Clientserviceplan 2008 Gemeente Doetinchem
2/26
Inhoud 1. Inleiding
1
2. Opdracht
2
2.1 Opdrachtomschrijving 2.2 Materialiteit en tolerantie 2.3 Fraude
3. Interim-controle 3.1 3.2 3.3 3.4
Inleiding Algemene pijlers Bedrijfsprocessen Specifieke aandachtspunten
2 2 3
3 3 4 5 5
4. Verbijzonderde interne controle
6
5. Tijdsplanning
7
6. Prijsafspraken
8
7. Evaluatie kwaliteit dienstverlening
8
8. Ter afsluiting
9
Bijlage 1
Opdrachtbevestiging
10
Bijlage 2
Actualia
19
Bijlage 3
Voorbeeld schematische weergave scan interne beheersing
23
1/26
1.
Inleiding
De raad van de gemeente Doetinchem heeft Deloitte Accountants opdracht gegeven tot controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet. Met dit clientserviceplan geven wij u inzicht in onze controle-aanpak, geven wij aan wat u van ons en wij van u mogen verwachten. Bij dit plan zijn de volgende bijlagen gevoegd: De opdrachtbevestiging voor de controle 2008. Een overzicht met relevante en actuele ontwikkelingen. Voorbeeld schematische weergave scan interne beheersing. Uiteraard is het van belang dat de controleopdracht aansluit bij de doelstellingen en prioriteitenstellingen van uw gemeente, die door de snelle ontwikkelingen in de omgeving continu aan verandering onderhevig zijn. Tussentijdse controlebevindingen kunnen aanleiding zijn de opdracht tussentijds bij te stellen, waarover een terugkoppeling zal plaatsvinden. Het clientserviceplan is als volgt ingedeeld. In hoofdstuk 2 gaan we in op een korte omschrijving van de opdracht, de materialiteit en de tolerantie, waarbij tevens de besluiten van uw raad worden overgenomen en we gaan in op onze aanpak en verantwoordelijkheid op het gebied van fraude. In hoofdstuk 3 komt de controleaanpak aan de orde. Een belangrijk onderdeel van deze controleaanpak vormt de selectie van de bedrijfsprocessen die in de controle worden betrokken. Daarnaast zijn de met u afgesproken specifieke attentiepunten voor de controle op basis van de pre-audit meeting opgenomen in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 gaan wij nader in op de samenwerking en uitgangspunten met betrekking tot de verbijzonderde interne controle. In hoofdstuk 5 besteden we aandacht aan de tijdsplanning van de controle-opdracht. In hoofdstuk 6 gaan we nader in op de prijsafspraken en de randvoorwaarden daarbij. Als laatste, maar zeker niet het minst belangrijke onderdeel, besteden wij in hoofdstuk 7 aandacht aan de (periodieke) evaluatie. Hierbij stellen wij, samen met de gemeente Doetinchem na afloop van de controle vast of de in het controleplan (en de jaarlijkse uitwerking hiervan) geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd en of aan de (wederzijdse) verwachtingen is voldaan. De aldus verkregen feedback zal dienen als input voor de afspraken van het volgende jaar.
2/26
2. 2.1
Opdracht Opdrachtomschrijving
Onze opdracht bestaat uit het controleren van de jaarrekening van de gemeente Doetinchem. Het doel van deze werkzaamheden is het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de getrouwheid van de jaarrekening van uw gemeente. Daarnaast geven wij een oordeel over de rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties. Nauw verbonden aan de certificerende functie is de natuurlijke adviesfunctie. In onze certificerende rol beoordelen wij betrouwbaarheids- en rechtmatigheidsaspecten van de opzet en werking van systemen en processen. Op deze wijze zijn wij in staat relevante knelpunten in een vroegtijdig stadium te signaleren en onder uw aandacht te brengen. De te hanteren materialiteit en controletolerantie komen in de volgende paragraaf aan de orde. De natuurlijke adviesfunctie moet dus worden gezien als een extra toegevoegde waarde bij de werkzaamheden die in het kader van de certificerende functie worden verricht. Wij streven naar uniformiteit en continuïteit in de aanpak van de controle, aandachtsgebieden en structuur van rapportage en overleg. Een follow-up lijst van de eerder geconstateerde bevindingen maakt daarom altijd deel uit van onze rapportage.
2.2
Materialiteit en tolerantie
Het doel van onze controlewerkzaamheden is het verstrekken van een accountantsverklaring bij de jaarrekening van de gemeente Doetinchem. De accountantsverklaring geeft immers geen absolute zekerheid, maar een getrouw beeld van de realisatie. Dat betekent dat de jaarrekening binnen vooraf gestelde marges (= materialiteit) aan de daaraan te stellen eisen voldoet. De materialiteit bepaalt in belangrijke mate dan ook de omvang van onze werkzaamheden. Hoe lager de materialiteit hoe meer werkzaamheden we moeten verrichten. Deloitte berekent de materialiteit conform het Bapg - rekening houdend met de mogelijk aanvullende eisen in het door uw raad vastgestelde controleprotocol - op basis van de totale lasten van de gemeente en een maximale aanvaardbare fout van 1%. Voor onzekerheden geldt volgens het Bapg een percentage van 3%. Uit voorzichtigheidsoverwegingen verlaagt Deloitte Accountants de aldus berekende materialiteit met minimaal 10%. De inschatting van het exacte percentage is afhankelijk van de uitkomsten uit de interim-controle en de verwachtingen op basis van kennis uit voorgaande jaren ten aanzien van verwachte fouten in de jaarrekening. Dit percentage, ook wel de verwachte fout genoemd, wordt voorafgaand aan de controle op de jaarrekening berekend. Voor de planning van onze
3/26
werkzaamheden gaan we derhalve uit van de materialiteit minus de verwachte fout. Dit bedrag noemen we de controletolerantie. Op basis van de primitieve begroting ramen wij jaarlijks de materialiteit voor het lopende boekjaar. Bij de controle van de jaarrekening zullen deze bedragen worden aangepast op basis van de werkelijke jaarrekeningcijfers. De goedkeuringstolerantie wordt op dat moment definitief vastgesteld. Deze materialiteit en tolerantie zijn van belang omdat de hoogte hiervan mede bepalend is voor de omvang van de controlewerkzaamheden. Een lage materialiteit zal resulteren in meer controlewerkzaamheden om de marges voor accepteren van fouten en onzekerheden hiermee kleiner zijn geworden. Deloitte zal erop aandringen dat alle geconstateerde fouten - ook die onder de goedkeuringstolerantie blijven - worden gecorrigeerd. De geconstateerde en nietgecorrigeerde fouten en de geconstateerde onzekerheden worden gerapporteerd aan de gemeenteraad in het rapport van bevindingen. Bij de rapportering wordt conform het controleprotocol een rapporteringstolerantie in acht genomen van € 250.000 voor baten en lasten en € 500.000 voor balansmutaties.
