farmaceutische wetenschappen bacheloropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
De opleiding farmaceutische wetenschappen
6
Hoe begin je eraan?
10
Het studieprogramma
12
Opleidingsonderdelen jaar 1
17
Opleidingsonderdelen jaar 2
23
Opleidingsonderdelen jaar 3
28
De masteropleiding
34
Diploma op zak, wat nu?
40
Alumnus aan het woord
42
Nuttige info bij de start van je studietraject
43
Studie- en studentenbegeleiding
47
Studeren in het buitenland
51
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen?
52
Infomomenten 54 Nuttige contactgegevens
55
|1
2|
Welkom Nooit meer leren, ik ga studeren! Maar wat? Zo begint de zoektocht van veel schoolverlaters naar informatie. Over opleidingen. Over universiteiten en hogescholen. Over beroepen. Jouw zoektocht is begonnen: je hebt dit boekje voor je neus. Hopelijk helpt het jou een stap vooruit in je keuzeproces. Een studiekeuze is nooit gemakkelijk. Het opleidingsaanbod is immens groot. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit of hogeschool van je keuze. En dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van je opleiding op topniveau te houden. Nieuwe uitdagingen, nieuwe ervaringen, nieuwe vrienden. Een nieuwe stad? De stap naar het hoger onderwijs markeert het begin van een nieuwe periode in je leven. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Als je naar een van onze infomomenten komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Onze medewerkers en studenten zullen je er graag over vertellen. We kijken uit naar de kennismaking!
Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|3
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd.
Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen.
Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste lesen computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Waar jij straks terecht komt ontdek je verder in dit boekje.
4|
Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel.
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s.
Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
|5
De opleiding farmaceutische wetenschappen Wat wordt verstaan onder farmaceutische wetenschappen? Je zou het beroep van apotheker kunnen omschrijven als ‘geneesmiddelenspecialist’: een deskundige op het gebied van farmaca, die artsen en patiënten raad kan geven. De opleiding behandelt alle aspecten van geneesmiddelen: herkomst, chemische synthese, analyse, structuur, werkingsmechanismen, toedieningsvormen, toepassingen, gebruik en nevenverschijnselen. Ook farmaceutische zorg, wetgeving en deontologie komen aan bod. Het doel van de opleiding farmaceutische wetenschappen is het academisch vormen van apothekers die qua kennis, vaardigheden en attitudes beantwoorden aan de vereisten van de hedendaagse samenleving. Er wordt gestreefd naar een brede opleiding, die na de drie bachelorjaren wordt ingedeeld in enerzijds een masteropleiding in de farmaceutische zorg en anderzijds een masteropleiding in de geneesmiddelenontwikkeling. Een masteropleiding duurt twee jaar. Het globaal studiepakket wordt gecentreerd rond vier thema’s: • het thema ziekte legt de nadruk op de pathologie, i.e. de omgeving waar het geneesmiddel zijn werking moet uitoefenen; • een tweede thema belicht de chemische aspecten en werkingsmechanismen van het geneesmiddel: wat het is en hoe het werkt; • een derde thema is gefocusseerd op de technische aspecten van farmaca: o.a. formulatie, bereiding en kwaliteitscontrole; • een laatste thema benadert het geneesmiddel naar de patiënt toe: alles wat met het gebruik te maken heeft.
Waarom farmaceutische wetenschappen studeren? De opleiding farmaceutische wetenschappen biedt een brede waaier aan beroepsmogelijkheden. Als officina-apotheker verschaf je o.a. informatie over geneesmiddelen, doe je aan patiëntenbegeleiding en bereid je ook zelf geneesmiddelen. Je vervult een heel sociale functie in de samenleving. Maar daarnaast zijn er ook vele beroepsmogelijkheden buiten de openbare apotheek, zoals in de farmaceutische industrie, de ziekenhuisapotheek, het wetenschappelijk onderzoek, de overheid en het onderwijs. Deze beroepsmogelijkheden worden verder in deze brochure toegelicht. Bovendien is de tewerkstelling van apothekers zeer gunstig. Er is een nijpend tekort aan apothekers en werkloosheid kan bijgevolg als nihil beschouwd worden. We stellen ook vast dat de overgrote meerderheid van de farmaciestudenten al vóór het afstuderen werk heeft gevonden.
6|
Waarom farmaceutische wetenschappen studeren in Antwerpen? De aan de Universiteit Antwerpen gevormde apothekers zijn uitstekende en competente beroepsmensen. Dit blijkt overduidelijk uit de respons van de werkgevers uit het ‘afnemend veld’, zoals officina-apothekers en de farmaceutische industrie, evenals uit de tevredenheid van de alumni. De opleiding farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen is zowel naar vorm als inhoud niet louter academisch, maar ook sterk beroepsgericht. De individuele docenten zijn zich allen goed bewust dat deze beroepsgerichtheid essentieel is voor de opleiding tot apotheker, zowel wat betreft kennis en inzicht als wat betreft de capaciteit zelfstandig te werken. Hoorcolleges en seminaries worden, vooral tijdens de masterjaren, vaak vanuit de praktijk gegeven en slaan op deze wijze een brug tussen de aan de universiteit opgedane kennis en inzicht en het concrete werk in de latere beroepssituatie. Het directe contact tussen studenten, docenten en assistenten zorgt er bovendien voor dat studenten met hun individuele problemen op een snelle en soepele manier worden geholpen. Naast klassieke onderwijsvormen zoals hoorcolleges, wordt er binnen de opleiding farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen veel aandacht besteed aan activerende onderwijsvormen, waaronder laboratoriumoefeningen of seminaries in kleine groepen, portfolio en opdrachten via de elektronische leeromgeving Blackboard. Dit versterkt de efficiëntie van het onderwijs en verhoogt de betrokkenheid van de studenten. Tezelfdertijd wordt een ander doel, de apotheker tot potentiële wetenschapper opleiden, niet uit het oog verloren. De directe relatie tussen de masterproef en het lopende wetenschappelijk onderzoek is hierbij het meest markante voorbeeld. Qua onderzoeksoutput scoort het Departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen naar internationale normen immers bijzonder goed. De opleiding farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen heeft uitstekende scores gekregen van de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO). De opleiding blinkt uit op meerdere gebieden. Zo krijgt het facet ‘Niveau en oriëntatie’ van zowel de bachelor- als beide masteropleidingen de score ‘excellent’. Volgens de commissie zijn de doelstellingen helder en transparant en geconcretiseerd in het programma. Het bachelorprogramma werd ‘uitgesproken goed’ bevonden. De academische en professionele gerichtheid van de opleiding, net als de goede link tussen onderwijs en onderzoek worden gewaardeerd. Volgens de NVAO zijn ook de docenten goed op de hoogte zijn van de verschillende soorten onderwijs- en werkvormen. Er is een mooie afwisseling tussen het didactische concept, de doelstellingen en de onderwijsmiddelen. Het docententeam is voldoende bevlogen, enthousiast en gedreven om kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Ook de materiële voorzieningen zijn optimaal. |7
Bachelor in de farmaceutische wetenschappen De drie jaar durende bacheloropleiding volg je op de campussen Groenenborger en Drie Eiken. De opleiding tot bachelor in de farmaceutische wetenschappen omvat drie studiejaren. Het bachelorprogramma wil in eerste instantie de toekomstige apotheker een grondige wetenschappelijke basisopleiding meegeven. Tijdens de bacheloropleiding krijg je wetenschappelijke basisopleidingsonderdelen zoals chemie (algemene, anorganische, organische en analytische), biologie (dierkunde en plantkunde) en fysica met inbegrip van wiskunde. Specifiek farmaceutisch gerichte opleidingsonderdelen zijn onder meer biochemie en medische biochemie, anatomie, fysiologie en pathofysiologie, farmacognosie, farmaceutische data-analyse, dringende medische hulpverlening, farmaceutische chemie en analyse, voedsel- en voedingsleer, infectieziekten en vaccins, farmaceutische biotechnologie, farmacologie en toegepaste farmacokinetiek, immunologie, galenische farmacie en biofarmacie en farmaceutische microbiologie. Daarnaast wordt er ook voldoende aandacht besteed aan de vorming van academische vaardigheden. De contacturen zijn evenwichtig gespreid over hoorcolleges, praktische oefeningen en seminaries.
