gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer to Bladnummer t Aanutezig qo leden to september 2009
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 21 juli 2009, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 15:00 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, schorsing 21.30 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel E.M. Abbou E.F. Azeuini Th. Beenen mw. dr. mr. G.J.M. van den
voorzitter Eindh. Nu SP LE
PvdA
Biggelaar
Aan’. Uitnodiging aan X drs. J. Verheugt X mw P.J.F.van Kessel-Jansen K.T. Kocak
X mr. P.P.H.A. Leenders
PJ.van Liempd mw L.H. Lioe-Anjie X mw drs. M.C.T.M. List-de Roos
Aanw.
griffier
X
PvdA
X
CDA
X
CDA
X
PvdA
X
PvdA
X
VVD
X
PvdA
X
mw. drs. J.G.C.L. Breuers
GL
W.J. Burema
PvdA
M.J.A.M. van Bussel
LE
E.J.H. Cols
PvdA
mw. C.B.T. v. d. Crommert
SP
X A.J.A. Rennenberg
OAE
F J.A.G. Depla
PvdA
X mw. drs. R.J.A. Richters
GL
X
BJ.M. Gerard mw. N.G.E.C. Habets mw. J.W.H.M. Heesterbeek-
SP
X ir. J. Rozendaal X mw. drs. M. Schreurs X J.C. Schut N.H. Stoevelaar X mr. M.C.J. Swart
VVD
X
D66
X
VVD
X
CDA
X
PvdA
X
PvdA
X
PvdA
X
LE
SP
Senders
X J.L. van der Meer X P.A. Mulder R.G.J. Reker
J.B. Helms
VVD
mw. H.J.M.C. van Herk
CDA
X Y. Torunoglu
M.J. Houben
CDA
E. Isik
PvdA
mw. H.M.E. Jacobs-van
VVD
X mw W.C.F.M. Verhees X J.J.H.M. Sloots X mw M.T.W.G. Vissers dr. ir. J. Vleeshouwers
Nisselrooij J.Jansen
OAE LPF
CDA
PvdA
Stadspartij
mw. B.G.M.W. van Kaathoven
SP
ChristenUnie X C.H.B. Weijs X mw drs. A.A. Zwierstra
VVD
mw M.T. Kamphorst
SP
GL
X J.F.A. van Zijl
CDA
X X X
Verslagnummer xo
Wethouders: drs. H-M. Don
mw. drs. M.C.T. Fiers
mw. drs. G.M. Mittendorff
drs. H.J.A. van Merrienboer drs. A.E.J. Brunninkhuis
gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: de heer E.F. Azeuini, mevrouw G.J.M. van den Biggelaar en de heren E.J.H. Cols, J.J.H.M. Sloots, C.H.B. Weijs.
Verslagnummer xo
Overzicht van het behandelde
I Opening en mededelingen 1. Mededelingen door de commissievoorzitter over behandeling burgerinitiatieven in de vergadering cie MMVP van 7 juli 2009.
Mededelingen zijn gedaan.
II Vaststellen van de volgorde van de agenda. III Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in
Geen.
raadscommissies en voorzitters van raadscommissies.
IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 19 mei 2009 en Akkoord. 11 juni 2009.
V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Partij
Onderwerp
Beantwoord door:
OuderenAppel, Opheffen 4 eetpunten: Wethouder drs. H-M. Don ’leefbaar eindhoven’ De Cabine, jaguar, Hoeksteen
De Stadspartij, en Oude Raadshuis Eindhoven Nu
GroenLinks
Pop-Ei
Wethouder mw. drs. G.M.
PvdA
KNAP I JOF I!
Wethouder mw. drs. G.M. Toezegging wethouder
Mittendorff
Mittendorff mw. drs. G.M. Mittendorff. (Zie bijlage).
Vl Herstemming motie (M25A), Stadsdebat Economie. Tijdens de raadsvergadering van 30 juni 2009 staakten de stemmen. Daarom wordt de motie opnieuw in stemming gebracht. Motie M25A:
Stemming: 39
Voor: 20
Tegen: 19
PvdA, CDA, SP, GroenLinks en ChristenUnie Mw. M. Verhees (PvdA), VVD, ’leefbaar eindhoven’
M25A is aangenomen. (Zie onder herstemming).
Verslagnummer xo
OuderenAppe’, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu
Vll Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel met nadere toelichting betreft ontwikkelingen Kunst en cultuur Akkoord.
2009, Stichting De Negende. (Zie onder voorstel). (Voorstel 09.R3081.001).
Voorstel:
Stemming: 39
Voor: 25
PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, Lijst Pim Fortuyn en
ChristenUnie
Tegen: 14
Dhr. Y. Torunoglu (PvdA), SP, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Eindhoven Nu
2. Voorstel met nadere toelichting Ontwerp Ruimtelijk Programma
Akkoord (unaniem).
Brainport van het SRE. (Voorstel 09.R3154.001).
3. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening bodemsanering gemeente Eindhoven 2009.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3155.001).
4. Voorstel tot het wijzigen van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3158.001).
5. Voorstel inzake de jaarrekening 2008 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap (GRWRE) "Ergon".
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3164.001).
6. Voorstel met nadere toelichting tot kapitaalversterking NRE en ObN-NetHAkkoord (unaniem).
en fusie. Motie M9 is ingetrokken. (Voorstel 09.R3179.001). Toezegging wethouder drs. H-M. Don.
(Zie bijlage).
7. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied Akkoord (unaniem).
verslagnummer xo
Landforum. (Voorstel 09.R3193.001). 8. Voorstel tot het vaststellen van het Plan van aanpak risicojongeren tot 23 Akkoord. (Zie onder voorstel). jaar, problematiek Marokkaans-Nederlandse jongeren. (Voorstel 09. R3172.001). Motie M2 is verworpen (stemverhouding niet Voorstel: bekend). Motie M3 is
Stemming: 39
Voor: 38
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
aangenomen (stemverhouding niet bekend).
Lijst Pim Fortuyn
9. Voorstel inzake kaders voor de Lokale Educatieve Agenda primair onderwijs.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R 3184.001).
10.Voorstel met nadere toelichting vaststellen prioriteiten Beleidskader Akkoord (unaniem). Veiligheid (stap 5 methode Kernbeleid Veiligheid). (Voorstel 09.R3194.001).
11.Voorstel inzake aanvraag om toekenning van planschadevergoeding als Akkoord (unaniem). bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van J. Staaijen, Resedalaan 46 te Waalre. (Voorstel 09.R3196.001).
12.Voorstel Kunstlicht in de Kunst 2009. (Voorstel 09.R3204.001).
Akkoord. (Zie onder voorstel).
Voorstel:
Stemming: 39
Voor: 26
PvdA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
Tegen: 13
CDA, SP, OuderenAppel en De Stadspartij
D66, Lijst Pim Fortuyn ChristenUnie en Eindhoven Nu
13.Voorstel tot het vaststellen van het plan van nieuwe scholen voor het Akkoord (unaniem). basisonderwijs voor schooljaren 2010/2011 -2012/2013. (Voorstel 09.R3205.001).
14. Initiatiefvoorstel voor het houden van contra-expertiseonderzoek van de Afgevoerd van de
Verslagnummer xo
raad.
agenda.
(Voorstel 09.R3035.001).
Vlll Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen en/of moties en amendementen zijn aangekondigd. 1. Voorstel tot het instellen van een proef geheel of gedeeltelijk welstandsvrij bouwen. (Voorstel 09.R3153.001).
Akkoord. Amendementen A1 en
A10 zijn verworpen. (Zie onder voorstel).
Voorstel:
Stemming: 39
Voor: 34
PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
Tegen:
SP
OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn ChristenUnie en Eindhoven Nu
Amendement A1:
Stemming: 39
Voor: 11
Tegen: 28
CDA, SP en ChristenUnie PvdA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu
Amendement A10:
Stemming: 39
Voor: 5
Tegen: 34
SP
PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
2. Voorstel tot het vaststellen van de Parkeerverordening 2009, het Akkoord. aanpassen van de verordening op de heffing en de invordering van Over elk besluit is apart parkeerbelastingen 2009 (eerste wijziging) en tot het vaststellen van de gestemd. parkeervergunningtarieven. (Voorstel 09.R3166.001).
Besluit: Vaststellen parkeerverordening 2009
Akkoord (unaniem).
Besluit: Aanpassen van de verordening op de heffing en de invordering Akkoord (unaniem). van parkeerbelastingen 2009 Besluit: Vaststellen van d parkeervergunningtarieven
Akkoord.
verslagnummer xo
Amendementen A3A, Besluit:
A11 en A12 zijn
Stemming: 39
Voor: 29 Tegen:
10
verworpen. PvdA, CDA,’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, (Zie onder voorstel). De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn ChristenUnie en Eindhoven Nu VVD, GroenLinks en D66
Amendement A3A:
Stemming: 39
Voor: 10
Tegen: 29
CDA en SP
PvdA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
Amendement A11:
Stemming: 39
Voor: 9
Tegen: 30
VVD en GroenLinks
PvdA, CDA, SP, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
Amendement A12:
Stemming: 39
Voor: 10
Tegen: 29
VVD, GroenLinks en D66 PvdA, CDA, SP, ’leefbaar eindhoven’,
OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
p ra ktijk. Amendement A9 is (Voorstel 09.R3180.001). ingetrokken. Motie M10
3. Voorstel met nadere toelichting inzake Cultuur Totaal: van theorie naar Akkoord.
is aangenomen. Voorstel:
(Zie onder voorstel).
Stemming: 39
Voor: 32
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66,
Tegen:
Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en Eindhoven Nu
Motie M10:
Stemming: 39
Voor: 31
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, De Stadspartij en
Verslagnummer xo
Lijst Pim Fortuyn
Tegen:
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, ChristenUnie en Eindhoven Nu
4. Voorstel ontwikkeling en financiering Brainport Development.
Akkoord.
(Voorstel 09.R3152.001).
(Zie onder voorstel). Amendement A28 is
Voorstel:
aangenomen (unaniem). Amendement A5 en
Stemming: 39
Voor: 33
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66,
Tegen:
Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu ingetrokken. ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij
5. Voorstel tot het vaststellen van het evenementenbeleid.
motie M8 zijn
(Voorstel 09.R3178.001).
Akkoord. Amendement A13 is
Voorstel:
aangenomen (unaniem). Amendement A4 en A8
Stemming: 39
Voor: 38
zijn ingetrokken. PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Lijst Pim Fortuyn
Moties M5 en M6 zijn verworpen. Motie M7 is
ingetrokken. (Zie onder voorstel).
Motie M5:
Stemming: 40
Voor: 8
SP,OuderenAppel en ChristenUnie
Tegen: 32
PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu Motie M5:
Stemming: 40
Voor: 18 Tegen: 22
PvdA, CDA, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie SP, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Eindhoven Nu
6. Voorstel inzake Visie op Hoofdlijnen voor een nieuw horecabeleid in Eindhoven. (Voorstel 09.R3077.001).
Akkoord. Motie M1 en M4 zijn
aangenomen. (Zie onder voorstel).
Voorstel:
Verslagnummer xo
Stemming: 39
Voor: 37
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
Tegen:
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu De Stadspartij en ChristenUnie
Motie M1:
Stemming: 39
Voor: 33
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu VVD
Tegen: Motie M4:
Stemming: 40
Voor: 28 Tegen: 12
PvdA, CDA, SP, VVD en D66
GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
IX Onderwerpen nog in te delen door het presidium.
Geen.
X Burgerinitiatief
Akkoord. Wordt behandeld in de
1. Voorstel Ontvankelijkheidstoets burgerinitiatief Saltoschool Reigerlaan. cie MMVP. (Voorstel 09.R3192.001).
XI Actuele moties. ACM1
PvdA
KNAP
AcM1 is niet ingediend.
ACM2 SP
Vergunning tijdelijke verhuur Woningen
AcM2 is aangehouden. Wordt behandeld in de cie W&R.
ACM3
PvdA
ACM4
D66 en OuderenAppel Motie van wantrouwen
Voetbal en samenleving AcM3 is aangehouden. Wordt behandeld in de cie JGOSC.
ACM4:
AcM4 is verworpen. (Zie onder AcM4).
verslagnummer xo
Stemming: 40
Voor: 3
Tegen: 37
OuderenAppel en D66 PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
AcM5A D66 en OuderenAppel Motie van compensatie Philipsdorp AcM5A is verworpen. (Zie onder AcM5A).
ACM5A:
Stemming: 40
Voor: 6
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel en D66
Tegen: 34
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, De Stadspartij,
Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
AcM6 GroenLinks, PvdA, SP, Motie Pop-Ei VVD en D66
AcM6 is aangenomen (unaniem).
XII Initiatiefvoorstellen. 1. Initiatiefvoorstel Rekenkameronderzoek naar PopEi (Initiatiefvoorstel 09.R3195.001).
Akkoord. (Zie onder voorstel).
(Ingedi end door m w. 8. Ho bets (L E), db r. A. Rennen berg (OA E), dhr. J.
Vleeshouwers (DSE) en dhr. M. Abbou (EN)).
Voorstel:
Stemming: 40
Voor: 32
PvdA, CDA, VVD, ’leefbaar eindhoven’,
Tegen:
OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu SP en GroenLinks
XIII Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Akkoord.
XIV Ingekomen stukken. Voorgesteld wordt de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. A1.De heer H. Verboom en de heer H. Noy, vrijwilligers van Centrum Kunstlicht in de Kunst te Eindhoven, brief d.d. 28 mei 2009.
Akkoord.
verslagnummer xo
Teleurstelling bij de vrijwilligers van Centrum Kunstlicht in de Kunst. A2.Centrum voor de kunsten Eindhoven te Eindhoven, brief d.d. 8 juni 2009. Akkoord. Inzake raadsinformatiebrief tussenrapportage kunst en cultuur Strijp-5 2008. (09ink16392). A3. De heer drs. L.W. Verhoef registeraccountant te Duurstede, brief d.d. 9 juni 2009.
Akkoord.
Inzake Jaarrekening 2008 van gemeente Eindhoven. (09ink1 6407).
A4.Centrum Kunstlicht in de Kunst te Eindhoven, brief d.d. 16 juni 2009. Akkoord. Inzake een kopie van een brief aan de hoofdredactie van het Eindhovens Dagblad. A5. Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, te Den haag, 3 brieven d.d. Akkoord. 23 juni 2009. Inzake bestemmingsplan Bloemenbuurt Zuid. (09ink17555).
A6.Gemeente Someren te Someren, brief d.d. 25 juni 2009. Inzake ontwerpbegroting Veiligheidsregio 2010/ meerjarenbegroting 2011- 2013.
Akkoord.
A7.Gemeente Nuth te Nuth, brief d.d. 29 juni 2006. Inzake een aangenomen motie van de gemeenteraad van Nuth
Akkoord.
betreffende compensatie voor hypotheekrenteaftrek voor grenswerkers in Duitsland. A8.Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, te Den Haag, 2 brieven d.d. Akkoord. 29 juni 2009. In za ke beste mmin g s p la n B lixembosch.
(09ink18188 en 09ink18193).
A9. Ernst R Young Accountants LLP te Eindhoven, brief d.d. 30 juni 2009. Akkoord. Inzake offerte aanvraag Aanbesteding Accountantsdiensten 2010 ÃćâĆňâĂİ 2013.
Voorgesteld wordt de stukken onder B ter afdoening in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. B1. Mevrouw W.G. Zwart-Bles te Eindhoven, brief d.d. 15 juni 2009.
Inzake hondenuitloopgebied ten oosten van de Amazonelaan.
Akkoord.
Verslagnummer xo
(09i nk1 6868).
B2. De heer C. Guffroy te Eindhoven, brief d.d. 19 juni 2009.
Akkoord.
Inzake Sporthal Meerhoven ÃćâĆňâĂİ Meerrijk.
(09i n k1 7499).
83. GGD Brabant-Zuidoost te Helmond, brief d.d. 6 juli 2009.
Inzake wijziging Gemeenschappelijke Regeling GGd Brabant-Zuidoost. (09i n k1 8892).
Akkoord.
verslagnummer xo
Verslag uan het gesprokene
Opening en mededelingen Voorzitter: Ik open de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Ik heet u allemaal van harte welkom en verzoek u aan het begin van deze vergadering een moment stilte in acht te nemen om het werk van de raad en het belang daarvan voor de stad te overdenken. Ik vraag nu om een ogenblik stilte. [Stilte]
Voorzitter: Dank u wel. Ik heet de gasten van de raad op de tribune van harte welkom. Ik hoop dat u een leuke vergadering hebt. Dat geldt overigens ook voor de kijkers thuis.
Er zijn berichten van verhindering binnengekomen van mijnheer Azeuini, mevrouw Van den Biggelaar, mijnheer Cols, mijnheer Sloots en mijnheer Weijs. Mijnheer Weijs is ziek; de anderen zijn in het buitenland, hetzij voor vakantie, hetzij voor werk. Mevrouw List. Mevrouw List: Mijnheer Rozendaal komt iets later.
Voorzitter: Goed, mijnheer Rozendaal is iets later. Mijnheer Depla. De heer De la: Mijnheer lsik komt ook iets later.
Voorzitter: De heer Isik komt ook iets later, waarvan acte. Zijn we nu bij? Mijnheer Rozendaal komt al binnenlopen, dat gaat heel snel, dus zoveel te laat was hij niet! Welkom, mijnheer Rozendaal.
De stemkastjes zijn geactiveerd en kunnen gebruikt worden als ze nodig zijn.
1.1 Mededelingen door de commissievoorzitter over de behandeling van burgerinitiatieven in de vergadering Cie MMVP van 7 juli 2009 Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt 1. Ik geef het woord aan mijnheer Houben als voorzitter van de raadscommissie MMVP om de raad te informeren over
de commissiebehandeling van de beide burgerinitiatieven. Mijnheer Houben. De heer Houben: Twee burgerinitiatieven, allebei behandeld in de commissievergadering van 7 juli. Het eerste burgerinitiatief gaat over De Korenaar.
Verslagnummer xo
De Korenaar is een basisschool die op het moment twee locaties heeft; een in Jagershoef en een in Prinsejagt. Het burgerinitiatief is ingediend in de raadsvergadering van 19 mei. De indieners willen graag een locatie. We hebben er in de commissie over gesproken en we hebben de indieners van het burgerinitiatief nog een keer extra aan het woord gelaten. Alle aanwezige fracties waren het eens met het burgerinitiatief. De discussie ging nog even over de keuze voor de unilocatie en over waar deze dan zou moeten komen. Verder is er gesproken over het tegengaan van segregatie. Uiteindelijk bleek een grote meerderheid vooral tempo te willen maken. Het college heeft toegezegd het tempo zo hoog mogelijk te houden, waarbij er wel zorgvuldig omgegaan moet worden met de belangen van alle betrokken partijen. Met de indieners van het burgerinitiatief hebben we afgesproken dat het college in september met nieuwe informatie en een concrete planning naar de commissie komt. Tot zover het burgerinitiatief van De Korenaar.
Het tweede burgerinitiatief dat wij in dezelfde commissievergadering besproken hebben, is ingediend en besproken in de raad van 11 juni. Dat gaat over De Laak. De kern van dit burgerinitiatief is dat de indieners graag een levensloopbestendige woonruimte willen realiseren in het schoolgebouw De Laak. In de commissievergadering van 7 juli hebben we daarover ook uitgebreid gesproken. Ik kan u vertellen dat de indieners die er waren, het niet altijd met elkaar eens waren, maar dat terzijde. De meerderheid van de commissie was op zich positief over het idee om in Lakerlopen een levensloopbestendige woonruimte te (laten) realiseren. Als afgevaardigden van het college hebben wethouder Fiers en wethouder Van Merrienboer een duidelijke uitleg gegeven en gezegd dat de meerderheid van de commissie weliswaar positief is, maar dat we eerst goed naar de exacte locatie moeten kijken. In oktober of in elk geval in het najaar komt het college met een concreet voorstel. Tot zover beide burgerinitiatieven. Voorzitter: Ik dank u wel. Daarmee bent u op de hoogte gesteld van de voortgang met betrekking tot de burgerinitiatieven en de afhandeling in de commissie.
II Vaststellen van de volgorde van de agenda Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt II. Zoals u weet ligt er een aantal belangrijke dossiers voor, en dat zijn er best veel. Dat vraagt van ons om in de vergadertechniek enige discipline te betrachten. In het presidium is daar nadrukkelijk over gesproken en er zijn spreektijden vastgesteld, die we ook strikt zullen hanteren. U hebt een integrale agenda gehad, waarin alles is opgenomen. Daarin staat ook het agendapunt over het raadsvoorstel inzake de nieuwbouw van de school in Meerhoven. In de commissie is hierover nog niet gesproken, maar gelet op de urgentie heeft het presidium besloten om dit agendapunt wel toe te voegen. Dan weet u dat; dit gebeurt dus met instemming van het presidium. Dan de contraexpertise. Vanuit het presidium is de vraag opgeworpen of dat vandaag behandeld
verslagnummer xo
moet worden. Ik kijk naar de indieners. Moet dit vandaag behandeld worden? Mijnheer Beenen.
De heer Beenen: Het geringe enthousiasme in de commissie heeft de indieners doen besluiten het in te trekken. We vinden het een gemiste kans, maar het is niet anders. Voorzitter: Oke. Dat betekent dat het nu van de agenda is afgevoerd en ook niet meer terugkomt. Ik kijk of er nog andere punten zijn. We proberen het vandaag in een keer te doen. Vandaar dat we ook eerder begonnen zijn. In elk geval is er een voornemen om een motie van wantrouwen in te dienen; ik weet niet of dat ook definitief gebeurt, maar als dat zo is, dan moet deze in elk geval vandaag behandeld worden. Anders hebben we morgen een uitloopavond, maar ik ga ervan uit dat wij er vanavond doorheen komen.
III Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies Voorzitter: Nu komen we bij agendapunt III. Er zijn geen benoemingen, dus agendapunt III valt weg.
IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 19 mei 2009 en van 11 juni 2009 Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt IV. Wil iemand hier iets over zeggen? Iemand iets over 11 juni 2009? Dat is niet het geval. Dan zijn de notulen conform het voorstel vastgesteld.
V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van Orde van de raad Voorzitter: Vervolgens komen we bij agendapunt V. Er is een drietal vragen ingediend. Ik wil u er echt op wijzen dat de vragen beknopt moeten zijn en bedoeld zijn om opheldering te vragen aan het college. Het moeten geen lange betogen zijn. Het OuderenAppel heeft vragen gesteld over de eetpunten, GroenLinks over PopEi en de Partij van de Arbeid over KNAP. De volgorde is als volgt. De vraag wordt gesteld; dan geeft de portefeuillehouder antwoord; daarna is er een reactie van de vraagsteller en van eventuele andere raadsleden die dat willen en dan volgt de eindreactie van de portefeuillehouder. De eerste vraag met betrekking tot de eetpunten kan gesteld worden. Mijnheer Mulder. De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. Het OuderenAppel heeft gehoord dat Welzijn Eindhoven het voornemen heeft vier eetpunten (De Cabine, De Jaguar, De Hoeksteen en Het Oude Raadhuis) per 1 oktober a.s. op te heffen wegens strengere
Verslagnummer xo
eisen van de Voedsel- en Warenautoriteit betreffende de hygienecode (HACCP). Dit kan tot gevolg hebben dat veel deelnemers verstoken blijven van gezamenlijke maaltijden. Hierdoor zullen de dagelijkse contacten verschralen. Dit kan leiden tot vereenzaming en tot het niet meer nuttigen van een goede maaltijd. Als gevolg hiervan kunnen gezondheidsproblemen ontstaan. De begeleidende vrijwilligers van deze eetpunten, die ook aanvullende hulp bieden, zien een groot gedeelte van hun vrijwilligerswerk verloren gaan. Dit kan betekenen dat zij zich niet meer beschikbaar stellen voor deze aanvullende hulp. Het bovenstaande roept urgente vragen op. Is het college van mening dat bij de gunning van het ouderenwerk aan de Lumens Groep de instandhouding van eetpunten voor ouderen is inbegrepen? Op welke wijze wil het college ertoe bijdragen dat de eetpunten voor ouderen behouden blijven? Is het college bereid de raad hierover nader te berichten en deze zaken zo nodig in de commissie te behandelen? Op dit moment is er bij veel ouderen, verspreid over deze stad, onrust ontstaan. Het is niet goed om die onrust tot oktober te laten voortduren. Een snelle reactie is daarom gewenst. Voorzitter: De wethouder.
De heer Don: Mijnheer Mulder, geachte raadsleden. De problematiek rond de eetpunten is mij en ons bekend. Wij zijn nu in gesprek met Lumens om te kijken waar de pijnpunten precies zitten en we kijken ook naar alternatieve mogelijkheden. Er wordt op dit moment dus aan gewerkt. Het belang van de eetpunten, zowel voor de burgers die er gebruik van maken als voor de vrijwilligers, is mij zeker bekend. Wat mij betreft worden ze niet gesloten, tenzij er alternatieven of oplossingen zijn. Er moet dan dus een naadloze overgang zijn naar een eventuele andere constructie. Ik ben ermee bezig en ik ben bereid om er in de commissie op terug te komen. Voorzitter: Mijnheer Mulder, akkoord? De heer Mulder: Ja. Dank u voor de beantwoording. We wachten de verdere
ontwikkelingen af. Voorzitter: Dank u wel. Andere leden die hierop willen reageren? Dat is niet het geval. Dan komen we nu bij de vragen van GroenLinks over PopEi. Mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Dank u wel, voorzitter. Het college heeft in de commissievergadering van 14 juli toegezegd de raad te informeren over de stand van zaken rondom PopEi, zodat de raad deze informatie mee zou kunnen laten wegen bij de beoordeling van het initiatiefvoorstel voor het rekenkameronderzoek, dat vandaag op de agenda staat. Helaas heeft de informatie ons nog niet bereikt.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Ik onderbreek u even en ik kijk ook even naar het college. Ik heb begrepen dat er een brief onderweg is.
Mevrouw Mittendorff: Er is een brief onderweg. Wij dachten eigenlijk dat de brief er al zou zijn. Van de griffier heb ik zojuist gehoord dat hij er nog niet is, maar op dit moment gekopieerd en verspreid wordt.
Voorzitter: Is het handig om dit punt straks te behandelen, zodat u eerst kennis kunt nemen van de brief? Mevrouw Richters: Nee. Als ik het even mag toelichten: wij zullen natuurlijk kennis nemen van de informatie die het college verstrekt. We hebben daar nota bene zelf om gevraagd, dus daar kijken we naar uit. We hebben een urgente vraag die wij door de wethouder beantwoord zouden willen hebben, en die zou ik nu graag aan de wethouder stellen. Intussen is er in de stad namelijk veel ruis rondom dit dossier ontstaan en wij vinden dat er voor het zomerreces een duidelijke uitspraak moet komen te liggen over hoe er de komende periode met PopEi omgegaan wordt. We gaan nu dus niet uitgebreid in op de inhoud van het dossier, maar willen de wethouder graag de volgende vraag stellen. Kunt u ons bevestigen dat de functies van PopEi (de verhuur van de repetitieruimte, de podiumfunctie en de studio) ook na 1 september nog beschikbaar zullen zijn? Dank u wel. Voorzitter: Dat is een heldere vraag. De wethouder.
Mevrouw Mittendorff: In het stuk dat, spijtig genoeg, nog niet bij de raad is, staat een beslispunt. Zo uit mijn hoofd luidt dat beslispunt dat de functies die PopEi op dit moment heeft, in elk geval beschikbaar zullen blijven. Dat is een van de beslispunten, mevrouw Richters.
Voorzitter: Ja? De wethouder zegt dat de basisvoorzieningen behouden blijven. Mevrouw Richters: Dan wachten wij de informatie even af en zullen wij checken of deze toezegging voor ons voldoende is. Mocht dat niet zo zijn, dan komen wij later op de avond met een actuele motie over dit onderwerp. De heer Van Bussel: De wethouder heeft gezegd dat de functies in stand gehouden worden. Dat is duidelijk en dat begrijp ik heel goed. U geeft een andere vertaling, want u noemde de organisatorische zaken. U gebruikt een iets andere terminologie. Het gaat erom dat de functies in stand gehouden worden.
Mevrouw Mittendorff: Ik probeer zo dicht mogelijk bij het collegebesluit te blijven. In het beslispunt staat dat de functies van PopEi overeind blijven.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Ja? Mocht er later op de avond aanleiding zijn om hierop terug te komen, dan zien we dat wel weer op de agenda. Willen andere leden hierover het woord voeren? Dat is niet het geval. Dan komen we bij de derde vraag met betrekking tot KNAP. Deze vraag komt van de fractie van de PvdA. Mijnheer Torunog lu. De heer Toruno lu: Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat wij enorm blij zijn dat we de zomervakantie binnenkort met een gerust hart kunnen inluiden, want het staat vast dat KNAP in september weer kan beginnen. Nog steeds is de PvdA van mening dat de bezuiniging op KNAP die wordt doorgevoerd, een verkeerde is. Tijdens de voorjaarsnota hebben wij de motie waarin we voorstelden om deze bezuiniging te schrappen aangehouden, zodat we hem eventueel tijdens deze raadsvergadering zouden kunnen indienen. Voorlopig lijkt de motie overbodig, maar naar aanleiding van de raadsinformatiebrief van afgelopen vrijdag heeft de PvdA-fractie een aantal vragen. OP basis van de antwoorden op deze vragen, wegen wij af of deze motie definitief de kast in kan. In de eerder genoemde raadsinformatiebrief geeft u aan dat u aanvullende middelen gaat zoeken voor een nieuw programma, JOFI. Hier hebben wij een aantal vragen over. Ten eerste: is er voor KNAP meer geld beschikbaar dan de C 200.000,ÃćâĆňâĂİ die daarvoor gereserveerd is?
Zo ja, hoeveel en waarom hebt u dat niet eerder aangegeven? Zo nee, hoe kan het dan dat u voor dit project aanvullende middelen wilt gaan zoeken? De tweede vraag gaat over het feit dat u in de raadsinformatiebrief aangeeft dat het JOFI!project een vernieuwend karakter heeft. Wat is inhoudelijk gezien het vernieuwende van JOFI? De derde vraag gaat over de door u opgestelde criteria ten aanzien van KNAP. Als we deze afzetten tegen JOFI!, vinden wij de onderbouwing erg mager. Waarom wilt u dit project dan toch steunen? Ten vierde: waarom kiest u er uberhaupt voor om twee verschillende KNAP-projecten te gaan ondersteunen? Ten slotte wordt er in het projectvoorstel van Korein melding gemaakt van een stichting waarvan schoolbesturen (SKPO en Salto) lid zouden zijn. Navraag bij de schoolbesturen leert ons echter dat er van lidmaatschap geen sprake is. Beide schoolbesturen staan neutraal tegenover het project en willen zich er het komende jaar op bezinnen. Kunt u het verschil in beleving tussen Korein en SKPO en Salto verklaren en wat vindt u daarvan? Voorzitter: De wethouder.
Mevrouw Mittendorff: Wij kennen de zorgen van de raad over het voortbestaan van naschoolse activiteiten en we zijn blij dat Lumens in de gelegenheid was om een zodanig aanbod te doen dat het helemaal past. Ik begrijp dat u daar ook blij mee bent. De vragen die nu gesteld worden, gaan met name over een ander traject. Dit zijn niet alleen kortstondige naschoolse activiteiten, maar meer wijkgebonden activiteiten. U vraagt of daar voldoende geld voor is. Wij hebben structureel < 200.000,ÃćâĆňâĂİ en dat bedrag gaat helemaal naar het aanbod waarover u
Verslagnummer xo
geinformeerd bent en dat door Lumens wordt uitgevoerd. Daarnaast hadden wij ook een ander aanbod, dat niet zo zeer te vergelijken valt met het activiteitenaanbod van Lumens, maar wel interessant is. Het aanbod is ontwikkeld door het Theehuis, waarbij is aangegeven dat het veel eerder wijkgericht is en verbindingen legt met de stad, bijvoorbeeld met het Van Abbemuseum en het Muziekcentrum. Daar wordt veel aan taalontwikkeling gedaan, iets dat een hele goede bijdrage levert aan de buurten waarvoor het is opgezet. Het is ook sterk gericht op het leren kennen van de stad, van de eigen omgeving. Het is de bedoeling om daar in vier wijken mee te experimenteren, waarbij het niet per se verbonden is aan Spilcentra. Er gaan geen KNAP-gelden heen en al helemaal geen structurele middelen, maar wij vonden het aanbod van dien aard, dat we wilden kijken of we hier en daar potjes zouden kunnen vinden om de mogelijkheden hiervan te onderzoeken. Hoe het precies zit met het stichtingsbestuur ÃćâĆňâĂİ de
stichting moet nog opgericht worden en is nog geen feit-: ik neem aan dat daar directeuren voor benaderd zullen worden. Ik vind dat deze vraag buiten de raad valt en dat u die beter kunt stellen aan de mensen die hier echt mee bezig zijn. Het gaat dus niet om twee verschillende KNAP-programma’ s. We hebben gekozen voor een programma dat voldoet aan de criteria en dat door Lumens is ingediend. Daarnaast zien wij andere mogelijkheden die we graag een kans willen geven, om te kijken hoe dit zich verder ontwikkelt. Dat was het, voorzitter. Voorzitter: Mijnheer Torunoglu. De heer Toruno lu: Omwille van de tijd zal ik niet nog een vraag stellen, maar kan de wethouder ons dan toezeggen dat wij een apart raadsvoorstel krijgen in plaats van dat het een collegebevoegdheid is? U zegt dat het niet twee KNAPprogramma’s zijn, dus het is een nieuwe lijn, een nieuwe programma-activiteit. Ik zou wel graag willen weten onder welke programmalijn het valt en met welke middelen we dit gaan financieren.
Voorzitter: Ik kijk even of er nog andere raadsleden zijn die hier iets over willen zeggen. Dat is niet het geval. De wethouder.
Mevrouw Mittendorff: Het is erg ongebruikelijk om de besteding van impulsgelden om kleine experimenten een kans te geven, aan de raad voor te leggen. Ik zou daarover dan ook niet positief willen adviseren. De heer Toruno lu: Dan zal ik afwegen of ik een actuele motie indien of dat ik het in de commissievergadering zal bespreken.
Mevrouw Mittendorff: Ik ben uiteraard van harte bereid om de raad te informeren
over wat er gebeurt, maar voorleggen is echt buiten de normale gang van zaken.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Ik denk dat hier spraakverwarring heerst. De heer Torunoglu wil graag instemming van de raad, maar dat zegt de wethouder niet toe. De wethouder zegt wel toe om de raad te informeren. Is dat akkoord?
De heer Toruno lu: Ik wil daar nog even over nadenken. Voorzitter: Oke.
Vl Herstemming motie (M25A), stadsdebat economie Voorzitter: Dan komen we bij punt Vl. U herinnert zich vast de discussie van de vorige keer nog, waarbij u niet tot een besluit kon komen, omdat de stemmen staakten met 22 tegen 22 stemmen. In dat geval komt een dergelijke motie de
eerstvolgende gelegenheid waarin de vergadering bijeenkomt, opnieuw in stemming. Dat is vandaag. De procedure is dan als volgt. Mochten de stemmen alsnog staken, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Anders is het gewoon voor of tegen met meerderheid van stemmen, dat spreekt voor zich. Behalve bij het staken van de stemmen, want dan is het voorstel dus verworpen. Ik stel voor dat we met het kastje gaan stemmen. Dat lijkt me wel handig als het zo dicht bij elkaar ligt. Kan de stemming geopend worden? [Stemmen met behulp van stemkastjes] 20 raadsleden hebben voor gestemd, 19 tegen. Daarmee is het voorstel aangenomen. U kijkt allemaal erg verbaasd, maar er zijn 39 leden aanwezig, dus de enkelvoudige meerderheid is 20. Het voorstel is aangenomen en daarmee is agendapunt Vl afgehandeld.
Vll Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen Voorzitter: Dan komen we nu bij agendapunt Vll. Dat zijn de onderwerpen waarbij u zelf hebt aangegeven dat u weinig of geen behoefte aan een nadere gedachtewisseling of discussie hebt. Het kan zijn dat er bij enkele onderwerpen nog een motie of een amendement wordt ingediend. Daarover zal de nadere bespreking dan kunnen plaatsvinden. We lopen ze door.