2.3
Fraude
Op grond van onze beroepsregels moeten wij bij de uitvoering van onze controle aandacht besteden aan signalen met betrekking tot fraude. Hoewel onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude kunnen wij gebeurtenissen of voorwaarden signaleren die duiden op motieven / druk om fraude te plegen of gelegenheden om fraude te plegen. Zulke gelegenheden worden fraude risicofactoren genoemd. Frauderisicofactoren duiden niet noodzakelijkerwijs op het bestaan van fraude, echter, ze zijn vaak aanwezig in situaties waar fraude wel bestaat. Wij zullen u in onze formele rapportages informeren over de uitkomsten van onze werkzaamheden, inclusief eventuele frauderisicofactoren en onze controleaanpak hierop.
3. 3.1
Interim-controle Inleiding
De controle van de jaarrekening bestaat uit de voorbereiding van de controle, de interimcontrole en de eindejaarscontrole. Bij de voorbereiding van de controle bekijken wij vanuit uw specifieke situatie en de door u aangedragen suggesties hoe we de controle vorm en inhoud geven. Daarbij wordt uiteraard ook rekening gehouden met de door u geselecteerde speerpunten voor 2008 en actuele ontwikkelingen zoals opgenomen in bijlage 2. De doelstelling van de interim-controle is de controle van de jaarrekening te dynamiseren, waardoor wij in relatief korte tijd in het voorjaar van 2009 de controle van de jaarrekening 2008 kunnen afronden. Daarnaast vloeien uit de interimcontrole aanbevelingen voort voor
4/26
mogelijke kwaliteitsverbeteringen rondom de bedrijfsvoering en concrete acties ten behoeve van de jaarrekening. Tijdens de interim-controle 2008 willen wij een beeld krijgen van de administratieve organisatie van uw gemeente en de maatregelen van interne beheersing die hierin zijn opgenomen. Dit beeld is in belangrijke mate bepalend voor onze risico-inschatting en hiermee voor het niveau van gegevensgerichte werkzaamheden die wij bij de eindejaarscontrole nog moeten uitvoeren teneinde de gewenste zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening géén fouten van materieel belang bevat. Ter afbakening van de verschillende organisatiegerichte werkzaamheden hebben wij de bedrijfsvoering van de gemeente Doetinchem opgedeeld in verschillende bedrijfsprocessen, waaronder wij in dit verband verstaan een afgebakend geheel van éénduidige maatregelen van administratieve organisatie en interne controle. Vanuit doelmatigheidsoverwegingen wordt, normaal gesproken, niet ieder bedrijfsproces jaarlijks betrokken in de organisatiegerichte controle. Op basis van een roulatieplan en een risico-inschatting wordt jaarlijks bezien welke bedrijfsprocessen betrokken worden in de controle. Uitgangspunt hierbij is dat ieder bedrijfsproces minimaal eens in de drie jaar organisatiegericht wordt gecontroleerd. Overigens betekent de roulerende controleaanpak niet dat in het geheel geen aandacht wordt besteed aan de voor dat jaar niet geselecteerde processen. Er zal altijd sprake zijn van een beperkte mate van beoordeling van (wijzigingen in) de administratieve organisatie en interne controle, aangevuld met cijferbeoordeling en zonodig detailcontroles. Op verzoek stellen wij u een scan beschikbaar, zodat u op basis hiervan de kwaliteit en de effectiviteit van het intern beheersingssysteem zelf inzichtelijk kunt maken. De uitkomsten hiervan zijn mede bepalend voor de mate waarin wij gebruik kunnen maken van de effectiviteit van de in uw organisatie verankerde organisatorische maatregelen van interne beheersing. Ter illustratie hebben wij een voorbeeld van de schematische weergave van resultaten van de scan opgenomen in bijlage 3.
3.2
Algemene pijlers
Belangrijke pijlers voor de beheersing van de bedrijfsvoering van uw organisatie zijn de administratieve organisatie en de interne controle en de interne informatievoorziening. Aandachtspunten hierbij zijn:
inrichting van de (tussentijdse) informatievoorziening; vastlegging van de opzet van de procesbeheersing; inrichting van de interne controlefunctie.
5/26
In dit kader zullen wij bij onze werkzaamheden de opzet, het bestaan en de werking hiervan toetsen en voeren wij een follow-up uit op onze bevindingen bij de controles van voorgaande jaren.
3.3
Bedrijfsprocessen
Voor de organisatiegerichte controle 2008 hebben wij de volgende bedrijfsprocessen gepland voor een uitgebreide en diepgaande controle van de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersingsmaatregelen:
Administratie en verslaglegging; Tussentijdse informatievoorziening; Overige opbrengsten; Subsidieverstrekking; Rechtmatigheid.
