenoemde oude procedure helemaal niets over een voorgedragen persoon werd vermeld? Hij blijft dit vreemd vinden. Wethouder HOOGENRAAD noemt als een voorbeeld daarvan de benoeming indertijd van mevrouw Broeder; zij werd ook zonder enige toelichting benoemd. Men kan zeggen dat zij eerder raadslid was geweest, maar ook in de officiële stukken kwam over haar geen informatie voor. Spreker stelt nogmaals voor nu nog even met de thans gevolgde procedure genoegen te nemen; welke procedure er in de toekomst moet worden gevolgd, zal worden bekeken.
Vergadering van 30 oktober 2001.
6
De VOORZITTER acht de vraag van de heer Stamperius met betrekking tot de in de toekomst te volgen procedure heel relevant. Spreekster verzoekt het stembureau in actie te komen en schorst daartoe de vergadering.
Schorsing.
De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de voorzitter van het stembureau. Mevrouw LANDSBERGEN-van Leeuwen deelt mede dat er 21 stembiljetten zijn ingeleverd. Er zijn 21 stemmen uitgebracht op de heer J. Hansen, zodat deze is benoemd. De VOORZITTER wenst de heer Hansen veel succes als lid van de bestuurscommissie en dankt het stembureau voor de verrichte werkzaamheden en ontbindt het. 5.
Voorstel tot het nemen van een principebesluit als bedoeld in artikel 19a, lid 2 WRO ter realisering van het project 75 woningen met een park in de Bloemenbuurt en tot het vervolgen van de vrijstellingsprocedure op grond van genoemd artikel. (bijl.nr. 8.5)
De heer LUIJENDIJK stelt voor hierbij meteen ook agendapunt 6 te behandelen. De VOORZITTER stelt vast dat dit voorstel van orde de instemming van de raad verkrijgt, zodat thans tevens aan de orde is: 6.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied "Bloemenbuurt" als bedoeld in artikel 21 van de WRO ten behoeve van de realisering van 75 woningen en een wijkpark. (bijl.nr. 8.6)
De heer LUIJENDIJK herinnert aan de uitvoerige discussie die in de oktobervergadering van de commissie ruimtelijke ordening over de Bloemenbuurt is gevoerd. Bij de vanavond te nemen besluiten bevindt zich als gevolg van de inspraak van bewoners een begeleidende brief en dat is een prima zaak. Het had echter ook anders kunnen lopen: dit onderwerp stond ook op de agenda voor de commissievergadering in september, maar doordat toevallig één van de betrokken bewoners telefonisch om informatie had gevraagd, is het balletje toen aan het rollen gegaan. Zonder dat zou het spreker niet hebben verbaasd als deze voorstellen hamerstukken waren geworden. Gelukkig hebben de bewoners de hun gegeven kans goed aangegrepen, zodat er nu ten voordele van hen een aantal wijzigingen is doorgevoerd. Dit vindt de fractie een prima zaak. Alle commissieleden en ook de voorzitter zijn er achter gaan staan. De fractie kan nu dan ook, met inachtneming van de in de begeleidende brief genoemde voorwaarden, van harte met deze raadsvoorstellen instemmen. Zij gaat er hierbij vanuit dat, indien er aan één van die voorwaarden niet zal kunnen worden voldaan, dit onderwerp teruggaat naar de commissie. De heer VAN HOEVEN meent dat uit de gevolgde procedure duidelijk blijkt dat de leefbaarheid in de wijk, vooral wat de natuurlijke omgeving betreft, in grote mate aandacht heeft gekregen, en dat is terecht. Met het college is de fractie van mening dat de opknapbeurt van de wijk door middel van de te bouwen woningen en de aanleg van een parkje dit deel van Maassluis sneller mooier zal maken. Uit het overleg met bewoners van deze buurt zijn enkele wensen naar voren gekomen welke door de gehele commissie zijn aanvaard. Met de WSM wordt daarover thans overleg gevoerd en de fractie hoopt dat ook dat tot een positief resultaat zal leiden. Graag verneemt zij dit nog eens. Jammer is het alleen dat het niet mogelijk bleek te zijn om één van de drie te bouwen appartementencomplexen in de húúrsector te realiseren. Daarnaar bestaat veel vraag, vooral onder ouderen. De fractie wil er dan ook bij het college op aandringen om bij toekomstige bouwplannen tijdig naar voorziening in die behoefte te streven, mede gelet op het belang van de doorstroming. Met beide voorstellen gaat de fractie graag akkoord. De heer KEIZERWAARD heeft voor de naamgeving aan het parkje nog geen prijsvraag uitgeschreven gezien, maar mocht die er komen, dan stelt zijn fractie de naam 'het Echternachplantsoen' voor en wel omdat de in dezen gevolgde procedure haar deed denken aan de hinkstapprocessie van Echternach. Daar gaat men eerst één stap, nee, twee stappen vooruit en dan één stap terug.
Vergadering van 30 oktober 2001.
7
Wethouder KEIJZER: "Ik hoor het al: je bent niet 'van 't houtje'!" De heer KEIZERWAARD vervolgt dat het leuke van deze omslachtige manier van voortbeweging is dat men ieder jaar weer het gehele dorp rondkomt, en dat is het belangrijkste. Ook in deze procedure is men een keer één stap terug en twee stappen vooruit gegaan, maar in het laatst ging het dan toch om spròngen vooruit. De fractie wil het college met dit resultaat feliciteren. Het was een bijzonder moeilijk proces. De bewoners van deze wijk waren erg enthousiast over de plannen, maar in overleg met de bewoners van de Vertowijk moest nog wel worden geprobeerd de risico's voor hen te beperken. De inspraak leverde een aantal mooie resultaten op, resultaten waarin zowel de bewoners van de Vertowijk als die van het toekomstige 'Oleanderpark' zich kunnen vinden. De fractie vindt dan ook dat hierop het 'Maassluis mooier maken' van toepassing is. Veel succes toegewenst! De heer DE REUVER geeft te kennen dat zijn fractie verheugd is dat, zoals al is gezegd, de wethouder goed naar de bewoners van deze wijk en ook de commissie heeft geluisterd. Naar aanleiding daarvan is het plan zodanig aangepast dat de vijver, de brug en het fietspad worden gehandhaafd. Luisteren naar bewoners is een goede zaak. De fractie hoopt dat de wethouder dit eveneens zal doen wat de bewoners nabij het Balkon betreft en dat dit tot een zelfde gunstig resultaat zal leiden. Een vraag is er nog betreffende het parkeren van auto's bij Excelsior. Op de informatieavond en ook in de commissie bleek dat de bewoners van de Lavendelstraat hiervan veel overlast ondervinden, en deze overlast zal nog groter worden als er in de Bloemenbuurt niet meer mag en kan worden geparkeerd. Hoe denkt het college het parkeerprobleem bij Excelsior op te lossen en hoe wil het voorkomen dat bezoekers van Excelsior toch in de Bloemenbuurt gaan parkeren? Als er aan de voorwaarden vermeld in de begeleidende brief wordt voldaan, kan sprekers fractie met deze beide voorstellen akkoord gaan. Mevrouw LAMMERS-Noordam wil aan alles wat er al is gezegd nog toevoegen dat de wethouder in de commissie heeft toegezegd naar de parkeernorm te zullen kijken. De voorgestelde norm van 1.25 parkeerplaats per woning lijkt volgens haar fractie namelijk nergens naar. Verder wil de fractie nauw betrokken worden bij de uitvoering van de plannen en daarover ook regelmatig worden geïnformeerd. De herinrichting van het gebied de Bloemenbuurt vindt zij namelijk erg belangrijk. De heer VOORTMEIJER zal niet in herhalingen vervallen. Bij de behandeling van deze voorstellen in de commissie zijn bewoners aanwezig geweest en die hebben toen laten weten tegen dit plan geen bezwaar te hebben, maar er wel enkele kanttekeningen bij te willen plaatsen, namelijk betreffende de brug en het beeldje. De