1. Voorstel betreft ontwikkelingen kunst en cultuur 2009, stichting De Negende Raadsnummer 09.R3081.001 Voorzitter: Eerst punt 1. De SP heeft aangegeven hier kort het woord over te willen voeren. Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, mijn fractie houdt vast aan het eerder uitgesproken principe: geen extra geld naar cultuur. Het herziene raadsbesluit gaat over minder extra geld dan eerst, maar we willen ook dit niet. Het raadsbesluit is in
Verslagnummer xo
onze beleving niet helemaal conform de bedoeling geformuleerd. Er wordt gesproken over het uitvoeren van activiteiten in 2009. Het geld dat hier gevraagd wordt, is ook nodig voor de voorbereidingen van 2010. Ik snap wel dat die voorbereiding in 2009 plaats gaat vinden, maar toch is dit niet helemaal correct. Wij zijn tegen. Pas op de plaats met cultuurgelden! Dank u wel. De heer Vleeshouwers: Ik had ook een woordmelding bij dit punt, in combinatie met punt 12, namens de lokale fracties. Wij hebben in het verleden vaker gezegd dat wij hier in de raad niet over individuele organisaties ad hoc besluiten willen nemen. Dat geldt dus ook voor deze punten en daarom stemmen wij zowel tegen punt 1 als tegen punt 12. Voorzitter: Dat is bijna een stemverklaring. Iemand anders een stemverklaring? Mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Dank u wel, voorzitter. Indertijd hebben wij in de commissie onze twijfels geuit over de hoogte van het bedrag voor projecten van 2010. De wethouder heeft ons niet kunnen overtuigen, dus wij blijven bij ons standpunt dat projecten voor 2010 in cultuur Totaal thuishoren. Dank u wel. Voorzitter: Goed, dan gaan we nu over tot stemming. Wie is voor dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Ik kan het niet overzien, dus we gaan even met het kastje stemmen. [Stemmen met behulp van stemkastjes] 26 leden hebben voor dit voorstel gestemd, 13 tegen. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VII.2 Voorstel ontwerp ruimtelijk programma Brainport van het SRE Raadsnummer 09.R3154.001 Voorzitter: Dan gaan we over naar punt 2. Hiervoor zijn geen woordmeldingen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mevrouw Van den Crommert. Mevrouw Van den Crommert: Wij zullen voor het voorstel stemmen, maar we houden vast aan het eerder ingenomen standpunt omtrent het milieu. Voorzitter: Zijn er nog meer stemverklaringen vooraf? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Ook dat is niet het geval. Daarmee is het voorstel
aangenomen. VII.3 Voorstel tot het vaststellen van de verordening Bodemsanering gemeente Eindhoven 2009 Raadsnummer 09.R3155.001
Verslagnummer xo
Voorzitter: Dan komen we bij punt 3. Er zijn geen woordmeldingen voor dit agendapunt. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Ook dat is niet het geval. Dan is het voorstel
aangenomen. VII.4 Voorstel tot het wijzigen van de verordening rechtspositie raads- en commissieleden Raadsnummer 09.R3158.001 Voorzitter: Dan komen we nu bij punt 4. Wil er iemand een stemverklaring afleggen? Wenst iemand stemming over dit punt? Dat is niet het geval. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VII.5 Voorstel inzake jaarrekening 2008 van de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap (GRWRE) ’Ergon’ Raadsnummer 09.R3164.001
Voorzitter: We gaan nu over naar punt 5. Er zijn geen woordmeldingen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Wenst iemand hier stemming over? Dat is allemaal niet het geval. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VII.6 Voorstel tot kapitaalverstrekking NRE en ObN-NetH en fusie Voorzitter: Dan komen we bij punt 6. Bij dit onderwerp zijn twee woordmeldingen, namelijk van de Partij van de Arbeid en van de Stadspartij, met mogelijkerwijs een motie van de Partij van de Arbeid. Voor de gedachtewisseling en de beraadslagingen geef ik eerst het woord aan de Partij van de Arbeid. De heer Swart: Even kort het punt dat wij willen maken. Van de wethouder hebben wij begrepen dat hij van plan is om straks, in het kader van de fusie, aan andere gemeentes, de andere aandeelhouders, garantstellingen te verstrekken. Dat brengt aanvullende risico’s voor ons als gemeente met zich mee. Wij hebben behoefte aan inzicht hierin. Wij hebben sowieso behoefte aan inzicht in risico’ s. Vandaar dus ons verzoek om aanvullend onderzoek te doen en de raad daarover te informeren. In de
commissie was het antwoord van de wethouder hier in onze ogen niet voldoende duidelijk over. Nogmaals, de reden van deze motie is dat wij behoefte hebben om deze risico’s als raad duidelijk in beeld te hebben. Dank u wel. De heer Vleeshouwers: Dit besluit was een zware bevalling, voorzitter. Het gaat om veel geld. Wij hebben lang getwijfeld wat wij zouden doen. Uiteindelijk zullen wij het voorstel vandaag steunen, maar dat is expliciet vanwege de toezegging van de wethouder om opnieuw met een aanvullend raadsvoorstel naar ons toe te komen, zodra de werkelijke getallen bekend zijn. Bovendien zijn wij blij met de toezegging
Verslagnummer xo
dat er dit najaar serieus over de toekomst van de NRE gesproken zal worden en dat er alsnog gepraat gaat worden over de risico’s die de herfinanciering in 2012 en 2013 met zich meebrengt. Onlangs zag ik dat de gemeente Veldhoven dezelfde vragen stelde, dus blijkbaar leeft dit bij een groot gezelschap. Ik vergat nog te melden dat ik namens de lokale fracties spreek. Wij stemmen in met dit besluit en zijn heel nieuwsgierig naar wat het najaar ons aan concretere invulling zal brengen. Voorzitter: Mijnheer Don.
De heer Don: De lokale partijen wil ik bedanken voor hun steun: het OuderenAppel, ’leefbaar eindhoven’, de Stadspartij en Eindhoven Nu. Mijnheer Swart, op dit moment zijn wij eigenaar van ObN-NetH en volledig risicodragend voor wat zich in dat bedrijf eventueel zou kunnen gaan afspelen. Als de bedrijven gaan fuseren, wordt het eigenaarschap gedeeld met de andere gemeentes. Als ik nu toezeg dat wij verantwoordelijk, risicodragend zijn als zich een bepaalde situatie voordoet, en die situatie doet zich voor op het moment dat het gedeelde eigenschap is ingegaan, stel ik mij dus garant ten aanzien van de andere gemeentes. Volgens mij verhoogt dat ons risicoprofiel niet. Ik wil hier met u in de werkgroep graag nog eens op terugkomen. Mocht de werkgroep nog eens een aparte analyse willen, dan ben ik bereid om dat onderzoek te laten uitvoeren, ook al is het wat mij betreft niet noodzakelijk, omdat het risicoprofiel voor de gemeente niet verandert. Ik stel voor om hier in de werkgroep nog eens op terug te komen. Voorzitter: Mijnheer Swart.
De heer Swart: Vanwege de toezegging van de wethouder om hier in de werkgroep op terug te komen en daar ook van gedachten te wisselen, brengen wij de motie niet in stemming. Voorzitter: Dan is er geen motie in stemming, maar ligt alleen het voorstel voor. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Ook dat is niet het geval. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VII.7 Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied Landforum Voorzitter: We gaan over naar punt 7. Er is bij dit punt een woordmelding van het CDA.
De heer Stoevelaar: Dat moet een vergissing zijn.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Goed, dan gaat die weg. Wil iemand een stemverklaring afleggen of wenst iemand hier stemming over? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen.
VII.8 Voorstel tot het vaststellen van het plan van aanpak risicojongeren tot 23 jaar, problematiek Marokkaans-Nederlandse jongeren Voorzitter: Dan komen we nu bij punt 8. Er zijn twee woordmeldingen, een van de Stadspartij en een van de PvdA. Eindhoven Nu heeft een motie. U hebt geen woordmeldingen gedaan, maar u komt wel met moties. Goed, ik ben coulant. U kunt uw motie even toelichten, als u dat wilt.
Mevrouw Richters: Moties zullen toch officieel ingediend moeten worden, neem ik aan.
Voorzitter: Ja, of hij doet het niet. Daarom ben ik coulant. De heer Abbou: Ik doe het wel!
De heer Van Bussel: We hebben wel afgesproken dat amendementen en moties gewoon ingediend mogen worden. We moeten de zaken niet helemaal omdraaien, dat is een vanzelfsprekendheid! Als je een motie of een amendement indient, heb je tevens een woordmelding gedaan.
Voorzitter: Je moet een woordmelding doen om iets te kunnen indienen. Mijnheer Abbou. De heer Abbou: Dank u wel. Eindelijk hebben wij iets moois voor de stad: een plan van aanpak voor de Marokkaanse risicojongeren. Wat Eindhoven Nu en de lokale partijen betreft, gaat het echter niet ver genoeg. Als ik naar de vier productlijnen kijk, zien wij geen prestatievelden. Wij willen dat er een norm gesteld wordt, zodat wij het college daarop kunnen aanspreken. Dat is de strekking van motie 2, die ik zal voorlezen."... dat de actiepunten uit het Actieplan Marokkaans-Nederlandse risicojeugd tot 23 jaar geen concrete streefcijfers bevatten. Overwegende dat deze cijfers onmisbaar zijn om beleidsinspanning van het college te kunnen toetsen; van oordeel zijnde dat op grond van deze streefcijfers de raad instrumenten in handen heeft om beleidsvoornemens indien mogelijk bij te kunnen sturen en aan te passen; stelt de raad voor te besluiten het college te verzoeken om alsnog streefcijfers aan de gekozen beleidsrichtingen en het plan toe te voegen op de volgende punten: deelname van jongeren aan de arbeidsmarkt, het aantal te realiseren stageplaatsen per studiejaar en het terugdringen van criminaliteit." De motie wordt ondersteund door de lokale partijen: het OuderenAppel, ’leefbaar eindhoven’ de Stadspartij en Eindhoven Nu.
Verslagnummer xo
Dan ga ik meteen verder met motie 3.
Voorzitter: Daarvan hoeft u alleen het dictum voor te lezen. De heer Abbou: Ik wil er graag ook iets over zeggen. De wethouder was ontroerd tijdens de installatie; ik ben nog steeds ontroerd. Ik betreur het wel dat dit platform nog steeds geen visie, geen bevoegdheden en geen steun heeft. Het laatste stukje van de motie: "... stelt de raad voor het Marokkaans Platform Eindhoven de status
van gemeentelijke adviescommissie te geven; het college te verzoeken om samen met het platform een reglement voor de werkwijze van de commissie op te stellen." De motie is mede ondertekend door ’leefbaar eindhoven, de Stadspartij, de Partij van de Arbeid en het OuderenAppel. Voorzitter: Goed, er zijn twee moties ingediend: M2 en M3. Het woord is nu aan de Stadspa rtij.
De heer Vleeshouwers: Dank u, maar dat is niet meer nodig. Voorzitter: Dan de fractie van de Partij van de Arbeid.
De heer Toruno lu: tijdens de commissiebehandeling van dit onderwerp heeft de PvdA-fractie twee zaken aan de kaak gesteld, namelijk de communicatie met de Marokkaanse gemeenschap en de repressieve aanpak. Wat betreft de communicatie met de Marokkaanse gemeenschap ging het ons erom dat de verwachtingen over en weer duidelijk zouden zijn. Vanuit dat perspectief hebben we de motie van Eindhoven Nu mede ondertekend. Wij denken dat een adviescommissie zou bijdragen aan het feit dat het platform beter wordt ingebed in het totaalpakket van het plan van aanpak. Ten aanzien van de repressieve aanpak kan ik het volgende zeggen. Wij vinden het echt niet kunnen dat, als een rotjongen door de politie wordt opgepakt, hij na twee uur, zonder enige consequentie, weer wordt vrijgelaten. Als fractie hebben wij getwijfeld of we hierover een motie zouden indienen, maar uiteindelijk hebben wij besloten om dat niet te doen. Bij de integrale aanpak willen we hier namelijk op terugkomen. Wij snappen het antwoord van de wethouder, waarin zij zegt er niet op te kunnen sturen, maar het is voor ons toch erg onbevredigend. Wij moeten proberen de mogelijkheden te benutten om de jongeren die ernstig de fout ingegaan zijn, van de straat te houden. Wij zouden het college dan ook willen oproepen om hier bij de voorstellen met betrekking tot de integrale veiligheidsaanpak op terug te komen. Voorzitter: De wethouder.
Verslagnummer xo
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, wat betreft de veiligheidsaanpak: ik heb aangegeven dat ik daar niet zo goed op kan sturen, maar dat het zeker een plek kan vinden in de totale veiligheidsaanpak. Samen met de politie en het Openbaar Ministerie kan de burgemeester de goede aanpak die in het stuk staat, ook daadwerkelijk uitvoeren. Dit wat betreft het repressieve deel. Wat betreft de communicatie ondersteunt u motie 3 over het Marokkaanse platform. We zijn natuurlijk ongelofelijk blij dat mensen er zelf toe gekomen zijn om zo’n platform op te richten, en u vindt dat we de communicatie met dit platform echt aan moeten gaan. Dat is ook wat mijnheer Abbou zegt. In juni is het platform opgericht. Ik denk dat het goed is om gaandeweg toe te werken naar meer mogelijkheden voor communicatie en om te bekijken of deze adviesraad of deze commissie of hoe het platform zichzelf uiteindelijk wil noemen, van daaruit enige financiele sturing kan krijgen. Dan komen we namelijk tegemoet aan datgene wat in de MarokkaansNederlandse gemeenschap sterk leeft: invulling geven aan kleine initiatieven voor bijvoorbeeld kinderen, jongeren, vader- en moedercomites. Ik sta dus duidelijk positief tegenover deze motie en wil kijken hoe we tot een dergelijke raad kunnen komen.
Over het kwantitatief maken van gegevens zoals mijnheer Abbou bedoelt, heb ik in de commissie gezegd dat juist de onderwerpen die hier staan, heel moeilijk kwantitatief te maken zijn. Ik heb daarbij aangegeven dat mijnheer Don via mobiliteit heel goed kijkt wat in deze tijden van recessie de mogelijkheden zijn, ook in het kader van jeugdwerkloosheid en stageplekken. Het is natuurlijk erg lastig om daar nu de goede aantallen bij te zetten. Niet dat dit niet het streven is, maar omdat de hele wereld op dat gebied erg in beweging is, wordt dat moeilijk. Deze motie wil ik dan ook ontraden. Voorzitter: Dank u wel. De strekkingen van beide moties zijn besproken en ook in de commissie is er een uitvoerige gedachtewisseling geweest. Ze liggen nu ter besluitvorming voor. De heer Abbou: Mag ik toch nog even iets vragen? Zegt u toe dat u de repressie en wat de mogelijkheden van de gemeente richting Openbaar Ministerie zijn, meeneemt in de integrale veiligheidsaanpak?
Voorzitter: Nu dan maar even niet als burgemeester, maar als voorzitter van de raad. Uw opmerkingen over rotjongens die een paar uur achter de tralies gezet moeten worden: daar is geen juridische grondslag voor. Dat we, in het kader van de openbare orde, zaken goed regelen, waarbij het kan voorkomen dat jongeren gedurende een bepaalde periode in detentie gehouden worden of een straatverbod krijgen, dat maakt allemaal deel uit van het integraal veiligheidsbeleid. Dan kunt u daar uitvoerig op terugkomen.
Verslagnummer xo
Ik stel voor dat we tot stemming overgaan. Wil iemand vooraf een stemverklaring afleggen? Mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Motie 2 willen wij ondersteunen. Wij vinden namelijk dat zaken smart geregeld moeten worden, zodat we daar later de effecten van kunnen bekijken. Motie 3 zullen wij niet steunen. Een adviescommissie vinden wij op dit moment veel te zwaar. Eindhoven Nu zegt dat de huidige structuur niet voldoet vanwege een onvoldoende duidelijke taakstelling. Ik denk dat we al een heel eind op weg zijn als we de taakstelling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden wel duidelijk gaan aangeven. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Het voorstel om Marokkaans-Nederlandse jongeren aan te pakken is voor mijn fractie te soft, en dat niet alleen. Ditzelfde plan dat gedurende achttien maanden al 2,5 miljoen euro kost, heeft al dertig jaar bewezen niet te werken. Wij zullen dan ook tegen het voorstel stemmen en ook tegen motie 2 en motie 3. Voorzitter: Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Als wij motie 3 zo mogen interpreteren dat we aan de slag gaan en dan gaandeweg kijken of er een andere status aan het platform moet worden toegekend, dan kunnen we daarmee instemmen, met dien verstande dat we dan ook echt een evaluatie willen. Het moet namelijk wel werkbaar blijven en wel goed functioneren. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven.
Mevrouw Van Kaathoven: We zijn natuurlijk voor het voorstel. Nog even over de moties. Motie 3 zullen wij steunen, wel een beetje met hetzelfde idee als het CDA heeft, namelijk dat het meegenomen wordt in de evaluatie. Evaluatie is een groot woord, maar in elk geval moet er even teruggekeken worden hoe het loopt. Wij zullen niet voor motie 2 stemmen, omdat wij ons afvragen of dit te realiseren is en of we daar grip op hebben. Het zou wel goed zijn om ook dit soort dingen mee te nemen als er teruggekeken wordt, zodat we kunnen zien of er wel een ontwikkeling op die verschillende punten is.
De heer Vleeshouwers: Mag ik heel even interrumperen? Ik vind het vreemd om, in een situatie waarin het moeilijk is om streefwaardes aan te geven, te zeggen dat er dan maar geen streefwaardes zijn. Ik vind dat absoluut onSP-’ig.
Voorzitter: Ja, maar we zijn nu wel bezig met een stemverklaring, en het is niet de bedoeling om dan een gedachtewisseling te hebben. Mevrouw Richters.
verslagnummer xo
Mevrouw Richters: Dank u wel, voorzitter. Wij zullen tegen motie 3 stemmen, omdat wij vinden dat het platform de ruimte moet krijgen om de eigen taken op te pakken. Die taken liggen niet alleen bij het adviseren van het college, maar het platform heeft ook een duidelijke rol in de eigen gemeenschap. Wij willen het platform niet inperken. Dat neemt niet weg dat wij het heel belangrijk vinden dat het platform er is, maar dat hebben wij in de commissie al gezegd. Wij hebben overigens vernomen dat dit ook is wat het platform zelf het liefst zou willen. Over motie 2 omtrent de prestatieafspraken: het plan zoals het er nu ligt vinden wij eigenlijk voldoende meetbaar. Ik ben het eens met de SP dat deze punten ook lastig te meten zijn en ons inziens voegt dit weinig toe aan het plan.
Voorzitter: Mijnheer Torunoglu. De heer Toruno lu: Ik kan kort zijn. Ten aanzien van motie 2 steunen wij de lijn van de wethouder, van GroenLinks en van de SP.
Voorzitter: Dan komen we nu bij het voorstel zoals het er ligt. Daarna komen de moties. Wie is voor het voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de tegenstem van mijnheer Reker is het voorstel aangenomen. Dan komen we bij motie 2. Wie is voor motie 2? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is de motie verworpen. Dan komen we bij motie 3. Wie is daarvoor? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is de motie
aangenomen. VII.9 Voorstel inzake kaders voor de Lokale Educatieve Agenda primair onderwijs Voorzitter: Dan gaan we over naar punt 9. Er zijn geen woordmeldingen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Dat is ook niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen.
VII.10 Voorstel vaststellen prioriteiten beleidskader Veiligheid (stap 5 methode kernbeleid veiligheid) Voorzitter: Dan komen we bij punt 10. Er zijn geen woordmeldingen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mijnheer Reker.
De heer Reker: Ondanks het feit dat mijn fractie het voorstel over het beleidskader Veiligheid te bureaucratisch vindt en niet in het succes van het beleidskader gelooft, zal de Lijst Pim Fortuyn het voorstel wel steunen. Alles is namelijk beter dan helemaal niets doen. Wij zullen dus voor stemmen.
verslagnummer xo
Voorzitter: Iemand anders nog een stemverklaring? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Ook dat is niet het geval. Dan is het voorstel
aangenomen. VII.11 Voorstel inzake aanvraag om toekenning van planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet Ruimtelijke Ordening van J. Staaijen, Resedalaan 46 te Waalre Voorzitter: We gaan over naar punt 11. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Is er iemand die stemming wenst? Dat is niet het geval. Dan is het
voorstel aangenomen. VII.12 Voorstel Kunstlicht in de Kunst 2009 Voorzitter: Dan komen we bij punt 12. Bij dit punt is een woordmelding van de CDAfractie. Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Ja, omdat hij iets langer is dan een stemverklaring. Als het voorstel was gebleven zoals het was (6 30.000,-), dan hadden wij ons daarin kunnen vinden. Wij vinden echter geen goede aanleiding voor meer. Nergens kunnen wij uit opmaken dat de instelling omvalt; we kunnen dat niet goed beoordelen. De instelling heeft er zelf voor gekozen om zich te professionaliseren en meer geld uit te geven. De gemeente heeft nooit bepaald dat KLIK structureel door de gemeente gesubsidieerd zou moeten worden. We willen niet keer op keer op deze manier voor Sinterklaas spelen. Daarom zullen wij het voorstel nu niet steunen.
Voorzitter: Wil iemand vooraf een stemverklaring afleggen? Mevrouw Habets. Mevrouw Habets: Dank u wel. Alleen om te voorkomen dat mensen zouden kunnen gaan denken dat er een breuk in de lokale fracties ontstaat -dat is niet het gevalÃćâĆňâĂİ
maar wij zullen voor stemmen, in tegenstelling tot dat wat mijnheer vleeshouwers daarstraks zei. Voorzitter: Maar dat is dan toch een breuk? Nee, dat is flauw. Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Het kost ons moeite om ’nee’ te zeggen tegen dit voorstel. Kunstlicht in de Kunst past in het scala aan cultuurvoorzieningen dat Eindhoven zou moeten willen hebben en houden. En toch, ik verval in herhalingen, gaat er wat ons betreft geen extra geld naar cultuur. Binnen de culturele sector valt het geld niet te halen, denk ik. Nee dus. Voorzitter: Nog meer stemverklaringen vooraf? Mevrouw Verhees.
verslagnummer xo
Mevrouw Verhees: Voorzitter, ik wil nog even expliciet vermelden dat het ons niet te doen is om een structurele subsidiering, zoals mijnheer Leenders suggereert. Het gaat om overleven tot aan cultuur Totaal.
Voorzitter: Dit zijn stemverklaringen. Ik zie mijnheer Leenders alweer popelen, en dat is niet de bedoeling van de stemverklaring. Het rondje stemverklaringen is voorbij, dus we gaan over tot stemming. Wie is voor dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met tegenstemmen van de SP, het CDA, de Stadspartij en het OuderenAppel is het voorstel aangenomen.
VII.13 Voorstel tot het vaststellen van het plan van nieuwe scholen voor het basisonderwijs schooljaren 2010/2011 ÃćâĆňâĂİ 2012/2013
Voorzitter: We komen bij punt 13. Mijnheer Jansen, u had een woordmelding. De heer Jansen: Dank u wel, voorzitter. Dit is er op het laatste moment bijgekomen via de aanvullingsagenda. Vandaar een vraag die anders misschien in de commissie besproken zou zijn. Het schijnt dat dit last minute werk was. Dat kan gebeuren, maar het had volgens mij wat nadrukkelijker vermeld mogen worden. In het raadsvoorstel staat dat de bekostiging met terugwerkende kracht wordt beeindigd. De eerste vraag: zou dat kunnen betekenen dat we dan nog geld moeten betalen? Ten tweede zijn we niet tegen dit voorstel, maar kan het ook ten koste van andere scholen en initiatieven gaan? Dat zou ik graag willen horen.
Voorzitter: De wethouder. De heer Van Merrienboer: Mijn antwoord op de eerste vraag is dat het voor ons geen financiele consequenties zal hebben. Het heeft financiele consequenties voor het schoolbestuur, dat hebt u kunnen lezen. Doordat een school met terugwerkende kracht wordt ’geschrapt’, ontstaat er ruimte voor een nieuwe school. In die zin is er ook geen sprake van het toevoegen van een school die andere initiatieven wegdrukt. We hebben ook een nadrukkelijke prognose laten maken, op basis waarvan wij het vertrouwen kunnen hebben dat de school zelf in die omgeving een levensvatbare toekomst heeft.
Voorzitter: Goed. Is er iemand die vooraf een stemverklaring wil afleggen? Dat is niet het geval. Is er iemand die stemming wenst? Ook dat is niet het geval. Dan is dit voorstel aangenomen.
Verslagnummer xo
Vlll Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen en/of moties en amendementen zijn aangekondigd Voorzitter: Dan komen we nu bij agendapunt Vlll. Daarbij heeft het presidium zich op deze voorstellen gestort en als het ware twee categorieen aangebracht. Ik zal het zo meteen wel zeggen, maar de eerste gaat over welstandsvrij bouwen, parkeerbelasting en horeca.
Vlll.1 Voorstel tot het instellen van een proef geheel of gedeeltelijk welstandsvrij bouwen Voorzitter: We beginnen met punt 1. Met betrekking tot welstandsvrij bouwen wordt u opgeroepen zich te beperken tot amendementen en moties die u gaat indienen, waarbij de discussie niet opnieuw gevoerd wordt, maar alleen over de nadere wijzigingsvoorstellen gaat. Mijnheer Burema, als voorzitter van de commissie W 5 R kunt u nu een toelichting geven. De heer Burema: Het voorstel dat vandaag voor ons ligt, is in de commissie uitgebreid besproken. Er waren ook insprekers te gast, die hun licht hebben laten schijnen over het voorstel. In de samenvatting kunt u lezen wat de commissie besloten heeft. De commissie was in meerderheid voor het voorstel, maar dit ging niet helemaal zonder discussie. We zullen proberen om deze discussie vandaag achterwege te laten en kijken hoe snel wij tot besluitvorming kunnen overgaan.
Voorzitter: Ik kijk wie hierover het woord wensen te voeren. Mijnheer Stoevelaar, mevrouw Van den Crommert, mijnheer Vleeshouwers, mevrouw Vissers en mijnheer Rozendaal.
Mevrouw Breuers: Ik wil wel reageren als de moties zijn ingediend. Voorzitter: Goed. Eerst mijnheer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Dank u wel, voorzitter. Op zich is het voorstel goed en dat onderschrijven wij. We hebben ook gekeken naar de reacties uit de stad op deze plannen voor welstandsvrij bouwen. Er zijn veel negatieve reacties geweest. Toch wordt voorgesteld om ook in die wijken welstandsvrij te gaan bouwen. Het is een proef en wij denken dat de proef veel te breed is. We zouden de proef dan ook willen beperken tot maximaal vier wijken, en met name tot de wijken die enigszins positief op de vraag gereageerd hebben. Wij hebben dan ook een amendement ingediend, waarin we voorstellen om volledig welstandsvrij te bouwen in Landhof en Hanevoet en gedeeltelijk in Oude Spoorbaan en Engelsbergen. Wij vinden deze beperking echt noodzakelijk. We zullen het voorstel verder wel steunen.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Dan is nu het woord aan mevrouw Van den Crommert. Mevrouw Van den Crommert: Dank u wel. Ik kan heel kort zijn. Wij zijn tegen deze proef met welstandsvrij bouwen, omdat het kan leiden tot verloedering en burenruzies, maar ook omdat uit de voorafgaande procedure geen duidelijke meerderheid is gekomen die deze proef positief vindt. Opvallend weinig reacties kwamen er op zo’n ingrijpend besluit. Wij komen dan ook met het volgende amendement. Wij stellen voor om alleen de wijk Landhof aan te wijzen voor geheel welstandsvrij bouwen, omdat particulier opdrachtgeverschap hier de hoofdmoot van de bouw is en het welstandsvrij bouwen daar dus prima in past. Burenruzies worden in dat particulier opdrachtgeverschap mooi meegenomen. Als ons amendement verworpen wordt, zullen wij het amendement van het CDA steunen. Het is immers een verbetering van het voorstel. Als ons amendement echter niet wordt aangenomen, zullen wij het voorstel niet steunen.
Voorzitter: Het woord is aan mijnheer Vleeshouwers. De heer Vleeshouwers: De Stadspartij is voorstander van welstandsvrij bouwen. Wat ons betreft had het misschien wel op meer plaatsen mogen gebeuren, afhankelijk van of een buurt of wijk dat zelf wil. Wij zullen de amendementen dan ook niet steunen. Mochten er buurten zijn waarin dit nog speelt, is het goed om heel zorgvuldig na te gaan of wijkverenigingen die zich opwerpen als vertegenwoordiger de wijk ook echt vertegenwoordigen. Daar zit volgens mij namelijk ons grootste knelpunt. Voorzitter: Mevrouw Vissers.
Mevrouw Vissers: Een van de voordelen van welstandsvrij bouwen is de vermindering van het aantal regels, hoewel we dat natuurlijk ook niet groter moeten maken dan het is. In het proces van plan tot realisatie is welstand namelijk maar een klein onderdeel. Welstand heeft een functie in de stad, maar dan vooral op hoofdlijnen. Vanuit de stad komen ook hele kritische geluiden over welstand. In een rij huizen wil een bouwer bijvoorbeeld een gedeelde keukenruit maken, maar dat mag niet vanwege de welstand, met als gevolg dat de gebruikers de ruit niet kunnen gebruiken, omdat deze te zwaar is. Een ander voorbeeld: er worden speciale dakpannen voorgesteld die zo poreus zijn, dat ze na twee jaar zo groen zijn van het mos, dat ze niet meer in het totale sfeerbeeld passen. Kortom, wij vinden dat we dit experiment zeker moeten starten. We zijn erg tevreden met de toezeggingen van de wethouder, zeker op het gebied van betrokkenheid van burgers. Daar wilden wij nog een motie over indienen, maar de toezegging van de wethouder maakt dat we dit niet meer hoeven te doen. Ons voorstel zou zijn om terug te gaan naar het oude systeem en bij bewoners een brief in de bus te doen op het moment dat hun buren grote bouwwerkzaamheden gaan uitvoeren, dus als er
Verslagnummer xo
bouwvergunningen aangevraagd worden. Wij gaan niet mee met het amendement van het CDA, omdat we vinden dat er dan te veel wijken worden afgehaald. Had het CDA andere wijken voorgesteld, dan hadden we in elk geval een experiment kunnen gaan doen. De hoeveelheid wijken die overblijft, vinden wij onvoldoende. De SP houdt in het hele experiment maar een wijk over, dus daarvoor geldt h etz elf d e.
Voorzitter: Mijnheer Rozendaal. De heer Rozendaal: De VVD is een groot voorstander van minder regels, en daar hoort welstandsvrij bouwen bij. Je kunt zoiets natuurlijk niet in een keer doen, want we zijn nu eenmaal gewend aan welstand. Je moet dus eerst gaan kijken hoe het uitwerkt. Daarvoor moet je een proef doen, en dit is een voorstel voor een proef. Zo’n proef moet natuurlijk wel breed genoeg zijn, want anders kun je er niets over zeggen. Het voorstel om de proef in te perken is wat ons betreft dan ook volstrekt niet zinvol, want dan is er geen proef meer en kunnen we het net zo goed laten, en dat is nu net niet wat we willen. Kortom, wij zullen tegen de amendementen stemmen.
Voorzitter: Mijnheer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Maar als u kijkt naar de reacties van de mensen die gepeild zijn om in de wijken mee te doen: die zijn minimaal. Graag uw reactie daarop. De heer Rozendaal: Ja, daar wil ik graag op reageren. Mijnheer Stoevelaar kijkt alleen maar naar de reacties die zijn binnengekomen. Alle mensen in die wijken zijn aangeschreven en die hadden allemaal kunnen reageren. Het is een heel belangrijk punt. Wat blijkt? Mensen vinden het niet belangrijk genoeg om te reageren en zijn dus ook niet tegen. Als er 250 mensen zijn aangeschreven en er zijn er 10 die reageren, mag je ervan uitgaan dat die andere 240 geen overwegende bezwaren hebben. Kortom, uit deze peiling mogen we concluderen dat veel mensen het voorstel ondersteunen.
De heer Stoevelaar: Ik moet zeggen dat mijnheer Rozendaal een conclusie trekt, waarbij ik precies de andere conclusie trek. Ik trek de conclusie dat ze niet voor zijn, maar dat ze juist tegen zijn. De heer Rozendaal: Ik kan mij niet voorstellen dat iemand die ergens tegen is en de kans krijgt om te reageren, dit dan niet doet. Voorzitter: In de commissie hebt u dit ook al met elkaar besproken. Ik weet ook niet wie nu de ’silent majority’ aan zijn kant heeft, maar ik geloof niet dat we dit nu moeten doen.
verslagnummer xo
De heer Rozendaal: Ik zou het ook niet gezegd hebben als mijnheer Stoevelaar er niet expliciet naar gevraagd had. Onze conclusie: wij steunen de amendementen zeker niet, want dan is er niets van de proef over en dat zou zonde zijn. Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Ik zou alleen reageren op amendementen en moties, maar de laatste zinnen van de VVD onderstrepen wij volledig. De proef moet een zekere omvang hebben, wil het een proef kunnen zijn. Niet uitkleden dus. De gekozen criteria vinden wij goed, dus laten we het houden zoals het er ligt en gewoon beginnen! Voorzitter: Heeft de wethouder nog behoefte aan een reactie? Mevrouw Fiers: Ik kan heel kort zijn en sluit mij aan bij mevrouw Breuers. In de commissie hebben we dit uitgebreid met elkaar besproken. De wijken, van verschillende omvang, zijn zorgvuldig uitgekozen. We vinden dat die pilot inderdaad wel ergens over moet gaan, wil je na vier jaar echt iets over de resultaten kunnen zeggen. Wij ontraden dus de beide amendementen.
Voorzitter: Dan gaan we nu over tot stemming. Aan de orde is een voorstel en er zijn twee amendementen. Om te beginnen gaan we over de amendementen stemmen, eerst over A10 en dan over A1, omdat A10 verstrekkender is dan Al. In stemming komen dus A10, A1 en dan eventueel het gewijzigde voorstel. Mevrouw Breuers: Kunt u een momentje schorsen?
Voorzitter: Schorsen om mensen binnen te roepen, dat vind ik niet kunnen, dus ik ga niet schorsen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mevrouw Habets. Mevrouw Habets: Heel kort: wij waren al voor het voorstel en stemmen tegen beide amendementen, met name omdat wij vinden dat het feit dat niet iedereen in alle wijken even enthousiast is, het experiment alleen maar waardevoller maakt. Voorzitter: Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: In de commissie hebben wij gezegd dat wij de reacties uit de stad serieus nemen, maar dat de proef wel enige omvang moet hebben. Wij steunen A10 niet, maar A1 van het CDA wel.
Voorzitter: Dan komen we nu tot stemming. Eerst komt A10 in stemming, ingediend door de SP-fractie. Wie is voor dit amendement? [Stemmen bij
Verslagnummer xo
handopsteken] Met alleen de stemmen van de SP voor is dit amendement verworpen. Dan komen we bij A1 van het CDA. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van het CDA, de SP en de ChristenUnie voor is dit amendement verworpen. Daarmee ligt het voorstel zoals het oorspronkelijk was, dus zonder amendementen, voor. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de tegenstem van de SP is het voorstel aangenomen.
Vlll.2 Voorstel tot het vaststellen van de parkeerverordening 2009, het aanpassen van de verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 (eerste wijziging) en tot het vaststellen van de parkeervergunningtarieven Voorzitter: we gaan over naar punt 2. De voorzitter van de commissie. Wie is ook al weer de voorzitter van deze commissie? Mijnheer Houben! Oei, dat is een minpuntje, dat schrijven we op. Mijnheer Houben.
