Definitief
Jachtbeleid ‘Jachtwetgeving binnen de gemeente Doetinchem’
Definitief
Jachtbeleid ‘ Jachtwetgeving binnen de gemeente Doetinchem’
Samenstelling: BUHA: M. Ariëns Handhaving: H. Talen Control en Advies: P. Fuijk Doetinchem: april 2010 Afbeelding voorpagina: Jagers in de sneeuw (1565) Pieter Breugel de Oudere
2
Definitief
Inhoudsopgave Inleiding ....................................................................................................................................4 Landelijk beleid .........................................................................................................................5 Provinciaalbeleid .......................................................................................................................5 Gemeentelijke bevoegdheden ...................................................................................................6 Huidige situatie .....................................................................................................................6 Schadebestrijding ..................................................................................................................7 Conclusie ..............................................................................................................................9 Schadesoorten .....................................................................................................................9 Mogelijkheden om het jachtbeleid vorm te geven....................................................................10 Instelling gemeentelijke faunabeheerder ..................................................................................10 Schadebestrijding ....................................................................................................................10 Uitdienen en verlengen jachtrechten.......................................................................................11 Populatiebeheer......................................................................................................................11 Gemeentelijke natuurterreinen ...............................................................................................12 Overige gemeentelijke terreinen.............................................................................................13 Jachthuur ................................................................................................................................13 WBE .......................................................................................................................................13 Keuze mogelijkheden ..............................................................................................................15 1 Toestaan van de jacht op smalle landschappelijke singels ..................................................15 Voordelen: ......................................................................................................................16 Nadelen:..........................................................................................................................16 Kosten: ...........................................................................................................................17 2 Jacht wordt niet toegestaan, tenzij ...................................................................................17 Voordelen: ......................................................................................................................17 Nadelen:..........................................................................................................................17 Kosten: ...........................................................................................................................18 3 Jacht wordt op alle terreinen toegestaan. .........................................................................18 Voordelen: ......................................................................................................................18 Nadelen:..........................................................................................................................18 Kosten: ...........................................................................................................................18 4 Samengevat ......................................................................................................................20 Advies.....................................................................................................................................21 Bijlage 1, bepaling bebouwde kom...........................................................................................23 Bijlage 2, ligging grote gemeentelijke natuurterreinen..............................................................28 Bijlage 3, Overzichtskaart gemeentelijke eigendommen...........................................................31
3
Definitief