commissie en de wethouder bleken met de door de bewoners gevraagde wijzigingen akkoord te kunnen gaan. Ook sprekers fractie stemt met deze voorstellen in – dat kan ook niet anders als er zo veel burgers achter staan –, maar wel vindt zij het jammer dat het niet mogelijk blijkt te zijn in dit gebied ook huurhuizen voor ouderen te realiseren. Wethouder KOEN verheugt het zeer dat alle fracties met deze beide voorstellen kunnen instemmen, evenals met de toelichtende brief welke is opgesteld naar aanleiding van de inspraak in de commissie en van wat de fracties daar als hun mening naar voren hebben gebracht. De brief is ook naar de WSM en de projectontwikkelaar Boele Van Eesteren toegestuurd. Hij heeft informeel van de WSM gehoord dat men bezig is de gevraagde wijzigingen in het plan te verwerken. Dat móet ook wel, omdat men volgens de procedure op 5 november de volgende inspraakperiode ingaat. Het plan moet dan gereed zijn en ter inzage kunnen worden gelegd; de termijn van terinzagelegging kan pas starten als het plan overeenkomstig de naar voren gebrachte wensen is aangepast. Het college houdt dan ook de vinger aan de pols. Wanneer er problemen ontstaan – dat is niet te verwachten –, zal spreker de raad daarover uiteraard informeren. Eerst zal hij dan echter overleg plegen met de WSM om duidelijk te maken dat de gevraagde wijzigingen móeten worden aangebracht. Met de heer Luijendijk is spreker het eerlijk gezegd eens dat het goed is dat het in dezen anders is gegaan dan het aanvankelijk leek te zullen gaan. Onder de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening heet de oude artikel-19-procedure, de zwaarste procedure, de ZPP-procedure, en dat is een veel ingewikkelder procedure dan die welke jarenlang veelvuldig is toegepast. Het werken met die procedure is voor een ieder ook nog een beetje wennen, zowel ambtelijk en bestuurlijk als wellicht ook wat de raad betreft, maar uiteindelijk is men er toch goed uitgekomen. De heer Van Hoeven vond het jammer dat het niet is gelukt in dit plan ook woningbouw in de huursector op te nemen en vroeg te proberen dit wel in volgende plannen opgenomen te krijgen. Spreker
Vergadering van 30 oktober 2001.
8
weet dat in de woningbouwplannen voor Koningshoek een behoorlijk aantal woningen in de huursector is geclaimd; momenteel wordt onderzocht of dat kan worden gerealiseerd. Tot de heer Keizerwaard wil spreker zeggen van mening te zijn dat het voortgaan volgens de Echternachprocessie bij het werk op het gebied van de ruimtelijke ordening hóórt, dit omdat daarbij altijd zoveel belangen moeten worden afgewogen. Beleidsmatig wil men soms twee stappen vooruit zetten, maar moet men, omdat er terecht zo veel mensen bij worden betrokken, weer een stapje terug doen. Dat moet men dan ook dùrven doen; het getuigt soms van bestuurlijk lef om niet te snel te gaan, maar met elkaar het juiste tempo te bepalen. Uiteindelijk komt men zo dan toch een keer de stad rond. Momenteel kunnen er sprongen vooruit worden gemaakt doordat de commissie en de raad in dezen een helder standpunt hebben ingenomen. Na de besluitvorming van vanavond kan men de tweede inspraakronde ingaan. Het ziet er nu naar uit dat rond 1 april van het volgend jaar de bouwvergunning zal kunnen worden verleend, zodat het plan waarover nu overeenstemming bestaat kan worden verwezenlijkt. De heer De Reuver vroeg nog hoe het met de parkeerdruk bij Excelsior zit. Daarover is in de commissie al buitengewoon uitvoerig gesproken. Spreker kan vanavond niet met een oplossing voor dat probleem komen; het bestaat al vele jaren en wordt er door de uitvoering van dit plan niet eenvoudiger op. Toch is er bewust voor gekozen om het park in de Bloemenbuurt niet als een grote parkeerplaats voor Excelsior te doen gebruiken. De voor Excelsior benodigde parkeergelegenheid zal men buiten dit plangebied moeten proberen te realiseren. Dat zal nog heel wat creativiteit en ook heel wat gemeentelijke middelen vereisen. Daarbij is te denken aan gelden uit het wegenonderhoudsfonds, te gebruiken in het kader van de stadsvernieuwing, waarvan het plan voor de Bloemenbuurt een onderdeel is. Zo kan er in de komende periode iets worden gedaan om enerzijds het parkeerregiem ten behoeve van de bewoners te beschermen en anderzijds wat extra parkeercapaciteit ten behoeve van de sportaccommodatie te realiseren. Dit vraagt evenwel nog om een studie van de afdeling verkeer. Mevrouw Lammers zal in de begeleidende brief hebben gelezen dat het college van de projectontwikkelaar verlangt dat er ruim dertig parkeerplaatsen bij zullen komen. Dit betekent dat de parkeernorm wordt verhoogd van 1.25 naar 1.75. Er komen in het plan voor 75 woningen dus ruim 130 parkeerplaatsen, waarvan 75 in gebouwde vorm en de rest in de openbare ruimte. In het regelmatig informeren van de raad voorziet de procedure al. Er komt nu een tweede inspraakronde en vervolgens zal de commissie zich weer in januari met dit plan bezighouden, gevolgd door de raad in februari. Als er tussendoor iets te vermelden valt, zal spreker dit in de commissievergadering van november doen. Hij vermoedt dat de bouwvergunning zo rond 1 april zal kunnen worden afgegeven; daarna zal er gebouwd gaan worden, zodat er dan niet veel meer te informeren zal zijn. De heer Voortmeijer zei het jammer te vinden dat er in dit plan geen huurhuizen voor ouderen komen. Spreker meent dat er in de Bloemenbuurt op zich, nu er vier flats prachtig zijn opgeknapt, heel veel voor ouderen geschikte huurwoningen zijn. Als hij kijkt naar de resultaten van de verkoop van drie appartementenblokjes, ziet hij dat daar nogal wat 50- en 55plussers zullen gaan wonen. Zo zal de Bloemenbuurt juist een wijk worden waarin relatief veel ouderen wonen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform de beide voorstellen besloten. 7.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 60.000 (€ 27.226,81) voor de uitbreiding van het schoolplein Panta Rhei. (bijl.nr. 8.7)
De heer VAN ETTINGER merkt op dat zijn fractie geheel met dit voorstel akkoord gaat. De uitbreiding van dit schoolplein is noodzakelijk nu de school ernaast zal worden uitgebreid. Ten behoeve van deze uitbreiding van het schoolplein moeten er wel enkele bo- men verdwijnen, maar ook daarmee kan de fractie akkoord gaan mits zij maar in de nabije omgeving worden herplant. De heer STAMPERIUS is blij dat dit raadsvoorstel in overeenstemming is gebracht met de afspraken die in de commissie onderwijs waren gemaakt. De argumenten ter onderbouwing van dit voorstel zijn nu volledig, zodat daarmee ook kan worden ingestemd. Hoe anders was het nog in de vergadering van de commissie onderwijs, want aan het toen ter tafel liggende ambtelijke stuk ontbraken nog veel zaken. Omdat de juiste argumenten eraan ontbreken, is er nogal wat commotie over het voorstel ontstaan, gepaard gaande met emotie. Was het advies al meteen goed geschreven en volledig geweest, dan was het voor amice Van Baalen niet nodig geweest om zo boos op spreker te worden en zou de heer Fokker, directeur van de school Panta Rhei, niet zo hevig geëmotioneerd zijn geworden door wat spreker had gezegd. Het bewuste stuk was in de commissie onderwijs dus behoorlijk gewraakt en daarom was het wat slordig en vervelend dat enkele dagen later in de vergadering van de commissie financiën op 16
Vergadering van 30 oktober 2001.
