Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Leraar 2e graad voltijd - deeltijd Leraar 2e graad Voltijd – deeltijd Leraar 2e graad Economie Voltijd - deeltijd Leraar 2e graad Voltijd – deeltijd
Aardrijkskunde Geschiedenis Algemene Bedrijfseconomie
Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Mens & Maatschappij
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Leraar 2e graad Aardrijkskunde voltijd - deeltijd CROHO nr.35201 Leraar 2e graad Geschiedenis voltijd – deeltijd CROHO nr.35197 Leraar 2e graad Algemene Economie voltijd – deeltijd CROHO nr.35202 Leraar 2e graad Bedrijfseconomie Voltijd – deeltijd CROHO nr.35203 Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Mens & Maatschappij
Hobéon® Certificering BV 15 oktober 2009 Auditteam: Drs. R.B. van der Herberg (vz) Drs. T. van der Heijden Drs. H.M. Claessen, MEM Drs. M.G. van Riessen R. van der Linden O. Orlandini Secretarissen: Mr. Q.J. Bunschoten R.G. Peters
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7.
INLEIDING 1 Functie van het rapport 1 Bereik van de beoordeling 1 Karakteristiek van FLOS en de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene en Bedrijfseconomie 2 Visitatierapport ‘Samen scholen’ (april 2004) 3 Aanpak 4 Deelnemers aan de visitatie 8 Programma van de visitatie op 6, 7 en 8 april 2009 8
2.
MANAGEMENTSAMENVATTING
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
13 13 13 16 17 18 18 22 24 27 29 31 32 34 36 36 38 40 41 41 42 44 44 45 46 47 47 49
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Oordeelschema hbo bachelor 2e graads Integraal oordeel/ advies aan NVAO
51 51 52 54 55 56 57 58 59
9
lerarenopleiding Aardrijkskunde, vt lerarenopleidingen Geschiedenis, vt lerarenopleidingen lerarenopleidingen Aardrijkskunde, dt lerarenopleidingen Geschiedenis, dt lerarenopleidingen Algemene Economie, dt lerarenopleidingen Bedrijfseconomie, dt
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie
1. 1.1.
INLEIDING Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde hbo bacheloropleidingen.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. Fontys Hogescholen, in casu De Fontys Lerarenopleiding Sittard (FLOS), verzorgt de hbo bachelor tweedegraads leraren opleidingen Nederlands, Duits, Engels, Natuurkunde, Techniek, Wiskunde, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie, Bedrijfseconomie. Bij de beoordeling van de lerarenopleidingen heeft Hobéon Certificering de toezeggingen van de voorzitter van de NVAO aan de Staatssecretaris inzake de beoordeling van de kwaliteit uitgevoerd. Zie hiervoor paragraaf 1.5 Kwaliteit van Lerarenopleidingen. Bovendien heeft Hobéon Certificering nadere afspraken gemaakt met hogescholen en de NVAO over de inrichting van het accreditatietrajecten. 1.2.2 Generieke benadering Hobéon Certificering beoordeelt de onderwerpen en de facetten uit het NVAO-beoordelingskader, op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau. Specifieke aspecten die per cluster, opleiding en/of opleidingsvariant afzonderlijk en zelfstandig zijn beschreven, worden telkens op dat niveau beoordeeld. Door de gemeenschappelijke aspecten slechts eenmaal te beoordelen, op het niveau waarop ze worden aangestuurd, wordt de accreditatielast voor de daaronder liggende niveaus beperkt. De tweedegraads lerarenopleidingen kenmerken zich door onderlinge samenhang inhoudelijke samenwerking in o.a. Algemeen Directeuren Overleg van Educatieve Faculteiten (ADEF) 1.2.3. De tien tweedegraads lerarenopleidingen van de FLOS zijn in drie clusters ingedeeld: 1. het talencluster: Duits, Engels en Nederlands 2. het bètacluster : Natuurkunde, Techniek en Wiskunde 3. het mens- en maatschappijcluster: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie. Hobéon Certificering heeft haar opzet van het beoordelingsproces en de rapportage hierop afgestemd. Een aantal aspecten is voor alle opleidingen binnen een cluster en tussen clusters gelijk. Daarbij gaat het om (een deel van) de doelstellingen, werkplekleren/Opleiden in de School, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Ook minoren en lectoraten komen in dit gemeenschappelijke deel aan de orde. Op het niveau van clusters hebben wij gesproken met docenten, studenten, curriculumcommissies, toets- en examencommissies. Tevens hebben wij studiemateriaal zoals toetsen, afstudeerscripties en andere werk van studenten beoordeeld. De laatstgenoemde materialen zijn opleidingsspecifiek en in de beoordeling van elke opleiding zelf opgenomen. De gemeenschappelijke aspecten, op clusterniveau of hoger, hebben wij steekproefsgewijs geverifieerd op opleidingsniveau. De NVAO is op 16 oktober 2008 akkoord gegaan met de behandeling van de verschillende opleidingen in drie clusters. 1.2.4. Uitwerking Deze uitgangspunten zijn zichtbaar in opzet, uitvoering en rapportage: Bij de samenstelling van de auditteams zijn per cluster vakdeskundigen en werkvelddeskundigen betrokken. Tijdens de audit kwamen eerst de generieke onderwerpen aan de orde, dan volgde verificatie op opleidingsniveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 1
Per cluster hebben we één adviesrapport geschreven, waarin de verschillen en/of eigenheden van opleidingen en varianten binnen het cluster tot uitdrukking komen.
Bij de FLOS is naast sturing op een aantal generieke aspecten sprake van beleidsruimte op opleidingsniveau. In de clusterrapporten komt dit tot uitdrukking doordat een deel van de bevindingen op opleidingsniveau is geformuleerd. Voor elke opleiding /crohonummer hebben we een aparte beoordeling opgenomen in het adviesrapport. 1.2.5 Dit rapport heeft betrekking op de opleidingen Leraar vo 2e graad Aardrijkskunde, voltijd Leraar vo 2e graad Aardrijkskunde, deeltijd Leraar vo 2e graad Geschiedenis, voltijd Leraar vo 2e graad Geschiedenis, deeltijd Leraar vo 2e graad Algemene economie, voltijd Leraar vo 2e graad Algemene economie, deeltijd Leraar vo 2e graad Bedrijfseconomie, voltijd Leraar vo 2e graad Bedrijfseconomie, deeltijd
in het mens- en maatschappijcluster: croho 35201 croho 35201 croho 35197 croho 35197 croho 35202 croho 35202 croho 35203 croho 35203
1.2.6. In dit rapport van het mens- en maatschappijcluster zijn de bovengenoemde opleidingen bij verschillende facetten samengevat omdat de opleidingen binnen één gemeenschappelijk beleidsen uitvoeringskader aangeboden worden. In het rapport wordt, daar waar nodig, het onderscheid tussen de opleidingen en varianten zichtbaar gemaakt. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering is de Management Review van de FLOS.
1.3.
Karakteristiek van FLOS en de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene en Bedrijfseconomie
1.3.1 Algemeen De FLOS verzorgt tien tweedegraads lerarenopleidingen in een voltijd- en een deeltijdvariant voor het voortgezet onderwijs en het bve-veld. Kenmerken van de opleidingen van de FLOS zijn de kleinschaligheid en de ligging in de Euregio. De omvang van de opleidingen varieert van Techniek 19 voltijd- en deeltijdstudenten tot Geschiedenis 131 voltijd- en deeltijdstudenten. De tien opleidingen zijn in één visitatieronde beoordeeld. In totaal studeerden er op 1 oktober 2008 686 studenten aan de FLOS, 434 in voltijd en 252 in deeltijd. De opleidingen worden alleen op de locatie Sittard aangeboden. Voor de onderhavige opleidingen zijn de studentenaantallen per 1 oktober 2008 als volgt: Opleiding Voltijd Deeltijd totaal Aardrijkskunde 33 12 Geschiedenis 109 22 Algemene economie en 22 12 Bedrijfseconomie *
46 131 34
Tabel 1: aantal studenten FLOS tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie per 01-10-08 * Algemene economie en Bedrijfseconomie hebben elk een Croho registratie. In de praktijk zijn deze opleidingen geïntegreerd. Cijfers over beide opleidingen zijn daarom opgeteld.
Over alle tien de opleidingen genomen is de studenteninstroom van voltijdstudenten tussen 2005 en 2007 licht gestegen en in 2008 weer iets gedaald. De instroom van deeltijdstudenten is vanaf 2006 dalend. In totaal zijn er 51 medewerkers (39,97 FTE) verbonden aan de FLOS, waarvan er 39 (31.07 FTE) behoren tot het onderwijzend personeel.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 2
1.3.2. Vakmanschap en meesterschap De FLOS onderscheidt binnen alle opleidingsprogramma’s twee pijlers: het vakmanschapdeel en het meesterschapdeel. Het vakmanschapdeel (de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis- en vaardigheden) van elke opleiding is gebaseerd op een landelijk ontwikkelde kennisbasis. Het meesterschapsdeel (kennis en vaardigheden voor de uitoefening van het beroep als leraar) is gebaseerd op de zogenaamde generieke, voor alle opleidingen geldende, kennisbasis. Voor het vakmanschapsdeel reserveert elke opleiding van de FLOS de helft van het aantal studiebelastingsuren (120 EC’s). Door de opleidingsprogramma’s te enten op de landelijke kennisbases reageert de FLOS op de kwaliteitsagenda van de overheid ‘Krachtig Meesterschap’ voor het opleiden van leraren in de periode 2008 – 2011. Die agenda heeft tot doel het eindniveau van opleidingen duidelijk vast te leggen. Het vakmanschap en het meesterschap zijn tevens uitgewerkt in competenties. Deze komen in hoofdstuk 3 van dit rapport aan de orde. Vanaf cohort 2009-’10 kennen opleidingen van de FLOS een bachelor met een major van 210 EC’s en één minor van 30 EC’s. De nu nog bestaande minor ‘Innovatief Beroepsonderwijs’, die zich met name op het vmbo richt, zal dan deel gaan uitmaken van het major programma. Deze minor werd door het merendeel van de studenten gekozen. Ten tijde van de audit bevatte het programma van de vier opleidingen nog twee minoren. 1.3.3. Opleiden in de school Leren op de werkplek vormt het hart van de lerarenopleiding. Al in de propedeuse komt de student in aanraking met de beroepspraktijk door middel van schoolstages, die als doel hebben vakmanschap (vakinhoudelijke deskundigheid) en meesterschap (het functioneren als leraar) te ontwikkelen. De opleidingsprogramma’s onderscheiden vier momenten van werkplekleren: a. in de propedeuse , gericht op oriëntatie op het leraarberoep b. in het tweede studiejaar gericht op het leren van basisvaardigheden van het lesgeven; c. in het derde studiejaar gericht op het leren ontwikkelen van onderwijs en het doen van onderzoek; d. in het vierder studiejaar de afstudeerstage, gericht op het leren als zelfstandig beroepsbeoefenaar. Momenteel werkt de FLOS samen met vijftien opleidingsscholen, waarvan er twaalf ook betrokken zijn bij het project ‘academische opleidingsschool’ en met een aantal ‘gewone’ stagescholen, die incidenteel stagiaires plaatsen. Schoolleiders van de opleidingsscholen stemmen met de FLOS af hoe de organisatie en begeleiding van studenten op de genoemde scholen vorm krijgt. Onder de naam ‘Limburg Leert’ is een overlegstructuur gevormd tussen de betrokken schoolleiders en de FLOS. De academische opleidingsscholen combineren de opleidingsfunctie met het doen van praktijkgericht onderzoek, innovatie en schoolontwikkeling. Naast het opleiden vinden nog verschillende andere initiatieven plaats samen met de scholen, zoals het inzetten van medewerkers van scholen als ‘veldassessor’ om het eindniveau van de student te bepalen. 1.3.4. Lectoraat Het Fontys lectoraat 'Educatieve functies van ICT' is ondergebracht bij de FLOS. De dagelijkse aansturing en begeleiding van de lectoraatactiviteiten is in handen van de twee lectoren, met een aanstelling van elk 0.5 fte. Het lectoraat heeft tot doel bij te dragen aan het vergroten van wetenschappelijke en praktische kennis over het gebruik van ICT in het onderwijs. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar het gebruik van ICT in de lerarenopleiding en daaraan gekoppeld het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn ICT voor de FLOS. Er is een kenniskring gevormd met vertegenwoordigers uit het werkveld, opleiders van de FLOS, twee FLOS promovendi en een consultant op het gebied van ICT.
1.4.
Visitatierapport ‘Samen scholen’ (april 2004)
1.4.1. De visitatiecommissie in 2004 was positief over de curricula van de opleidingen en de geformuleerde eindkwalificaties. De opleidingen bevonden zich duidelijk in een transitie van eindkwalificaties naar competenties. In het rapport kwam de visitatiecommissie tot vier onvoldoende beoordelingen:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 3
de FLOS voerde een onvoldoende adequaat beleid met betrekking tot de implementatie van haar visie op het werkveld en het beroep; de opleidingen waarborgden in onvoldoende mate dat afgestudeerden voldeden aan beoogde kwalificaties; de opleidingen waarborgden in onvoldoende mate een aanvaardbaar kwantitatieve rendement; het beleid was in onvoldoende mate gericht op een gezonde bedrijfsvoering.
1.4.2. Naar aanleiding van de visitatie in 2004 heeft de FLOS onder andere de volgende verbetermaatregelen getroffen: implementatie van de visie op het werkveld en het beroep. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan implementatie van vernieuwingen van het curriculum op landelijk of Fontys niveau. Alle opleidingen hebben hun programma's afgestemd op de landelijke kennisbasis en hebben de eisen voor het afstudeerwerkstuk geëxpliciteerd en met elkaar afgestemd. Wat betreft het meesterschapdeel van de opleidingsprogramma’s worden theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld door het programmaonderdeel 'flankerend onderwijs' . Dit houdt in dat tijdens studiejaar 1, 2 en 3 de didactische probleemvelden uit de stage worden gekoppeld aan algemene didactiek en vakdidactiek; de waarborg van het gerealiseerde niveau: de FLOS heeft gekozen voor de invoering van drie integrale beoordelingsmomenten: na de propedeuse, na de hoofdfase en na de afstudeerfase. Toetsing en beoordeling is voor een groot deel docentonafhankelijk gemaakt. de waarborg van het aanvaardbaar kwantitatieve rendement: de FLOS heeft de begeleiding van studenten geïntensiveerd door de invoering van studieloopbaanbegeleiding (SLB). Daarnaast houdt de FLOS exit interviews met studiestakers om inzicht te krijgen in hun vertrekmotieven; gezonde bedrijfsvoering: de FLOS benut de mogelijkheden van ICT optimaal, biedt overeenkomstige delen in het major programma aan verscheidene opleidingen aan en heeft sterk ingezet op samenwerking met andere instituten. 1.4.3. Specifiek voor de opleidingen Algemene economie en Bedrijfseconomie zijn de vakinhoudelijke eindtermen opnieuw geformuleerd, omdat deze naar het oordeel van de visitatiecommissie te algemeen waren. De visitatiecommissie constateerde een gebrek aan informatie en transparantie over de koppeling tussen het opleidingsprogramma en afstudeerwerkstukken en de eindtermen. De opleiding heeft ordening van het curriculum vanuit de vakinhoud duidelijker beschreven. De inhoud van het programma is inmiddels afgestemd op de landelijk geformuleerde kennisbasis voor de vakken Algemene economie en Bedrijfseconomie. Deze kennisbasis is inmiddels helemaal in het curriculum verdisconteerd. In het adviesrapport is bij de verschillende onderwerpen en facetten beschreven wat de bevindingen van het auditteam zijn op bovengenoemde punten.
1.5.
