Geloven maakt verschil Thema’s voor jeugdgroepen Deel 1, hoofdstuk 3
Wie heeft er de leiding? Omgaan met gezag: Ouders - Leraren
Marten Knevel 1999
Wie heeft er de leiding? Omgaan met gezag, leraren
3
Achtergrondinformatie De jongeren en Gezag In 1983 verscheen er en boekje van de socioloog de Haas, met als titel: De vaderen zijn niet meer. In dat boekje betoogt de Haas, dat in de westerse samenleving de vaderfiguur steeds meer wegvalt. daardoor blijven mensen als 'wezen' achter. De kenmerken van die vaderloze maatschappij zijn de volgende: 1. Traditionele gezagsdragers maken plaats voor functionele gezagsdragers, zowel in bedrijf, kerk als gezin. [Mensen hebben geen gezag meer omdat zij dat van ouds altijd gehad hebben, maar omdat het bij hun functie past.] 2. Inspirerende identificatiefiguren zijn verdwenen. In hun plaats kwamen kleurloze functionarissen. De taak van het opvoeden wordt overgenomen door functionarissen zoals directeuren en leraren. 3. Mensen worden steeds meer nummers en instanties. De echte ontmoeting met de ander vindt nog slechts plaats in de privé sfeer, die steeds meer een aparte wereld tegenover de abstracte samenleving wordt. 4. Het optimistische toekomstperspectief is weggevallen. De vader, die je beschermt tegen crisis in je emotionele bindingen en die je begeleidt naar je toekomstige identiteit verdwijnt uit de samenleving. Dat maakt het groeien naar volwassenheid moeilijker. Het Vaderlijke gezag [Paternalistische] is in de belevingswereld van jongeren verdacht. Vaders zijn dikwijls meer machteloze slachtoffers dan gezagsdragers. Door het verschijnsel van de toenemende vaderloosheid in onze cultuur is het voor opgroeiende jongeren steeds moeilijker geworden zich maatschappelijk te engageren. Er is geen erkenning en herkenning. Velen raken van de samenleving vervreemd en oriënteren zich daardoor vaak uitsluitend op hun leeftijd- en lotgenoten. Door angst voor verlies van vrijheid en onmacht om zich te engageren worden definitieve keuzen eindeloos uitgesteld. [Beroepskeuze, samenlevingsvorm, kinderen, rolverdeling etc.] Lit.R. Wind, geloof in wording.
Enkele algemene opmerkingen. Gezag is niet vanzelfsprekend. Jongeren zij allergisch voor mensen die gezag opeisen bij hen jongeren, maar die zelf niet leven zoals ze zeggen. Dingen moeten waar je de zin niet van inziet. Ook verbonden met de kerk. Je moet naar de kerk. Je moet naar catechisatie. Moetje luisteren naar je ouders en leraren? Wanneer wel/ niet? waarom wel/niet? Delen van verantwoordelijkheid. Mee beslissen. Kinderen moeten meer kunnen mee beslissen? De Ideale leraar hoeft geen orde te houden. Beginnende leerkrachten kunnen gerust zijn. De ideale leraar moet volgens brugklassers in het voortgezet onderwijs vooral goed kunnen uitleggen. Orde houden is minder belangrijk evenals leeftijd en sekse. Aan het kenmerk "rechtvaardig zijn tegen leerlingen" hechten zij meer waarde dan aan "aardig" zijn. Dit blijkt uit een onderzoek, verricht in opdracht van het Instituut voor onderzoek van het onderwijs en gepubliceerd in het novembernummer van ‘Didactief’. Zo'n duizend brugklassers van vier scholengemeenschappen voor mavo, havo en vwo kregen dertien kenmerken van de ideale leraar voorgelegd. "Goed kunnen uitleggen" scoorde het hoogst, gevolgd door "rechtvaardig zijn". "Zorgen dat leerlingen zich op hun gemak voelen", kwam als derde uit de bus. "Aardig zijn" deelde de vierde plaats met "boeiend en interessant lesgeven" en "open staan voor persoonlijke dingen". Uit het onderzoek blijkt dat een kwart van de leerlingen