De heer Houben: Ik ga er een plusje van maken, omdat ik een hele korte toelichting heb. Het gaat over het raadsvoorstel tot het vaststellen van de parkeerverordening. De kern is dat we de oude regeling intrekken, nieuwe tarieven vaststellen en de financiele gevolgen daarvan aanpakken. In de commissievergadering van 7 juli hebben we over dit voorstel gesproken. Vrijwel alle partijen wilden een nadere toelichting, wegens onduidelijkheden. Op een paar fracties na was geen enkele partij zonder meer akkoord. Wij hebben een nadere toelichting. Nu volgen de vragen waarover nog discussie mogelijk is. Ten eerste: zijn de plannen reeel kostendekkend? Ten tweede: hoort de handhaving wel of niet bij de kosten? Ten derde: is het de bedoeling om het autobezit of om het autogebruik te ontmoedigen? Tot zover. Voorzitter: Dank voor uw toelichting. Wie willen hierover het woord voeren? Eerst mijnheer Helms.
De heer Helms: Procedureel staat er veel goeds in het voorstel: de wijze waarop
vergunninghoudersparkeren wordt ingevoerd, instemming van de meerderheid van de buurt, enzovoort. Daar hebben wij geen problemen mee. We hebben wel problemen met de tariefstellingen. Voor de VVD, en in onze ogen is dit beleid dat we samen hebben aangenomen, moeten dit soort tarieven kostendekkend zijn. Kostendekkend betekent voor ons inclusief de kosten en de opbrengsten van handhaving. Het voorliggende voorstel geeft een tarief zonder deze kosten en komt dan uit op 6 3,45 per maand voor de eerste vergunning. Het eerste amendement dat wij indienen betreft de kostendekkendheid en wij kiezen ervoor om het in de bijlage vermelde tarief van 6 8,71 per maand voor de eerste
Verslagnummer xo
vergunning te hanteren, omdat is berekend dat dit tarief, inclusief handhaving, kostendekkend is. Ons tweede amendement, getiteld ’Gratis bestaat niet’ gaat over een besluit dat eerder in deze raad genomen is, namelijk om de eerste twee parkeervergunningsjaren gratis te laten zijn. Wij waren daar toen al tegen en we blijven daar natuurlijk tegen, omdat dit voor ons een doekje voor het bloeden is, waarbij een voor sommige mensen misschien niet populaire maatregel toch wordt doorgevoerd en de pijn later komt. Ik zou de rest van de raad erop willen wijzen dat, mocht ons eerste amendement het niet halen, het tarief van 6 3,45 dat u wilt vaststellen dermate laag is, dat ook u met een gerust hart kunt zeggen: ’De eerste twee jaar gratis, dat is niet meer nodig.’ Ik reageer vast op het amendement van de SP, al wordt het straks pas ingediend. Wij zijn ertegen, omdat het weer niet van kostendekkendheid uitgaat. Wij zijn daar dus tegen, behalve tegen punt 4, waarin ook de SP voorstelt om de eerste twee jaar niet meer gratis te doen. Tot zover. Voorzitter: Dan is nu het woord aan de heer Gerard.
De heer Gerard: Voorzitter, het stuk is een duidelijke verbetering ten aanzien van de bestaande situatie. Het regelt een aantal zaken die geregeld moeten worden. De regeling wordt helderder. De regeling verlaagt een voor ons belangrijk tarief en spreekt daarbij het principe uit dat de handhaving niet in het tarief hoort, zij het niet consequent. Het voorstel regelt betaalgemak en een aantal andere zaken. De SP zal het stuk steunen.
Op een punt bestaat, zoals bekend, een hardnekkig verschil van mening tussen de wethouder en de SP. Dit betreft de organisatie en de prijs van het belanghebbendenparkeren. Hierbij naderen de standpunten elkaar overigens langzaam; daarvoor waardering. Er zijn een paar politiek-filosofische verschillen van inzicht. Het enige waarover ik het vandaag met de VVD op dit punt eens ben, is het idee dat er onder het parkeerverhaal eigenlijk een visie zou moeten liggen, al zou die van ons er heel anders uitzien dan die van de VVD. Zo meent de SP dat de lokale overheid geen taak heeft als het gaat om het bezit van de auto. Dat is een landelijke kwestie: wegen, verkeer, benzineprijs, aanschafbelasting, overdrachtsbelasting, weet ik veel. De lokale overheid gaat over het gebruik van de auto en kan dat gebruik voor iedereen op ongeveer dezelfde manier inderdaad ook tegengaan, door het nemen van maatregelen die binnen het bereik van de lokale overheid liggen. Het bezit van de auto tegengaan, dat kunnen wij slechts op basis van toeval.
Verslagnummer xo
Verder zijn wij principieel van mening dat de handhaving van regelgeving een inherente overheidstaak is en dus niet in rekening gebracht kan worden. Wij brengen de handhaving van milieuvergunningen niet bij de gecontroleerde in rekening. Wij brengen de handhaving van orde en veiligheid door de politie bij voetbalwedstrijden van PSV niet in rekening, en terecht. Wij brengen het bestrijden van roof en moord in deze stad niet in rekening bij degenen die roven en moorden en wij brengen parkeercontroles niet in rekening bij degenen die gecontroleerd worden. De handhaving heeft een politiek-principieel karakter en ligt niet bij de gehandhaafde. De wethouder gaat hier noodgedwongen een eind in mee, omdat er in deze stad anders geen belanghebbendenparkeren tot ontwikkeling kan komen. Het laatste punt gaat over de organisatie. Hier ligt een keurig politiek onderscheid. De VVD legt de problemen van het belanghebbendenparkeren bij de bewoners. Dat willen wij niet, want zij zijn niet in eerste instantie schuldig aan dit probleem. Wij zullen dan ook tegen het VVD-amendement over kostendekkendheid stemmen en op dit moment ook nog tegen het amendement ’De eerste twee jaar gratis’. Wij willen die eerste twee jaar gratis wel afschaffen, maar dan in combinatie met een ruimer pakket dan de VVD levert. Vanwege de combinatie stemmen wij dus tegen. De SP meent dat het probleem van het belanghebbendenparkeren voor bewoners pas begint bij de tweede auto. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Mijnheer Gerard heeft het over principes, maar is hij zich ervan bewust dat hij in feite een monopoliepositie op de politieke ruimte aan het creeren is, en dat dan eigenlijk voor een nultarief. Dat is raar, want de publieke ruimte is van iedereen, en dat hebt u in uw betoog niet meegenomen. De heer Gerard: U geeft meer uitleg voor uw standpunt dan nodig is om het te begrijpen. Ja, ik ben mij daar inderdaad van bewust en het is ook een bewuste keuze. Wij menen dat een zekere voorkeursbehandeling van bewoners bij het belanghebbendenparkeren op zijn plaats is, omdat deze bewoners in de regel niet verantwoordelijk zijn voor het probleem. Een bijkomend effect is bijvoorbeeld dat kinderen beter op straat kunnen spelen, doordat de straten niet helemaal vol staan en je ook niet tegen die lelijke parkeermeters aan zit te kijken. Als dat betekent dat de parkeerruimte in woonwijken niet optimaal efficient gebruikt wordt, dan zij dat zo. Ik denk dat je in de praktijk een soort mengsysteem gaat krijgen bij de onderhandelingen met buurten, waarin je een deel van de ruimte inricht op de manier die wij voorstaan en een ander deel van de ruimte met meters inricht. Het gaat immers alleen om de eerste auto. In de praktijk denk ik dat dit ongeveer de richting zal zijn waarin het zich ontwikkelt. Verder denk ik dat de toelichtingen en
verslagnummer xo
achtergronden van onze amendementen duidelijk zijn en, interrupties daargelaten, ben ik klaar met mijn verhaal. Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Mijnheer Gerard, met uw amendement wilt u het eerste tarief voor het exclusief belanghebbendenparkeren verlagen naar 6 3,45 en het tweede naar 6 6,90, plus eventueel maximaal 6 3,60 per maand. Een heel kort rekensommetje: voor de eerste en de tweede is dat in totaal E 17 minder dan nu, maal 700 vergunningen. Dat is een gat van 6 200.000, dat u in uw amendement hebt. Vindt u het reeel om dat zomaar, zonder concrete dekking, neer te leggen? De heer Gerard: Ik denk dat uw berekening niet goed is. Ten eerste wijs ik erop dat het voorstel dat wij hier indienen ten opzichte van het collegevoorstel budgettair positief is. Wij willen namelijk de tweejarenregeling afschaffen, in combinatie met het geheel. Dat zijn dus uitgaven die het college in de toekomst niet meer hoeft te doen. De formulering is bewust zo gekozen dat wat er aan inkomsten binnenkomt, compenseert wat er aan inkomsten vervalt. Dat kan door de tweede auto zwaarder te belasten dan het voorstel doet, tot een maximum van 6 10,50 bovenop het huidige tarief. Dat wat daar bovenuit gaat, kan dan eventueel ten laste komen van de algemene parkeerinkomsten. Wij gebruiken het woord gratis dus niet, omdat de gelden die binnenkomen bij bewoners en bij publiekscentra, winkelcentra enzovoort, voor ons samen de opbrengst vormen. Wij hebben dus eigenlijk een bepaalde verdeling voor ogen tussen bewoners en publiekscentra en instellingen. Voorzitter: Mijnheer Swart. De heer Swart: Een vraag aan mijnheer Gerard. Als je er met een beetje voortschrijdend inzicht naar kijkt, dan is het verschil in tarieven niet goed verklaarbaar, zeker niet tussen fiscaal en strafrechtelijk parkeren, om het zo maar even aan te duiden. Daarover willen wij straks ook nog wel wat kritische vragen aan de wethouder stellen. Vooruitlopend daarop: uw amendement vinden wij toch ook wel erg complex in de uitwerking. Wij vragen u ten eerste of u ervoor open staat om naar een eenvoudigere formulering te kijken, afhankelijk van het antwoord van de wethouder. Ten tweede vinden wij het belangrijk dat er toch een goede dekking tegenover staat, en daar hebben wij nog zo onze twijfels over.
Voorzitter: Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Mondeling is het verhaal eenvoudig uit te leggen, maar omdat ik het waterdicht moet formuleren voor een amendement, is het wat ingewikkeld geworden. Ten eerste zitten er twee kostenaspecten aan. Voor een bepaald, relatief klein deel van de stad stellen wij voor om het tarief te verlagen. Het gaat om drie
Verslagnummer xo
kleine wijken. Dat kost voor die wijken geld. Niet heel veel, geen 6 200.000. Vervolgens stellen wij voor om exact hetzelfde bedrag dat het in die wijken minder kost, elders op de parkeerbegroting te verhalen. Daarvoor hebben wij een tweetrapsredenering. Trap een: haal het uit het verhogen van het tarief voor de tweede auto. Omdat ik niet in staat ben uit te rekenen of we daarmee aan het
gewenste bedrag komen, heb ik een tweede trap ingebouwd. Als het verhogen van het tarief voor de tweede auto (tot maximaal 6 10,50) niet genoeg geld opbrengt, komt het geld dat dan nog opgebracht moet worden, ten laste van de algemene parkeerbegroting. In de praktijk betekent dit dat er meer meters, duurdere meters of allebei moeten komen. Het verhaal is dus kostendekkend, en omdat wij de twee jaar gratis laten vallen, is dat gedeelte van het verhaal budgettair zelfs positief. Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Ik wil toch echt bezwaar maken tegen het eerste stukje van het verhaal van mijnheer Gerard. Die relatief kleine wijken, dat zijn 700 eerste en 700 tweede vergunningen. Dan spreken we echt over een verschil van ruim 6 200.000, mijnheer Gerard. Dat realiseert u zich misschien niet, maar dat is wel zo.
De heer Gerard: Dan betekent dat simpelweg dat er 6 200.000 bij moet komen, op de manier die ik beschreven heb. Dat is dan heel simpel. Vervolgens is het positieve dat ’twee jaar gratis’ in deze combinatie wegvalt. Voorzitter: Mevrouw Van Herk. Mevrouw Van Herk: Dank u wel, voorzitter, ik kan het heel erg kort houden. Het CDA is het eens met het stuk zoals het voorligt. We hadden al aangegeven dat we in principe voor waren. Wel willen we het amendement van de SP steunen, waarin de prijzen voor de bewoners van de eerste vergunningen in dat deel van de stad gelijk getrokken worden. Wat ons betreft gaat het tarief van de twee jaar gratis parkeren er ook vanaf.
Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Mevrouw Van Herk, u realiseert zich dat mijnheer Gerard voorstelt om het gat van 6 200.000 dat ik eraan zie komen, te gaan vullen door de algemene parkeertarieven in Eindhoven te verhogen? Is dat iets waar het CDA zich graag achter schaart? Ik vind het een leuke, maar ben wel benieuwd of u zich daarvoor wilt uitspreken, want dat is de consequentie als u met zijn amendement meegaat.
Mevrouw Van Herk: Dan hebben we het over de tarieven voor de tweede auto, voor zover ik het heb kunnen zien.
Verslagnummer xo
De heer Helms: Nee, want dan komt u nog 6 200.000 te kort. Om dat tekort op te vullen, worden de tarieven van het parkeren bij parkeerautomaten verhoogd. Dat is de implicatie van het laatste deel van beslispunt 3 van mijnheer Gerard.
Mevrouw Van Herk: Wij zijn er geen voorstander van om alle tarieven zonder meer te verhogen, maar een lichte verhoging om inderdaad de kosten te dekken, daar kunnen wij wel voor zijn. De heer Helms: U beseft niet dat de verhoging niet licht is. Mevrouw Van Herk: Te zijner tijd kom ik daar nog op terug.
Voorzitter: Er zijn verder geen woordmeldingen, dus het woord is nu aan de wethouder. De heer Van Merrienboer: Dank u wel. Meerderheden vinden voor parkeerbeleid is geen sinecure, zeker niet als er politieke filosofieen onder gelegd worden. Aan de andere kant, en dat is evident, is het ook een kwestie van politieke keuzes maken. Ik zal de drie amendementen afzonderlijk behandelen. Ik begin met het amendement over de parkeerbelasting van de SP en ik kijk meteen maar even naar mijnheer Swart. Er zijn voldoende redenen om dat amendement te ontraden. Er bestaat verschil van opvatting tussen mijnheer Gerard en mij. Bij betaald parkeren kiezen wij nadrukkelijk voor fiscaal betaald parkeren als eerste inzet. Werkt dit voor bepaalde buurten niet, en daarbij kunt u aan de Bergen denken, dan kijken wij naar het strafrechtelijk vergunningparkeren. In het voorstel van mijnheer Gerard is dit het E9-parkeren. In dat geval spreken we van een zwaarder instrument, waarmee meer kosten gemoeid zijn en waar geen inkomsten tegenover staan en waarmee het voorzieningenniveau voor de burger dus stijgt. Voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: Er staan niet meer kosten tegenover. U hebt de hele infrastructuur van de meters dan namelijk niet meer nodig. De enige kosten zijn nog voor de bebording en de leges van de vergunningen. Dan kom ik op ongeveer 6 20.00 per jaar, 6 1,50 per maand uit. Het is dus niet duurder, het is goedkoper. Alleen de opbrengsten van de naheffingen hebt u niet, want die gaan naar het rijk. De heer Van Merrienboer: U zegt dat in een bijzinnetje, maar het is natuurlijk essentieel of er per saldo sprake is van een hoger kostenniveau. Dat is bij dit type vergunningparkeren wel degelijk het geval. Als ik die drie argumenten neem: strafrechtelijk parkeren is een zwaar instrument; per saldo kost het meer; voor de burger wordt een hoger voorzieningenniveau gerealiseerd dan bij fiscaal parkeren. Dit rechtvaardigt dan een eigen tarief. Wat mij betreft gaat het niet aan om het
verslagnummer xo
tarief geforceerd op een niet-kostendekkend peil vast te stellen en dat af te wentelen op de rest van de burgers. Dat amendement wil ik dus ontraden. Voorzitter: Mijnheer Swart.
De heer Swart: Nog even specifiek over dat punt, mijnheer de wethouder. U redeneert vanuit de overheidskant, maar gezien vanuit de burger is het wel vreemd om voor fiscaal parkeren een veel lager tarief te hanteren dan voor strafrechtelijk parkeren. Juist omdat dit verschil groot is, kan dit voor burgers moeilijk logisch verklaarbaar zijn. Hoe kijkt u daar dan tegenaan?
De heer Van Merrienboer: Ik heb u daarnet gezegd dat er voor de burger wel degelijk sprake is van een ander voorzieningenniveau. Bovendien zijn er geen signalen dat burgers in die gebieden nu juist een grote discrepantie ervaren tussen de kosten en dat wat ze krijgen. Dat zien we in gebieden waarin we betaald parkeren willen invoeren wel degelijk. Ik blijf er dus bij datje, als je nu in De Bergen zou overgaan op een lichter niveau van fiscaal parkeren, het voorzieningenniveau voor de burgers verslechtert. Omgekeerd leidt het huidige parkeerregime ertoe dat men meer krijgt dan in gebieden waar alleen maar fiscaal parkeren bestaat. Dat rechtvaardigt voor mij een hoger tarief. Voorzitter: Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Signalen zijn misschien niet bij de wethouder binnengekomen, maar wel bij ons. Wij hebben in het gebied bij het Catharina-ziekenhuis huis-aanhuis gewerkt. Wij krijgen wel degelijk signalen dat er veel onvrede is over de manier waarop dat de burgers door de strot geduwd is, namelijk door een puur toevallige beslissing van een ziekenhuis dat betaald parkeren ging invoeren in een buurt die tot dan toe geen problemen had. Voor de burger is het huidige systeem niet logisch. Het is inderdaad een kwestie van of je zus of zo kijkt. Voorzitter: De wethouder. De heer Van Merrienboer: Voorzitter, met drie argumenten heb ik volgens mij aangegeven waarom een tariefonderscheid gerechtvaardigd is. Het vierde argument is dat u de rekening ergens anders neerlegt als u het tariefverschil wilt wegwerken. Die rekening komt dan ofwel bij burgers te liggen, ofwel bij een begroting die daar op dit moment niet in voorziet. Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Ik heb daar een snel rekensommetje op losgelaten, maar weet u hoe hoog die rekening ongeveer zal zijn?
Verslagnummer xo
De heer Van Merrienboer: U rekent iets sneller dan ik, ik kan uw rekensom niet bevestigen. Er is sprake van een tekort dat wordt afgewenteld op burgers, ja, uiteindelijk betaalt de burger altijd, om het zo maar eens te zeggen. Ik vind echt dat hier sprake is van lusten en lasten die in evenwicht zijn en die u in onbalans brengt als u een niet-kostendekkend tarief gaat hanteren.
Dan amendement 12 van de VVD over de kostendekkendheid van
parkeervergunningen. Ik voer uw besluiten uit en u hebt bij meerderheid besloten dat wij handhavingskosten niet toerekenen en dat heb ik dan ook niet gedaan. Het voorstel van de VVD wijkt hier af van de kaderstelling die u mij bij meerderheid hebt meegegeven. Ik kan dit amendement dus alleen maar ontraden met de mededeling dat ik een besluit van de raadsmeerderheid consequent uitvoer. Ten slotte het punt van ’de eerste twee jaar gratis’. Voor mij is ’de eerste twee jaar gratis’ op dit moment een belangrijk instrument om burgers te faciliteren en te helpen de parkeeroverlast in hun wijk aan te pakken. Ik wil dit best met u evalueren, maar op dit moment wil ik buitengewoon graag over dit instrument beschikken. Het is financieel gedekt. Voorzitter: Mijnheer Helms. De heer Helms: Toen er voor het eerst over ’de eerste twee jaar gratis’ werd gesproken, hadden we het inderdaad over de wens om naar een vast laag tarief te gaan. U hebt toen zelf uitgesproken dat u dan dacht aan een bedrag van 6 5,00 of < 6,00. Denkt u nu dat dit instrument met 6 3,45 geen waarde meer heeft? De heer Van Merrienboer: Nee, dat denk ik niet. Als ik in de wijken praat over de manier waarop verkeersoverlast aangepakt kan worden, ervaar ik, en daar wil ik aandacht voor vragen, dat burgers onzeker zijn over de continuiteit van ons beleid. Ook dat is voor mij een reden om bij wijze van spreken niet elk jaar opnieuw met de tarieven te gaan schuiven, zodat burgers geen stabiel perspectief hebben. Dat is namelijk de belangrijkste reden waarom men geen vertrouwen heeft in de gemeente om een betaald parkeerregime uit te voeren. Ik maak me daarom echt sterk voor het feit dat we, door middel van ’de eerste twee jaar gratis’ en een vast laag tarief aan burgers deze stabiliteit geven, met alle voorbehouden die daar natuurlijk bij horen.
De heer Helms: U doet nu precies datgene wat u niet wilt doen: twee jaar gratis, dan wel betalen, dan weer niet ... U maakt er nu zelf een rommelig beleid van. De heer Van Merrienboer: Nee hoor, helemaal niet.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Mijnheer Swart.
De heer Swart: Op dat punt heb ik eigenlijk nog een vraag aan de wethouder. Ziet u het als onmogelijk of heel bezwaarlijk om de tarieven van fiscaal en strafrechtelijk parkeren in elk geval voor de burgers gelijk te trekken, of denkt u dat dit echt op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten?
De heer Van Merrienboer: Ik heb aangegeven dat ik daar belangrijke inhoudelijke bezwaren tegen heb. Ook financiele, omdat het voorstel niet gedekt is. Dat zijn twee belangrijke redenen om dat amendement nu te ontraden. Voorzitter: Mijnheer Gerard nog. De heer Gerard: Ik heb even gerekend. Die 6 200.000, dat klopt niet, het verbaasde mij ook al. 700 huizen en 6 7,00 per maand minder, maal twaalf maanden, dan kom je op 6 60.000,ÃćâĆňâĂİ uit. Het is dus gedekt. De SP wil een groter onderscheid tussen de
eerste en de tweede auto maken en de rest komt dan eventueel ten laste van de algemene begroting. Het is dus gedekt. De heer Helms: Die 700 huizen hebben ook allemaal een bezoekerspas. De eerste is een blauwe, de tweede een groene. Daar betalen ze 6 20 per maand voor en in uw voorstel nog maart 10,50. Dat is 7 maal een bedrag van 6 10,ÃćâĆňâĂİ maal 12 maanden
erbij.
Voorzitter: Ik geloof dat we hier genoeg over uitgewisseld hebben. Er komt hier geen overeenstemming over de prijs en de wethouder kan hier ook geen oordeel over geven. Ik stel het volgende voor. Ik heb een uitvoerige gedachtewisseling toegelaten, dus ik stel voor om geen tweede ronde te doen. We hebben de amendementen zeer uitvoerig besproken. Ik stel voor dat we tot besluitvorming overgaan. De heer De la: Onze fractie wil even schorsen alvorens tot besluitvorming over te gaan. Voorzitter: Goed, een fiscale schorsing voor de fractie van de Partij van de Arbeid.
[Schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Mijnheer Swart.
Verslagnummer xo
De heer Swart: Dit is tegelijk ook onze stemverklaring. Wij kunnen de wethouder volgen in zijn motiveringen en overwegingen. Het verschil in serviceniveau rechtvaardigt ook wat ons betreft het verschil in tarieven. Voorzitter: Dan gaan we nu over tot stemming. Wie wil vooraf een stemverklaring afleggen? Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: Het gaat om drie besluiten. Wij kunnen instemmen met de tariefvereenvoudigingen die in de eerste twee besluiten voorgesteld worden. Bij het derde besluit ligt dat echter anders. GroenLinks is gelukkig niet gebonden aan een coalitieakkoord. Wij houden wel vast aan de kostendekkendheid, inclusief de handhaving. Dat is voor ons een uitgangspunt. Wij zullen dan ook tegen dat voorstel stemmen, daar waar de vaste lage tarieven worden vastgesteld. Deze staan namelijk, behalve de handhaving, toekomstige duurzame ontwikkelingen in de weg, zoals in een van de kanttekeningen bij het stuk te lezen is. Dan de drie amendementen. Vanuit het kader van kostendekkendheid gaan wij akkoord met amendement 10 van de VVD. Daaruit volgt eigenlijk dat wij tegen het SP-amendement zullen stemmen. Amendement 11 vinden wij lastig, omdat daaruit een beetje een kwakkelend beleid zou kunnen worden afgelezen. We hebben de twee jaar gratis namelijk net in het beleid opgenomen, al vonden we toen al dat het een doekje voor het bloeden was. Een beetje afhankelijk van hoe de stemming verloopt, zullen wij daar hoogstwaarschijnlijk ook mee instemmen. Voorzitter: Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, wij vinden de kostendekking terug in het voorstel zoals het er ligt. Door de wethouder is een evaluatie toegezegd en daar willen wij hem zeker aan houden. Wij hebben ook gekeken naar consistentie van het beleid en ook die zien we terug. Wat betreft de amendementen: in beide zitten elementen waar we wel iets voor voelen. Toch vinden wij dat je wat betreft de handhavingskosten eerlijk moet zijn. We doen dat ook niet bij andere beleidsterreinen, al zouden we dat wel willen. Daarom zullen we de amendementen niet steunen. Voorzitter: We gaan over tot stemming. Ik stel de volgende volgorde vast. U moet even met mij meekijken of dat inderdaad klopt, want ik vind het nogal gecompliceerd. Amendement 12 van de VVD, vervolgens amendement 3A van de SP en daarna amendement 11.
We gaan stemmen. Wie is voor amendement 12? [Stemmen bij handopsteken] De fracties van de VVD, D66 en GroenLinks. Daarmee is het amendement verworpen. Dan komen we bij amendement 3A. Wie is voor het amendement? [Stemmen bij handopsteken] De fracties van de SP en van het CDA. Dan is het amendement
Verslagnummer xo
verworpen. Vervolgens amendement 11. Wie is voor dit amendement? [Stemmen bij handopsteken] De fracties van de VVD en van GroenLinks. Daarmee is het amendement verworpen. Dan komen we bij het ongewijzigde voorstel zoals het er ligt.
D h V Z" I: Het zijn drie besluiten, voorzitter. Met een deel kunnen wij het wel eens zijn, met een ander deel niet. Dit moet eigenlijk gesplitst in stemming gebracht worden. Voorzitter: IJ wilt een gesplitste stemming. Goed, maar daar moet een formeel voorstel voor komen. Het ordevoorstel is om dit stuk in drieen te splitsen. Dat betekent dat we eerst het besluit over de parkeerverordening 2009 in stemming brengen. De heer Van Bussel: Ik hecht eraan dat ordevoorstellen voortaan eerder gedaan worden, en niet als we middenin een stemming zitten. Voor de orde van de vergadering vind ik dat wel erg storend.
Voorzitter: Ik ben het met u eens, maar iedereen heeft de mogelijkheid om een gesplitste stemming aan te vragen. We stemmen nu over de parkeerverordening 2009. Wie is daarvoor? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dat
aangenomen. Vervolgens het besluit over de parkeerbelasting. Wie is daarvoor? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dat met algemene stemmen aangenomen. Ten slotte het besluit over de bewonersvergunningen. Wie is daarvoor? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] De fracties van de VVD, GroenLinks en D66 zijn tegen. Daarmee zijn alle drie de onderdelen aangenomen.
Vlll.3 Voorstel inzake Cultuur Totaal: van theorie naar praktijk Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt 3. Ik kijk naar commissievoorzitter Burema. De heer Burema: Dank u wel, voorzitter. Op 7 juli is er in de commissie JGOSC
uitgebreid gediscussieerd over het raadsvoorstel over Cultuur Totaal. Ik mag wel zeggen dat er zeer uitgebreid gediscussieerd is, want een groot gedeelte van onze vergadertijd is aan dit onderwerp besteed. De uitslag van de intensieve discussie is
verslagnummer xo
dat er wel unanimiteit was, maar dan in de vorm van een unaniem stemvoorbehoud. Dat wil zeggen dat geen enkele partij zich voor of tegen het voorstel uitgesproken heeft. Ondanks onze intensieve discussie was er dus nog veel onduidelijk. Dat heeft ertoe geleid dat het college bij monde van de wethouder heeft toegezegd met een nadere toelichting te komen. Deze nadere toelichting hebben de commissieleden schriftelijk ontvangen. De vraag die in het debat van vandaag centraal staat is of de toelichting voldoende is om de commissieleden in meerderheid over de streep te trekken. Ik ben zeer benieuwd. Voorzitter: De voorzitter van de commissie zegt dat de nadere toelichting van de wethouder centraal staat. Ik kijk wie hierover het woord wenst te voeren. Allereerst mevrouw Schreurs, omdat er een amendement is ingediend; vervolgens mevrouw Heesterbeek, omdat ook zij een amendement heeft ingediend. Daarna mevrouw Richters. Nu eerst mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, wij zullen sowieso voor het voorstel stemmen. De toelichting brengt wat licht in de duisternis. Toch worden we er niet vrolijk van. Eerlijk gezegd vinden we het een erg moeizaam proces. Ongeveer een jaar geleden stond ik hier en toen heb ik gezegd dat er in 2009 veel geld voor cultuur nodig zou zijn, omdat allerlei organisaties zouden dreigen om te vallen. Een meerderheid van de raad vond dat daar geen geld voor beschikbaar gesteld moest worden. Inmiddels staat de teller op zo’n 6 750.000, wethouder van Financien? Ik begin erg moe te worden van de discussie, waarin wij aan de voorkant dingen niet regelen. Ik sta hier nu dus weer, met een amendement, om te zorgen dat datgene wat elk mens op zich af ziet komen, aan de voorkant wordt geregeld. Dit proces zal namelijk niet vanzelf gaan, want je probeert geld van anderen te krijgen. Nee, het heeft niet alleen te maken met activiteiten, maar ook met organisaties. In deze precaire tijden heb ik bij de kadernota al geprobeerd om het temporiseren van de bouw van Plaza erdoorheen te krijgen, zodat er geld in de inhoud van cultuur gestopt zou kunnen worden. Dat is niet gelukt. De meerderheid van de raad wil dat dit proces doorgaat. Dan zal het dus uit de algemene middelen moeten komen. Ik heb het maar even bijgesteld, van een miljoen naar een half miljoen. Als er bij de begrotingsbehandeling geen bezuinigingen op cultuur komen, is dat waarschijnlijk genoeg. Je moet het op een gegeven moment natuurlijk wel regelen. Ik zag het voorstel van mevrouw Richters ook al langskomen. Onder normale omstandigheden klinkt dat heel aardig, maar het antwoord van het college op de drie vragen die u gaat stellen zal luiden: weet niet, weet niet, weet niet! Dan zitten we in 2010 dus weer met de handen in het haar. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Cultuur in deze stad. Het is al heel lang een grote zorg, en in deze financieel onzekere tijden geldt dat zeker. Ik stel
Verslagnummer xo
dat wij niet in staat zullen zijn om de hele culturele sector in de lucht te houden en ook niet de daarbij behorende infrastructuur. Mijn fractie betreurt de gang van zaken. Wij willen de boel niet blokkeren, maar wij willen wel verbeteringen aanbrengen. Dit voorstel maakt dat voor ons heel moeilijk, en dat vinden wij erg jammer; dat blijf ik benadrukken. Wij willen stappen vooruit zetten met de cultuur in Eindhoven, en wij denken dat dit niet de goede manier is. De nadere toelichting die wij na de commissiebespreking ontvingen, bracht ons niet wat wij hoopten. Dat kan misschien ook niet in zo’n korte tijd. De vergelijking met de Titanic, waar je aan dek de ligstoeltjes aan het goedzetten bent, drong zich aan ons op. Dat hielp en helpt niet. Wij stellen vast dat anderhalf jaar voorbereiding van Cultuur Totaal tot nu toe een zeer mager resultaat oplevert. Ik haal enkele zaken die wij erg mager vinden, uit de toelichting. Er moet nog steeds worden afgesproken hoe en of de geldstromen intern gaan lopen. Hoe het extern gaat worden, weten we helemaal niet. Wij willen voor alle partijen een win-winsituatie, maar daar vinden wij niets van terug. Wij weten nog niet welk deel binnen het budget flexibel wordt. Ik citeer: "Het zal een zoektocht worden hoe de ambtelijke organisatie en de culturele instellingen een andere opstelling gaan innemen." Deze zorgen uit ik al anderhalf jaar lang, namens mijn fractie. Wat wij in de toelichting wel lezen, en daar hebben wij ons een beetje aan vastgeklampt, is iets over de adviescommissie. Een adviescommissie die gat adviseren over de kwaliteit van het aanbod, over de breedte daarvan. Een adviescommissie die in een maand gaat adviseren over de ingediende plannen. Dat vinden wij erg snel, vooral als je eerst anderhalf jaar nodig hebt om zover te komen. Dan gaan we erg hard lopen! Een adviescommissie die, na een daartoe te nemen raadsbesluit, bovendien komt met een kunstraad, al dan niet met dezelfde bemensing als de adviescommissie. Allemaal heel erg mooi, maar de SP denkt dat het onverantwoord is om nu zo snel te gaan. Daarvoor is het voorstel niet evenwichtig genoeg. In ons amendement vragen wij dan ook om een opdrachtformulering die wordt voorgelegd aan de raad. Pas dan kan die adviescommissie benoemd worden. Dit doen wij omdat wij die opdracht graag zo breed mogelijk zien. De commissie gaat wat ons betreft het werk doen dat nu is blijven liggen. Natuurlijk is er heel veel gebeurd, en ik wil dat blijven onderstrepen, maar er moet meer gebeuren. Wat ons betreft wordt de cultuursector compleet doorgelicht. Er wordt op dit moment een beetje doorgesudderd (met excuses voor het woord) met ontwikkelmodellen, groeiscenario’s of wat dan ook. Dat kan in onze beleving niet. Wij moeten instellingen niet langer aan het lijntje houden; er moeten knopen doorgehakt worden. Bij de behandeling van de kadernota heb ik dit gezegd en ik doe het nu weer. Het is niet anders. Wij zullen moeten weten wat we wel en niet willen met cultuur. Het spijt mij zeer als wij het proces met ons idee vertragen, maar aan de andere kant denk ik echt dat die paar maanden extra voor
verslagnummer xo
zo’n ingrijpend plan zouden moeten kunnen, in het belang van de toekomst van de cultuur in deze stad. Voorzitter: Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Ik ben heel benieuwd wat het concrete voorstel van mevrouw
Verhees is voor de tussenliggende maanden. Wat gaan we dan verbeteren en hoe komen we wel tot concrete stappen? Mevrouw Heesterbeek: Ik hoop dat de opdrachtformulering voor de in te stellen adviescommissie er snel komt. De komende maanden is het vakantie, dus in die zin verwacht ik niet dat het een groot probleem gaat worden. Het is een kans om die opdracht goed te formuleren. Ik stel mij dan voor dat wij na de vakantie een opdrachtformulering voor onze neus krijgen die zo breed is als wij graag zouden willen. Dan gaan we aan de slag. Misschien redden we het dan niet om van alle kunstinstellingen voor 1 oktober het plan te krijgen. Ik weet ook niet of we dat moeten vragen. Ik denk ook dat we het dan zeker niet gaan redden om voor 1 november de adviescommissie het werk gedaan te laten hebben, maar goed, dat is de consequentie en dat lijkt ons niet zo erg. Mevrouw Verhees: Maar zou het een idee zijn om het voorstel zoals het er nu ligt met de toelichting te zien als basis voor de opdracht aan de adviescommissie en om die adviescommissie aan het werkte laten gaan? De adviescommissie komt dan met de bevindingen naar de raad. Het proces stopt dan niet in de tussentijd. Mevrouw Heesterbeek: Dat zou wel kunnen, maar ik ben bang, of ik weet wel zeker, dat de opdracht waarmee de adviescommissie aan de gang gaat, niet breed genoeg is. Dat kan ik opmaken uit de voorliggende stukken. Ik ben bang dat het onvoldoende is. Ik probeer steeds mijn waardering voor het stuk uit te spreken en aan de andere kant onze zorgen aan te geven. Wij lossen het niet op met dat wat in het voorstel staat. Dat is mijn probleem.