Aanpak
1.5.1. Beoordelingskader Bij de beoordeling van de betreffende opleidingen en varianten is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. 1.5.2. Kwaliteit lerarenopleiding Hobéon Certificering heeft bij het beoordelen van de tweedegraads lerarenopleidingen van de FLOS rekening gehouden met de afspraken tussen de NVAO en de VBI’s op dit terrein. Dit naar aanleiding van een brief van de Staatssecretaris aan de NVAO (d.d. 14 november 2007) over de ‘Accreditatie van lerarenopleidingen’. In overleg tussen de NVAO en de VBI’s zijn afspraken gemaakt over de samenstelling van de panels, de duur en de omvang van de visitatie aan de lerarenopleidingen, de inhoud van het curriculum en het gerealiseerde niveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 4
Hobéon Certificering heeft voorafgaand aan de audit een lijst opgesteld van potentiële auditteamleden voor het kernteam en specifieke clusters: talen, bètavakken en mens & maatschappijvakken. Deze lijst is voorgelegd aan de NVAO en door haar als adequaat beoordeeld. Hierdoor is geborgd dat door de leden van het auditteam alle vakinhoudelijke en vakdidactische aspecten van de onderscheiden FLOS opleidingen konden worden beoordeeld. Om de ‘externe legitimering’ verder te borgen zijn tijdens de audit extra gesprekken gevoerd met studenten, docenten en alumni. Hierbij zijn (tussen)producten van studenten beoordeeld waaronder portfolio’s, toetsen en werkstukken. In het programma van de visitatie van de FLOS is, naast de reguliere gesprekken, ook ruimte gemaakt voor gesprekken met (deels at random geselecteerde) studenten en docenten tijdens lesbezoeken. Het auditteam heeft de opleidingsprogramma’s nadrukkelijk tegen het licht gehouden. Concreet betekent dit dat gekeken is naar zowel de vakinhoudelijk kant ervan als naar de specifieke vakdidactiek. Het auditteam heeft ook getoetst op welke wijze de opleidingen van de FLOS de samenwerking met de opleidingsscholen vorm geven en op welke wijze de opleidingen de kwaliteit van het ‘opleiden in de school’ borgen. Het auditteam heeft verder gekeken naar de ontwikkeling van de kennisbases voor de verschillende opleidingen. In opdracht van het Algemeen Directeuren Overleg van Educatieve Faculteiten (ADEF) is in 2004-’05 de ontwikkeling van een landelijke kennisbasis voor de onderscheiden 2e graads lerarenopleidingen in gang gezet. De kennisbasis betreft het geheel aan vakinhoudelijke kennis en vaardigheden die een leraar vo/bve in een bepaald schoolvak moet bezitten. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de FLOS meewerkt aan het ontwikkelen van landelijke vakinhoudelijke eindkwalificaties. Zie verder bij facet 1.1. Hiermee volgt Hobéon Certificering de toezeggingen van de voorzitter van de NVAO aan de Staatssecretaris inzake de beoordeling van de kwaliteit van de lerarenopleiding (brief voorzitter NVAO aan de Staatssecretaris OCW, d.d. 22 november 2008, NVAO/20073488/FV). 1.5.3. Beoordelingsprocedure en werkwijze De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten Documentenanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de FLOS aangeleverde schriftelijke informatie, vooraf aan en na afloop van de audit: Management Review – MR; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Visitatierapport ‘Samen scholen’ (april 2004) Documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: ‐ strategische keuzen en de positie in de markt, ‐ interne organisatie, ‐ de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ‐ ontwikkelingen in het beroepenveld, ‐ beroeps- en opleidingsprofielen, ‐ (validatie) eindkwalificaties, ‐ curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, ‐ werkvormen, ‐ toetsing en beoordeling, ‐ kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, ‐ internationalisering, ‐ instroombeleid en EVC rapportages, ‐ studiebegeleiding, ‐ onderwijsrendement.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 5
Op basis van de door de FLOS aangeleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd- en deeltijdopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie (BE en AE). Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een kernauditteam waarvan deel uitmaakten één generieke vak- en één generieke werkvelddeskundige, twee studenten van verwante opleidingen uit twee verschillende clusters, één lead auditor en één secretaris vanuit Hobéon Certificering. Dit kernteam werd aangevuld met per cluster één vakdeskundige uit het veld van het betreffende cluster en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten en staf heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Het kernteam heeft hiertoe gedurende alle auditdagen zowel de gesprekken gevoerd over de generieke onderwerpen die voor alle tien de opleidingen van de FLOS van kracht zijn, als verschillende gesprekken op opleidingsniveau. De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding(en) overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. 1.5.4. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’ indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’ indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. De visitatie heeft op 6, 7 en 8 april 2009 plaatsgevonden.
1
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 6
C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’,indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord. 1.5.5. Auditteam Het totale auditteam (kernteamleden en specifieke deskundigen) was als volgt samengesteld Panelleden
Drs. R.B. van der Herberg Voorzitter Drs. T. van der Heijden
Audit en
Onderwijs
Werkveld
Vakinhoud
Student-
kwaliteitzorg
deskundigheid
deskundigheid
deskundigheid
gebonden
deskundigheid x
x
x
x
x
x
x
x
Drs. H. M Claessen. MME
deskundigheid
x
R. van der Linden
x
O. Orlandini
x
Dr. E.J. Kwakernaak (talencluster) Drs. A. Mooldijk (bètacluster) Drs. M.G. van Riessen (mens en maatschappijcluster) R. G. Peters, coördinerend secretaris Mr. Q.J. Bunschoten, secretaris Mr J. A. Frederik secretaris
2
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is echter geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is daarom van een andere orde dan bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Programma’ een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 7
Ruud van der Herberg is als lead auditor opgetreden. Hij heeft brede ervaring in het uitvoeren van audits in het onderwijs waaronder audits in het hbo in het kader van accreditatie binnen verschillende domeinen en jarenlange ervaring als eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs. Thera van der Heijden heeft jarenlange ervaring als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs, als onderwijskundige bij PABO’s en tweedegraads lerarenopleidingen en als Inspecteur hoger onderwijs, voortgezet onderwijs en primair onderwijs. Harry Claessen is rector aan het Twents Carmel College in Oldenzaal. Hij heeft vanuit die positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan tweedegraads leraren op Hbo-niveau. Ronald van der Linden is tweedejaars duale student ‘Geschiedenis’ aan de tweedegraads lerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam. Olja Orlandini is eerstejaars student ‘Engels’ aan de voltijd tweedegraads lerarenopleiding aan dezelfde hogeschool en studeerde hiervoor drie jaar tandheelkunde en een jaar psychologie. De vakinhoudelijk auditor voor het mens en maatschappijcluster Marcel van Riessen doceert als historicus Nieuwste en Nieuwe Geschiedenis vakdidactiek aan het Instituut voor de Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam. Rob Peters is als coördinerend secretaris voor de gehele audit opgetreden. Secretaris voor dit cluster was Quinten Bunschoten. Quinten heeft jarenlang gewerkt als opleidingsmanager en bestuurssecretaris bij hogescholen en is thans projectmanager en auditor binnen het hoger onderwijs. Hij is als onderwijskundig auditor en secretaris voor het mens- en maatschappijcluster opgetreden Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.6.
Deelnemers aan de visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.7.
Programma van de visitatie op 6, 7 en 8 april 2009
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 8
2.
MANAGEMENTSAMENVATTING
Algemene gegevens Naam van de instelling: Namen van de opleidingen:
Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding:
Fontys Lerarenopleiding Sittard (FLOS) hbo-bachelor 2e graads lerarenopleiding hbo-bachelor 2e graads lerarenopleiding hbo-bachelor 2e graads lerarenopleiding hbo-bachelor 2e graads lerarenopleiding voltijd en deeltijd Sittard
Naam VBI: Datum visitatie: Datum VBI-rapport
Hobéon Certificering b.v. 6, 7 en 8 april 2009 oktober 2009
Aardrijkskunde Geschiedenis Algemene Economie Bedrijfseconomie
Beoordelingskader Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor] van de NVAO (Accreditatiekader. Stcr 2003.120). Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: (i) doelstellingen opleiding, (ii) programma, (iii) inzet van personeel, (iv) voorzieningen, (v) interne kwaliteitszorg en (vi) resultaten. Bij het uitvoeren van de audit heeft Hobéon Certificering voorts rekening gehouden met de afspraken tussen de NVAO en de VBI’s met betrekking tot de accreditatieonderzoeken van lerarenopleidingen. Deze behelzen afspraken over de samenstelling van de panels, de duur en de omvang van de visitatie aan de lerarenopleidingen, de inhoud van het curriculum en het gerealiseerde niveau. Het auditteam heeft getoetst op welke wijze de opleidingen van de FLOS de samenwerking met de opleidingsscholen vorm geven en op welke wijze de opleidingen de kwaliteit van het ‘opleiden in de school’ borgen. Het auditteam heeft ook aandacht gegeven aan de, in opdracht van het Algemeen Directeuren Overleg van Educatieve Faculteiten (ADEF) ontwikkelde, landelijke kennisbases voor tweedegraads lerarenopleidingen. De audit omvat in totaal tien tweedegraads lerarenopleidingen van de FLOS. In overleg met de NVAO zijn deze opleidingen bijeengebracht in drie clusters. Samenstelling auditteam Het auditteam van Hobéon voor het cluster ‘Mens en maatschappijvakken’ bestond uit de volgende personen: Drs. R.H. van der Herberg, senior-adviseur bij Hobéon, voorheen rector van een grote scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in het westen van het land; Mevrouw drs. T. van der Heijden, oud inspecteur p.o., v.o. en h.o.; Drs. H.M. Claessen, rector van een grote scholengemeenschap voor v.o. in het oosten van het land; Drs. M. van Riessen, vakdidacticus geschiedenis aan het Instituut voor de Lerarenopleiding van de UvA en projectmedewerker bij het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken; R. van der Linden, student tweedegraads lerarenopleiding Hogeschool van Amsterdam; Mevrouw O. Orlandini, student tweedegraads lerarenopleiding Hogeschool van Amsterdam; Aan het auditteam waren toegevoegd R.G. Peters en Q. J. Bunschoten als secretarissen van Hobéon Certificering. Algemeen beeld De FLOS onderscheidt binnen alle opleidingen twee pijlers. De eerste pijler is de kennisbasis (het vakmanschap), die het vakinhoudelijk fundament vormt. De tweede pijler waarop elke opleiding rust is die van het ‘meesterschap’, ofwel het functioneren als leraar. Het vakmanschap en meesterschap zijn uitgewerkt in competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 9
Leren op de werkplek vormt het hart van de lerarenopleiding. Alle opleidingsprogramma’s van de FLOS onderscheiden vier verschillende momenten van werkplekleren: oriënterend in de propedeuse, in het tweede studiejaar gericht op de basisvaardigheden van lesgeven, in het derde studiejaar gericht op onderwijsontwikkeling en toegepast onderzoek, en de afstudeerstage. De FLOS werkt samen met vijftien opleidingsscholen, waarvan er twaalf ook betrokken zijn bij het project ‘academische opleidingsschool’. De academische opleidingsscholen combineren de opleidingsfunctie met praktijkgericht onderzoek, innovatie en schoolontwikkeling. Onder de naam ‘Limburg Leert’ is een overlegstructuur gevormd tussen de betrokken schoolleiders en de FLOS. Het Fontys lectoraat 'Educatieve functies van ICT' is ondergebracht bij de FLOS. Het lectoraat heeft tot doel bij te dragen aan het vergroten van wetenschappelijke en praktische kennis over het gebruik van ICT in het onderwijs. De aandacht gaat hierbij uit naar het gebruik van ICT in de lerarenopleiding en het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn ICT voor de FLOS. Onderwerp ‘Doelstellingen Opleiding’ Op basis van het landelijk vastgestelde competentieprofiel voor leraren (SBL-competenties), verankerd in de wet BIO, heeft de FLOS de competenties uitgewerkt in niveaus en gekoppeld aan kritische beroepssituaties. Op basis daarvan is vervolgens een competentiematrix ontwikkeld Meetbare gedragsindicatoren borgen dat het bereiken van een bepaald competentieniveau transparant is. De opleidingen van het cluster mens- en maatschappij hebben structureel overleg met verschillende geledingen vanuit het werkveld over de opzet en de inhoud van de opleidingen. De eindkwalificaties van de opleidingen sluiten daardoor aan bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden. Deze eindkwalificaties van de opleidingen voldoen aan het niveau Bachelor en corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar. Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor zowel de voltijd- als deeltijdopleidingen van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie van de FLOS als voldoende. Onderwerp ‘Programma’ De ontwikkeling van kennis en vaardigheden vindt plaats door middel van vakliteratuur en het doen van onderzoek. De onderwijsprogramma’s voorzien in koppeling tussen theorie en praktijk en sluiten aan bij actuele ontwikkelingen. De onderwijsprogramma’s zijn een adequate vertaling van de eindkwalificaties. Er is bij de opleidingen een goede verticale en horizontale samenhang in het programma. De programma’s kennen voldoende contacturen en contactmomenten en de opleidingen dragen zorg voor de voortgang van de studie. De opleidingen zorgen er voor dat de aansluiting van de vooropleiding op de lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie optimaal verloopt, ondermeer door het toepassen van een gecertificeerde EVC procedure en heldere systematiek van vrijstellingen. De opleidingen voldoen aan de wettelijke eis van 240 EC’s. Het gebruikte didactische concept reflecteert actuele onderwijskundige inzichten en past bij een tweedegraads lerarenopleiding. De gebruikte werkvormen sluiten daarbij aan. Het toetsen en beoordelen is competentiegericht en geschiedt op een wijze die past bij het domein van lerarenopleidingen. Het auditteam beschouwt de door FLOS gehanteerde methode als een voorbeeld voor anderen. Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de 2e graad lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende. Onderwerp ‘Inzet van Personeel’ Het onderwijs wordt verzorgd door personeel dat verbindingen legt tussen theorie en beroepspraktijk. Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Voor de kleine opleidingen heeft de Raad van Bestuur Fontys een garantie gegeven op de beschikbaarheid van formatie. De werkdruk wordt als omvangrijk ervaren. Uit de genoten opleidingen en werkervaring van de docenten blijkt dat het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 10
Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Inzet van Personeel” voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende. Onderwerp ‘Voorzieningen’ De huisvesting voor de opleidingen is krap door overbezetting van het gebouw waarin de opleidingen zijn gevestigd. Aan deze niet ideale situatie van overbezetting zal na de overgang van de Sporthogeschool naar Eindhoven, naar alle waarschijnlijkheid een einde komen. De huisvesting is thans net toereikend om de opleidingsprogramma’s te realiseren. Er is voldoende toegang tot actuele informatie, lesmaterialen en programma’s. De specifieke materiële voorzieningen zijn in orde. De opleidingen hebben de studiebegeleiding duidelijk opgezet en zorgen er met de gebruikte instrumenten voor dat de studievoortgang voor de studenten optimaal verloopt Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de tweedegraads voltijd- en deeltijd- lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende. Onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ De opleidingen worden eens per zes jaar intern geaudit en kennen een jaarlijkse cyclus van module-evaluaties. De evaluaties leiden tot een verbeterplan, dat de interne en externe verbeteringen beschrijft. Over dit plan wordt frequent gerapporteerd. Er zijn middelen beschikbaar om de voorgenomen verbeteringen uit te voeren en medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld zijn betrokken bij deze evaluaties en maatregelen ter verbetering. Een kwaliteitscoördinator bewaakt de procedures. Een sterk punt van de organisatie is de kleinschaligheid en informele cultuur. Het gevaar dat daardoor teveel informeel wordt geregeld wordt door het management onderkend. Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de voltijd- en deeltijd 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende. Bij het onderwerp Interne Kwaliteitszorg beoordeelt het auditteam de drie facetten als goed. Dit is reden om aan dit Onderwerp de extra aantekening ‘goed’ te verbinden. Onderwerp ‘Resultaten’ De auditoren zijn op basis van een steekproef uit de afstudeerwerkstukken tot het oordeel gekomen dat het gerealiseerde niveau van de opleiding overeenkomt met het nagestreefde niveau. Het auditteam is van oordeel dat sprake is van bachelor niveau. De werkplekleercomponent in het eerste half jaar met het basisonderwijs, de aandacht voor de vakinhoud, het concept van ‘vakmanschap en meesterschap’, de minor innovatief beroepsonderwijs en de maatwerktrajecten vindt het auditteam sterke punten van de opleidingen in het cluster mens-en maatschappij. De resultaten voldoen niet aan de door Fontys Hogescholen geformuleerde streefcijfers. Op basis van verbeterplannen heeft het auditteam echter het vertrouwen dat de rendementen in de naaste toekomst zullen stijgen. Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de voltijd- en deeltijd 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 11
