Evaluatie van de Cliëntenraad gemeente Doetinchem Datum Plaats Adviseur Aanwezig
: vrijdag 6 februari 2009 van 9.00 – 13.00 uur : gemeentehuis, raadzaal rechts 2e verdieping : de heer drs. H. Born, senioradviseur BMC : Dhr. H. ter Horst, dhr. H. Hoksbergen, dhr. H.W.J. Nagels, dhr. B.J. Bakker Mevr. C. Masselink, mevr. S. Roelofs, mevr. W. Botteram, mevr. W. Maas Verslag : Mevr. I.Witte (van de afdeling Werk en inkomen) ===================================================== 1. Opening De heer Hiddo Born, senioradviseur bij BMC, opent de vergadering met een hartelijk welkom voor de aanwezige Cliëntenraadleden. Twee leden, t.w. de voorzitter mevrouw Hendriksen en de heer Schuringa, zijn wegens ziekte afwezig (de vragenlijst is wel aan hen toegezonden). De reden voor de zelfevaluatie is dat het college de drie adviesraden (Ouderenraad, Tijdelijke sociale raad en de Cliëntenraad) heeft verzocht ieder een evaluatie te laten uitvoeren over de afgelopen twee jaar en het college te adviseren over de toekomst. Ter voorbereiding op deze zelfevaluatie is door de heer Born een vragenlijst opgesteld met het verzoek aan de cliëntenraadleden om in eigen woorden een antwoord op de vragen te geven. De antwoorden en informatie zijn gebruikt ter voorbereiding op deze bijeenkomst. 2. Bespreking vragenlijst Wat vindt u van de wijze waarop de vergaderingen van de Cliëntenraad wordt voorgezeten? De leden zijn tevreden over de wijze van voorzitten. De huidige voorzitter mevrouw Hendriksen beschikt over veel kennis, zij is het gezicht van de Cliëntenraad, zij wordt door haar partners serieus genomen, is in staat goed te lobbyen en is bereid zich waar nodig in te spannen. Welk element is belangrijk voor een voorzitter? Het bindende element. Voor een raad als deze is dit zeer belangrijk, vooral omdat de leden buiten de vergadering weinig contact met elkaar hebben. De voorzitter heeft ook buiten de vergaderingen om contacten met een aantal leden. De heer Ter Horst merkt op dat de voorzitter diverse malen bij hem heeft aangegeven dat zij zichzelf soms te zwak vindt overkomen. Wat vindt u van de wijze waarop de plaatsvervangend voorzitter de vergaderingen voorzit? Opgemerkt wordt dat de plaatsvervangende voorzitter, in tegenstelling tot de voorzitter, de vergaderingen heel strak leidt. Mevrouw Botteram geeft aan de laatste vergaderingen die werden voorgezeten door de plaatsvervanger als zeer rommelig te hebben ervaren. Zij is van mening dat hij slecht luistert en veel interrumpeert. De leden praten regelmatig door elkaar.
1
De plaatsvervangende voorzitter merkt op dat hij niet had verwacht de vergaderingen gedurende langere tijd te moeten voorzitten. Ook zijn ervaring als vakbondsman is bepalend voor de wijze waarop hij de vergaderingen voorzit. Mevrouw Roelofs is van mening dat door de uitval van de voorzitter de Cliëntenraad niet is verzwakt. De raad beschikt over veel knowhow echter er wordt te weinig gebruikt van gemaakt. Wat ontbreekt is voldoende ruimte voor discussie. Ook zou de Cliëntenraad zich beter en krachtiger moeten presenteren. Dit is niet alleen een taak van de voorzitter maar voor alle leden. De voorzitter kan naar buiten toe de Cliëntenraad promoten. Er ontspint zich een discussie over de vraag of de leden de voorzitter, ondanks het verzoek van de plaatsvervangend voorzitter om dit niet te doen, tijdens haar herstel, telefonisch of persoonlijk mogen benaderen. De heer Born merkt op dat het beeld dat de discussie opwerpt er een is van een verdeelde Cliëntenraad. De toonzetting is “wij – zij”. Eenheid is bepalend voor de Cliëntenraad. Mevrouw Masselink geeft als reden aan dat de agenda’s vaak te vol zijn zodat er geen tijd wordt ingeruimd om te werken aan de eenheid van de raad. Mevrouw Roelofs is van mening dat sinds het in het leven roepen van de Tijdelijke sociale raad, de Cliëntenraad eigenlijk een beetje de weg is kwijtgeraakt en nu op zoek is naar duidelijkheid, structuur en eenheid. Wat vindt u van de wijze waarop de Cliëntenraad ambtelijk wordt ondersteund? De leden geven unaniem te kennen tevreden te zijn door de ondersteuning van het secretariaat W&I. Opgemerkt wordt dat de betrokkenheid van de heer Van de Leur (secretaris) in de afgelopen twee jaar is veranderd. Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke sociale raad, wordt zijn betrokkenheid anders ervaren c.q. is verminderd. Als reden wordt geopperd dat het voor hem misschien niet helder is wat zijn positie met betrekking tot de Cliëntenraad/Tijdelijke zou moeten zijn. Wat vindt u van de duur van de vergaderingen van de Cliëntenraad? De tijd van vergaderen is beperkt waardoor het dilemma ontstaat of een discussie moet worden voortgezet of worden beëindigd. Wat vindt u van de frequentie van de vergaderingen van de Cliëntenraad? De heer Hoksbergen stelt voor iedere maand te vergaderen, 1x een officiële vergadering en de maand daarop een werkvergadering. De uitwerking hiervan kan zijn dat er beter een vinger aan de pols kan worden gehouden, de eenheid wordt bevorderd en er kwalitatief goede adviezen worden geproduceerd! Zijn er zaken met betrekking tot de manier waarop de Cliëntenraad vergadert die volgens u anders moeten/kunnen? Zo ja, wat stelt u voor? De plaatsvervangend voorzitter vindt het van belang dat de leden van de subcommissies (agenda-, plannings-, WMO-, en re-integratiecommissie) vaker vergaderen en hierdoor productiever worden. Voorts wordt opgemerkt er vorig jaar geen contacten met partijen als het CWI en WEDEO zijn geweest. Dit wordt als een aderlating ervaren vooral omdat de klanten van deze instellingen ook door de Cliëntenraad worden vertegenwoordigd! De leden zijn het erover eens dat de Cliëntenraad pro-actiever bezig moet zijn. De wijze van vergaderen is hiervoor bepalend en belangrijk om serieus te worden genomen. 2
Het is eveneens van belang dat de Cliëntenraad zich een weg weet te vinden tussen zichzelf en de Tijdelijke sociale raad! Het feit dat de planning van de vergaderingen zijn afgestemd op de vergaderingen van de Tijdelijke sociale raad wordt als onjuist ervaren. -
Vindt u dat de beoogde samenstelling van de cliëntenraad zoals omschreven in artikel 3 van de verordening een goede afvaardiging is van de doelgroepen in de gemeente? Mist u in de huidige samenstelling een groep burgers/belanghebbenden? Zo ja, welke groep? Vindt u dat bepaalde groepen burgers of belanghebbenden oververtegenwoordigd zijn? Zo ja, welke groepen of belanghebbenden zijn dat?
Het feit dat de groep allochtonen niet vertegenwoordigd zijn, wordt als een gemis ervaren. Hierdoor mist de Cliëntenraad veel informatie. Mevrouw Botteram wijst erop dat vragen die allochtonen hebben daardoor niet kunnen worden beantwoord. Mevrouw Roelofs merkt op dat bijstandsgerechtigden onvoldoende zijn vertegenwoordigd. Een belangrijke reden hiervoor is dat deze doelgroep onvoldoende zo niet, helemaal niet op de hoogte is van het bestaan van een Cliëntenraad. Dit zou kunnen veranderen door als Cliëntenraad meer de publiciteit te zoeken. De vraag of de vakbonden zijn oververtegenwoordigd, wordt door de leden ontkennend beantwoord. De vakbondsleden zijn breed georiënteerd. Ook is het moeilijk om jonge, gemotiveerde mensen te vinden om zitting te nemen in een cliëntenraad. Mevrouw Roelofs merkt op dat op papier er een scheve verhouding bestaat maar niet in de praktijk. -
Namens welke organisatie /groep burgers/belanghebbenden zit u in de Cliëntenraad? Op welke wijze vertegenwoordigt u deze organisatie/groep burgers/belanghebbenden?
Vertegenwoordigd zijn de vakbonden CNV en FNV, de WVG (nu WMO) en de bijstand. De leden lezen zich in, maar geven te kennen weinig tot geen terugkoppeling te doen naar hun achterban. Zij zijn in beperkte mate bezig met de achterban. De leden zijn o.a. actief als vrijwilligers/werkzaam bij buurthuizen, een WAO-club, Waterrijk, wijkraad van gehandicapten, de vakbonden en de ledenservice, verslavingszorg, gehandicaptenorganisaties, jongerenwerk, ouderenwerk (invulling belastingformulieren enz.) Erkend wordt dat het belangrijk is bovengenoemde informatie met elkaar te delen. Dit gebeurt te weinig. Ook het informeren van de achterban wordt benadrukt. De heer Born merkt op dat in zijn evaluatiegesprek met het afdelingshoofd W&I werd aangegeven dat de Cliëntenraad haar achterban niet zichtbaar vertegenwoordigd! Wat is in uw ogen de taak en functie van de Cliëntenraad? Gemeentelijke taken rond Werk en Inkomen toetsen en bewaken. Eventueel ombuigen/beïnvloeden naar de mening van de Cliëntenraad.