Inleiding In een dicht bevolkt land als het onze kunnen populaties wilde dieren zich vrijwel nooit zelfstandig onderhouden. Door het toedoen van de mens zijn leefgebieden sterk veranderd ten opzichte van de natuurlijke situatie. Voedselpiramides zijn niet meer compleet doordat top predatoren ontbreken. Diersoorten profiteren hiervan of worden sterk in het voortbestaan bedreigt. De mens zal op enig moment zo goed mogelijk moeten kunnen ingrijpen om de grote diversiteit aan populaties wilde dieren instand te houden. De jacht is een middel om gericht te kunnen sturen in populaties wilde dieren. Omdat de mens niet de natuur kan imiteren wordt het ingrijpen middels jacht sterk gereguleerd. Jagen is dan ook sterk aan regels gebonden. Niet iedereen kan zomaar willekeurig en naar eigen inzicht ingrijpen in populaties in het wild levende dieren. Op 25 mei 1998 is de flora en faunawet opgesteld, sinds 2002 is de wet van kracht. De wetsartikelen 28 tot en met 100 regelen de jacht op het Nederlands grondgebied. Daarnaast is in 2000 het Jachtbesluit van kracht geworden. In het Jachtbesluit wordt extra invulling gegeven aan de eisen ten aanzien van de jacht. Op dit moment wordt de huidige wetgeving geëvalueerd en wordt gewerkt aan een nieuwe natuurwet. Vinden grote wijzigingen plaats in de nieuw te formuleren natuurwet dan is het mogelijk dat dit document moet worden herzien. Het recht van de jacht ligt bij de grondeigenaar. De eigenaar van de grond bepaalt of hij/ zij jacht toestaat op zijn of haar eigendommen. De wet geeft vervolgens de kaders aan waarbinnen de jacht mag worden uitgevoerd. De gemeente Doetinchem heeft vele gronden in haar bezit. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft tot op heden geen officieel besluit genomen over het al dan niet jagen op de gronden in eigendom van de gemeente Doetinchem. In het verleden is bij de visie over de Koekendaal besloten om niet te jagen. In het verleden heeft jacht plaats gevonden op gronden in eigendom van de gemeente. Deze contracten zijn vrijwel allemaal uitgediend. Na afloop werden de contracten niet meer verlengd. Door aankoop van nieuwe gronden en het aanwezig zijn van jachtcontracten kan incidenteel nog worden gejaagd op de gronden van de gemeente Doetinchem. De afgelopen jaren zijn geen klachten binnengekomen over diersoorten die bejaagbaar zijn. Naast jagen kan op de gronden van de gemeente ook schadebestrijding plaatsvinden. Schadebestrijding verschilt niet van jagen alleen zijn de spelregels omtrent schadebestrijding, voor een deel, anders dan van het specifieke jagen. In het najaar 2007 is met een valkenier een contract afgesloten om op verzoek met de havik in te grijpen op sportvelden en begraafplaatsen indien hier schade op zou treden. Een verzoek tot ingrijpen heeft de laatste paar seizoenen niet plaats gevonden. Het contract met de valkenier is medio 2009 door de gemeente opgezegd, vanwege het
4
Definitief
door de valkenier niet meer kunnen voldoen aan de eisen voortvloeiend uit de machtiging. De steeds complexer wordende samenleving met steeds mondiger burgers, veranderende inzichten maakt het hoogste tijd om jachtbeleid voor de gemeente Doetinchem te formuleren. Dit document geeft een voorstel op welke wijze de gemeente Doetinchem de jacht op haar gronden regelt. Het document is opgesteld door de afdeling BUHA in samenwerking met de afdelingen: Fysieke Ontwikkeling, Wonen en Bedrijven, Bestuur en Strategie. Bij de opstelling van het document is ruggespraak gehouden met de WBE1 Zelhem – Doetinchem en WBE Bevermeer bijgestaan door de regioconsulent van de KNJV2.
Landelijk beleid De jachtwetgeving is geregeld in de flora en faunawet en het jachtbesluit. Als wild worden de volgende diersoorten aangewezen: haas (Lepus europaeus), fazant (Phasianus colchicus), patrijs (Perdix perdix), wilde eend (Anas platyrhynchos), konijn (Oryctolagus cuniculus) en houtduif (Columba palumbus)”. De jacht op de patrijs is sinds de invoering van de wet gesloten. Voor alle overige diersoorten wordt beheersjacht uitgevoerd op basis van faunabeheerplannen. Deze worden door faunabeheereenheden opgesteld en door de provincie goedgekeurd. Voor Doetinchem is dit het Faunabeheerplan van de Stichting Faunabeheereenheid Oost-Gelderland. Faunabeheereenheid Oost-Gelderland is een initiatief van de Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, het Geldersch Landschap, Federatie Particulier Grondbezit, de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer.
Provinciaalbeleid De provincie Gelderland heeft op 16 oktober 2002 de nota: “Flora en faunabeleid” vastgesteld. Deel II Faunabeheer en schadebestrijding regelt de jacht op de overige diersoorten die niet genoemd worden in artikel 32, lid 1 van de flora en faunawet. In de nota is het soortenbeleid gecombineerd met het faunabeleid. Soortenbescherming en schadebestrijding zijn op deze wijze in één nota geïntegreerd. Voor alle soorten en soortgroepen heeft de provincie aangegeven hoe met deze moet worden omgegaan. Het voert in het kader van dit document te ver om dit alles hier beknopt weer te geven. Verwezen wordt naar de provinciale nota: ”Flora en faunabeleid”. 1
WBE: wildbeheer eenheid, een samenwerkingsverband van jachtgerechtigden in een vastomlijnd gebied. KNJV Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, de landelijke belangenorganisatie van jachtgerechtigden en wildbeheerders. 2
5
Definitief
De provincie Gelderland heeft op 24 september 2009 het Faunabeheerplan 2009-2014 van de Stichting Faunabeheereenheid Oost-Gelderland, Faunabeheereenheid Rivierenland en Faunabeheereenheid Veluwe op enkele onderdelen na goedgekeurd. Het faunabeheerplan heeft betrekking op alle gronden buiten de bebouwde kom. Sportterreinen, industrieterreinen en begraafplaatsen vallen niet onder de werking van het faunabeheerplan.