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 12
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen Algemeen 1.1.1 De lerarenopleidingen van de FLOS leiden conform het wettelijk vastgestelde beroepsprofiel (BIO) op voor vier onderwijstypen: onderbouw en bovenbouw vmbo, de eerste drie leerjaren van havo en vwo, praktijkonderwijs en bve. Het vaststellen van de competenties en bijbehorende bekwaamheidseisen is gebeurd onder regie van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL). De FLOS heeft deze bekwaamheidseisen vervolgens geordend in zeven samenhangende competenties met vier beroepsrollen in vier contexten. Dit heeft geleid tot zeven competentiegebieden: interpersoonlijk competent pedagogisch competent vakinhoudelijk en didactische competent organisatorisch competent competent in samenwerking met collega’s competent in samenwerken met de omgeving competent in reflectie en ontwikkeling Deze competenties zijn vastgelegd in competentiekaarten, die gelden voor alle lerarenopleidingen van de FLOS. 1.1.2 Zoals al in hoofdstuk 1 aangestipt, is in opdracht van het Algemeen Directeuren Overleg van Educatieve Faculteiten (ADEF) in 2004-‘05 de ontwikkeling van een landelijke kennisbasis tot stand gekomen. De kennisbasis betreft het geheel aan vakinhoudelijke kennis en vaardigheden die een leraar vo/bve in een bepaald schoolvak moet bezitten. De ADEF onderscheidt twee door het onderwijsveld gelegitimeerde en gevalideerde kennisbases: (i) de vakspecifieke, gericht op de afzonderlijke (school)vakken, en (ii) de generieke, gericht op de kennis van de leerling en het leren en onderwijzen in algemene zin, die geldt voor alle lerarenopleidingen. In de generieke kennisbasis wordt door de FLOS voor de vier opleidingen expliciet aandacht gegeven aan ICT en onderzoeksvaardigheden. 1.1.3 De FLOS heeft in samenwerking met de lerarenopleiding van Fontys Tilburg (FLOT) het wettelijk verankerde profiel van de leraar vertaald naar gedragsindicatoren op drie opleidingsniveaus. Aan het eind van de propedeuse is de student hoofdfasebekwaam; aan het eind van de hoofdfase afstudeerbekwaam en aan het eind van de afstudeerfase startbekwaam. De drie competentieniveaus die corresponderen met de drie onderscheiden fasen in opleiding zijn aan het werkveld voorgelegd, die daar positief op hebben gereageerd De twee raden van advies van het voortgezet onderwijs en bve spelen hierbij een belangrijke rol. De FLOS is voornemens vanaf studiejaar 2009-‘10 een veldcommissie (Limburg-breed) in te richten bestaande uit alumni, huidige studenten en sleutelfiguren van de scholen vo/bve waarmee minimaal één keer per jaar overleg zal gaan plaatsvinden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 13
1.1.4. Het auditteam heeft kunnen constateren dat internationale aspecten binnen de opleidingen op verschillende manieren aan bod komen. Dit gebeurt o.a. in de modules internationalisering, in talenmodules, onderzoek en afstuderen. De FLOS stimuleert studenten ook een minor of stage in het buitenland te volbrengen. Zo kunnen studenten als onderwijsassistent een LIO stage doen in een van de EU-staten. Vanuit de meeste opleidingen zijn studenten de afgelopen jaren op stage geweest in het buitenland. De FLOS onderhoudt contacten met verscheidene buitenlandse universiteiten en lerarenopleidingen in België en China en daarnaast nog met universiteiten in Duitsland, Engeland, Spanje, Thailand en een lerarenopleiding in Vietnam. 1.1.5 De FLOS heeft in 2007 een startbekwaamhedenonderzoek uitgevoerd onder de alumni en werkgevers waarin is gevraagd naar de relevantie van de eindkwalificaties. Deze werden door de alumni en werkgevers relevant geacht. Met name het zelfstandig functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar (in een arbeidsorganisatie), eigen werkzaamheden planmatig aanpakken en reflecteren op eigen beroepsmatig handelen zijn positief beoordeeld. Voor de opleidingen in het cluster ‘mens en maatschappij’ wordt in de MR belicht: (i) overleg met het werkveld en (ii) de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de kennisbasis. Ter adstructie melden wij hierover het volgende: 1.1.6 De opleidingen Aardrijkskunde en Geschiedenis De kennisbasis voor de opleiding Aardrijkskunde omvat: Leerling en aardrijkskunde Geografisch leren denken Inhouden van het vak De
kennisbasis voor de opleiding Geschiedenis omvat: Leerling en geschiedenis Historisch leren denken Inhouden van het vak
Vertegenwoordigers van het regionale werkveld voor de opleiding Geschiedenis beoordelen de verhouding tussen kennis, vaardigheden en (vak)didactiek als goed. De genoemde vakinhouden werden opgevat als minimumvereisten. Voor de opleiding Aardrijkskunde is de kennistoets voor de kennisbasis in ontwikkeling. Aan de landelijke eindkwalificaties van Aardrijkskunde en Geschiedenis voegt FLOS twee eigen accenten toe: vakgroepoverstijgende samenwerking binnen de cluster Maatschappijvakken. noodzaak van veldwerken Om de samenwerking binnen het cluster Maatschappijvakken te bevorderen heeft FLOS een docententeam Mens & Maatschappij gevormd, dat samenwerkt rond de afstemming van de programma’s van de opleidingen. De opleiding heeft het veldwerken aantoonbaar in de eindkwalificaties verwerkt. Studenten beoordelen dit aspect in het programma’s positief. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat FLOS de landelijke kennisbases in de eindkwalificaties en de eigen accenten heeft verwerkt en dat de opleiding de kennisbasistoets en het daarop gerichte handboek hanteert. 1.1.7 De opleiding Economie FLOS heeft ervoor gekozen om niet meer te differentiëren tussen de beide economieopleidingen. In de praktijk blijken afgestudeerden over het volledige spectrum te worden ingezet. Daarom moet de kennisbasis voor beide opleidingen door de studenten worden beheerst. Het auditteam heeft vastgesteld dat de beide kennisbases in de eindkwalificaties zijn verwerkt. Aan de landelijke eindkwalificaties voegt FLOS twee eigen accenten toe: breed opgeleide economiedocent vakgroepoverstijgende samenwerking binnen de cluster Maatschappijvakken
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 14
Studenten geven aan dat de scenario’s voor de opleidingen Aardrijkskunde en Geschiedenis verder zijn uitgewerkt, dan voor de opleidingen Economie. De opleiding Economie heeft kennistoetsen bij de vakinhoudelijke onderdelen van het opleidingsprogramma, doch maakt daarvan nog geen gebruik. Het ondernemingsplan dat studenten aan het einde van het derde jaar opstellen is een integraal toetsmoment. Het auditteam heeft vastgesteld dat FLOS de landelijke kennisbases en de eigen accenten in de eindkwalificaties heeft verwerkt. Het auditteam heeft met betrekking tot de vier opleidingen kunnen constateren dat: de opleidingen van de FLOS zich baseren op de eindkwalificaties voor de tweedegraads opleidingen vo/bve, die in 2005 landelijk wettelijk zijn vastgelegd. de FLOS bij de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie eigen accenten heeft aangebracht, in afstemming met het regionale werkveld. zij ervoor heeft gekozen de curricula van de opleidingen Algemene economie en Bedrijfseconomie niet meer specifiek te onderwijzen, maar te brengen als een brede opleiding tweedegraads leraar Economie. de FLOS meewerkt aan het vaststellen van de vakinhoudelijke eindkwalificaties en overleg heeft met het beroepenveld over de competenties en de kennisbases. Er is intensief overleg met de afnemende scholen. Dit krijgt gestalte in de intensieve contacten tussen de Fontyscontactdocenten en stagepraktijkdocenten bij die scholen. de aandacht voor het ontwikkelen van competenties en het verwerven van kennis op internationaal terrein plaatsvindt door diverse internationaliseringsactiviteiten. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ voor de voltijd en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed op grond van de volgende observaties: de opleidingen van Fontys Lerarenopleiding Sittard (FLOS) baseren zich op de eindkwalificaties voor de tweedegraads opleidingen vo/bve, die in 2005 landelijk wettelijk zijn vastgelegd. de FLOS werkt actief mee aan het vaststellen van de vakinhoudelijke eindkwalificaties; de FLOS heeft intensief overleg met het afnemend beroepenveld over de competenties en de kennisbasis; diverse internationaliseringsactiviteiten zijn in het opleidingsprogramma van de FLOS verweven. Het auditteam is van oordeel dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen die door buitenlandse vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende vakgebied.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 15
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen Zoals al onder 1.1. is beschreven, zijn de SBL competenties op landelijk niveau vastgesteld. Deze zijn vervolgens gekoppeld aan de vijf Dublin Descriptoren. In een schema is deze koppeling voor elk van de vier opleidingen vervolgens beschreven per competentie, waarbij een relatie wordt gelegd naar de onderscheiden kennisbases voor de drie maatschappij opleidingen. Bij de totstandkoming van dit schema was de FLOS actief betrokken. Enkele voorbeelden van de wijze waarop de competenties op het terrein van vakinhoud en didactiek zijn gekoppeld aan de vijf Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht: theoretische en methodische kennis met betrekking tot het fundament en de leerinhouden van vakken, didactiek (in relatie tot leren), opbouw en samenhang schoolmethodes, doorlopende leerlijnen. Toepassen kennis en inzicht: in een specifieke onderwijscontext kunnen ontwerpen en ‘uitvoeren en passend maken’ van leerinhoud(en) via methodieken en didactiek op basis van integratie tussen praktische kennis (schoolmethoden en leerinhouden), methodische- en theoretische kennis en op basis van de diagnose van de eigen praktijk. Oordeelsvorming: beredeneerde keuzes maken mede op basis van praktijkonderzoek met betrekking tot didactiek (in relatie tot leren) en inhoud van het vak, gericht op de verbetering van de eigen schoolpraktijk. Communicatie (met professionals) over de professie: uitleggen en verantwoorden van keuzes en hierbij rekening houden met de doelgroep ten aanzien van de didactiek, de inhoud van het vak en de doelgroep leerlingen. Leervaardigheden: systematisch oriënteren, plannen en uitvoeren van ontwikkel- en verbeteracties en reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en het kunnen inschakelen van professionele leervormen (o.a. via intervisie en supervisie). De opleidingen hebben via het systeem van competentiekaarten en daarop gebaseerde examinering de competenties uitgewerkt in een ruime hoeveelheid meetbare gedragsindicatoren. Oordeel: voldoende Voor elk van de vier voltijd- en deeltijdopleidingen zijn de Dublin Descriptoren gekoppeld aan de competenties. Het auditteam stelt vast dat de eindcompetenties van de opleidingen daarmee voldoen aan het niveau bachelor zoals weergegeven in de Dublin Descriptoren. Het auditteam vindt de wijze waarop de opleidingen de competenties hebben vertaald in meetbare gedragsindicatoren adequaat. Het auditteam kwalificeert facet Niveau Bachelor voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie daarom als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 16
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals al onder 1.2. is beschreven, hebben de opleidingen op landelijk niveau een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren en de SBL-competenties en kennisbases. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen daarom gerekend kunnen worden tot het hoger onderwijs. 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals al onder 1.1. is beschreven, hebben de opleidingen zich gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de landelijke SBL-competenties en kennisbases. Het auditteam heeft vastgesteld, dat de eindcompetenties van de opleidingen corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en aansluiten bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een hbo opleiding tweedegraads leraar. De opleidingen geven specifiek aandacht aan het onderwijs in het vmbo. Het auditteam waardeert dit maar adviseert de opleidingen wel om blijvend aandacht te schenken aan het evenwicht tussen dit onderwijs en het onderwijs gericht op (de onderbouw van) havo/vwo. 1.3.3. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma van de vier opleidingen. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet Oriëntatie HBO voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen gerekend kunnen worden tot het hoger onderwijs. Meetbare gedragsindicatoren dragen ertoe bij dat dit niveau kan worden bereikt. Het auditteam is van oordeel dat de eindcompetenties van de opleidingen aansluiten bij het niveau van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een bacheloropleiding tweedegraads leraar.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 17
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen 2.1.1. Zoals al onder 1.1. is beschreven, is in opdracht van het ADEF in het studiejaar 2004-’05 de ontwikkeling van een landelijke kennisbasis tot stand genomen. In het zogenoemde K3 project wordt sinds 2007-‘08 de laatste hand gelegd aan de ontwikkeling hiervan. Dit project behelst de volgende drie onderdelen: Kennisbasis: vastlegging van de verplichte vakinhoudelijke kennis per vak; Kennistoetsen: voortgangstoetsen opstellen, die vaststellen of de studenten de vakinhoudelijke kennis beheersen; Kennisbank: een ‘bank’ met studiematerialen ten behoeve van opleiders en studenten met betrekking tot vakinhoud en vakdidactiek. 2.1.2. Het auditteam heeft vastgesteld dat kennisontwikkeling binnen de opleidingen plaatsvindt aan de hand van praktijkmateriaal en vakliteratuur. Iedere opleiding van de FLOS draagt zorg voor verplichte literatuur bij de verschillende programmaonderdelen en adviesliteratuur in de vorm van recente artikelen, digitale bronnen en leermiddelen voortgezet onderwijs. Jaarlijks is er een geactualiseerde lijst met literatuur en andere studiematerialen. Het auditteam is van oordeel dat de gebruikte literatuur en het studiemateriaal voor de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie actueel, relevant en op hbo niveau is. 2.1.3. De FLOS werkt samen met vijftien opleidingsscholen, waarvan er twaalf tevens betrokken zijn bij het project ‘Academische opleidingsschool’ en een aantal ‘gewone’ stagescholen. Hier vindt het ‘werkplekleren’ plaats. De opleidingen kennen vier verschillende typen stages, waarin de studenten het vakmanschap en het meesterschap ontwikkelen. In het schoolgebonden opleidingstraject doen de studenten ervaringen op in verschillende onderwijssituaties en worden zij geconfronteerd met verschillende typen leerlingen en beroepspraktijken. Voor de deeltijdstudenten is de kwantiteit en organisatie van de stages sterk afhankelijk van ‘eerder verworven competenties’ (EVC’s). Zie hiervoor verder bij de facetten 2.4 en 2.5. De deeltijdopleidingen zijn klein in studentenaantallen, waardoor sprake is van maatwerk. De inhoud van het deeltijdonderwijs is naar oordeel van het auditteam van voldoende niveau. 2.1.4. Tijdens de programmaonderdelen 'Flankerend onderwijs' uit het meesterschapdeel van het opleidingsprogramma worden ervaringen uit het werkplekleren gekoppeld aan relevante didactische en pedagogische vakliteratuur. De verwevenheid en de actualiteit van theorie en praktijk blijkt uit het onderzoek dat studenten in de beroepspraktijk uitvoeren. Dit gebeurt onder andere in de minor ‘Innovatief Beroepsonderwijs’ in het derde studiejaar, die is gericht op de ontwikkeling van lerarencompetenties voor de specifieke context van het beroepsonderwijs. De inhoud en organisatie van dit minor programma is in nauw overleg met het onderwijsveld en de lerarenopleidingen van Fontys Tilburg en Eindhoven tot stand gekomen. Het is vooral gericht op de thema's 'leren in en ontwerpen van leeromgevingen in het beroepsonderwijs' en 'leerlingen in het beroepsonderwijs met speciale (hulp)vragen'.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 18