Voor de overige van belang zijnde bedrijfsprocessen zullen wij met de verantwoordelijke functionarissen een bevestigend vraaggesprek hebben over eventuele wijzigingen en de follow-up die is gegeven aan opmerkingen die zijn gemaakt tijdens voorgaande controles. Voor deze processen zullen wij de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersingsmaatregelen beperkt toetsen. Vanuit de interne controlewerkzaamheden zal uw gemeente zelf in ieder geval uitgebreid aandacht besteden aan alle processen die uw gemeente in het Controleplan 2008/2009 inzake de rechtmatigheidscontroles heeft onderkend.
3.4
Specifieke aandachtspunten
Met u hebben wij op DATUM een pre-auditgesprek gehouden. Tijdens dit gesprek hebben wij de accenten voor de tussentijdse controle voor het jaar 2008 met u afgestemd. Daarnaast zijn enkele actuele ontwikkelingen besproken, die van belang zijn voor gemeenten. Voorts zijn de ons bekende verbetermogelijkheden die voor u relevant kunnen zijn aan de orde geweest. De actuele ontwikkelingen, bekend tot op heden, hebben wij in bijlage 2 opgenomen. Tijdens het pre-auditgesprek heeft u de volgende aandachtspunten voor onze interimcontrole aangedragen: Uitwerken na pre-auditgesprek
6/26
4.
Verbijzonderde interne controle
Een van de mogelijkheden om de vereiste zekerheid te verkrijgen is het steunen op een verbijzonderde (onafhankelijke) interne controle. Het voordeel van een dergelijke vorm van controle is, dat u als organisatie de continue betrouwbaarheid van de informatievoorziening kunt waarborgen. Daarnaast kunnen wij bij onze werkzaamheden gebruik maken van de bevindingen die daarbij worden opgedaan. Het controleproces kan dan nog efficiënter plaatsvinden. De effectiviteit van de verbijzonderde interne controle wordt door de volgende aspecten beïnvloed:
Onafhankelijk
• • • •
Status in de organisatie Reikwijdte van de functie Competenties Professionele borging
Inhoudelijk
• • • • • •
Controleprogramma’s Documentatie Adequate grondslag Consistent Oordeelsvorming Follow-up van bevindingen
©Deloitte 2007
In een organisatie met een goed stelsel van verbijzonderde interne controle zijn de volgende waarborgen verankerd: 1.
De maatregelen in het primaire proces, zoals functiescheidingen, procedures en formulieren.
2.
De mogelijke kwaliteitscontrole ten behoeve van het lijnmanagement. Te denken valt dan aan de in het proces verankerde controle op besluiten. Een dergelijke toets vindt veelal bij uitkeringen en subsidieverstrekkingen plaats. Ook bij andere processen is een dergelijke kwaliteitstoets denkbaar.
3.
De verbijzonderde interne controle die vanuit een onafhankelijke status in de organisatie vaststelt dat de beheersingsmaatregelen in het primaire proces als zodanig hebben gefunctioneerd en dat de uiteindelijke output betrouwbaar is.
Teneinde optimaal gebruik te maken van alle in de organisatie aanwezige controlemaatregelen en redundantie te voorkomen, is het essentieel dat de diverse
7/26
controlelagen goed op elkaar aansluiten. Hiertoe is het wenselijk tussen en met de diverse “controlelagen” nadere afspraken maken over de uit te voeren en vast te leggen werkzaamheden. Zo ontstaat een efficiënt en effectief stelsel aan controlemaatregelen, waarbij ook de accountantscontrole inbegrepen is. Het idee is dat de mate van detaillering van de controlewerkzaamheden verder afneemt, naarmate men “hoger” in de controlepiramide komt, terwijl de betrouwbaarheid van de einduitkomst verder toeneemt. De controlepiramide ziet er dan als volgt uit
externe controle interne controle (t.b.v. het college)
kwaliteitscontrole (t.b.v. het lijnmanagement))
procescontroles (t.b.v. het lijnmanagement) ©Deloitte 2007
Het spreekt voor zich dat de accountantskosten af kunnen nemen naarmate de kwaliteit van de verbijzonderde interne controle toeneemt. Bij onze werkzaamheden gaan wij van de meest optimale situatie uit. Dat betekent dat wij ervan uitgaan dat zowel de primaire processen als de verbijzonderde interne controle aan de daaraan te stellen eisen voldoen. Om de afstemming te bevorderen ondersteunen wij u met de nodige hulpmiddelen in de vorm van checklisten en werkafspraken.
5.
Tijdsplanning
De werkzaamheden genoemd in dit clientserviceplan vallen onder de opdrachtformulering van de jaarlijkse accountantscontrole. De werkzaamheden in het kader van de interim-controle 2008 zullen wij uitvoeren in week 41 en 42. Wij zullen voorafgaand aan de interim-controle afspraken (laten) maken met diverse medewerkers van uw gemeente die onder andere betrokken zijn bij de eerder genoemde processen. De interim-controle zal een doorlooptijd hebben van twee weken. Aansluitend aan de interim-controle zullen wij onze bevindingen weergeven in een managementletter. De bespreking van deze managementletter zal in de eerste helft van november 2008 gepland worden.
8/26
Ten aanzien van de jaarrekening 2008 heeft u nog géén definitief tijdpad aangegeven. Vooralsnog zijn wij overeengekomen de volgende planning aan te houden: start week 16, maandag 13 april 2009. Indien het tijdpad voor de jaarrekening 2008 definitief is vastgesteld, verzoeken wij u contact met ons op te nemen zodat stagnatie in de planning kan worden voorkomen.
6.
Prijsafspraken
Voor de kostenraming van de accountantscontrole van de jaarrekening 2008 verwijzen wij u naar onze offerte accountancywerkzaamheden van 2 december 2005.
7.