van een leraar verlangt dat hij heel goed kan orde houden Vrij goed orde houden is voor de helft van brugklassers belangrijk. Voor veertien procent hoeft dat maar een beetje. De leerlingen van Mavo 5 over de ideale leraar/lerares. Voor ons is de ideale leraar iemand die goed kan uitleggen. Hij of zij gebruikt zoveel mogelijk variatie, bijvoorbeeld met komische opmerkingen als hij/zij lesgeeft. Dit zorgt voor een aangename, gezellige sfeer en de les blijft daardoor interessant. Als een leerling iets moeilijk vindt, moet de leraar behulpzaam zijn en de leerling op weg helpen. Ook moet de leerling op een bepaalde wijze gemotiveerd worden. Het moet hem/haar gunstig in de oren klinken. Die leraar moet geduld en begrip opbrengen tegenover alle leerlingen. Hij of zij moet dus niet direct uitvallen als een leerling vervelend is. Hij moet dat op een kalme manier oplossen. Dat is erg belangrijk voor ons!!! overgenomen uit: [Internet-]Schoolkrant VSO Ekkersbeek febr. 1996. "Veel ouders zijn zeikers" Psycholoog en vader Wouter Schoonman Schreef boekje over het gedrag van ouders. "Omdat ik het zeg" - Uitgeverij Aramith - kosten f 17,90 Handen wassen voor het eten! Niet smakken! Het geld groeit me niet op de rug! Dat vraag je maar voor je verjaardag! We doen het voor je eigen bestwil! Niet
aankomen! Kijken doe je met je ogen! En wat zeggen we dan..... ! Het zijn van die zinnetjes die alle ouders gebruiken. Te pas en te onpas. Jongetje in bed roept naar beneden: "Pap, ik heb zo'n dorst. Mag ik een glaasje water?." Vader brult naar boven: "Je hebt al genoeg gedronken. Ga nou maar slapen." Jongentje roept nog eens: "Pap, mag ik een glaasje water?." Vader bromt boos: "Hou op met zeuren en ga slapen! " Jongetje roept weer: "Pap, ik wil een glaasje water. " Vader blaft bijna: "Hou je mond of ik kom naar boven! " Roept jongetje: "Neem je dan gelijk een glaasje water mee?" Ouders kunnen soms niets anders verzinnen dan een dooddoener uit de oude doos. Kan het niet een beetje rustiger? Moet de hele buurt het horen? En nou is het afgelopen! Als je nu niet onmiddellijk ophoudt, dan zwaait er wat! Hoe sterk de maatschappij ook veranderd is, de oudertaal is gelijk gebleven. Aan tafel hoor je nog altijd: Niet praten met een volle mond! Als je je bord niet leeg eet, dan krijg je geen toetje . Je hebt mes en vork gekregen! Niet smakken! Je blijft net zo lang aan tafel tot je bord leeg is! Waarom vindt U dat zo vervelend? "Omdat ouders het zonder na te denken van hun ouders overnemen. Ze geven die regels door zonder zich af te vragen waarom die regels er eigenlijk zijn. Niet met volle mond praten! Bijna alle ouders zeggen het. Maar waarom eigenlijk? Volwassenen praten toch ook met volle mond? Dat is handig. Dan kun je twee dingen tegelijk doen. Eten en praten, Maar kinderen krijgen te horen dat ze eerst hun mond leeg moeten eten. Veel opvoeders vinden dat kinderen het van binnen pas op orde kunnen krijgen, als het buiten op orde is reinheid, rust en regelmaat. "Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Al die fatsoenlijke regeltjes. Bah. Als mijn zoon met vuile kleren naar school wil, dan houd ik hem niet tegen. Als mijn dochter hartje zomer in haar winterkleren naar school wil, dan ga ik dat niet verbieden. Ik zal zeggen: 'weet watje doet, je zult het erg warm krijgen, iedereen zal je raar aankijken.' Maar ik zeg niet: het mag niet en daarmee uit!" Veel ouders zullen het gewoon niet toestaan. Maar ik vind veel ouders zeikers. Mezelf incluis." Overgenomen uit: [Internet-1 Schoolkrant VSO Ekkersbeek febr. 1996.