8|
Masteropleidingen in de farmaceutische wetenschappen De masteropleiding, die leidt tot de graad van master, omvat twee studiejaren. Je kan kiezen tussen de volgende masteropleidingen: • master in de farmaceutische zorg: hierin wordt vooral het accent gelegd op de apothekersfunctie in de openbare apotheek en de ziekenhuisapotheek; deze masteropleiding leidt tot de titel van apotheker. • master in de geneesmiddelenontwikkeling: hierin komen alle andere beroepsmogelijkheden aan bod (zie verder). Er zijn twee afstudeerrichtingen: (1) apotheker, die leidt tot de titel van apotheker en (2) biofarmaceutische wetenschappen; dit is een opleiding zonder apotheekstage en leidt bijgevolg niet tot de titel van apotheker. De masters die leiden tot de titel van apotheker zijn inhoudelijk zo geconcipieerd en afgewogen dat je als afgestudeerde efficiënt als apotheker kan functioneren in alle beroepstakken. Tijdens de masteropleiding moet je het bewijs leveren dat je een omvangrijk onderzoekswerk zelfstandig kan uitvoeren (de masterproef), hetzij in de farmaceutische zorg, hetzij in de geneesmiddelenontwikkeling, afhankelijk van de masteropleiding waarvoor je hebt gekozen. Er is ook een wettelijke stage voorzien van zes maanden in een apotheek (waarvan maximum drie maanden in een hospitaal), behalve voor de afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen. Aansluitend op het masterdiploma bestaan er volgende specifieke mogelijkheden: opleiding tot ziekenhuisapotheker (een opleiding van drie jaar, waarbinnen een academische opleiding van ten minste 60 studiepunten noodzakelijk is na de afstudeerrichting apotheker) en tot industrieapotheker (diploma na één extra studiejaar te behalen) naast een specialisatie in de klinische biologie (een opleiding gespreid over vijf jaar) en als vierde alternatief de mogelijkheid tot het behalen van een doctoraat (ongeveer vier jaar fundamenteel onderzoek). De afgestudeerde apotheker krijgt de kans om zijn kennis op peil te houden en te actualiseren via uitstekend gestructureerde postuniversitaire onderwijsprogramma’s waarbij universiteiten en de beroepsverenigingen nauw samenwerken. Aparte folders i.v.m. de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde adressen.
|9
Hoe begin je eraan? Toelatingsvoorwaarden Om toegelaten te worden tot een universitaire studierichting, moet je beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs. Een diploma van een professionele bachelor geeft eveneens toegang tot het universitair onderwijs. Internationale studenten moeten beschikken over een diploma secundair onderwijs dat ook in het thuisland toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie niet-Nederlandstalig secundair onderwijs volgde, moet slagen in een door de Universiteit Antwerpen erkende taaltest Nederlands. Voor meer informatie in verband met toelatingsvoorwaarden (diploma en taal) en aanvraagprocedure neem je contact op met de International Student Officer (Sonia Brunel,
[email protected]).
Voorkennis Zoals voor elke universitaire richting is het vanzelfsprekend dat om een apothekersstudie met succes te volgen je over een gemiddelde intellectuele begaafdheid moet beschikken. Bovendien moet je de bereidheid tonen om regelmatig en intensief te werken. Naast het vergaren van een aanzienlijk pakket parate kennis hoort bij een academische training eveneens het verwerven van inzicht in en begrip van de gestelde problematieken. Dit laatste aspect is bijzonder belangrijk omdat je als afgestudeerde universitair in eerste instantie op jezelf bent aangewezen voor de permanente na- en bijscholing, die de snelle wetenschappelijke evolutie oplegt. Omdat de scheikundige disciplines een belangrijke basis vormen van de studie voor apotheker zowel in de bacheloropleiding (bv. algemene chemie) als in de masteropleiding (bv. medicinale chemie) is interesse en aanleg voor chemie, maar ook voor andere exacte wetenschappen, een belangrijke vereiste. Je moet vaardig zijn en nauwkeurig kunnen werken. Besef dat het aantal uren dat je in een laboratorium doorbrengt een groot deel van je studietijd zal innemen. Theoretisch is het vertrekpunt bij de aanvang van de apothekersstudie ‘nul’. Toch dient aangestipt dat de meeste docenten ervan uitgaan dat je reeds enige voorkennis hebt en dat een aantal begrippen je niet onbekend zijn (cfr. het overbruggingsonderwijs in september). Een mogelijke hindernis is bovendien het hogere tempo waaraan de te studeren materie wordt aangeboden en het veel uitgebreider volume van de leerstof in vergelijking met het secundair onderwijs. Nieuw is eveneens dat je ondanks het bestaan van studiebegeleidingsdiensten en het feit dat je bij problemen steeds terecht kan bij professoren of assistenten, je uiteindelijk in eerste instantie op jezelf aangewezen bent bij het studeren, bij het opleggen van een eigen werkritme en bij het uitvoeren van zelfcontrole over 10 |
de opgedane kennis. Deze ervaring zal je zeker ten bate komen, aangezien je ook later in het beroepsleven (officina, ziekenhuis, industrie etc.) zelfstandig en op eigen verantwoordelijkheid zal moeten functioneren. Als je voor het beroep van apotheker opteert, moet je wel beschikken over een aantal karakteristieken en eigenschappen, die de ‘all round’ apotheker sieren, zoals zin voor verantwoordelijkheid en precisie, interesse voor sociaal contact, organisatievermogen, creativiteit, interesse voor research en ook voor informatica. De uiteindelijke keuze voor het volgen van een apothekersopleiding moet steunen op een gezond opgebouwde motivatie. Wil je je keuze eens bespreken met een professor uit de farmaceutische wetenschappen, neem dan contact op per mail met prof. Guido De Meyer (
[email protected]) of prof. Sandra Apers (
[email protected]).
| 11
Het studieprogramma Studiepunten De studieomvang van je opleiding en van alle opleidingsonderdelen wordt uitgedrukt in studiepunten (sp.). Dat zie je in de tabellen op de volgende bladzijden. Studiepunten geven een goed beeld van de tijd die je zal besteden aan je opleiding en aan de verschillende opleidingsonderdelen. Elk studiepunt komt namelijk overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Een voltijds academiejaar telt 60 studiepunten. De totale studietijd voor een voltijds academiejaar varieert dus tussen 1 500 en 1 800 uren studie. Deze tijd besteed je aan het bijwonen van hoor- en werkcolleges, het voor bereiden van lessen, het studeren voor examens en het maken van oefeningen, papers of andere opdrachten. Het aantal studiepunten van een opleidings onderdeel zegt dus meer over je totale tijdsinvestering dan het aantal uren dat je les hebt. Je bacheloropleiding omvat 180 studiepunten. Als je voltijds studeert en voldoende vlot slaagt voor je examens, behaal je je bachelordiploma dus na 3 jaar studeren. Het systeem met de studiepunten vloeit voort uit het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Meer info vind je op www.ua.ac.be/studiepunten.
Theorie, praktijk en oefeningen In de tweede, derde en vierde kolom van de tabellen vind je het aantal uren theorie (th.), het aantal uren praktijk (pr.) en het aantal uren oefeningen (o.) dat aan elk opleidingsonderdeel besteed wordt. Deze indeling is in werkelijkheid niet altijd even scherp als hier wordt weergegeven.
Collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
12 |
Jaar 1 (vanaf 2013 - 2014) Opleidingsonderdeel Fysica m.i.v. wiskunde Algemene chemie Algemene chemie: praktijk Dierkunde m.i.v. beginselen van proefdierkunde Cellen en weefsels Academische vaardigheden portfolio rond het geneesmiddel: schriftelijk rapporteren
sem.
th.
pr.
o.
sp.
1 1 1 1 1
50 45
25
15
30 20 25
42
9 6 5 3 5
24
3
15 30
1+2
Fysica voor farmaceutisch onderzoek en technologie
2
30
25
9
6
Organische chemie I Plantkunde en inleiding tot medicinale planten
2 2
30 22,5
20
36 12
7 5
Inleiding tot de fysiologie en functionele anatomie
2
22,5
12
4
Orgaanfysiologie en pathofysiologie I Farmaceutische data-analyse
2 2
30 15
8 20
4 3
290 185 138
60
Totaal
| 13
Jaar 2 (vanaf 2014 - 2015)
sem.
th.
Opleidingsonderdeel Organische chemie II Farmaceutische analyse I + II Farmaceutische analyse I + II: praktijk Biochemie I: biomoleculen en katalyse Orgaanfysiologie en pathofysiologie II Biochemie II: metabolisme Faramceutische chemie Farmaceutische microbiologie Voedsel- en voedingsleer I
1 1+2 1+2 1 1 2 2 2 2
30 52,5 15 60 45 22,5 37,5 22,5
2
15
Orgaanfysiologie en pathofysiologie III m.i.v. dringende medische hulpverlening Academische vaardigheden portfolio rond het geneesmiddel: mondeling rapporteren Totaal
14 |
pr.
sp.
24 30
6 9 3 4 9 6 7 7 3
50 40 20 40 40
1+2 300
o.
190
24
12
3
24
3
114
60
Jaar 3 (vanaf 2015 - 2016)
sem.
th.