Evaluatie kwaliteit dienstverlening
Een kwalitatief goede dienstverlening die aansluit op de wensen en behoeften van de gemeente Doetinchem is één van onze belangrijkste doelstellingen en daarmee een permanent aandachtspunt. Binnen Deloitte Accountants waarborgt een stelsel van procedures en maatregelen de periodieke beoordeling en evaluatie van de kwaliteit van het geleverde werk gericht op:
het optimaal houden van de communicatie tussen de gemeente Doetinchem en Deloitte Accountants; het onderkennen van aandachts- of verbeterpunten voor onze dienstverlening in de toekomst; het handhaven van de betrokkenheid bij de gemeente Doetinchem en de te leveren kwaliteit.
Een belangrijk element van de beoordeling en evaluatie is de communicatie met het management van uw gemeente en overige betrokkenen. Wij streven naar het op een actieve wijze verkrijgen van feedback in relatie met de bestaande verwachtingen. Wij geven hieraan op de volgende wijze invulling:
Via clientservicegesprekken met medewerkers die onafhankelijk zijn van het controleteam. Via periodiek overleg met de raadscommissie bestuurlijke zaken en financiën en het management, waarbij naast controlespecifieke punten ook jaarlijks de opdracht wordt geëvalueerd. Door mogelijk noodzakelijk uit te voeren extra werkzaamheden vooraf met u te communiceren en hierover nadere afspraken te maken.
9/26
8.
Ter afsluiting
Wij gaan ervan uit met dit clientserviceplan een goede weergave te hebben gegeven van de besproken ontwikkelingen en aandachtspunten voor de controle 2008. Bij dit clientserviceplan hebben wij in bijlage 1 de opdrachtbevestiging opgenomen. Door middel van deze opdrachtbevestiging worden de aanvaarding van de opdracht, de omvang van de verantwoordelijkheid van Deloitte ten opzichte van uw organisatie en de wijze van rapportering vastgelegd en bevestigd. Wij vragen u een exemplaar van de bijgesloten opdrachtbevestiging te ondertekenen en aan ons retour te zenden. Indien er nog vragen en /of opmerkingen zijn, dan zijn wij graag bereid tot een nadere toelichting. U kunt hiervoor contact opnemen met ondergetekende of mevrouw drs. A. Jacobs RA. Deloitte Accountants B.V.
M.C.J.M. Bekker RA Bijlagen: Drie.
10/26
Bijlage 1 Opdrachtbevestiging Opdracht Wij zullen fungeren als accountant van uw gemeente met het doel te onderzoeken of de jaarrekening het vereiste inzicht geeft, overeenkomstig het bepaalde in artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet. Wij zullen omtrent de bevindingen van ons onderzoek verslag uitbrengen en met betrekking tot de getrouwheid van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties een accountantsverklaring afgeven. De accountantsverklaring en het controlerapport bevatten alle in het kader van het dechargeverleningsproces relevante controlebevindingen. Deze stukken zijn bestemd om tezamen met de jaarrekening en de gezamenlijk daarmee openbaar te maken stukken te worden overgelegd aan de gemeenteraad in het kader van de vaststelling van de jaarrekening; een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 197 lid 2 van de Gemeentewet. Voorts worden zij overgelegd aan het toezichthoudende orgaan (i.c. gedeputeerde staten van de provincie) en openbaar gemaakt. Tevens zullen wij nagaan of de jaarrekening aan de bij en krachtens de wet gestelde voorschriften voldoet en het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, met de jaarrekening verenigbaar is. Wij baseren ons bij de opdracht op de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het door uw gemeenteraad vastgestelde protocol accountantscontrole en normenkader voor 2008. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Wij vestigen er de aandacht op dat het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor het opmaken van de jaarrekening die de financiële positie en de baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van de financiële positie en de baten en lasten, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het college van burgemeester en wethouders dient er op toe te zien dat de rechten en verplichtingen van de gemeente op toereikende wijze in de jaarrekening tot uitdrukking worden gebracht, met inbegrip van die rechten en verplichtingen die reeds bestaan maar niet via de normale administratieve procedures zijn vastgelegd. In sommige gevallen
11/26
kunnen deze rechten en verplichtingen niet door accountantscontrole worden ontdekt. Reeds bekende en/of te verwachten gebeurtenissen en omstandigheden zullen tevens op adequate wijze in de jaarrekening tot uitdrukking moeten worden gebracht. Wij zullen in verband met deze aspecten het college van burgemeester en wethouders verzoeken de mededelingen die in dat kader aan ons zijn gedaan schriftelijk te bevestigen. Voorts zullen wij het college van burgemeester en wethouders vragen schriftelijk te bevestigen dat het van oordeel is dat het effect van eventuele ongecorrigeerde afwijkingen in de jaarrekening, zowel afzonderlijk als in totaal, niet van materieel belang is voor de jaarrekening als geheel. Een overzicht van deze posten zal in de schriftelijke mededeling worden opgenomen of eraan worden gehecht. Wij hebben er alle vertrouwen in te kunnen rekenen op volledige medewerking van uw personeel en vertrouwen er op dat men alle vastleggingen, documentatie en andere informatie die in het kader van de controle benodigd is beschikbaar zal stellen. Verantwoordelijkheid van de accountant Wij zullen onze controle verrichten in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen die zijn te raadplegen op de website van de beroepsorganisatie (www.nivra.nl). Ook zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van onze professionele oordeelsvorming waaronder begrepen onze beoordeling van de risico‟s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling nemen wij in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van de financiële positie en de baten en lasten relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeente. Tevens omvat onze controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het college van burgemeester en wethouders heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij willen er de aandacht op vestigen dat als gevolg van het toepassen van deelwaarnemingen en andere beperkingen die inherent zijn aan een controle, gevoegd bij
12/26
de beperkingen die inherent zijn aan elk systeem van interne beheersing, er een onvermijdbaar risico bestaat dat zelfs een afwijking van materieel belang onontdekt blijft. Onafhankelijkheid Nederlands recht vereist dat wij onafhankelijk zijn ten opzichte van onze controlecliënten. Het betekent dat op een aantal vormen van overige dienstverlening aanvullende voorwaarden van toepassing zijn en dat voor sommige soorten van overige dienstverlening beperkingen gelden. Wij zullen in voorkomende gevallen deze voorwaarden en/of eventuele beperkingen met u bespreken. Als partners of professionals van onze organisatie het voornemen hebben in dienst te treden bij een controlecliënt gelden randvoorwaarden om onze onafhankelijkheid te kunnen waarborgen. Zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming zult u daarom geen aanbiedingen doen tot het aangaan van een dienstverband in een financiële verslaggevingsrol, aan huidige of voormalige partners of andere professionals van onze organisatie, indien de betreffende partner of professional betrokken was bij de jaarrekeningcontrole, totdat de van toepassing zijnde afkoelingsperiode volgens de onafhankelijkheidsvoorschriften is verstreken. Ook zult u zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming geen relaties aangaan met partners of andere professionals van onze organisatie waarbij sprake is van een gemeenschappelijk commercieel of financieel belang. Het voorschrift stelt ons in staat te kunnen beoordelen of deze relatie past in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en of de samenloop met de controleopdracht een eventuele bedreiging vormt voor onze onafhankelijkheid. Fraude De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude en onjuistheden berust bij zowel de gemeenteraad als het college van burgemeester en wethouders. De accountant is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de preventie van fraude. Onze controleopdracht richt zich niet specifiek op het ontdekken van fraude. Indien bij de uitvoering van de controleopdracht aanwijzingen van fraude worden verkregen zullen wij, ongeacht de mogelijke omvang en de aard van de vermoedelijke fraude, aanvullend onderzoek verrichten, afgestemd op het vaststellen van de aard en omvang van de fraude in relatie tot de jaarrekening. Indien wij een aanwijzing voor – of een redelijk vermoeden van – fraude verkrijgen zullen wij hierover communiceren met het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad.