Een belangrijke component van de minor wordt gevormd door een vernieuwingsproject dat op de opleidingsschool van de student actueel is en waaraan de student een actieve bijdrage levert door het opzetten en uitvoeren van kleinschalig praktijkgericht onderzoek, zoals vakkenintegratie, didactische vernieuwing, leerlingbegeleiding. Deze minor daalt in het studiejaar 2009 –’10 in het majorprogramma in. Het auditteam waardeert dit positief. In de afstudeerfase werken studenten individueel een onderzoekscyclus uit in hun afstudeeronderzoek. Dit bestaat uit een theorie- en praktijkdeel, waarin studenten een praktijkprobleem van hun stageschool theoretisch en empirisch onderzoeken en vervolgens in toepassingen vertalen. (Zie verder 6.1.) Het auditteam heeft kunnen constateren dat de opleidingen in het programma zorgen voor een koppeling tussen theorie en praktijk. 2.1.5. De opleidingen zorgen er voor dat het programma aansluit bij actuele ontwikkelingen in het vakdomein en de beroepspraktijk. Dat gebeurt onder andere op de volgende wijze: De FLOS opleiders werken intensief samen met de opleidingsscholen en de daar werkzame stagebegeleiders (stagepraktijkdocenten genoemd) van de FLOS studenten; de FLOS opleiders zorgen voor inbreng van actuele ideeën door het bijhouden van literatuur, lidmaatschap van vakverenigingen, studiedagen met vakgenoten en congresbezoek op hun vakgebied; directie en gespecialiseerde opleiders van FLOS worden frequent gevraagd in de regionale en landelijke platforms, zoals Provinciaal Arbeidsmarktoverleg Limburg voor het vo, besturenoverleg regio Limburg, rectorenconvent Westelijke Mijnstreek, Raad van Advies voortgezet onderwijs, Raad van Advies mbo; bij verschillende programmaonderdelen worden gastdocenten ingeschakeld; de FLOS organiseert congressen, onder andere in samenwerking met de Open Universiteit en het lectoraat ICT; om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen dient de student met ingang van 2008‘09 in de loop van zijn opleiding twee conferenties of symposia bij te wonen die een bijdrage leveren aan de eigen professionalisering; de FLOS werkt intensief samen met de andere hbo-lerarenopleidingen in Nederland, geïnitieerd en gestimuleerd door het ADEF. Daarnaast werkt de FLOS samen met twee andere tweedegraads lerarenopleidingen van Fontys in Tilburg en Eindhoven. 2.1.6. Zoals al beschreven wil de FLOS met ingang van 2009-‘10 weer een veldcommissie inrichten, waarmee ze eenmaal per jaar overleg heeft over de inhoud en opzet van het programma. Het auditteam ziet dat thans al intensieve contacten bestaan tussen de opleidingen en de opleidingsscholen. Als uitvloeisel van deze contacten is bijvoorbeeld de cursus dyslexie nu in alle opleidingen opgenomen, waar dat voorheen alleen bij Nederlands het geval was. Een ander voorbeeld dat het auditteam erg aanspreekt, is de verplichte oriëntatie van de eerstejaars studenten op het basisonderwijs (groep 7/8): studenten leren begrijpen wat zich daar afspeelt en wat dan het startniveau van brugklassers in het v.o. is. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen er op adequate wijze voor zorgen dat het programma aansluit bij actuele ontwikkelingen in het vakdomein en de beroepspraktijk. 2.1.7. De opleiding Aardrijkskunde Het auditteam stelt vast dat de gebruikte Nederlandstalige en buitenlandse literatuur en het studiemateriaal voor de voltijd- en deeltijdopleidingen Aardrijkskunde actueel, relevant en op hbo niveau is. De opleiding maakt actief gebruik van nieuwe digitale middelen, zoals Google Earth. Studenten lopen vier jaar stage op verschillende scholen en op verschillende niveaus. De praktijkgerichtheid van de opleiding komt ook tot uitdrukking in de veldwerken die onderdeel van de opleiding uitmaken. De opleiding zet op beperkte schaal gastdocenten in. De opleiding speelt in op de regionalisering van het vak Aardrijkskunde door de onderwerpen ook in de Euregionale context te plaatsen. Verder kent de regionalisering een opbouw in het programma: in het tweede jaar is er specifieke aandacht voor Nederland en Europa; in het derde jaar komt de wereldschaal aan bod. Uitwisselingen en deelname door studenten aan het Explore project geven een meerwaarde aan de internationale dimensie van het programma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 19
Alle docenten zijn Fontys Contactdocent, één collega is ook nog werkzaam binnen het voortgezet onderwijs. Docenten participeren in veldwerk met studenten. Deelname aan congressen is beperkt. Studenten vonden tijdens de audit dat de docenten aardrijkskunde te weinig kritisch op zichzelf waren. Zo is het vak Mondiale Internationale Relaties ondanks meerjarige kritiek van studenten niet bijgesteld. Studenten waarderen de inhoud van de modulen positief met een 3,4 (op een vijfpuntsschaal) en afgestudeerden waarderen duidelijk ook het veldwerk. In de keuzegids 2008 scoort de inhoud een 6,0, de voorbereiding op het beroep een 7,1 (op een tienpuntsschaal). Het auditteam is van mening dat de opleiding inspeelt op recente ontwikkelingen, beroepsgericht is en ervoor zorgt dat studenten kennis verwerven vanuit een brede basis binnen een internationale dimensie. Als verbeteractie wil de opleiding de studenten meer zelfstandig kennis laten verwerven. 2.1.8 De opleiding Economie Het auditteam is van mening dat de gebruikte literatuur en het studiemateriaal voor de voltijd- en deeltijdopleidingen Algemene Economie en Bedrijfseconomie actueel, relevant en op hbo niveau is. De opleiding schrijft op beperkte schaal buitenlandse literatuur voor. Studenten lopen vier jaar stage op verschillende scholen en op verschillende niveaus. Aan het einde van het derde jaar stellen studenten een ondernemingsplan op, waarbij alle economische vaardigheden en kennis ingezet moeten worden. De opleiding zet op beperkte schaal gastdocenten in. De vakinhoud is redelijk actueel. Uitwisselingen en deelname door studenten aan het Explore project geven een meerwaarde aan de internationale dimensie van het programma. Alle docenten zijn Fontys Contactdocent en zijn daardoor betrokken bij de stagebegeleiding. Hierdoor komt ook informatie over het vak binnen. Deelname door docenten aan congressen is beperkt. De studenten waarderen de inhoud van de opleiding Economie op 3,6 (op een vijfpuntsschaal) en geven gemiddeld het rapportcijfer 6,6. Het auditteam is van mening dat de opleiding inspeelt op recente ontwikkelingen, beroepsgericht is en ervoor zorgt dat studenten kennis verwerven vanuit een brede basis. Als verbeteractie wil de opleiding de studenten meer zelfstandig kennis laten verwerven. 2.1.9 De opleiding Geschiedenis Het auditteam is van mening dat de gebruikte literatuur en het studiemateriaal voor de voltijd- en deeltijdopleidingen Geschiedenis actueel, relevant en op hbo niveau is. Er wordt ook buitenlandse literatuur gebruikt. Studenten lopen vier jaar stage op verschillende scholen en op verschillende niveaus. De opleiding zet op beperkte schaal gastdocenten in. Uitwisselingen en deelname door studenten aan het Explore project geven een meerwaarde aan de internationale dimensie van het programma. In samenwerking met Universiteit Maastricht en een zevental erfgoedinstellingen is een minor ’Omgaan met erfgoed’ ontwikkeld. In het kader daarvan hebben in 2008 tweedejaars studenten een bijdrage geleverd een tentoonstelling in Museum Het Domein. Docenten leveren een actieve bijdrage aan lerarenopleidersdagen en andere didactische conferenties. Twee opleiders zijn bezig met een promotietraject. Alle docenten zijn Fontys Contactdocent, één collega is ook nog werkzaam in het voortgezet onderwijs. De opleiding heeft in 2005 de landelijke opleidersdag Geschiedenis georganiseerd. De studenten waarderen de inhoud van de modulen gemiddeld met een 3,7. Als rapportcijfer geven de studenten de modulen gemiddeld een 7,3. Afgestudeerden waarderen het veldwerken bijzonder positief.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 20
Het auditteam is van oordeel dat de opleiding inspeelt op recente ontwikkelingen, beroepsgericht is en ervoor zorgt dat studenten kennis verwerven vanuit een brede basis binnen een internationale dimensie. Als verbeteractie wil de opleiding de studenten meer zelfstandig kennis laten verwerven. 2.1.10. Uit de Keuzegids 2008 blijkt met een gemiddelde van 6,9 dat studenten tevreden zijn over de voorbereiding op de loopbaan. In de Fontys Studentenenquête 2006 geven de studenten een 3,4 op een vijfpunt schaal voor de aansluiting op de beroepspraktijk, een 3,7 voor het inhoudelijk interessant zijn van de opleiding en een 3,4 voor de goede voorbereiding van de stageplaats op het beroep. De tevredenheid over de bijdrage die de stage levert aan de competentie ontwikkeling blijkt ook uit de stage-evaluatie 2008 en de tevredenheid over inhoud, nut en leereffect van het programma blijkt ook uit de ruim 80 module evaluaties die in 2007-2008 in totaal door de FLOS opleidingen werden uitgevoerd. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: Het auditteam is van oordeel dat de gebruikte literatuur actueel, relevant, gevarieerd en op hbo niveau is. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen in het programma zorgen voor een koppeling tussen theorie en praktijk. Docenten zijn in de beroepspraktijk werkzaam en de opleiding heeft via de opleidingsscholen een structurele voorziening, waarin de beroepsuitoefening in praktijk wordt gebracht. Afstudeerwerkstukken betreffen altijd een onderwijskundig / didactisch onderwerp en worden in opdracht van de stagescholen gemaakt. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen er voor zorgen dat het programma aansluit bij actuele ontwikkelingen in het vakdomein en de beroepspraktijk. Het auditteam heeft vastgesteld dat internationale aspecten binnen de opleidingen in voldoende mate aan bod komen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 21
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen 2.2.1 Alle opleidingsprogramma’s van de FLOS kennen wat betreft de verdeling van studiepunten over de opleiding dezelfde basisstructuur. In schema is deze als volgt: vakmanschapdeel meesterschapdeel vrije minor totaal Propedeuse 40 20 60 Hoofd- en afstudeerfase 80 70 30 180 Totaal 120 90 30 240 Tabel 2: Overzicht basisstructuur FLOS-opleidingen
2.2.2 Bij de vormgeving van de opleidingsprogramma’s wordt een competentiegericht opleidingsconcept gehanteerd, waarbij de eindkwalificaties bestaan uit de kennisbasis, de SBLcompetenties en vakcompetenties. In het vakmanschapdeel staan de kennis, vaardigheden en attitudes centraal die te maken hebben met het schoolvak waarvoor de student de tweedegraads bevoegdheid wil verwerven. Het meesterschapdeel bestaat uit de studieonderdelen die aandacht schenken aan de competenties die samenhangen met de beroepsuitoefening van leraar in het vo/bve-veld. Via de onderdelen vakdidactiek (vakmanschapdeel) en flankerend onderwijs en stage (meesterschapdeel) worden tijdens de opleiding het vakmanschap en meesterschap met elkaar verbonden. De propedeuse en post-propedeuse fase worden afgesloten met een competentieexamen. Ook de minor ‘Innovatief Beroepsonderwijs’ in het derde studiejaar, die is gericht op de ontwikkeling van leraren-competenties en is beschreven bij facet 2.1, maakt hiervan deel uit. De vrije minor (30 EC) kan aansluiten bij het vakmanschap- of het meesterschapdeel. De propedeuse en hoofdfase worden afgesloten met een competentie-examen. De opleidingen hebben de relatie tussen de eindkwalificaties en leerdoelen van de programmaonderdelen schematisch vastgelegd in de zogenaamde KLOTS-schema’s. In deze schema’s wordt per programmaonderdeel de competenties, de kennisbasis, leerdoelen, onderwijsvormen, toetsvormen en te behalen studiepunten vastgelegd. De vakinhoudelijke en vakdidactische competenties zijn bekend bij de opleidingsscholen en verankerd in de door die scholen geboden programma’s. Gedurende de gehele opleiding wordt de student gecoacht door de studieloopbaanbegeleider (Zie hiervoor verder de facetten 2.4 en 4.2). De inhoud van het programma scoort in de landelijke keuzegids 6.3 op een 10-puntschaal. In 80 digitale module-evaluaties waarderen de studenten de modulen met een 7. In de gesprekken die het auditteam had met de studenten is door hen dit oordeel bevestigd. 2.2.3. De opleiding Aardrijkskunde Het vakmanschapsdeel van het programma van de lerarenopleiding Aardrijkskunde is gerelateerd aan de landelijk ontwikkelde kennisbasis. De opleiding beschouwt dit als een minimum en heeft eigen accenten aangebracht. Als voorbeelden daarvan geeft de opleiding in de MR: Via een cursus Mondiale Internationale Relaties in het derde jaar verwerft de student kennis en inzicht in de politieke, economische en culturele aspecten van mondiale internationale relaties tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in tijd en ruimte; De propedeusecursus Geologie en Geomorfologie die de opleiding aanbiedt geeft inhoudelijk en qua didactiek meer dan wat de breed geformuleerde kennisbasis beoogt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 22
2.2.4. De opleiding Geschiedenis Het vakmanschapsdeel van het programma van de lerarenopleiding Geschiedenis is gerelateerd aan de landelijk ontwikkelde kennisbasis. He opleiding beschouwt dit als een minimum en heeft eigen accenten aangebracht. Als voorbeelden daarvan geeft de opleiding in de MR: Verdieping van de kennisbasis in het tweede jaar door het aandacht te geven aan economische conjunctuur vanaf circa 1850. De kennisbasis beschrijft hiervan slechts een deel; In de derdejaars cursus Nieuwe geschiedenis cultureel-mentaal legt de opleiding andere accenten dan de naar haar oordeel erg globale beschrijving uit de kennisbasis. 2.2.5. De opleidingen Economie (AE en BE) De opleiding neemt in de KLOTS schema’s de landelijke kennisbasis als uitgangspunt. Deze inhoud moet worden geprogrammeerd; iets waar de opleiding ten tijde van de audit mee bezig is. De opleiding heeft als streven om, nadat deze programmering is afgerond eigen accenten aan te brengen. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat het programma van de vier voltijd- en deeltijdopleidingen een adequate vertaling is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen, dat deze adequaat zijn vertaald in leerdoelen van het programma. De samenhang tussen de leerdoelen alsmede de studiebegeleiding die studenten wordt geboden, biedt studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het auditteam kwalificeert het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en Inhoud programma’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 23
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen De opleidingen van de FLOS kennen zowel horizontaal als verticaal samenhang in de programma’s. 2.3.1. Elke opleiding van de FLOS realiseert de verticale samenhang doordat de afzonderlijke programmaonderdelen en activiteiten voortbouwen op eerdere onderdelen. Opeenvolgende onderdelen worden gekenmerkt door toenemende complexiteit en diepgang. De opleidingsscholen waar de studenten stage lopen, zijn bekend met de competenties: de samenhang tussen het binnenschoolse en buitenschoolse deel van het curriculum is door de FLOS geborgd. 2.3.2 De horizontale samenhang krijgt vorm door het onderscheid tussen vakinhoud, vakdidactiek (vakmanschapsdeel), beroep (meesterschapdeel) en de minor. De vakdidactiek vormt de schakel tussen vakmanschap en meesterschap: aspecten van het beroep en van de vakinhoud komen samen in projecten. Ook de minor Innovatief Beroepsonderwijs (die vanaf 2009’-10 in elk majorprogramma zal zijn ingebouwd) vervult een brugfunctie tussen vakmanschap en meesterschap. Alle programmaonderdelen zijn expliciet gericht op het verwerven van de competenties en de kennisbasis. 2.3.3 De propedeuse is oriënterend, selecterend en onderscheidend. In deze fase beantwoordt de student twee vragen: ‘ Krijg ik een goed beeld van het beroep van leraar?’ en ‘Krijg ik zicht op mijn eigen rol en capaciteiten daarin?’. De hoofdfase is vervolgens kwalificerend, terwijl de afstudeerfase in het teken staat van het volwaardig functioneren als aankomend leraar en teamlid van een schoolorganisatie. 2.3.4. De opleiding Aardrijkskunde Alle onderdelen van het curriculum zijn expliciet gericht op competenties en kennisbasis. De koppeling aan authentieke beroepssituaties creëert samenhang in de competentieontwikkeling. Het programma kent vijf vakmanschapslijnen: vak algemeen, sociale geografie, fysische geografie, vaksamenwerking en vakdidactiek Het auditteam is van oordeel dat de opleiding een duidelijke ‘rode draad’ van het geografische denken kent. De studenten ervaren deze lijn echter nog niet altijd voldoende, maar geven wel aan dat de docenten de samenhang uitleggen. Om hier verbetering in aan te brengen is de opleiding in het studiejaar 2008-‘09 gestart met het actualiseren van de modulebeschrijvingen. De opleiding wil de koppeling tussen theorie en praktijk meer expliciet aan de orde laten komen tijdens de cursussen. Ten aanzien van de samenwerkingscursussen tussen de mens & maatschappij opleidingen ervaren de studenten de meerwaarde hiervan nog onvoldoende en zijn zij kritisch over de wijze waarop de docenten hierin een voorbeeldfunctie vervullen. De jongere docenten vormen hierop een gunstige uitzondering. Het auditteam heeft kennis genomen van het opleidingsprogramma en is van mening dat de opleiding voldoende samenhang realiseert. Met de studenten is het auditteam echter van mening dat de wijze waarop de samenwerkingscursussen worden vorm gegeven en uitgevoerd, kan worden verbeterd. 2.3.5. De opleiding Economie Alle onderdelen van het curriculum zijn expliciet gericht op competenties en kennisbasis. De koppeling aan authentieke beroepssituaties creëert samenhang in de competentieontwikkeling. Koppeling van meesterschap en vakmanschap realiseert de opleiding door middel van de vakdidactiek.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 24
Het programma kent acht vakmanschapslijnen: algemene economie, bedrijfsadministratie, bedrijfseconomie, commerciële economie, ondersteunende vakken, capita selecta, vaksamenwerking en vakdidactiek. Ondanks deze schijnbare complexiteit ervaren de studenten samenhang in het programma. Docenten leggen deze ook uit. Ten aanzien van de samenwerkingscursussen tussen de mens & maatschappijopleidingen laten de studenten tijdens de audit een kritisch geluid horen. Opvallend is dat studenten Economie minder samenwerkingsmodules volgen dan de studenten Aardrijkskunde en Geschiedenis. Studenten ervaren de meerwaarde van deze cursussen nog onvoldoende en zijn kritisch over de wijze waarop de docenten hierin een voorbeeldfunctie vervullen. De jongere docenten vormen hierop een gunstige uitzondering. Het auditteam heeft kennis genomen van het opleidingsprogramma en is van mening dat de opleiding voldoende samenhang realiseert. Met de studenten is het auditteam echter van mening dat de wijze waarop de samenwerkingscursussen worden vorm gegeven en uitgevoerd, kan worden verbeterd. 2.3.6 De opleiding Geschiedenis Alle onderdelen van het curriculum zijn expliciet gericht op competenties en kennisbasis. De koppeling aan authentieke beroepssituaties creëert samenhang in de competentieontwikkeling. Koppeling van meesterschap en vakmanschap realiseert de opleiding door middel van de vakdidactiek. Het programma kent vijf vakmanschapslijnen: vak algemeen, plattegrond van de geschiedenis, thematische geschiedenis, vakoverstijging en vakdidactiek. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding een duidelijke ‘rode draad’ van het historisch denken kent. De studenten ervaren deze lijn nog niet altijd voldoende maar merken dat de docenten de samenhang uitleggen. Om het verbetering in aan te brengen is de opleiding in het studiejaar 2008‘09 gestart met het actualiseren van de modulebeschrijvingen. De opleiding wil de koppeling tussen theorie en praktijk meer expliciet aan de orde laten komen tijdens de cursussen. Ten aanzien van de samenwerkingscursussen tussen de mens & maatschappij opleidingen ervaren de studenten de studenten de meerwaarde hiervan nog onvoldoende en zijn zij kritisch over de wijze waarop de docenten hierin een voorbeeldfunctie vervullen. De jongere docenten vormen hierop een gunstige uitzondering. 2.3.7. De deeltijdopleidingen De deeltijdopleidingen bestaan deels uit maatwerk. De programma’s van deze opleidingen zijn afgeleid van de voltijdprogramma’s en kennen dezelfde eindkwalificaties, competenties en competentiematrix. Het auditteam ziet dat het binnenschools en buitenschools leren in de programma’s is opgenomen. De programma’s zijn in de praktijk afhankelijk van het aantal vrijstellingen dat een student verwerft op basis van een EVC portfolio. De competentiematrices worden door de deeltijdstudenten gehanteerd om hun eigen leeractiviteiten en leerresultaten te sturen, te ordenen en te verantwoorden. Deze matrices zijn daarom voor de deeltijdstudenten een belangrijk instrument om de samenhang van hun opleiding vorm te geven. Ook docenten hanteren de competentiematrices in de begeleiding en de beoordeling van de studenten. Het auditteam heeft kennis genomen van de voltijd en deeltijdprogramma’s en is van mening dat de opleidingen voldoende samenhang realiseren. Met de studenten is het auditteam echter van mening dat de wijze waarop de samenwerkingscursussen worden vorm gegeven en uitgevoerd, kan worden verbeterd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 25
