Gemeente Doetinchem Programma van Eisen Parkeervoorziening Varkensweide
SPARK Nieuwstraat 4 2266 AD Leidschendam T. 070 3177005 F. 070 3178066 www.spark-parkeren.nl Versie : 1.0, d.d. 3 april 2009
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
Inhoud 1
Inleiding 1.1 Situatiebeschrijving 1.2 Doel PvE 1.3 Opbouw PvE
4 4 5 5
2
Randvoorwaarden en uitgangspunten 2.1 Normen en voorschriften 2.2 Ontwikkeling en realisatie 2.3 Eigendom 2.4 Beheer en exploitatie 2.5 Fasering 2.6 Gebruik 2.7 Garageprincipe en bouwvorm 2.8 Materiaalgebruik en afwerking 2.9 Fysieke en sociale veiligheid
6 6 7 7 7 7 7 8 8 9
3
Stedenbouwkundige inpassing en ontsluiting 3.1 Locatie 3.2 Ontsluiting algemeen 3.3 Ontsluiting voertuigen parkeervoorziening 3.4 Ontsluiting voetgangers parkeervoorziening 3.5 Ontsluiting utilitair gebouw
11 11 11 11 12 12
4
Constructieve eisen 4.1 Geotechnische aspecten 4.2 Omgevingsrandvoorwaarden 4.3 Fundering 4.4 Vloeren, hellingbanen, wanden en daken 4.5 Vloer- en plafondopeningen 4.6 Liftput(ten) en schacht(en) 4.7 Kolomstructuur/stramien
13 13 13 13 13 14 14 14
5
Functionele eisen parkeervoorziening 5.1 Entree en toegang 5.2 Parkeervloeren (inclusief maaiveld) 5.3 Hellingbanen 5.4 (Nood)trappenhuizen en vluchtwegen 5.5 Liften 5.6 Technische ruimten 5.7 Bewegwijzering/wayfinding
15 15 16 17 17 17 17 17
2
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
6
Functionele eisen utilitair gebouw 6.1 Serviceruimte 6.2 Openbare toiletten 6.3 Personeelsfietsenstalling met 15 fietsplaatsen 6.4 Kiosk 6.5 Technische ruimten 6.6 Exploitatieruimte parkeervoorziening 6.7 Centrale meldkamer
19 19 19 19 20 20 20 21
7
Parkeermanagement 7.1 Toegangscontrole parkeervoorziening 7.2 Toegangscontrole personeelsfietsenstalling 7.3 Betaalsystemen 7.4 CCTV
24 24 24 24 25
8
Werktuigbouwkundige eisen 8.1 Algemene voorzieningen 8.2 Ventilatie 8.3 Verwarming 8.4 (Koud)wateraansluitingen 8.5 Binnen- en buitenriolering 8.6 Brandbestrijdingsinstallatie
26 26 26 26 27 27 28
9
Electrotechnische installaties 9.1 Algemene voorzieningen 9.2 Verlichting 9.3 Communicatie 9.4 Beveiliging
29 29 30 31 31
10 Garanties en onderhoud 10.1 Garanties 10.2 Onderhoud
32 32 33
BIJLAGEN Geen
©2009, Spark B.V.,
[email protected] 2266 AD Leidschendam, tel 070-317 70 05, fax 070-317 80 66 Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Spark B.V.. Alle rechten voorbehouden. Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Spark B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voortvloeiend uit eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de in dit document vermelde informatie.
3
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
1
Inleiding
1.1
Situatiebeschrijving Voor het verbeteren en behouden van een goede autobereikbaarheid van het centrum van Doetinchem is de Varkensweide één van de locaties waar uitbreiding van parkeercapaciteit is voorzien. Centrumbezoekers moeten vlot met de auto bij het centrum kunnen komen en hier op korte loopafstand van het centrum voldoende kwalitatief hoogwaardige parkeerruimte kunnen vinden. Op dit moment biedt de Varkensweide nog ruimte aan 400 auto’s.
Figuur 1.
Plangebied en locatie parkeerdek
De wens is om de parkeercapaciteit van de locatie te verhogen naar ten minste 900 plaatsen, waarvan 5 MIVA-plaatsen. De nieuwe parkeervoorziening wordt vormgegeven middels 300 parkeerplaatsen op maaiveldniveau (terreininrichting) met daarop een 3-laags parkeergebouw met op iedere parkeerlaag 200 parkeerplaatsen. Voor deze uitbreiding van het parkeerareaal, alsmede de realisatie van een multifunctioneel utilitair gebouw met daarin voorzieningen als openbare toiletten, een serviceruimte met betaalautomaten, een kleine kiosk, een personeelsfietsenstalling, diverse technische ruimten en een ruimte voor de alhier
4
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
te huisvesten centrale meldkamer/parkeerbeheer, is het nu voorliggende programma van eisen geformuleerd.
1.2
Doel PvE Dit PvE geeft op basis van de huidige inzichten de uitgangspunten en eisen weer voor de op de Varkensweide te realiseren parkeercapaciteit en toebehoren. Samen met de tekeningen die aan dit PvE zijn toegevoegd, is het PvE te beschouwen als een volledig en actueel concept van het uiteindelijk gewenste resultaat. De tekeningen zijn in die zin ook een aanvulling op hetgeen in dit document is beschreven. De beschrijving in dit document is echter altijd leidend. De tekeningen die samen met dit document het PvE vormen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 1.
1.3
Tekeningen behorende bij het PvE parkeerdek Varkensweide
nr. en naam
Van
betreft
1. P-garage Varkensweide 2. Schanskorf-variant
Gem. Doetinchem Arcadis
3. Architectuur
Arcadis
situatietekening perspectieven en referentiebeelden plattegronden en doorsneden
datum
02-10-08 jan. 2009 dec. 2008
Opbouw PvE Dit PvE moet leiden tot een ontwerp van een parkeervoorziening inclusief een multifunctioneel utilitair gebouw, en vormt een bijlage van de aanbestedingsleidraad. In dat kader zal het PvE ook als toetsdocument dienen voor de te leveren prestaties van de bij het ontwerp en de realisatie te contracteren partij(en). Sommige in dit document vermelde eisen zijn gelijk aan de voorschriften en normen waarnaar in hoofdstuk 2 wordt verwezen; dit ter explicitering van het belang van het betreffende voorschrift en/of de betreffende norm. In een aantal gevallen overstijgen de eisen uit dit PvE de voorschriften en normen. De eisen uit dit PvE zijn in die gevallen leidend en bepalend. In hoofdstuk 2 worden tevens de uitgangspunten met betrekking tot beheer, eigendom en gebruik weergegeven. In hoofdstuk 3 komen de eisen aan bod die te maken hebben met een adequate stedenbouwkundige inpassing en ontsluiting van de parkeervoorziening en het utilitair gebouw. In hoofdstuk 4 komen de constructieve eisen aan bod. De inhoud van de hoofdstukken 5 en 6 is toegespitst op met name de functionele eisen van enerzijds de parkeervoorziening en anderzijds het utilitair gebouw. In de hoofdstukken 7, 8 en 9 komen de technische eisen aan bod. Tenslotte worden in hoofdstuk 10 een aantal bepalingen met betrekking tot garantie en onderhoud weergegeven. Deze zijn mede bepalend voor onder meer de keuze van materialen en de daarbij te leveren garanties.