De Bijbel en Gezag De wetten en het wettelijk gezag beschermen de samenleving tegen het gevaar van chaos. De burgerlijke macht, zo vertelt Paulus aan de Romeinen [Rom.13: l-13:7] is door God ingesteld en dient om het goede te bevorderen en het ~ te onderdrukken [Ex 21:1-22:31]. Omdat zij onderworpen zijn aan Gods -,vil, zijn
christenen ook gehoorzaamheid verschuldigd aan de burgerlijke en strafrechtelijke wetten van het land waar zij wonen. Volgens het Nieuwe Testament hebben deze menselijke wetten in beginsel goddelijk gezag, omdat zij grenzen stellen aan de destructieve neigingen van de gevallen mensheid. Christenen worden daarom in het nieuwe testament vaak opgeroepen om de gezagsverhoudingen van de samenleving waartoe zij behoren te respecteren. Tot die gezagsverhoudingen behoren het gezag van meesters over slaven, mannen over vrouwen en overheid over burgers. [1Petrus 2:13-15,18,19; 3:1,2; 1Tim 2:1,2; Titus 3:1]. Deze teksten weerspiegelen overigens wel de maatschappelijke verhoudingen van die tijd. In onze tijd zou het ondenkbaar zijn om meesters van slaven te zien als door God gegeven gezag.. Je moet de bijbel op dit punt dan ook zo opvatten, dat een maatschappelijke orde met de bijbehorende gezagsverhoudingen door God bedoeld zijn en nodig zijn en dat zij daarom gerespecteerd moeten worden. Die maatschappelijke orde mag echter best veranderen en zal ook veranderen als de concrete gezagsverhoudingen getoetst worden aan het Evangelie. Paulus schrijft in zijn brief aan de Galaten: "Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus." [Vgl ook 1Corinthe 12:13]. In de gemeente gelden dus al andere gezagsverhoudingen. Mede daardoor waren het in de eerste plaats evangelische christenen die zich verzet hebben tegen slavernij. Zij stonden aan de wieg van de afschaffing van de slavernij. Je ziet hier direct het gevaar van een verkeerd omgaan met de bijbel. Als je de bijbel op zulke punten letterlijk neemt, dan kun je zover komen datje slavernij verdedigt met de bijbel in de hand. Paulus schreef. 'Er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld.'Maar burgerlijke wetgeving of handelingen van de regering kunnen duidelijk in strijd zijn met Gods wil, en dan moet de christen 'Gode meer gehoorzamen dan de mensen'. [Handelingen 5:29] Verschillende verhalen in het nieuwe testament laten zien, dat christenen ongehoorzaam zijn aan het gezag van de geestelijke leiders. Een goed voorbeeld is het verhaal van Handelingen 5:12-42, waar de apostelen tegen het uitdrukkelijke bevel van het wettige gezag in doorgaan met het vertellen over Jezus, zelfs als zij daarmee hun leven in gevaar brengen. En Jezus zelf is hen daarin voor gegaan. Hij ging tegen de maatschappelijke verhoudingen van zijn tijd in, door niet Tollenaars en zondaars om te gaan en door vrouwen net zo serieus te nemen als mannen, ook in godsdienstige zaken en ga zo maar door. In het oude testament zie je bovendien. dat de profeten de 'door God ingestelde overheid' bekritiseren omdat zij hun gezag verkeerd gebruiken, namelijk om er zelf beter van te worden ten koste van de zwakken in de samenleving. [Lees bijvoorbeeld het boekje Amos, maar eens.] Er kunnen zich blijkbaar omstandigheden voordoen waarbij een regering zo slecht is, zo erg te kort schiet in het vervullen van de haar door God opgelegde taken, dat zij niet langer gehoorzaamheid verdient. Openbaring 13 schrijft daarover op