1 1
22,5 45
Farmacognosie: medicinale planten en natuurproducten
1
45
20
7
Farmaceutische analyse III Infectieziekten en vaccins Farmaceutische biotechnologie
1 1 1
15 30 22,5
80
6 4 3
Inleiding tot de medicinale chemie en geneesmiddelenontwikkeling
2
22,5
24
5
Farmacologie en toegepaste farmacokinetiek Galenische farmacie en biofarmacie I Galenische farmacie en biofarmacie I: praktijk Levensbeschouwing
2 2 2 2
60 60
12
9 8 3 3
36
3
352,5 160 72
60
Opleidingsonderdeel Immunologie Medische biochemie
Academische vaardigheden portfolio: inleefstages en bachelorproef Totaal
(1) +2
pr.
o.
sp. 3 6
60 30
| 15
16 |
Opleidingsonderdelen jaar 1 In deze brochure vind je de inhoud van de opleidingsonderdelen van de bachelor farmaceutische wetenschappen. Op www.ua.ac.be/farmacie staat meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Academische vaardigheden portfolio rond het geneesmiddel: schriftelijk rapporteren Voor verscheidene opleidingsonderdelen van het curriculum farmaceutische wetenschappen dient een scriptie te worden gemaakt of moet een presentatie worden gegeven. Maar hoe begin je daar nu aan? Hoe schrijf je een wetenschappelijk artikel? Hoe maak je een informatieve poster in powerpoint? En hoe geef je een heldere presentatie? In het opleidingsonderdeel ‘Academische vaardigheden’ zal tijdens de bacheloropleiding rond deze vragen gewerkt worden. In dit opleidingsonderdeel gaat het dus om het aanleren van vaardigheden die niet binnen de klassieke lessen en practica vallen, maar die van algemeen belang zijn tijdens en na de studies. Het opleidingsonderdeel ‘Academische vaardigheden’ wordt in elk van de drie bachelorjaren gegeven met uiteraard in elk jaar een verschillende doelstelling. In het 1ste bachelorjaar wordt aangeleerd hoe wetenschappelijke literatuur moet worden opgezocht en hoe deze kan worden gebruikt om zelf een wetenschappelijk artikel te schrijven. Dit artikel wordt in groep gemaakt rond een vooraf gekozen wetenschappelijk onderwerp in verband met geneesmiddelen. Naast het maken van de opdrachten zelf, dient een portfoliomap bijgehouden te worden. In deze map wordt al het werkmateriaal verzameld. De portfoliomap is persoonlijk en wordt gedurende de drie bachelorjaren gebruikt en aangevuld. Per jaar worden hier specifieke instructies voor gegeven. Meerdere keren per jaar wordt deze map opgevraagd en wordt de evolutie in het verwerven van academische vaardigheden beoordeeld.
Algemene chemie/ Algemene chemie: praktijk Er gaat vooral aandacht naar de fysicochemie en het kunnen toepassen van de fysicochemische begrippen. De volgende domeinen worden zeker behandeld: kwantitatieve aspecten van de chemie, reacties en concentraties; chemisch evenwicht, zuren en basen, oplosbaarheid, redoxreacties en electrochemie, thermodynamica, thermochemie, fasenleer, reactiesnelheid. Daarnaast wordt beperkt de chemische binding behandeld. Vertrekkend vanuit de verschillende atoommodellen en de atomaire structuur wordt overgestapt naar de verschillende | 17
moleculaire orbitalen en structuren. Onder meer Lewisstructuur, sp3, sp2 en sp hybridisatie en resonantie komt aan bod naast beschouwingen over complexen en intermoleculaire interacties.
Cellen en weefsels In een eerste deel wordt het lichaam bekeken als een functioneel geheel dat veel meer is dan de som van de delen. Binnen de talrijke organisatieniveaus worden deze geselecteerd die behoren tot de kennisinhoud van een cursus celbiologie en histologie. Enkel de microscopische niveaus, met de nadruk op het subcellullaire, cellulaire en weefselniveau komen verder aan bod. Ook de structurele aspecten van homeostatische controlemechanismen worden hier besproken. De cel wordt enerzijds bekeken als het meest essentiële organisatieniveau van een verzameling macromoleculen die de basisfuncties van het leven bewerkstelligen, en anderzijds als het basiselement in de opbouw van multicellulaire weefsels en organismen. Celcyclus, celdeling en celdood worden besproken. Bij de bespreking van de weefsels worden de belangrijkste celbiologische aspecten van typische cellen in verschillende weefsels gerelateerd aan hun functie en wordt het belang van extracellulaire matrixcomponenten toegelicht. In de practica worden de studenten grondig vertrouwd gemaakt met het optimale gebruik van een goede lichtmicroscoop, wordt de nadruk gelegd op het leren herkennen van cellen en weefsels in microscopische preparaten en het verwerven van ruimtelijk inzicht in microscopische structuren en worden microscopische preparaten van verschillende weefsels bestudeerd.
Dierkunde m.i.v. beginselen van proefdierkunde Er wordt een overzicht gegeven van de biodiversiteit en het proces van de biologische evolutie. De grote bouwplannen worden besproken aan de hand van modelorganismen gebruikt in biomedisch onderzoek (C. elegans, Drosophila, Mus musculus). De embryologie van de zoogdieren, met de mens als voorbeeld, wordt toegelicht. Beginselen van proefdierkunde omvatten inleiding tot biomedisch onderzoek bij mens en dier, diermodellen, gebruikte diersoorten, design van dierexperimenteel onderzoek en ethiek. Tijdens de practica worden enkele phyla die belangrijk zijn in de farmaceutische context verder geïllustreerd: identificatie van vlo versus luis, hymenoptera en de teek. Het bouwplan van een zoogdier wordt geïllustreerd, samen met proefdierkundige aspecten, zoals de anesthesie en dissectie van de muis.
18 |
Farmaceutische data-analyse In de cursus wordt nagestreefd om de student vertrouwd te maken met statistische analyse van gegevens afkomstig van experimenten en onderzoek, teneinde analyses van eigen onderzoek of uit de wetenschappelijke literatuur te kunnen uitvoeren. Hiervoor worden databestanden met echte gegevens gebruikt uit biomedisch onderzoek. De basistechnieken worden aan de hand van voorbeelden toegelicht. Bij de parametrische methoden worden t-test, anova, lineaire regressie en correlatie methoden behandeld. Bij de niet-parametrische methoden worden MannWhitney U test, Kruskal Wallis, Friedman en Chi kwadraat toegelicht. Tevens worden een aantal multivariate testen zoals logistische regressie, discriminant analyse en clusteranalyse belicht. In de PC-practica dienen de studenten individueel met behulp van het statistisch softwarepakket SPSS de in de les toegelichte technieken zelf uit te voeren. Er wordt aangeleerd hoe onderzoeksgegevens te verzamelen, te onderzoeken met een kwaliteitscontrole, te analyseren en te presenteren onder de vorm van grafieken en tabellen, typisch voor wetenschappelijke publicaties.
Fysica m.i.v. wiskunde De cursus omvat twee onderdelen: Inleiding tot de gevorderde wiskunde; Fysica. De cursus wiskunde omvat een korte herhaling van de wiskunde uit het ASO aangevuld met nieuwe begrippen en methoden die toegepast worden in de opleidingsonderdelen fysica, chemie, biologie en fysiologie. De wiskunde omvat: afgeleiden met toepassingen, integralen met toepassingen, reeksen, vectoren, differentiaalvergelijkingen met toepassingen en inleiding tot de waarschijnlijkheidsleer. De cursus fysica dient als grondslag voor o.a. de opleidingsonderdelen fysiologie en farmaceutische technologie en omvat: • Mechanica met o.a. versnelling en de mens; wrijving in de gewrichten; stabiliteit en evenwicht; mechanica van het kauworgaan; • Elasticiteit m.b.t. bloedvaten, vliezen, bot; • Trillingen en hun effect op de mens; • Bio-elektriciteit met weerstand, condensator, elektrisch veld, elektrolyse, netwerken; • Hydrostatica met o.a. bloeddrukmeting; de oppervlaktespanning met o.a. de rol van het surfactant in de longen. • Transport van warmte en straling: • Transport van moleculen door diffusie en osmose; • Thermodynamica en entropie. | 19
Je wordt aangezet om thuis opgegeven vraagstukken op te lossen die nadien onder begeleiding worden besproken. In het practicum worden korte experimenten uitgevoerd, in een verslag verwerkt en nadien verbeterd en besproken door de assistent.