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft de horizontale en verticale samenhang van de onderscheiden opleidingen gezien en is van oordeel dat het studieprogramma van de voltijd- en deeltijdopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie samenhangend is. De samenhang tussen het binnenschoolse en buitenschoolse leren is gewaarborgd door programmatische voorbereiding, periodieke terugkoppeling en follow-up. De opleidingen kennen een consequent doorgevoerde leerlijnenstructuur. Het auditteam kwalificeert het facet ‘Samenhang Programma’ voor de voltijd en deeltijd tweede graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 26
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen 2.4.1 Voor alle opleidingen van de FLOS geldt dat de studielast 1.680 studiebelastingsuren (sbu) per jaar is. Het jaarrooster bestaat uit vier blokken van tien of elf weken, waarin de colleges, de stage, de minor, toetsen en herkansen en zelfstudiedagen zijn ingeroosterd. Uitgangspunt is dat de studenten 40 uur per week aan hun studie besteden. In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is vastgelegd dat de propedeusefase 60 EC’s omvat, de hoofdfase 120 EC’s en de afstudeerfase 60 EC’s. Per periode wordt een beperkt aantal programmaonderdelen aangeboden, waardoor de student zijn aandacht niet te veel hoeft te spreiden. 2.4.2. De contacttijd (colleges, werk- en projectgroepen en individuele begeleiding waarbij de student in direct contact staat met de docent) neemt in de loop van de studie af, terwijl de praktijkcomponent toeneemt. In de propedeuse zijn zestien college-uren per week ingeroosterd, in de hoofdfase gemiddeld twaalf en in de afstudeerfase zes per week. Daarnaast heeft elke student studiebegeleiding en contacten met zijn studiebegeleider gedurende de stages. De FLOS waarborgt, door intensief overleg en afspraken dat bij de opleidingsscholen voldoende tijd beschikbaar is bij begeleiders om de studenten te kunnen begeleiden. 2.4.3. Om studiebelemmeringen te voorkomen heeft de FLOS een aantal instrumenten. Jaar- en weekroosters zijn beschikbaar via een webapplicatie en studenten hebben toegang tot een opleidingsportal en online mededelingen. Docenten zijn via email bereikbaar. Er zijn vaste procedures rond tentamens en competentie-examens en uitslagen van toetsen zijn binnen 15 werkdagen bekend en vastgelegd in het studievoortgangsysteem dat online benaderbaar is. De opleiding organiseert voor voltijdstudenten stageplaatsen. 2.4.4. Uit de Fontys studentenenquête blijkt dat de studenten vinden dat de opleidingen goed te doen zijn binnen de gestelde tijd (3,6), redelijk tevreden zijn over het tijdig bekend zijn van planningen (4,4) en onderwijsactiviteiten (3,3),de bereikbaarheid van docenten (3,8), en de tijdige beschikbaarheid van studieresultaten (3,5). De ondersteuning van de SLB ‘er scoort 3,6. De spreiding van de studielast en de administratieve verwerking van de studieresultaten zijn verbeterpunten voor de opleidingen. In de gesprekken die het auditteam heeft gehad met de studenten hebben zij deze oordelen bevestigd. Het hierboven genoemde geldt voor de vier voltijdopleidingen. 2.4.5 De deeltijdopleidingen Gemiddeld zijn er per deeltijdopleiding twee avonden contacttijd voor deeltijdstudenten. Het meesterschapdeel (pedagogisch-didactische deel) is zo georganiseerd dat het, gekoppeld aan de stage, binnen een jaar kan worden afgerond. Informatie die het auditteam ontving van de deeltijd opleidingen na de audit leert dat het aantal contacturen per jaar als volgt is: Aardrijkskunde: 482 uur (ca 11,5 uur/week), Economie: 432 uur (ca 10 uur/week) en Geschiedenis: 482 uur. Het betreffen dan groepsbijeenkomsten voor vakinhoud en vakdidactiek, voor het pedagogisch didactische traject, voor individuele begeleiding, voor ICT en, daarnaast 320 uur bij elk van de vier deeltijdopleidingen voor werkplekleren op de opleidingsschool.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 27
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studielast’ voor de voltijd en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende overwegingen: De opleidingen zorgen voor een ruim aantal uren contacttijd en maken gebruik van directe feedback op de uitvoering van de opdrachten in de opleiding. De opleidingen zorgen er op een adequate wijze voor dat de studievoortgang van elke student optimaal kan verlopen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 28
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen 2.5.1. Wat betreft de instroom van studenten in de opleidingen hanteert FLOS de wettelijke vooropleidingseisen: minstens vwo, havo, mbo niveau 4. Voor vergelijkbare buitenlandse diploma’s geldt de extra eis van beheersing van het Nederlands op niveau NT2-programma 2. De instroomeisen en –procedure staan beschreven in de OER en in de voorlichtingsbrochures van de opleidingen. Instromers van 21 jaar of ouder kunnen vrijgesteld worden van de vooropleidingseisen als zij met goed gevolg een toelatingsonderzoek afleggen. Dit onderzoek wordt centraal door Fontys Hogescholen uitgevoerd. 2.5.2. Voor deeltijdstudenten geldt een intakeprogramma, waarin wordt nagegaan of de instromer op basis van EVC in aanmerking komt voor een op maat gesneden leerroute. De FLOS heeft zijn EVC procedure vastgelegd en de procedure van vertaling van het EVC assessment in het onderwijscontract (met vrijstellingen) helder beschreven. Pabo- abituriënten hebben vrijstelling voor een deel van het pedagogisch-didactische traject en studenten met een afgeronde bachelor of wo-master opleiding krijgen altijd vrijstelling voor het afstudeeronderzoek en, bij een overeenstemmende vakinhoud, voor de vakinhoud. Vrijstelling voor de vakdidactiek en stage worden niet gegeven. In principe kan een deeltijdstudent de opleiding doorlopen in een verkort programma. EVC’s spelen derhalve een grote rol in de deeltijdstudie. Het auditteam heeft daarom een aantal EVC dossiers nauwgezet onderzocht. Gebleken is dat het EVC-portfolio op goede wijze wordt vertaald naar vrijstellingen. 2.5.3. De FLOS heeft via het project ‘Limburg Leert’ intensieve contacten met toeleverende scholen. De studieprestaties van propedeusestudenten worden door het Fontys aansluitingscentrum teruggekoppeld naar de vo-scholen van herkomst. Doel van deze terugkoppeling is de studiekeuzeadvisering te verbeteren. De FLOS geeft voorlichting over de opleidingen via brochures, drie open dagen per jaar, informatie op beurzen, voorlichting op vo-scholen en informatie aan decanen van die scholen. 2.5.4. De opleidingen Aardrijkskunde en Geschiedenis Eventuele deficiënties worden direct zichtbaar bij de cursus ‘oriëntatie op het vak Aardrijkskunde’ en ‘oriëntatie op het vak Geschiedenis’ in het begin van de studie. De opleiding wordt regelmatig geconfronteerd met een gebrekkige taal- en studievaardigheid van sommige studenten. De kwaliteit van de taalbeheersing varieert sterk. De opleiding wil op instituutsniveau taalcursussen ontwikkelen om taaldeficiënties weg te werken. 2.5.5. De opleiding Economie Voor de tweedegraads opleiding Economie gelden geen specifieke instroomeisen. De propedeuse kent vier inleidende cursussen om mogelijke deficiënties zoveel mogelijk weg te werken. In deze vier cursussen wordt ook de oriëntatie op het vak Economie gegeven. De opleiding loopt in de praktijk regelmatig op tegen gebrekkige taal- en rekenvaardigheden van studenten. Voor de EVC-procedure komen vooral instromers met een heao- of spd-opleiding in aanmerking. Om de aansluiting tussen de eerder verworven rekenvaardigheden en het rekenen in economische context te verbeteren is de module ‘Calculatie’ in het propedeuseprogramma opgenomen. Havisten en mbo’ers blijken verschillende kennisachterstanden te hebben. De studenten geven tijdens de audit aan dat studenten met een mbo achtergrond vaak problemen hebben bij Algemene Economie en dat studenten met een havo-achtergrond dat vaak hebben bij Bedrijfseconomie. Het auditteam heeft kennisgenomen van de aansluiting van het onderwijs bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bij de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie is sprake van een cursus waarbij de oriëntatie op het vak centraal staat.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 29
Deze cursus blijkt in de praktijk te werken. Bij geen van de opleidingen is sprake van een doorlopende leerlijn tussen mbo en hbo. Oordeel: goed Het auditteam heeft kennis genomen van de wijze waarop de opleidingen aandacht geven aan de instroom. Het auditteam is van oordeel dat de programma’s van de vier voltijd- en deeltijdopleidingen, inclusief de onderdelen die deficiënties opvangen, qua vorm en inhoud aansluit bij de kwalificaties van de instromende studenten. De extern gecertificeerde EVC procedure en daaraan verbonden beslissingen van de Examencommissie over verlenen van vrijstellingen zijn zorgvuldig en transparant. Het auditteam kwalificeert het facet Instroom voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie daarom als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 30
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding? Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de voltijdvariant van de onderscheiden opleidingen 240 EC’s. Deeltijdstudenten hebben vaak al ervaring in het onderwijs, beschikken over relevante vakkennis en zijn vaak, parallel aan hun studie werkzaam in het onderwijs. Op basis daarvan komen zij in aanmerking voor EVC’s. Hierop spelen de opleidingen in, door maatwerktrajecten aan te bieden. Dit leidt er voor veel deeltijdstudenten toe, dat zij in een kortere studieduur hun studie kunnen voltooien. Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de deeltijdvariant van de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie 240 EC’s. Daarmee voldoen alle varianten van de opleidingen aan de formele, kwantitatieve eis die aan hbo bacheloropleidingen wordt gesteld. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie een omvang hebben van 240 EC’s en daarmee voldoen aan de wettelijke eis. Dit is reden dit facet voor de voltijd- en deeltijdopleidingen als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 31
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen 2.7.1 Algemeen Het onderwijsprogramma van de onderscheiden opleidingen is praktijkgericht. In het leerproces staat het verwerven van de individuele competenties centraal. De gebruikte werkvormen daarbij zijn: werkcolleges, vaardigheidstrainingen, presentaties, intervisie, practica. Hoorcolleges zijn in de minderheid. De opleidingen hebben schematisch uitgewerkt welke werkvormen bij de verschillende programmaonderdelen worden gebruikt; de samenhang met competenties en leerdoelen is daarbij inzichtelijk gemaakt. Integratie van beroepskennis, vaardigheden en beroepshouding vinden vooral plaats tijdens stages, instituutspractica, projecten en andere vormen van samenwerking met scholen. Docenten uit het werkveld, (de Fontyscontactdocenten) en opleidingsdocenten in de opleidingsscholen ondersteunden de studenten bij het leggen van verbanden tussen theorie en praktijk. De specifieke leerdoelen definiëren de verschillende werkvormen; deze werkvormen zijn tevens een oefening in het toepassen van werkvormen binnen de schoolpraktijk. Ze sluiten daarmee aan bij de ontwikkelingen in het beroepenveld. De opleidingen bevorderen het autonoom, zelfverantwoordelijk en ICT-rijk studeren: onderwijs moet een persoonlijke uitdaging zijn voor studenten, waarbij zij steeds meer het eigen heft in handen nemen. Deze doelstelling weerspiegelt zich in het didactisch concept en de gekozen werkvormen. De deeltijdopleidingen kennen, zoals beschreven, veelal een maatwerktraject. Binnen de opleidingsscholen is de vormgeving van de ‘stage in de vorm van onderwijs’ afgestemd op de doelstelling om de student te laten groeien tot een tweedegraads leraar. Over het didactische concept en de vormgeving van de stageactiviteiten is afstemming tussen de opleidingsscholen en de respectieve opleidingen. 2.7.2 De opleiding Aardrijkskunde De kennisbasis Aardrijkskunde stelt het geografisch leren denken, het verwerven van een geografisch referentiekader en de ontwikkeling van vakdidactische toepassingen centraal. De opleiding zet in op actieve kennisverwerving door de student en zelfstandige toepassing van diens kennis. De koppeling van opleiding aan werkveld zorgt daarbij voor de relatie met de beroepspraktijk en een relevante bijdrage aan de competentieontwikkeling van de student. De opleiding werkt overwegend met werkcolleges, waarbij de studenten een actieve inbreng hebben. 2.7.3 De opleiding Geschiedenis De kennisbasis Geschiedenis stelt het historisch leren denken, het verwerven van een historisch referentiekader en de ontwikkeling van vakdidactische toepassingen centraal. De opleiding zet in op actieve kennisverwerving door de student en zelfstandige toepassing van diens kennis. De koppeling van opleiding aan werkveld zorgt daarbij voor de relatie met de beroepspraktijk en een relevante bijdrage aan de competentieontwikkeling van de student. De opleiding werkt overwegend met werkcolleges, waarbij de studenten een actieve inbreng hebben. 2.7.4 De opleiding Economie De kennisbasis Economie stelt het economisch leren denken, het verwerven van economische kennis en de ontwikkeling van vakdidactische toepassingen centraal. De opleiding zet in op actieve kennisverwerving door de student en zelfstandige toepassing van diens kennis.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 32
De koppeling van opleiding aan werkveld zorgt daarbij voor de relatie met de beroepspraktijk en een relevante bijdrage aan de competentieontwikkeling van de student. De opleiding werkt overwegend met werkcolleges, waarbij de studenten een actieve inbreng hebben. De studenten beoordelen de onderwijsvormen als volgt: Aardrijkskunde: onderwijsvormen 3,3; werkklimaat 3,6; leereffect 3,5 Geschiedenis: onderwijsvormen 3,6; werkklimaat 3,8; leereffect 4,0 Economie: onderwijsvormen 3,5; werkklimaat 4,2; leereffect 3,7 Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: Het programma is praktijkgericht ingericht en het verwerven van individuele competenties staat daarin centraal; Integratie van beroepskennis, vaardigheden en houding is geborgd; De in het didactisch concept gedefinieerde leerdoelen bepalen welke werkvormen worden gebruikt en de vormgeving daarvan is afgestemd op dit concept en de doelstellingen. Het auditteam is derhalve van oordeel dat het didactisch concept in lijn is met de doelstellingen en dat de werkvormen aansluiten bij het didactisch concept.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 33
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen 2.8.1. Toetsing en beoordeling binnen de FLOS sluit aan bij uitgangspunten die door Fontys Hogescholen zijn geformuleerd en vastgelegd in de OER. Toetsinhouden en beoordelingscriteria verwijzen naar de gedragsindicatoren op de competentiekaarten van de FLOS en naar de leerdoelen van de programmaonderdelen. De eisen waaraan de student moet voldoen zijn vastgelegd in de beschrijvingen van drie competentie-examens: hoofdfasebekwaam, afstudeerfasebekwaam en startbekwaam. De functie en procedure van de competentie-examens zijn beschreven en zijn via de digitale studiegids toegankelijk voor de studenten. In 2006 heeft de FLOS in samenwerking met het Ruud de Moor Centrum (Open Universiteit) een onderzoek uitgevoerd naar relevante beroepssituaties voor leraren. De beroepssituaties uit dit onderzoek vormen de basis voor de assessmentmatrix die de FLOS hanteert voor de competentieexamens na de drie verschillende opleidingsfasen. De toetssystematiek is in alle competentie-examens hetzelfde. Het competentie-examen voor de afsluiting van de hoofdfase bestaat uit drie onderdelen: Studenten leggen in de loop van het jaar een performance assessment (praktijkproef) af: het uitvoeren van een onderwijsactiviteit in de praktijk met een schriftelijke voorbereiding en een reflectie achteraf. De beoordelingscriteria van de praktijkproef zijn rechtstreeks afgeleid van de indicatoren op de Fontys competentiekaarten en waarborgen op die manier het hbo-niveau van de studenten. Aan het einde van de hoofdfase vullen de studenten het assessmentdossier: een compact dossier van door de opleiding gevraagde en door de student zelf geselecteerde bewijsstukken uit zijn portfolio. Deze bestaan uit werkstukken, verslagen, beroepsproducten, video’s van lesonderdelen, feedback, reflecties. Een belangrijk onderdeel van het assessmentdossier is dat de student voldaan moet hebben aan de summatieve kennis- en vaardigheidstoetsen (minimaal 110 EC’s van de 120). Een voldoende resultaat voor de praktijkproef en het fiat van de SLB ten aanzien van het assessmentdossier zijn voorwaarde om deel te nemen aan het derde onderdeel van het competentie-examen. Het criteriumgerichte interview over het assessmentdossier van de student. De assessoren onderzoeken in het gesprek of de voorgeschreven bewijsstukken, die aan de verschillende competenties en beroepssituaties gekoppeld zijn, van voldoende niveau zijn en of de student in staat is zijn competentieontwikkeling te verwoorden. In dit interview toont de student ten overstaan van twee assessoren aan dat hij de competenties heeft verworven op het niveau van de hoofdfase. Het competentie-examen van de startbekwaamheidsfase bestaat uit dezelfde onderdelen. In het assessmentdossier zit nu het afstudeerwerkstuk. Dit omvat een onderzoek, gekoppeld aan de schoolpraktijk, geplaatst in een relevant theoretisch kader en in de context van een actuele ontwikkeling binnen die opleidingsschool. De beoordelingscriteria voor het afstudeerproject zijn op het niveau van de FLOS geoperationaliseerd en vastgelegd voor alle opleidingen. 2.8.2. De toetsing van minoren is beschreven in de OER. Bij de minor verzamelt de student de bewijzen voor de competenties waaraan hij bij de minor wil werken. De formatieve en summatieve toetsing verschilt per minor; van elke minor zijn de toetsvormen en toetscriteria vastgelegd en aan de student bekend gemaakt. Aan het einde van de hoofd- of afstudeerfase (wanneer de student zijn minors heeft afgerond) biedt hij het minorportfolio aan voor het competentie-examen. De in de betreffende minors ontwikkelde competenties worden tijdens deze examens beoordeeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 34