13/26
In het kader van de Controlestandaard 240 De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten. zullen wij het college van burgemeester en wethouders vragen de volgende punten schriftelijk te bevestigen: 1. het college van burgemeester en wethouders erkent zijn verantwoordelijkheid voor de opzet en invoering van de maatregelen van interne beheersing om fraude te voorkomen en te ontdekken; 2. het college van burgemeester en wethouders heeft ons de resultaten gemeld van zijn inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang zouden kunnen bevatten als gevolg van fraude; 3. het college van burgemeester en wethouders heeft ons alles gemeld dat hem bekend is in verband met aanwijzingen voor fraude of fraude die de gang van zaken binnen de gemeente beïnvloed kunnen hebben en waarbij betrokken zijn: a. leidinggevenden; b. werknemers die een belangrijke rol spelen bij de maatregelen van interne beheersing; of c. anderen in het geval dat de fraude van materieel belang kan zijn voor de jaarrekening; 4. het college van burgemeester en wethouders heeft ons op de hoogte gesteld van alle aanwijzingen voor fraude, beschuldigingen van fraude of fraude met mogelijke invloed op de jaarrekening van de gemeente die hem bekend zijn door mededelingen van werknemers, voormalige werknemers, analisten, regelgevende instanties of anderen. Indien bij onze controle een afwijking als gevolg van fraude of een vermoedelijke fraude wordt gesignaleerd, zullen wij overwegen of het tot onze verantwoordelijkheid behoort om over deze informatie te communiceren met het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad en onder bepaalde omstandigheden met regelgevende en justitiële instanties. Werkzaamheden Voor zover mogelijk zullen wij gebruikmaken van de interne beheersingsmaatregelen opgenomen in de interne organisatie van uw gemeente, welke maatregelen als doel hebben het ontdekken c.q. voorkomen van opzettelijke en onopzettelijke fouten. Globaal zullen onze werkzaamheden derhalve bestaan uit:
het onderzoeken en beoordelen van de opzet van de interne, in het bijzonder de administratieve organisatie van uw gemeente, met name ter zake van de daarin besloten interne beheersing;
het toetsen van de werking van de interne beheersing;
14/26
overige controlemaatregelen die wij noodzakelijk achten voor ons oordeel. Deze activiteiten zullen in sterke mate afhangen van onze bevindingen onder beide eerder genoemde punten;
beoordeling en toetsing van de toepassing van de relevante voorschriften.
Gezien de werkzaamheden moge het duidelijk zijn dat onze controles zich ook kunnen uitstrekken tot niet louter financiële aspecten. Voor het uitvoeren van de accountantscontrole gaan wij uit van een goede oplevering van de jaarrekening en de in dat kader benodigde documentatie. In dat licht stellen wij voor dat uw gemeente bij het opstellen van de jaarrekening en het daarbij behorende controledossier onze „Werkafspraken jaarrekeningcontrole gemeenten‟ hanteert. Deze werkafspraken zullen we in een later stadium aan u verstrekken. Naleving specifieke wet- en regelgeving Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad zijn verantwoordelijk voor de naleving van wettelijke en andere voorschriften. Ons onderzoek richt zich mede op de rechtmatigheid van de totstandkoming van in de jaarrekening verwerkte baten en lasten en balansmutaties. Het interne beheersinstrumentarium ter borging van de juiste naleving van wet- en regelgeving zullen wij daartoe mede in ons onderzoek betrekken. Daarbij nemen wij de uitgangspunten en aanwijzingen in acht die zijn vastgelegd in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG), alsmede de uitgangspunten en standpunten van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten (PRPG) en de aanwijzingen en beroepsvoorschriften van het NIVRA. De wet- en regelgeving die als norm geldt voor de rechtmatigheidscontrole, is door u vastgelegd in het rechtmatigheidskader met het bijbehorende toetsingskader. Een controleopdracht zal in het algemeen niet leiden tot ontdekking van overtredingen van alle wet- en regelgeving. Ontdekking van overtredingen, ongeacht de materialiteit, zal leiden tot een overweging van de implicaties voor de integriteit van het management of de werknemers en het mogelijke effect op andere aspecten van onze controle. Wij zullen het college van burgemeester en wethouders verzoeken schriftelijk te bevestigen dat het alle inlichtingen heeft verstrekt omtrent alle hem bekende werkelijke of mogelijke overtredingen van wet- en regelgeving, waarmee bij de opstelling van de jaarrekening rekening moet worden gehouden.