5
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
2
Randvoorwaarden en uitgangspunten
2.1
Normen en voorschriften De meest relevante normen en voorschriften die op de parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw van toepassing zijn met betrekking tot het ontwerp, de berekeningen, de constructie en het gebruik zijn: Het bouwbesluit en voorschriften van het lokale Bouw- en Woningtoezicht; Voorschriften van lokale nutsbedrijven (elektra, CAI, water e.d.); Praktijkrichtlijn (aanvullende) Brandveiligheidseisen op het bouwbesluit voor mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m², en de Aanvulling (2004) m.b.t. rookcompartimenten; Politie Keurmerk; Wegenverkeerswet; Milieudienst, de Wet Milieubeheer, normen en grenswaarden luchtkwaliteitdoelstellingen; Arbeidsinspectie en ARBO wetgeving; NEN 2443: Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in garages; overige van toepassing zijnde normen van het Nederlands Normalisatieinstituut, waaronder: ▫ NEN 1010 – Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties; ▫ NEN 1087 – Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor nieuwbouw; ▫ NEN 1814 – Toegankelijkheid van buitenruimten, gebouwen en woningen; ▫ NEN 2757 – Afvoer van rook van gebouwgebonden verbrandingsinstallaties met een belasting groter dan 130 kW op bovenwaarde - Bepalingsmethoden geschiktheid afvoersystemen; ▫ NEN 2916 – Energieprestatie van utiliteitsgebouwen – Bepalingsmethode; ▫ NEN 3140 – Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Aanvullende Nederlandse bepalingen voor laagspanningsinstallaties; ▫ NEN 6088 – Brandveiligheid van gebouwen - Vluchtwegaanduiding Eigenschappen en bepalingsmethoden; ▫ NEN 8087 – Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor bestaande gebouwen. • CROW Publicatie 158, Leidraad Fietsparkeren • ESPA-normering
6
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
2.2
Ontwikkeling en realisatie De parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw zal door het Projectbureau Gemeente Doetinchem worden ontwikkeld en worden gerealiseerd. De Gemeente Doetinchem zal tijdens de ontwikkeling en realisatie zorg dragen voor alle daartoe benodigde vergunningen.
2.3
Eigendom De Gemeente Doetinchem, afd. Fysieke Ontwikkeling zal de parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw in eigendom nemen indien deze onder meer aan alle in dit document genoemde eisen voldoen. De betreffende gebruiksvergunningen zullen door de Gemeente Doetinchem tijdig worden aangevraagd.
2.4
Beheer en exploitatie De Gemeente Doetinchem streeft naar een optimaal beheer en exploitatie van de parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw om daarmee mede zorg te dragen voor de beschikbaarheid van parkeercapaciteit voor de parkeerdoelgroepen behorende bij met name bezoekers van het centrum van Doetinchem, alsmede een adequate serviceverlening aan de betreffende parkeerders. De parkeervoorziening inclusief de functies in het utilitair gebouw zullen worden geëxploiteerd en beheerd door de afd. BUHA.
2.5
Fasering De parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw wordt niet gefaseerd gerealiseerd.
2.6
Gebruik De parkeervoorziening is primair bestemd voor bezoekers van het centrum. In de toekomst is ook gebruik door bezoekers van de nog te ontwikkelen evenementenfuncties in het gebied ´Doetinchem Haven´ voorzien. De gebruiker van de kiosk is thans nog niet bekend. De fietsenstalling is primair bestemd voor het op de locatie Varkensweide werkzame personeel van de afdeling BUHA (centrale meldkamer/parkeerbeheer). De Centrale Meldkamer wordt in gebruik genomen door de afdeling BUHA.
7
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
2.7
Garageprincipe en bouwvorm Op basis van de beschikbare ruimte (zie ook hoofdstuk 3) wordt uitgegaan van een volledig bovengronds gesitueerde parkeervoorziening met ca. 300 parkeerplaatsen op maaiveld en 3 bouwlagen met elk ca. 200 parkeerplaatsen. Het streven is om het bruto vloeroppervlak van de totale parkeervoorziening en het utilitair gebouw maximaal 24.000 m² bvo te laten bedragen (900 parkeerplaatsen inclusief ontsluiting ad gemiddeld 26,0 m² bvo per parkeerplaats, en een utilitair gebouw in 2 verdiepingen van elk 100 m² bvo waarin opgenomen een serviceruimte van ca. 50 m2 bvo, een openbare toiletvoorziening van ca. 15 m2 bvo, een kiosk ad 100 m2 bvo, 15 fietsstallingsplaatsen inclusief ontsluiting ad in totaal ca. 15 m² bvo en de centrale meldkamer met toebehoren ad ca. 200 m² bvo alsmede vloeroppervlak ten behoeve van het voor voetgangers verbinden van de functies in het utilitair gebouw).
2.8
Materiaalgebruik en afwerking De keuze van de toe te passen materialen, met name in de voor publiek toegankelijke ruimten, dient vandaal- en graffitibestendig te worden uitgevoerd. De toe te passen materialen voor alle relevante ruimten zijn in de tabel hieronder weergegeven. Keuze van materialen en afwerking geschiedt in overleg met de Gemeente Doetinchem. Vooralsnog dient ten minste te worden uitgegaan van een materiaalgebruik zoals opgenomen in de tabel op de volgende pagina. In aanvulling daarop geldt dat: • Wanden en kolommen ter plaatse van de parkeerdekken en de hellingbanen van de parkeerdekken worden afgewerkt met een coating (verf/kijm). • De niet-overdekte, bovenste parkeerlaag wordt afgewerkt met een slijtvaste coating ter garantstelling van zowel stroefheid als waterdichtheid en bescherming voor aantasting door chemicaliën. • Alle overige parkeervloeren stroef worden afgewerkt. • De vloeren, wanden en daken van het utilitair gebouw worden conform vigerende normen adequaat geïsoleerd.
8
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
Tabel 2.
Materiaalgebruik parkeervoorziening Varkensweide Vloeren Klinkers Beton
Coating
Wanden Linoleum
Tegels
Steen/ Beton
Plafonds
Tegels Beton
Systeem-
Gips-
plafond
platen
PARKEERVOORZIENING In- en uitritten, terrein
x
Parkeerdek
x
Hellingbanen
x
x x
Trappenhuizen Opslagruimte (p.m.)
x
x x
x x
x
x x
UTILITAIR GEBOUW Serviceruimte
x
x
x
Openbare toiletten
x
x
x
Technische ruimten
x
x
x
Verkoopruimte
x
x
x
Opslagruimte
x
x
x
Kiosk
(voorruimte) Toiletten
x
x
x
Fietsenstalling Entree/Uitgang
x
x
x
Stallingsruimte
x
x
x
Serviceruimte
x
x
x
Centrale meldkamer/parkeerbeheer Bedieningsruimte
x
x
Bewakingsruimte
x
x
Technische ruimten Publieksruimte
2.9
x
x x
x x
x
x
x
Pantry
x
x
(voorruimte) Toiletten
x
x
x x
Fysieke en sociale veiligheid De parkeervoorziening en het utilitair gebouw, met name de publieke ruimten daarin, moet fysiek en sociaal veilig zijn. Om optimaal aan de fysieke en sociale veiligheid te voldoen, zijn de volgende algemene eisen van toepassing: • de parkeervoorziening kent een overzichtelijke indeling (relatie tussen entree, rijbanen en parkeervakken, trappenhuizen en hellingbanen) op basis van een (ruime) maatvoering waarin donkere hoeken worden vermeden
9
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
•
er wordt een goede gelijkmatige verlichting aangebracht, waarbij zoveel als mogelijk toetreding van daglicht wordt benut. Waar nodig worden verticale bouwkundige onderdelen extra aangelicht. • er wordt een kolomvrije overspanning toegepast. Mochten kolommen onvermijdelijk zijn, dan worden slanke en afgeronde kolommen en wanden met doorkijkopeningen toegepast om een zo goed mogelijk ruimtelijk overzicht te realiseren. • de wanden van liften, trappenhuizen etc. worden zo transparant mogelijk uitgevoerd • er wordt een lichte kleurstelling en een zorgvuldige materiaalkeuze en afwerking gehanteerd • installaties (en toebehoren) worden zorgvuldig toegepast en zodanig gemonteerd dat dit geen visueel storende elementen zijn • er wordt goede bewegwijzering aangebracht voor voertuigen én voetgangers • er worden voorzieningen voor toezichthoudend personeel gerealiseerd en rekening gehouden met de plaatsing van camera’s (CCTV1) in de garage. Bovengenoemde eisen vormen een aanvullend kader ten opzichte van de in de volgende hoofdstukken beschreven stedenbouwkundige, constructieve, functionele en (installatie)technische eisen.