2.8.3. Transparantie. In de cursusbeschrijvingen van de afzonderlijk programmaonderdelen wordt de toetsvorm beschreven. De student ontvangt binnen tien werkdagen na het maken van een toets de beoordeling en het resultaat. De resultaten worden via het onderwijssecretariaat ingevoerd in het studentvolgsysteem van PeopleSoft, waar studenten online toegang toe hebben. Conform de OER wordt de student in de gelegenheid gesteld om feedback op zijn resultaten te vragen. De student heeft altijd inzagerecht van zijn toetsen bij de opleider of toetscoördinator. Studenten kunnen bij de examencommissie van de opleiding in beroep gaan. In de digitale studiegids staat vermeld welke beroepsmogelijkheden er zijn met betrekking tot toetsing en beoordeling. 2.8.4. De toetsvormen, procedures en beoordelingscriteria zijn vastgelegd in de OER en in de studiegidsen van de opleidingen. Bij de bewaking van de kwaliteit van de toetsing binnen de FLOS zijn de instituutsmedezeggenschapsraad, de examencommissie en de commissie Toetsing betrokken. Nagenoeg alle opleiders zijn getraind als assessor bij een performance assessment en portfolioassessment. Uit de studentenenquêtes en module evaluaties blijkt dat de studenten redelijk tevreden zijn over de toetsen en de feedback daarop (score 3,5). Het auditteam heeft tijdens de visitaties het beoordelen en toetsen besproken met het management, de examencommissies, met opleidingscoördinatoren en docenten en bij studenten hun opvattingen daarover getoetst. Het auditteam ziet dat bij beoordelen en toetsen veel voortgang is geboekt: het project K3 heeft goed gewerkt. Het auditteam vindt de competentieexamens imponerend; deze systematiek kan als voorbeeld dienen voor andere opleidingen. Het bovenstaande geldt voor alle voltijd- en deeltijd varianten van de onderhavige opleidingen. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet Beoordeling en Toetsing voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweededgraads lerarenopleiding Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed op grond van de volgende observaties: Toetsen geschiedt gericht op het vaststellen van het bezitten van de vereiste competenties door formatieve en summatieve toetsen en assessments. Dit systeem is degelijk uitgewerkt en kan als voorbeeld dienen voor andere opleidingen. De gebruikte toetsen zijn wat vorm betreft bekend bij de studenten. De toetsvormen, procedures en beoordelingscriteria zijn vastgelegd en worden bewaakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 35
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen 3.1.1. De opleiders van de FLOS beschikken over kennis, ervaring en didactische vaardigheden om de verbinding tussen opleiding en beroepspraktijk te leggen. Het profiel van een FLOS-opleider omvat minimaal een Master’s Degree in een relevant vakgebied en ervaring als leraar in het afnemend veld (vo/bve). De FLOS-opleiders zijn op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. De gegevens over hun opleiding en werkervaring presenteren wij op het niveau van de onderscheiden opleidingen bij facet 3.3. 3.1.2. Het auditteam heeft op basis van een analyse van de cv’s en van gesprekken kunnen constateren dat de opleiders bij de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie: regelmatig contacten onderhouden met het werkveld door: ‐ intensieve contacten met stagescholen als stagebegeleider (Fontyscontactdocent); ‐ betrokkenheid van opleiders bij projecten in het werkveld; ‐ publicaties in vakbladen of wetenschappelijke tijdschriften. Ongeveer de helft van alle opleiders publiceert in boeken en/of vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften; ‐ ongeveer een derde van de opleiders levert regelmatig inhoudelijke bijdragen aan externe congressen binnen hun vakgebied en/of op het terrein de lerarenopleidingen; de relatie met de beroepspraktijk leggen door: ‐ betrokkenheid bij het begeleiden van onderzoek (bijv. project ‘academische school’); ‐ eigen werkervaring in de beroepspraktijk (95%). Vanaf recent aangestelde docenten komt 40% uit het v.o.; ‐ 13% van de docenten combineert zijn FLOS functie met het docentschap in het v.o.; ‐ betrokkenheid bij het begeleiden van stages als Fontyscontactdocent (FCD); ‐ kennis van de problemen en knelpunten binnen het beroepsdomein; ‐ het uitvoeren van contractactiviteiten in het scholenveld (intervisie, (vak)didactiek, talencursussen, begeleiding van studenten die onderzoek verrichten, scholing stagebegeleiders, opzet en begeleiding van assessments in het bve, etc.); ‐ publicaties in vakbladen of wetenschappelijke tijdschriften door de FLOS-opleiders en betrokkenheid als auteur bij schoolboeken voor het voortgezet onderwijs; ‐ ruim 60% van de opleiders is lid van één of meer beroepsverenigingen; een aantal opleiders participeert in de kenniskring van het lectoraat of maakt deel uit van een expertisegroep. 3.1.3. Uit de studentenenquêtes, modulenevaluaties en de gesprekken die het auditteam met hen heeft gehad blijkt dat de studenten tevreden zijn over de mate waarin de docenten de verbinding leggen met de beroepspraktijk. Het auditteam heeft gedurende de visitatie gezien dat er sprake is van een informele werkstructuur en cultuur, waarin informatie tussen docenten circuleert.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 36
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed op grond van de volgende observaties: Vrijwel alle opleiders zijn afkomstig uit de praktijk, een substantieel deel van hen is daar nog gedeeltelijk in werkzaam. De opleiders beschikken over relevante netwerken bij onder andere de opleidingsscholen. Zij publiceren succesvol in vaktijdschriften en leveren bijdragen aan congressen. Ook via het lectoraat en de kenniskring leggen de opleiders een verbinding met de actuele beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 37
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen 3.2.1. Alle opleidingsprogramma’s voor de FLOS-opleidingen worden uitgevoerd door een vaste groep opleiders per opleiding, waarbij gewerkt wordt conform de vastgelegde en (door het Instituut Medezeggenschap Raad / IMR) goedgekeurde normen (inzettabel, uitvoeringsnormen, jaartaakbelasting). De FLOS streeft daarbij naar een docent-student-ratio van 1 : 30 en gaat uit van tenminste 2,0 fte aan vakinhoudelijke expertise per vakopleiding. De totale formatie binnen de FLOS bedraagt 43,87 fte (december 2008), waarvan 3,9 via detachering is uitgeleend. Daardoor resteert de in onderstaand schema vermelde formatie van 39,97 fte. Aantal personen
Fte
Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP)
12
8,9
Onderwijzend Personeel (P)
39
31,07
Totaal
51
39,97
Tabel 3: Personele formatie tweedegraads lerarenopleidingen FLOS
Het onderwijs in de voltijd- en deeltijdopleidingen van de FLOS wordt verzorgd door 39 opleiders. Van deze groep heeft bijna 70% een fulltime aanstelling (1.0 fte). Een aantal opleiders is naast hun onderwijstaken ook belast met coördinatie- en/of projecttaken. Vanuit het Talenteam is een aparte afdeling in 2008 opgericht die voor geheel Fontys aan een 600-tal studenten de minoren ‘Taal en Cultuur’ verzorgt. Hierin participeren vooral docenten op tijdelijke basis. Enkelen hiervan zijn ook lid van het Talenteam van FLOS dat aanstaande taaldocenten opleidt. 3.2.2. Met als basis een docent-student-ratio van 1:30 kan bij het huidige studentenaantal van 680 studenten voor ongeveer 23 fte aan “zuiver” onderwijspersoneel worden ingezet. Dit is personeel dat ‘face to face’ onderwijsactiviteiten uitvoert met studenten. In overleg met de Raad van Bestuur van Fontys is in 2004 bepaald dat voor opleidingen met geringe studentenaantallen de norm van 1:30 niet strikt hoeft te worden gehanteerd, maar dat voor elke opleiding minimaal 2,0 fte beschikbaar is voor vakdocenten (vakmanschapdeel). Voor andere expertise (meesterschapdeel), die direct het primair proces betreft, wordt uitgegaan van minimaal 1,0 fte per opleiding. Het gaat hier onder andere om studieloopbaanbegeleiding, begeleiding op de werkplek, flankerend onderwijs, levensbeschouwelijke vorming, Nederlands, ICT in de propedeuse en de coördinatie van de uitvoering van het primair proces (door opleidings- en teamcoördinatoren). Om kleinere opleidingen te kunnen voorzien van voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel worden financiële rendementen uit subsidies en contractactiviteiten van de grote opleidingen grotendeels geïnvesteerd in onderwijspersoneel voor deze kleine opleidingen. Het betreft in het bijzonder de opleidingen, Aardrijkskunde, Algemene economie en Bedrijfseconomie, (naast de opleidingen Duits, Techniek en Natuurkunde) . De Raad van Bestuur heeft structureel extra financiële middelen beschikbaar gesteld om de problematiek van deze kleine opleidingen te verlichten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 38
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwantiteit Personeel’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie zetten voldoende personeel in om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De Raad van Bestuur van Fontys zorgt er structureel voor dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn en blijven op de kwantiteit van het onderwijzend personeel op niveau te houden opdat het onderwijs met de gewenste kwaliteit kan worden verzorgd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 39
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen 3.3.1 Het opleidingsniveau en de werkervaring van de docenten in het mens en maatschappijcluster is als volgt: Aardrijkskunde: 3 docenten (2,0 fte), twee met MSc en een met Med. Allen hebben jarenlange ervaring in het vo/bve veld en twee van hen zijn lid van een beroepsvereniging Geschiedenis: 5 docenten (4,6 fte), allen MA. Drie van hen zijn bezig met hun promotieonderzoek. Allen hebben ervaring in het vo/bve veld, Vier van hen zijn lid van een beroepsvereniging, vier publiceren en een levert een inhoudelijke bijdrage aan congressen en dergelijke Economie (AE en BE): 3 docenten (2,6 fte), allen Med. Allen hebben jarenlange ervaring in het vo/bve veld, twee van hen zijn lid van een beroepsvereniging Onderwijskunde: 2 docenten (2,0 fte), beiden MA en beiden promoveren in 2009. Een van hen heeft ervaring in het vo/bve veld, beiden zijn lid van een beroepsvereniging, beiden publiceren en leveren een bijdrage aan congressen. 3.3.2. In het kader van het ingevoerde Fontys competentiemanagementsysteem wordt structureel gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de medewerkers. Met de FLOS medewerkers vinden functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats. Tijdens het functioneringsgesprek wordt de jaarlijkse taakinzet besproken, worden afspraken over professionalisering gemaakt en komen mogelijkheden en wensen voor inzet in de toekomst vanuit de medewerker en de organisatie ter sprake. Beoordelingsgesprekken vinden meestal aan het einde van het studiejaar plaats. 3.3.3. Elke medewerker heeft per jaar een eigen professionaliseringsbudget (gemiddeld € 500) en circa 10 % van de betaalde arbeidstijd ruimte voor scholing. Deze kan door de FLOS worden opgelegd in het belang van FLOS en door Fontys worden aangeboden. Opleiders kunnen ook gebruik maken van de landelijke lerarenbeurs of het Stipfonds van Fontys voor promotie- en mastertrajecten. Dit kan alleen na goedkeuring door de directie. Professionele ontwikkeling van opleiders berust op een mix van eigen inzet en facilitering door de FLOS. Uit de studentenenquête blijkt dat studenten tevreden zijn over de deskundigheid van de docenten (4,2 op de vijfpuntschaal). In de gesprekken met de studenten bevestigen dezen de tevredenheid. Oordeel: voldoende Het auditteam ziet dat het opleidingniveau van de docenten op academisch niveau is en dat sprake is van een goede verankering in de beroepspraktijk. Een deel van het docentencorps publiceert succesvol, is actief in beroepsverenigingen en levert bijdragen aan congressen. Daarom kwalificeert het auditteam het facet Kwaliteit Personeel voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 40
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen 4.1.1. De opleidingen van de FLOS zijn gehuisvest in een gebouw, waarin ook andere opleidingen hun plek vinden. Door de sterke groei in de afgelopen jaren bij andere opleidingen kampt het gebouw met ruimtegebrek. Het is oorspronkelijk ontworpen voor 1.600 studenten. In het studiejaar 2008 – ‘09 wordt in het gebouw onderwijs geboden aan ongeveer 2.500 studenten. In 2005 en 2007 is een aantal aanpassingen gerealiseerd. Er zijn meer spreekkamers, kleine overlegruimtes en leslokalen gecreëerd. Het doel van al deze maatregelen is verlichting van het intensieve gebruik van het gebouw. De directie van de FLOS heeft aan het auditteam gemeld dat de thans nog inwonende Sporthogeschool opleiding in de loop van 2012 zal verhuizen naar Eindhoven. Vanaf het studiejaar 2009-2010 wordt een achttal tijdelijke onderwijsruimten (lokalen) geplaatst op het terrein van de FLOS . Daarmee komt dan een eind aan het ruimtegebrek. 4.1.2. De huisvestingsvoorzieningen zijn net aan toereikend om de studieprogramma’s van de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie te realiseren. Er zijn voldoende lokalen die geschikt zijn voor verschillende werkvormen (project, practicum, college, instructie, zelfstudie) en voldoende geoutilleerde flexibele werkplekken voor de medewerkers. De materiële voorzieningen zijn eveneens toereikend om de studieprogramma’s te realiseren. Met name de ict-voorzieningen zijn toereikend voor docenten en studenten (informatiebronnen, studiemateriaal, digitaal portfolio, mogelijkheden om samenwerkend leren te ondersteunen). De mediatheek beschikt over relevante en actuele nationale en internationale literatuur van voldoende niveau en de faciliteiten zijn goed toegankelijk. 4.1.3 Uit de studentenenquête 2006 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de onderwijs- en overige faciliteiten in het gebouw en over de openingstijden. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Materiële Voorzieningen’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: Fontys Lerarenopleiding Sittard heeft de uitgangspunten voor de inrichting van de onderwijs ruimten duidelijk vastgelegd. De huisvesting en de specifieke materiële voorzieningen voor de opleiding zijn toereikend om het programma te realiseren, zij het dat door groei van het studentenaantal de grens bereikt is. Er zijn voldoende computers beschikbaar. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie, lesmaterialen en programma’s.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 41
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen 4.2.1. Algemeen De opleidingen gaan ervan uit dat de student in toenemende mate leert zelfverantwoordelijk te zijn voor het eigen leerproces (zie ook facet 2.3). Dit betekent dat in de propedeuse de begeleiding het meest omvangrijk is en deze geleidelijk afneemt in de loop van de opleiding. Het is belangrijk dat de student leert een verantwoorde keuze te maken uit het onderwijsaanbod. Hierbij moet sprake zijn van een duidelijk evenwicht tussen het steeds meer volgens eigen plan bereiken van persoonlijke leerdoelen en het verwerven van de vereiste competenties. Deze visie op opleiden vereist een intensieve begeleiding als het gaat om lange termijnplanning en ontwikkeling van competenties in relatie met studie. De FLOS organiseert naast direct aan het onderwijs gerelateerde begeleiding (vakinhoudelijke begeleiding en begeleiding op de werkplek) daarom ook studieloopbaanbegeleiding en tweede lijnsbegeleiding. 4.2.2. Studieloopbaanbegeleiding FLOS heeft gekozen voor een brede interpretatie van het begrip studieloopbaanbegeleiding. In de eerste drie jaar worden bij de start van elk studiejaar SLB-groepen van ongeveer tien studenten per groep samengesteld. Binnen SLB bij FLOS zijn drie activiteitenlijnen te onderscheiden: a. de studiebegeleidingslijn, b. de vaardighedenlijn en c. de intervisielijn De begeleiding tijdens de drie bovengenoemde activiteitenlijnen gebeurt door een studieloopbaanbegeleider (SLB’er). Dit is een opleider van de FLOS. De SLB’er kent de student, weet wat de opleiding inhoudt en vereist, is op de hoogte van de ontwikkelingsplannen van de student, bewaakt het ontwikkelingsproces én adviseert de student in het maken van keuzes. Afhankelijk van het studiejaar krijgt een SLB’er vijf tot acht uur per student op jaarbasis. 4.2.3 Tweedelijns begeleiding Wanneer de bovengenoemde begeleidingsvormen niet tot het gewenste resultaat leiden, kan de student een beroep doen op een netwerk van personen en voorzieningen: de opleidings-/ teamcoördinator, die ondersteuning kan verlenen bij organisatorische aspecten van de studie, de vertrouwenspersoon, de studentendecaan en de studentenpsycholoog. 4.2.4. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de studiebegeleiding bij de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie is gericht op procesbegeleiding, voortgangsbewaking, studieplanning, probleemsignalering en –oplossing en eventueel op doorverwijzing. De opleiders zijn toegerust voor de taken en rollen van de studie- en studieloopbaanbegeleiding en de opleiding verstrekt voldoende informatie om de studievoortgang van de student te bevorderen. De basistaken van de studieloopbaanbegeleiding zijn vastgelegd in de algemene Onderwijs- en Examenregeling van Fontys Hogescholen. 4.2.5 Eén van de belangrijkste veranderingen van vo naar hbo is de omschakeling van reproductief naar productief en competentiegericht leren. Propedeusestudenten worden hierin begeleid door hun SLB’er. Er wordt aandacht besteed aan de persoonlijke leerstijl, plannings- en samenwerkingsvaardigheden en het maken van een POP. Uit het FLOS exit-onderzoek blijkt dat de uitval door verwijzing in de propedeuse hoog is, maar dat na het behalen van de propedeuse nog nauwelijks studenten uitvallen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 42