Bron: Faunabeheerplan 2009-2014, deel 1, Stichting Faunabeheereenheid Oost-Gelderland e.a
Gemeentelijke bevoegdheden Als eigenaar van de grond heeft de gemeente Doetinchem de mogelijkheid om de jacht op haar eigendommen toe te staan, te verpachten of niet te verpachten. De maximale en minimale periode waarvoor de jacht mag worden verpacht is 12 respectievelijk 6 jaren, zie Jachtbesluit artikel 2 lid 1. Na de vastgestelde termijn moet de jacht opnieuw worden verpacht. Automatische verlenging is volgens de wet niet toegestaan. Het jachtbesluit van 28 november 2000 artikel 2 lid 2 meldt hierover expliciet: “Een overeenkomst bevat geen beding van optie of verlenging”.
Huidige situatie Op dit moment wordt op enkele eigendommen van de gemeente Doetinchem gejaagd. Incidenteel vindt schadebestrijding plaats. Op sportvelden en begraafplaatsen vindt geen schadebestrijding plaats, de noodzakelijke ontheffingen F&F wet3 ontbreken hiervoor. Bij aankoop van gronden kan een jachtrecht bij de koop meeverhuizen. Hierdoor is het mogelijk dat op enig moment op meer dan enkele terreinen van de gemeente wordt gejaagd.
3
F&F wet: Flora- en Faunawet
6
Definitief
Schadebestrijding Onder de jachtwet was het konijn het gehele jaar bejaagbaar. Dit betekende dat wanneer schade ontstond, men direct kon ingrijpen. Onder de huidige flora- en faunawet is de jacht op het konijn geopend van 15 augustus tot en met 31 januari. Buiten deze periode is altijd sprake van schadebestrijding. De landelijke vrijstelling voor het konijn die gedurende het gehele jaar geldt is uitsluitend geldig voor schade aan gewassen op landbouwgronden en in bossen. Sportvelden vallen niet onder deze vrijstelling. Door het amendement Schreijer – Pierik van 27 september 2005 is het sinds 2006 mogelijk om: indien binnen het werkgebied van een WBE schade door het konijn optreedt, binnen het gehele werkgebied het konijn te bestrijden, artikel 65 F&F wet lid 3 is hiervoor uitgebreid. Schade door konijnen op sportvelden die binnen het werkgebied van de WBE vallen kunnen met deze motie worden bestreden. De schadebestrijder heeft hiervoor een schriftelijke toestemming nodig van de grondgebruiker. Ingegrepen kan worden met alle wettelijke middelen en met in achtneming van alle regels. De schadebestrijder en jachthouder kan dezelfde persoon zijn, maar dit is niet noodzakelijk. De jachthouder heeft recht op de zes bejaagbare soorten binnen de opengestelde periode. De schadebestrijder op de schadesoort buiten de opengestelde periode. Om schade door konijnen op sportvelden binnen de bebouwde kom te kunnen bestrijden is buiten de opengestelde periode een ontheffing nodig van de flora- en faunawet. De ontheffing voor schadebestrijding op sportvelden (binnen de bebouwde kom) moet worden aangevraagd bij de provincie. Als basis voor deze ontheffing geldt voor de wetgever als “aangewezen ander belang”: de voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door konijnen of vossen op sportvelden of industrieterreinen, artikel 67 van de flora- en faunawet. De ontheffing voor de begraafplaatsen moet worden aangevraagd bij de minister van LNV, op basis van artikel 75c van de flora- en faunawet. De wetgever heeft bovendien bepaald dat ontheffingen alleen kunnen worden verleend, wanneer geen andere bevredigende oplossing bestaat en aan de gunstige staat van instandhouding van de soort geen afbreuk wordt gedaan. Daarnaast gaat de wetgever er van uit dat: “ontheffingen in de eerste plaats aan faunabeheereenheden worden verleend op basis van een faunabeheerplan”. Alleen in uitzonderingsgevallen kan anders besloten worden. In een toelichting hierop schrijft de provincie in haar beleidsstuk: Flora en fauna in Gelderland, Deel II Faunabeheer en schadebestrijding, pagina 23: “Ook de graafschade van konijn en vos op industrieterreinen en sportvelden kan vaak door een aangepaste inrichting of door het plaatsen van rasters worden voorkomen. Bovendien moet in 7
Definitief
deze gevallen sprake zijn van structurele schade willen Gedeputeerde Staten ertoe overgaan om voor het hanteren van het geweer ontheffing te verlenen.”