15/26
Single information, Single audit Met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 is Single information, Single audit (SiSa) ingevoerd, hetgeen impliceert dat voor een aantal benoemde rijksbijdrageregelingen verantwoording afgelegd moeten worden via een specifieke afzonderlijke bijlage in de jaarstukken. Het Ministerie van BZK heeft in een aantal notities aangegeven welke voorwaarden hierop van toepassing zijn. Belangrijke informatie met betrekking tot de achtergronden van deze regeling is te raadplegen op de SiSa-website van het ministerie. Specifieke subsidieverantwoordingen Deze opdrachtbevestiging heeft naast de controle van de jaarrekening tevens betrekking op de controle van afzonderlijke specifieke subsidieverantwoordingen. De op dit moment bekende specifieke subsidieverantwoordingen waarbij een afzonderlijke accountntsverklaring moet worden afgegeven voor uw gemeente zijn: Nog aanvullen door cliënt Overigens zullen wij desgevraagd ook additioneel opkomende verzoeken om een accountantsverklaring af te geven bij andere afzonderlijke specifieke subsidieverantwoordingen ter hand nemen. Voor deze accountantsverklaringen zullen wij vooraf een afzonderlijke kostenopgave aan u doen toekomen. Naast de in deze opdrachtbevestiging algemeen opgenomen voorwaarden rondom bijvoorbeeld verantwoordelijkheden, fraude en onafhankelijkheid, die ook gelden ten aanzien van de specifieke subsidieverantwoordingen, geldt nog een aantal aanvullende aspecten. U bent verantwoordelijk voor het juist, tijdig en volledig opstellen van de individuele subsidieverantwoordingen die aan ons ter controle worden aangeboden. Dit wil zeggen voorzien van de relevante documentatie en voorafgaand aan onze controle onderworpen aan een adequate intern controle. Wanneer hieraan niet is voldaan, zullen wij dit aan u terugmelden. Rapportage Zoals reeds gesteld in de opdrachtparagraaf van deze opdrachtbevestiging sturen wij de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan uw gemeenteraad. De accountantsverklaring is bestemd om aan de gemeenteraad te worden overlegd bij de opgemaakte jaarrekening en te worden opgenomen in de openbaar te maken stukken, te weten de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens. Wij zullen daartoe concepten van de openbaar te maken stukken van u ontvangen. Onze accountantsverklaring mag eerst openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming
16/26
onzerzijds. Indien de jaarrekening niet volledig wordt openbaar gemaakt, zullen wij u waar mogelijk een aangepaste accountantsverklaring doen toekomen. Onze voorafgaande schriftelijke toestemming is vereist voor elke nieuwe openbaarmaking van de jaarrekening. Dit geldt ook voor de publicatie op internet, het openbaar maken of verzenden aan derden van een ander financieel verslag waarin onze naam wordt genoemd, alsmede ten aanzien van het gebruik van onze naam in elk ander document dat openbaar wordt gemaakt of ter beschikking wordt gesteld aan derden. In al deze gevallen dient u ons tijdig een concept van het document te verstrekken voordat het wordt verspreid. In aanvulling daarop ontvangt het college van burgemeester en wethouders op basis van onze interim-controle een managementletter, waarin we de eventueel geconstateerde tekortkomingen en mogelijke verbeteringen van de administratieve organisatie van uw gemeente, met name ter zake van de daarin besloten interne beheersingsmaatregelen, aangeven. Programma van eisen Uw beslissingen ten aanzien van onze accountantscontrole zijn onder andere uitgewerkt in onze „Offerte accountancywerkzaamheden‟ van 2 december 2005 en het door u vastgestelde protocol accountantscontrole en het normenkader. In bovengenoemde stukken is het volgende opgenomen inzake de jaarlijkse accountantscontrole: a.
Bij uw gemeente is de goedkeuringstolerantie gelijkgesteld aan de percentages genoemd in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Dit betekent een tolerantie van 1% voor fouten (1% van de totale brutolasten) en voor onzekerheden 3% (3% van de totale brutolasten). De tolerantie wordt achteraf op basis van de werkelijke cijfers definitief bepaald.
b.
De rapporteringstolerantie bedraagt op het niveau van baten en lasten elke fout of onzekerheid ≥ € 250.000 en op het niveau van de balansmutaties ≥ € 500.000. Posten van de jaarrekening met afwijkende rapporteringstoleranties worden voorafgaand aan de controle aan de accountant kenbaar gemaakt, tenzij wettelijk anders is bepaald. Voor 2008 zijn geen bijzondere jaarrekeningposten door uw gemeenteraad benoemd.
In het rapport van bevindingen wordt aandacht besteed aan onder meer de volgende onderwerpen: 1.
Verslaggeving: rapporteringswaardige afwijkingen van het BBV.
2.
Bevindingen die de (afgesproken) goedkeuringstoleranties overschrijden.
17/26
3.
De vraag of de inrichting van het financieel beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maakt. Hierbij besteden wij op hoofdlijnen aandacht aan de in de managementletter genoemde aspecten.
4.
De strekking van de accountantsverklaring. Als de strekking van onze verklaring anders is dan goedkeurend, geven wij een toelichting op de redenen, waaronder bevindingen die de afgesproken goedkeuringstoleranties overschrijden.