Tijdens de visitatie blijken de voltijd- en deeltijdstudenten, waarmee het auditteam heeft gesproken, overwegend positief over de studiebegeleiding, zowel in het binnenschoolse deel als in de begeleiding die zij ervaren op de opleidingsscholen van hun stagebegeleiders aldaar en van de Fontyscontactdocenten. De deeltijdstudenten hebben, zoals op andere plaatsen al is vermeld, vaak een maatwerkprogramma. In enkele gevallen is de begeleiding vooral ‘begeleiding-op-afstand’, maar de betreffende studenten waren hierover tevreden. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studiebegeleiding’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende op grond van de volgende observaties: De FLOS heeft de studiebegeleiding duidelijk opgezet. Door de inzet van de SLB’ers en de begeleiding gericht op studie, vaardigheden en intervisie, wordt een brede studiebegeleiding verzorgd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 43
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen 5.1.1. Fontys Hogescholen kent een algemeen hogeschoolbreed kwaliteitszorgsysteem. De instituut-specifieke inrichting van het kwaliteitszorgsysteem van de FLOS past daarin. Dit systeem heeft betrekking op alle onderwerpen van het NVAO accreditatiekader en is geoperationaliseerd in termen van pdca. 5.1.2. Evaluaties zijn ingebed in in elkaar grijpende pdca-cycli. Deze bestaan uit het volgende: Twee maal in de zes jaar integrale beoordeling van de opleiding op alle facetten van het accreditatiekader. Dit is eenmaal een interne audit en eenmaal een externe, gericht op (her)accreditatie. De zesjarige cyclus van accreditatie is gekoppeld aan een onderzoekskalender, waarop is aangegeven hoe frequent welk accreditatiefacet met welk evaluatie-instrument onder welke doelgroepen wordt geëvalueerd. Uit de zesjarige kalender wordt een jaarlijkse onderzoekskalender afgeleid. De interne en externe audit leveren twee maal in de zes jaar input voor verbeterbeleid, die wordt opgenomen in jaarlijkse cycli van planning en control. In managementcontracten wordt het verbeterbeleid vastgelegd en in managementrapportages wordt hierover aan de Raad van Bestuur verantwoording afgelegd. Het auditteam heeft dit contract en deze rapportages gezien. De academie kent voor de opleidingen een systeem van digitale module-evaluatie. De kwaliteitsnorm die de academie hanteert is minimaal 3,0 op een vijfpuntsschaal of 6 op een tienpuntsschaal. Dit systeem levert overzichten van de waarderingen van studenten over de belangrijkste facetten van de onderwijsmodulen. Op instituutsniveau wordt deze informatie gebruikt voor benchmarking, inventarisatie van knelpunten; op opleidingsniveau wordt het gebruikt voor terugkoppeling naar de opleidingsteams. Met tussentijds vertrekkende studenten worden exit-interviews gehouden, waarbij de vertrekmotieven in beeld worden gebracht en vervolgens geanalyseerd. 5.1.3. De kwaliteitscoördinator bewaakt de onderzoekskalender. Het auditteam heeft deze onderzoekskalender van de FLOS gezien. Het hierboven genoemde geldt voor de vier opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie. Oordeel: goed Het auditteam stelt vast dat de FLOS een instituutspecifieke inrichting kent van het hogeschoolbrede kwaliteitszorgsysteem met interne audits. Dit systeem kent op het niveau van de FLOS een onderzoekskalender, waarbinnen de opleidingen periodiek worden geëvalueerd aan de hand van toetsbare doelen. Daarom kwalificeert het auditteam het facet ‘Evaluatie Resultaten’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 44
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen 5.2.1. Op basis van diverse evaluaties en analyse van onderwijsresultaten wordt verbeterbeleid opgesteld, dat wordt geconcretiseerd in verbeteracties. Het instituut geeft aan welke actoren daarbij betrokken zijn. Met name de digitale module-evaluaties (zie facet 5.1) dragen bij aan een snelle en effectieve pdca-cyclus voor het onderwijs. Het instituut kent een jaarlijkse verbeterkalender, die aan het begin van elk studiejaar wordt vastgesteld. Op basis van de afspraken met de Raad van Bestuur worden vervolgens middelen beschikbaar gesteld die het uitvoeren van de verbetermaatregelen mogelijk maken. Via drie viermaandelijkse managementrapportages per jaar aan de Raad van Bestuur van Fontys Hogescholen wordt daarover gerapporteerd. 5.2.2. De opleidingen beschrijven welke verbeteringen zijn doorgevoerd sinds de visitatie van 2003 (Zie hiervoor ondermeer § 1.4 van hoofdstuk 1). Ook uit de onderwijsevaluaties komen signalen, die leiden tot aanpassing van de programma’s. Als voorbeeld hiervan: uit een startbekwaamheidsonderzoek in 2007 wordt duidelijk dat het overgrote deel van de afgestudeerden vindt dat zij de competenties in voldoende mate beheersen. Binnen de interpersoonlijke en pedagogische competenties bevelen zij aan om op enkele specifieke zaken meer accent te leggen. De opleiding heeft inmiddels ingespeeld op deze vraag met aanpassingen in het opleidingsprogramma vanaf 2009-2010. 5.2.3. In het gesprek met het management heeft het auditteam opgetekend dat de opleidingen zich zorgen maken over de terugloop in leerlingenaantallen havo in Limburg: naar verwachting 25% minder uitstroom over vijf jaar. Samen met de aanleverende scholen wordt aandacht gegeven aan voorlichting. Het management bewijst dat zij naast interne analyses ook analyses maakt van de omgeving. Het hierboven genoemde geldt voor de vier opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie. Oordeel: goed Het auditteam ziet dat een jaarlijks verbeterplan wordt vastgesteld, waarover driemaal per jaar wordt gerapporteerd. De verbeteringen betreffen zowel interne kwesties als zaken die uit een omgevingsanalyse naar voren komen. Het auditteam kwalificeert daarom het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 45
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen 5.3.1. Uit de bij facet 5.1 al genoemde ‘onderzoekskalender’ blijkt dat de medewerkers betrokken zijn bij de evaluatie van de tevredenheid van medewerkers en via de functionerings- en beoordelingsgesprekken bij de opleiding. 5.3.2. Studenten zijn betrokken bij de module-evaluaties en bij het studententevredenheidsonderzoek. De studenten merken daar zelf over op dat zij de invloed van deze evaluaties snel terugzien in de organisatie en inhoud van het onderwijs. Studenten en medewerkers wordt niet alleen gevraagd om gegevens te leveren maar zijn via diverse overleggen betrokken ook bij de analyse van evaluatie-resultaten en bij het mede vormgeven aan verbetermaatregelen en het monitoren hiervan. 5.3.3. Alumni worden betrokken bij het startbekwaamheidsonderzoek (eens per vijf jaar), waarin de opleiding de relevantie en beheersing van de eindkwalificaties van de diverse opleidingen evalueert. In 2007 is dit startbekwaamheidsonderzoek voor de laatste maal uitgevoerd onder 453 FLOS alumni, afgestudeerd tussen 2002 en 2006, en 63 werkgevers. De respons was laag: krap aan 20% bij de alumni en 27% bij de werkgevers. 5.3.4. Het beroepenveld is nauw betrokken bij de inrichting van het onderwijs. De Fontyscontactdocenten hebben intensieve verbindingen met de stagebegeleiders op de opleidingsscholen. 5.3.5. Kenmerkend voor de vier opleidingen is de kleinschaligheid. In het gesprek van het auditteam met het management en de teamleiders en docenten is dit meermalen aan de orde geweest. De kleinschaligheid van de opleidingen en de FLOS als instituut is een sterkte. De lijnen zijn kort en beslissingen kunnen snel worden genomen. Het risico van de kleine schaal is echter dat veel informeel wordt geregeld en niet formeel wordt vastgelegd. Dit is iets dat het management onderkent. De aandacht van het management gaat daarom uit naar het hanteren van de afgesproken procedures. Het auditteam onderschrijft dit. Oordeel: goed Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld regelmatig worden geënquêteerd en bevraagd en zodoende betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam kwalificeert daarom het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ voor de voltijd- en deeltijdvarianten van de tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 46
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen 6.1.1. Voorafgaand aan de audit hebben de auditoren kennis genomen van een aantal afstudeerwerkstukken. Tijdens de audit zijn daaraan nog andere afstudeerwerkstukken toegevoegd. De werkstukken zijn over het algemeen geen echte onderzoeken maar ontwikkelopdrachten met soms wat meer en vaak ook wat minder reflectie en kritische zin. De studenten geven met het werkstuk aan dat zij in staat zijn zelfstandig leerstof te ontwerpen of een plan voor een andere manier van lesgeven (leerlingwerkplaats) vorm te geven. Uit de beoordeelde afstudeerwerkstukken blijkt wel dat de afstudeerders ervoor trachten te zorgen dat deze scripties van meerwaarde zijn voor de opleidingsschool en een goede inbedding krijgen in de praktijk. Het auditteam vindt dat voor een bacheloropleiding de onderzoekleerlijn wat meer mag worden aangezet, waarbij studenten tot een kritische wijze van onderzoeken komen. 6.1.2. Het algemene oordeel van het auditteam is dat het gerealiseerde niveau qua niveau, oriëntatie en qua domeinspecifieke eisen zeker in overeenstemming is met de nagestreefde eindkwalificaties. Er is duidelijk sprake van een bachelor niveau, zoals dat blijkt uit de eindscripties. Als sterke punten rondom het primaire proces noemt het auditteam: de stagecomponent in het eerste half jaar met het basisonderwijs, de aandacht voor de vakinhoud, het concept van ‘vakmanschap en meesterschap’ dat er voor zorgt dat startbekwame docenten het v.o. instappen, de minor innovatief beroepsonderwijs en de maatwerktrajecten. Bij een sterke focus op het vmbo moet in de gaten worden gehouden dat de wegen naar havo/vwo en doorstromen naar eerstegraads opleidingen open blijven. Overigens merkt het auditteam hierbij wel op dat deze minor Innovatief Beroepsonderwijs juist is ingevoerd om in te spelen op de eerdere kritiek, dat de focus van tweedegraads opleidingen te sterk was gericht op havo/vwo. 6.1.3. De beoordelingen die de docenten hebben gegeven aan deze werkstukken, acht het auditteam reëel. Het was niet eenvoudig om alle beoordelingen onderling te vergelijken. Tijdens de audit is duidelijk geworden dat de FLOS werkte aan een nieuw uniform beoordelingsinstrument en formulier voor de beoordeling van eindscripties. Dit was recent ingevoerd. Het auditteam vindt dit nieuwe instrument met bijbehorend formulier helder en transparant. 6.1.4. Uit het in 2007 gehouden startbekwaamheidsonderzoek blijkt dat de meerderheid van de werkgevers vindt dat de alumni beschikken over voldoende vakkennis en vakvaardigheden, verbanden kunnen leggen tussen praktijk en theorie, een beeld hebben van de sociale verhoudingen en het klimaat onder de leerlingen en meedenken over schoolrelevante thema’s. Het merendeel van de werkgevers beoordeelt het beheersen van de tien generieke hbokernkwalificaties positief. 6.1.5. Ook het overgrote deel van de afgestudeerden geeft aan dat zij de competenties in voldoende mate beheersen. Binnen de interpersoonlijke en pedagogische competenties bevelen zij aan om op enkele specifieke zaken meer accent te leggen. De opleidingen hebben inmiddels ingespeeld op deze vraag met aanpassingen in het opleidingsprogramma vanaf 2009-‘10.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 47
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ voor de voltijd- en deeltijd tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie als voldoende. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken alsmede de oordelen van het beroepenveld en alumni over de kwaliteit van de afgestudeerden hebben tot dit oordeel geleid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 48
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen 6.2.1. De FLOS hanteert streefcijfers voor onderwijsrendement, die zijn ontleend aan landelijke vergelijking. In onderstaande tabel zijn de streefcijfers cursief weergegeven en de resultaten in normaal schrift. 6.2.2. Rendementcijfers 2002-‘04 streef Afgestudeerd na 5 jaar Aardrijkskunde Geschiedenis Economie Studieduur Aardrijkskunde Geschiedenis Economie
2002
2003
2004
Vt
Dt
Vt
Dt
Vt
Dt
88% 35% 29%
--33% 50%
80% 25% 14%
60% 36% 75%
58% 33% 57%
67% 25% 88%
60%
4 jr Voltijd 4,7 jaar / deeltijd 2,1 jaar Voltijd 4,8 jaar / deeltijd 2,2 jaar Voltijd 4,0 jaar / deeltijd 1,6 jaar
Tabel 4: Rendementen 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie, 2002-2004
6.2.3. Een verklaring die de opleiding geeft voor het niet bereiken van de landelijke streefcijfers rond de studieduur is dat er tekorten zijn aan leraren in het vo en bve-veld. Daardoor wordt studenten, nog voor het afstuderen, een reguliere baan als leraar aangeboden. De werkdruk die zij dan ervaren in deze baan heeft vaak tot gevolg dat zij de opleiding niet binnen de daarvoor bedoelde tijd afronden. 6.2.4. Het percentage uitvallers in de propedeuse bij de voltijdopleidingen ligt voor de FLOS op 42,2%, terwijl landelijk een norm van 35% wordt gehanteerd. De FLOS heeft in 2008 onderzocht wat de vertrekmotieven van de uitvallers zijn. Als drie belangrijkste redenen wordt opgegeven: (i) geen motivatie of geschiktheid; (ii) de inhoud van de studie is niet interessant en een eigen te lage inzet (gedeelde tweede plaats) en (iii) onvoldoende resultaten. 6.2.5. De interne audit en rendementscijfers laten zien dat, als eenmaal de propedeuse is behaald, er nauwelijks meer studiestakers zijn. Om dit effect nog sterker te laten zijn zal de FLOS de drempel van het negatief studieadvies bij aanvang van het studiejaar 2009-’10 verhogen van 40 EC’s naar 48 EC’s. 6.2.6. De FLOS heeft in zijn ‘Uitvalpreventieplan 2008-10’ na analyse van de situatie tal van maatregelen afgekondigd om de uitval terug te dringen. Belangrijke maatregelen zijn: het versterken van de studiebegeleiding; het -na een pilot- invoeren van de Fontys Propedeuse Wijzer, een instrument dat propedeuse studenten ondersteunt in hun studie; toename van de contacturen in het eerste jaar tot minimaal 20 per week, de pilot ‘9 till 5’’ die beoogt meer samenhang in studiegroepen te bereiken en het voeren van intakegesprekken met kandidaat-studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 49
Oordeel: voldoende Het auditteam ziet dat de rendementen van de opleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie erg laag zijn en niet voldoen aan de streefcijfers. Het auditteam stelt vast dat de FLOS dat zelf ook ziet en inmiddels tal van maatregelen heeft genomen om de rendementen te laten stijgen. Het auditteam ziet voorts dat deze plannen zijn voorzien van een tijdlijn en dat sprake is van een resultaatsverplichting die is opgelegd aan diverse medewerkers. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de resultaten als gevolg van deze inspanningen zullen stijgen en beoordeelt die inspanningen als adequaat. Daarom beoordeelt het auditteam dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 50
4. 4.1.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleiding Aardrijkskunde, vt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V4 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
4
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 51
4.2.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Geschiedenis, vt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V5 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
5
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 52
4.3.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Algemene Economie, vt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V6 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
6
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 53
4.3.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Bedrijfseconomie, vt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V7 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
7
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 54
4.4.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, dt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V8 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
8
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 55
4.5.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Geschiedenis, dt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V9 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
9
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 56
4.6.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Algemene Economie, dt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V10 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
10
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 57
4.7.