9
oktober hetzelfde onvolledige stuk met hetzelfde voorstel ter tafel lag. Men had intussen toch al iets van de vergadering van de commissie onderwijs kunnen leren. Mevrouw VAN DUIJN-Camfferman heeft begrepen dat dit voorstel na de behandeling in de commissie onderwijs ook nog in de commissie financiën is besproken. Er is gebleken dat er wellicht een bedrag noodzakelijk is voor het verwijderen van mógelijk verontreinigde grond en voor de kosten van het storten van die grond. Indien dit nìet noodzakelijk blijkt, zal het nu gevraagde krediet van ƒ 60.000 met bijna ƒ 20.000 kunnen worden verlaagd. De fractie stelt het op prijs straks te vernemen of het bij ƒ 60.000 is gebleven of dat het inderdaad ƒ 40.000 is geworden. Wethouder HOOGENRAAD is blij dat de raad met dit voorstel akkoord gaat. In de commissie onderwijs heeft dit voorstel inderdaad tot commotie en emoties geleid, maar uiteindelijk is toch iedereen ermee akkoord gegaan, en het gaat tenslotte altijd om het resultaat. Mevrouw VAN DUIJN-Camfferman: "Procedures zijn óók belangrijk!" De heer STAMPERIUS: "Correcte stukken ook!" Wethouder HOOGENRAAD komt nu bij de procedure. Er is in de commissie onderwijs afgesproken dat het raadsvoorstel zou worden gewijzigd. Er bestond het praktische probleem dat er een ambtelijk advies ter tafel lag aan de hand waarvan het college een besluit had genomen. Er zou daarom eerst door een ambtenaar een nieuw advies moeten worden geschreven, dat weer in het college zou moeten worden behandeld. Dat zou de nodige tijd vergen, en daarom werd afgesproken niet het ambtelijk advies, maar het ráádsvoorstel te wijzigen, en dit is inmiddels ook gebeurd. Inzake de noodzaak drie bomen te verwijderen heeft spreker toegezegd dat hij samen met groenvoorziening zal onderzoeken of deze in de naaste omgeving door nieuwe bomen kunnen worden vervangen. Hierop komt hij dus nog wel terug. De milieukwestie is buitengewoon vervelend. Als men het geluk heeft dat de grond niet verontreinigd blijkt te zijn, kan dat inderdaad een enorme besparing betekenen, maar in Maassluis heeft men wel geleerd dat er, als het om het milieu gaat, vaak tegenvallers voordoen. De raad zal hierover nog worden ingelicht. De heer STAMPERIUS blijft er aan hechten dat men in een commissievergadering aan de hand van correcte stukken kan discussiëren. De VOORZITTER: "U hebt hierin geheel gelijk; dat wil ik als voorzitter onmiddellijk beamen." De heer STAMPERIUS begrijpt nu een beetje hoe het in elkaar zat, maar vindt toch dat, als men weet dat een in de commissie te behandelen stuk inmiddels enigszins achterhaald is, de voorzitter van de commissie ten minste met een verklaring of met aanvullende informatie moet komen, teneinde gekissebis, commotie en emoties te voorkomen. De VOORZITTER: "Ik zal daarop toezien." De heer VAN ETTINGER wil de wethouder vastspijkeren op diens uitspraak dat er nieuwe bomen zullen worden geplant, want met de uitspraak van een advocaat 'ik kom er later nog wel op terug' moet men oppassen. Hij ontvangt dus graag de toezegging van de wethouder dat er inderdaad nieuwe bomen zullen worden geplant. Wethouder HOOGENRAAD is het met de heer Stamperius eens dat ambtelijke stukken correct moeten zijn. In de procedure zou het schrijven van een nieuw advies tot vertraging hebben geleid, maar nu dat nieuwe advies er niet is gekomen, heeft dit kennelijk wat verwarring doen ontstaan. Als college houdt men zich al een hele tijd met dit onderwerp bezig en kent men ook de achtergronden; men leest met die wetenschap zo'n stuk en denkt: 'Dit is voldoende', maar dit is later toch niet het geval gebleken. Spreker biedt daarvoor zijn excuses aan. Aan de heer Van Ettinger belooft spreker dat deze voor het eind van dit jaar zal worden bericht waar de nieuwe bomen zullen worden geplant. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten.
Vergadering van 30 oktober 2001.
8.
10
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 715.000,00 (€ 324.420,=) ter verbetering van de woon-schoolroutes op de Rozenlaan en tot het voorzien in de dekking hiervan door een bedrag van ƒ 459.839,00 (€ 208.633,00) vrij te maken uit de Reserve Onderhoud Wegen en een bedrag van ƒ 164.441,00 (€ 74.620,00) uit het investeringsschema 2002-2010 voor de vervanging van de VOP-Rozenlaan. (bijl.nr. 8.8)
De heer DE REUVER verklaart dat D66 veilige woon-schoolroutes heel belangrijk vindt, vooral voor fietsende leerlingen en kleine kinderen. Een bedrag van ƒ 540.000 voor een wegreconstructie acht de fractie echter wel erg hoog. Zij had graag gezien dat het college met diverse alternatieven was gekomen, zodat de commissie daaruit een keuze had kunnen maken. Dit was volgens de fractie ook de afspraak, maar waarschijnlijk is de wethouder dat vergeten. De scholen zijn betrokken geweest bij de inventarisatie van de knelpunten. Sprekers vraag is of de scholen ook bij de opstelling van het nu voorliggende plan betrokken zijn geweest. Zo nee, waarom niet? Dat voor de financiering wordt voorgesteld weer een beroep te doen op de reserve onderhoud wegen verontrust sprekers fractie. Binnenkort zal namelijk een fietsbalans verschijnen die veel punten zal aangeven welke voor verbetering vatbaar zijn. Voor D66 hebben fietsers en wandelaars voorrang boven het wegverkeer. Zal er bij de nu voorgestelde wijze van financiering wel structureel een bedrag kunnen worden vrijgemaakt voor de realisering van de zaken die de fietsbalans zal noemen? De fractie kan niet achter de in dezen gevolgde procedure staan, aangezien de raad niet de mogelijkheid is geboden een keuze te maken. Mevrouw LAMMERS-Noordam moet zeggen dat ook haar fractie een bedrag van ƒ 715.000 veel geld vindt voor de nu te treffen maatregelen. Ook haar fractie is echter voor veiliger woon-schoolroutes op de Rozenlaan. Zij hoort nog graag van het college – als dat tenminste al bekend is – hoe groot de bijdrage is die de gemeente uit GDU-gelden tegemoet mag zien. Met het college vindt de fractie dat die gelden zullen moeten worden toegevoegd aan de reserve onderhoud wegen. Met dit voorstel stemt zij in. De heer DE BRUIN constateert dat men nu eindelijk toe is aan het laatste deel van het project ter verbetering van woon-schoolroutes. Men is vier jaar met deze materie bezig geweest en steeds kwam daarbij ook de Rozenlaan aan de orde; er zou daarmee wat moeten gebeuren. Dit voorstel is dus een goede zaak voor de verkeersveiligheid, met name voor de schoolgaande jeugd die zich dagelijks over de Rozenlaan moet bewegen. Over de in dezen gevolgde procedure is al het nodige gezegd. Ook sprekers fractie zou graag hebben gezien dat er, overeenkomstig een al langere tijd in deze raad levende wens, met diverse beleidsalternatieven was gekomen. De uitvoering van dat waartoe men vanavond zal besluiten, is al aanbesteed, zodat de raad eigenlijk geen mogelijkheid meer heeft om desgewenst nog een verandering in het plan aan te brengen. Dat is jammer; het college heeft voor deze manier van aanbesteding gekozen en de fractie zal nu afwachten hoe dit uitpakt. De financiering van de voorgestelde maatregelen is een lastig punt. Het college heeft het vorig jaar van de raad een miljoen extra in de reserve onderhoud wegen mogen stoppen. Daarbij heeft het college gezegd – men heeft spreker hierop gewezen; wat dit betreft, heeft hij in de commissie ruimtelijke ordening een wat te hard standpunt ingenomen – dat bij de besteding van dat extra geld ook de Rozenlaan zou worden betrokken. Inmiddels heeft hij vernomen dat het dan nog overblijvende bedrag zal worden gebruikt ter dekking van het tekort op de reconstructie van de Westlandseweg. Er is indertijd gezegd dat er in Maassluis heel slechte wegen zijn, wegen waaraan nodig wat moest gebeuren. Sprekers fractie is benieuwd wat dat zal zijn nu er helemaal geen geld meer voor is. Er zijn nog steeds slechte wegen; daaraan is dus weinig gedaan. Met dit voorstel gaat zij akkoord, maar wel is zij heel nieuwsgierig naar wat er zal worden gedaan aan de slechte wegen in Maassluis, zoals het college ze zelf omschrijft. De heer VAN HOEVEN geeft te kennen dat hij met dit voorstel akkoord gaat, een voorstel waarmee uitvoering wordt gegeven aan een motie welke het vorig jaar bij de begrotingsbehandeling werd ingediend en mede door hem werd ondersteund. Zeker omdat de verkeersveiligheid ter plekke door dit voorstel wordt verbeterd, moet dit doorgaan. Wel is er een fors bedrag voor nodig, dat wordt onttrokken aan de extra miljoen voor het wegenonderhoud. Is er met de aannemer afgesproken dat alles voor dit bedrag zal moeten worden uitgevoerd, zodat men na afloop niet nog allerlei rekeningen gepresenteerd zal kunnen krijgen voor zaken waarmee in eerste aanleg geen of onvoldoende rekening
Vergadering van 30 oktober 2001.