1
CCTV staat voor Closed Circuit TeleVision. Deze term wordt doorgaans toegepast voor systemen voor beeldregistratie, -weergave en -opslag.
10
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
3
Stedenbouwkundige inpassing en ontsluiting
3.1
Locatie De benoemde randvoorwaarden voor een stedenbouwkundige inpassing van de parkeervoorziening en het utilitair gebouw zijn beperkt. De inpassing dient echter te minste te voldoen aan de hiertoe gestelde, stedenbouwkundige en verkeerkundige eisen. De beoogde locatie en verschijningsvorm van de parkeervoorziening is weergegeven op de in tabel 1 genoemde tekeningen. Het openbaar toilet, de serviceruimte met betaalautomaten, de kiosk en de personeelsfietsenstalling zijn gesitueerd op maaiveldniveau, als onderdeel van het utilitair gebouw. De centrale meldkamer/parkeerbeheer kan in principe op een willekeurige positie in het utilitair gebouw worden gesitueerd.
3.2
Ontsluiting algemeen Onbevoegden (niet-parkeerders) mogen geen toegang hebben tot het parkeergebouw (als onderdeel van de totale parkeervoorziening) en het utilitair gebouw, teneinde deze zo sociaal veilig als mogelijk te houden (beperken inbraak, diefstel, vandalisme). Beide gebouwen zijn derhalve volledig afsluitbaar.
3.3
Ontsluiting voertuigen parkeervoorziening De parkeervoorziening heeft zijn entrees voor voertuigen zoals weergegeven op tekening nr. 3 zoals benoemd in tabel 1. De ontsluitingswegen van en naar de parkeervoorziening zullen voldoende capaciteit bieden om het verkeer van en naar de parkeervoorziening te kunnen verwerken. Uit verkeerskundig onderzoek is gebleken dat de verkeersintensiteiten behorende bij de parkeercapaciteit van de parkeervoorziening, in combinatie met alle overige verkeersintensiteiten, naar behoren kan worden afgewikkeld op de Europaweg indien deze wordt aangepast (zie tekening nr. 1 zoals benoemd in tabel 1.). De verwerkingscapaciteit van de inen uitgangen van de parkeervoorziening, alsmede de gehele infrastructuur in/op de parkeervoorziening, wordt gedimensioneerd op het uitgangspunt dat in één uur 75% van het aantal in/op de parkeervoorziening aanwezige parkeerplaatsen kan worden gevuld en/of geleegd; voor deze parkeervoorziening betreft dit 75% van in totaal ca. 900, zijnde ca. 675 voertuigen. Uitgaande van een verwerkingscapaciteit van 5 voertuigen per minuut, ofwel 300 voertuigen per uur per rijstrook en met een goede doorstroming bij eventuele technische problemen zijn daarvoor tenminste 1 inrit, 1 uitrit en 2 wisselstroken nodig. De wachtende auto’s voor de inrit van de parkeervoorziening mogen de doorgang voor ander verkeer niet blokkeren. De benodigde bufferruimte bedraagt 2% van het aantal voertuigen dat in het maatgevende uur de parkeergarage in- of uitrijdt
11
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
hetgeen betekent dat de bufferruimte plaats moet bieden aan ca. 14 auto’s, hetgeen overeenkomt met een bufferruimte van ten minste 80 strekkende meter (te verdelen over meerdere rijstroken nabij inrit).
3.4
Ontsluiting voetgangers parkeervoorziening De parkeervoorziening wordt voor voetgangers met bestemming Centrum ontsloten zowel door als langs het utilitair gebouw. In het parkeergebouw worden ten minste een tweetal trappenhuizen opgenomen om de parkeerverdiepingen te ontsluiten op maaiveldniveau. Voor voetgangers met bestemming Doetinchem Haven (toekomstige herontwikkeling) rekening houden dat een ontsluiting ingepast moet kunnen worden aan de Stokhorstweg, nabij de onderdoorgang van de Europalaan. Iedere voetgangersontsluiting is voorzien van een enkelvoudige lift en een trap.
3.5
Ontsluiting utilitair gebouw Het utilitair gebouw wordt voor voetgangers afkomstig van of gaand naar de parkeervoorziening enerzijds ontsloten op de looproute naar het Centrum en anderzijds op de verbinding tussen het utilitair gebouw en het parkeergebouw. Aan de looproute door het utilitair gebouw tussen beide voetgangersontsluitingen zijn in ieder geval de serviceruimte, het openbaar toilet, de kiosk en de entree naar de publieksbalie van parkeerbeheer gelegen.
3.5.1
Ontsluiting kiosk
Behalve een ontsluiting van de kiosk op de looproute door het utilitair gebouw wordt deze ook rechtstreeks via de buitengevel ontsloten ten behoeve van toegang van personeel en bevoorrading.
3.5.2
Ontsluiting personeelsfietsenstalling
Ongeacht de keuze voor de positie van de personeelsfietsenstalling, dient de toegang tot de personeelsfietsenstalling voor fietsers gescheiden te zijn van de toegang tot de parkeervoorziening. Het benoemen van de exacte positie voor de fietsontsluiting dient in overleg met de Gemeente Doetinchem plaats te vinden.
3.5.3
Ontsluiting centrale meldkamer/parkeerbeheer
De centrale meldkamer/parkeerbeheer wordt voor personeel ontsloten via een personeelsingang op maaiveldniveau. De personeelsingang is voorzien van een enkelvoudige lift en een trap, indien (delen van) de meldkamer en alle daartoe behorende ruimten niet op maaiveldniveau is/zijn gesitueerd. Het benoemen van de exacte positie voor de personeelsingang dient in overleg met de Gemeente Doetinchem plaats te vinden. 12
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
4
Constructieve eisen
4.1
Geotechnische aspecten Het parkeergebouw en het utilitair gebouw worden gerealiseerd met in acht name van alle geotechnische aspecten zoals deze uit nog nader uit te voeren onderzoek worden vastgesteld. Indicatief kan gebruik worden gemaakt van de onderzoekgegevens van de studie naar de realisatie van het Amphion Theater op de Varkensweide. Betreffende gegevens kunnen bij de Gemeente Doetinchem worden opgevraagd.
4.2
Omgevingsrandvoorwaarden Het parkeergebouw en het utilitair gebouw worden gerealiseerd met in acht name van alle omgevingsrandvoorwaarden zoals die van toepassing zijn met betrekking tot de aanwezige, aangrenzende belendingen.
4.3
Fundering De wijze van fundering gebeurt op basis van lokale omstandigheden, waaronder het in acht nemen van de aanwezige persleiding van het Waterschap, en moet worden bepaald in overleg met de Gemeente Doetinchem.