symbolische manier. Het gaat er om dat christenen weigeren om te knielen voor de Keizer en voor zijn priesters, omdat zij maar een God hebben, namelijk de Here God zelf Alleen voor die God knielen zij. In een democratie hebben bijna alle ingezetenen natuurlijk een stem bij het kiezen van hun regering en zo hebben zij indirect invloed op de wetten. Zo moeten wij alles doen wat in ons vermogen ligt om ervoor te zorgen dat deze rechtvaardig en heilzaam zijn. Jezus zelf heeft trouwens op een heel andere manier gezag dan vele gezagsdragers in de wereld. Op vele plaatsen in de evangeliën staat beschreven hoe de mensen onder de indruk raken van de woorden en daden van Jezus. Hij sprak met gezag, anders dan de officiële godsdienstige leraren. Mattheüs 7:21-29 par. Lucas 4:3137 par. De Schriftgeleerden van zijn tijd legden de mensen allerlei ondraaglijke lasten op als verplichting. Zij eisten gezag, maar zij hebben geen echt gezag omdat zij schijnheilig zijn. Omdat zij dingen eisen die zij zelf niet waar maken. [Lucas 11:37-54]. Jezus eist geen gezag, maar hij heeft vanzelf gezag als Hij handelt en spreekt. Dat blijft zo: Jezus dwingt mensen niet om Hem te gehoorzamen en naar Hem te luisteren. De vrijheid van mensen blijft gegarandeerd. Jezus roept wel op om echt te zijn als je wel naar Hem luistert. Als je zegt dat je in Hem gelooft, dan moetje daar ook naar leven. [Vgl. Mattheüs 7:21-26] Literatuur: Handboek bij de Bijbel; Handboek van het Christelijk Geloof.
Suggesties voor doelstellingen 5.
De jongeren ontdekken, dat gezagsverhoudingen door God bedoeld en nodig zijn en dus respect verdienen.
6.
De jongeren ontdekken, dat gezag niet ten koste van alles gerespecteerd behoeft te worden. [Zij vragen zich af: wanneer wel en wanneer niet]
7.
De jongeren krijgen oog voor het soort gezag dat Jezus uitstraalde.
8.
De jongeren ontdekken welke redenen vanuit het evangelie belangrijk zijn om wel of geen gezag te erkennen.
Suggesties voor de opzet van de avond Ideeën voor de inleiding 1 een eigen verhaal Misschien heb je zelf ervaringen met leraren of andere gezagsdragers waar je moeite mee hebt gehad. Iemand waarmee je altijd overhoop hebt gelegen. Of waarin tot uiting komt, datje van de een als vanzelf ge zag aanvaard en van de ander juist helemaal niet. 2 Mensen met gezag Lees samen het gebed 'Mensen met gezag' uit de bijlage en praat daarover door met de jongeren. Misschien kun je met elkaar spreken over wat ze herkennen en wat niet. Welke dingen de jongeren misschien anders zouden zeggen. Er kan zo een ander gebed ontstaan, waarmee je de avond zou kunnen afsluiten. 3 Stukje uit: Alice in Wonderland Als je denkt dat de jongeren het begrijpen kun je een stukje van Alice in wonderland op video laten zien of een stukje samen lezen. Bijvoorbeeld het stukje van de rups waar Bart Peters het o-"er heeft. Of het stukje van de hartenkoningen en haar kaartenonderdanen. Praat aar over door. Leg op een gegeven moment een link met gezag dat wel werkt en gezag dat niet werkt. Zie opmerkingen van Bart Peters en leg een relatie met het gezag dat van Jezus uitging.,
4 Ouders zijn zeikers Gebruik een van de passages uit het artikel met deze titel als inleiding en praat daarover door. Laat de jongeren uit eigen ervaringen vertellen en meningen geven. Verbreed het dan naar gezag in het algemeen en leg tenslotte een relatie met christen zijn en geloven. Naar Gods bedoelingen met gezag of naar het gezag van Jezus. 5 Ik kan hem niet uitstaan Gebruik het gebed met deze titel uit de bijlage als inleiding door het bijvoorbeeld samen te lezen. Praat er dan over door, over het verschil tussen een goede en een slechte leraar. Wanneer er wel gezag is en wanneer niet. Leg een verband met het gezag van Jezus. 6 SCHOOL Lees het 'gedicht' SCHOOL met de groep en praat erover door. Is dit een herkenbare situatie? Wat is er mis? Hoe beoordelen de leerlingen het optreden van de leraar? Zijn leraren soms zo? trek een lijn naar de waarde gezag, goed en slecht gezag of naar het gezag van Jezus.