11
is gehouden? Met andere woorden: is dit bedrag all in en komt het eventuele risico dus voor de aannemer die dit werk gaat uitvoeren? De heer KEIZERWAARD is het ermee eens dat dit voorstel een paar centen kost, maar men hééft dan ook wat. Hij heeft begrepen dat het om een heel ingewikkelde klus gaat; er moest veel worden gerekend om tot dit voorstel te kunnen komen. Eigenlijk kan men niet tegen dit voorstel zijn, omdat het de consequentie is van het feit dat er jaren geleden is begonnen met een schaalvergroting voor basisscholen, die tot gevolg had dat veel leerlingen naar een basisschool buiten de eigen wijk moesten gaan. Daarmee werd A gezegd, en als raad moet men nu ook B zeggen door er voor te zorgen dat de veiligheid voor de schoolgaande kinderen wordt gegarandeerd. Spreker is wat dit betreft benieuwd naar het standpunt van D66, want uit wat er door die fractie is gezegd, is het hem niet duidelijk geworden of D66 ook tegen dit vóórstel is. De heer DE REUVER: "Wij zijn niet tegen dit voorstel, maar vinden alleen dat de procedure niet goed is geweest." De heer KEIZERWAARD vervolgt hier allerlei verduidelijkingen te horen van standpunten welke in de commissie zijn ingenomen, onder anderen door de heer De Bruin. Hij is blij dat de raad nu unaniem achter dit voorstel kan gaan staan. De heer DE BRUIN:" Wij waren er al voor, hè?" De heer KEIZERWAARD: "Ja, het siert je dat zo zojuist zei dat je in de commissie een wat te hard standpunt had ingenomen; dat vond ik ook, maar ik durfde er toen niet over te praten." Het zou misschien wel aardig zijn om aan de te plaatsen verkeerslichteninstallatie een kaartje te hangen met de tekst: 'Deze installatie kostte ƒ 175.000'. Misschien dat men dan wat vaker voor het rode licht zal stoppen, alleen al om te lezen hoe duur de installatie is geweest. De heer VOORTMEIJER verklaart dat zijn fractie blij is met dit voorstel, vooral om het grote belang hiervan voor schoolgaande kinderen. Zodra bekend is wat de bijdrage van de GDU zal worden, hoopt zijn fractie dat te vernemen, want dat is van belang voor de reserve onderhoud wegen, waar nu echt niet veel meer in zit. Veder hoopt de fractie dat er geen meerwerk nodig zal zijn. Mocht dat toch het geval blijken te zijn, dan verneemt zij dat graag voordat er opdracht tot uitvoering van dat meerwerk wordt gegeven. Wethouder KOEN antwoordt dat het college heeft willen leren van het feit dat de gemeente bij alle aanbestedingen in de afgelopen jaren – voor woningbouw, voor de nieuwbouw van de bibliotheek en voor allerlei civieltechnische werkzaamheden – met enorme tegenvallers werd geconfronteerd. De begrote bedragen werden soms met 10 tot 30 % overschreden, bijvoorbeeld met betrekking tot de Westlandseweg, waarover men binnenkort weer met elkaar te spreken komt. Bij de behandeling van dit project in het college rees dan ook de vraag hoe zoiets in dit geval zou kunnen worden voorkomen. Het werk is, nadat er een bestek was gemaakt, aanbesteed onder de voorwaarde van goedkeuring door de raad. Het is zo bekend wat dit werk gaat kosten. Voorheen zei de raad 'ja' tegen een tamelijk fictief berekend bedrag en vervolgens werd het werk dan aanbesteed, maar dan bleek het benodigde bedrag opeens met tonnen of, als het om een groot project ging, met miljoenen te moeten worden verhoogd. Om niet weer bij de raad terug te moeten komen en deze te vragen een aanvullend krediet beschikbaar te stellen, is thans deze volgorde gehanteerd. Het is wat experimenteren in het aanbestedingsbeleid, met als doel de raad op een zuiverder manier te kunnen laten besluiten tot het vrijmaken van bedragen, in dit geval voor civieltechnische werken. Spreker gaat ervan uit – hij kan moeilijk garànties geven – dat het bij het in dit voorstel vermelde totale bedrag zal blijven. Het werk zal hìervoor moeten worden gedaan; de aannemer weet dat, want deze heeft dit werk voor dit bedrag aangenomen. Als de raad dit voorstel vanavond aanneemt, kan het werk heel snel definitief worden aanbesteed en vervolgens kan met de uitvoering ervan worden begonnen. Bij het bedrag van ƒ 540.000 gaat het om zoveel ton asfalt, zoveel meter trottoirbanden enzovoort; bij elkaar komt dat uit op een bedrag waarover niet echt te onderhandelen is, want die materialen zijn overal ongeveer even duur. Dit geldt ook voor het bedrag van de verkeerslichteninstallatie; er zijn in Nederland maar een paar leveranciers en hun prijzen lopen niet ver uit elkaar. Spreker denkt dan ook dat deze bedragen hard zijn. Als er inderdaad ƒ 270.000 als bijdrage van de GDU binnenkomt – dat potje is in elk geval nog lang niet leeg; vanuit een andere functie die spreker binnenkort aanvaardt, weet hij dat er nog heel wat
Vergadering van 30 oktober 2001.