Oordeelschema hbo bachelor 2e graads lerarenopleidingen Bedrijfseconomie, dt Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V G V V G
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
V11 G G G
V V V
Samenvattend oordeel
11
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 58
4.8.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Fontys Hogescholen, in casu de Fontys Leraren Opleiding Sittard (FLOS) verzorgde voltijd- en deeltijdvarianten van de hbo bachelor tweedegraads lerarenopleidingen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene Economie en Bedrijfseconomie in aanmerking komen voor accreditatie door de NVAO. Extra aantekening Op basis van zijn oordelen bij de onderscheiden facetten verbindt het auditteam voor alle genoemde voltijd- en deeltijdopleidingen de extra aantekening ‘Goed’ aan onderwerp 5 ‘Interne Kwaliteitszorg’.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 60
BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren Drs. R.B. van der Herberg (lead auditor) Ruud van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijke verzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen vmbo en brancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Ruud van der Herberg is lid van de stuurgroep Stratego van provincie Utrecht. Deze stuurgroep monitort het toelatingsbeleid en de afspraken over leerlingenstromen tussen de stad Utrecht en de regio Utrecht. Als externe deskundige is hij betrokken bij audits (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezet onderwijs en voortgezet onderwijs. Bij Hobéon zet hij zich sinds 2007 als adviseur in bij de accreditatie onderzoeken die worden uitgevoerd in het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast adviseert hij het voortgezet onderwijs, o.a. op basis van zijn specifieke kennis van dit type onderwijs. Drs. T van der Heijden (vakinhoudelijk auditor, kernteam) Thera van der Heijden is neerlandica. Zij heeft een jarenlange ervaring als docent in het v.o. en het hbo als docent Nederlands, onderwijskunde en vakdidactiek en als Inspecteur Hoger Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Primair Onderwijs bij de Inspectie Onderwijs. Als Inspecteur Hoger Onderwijs hield zij toezicht op een aantal hogescholen en was zij vanaf 1992 met name belast met meta-evaluatief onderzoek en toezicht op bestuurlijke hantering van uitkomsten van visitaties en meta-onderzoek op lerarenopleidingen. Zij is daarnaast lid van de adviesraad KPMG voor de dieptepilots ‘Opleiden in de School’ en auditor voor accreditaties van lerarenopleidingen bij verschillende VBI’s. Drs. H.M. Claessen, MME (werkvelddeskundige, kernteam) Harry Claessen is rector van het Twents Carmel College in Oldenzaal. In de regio Twente wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een keurmerk "Opleidingsschool". Het TCC streeft er naar om dit keurmerk te krijgen door op de locaties te werken met een geschoold opleidingsteam (interne opleider en algemene coaches). Dit opleidingsteam draagt zorg voor de begeleiding van stagiaires, lio's/dio's, startende docenten en zittend personeel. Als lid van de Adviesraad van Twente School of Education is Harry Claessen nauw betrokken bij diverse scholings- en opleidingstrajecten van studenten, startende docenten en zittend personeel met als doel om ook maatwerktrajecten te krijgen. Een meer bestuurlijke verantwoordelijkheid vult hij in als lid van de Raad van Toezicht van Hogeschool Edith Stein (Pabo) en Expertis schooladvies en -begeleiding. R.G. Peters (coördinerend secretaris) Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij diverse personeelsfuncties en was hij cao-onderhandelaar voor een werkgeversvereniging. Hij is in de periode 1990-2000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep. In die periode heeft hij als projectleider gewerkt in nationale en internationale projecten op het terrein van onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I, loco secretaris en waarnemend griffier vervuld bij een gemeentelijke organisatie. Thans is Rob Peters associé bij de Hobéon Groep en als secretaris betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger beroepsonderwijs. R. van der Linden (student auditor, kernteam) Ronald van der Linden studeerde na zijn havo aanvankelijk Small Business & Retail Management, maar is daarna overgestapt naar de 2e graads lerarenopleiding Geschiedenis van de Hogeschool van Amsterdam. Als derdejaars duale student werkt hij nu aan het Herbert Vissers College te Nieuw Vennep.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 61
O. Orlandini (student auditor, kernteam) Olja Orlandini studeerde na het behalen van haar vwo diploma drie jaar Tandheelkunde en een jaar Psychologie. Daarna maakte zij de overstap naar de 2e graads lerarenopleiding Engels van de Hogeschool van Amsterdam. Vanuit die studie verzorgt zij nu steunlessen Engels aan de onderbouw van het Cygnos Gymnasium te Amsterdam. Dr. E Kwakernaak (vakinhoudelijk auditor voor het cluster talen) Erik Jan Kwakernaak heeft de doctoraalstudie Duits afgerond en is enkele jaren benoemd geweest als Nederlands lector aan de Universiteit van Aarhus (Denemarken). Aansluitend heeft hij gedoceerd aan de lerarenopleiding van de voorloper van de Hogeschool van Rotterdam en vervolgens aan het Talencentrum van de VU, Amsterdam. Als universitair docent heeft hij vakdidactiek Duits gedoceerd, eerst aan de Faculteit der Letteren van de RU Groningen en daarna aan het Universitair Centrum Lerarenopleiding Groningen. Hij is gepromoveerd op het proefschrift ´Grammatik im Fremdsprachenunterricht. Geschichte und Innovationsmöglichkeiten am Beispiel Deutsch als Fremdsprache in den Niederlanden’. Hij is sectieredacteur Duits van Levende Talen Magazine. Drs. A. Mooldijk (vakinhoudelijk auditor voor het bètacluster) Arie Hendrik Mooldijk heeft doctoraal Natuurkunde gestudeerd aan de VU te Amsterdam. Aansluitend werkte hij jarenlang als docent Natuurkunde in het v.o. en voor het nascholingsonderwijs Natuurwetenschappen aan de UvA. Hij is daarnaast docent geweest aan het Freudenthal Instituut voor Didactiek van Wiskunde en Natuurkunde van de Universiteit van Utrecht. Hij heeft vele nevenactiviteiten, waaronder het coördinatorschap van het Salvoproject, dat beoogt om meer samenhang te brengen in het natuurwetenschappelijk onderwijs en wiskunde en Bèta ambassadeur voor verhogen van het aantal studenten dat bèta kiest. Drs. M. van Riessen (vakinhoudelijk auditor mens- en maatschappijvakken) Marcel van Riessen volgde de 1e graads lerarenopleiding Nieuwste en Nieuwe Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is vakdidacticus geschiedenis aan het Instituut voor de Lerarenopleiding van die universiteit en doceerde aan het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast is hij projectmedewerker bij het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken, medeoprichter van het Instituut voor Geschiedenisdidactiek, auteur en eindredacteur van verscheidene geschiedenismethoden. Hij is thans bezig met zijn proefschrift ‘Enhancing Historical Thinking Through Assessment for Learning’. Mr. J.A. Frederik (onderwijs auditor en secretaris bètacluster) Hans Frederik studeerde Nederlands Recht en Organisatiekunde en volgde onder andere de masteropleiding in projectmanagement bij CapGemini Ernst & Young. Van 1990 – ’99 was hij als beleidsadviseur verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en aansluitend programmaleider opleiden ITO-C2000 bij ITO, een agentschap van het Ministerie BZK. Vervolgens begeleidde hij de fusie van ICT-onderwijs in de Leidse regio, was hij interim directeur van Pabo Thomas More en heeft hij de reorganisatie geleid van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Aansluitend is hij adviseur hoger onderwijs geweest van de gemeente Dordrecht, waar hij zich heeft bezig gehouden met de versterking van de kennisinfrastructuur in die regio. Mr. Q. Bunschoten (onderwijsauditor en secretaris gamma cluster) Quinten Bunschoten is sinds 1992 actief binnen het hoger beroepsonderwijs op het vlak van management, beleid en kwaliteit. Van 1992 tot 2002 was hij faculteitssecretaris bij het Conservatorium van Amsterdam, van 2002 tot 2004 bestuurssecretaris van Codarts Hogeschool voor de Kunsten, Rotterdam en van 2004 tot 2007 opleidingsmanager van het Conservatorium INHOLLAND. Sinds 2007 is de Quinten Bunschoten actief als vrijgevestigd interim- en projectmanager en als auditor binnen het hoger onderwijs en kunsteducatie.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 62
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 63
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 66
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 67
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 68
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 70
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 71
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 72
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 73
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 74
BIJLAGE II: Programma van de visitatie op 6,7 en 8 april 2009 Maandag 6 april Tijd en locatie
Gesprekspartners
16.0016.30 uur
16.3016.45
16.4518.15
18.1519.00 parallel
19.0019.30 19.3020.15 parallel
Directie, team- en opleidingscoördinatoren André Nijsen (directeur) Frank Crasborn (projectleider accreditatie / coördinator kwaliteitszorg) Fons Graven (teamco. Bèta) Chris Smits (teamco. Talen) Thijs van Vugt (teamco. M&M) Paul Doesborgh (opl.co. Nederlands) Annette Gassdorf (opl.co. Duits) Heidi van den Tillaar (opl.co. Engels) Jos Smits (opl.co. Nat./Techn) Paul Hennissen (curriculumco.) Jo Gardeniers (co. werkplekleren MT FlOS André Nijsen (directeur) Fons Graven (teamco. Bèta) Chris Smits (teamco. Talen) Thijs van Vugt (teamco. M&M) Aangevuld met: Paul Hennissen (curriculumco.) Jo Gardeniers (co. werkplekleren) Frank Crasborn (co. kwaliteitszorg, projectleider accreditatie)
Auditoren
Onderwerpen
Kern-auditteam Ruud van der Herberg Rob Peters Thera van der Heijden Harry Claessen Ronald van der Linden Olja Orlandini Kern-auditteam
Kennismaking en voorbespreking
Kern-auditteam
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Managementstructuur Strategisch beleid/visie/missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld, o.a. veldcommissie/Raad v. Advies Internationalisering Personeel en personeelsbeleid, o.a. deskundigheidsbevordering Rendementen/Resultaten Kwaliteitszorg Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging daarvan Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld/Opleiden in de School Klachtenregeling Instituut Proces van toetsen en beoordelen Validering toetsen Beoordelingscriteria Assessments en assessoren
Commissie Toetsing/Toetsbel. Examencommissie Fons Graven (teamco.) Paul Hennissen (curri.co.) Chris Smits (teamco.) Thijs v.Vugt (teamco)
Rob Peters Tera van der Heijden Ronald van der Linden
Lector+leden kenniskring Jan van Bruggen (lector) Karel Kreijns (lector) Nele Coninx (promovendus) Gerard Mennen (Blariacumcollege) Frank Schure (opleider FLOS) Maurice Smeets (opleider FLOS Pauze voor een kleine snack
Ruud van der Herberg Harry Claessen Olja Orlandini
Opdracht lectoraat Relatie met het onderwijs Onderzoek Kenniskring:participatie docenten Participatie studenten
Auditteam
Eerste intern overleg
Deeltijdstudenten: Paul van der Valk (ge) Renate van Stegen (du) Jo Dassen (en) Michel Feron (na) Esther Hendriks (ne)
Rob Peters Tera van der Heijden Ronald van der Linden
Informatievoorziening Portfolio/ competentiematrix Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages en begeleiding op werkplek) Studeerbaarheid, studielast
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 75
Tijd en locatie
Gesprekspartners
Inge Derks (wi) Leon van der Sluijs (tc) Corneel Bakkes (aa) Resi Baten (aa) Deeltijdstudenten: Lucianne Bol (ec) Ingrid Severens (ge) Hannie Vink (du) Carmen Hijmering (en) Christine Raemaekers (ne) Andre Wiermans (na) Laura Beaujean (wi) Harrie Hensgens (tc) Maike Heetkamp (aa)
Auditoren
Onderwerpen
Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Studenttevredenheid Ruud van der Herberg Harry Claessen Olja Orlandini
idem
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam met auditoren clusters α en γ Ruud van der Herberg Rob Peters Tera van der Heijden Harry Claessen Ronald van der Linden Olja Orlandini --------------Erik Kwakernaak,cluster α Marcel van Riessen, cluster γ Ouinten Bunschoten, onderwijsauditor/secretaris cluster γ Auditteam, met cluster α en γ
Interne terugkoppeling auditoren
Dinsdag 7 april Tijd en locatie 08.309.00 uur
Gespekspartners
09.0010.00 uur
Curriculum. Commissie (instituutsbreed) Thijs van Vugt (teamco. M&M) Fons Graven (teamco. Beta) Chris Smits (teamco. Talen) Paul Hennissen (curriculum co.) Toehoorder namens de Raad van Bestuur van Fontys: Peter van den Eijnden
10.0010.30 uur parallel
10.3011.15 uur parallel
Curriculumcie cluster α Annette Gassdorf (oco.du) Paul Doesborgh (oco.ne) Heidi v.d. Tillaar (oco.en) Curriculumcie cluster γ Jo Gardeniers (oco.ec) Thijs van Vugt (oco. ge) Wim Hassing (aa) Docentgroep cluster α Ella Ait Zaouit (en) Lonneke Notermans (en) Hannie Lucassen (en) Tineke Ausems (en) Tim Neutelings (ne) Marleen v.d. Molen (ne) Jenny Schuitemaker (en) Albert Sleutjes (en) Ton Zweegers (du) Peter Klein (du)
Rob Peters Tera van der Heijden Olja Orlandini Erik Kwakernaak Ruud van der Herberg Quinten Bunschoten Harry Claessen Ronald van der Linden Marcel van Riessen Rob Peters Tera van der Heijden Olja Orlandini Erik Kwakernaak
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld samenhang programma Aansluiting instroom en programma Studeerbaarheid, studielast, contacturen Minoren Praktijkcomponent/stages Onderwijsontwikkeling Internationalisering Ontwikkeling en samenhang vakinhoudelijk programma
idem
Relatie beroepenveld Toetsen en beoordelen Internationalisering Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 76
Tijd en locatie
11.1512.15 uur
Gespekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Docentgroep cluster γ Raf Ensinck (ec) Maurice Heemels (ge) Harold Koolen (ec + owk) Roel Verstaen (ge) Riet de Reijke (aa, IMR) Gerard Slootweg (ge+ec) Arjan Endeman (owk) Wim Hassing (aa) At random bezoeken 1e jaars lessen
Ruud van der Herberg Quinten Bunschoten Harry Claessen Ronald van der Linden Marcel van Riessen
idem
Rob Peters Tera van der Heijden Olja Orlandini Erik Kwakernaak
At random bezoeken 1e jaars lessen
Ruud van der Herberg Quinten Bunschoten Harry Claessen Ronald van der Linden Marcel van Riessen Auditteam
Binnenlopen in de les voor gesprek studenten; les wordt stilgelegd. Onderwerpen: POP/portfolio, competentie-matrix, stage,toetsen,docenten, studiebegeleiding idem
parallel
12.1513.00 uur 13.0013.30 uur 13.3014.30 uur parallel
Lunch
Rondleiding voorzieningen α, β en γ
Auditteam
Bibliotheek, studielandschap, lokalen.
Coördinator + Fontys contact docenten Wim Hassing Jos vd Broek Harold Koolen Arjan Endeman Jo Gardeniers (stageco.) Maurice Smeets Tim Neutelings Vertegenwoordigers van besturen en directeuren vo en bve scholen: opleidingsdocenten Ine v/d Aa (voorzitter. LL) John Bierman (dir. Blariacum) Ron Bonekamp (bestuur LVO) Theo Wijnen (dir. Carboon) Wim Brouwers (dir. Eijkhagen). Leo Tillmanns (proj. l. Ac. School) Carin v. Buren (OD) Leontien Puijk (OD) Tonka Collard (OD)
Rob Peters Tera van der Heijden Olja Orlandini Erik Kwakernaak
Werkplekleren: programma afspraken begeleiding beoordeling personeel kwaliteitszorg
Ruud van der Herberg Quinten Bunschoten Harry Claessen Ronald van der Linden Marcel van Riessen
Contacten met opleiding over o.a actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma, andere wensen vanuit het werkveld Stage en begeleiding
Auditteam β Ruud van der Herberg Rob Peters Tera van der Heijden Harry Claessen Ronald van der Linden Olja Orlandini --------------Ad Mooldijk, cluster β Hans Frederik, onderwijsauditor/secretaris cluster β Deel Auditteam Ruud van der Herberg Rob Peters Harry Claessen Olja Orlandini
Interne terugkoppeling auditoren
14.3015.00 uur
15.0016.00 uur parallel
Interne terugkoppeling
Voltijd Studenten Joyce Hundscheid (aa, 4e) Thijs Schyns (ec, 2e) Rick Moermans (ge, 2e) Angelo Harings (du, 1e) Mandy Janssen (en, 3e) Kim Peters Rit (ne, 4e) Tim Bominaar (na, 2e) Loes Brouns (wi, 1e) Linda Duisters (te, 2e)
-
Informatievoorziening; Portfolio/ competentiematrix; Toetsen en beoordelen; Studiebegeleiding (incl. stages); Studeerbaarheid, studielast; Materiële voorzieningen; Praktijkcomponent.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 77
Tijd en locatie
16.0016.45 uur 16.4517.30 uur parallel
17.3018.15 18.1519.00 uur parallel
18.00 – 18.45 uur
Gespekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Voltijdstudenten Anouk Soomers (aa, 3e) Thijs van der Laak (ec, 4e) Willem Kiggen (ge, 3e) Ellen Puts (du, 2e) Suzanne L’Ortye (en, 3e) Marijntje Willems (ne, 1e) Pien Clement (ne, 4e, GOC) Nico Geerlings (na, 2e) Kevin de Bruijn (wi, 2e) Martijn Bongers (te, 4e) Curriculum commissie β Fons Graven Jos Smits
Hans Frederik Tera van der Heijden Ronald van der Linden Ad Mooldijk
idem
Hans Frederik Tera van der Heijden Ronald van der Linden Ad Mooldijk Ruud van der Herberg Rob Peters Harry Claessen Olja Orlandini
Met name ontwikkeling en samenhang vakinhoudelijk programma β vakken
Teamcoördinator, onderwijscoördinatoren, docenten Paul Hennissen (curr.co) Peter Klein (du) Paul Doesborgh (oco ne) Thijs van Vugt (oco ge/aa) Fons Graven (oco wi) Heidi van den Tillaar (oco en) Jos Smits (oco na/te) Docenten beta Dave v. Breukelen (nat/te) Maurice Smeets (nat/te, ictco) Jos v.d. Broek (wisk) Toon Faes (wisk) Harry van Helden (wisk) Frank Schure (owk Pauze (voor kleine snack o.i.d.)
Hans Frederik Tera van der Heijden Ronald van der Linden Ad Mooldijk
Auditteam
At random lesbezoek aanwezige deeltijdstudenten (Wiskunde & Engels
Ruud van der Herberg Rob Peters Harry Claessen Olja Orlandini
At random lesbezoek aanwezige deeltijdstudenten (Wiskunde & Engels)
Hans Frederik Tera van der Heijden Ronald van der Linden Ad Mooldijk
Afstuderen: Procedures begeleiding,scripties, Beoordeling, niveaubewaking
Relatie beroepenveld Toetsen en beoordelen Internationalisering Materiële voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding Interne terugkoppeling Binnenlopen in de les voor gesprek studenten; les wordt stilgelegd. Onderwerpen: POP/portfolio, competentiematrix, stage,toetsen,docenten, studiebegeleiding Idem
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 78
Woensdag 8 april Tijd en locatie 09.0009.30 uur 09.3010.30 uur parallel
Gesprekspartners
Auditoren
Bezoek aan de bibliotheek voor cluster β
Auditteam
At random lesbezoek 3e jaars voltijd-studenten
Ruud van der Herberg Rob Peters Harry Claessen Olja Orlandini
At random lesbezoek 3e jaars voltijd studenten
Hans Frederik Tera van der Heijden Ronald van der Linden Ad Mooldijk Auditteam α, β en γ
10.3011.00 uur 11.0012.00 uur
12.00– 14.00 uur 14.0014.45 uur 14.45 uur
Nader te bepalen gesprekspartners
Deel auditteam n.t.b.
Inzien van materialen
Deel auditteam n.t.b Auditteam α, β en γ
Lunch + Interne terugkoppeling Auditteam Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam α, β en γ
Afronding en sluiting
Auditteam α, β en γ
Onderwerpen
Binnenlopen in de les voor gesprek studenten; les wordt stilgelegd. Onderwerpen: POP/portfolio, competentiematrix, stage,toetsen,docenten, studiebegeleiding Idem
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Pending issues: Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Terugkoppeling aan de opleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen 2e graads leraar Aardrijkskunde, Geschiedenis, Algemene economie en Bedrijfseconomie , Fontys Lerarenopleiding Sittard ⏐ 79