Gespreksideeën (vragen) Opmerking: De puberteit is een tijd waarin alle gezag in principe ter discussie kan komen te staan. Ouders en leraren e.a. worden gemakkelijk belachelijk gevonden. Jongeren zijn op zoek naar een aanvaardbare manier van omgaan met gezagsdragers in hun omgeving. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Welk soort leraren hebben uit zichzelf wel en welk soort leraren hebben geen gezag? Hoe komt het dat de een uit zichzelf wel gezag heeft en de ander niet? Wat voor soort leraar was Jezus volgens jou? Wanneer doe je niet wat een leraar van e vraagt? Waarom niet? Wanneer vind je datje ongehoorzaam mag zijn aan je ouders? waarom? Wat is het verschil tussen iemand die gezag heeft en iemand die macht gebruikt? Waarom denk je dat Jezus zoveel gezag had bij mensen? Leraren hebben ook een bepaalde macht. Vind je dat nodig? Waarom? Als je het ergens niet mee eens bent, kan het dan toch goed zijn om te gehoorzamen? Waarom? Wat is het nut van gezagsdragers [mensen die regels vaststellen en die zorgen dat we ons aan die regels houden?]
19.
Wat zou er gebeuren als er geen gezagsdragers [leraren, ouders, regering, politie] waren?
Te gebruiken bijbelgedeelten Lucas 20:20-26. Joodse leiders vragen aan Jezus of zij wel of niet belasting moeten betalen aan de keizer. De Keizer staat voor de romeinse bezetter van het land Israël. Het is geen rechtmatige regering in de ogen van de joden. geen belasting betalen aan die overheid is een daad van verzet tegen een goddeloze regering vinden zij. Maar Jezus reageert anders. In feite kun je zeggen: Zolang de gehoorzaamheid aan dat gezag niet in strijd is met de gehoorzaamheid aan God is er niets tegen om dat gezag te erkennen en te gehoorzamen. Het is zelfs goed om dat te doen. Romeinen 13 :1-7. Over de bedoeling van allerlei vormen van gezag op aarde. In dit geval de staat. Maar daarbij behoort heel de gezagsstructuur: landelijke regering, plaatselijke overheid, de maatschappelijke regeling van het ouderlijke gezag over kinderen en ook de gezagsverhoudingen op scholen. Gezag is nodig en door God bedoeld in een samenleving om onrecht, chaos, plundering en wanorde tegen te gaan. In landen waar geen gezag is of erkend wordt, daar ontstaan chaos, burgeroorlog, geweld, moord en doodslag, onrecht etc. Overigens ook in landen waar de regering haar taak niet goed vervult. [Albanië, Ruanda, Bosnië, etc.] Marcus 1: 14-22 [28]. Jezus spreekt met gezag: Hij roept mensen op om hun leven te veranderen [Waarom zouden ze?] en Hij zegt tegen vissers om als leerling met Hem mee te gaan [Waarom zouden ze?], maar op de een of andere manier straalt Hij dat gezag ook uit, heel anders dan anderen. Mensen luisteren naar Hem. [Is dat herkenbaar? De ene mens heeft wel gezag, de andere niet van zichzelf. Leraren? en dat heeft niet te maken met streng zijn of zo]. Je kunt ook een andere van de bovengenoemde teksten gebruiken.