12
miljoenen in zitten, geld waarvan ook de gemeente Maassluis in de komende jaren nog een dankbaar gebruik zal kunnen maken –, zal er ƒ 189.000 zijn onttrokken aan de reserve onderhoud wegen. Dat is natuurlijk jammer, maar dit is de keuze geweest die het college heeft gemaakt toen het in de vorige zomer de begroting voor 2001 opstelde. Gezegd is toen: 'Er gaat een miljoen naar de reserve onderhoud wegen en uit dat bedrag moet de reconstructie van de Rozenlaan worden gefinancierd.' Als hij nu ziet dat er een project van ƒ 715.000 kan worden gerealiseerd waarbij 'slechts' ƒ 189.000 aan de reserve onderhoud wegen behoeft te worden onttrokken, heeft hij het gevoel dat het college het niet helemaal verkeerd heeft gedaan. Wel weet hij dat er nog een forse tegenvaller komt in verband met de Westlandseweg, die uit deze reserve zal moeten worden gedekt. Dit stond reeds vermeld in de voorjaarsnota. Wat het komen met alternatieven betreft: spreker wil dat heel graag en weet ook dat de rekeningcommissie dit heeft geadviseerd, maar er moet telkens weer worden afgewogen of het zin heeft met alternatieven te komen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de Koningshof komt het college zeker met alternatieven, maar bij een civieltechnisch werk als dit – het geldt ook voor het herstel van een kademuur en dergelijke – is dat heel lastig. De gemeente heeft voor het maken van het ene ontwerp dat nu aan de orde is ƒ 80.000 aan loonkosten gemaakt; het is namelijk gemaakt door een ingenieur van de TU Delft. Als het college drie ontwerpen had laten maken, zou dat dus nog veel meer hebben gekost. Men moet zich dan ook afvragen of het dat geld waard is om als college en raad een keuze uit een aantal ontwerpen te kunnen maken als het om dit soort van technische werkzaamheden gaat. Spreker meent van niet, maar geeft toe dat aan deze werkwijze bestuurlijke nadelen zitten. Gevraagd is of er nu nog wel geld is voor de fietsbalans en overig wegenonderhoud. Er is straks een goede Rozenlaan – die laan is voor de rest helemaal niet verouderd, maar ligt er heel goed bij –, er is al een uitstekende Westlandseweg en de wijk De Steendijkpolder is recent heringericht. Met name in de laatste twee jaar wordt geprobeerd uit het bestaande budget – men zit daarmee niet geheel op de bodem, er is een fonds voor onderhoud van wegen – heel veel te investeren in het onderhoud van fietspaden. Op dit moment worden de fietspaden op de Mesdaglaan opgeknapt en ook op vele andere plekken wordt in het onderhoud van fietspaden geïnvesteerd. Spreker begrijpt dat de gemeente de tering naar de nering moet zetten. Hij zal trachten voor het eind van het jaar te komen met een planning van het wegenonderhoud in de komende jaren, want men zit echt niet stil. De buitendienst en de aannemers die voor de buitendienst werken, zijn constant bezig met de wegen. Het miljoen zal men echter voor een groot deel moeten gebruiken voor de twee heel grote projecten in deze periode, zijnde de reconstructie van de Westlandseweg en die van de Rozenlaan. De scholen zijn betrokken geweest bij de opstelling van dit plan. De heer Keizerwaard deed de suggestie de verkeerslichteninstallatie van een prijskaartje te voorzien, zodat de automobilisten al voor rood licht zullen stoppen om dat prijskaartje te kunnen lezen. Dat stoppen wordt al gestimuleerd door de aanleg van drempels die harder rijden dan 50 km/uur zullen moeten voorkomen, dit ten bate van de kinderen die via de Rozenlaan naar school gaan. De heer KEIZERWAARD zag daarnet, toen de wethouder zei dat hij binnenkort een andere functie zal aanvaarden, de fractie van de VVD wakker worden, opspringen en meteen voor een afscheidscadeau gaan lappen… De heer SCHEERSTRA: "Nee, dat hebt u verkeerd gezien; ik begon verheugd te kijken, want ik dacht: 'Dat wòrdt straks wat in de kantine!' " De heer KEIZERWAARD: "Misschien kunt u, wethouder, even zeggen dat u binnenkort een functie náást uw wethouderschap aanvaardt, want ik zag al mensen schrikken." Wethouder KOEN: "De heer Scheerstra weet exact wat ik bedoel: het is het voornemen van het algemeen bestuur van de regioraad om mij de volgende week te benoemen tot lid van het dagelijks bestuur van de regioraad." De heer SCHEERSTRA vindt dat een zeer eervolle benoeming. Aan de andere kant stond in een artikel in het Rotterdams Dagblad – misschien betekent dit voor sommigen een opluchting – dat de leden van het dagelijks bestuur van de regioraad in de toekomst niet zullen worden gekozen, maar van buitenaf zullen komen, dit juist om vermenging van verantwoordelijkheden van gemeentebestuurders en leden van het dagelijks bestuur te voorkomen. Hij denkt dan ook dat de nieuwe functie van de wethouder van korte duur zal zijn. Afhankelijk van de uitslag van de verkiezingen zal de wethouder in 2002 dus weer al zijn krachten aan de gemeente Maassluis kunnen wijden.
Vergadering van 30 oktober 2001.
13
Wethouder KOEN: "Ik zou zeggen: die staat!" De heer DE REUVER hoorde de wethouder zeggen dat in dit geval het komen met drie alternatieven drie maal ƒ 80.000 zou hebben gekost, maar dat is natuurlijk onzin. Men kan drie schetsontwerpen maken en de kosten daarvan blijven dan ver onder de ƒ 80.000. Overigens vindt hij ook dat een bedrag van ƒ 80.000 aan ontwikkelingskosten in dit geval wel erg hoog is. In eerste termijn heeft spreker gevraagd of er nog geld overblijft om de aanbevelingen van de fietsbalans te realiseren. Kan de wethouder deze vraag nog beantwoorden? De heer DE BRUIN dankt de wethouder voor diens antwoord. De fractie is daarmee echter niet geheel overtuigd. De wethouder zei dat er deze keer voor is gekozen eerst de aanbesteding te laten plaatsvinden, teneinde te voorkomen dat de gemeente met onverwachte overschrijdingen te maken kan krijgen, maar als de raad op de oude manier zegt: 'Wij hebben dit bedrag er voor over, u gaat u daarmee naar een aannemer', kan de wethouder toch óók al meteen aan die aannemer laten weten: 'Daarvoor moet u het doen'? Spreker meent dat men ook nu nog maar moet afwachten of het bedrag van de aanbesteding niet zal worden overschreden. Hij hoopt uiteraard dat dit niet zal gebeuren, want het zou niet best zijn als de gemeente steeds met overschrijdingen zou worden geconfronteerd. Wat het komen met meerdere beleidsalternatieven betreft, zou het goed zijn geweest wanneer de commissie ruimtelijke ordening daarbij betrokken was geweest, zeker nu de wethouder heeft gezegd dat het ontwikkelen van dit plan zo'n ƒ 80.000 heeft gekost. Men had dan ook nog op een àndere manier zijn licht op deze zaak kunnen laten schijnen. Wethouder KOEN merkt met betrekking tot het punt van het komen met alternatieven op dat hij niet heeft gezegd dat in dit geval het maken van drie ontwerpen drie keer ƒ 80.000 zou hebben gekost. Hij heeft laten uitrekenen hoeveel uur de persoon die voor deze klus is ingehuurd aan de ontwikkeling van dit plan heeft besteed en heeft dat met diens uurloon vermenigvuldigd. Wat de fietsbalans betreft, heeft spreker al gezegd dat er voor de Rozenlaan naar alle waarschijnlijkheid ƒ 189.000 nodig is en dat het bij de Westlandseweg om een aanzienlijk groter bedrag zal gaan. Hoeveel