Het zal duidelijk zijn dat mijn fractie tegen het amendement van D66 is, dat eerst 1 miljoen euro en nu 6 500.000 wil, begrijp ik. Wij zijn niet tegen de motie van GroenLinks, want daarin wordt gevraagd om financiele dekkingsmogelijkheden binnen het cultuurbudget. Daar zijn wij niet tegen, want binnen cultuur mag alles opgelost worden. Wij betwijfelen alleen of dat gaat lukken. Tot zover. Voorzitter: Dan gaan we nu naar mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Dank u wel. GroenLinks is voor Cultuur Totaal. Dat zijn wij vanaf
het begin geweest en dat zijn we nu nog steeds. Wel hebben wij tijdens de commissiebehandeling onze zorgen geuit over de voortgang van het proces. We
verslagnummer xo
hebben een aantal vragen gesteld. Het college heeft, onder meer in reactie op die vragen, aanvullende informatie toegezegd. Die hebben we inmiddels gekregen en aan ons nu de afweging of deze informatie voldoende is of niet. In de laatste paragraaf van de toelichting van het college staat een hele interessante opmerking, zo vind ik persoonlijk. Er staat: "... spanning tussen veranderingsproces en het beheersen van het proces ..." Ik denk dat het college daarmee de vinger op de zere plek legt. Verder roept het college op tot loslaten. De centrale vraag van vandaag is eigenlijk ook: is dat wat er nu ligt voldoende om het los te laten?
In de commissie hebben wij twee zorgen geuit. De eerste betrof de breedtelaag van cultuur en wat die dan precies is. De tweede betrof het proces. Over de breedte weten wij inmiddels dat er een commissie komt die gaat adviseren over de inhoud van die breedte. Dat vinden wij positief. Wij zouden dat advies graag in de raad bekrachtigen en hebben begrepen dat dit ook de bedoeling is. Dat zou ik door de wethouder graag nog even bevestigd zien, want dat scheelt ons weer een amendement, zo dachten wij bij onszelf. In reactie op het amendement van de SP, die zelf de opdracht van de commissie wil vaststellen: daar zijn wij op tegen. Wij zijn echt bang dat dit het proces te veel vertraagt. Wij willen namelijk dat de commissieleden zo snel mogelijk aan de gang kunnen gaan, zodat zij zich straks, als de subsidieaanvragen per 1 oktober beoordeeld moeten worden, alvast een zo goed mogelijk beeld hebben kunnen vormen van hoe het moet met de breedte van de Eindhovense cultuursector. Wij zijn van mening dat het voorstel dat er nu ligt het college voldoende kaders biedt om die opdracht zelf te formuleren. Dan kijk ik naar het proces. Wat ons betreft is er een spanningsveld als er nu al subsidies worden toegekend, voordat het advies over hoe het aanbod er precies uit zou moeten zien, klaar is. Dat zorgvuldigheid centraal staat, vinden wij het allerbelangrijkst. Dat vinden wij essentieel voor het proces en voor het succes van Cultuur Totaal. Wij moeten nu dus de zorgvuldigheid versus de schade die vertraging mogelijk zou opleveren, afwegen. Onze conclusie daarbij is de volgende. Op zich gaan wij akkoord met Cultuur Totaal. Wij willen het proces dus de ruimte geven en geven het college het vertrouwen dat dit goed gedaan wordt. Wel constateren wij dat er in 2010 nog maar beperkte financiele ruimte zal zijn. Dat heeft juridische oorzaken en komt door contracten die lopen, en wij constateren dat extern geld of geld uit andere domeinen ook in 2010 waarschijnlijk nog niet los zal komen. Het gaat dus om een geleidelijk proces. Omdat het geleidelijk is en in het begin nog geen hele grote veranderingen met zich mee zal brengen, stemmen wij in. We zijn wel bang dat er in 2010 een soort vacuum ontstaat. In het kader daarvan hebben wij het amendement van D66 overwogen. Wij vinden echter datje
Verslagnummer xo
daarbij in knelpunten blijft denken en we vinden het onduidelijk om vast te stellen hoe hoog het bedrag moet zijn, want het kan nu opeens met een 6 500.000 minder. Mevrouw Schreurs: Dat is een flauwe opmerking, want ik constateer dat u zelf met geen enkel bedrag komt. Als u een beetje consequent zou zijn en de lijn zou volgen die in dit huis geldt, dan fourneer je, als je bezig bent met een reorganisatie, aan de voorkant budgetten die niet per se op hoeven, waar waarvan je de ruimte kunt gebruiken om dingen te realiseren. In het kader van de weerstand in deze raad tegen een bedrag van 1 miljoen euro, heb ik het naar beneden bijgesteld. Op het moment dat je het aan ziet komen, kun je het alsnog verhogen. Mevrouw Richters: Zoals ik al aangaf, denken wij daar iets anders over. Wij vinden in principe inderdaad dat er voor 2010 iets geregeld moet worden, om te voorkomen dat daar problemen ontstaan. Wij kiezen alleen voor een andere weg. Middels een motie willen wij aan het college vragen om in kaart te brengen of we moeten verwachten dat er extra geld nodig is en hoe hoog dat budget dan precies moet zijn. Wij willen die afweging dus pas bij de begroting maken.
Gezien het feit dat de motie laat is uitgedeeld, is het handig als ik het dictum even voorlees."... om voor de begrotingsbehandeling te inventariseren of er in 2010 een activiteitenbudget nodig is om Cultuur Totaal in gang te zetten, wat de omvang van dit budget zou moeten zijn en welke financiele dekking er zijn, binnen het cultuurbudget." In aanvulling op mevrouw Heesterbeek van de SP, daarbij willen wij dus boven tafel hebben of het lukt om het binnen het cultuurbudget op te lossen, maar houden wij de mogelijkheid open om binnen de begroting af te wegen om er eventueel iets extra’s bij te doen. Dat is bij de begrotingsbehandeling dan aan de raad.
Voorzitter: Mevrouw Habets.
Mevrouw Habets: Dank u wel, voorzitter. Ook na het doornemen van de nadere toelichting op het voorstel blijft mijn fractie met enkele vragen en bedenkingen zitten. Ten eerste de mate van concreetheid en daarmee de uitvoerbaarheid van
het voorstel. Ten tweede de financiering. Ten aanzien van het eerste punt: het voorstel over Cultuur Totaal heeft een hoog abstractiegehalte. De genoemde criteria zijn breed uit te leggen en het voorstel is volstrekt niet concreet en geeft geen kaders aan op grond waarvan subsidies verleend, verlengd, geintensiveerd, gekort of beeindigd moeten worden. Ten aanzien van de financiering: al bijna acht jaar lang staat het cultuurdossier op onze politieke agenda. Al die tijd gingen de voorstellen en de debatten over de financiering, en dan met name over een bezuinigingsopdracht van 6 300.000 van de culturele instellingen. Dit dossier heeft twee wethouders de kop gekost. Het verbaast ons dan ook dat er in dit voorstel nauwelijks een woord over geld staat. Het enige dat in de financiele paragraaf staat
verslagnummer xo
is dat de raad rond de begrotingsbehandeling op 3 november inzicht krijgt in de mogelijkheden om budgetten te flexibiliseren. Tijdens de commissievergadering gaf de portefeuillehouder aan dat we gaan proberen bij provincie en rijk zo veel mogelijk te halen. Dat was alles over financien. Wij voorzien dan ook grote problemen met aan de ene kant een strak en ambitieus stappenplan en aan de andere kant de onzekere financiering van dit voorstel. De toezegging om hier bij de begrotingsbehandeling van 3 november inzicht in te geven, lijkt ons erg krap. Wij voorzien dat er veel extra geld vrijgemaakt moet worden. De subsidiesystematiek blijft tot 2011 of 2012 namelijk ongewijzigd en 2010 wordt opnieuw een overgangsjaar, waarin veel geld uitgegeven zal moeten worden om instellingen niet om te laten vallen. Onze vraag is hoe het college dit gaat oplossen en met welke middelen.
Tijdens de commissiebehandeling werden er vragen gesteld over de op te richten adviescommissie. Hoe wordt deze ingericht en welke opdrachten krijgt de commissie en wat kost het? Voorzitter: Als deze vragen tijdens de commissievergadering gesteld zijn, hoeven ze hier niet opnieuw gesteld te worden. Mevrouw Habets: Op de twee eerste vragen is in de nadere toelichting heel uitvoerig ingegaan. Over de derde vraag ÃćâĆňâĂİ alweer dat geld ÃćâĆňâĂİ echter geen woord. Op
die vraag is geen antwoord gekomen. Daarom nogmaals: graag een reactie van de portefeuillehouder. Wat gaat het kosten? Graag een reactie op onze zorgen. Het amendement van de SP zullen wij steunen. Met het amendement van D66 hadden we wat moeite, omdat het bedrag van een miljoen euro in eerste instantie echt was vastgezet. Later is het een 6 500.000 geworden. We zijn blij met de motie van GroenLinks. Het amendement van D66 zullen wij niet steunen, maar de motie van GroenLinks wel. Voorzitter: Mijnheer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Wij zijn vandaag volgens mij bezig met het zetten van de volgende stap in Cultuur Totaah ln het najaar komt daarop zeker nog een vervolg. In de commissie hebben wij onze inbreng uitgebreid gegeven en ik zal me nu dan ook beperken tot de toelichting van het college. Ten eerste wil ik even aandacht vragen voor de intrinsieke waarde. Het is een prachtig begrip uit de bedrijfseconomie, maar hoe we dat naar kunst en cultuur moeten vertalen, is mij geheel onduidelijk. Misschien kan de wethouder daarop reageren. Het zou trouwens ideaal zijn als we kunst en cultuur ook een bepaalde financiele waarde zouden kunnen geven.
verslagnummer xo
Dan over de adviescommissie; daar is daarnet ook al iets over gezegd. In de toelichting staat dat de adviescommissie het college adviseert en dus niet de raad. De SP wil het met het amendement aan de raad voorleggen, maar het gaat om een adviescommissie voor het college. Dat amendement zullen wij dan ook niet steunen. Mevrouw Heesterbeek: Ik wil even reageren op wat mijnheer Stoevelaar zegt. Wij bedoelen ÃćâĆňâĂİ zo staat het in ons amendement ÃćâĆňâĂİ dat wij de opdracht die aan de
adviescommissie wordt gegeven, eerst willen zien. Dat is net iets anders dan wat u zegt. De heer Stoevelaar: De opdracht staat netjes in de toelichting en wij zijn het eens met wat in de toelichting staat. Daarom is uw amendement voor ons overbodig. Het is echt een adviescommissie die geen besluiten neemt, zo hebben wij vernomen. Het bevreemdt ons wel dat deze adviescommissie eigen richtlijnen moet gaan opstellen. Normaal gesproken mag je verwachten dat het college aangeeft wat de commissie moet doen en wat de richtlijnen zijn. Ook staat niet duidelijk in de toelichting wanneer de adviescommissie wordt omgevormd tot raad voor de kunst. Misschien kan het college daar nog iets over zeggen. Even iets over de flexibele budgetten. Nu ligt nagenoeg alles vast. Straks is het de bedoeling dat wij wat meer vrije ruimte krijgen door het percentage van 95 /o dat nu vast ligt, te verlagen. Daar zijn wij het helemaal mee eens. We lezen ook dat er mogelijke financiele bijdragen uit andere sectoren zoals Ruimte en Economie gaan komen. Daar moet uiteraard wel een culturele prestatie tegenover staan, en als daar voorstellen voor komen, zullen wij die ook beoordelen. We zijn het er ook helemaal mee eens dat de culturele instellingen niet meer zo veel werk hebben aan de stenen en het onderhoud ervan, maar we vinden dat de financien die daarvoor nodig zijn wel zichtbaar moeten zijn in de kosten van een dergelijke activiteit.
Het amendement van D66 over het frictiefonds en de motie van GroenLinks liggen in elkaars verlengde. Als het amendement van D66 een motie was geweest, waarbij het bedrag niet genoemd zou zijn, was het voor ons acceptabel. De motie van GroenLinks is voor ons nu wel acceptabel; er staan dingen in die ons aanspreken. Wij zullen A7 dus niet steunen en M10 wel. Over A9 van de SP heb ik het al gehad: dat zullen wij niet steunen. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dank u wel. Ik heb een woordmelding gedaan, maar ik kan mij voor de volle honderd procent scharen achter de woorden van mevrouw Richters. Wij hebben de motie van GroenLinks mede ondertekend. Omwille van de tijd en de vlotheid van de discussie maak ik verder geen gebruik van mijn spreektijd.
verslagnummer xo
Voorzitter: Dank u wel. Het woord is dan nu aan mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Over een discussie die al zo lang loopt, moet je in de gemeenteraad gewoon iets zeggen. Zo lang als ik in de raad zit en jaren daarvoor heeft cultuurbeleid altijd de aandacht van de raad gehad. Zo lang ik mij kan herinneren, was het taaie kost, vooral als allerlei culturele instellingen elk jaar weer structureel subsidie kregen, waarbij we elk jaar weer gediscussieerd hebben over de vraag of dat niet anders moest. Nu zitten wij met Cultuur Totaal dus op een ander pad. Cultuur Totaal volgt vooralsnog eigenlijk alleen maar het pad van de beloftes. Het heeft bij ons veel krediet. Ik denk dat dit de kant is die we op moeten, maar het gaat niet zo hard. Wat dat betreft kan ik me aansluiten bij veel twijfels die al zijn geuit, want de grote, moeilijke besluiten die wij op dat vlak nog moeten nemen, gaan allemaal nog komen. Wij kunnen niet met goed fatsoen tegen het voorliggende besluit zijn, maar als wij al onze twijfels op een stapel leggen, dan is tegenstemmen niet erg ver weg.
Dit najaar moet er nog veel gebeuren. Wij zijn bang dat alle moeilijke besluiten op het bordje van de adviescommissie terecht gaan komen, en als wij iets niet willen, dan is het dat: moeilijke dingen waar we zelf niet uit komen op het bordje van een commissie leggen, die het dan maar moet uitzoeken. Dat zou een hele slechte gang van zaken zijn. Daarom is het amendement van de SP goed. Wij willen echt van tevoren zien wat die commissie gaat doen. Dat amendement zullen wij steunen. Hoewel de frictiebudgetten hard nodig zullen zijn, zou ik die graag zien in het kader van de begroting, waarbij toch al naarstig naar allerlei middelen gezocht gaat worden. Ik wil daar vandaag niet op vooruit lopen, dus steun ik het amendement van D66 niet. Bij de motie van GroenLinks gaat het om de vraag om dat te zoeken. Het lijkt mij, maar misschien moeten we dan het college even afwachten, iets dat het college al gaat doen. Misschien is deze motie dus volstrekt overbodig, maar hij is in elk geval wel verstandig. Ook daar zullen we merken dat geld dit jaar schaars zal zijn. Wij hebben nog steeds de hoop dat Cultuur Totaal op een positieve draai in het cultuurbeleid uitloopt, maar de moeilijke stappen moeten nog gezet worden. Voorzitter: Mevrouw List.
Mevrouw List: De VVD vindt dat wij verder moeten met Cultuur Totaal, ondanks dat wij tijdens de commissiebespreking tot in detail onze kritiek en zorgen over de kaders, de uitvoering en de haalbaarheid hebben laten horen. Niet voor niets stemden wij tegen het eerste visievoorstel over Cultuur Totaal van vorig jaar. Het was te abstract en te onduidelijk en we wisten niet, en de meeste partijen met ons, waartegen we nu ja gingen zeggen. Onze kritiekpunten in de laatste commissieÃćâĆňâĂİ
Verslagnummer xo
het ontbreken van de intrinsieke waarde van kunst en cultuur, de onduidelijkheid over top en breedte voor bestaande instellingen, de adviescommissie en de haalbaarheid ÃćâĆňâĂİ zijn in de toelichting allemaal door de wethouder overgenomen. Ik
zou bijna zeggen dat het een VVD-voorstel is geworden. Met de toelichting gaan wij akkoord met het voorstel, maar of het binnen de gestelde kaders mogelijk zal zijn om keuzes te maken is nog onduidelijk. Dat moet blijken. Wij zijn van mening dat we letterlijk en figuurlijk een cultuuromslag kunnen krijgen als wij volgend jaar een andere coalitie hebben, met mogelijk een andere manier van prioriteiten stellen. Wat dat betreft kunnen wij hier dus mee uit de voeten. De VVD zal Cultuur Totaal kritisch op de voet moeten blijven volgen, zoals wij dat ook nu hebben gedaan. De belangrijkste reden waarom wij akkoord gaan met dit voorstel is dat de culturele instellingen in Eindhoven ons laten weten aan de gang te willen en te moeten. Wij nemen onze verantwoordelijkheid ten opzichte van hen, en dat heeft voor ons prioriteit bij het maken van een afweging.
Ten aanzien van de amendementen en de motie van GroenLinks: wij zullen niet meegaan met het amendement van D66, omdat wij vinden dat de afweging bij de begroting moet plaatsvinden. De motie van GroenLinks, waarin die afweging wel kan plaatsvinden, vinden wij daarentegen sympathiek. Wat betreft het amendement van de SP zijn wij benieuwd naar de toelichting van de wethouder hierop. We zijn wel bang dat een dergelijke opdracht het proces kan vertragen. Daar zijn we huiverig voor, want we willen aan de gang! Dank u wel. Voorzitter: Het woord is aan de wethouder voor de eerste termijn van het college. Mevrouw Mittendorff: Dank u wel, voorzitter. Hoezeer extra geld voor cultuur het werk ook gemakkelijker zou maken, we weten allemaal dat onze begroting en eigenlijk de hele maatschappij het nu niet echt toelaten om extra gelden op voorhand neer te leggen. Hoewel ik mevrouw Schreurs dus van harte wil bedanken, want ik zie het ook als support, moet ik toch zeggen, en ik weet zeker dat ik namens het hele college spreek, dat een dergelijk amendement nu niet aan de orde kan zijn. U hebt echter wel gelijk als u zegt dat deze processen niet vanzelf gaan en dat we daar ook nog heel hard aan moeten werken. Daarom denk ik ook dat het goed is om in beeld te brengen wat GroenLinks heeft voorgesteld en om nog eens op een rijtje te zetten wat het precies betekent. Gaandeweg dit proces zullen we meer duidelijkheid kunnen krijgen. Wellicht krijgt u, mevrouw Schreurs, toch nog eens dat waarvan u ziet dat het nodig is. Goed, dat moeten we afwachten.
Mevrouw Heesterbeek, u bent niet helemaal content, en misschien is het nog wel iets sterker, met de zoektocht, zoals u dat noemt, voor Cultuur Totaal. Dat is het ook, want het is een ontwikkelingstraject waarbij mensen en instellingen gezamenlijk aan de slag gaan en niet met een abrupte wending, maar heel geleidelijk in een andere richting koersen, om te kijken of we samen meer
Verslagnummer xo
flexibiliteit in het cultuurverhaal kunnen krijgen. Daar hebben wij een commissie voor nodig. Als u, wat ik hoop, straks ’ja’ gezegd hebt, gaat die commissie vrijwel meteen aan de slag. Niet per 1 oktober, maar direct aan de slag met datgene wat u als opdracht gekregen hebt. De opdracht van tweeenhalf kantje waarin staat wat de doelen en de criteria zijn en wat we willen bereiken. Misschien ook als antwoord op mijnheer Stoevelaar: als het voor de commissie niet het werkbare document is, blijven dat de kaders op basis waarvan de commissie zal adviseren. Ik kan me heel goed voorstellen dat de commissie dit in een werkbaarder document voor zichzelf zal kunnen opschrijven. Als u dat op 7 oktober in de raad wilt voorleggen, want dat is de volgende raadsvergadering, zijn wij gewoon veel te laat. Als u dat wat de adviescommissie opschrijft op basis van die tweeenhalve pagina die doelen en criteria duidelijk aangeven wilt zien, dan heb ik daar geen problemen mee. Als we echter tot 7 oktober wachten, hoeven we dit proces niet met elkaar te beginnen. Ik zie dat dus echt als een onmogelijkheid. Mevrouw Heesterbeek zegt dat de cultuursector moet worden doorgelicht. Ik geloof dat wij een andere term gebruikt hebben, maar wij kijken wel heel goed: wat hebben we in Eindhoven? Is dat goed? Is dat breed genoeg? Moeten er dingen bij? Is er te veel van het een of ander? In de tweede fase geeft de commissie daar een heel duidelijk advies over. Dat advies willen we ook graag aan de raad doorgeven om te kijken of de raad het daarmee eens is. Op dat moment kunnen we pas overgaan naar een kunstraad, en ook dat vraagt om een raadsbesluit. U kiest nu dus niet voor een automatisch proces waarbij er opeens een kunstraad is, maar dat is wel degelijk een belangrijke overweging waarover wij het samen moeten hebben. Ik schat in dat dit in de eerste maand van het volgende jaar zou kunnen zijn. Wat betreft de geleidelijkheid van het proces ben ik het met mevrouw Richters eens en ook ben ik het eens over de spanning die daarin zit. Aan de ene kant wil je als raad en als college dit proces koesteren, in de hand houden en er richting aan geven. Aan de andere kant weet je dat de instellingen met hun eigen dingen bezig zijn. Met elkaar probeer je het in een bepaalde richting te krijgen. Dat is dan een kwestie van willen beheersen of willens turen. Mevrouw Habets zegt dat er geen kaders zijn, maar die zijn er wel. De kaders zijn heel nadrukkelijk aangegeven in criteria en in doelstellingen. Als u vraagt wanneer een subsidie uitgebreid of gestopt wordt, dan gaat het erom dat dit een geleidelijk proces is. Er zullen niet meteen vreselijke dingen gebeuren en er zullen niet meteen hallelujaverhalen zijn. Het gaat om een richting die je samen uitgaat.
U vraagt wat de adviescommissie kost. De vorige keer kon ik u daar geen antwoord op geven. Inmiddels hebben we een lijst met namen. De mensen zullen natuurlijk een vergoeding willen, maar we gaan uiteraard kijken naar de hoogte van de vergoeding, zodat niet heel veel geld dat voor kunst en cultuur bedoeld is, naar
Verslagnummer xo
mensen gaat die daar oordelen over moeten vellen. Een exact bedrag kan ik u nu nog niet geven. Er is veel gesproken over de intrinsieke waarde van kunst en cultuur. Cultuur lever je niet uit aan economische, sociale of ruimtelijke doelen, maar het heeft waarde in zichzelf. Mevrouw List heeft er andermaal voor gepleit om dat nog eens naar voren te brengen. Ik denk ook dat we het niet moeten verkopen, dat het geen middel is, maar dat kunst en cultuur juist een doelstelling op zichzelf is. Voorzitter: Mijnheer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Wil dat zeggen dat de intrinsieke waarde eigenlijk niet te benoemen of te kwantificeren is, maar dat het meer een gevoel is? Mevrouw Mittendorff: Intrinsieke waarde is niet dat wat wij voor de kunst- en cultuursector kunnen benoemen, maar dat wat de sector zelf voor de instelling en doelstelling als waarde meeneemt. Generiek is het dus niet te benoemen.
Het pad van de beloftes, zo zegt mijnheer Vleeshouwers. Het zijn niet alleen beloftes, maar hier en daar zou het ook best eens een stok achter de deur kunnen zijn. Zitten wij nog op de goede weg en gaan we de goede richting uit? Ik weet niet of er veel moeilijke beslissingen te nemen zijn, want hier staan een aantal doelstellingen en criteria die de weg al heel goed wijzen. Natuurlijk komt er nog wel het een en ander op tafel. Zelf vind ik het erg belangrijk, en dat heeft mevrouw List ook aangegeven, dat culturele instellingen hiermee aan de slag willen. Dat is ook wat wij horen. Voor sommige mensen blijft het weliswaar een beetje vaag en is het toekomstmuziek, maar voor velen is het de stip aan die horizon waar ze met elkaar naartoe willen. Voorzitter, ik wil het hier graag bij houden. De heer Vleeshouwers: Graag nog een korte vraag. Ik begrijp dat de wethouder tempo wil maken en de adviescommissie meteen aan de slag wil laten gaan. Zij zegt dat het amendement van de SP dit dwarsboomt. Ik kan mij echter heel goed voorstellen dat de commissie nu aan de slag gaat met de criteria en kijkt of daar een werkbare vorm voor te vinden is. Ik neem aan dat de commissie daar nog wel een kluif aan heeft. Na de vakantie in september kan de adviescommissie dan met een werkbare versie van het geheel komen, waar wij nog een keer ’ja’ tegen kunnen zeggen. In dat geval is er helemaal geen vertraging. Voorzitter: De wethouder.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik heb niets tegen het openbaar maken van het werkdocument waarmee de commissie gaat werken. Ik heb wel iets tegen het
Verslagnummer xo
wachten op een ’ja’ van de raad, omdat dit pas op 7 oktober zal kunnen komen. Dat is echt te laat om het proces op een goede manier te kunnen laten verlopen.
Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Voor de stemming wil mijn fractie graag een kleine schorsing, dan weet u dat vast. Ja, ik zit hier best wel mee. Als ik de nadere toelichting nog een keer lees, staat er in het laatste stukje dat wij zaken moeten durven loslaten, met de zekerheid dat zij op het juiste moment en beter terug zullen komen. Dan denk ik ten eerste dat sommige zaken misschien niet terug moeten komen, omdat we van sommige dingen afscheid moeten nemen. Ja, ik
vertel het eigenlijk alleen maar om te benadrukken waar onze zorgen liggen, en dat wil ik de wethouder toch nog even meegeven. Voorzitter: Dat had u al gedaan, hoor.
Mevrouw Heesterbeek: Bij dezen dan. Voorzitter: Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voor het gemak zal ik mijn amendement intrekken, want er is geen draagvlak voor. Het is een goede gewoonte om amendementen netjes te formuleren, omdat het om de precieze tekst gaat. Dat is in dit geval volkomen overbodig. Ik hoor het de wethouder feitelijk ook zeggen: met geld is dit proces zo veel gemakkelijker. Het is eigenlijk niet verdedigbaar dat je zo’n grote omslag laat plaatsvinden, zonder er geld bij te leggen. Het is eigenlijk niet verdedigbaar dat wij, bij elke culturele organisatie waar iets aan de hand is, ongeveer zes maanden nodig hebben om te kijken of we er uiteindelijk financien ’bijduwen’, terwijl we dat voor onze eigen organisatie bij de jaarrekening met een pennenstreek regelen. Bij elke overschrijding in dezelfde sector wordt er door ons immers direct gevoteerd. Je ziet het aankomen. Je hoeft er alleen maar naar te luisteren. Voor het einde van
de vakantie heeft het college een besluit genomen over PopEi, en u hebt gehoord wat de wethouder zei: ’We zullen de functie overeind houden.’ Feitelijk zei ze dat PopEi afgelopen, uit is! Dat is er nu aan de hand. Zonder financien krijg je dat soort besluiten. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Wij vragen ons af of het een idee is, want wij denken echt mee en hebben hier zorgen over, dat de in te stellen adviescommissie een mogelijkheid tot vragen stellen inlast. Raadsleden die dat willen, zouden hun mening dan met de commissie kunnen delen. Dit wellicht in plaats van het
Verslagnummer xo
amendement, maar daarom wil ik dadelijk ook graag een schorsing. Het zou ons helpen als we daar wat duidelijkheid over zouden krijgen. Mevrouw Mittendorff: Dat lijkt me geen enkel probleem. Voorzitter: Dan moeten we zo even schorsen, denk ik. Zoals het er nu voorstaat, ligt er een amendement van de SP-fractie; het amendement van D66 is ingetrokken. Dat betekent dat we zo meteen eerst over het amendement van de SP stemmen, dan over het voorstel en daarna over de motie, maar waarschijnlijk komt er nog een wijzigingsvoorstel van de SP-fractie. Hebt u aan vijf minuten genoeg? Dan stel ik voor dat wij schorsen tot 18.35 uur.
[Schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Het woord is aan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, na rijp beraad. Onze fractie blijft zorgen hebben, dat ga ik niet steeds weer zeggen. Wij denken dat wij op dit moment praktisch moeten zijn. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder. Die belofte zullen wij op de voet volgen en wij zullen in elk geval graag gebruik maken van de mogelijkheid, die na de vakantie hopelijk snel komt, om de adviescommissie te voeden met onze gedachten over de toekomst van cultuur op korte en wat langere termijn. Wij stellen dat ons amendement dankzij deze toezegging niet ingediend hoeft te worden. Voorzitter: Goed, dat brengt ons bij de volgende stand van zaken. Er zijn bij dit voorstel geen amendementen meer in stemming. Er is slechts een motie. Dat betekent dat we nu tot stemming over kunnen gaan. Is er nog behoefte aan stemverklaringen vooraf? Mevrouw Habets. Mevrouw Habets: Ons standpunt was tot op dit moment eigenlijk heel open. We hebben veel moeite met het feit dat een paar simpele vragen tot wee keer toe niet door de wethouder beantwoord kunnen worden. We hoeven niet tot achter de
komma te gaan, maar we praten hier niet alleen over de intrinsieke waarde, maar ook over het geven van geld. Dat missen wij in het hele stuk, en we krijgen geen antwoord. Wij gaan dus tegenstemmen. Voorzitter: Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Voorzitter, een stemverklaring. Het is een hele stap om een alfaonderwerp er in een betastad door te krijgen. Het is meer dan een goede pijnstiller in dit hoofdpijndossier, maar ook zo dat er nu tijd en rust is om het nader
verslagnummer xo
uit te werken, samen met culturele instellingen. Dat betekent dat nog niet alles vaststaat of waterdicht is, maar nu is er wel tijd om die stap te maken. Dat willen wij graag zien, dus we zullen voor stemmen. De motie van GroenLinks, die op zich wel sympathiek lijkt, zullen wij niet steunen. Het gaat over mogelijke initiatieven, en die zullen er altijd wel weer zijn, dus dat zullen we tegen die tijd moeten bekijken. Voorzitter: Mijnheer Abbou. De heer Abbou: Dank u wel, voorzitter. Eindhoven Nu sluit zich aan bij de woorden
van 1eefbaar eindhoven’. Voorzitter: Goed, dan gaan we over tot stemming. Aan de orde is allereerst het voorstel zoals het is ingediend; er zijn geen amendementen meer. Daarna komt de motie in stemming. Nu eerst het voorstel. Wie is voor het voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] De Stadspartij, het OuderenAppel, Eindhoven Nu en ’leefbaar eindhoven’ zijn tegen. Daarmee is het voorstel aangenomen. Dan komen we bij de stemming over de motie van GroenLinks. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de ChristenUnie, het OuderenAppel, D66 en eindhoven Nu tegen is de motie aangenomen. Daarmee is dit agendapunt afgerond.
Vlll.4 Voorstel ontwikkeling financiering Brainport Development Voorzitter: We gaan over naar punt 4. Ik ga toch nog een poging met u doen. 0, we hebben nog anderhalf uur? Het gaat dus heel goed! Het woord is eerst aan de commissievoorzitter. Mijnheer Helms.
De heer Helms: Over dit voorstel is in de commissie uitgebreid gediscussieerd. Op het beslispunt om in te stemmen met de fusie reageerde de grote meerderheid positief, waarbij met name kanttekeningen werden geplaatst bij de te verwachten synergie-effecten. Er was meer discussie over de financiering van het geheel. Een aantal partijen vond het te snel om het nu al voor de hele periode vast te stellen, terwijl anderen het niet ver genoeg vinden reiken. De portefeuillehouder heeft hierbij de kanttekening gemaakt dat instemming met het plan en de financiering nodig is voor de cofinanciering van regionale partners. De discussie zou vandaag dus met name moeten gaan over de financiering. Voorzitter: Dan moet het met name gaan over de financiering. U gaat mij bijstaan, dus dat komt goed. Wie mag ik het woord geven? Er zijn amendementen ingediend door het CDA en door D66 en er is een motie ingediend door de SP-fractie. Als eerste is het woord aan mijnheer Houben.
Verslagnummer xo
De heer Houben: Dank u wel, voorzitter. Zoals de commissievoorzitter al aangaf, hebben wij in de commissievergadering uitgebreid, maar dan ook heel uitgebreid gesproken over het voorstel van het college om NV REDE en Brainport Operations te laten fuseren. Laat ik voorop stellen dat de CDA-fractie een groot voorstander van deze fusie is, met name vanwege het feit dat onze kritiekpunten, de verwachte synergievoordelen, niet zozeer uit het raadsvoorstel bleken, maar met name door de beantwoording van het college een heel stuk duidelijker geworden zijn. Daar gaan we het vandaag dus niet over hebben. Vandaag gaat het voor het CDA over twee details. Het eerste detail, maar dat maakt het niet onbelangrijk, is dat het raadsvoorstel zorgt voor een tekort van ruim 6 600.000 in een nieuwe collegeperiode, en dat willen wij niet. Het tweede niet onbelangrijke detail is dat wij in 2006 hebben afgesproken dat de gemeente Eindhoven 4 keer 4 miljoen euro gaat uitgeven voor een bestuurlijk programma Brainport. Daar hebben we toen allemaal mee ingestemd, onder een aantal voorwaarden. Een van die voorwaarden was dat er na vier jaar geevalueerd zou worden om te kijken of het geld goed terechtgekomen is, waarbij er op dat moment eventuele nieuwe afspraken gemaakt zouden worden. Voor et CDA geldt: afspraak is afspraak. Het doet mij dan ook deugd om u te kunnen vertellen dat een behoorlijk aantal partijen op de lijn van ons amendement zit.
Om deze twee niet onbelangrijke details in het raadsvoorstel te repareren, dient het CDA een amendement in. Het wordt mede ingediend door de Partij van de Arbeid, de SP, in ieder geval door 1eefbaar eindhoven’, door de VVD en door D66. Wat zegt dit amendement? Dit amendement zegt dat we het tekort van 6 600.000 van een nieuwe collegeperiode zelf in onze eigen periode moeten oplossen. Ten tweede willen we de afgesproken evaluatie van de vier keer 4 miljoen euro graag nog in deze periode georganiseerd hebben. Ik dien hierbij het amendement in en tot zover onze bijdrage. Voorzitter: Ik dank u wel en geef nu graag het woord aan mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ons amendement gaat over de onderliggende visie bij het stuk. Je ziet dat er een nieuwe tijd is en dat staat feitelijk verwoord in de Designvisie. Dat is: Eindhoven als levend laboratorium, de quadrupel helix, oftewel de eindgebruiker is onderdeel van het ontwerpproces, waarbij design een middel is om dingen te realiseren. Deze ontwikkeling staat nog niet echt in de visie van Brainport, en dat zien we wel graag terug, uiteraard ook in het jaarplan. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel. Wij gaan instemmen met dit voorstel. Brainport is belangrijk voor de regio. Het brengt ons werkgelegenheid en dat is goed. Het zet ons op de kaart en ook dat is goed. Dat we daarin wel realistisch moeten blijven en
Verslagnummer xo
naast economische groei andere zaken en waarden moeten blijven erkennen en beschermen, mag duidelijk zijn. Wat de financiering betreft: het amendement van het CDA hebben wij mede ingediend; daar ga ik verder niets over zeggen. Ik had nog wel een opmerking en ook een motie over de kosten binnen de organisatie. In de motie vragen wij u om eens heel kritisch naar de personeelspost te kijken. Wij denken dat daar veel geld in gaat zitten en wij denken dat de Balkenendenorm een uitvinding is die ook binnen Brainport wel eens ijkpunt zou mogen zijn voor de personeelskosten. Tot zover, dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan mevrouw List.
Mevrouw List: Voorzitter, over Brainport kunnen wij kort zijn. De richting is goed en wij zijn positief over de fusie, hoewel wij, in tegenstelling tot het CDA, vonden dat de synergie-effecten in de laatste commissievergadering nog niet zo duidelijk benoemd werden. Amendement 3A hebben wij mede ingediend. Voor ons is het belangrijk om te evalueren voordat we definitief groen licht geven voor de langere termijn. Ten slotte zullen we tijdens de begroting over de gemeentelijke Brainportgelden praten, maar voor de VVD blijven de gelden voor economische zaken belangrijk. Wij blijven zeggen dat economisch beleid belangrijk is en dat dit ook binnen de eigen organisatie zichtbaar moet blijven. Dank u wel.
Voorzitter: Mijnheer Depla. De heer De la: tMj kunnen heel kort zijn. Mijnheer Honken van het CDA heeft heel krachtig verwoord waar ook onze pijn zat. We gaan niet een nieuw college met een tekort opzadelen. Daarom ondersteun ik het amendement volledig, om te zorgen dat het gat gedicht wordt. Verder hebben we hier in de commissie al uitgebreid over gesproken en aangegeven dat wij dit voorstel van harte ondersteunen.