Fysica voor farmaceutisch onderzoek en technologie In de theoriecursus wordt een overzicht gebracht van de belangrijkste begrippen uit het elektromagnetisme, de optica, de radioactiviteit en de hydrodynamica, als wetenschappelijke bagage voor andere opleidingsonderdelen waarin fysische concepten en technieken worden gebruikt. Vele topics worden toegelicht met toepassingsvoorbeelden in de life-sciences, maar steeds met nadruk op de onderliggende principes. In nagenoeg alle lessen komen praktische demonstraties uitvoerig aan bod om het verband tussen theorie en natuurverschijnsel proefondervindelijk te benadrukken. Er wordt een intuïtief verband gelegd met de golfmechanica en haar gevolgen voor de scheikunde. Bij de optica gaat bijzondere aandacht naar diffractie en interferentie, de laser en zijn toepassingen, polarisatieverschijnselen en hun verband met optisch actieve (farmaceutische) moleculen, en naar de verschillende types microscopen. In het hoofdstuk radioactiviteit leidt de introductie in de basisbegrippen van kernprocessen tot het begrijpen van interactie tussen straling en levende materie, met bijzondere aandacht voor veiligheidsaspecten bij het werken met radioisotopen in de farmacie. In het hoofdstuk hydrodynamica worden begrippen als viscositeit en sedimentatie behandeld, als voorbereiding op het gebruik van deze technieken in de farmaceutische technologie. In de oefeningensessies breng je zelf je keuze van vraagstukken aan, uit de bundel die ter beschikking ligt bij de cursusdienst. Deze bundel bevat een korte toelichting over de oplossingswijze. In de oefeningensessies worden de uitgekozen vraagstukken gezamenlijk opgelost, met nadruk op algemene oplossingsstrategie. Tijdens de seminaries breng je zelf problemen aan, die samen met de docent worden herwerkt. Het betreft hier zowel theorieonderwerpen die studenten als moeilijk ervaren bij het verwerken van de cursus, bijkomende toelichtingen en voorbeelden, en vragen over reeds opgeloste vraagstukken. In de laboratoriumsessies leer je omgaan met verschillende meettechnieken. Je leert de computer gebruiken als meetaparaat en als instrument om meetgegevens te verwerken. Basismeettechnieken uit elektriciteit, optica en radioactiviteit komen aan bod. Bij een aantal experimenten wordt de fysische meettechniek aangeleerd aan de hand van een toepassing in de life-sciences en de farmaceutische technologie, vb. meten van zenuwreflexen, dateringen via radioactief verval, concentratiebepaling via optische absorptie, micro-latex-
20 |
sfeertjes uit de farmaceutische bereiding opmeten via laserdiffractie, concentratiemeting van optisch actieve farmaca via polarimetrie.
Inleiding tot de fysiologie en functionele anatomie In het gedeelte algemene fysiologie wordt een fysiologische benadering gegeven van volgende celtypes: de rode bloedcel, de endotheelcel, de zenuwcel en de verschillende soorten spiercellen. Basisbegrippen van de fysiologie zoals rustmembraanpotentiaal, actiepotentiaal, pacemakerpotentiaal en spiercontractie worden toegelicht tijdens hoorcolleges en geïllustreerd met animatiefilms. Waar relevant worden farmacologische aangrijpingspunten van cellulaire functies behandeld. Tijdens demonstratiepractica wordt de grens tussen theorie en praktijk verder verkleind. In het gedeelte functionele anatomie wordt een theoretische en praktische demonstratie gegeven van het skelet in relatie tot het bewegingsstelsel.
Orgaanfysiologie en pathofysiologie I Deze cursus heeft als doel inzichten te verstrekken in de anatomie, fysiologie en pathofysiologie van het zenuwstelsel en de zintuigen. Begrippen van ziekteleer met de nadruk op moderne pathofysiologische inzichten worden besproken, onder meer in de context van de ziekte van Parkinson, dementies, multiple sclerose en hersenvliesontsteking. In het deel psychiatrie zullen kort de kliniek en de neurobiologie van een aantal grote psychiatrische ziektebeelden worden bestudeerd, te weten psychotische stoornissen, stemmings- en angststoornissen, eet- en slaapstoornissen, aandachtstekortstoornissen met hyperactiviteit (ADHD), en persoonlijkheidsstoornissen. In het practicum behandelen de studenten het functioneel belang van anatomische aspecten van het zenuwstelsel en zintuigen.
Organische chemie I Het grootste deel van de cursus handelt over de diverse structurele aspecten van organische moleculen. Na een korte herhaling van de begrippen over chemische binding die van toepassing zijn in de organische chemie, wordt een overzicht gegeven van alle functionele groepen. Deze groepen zijn kenmerkend voor elke klasse van producten en bepalend voor de reactiviteit en het fysicochemisch gedrag in vaste, vloeibare en gasvormige toestand. Een volledig hoofdstuk handelt over stereochemie, d.i. de kennis van de ruimtelijke karakteristieken van een molecule. Deze zijn bijzonder belangrijk voor de zogenaamde chirale moleculen, want zij liggen aan de basis van het gedrag in biochemische processen. Ook zuur-base-eigenschappen van moleculen worden besproken wegens hun belang bij intermoleculaire interacties.
| 21
Vervolgens wordt een inleiding gegeven tot de naamgeving van organische moleculen. Ten slotte wordt een beknopt overzicht behandeld van de spectrale methoden die kunnen gebruikt worden voor structuuronderzoek. Zo worden de principes en toepassingen aangehaald van infrarood, ultraviolet en zichtbaar licht spectroscopie, massaspectrometrie en Nucleaire Magnetische Resonantie.
Plantkunde en inleiding tot medicinale planten Een systematisch-evolutief deel laat je toe kennis te maken met de wereld van de plantaardige organismen. Via de wieren leidt een evolutielijn naar de ‘echte’ planten, de mossen, de varens en de zaadplanten. Ook het rijk van de schimmels en paddenstoelen komt kort aan bod. De zaadplanten krijgen de meeste aandacht, omdat zij toch de belangrijkste leveranciers zijn van medicinale stoffen. De ontwikkeling van de zaadplant wordt uitgelegd met daarbij de cyclus van ‘zaad tot zaad’ als rode draad. Ook planteigen eigenschappen als fotosynthese en de verschillende hormonen en hun functie worden toegelicht. De ecologische betekenis van plantendelen die heel wat drogen leveren wordt hierbij toegelicht. De etnobotanie geeft een beeld van het gebruik van planten vanaf de oudheid tot nu. Een behoorlijk deel van de nieuwe medicijnen wordt gevonden via het onderzoek van deze planten en levert een nieuwe kennis van chemische stoffen en mogelijke activiteiten en toepassingsgebieden. Uitgaande van drogerijen kan men plantaardige grondstoffen maken die gebruikt worden voor de bereiding van plantaardige geneesmiddelen.
22 |
Opleidingsonderdelen jaar 2 Academische vaardigheden portfolio rond het geneesmiddel: mondeling rapporteren Doel is het vormen van personen die kunnen uitgroeien tot onderlegde wetenschappers. De portfolio is gericht op de ontwikkeling van academische vaardigheden en een academische attitude (zie eerste jaar bachelor). In het tweede jaar ligt het accent op mondeling rapporteren.
Biochemie I: biomoleculen en katalyse Beginselen aangeleerd in de cursussen algemene en organische chemie vormen de basis voor de biochemie, dit wil zeggen, de studie van de structuur en eigenschappen van de biomoleculen en de reacties die ze ondergaan bij het ontstaan en in stand houden van levende organismen. De cursus biochemie levert basiskennis en inzichten die nodig zijn voor het begrijpen van de werking van bestaande geneesmiddelen en voor het ontwikkelen van nieuwe therapeutica. Biochemie vormt een brug tussen de exacte wetenschappen - chemie en fysica en typisch farmaceutische disciplines als farmacologie, toxicologie en medicinale chemie. De structuur en eigenschappen van de biomoleculen (eiwitten, koolhydraten, nucleïnezuren en lipiden) is het onderwerp van vier oefeningensessies waarbij onder meer gebruik gemaakt wordt van ‘space filling’ atoommodellen. Deze oefeningen sluiten aan bij de theorielessen waarin algemene biochemische principes worden behandeld (stroom van informatie in de cel, enzymen, bioenergetica). Laboratoriumsessies rond eiwitten en enzymkinetiek illustreren de kwantitatieve benadering van de biochemie die aan de grondslag ligt van ondermeer diagnostiek en klinische biologie. De verschillende scheidings- en zuiveringstechnieken worden besproken en toegepast tijdens de laboratoriumsessies. Dit is ook het geval voor de moderne spectroscopische methoden voor structuuridentificatie zoals infrarood- en massaspectroscopie en nucleaire magnetische resonantie.
Biochemie II: metabolisme Het zwaartepunt van de cursus biochemie II is het metabolisme, de stroom van energie en materie in de levende cel. De volgende onderwerpen worden behandeld: metabolisme van koolhydraten (glycolyse, gluconeogenese, citroenzuurcyclus, elektronentransport en oxidatieve fosforylatie), metabolisme van vetzuren (vetzuursynthese en beta-oxidatie) en metabolisme van stikstof. Daarnaast wordt een inleiding tot de moleculaire biologie gegeven, waaronder replicatie van DNA, transcriptie en processing van mRNA en eiwitsynthese.
| 23
Farmaceutische analyse I + II/ Farmaceutische analyse I + II: praktijk In een eerste deel wordt ingegaan op de analytische vaardigheden. Dit omvat zowel de experimentele basis, als de analytische ‘unit operations’ (instrumentele kalibratie, foutenanalyse,..). Vervolgens wordt ingegaan op de basis van het chemisch evenwicht en het analytisch gebruik ervan voor o.a. pH-berekeningen, neerslagreacties, scheidingsmethoden, en complexvormingen. Een derde deel behandelt de fundamenten van de spectrofotometrie en wordt in het bijzonder ingegaan op de moleculaire UV-Vis absorptiespectrofotometrie en fluorimetrie. Dan wordt ingegaan op de basis van de chromatografische technieken en de twee belangrijke methoden voor verdelingschromatografie, nl. HPLC en GC. Ten slotte worden eenvoudige basistitraties behandeld. Aansluitend op het vorige opleidingsonderdeel wordt verder ingegaan op de meer gevorderde analyseprocedures via titraties. Vervolgens komen de electrochemische technieken uitgebreid aan bod met vooral de potentiometrie maar ook coulometrie en amperometrie. In een volgend deel wordt ingegaan op verdere scheidingsmethoden zoals AFC, IC, SEC, CE en TLC. Vervolgens komt de elementaire spectrometrie aan bod met vnl. AAS. Ook wordt ingegaan op het gebruik van radiochemische methoden. Tot slot wordt er in een afsluitend deel een reeks syntheseoefeningen gemaakt waarbij de behandelde methoden moeten worden geselecteerd i.f.v. een gegeven probleem in de farmaceutische analyse.