Honorarium Voor de gemaakte afspraken verwijzen wij u naar de offerte van 2 december 2005. Wij benadrukken dat meerwerk slechts in rekening zal worden gebracht na schriftelijke toestemming van uw gemeente. Wij zullen hierover in eerste instantie overleg hebben met het hoofd financiën. Wet melding ongebruikelijke transacties Op grond van de Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT) zijn wij verplicht een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie bij of door een cliënt, voor zover die wordt gesignaleerd in het kader van onze normale werkzaamheden, te melden aan de Financial Intelligence Unit Nederland te Zoetermeer. Elektronische communicatie Tijdens de uitvoering van de opdracht kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer door middel van elektronische middelen met elkaar communiceren. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk is voor schade die opdrachtgever lijdt ten gevolge van gebruik van elektronische middelen van communicatie, waaronder - maar niet beperkt tot - schade ten gevolge van niet-aflevering of vertraging bij de aflevering van elektronische communicatie, onderschepping of manipulatie van elektronische communicatie door derden of door programmatuur/apparatuur gebruikt voor verzending, ontvangst of verwerking van elektronische communicatie, overbrenging van virussen en niet of niet goed functioneren van het telecommunicatienetwerk of andere voor elektronische communicatie benodigde middelen, behoudens voor zover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van opdrachtnemer. De data-uittreksels uit de computersystemen van opdrachtnemer leveren dwingend bewijs op van (de inhoud van) de door opdrachtnemer verstuurde elektronische communicatie tot het moment dat tegenbewijs is geleverd door de opdrachtgever. Dienstverlening Wij besteden veel aandacht aan goede arbeidsomstandigheden van onze medewerkers. De kwaliteit van een werkplek heeft een directe relatie met de gezondheid van medewerkers en het voorkomen van RSI en overige beroepsziektes of -aandoeningen. Wij verzoeken het
18/26
gemeentebestuur dan ook om onze medewerkers te voorzien van adequate werkruimte en overige faciliteiten. Geldigheidsduur en algemene voorwaarden Deze opdrachtbevestiging zal van kracht blijven totdat de opdracht wordt beëindigd, gewijzigd of vervangen door een andersoortige opdracht. Op onze dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Ten slotte Met groot genoegen aanvaarden wij deze opdracht. Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen of opmerkingen hebben, aarzelt u dan niet contact op te nemen met mevrouw drs. A. Jacobs RA. Wij vertrouwen erop dat wij met deze opdrachtbevestiging een goed inzicht hebben gegeven in de afspraken die uw gemeente met Deloitte heeft gemaakt. Wij verzoeken u vriendelijk de ingesloten kopie van deze brief op de aangegeven plaats te ondertekenen en te retourneren als blijk van uw instemming met het voorgaande. Hoogachtend,
Voor akkoord,
Deloitte Accountants B.V.
Namens de gemeente Doetinchem
M.C.J.M. Bekker RA
Naam en functie: Datum:
19/26
Bijlage 2 Actuele onderwerpen 1. Belangrijke wijzigingen in het BBV 1.1
Notities van de commissie BBV in 2007
De afgelopen jaren heeft de commissie BBV met de vraag- en antwoordrubriek de nodige casuïstiek toegevoegd aan de regelgeving rondom het BBV. In de praktijk is gebleken dat het publiceren van deze vragen&antwoorden beperkingen kent. Dit komt omdat een vraag&antwoord vaak alleen ingaat op een specifieke casus. Verder is gebleken dat er vragen leven over de status van een gepubliceerd antwoord. Om hieraan tegemoet te komen publiceert de commissie BBV voor onderwerpen waar veel vragen over binnenkomen notities waarin een meer integrale behandeling mogelijk is. De commissie BBV heeft in 2007 de volgende notities gepubliceerd: Notitie software Notitie verkrijging, vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen Notitie invoering wijzigingen artikel 44 lid 2 BBV Notitie riolering Hoofdlijnennotitie resultaatbestemming De stellige uitspraken die in deze notities zijn opgenomen dienen bij het opstellen van de jaarrekening over 2008 te worden nageleefd. Het betreft: Stellige uitspraak 1. Software (als afzonderlijk actief) valt onder de materiële vaste activa als bedoeld in artikel 35, 1a (investeringen met een economisch nut). 2. De boekwinst die wordt gerealiseerd bij het afstoten van een kapitaalgoed moet als incidentele bate in de jaarrekening worden verwerkt. 3. De kosten van (klein en groot) onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. 4. Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd. 5. Uit oogpunt van transparantie en ten behoeve van de periodieke bijstelling van het GRP (gemeentelijk rioleringsplan) is van belang dat de voorziening onderhoud resp. vervanging in de begroting en in de jaarrekening zodanig wordt toegelicht dat de relatie is te leggen met het GRP en inzicht kan worden geboden in het onderscheid onderhoud c.q. spaarcomponent vervangingsinvesteringen.
20/26
Voor een nadere toelichting op deze uitspraken verwijzen wij u kortheidshalve naar hoofdstuk 22 van ons handboek Jaarrekening Gemeenten 2007-2008. Hierin zijn ook de aanbevelingen opgenomen die de commissie in de bovenstaande notities heeft gedaan. De aanbevelingen kunnen worden verwerkt, maar dit is niet verplicht. 1.2
Notities van de commissie BBV in 2008
De commissie BBV heeft in 2008 de volgende notities gepubliceerd:
Notitie grondexploitatie, inclusief een document over de administratieve verwerking van onderhanden werk;
Notitie gebeurtenissen na balansdatum.
De notitie grondexploitatie bevat de onderstaande stellige uitspraak, die bij het opstellen van de jaarrekening over 2009 moet worden toegepast: Stellige uitspraak 1. Als de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt en wordt gekozen voor het treffen van een verliesvoorziening, dan moet die worden verantwoord als een waardecorrectie. Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren.
1.3
Wijzigingen in het BBV
Op 10 juli 2007 is een aantal wijzigingen in het BBV gepubliceerd. Deze zijn van toepassing met ingang van de begrotingscyclus 2008. Het betreft het volgende:
de nog te besteden middelen van derden (van Europese en Nederlandse overheidslichamen) waarvan de bestemming gebonden is, worden niet langer onder de voorzieningen gerubriceerd, maar onder de overlopende passiva als “vooruitontvangen middelen”. In de jaarrekening moet hiervan wel een verloopoverzicht gegeven worden.
de WOPT (Wet openbaarheid publieke topinkomens). Informatie over eventuele topinkomens moet worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening.
het EMU-saldo. Het (geraamde) EMU-saldo over het vorig, huidig en volgend begrotingsjaar dient te worden opgenomen in de begroting.