3
Vervult de Cliëntenraad naar uw mening daadwerkelijk die functie? De leden zijn er het unaniem over eens dat dit momenteel niet het geval is. Een belangrijke reden is het ontbreken van de eenheid. Ook is er teveel geleund op een voorzitter die kennis van zaken heeft. Hierdoor voelen een aantal leden zich geremd in hun bijdrage tijdens de vergaderingen. Wat vindt u van de huidige samenwerking met de Tijdelijke sociale raad en de Ouderenraad? - Zijn er nog andere samenwerkingsrelaties met andere overleggen/organisaties van belang voor het functioneren van de Cliëntenraad. Er zijn contacten met de Tijdelijke sociale raad en de Ouderenraad. De vergaderingen van deze raden worden door een afvaardiging van de Cliëntenraad bezocht. Met Wedeo en het CWI zijn er in 2008 geen contacten geweest, terwijl dit wel degelijk van belang is. Zoals eerder is aangegeven wordt dit als een aderlating ervaren. -
P A U Z E (10.35 – 10.55 UUR) Na de pauze worden de sterke/zwakke punten en de toekomst van de Cliëntenraad besproken. STERKE PUNTEN CR -
ZWAKKE PUNTEN CR - intern gericht
Ervaring kennis wetgeving
- geen onderscheid in onderwerpen (open agenda)
- samenstelling (gemis bijstandsgerechtigden en allochtonen)
- zichtbaarheid richting het gemeentebestuur
- onzichtbaarheid in media t.b.v. de doelgroepen
- toegankelijk voor raadsleden
- vacatures niet ingevuld
- coöperatief
-
gebrek aan duidelijkheid, structuur -
vergaderdiscipline
Afwachtend in lobbyen (missen vaardigheid) Toekomst Op de vraag wat de Cliëntenraad adviseert met betrekking tot de bestaande adviesraden, geven de leden te kennen niets te voelen voor diverse adviesraden. Geïntegreerd gemeentelijk beleid, vraagt om een geïntegreerde adviesraad. De voorkeur gaat derhalve uit naar één raad met een duidelijke positie en een adviserende rol richting het gemeentebestuur. Die adviesraad zou vanaf de nieuwe gemeenteraadsperiode aan de slag moeten. Om toe te werken naar één raad, zullen er een aantal randvoorwaarden gesteld moeten worden. Deze worden als volgt geformuleerd: - het behandelen van alle beleidslijnen werk, inkomen en zorg 4
-
-
een evenwichtige samenstelling (Zorg en welzijn zijn oververtegenwoordigd in de Tijdelijke sociale raad en in de Clientenraad) ondersteuning vanuit de gemeente bij het ophalen van informatie uit de achterban (en het terugkoppelen): informatiepunt voor vragen, scholing geen geïnstitutionaliseerde vertegenwoordiging maar een mix in de samenstelling van de adviesraad door o.a.: o ervaringsdeskundigen: o mensen die verbinding kunnen maken tussen de verschillende beleidsterreinen Voorzitter: onafhankelijk/betrokken/geen voorkeuren hebbend waardering voelen vanuit de gemeente
Overgangsperiode (2009-2010) De leden zijn het erover eens dat tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 de Cliëntenraad proactief bezig moet gaan om zich goed in te bedden in de Sociale Raad. Dit kan worden gedaan door: - duidelijke adviezen uit te brengen, gevraagd of ongevraagd (de Clientenraad focust zich hierbij op een beperkt aantal, strategische onderwerpen) - de adviezen onder de aandacht te brengen van de raadsleden - een proactieve houding ten aanzien van de formele adviesrol richting het college en de Tijdelijke sociale raad - een proactieve houding ten aanzien van de informatie adviesrol - Werk en inkomen benaderen voor het bereiken van de doelgroep WWB. - Wijziging van de samenstelling van de Tijdelijke sociale raad - De externe contacten op te pakken - Informatie “op te eisen” 3. Rondvraag De uitwerking van het advies, zal door de heer Hoksbergen nader worden opgepakt en in routing worden gebracht richting het college. Routing evaluatieverslag: • Uitwerken verslag in week 7 (11 februari 2009) • Verzenden conceptverslag in week 8 (18 februari) • In week 9 reacties leden verwerken • In week 9 (25 of 26 februari) verslag plus advies naar college De heer Nagels zal het verslag en advies van de evaluatie van de Ouderenraad aan alle leden toesturen.
5