Farmaceutische chemie Bedoeling van deze cursus is om een brug te vormen tussen enerzijds de organische scheikunde en anderzijds de medicinale chemie en de farmacognosie. Aangezien tal van geneesmiddelen en biologisch actieve natuurstoffen heterocyclische verbindingen zijn, zullen reactiviteit en in mindere mate synthese van dergelijke producten met stikstof, zuurstof of zwavel als hetero-element behandeld worden. Daarnaast worden meerstapssynthesemethoden van organische producten uitgediept.
Farmaceutische microbiologie Bij de uitoefening van zijn beroep heeft de apotheker te maken met diverse aspecten van de microbiologie, zoals sterilisatie, antibiotica, antiseptica, vaccins en kwaliteitscontrole. De cursus farmaceutische microbiologie vormt de fundamentele basis daarvoor. Er wordt gestart met de evolutie van de microbiologie. Hierin worden nieuwe microbiologische begrippen gesitueerd. Indeling van microben en moderne taxo nomie sluiten het inleidende gedeelte af.
24 |
De fysiologie en anatomie van de bacteriën en virussen worden uitvoerig behandeld, evenals de groeikarakteristieken en de factoren die de groei beïnvloeden. Speciale aandacht wordt besteed aan het doden van microben. Het practicum omvat volgende thema’s: • het werken met micro-organismen: aseptisch werken en veiligheids maatregelen; • fysische en chemische factoren die de groei van micro-organismen beïnvloeden; • identificatie van bacteriën: microscopische en biochemische technieken; • inhibitie van microbiële groei: warmte, antibiotica en antiseptica; • virologie: celculturen, cytopathogeen effect en cytotoxiciteit.
Orgaanfysiologie en pathofysiologie II De studenten verwerven verder inzicht in de structuur, functie en werking van de belangrijkste organen en orgaansystemen van het menselijk lichaam. Deze inzichten vormen de basis voor verdere studies naar pathofysiologie, ziekteleer en (farmacologische) behandelingswijzen. De volgende organen en orgaansystemen worden fysiologisch benaderd: het cardiovasculair stelsel, respiratoir stelsel, urinair stelsel, gastro-intestinaal stelsel en endocrien stelsel. De fysio logie van deze stelsels wordt toegelicht tijdens hoorcolleges en geïllustreerd met animatiefilms. Waar relevant worden farmacologische aangrijpingspunten aangestipt. Tijdens de practica worden deelaspecten zoals bloeddruk, het elektro cardiogram, de hartcyclus, de longventilatie, en het concentrerend/diluerend vermogen van de nier op een interactieve manier uitgewerkt.
Orgaanfysiologie en pathofysiologie III m.i.v. dringende medische hulpverlening De cursus orgaanfysiologie en pathofysiologie III bouwt verder op de kennis van de menselijke fysiologie verworven in voorafgaande delen en beschrijft de belangrijkste ziektebeelden van individuele organen en orgaanstelsels. Symptomen en tekenen van disfunctie, pathofysiologie en belangrijke ziektebeelden in verband met het cardiovasculaire stelsel, het respiratoire systeem, het gastro-intestinale systeem, het renale systeem en de thermoregulatie worden besproken. De basisprincipes van dringende medische hulpverlening worden toegelicht en ingeoefend.
Organische chemie II In het begin van de cursus wordt bekeken hoe enkele in het eerste jaar bachelor verworven algemene begrippen (organische chemie I) zoals covalente binding, chemische reactiviteit en reactiekinetiek, stereochemie, zuur-base-eigenschappen enz. verder kunnen toegepast worden op de verschillende produc| 25
tenklassen uit de organische chemie. Van elke klasse worden vervolgens zowel fysische als chemische eigenschappen, voorkomen, bereidingen en toepassingen behandeld. Ook de verschillende klassen van natuurproducten worden besproken. De verschillende scheidings- en zuiveringstechnieken worden kort besproken in de theorielessen en vervolgens toegepast tijdens de laboratoriumsessies. Dit is ook het geval voor de moderne spectroscopische methoden voor structuur identificatie zoals infrarood- en massaspectroscopie en nucleaire magnetische resonantie. Tijdens de theoretische oefeningen worden de verschillende reacties en reactietypes verder toegelicht aan de hand van oefeningen.
Voedsel- en voedingsleer I Een gevarieerde, volledige en veilige samenstelling van het dagelijkse voedselpakket is essentieel voor een optimale gezondheid. De doelstelling van de cursus voedsel- en voedingsleer I is inzicht te verschaffen in verschillende aspecten van voedsel en voeding. In de cursus worden de nutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen en sporenelementen) uitgebreid besproken. Tevens worden de additieven en mogelijke contaminanten in voedsel - en daarmee gepaard gaande problematiek - besproken. De voedingsaanbevelingen voor België worden toegelicht. De student leert deze voedingsaanbevelingen actief gebruiken en interpreteren in een individuele opdracht waarin een nutritionele anamnese (analyse van de voedselinname) wordt uitgevoerd en kritisch geëvalueerd. Aan het einde van deze cursus kan de student specifieke voedingsadviezen geven voor een gezonde, evenwichtige voeding, en heeft hij een uitgebreide kennis verworven van de verschillende macro- en micronutriënten in de voeding.
26 |
| 27
Opleidingsonderdelen jaar 3 Academische vaardigheden portfolio: inleefstages en bachelorproef Een inleefstage wordt uitgevoerd in verschillende werkgebieden van de apotheker (officina-apotheek, ziekenhuisapotheek, klinisch labo, (buitenlands) farmaceutisch bedrijf of een universitair onderzoekslabo). Hierover wordt een verslag gemaakt. Na de stage dient elke student individueel een powerpointpresentatie te geven over de inleefstage-ervaringen en is er een nabespreking. In samenwerking met de oud-studentenvereniging farmacie Antwerpen (Farmant) wordt een vraag- en antwoordgesprek gevoerd met apothekers uit de bovenvermelde werkterreinen. De studenten dienen tevens een bachelorproef af te leggen.
Farmaceutische analyse III De Europese farmacopee wordt als uitgangspunt gebruikt voor de theoretische cursus. De inleidende hoofdstukken van deze farmacopee, o.a. apparaten, identificatiereacties, analysetechnieken en methoden, zullen worden behandeld. De bespreking van de analysemethoden en daarbij gebruikte technieken wordt beperkt tot deze geschikt voor de analyse van zuivere stoffen of zeer eenvoudige mengsels die weinig matrixvoorbereiding vergen. Hierbij zal voortgebouwd worden op de kennis verworven in de cursussen Farmaceutische analyse I en II. Geselecteerde monografieën waarbij verschillende technieken worden toegepast zullen worden besproken. Specifieke dosages, identificatiereacties en zuiverheidproeven van bepaalde farmaceutische grondstoffen en geneesmiddelen zullen meer in detail bestudeerd worden. Tijdens het practicum worden specifieke analyses uit de verschillende deelgebieden (voedsel- en voedingsleer, farmacognosie, medicinale chemie en toxicologie) uitgevoerd aan de hand van procedures. Deze technieken omvatten naast klassieke titraties en spectrofotometrische bepalingen ook meer instrumentele technieken zoals HPLC en GC.
Farmaceutische biotechnologie In het eerste deel van de cursus wordt een algemene inleiding gegeven over de biotechnologische methoden en hun toepassingen bij de productie van geneesmiddelen. Hierbij worden de basisprincipes behandeld van de recombinant-DNA technologie in bacteriën, gisten en schimmels, plantencellen en dierlijke cellen. Ook transgene planten en dieren komen aan bod. In het tweede deel wordt de detectie en zuivering van biotechnologisch aangemaakte eiwitten besproken. Het derde deel van de cursus omvat enkele voorbeelden van therapeutisch gebruikte eiwitten van biotechnologische oorsprong die in de officina- en/of ziekenhuisapotheek verkrijgbaar zijn.