er dan van het totale fonds voor wegenonderhoud overblijft ten behoeve van de uitvoering van de aanbevelingen van de fietsbalans, kan hij niet zeggen, want daarin heeft hij thans nog geen inzicht. Overigens is hij buitengewoon gelukkig met het feit dat er een fietsbalans is opgemaakt en dat deze momenteel wordt uitgewerkt; hij hoopt de resultaten daarvan binnenkort te zien te krijgen. Daarna zal men in goed overleg met elkaar de prioriteiten moeten bepalen, uitgaande van het budget dat voor de komende jaren beschikbaar zal zijn. Het budget zal vanaf 2004 structureel met ƒ 240.000 per jaar omhoog gaan, zodat men in de periode 2002-2003 al de nodige stappen zal kunnen zetten. Dit past ook bij een vraag die de PvdA in haar algemene beschouwing heeft gesteld. In de komende maanden zal men op een rij moeten zetten wat er in de komende twee jaar op dit gebied zal kunnen gebeuren. Zoals spreker in eerste instantie zei, meent hij dat het voordeel van het feit dat dit werk nu al is aanbesteed is dat men nu weet wat de uitvoering ervan zal kosten. Men kan zeggen: 'Besteed het nog niet aan, je krijgt een budget op basis van een calculatie en tegen de aannemer die het werk gaat uitvoeren zeg je maar dat hij het daarvoor moet doen', maar vervolgens kan bij een open aanbesteding – of, bij dit soort werken, meestal een semi-open aanbesteding – blijken dat de laagste inschrijver niet uitkomt op een bedrag van, in dit geval, ƒ 540.000 maar op ƒ 760.000. Men kan dan wel tot die aannemer zeggen: 'U moet het werk toch maar voor die ƒ 540.000 uitvoeren', maar daarbij moet men dan tevens aangeven wat er van het plan nìet meer behoeft te gebeuren. Dat is heel lastig. Spreker heeft dit van dichtbij meegemaakt met betrekking tot de reconstructie van de Westlandseweg; die was voor een bepaald bedrag begroot, maar de laagste inschrijver zat daar fors boven. De heer DE BRUIN: "Hiermee zegt u dat u niet in staat bent om zelf een calculatie te maken." Wethouder KOEN repliceert dat dit in de praktijk, bij de huidige ontwikkelingen op de civieltechnische bouwmarkt, echt heel lastig blijkt te zijn. Dit is niet één of twee keer gebleken, maar bij eigenlijk alle grote projecten die de laatste jaren zijn uitgevoerd. Hij hoort dit niet alleen in Maassluis, maar overal. De heer SCHEERSTRA wijst erop dat, als de raad al in een vroeg stadium zijn kaarten openlegt door een bepaald krediet beschikbaar te stellen, dit in openbare stukken terechtkomt en dat aannemers dan naar het café om de hoek kunnen gaan om te bezien hoe ver zij er boven zullen gaan zitten.
Vergadering van 30 oktober 2001.
14
Wethouder KOEN vervolgt in dit geval een aannemer te hebben die heeft gezegd deze klus voor ƒ 540.000 te willen uitvoeren. Er kan dus morgen tot die aannemer worden gezegd: 'Gaat u het maar doen.' Hij hoopt dat die aannemer dan niet nog met verhalen over uit te voeren meerwerk aankomt, want dit plan moet gewoon voor dit bedrag worden gerealiseerd; dat kan hij in dit geval dan wèl zeggen. In elk geval vindt spreker dit een interessant experiment om te bezien of het nu beter zal gaan dan alle voorgaande keren. Aangaande het punt van de beleidsalternatieven merkte de heer De Bruin terecht op dat er niet drie volledige modellen behoeven te worden uitgewerkt en deed hij de suggestie de commissie ruimtelijke ordening bij planontwikkeling te betrekken. Als het om bouwplannen gaat, gebeurt dit al met een zekere regelmaat, maar men zou dit ook met plannen voor civieltechnische werken kunnen doen. Spreker vindt dit een heel goede suggestie, waarmee hij bij een volgend groot project zeker rekening zal houden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten. 9.
Antwoordschrijven van burgemeester en wethouders n.a.v. de door de raadsfractie van de VVD schriftelijk gestelde vragen inzake de ontwikkelingen Hoogheemraadschappen. (bijl.nr. 8.9)
De heer SCHEERSTRA wil het college graag bedanken voor de beantwoording van deze vragen. Het heeft wel even geduurd, maar daardoor is het antwoord ook behoorlijk actueel. Dat antwoord is voor een groot deel overgenomen uit de brief van Delfland en dat lijkt hem ook logisch. Van die brief wordt men ook wat wijzer, want men verkrijgt zo een inzicht in de stand van zaken met betrekking tot fusies van waterschappen enzovoort. Duidelijk is geworden dat een fusie tussen Delfland, Rijnland en Schieland er voorlopig niet in zit. Een fusie zou tot een verevening van tarieven leiden, onder het motto: 'alle burgers zijn ons even lief'. Het is echter nog zeer de vraag of, zoals door Delfland wordt gesteld, samenwerking tussen waterschappen tot lagere tarieven zou leiden. Delfland kent namelijk van de drie genoemde waterschappen de hoogste tarieven. Spreker kan zich heel goed voorstellen dat Delfland wel graag een fusie wil, maar dat een gemeente in Schieland of Rijnland er ànders over denkt. De gemeente Rotterdam heeft zich al in die zin uitgelaten. Zij fractie komt dan ook tot de conclusie dat de stelling van Delfland dat een fusie tot lagere tarieven zal leiden als gebakken lucht moet worden aangemerkt. Dit blijkt ook wel uit het feit dat men niet wil zeggen in welke mate bij samenwerking de tarieven zouden kunnen worden verlaagd. Delfland moet daarom maar op de eigen prestaties worden beoordeeld. Het lijkt daarom zaak eens bij Delfland aan te dringen op kostenbeheersing en kostenreductie. Misschien is in de toekomst ook het invoeren van enige marktwerking in de uitvoeringstaken, zoals zuiveringstaken, te overwegen. Er zit in deze zaal iemand die ingeland van Delfland is en deze kan dit wellicht in een komende vergadering eens naar voren brengen. Met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid is het een beetje van hetzelfde laken een pak. Een fusie zou ook op dat gebied tot één beleid leiden. Rijnland en Schieland kennen een kwijtscheldingsbeleid, maar Delfland niet, en door middel van een fusie zou men die situatie kunnen rechttrekken. De gemeenten zouden de handen in elkaar kunnen slaan en bekijken of er niet tot een eenvormig beleid zou kunnen worden gekomen. Het is natuurlijk heel slecht dat het kwijtscheldingsbeleid in de ene gemeente anders is dan in de andere gemeente. Op de vraag hoe men er inhoudelijk over moet oordelen, doet spreker nu maar even geen uitspraak. Mevrouw VAN DUIJN-Camfferman: "Hoor ik nu een pleidooi voor het komen tot een kwijtscheldingsbeleid bij het hoogheemraadschap Delfland?" De heer SCHEERSTRA ontkent dit. Men zou een discussie kunnen voeren over de vraag hoe men tegenover een kwijtscheldingsbeleid staat, maar het blijft gek dat iemand die in het ene deel van Nederland woont kwijtschelding kan krijgen en iemand in een ander deel van Nederland niet. Dat is de burgers niet uit te leggen. Of men nu voor of tegen kwijtschelding is, daarvan moet men zich rekenschap geven. Wethouder KEIJZER: "Ik deel van harte uw mening dat er tot een kwijtscheldingsbeleid zal moeten worden gekomen." De heer SCHEERSTRA heeft dat niet gezegd. Hij zei alleen dat het uitermate vreemd is dat in de ene gemeente een kwijtscheldingsbeleid bestaat en in de andere gemeente niet. Hij hoopt dat de wet-
Vergadering van 30 oktober 2001.