4.4
Vloeren, hellingbanen, wanden en daken Alle vloeren van het parkeergebouw en utilitair gebouw, inclusief de bovenste laag, zijn als constructielaag vloeistofdicht, dus ook zonder afwerking. Afhankelijk van het oppervlak zullen de vloeren verdeeld worden in delen die worden gescheiden door een dilatatievoeg. De dilatatievoegen moeten vloeistofdicht zijn. Vlakke vloeren worden monolith afgewerkt. De overdekte en onoverdekte parkeerdekken, alsmede het parkeren op maaiveld wordt op afschot aangelegd, per vloerveld van 150 m2 leidend naar een afvoerput in het midden van de rijweg (of middels een gelijkwaardige oplossing). Ten behoeve van het in of onder één of meerdere vloeren aan te brengen rioleringstelsel (onder andere in de vloer aan te brengen afvoerputten en dergelijke) rekening houden met het daarbij behorende afschot van 0,5 cm per meter. Balken onder de vloer(en) berekenen op de hiervoor benodigde sparingen. Ter plaatse van in te storten of later aan te brengen detectielussen in het parkeergebouw bedraagt de wapeningsvrije toplaag aldaar tenminste 5 cm.
13
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
Ten behoeve van de (in te storten) leidingen voor installaties en overige gewenste voorzieningen sparingen in de vloer(en) en/of in de balken onder de vloer(en) aanbrengen. Plafonds, tenzij anders vermeld, vlak afwerken.
4.5
Vloer- en plafondopeningen Gezien de aard van het parkeergebouw zijn vloer- en plafondopeningen niet gewenst.
4.6
Liftput(ten) en schacht(en) Constructieve voorzieningen voor de positionering van liftputten moeten nader worden bepaald. De liftschachten van de liften van de voetgangersontsluitingen van het parkeergebouw moeten volledig transparant kunnen worden uitgevoerd en dienen derhalve niet als constructieve voorziening.
4.7
Kolomstructuur/stramien In het parkeergebouw wordt een kolomvrije overspanning toegepast. De plaatsing van overige constructieve elementen (incidentele kolommen en wanden) moeten worden afgestemd op de parkeervakken en -wegen, op dusdanige wijze dat wordt voldaan aan de eisen uit NEN 2443 (parkeergarage). Als er incidenteel kolommen moeten worden toegepast, dan zijn deze in ieder geval (afge)rond en zo slank mogelijk uitgevoerd. De kolommen zijn, voor zover van toepassing, voorzien van sparingen voor in te storten leidingen en voorzieningen.
14
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
5
Functionele eisen parkeervoorziening De parkeervoorziening, inclusief het daarop aanwezige parkeergebouw, en alle daartoe behorende infrastructuur moeten dusdanig worden ontworpen dat een veilige en vlotte verkeersafwikkeling mogelijk is. Vluchtwegen vanuit het parkeergebouw moeten uitkomen op het openbaar terrein.
5.1
Entree en toegang • •
de rijbanen naar de toegang voor motorvoertuigen moeten tenminste 2,65 meter breed zijn. de totale entree moet zodanig ontworpen zijn dat wordt voorkomen dat voetgangers niet tijdig worden opgemerkt door het in- en uitrijdende verkeer en vice versa.
5.1.1 • • • • •
• •
Toegang voertuigen (ter plaatse van toegangscontroleapparatuur)
de toegang van de voertuigen dient voor automobilisten duidelijk zichtbaar te zijn/te worden gemaakt de vrije doorrijbreedte per rijstrook moet minimaal 2,50 meter bedragen. de aanrijroute en het gedeelte ter plaatse van de parkeerapparatuur moet een vlak verloop hebben het is niet toegestaan parkeerapparatuur in een bocht te plaatsen de diverse onderdelen van de parkeerapparatuur moeten in één rechte lijn kunnen worden geplaatst en moeten tegen aanrijden worden beveiligd. De minimale afstand tussen de rijweg en de parkeerapparatuur bedraagt 0,15 meter. de opstelruimte bij de parkeerapparatuur dient horizontaal te zijn (minimaal 10 meter voor de slagboom). de toegangen tot het parkeergebouw (in- en uitgangen) voor voertuigen moeten middels speedgates worden afgesloten. De deuren zijn voorzien van: • een zgn. beveiligingsstop • een niet voor publiek toegankelijke overbrugbare handbediening • aandrijving d.m.v. thermisch beveiligde elektromotor • ontgrendeling d.m.v. een leessleutel
De benoemde parkeerapparatuur is een onderdeel van het parkeermanagementsysteem (zie hoofdstuk 7) en behoort tot de directieleveringen.
15
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
5.1.2 • • •
•
5.2
Toegang voetgangers
alle loopdeuren in het parkeergebouw hebben een minimale breedte van 1,00 meter, mede in verband met de toegankelijkheid voor rolstoelers alle loopdeuren zijn voorzien van een panieksluiting die in noodgevallen zonder sleutel van binnenuit te openen is. alle loopdeuren, met uitzondering van eventuele noodtrappenhuizen, moeten worden uitgerust met een elektrisch slot, dat bedoeld is om de loopdeur middels het parkeermanagementsysteem te kunnen openen. Het slot wordt door het parkeermanagementsysteem bediend/bestuurd. alle toegangsdeuren moeten worden voorzien van een deurstandsignalering die op het synoptisch paneel in de loge wordt aangesloten.
Parkeervloeren (inclusief maaiveld) • •
de parkeervakken voor motorvoertuigen moeten minimaal 2,45 meter breed zijn; MIVA-vakken 3,5 meter (met een doorloopbreedte van 1,20 meter). in de tabel hieronder is weergegeven wat de minimale breedte van de rijbanen voor motorvoertuigen is, uitgaande van een voorkeursindeling op basis van schuinparkeren (70 graden). Tabel 3.
Afmetingen parkeerwegen en –vakken motorvoertuigen
Eenrichtingsverkeer • schuin parkeren (70 gr.)
•
•
Breedte parkeervak
Breedte rijbaan
2,45 m.
. 5,10 m
Deze maatvoering geldt in ieder geval als er geen kolommen aanwezig zijn tussen de parkeervakken. Als er incidenteel toch kolommen tussen de parkeervakken benodigd zijn, zijn er twee mogelijkheden. Als de kolommen verder van 0,50 meter en minder dan 1,50 meter van de rijbaan staan, is geen breedtetoeslag nodig. Als de kolommen op een andere plaats tussen de parkeervakken staan is een breedtetoeslag noodzakelijk. Deze toeslag bedraagt 0,15 meter voor een parkeervak dat aan één zijde door een kolom, schijf of wand wordt begrensd, en 0,30 meter voor een parkeervak dat aan twee zijden wordt begrensd. de vrije doorrijhoogte en doorloophoogte op de parkeervloeren in en onder het parkeergebouw is afhankelijk van de lengte van het parkeerdek. Om het zogenaamde tunneleffect op te heffen is een hoogtetoeslag van toepassing bij relatief lange en/of brede gebouwen. Om die reden is de vrije hoogte voor dit parkeergebouw vooralsnog vastgesteld op 2,30 meter. De benodigde hoogte is exclusief de benodigde hoogte ad 0,40 meter voor technische infrastructuur (incl. eventuele ventilatiecomponenten). waar looproutes en rijbanen elkaar kruisen worden zebrapaden aangebracht
16
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
5.3
Hellingbanen • • •
5.4
(Nood)trappenhuizen en vluchtwegen • • • • •
5.5
•
•
de liften zoals genoemd in paragraaf 3.4 moeten uitkomen op brede en goed verlichte voorruimten. De voorruimten moeten obstakelvrij zijn en groot genoeg voor de opvang van de behoefte van het liftgebruik. de liften hebben een afmeting van minimaal 4 m2 meter zijn geschikt voor tenminste twaalf personen. De voorruimte van de lift is tenminste zo groot als het oppervlakte van de lift. de horizontale loopafstand tot een lift mag maximaal 80 meter bedragen
Technische ruimten •
•
•
5.7
de reguliere trappenhuizen (niet zijnde noodtrappenhuizen) zoals genoemd in paragraaf 3.4 moeten zo transparant mogelijk worden uitgevoerd. de trappen hebben een minimale breedte van 1,5 meter ten behoeve van een comfortabele aan-/optrede) rondom trapgaten een schoprand aanbrengen ter hoogte van 50 mm de horizontale loopafstand naar een trap mag maximaal 40 meter bedragen de eventuele noodtrappenhuizen mogen alleen in geval van nood toegankelijk zijn
Liften •
5.6
hellingbanen worden zonder bochten uitgevoerd hellingbanen worden stroef afgewerkt (bijv. ruw uitbezemen) onoverdekte hellingbanen worden voorzien van hellingbaanverwarming.