28 |
Farmacognosie: medicinale planten en natuurproducten Het doel van de cursus is een overzicht te geven van de belangrijkste klassen van natuurstoffen, die als geneesmiddel gebruikt worden, aan de basis hebben gelegen van synthetische geneesmiddelen, of die voorkomen in medicinale planten. Aangezien veel natuurstoffen een zeer complexe structuur bezitten, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de bouwstenen en de biosynthetische mechanismen waaruit ze ontstaan. Op deze manier leert de student inzicht te verwerven in de manier waarop dergelijke complexe structuren ontstaan. Het is uitdrukkelijk NIET de bedoeling van de cursus om structuurformules te memoriseren, of te reproduceren aan de hand van de naam van het product. Wel dienen de studenten aan de hand van de structuurformule de biosynthetische opbouw van de molecule uit de betreffende bouwstenen te kunnen reconstrueren, en de biosynthetische reactiemechanismen te kunnen uitleggen. De structuur dient als uitgangspunt om de medicinale activiteit van het product of preparaat te bespreken.
| 29
Na een korte inleiding over de begrippen farmacognosie en fytochemie, en een situering van het primair en secundair metabolisme, worden de natuurstoffen met medicinale eigenschappen systematisch besproken volgens hun biosynthetische bouwstenen. In een eerste grote deel van de cursus worden de producten behandeld opgebouwd uit acetaat-eenheden (vetzuren en polyketiden), vervolgens de derivaten van shikimizuur, en hun combinatieproducten. Het tweede grote deel omvat de terpenoïden, en het derde grote deel de alkaloïden. Telkens worden de belangrijkste producten besproken, de planten of drogerijen waaruit ze afkomstig zijn, hun biosynthetische opbouw, farmacologische eigenschappen, en gebruik. Er wordt geen encyclopedisch overzicht van alle mogelijke producten gegeven, maar in de eerste plaats typeproducten van de verschillende klassen.
Farmacologie en toegepaste farmacokinetiek Het onderdeel farmacologie omvat theorielessen. Deze beginnen met een inleiding tot twee onderdelen van de algemene farmacologie: farmacodynamie en farmacokinetiek. Farmacodynamie bestudeert de aangrijpingspunten volgens dewelke geneesmiddelen hun effect tot stand brengen. De cursus richt zich vooral op de interactie van geneesmiddelen met receptoren. Verschillende typen van agonisten en antagonisten worden besproken uitgaande van de begrippen affiniteit en intrinsieke activiteit. De lessen farmacokinetiek bespreken de dispositieprocessen die het verloop van het geneesmiddel in een organisme bepalen. Transport door celmembranen en cellagen, absorptie (opname vanuit de buitenwereld), distributie (verdeling van farmacon over de weefsels), eliminatieprocessen (metabolisme en excretie) en klaring van geneesmiddelen worden behandeld. Deze basiskennis wordt dan toegepast om met behulp van compartiment-modellen de lotgevallen van farmaca in organismen te documenteren. Biologische beschikbaarheid, eliminatiehalfwaardetijd, de effecten van verschillende wijzen van toediening, dosis en dosisinterval komen aan de orde. De overige theorielessen worden besteed aan de bijzondere farmacologie. Dit onderdeel geeft kennis over het werkingsmechanisme, de effecten en majeure indicaties van grote klassen van geneesmiddelen. Hierbij is een selectie gemaakt van geneesmiddelen met toepassingen bij: het autonome zenuwstelsel, allergie en inflammatie, het cardiovasculaire systeem, trombose, pijnbestrijding, lokale en algemene anesthesie, de luchtwegen, het maagdarmstelsel en het centrale zenuwstelsel (neurodegeneratieve aandoeningen, anxiolyse, psychose, depressie en epilepsie), het reproductief systeem en het immuunsysteem. De toegepaste farmacokinetiek maakt onder meer gebruik van computersimulaties om de student praktisch inzicht in de principes en consequenties van farmacokinetiek te geven. Daarbij onderzoeken de studenten de invloed van toedieningswijze en van patiëntgebonden factoren (leeftijd, lever- en nierfunctie) op het verloop van plasmaspiegels van een aantal geneesmiddelen. 30 |
Galenische farmacie en biofarmacie I / Galenische faramcie en biofarmacie I: praktijk De galenische farmacie omvat de studie van de formulatie, bereidingstechnieken (kwaliteitsnormen, GPP), stabiliteit, farmacopee-eisen en controles, verpakking, bewaren en toediening van farmaceutische toedieningsvormen. De biofarmacie handelt over de invloed van de omzetting van een geneeskrachtige stof tot een artsenijvorm op de resorptie van het geneesmiddel.
Immunologie De immunologie omvat in essentie de leer van de afweer tegen infecties. Inzichten in de basisprincipes van de immunologie vinden toepassingen in tal van andere vakgebieden, onder andere in de diagnostiek en farmacotherapie. Het opleidingsonderdeel immunologie binnen het curriculum farmaceutische wetenschappen heeft tot doel de student een inzicht te geven (1) in het ontstaan van een normaal immuunantwoord bij de mens, (2) in de mechanismen die aan de basis liggen van immuungerelateerde aandoeningen en (3) in de immunologische concepten die aan de basis liggen van bepaalde therapeutische strategieën. Na een introductie van een aantal sleutelprincipes worden de belangrijkste moleculen, cellen en organen besproken vanuit een fysiologisch oogpunt. Daarmee is de basis gelegd voor de bespreking van de immuungerelateerde aandoeningen, zoals allergieën, auto-immuun- en ontstekingsaandoeningen en immuun deficiënties.
Infectieziekten en vaccins De cursus omvat twee luiken, nl. infectieziekten en vaccins. In het onderdeel ‘infectieziekten’ wordt eerst een overzicht gegeven van de mechanismen die micro-organismen in staat stellen om infecties te veroorzaken. Aspecten van parasitologie komen eveneens aan bod. Vervolgens worden de klinische aspecten van de belangrijkste infecties besproken aan de hand van de orgaanstelsels: zenuwstelsel, cardiovasculair systeem, ademhalingsstelsel, gastro-intestinaal en reproductief stelsel. De nadruk wordt gelegd op de pathogenese en diagnostiek van infectieziekten. Ook de mogelijkheden tot preventie en behandeling worden kort besproken. Bij het onderdeel ‘vaccins’ worden de kliniek en epidemiologie van vaccineerbare infectieziekten behandeld, om daarna in te gaan op het nut van vaccinatie in het algemeen en van de specifieke vaccins in het bijzonder. De klassieke vaccinatieschema’s zullen als basis dienen voor de verdere bespreking. Tevens zal de samenstelling en de bereiding van enkele belangrijke vaccins aan bod komen.
| 31
Inleiding tot de medicinale chemie en geneesmiddelenontwikkeling Medicinale Chemie is een chemische discipline met aspecten van biologische, medische en farmaceutische wetenschappen. Het omvat onderzoek naar, design van, en bereiding van biologisch actieve moleculen, de studie van hun metabolisme, de interpretatie van hun werkingsmechanisme op moleculair niveau en het opstellen van een structuur-activiteitsrelatie. Het is dan ook een belangrijke discipline binnen het ontwikkelingsproces van een nieuw geneesmiddel. Tijdens de theorielessen worden de volgende onderwerpen besproken: enzymen, receptoren en nucleïnezuren als geneesmiddeldoelwitten, interacties tussen geneesmiddel en doelwit, invloed van de scheikundige structuur op de farmacokinetische eigenschappen, doelwitonderzoek en validatie, ‘hit’ en ‘lead’ identificatie, ‘lead’ optimalisatie (design, SAR, QSAR, verbetering van de farmacokinetische eigenschappen), ontwikkeling tot geneesmiddel (preklinische en klinische proeven, chemische en farmaceutische ontwikkeling). Door middel van theoretische oefeningen wordt structuurherkenning van geneesmiddelen ingeoefend. In het practicum worden de studenten vertrouwd gemaakt met enkele elementaire praktische aspecten van syntheseprocedures.
Levensbeschouwing Vooreerst is er een door alle studenten verplicht te volgen inleidende A-module. Na de A-module dient één module gekozen te worden uit een aanbod van 4 B-modules en tenslotte dient daarna nog eens één module gekozen te worden uit een aanbod van 4 C-modules.
A-module: •
Inleiding
B-modules: • • • •
B1: De Joods-Christelijke erfenis B2: Islam in context B3: Oosterse religies B4: Vrijzinnig humanisme
C-modules: • • • • •
32 |
C1: Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society C2: Levensbeschouwing en (natuur)wetenschap. C3: Antropologische bouwstenen van levensbeschouwingen C4: Levensbeschouwing en het individu. C5: De levensbeschouwelijke basis van de westerse samenleving.
Medische biochemie In dit college wordt de biochemische achtergrond en de evaluatie in het klinische laboratorium van de belangrijkste metabole en hormonale processen van een aantal orgaansystemen behandeld. Het disfuntioneren van organen (zoals lever, nier, bot, schildklier, gonaden, bijnier), stofwisselingsstoornissen (zoals diabetes, jicht, dyslipidemie), de belangrijkste bloedziekten en moleculaire defecten als ziekte-oorzaak (bv. neoplasie), worden besproken samen met hun klinischechemische parameters en indicatoren. Tevens wordt de biochemie met bijbehorende pathologie van bloedstolling en fibrinolyse overlopen. Waar relevant wordt zoveel mogelijk verwezen naar therapeutische aangrijpingspunten en de rol van geneesmiddelen. De verschillende ziektebeelden worden geïllustreerd door gebruik te maken van patiëntenresultaten.
| 33
De masteropleiding Master in de farmaceutische zorg: apotheker Jaar 1
th.