Dan nog even de motie van de SP. Die klinkt ons heel sympathiek in de oren en ligt ook in de lijn van datgene waarover we al eerder in deze raad gesproken hebben. Ik denk dus dat het goed is om te kijken of dat mogelijk is en ik ben nieuwsgierig naar het antwoord van de wethouder. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Wij zijn voorstander van de fusie. Ten aanzien van het pijnpunt bij de fusie hebben wij aangegeven het een slechte zaak te vinden dat het onroerend goed, dat eigendom van drie partijen was, in elk geval naar vier en voor 1D/D ook nog naar andere partijen gaat. Wij vinden het evenmin een prettige gedachte om de financiering te koppelen aan het fusievoorstel. Wij zien dat echt
Verslagnummer xo
als twee verschillende zaken, waarbij de financiering verder naar achteren moet. We zijn dus blij met het amendement van het CDA dat de financiering nog even in de wacht zet. We hebben dat amendement gesteund. Het totale voorstel dat er nu ligt blijft voor ons onvoldoende, ondanks het feit dat het stuk een beetje uitgekleed wordt. Het amendement van D66: daarvan hebben we na rijp beraad gezegd: Vooruit, we scharen ons erachter.’ Het enthousiasme moet nog een beetje toenemen, maar we zullen het wel steunen. Natuurlijk zijn wij voor het SPamendement over salarissen. Wij hebben niets anders gezegd! Daarnaast willen wij er echter ook nog op wijzen dat je wel moet letten op de wijze van factureren van de arbeidsinzet (prijs maal uren, een ontsnappingsroute voor de Balkenendenorm). Anders hol je iets achterna en vind je het pijnpunt nog steeds niet. Als dat wat breder uitgelegd kan worden, dan graag. Er zijn namelijk creatievelingen in ons midden. Dank u wel. Voorzitter: Het woord is aan de wethouder. De heer Van Merrienboer: Voorzitter, dank u wel. Ook mijn reactie kan kort zijn. Ik kijk naar de amendementen en de motie. In het amendement dat door mijnheer Houben is toegelicht en dat ook bij de indiening al brede steun uit de raad heeft gekregen, kan het college zich bij nader inzien ook heel goed vinden. Het is goed om die 6 600.000 als college nog op te lossen en inderdaad niet door te schuiven naar de volgende periode. Op dat onderdeel wil ik zeker met het amendement instemmen. Ook over het tweede punt hebben we in de commissie gediscussieerd. Wat lever je met dit college nog en wat is de beleidsvrijheid en de afwegingsruimte die een nieuw college en een nieuwe raad zouden moeten hebben? Ik heb goed begrepen dat de opdracht die u aan het college meegeeft is om te zorgen voor een goede evaluatie van de afgelopen jaren. Dat moet dan de basis leggen voor besluitvorming over een meerjarig commitment. Een opmerking van mijn kant: de financiele timing van het meerjarig commitment zullen we met elkaar op basis van de evaluatie nog moeten bepalen, omdat ik blijf vinden dat die afwegingsruimte voor een deel aan een nieuw college toebehoort. Ik wil echter heel graag, en zo lees ik het amendement, de evaluatie tijdig doen en ook aan deze raad nog ter beschikking stellen, zodat u daar een opvatting over kunt hebben. Over het amendement heb ik nog een klein, meer technisch vraagje. Als ik uw amendering op beslispunt 4 zie, ben ik het er natuurlijk volledig mee eens om het tekort in de begroting op te nemen. Dat is een opdracht die wij nog zullen doen. Verder hebt u 2012 in de eerste passage gewijzigd in 2011, maar als ik de streepjes zie die ook op 2012 betrekking hebben, neem ik aan dat we praten over de periode 2010-2012. Volgens mij is dat echter een klein technisch puntje. De heer Houben: U hebt gelijk.
Verslagnummer xo
De heer Van Merrienboer: Het college wil dus positief adviseren over dit
amendement. Dan het amendement van D66.Inhoudelijk snap ik mevrouw Schreurs heel goed. Het gaat om het aanscherpen van het belang van design en creatieve industrie in onze meerjarige, economische strategie. Drie dingen doen mij aarzelen. Ik vind het wat lastig om een amendement in te dienen op een meerjarenplan waarvan wij niet de eigenaar zijn, dus in dat opzicht zie ik het meer als een motie. Ten tweede werkt u zelf aan een raadsvoorstel over het formuleren van de meerjarenvisie op design. Ten derde is er inmiddels ook een update van het verhaal over design beschikbaar, ook in Brainport, ook al ziet u dat misschien niet terug in de meerjarenplannen. Ik vind het ingewikkeld om positief over dit amendement te adviseren, zeker in de wetenschap van dat waaraan nog gewerkt wordt. We hebben ook de integrale evaluatie uit het amendement van mijnheer Houben. Ik denk dat daar alle ruimte is om het aanscherpen van het belang van design en de designvisie voor onze economische toekomst aan de orde te stellen. Met de uitvoering van dat wat uw amendement vraagt, zijn we volop bezig. Ik vind het lastig om het amendement nu neer te leggen bij een meerjarenplan dat niet van ons is. Mevrouw Schreurs: Het had ook te maken met wat hier staat: "... om het
meerjarenplan zoals geformuleerd te accepteren, aan te nemen." In Veldhoven zag ik daarentegen dat men het voor kennisgeving aannam. De heer Van Merrienboer: Het amendement van mijnheer Houben gaat daar ook over. Ik heb het amendement van het CDA ook zo gezien: wij nemen het voor kennisgeving aan. Wij willen een eigen evaluatie van het brede, bestuurlijke Brainport-programma en in die evaluatie komt uw vraagstuk volgens mij ten volle aan bod. De inhoud voeren wij uit, maar als amendement vind ik het technisch lastig. Daarom wil ik het nu ontraden. Over de motie van de SP kan ik twee dingen zeggen. Wij kijken vooruit, dus wij voeren die motie al uit. Niet alleen voor mij als vertegenwoordiger van u als aandeelhouder, maar ook voor de andere aandeelhouders is de Balkenendenorm een richtlijn, een plafond waar wij onder blijven. Dan de argumenten die mijnheer Van Bussel hier nog aan toevoegt. Wat ik lastig vindt is dat u wel wilt fuseren, maar niet wilt financieren. Het bieden van stabiliteit aan een meerjarenorganisatie legt juist de basis om af te rekenen met personeelskosten die, vanwege kortlopende contracten en veel inhuur, inderdaad dreigen op te lopen. De uitvoering van de Balkenendenorm uit de SP-motie: dat doen we. Dat doen we heel nadrukkelijk. De ontsnappingsroute waar mijnheer Van Bussel op doelde, sluiten we juist af door de organisatie een meerjarenperspectief te bieden en niet langer op de hele korte contracten te koersen, die korte contracten die soms de neiging hebben om via te
Verslagnummer xo
veel uren of een te hoog tarief hoge kosten met zich mee te brengen. Dat is mijn reactie. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even naar mijnheer Houben, want de wethouder stelt voor om een kleine wijziging in uw amendement aan te brengen. Kunt u dat even verwoorden? De heer Houben: Laat ik het heel concreet zeggen. In beslispunt B van ons amendement staat tussen de aanhalingstekens de zin die begint met "Het dekkingsvoorstel" en eindigt met "2010-2011". Daar hoort te staan ’2012’.
Voorzitter: Ja, bij de eerste zin na de dubbele punt: "Het dekkingsvoorstel voor de gemeentelijke bijdrage voor de jaren 2010 tot en met 2012." Kunnen de andere indieners daarmee leven? Ja? Dan is het conform dat voorstel gewijzigd. Dan komen we bij het amendement van mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, we mogen ervan uit gaan dat het vorige amendement wordt aangenomen. Daarmee is het meerjarenplan voor kennisgeving aangenomen en dan kan het afgewikkeld worden op de manier die de wethouder aangegeven heeft. Volgens mij heeft hij het nu ook volstrekt juist in zijn hoofd zitten, dus dan is ons amendement overbodig. Voorzitter: Daarmee kan het worden ingetrokken, neem ik aan. Het wordt geen motie, maar de wethouder heeft er zaken uit overgenomen. Dan kijk ik naar motie 8 van mevrouw Heesterbeek over de Balkenendenorm. Daarover heeft de
wethouder ook de nodige mededelingen gedaan. Mevrouw Heesterbeek: Wij zijn blij met deze mededelingen, dus we kunnen onze motie intrekken, waarbij we aandacht vragen voor die mogelijke ontsnappingsroute die u goed afsluit. De motie is overbodig. Voorzitter: Dan wordt ook die motie ingetrokken en maakt hij niet langer deel uit van de beraadslagingen. Dan stel ik voor om te gaan stemmen. Is dat akkoord? In stemming komt allereerst het nader gewijzigde amendement van mijnheer Houben en daarna het voorstel zoals het er dan eventueel ligt. Wil iemand vooraf een stemverklaring afleggen? Mijnheer van Bussel. De heer Van Bussel: Over de manier waarop het onroerend goed in deze fusieconstructie zit, heb ik mijn bedenkingen geuit. Daar is verder niet op ingegaan, dus dat blijft voor ons een pijnpunt. Er is wel gezegd dat er nieuw geld nodig is als je wilt fuseren. Ja, op termijn. Op dit moment hebben ze hun geld zoals dat is afgesproken. Het feit dat je ze bij elkaar zet, hoeft op dit moment niet tot een
Verslagnummer xo
besluit te leiden. Ontkoppeling was mooi geweest, dus wij stemmen tegen het voorstel. Voorzitter: U stemt tegen het voorstel.
Dan gaan we over tot stemming. Allereerst komt A28 in stemming, een nader gewijzigd amendement. Het is het amendement waarin 2011 door 2012 is vervangen. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dit amendement met algemene stemmen aangenomen. Dan komt het voorstel zoals het nu gewijzigd voorligt. Gewijzigd, dat betekent gewijzigd conform het amendement van mijnheer Houben. Wie is voor het nader gewijzigde voorsten? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de tegenstemmen van de Stadspartij, het OuderenAppel en ’leefbaar eindhoven’ is het voorstel aangenomen.
Vlll.5 Voorstel tot het vaststellen van het evenementenbeleid Voorzitter: Dan komen we nu bij punt 5. De commissievoorzitter, mevrouw Kamphorst. Mevrouw Kam horst: Dank u wel, voorzitter. Met medeneming van de notitie van de raadswerkgroep Evenementenbeleid en de opmerkingen van de commissie Jeugd en Gezin, Onderwijs, Sport en Cultuur over een eerder raadsvoorstel over het evenementenbeleid, is het college teruggekomen met voorliggend raadsvoorstel. Voorgesteld wordt de visie op het evenementenbeleid vast te stellen. De doelstellingen zijn: recht doen aan de zelfstandige positie van evenementen en aan het belang van evenementen voor het leefklimaat in de stad; het bieden van heldere richtlijnen voor organisatoren van evenementen; het bieden van helderheid en van een stem aan omwonenden en andere belanghebbenden van evenementenlocaties ten aanzien van het aantal en het type evenementen dat daar jaarlijks plaats mag vinden. De commissie heeft met een overwegend positieve grondhouding gereageerd. Kanttekeningen zijn geplaatst bij de bevoegdheid van het college om te mogen afwijken van criteria en om het locatiebeleid vast te stellen. Verder was niet voor alle commissieleden duidelijk wie bepaalt of een evenement door kan gaan en hoe het financieel ondersteund wordt. De rolverdeling tussen gemeente en de Stichting Citydynamiek is in dit opzicht niet helder. In een nadere toelichting die afgelopen vrijdag is verzonden, heeft het college hierover meer duidelijkheid willen geven. Een aantal fracties heeft moties en amendementen aangekondigd en ingediend en bij de behandeling van deze notitie zullen de partijen deze zelf toelichten. Voorzitter: Ik heb genoteerd: ’leefbaar eindhoven (A4), de PvdA (A8), de VVD (A13), de ChristenUnie (M5 en M6) en de Partij van de Arbeid (M7). Wie wenst hierover het
Verslagnummer xo
woord te voeren? We beginnen met de indieners van de amendementen. Mevrouw Habets.
Mevrouw Habets: Voor ons ligt een praktische en nagenoeg werkbare beleidsnotitie. Nagenoeg, want er zijn twee zaken die wij graag anders zouden willen zien. In de eerste plaats zou het goed zijn als er in de toekomst een financiele buffer gevormd kan worden. Op dit moment kunnen er namelijk weinig initiatieven gehonoreerd worden en kan er geen ondersteuning worden gegeven aan evenementen die omvallen. Tijdens de commissiebehandeling hebben we ook al aangegeven dat onze fractie moeite heeft met beslispunt 1.5 met betrekking tot duurzaamheid en klimaatbeleid, en dan met name met de praktische uitvoering hiervan. De portefeuillehouder kon ons niet zeggen waarom dit beslispunt in het voorstel terecht is gekomen en kon ook het belang en de noodzaak ervan niet aangeven. In de nadere toelichting zien wij wel dat naar aanleiding van onze opmerkingen is opgenomen dat "... in het locatiebeleid van het Stadhuisplein op voorhand zal worden opgenomen dat tijdens het 18septemberdefile oude auto’ s vanuit historisch oogpunt onderdeel mogen vormen van het evenement." Maar, voorzitter, hoewel wij heel blij zijn dat onze 18septemberviering hiermee veilig gesteld is, was dit evenement slechts bedoeld als voorbeeld voor veel andere evenementen die niet door zullen gaan als dit beslispunt in het voorstel blijft staan. Eerder noemden wij al de Lichtjesroute. Tenzij burgemeester en wethouders er een groot genoegen in hebben om steeds gebruik te maken van hun bevoegdheid om van hun beleid af te wijken, stellen wij voor om in te stemmen met ons amendement en om beslispunt 1.5 te schrappen. We bieden het u hierbij aan. Voorzitter: Dat was het? Dan is nu het woord aan mijnheer Torunoglu.
De heer Toruno lu: Dank u wel. Naar aanleiding van de commissievergadering willen wij ons vandaag graag focussen op twee punten. Ten eerste de regiefunctie van de gemeente. Eigenlijk willen we met dit evenementenbeleid voorkomen dat we Pole Position-achtige situaties krijgen, waarbij wij voor een voldongen feit staan en er niets tegen kunnen doen. Dat speelde destijds tenminste. Citydynamiek moet daarom de criteria die wij vandaag vaststellen, hanteren, ook voor evenementen die anders worden gefinancierd. Dat is het standpunt van de PvdA. Daarom willen wij een motie indienen, waarbij wij het college oproepen om bij het evenementenbeleid de regiefunctie in handen te houden. De beslispunten van de motie zijn als volgt geformuleerd: "... een structureel bestuurlijk overleg met Citydynamiek te voeren." En "... gegeven de in dit raadsvoorstel vastgestelde kaders afspraken te maken met de Stichting Citydynamiek over de financiering van evenementen uit extern verworven budgetten." Ik wil er ook nog nadrukkelijk bij zeggen dat ook in het jaarverslag van Citydynamiek staat dat hier behoefte aan is.
Verslagnummer xo
Het tweede punt gaat over de verschillende potjes waaruit verschillende evenementenorganisatoren als het ware kunnen shoppen. Afgelopen vrijdag hebben wij, naar aanleiding van de commissievergadering, een aantal gesprekken gevoerd met mensen uit evenementenland. Ook uit die gesprekken blijkt dat onduidelijk is wanneer een evenement bijvoorbeeld door de afdeling Sport wordt georganiseerd en met welke onderbouwing, of wanneer een evenement vanuit het evenementenbudget gefinancierd wordt. Dit voorstel geeft hierin onvoldoende inzicht. In de commissievergadering hebben wij hierover ook vragen gesteld, maar de antwoorden waren voor ons nog niet duidelijk. Wellicht kan de wethouder ons daar wat meer over vertellen. De PvdA vindt dat er in principe maar een potje is waaruit evenementen gefinancierd moeten worden, namelijk dat van de toeristenbelasting. Als er anders besloten wordt, moet daar een onderbouwing voor komen, waarmee de keuzes als het ware transparant worden gemaakt. Ik zie mevrouw Breuers heftig nee schudden, maar ons doel met dit voorstel is het bieden van transparantie. Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Voorzitter, we hebben nu toch ook juist geld buiten de toeristenbelasting om vrijgemaakt voor bijvoorbeeld kleinschalige buurtactiviteiten. U wilt me toch niet vertellen dat de financiering daarvan nu uit de toeristenbelasting zou moeten?
De heer Toruno lu: We hebben criteria vastgesteld waarmee wij evenementen al dan niet financieel willen ondersteunen. Als wij evenementen gaan financieren vanuit de afdeling Sport, de afdeling Cultuur of de afdeling Design, is het belangrijk dat daarvoor een onderbouwing is. We hebben bepaalde budgetten vastgesteld die wij aan sport willen besteden, en die budgetten moeten ook daaraan worden uitgegeven, en niet aan evenementen zoals Pole Position. Dat is in dit geval niet gebeurd, maar ik kan me voorstellen dat Pole Position als sport wordt gezien en het geld daarvoor uit het sportbudget komt. Met ons amendement willen wij dit vastleggen. Wij stellen voor om aan het raadsvoorstel een beslispunt toe te voegen, waarbij we het volgende zeggen: "Toewijzingen van de middelen voor evenementen zullen in principe uit het evenementenbudget plaatsvinden." Daarbij hoort: "Indien andere gemeentelijke budgetten worden aangewend, dient dit aan de raad te worden voorgelegd." Dank u wel. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mevrouw List.
Mevrouw List: De VVD heeft de laatste jaren steeds gezegd hoe belangrijk een duidelijk evenementenbeleid voor de stad is en dat de stad wacht op duidelijkheid. Duidelijke kaders, zodat we weten of een evenement hier wel of niet in past. Zoals wij in de commissie al hebben gezegd, is de splitsing in de zeven programmalijnen
verslagnummer xo
ons inziens discutabel. Ze zijn soms overlappend, niet duidelijk. Een keuze voor wel of niet een evenement moet volgens ons altijd te beredeneren zijn. Anderzijds geeft de abstractheid ook ruimte. Het probleem voor ons is dat het proces veel te lang geduurd heeft. Veel mensen en organisaties zijn geirriteerd en gefrustreerd geraakt en we hebben evenementen gehad waarvan we vonden dat ze hier niet hoorden, maar die hier wel hebben plaatsgevonden. Soms zijn goede evenementen daarentegen juist niet doorgegaan.
Het locatiebeleid, de rol van de raad hierin en de adviesfunctie voor de omwonenden was voor ons in de commissie belangrijk. Dit is in de toelichting uitgelegd, hoewel wij nog niet helemaal snappen wat u precies met een gewogen meerderheid bedoelt als het gaat om omwonenden en belanghebbenden. Het is voor ons belangrijk dat er per locatie maatwerk plaatsvindt en dat er naar de raad wordt teruggekoppeld.
Wij hebben een amendement. Ons amendement gaat over de evaluatie van het evenementenbeleid. In de notitie staat heel duidelijk dat er een evaluatie zal zijn, zowel van afzonderlijke evenementen als van het evenementenbeleid als geheel. In ons amendement staat echter dat er een terugkoppeling van bovengenoemde evaluatie naar de raad moet plaatsvinden, waarbij de raad het evenementenbeleid kan toetsen aan de in het besluit genoemde hoofdpunten. Het amendement is in de geest van de resultaten van het rekenkamerrapport Sturen op de achterbank geformuleerd. Hiermee kunnen wij als raad zelf de beleidscyclus sluiten met de evaluatie van het beleid en het kunnen toetsen aan de kaders die we nu met elkaar
gaan vaststellen. Ik sluit af zoals ik bij Cultuur Totaal heb afgesloten. De stad heeft ons laten weten aan de gang te willen en de stad moet ook aan de gang met het evenementenbeleid. Wij nemen dan ook weer onze verantwoordelijkheid hierin, met name ten opzichte van de stad, want dat heeft in onze afweging prioriteit gehad. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: De notitie over het evenementenbeleid hebben we overwegend positief ontvangen. We hebben een aantal zaken aangekaart waarvan de beantwoording voor ons te mager was. Als je zo’n beleid beoordeelt, gaat het aan de ene kant over beleid en over het opstellen van regels, maar aan de andere kant om handhaving. Handhaving is moeilijk als er geen regels zijn en er geen beleid is. Op dat punt willen we een aantal dingen dus graag nog wat scherper krijgen. Ik ga gelijk naar onze moties. De overweging bij de motie Evenementenbeleid is dat er een landelijk artikel is voor de handhaving van de zondagsrust. Dit is in de
Verslagnummer xo
beantwoording wel als een soort artikel 4 genoemd, maar er is niet gezegd wat daarmee gedaan is. In onze overweging staat dus dat dit zo is (handhaving). Verder stel ik voor "... voor de overige vaste momenten waarop religieuze bijeenkomsten plaatsvinden (zondagmiddagbijeenkomsten, diensten, vespers, het vrijdagavondgebed, de sabbat en dergelijke) duidelijke kaders voor te stellen aan de raad, met name ten aanzien van geluid en bereikbaarheid." Deze motie is mede ingediend door het OuderenAppel en ondertekend door mijnheer Mulder. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Mag ik even iets aan mijnheer Jansen vragen? Mijnheer Jansen, wij vinden uw motie erg sympathiek, maar we vinden hem, met alle respect, een beetje onduidelijk. Kunt u iets preciezer aangeven hoe u zich dat voorstelt? De heer Jansen: Wij stellen ons daar het volgende bij voor. In eerste instantie had ik bedacht dat er voor dit soort zaken altijd een vergunning aangevraagd zou moeten worden, maar dat lijkt ons niet praktisch. Vandaar nu het voorstel dat we kaders aangereikt krijgen die aangeven hoe je dit beleid neerzet, zodat je gemakkelijker kunt handhaven. Niet helemaal dichttimmeren, zeggen wij. Het lijkt ons niet nodig om, zoals bij andere activiteiten zoals activiteiten op zondagochtend, van tevoren altijd een vergunning aan te vragen, maar het gaat om conflicterende belangen. We hebben de discussie gehad over de vespers in de Catharinakerk met veel lawaai daarnaast. Dat gaat dus niet, want dat conflicteert. Dat soort dingen moet je vooraf vaststellen. Als iemand zich niet aan de regels houdt, kun je die persoon daar ook op wijzen. Alsnog afgelasten of het geluidsniveau omlaag, zodat je daar beide normaal kunt leven en kunt doen waarvoor je bij elkaar bent. We vragen aan het college eigenlijk om wat meer kaders te beiden om dit soort evenementen te vangen. Dat hoeft niet per se op zondagmiddag te zijn. Ik heb dat uitgebreid naar andere momenten, waarop respect voor elkaar wat nadrukkelijker naar voren moet komen.
Mevrouw Heesterbeek: Met die kaders bedoelt u eigenlijk aantallen decibellen, meters afstand enzovoort? De heer Jansen: Dat zou kunnen.
Voorzitter: U kunt uw betoog vervolgen. De heer Jansen: Dank u. Dan is er in het voorstel onderscheid gemaakt rondom economisch versterkende evenementen. Misschien onbedoeld, maar dit richt zich voornamelijk op het centrum. Wij hebben aangekaart dat ook winkelcentra buiten het centrum natuurlijk economisch versterkende activiteiten willen hebben. Daarom leggen we een motie op tafel die zegt: "... naast economisch versterkende
Verslagnummer xo
activiteiten voor de binnenstad ook andere winkelcentra, zoveel als mogelijk en gelijkelijk (in verhouding tot de grootte) economisch versterkende evenementen toe te delen." Dan wil ik dit moment ook gebruiken om iets over de andere moties en amendementen te zeggen. Met amendement 13 van de VVD ben ik het helemaal eens en ik moet zeggen dat mevrouw List de goede conclusie heeft getrokken uit onze zeer nuttige bijeenkomst van afgelopen donderdag. Het moet evalueerbaar zijn en vervolgens teruggekoppeld worden naar de raad, zodat we ’vanaf de achterbank’ kunnen sturen. Dan amendement 4 van de lokalen. Wij waren juist blij dat er iets over onder andere duurzaamheid gezegd is, dus dit amendement zullen wij niet steunen. Wij vinden het juist goed dat die elementen erin staan. Daar is weer het conflict van handhaafbaarheid versus beleid, maar het beleid moet er gewoon zijn en handhaven is dan een ander issue, dat je van tijd tot tijd natuurlijk samen moet evalueren. Achter amendement 8 over de verantwoording van budgetten zullen wij ons scharen. Motie 7 van de PvdA over het overleg met Citydynamiek vind ik ook erg sympathiek en nuttig, dus ook daar zullen wij voor stemmen. Dank u wel. Voorzitter: Het woord is aan mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Als het over evenementenbeleid gaat, hebben we ook weer een stuk dat een hele lange geschiedenis kent. Wij zijn blij met wat er nu ligt. Ik verbaasde me een beetje over de bijdrage van de VVD, die dit een te abstract stuk noemde. Vergeleken met een boel andere stukken die vandaag op tafel liggen, is dit namelijk een wonder van pragmatisch vaststellen van beleid. Ik ga verder alleen maar in op de moties en de amendementen. Amendement 13 over de evaluatie zal ik steunen. Gezien dat wat er nu ligt lijkt mij dit een logische gang van zaken. Misschien is het niet eens nodig, maar als het nodig is, zal ik het steunen. Amendement 8 lijkt mij een onhandige vereenvoudiging van de hele zaak. GroenLinks reageerde er ook al op. Er zullen altijd andere potjes zijn waaruit evenementen betaald zullen worden. Amendement 4 hebben wij mede ingediend. Dit amendement is een poging om een groot conflict tussen duurzaamheid en evenementen die per definitie vaak niet duurzaam zijn, uit het voorstel te halen. Wij zouden graag zien dat bijvoorbeeld de Lichtjesroute met ledjes gaat in plaats van met gloeilampjes, maar als het duurzaamheidscriterium zo wordt opgevat dat een lichtjesroute onmogelijk wordt, hebben wij de verkeerde dingen te pakken. Ik zie de wethouder al kijken hoe zij hierop moet reageren en ik ben benieuwd wat zij hierop zegt. Haal dit punt er vooralsnog maar uit. Misschien moet er een andere formulering voor gevonden worden en ik ben nieuwsgierig hoe die zal worden.
Verslagnummer xo
De motie van de ChristenUnie over de zondagsrust lijkt mij een tikkeltje overbodig, want bij evenementen zullen wij altijd belangen tegen elkaar moeten afwegen. Als dat leidt tot het niet doorgaan van evenementen omdat daar andere dingen door verstoord worden, lijkt dat mij een uitgangspunt dat wij overal hanteren. Enigszins overbodig dus. Motie 6 over de scheiding: ik denk dat dit eigenlijk ook in het voorstel zit. Het gaat niet alleen over economisch interessante evenementen voor het centrum, maar voor de hele stad. Ook daar kan het college misschien meer over zeggen. Ten slotte de motie van de PvdA over Citydynamiek. Dit is voor ons eigenlijk het meest heikele punt uit het voorstel. Het overleg met Citydynamiek hebben wij volgens mij op dit moment en als het niet gebeurt, is het hoognodig. Voor ons is de positie van Citydynamiek een aparte discussie waard en wij hebben begrepen dat die discussie er komt. Dat is hard nodig, want de positie van Citydynamiek - enerzijds subsidient van evenementen en anderzijds organisatorÃćâĆňâĂİ
stoort ons al heel lang. Maar goed, die discussie krijgen we nog. Al met al veel te zeggen, maar het voorstel steunen we wel. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Ik ga niet ook zeggen (maar dan toch wel) dat het allemaal lang geduurd heeft en dat dit ook komt doordat GroenLinks een paar keer flink op de rem heeft moeten trappen. Het college en ook de ambtenaren vergaten bij de totstandkoming van het nieuwe evenementenbeleid namelijk de mensen in de stad. Gelukkig is dat nu hersteld, dus daar gaat het vandaag verder niet over. Daarom kan ik het stuk op zich een compliment geven. Ik denk dat wij ermee aan de gang kunnen en dat de stad ermee uit de voeten kan. Ik wil mij beperken tot de amendementen en de moties. Dat scheelt straks tijd. Wij hebben hier al jaren discussies over de diepvrieskist op het Stadhuisplein in de maand december. Er zijn veel vragen over gesteld en er is vaak gezegd dat we moeten kijken of het niet anders kan. Willen we het per se zo of willen we het anders, met compensatie voor natuur en milieu? Daarom zijn wij heel blij dat beslispunt 1.5 in het voorstel staat en, ’leefbaar eindhoven’, dat fietsen we er zeker niet uit! Dan amendement 8. Ik heb het Yasin buiten al uitgelegd, want ik zie dat hij er nog niet is. Wij denken dat het geen goed idee is dat de raad moet gaan bepalen of een budget voor een evenement wel of niet uit een bepaald potje mag komen. Dat schiet niet op. Dan zit het evenement dus in Amsterdam en niet in Eindhoven en daar zijn wij dus tegen. Het werkt vertragend, u kunt zich er van alles bij voorstellen. Amendement 13 van de VVD vinden wij sympathiek. Laat de raad ook deelgenoot worden van de evaluaties, zodat de raad ervan kan leren en weet wat er in de stad gebeurt. Daar zullen wij dus voor zijn.
Verslagnummer xo
Dan de moties van de ChristenUnie. Mijnheer Jansen, ik moet even lachen. Ik heb uw motie gelezen. We hebben het er in de fractie over gehad en we vonden dat dit te ver ging. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor Koninginnedag? Dat kan niet meer op zondag, niet meer op vrijdag ... Wij vinden dit echt te ver gaan. Wij gaan voor een bruisende stad en niet voor Staphorst aan de Dommel. Voorzitter: Mijnheer Jansen. De heer Jansen: De kwalificatie is natuurlijk van mevrouw Breuers, maar het voorbeeld, Koninginnedag, dat is nu juist geregeld. Wel gek dat ze dat niet weet.
Mevrouw Breuers: Dat wist ik wel, maar het geeft wel aan wat voor problemen we kunnen krijgen, omdat er zoveel religieuze dagen zijn waar je niet aan mag komen. Ik denk dat we in deze stad respect voor ieders eigenheid en religie hebben en dat het overbodig is om dat via een motie vast te leggen.
De heer Jansen: Het relateert toch ook aan de discussie die we de afgelopen keer over het lawaai op het Catharinaplein hadden. Ik denk dat het meer voorkomt dan u denkt. In die zin is de kwalificatie voor u, maar ik denk dat het toch zin heeft om te benadrukken dat het om respect gaat en dat je daarover een paar afspraken moet maken. Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Ik gaf al aan dat wij dat respect delen. De geluiden van het Catharinaplein zijn ons ook bekend, maar daar hebben we nu juist een locatiebeleid voor ontwikkeld, waarin met alle partijen afgesproken wordt wanneer waar wat gebeurt. Ik denk dat dit goed is.
Dan als laatste Citydynamiek. Yasin is er nog steeds niet.
Voorzitter: Jawel, hij zit tegenwoordig op de eerste rij. Ik geloof dat hij de plek van mevrouw Van den Biggelaar meteen heeft ingenomen! Mevrouw Breuers: Waarschijnlijk weet de Partij van de Arbeid ook dat er nu een officieel, regelmatig overleg is tussen het bestuur van Eindhoven en Citydynamiek. Van Citydynamiek heb ik echter helaas vernomen dat de afspraken vaak worden afgezegd. Dat is jammer, want wij hechten aan een goed bestuurlijk overleg. Dat ten eerste. Ten tweede heb ik hier al keer op keer geroepen dat wij, alvorens aan Citydynamiek te gaan morrelen, eerst evalueren en dan kijken hoe het in de toekomst verder moet. Helaas dus geen steun voor motie 7.
verslagnummer xo
De heer Toruno lu: Mag ik daarop reageren, want ik vind GroenLinks hierin een beetje halsstarrig. U geeft net aan dat bijvoorbeeld de koelkast die hier op het Stadhuisplein staat, u erg ontstemt. Vervolgens stellen wij nu criteria vast waarmee je zo’n koelkast anders kunt invullen of kunt zorgen dat die er niet meer komt. Nu zegt u dat u die criteria zelf wilt handhaven, maar dat u wilt wachten tot Citydynamiek geevalueerd is, voordat wij Citydynamiek gaan vragen om ermee aan de slag te gaan.
Mevrouw Breuers: Vier jaar geleden hebben we volgens mij afgesproken dat Citydynamiek volgens een bepaald uitvoeringsprogramma binnen een bepaalde visie gaat werken. Dat is eindig. Als je daarop teruggekeken hebt, kun je vooruit kijken en zien in hoeverre je zaken wel of niet meegeeft. In principe denk ik dat die lijnen uiteindelijk bij elkaar gaan komen. De heer Toruno lu: Maar u bent het toch wel met mij eens dat wij hier andere criteria vaststellen, waarvan wij willen dat ze uitgevoerd worden? Mevrouw Breuers: Zover als we nu zijn wel, maar ik voorspel u dat ze best bij elkaar gaan komen.
Voorzitter: De voorzitter van de commissie fluistert mij in dat deze discussie ook al in de commissie gevoerd is. De heer Jansen: Voorzitter, met de toch wat respectloze benaming van Sta phorst aan de Dommel zou ik het prettig vinden als u dan ook iets over motie 6 wilt
zeggen. Mevrouw Breuers: Volgens mij heb ik dat gedaan.
Voorzitter: Die motie gaat over het spreiden over de stad.
Mevrouw Breuers: Over de economische ontwikkeling, bedoelt u?
De heer Jansen: De spreiding van economisch versterkende activiteiten, ook over andere winkelcentra dan die in het centrum. Mevrouw Breuers: Volgens mij is in het kader van ’een aantrekkelijk stadshart’ gekozen voor het centrum. Ik denk dat het iedere club of ondernemer in andere winkelcentra vrij staat om daar van allerlei leuks te ontwikkelen. Wellicht kan de gemeente clubs en ondernemers hierin steunen. Staphorst aan de Dommel was grappig bedoeld, maar niet cynisch ten opzichte van de mensen die daar wonen. U snapt precies wat ik bedoel. Wij willen de stad niet op slot.
verslagnummer xo
Voorzitter: Het woord is aan mijnheer Leenders. De heer Leenders: Dank u wel. Wij zijn heel blij dat het beleid er is. We zien dat het
resultaat van de raadswerkgroep voldoende vertaald is in het beleid. De helderheid die de nadere toelichting heeft geboden is voor ons voldoende aanleiding om meteen met het stuk in te stemmen. Rest mij nog iets over de amendementen en de moties te zeggen. Amendement 4 van de lokale partijen over duurzaamheid zullen wij niet steunen, omdat we het raadsvoorstel zelf van harte ondersteunen; het amendement is hiermee in strijd. Amendement 8 van de Partij van de Arbeid gaat ons eigenlijk veel te ver. Wij zien het niet zitten om daar elke keer raadsvoorstellen over te krijgen. Ik denk dat het college gewoon gebruik moet kunnen maken van de potjes die daarvoor zijn. Motie 5 van de ChristenUnie vinden wij op zich sympathiek, omdat wij van mening zijn dat je rekening met elkaar moet houden. Als er dus meer evenementen of activiteiten zijn, moeten die dus goed op elkaar afgestemd worden. Ik vraag me echter af of dit wel uitvoerbaar is, en dan kijk ik naar het college. Van motie 6 van de ChristenUnie kunnen wij de consequenties niet helemaal overzien, dus willen we graag een reactie van het college. Helaas zijn motie 7 en het amendement van de VVD pas net ingediend. Daar hebben we in de fractie niet goed over kunnen praten. Die wil ik zo direct dus eerst bespreken. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Wij zijn blij met het voorliggende plan en gaan er dan ook mee instemmen. Een paar opmerkingen. Wij denken dat het goed zou zijn dat het college, als er van het beleid wordt afgeweken zoals dat in beslispunt 1.9 staat, hier in de eerstvolgende commissievergadering uitleg over geeft en verantwoording over aflegt. Ik wil nog even benadrukken dat wij oog moeten houden voor de wijkgebonden activiteiten. Dat staat er allemaal in, maar het zou heel zonde zijn als daar vanwege geldgebrek iets geannuleerd zou moeten worden. Verder geen opmerkingen, behalve dat ik iets over de amendementen en moties wil zeggen.