15
houder dit in een overleg met andere gemeenten aan de orde zal willen stellen. Wat de uitkomst daarvan ook zal mogen zijn, in ieder geval zal er overal tot een gelijk beleid moeten worden gekomen. De heer DE REUVER brengt naar voren dat zijn fractie de vragen van de VVD over het komen tot samenwerking tussen hoogheemraadschappen wat overbodig vindt. Het college zegt in het antwoord terecht dat de inrichting van het waterbeheer een zaak van de provincie is en dat men daar kan zeggen wat de laatste stand van zaken in dezen is. De VVD heeft zelf een plaatsgenoot die lid is van provinciale staten en had dus langs die weg haar vragen kunnen stellen. Zoals men weet, vertegenwoordigt sprekers fractiegenote de gemeente in het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap Delfland. De gemeentesecretaris heeft de leden van de raad onlangs een e-mailtje gestuurd met het verzoek het ambtenarenapparaat niet te zeer te belasten. Spreker meent dat met het moeten beantwoorden van deze vragen van de VVD het ambtenarenapparaat inderdaad is belast. De heer SCHEERSTRA: "Dat geldt meer voor Dèlfland, lijkt mij." Spreker is blij dat de heer De Reuver nog zo veel woorden wijdt aan overbodige vragen van de VVDfractie, maar dit terzijde. Spreker heeft zijn huiswerk gedaan, want hij heeft over deze materie zelf contact gezocht met de provincie Zuid-Holland, dit mede naar aanleiding van opmerkingen in de brief van het hoogheemraadschap over een fusie. Er gloort enig licht aan de horizon, want in tegenstelling tot wat gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben voorgesteld, namelijk om pas op langere termijn te streven naar een fusie tussen Delfland en Schieland, heeft de statencommissie gezegd die fusie eerder bereikt te willen zien. Hij denkt dat er straks bij de plenaire behandeling in de staten, indien gedeputeerde staten niet aan de wens van de statencommissie tegemoetkomen, met een amendement of een motie zal worden gekomen met als strekking dat er over twee of drie jaar tot een fusie tussen Delfland en Schieland zal moeten worden overgegaan. Omdat Schieland een kwijtscheldingsbeleid kent en Delfland niet, zal er voor dat verschil een oplossing moeten worden gevonden; welke oplossing dat dan zal moeten zijn, laat spreker nog even in het midden. De VOORZITTER neemt aan dat de nu gevoerde discussie voor de vertegenwoordigster in het hoogheemraadschap – zij vertegenwoordigt daarin niet de gemeente, maar wel alle inwoners van de gemeente – waardevol kan zijn. Zij wenst haar veel succes bij haar verdere werk in Delfland. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten. 10. Voorstel tot het wijzigen van gemeente- en bedrijfsbegrotingen. (bijl.nr. 8.10) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Verder voorkomende zaken. Er zijn geen verder voorkomende zaken te behandelen. 12. Rondvraag. De heer DE REUVER brengt in herinnering dat de wethouder in de vorige raadsvergadering heeft gezegd – naar aanleiding van een vraag van de heer Van der Knijff – dat er spoedig een antwoord zou worden gegeven op de brief van de bewonersvereniging Wipperspark over de sporthal bij het CKC-complex. Spreker is gisteren gebeld door de schrijver van de brief, die liet weten nog niets te hebben gehoord. Het verbaast hem dat er op deze meer dan drie maanden oude brief nog steeds geen antwoord is gegeven. Mevrouw VAN DUIJN-Camfferman las deze week in de krant dat de oude spoorbrug als schroot is afgevoerd. Er heeft het idee bestaan om een deel van de geschiedenis van Maassluis te bewaren door een deel van die brug ergens neer te leggen. Wat heeft de wethouder daartoe ondernomen? De heer STAMPERIUS had over de brief van de bewonersvereniging Wipperspark dezelfde vraag willen stellen als de heer De Reuver. Om te voorkomen dat er straks zal worden gezegd dat de bewonersvereniging bij schrijven van 24 juli is beantwoord, wil hij erop wijzen dat het daarbij alleen om een bevestiging van ontvangst van de brief van 18 juli is gegaan. Hoe communiceert het college nu met deze zeer serieuze en hardwerkende bewonersvereniging?
Vergadering van 30 oktober 2001.
16
Mevrouw LAMMERS-Noordam heeft papieren ontvangen met betrekking tot de realisering van een indoorspeeltuin in de voormalige bowlingbaan aan de P.J. Troelstraweg. Haar vraag is waarom het college in dezen niet het advies van de ambtenaren volgt. Het zou toch heel goed zijn om iets dergelijks in Maassluis te hebben. Denk eens aan schoolreisjes voor de allerkleinsten – zij behoeven dan niet eerst met een bus naar ergens buiten de stad te rijden – en aan kinderpartijtjes. Het daarmee gemoeide geld blijft dan in Maassluis. Gaarne verneemt spreekster hierop een reactie. Verder wil de fractie het college verzoeken een parkeerverbod in te stellen voor beide zijden van de weg langs het zwembad. Het is er nu levensgevaarlijk voor overstekende kinderen. Op het VDL-parkeerterrein bevinden zich genoeg parkeerplaatsen, terwijl zich nabij het zwembad invalidenparkeerplaatsen bevinden. De heer LUIJENDIJK sluit zich graag aan bij de opmerkingen over de indoorspeeltuin, want ook voor zijn fractie is het onbegrijpelijk dat daarop afwijzend is gereageerd. Dat is ook zonder enige toelichting gebeurd, namelijk door alleen het woordje 'niet' voor het woord 'akkoord' te zetten. In het bewuste pand, waarin zich een bowling heeft bevonden, zou het vorig jaar een dancing komen; er werd een voorbereidingsbesluit genomen dat een horecabestemming niet uitsloot. Thans wil een particulier initiatief Maassluis een attractie schenken; de ambtenaren werken daaraan mee, maar het college houdt het tegen. De fractie zal graag zien dat het college zo snel mogelijk met de initiatiefnemers in contact treedt. Dat dit niet al eerder is gebeurd, is óók wat vreemd; het had toch gepast in de interactie met de burgerij. De tweede vraag betreft een zaak die al jaren in Maassluis speelt, namelijk de zaak van 'De Putjeugd'. Spreker is de laatste tijd herhaaldelijk benaderd door mensen uit De Put en heeft naar aanleiding daarvan ook gesprekken gevoerd met politieagenten, jongerenwerkers, wijkcoördinatoren en veiligheidsassistenten, kortom, met iedereen die erbij betrokken is. Zijn fractie zal graag zien dat het in het verleden gedane voorstel om de betrokken jeugd een alternatieve plek aan te bieden zal worden uitgevoerd en dat die jeugd daarbij te verstaan zal worden gegeven dat het niet acceptabel is dat zij op de plek in De Put verblijven. Hij sprak iemand die hem zei: 'Ik ga verhuizen, want dit houd ik niet langer vol.' Zó ver moet men dit toch niet laten komen. De heer VAN HOEVEN geeft te kennen zich te willen aansluiten bij de vraag over de indoorspeeltuin. Hij is het eens met wat collega Luijendijk daarover heeft gezegd en wacht het antwoord hierop af. Ten tweede heeft spreker al het vorig jaar gevraagd naar de mogelijke invoering in Maassluis van de Rotterdampas. Graag zal hij nu vernemen of deze pas hier zal worden ingevoerd en zo ja, wanneer. De heer KEIZERWAARD voert aan dat het college op 8 november 2000 een brief heeft ontvangen die mede afkomstig was van het interzuilair directieberaad. Het is niet de bedoeling van zijn fractie om het college tot spoed te manen, maar als een brief bijna een jaar onbeantwoord blijft, is het misschien toch wel mogelijk dat er een weloverwogen antwoord op zal worden gegeven. Voor het gemak zal spreker de brief straks aan de betrokken wethouder overhandigen. In de brief doen de basisscholen een redelijk verzoek met betrekking tot het onderwerp grof vuil. Dit onderwerp behoeft niet nu te worden behandeld; spreker wil thans volstaan met de brief aan het college ter hand te stellen. De volgende week is de brief een jaar onbeantwoord gebleven en misschien wordt er dan ergens op een afdeling gebak getrakteerd, maar over deze late wijze van afdoening maakt de fractie zich natuurlijk wel grote zorgen. De heer VOORTMEIJER stemt in met wat andere fracties over de indoorspeeltuin hebben gezegd. De komst ervan is heel belangrijk, want momenteel wordt er vaak geklaagd dat er in de vakanties en van 4 tot 6 uur in Maassluis voor de jeugd heel weinig te doen is. Wethouder HOOGENRAAD bevestigt de vorige keer te hebben toegezegd de brief van de bewonersvereniging Wipperspark zo snel mogelijk te zullen beantwoorden. Twee weken geleden heeft hij naar de stand van zaken gevraagd en ook vandaag heeft hij dat gedaan, maar men is nog met de zaak bezig. De heer DE REUVER: "Kunt u zeggen wanneer dat antwoord wordt verstuurd?" Wethouder HOOGENRAAD: "Nee." De brief van het interzuilair directieberaad betrof een milieukwestie, zo begreep spreker.