ten behoeve van verschillende werktuigkundige en elektrotechnische installaties (de vuilwaterpomp/olie- en benzineafscheider, het noodaggregaat (indien van toepassing), de liftmachinekamer e.d.) moeten diverse bouwkundige ruimten worden gerealiseerd. ten behoeve van de opslag van een schoonmaakmachine dient in het parkeergebouw, bijvoorbeeld onder 1 van de hellingbanen) een berging te worden gerealiseerd, uitgerust met een wateraansluiting. eventuele restruimten kunnen in overleg met de Gemeente Doetinchem worden ingericht als technische ruimten en/of magazijnruimten.
Bewegwijzering/wayfinding De (route naar de) entree van de parkeervoorziening (ingang voor auto's en voetgangers) middels bebording en dergelijke duidelijk herkenbaar aangeven. Bij voorkeur het principe hanteren zoals toegepast in parkeergarage Het Loo (Ontwerper: Hans Pilon)
17
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
De route naar noemenswaardige functies in de omgeving van de parkeervoorziening voor auto’s en voetgangers nabij de betreffende uitgangen middels bebording en dergelijke duidelijk herkenbaar aangeven. Boven iedere ingang voor voertuigen een bord monteren met hierop aangegeven: • betreffende doelgroep(en) • maximum snelheid 15 km. • verboden voor aanhangers • maximum doorrijhoogte 2,10 m • een doorrijhoogte beperking (aluminium balk) • een rijstrooksignalering • tarief- en openingstijden • vol-/vrijsignalering.
18
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
6
Functionele eisen utilitair gebouw Het utilitair gebouw huisvest voorzieningen als de openbare toiletten, een serviceruimte met betaalautomaten, een kleine kiosk, een personeelsfietsenstalling, diverse technische ruimten en een ruimte voor de centrale meldkamer/ parkeerbeheer. De openbare toiletten, de serviceruimte, de kiosk en de personeelsfietsenstalling zijn op begane grondniveau gesitueerd.
6.1
Serviceruimte •
• •
het bruto vloeroppervlak van de serviceruimte bedraagt ca. 40 m2 bvo en dient afgestemd te zijn op het te verwachten maximale aantal klanten dat zich op de piekmomenten voor de betaalautomaten bevindt. Uitgegaan kan worden van 1 m² per klant het aantal betaalautomaten bedraagt 4 stuks de betaalautomaten moeten worden opgesteld op plaatsen die aansluiten op de voetgangerslogistiek. de betaalautomaten zijn een onderdeel van het parkeermanagementsysteem (zie hoofdstuk 7) en behoort tot de directieleveringen.
6.2
Openbare toiletten • • • •
6.3
minimaal één mannentoilet, één vrouwentoilet en één mindervalidentoilet de oppervlakte per toiletruimte bedraagt 1,10 x 1,50 m de afmeting van het mindervalidentoilet bedraagt totaal 2,00 m x 2,00 m. toegang tot het toilet voor bezoekers alleen middels spreek-/luisterverbinding met een ontsluitingssignaal vanuit de portiersloge.
Personeelsfietsenstalling met 15 fietsplaatsen 6.3.1 • • •
de vrije netto doorrij-/doorloophoogte moet minimaal 2,30 meter bedragen de vrije doorrijbreedte per rijstrook moet minimaal 1,50 meter bedragen. de aanrijroute en de entree moet een vlak verloop hebben
6.3.2 • •
Algemeen
Toegang stalling
de toegangsdeur heeft een minimale breedte van 1,00 meter. de deur is voorzien van een panieksluiting die in noodgevallen zonder sleutel van binnenuit te openen is.
19
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
• •
de deur moet worden uitgerust met een cilinderslot, dat bedoeld is om de loopdeur middels een sleutel te kunnen openen. de toegangsdeur moet worden voorzien van een deurstandsignalering die op het synoptisch paneel in de beheerdersruimte wordt aangesloten.
6.3.3 • • •
6.4
Stallingsvloer
de maatvoering voor de parkeervakken voor 15 fietsen worden gedimensioneerd op éénlaags parkeren. de minimale breedte van de rijbanen voor fietsen bedraagt 2,0 meter de vrije doorrijhoogte en doorloophoogte in de stalling bedraagt ten minste 2,30 meter. De benodigde hoogte is exclusief de benodigde hoogte voor technische infrastructuur en eventuele ventilatiecomponenten ad 0,40 meter.
Kiosk Maximaal 100 m2 bvo bestaande uit: • een winkelruimte • een (personeels)toilet met voorruimte • een berging/opslag/kantoorruimtea ad ca. 15 m2 • een exploitatiekast met aansluitingen nutsbedrijven en exploitatiemeters
6.5
Technische ruimten De technische ruimten bevinden zich op een nader te bepalen plaats. Hierin worden de volgende installaties ondergebracht: • T.b.v. de parkeervoorziening: • de onderverdeelinrichting • de centrale apparatuur van het Parkeermanagementsysteem • de centrale apparatuur CCTV • de brandmeldcentrale • de hoofdkast Centraal Informatie Systeem • een wandgoot met 8 wandcontactdozen verdeeld voor 2 groepen 230 volt. • T.b.v. de centrale meldkamer/parkeerbeheer • de onderverdeelinrichting • T.b.v. de kiosk • de onderverdeelinrichting
6.6
Exploitatieruimte parkeervoorziening In de exploitatieruimte dienen diverse installaties van de parkeervoorziening te worden ondergebracht, tenminste bestaande uit: • de aansluiting van het energiebedrijf • de hoofdverdeelinrichting
20
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
• • • • •
6.7
de schakelkast van het ventilatiesysteem het invoerpunt KPN Isra punt de centrale noodverlichtingskast de hoofdaardrail de aardrail ten behoeve van schone aarde.
Centrale meldkamer De centrale meldkamer/parkeerbeheer bestaat onder meer uit één grote ruimte van ca. 80 m2 bvo, middels een flexibele afsluiting in 2 ruimten op te delen. 1 ruimte wordt ingericht als meldkamer (parkeerbeheer, parkeerverwijssysteem en binnenstadsafsluiting) en 1 ruimte als toezichtcentrale. Daarnaast wordt voorzien in toilet- en kleedruimten, een pantry/eetruimte, een vergaderruimte, een balie/wachtruimte voor bezoekers en diverse overige/ technische ruimten. Voetgangersstromen van en naar de balie/wachtruimte (bezoekers) en de overige ruimten (personeel) dienen gescheiden van elkaar plaats te kunnen vinden. Het aanwezige personeel moet onder prettige omstandigheden kunnen werken. Ook de klant moet bij een bezoek aan de balieruimte een comfortabel en veilig gevoel hebben.