Amendement 4 van ’leefbaar eindhoven’ en andere lokale partijen: daar zijn wij absoluut op tegen. Wij zijn voor duurzaamheid en een goed klimaatbeleid. Wij lezen dit wat ruimer in het raadsvoorstel, waardoor wij denken dat het heel goed samen kan gaan. Het amendement van de PvdA over het evenementenbudget hebben wij medeondertekend, dus daar laat ik het bij. Het amendement van de VVD hebben wij nog snel even kunnen zien. Wij vinden het slim en sympathiek en we gaan het steunen. Over motie 5 van de ChristenUnie heb ik net een vraag gesteld. Ik denk dat het een sympathiek idee is. De exacte uitwerking heb ik nog niet helemaal in beeld, maar ik denk dat dit heel goed mogelijk gaat worden. Deze motie gaan wij steunen. De volgende over economisch versterkende activiteiten
Verslagnummer xo
vinden wij wat vreemd. De motie gaat uit van de vooronderstelling dat winkelcentra zouden profiteren van evenementen. Dat zal soms best zo zijn, maar er worden in de binnenstad ook evenementen georganiseerd waar de horeca wel en de winkels niet van profiteren. Deze motie vinden wij te onduidelijk om te kunnen ondersteunen. Motie 7 van de PvdA over het overleg met Stichting Citydynamiek: we denken dat het nu niet het goede moment is. Wij vinden dat we dit moeten aanhouden tot het najaar, als we Citydynamiek gaan bespreken. Het zou nu in strijd zijn met de Nota Verbonden Partijen en wij denken dat er nu ook nog geen afstemming kon zijn. Er was in het evenementenbeleid namelijk geen duidelijke afbakening voor. Er zijn genoeg redenen om met Citydynamiek te praten, maar niet in het verband waarin deze motie dat voorstelt. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Jansen. De heer Jansen: U vatte het op als winkeliers en horeca. Wij hebben het over winkelcentra, waarin beide vertegenwoordigd zijn. Er is dus geen scheiding tussen die twee. Het gaat niet om groepen, maar om locaties.
Mevrouw Heesterbeek: Dat begrijp ik ook wel, maar wij zien niet zo in wat wij daarin extra voor de winkelcentra moeten doen. Zo heb ik het dan bedoeld.
Voorzitter: Dan is nu het woord aan de wethouder.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, wij denken dat het heel goed is om bij evenementen wel over duurzaamheid na te denken. Wij denken dat dit bij de meeste dingen in onze stad een item moet zijn waaraan je belang hecht en waarvoor je ook activiteiten wilt omzetten. Voor de Lichtjesroute is het misschien een goed idee om ledlampjes in plaats van gloeilampjes te stimuleren, zonder nu meteen te zeggen dat het afgelopen is met de Lichtjesroute. Dat is niet de bedoeling van het evenementenbeleid, maar wel om de weging te maken. Van sommige evenementen, zoals het militaire defile met de oude voertuigen, hebben we al op voorhand aangegeven ze heel belangrijk te vinden en de traditie graag in ere te willen houden. Daar is dus geen discussie over, ook al stinkt het enorm. Het punt van duurzaamheid staat er echter in om het wel voortdurend op de agenda te houden. Wij willen het ook niet gaan schrappen.
Dan de moties en amendementen van de PvdA. U zegt dat de regiefunctie bij de gemeente ligt. Dat ben ik met u eens. Hoe kun je nu voorkomen dat er evenementen in de stad komen die je eigenlijk niet wilt? Daarvoor hebben we nu juist dat evenementenbeleid, dat bedoeld is om die criteria vast te stellen. U gaat nog een stapje verder en zegt dat wij met Citydynamiek moeten gaan praten. Dat doen wij regelmatig. Een van onze directeuren zit daar voortdurend bij aan tafel en soms zijn leden van het college met het bestuur van Citydynamiek in gesprek. Wat
Verslagnummer xo
mevrouw Breuers daarover tegen u zei, vond ik perfect en dat kan ik ook niet evenaren. Verder is aangegeven dat deze motie te vroeg komt, omdat we daar bij de evaluatie van Citydynamiek vanzelf op terugkomen. Daarom denk ik: niet hier, misschien straks, als de evaluatie er is en de nieuwe lijnen voor Citydynamiek uitgezet zijn.
De heer Toruno lu: Mag ik naar aanleiding van de beantwoording een vraag stellen? We gaan nu criteria vaststellen. Als ik u goed begrijp, zitten wij in een overbruggingsperiode, want in november komt de evaluatie van Citydynamiek. Hoe kunnen we er tot die tijd op toezien of er in elk geval voor zorgen dat Citydynamiek de criteria die wij vanavond vaststellen, hanteert? Mevrouw Mittendorff: Dan doet u een beroep op de vrije ruimte die er nu is en die Citydynamiek gebruikt om bijvoorbeeld Pole Position, waar u geen voorstander van bent, te faciliteren. Dat zullen ze overigens nu niet doen, want dat duurt nog weer even. Ik denk dat ik dan toch refereer aan de woorden van mevrouw Breuers.
Drieenhalf jaar geleden zijn er afspraken gemaakt met Citydynamiek. Volgens die afspraken hanteren wij nu het een en ander. Dat betekent dat we over sommige dingen als gemeente niets te zeggen hebben. Het is dan ook heel goed om nu te evalueren en om, op het moment dat het in de commissie van de burgemeester aan de orde komt, duidelijke richtlijnen mee te geven. Op dit moment kan ik u dus geen toezeggingen in die richting doen. De heer Toruno lu: Klopt mijn conclusie dan dat wij nu criteria vaststellen en dat wij de komende zes maanden eventueel met evenementen geconfronteerd worden waarmee wij het niet eens zijn en die niet passen binnen de criteria die wij nu vanavond vaststellen? Mevrouw Mittendorff: Dat denk ik niet. Dan ziet u het wel heel somber in.
Citydynamiek kan maar een klein deel uit het eigen budget betalen. De heer Toruno lu: 60’/o.
Mevrouw Mittendorff: Jawel, maar u hebt straks nog vier maanden te gaan. Bovendien komt die evaluatie. Ik ga er bovendien van uit dat niet alles wat Citydynamiek met die gelden wil financieren in uw ogen de niet-juiste evenementen zouden zijn. Ik denk dat die verhouding dus wat anders ligt. Bovendien gaat het meeste geld dat wij als gemeente in evenementen stoppen, naar hele andere dingen. Ook daarvoor stelt u de criteria vast. Het onderdeel Citydynamiek komt later.
Voorzitter: Ik begrijp dat dit in de commissie ook al heel uitvoerig is besproken.
verslagnummer xo
Mevrouw Mittendorff: Dan over de derdengeldstromen, de buurt- en activiteitenbudgetten, de gelden die uit verschillende onderdelen komen. Die wilt u niet alleen inzichtelijk maken, mijnheer Torunoglu, maar ook aan de raad voorleggen. Wij denken dat dit heel ingewikkeld wordt en dat u dit op deze manier ÃćâĆňâĂİ soms gaat het ook om kleinere bedragen ÃćâĆňâĂİ niet zou moeten willen.
Mevrouw list van de VVD geeft aan dat ze de zeven lijnen nog steeds onduidelijk vindt en vraagt hoe het zit met de evaluatie. Ik weet eigenlijk niet in wel opzicht het amendement afwijkt van dat wat wij zouden willen. Ik wil u dus van harte toezeggen dat wij dat wat hier staat daadwerkelijk gaan doen. Het is niet de bedoeling om alleen maar naar het locatiebeleid te kijken, maar u wilt het hele evenementenbeleid in november geevalueerd krijgen en dat gebeurt ook. Voorzitter: Mevrouw List.
Mevrouw List: Ik heb daar toch uitdrukkelijk een amendement voor, want als ik naar de paragraaf Evaluatie van beleid en evenementen kijk, klopt het dat zowel het beleid als de separate elementen zullen worden geevalueerd. Die evaluatie wordt echter niet naar de raad teruggekoppeld. Juist omdat we als raad onze verantwoordelijkheid nemen, ook voor de beleidsevaluatie, is het amendement ingediend. Mevrouw Mittendorff: Ik steun het van harte, mag ik het zo zeggen?
U vraagt verder naar de gewogen meerderheid. Bij een bepaalde locatie kan het best zijn dat veel inwoners het niet zo waarderen dat er in hun omgeving veel evenementen zijn. Het gaat er niet alleen om dat alle bewoners altijd gelijk krijgen. Je vraagt je eerst af of het belangrijk is voor de locatie en of het past. Daarvoor zijn er een boel criteria. Je gaat met bewoners praten. Als iedereen tegen is, heb je wel een probleem, maar een gewogen meerderheid van mensen die het interessant vinden, die vinden dat het meerwaarde heeft, die het gezellig vinden, daar gaat het met name om. Wat betreft motie 5 van de ChristenUnie: wij denken dat dit in voldoende mate in de stukken staat, maar het gaat ook om het volgende. Het gaat eigenlijk om respect voor anderen. Dat heeft niet alleen te maken met gebedshuizen, maar het is ook niet aardig als we een helikopter boven een uitvoering van kamermuziek laten vliegen, wat ook een keer gebeurd is. Dat is heel onhandig. In deze evenementennota staat dus dat je respect moet hebben voor anderen, los van de vraag of het om een kerkelijke aangelegenheid gaat. In het locatiebeleid is natuurlijk opgenomen wat er op een locatie, in een buurt, allemaal voor soort gebouwen zijn, zoals kerkgebouwen. Daar moet rekening mee gehouden worden. Het is dus breder dan alleen dat. U hebt mee dat ook in de wet nadrukkelijk het een
Verslagnummer xo
en ander over zondagsrust staat, zoals ook in de nadere toelichting te vinden is. Verder vraagt u zich af of evenementen niet breder moeten dan alleen in het centrum (motie 6). Natuurlijk kan dat, en ook als ze economisch versterkend zijn. Het gaat alleen ook om initiatieven die er komen. Aan de ene kant hechten wij wel aan economisch versterkende activiteiten in het centrum, omdat dit een van de vier doelstellingen van het evenementenbeleid is (bruisende binnenstad). Aan de andere kant vinden wij ook dat als er initiatieven vanuit andere delen en winkelcentra uit de stad komen, dit zeker kan. Voorzitter, dan heb ik alles gehad, denk ik. Voorzitter: Ja, u hebt alles gehad. Mevrouw Mittendorff: En u zegt: ’Houdt u er maar gauw mee op’. Voorzitter: Ja, dat voelt u haarfijn aan. U hebt allemaal ook al bijna een stemverklaring afgelegd. Mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Misschien is het een beetje laat. Ik had daarnet eigenlijk op amendement 4 moeten reageren. Op het gebied van duurzaamheid blijft er dus een groot gat bestaan tussen het voorstel dat zegt dat evenementen duurzaam moeten zijn ÃćâĆňâĂİ op zich een mooie doelstelling ÃćâĆňâĂİ en aan de andere kant de praktijk
van alledag, waarin bijna elk evenement een schot voor open doel is. Je kunt namelijk haast geen evenement verzinnen waarbij je geen grote duurzaamheidswinst zou kunnen realiseren. Ik begrijp nog niet welke kant u nu precies op wilt. Eigenlijk wilt u allebei, maar waar gaat dat heen? Mevrouw Mittendorff: Ik vind het wel aardig dat mijnheer Vleeshouwers het stuk een wonder van pragmatisch beleid noemt en dan toch deze vraag stelt. Wij willen toe naar steeds duurzamere evenementen. Wij willen daar in het beleid rekening mee houden en afwegingen in die richting maken. Dat we er nu nog niet helemaal zijn, dat is helder. Wij komen namelijk uit een situatie waarin dat criterium er niet was. We zullen er steeds meer naartoe moeten dat deze aspecten wel worden
meegenomen. De heer Vleeshouwers: Bij nieuwe evenementen gaat u daar dus beter op letten. Oude evenementen zullen de tijd krijgen om zich hieraan aan te passen. U stelt daar aan de andere kant geen geld tegenover, zodat evenementen de duurzaamheidstoets sneller kunnen doorstaan? Mevrouw Mittendorff: We zullen het in elk geval steeds afwegen, zowel bij oude als bij nieuwe evenementen. Het kan een impuls tot verbetering zijn. Voorzitter: Mijnheer Torunoglu.
verslagnummer xo
De heer Toruno lu: Ik heb volgens mij nog geen reactie gehad op het amendement dat wij hebben ingediend. Voorzitter: A8? Jawel, heel uitvoerig. De wethouder is door alle amendementen en moties heengegaan. Volgens mij heeft ze het ontraden, althans niet overgenomen. Dat klopt, toch? Met uitzondering van mijnheer Leenders hebt u allemaal een stemverklaring afgelegd. Al voordat de wethouder met een antwoord kwam, wist u al precies wat u wilde zeggen. De heer Toruno lu: Wij ook niet, wij hebben ook nog niet op de andere moties en amendementen gereageerd en gewacht op de antwoorden van de wethouder.
Voorzitter: Ik ga ze doornemen. Amendement 4 blijft gewoon gehandhaafd, neem ik aan?
Mevrouw Habets: Het was alleen bedoeld om het wat eenvoudiger te maken. Ik proef weinig steun voor het amendement, dus we trekken het in. Voorzitter: Goed. Dan komen we bij A8.
De heer Toruno lu: We moeten onze knopen tellen, zou ik zeggen. We halen het niet, dus wij trekken het ook in. Voorzitter: Oke. Dan A13 van de VVD.
Mevrouw List: Dat trekken wij zeker niet in. We hebben hier al aardig wat steun ontdekt en zelfs de wethouder juicht het toe. Reden genoeg dus om het aan te houden. Voorzitter: Goed. M5 en M6 van de ChristenUnie.
De heer Jansen: Laat ze maar kleur bekennen! Voorzitter: M7 van de PvdA.
De heer Toruno lu: Met deze motie wilden we voorkomen dat de vanavond
vastgestelde criteria niet gehandhaafd zouden worden voor de evenementen in de komende maanden. Gezien de discussie in de raad en de minderheid die we daarvoor hebben, zullen wij de motie intrekken.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Dan gaan we nu over tot stemming. Aan de orde zijn twee moties en een amendement. Allereerst stemmen wij over A13, dan over het voorstel en dan over M5 en M6.
Mevrouw List: Een stemverklaring. Ik heb het bewust nog niet gedaan, omdat de moties nog niet waren ingediend. Het is de eerste keer dat ik het doe, en de laatste keer. Wij zullen tegen de motie van de ChristenUnie stemmen, omdat wij vinden dat dit binnen het locatiebeleid in combinatie met de maandkalender zal worden
afgedekt. Voorzitter: Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Ik had gemeld dat wij A13 nog niet bekeken hadden, maar wij zullen daarmee instemmen. Dan blijven de moties van de ChristenUnie over. Ik denk dat wij genoegen nemen met de beantwoording van de wethouder en dus tegen beide moties zullen stemmen. Voorzitter: Mijnheer Torunoglu. De heer Toruno lu: Wij zullen het amendement van de VVD ook steunen. Wij zijn tegen M5 van de ChristenUnie en denken dat we dat op de locaties samen moeten kunnen oplossen. Daarentegen zijn wij voor M6, ook van de ChristenUnie. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Wij moeten stemmen over het hele voorstel, en op zichzelf vinden wij het voorstel goed. Mijn fractie gaat echter niet akkoord met de programmalijn ’Wijk- en buurtevenementen’, alleen al niet vanwege de scheiding van kerk en staat. Daarom is de Lijst Pim Fortuyn het er ook volstrekt mee oneens dat het Suikerfeest bij de moskee in deze programmalijn is opgenomen en door de gemeente Eindhoven wordt gesubsidieerd. Daarom zullen wij tegen dit voorstel stemmen.
De heer Toruno lu: Gezien de discussie had ik op zijn minst een amendement van de LPF verwacht. Ik vind het wel heel gemakkelijk om dit met een stemverklaring af te doen. De heer Reker: U had mevrouw Wilders verwacht, zeker? Mevrouw Wilders zit niet in de raad.
Voorzitter: Goed, wij gaan over tot stemming. Eerst gaan we stemmen over amendement 13 van de VVD-fractie. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met algemene stemmen is dit amendement aangenomen.
Verslagnummer xo
Dan het voorstel zoals het er, na aanname van het amendement, gewijzigd ligt. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] met de tegenstem van de LPF is het voorstel aangenomen. Dan komen we bij de twee moties van de ChristenUnie. Eerst MS. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Daarmee is de motie verworpen. Dan komen we bij M6. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Goed, we gaan even met het kastje stemmen. Aan de orde is M6 over de spreiding van evenementen over de stad. [Stemmen met behulp van stemkastjes] 18 leden hebben voor gestemd, 22 tegen. Daarmee is de motie verworpen.
IX Onderwerpen nog in te delen (door het presidium)
2. Voorstel inzake visie op hoofdlijnen voor een nieuw horecabeleid in Eindhoven Voorzitter: Dan komen we nu bij de nog in te delen onderwerpen. Punt 1: dat is inmiddels gebeurd. We gaan verder met punt 2. Ik stel voor dat we de eerste termijn gewoon proberen te doen. Eerst de commissievoorzitter. Mijnheer Helms.
De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. We zouden een eind moeten kunnen komen. Over dit voorstel hebben we al verschillende discussies in de commissie gehad. Die discussies gingen niet altijd in dezelfde richting, maar uiteindelijk hebben we de discussie gisteren kunnen beeindigen met een brede instemming met het voorstel. Vanwege de formulering was een fractie negatief en de ChristenUnie heeft het voorstel mee teruggenomen naar de fractie met de aankondiging van een mogelijk amendement over de openingstijden. Daarnaast zijn er nog twee horecagerelateerde moties aangekondigd, die op zich niet over de inhoud van het voorstel gaan. Als de ChristenUnie het amendement indient, zou er nog een discussie over dat amendement kunnen zijn. Zo niet, dan beperkt de discussie zich volledig tot twee aangekondigde moties, die de inhoud van het voorstel niet raken. Voorzitter: Er is een motie ingediend door de VVD. Wie willen hierover het woord voeren? Mijnheer Jansen, mijnheer Depla, mijnheer Vleeshouwers, maar nu eerst mijnheer Schut. U hebt motie 4 ingediend. De heer Schut: Ik dacht dat het amendement eerst kwam. Dan kan ik er namelijk meteen op reageren. Voorzitter: Ja, en hij niet op uw motie!
Verslagnummer xo
De heer Schut: De voorzitter van de commissie had gelijk. De commissievergadering verliep zeer snel en we waren het heel gauw eens. Toch is er wat mij betreft een punt aan de orde, want dat was gisteren nieuw. Van de wethouder heb ik daar wel iets over gehoord, maar ik had het vandaag graag bevestigd gezien. Dat gaat over de nadere toelichting die hij ons gegeven heeft en waarin alle punten die de VVD in eerste instantie had ingebracht, overgenomen zijn. Dat is heel fijn, want daar ging de hele nadere toelichting zo’n beetje over. Ik heb gisteren echter gevraagd om ook de aansluiting op openbaar vervoer en taxi’ s in het horecabeleidsplan dat opgesteld gaat worden, mee te nemen. Dat had ik graag teruggehoord. Verder vind ik het jammer dat het Digipanel weer leidt tot een verhaal over sluitingstijden. Daar ging het namelijk niet om en ik hoop dat iedereen begrijpt dat we onze tijd daar nu niet mee moeten verdoen.
Een aan het horecaverhaal gerelateerde motie is de ’motie Kraanwater’, zoals wij hem noemen. Deze motie is twee dagen geleden al uitgedeeld, dus ik ga ervan uit dat iedereen hem kent. De motie gaat in elk geval over het feit dat jongeren te veel drinken. In het kader van ons project ’laat je niet flessen!’, waar we ook al maanden mee bezig zijn, leek ons dit het juiste moment om het punt van het kraanwater in te brengen. Als jongeren drinken, zouden ze tussen het drinken door water tot zich moeten nemen. De gevolgen voor de gezondheid zouden dan in elk geval minder ingrijpend zijn. Ik zal niet het hele verhaal voorlezen, want dat hebt u allemaal gehad. Wij gaan ervan uit dat dit door de raad breed gedragen wordt, omdat dit
zulke positieve gezondheidseffecten zal hebben. Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Wij hebben gisteren op een terras gezeten en de motie uitvoerig bestudeerd. Wat brengt de VVD ertoe om zo sterk in te grijpen in de vrijheid van jongeren tot 24 jaar? Waarom denkt de VVD dat het gratis aanbieden van water zou leiden tot minder drankgebruik? Waarom laten we dit niet over aan de organisaties die we daarvoor hebben, zoals de GGD, die regelmatig het Stratumseind op gaan? Wij begrijpen het niet, en ik moet zeggen dat onze Dwarsers vandaag actie wilden komen voeren, want zij voelden zich echt als kinderen weggezet. De heer Schut: U zult begrijpen dat wij het, in onze liberale visie, hebben over de mogelijkheid om iets aan je gezondheid te doen en wij faciliteren dat met deze motie. Dat is alles. Er is geen verplichting, dat maakt u ervan. Er is niemand die naar een kraan gebracht wordt. Wij denken dat, als je op een aantal plekken in de stad een drinkfonteintje creeert, mensen daar zelf heen kunnen gaan als ze daar behoefte aan hebben. Daarmee faciliteren wij alleen maar iets in de gezondheidszorg. Niet meer en niet minder.
verslagnummer xo
Mevrouw Breuers: Hebt u ook afgewogen wat dat betekent voor de spa blauw of het kraanwater dat nu in flesjes in de horeca te koop is, het water op de toiletten en Albert Heijn die tot 22.00 uur open is? De heer Schut: Ik heb op het Stratumseind nog nooit een Albert Heijn gezien. Mevrouw Breuers: Het gaat erom dat u als liberaal gratis water gaat verstrekken. Ik ben gewoon nieuwsgierig. Leg het maar uit. Wie weet gaan we mee!
De heer Schut: In elke Italiaanse stad zie je bijvoorbeeld overal van die waterfonteintjes, en daar kun je, ook als toerist overdag, gebruik van maken. Het is niet eens een zaak van alleen ’s avonds. Dat ding staat er, er komt water uit, en als je dorst hebt kun je drinken. Als je tussen je pilsjes door naar buiten loopt en denkt: dat is goed voor mij, kun je naar dat fonteintje gaan. Als je de designjongens daarop loslaat en je maakt er een mooi designproduct van, dan wordt dat een g e we I di g feest.
Mevrouw Breuers: Ik geloof niet dat het lukt, mijnheer Schut.
De heer Schut: Ik zit met een probleem. Mijnheer Depla heeft zijn amendement nog niet ingediend en ik had daar ook een mening over.
Voorzitter: Andersom geldt dat natuurlijk ook, dus u kunt dadelijk nog reageren. Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Dank u wel. Er heerste enige verwarring over de vraag of wij als ChristenlJnie het amendement over sluitingstijden gingen indienen. Ik moet u zeggen dat er iets wringt in dit thema. Vanwege de alcoholproblematiek en de jeugd is de urgentie hoog. Het uitgaansgeweld is op andere momenten ook regelmatig aan de orde. Vorig jaar kwam de GGD met een toch wel heel serieus artikel, waarin stond: "De GGD is er voorstander van om de openingstijden van horecagelegenheden te beperken, omdat dit naar verwachting positieve effecten zal hebben op de consumptie van alcohol en daarmee ook op verkeersongevallen en alcoholgerelateerde incidenten. Ook neemt de kans toe dat jongeren op maandagen fitter op school aanwezig zijn." Vervolgens zeggen ze: "Indien het gewenst is om de sluitingstijden van de zogenaamde natte en droge horeca te harmoniseren, dan is het vanuit gezondheidsoptiek gewenst om voor beide onderdelen de sluitingstijd te zetten op bijvoorbeeld 02.00 uur. Het vervroegen van de sluitingstijden verlaagt bovendien de druk op de extra inzet van hulpdiensten in de nachtelijke uren..." (dat is natuurlijk in hun belang) "...en verbetert openbaar vervoer." Verder noemen ze nog het fenomeen indrinken, maar dat is nu dan niet zo aan de orde. De horeca is erbij gebaat.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: In de commissie hebben we volgens mij met een overgrote meerderheid vastgesteld dat het nu niet het goede moment is om over sluitingstijden te praten. Met heel veel overwegingen, die ga ik niet herhalen. Als u nu toch een referaat over wel en niet gaat houden, wordt het wel lastig om daar niet op te reageren. De heer Jansen: Voorzitter, ik noem het omdat ik gehoord heb dat ook dit gisteren weer is weggehaald. We zijn al heel lang bezig over het horecabeleid en eigenlijk komen we geen stap verder. Dat is mijn zorg. Wat hier ligt, kan best goed zijn, maar er moet uiteindelijk garen op de klos. We hebben het eigenlijk over zaken die we dan weer niet willen benoemen. Intussen zijn we twee jaar verder. Daarom citeerde ik even de GGD. Dat is voor ons een serieus punt.
Wij hebben onze aandrang om een amendement of een motie in te dienen nog even ingehouden. Vorig jaar had ik het ook al liggen, maar ik heb het teruggenomen, omdat ik vind dat we er uiteindelijk het doel niet mee dienen als u allemaal de tijd nog niet rijp vindt. Ik vind het alleen niet consequent, en dat wilde ik hier nog een keer nadrukkelijk zeggen. Voorzitter: Maar dat betekent dat u nu niet met het amendement komt? De heer Jansen: Nee, ik kom nu niet met een amendement.
Voorzitter: Goed, maar dan zegt de voorzitter dat we het al uitvoerig genoeg besproken hebben en we hebben er afspraken over gemaakt. Als u niet met een voorstel komt, hebt u uw punt, namelijk dat u het urgent vindt, wel gemaakt. Dit leidt echter niet tot nadere besluitvorming. Ik verzoek u nu eventuele andere punten te noemen. De heer Jansen: De andere punten zal ik noemen. Het argument is dat we met de horeca moeten gaan praten. Dat vinden wij een beetje krom. Er moeten gewoon duidelijke kaders gesteld worden en daartoe roep ik de wethouder op, om daarmee te komen. Anders blijven we praten. Graag spoed achter de uitwerking! Dan is er een motie van de VVV (dit is geen verspreking) over kraanwater. Mevrouw Breuers heeft al geprobeerd daar wat duidelijkheid over te krijgen. Vreemd dat die komt, want hij zit op hetzelfde niveau als ’nog geen nadere kaders stellen’. Ik neem aan dat deze motie door de VVV misschien nog heroverwogen wordt. In die sfeer praten wij er een beetje over. In de winter zal er overigens wel geen water uit komen, geachte mijnheer Schut. Maar goed, dat vindt u dus geen probleem en die vrijheid is er. Die motie zullen wij zeker niet steunen. Dank u wel.
verslagnummer xo
Voorzitter: Goed. Mijnheer Depla.
De heer De la: ln de commissie hebben vdj al aangegeven dat ree de visie ondersteunen en dat het college er goed mee aan de gang moet. Dan even onze eigen motie. In de toelichting bij het voorstel wordt al gemeld dat de drank- en horecawet binnenkort wordt gewijzigd. Dit zal er met name op gericht zijn om ervoor te zorgen dat jongeren onder de 16 absoluut niet aan alcohol komen. Dan gaat het vooral om maatregelen die gemeentes moeten nemen om ervoor te zorgen dat juist in paracommerciele centra zoals sport- en cultuurverenigingen wordt voorkomen dat alcohol aan jongeren wordt verstrekt. De sportclubs hebben deze maatschappelijke taak al opgepakt en hun verantwoordelijkheid genomen door met een alcoholbeleid te komen, juist om te voorkomen dat jongeren alcohol krijgen. De Partij van de Arbeid vindt dit een goed initiatief. Wij vinden dat het college dit moet oppakken en moet gebruiken als input voor die nieuwe regelgeving die straks bij de gemeentes terecht komt. Waarom zou je dit nu moeten regelen? Ten eerste vinden wij dat je het feit dat amateurclubs dit initiatief genomen hebben, moet honoreren. Ten tweede zorg je, door ze mee te laten doen bij het opstellen van de regels, voor draagvlak bij sportclubs en bij culturele instellingen, zodat ze ook echt zorgen dat jongeren niet aan alcohol komen. Dat is alleen al een goede reden om het in te brengen.
Voorzitter: Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenber : Ik vind het heel sympathiek en ik heb er zelf heel dichtbij gezeten. In de kantine van de voetbalclub drinkt men meestal bier, bij de hockeyclub drinkt men sherry. En water ... Hebt u ook bij hockey- en andere sportclubs geinformeerd: honkbal, volleybal ... De heer De la: Nee, dat heb ik niet gedaan, maar volgens mij kan dit een mooi startpunt zijn om ook de andere sportverenigingen erbij te betrekken, of ze kunnen zich laten vertegenwoordigen. Ik weet nog niet precies hoe de uitwerking moet. Het gaat erom dat de clubs betrokken worden bij de op te stellen regelgeving en zich gedragen voelen. Ik denk datje met de voetbalclubs meteen al de grootste clubs te pakken hebt, dus dan heb je al een slag gemaakt.
De heer Rennenber : Hockeyclubs zijn er meer, maar dat geeft niet. Het is een sympathiek voorstel en het was maar een idee om ook de hockeyclubs erbij te betrekken. De heer De la: Dok de hockeyclubs, natuurlijk. Ik heb overigens begrepen dat Oranje Zwart daar al een stukje in vooruit loopt en dat je daar voor 16.00 uur geen alcohol meer kunt krijgen.
verslagnummer xo
Voorzitter: Mijnheer Schut.
De heer Schut: Ik wilde alleen wat toevoegen aan dat wat mijnheer Rennenberg zegt. Er zijn ook clubs die om 16.00 uur al beginnen. Wat dat betreft blijft het niet beperkt tot voetbal. De heer De la: Dat wilde ik ook zeggen. Yen slotte, en dat is misschien ook wel heel belangrijk: als lokale politiek laat je aan Den Haag zien dat de keuze om het bij de gemeente neer te leggen een goede oplossingsrichting is. De wet is er overigens, geloof ik, nog niet helemaal doorheen. Zorg datje het niet in Den Haag, maar hier op lokaal niveau regelt. Ook daarom denk ik dat het aannemen van deze motie een goed signaal afgeeft. Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Ik heb nog een vraag als het mag. Als wij het goed interpreteren, wilt u de sportclubs mee laten praten in de werkgroep die over het horecabeleid gaat praten. Onze vraag daarbij is of het niet beter zou zijn dat de gemeente samen met alle sportclubs of vertegenwoordigers daarvan gaat praten over een beleid dat speciaal voor de sport is. Horeca en sport, dat zijn toch twee heel verschillende takken van sport. Horeca bij sportclubs is toch echt iets anders dan de horeca elders in de stad.
De heer De la: idee, het gaat om de uitwerking van de regelgeving in sportkantines en bij culturele instellingen. Daarbij moet worden aangehaakt. Ze moeten zich dus vooral niet bezig gaan houden met horeca in de stad. Mevrouw Breuers: Dan is het niet de werkgroep waarover in de notitie gesproken wordt? Dan snap ik namelijk niet waarom dit nu op tafel ligt. De heer De la: Ik begrijp u niet. Er komt straks waarschijnlijk een werkgroep ..
Voorzitter: De toelichting is duidelijk. Het gaat alleen over horeca in sportkantines en niet over horecagelegenheden op het Stratumseind, het Wilhelminaplein et cetera. Mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Horecabeleid, ook een verhaal dat een lange geschiedenis kent. Ik wil twee punten uit dit voorstel lichten die voor de Stadspartij belangrijk zijn en waarbij wij eerlijk gezegd wat meer garen op de klos hadden gewild. Ten eerste de venstertijden op het Stratumseind. Dat betekent: vanaf een gegeven moment alleen nog naar buiten en niet meer naar binnen. Niet allemaal tegelijkertijd naar buiten, maar gespreid. Het was mooi geweest als we dit hadden
Verslagnummer xo
kunnen vaststellen, maar in dit raadsvoorstel is het vooralsnog alleen nog maar een optie. Jammer. Een ander voor ons belangrijk punt is om een eind te maken aan de happy hours op het Stratumseind. Ook dat is in dit voorstel alleen nog maar iets dat we in de toekomst, ooit, zullen gaan doen. Ook hier hadden we concretere besluitvorming gewild. In het raadsvoorstel worden deze twee punten vergezeld door een tiental andere, die wat ons betreft gecategoriseerd kunnen worden als besluitvervuiling. Volstrekt overbodige punten. Ik heb het in de commissie al gezegd: wij willen het niet op ons geweten hebben om voor dit soort dingen gestemd te hebben. Daar hebben wij helemaal niets aan. Daarom een tegenstem voor het voorstel. Dan de motie over alcohol en sport: we vinden het een uitstekend idee om daarop in te spelen. Het is uitstekend om dit soort initiatieven vanuit de sportwereld toe te juichen. Het tappen van kraanwater op het Stratumseind: volgens mij moeten we daarvoor toch echt de cafes aanspreken. Die hebben tapgelegenheid en kraanwater zat en het lijkt ons volstrekt voor de hand liggend om de mensen te vragen om daar te drinken. Voorzitter: Ik kijk even of de wethouder heel kort op motie 1 en 4 kan ingaan, zodat we kunnen afronden. Is dat akkoord? Ja.
De heer Van Bussel: Misschien mag ik nog zeggen dat hetgeen mijnheer Vleeshouwers gezegd heeft, ook onze inbreng is. Voorzitter: Goed. De wethouder. De heer Van Merrienboer: Dank u wel, voorzitter, dan moet ik er toch echt iets van zeggen. We hebben het over twee onderdelen. Ik vind het jammer, en dat blijkt uit de inbreng van mijnheer Vleeshouwers, dat u gewoon blind bent voor de beleidswijzigingen die nu in het horecabeleid worden ingezet. In de commissie heb ik aangegeven dat we van een passief beleid, dat alles toestaat naar een structuurversterkend horecabeleid gaan. Dat is ook investeren in die horeca, en als u dat besluitvervuiling noemt, hebt u het gewoon niet begrepen.
Ik kijk naar de twee moties en begin met de motie van de PvdA over de betrokkenheid van de clubs en van de sportclubs in het bijzonder bij de uitwerking van het beleid dat op basis van nieuwe wetgeving gemaakt wordt. Ik wil die motie graag omarmen, maar daarbij een kanttekening plaatsen. De ministerraad heeft volgens mij vorige week een voorstel vastgesteld, dat nog een uitgebreide parlementaire behandeling krijgt. Ik voorzie dus dat we op zijn vroegst op 1 juli 2010 van nieuwe wetgeving kunnen spreken en misschien wordt het wel 1 januari 2011. De bereidheid om dat te gaan doen, steun ik dus, maar dat betekent niet dat we morgen al spijkers met koppen kunnen slaan. Ik schat namelijk in dat het
Verslagnummer xo
parlement nog wel een robbertje zal stoeien over de precieze inhoud van de wetgeving. Ik ben dus bereid om de motie uit te voeren, maar verwacht van mij op korte termijn geen substantieel resultaat. Ik ben wel van plan om de sportclubs te betrekken bij de uitvoering van het horecabeleidsplan, maar wij willen dat u dat al hebt op een moment dat de discussie over de exacte wetgeving wellicht nog niet helemaal afgerond is. Dan de motie over het kraanwater. Gisteren heb ik al gezegd dat ik de achtergrond snap. De beschikbaarheid van drinkwater kun je, puur vanuit gezondheidsmotieven, breder steunen, ook los van het vergemakkelijken van de alcoholconsumptie, want dat staat me een beetje tegen en spreekt toch ook wel enigszins uit dit voorstel. Ik heb wel veel vragen: wie is er verantwoordelijk? Welke kwaliteit bieden we daar? Moet het watergebruik, ook gelet op de spaarzaamheid waarmee we met water moeten omgaan, helemaal gratis zijn? Ik heb dus heel veel uitvoeringsvragen, maar dit neemt niet weg dat ik de thematiek van het beschikbaar hebben van voldoende drinkwater bij evenementen en bij uitgaansgelegenheden in de uitvoering van het horecabeleidsplan wel mee wil nemen. Voorzitter: goed. Bent u klaar voor de stemming of wilt u nog nader van gedachten wisselen? Mijnheer Schut.