Eerste semester Medicinale chemie Toxicologie Galenische farmacie en biofarmacie II Farmaceutische wetgeving en deontologie
75 45 45 22,5
pr.
108
sp. 10 6 12 3
Tweede semester Farmacotherapie en farmaceutische zorg I en II m.i.v. medisch materiaal
67,5
36
12
Dermofarmacie Magistrale formulatie en kwaliteitszorg Voedsel- en voedingsleer II
22,5 7,5 22,5
52 12
3 4 4
Keuzeopleidingsonderdelen: minimaal 6 sp. te kiezen uit: Antibioticabeleid 15 Elementen bedrijfskunde en gezondheidsbeleid 15 Farmacotherapie en farmaceutische zorg III 15 Kritisch denken in relatie tot de officinepraktijk: capita selecta m.i.v. alternatieve therapieën
15
Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen
15
12
3
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies
15
12
3
Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie
30
Klinisch geneesmiddelenonderzoek Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Diergeneeskundige geneesmiddelen Farmacognosie II: fytotherapie Totaal
34 |
3 3 3
30 30 30 22,5 15
3
4 15 15 15
6 6 6 3 3 60
Master in de farmaceutische zorg: apotheker Jaar 2
th.
Stage (6 maanden) met stage-examen Masterproef farmaceutische zorg
pr.
sp.
960 480
30 24
Keuzeopleidingsonderdelen: minimaal 6 sp. te kiezen uit: Antibioticabeleid 15 Elementen bedrijfskunde en gezondheidsbeleid 15 Farmacotherapie en farmaceutische zorg III 15
3 3 3
Kritisch denken in relatie tot de officinepraktijk: capita selecta m.i.v. alternatieve therapieën
15
Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen
15
12
3
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies
15
12
3
Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie
30
Klinisch geneesmiddelenonderzoek Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Diergeneeskundige geneesmiddelen Farmacognosie II: fytotherapie Totaal
30 30 30 22,5 15
3
4 15 15 15
6 6 6 3 3 60
| 35
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting apotheker Jaar 1
th.
Eerste semester Medicinale chemie Toxicologie Galenische farmacie en biofarmacie II Farmaceutische wetgeving en deontologie
75 45 45 22,5
Tweede semester Farmacotherapie en farmaceutische zorg I Farmaceutische technologie Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie Farmaceutische analyse: aanvullingen Totaal
36 |
pr.
108
sp. 10 6 12 3
45 30 15
12 32 12
7 6 3
15
12
3
30 22,5
4 52
6 60
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting apotheker Jaar 2
th.
pr.
sp.
960 480
30 24
112 15 15 15
6 3 3 3
15
3
22,5 22,5 15 30 30 30 22,5 7,5
3 3 3 6 6 6 4 4
Stage (6 maanden) met stage-examen Masterproef geneesmiddelenontwikkeling Keuzeopleidingsonderdelen: min. 6 sp. te kiezen uit: Gevorderde onderzoeksvaardigheden Antibioticabeleid Elementen bedrijfskunde en gezondheidsbeleid Farmacotherapie en farmaceutische zorg III Kritisch denken in relatie tot de officinepraktijk: capita selecta m.i.v. alternatieve therapieën Dermofarmacie Diergeneeskundige geneesmiddelen Farmacognosie II: fytotherapie Klinisch geneesmiddelenonderzoek Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Voedsel- en voedingsleer II Magistrale formulatie en kwaliteitszorg Totaal
15 15 15 12 52
60
| 37
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen Jaar 1
th.
Eerste semester Medicinale chemie Toxicologie Galenische farmacie en biofarmacie II Farmaceutische wetgeving en deontologie
75 45 45 22,5
Tweede semester Farmacotherapie en farmaceutische zorg I Farmaceutische technologie
45 30
12 32
7 6
Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen
15
12
3
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies
15
12
3
Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie
30
Farmaceutische analyse: aanvullingen Totaal
38 |
22,5
pr.
108
sp. 10 6 12 3
4 52
6 60
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen Jaar 2
th.
pr.
sp.
30 30
15 15 480 112
6 6 24 6
90
45
18
Cluster 1 Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Financieel management en juridische aspecten
30 30 30
15 15 15
6 6 6
Cluster 2 Management van een organisatie Financieel management en juridische aspecten
30 30
15 15
6 6
30
15
6
Preclinical drug research Klinisch geneesmiddelenonderzoek Masterproef geneesmiddelenontwikkeling Gevorderde onderzoeksvaardigheden Beleid, management en ondernemerschap: te kiezen, cluster 1 of cluster 2
Innovatie en entrepeneurship Totaal
60
Meer informatie vind je in de brochure farmaceutische wetenschappen • masteropleiding farmaceutische zorg • masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling of op www.ua.ac.be/farmacie
| 39
Diploma op zak, wat nu? Alhoewel het beeld bestaat dat de studierichting farmaceutische wetenschappen uitsluitend voorbereidt op het beroep van apotheker in een openbare apotheek (officina-apotheker), biedt deze opleiding een grondige en toch brede wetenschappelijke vorming die heel wat mogelijkheden biedt op de arbeidsmarkt. Als apotheker kan je heel wat verschillende functies in het geheel van de gezondheidszorg vervullen. Zo kan je onder andere aan de slag als officina-apotheker waar je taak vooral zal bestaan uit het verschaffen van informatie over geneesmiddelen en patiëntenbegeleiding. Uiteraard blijf je naast de therapiebegeleiding ook verantwoordelijk voor de conformiteit en de kwaliteit van specialiteiten en bereidingen. De laatste jaren echter ligt de nadruk meer en meer op de sociale rol die je als apotheker vervult betreffende het correcte gebruik van geneesmiddelen. Je geeft de patiënt een wetenschappelijk gefundeerde uitleg over de geneesmiddelen verbonden aan een voorschrift, de zelfzorggeneesmiddelen en de parafarmaceutische producten.
40 |
In de farmaceutische nijverheid word je als apotheker betrokken bij onderzoek en ontwikkeling, fabricatie, kwaliteitszorg- en controle, klinische proeven en overheidsbepalingen in verband met registratie en terugbetaling, informatie en opvolgen van producten die op de markt zijn. Werk je in een ziekenhuis dan sta je o.a. in voor beheer en management, distributie van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en implantaten, bereiden van steriele geneesmiddelen, sterilisatie, hygiëne, informatie naar medici en paramedici, opvolgen van klinische studies en het opstellen van formularia. Spreekt de overheid als werkomgeving je aan, dan kan je terecht bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Tot slot kan je met een apothekersdiploma evengoed terecht in het onderzoek en onderwijs (zowel universitair als hoger onderwijs) of kan je als klinisch bioloog aan de slag. De tewerkstellingssituatie van de apothekers is zeer gunstig: de werkloosheid kan als nihil beschouwd worden. Van werk ‘zoeken’ is nauwelijks sprake: de overgrote meerderheid van farmaciestudenten heeft werk vóór het afstuderen. Zowel de openbare apotheek, de ziekenhuisapotheek als de farmaceutische nijverheid kampen reeds enkele jaren met een tekort aan apothekers. In de nijverheid (waar ongeveer 1 200 apothekers tewerkgesteld worden) is de vraag de laatste jaren sterk gestegen omdat de Europese reglementering over geneesmiddelenregistratie en -evaluatie steeds strenger geworden is. De meeste apothekers werken voltijds, maar deeltijds werk behoort eveneens tot de mogelijkheden.