6.7.1 • • • • •
Functionele eisen Meldkamer parkeerbeheer
het minimale netto vloeroppervlak bedraagt circa 40,00 m² bij een lengte van tenminste 7,00 meter de hoogte tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer tot de onderkant van het afgewerkt (systeem)plafond bedraagt tenminste 2,70 m de ruimte kolomvrij uitvoeren toetredend buitenlicht moet kunnen worden voorkomen de meldkamer zal worden voorzien van: • een videowall t.b.v. de camerabeelden en overige informatieweergaven uit alle aangesloten parkeergarages, de binnenstadsafsluiting en het parkeerverwijssystemen • een bureau/werkplek waarop de middelen staan vanwaar de operator zijn werkzaamheden verricht • een opstelruimte voor een meldtafel met 2 werkplekken t.b.v. de centrale bewaking/aansturing van de verschillende parkeermanagementsystemen van de aangesloten parkeergarages en binnenstadsafsluiting (ergonomisch werkblad), intercoms parkeergarages, portofooninstallatie personeel parkeerbeheer en een PC voor administratieve werkzaamheden De te stellen eisen aan de genoemde installaties (o.a. videowall, bedieningscentrale van het parkeermanagementsysteem) en voorzieningen (o.a. werkplekmeubilair) zullen in een separaat PvE worden beschreven. Deze installaties en voorzieningen behoren tot de directieleveringen.
21
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
6.7.2 • • • • •
Functionele eisen Toezichtcentrale
het minimale netto vloeroppervlak bedraagt circa 40,00 m² bij een lengte van tenminste 7,00 meter de hoogte tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer tot de onderkant van het afgewerkt (systeem)plafond bedraagt tenminste 2,70 m de ruimte kolomvrij uitvoeren toetredend buitenlicht moet kunnen worden voorkomen de hoofdruimte zal worden voorzien van: • een videowall t.b.v. de camerabeelden van alle aangesloten toezichtcamera´s in het openbaar gebied • een bureau/werkplek waarop de middelen staan vanwaar de operator zijn werkzaamheden verricht • opstelruimte (ergonomisch werkblad) voor een meldtafel met 2 werkplekken t.b.v. portofooninstallatie toezichthouders en een PC voor administratieve werkzaamheden. De te stellen eisen aan de genoemde installaties (o.a. videowall, portofooninstallatie)) en voorzieningen (o.a. werkplek-meubilair) zullen in een separaat PvE worden beschreven. Deze installaties en voorzieningen behoren tot de directieleveringen.
6.7.3 • •
Pantry/eetruimte centrale meldkamer/parkeerbeheer
de pantry dient een afgescheiden ruimte te zijn, geschikt voor ten minste 6 personen de eetruimte dient te worden voorzien van een aanrechtblok (warm- en koudwater) met bovenkastjes, koelkast, kookmogelijkheid/magnetron en een tafel met voldoende stoelen.
6.7.4
Vergaderruimte/-eetruimte
Een vergaderruimte/-eetruimte voor minimaal 6 personen
6.7.5 • •
Balie-/wachtruimte bezoekers
het minimale netto vloeroppervlak bedraagt circa 6,00 m² bij een lengte van tenminste 3,00 meter betreden wachtruimte middels afsluitbare (op afstand bedienbaar) automatische schuifdeur
22
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
6.7.6
Technische ruimten centrale meldkamer/parkeerbeheer
Ten behoeve van de hierna genoemde installaties dient een aparte technische ruimte te worden gerealiseerd: • energievoorziening • transmissiesysteem • centraal parkeermanagement • centrale CCTV parkeergarages • centrale CCTV openbaar gebied • intercom parkeergarages • parkeerverwijssysteem • portofoon/mobilifoon • reserveruimte
6.7.7
Technische eisen centrale meldkamer
De technische eisen van alle toe te passen systemen voor de centrale meldkamer zijn zeer omvangrijk. Dit betreft enerzijds de parkeermanagementsystemen (incl. CCTV-systemen, intercoms) van alle aan te sluiten parkeergarages en de binnenstadsafsluiting (meldkamer parkeerbeheer) en anderzijds de CCTVsystemen, intercoms, porto- en mobilofoons etc. in het openbare gebied (toezichtcentrale). Deze worden in een later stadium in een apart PvE weergegeven.
6.7.8 • • • • •
Overig eisen centrale meldkamer
een herentoilet met één toilet met urinoir en een ‘gewoon’ toilet. een damestoilet met twee ´gewone´toiletten een voorruimte van de toiletten die tevens kan dienen als kleedruimte (voor heren en dames afzonderlijk) een technische werkplaats met berging en geldkluis (ca. 15 m2) een ruimte voor berging van schoonmaakartikelen, inclusief uitstortgootsteen
23
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
7
Parkeermanagement Het parkeermanagementsysteem vormt het hart van het beheer van alle verkeersstromen naar, in en uit de parkeervoorziening. De hieraan te koppelen eisen zijn omvangrijk en worden in een later stadium in een apart PvE weergegeven. De voornaamste, reeds nu voor het ontwerp van de parkeervoorziening van toepassing zijnde eisen zijn hierna weergegeven.
7.1
Toegangscontrole parkeervoorziening Om te voorkomen dat ongewenste parkeerdoelgroepen toegang krijgen tot de parkeervoorziening, worden alle toegangen voor voertuigen afgesloten middels een verkeerslicht (diameter 100 mm) en slagboom. Het parkeergebouw op de parkeervoorziening is volledig afsluitbaar voor zowel voertuigen, middels speedgates) als voetgangers (middels voetgangersentrees). De voetgangersentree’s van het parkeergebouw en van het utilitair gebouw zijn afgesloten middels deuren. Alle toegangen voor voertuigen en alle voetgangersentrees worden voorzien van een toegangscontrolesysteem (kaartlezer, kaartgever, slagbomen e.d.). Toegang tot de parkeervoorziening moet onder meer mogelijk zijn middels chipkaarten, creditcards en transponderkaarten. Deze kaarten moeten door het parkeermanagementsysteem kunnen worden verwerkt. Alle deuren die in het parkeergebouw uitkomen moeten van een deurstandsignalering, elektrisch slot en kaartlezer worden voorzien. Deuren naar ruimten die uitsluitend zijn bestemd voor geautoriseerde personen (parkeerders, personeel) moeten eveneens worden voorzien van een deurstandsignalering, elektrisch slot en kaartlezer.
7.2
Toegangscontrole personeelsfietsenstalling Om te voorkomen dat ongewenste doelgroepen en voetgangers toegang krijgen tot de personeelsfietsenstalling, wordt de toegang afgesloten middels een afsluitbare deur met cilinderslot. De deur is tevens voorzien van een deurstandsignalering.
7.3
Betaalsystemen Het aantal en de positie van de betaalautomaten wordt nog nader vastgesteld. Minimaal 50% van de betaalautomaten moet ook geschikt zijn voor betalingen met cash geld, alle automaten moeten geschikt zijn voor girale betalingen (creditcard, chipknip, pinbetalen).
24
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
7.4
CCTV De doelstelling van het CCTV-systeem is het observeren en eventueel vastleggen van handelingen van personen en voertuigen in/op de parkeervoorziening en het utilitair gebouw. Bij het projecteren van de camera’s uitgaan van een zogenaamde “schilbeveiliging” dat wil zeggen dat alle toegangen en uitgangen van het parkeergebouw en de opstelpositie van de parkeerapparatuur kunnen worden geobserveerd. In het gebouw moeten de volgende handelingen, verkeersstromen en ruimten, kunnen worden geobserveerd: • opstelpositie in- en uitgangen (slagbomen, kaartlerzers en –gevers) • de betaalautomaten en de serviceruimte • alle deuren van (nood-)trappenhuizen • de hoofdruimte van de portiersloge • de personeelsfietsenstalling • de toegang van het openbare toilet.