Schadebestrijdingsbeleid Het konijn is een groot deel van het jaar bejaagbaar. Bovendien geldt er een landelijke vrijstelling voor de grondgebruiker. Aanvullende ontheffingverlening voor schadebestrijding in de landbouw is daarom niet noodzakelijk. Wanneer andere belangen die in de wet genoemd worden in het geding zijn, zullen Gedeputeerde Staten een ontheffing voor schadebestrijding overwegen, indien alles in het werk is gesteld om schade op een andere wijze te voorkomen. Aangezien het hier om incidenten gaat, is een faunabeheerplan niet vereist. Daarom kunnen ook anderen dan een faunabeheereenheid voor een ontheffing in aanmerking komen. Ontheffingverlening voor schadebestrijding op begraafplaatsen is voorbehouden aan het Rijk. Van artikel 67 zal vooralsnog geen gebruik worden gemaakt. Bron: Flora en fauna in Gelderland, Deel II faunabeheer en schadebestrijding, pagina 59
8
Definitief
Conclusie In de periode van 15 augustus tot en met 31 januari is de jacht op het konijn geopend en kan het konijn worden bejaagd. Voor bestrijding van schade buiten de geopende periode moet de gemeente Doetinchem voor de sportvelden binnen de bebouwde kom een ontheffing van de flora- en faunawet op grond van artikel 67, aanvragen bij de provincie Gelderland. Voor begraafplaatsen is altijd een ontheffing artikel 75c nodig, aan te vragen bij de minister van LNV. Rondom de sportvelden en begraafplaatsen zijn geen konijnenwerende maatregelen (bv. konijnenwerend raster) aanwezig. Hierdoor zal een aanvraag voor een ontheffing om het konijn buiten de opengestelde periode te mogen bestrijden weinig tot geen kans van slagen hebben. Als sportvelden buiten de bebouwde kom worden aangemerkt: Sportpark Doesburgseweg, ten noorden van de tennisbanen; Sportpark Koekendaal Vijverberg oost; Sportpark Bezelhorst, ten noorden van de tennisbanen en atletiek accommodatie; Zwembad Wehl; Voor de beoordeling, zie bijlage 1. Op deze vier sportvelden kan op basis van artikel 65 F&F wet lid 3 buiten de opengestelde periode voor de jacht worden ingegrepen bij dreigende schade door het konijn. Voor de overige locaties is buiten de opengestelde periode (15 augustus tot en met 31 januari) een ontheffing van de flora & faunawet noodzakelijk.
Schadesoorten In dit document wordt veelal gesproken over het konijn. Het konijn staat model voor alle schadesoorten. Voor het konijn is alles uitgezocht omdat de gemeente van het konijn de meeste overlast ervaart. Soorten als de houtduif of het ree kunnen schade veroorzaken maar niet noemenswaardig op gemeentelijke eigendommen. Wel kunnen overstekende reeën bijvoorbeeld de verkeersveiligheid in gevaar brengen of schade veroorzaken op belendende percelen. Het voert in dit kader te ver om voor alle schadesoorten de mogelijkheden en onmogelijkheden uit te schrijven. Verwezen wordt naar de onderliggende wetten en het faunabeheerplan. Op het moment dat een andere diersoort dan het konijn schade veroorzaakt kan worden ingegrepen binnen de geldende regelgeving.
9
Definitief
Mogelijkheden om het jachtbeleid vorm te geven Jachtbeleid kan op veel manieren worden vormgegeven en bestaat uit veel onderdelen die nauw met elkaar samenhangen. Deze onderdelen vormen de basis voor de keuze hoe de gemeente Doetinchem omgaat met jacht en schadebestrijding.
Instelling gemeentelijke faunabeheerder Om het toezicht en uitvoering op jacht en schadebestrijding binnen de organisatie te verankeren is het wenselijk dat iemand wordt belast met deze taak en hiervoor een gemeentelijke faunabeheerder aan te stellen. Hij of zij draagt er zorg voor dat de jacht en schadebestrijding binnen de gekozen kaders van de gemeente Doetinchem wordt uitgevoerd. Deze persoon heeft een coördinerende rol. Binnen het team handhaving van Wonen en Bedrijven is kennis en knowhow aanwezig om de bestrijding van wildschade aan te pakken. In het vervolg zal de schadebestrijding in principe door Wonen en bedrijven, wordt gecoördineerd. Dit heeft als groot voordeel dat de lijnen erg kort zijn en dat de gemeente exact weet wat op haar terreinen plaatsvindt. Dit betekent wel dat voor de continuïteit bij de opvolging van de handhaver in het functieprofiel de kennis over het uitvoeren van wildschadebestrijding wordt opgenomen. De gemeentelijke faunabeheerder zal het aanspreekpunt zijn voor alle jacht en faunaschade gerelateerde problemen. Wij zoeken uit of er binnen de huidige formatie capaciteit vrijgemaakt kan worden om het dierenwelzijn binnen de gemeente meer aandacht te geven.