| 41
Alumnus aan het woord Sinds Dirk Reyn in 1984 aan de Universiteit Antwerpen afstudeerde, heeft hij niet stilgezeten. Tot november 2010 was hij CEO van Movetis, dat dan werd overgenomen door Pharmareus Shire. In het voorjaar van 2010 werd hij genomineerd Alumnus van het Jaar voor de opleiding farmaceutische wetenschappen. Ondernemen heeft Dirk Reyn altijd al geïnteresseerd. Toen hij aan de opleiding farmaceutische wetenschappen begon had hij twee drijfveren: “Ik wou erg graag iets met wetenschappen doen en vanwege mijn belangstelling voor business en commercie leek farmacie me een verantwoorde keuze om snel aansluiting te vinden bij het bedrijfsleven”, aldus Dirk Reyn. De overgang van studeren naar bedrijfsleven noemde hij een cultuurshock. “Naast de algemene intellectuele vaardigheden en kennis, zijn het de praktische en verbale vaardigheden, het overtuigend kunnen naar voor brengen van ideëen, die het verschil maken. Meer dan het weten alleen, is het belangrijk dit ook te kunnen overbrengen.” Reyn juicht het dan ook toe dat de Universiteit Antwerpen met een masteropleiding ondernemerschap van start gaat. “Ik hoop dat er veel aandacht zal worden besteed aan praktijksimulaties. In de realiteit gaat het er immers totaal anders aan toe dan achter de studeertafel. Het gestructureerd analyseren, bondig en gepast samenvatten, het overtuigen en het managen van complexe processen volgens bepaalde technieken heb ik in grote mate in de Verenigde Staten geleerd. Gelukkig zie ik hier een wending in dezelfde richting. En dit op alle onderwijsniveaus. Dit is, vanuit het perspectief van bevorderen van ondernemerschap, een goede zaak.” Afgestudeerd: Proef apotheker, 1984 Foto: Shire-Movetis
42 |
Nuttige info bij de start van je studietraject Hoe verlopen de lessen? Aan de Universiteit Antwerpen word je competentiegericht opgeleid. Tijdens je opleiding verwerf je geleidelijk competenties door opdrachten en casussen te maken. Daarvoor heb je relevante kennis, vaardigheden en attitudes nodig. Tijdens de lessen stimuleren docenten je om actief mee te werken. Zo ben jij verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Je maakt kennis met verschillende onderwijsvormen zoals hoorcolleges, oefeningensessies, seminaries, werkcolleges, practica, responsiecolleges, … Docenten geven je ook opdrachten of casussen die je alleen of in groep moet uitwerken. Door deze mix van onderwijsvormen krijg je de kans om kennis en vaardigheden te verwerven die je later nodig hebt in je beroepsleven. De elektronische leeromgeving Blackboard helpt je om gestructureerd alle informatie terug te vinden. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook webmail, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs, cultuur, ... Docenten geven via dit medium ook opdrachten door. Je kan hen te allen tijde om feedback vragen. Het contact met je professoren en assistenten is even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs. Ze laten je allerminst aan je lot over. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, doen zij hun best om je te helpen met al je vragen en problemen.
Studieprogramma en creditbewijzen Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen studiejaren meer. Wel stellen we modeltrajecten voor. Als je voor een modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 studiepunten) af in 3 jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Ook in de modeltrajecten heb je als student meer keuzemogelijkheden, waardoor je eigen accenten kan leggen in je studieprogramma. Het academiejaar is opgedeeld in twee semesters. Aan het eind van elk semester leg je examens af van de opleidingsonderdelen die op dat moment afgewerkt zijn. De examens van het eerste en het tweede semester vormen samen de eerste zittijd. Als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs hebt behaald in de eerste zittijd, krijg je nog een kans tijdens de tweede zittijd op het einde van augustus en in het begin van september. Om te slagen voor het examen van een opleidingsonderdeel moet je ten minste 10 op 20 behalen. Als dat lukt krijg je een creditbewijs: een erkenning van het feit dat je de studiepunten verbonden aan dat opleidingsonderdeel verworven hebt. | 43
Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen behaalt voor alle opleidingsonderdelen. Als je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. Je komt dan in een geïndividualiseerd traject terecht. Bij het samenstellen van dit traject moet je rekening houden met voorwaarden die de volgorde waarin je kan inschrijven voor opleidingsonderdelen bepalen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je faculteit moet het geïndividualiseerd traject bovendien goedkeuren. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet. Je faculteit volgt je studieprestaties en legt je bindende voorwaarden op wanneer je niet de helft van de creditbewijzen van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten.
Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Als je inschrijft voor een opleidingsonderdeel vermindert je leerkrediet met het overeenkomstige aantal studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt - dit wil zeggen: geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde - komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen. De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. De overheid heeft een maatregel om hieraan tegemoet te komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug.
44 |
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een bachelor- of masteropleiding en voor alle inschrijvingen met een creditcontract.
Verkeerde keuze gemaakt? Als je voor de eerste keer in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, voorzien de overheid en de universiteit maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van de data van uit- en inschrijving. Informeer je tijdig.
Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Is je studietraject perfect verlopen, dan heb je nog 60 studiepunten over.
| 45
Onvoldoende leerkrediet? Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de universiteit je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk en zorgt ervoor dat je kan verder studeren.
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. Bijvoorbeeld in verband met de examenregeling, uitstel van een examen, onderbreking of stopzetting van examens of een conflict met een docent. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het onderwijs- en examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. Hij of zij is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je zaak bepleiten. Je kan de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard. De centrale ombudspersoon is prof. Patrick Cras. Hij treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen studenten en personeelsleden die het niveau van de faculteit overschrijden. De contactgegevens van de centrale ombudspersoon kan je ook terugvinden op Blackboard.
46 |
Studie- en studentenbegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf en voor je studieproject. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is niet altijd eenvoudig. Je staat immers tegelijkertijd voor een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van het netwerk studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Bij hen kan je het hele academiejaar terecht voor studiebegeleiding.
Studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet, … Voor specifieke vragen over je individuele programma en het aanvragen van vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Ook voor vakinhoudelijke begeleiding kan je terecht in je faculteit.
•
Inschrijven zonder diploma secundair onderwijs Als je geen diploma secundair onderwijs bezit en minimum 25 jaar bent, kan je bij ons toch een aanvraag tot inschrijving aan de Universiteit Antwerpen indienen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
| 47
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking. Meer info vind je ook in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’.
•
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’.
•
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies, …
Tijdens een eerste gesprek gaan we na wat jouw vragen, noden en wensen zijn. Daarna kan je een training, kortere begeleiding of zo nodig een langere psychotherapie volgen. Het volledig aanbod en alle info over onze trainingen kan je terugvinden in de brochure ‘Trainingen’, die je kan downloaden via www.ua.ac.be/trainingen. Ook inschrijven voor trainingen kan via deze website.
48 |
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma, vrijstellingen en andere kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Zijn of haar contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/ontactpersonenslb.
Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de professor die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde opleidingsonderdelen organiseren zij extra groepssessies, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen jou en je begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof.
Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor specifieke taalbehoeften organiseren ze contactmomenten in kleine groep. Je kan er je eigen werkstukken en studiemateriaal bespreken. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
| 49
50 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer informatie: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
| 51
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen? Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar onze campussen terugvinden.
Met de fiets Onze campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets. Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram Voor informatie over dienstregelingen en algemene inlichtingen kan je bellen naar De Lijn Info: 070 220 200. Voor informatie over abonnementen kan je in Antwerpen terecht op: +32 3 218 14 11. De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor jou je reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt: www.delijn.be.
Met de trein Voor informatie over reiswegen, dienstregelingen en vertrek- en aankomsttijden kan je terecht op www.b-rail.be.
Met de auto Parkeren in Antwerpen is niet altijd gemakkelijk. Enkel de campussen Groenenborger, Drie Eiken en Middelheim beschikken over ruime parkings. Wil je toch graag met de auto komen? Alle info vind je op www.parkereninantwerpen.be.
Waar situeert zich jouw campus? De opleiding farmaceutische wetenschappen wordt georganiseerd op de Campus Groenenborger (Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen) en Campus Drie Eiken (Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk (Antwerpen)).
52 |
Campus Merksem
Merksem
Eilandje
Park Spoor Noord
MAS
Dam
Linkeroever
Borgerhout
F. Rooseveltpl.
Stadscampus Stadscentrum
Centraal Station
Zuid
Campus Zuid
Zurenborg
ANTWERPEN
Berchem Station
Berchem Kiel Nachtegalen park
Campus Middelheim
Hoboken Campus Groenenborger
Campus Hoboken
MORTSEL
Wilrijk
Campus Drie Eiken
EDEGEM
| 53
Infomomenten Heb je nog vragen die je graag in levende lijve wil stellen? Of wil je de universiteit wel eens van dichtbij meemaken? Kom dan kennismaken tijdens de vele info momenten in 2013.
Studie-informatiedagen Jaarlijks vindt in elke Vlaamse provincie een studie-informatiedag (SID-in) plaats. Je maakt er kennis met de brede waaier aan studie- en beroepsmogelijkheden na het secundair onderwijs. De Universiteit Antwerpen is natuurlijk telkens van de partij: breng een leerrijk bezoekje aan onze infostand. → www.ond.vlaanderen.be/sidin
Open lesdagen Onze campussen verkennen? Proffen en studenten ontmoeten? En hier en daar een les meepikken? Dat kan tijdens de open lesdagen in de krokusvakantie (van 11 tot en met 15 februari). Speciaal voor leerlingen van het secundair onderwijs richten we proeflessen in. Maar je mag ook simpelweg aansluiten bij de studenten van de eerste bachelorjaren. Schrijf je in op de website! → www.ua.ac.be/openlesdagen
Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studentenbegeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer van het campusleven op. → www.ua.ac.be/opencampusdagen
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. → www.ua.ac.be/infomarkt
54 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen - Decanaat Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, Gebouw S 2610 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 265 20 04, F +32 3 265 24 40
[email protected]
Studentenadministratie Farmaceutische Wetenschappen Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, Gebouw S 2610 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 265 23 30 of +32 3 265 27 11 F +32 3 265 27 34
[email protected]
Wil je ook de brochure van een andere opleiding inkijken? Of wil je alvast de masteropleiding beter leren kennen? Vraag dan een brochure aan via www.ua.ac.be/brochures of bij het Studenteninformatiepunt (STIP).
| 55
56 |