25
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
8
Werktuigbouwkundige eisen
8.1
Algemene voorzieningen Leidingen in/onder het parkeergebouw moeten zoveel mogelijk uit het zicht worden aangebracht. Leidingen mogen niet onder balken doorlopen. Waar mogelijk moeten bouwkundige sparingen voor leidingen worden aangebracht; dit dient echter voor wat betreft vloeren tot een minimum te worden beperkt. De parkeervoorziening (incl. toebehoren en de personeelsfietsenstalling), de kiosk en de centrale meldkamer moeten –tenzij anders vermeld– van gescheiden installaties worden voorzien (i.v.m. aparte exploitaties).
8.2
Ventilatie Het ventilatieprincipe van de parkeervoorziening en de personeelsfietsenstalling dient te zijn gebaseerd op natuurlijke ventilatie.
8.2.1
Overdrukventilatie
Voor alle ruimten behorende tot de beheerdersruimte, de centrale meldkamer, de (nood)trappenhuizen, de openbare toiletten/minder validen toilet, de liften, de serviceruimten en de kiosk moet overdrukventilatie worden toegepast.
8.3
Verwarming De klimaatbeheersing van alle ruimten behorende tot de centrale meldkamer/parkeerbeheer en de kiosk moet middels een luchtbehandelinginstallatie (afzonderlijk) plaatsvinden. De betreffende thermostaten moeten (afzonderlijk) kunnen worden ingesteld op een gewenste temperatuur per ruimte en kunnen worden afgeschermd tegen onbevoegd verstellen. De eisen aan de klimaatbeheersing moeten haalbaar zijn bij een buitentemperatuur van -15o Celsius en een windsnelheid van acht meter per seconde. Openbare toiletten en toiletten voor minder validen dienen vorstvrij te worden gehouden middels vloer- of wandverwarming. Dit geldt ook voor de voorruimte van de toiletten. De exploitatieruimte en overige technische ruimten moeten een minimale temperatuur van 10o Celsius hebben. Alle buisleidingen, kabelgoten en ladderbanen van en naar de loge moeten ter plaatse van vloeren, wanden en plafonds gasdicht worden afgesloten. De convectoren en ribbenbuiskachels dienen vast aangesloten te worden middels
26
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
een afschakelbare thermostaat op de convector of ribbenbuis. Aansluiten via wandcontactdozen en een losse kabel met een stekker is niet toegestaan. In de exploitatieruimte en overige technische ruimten dienen ook hygrostaten voor het aansturen van de ribbenbuiskachels te worden aangebracht.
8.4
(Koud)wateraansluitingen Behalve de reeds genoemde aansluitingen (ook kiosk en centrale meldkamer/parkeerbeheer) dient op ieder parkeerdek van het parkeergebouw tenminste één watertappunt aanwezig te zijn, opgenomen in een bouwkundig afsluitbare kastruimte, beschermd tegen vorst. Tevens een watertappunt in de kast ten behoeve van de veegmachine De watertappunten op de parkeerdekken, in de kast voor de veegmachine, alsmede in de openbare toiletten zijn aangesloten op één eigen watermeter. De kiosk en de centrale meldkamer/parkeerbeheer worden tevens voorzien van een eigen watermeter.
8.5
Binnen- en buitenriolering Standleidingen en hemelwaterafvoeren zodanig worden geprojecteerd dat ze niet ten koste gaan van de functie of functies van de ruimten waarin ze zich bevinden. Ten behoeve van de afvoer van lekwater –of bij een onoverdekt bovenste parkeerdek voor wat betreft het hemelwater– het principe hanteren van de kortst mogelijke afstand tussen wateropvang en waterafvoer. Op overdekte parkeerdekken moeten in het midden van de rijweg afvoerputten worden ingestort. Deze afvoerputten moeten worden afgedekt met een thermisch verzinkt stalen putdeksel. Per 150 m² vloeroppervlak moet één afvoerput worden aangebracht van 0,20 bij 0,20 meter. De afvoerputten worden aangesloten op een bouwkundige put. Direct bij de ingang van de garage moet in het overdekte gebied een afvoergoot worden geplaatst. Deze goot moet eveneens worden aangesloten op een bouwkundige put. Ook de hellingbanen moeten worden voorzien van een afvoergoot met afneembaar tralierooster over de volledige breedte van de hellingbaan. Deze afvoergoot moet minimaal 0,30 meter breed zijn en wordt ook aangelsoten op de bouwkundige put. De inhoud van de bouwkundige put moet voldoende zijn om het water dat gedurende een regenbui van een uur de parkeergarage in zou kunnen stromen te bergen. In de bouwkundige put moeten pompen worden aangebracht die middels een persleiding de waterinhoud verpompen naar de olie/vetafscheider. In ieder (nood)trappenhuis moet in de onderste laag een afvoerput van 0,20 bij 0,20 meter worden ingestort. Deze afvoerputten moeten worden voorzien van een thermisch verzinkt stalen putdeksel.
27
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
8.6
Brandbestrijdingsinstallatie Het parkeergebouw en utilitair gebouw voorzien van één of meer droge blusleidingen conform eisen Brandweer. Er mag geen sprinklerinstallatie worden toegepast. De kiosk en de centrale meldkamer dienen middels nader onderzoek apart te worden beschouwd op toepasbare brandbestrijding. Het aantal in het parkeergebouw en utilitair gebouw te plaatsen brandslanghaspels en/of brandblussers wordt in overleg met de brandweer bepaald. Bij brandslanghaspels worden de leidingen naar de haspels pas met water gevuld indien een brandmelding heeft plaatsgevonden (droge blusleiding). Posities en afwerkingsniveau mede in overleg met Gemeente Doetinchem bepalen. De brandbestrijdingsmiddelen in publiekstoegankelijke ruimten mogen alleen toegankelijk zijn door middel van het activeren van een brandalarm (slow-whoop) in combinatie met elektrische ontgrendeling.
28
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
9
Electrotechnische installaties
9.1
Algemene voorzieningen Alle installaties moeten worden weggewerkt middels het instorten van de leidingen en toebehoren, of door deze weg te werken achter verlaagde plafonds, in leidingschachten of kabelgoten. In de meldkamer evt. middels verhoogde vloeren. Verticale en horizontale leidingen die niet kunnen worden weggewerkt en zich in publiekstoegankelijke ruimten bevinden moeten tot een hoogte van 2,50 meter worden uitgevoerd in Hostalietbuis met een afscherming van RVS Ω profiel en RVS bevestigingsmaterialen. Aan- en afvoerleidingen en toebehoren van boven de parkeergarage gelegen overige functies mogen niet in/door de parkeergarage worden aangebracht De parkeervoorziening (incl. toebehoren en de personeelsfietsenstalling), de kiosk en de centrale meldkamer moeten –tenzij anders vermeld– van gescheiden installaties worden voorzien (i.v.m. aparte exploitaties). Alle installaties t.b.v. het parkeergebouw met toebehoren, de openbare toiletten, de serviceruimte worden aangesloten op één verbruiksmeter. De fietsenstalling, de kiosk en de centrale meldkamer/parkeerbeheer met toebehoren worden elk aangesloten op een eigen exploitatiemeter.
9.1.1
Nuts- en centrale energievoorzieningen
De aangeleverde centrale energievoorzieningen moeten voldoende capaciteit bevatten voor de parkeervoorziening (incl. toebehoren en de personeelsfietsenstalling), de kiosk en de centrale meldkamer en alle daartoe behorende installaties.