Bijlage Bart Peters over gezag. "Wie mijn leven echt heeft beïnvloed is Lewis Carroll, vooral Alice in Wonderland. Echt waar. Vroeger niet, als kind vond ik zijn boeken niets. Logisch, want eigenlijk is het volwassenenliteratuur. Het is je reinste de wereld-door-een-waasvan-drugs-bekeken-waanzin. Maar op latere leeftijd, heb ik er wel een soort sleutel in gevonden: Ah ja, dan stap ik dus ook door het leven als een soort Alice. En als ik weer iemand uitzonderlijk uit zijn nek vind kletsen, dan is dat de rups op de paddestoel. Je ontwikkelt een soort schild waarmee je alle gezwam en alle pretenties kunt afweren. Je lacht erom. "Ik heb nooit geloofd in macht of gezag. Te strenge leraren op je school, mensen die zich directeur noemen. Dat waren allemaal figuren uit Alice in Wonderland. Pompeuze gekken. Tenzij ze natuurlijk-gezag uitstralen. En dat zijn altijd de mensen die geen lintjes dragen. "De simpelen blijven. Toots Thielemans heeft ook zoiets. Ik heb laatst nog met hem mogen samenspelen. Als je dan je ogen dicht doet, zie je alle sterren van de hemel. En eigenlijk is het allemaal gebaseerd op simpele, glijdende noten. "Ik geloof meer in het natuurlijk-gezag van dat mondmuziekje dan in het onnatuurlijk gezag van een fabrieksdirecteur. Die zijn strepen misschien alleen te danken heeft aan zijn afkomst. En in werkelijkheid een alcoholprobleem heeft en iets heel vervelends met zijn secretaresse. Leraar door: Albert Hendriks Ik heb een leraar als een sul. En daar baal ik van. Want ik ben een goeie knul. Als hij voor de klas staat. Klaagt hij over mij. Noemt me "een nul" Maar toch blijf ik een goede knul. Uit [Internet-1 Schoolkrant VSO Ekkersbeek. Dec. 1995
Mensen met gezag Ik heb nogal wat moeite met "gezagsdragers": ouders, leraren, dominees, leiders. Ik voel me niet op m'n gemak bij hen, onzeker van mezelf. Ik heb altijd het gevoel dat ze kritiek op me hebben. Soms ben ik opstandig en wil dan het tegenovergestelde doen van wat zij willen om mijn onafhankelijkheid te bewijzen. Of ik doe stoer en spreek hen tegen om hen kwaad te maken. Hoort dit allemaal bij het groeiproces? Of mankeert er iets aan mij9 Heer, vergeef me mijn opstandigheid. Geef mij mensen met gezag die ik kan vertrouwen. Geef dat ik een goede verstandhouding met hen heb. Wijs mij de juiste weg om onafhankelijk te zijn.
Ik kan hem niet uitstaan Heer, ik heb het land aan een van mijn leraren. Hij is gewoon niet rechtvaardig. Hij wil ons niet helpen bij moeilijkheden. Hij is sarcastisch en probeert je in verlegenheid te brengen. Hij geeft altijd een grote taak op, net voor de vakantie of een grote sportgebeurtenis. Hij trekt sommigen voor en heeft z'n lievelingetjes. Ik kan hem niet uitstaan. Hoe kan ik nou met zo iemand opschieten? Ik kan die situatie niet ontvluchten. Heer, geef me het geduld om deze klas door te komen zonder een uitbarsting. Laat me zien hoe het misschien mogelijk is beter om te gaan met deze moeilijke figuur. Ik ben dankbaar dat er ook andere leraren zijn, met wie je gemakkelijker kunt opschieten, die behulpzaam zijn, die gevoel voor humor hebben en die iets om onze gevoelens geven. Dank U voor die goeie leraren, Heer.
SCHOOL Het is 10 februari 1996. Er is een meisje dat moeilijkheden heeft om iets te leren. Ze is zeventien jaar. De leraar is voor sommigen een goeie vriend. Op een morgen had de leraar een vraag aan een meisje uit de vierde. Zij dacht: "Ik wist niet wat ik moest zeggen", mijn adem stokte me in m'n keel en het leek of mijn tong dwars in mijn mond zat. Hij stond daar maar en keek me strak aan. Gemeen vond ik het. Waarom vroeg hij dat nou net aan mij? Steeds roder werd ik en steeds woedender. Op zijn gezicht verscheen een grijns. Op dat moment werd het me teveel. Ik raapte al mijn moed op en begon te brullen tegen de leraar en nog een paar lelijke woorden gezegd en meteen gevraagd? Waarom nou ik? Waarom moest ik die vraag beantwoorden? Hij zei: "Ga naar huis trut en bied morgen je excuus aan mij aan, zo niet dan schors ik je en de kans is groot datje thuis blijft". Ze heeft de volgende dag haar excuus aangeboden en alles is vergeten en ver- geven. Marijn Koenraat (VBOT-5B) Uit [Internet-1 Schoolkrant VSO Ekkersbeek, febr. 1996