Vergadering van 30 oktober 2001.
17
De heer KEIZERWAARD denkt dat het in de brief zowel om milieu en financiën als om onderwijs gaat, maar het was nu alleen zijn bedoeling deze brief onder de aandacht van het college te brengen. Hij geeft de brief straks af en zal gerust gaan slapen als de wethouder toezegt dat er in de volgende commissievergadering op zal worden teruggekomen. De VOORZITTER: "Ik zal de brief graag in ontvangst nemen." Wethouder HOOGENRAAD vervolgt met betrekking tot de oude spoorbrug dat hij er op zich voorstander van zou zijn om van een deel daarvan een monument te maken en dat ergens neer te zetten, maar dat brengt natuurlijk wel weer kosten met zich, dit terwijl er net een nieuw en prachtig monument is onthuld. Mevrouw VAN DUIJN-Camfferman vindt dit een te gemakkelijk antwoord. Haar vraag was welke activiteiten er zijn ondernomen om tot een monument te kunnen komen. Heeft de wethouder zich ervoor ingezet dat een deel van de oude spoorbrug voor de historie van Maassluis zal worden bewaard? Wethouder HOOGENRAAD repliceert dat de afdeling momenteel bekijkt wat de mogelijkheden zijn, ook financieel gezien. Pas als dat bekend is, kan er met een plan naar de raad worden gekomen. Wethouder KOEN laat weten dat een advies betreffende de vestiging van een indoorspeeltuin inderdaad in het college is behandeld. Daarbij heeft het college opgemerkt dat het goed zal zijn te bekijken of er in het totale gebied van de eigenaar die door de heer Van Praag wordt vertegenwoordigd – dat is het gebied P.J. Troelstraweg/Mackayplein/Industrieweg, dus vrijwel het gehele terrein ten oosten van het Elysium – in de toekomst in ruimtelijke zin ontwikkelingen kunnen plaatsvinden die wat meer impact voor de stad zullen hebben. Het is begrijpelijk dat leegstaande panden op korte termijn weer moeten worden gevuld, maar eerst wil het college een gesprek met de heer Van Praag aangaan over de vraag of er voor dat gebied zou kunnen worden gekomen tot een plan voor de vestiging van hoogwaardige bedrijvigheid, wellicht gecombineerd met woningbouw, zodat ook dat stuk van de Kapelpolder een goede toekomst tegemoet kan gaan. Dat gesprek gaat zeer binnenkort plaatsvinden. Daarnaast is spreker voornemens een gesprek te voeren met de initiatiefnemers van de indoorspeeltuin om ze op de hoogte te stellen van wat de gemeente voor ogen staat en ook om hun plan te bespreken, want er zitten wat kanten aan waaraan de raad nu wat gemakkelijk voorbijgaat. Volgens het bedrijfsplan verwachten de initiatiefnemers 25.000 tot 35.000 bezoekers per jaar en dat is dan een forse attractie. Het is voor de economie van Maassluis geweldig goed als al die bezoekers na hun bezoek aan de indoorspeeltuin op een terrasje wat gaan drinken, maar als men berekent welke parkeercapaciteit hiervoor nodig zal zijn en bedenkt dat die er in dat gebied gewoon niet is, moet men zich heel goed realiseren waaraan men begint als men voor dat bedrijf een vestigingsvergunning zou afgeven. De heer LUIJENDIJK noemt het vreemd dat er nu beleid wordt gemaakt naar aanleiding van een verzoek van een burger. Het zou toch goed zijn geweest als er éérst met de initiatiefnemers overleg was gepleegd over wat zij precies willen en hoe zij in de parkeerbehoefte denken te voorzien. Nu is de verwachting gewekt dat zij aan de slag zouden kunnen gaan – zij hebben ook al geïnvesteerd –… Wethouder KOEN: "Die verwachting is niet door bestuurders gewekt." De heer LUIJENDIJK heeft het niet over toezeggingen, maar zegt dat er door het ambtelijk apparaat verwachtingen zijn gewekt. Met een kil briefje is de initiatiefnemers vervolgens medegedeeld dat hun plan niet kan doorgaan, dit zonder eerst even contact met hen op te nemen. De wethouder kan nog vanavond een afspraak met hun maken, want zij zitten hier op de tribune. Spreker wil het college dringend verzoeken – het is niet alleen wethouder Koen die hierover besluit, zo neemt hij aan – te bekijken wat er in dezen mogelijk is en daarover op korte termijn overleg met de initiatiefnemers te openen. De VOORZITTER: "Dat is ook toegezegd." De heer LUIJENDIJK is bang dat men, als er eerst gesprekken moeten worden aangegaan met Van Praag, dik in het volgend jaar zit voordat er ten behoeve van de initiatiefnemers eindelijk een artikel19-procedure zal kunnen worden gestart.
Vergadering van 30 oktober 2001.
18
Wethouder KOEN attendeert erop dat men ook een verantwoordelijkheid heeft als bestuurders van deze stad, en die moet men niet te licht nemen. Hij geeft toe dat de voorbereiding in ambtelijke zin, dus voordat deze zaak bij het college kwam, wellicht anders had kunnen zijn geweest, maar goed, het is gegaan zoals het is gegaan en het is op de collegetafel gekomen zoals het daar is gekomen. Het college heeft er in wijsheid over nagedacht en dat heeft geleid tot het besluit dat men heeft kunnen lezen. Mevrouw LAMMERS-Noordam: "Ik wil wel graag dat de wethouder dit onderwerp, als er meer over bekend is, in de commissie aan de orde zal stellen." Wethouder KOEN: "Ik ben uiteraard bereid om voor àl mijn werkzaamheden verantwoording af te leggen." Wat het instellen van een parkeerverbod nabij het zwembad betreft: spreker weet nu niet precies wat het parkeerregiem daar is, maar wel dat er allerlei maatregelen worden genomen om het parkeren tegen te gaan. De VOORZITTER moet inzake 'De Putjeugd' zeggen dat ook zij heeft vernomen dat het, nadat het een korte tijd rustig was geweest, nu weer de spuigaten uit lijkt te lopen. Wel heeft zij begrepen dat het nu om een andere groep jongeren gaat dan die van het vorig jaar. Er is toen overleg gepleegd om te komen tot een JOP, maar daarvan is het uiteindelijk niet gekomen doordat de gemeente het niet met de jongelui eens kon worden. Er zal nu weer alles in het werk worden gesteld om de lieden die daar overlast veroorzaken er vandaan te krijgen. De rondvraag wordt hierop gesloten. 13. Sluiting. De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.49 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2001. De secretaris,
De voorzitter,
A.J.T. Korthout
J. Sterkenburg-Versluis.
Algemeen verslagbureau drexhage c.s.