9.1.2
Eisen verdeelinrichtingen
De verdeelinrichtingen en de voedingsleidingen moeten een reservecapaciteit hebben van 20%, gerelateerd aan het geïnstalleerde vermogen.
9.1.3
Noodvoorzieningen
De noodverlichting dient te worden uitgevoerd als centrale noodverlichting, aangesloten op een centraal noodverlichtingsysteem.
29
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
Als blijkt dat een noodaggregaat moet worden toegepast, dan moet ten behoeve van de parkeervoorziening minimaal capaciteit beschikbaar zijn voor: • het parkeermanagementsysteem • toegangscontrole • het centraal noodverlichtingsysteem • 20% reserve. De noodaggregaat moet worden uitgevoerd voor parallel netbedrijf (gesynchroniseerd), zodat belast proefdraaien op normaal vermogen ongestoord mogelijk is. De noodaggregaat moet worden aangesloten op het garage beheersysteem. De capaciteit van de brandstoftank moet voldoende zijn om 2 uur op nominaal vermogen te kunnen draaien (incl. 10 maal starten). De ruimte waarin het noodaggregaat met toebehoren (o.a. dieselvoorraad) wordt opgenomen, maakt geen deel uit van het utilitair gebouw. De ruimte
9.2
Verlichting Het verlichtingsniveau moet voldoen aan de eisen die in de tabel hieronder worden gesteld. Tabel 4.
Verlichtingssterkte
Ruimte
Entree straatzijde In- en uitritten binnen Parkeerdekken en fietsenstalling Hellingbanen Gangen, trappenhuizen en liften Serviceruimten / betaalautomaten Beheerdersruimte /meldkamer Pantry Voorruimte toiletten Toiletten Technische ruimten Magazijnruimten Kiosk Uitgangen en finale uitgang(en)
Werkvlak
vloer vloer vloer vloer vloer 1000+ vloer 1000+ vloer 1000+ vloer vloer vloer vloer vloer vloer vloer
Verlichtingssterkte Gelijkmatigheidindex
25 lux 300 lux 70 lux 100 lux 200 lux 400 lux 400 lux 200 lux 100 lux 100 lux 200 lux 200 lux 200 lux 25 lux
0.30 0.50 0.80 0.50 0.50 0.80 0.80 0.80 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50 0.30
Behoudens de TL armaturen aangesloten op de centrale noodverlichtingunit dienen de armaturen uitgevoerd te worden met conventionele verliesarme HFvoorschakelapparaten. De verlichtingsarmaturen in en onder het parkeergebouw verdelen over meerdere groepen en fasen. Verlichting moet (deels) uitschakelbaar en/of dimbaar zijn.
30
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
9.3
Communicatie 9.3.1
Intercom-/geluidsinstallatie
Intercomfaciliteiten zijn een onderdeel van het parkeermanagementsysteem. Voor de entree van de auto’s en fietsen vormen ze een onderdeel van de kaartlezers/gevers, voor de entrees van de voetgangers vormen ze een onderdeel van de kaartlezers die voor deuren die middels een component van het parkeermanagementsysteem kunnen worden geopend.
9.3.2
Synoptisch paneel
In de Beheerdersruimte dient een synoptisch paneel te worden aangebracht. Op dit paneel moeten LED’s alle statusmeldingen van de installaties en deurstandsignaleringen aangeven.
9.4
Beveiliging 9.4.1
CO/LPG-detectie (indien van toepassing)
De CO- en LPG-detectoren projecteren op basis van de NEN 2443, waarbij per combinatie van een CO- en LPG-detector een vloeroppervlakte van maximaal 400 m² wordt bewaakt en er minstens één detector binnen een straal van tien meter bij de uitgang moet worden gepositioneerd. Indien er door het CO/LPG detectiesysteem in/onder het parkeergebouw een verhoogde concentratie gassen word gemeten moet dit ter plaatse van de toegangen (voertuigen en voetgangers) worden gesignaleerd.
9.4.2
Brandmelding-/ontruimingsinstallatie
Toegang voertuigen Indien het parkeergebouw en/of het utilitair gebouw moet(en) worden voorzien van een brandmeldingcentrale, dan moeten hiertoe de volgende voorzieningen worden aangebracht: • een van buiten het gebouw waarneembaar flitslicht aangesloten op de brandmeldingcentrale, op een in overleg met de brandweer te bepalen plaats • een buiten of op het gebouw bevestigde sleutelkluis, op een in overleg met de brandweer te bepalen plaats, welke is te openen met een brandweersleutel. Parkeervloer Nabij de brandslanghaspels een brandmelder plaatsen die tevens de watertoevoer naar de haspels aanstuurt.
31
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
10 Garanties en onderhoud
10.1
Garanties Bij het ontwerp van de parkeervoorziening inclusief het utilitair gebouw, de installaties en alle daarbij te gebruiken materialen etc. dient rekening gehouden te worden met de hierna genoemde eisen met betrekking tot de te leveren garanties en garantietermijnen, ingaand op het moment van officiële oplevering aan de gemeente Doetinchem.
10.1.1 Bouwkundig 10 jaar: • vloeren parkeergebouw en/of liftputten op waterdichtheid • prefab beton-/staalonderdelen tegen afschilferen, roestvlekken, kromtrekken en dergelijke • gevelelementen • gevelconstructies, ingeschokte betegeling tegen loslaten, stabiliteit en functioneren kitvoegen • de corrosiebestendigheid van stalen daken gevelplaten inclusief alle afwerkprofielen • de waterdichtheid van de dakbedekking • de waterdichtheid van de dilatatievoegen • het tegelwerk tegen vochtdoorslag, loslaten van de ondergrond en afschilferen glazuurlaag 6 jaar: • het buitenschilderwerk 5 jaar: • het binnenschilderwerk • de aanhechting van tegelwerken en andere wandafwerkingsmaterialen.
10.1.2 Werktuigbouwkundige installaties 2 jaar: • mechanische ventilatie met signaleringsinstallatie • vuilwaterpompen • olie-/benzine afscheider. 1 jaar: • verwarmingspanelen, elementen, convectoren en ribbenbuis kachels • waterkranen en stopkranen • wasbakken en closetcombinaties • brandslanghaspels
32
PvE Parkeervoorziening Varkensweide Versie 1.0, d.d. 3 april 2009
• •
poederblussers liften
10.1.3 Elektrotechnische installaties 2 jaar: • centrale Noodverlichtingsunit. 1 jaar: • verlichtingsarmaturen • elektrische sluitplaten • rolluiken • camera’s, monitoren, multiplexers • geluidsinstallatie • CO- en LPG detectoren, stuurkast • brandmeldinstallatie • data- en telefooninstallatie • deurstandsignaleringen • synoptische panelen.
10.2
Onderhoud Behalve met voornoemde garanties dient bij het ontwerp van het parkeergebouw, de installaties en alle daarbij te gebruiken materialen, ook rekening te worden gehouden met ´onderhoudsarme´ keuzes. Daarnaast moeten de betreffende leveranciers bereid moeten zijn om na het verstrekken van de benoemde garantietermijnen voor de door hen geleverde materialen en/of installaties een onderhoudscontract conform de geldende normen per component en/of installatie af te geven onder de volgende condities en/of voorzien van: • een looptijd van 1 jaar (ingangsdatum 1 januari einde 31 december), automatisch te continueren per kalenderjaar, opzegtermijn 2 maanden inclusief materialen, arbeidsloon • een volledige omschrijving van de te onderhouden component/installatie.
33