De heer Schut: Ik ben blij dat de wethouder het waterverhaal zo breed interpreteert als wij het bedoelen, en niet zo mal als de jongelui van GroenLinks dat schijnbaar hebben gedaan. Als ik kijk naar de PvdA-motie, dan vind ik dat een zeer sympathieke gedachte. Ook de wethouder geeft het echter al aan, en hij is nog erg optimistisch als hij het over 1 januari 2011 heeft. Wij denken dat die wet er niet voor medio 2011 is. Regeren is vooruitzien, maar dit vind ik wel erg ver vooruitzien, mijnheer Depla. Voorzitter: Ja, dit roept weer allerlei nieuwe reacties op. Het was meer een nadere toelichting van mijnheer Schut. Ik kijk of er behoefte is aan een stemverklaring vooraf. Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Ja, want wij hadden tot op heden nog niet veel over het voorstel gezegd. We zijn blij met het voorstel en zullen daarmee instemmen. We willen wel voortvarendheid voor het vervolg, want het duurt allemaal erg lang. Uiteraard steunen wij motie 1, want die hebben wij mede ingediend. Het feit dat wetgeving nog ver weg is, betekent niet dat je niet al aan de slag kunt met sportverenigingen. Dan doe je maar iets proactief. De motie van de VVD zullen wij ook steunen. We vinden hem zeer sympathiek. We geven tonnen uit aan de volksgezondheid en dit is nu een initiatief dat met weinig geld volgens mij toch het een en ander oplevert.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Mijnheer Schut, de volle breedte van onze discussie zal u nooit ter ore komen. Dat is jammer. Ik heb genoeg gezegd over het kraanwater en beperk mij tot de motie van de PvdA en het CDA. Ik begrijp nu dat het de bedoeling is dat er echt een aparte werkgroep komt, en dan kunnen wij ermee instemmen om ook nu al voortvarend aan de slag te gaan. Voorzitter: Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Ik had de wethouder iets over voortvarendheid gevraagd, maar ik heb hem daar niet over gehoord. Misschien is hij een beetje bang voor u, bang om te veel tijd te gebruiken. Toch heb ik de behoefte om een stemverklaring af te leggen. Ik vind de motie van de PvdA en het CDA sympathiek, Hij hoeft hier niet aan gekoppeld te zijn, juist omdat het om beleid gaat en niet al om de uitvoering van de werkgroep. Over de motie van het kraanwater heb ik al iets gezegd. Het is wel typisch dat die ook in details treedt, en als het om sluitingstijden gaat, reageren we hier als door een bende wespen gestoken. Ik zeg het maar even. Dat brengt mij ertoe om tegen het voorstel in te gaan. Er moet gewoon garen op de klos komen en daar ligt het urgente probleem. We durven het niet te benoemen. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Wij gaan voor het voorstel stemmen. Ik wil graag iets over de moties zeggen. De motie over sport en alcohol steunen wij en ook de VVD-motie over kraanwater zullen wij steunen; misschien vanuit een iets andere invalshoek, al vinden we de argumentatie prima. Wij denken dat het misschien ook wel zou kunnen helpen tegen het ongebreideld aanschaffen en wegwerpen van plastic flesjes. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel. U was het toch met mijnheer Vleeshouwers eens? De heer Van Bussel: Een stemverklaring, voorzitter.
Voorzitter: Wat ik nu wel grappig vind: in het presidium wordt elke keer gezegd dat je alleen een stemverklaring aflegt als je een afwijkende mening hebt. Wat doen nu dezelfde leden van het presidium? Die geven hier gewoon een stemverklaring. Ik vind u niet erg consequent. De heer Van Bussel: Ik heb mijn inbreng tot nul gereduceerd en maak alleen een opmerking over de twee moties. Wij steunen de motie van de PvdA, maar vinden dat het geen publieke taak is om een kater te voorkomen. De VVD-motie vinden wij dan ook veel te ver gaan. Dat is mijn enige opmerking over het voorstel.
Verslagnummer xo
Voorzitter: Dan gaan we nu over tot stemming. Allereerst het voorstel zoals het er ligt. Er zijn geen amendementen ingediend. Wie is voor het voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de Stadspartij en de ChristenUnie tegen is het voorstel aangenomen. Dan komen we bij motie 1 van mijnheer Depla. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] tegen? Met de fractie van de VVD tegen is de motie aangenomen. Dan motie 4 van mijnheer Schut. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] met de tegenstemmen van de Stadspartij, de ChristenUnie, het OuderenAppel, GroenLinks, Eindoven Nu en de LPF is deze motie aangenomen.
Ik stel voor dat wij de vergadering schorsen tot acht uur en ik wens u smakelijk eten.
[Schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
X Burgerinitiatief 1 Voorstel Ontvankelijkheidstoets burgerinitiatief Saltoschool Reigerlaan Voorzitter: Aan de orde is het burgerinitiatief zoals dat voorgesteld is. Het betreft het burgerinitiatief met betrekking tot de Saltoschool Reigerlaan. Afgesproken is om dat onmiddellijk na de avondpauze van 20.00 uur te behandelen. Het is nu 20.15 uur. Ik stel voor dat we daar een begin mee maken. Ik zou graag de heer Knegtering namens de indieners willen uitnodigen om naar voren te komen en het woord daarover te voeren. Het woord is aan de heer Knegtering.
De heer Kne terin : Goedenavond. Ik heb niet zo’n goed geheugen, dus ik heb maar even opgeschreven wat ik wilde gaan vertellen. Ik zal dat bij dezen voorlezen. Geacht college van B 5 W en geachte raadsleden. Allereerst namens alle ondertekenaars onze dank voor het mogen toelichten van ons initiatief. Laat ik mezelf even kort introduceren. Als geboren en getogen Eindhovenaar heb ik evenals mijn zussen de Saltoschool aan de Reigerlaan doorlopen. Vandaag de dag ben ik een gelukkige vader van drie kleine kinderen, waarvan ik hoop dat ook zij met veel plezier naar deze school zullen gaan.
Verslagnummer xo
De Salto basisschool is een school met circa 440 leerlingen. Een aantal dat de komende jaren nog zal groeien. De school is gehuisvest in een monumentaal karakteristiek gebouw dat momenteel 95 jaar oud is en volgens het schoolbestuur en de schoolleiding nog steeds volop mogelijkheden biedt voor kwalitatief goed en eigentijds onderwijs. De school heeft in de loop der jaren een goede naam opgebouwd en is van een overwegend witte school geevolueerd naar een school met een gemengde leerlingenpopulatie, waarbij momenteel ongeveer een op de vier leerlingen van allochtone afkomst is. Daarmee heeft de school een sterk multicultureel karakter gekregen en vormt hij een goede afspiegeling van onze pluriforme samenleving. Een mooi voorbeeld van een goedlopende, gemengde school.
Echter, zoals bekend, kampt de school al jaren met een steeds groter wordend ruimtegebrek. Zes noodlokalen staan al meer dan zeven jaar op het schoolplein, terwijl het beleid van de gemeentes voor dergelijke noodvoorzieningen bij basisscholen is dat deze niet langer dan vijf jaar zullen staan. Dagelijks worden rond de zeventig kinderen met taxibusjes naar een andere wijk vervoerd ten behoeve van de buitenschoolse opvang. Het beleid van de gemeente is er, net als dat van het Saltobestuur, op gericht om basisscholen om te vormen tot Spilcentra, waarbij instellingen als een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, de peuterspeelzaal en mogelijk andere organisaties op gebied van educatie en jeugdverzorging een plaats krijgen.
In een dergelijk Spilcentrum zijn de voorwaarden aanwezig voor intensieve samenwerking en afstemming tussen deelnemende partners. Dat in het belang van de ontwikkeling van de kinderen. Helaas is de ruimte op het huidige schoolterrein echter te beperkt om hier een Spilcentrum in zijn gehele omvang, dus basisschool met genoemde functies, te realiseren. Alle geledingen binnen de school, te weten schoolbestuur, schoolleiding, onderwijzend personeel, medezeggenschapsraad en oudercommissie, hebben zich unaniem uitgesproken om per se op de huidige locatie te willen blijven en zijn zeer gehecht aan het monumentale schoolgebouw. Die nadrukkelijke wens wordt ook gedeeld door zeer veel buurtbewoners en ouders van leerlingen, die eveneens ten zeerste wensen dat de school in het huidige gebouw op de huidige locatie blijft bestaan. Een bewijs daarvan is Stichting Behoud de Reiger, waarin buurtbewoners zich hebben verenigd. De perfecte oplossing om het ruimteprobleem op te lossen lijkt het nabij gelegen huis Angela in de Kwartelstraat. Het gebouw staat al jaren leeg, biedt meer dan voldoende ruimte voor de genoemde voorzieningen en heeft een perfecte ligging ten opzichte van de school op loopafstand (circa 150 meter). Het gebouw ligt in een rustige omgeving waar een voor kinderen veilige, en ik herhaal, veilige loopafstand aanwezig is, die zeker door de oudere kinderen zelfstandig afgelegd kan worden.
verslagnummer xo
Het alternatief dat de gemeente voor ogen staat, het gebouw De Laak, gelegen aan de zeer drukke Tongelresestraat, biedt deze veiligheid voor kinderen absoluut niet. Alle betrokkenen van de school die momenteel participeren in het overleg over het vormen van een Spilcentrum staan positief tegenover de mogelijkheid dit in huize Angela te realiseren. Concreet zou dit betekenen: basisschool in het gebouw aan de Reigerlaan, peuterspeelzaal en eventuele andere activiteiten in gebouw Huize Angela.
Het bijzondere en unieke van dit initiatief is dat het een zeer breed draagvlak geniet van ouders van leerlingen (rond de 190 handtekeningen), schoolleiding, Saltobestuur, onderwijsteam, medezeggenschapsraad, omwonenden, vele buurtbewoners (circa 550 handtekeningen), buurtvereniging Villapark, Stichting Behoud de Reiger en vele overige inwoners van Eindhoven. Dit is wat het volk, de gemeenschap, wil. Wij vragen u dan ook nadrukkelijk om aan ons voorstel tegemoet te komen en mee te werken om Huize Angela geschikt te maken voor de realisatie van een Spilcentrum. Dank u voor uw aandacht. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Knegtering. U mag gaan zitten. Het presidium heeft naar dit burgerinitiatief gekeken en stelt voor om het ontvankelijk te verklaren. Is er iemand die daar een probleem mee heeft? Dat is niet het geval. Dan is het ontvankelijk en zal het worden doorgeleid om geagendeerd te worden bij de commissie MMVP. Is dat akkoord? Ja. We hebben daarmee agendapunt X afgerond.
XI Actuele moties Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter, mag ik naar aanleiding van dit agendapunt iets zeggen? Voorzitter: Ja.
Mevrouw Breuers: We hebben het vragenhalfuur benut om een vraag te stellen aan de wethouder. We hebben inmiddels de raadsinformatiebrief gelezen en wij willen een actuele motie indienen over PopEi als we aan de beurt zijn. Voorzitter: Oke. Dat betekent dat dit wordt toegevoegd als actuele motie AcM6 GroenLinks PopEi. Ik loop zo meteen nog wel even met u door hoeveel actuele moties er zijn. De heer Van Bussel: Voorzitter, dan wil ik ook een actuele motie indienen. Voorzitter: En die is?
verslagnummer xo
De heer Van Bussel: Noem hem maar actuele motie nummer 7. Ik zal hem toelichten
in de motie van ongenoegen. Voorzitter: Wacht even, dit past niet. Elk lid is gerechtigd om op elk moment nog een actuele motie in te dienen. Als ze van tevoren ingediend zijn, kunnen ze gewoon door het presidium bekeken worden. Dan nog is het zo dat u dat, ook al zou het presidium zeggen dat hij niet actueel is, hier bij ordedebat kunt bediscussieren. Mevrouw Breuers heeft, of liever gezegd, mevrouw Richters heeft aan het begin van de vergadering gezegd: "Ik heb de brief van het college niet gehad. Ik behoud mij het recht voor om daar nog een actuele motie over in te dienen." Daar heeft u geen problemen mee gehad. Dat kan alsnog ontstaan, maar dan handelen we dit op een ordentelijke manier af. U kunt voorstellen om dit punt vanwege gebrek aan actualiteit niet in behandeling te nemen. Dat kunnen we hier bespreken, maar we gaan niet nog een keer een motie van ongenoegen indienen. Door mevrouw Breuers wordt voorgesteld om een actuele motie nummer 6 toe te voegen gaande over PopEi. Is dat akkoord?
De heer Van Bussel: Mag een amendering op een actuele motie dan, of is dat ook niet aan de orde? Ja of nee? Voorzitter: We gaan naar de actuele moties. Aan de orde is AcM1 van de PvdA met betrekking tot KNAP. Ik kijk of dat nog aan de orde is.
De heer Toruno lu: We dienen de motie niet in. We willen wel de
raadsinformatiebrief, die door het college is doorgestuurd, agenderen voor de eerstvolgende commissievergadering. Voorzitter: Dit komt terug bij de eerstvolgende commissievergadering. Dan komen we bij de actuele motie van de SP met betrekking tot vergunning tijdelijke verhuur woningen. Mevrouw Van den Crommert. Mevrouw Van den Crommert: Het presidium heeft voorgesteld om dat in de commissie te behandelen op 15 september 2009. Wij willen het presidium daarin volgen.
Voorzitter: Oke. Dan wordt deze motie behandeld in de commissievergadering op 15 september 2009. Dan komen we bij de motie van de PvdA over voetbal en samenleving. Ook daarvan wordt voorgesteld dit in de commissie te behandelen. Kunt u daarmee akkoord gaan? Dan is de actuele motie van de PvdA, AcM3, afgevoerd en wordt behandeld in de commissie. Dan is er motie AcM4 van D66. U wilde deze evenals motie 5 handhaven, mevrouw Schreurs? Oke. Motie 6 is toegevoegd. We gaan met deze drie moties aan de gang.
Verslagnummer xo
Voor de duidelijkheid wil ik nog een keer terug naar wat wij met actuele moties doen. De behandelduur per vraag is maximaal dertig minuten. Dat heeft u zelf afgesproken. Voor de inleiding van maximaal twee minuten kan het presidium op een vooraf ingediend verzoek meer tijd inruimen. Dat heeft het presidium niet gedaan. De fracties krijgen ook maximaal twee minuten voor hun bijdrage. Er is een woordvoerder namens gezamenlijke indieners, indien daar sprake van is. Dat is het. Mevrouw Schreurs, u kunt als eerste uw actuele motie toelichten in twee minuten tijd.
Mevrouw Schreurs: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ons is ooit beloofd dat het hele proces van het bouwen in het Stadionkwartier geevalueerd zou worden. Daar zouden we per omgaande bericht van krijgen, zo stond in een raadsinformatiebrief van het college van 22 maart. Dit hebben we nooit gezien. Inmiddels hebben we wel een rapport Binnenstedelijk Bouwen. Dat geeft aardige aanknopingspunten om te zeggen: was dat nu allemaal zo gelukkig? Zoals u in de actuele motie zelf kunt lezen zijn er twee saillante punten die de commissie heeft geconcludeerd. Punt een is dat het college er feitelijk verantwoordelijk voor is om te zorgen dat dit soort dingen op een ordentelijke wijze geschieden; het voorzorgprincipe. Het tweede punt is dat vrij bouwen, heien en hindervrij funderen mogelijk was geweest. Dat is opmerkelijk. De commissie gebruikt zelfs de term: altijd is dat mogelijk. Dat strookt niet met wat het college ons verteld heeft. En ÃćâĆňâĂİ twee minuten is ook heel erg kortÃćâĆňâĂİ
dat strookt niet met de passages zoals ze staan in de beantwoording van januari op mijn eerste en tweede vragenronde. Het strookt niet met dat wat er bij de metingresultaten staat en het strookt niet met hoe de advocaat zich in het proces uitgelaten heeft. Uiteindelijk wordt er gezegd: ’Het gebeurt niet omdat er sprake is van dat het technisch niet anders kan.’ Voor een gedeelte van de raad is dat niet nieuw, want dat hadden we al eerder geconcludeerd. Het interessante is dat nu een onafhankelijke commissie dat geconcludeerd heeft. Het kan altijd anders. Als u dat ooit schriftelijk wilt, dan kan dat nog nageleverd worden. Het opmerkelijke is trouwens ook dat, los van het feit dat die procesevaluatie er nog steeds niet ligt, ook dit rapport geen aanleiding gaf voor het college zelf en de verantwoordelijke wethouder om even iets te uiten over het gebeuren bij het Stadionkwartier. Sterker nog: de directe aanleiding wordt niet eens gememoreerd in het briefje dat het college de wereld in zond. Zelfs wordt daar niet in vermeld dat er altijd een alternatieve methode mogelijk is. Op grond hiervan trekken wij de conclusie dat, los van het feit dat het ’erg stil was aan de overkant’ zoals ze bij PSV zouden zingen, het gewoon niet juist informeren van de raad is geweest. Persoonlijk vind ik dat nog minder erg dan de consequentie die eraan verbonden is. Er is mensen geweld aangedaan in hun leven en dat was te voorkomen geweest. Dat is iets waar wij allemaal de schande van moeten dragen. Dat leidt dan tot de tweede motie.
VerSlagnummer ko
Voorzitter: We doen eerst de eerste motie.
Mevrouw Schreurs: Het is een logische consequentie. Wanneer je zegt dat er onnodig geweld is toegepast op mensen, houdt dit in dat je daarvan op het moment dat je mede verantwoordelijk bent ÃćâĆňâĂİ en dat formuleert de commissieÃćâĆňâĂİ
ook de consequenties moet dragen om het gesprek aan te gaan met de buurt. Voorzitter: U kunt dat zo meteen nog verder toelichten. We kunnen beter motie voor motie behandelen, anders wordt het warrig voor de mensen. Een motie van wantrouwen behoort bij voorrang behandeld te worden en niet in samenhang met een andere motie. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, soms is het gewoon erg onhandig. Waar het om gaat is dat u het nu maakt tot een technische zaak tussen raad en college. Het interessante van dit fenomeen...
Voorzitter: Ik ga met u geen discussie aan over techniek. Ik ben hier de voorzitter van de raad. U dient een motie van wantrouwen in en die behoort bij voorrang behandelt te worden en die gaan we niet vermengen met andere moties. Ik kijk of er andere leden zijn die het woord willen voeren. De heren Depla, Van Zijl en Abbou, mevrouw Heesterbeek, de heren Leenders, Van Bussel, Helms, Reker, Vleeshouwers, Jansen en Mulder. Oke. Mijnheer Depla. De heer De la: Dank u wet voorzitter. Laat ik maar meteen de eerste klap uitdelen.
Onze fractie heeft geen enkele behoefte om hier opnieuw het verantwoordingsdebat te voeren dat we enkele maanden geleden gevoerd hebben. Daar is ook geen enkele aanleiding voor. Het rapport geeft geen enkele aanleiding om dit verantwoordingsdebat opnieuw te voeren. Het is ook zo dat mevrouw Schreurs ons maar eens moet aangeven waar in het rapport staat dat de wethouder het anders had moeten doen. Als je dit rapport leest, lijkt het me vrij duidelijk. U bent gewoon selectief aan het winkelen, mevrouw Schreurs. Dat is uw goed recht en dat zou ik ook doen, maar het is wel erg doorzichtig. Mevrouw Schreurs: Mijnheer Depla? De heer De la: Nee, mag ik eventjes?
Mevrouw Schreurs: Ik zit vlak bij u en ik vind het niet prettig als er tegen mij
geschreeuwd wordt. De heer De la: Dke. Goed. Er staat op bladzijde 3 punt 2: "Dit het rapport van
Deltares leidt de commissie af dat er altijd een alternatieve funderingswijze
verslagnummer xo
mogelijk is met veel minder geluid en trillingen". En dan houdt u op. Nou, ik houd niet op, want vervolgens staat er ook: wDe noodzaak tot het toepassen van een alternatieve techniek dient echter vroegtijdig in het proces bekend te zijn. De ontwikkelaar moet bij het ontwerpproces rekening houden met deze beperking".
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, op het moment dat mijnheer Depla de techniek ingaat, wordt het een ander soort discussie en dan krijgt hij toch de discussie van het verleden terug. Het moment dat het bekend had horen te zijn, was het moment van het slaan van de damwanden. Dat is ongeveer zes maanden voor het heien. Op dat moment was er nog ruim de tijd om het allemaal op een andere manier te doen. Het ontwerpproces vergde niet zo veel moeite. Dat staat ook in het Deltaresrapport. Voorzitter: Mijnheer Depla. De heer De la: Het gaat erom dat ik de hele zin lees en v leest maar een halve zin, en die hele zin laat heel duidelijk zien waar we het de vorige keer in de raad bij het verantwoordingsdebat over gehad hebben. Het is niet verwijtbaar dat de wethouder gehandeld heeft zoals ze heeft gehandeld. Wat mij betreft is daarmee de kous af.
Mevrouw Schreurs: Maar voorzitter, is mijnheer Depla het er dan mee eens dat er altijd een alternatieve methode was geweest?
Voorzitter: Misschien dat mijnheer Depla daar zo nog bij komt, want dat is een andere vraag. Hij maakt nu zijn verhaal gewoon af en dan kunt u aan het einde nog vragen stellen. Mijnheer Depla. De heer De la: Verder ÃćâĆňâĂİ zo diep zijn we inmiddels gedaald met deze motie ÃćâĆňâĂİ heeft v
het erover dat de bewoners onnodig geweld is aangedaan. Weet u wel wat dat voor woorden zijn? U neemt dan wel zware woorden in de mond. Dat betekent dat de overheid ÃćâĆňâĂİ dat zegt u eigenlijk ÃćâĆňâĂİ geweld gebruikt tegen bewoners. Ik zou haast
zeggen dat dit vroeger in dictatoriale landen aan de orde was, maar hier is toch absoluut geen sprake van onnodig geweld.
Mevrouw Schreurs: Mede verantwoordelijkheiddragend voor onnodig geweld. Zo mag u het lezen. De heer De la: Ik vind het hele zware woorden als er gezegd wordt dat een
wethouder geweld gebruikt. Voorzitter: Dat heeft u al eerder gezegd.
verslagnummer xo
De heer De la: ik wil het hierbij laten. Veel woorden wil ik er niet aan veil maken. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: Ja voorzitter, ongeacht het oordeel dat wie dan ook kan hebben over het gelopen proces bij het heien in het Philips Stadion, is het zo dat er een vraag is gesteld aan een onderzoeksbureau die luidt: ’Kunnen we, als we in een vroeg stadium betrokken worden bij toekomstige projecten, dit soort problemen voorkomen en is het dan absoluut nodig om te gaan heien?’ Die vraag heeft het onderzoeksbureau naar onze mening als volgt beantwoord: ’Nee, er is niet per se een noodzaak tot heien’ en ’Ja, als je in een vroegtijdig stadium betrokken bent, kun je dit soort problemen voorkomen.’ Volgens ons moet je daar op dit moment als college naar handelen en deze punten adopteren. Dit rapport zegt niets over wat er in het verleden heeft plaatsgevonden. Je kunt daar hooguit nog je spijt over betuigen. Ik denk dat het college dat ook gedaan heeft bij de presentatie. Dat betekent dus ook dat wij deze motie van wantrouwen niet zullen ondersteunen. Voorzitter: Mijnheer Abbou.
De heer Abbou: Dank u wel, voorzitter. Eindhoven Nu heeft in het verleden telkens de moties ondersteund als het ging om het heien. Nu hebben wij hier een motie die gaat over wantrouwen. Eindhoven Nu is van mening veranderd sinds de rechter zijn uitspraak heeft gedaan. Daar hebben we ons bij neergelegd. Als de rechter een uitspraak doet en zegt dat het college niets te verwijten valt en correct heeft gehandeld, wie zijn wij dan om dat in diskrediet te brengen? Ik vind de motie echt verkeerd. Wethouder Fiers spreekt namens het college en niet namens zichzelf. Deze motie vind ik totaal overbodig en het is de mensen blij maken met een dode mus.
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Wij hebben een commissie die een opdracht heeft uitgevoerd. Het college kan aan de slag met de aanbevelingen. Ik lees in de begeleidende brief dat het college later dit jaar met voorstellen komt. Die willen wij dan graag bespreken. In onze opinie is de strekking van het rapport van dien aard dat het onlogisch is om daaraan dergelijke vergaande conclusies over en consequenties voor het bestuur van de stad te verbinden. Mijn fractie gaat daarin dus niet mee en keurt dit ten sterkste af. In onze opinie is het absoluut ongepast om deze motie in te dienen. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Leenders.
Verslagnummer xo
De heer Leenders: Voorzitter, de motie citeert slechts een stukje rapport. Mijnheer Depla zei het ook al. De motie haalt een klein stukje discussie van de afgelopen maanden weer naar voren. Volgens mij wordt daar een volstrekt onvolledig verhaal gecreeerd. We hebben het verantwoordingsdebat gehad. Het rapport geeft geen enkele aanleiding om daarop terug te komen. Wij vinden dat met deze zoveelste actie een belangrijk democratisch instrument zo langzamerhand eigenlijk krachteloos wordt gemaakt. Wij zullen deze motie uiteraard niet steunen. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: Dank u wel, voorzitter. Het rapport is duidelijk. Wat altijd al is gezegd door de oppositie is dat er andere heimethodes mogelijk zijn. Er staan weinig onduidelijkheden in dit rapport. We wisten dit eigenlijk ook wel. Dit werpt een bepaald licht op de door het college ingehuurde bureaus, die eenzijdig informeerden. De kritiek dat het college zich wat centraler had moeten opstellen is al eerder in deze raad geventileerd. Dit verwijt klonk door in de motie van afkeuring, waar wij voor gestemd hebben. Nu is er de bevestiging dat het informeren zorgvuldiger had gekund. Wij vinden dat de motie, zoals deze nu voorligt, afrekent met alleen een wethouder. We hebben voortdurend gemerkt dat er vanuit het gehele college een lijn is getrokken. Men sprak gezamenlijk en steunde elkaar in dat dossier. Als er een verwijt is dan heeft dat betrekking op het gehele college. Ik doe een beroep op de indiener om de motie om te vormen tot een actuele motie van ongenoegen waarin wij als raad ons ongenoegen uitspreken over de wijze waarop het college met de gemeenteraad omgaat ten aanzien van de informatieplicht. Dit is altijd al een slecht punt geweest en het moet absoluut beter. Ik wil graag de indiener de overweging meegeven om het zo uit te leggen en de motie in die vorm te gieten.
Voorzitter: Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Ik wil mijnheer Van Bussel dan toch vragen wat dat te maken heeft met het feit dat er net een rapport is uitgekomen. Dat hoort toch bij het verantwoordingsdebat? Dat hebben we gehad. De heer Van Bussel: Toen hadden wij een ander boekje van Deltares of zo. Daarin werd de wethouder gesteund in wat zij zei. Nu blijkt dat dit helemaal niet zo waar is. Wat ze nu moet doen is toegeven dat ze ten dele ongelijk heeft gehad. Ik hoor dat graag van haar, want iedereen kan natuurlijk fouten maken. Je laat je leiden door externe adviseurs, maar ze heeft zich te veel op een partij gericht en is weinig zorgvuldig geweest in het inwinnen van advies van anderen, ook gezien de opmerkingen die daarover geplaatst zijn in het dossier.
Voorzitter: Mijnheer Helms.
Verslagnummer LD
De heer Helms: Dank u wel, voorzitter.
De heer De la: Ik wil nog even aan mijnheer van Bussel vragen waaruit dit blijkt. Waar maakt u dat nu uit op? De heer Van Bussel: Uit het rapport van mijnheer Bruins.
De heer De la: Leest u dat eens voor? Ik kan het niet vinden hoor.
De heer Van Bussel: Er was te allen tijde een mogelijkheid om op een andere manier dan heien te werk te gaan. Dat wordt gesteld. Voorzitter: Mijnheer Helms. De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. Misschien kan ik de heren helpen. Ik kan bij een aantal dingen die gezegd worden ÃćâĆňâĂİ de woorden van de heren Depla en van Zijl
- aansluiten. De woorden van mijnheer Van Bussel komen mij bekend voor, want dat zijn ongeveer de bewoordingen die ik in mei heb gebruikt. Ook toen hebben we een discussie gehad en heeft de VVD geconcludeerd dat er altijd een andere mogelijkheid is en dat wat ons betreft het college eerder actief aan de slag had gemoeten. Op basis daarvan is er een motie van afkeuring ingediend tegen het college en niet tegen een wethouder, omdat er inderdaad een gemeenschappelijke lijn is gevolgd. Die motie heeft het niet gehaald. We hebben nu een rapport gekregen van de commissie Bruins. Met veel respect voor de inhoud bevestigt dit rapport wat wij feitelijk ook al zeiden en waar iedereen het ook wel redelijk mee eens was. Zelfs de wethouder heeft toen aangegeven dat er wellicht altijd een alternatief is, maar er op dat moment in het proces geen reeel alternatief was. Dat is het verschil tussen bewoordingen uit het debat de vorige keer en het debat dat nu wordt gestart door mevrouw Schreurs. Kortom, het enige dat dit rapport heeft laten zien is dat de VVD toen al op de goede lijn zat. [Gelach] Daar zijn wij heel dankbaar voor. Dit heeft niets te maken met de voorzitter van de commissie. Verder
is er niets nieuws boven tafel gekomen, behalve een heel goed advies over hoe we dit in de toekomst moeten voorkomen. Dat is overgenomen. Niets nieuws onder de zon, dus deze motie is volstrekt misplaatst. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mijnheer Reker. De heer Reker: Dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt een actuele motie van wantrouwen. De oorzaak is de overlast die het heien in verband met de derde laag heeft veroorzaakt. Ja, er was overlast, maar ik vind ook dat de overlast erg is opgeklopt. Er was overlast en daar moet geen misverstand over bestaan. Achteraf kun je stellen dat het misschien ook anders had gekund. Dat wat de
Verslagnummer xo
onderzoekscommissies toen allemaal verteld hebben aangaande het halverwege overstappen naar een andere heimethode ging gepaard met de woorden: ’mits’, ’als’ en ’als ... dan’. Dat was geen alternatief en stilleggen al evenmin. Dan waren we nu nog aan het heien, terwijl het nu is afgelopen. We zijn blij met het nieuwe rapport en dat is alleen maar goed voor de toekomst, maar wij zullen deze actuele motie niet steunen. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Voorzitter, ik heb met belangstelling geluisterd naar de discussie tot dusver en ik hoor eerlijk gezegd niets nieuws. Het rapport Bruins is wat mij betreft geen openbaring. Zover waren wij bij de vorige verantwoordingsdiscussie ook al. Wat nu gebeurt is een herhaling van zetten en wat ik destijds vond, was toen op zijn plek. Ik vind deze motie volstrekt overbodig en ga hem niet steunen. Geen van beiden. Voorzitter: Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Ja, voorzitter, eigenlijk komt het op hetzelfde neer als dat wat mijnheer Vleeshouwers vermeld heeft. Ik ga deze motie niet steunen. Het is een te zwaar middel voor een situatie waarin een rapport bevestigt wat we allemaal al wisten en waar een proces zijn gang heeft en waar dit niets nieuws oplevert. Dank u. Voorzitter: Mijnheer Mulder. De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. In korte tijd heeft de commissie Bruins uitstekend werk verricht. De conclusies c.q. aanbevelingen zijn duidelijk. Wat dat betreft kan ik zeggen dat wij, gelet op dat rapport, aangeven dat wij dat een heel goede zaak vinden. Daarin wordt aangegeven wat ook mevrouw Schreurs heeft aangegeven en waar ik het volledig mee eens ben. Dat leidt er ook toe dat wij beide moties hebben ondertekend en uiteraard zullen steunen.
Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. Er zijn al veel woorden gezegd vanavond. Wij hebben natuurlijk, zoals een aantal raadsleden ook al aangeeft, al een uitgebreid verantwoordingsdebat gehad. Ik wil ook niet teveel in herhalingen vervallen. Laat ik wel voorop stellen dat u en ook het college de situatie die wij in het Stadionkwartier hebben meegemaakt natuurlijk niet nog een keer willen meemaken. Daarom hebben wij de commissie Bruins ook gevraagd om een toekomstgericht advies aan ons te geven. Hoe kunnen wij in de toekomst voorkomen dat we in dit soort situaties terechtkomen? Daarvan zegt de commissie eigenlijk heel helder: ’Op het moment dat je vroegtijdig in het proces daarop
Verslagnummer xo
intervenieert, heb je dus ook echt sturingsmogelijkheden.’ Wij omarmen dat advies en zullen dat uitwerken in een notitie over bouwhinder, die wij waarschijnlijk uitgebreid met u zullen bespreken in het najaar. Daar zie ik ook naar uit, maar deze motie ÃćâĆňâĂİ en dat zal u niet verrassen ÃćâĆňâĂİ zullen wij u ontraden.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, in tegenstelling tot de rest van de oppositie heb ik in dit huis nog nooit een motie van wantrouwen ingediend. Waar gaat het hier nu om? De discussie lijkt inderdaad heel veel op de discussie uit het verleden. Mijnheer Helms heeft helemaal gelijk dat hij altijd de positie heeft ingenomen dat er een alternatief was. Dat is alleen nooit door de raad als geheel onderschreven. Het interessante van de commissie Bruins is ÃćâĆňâĂİ omdat het natuurlijk een integere groep mensen is die ook een naam te verliezen heeft ÃćâĆňâĂİ dat ze zich wel degelijk gebogen
heeft over het voorafgaande. Je ziet dat ze expliciet zeggen: ’Zit het in drie of in twee lagen?’ Het antwoord is ’nee’. Wat voor een methode gebruik je dan? Dan is het gewoon de methode die heel simpel te effectueren is. Dat doen je het met groutinjecties. Excuses! Soms word je gehinderd door het feit dat je echt alles gelezen hebt. Wat daar staat is dat er niets anders nodig was dan de kuil weer dichtgooien en een nieuwe berekening maken over het aantal palen dat nodig is. Dat staat in Bruins’ rapport. Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Mevrouw Schreurs, ik heb heel uitgebreid de notulen en de verslaglegging van de vorige keer bestudeerd en dat was een behoorlijke klus. Ik kan niet anders concluderen dan dat destijds wel degelijk iedereen ÃćâĆňâĂİ ik heb daar specifiek bij een heleboel partijen op aangedrongen ÃćâĆňâĂİ specifiek heeft aangegeven
dat het achteraf bezien inderdaad anders had gekund. Exact zoals het rapport van mijnheer Bruins zegt. Mevrouw Schreurs: Op welk tijdstip?
De heer Helms: Alleen op dat moment was het te ver in het proces om dat te doen. U heeft een motie van afkeuring ingediend. Wij hebben nog meegeholpen met de formulering en hebben die motie gesteund. Daarmee hebben we een signaal afgegeven van dat wij vinden dat het anders had gekund. De meerderheid van deze raad heeft besloten om het college dit niet kwalijk te nemen, gezien de situatie in het proces. Ook wij vinden dat nog steeds een kwalijke zaak, maar we hebben toen al gezegd dat we een signaal hebben afgegeven. Dat heeft het niet gehaald en bij de verkiezingen volgt de afrekening. Er ligt niets nieuws op tafel. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Verslagnummer xo
Mevrouw Schreurs: Nieuw is dat er een rapport ligt, onderschreven door het college. Ik wil u wel even in herinnering brengen dat bij het vorige Deltares-rapport de projectontwikkelaar zei: ’Het kan niet’. Dat is toen onderschreven door het college. Nu wordt dit rapport onderschreven door het college. Ik roep even in herinnering dat, voordat er uberhaupt een heipaal de grond in was gegaan, de eerste reactie van het college was dat er geen andere bouwmethode beschikbaar was. Dit is een technische oorzaak en geen financiele. Dat houdt in dat, toen het nog volstrekt mogelijk was de kuil dicht te gooien en het anders te doen, het college de raad niet juist geinformeerd heeft. Daarna is inderdaad opeenvolgend de raad hetzelfde plaatje voorgehouden en uiteindelijk leidt dat ertoe dat je zover in het proces zit dat er geen weg terug lijkt. Het is begonnen met het moment dat er gezegd is: ’Dit is een technische oorzaak en geen financiele.’ Het verschil tussen nu en de discussie die wij hadden is dat tijdens de discussie in het verleden iedereen zich nog zo’n beetje achter de lijn van het college schaarde. Voorzitter: Mijnheer Depla.