Wij adviseren u goed kennis te nemen van de (wijzigingen in de) BBV. Het is essentieel hieraan al in een vroegtijdig stadium aandacht te besteden, zodat mogelijke knelpunten bij het jaarrekeningproces voorkomen worden. Met name de stellige uitspraken over de voorzieningen en het GRP en de verwerking van de te besteden middelen van derden kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de jaarrekening.
21/26
2. Wet ruimtelijke ordening Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De nieuwe Wro vervangt de oude Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO). De nieuwe wet maakt procedures korter, overzichtelijker en eenvoudiger en legt duidelijker vast waar de rijksoverheid, de provincies en de gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Voor de gemeente waren onder de oude WRO de belangrijkste planningsinstrumenten het structuurplan en het bestemmingsplan. Daarnaast werd vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde artikel 19 WRO –procedure (vrijstelling van geldende bestemmingsplanbepalingen). Deze wet is grondig herzien om de overzichtelijkheid te vergroten. Via één of meerdere structuurvisies worden de ruimtelijke beleidsdoelen aangegeven. Via bestemmingsplannen wordt hieraan nadere invulling gegeven. De bestemmingsplannen mogen niet ouder zijn dan 10 jaar en de mogelijkheden voor buitenplanse vrijstellingen (art. 19 Wro) worden beperkt. Voorts moeten de plannen gedigitaliseerd worden. De belangrijkste gevolgen voor u als gemeente zijn:
Het actueel houden van bestemmingsplannen is essentieel omdat anders geen grondslag meer aanwezig is voor het heffen van bouw- en andere leges.
Verordeningen (leges- en beheersverordening) moeten worden geactualiseerd.
De termijnen worden verkort; de beheersorganisatie moet hierop worden aangepast.
Er moet voldaan worden aan de digitaliseringseisen.
3. Grondexploitatiewet De Grondexploitatiewet (grexwet) maakt onderdeel uit van de per 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordering. Doelstelling van de grexwet is een goede regeling voor kostenverhaal, binnenplanse verevening en locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie. De wet biedt meer transparantie en rechtszekerheid, waardoor het voor de zogenaamde free-riders niet meer mogelijk is het verhalen van kosten te ontwijken. De wetgever wenst bij de ontwikkeling van bouwlocaties vooraf meer duidelijkheid over de kosten die gemeenten in rekening kunnen brengen bij projectontwikkelaars. Het gaat hierbij om de kostensoorten, de hoogte van die kosten en de verdeling van die kosten tussen de verschillende actoren. Ook worden instrumenten aangedragen die de regierol van de gemeente vergroten. Het nieuwe instrumentarium maakt het verhalen van kosten mogelijk via een privaatrechtelijke overeenkomst (eerste keus) of via een publiekrechtelijk instrument (bouwvergunning) en locatie-eisen via bestemmingsplan en exploitatieplan.
22/26
Door de nieuwe wet kunnen gemeenten het bestaande grondbeleid heroverwegen variërend van actief tot faciliterend grondbeleid. Het geactualiseerde grondbeleid dient te worden vertaald in een herziene Nota Grondbeleid en de paragraaf grondbeleid in de begroting en programmaverantwoording. De belangrijkste gevolgen voor u als gemeente zijn:
Adequaat invulling geven aan de kostentoerekening en de financiële onderbouwing van de exploitatieplannen.
Verdere invulling geven aan het fenomeen risicomanagement en het denken in scenario‟s. In het verlengde hiervan is het aan te bevelen de noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen te bezien.
Het inrichten van een adequate financiële- en projectadministratie.
4. WSW Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gewijzigd. Met de wijziging van de wet wordt beoogd dat meer mensen met een Wsw-indicatie in een reguliere werkomgeving, buiten de beschutte werkomgeving van de Sw-organisatie werk vinden en dat de Wsw wordt voorbehouden aan de doelgroep met meer rechten voor Wswgeïndiceerden. Om dit te bereiken wordt de sturing en regie in handen gegeven van gemeenten, wordt de uitvoering vereenvoudigd en vindt de financiering plaats via de gemeenten. Zij zijn budgetverantwoordelijk. Tenslotte zijn er meer mogelijkheden om werkgevers te stimuleren Wsw-geïndiceerden in dienst te nemen. De voorbereidingen voor de veranderingen van de Wsw hebben grotendeels in 2007 plaatsgevonden en worden in 2008 nader geconcretiseerd.
5. Rechtmatigheid Met alle uitspraken van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten van voor 15 oktober 2008 van het lopend verantwoordingsjaar moet rekening worden gehouden. Tot en met juli 2008 zijn de volgende notities verschenen: 1. 2. 3. 4. 5.
Kadernota 2008 Verschillen tussen de kadernota 2008 en 2007 Notitie knelpunten WMO Aan servicebureaus uitbestede activiteiten Budgetoverheveling
Wij gaan na in hoeverre hiermee rekening is gehouden.
23/26
Bijlage 3 Voorbeeld schematische weergave scan interne beheersing
©Deloitte 2007
24/26
Aan de gemeenteraad van de gemeente Doetinchem t.a.v. mr. A.C. van der Haar, griffier Postbus 9020 7000 HA DOETINCHEM
# juli 2008
drs. A. Jacobs RA
3111#/#
Cliënt Service Plan / pre-audit verslag accountantscontrole 2008 Geachte leden van de raad, geachte heer Van der Haar, Hierbij doen wij u ons cliënt service plan voor de accountantscontrole 2008 toekomen.
Deloitte Accountants B.V.
M.C.J.M. Bekker RA