De heer De ia: Mevrouw gthreurs gaat nu wederom het verantwoordingsdebat overdoen. Ik denk dat mijnheer Helms het heel duidelijk heeft gezegd. Voorzitter: Dit wordt een herhaling van zetten. De heer De ia: Dit is geweest en we kijken nu naar de toekomst. Daar gaat dit rapport over. Daar hoor ik u niet over.
Voorzitter: Ik geloof dat u nu ook in herhalingen vervalt. Mijnheer Helms.
De heer Helms: Ik wil alleen nog even een aanvulling doen op wat ik net zei, namelijk dat wij de vorige keer de verantwoording hebben gedaan en nu ga ik niet de semantische discussie met mevrouw Schreurs aan. Voorzitter: Dat heeft u net toegelicht. Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Als de wethouder zich baseerde op dat rapport van Deltares, dan zou je misschien een motie van wantrouwen tegen dat bureau moeten indienen, want op zich kan zij zich verschuilen achter het feit dat zij informatie had. Je kan wel zeggen dat zij het beter had moeten doen en dat het een slechte zaak is, maar je moet natuurlijk ook kijken naar de adviezen die zij had.
Voorzitter: Mevrouw Schreurs, en daarna zijn de twee minuten ruimschoots om. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, het is opvallend dat je binnen vijf maanden tijd opeens een rapport kunt produceren waarin staat dat er altijd een alternatief is.
Verslagnummer xo
Vanaf het moment dat het heien speelde ÃćâĆňâĂİ het was het moment dat de damwanden
erin geslagen werden ÃćâĆňâĂİ werd er volgehouden dat er geen alternatieven waren.
Nogmaals, de discrepantie zat erin. Voorzitter: U zegt nu zelf ’nogmaals’ en dat is inderdaad zo. U heeft het al een paar keer gezegd. Ik denk dat u uw punt wel helder gemaakt heeft en dat dit uitvoerig is
uitgewisseld. Mevrouw Schreurs: Waar het om gaat is dat deze raad beweert dat het een herhaling van zetten is. Voorzitter: Ja.
Mevrouw Schreurs: Nee, dat is het niet, want op dit moment ligt er een rapport geaccordeerd door het college, waarin staat dat het anders was dan in het verleden gezegd is.
Voorzitter: De raad gaat nog altijd over de eigen opvatting. Ik kijk of er nog andere leden zijn die hierover het woord willen voeren. Ik kijk of het college hierover het woord wil voeren. Dat is ook niet het geval en we gaan over tot stemming.
Aan de orde is de stemming over AcM4 ingediend door mevrouw Schreurs, mede ondersteund door het OuderenAppel Eindhoven. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Mevrouw Schreurs en het OuderenAppel Eindhoven. Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Daarmee is de motie verworpen. Dan komen we bij de motie die een andere titel heeft gekregen. Deze heet nu: Motie voor compensatie voor het Philipsdorp. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Tja, voorzitter. Ik heb er even achter gezet: ’en omstreken’, want aan de overkant hebben ze ook last gehad. Er even van uitgaande dat het nu een gedeeld uitgangspunt is van deze hele raad dat het niet nodig was geweest, dat er een rol te spelen is vanuit het college om dat soort dingen te voorkomen, is het logisch dat er nu een gesprek wordt geopend met de buurtbewoners om te kijken hoe je dat compenseert. Het gaat dan niet, voor alle helderheid, om het type planschade zoals we hier altijd toepassen. Planschade betekent dat het gewoon niet anders kan. Nee, het gaat om wat er wel anders had gekund. Mensen is iets overkomen wat ze niet had hoeven overkomen en wij hebben daar een rol in gespeeld. Dat is iets waar een goed bestuur ook naar moet handelen. Dat is meer dan alleen het regiem van Amsterdam overnemen. Daar wordt ook om gevraagd. Voorzitter: Dank u wel.
Verslagnummer xo
Mevrouw Schreurs: Dit is ook mede ondertekend door het OuderenAppel. Voorzitter: Ja. Wie wil hier het woord over voeren? Ik kijk even: de heren Depla, Van Zijl, mevrouw Heesterbeek, de heren Leenders, Van Bussel, Helms, Reker en Abbou. Oke. Mijnheer Depla.
De heer De la: Er is een compensatieregeling. Punt, meurousegchreurs. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: In grote lijnen geldt eigenlijk hetzelfde antwoord als bij het vorige gedeelte en daarnaast begrijp ik dat er op dit moment nog gesprekken gaande zijn met de buurt. De heer Abbou: Dank u wel, voorzitter. Er is een compensatieregeling met de buurt. Tevens is het enige wat ik hierop wil zeggen dat we straks trots zullen zijn dat we weer een toren rijker zijn in Eindhoven.
Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Ja, voorzitter. Behalve de titel is de tekst van de motie precies hetzelfde. Ik heb ook het idee dat er momenteel genoeg overleg is dat er gecompenseerd wordt. Ik heb hier verder niets aan toe te voegen. Wij stemmen tegen.
Voorzitter: Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Voorzitter, aangezien zowel de overwegingen als de meningen dezelfde zijn als bij de vorige motie, zullen wij deze uiteraard wederom niet steunen. Meer woorden wens ik er niet aan vuil te maken. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: De lokale overheid had het kunnen voorkomen. Dat staat voor
ons wel vast. Het feit dat je er al wat aan gedaan hebt, wil niet zeggen dat deze raad niet een krachtige uitspraak moet doen zoals: mensen, jullie krijgen de rug gensteun. De raad wil dat jullie fatsoenlijk gecompenseerd worden. Ik denk dat dat een steuntje in de rug is voor die buurt. Het kan geen kwaad dat we ons daar volmondig over uitspreken, ondanks dat er al wat gebeurt. ’I: Mijnheer Van Bussel, er zijn op dit moment toch al gesprekken
gaande?
Verslagnummer xo
De heer Van Bussel: Het is toch voor de burgers, mijnheer Van Zijl, geweldig als de raad zegt dat er iets totaal verkeerd gegaan is. Door het college wordt gezegd om het nooit meer zo te doen. Dit is echt de laatste keer geweest. Heel Eindhoven gaat nooit meer heien. Zo lees ik het.
D h V Z" I: Voorzitter, ik denk dat de raad heeft gezegd dat hij, hoewel hij het niet veroordeeld heeft, erg ongelukkig was met de gevolgde procedure en met het heien zoals het daar plaats heeft gevonden. Het college heeft gezegd dat het niet meer gebeurt en dat er nog steeds gesprekken gaande zijn over compensatieregelingen en wie daar wel en wie daar niet gebruik van kan gaan maken en tot op welke hoogte. De heer Van Bussel: Als laatste. Soms is het in het kader van verwerking en
smartengeld en dergelijke oneindig veel beter dat mensen een keer een aai over hun bol krijgen en je toegeeft dat je ook inziet dat bepaalde zaken niet goed verlopen zijn dan datje hen een zak met geld geeft. Ik vind dat een loyaal gebaar tegenover onze burgers waar we het allemaal voor doen. Laat het nog een keer doorklinken alstublieft! Die mensen kijken naar ons en laat ze wat van ons verwachten. We zijn er toch voor de burger. Voorzitter: Mijnheer Helms. De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. Er zijn geen nieuwe feiten. Er is een compensatieregeling vastgesteld door het college. Daarvan is de raad op de hoogte gebracht middels een raadsinformatiebrief. Daar heeft niemand, ook de VVD niet, de aandrang gevoeld om dit te agenderen in de commissie en hebben daarmee met de compensatieregeling ingestemd. We gaan dit achteraf niet met handjeklap nog eens ter discussie stellen.
Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Dank u wel voorzitter. Mijn fractie heeft destijds zelf voorgesteld om een compensatie in het leven te roepen. Het college heeft dit overgenomen en verder wensen wij er geen woorden meer aan vuil te maken.
Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Fiers: Voorzitter, ik denk dat ik daarbij kan aansluiten. We hebben een compensatieregeling ingesteld en op dit moment vinden ook de gesprekken met de bewoners plaats. We zullen ons vooral op de toekomst richten, omdat het bouwplan natuurlijk nog niet klaar is. We zijn nu wel klaar met heien, maar dat betekent natuurlijk toch nog dat er de komende periode ook nog fases zullen zijn
Verslagnummer xo
waarin er overlast is. Dat proberen wij op een zo goed mogelijke manier vorm te geven. Dus wat mij betreft: motie ontraden. Voorzitter: Mevrouw Schreurs, heeft u behoefte aan een tweede termijn? Mevrouw Schreurs: Het is niet zo moeilijk om altijd duizenden redenen te vinden om dingen niet te doen, maar soms is het wel enorm jammer dat een gemeentebestuur niet over haar eigen schaduw heen kan stappen en op dit soort momenten zegt: dit was gewoon fout. Kijk, dan krijg je een samenleving waarin je weer terugkrijgt: we worden toch gehoord. Mij persoonlijk raakt dit niet, want inmiddels ben ik er wel aan gewend geraakt, maar het besef van wat het betekent in het leven van mensen... Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Mevrouw Schreurs, u vindt het toch ook al een tegemoetkoming dat het gemeentebestuur, de wethouder in kwestie, nu zegt: oke, we doen dit nooit meer en het was fout enzovoorts? Men komt u al een heel eind
tegemoet door dit te zeggen. U zegt het ook, maar ik hoor het tussen de regels door ook van de wethouder. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Tussen de regels door is niet genoeg he, mijnheer Van Bussel. Soms moet je gewoon ook het lef hebben om het expliciet te maken. Voorzitter: Oke. Ik kijk of de andere leden hierover het woord willen voeren. Dat is niet het geval. Dan gaan we over tot stemming. Aan de orde is de stemming over AcMS. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Voor hebben gestemd de fracties van ’leefbaar eindhoven’, het OuderenAppel en D66. Wie is tegen deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Daarmee is de motie verworpen.
Dan komen we bij motie 6 met betrekking tot PopEi van mevrouw Richters.
Mevrouw Richters: Dank u wel voorzitter. Naar aanleiding van de beantwoording van onze vraag in het vragenhalfuurtje hebben wij toch besloten om een actuele motie in te dienen. Wij houden namelijk onze zorg dat wij straks een prachtig pand hebben op Strijp-S dat voor de helft niet wordt gebruikt. Die zorg is niet weggenomen. We willen dat de wethouder toezegt dat alle functies, en daaronder verstaan wij het verhuren van repetitieruimtes, de podiumfuncties, de studio en de begeleiding, na 1 september overeind blijven. Wij menen gehoord te hebben dat de wethouder dit bij de beantwoording van de vragen heeft toegezegd. Wij menen dat zij zei: ’functies’, in het meervoud, maar de raadsinformatiebrief bevestigt dit
Verslagnummer xo
niet. Met de actuele motie willen wij hier duidelijkheid over scheppen. De motie is mede ingediend door de SP, de PvdA, D66 en de VVD en ik lees even het dictum voor, aangezien u allemaal de tekst nog niet heeft.
"Stelt de raad voor te besluiten het college te verzoeken zo spoedig mogelijk doch uiterlijk in de eerste commissieronde na het zomerreces volledige informatie te verstrekken die inzicht geeft in de werkelijke omvang van het probleem, de oorzaken van de tekorten, de meerja ren prognose voor de exploitatie van PopEi, de prognose voor huurontwikkeling en inzicht in de voorgestelde maatregelen door het college zelf. In de tussentijd vragen wij het college de huidige functionaliteit van PopEi als zijnde de huur van de repetitieruimte, podium en studio in stand te houden totdat de raad zich hierover heeft kunnen uitspreken". Dank u wel.
Voorzitter: Het volgende. Normaal gesproken gaan we meteen over tot behandeling van deze motie, maar gelet op het feit dat niemand er kennis van heeft kunnen nemen, stel ik voor dat hij gedupliceerd en rondgedeeld wordt en wel deel uitmaakt van de beraadslaging. Op een later moment kunnen we de behandeling hiervan voortzetten. Ja?
Dan zijn we voorlopig even door de actuele moties heen.
XII lnitiatiefvoorstellen
1 Initiatiefvoorstel rekenkameronderzoek naar PopEi. Voorzitter: Er is een initiatiefvoorstel ingediend dat ook over PopEi gaat en dat is ingediend door mevrouw Habets. Mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: Ik neem het even over. De laatste tijd zoemt er, behalve de
financiele verantwoording die wij van het college moeten hebben, nog heel wat rond. Hieraan refereert GroenLinks. Er zijn allerlei signalen over PopEi. We hebben dat eerder gehad in dit bestuur. Het ging toen over ex-wethouder mijnheer Pastoor. Toen ging er zoveel ruis rond, dat er meteen werd gezegd dat je dit niet door de stad heen moest laten gaan. Er werd zelfs een ’kliklijn’ opengesteld. Men wilde die informatie snel van tafel hebben. Mensen die daarmee besmet worden, hebben er recht op dat een neutrale instantie hier snel even naar kijkt. Het gaat alle kanten op en mijn fractie heeft in ieder geval geen zin om twee maanden lang in een situatie te zitten waarin je je afvraagt wat er toch allemaal aan de hand kan zijn. Wij willen aan onze rekenkamer vragen om eens even in de boekhouding te kijken en ons daarover te rapporteren. Een klein onderzoek, helemaal inherent aan een onafhankelijke organisatie. We hoeven daar ons inziens geen bureaus van 4iTrust
Verslagnummer xo
voor dik een miljoen euro in te huren. Wij zouden dat in deze casus zeker niet willen adviseren.
Ik kreeg vandaag een briefje op mijn tafel betreffende vuilspuiterij en dat soort zaken. Nou, we moeten dat echt even gaan verheffen boven dat niveau. Het verzoek is in alle breedte, met alle verantwoordelijkheid die de rekenkamer heeft, om uw eigen opdracht op te pakken, er even naar te kijken en ons daarover te informeren. Niet alleen de financiele zaken, maar ook alle ruis die eromheen hangt. Dat is ons verzoek. We geven daar een voorzet bij en hebben van A tot en met F wat puntjes genoemd zoals financiele administratie, controleactiviteiten, de huurrelatie enzovoort, maar de bedoeling is dat de wethouder de eigen modus uitzoekt en zelf even kijkt wat er aan de hand is. Zij zijn ook op de hoogte van alles wat er speelt en ik reken erop dat zij hun werk doen. Ik als raadslid en mijn fractieraadsleden zijn gebaat bij het feit dat er geld aan de organisatie wordt gegeven ÃćâĆňâĂİ publiek geldÃćâĆňâĂİ
namens de burger en wij willen wel weten of het op een ordentelijke manier beheerd wordt. Er moet snel opheldering komen. Vandaar ons voorstel. Ik hoef het, dacht ik, verder niet voor te lezen. De heer Burema: Voorzitter, mag ik een toelichtende vraag aan mijnheer Van Bussel stellen? Voorzitter: Dat kan.
De heer Burema: Mijnheer Van Bussel verwijst in zijn initiatiefvoorstel naar de punten A tot en met F. Dit zijn allemaal hele zinnige vragen, maar ik hoor hem nu iets heel anders zeggen en dat is dat het onderzoek van de rekenkamer heel breed moet zijn. We hebben hier een initiatiefvoorstel waar we voor of tegen kunnen zijn. Ik wil wel even weten wat er van ons gevraagd wordt. De heer Van Bussel: In dit stuk wordt een aantal punten opgesomd. Ik zal de rekenkamer er niet op afschieten als zij zegt dat ze het ene punt heeft laten liggen. De punten zijn om aan te geven dat wij bepaalde zaken zien en horen. Ik heb geen zin om in dit stuk hele (kranten)artikelen en rondzwevende rapporten te benoemen. Ik vraag of men er met gezond verstand naar kijken met alle wetenschap die men heeft. Ik heb een aantal dingen benoemd en als ze terugrapporteren mogen zij van mij zeggen: dit hebben we toch maar niet gedaan. Het is een aanzet.
Voorzitter: Ik kijk wie het woord willen voeren. De heren Jansen, Burema, mevrouw Richters, mevrouw Van Kaathoven, mijnheer Leenders, mevrouw List. De heer Vleeshouwers is mede indiener.
De heer Vleeshouwers: Is het dan niet gebruikelijk dat je erop reageert?
Verslagnummer xo
Voorzitter: Ik ga niet moeilijk doen, maar het is niet gebruikelijk. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, ik had ook een verduidelijkende vraag aan de indieners. Dat doe ik dan maar gelijk in de eerste ronde. Het voorstel heeft mijn sympathie, maar ik hoor bij herhaling zeggen dat het snel moet gebeuren. Is er ook getoetst of de rekenkamer de capaciteit heeft om het snel te doen, anders heeft het niet zo heel veel zin. Voorzitter: Mijnheer Burema.
De heer Burema: Voorzitter, de vragen die in het initiatiefvoorstel worden opgeworpen zijn zeer zinnige vragen. Het zijn ook vragen waar de PvdA ook heel graag een antwoord op wil. Bovendien zouden wij er nog een aantal vragen bij kunnen formuleren. De vraag is alleen of de voorgestelde methode, namelijk een rekenkameronderzoek, nu het meest voor de hand liggend is.
Wat de PvdA betreft zouden wij eerst het college ter verantwoording willen roepen. Dat wil zeggen, wij zouden het college willen oproepen te komen met een verantwoordingsdossier. In de eerste plaats over de verbouwing die heeft plaatsgevonden en in de tweede plaats over de exploitatie die sinds de verbouwing in de nieuwe huisvesting heeft plaatsgevonden. Dan kunnen deze vragen beantwoord worden. Een verantwoordingsdossier is het eerste en het meest logische dat je van het college kan verwachten. Als ik de opdracht van mijnheer Van Bussel goed interpreteer dan geeft hij de rekenkamer een soort vrije opdracht mee. Nu ken ik de rekenkamer een beetje en de vicevoorzitter, dus ik heb geen enkele twijfel dat ze een vrije opdracht heel goed kunnen uitvoeren. Misschien zouden ze het college zelfs wel van dienst kunnen zijn bij het samenstellen van zo’ n verantwoordingsdossier. De kennis, de knowhow en de ervaring in de rekenkamer zou misschien ook wel ten bate kunnen zijn van het college. Wie weet! Wij zijn de laatsten om voor een rekenkameronderzoek te gaan liggen, zeker als dat een vrije opdracht is, die de rekenkamer zelf mag invullen. Wij roepen het college op om zo snel mogelijk te komen met een verantwoordingsdossier over PopEi. Daar kijken we in eerste instantie naar uit. De heer Van Bussel: Voorzitter, weet mijnheer Burema dat het een het ander niet hoeft te bijten? De heer Burema: Dan heeft u mij goed begrepen. Voorzitter: Mevrouw Richters.
verslagnummer xo
Mevrouw Richters: Ik kan me inhoudelijk helemaal aansluiten bij mijnheer Burema. We zijn per definitie niet tegen een rekenkameronderzoek. We vinden het moment niet het meest geschikt. Wij vinden dat het college eerst aan zet is om met een dossier te komen en dat de raad dat daarna moet beoordelen. We kunnen
vervolgens kijken of er een onderzoeksvraag ligt voor de rekenkamer met als doel om lering te trekken voor de toekomst. Wij hebben ook begrepen van de rekenkamer dat zij deze werkwijze ook ondersteunt en ik sluit me aan bij de opmerking van mijnheer Burema dat het college natuurlijk vrij is om de rekenkamer dan wel een ander onafhankelijk deskundige te betrekken bij het vormen van het dossier. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven.
Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Wij kunnen ons geheel vinden in de vorige spreekster en vandaar dat wij ook de actuele motie mede ingediend hebben. Dank u wel.
Voorzitter: Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Het wordt een beetje verwarrend, voorzitter, als er een actuele motie wordt ingediend en er ook nog een initiatiefvoorstel is over in feite vergelijkbare zaken. Wij waren aanvankelijk wel gecharmeerd van het inschakelen van de rekenkamer in verband met PopEi met de vragen die er liggen. Ik heb even vluchtig de actuele motie bekeken. Ik denk dat het verstandig is ÃćâĆňâĂİ en ik zou het
geen verantwoordingsdossier willen noemen, want daar kleeft altijd van alles aanÃćâĆňâĂİ
dat er op zeer korte termijn een informatiedossier komt van het college. We zouden dan inderdaad kunnen aangeven of we er een vervolg aan zouden willen geven. Ik denk dat een rekenkameronderzoek in eigen huis nog niet zo gek is. Voorzitter: Mevrouw List.
Mevrouw List: Wij kunnen ons ook aansluiten bij de bijdrage van mevrouw Richters. We hebben de actuele motie over PopEi ook mede ondertekend. Afhankelijk van de uitkomsten kunnen we als raad alsnog besluiten om in te stemmen met een rekenkameronderzoek, maar het staat het college ook vrij om dat bureau te gebruiken dat meegeholpen heeft aan de totstandkoming van het rapport van de rekenkamer van drie jaar geleden over dit onderwerp. Dat advies zou ik ook zeker aan het college meegeven.
Voorzitter: Mijnheer Vleeshouwers. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, wat bij ons voorop staat is dat wij steeds meer in een situatie geraken waarin we snel informatie op tafel moeten
Verslagnummer xo
hebben. Niet alleen maar voor ons om te kijken wat te beste uitweg is, maar ook voor alle betrokkenen die binnenkort wel graag willen zien wat er aan de hand is en waar het allemaal precies om gaat. Wat dat betreft ben ik een beetje bang voor de motie, omdat daar staat: "op korte termijn, maar uiterlijk na de zomer". Ik vind dat om te beginnen eigenlijk al te lang. Ik denk dat een accountant die nu in de boeken van PopEi duikt over een week helderheid kan verschaffen. Ik denk dat als een aantal ambtenaren bij de gemeente kijkt naar de dossiers over PopEi ook over een week, in ieder geval in grote lijnen, duidelijkheid kan scheppen. Ik heb er eerlijk gezegd heel erg veel behoefte aan om dat op korte termijn te doen. Daarnaast geldt voor mij de objectiviteit van de rekenkamer ook als een groot goed. Ik denk dat dit de beste club is om het in handen te geven, maar dan wel snel. Voorzitter: De wethouder.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, dank u wel. Het college heeft geen bezwaar tegen een rekenkameronderzoek. De vraag is wel, ook als ik de indiener hoor, of dat het juiste antwoord is op dat wat er op dit moment voorligt. Als ik het woord ’snel’ hoor, associeer ik dat niet meteen met rekenkameronderzoeken, omdat je dan waarschijnlijk naar een andere vorm van onderzoeken gaat kijken. Zoals ik het zie, is het van belang dat het college, op basis van gegevens die we nu aan het verzamelen zijn, op korte termijn een besluit neemt. Natuurlijk legt het college daar aan u ook verantwoording over af. Dit alles op basis van onderzoeksgegevens. Als u in uw motie aangeeft dat u dat in de eerstvolgende commissie met ons wilt bespreken, en dat kan op basis van door onszelf verzamelde gegevens, is dat geen enkel probleem. Dat lijkt me dan ook de juiste manier van handelen. Als u vervolgens nog eens heel goed wilt kijken hoe het in die maanden of in een langere periode is gegaan en we doen dat in een rekenkameronderzoek, dan hebben we er ook geen bezwaar tegen. Of u dat wilt, zou u ook kunnen besluiten in de eerstvolgende commissievergadering die daarover gaat. Wat dat betreft denk ik: waar gaat het nu precies om? Wat ons betreft gaat het er nu om op korte termijn de juiste informatie te verzamelen, zodat we ook een heel gedegen besluit kunnen nemen en er geen stilte valt in de functies die op dit moment door PopEi vervuld worden. Dat is het verhaal. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, dan ben ik wel benieuwd wat de wethouder precies bedoelt met de korte termijn.
Voorzitter: De eerstkomende commissievergadering. Mevrouw Mittendorff: Op korte termijn, dat betekent dat we begin augustus een heel eind moeten zijn. Voorzitter: Nou, dat vind ik wel een korte termijn!
verslagnummer xo
De heer Vleeshouwers: Dat wij daar pas in de eerstvolgende commissievergadering over praten, dat is tot daaraan toe, maar als u gegevens hebt en u maakt die openbaar ... Voorzitter: Ik neem u even mee in mijn overwegingen. We hebben een probleem bij de behandeling van twee stukken. Allereerst het initiatiefvoorstel om te komen tot een onderzoek vanuit de rekenkamer. Tegelijkertijd, en dat is nog niet aan de orde, maar dat wil ik wel aan de orde gaan stellen, is er de actuele motie van mevrouw Richters. Die twee hebben een overlap. Misschien kunnen ze naast elkaar bestaan, dat kan ik niet beoordelen, maar er zit wel veel samenhang in. Het voortijdig behandelen ervan maakt het ingewikkeld, want als ik nu naar de wethouder luister en ik kijk naar de strekking van de motie, zie ik eigenlijk niet heel veel verschil, maar dit is een objectieve waarneming van de voorzitter. Dit zou betekenen, en ik kijk nu naar de wethouder, dat u zou kunnen leven met de motie zoals die door mevrouw Richters is ingediend? Mevrouw Mittendorff: Dat is absoluut zo.
Voorzitter: Ik kijk naar mevrouw Richters. Er kan hier natuurlijk nog een heel debat over plaatsvinden, maar dat is dan dus niet nodig.
Mevrouw Richters: Wat ons betreft kan de motie gewoon in stemming gebracht worden. Voorzitter: Oke. Dan kijk ik vervolgens naar de indiener van het initiatiefvoorstel. Welke positie ziet u nu voor het initiatiefvoorstel, mede gelet op het feit dat het college deze actuele motie steunt? De heer Van Bussel: U zult begrijpen dat het van een totaal andere orde is. U zegt wel dat er enige overlap is, maar mijnheer Burema schets het goed. Hij zegt: ’Misschien kunnen ze wel ergens samen optrekken.’ De GroenLinks-motie zegt dat er niets mag gebeuren en dat de functies in stand gehouden moeten worden. Daar wil GroenLinks een soort garantie voor hebben. Dat willen wij ook, dus we steunen die motie zeker, maar, let wel: ieder besluit om steun te verlenen aan wat er financieel mag komen ÃćâĆňâĂİ en iedere maand, iedere dag lopen die financien door - is
een schaduw van mogelijk mismanagement die daar hangt. We hebben bij het Parktheater het een en ander gezien, enzovoort. Die schaduw willen wij zo snel mogelijk wegnemen. Deze motie waarin gevraagd wordt om de rekenkamer daar even, onafhankelijk en neutraal, naar te laten kijken, is broodnodig en moet er snel zijn.
verslagnummer xo
Voorzitter: Dat snap ik, maar hoe verhoudt dit zich dan met het voorstel van mevrouw Richters? Dat komt zo meteen in stemming, maar dat moeten de raadsleden wel weten. Stelt u voor om de onderzoeken tegelijkertijd te doen?
De heer Van Bussel: Het rapporteren door de rekenkamer zou na het verantwoordingsdossier van het college moeten plaatsvinden; dat lijkt me juist. Als ze intussen echter stil gaan zitten en op vakantie gaan en denken: we beginnen wel een keer als het verantwoordingsdossier er is ... Ja, dan vraag ik: ’Waarom die extra 6 100.000?’ Ik moet die 6 100.00 ten opzichte van de burgers weer verantwoorden en weer constateren: het lijkt weer op het Parktheater en de miljoenen vliegen weer over tafel. Ik wil niet naar die% 360.000 en als die ontslagkwestie met de gouden handdruk gaat spelen, praten we over een half miljoen en een miljoen, en de burger kijkt ons aan. Voorzitter: Als het niet zo is, moet iemand het mij zeggen, maar ik begrijp nu dat u zegt: ’Ik steun het voorstel van mevrouw Richters’. Dat is een. Ten tweede: ’als deze motie aangenomen wordt, vind ik dat er, in het verlengde daarvan, een onderzoek door de rekenkamer gedaan moet worden.’
De heer Van Bussel: Dat is geen voorwaarde hoor, want als de motie weggestemd wordt, wat ik niet denk, vind ik nog steeds dat mijn voorstel nodig is. Voorzitter: Even voor de helderheid. Los van de actuele motie van mevrouw Richters vindt u dat er een rekenkameronderzoek zou moeten komen. Wat is dan de
opdracht voor de rekenkamer? De heer Van Bussel: U weet dat de rekenkamer eigenlijk geen opdracht nodig heeft en een eigen onderzoek mag doen en ik zie al een zekere bereidwilligheid. Wij hebben een handvat gegeven en gevraagd ernaar te kijken. Tegen de voorzitter van de rekenkamer zeg ik wel dar we natuurlijk niet helemaal dubbel werk gaan doen, mochten er in het verantwoordingsdossier al zaken spelen die op een andere manier komen. Wel vragen wij om opheldering te brengen in alle mist die er hangt. Dat hebben wij als raad nodig. Voorzitter: Als ik u was, zou ik het voorstel dan amenderen en voorstellen om de rekenkamer te verzoeken om het vervolgonderzoek in te stellen, om meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van PopEi tot heden, op de voor de raad relevante punten. De heer Van Bussel: Ik ben het er helemaal mee eens om die context eraan mee te
geven. Voorzitter: Goed. Ik kijk naar de wethouder.
Verslagnummer xo
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, zoals u het al hebt uitgelegd, zit er een bepaalde tijdelijkheid in, en daar kan ik mij helemaal in vinden. Ik denk dat het nu belangrijk is dat het college de verantwoordelijkheid neemt om voor u gegevens te verzamelen. Op basis van die gegevens zullen wij ook gewoon een besluit moeten nemen, omdat haast geboden is. Ik sta open voor ieder onderzoek op de voor de raad relevante punten, zoals het nu ook aangegeven is. In de commissie zou u dat kunnen bespreken. Ik wil daar ook wel een voorzet voor geven, maar misschien is het beter als u dat zelf doet. Het gaat erom na te gaan wat u nu precies wilt weten en wat nog niet in de stukken die wij dan inmiddels hebben toegezonden, vermeld staat.
Voorzitter: Ik ben ook een beetje verantwoordelijk voor de samenhang van de dingen hier. Het lijkt mij dan wel verstandig dat het onderzoek dat het college doet, in nauw overleg met het rekenkameronderzoek plaatsvindt, zodat zowel de rekenkamer als het college vanuit dezelfde uitgangspunten en met dezelfde cijfers en dergelijke gaan opereren. Anders komt er straks een rapport van het college dat, omdat de rekenkamer vanuit een andere invalshoek werkt, een volledig andere kleur zou kunnen krijgen. Mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: De financiele concentratie op hoe wij naar de verliezen toe gaan en de rapportering door middel van de raadsinformatiebrief, dat is puur verantwoording. De rekenkamer moet echter wat breder kijken. Als de wethouder morgen, over twee weken of over twee maanden met een dossier komt en ons 150.000 vraagt, wil ik en wil mijn fractie het opgehelderd hebben en weten aan wie we het geven. Voorzitter: Ik stel voor ÃćâĆňâĂİ want wij hebben deze curieuze gedachtewisseling in deze curieuze vorm niet voor niets gedaan ÃćâĆňâĂİ om nu tot stemming over te gaan, als u het
daarmee eens kunt zijn. Allereerst breng ik M6 van mevrouw Richters in stemming. Daarna komt het initiatiefvoorstel zoals het door mijnheer Van Bussel c.s. geformuleerd is, met de wijziging die daarin is aangebracht. Is dat correct, mijnheer Van Bussel? Oke.
Mevrouw Breuers: Wilt u de concrete wijzigingen dan nog een keer noemen? Houdt mijnheer Van Bussel er nu aan vast dat het rekenkameronderzoek morgen start, of moeten wij, afhankelijk van de verantwoording van het dossier door het college, besluiten of onderzoek nodig is? De heer Van Bussel: Ik kan me voorstellen dat er een gesprek plaatsvindt over welke informatie de wethouder en het college gaan gebruiken. De rekenkamer kan ook vast voorwerk doen, maar ze moeten niet op dezelfde zaken gaan jagen. Ik heb echter niet gezegd dat ze stil moeten gaan zitten; ze moeten ook beginnen, en
Verslagnummer xo
snel! Alleen moeten ze geen dubbel werk doen. In goed overleg, zoals mijnheer Burema het goed heeft aangegeven. Voorzitter: In goed overleg. Ja? Dan gaan we over tot stemming over motie 6. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is deze motie met algemene stemmen aangenomen. Dan komen we bij het initiatiefvoorstel dat is ingediend door mijnheer Van Bussel, niet met het rijtje van A tot en met F, maar met ’... op de voor de raad relevante punten ...’. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] GroenLinks en de SP?
Mevrouw Van Kaathoven: Ik wilde graag nog een stemverklaring afleggen. Voorzitter: Dat is mijn fout, want we waren al aan het stemmen. Het is echt mijn fout, het spijt me, maar we kunnen dat niet meer terugdraaien, want het beinvloedt de stemming. Wie was tegen? [Stemmen bij handopsteken] GroenLinks en de SP. met die tegenstemmen is het initiatiefvoorstel aangenomen.
De heer Burema: Voorzitter, een punt van orde, als het mag. Ons inziens is er geen enkel bezwaar om een stemverklaring achteraf te geven, want dat kan de stemming niet beinvloeden, dus dat lijkt me een beetje een rare opmerking. Voorzitter: Dat mag. Een stemverklaring achteraf, dat mag. Wij kennen dat fenomeen niet, maar dat kan.
De heer Burema: U hebt het nu zelf geintroduceerd. Voorzitter: Ja, maar in ons reglement van orde bestaat het niet. Mevrouw Richters.
Mevrouw Richters: Volgens mij waren er twee voorstellen die voorlagen en had ik bij het tweede voorstel gewoon een stemverklaring mogen afleggen, maar het ging een beetje snel. Onze stemverklaring was dat wij ’leefbaar eindhoven’ wilden meegeven dat wij het college vragen om bij het onderzoek van het college zelf, waar nodig de rekenkamer en andere onafhankelijke onderzoekers te betrekken. Wij willen daarbij ook het bureau dat de exploitatieonderzoeken voor de rekenkamer gedaan heeft, betrekken. Daarna zouden wij in de eerste commissieronde een afweging willen maken of een rekenkameronderzoek nodig is. Helaas houdt mijnheer Van Bussel eraan vast om de onderzoeken tegelijkertijd te laten lopen. Dat vinden wij onverstandig. Wij willen ze graag na elkaar. Voorzitter: Waarvan acte.
Verslagnummer xo
XIIIRaadsinformatiebrieven ter kennisname Voorzitter: Dan komen we nu bij agendapunt XIII, met een bijlage. Wil iemand daar een opmerking over maken? Dat is niet het geval. Dan wordt dit voor kennisgeving
aangenomen. XIVlngekomen stukken Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt XIV. Voorgesteld wordt om de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. Is dat akkoord? Verder wordt voorgesteld om de stukken onder B ter afdoening in handen te geven van het college van burgemeester en wethouders. Is dat akkoord? Goed. XV Sluiting
Voorzitter: Dan komen we bij agendapunt XV, maar voordat ik de vergadering sluit, wil ik u aan het einde van dit gemeenteraadsseizoen om 21.30 uur heel hartelijk bedanken voor uw inzet in de afgelopen periode. Ik denk dat het, met het oog op de verkiezingen van het komende jaar, belangrijk is dat wij laten zien met welk enthousiasme de raad zich inzet voor de stad. Ik zou een ieder willen oproepen om te kijken of hij of zij zich bij de komende gemeenteraadsverkiezingen kandidaat kan stellen. Enthousiaste Eindhovenaren kunnen we bij ons politieke handwerk heel goed gebruiken, juist in het belang van dat waar de stad voor staat. U hebt dat in de afgelopen periode met veel enthousiasme gedaan. Misschien een losse waarneming van mij, maar ik merk dat in de laatste drie vergaderingen ÃćâĆňâĂİ en
misschien komt dat ook doordat we nu met een volledig presidium werken ... mag ik het niet zeggen? Het valt me wel op! Ik mag het van mijnheer Helms niet zeggen, maar u hebt het heel goed gedaan! Dat mag ik wel zeggen. Ik wil u heel hartelijk danken voor uw inzet in de afgelopen periode en ik wens u een buitengewoon plezierige vakantie. Rust lekker uit. Ik zie u na het reces graag terug. Dank u wel.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 september 2009.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier
Verslagnummer ro
g wo/HA090381 43