Schadebestrijding Als zich een noodzaak tot schadebestrijding voordoet zal via de gemeentelijke faunabeheerder de secretaris van de desbetreffende WBE worden benaderd om de schadebestrijding uit te voeren. De WBE zoekt op haar beurt de meest geschikte methode en persoon om de schadebestrijding uit te voeren. In veel gevallen zal dit het WBE lid zijn met een jachtveld grenzend aan het schade perceel. Ook kan dit een valkenier zijn, indien ingrijpen met het geweer niet mogelijk blijkt te zijn. Met beide WBE’s wordt een overeenkomst tot schadebestrijding afgesloten. In de overeenkomst worden de soorten opgenomen zoals vermeld in het faunabeheerplan 2009-2014. Hierdoor zijn de wettelijke ontheffingen voorhanden die noodzakelijk zijn om in te kunnen grijpen.
10
Definitief
Voor de begraafplaatsen en sportvelden binnen de bebouwde kom zullen als de situatie zich voordoet ontheffingen van de flora en faunawet worden aangevraagd. Na het verkrijgen van de ontheffing wordt de uitvoering wederom in handen gelegd van de WBE. De gemeentelijke faunabeheerder ziet erop toe dat de uitvoering volgens de regels verloopt en evalueert na afloop het behaalde resultaat.
Uitdienen en verlengen jachtrechten Bij de aankoop van gronden verhuizen eventuele jachtrechten mee naar de gemeente. Deze jachtrechten worden gewoon uitgediend. De meeste gronden worden aangekocht voor het aanleggen van infrastructuur. Laat de ontwikkeling nog langer op zich wachten dan bestaat de mogelijkheid om een nieuwe contractperiode aan te gaan. De nieuwe contractperiode wordt vervolgens aangegaan met de WBE. De WBE mag de jacht vervolgens doorgeven aan een individuele jager. Uiteindelijk zal op deze wijze de gemeente nog slechts twee huurders bezitten, de beide WBE’s. De rechten hebben geen invloed op de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Op het moment dat een weiland of akker veranderd in een woonwijk of industrieterrein komen de jachtrechten automatisch, van rechtswege, te vervallen doordat bebouwde kommen geen deel uit kunnen maken van een jachtterrein. Een uitzondering wordt gemaakt voor terreinen die grenzen aan of liggen binnen de natuurgebieden van de gemeente Doetinchem. Ligt de grond binnen een gemeentelijk natuurgebied of grenst deze aan een gemeentelijk natuurgebied en is de grond aangekocht om dit natuurgebied te versterken dan worden de jachtrechten niet opnieuw verleend. Als de aangekochte grond naast of in een gemeentelijk natuurterrein een beperking vormt voor de bejaagbaarheid van een ander terrein kan overwogen worden om het jachtrecht als nog te verhuren. Verhuur vindt dan plaats onder het strikte beding dat feitelijke bejaging niet mag plaatsvinden. De grond maakt dan wel formeel deel uit van een jachtveld. Hiermee wordt de belemmering voor het andere perceel opgelost. Met deze mogelijkheid wordt zeer terughoudend omgesprongen. Het toestaan van feitelijke jacht in percelen aangrenzend aan natuurgebieden kan een verstoring op van de dieren binnen de natuurgebieden.
Alleen als het niet verhuren een grote aantasting van individuele belangen oplevert kan hiertoe worden besloten. Verhuur vindt opnieuw plaats aan de WBE.
Populatiebeheer Alle wildsoorten die niet bejaagbaar zijn, zijn opgenomen in een faunabeheerplan. Het faunabeheerplan regelt het planmatig beheer van populaties in het wild levende dieren. Sinds de invoering van de faunabeheerplannen kunnen populaties beter worden beheerd doordat over grote gebieden afstemming plaats vindt. Op de gronden van de gemeente Doetinchem waar geen jacht plaats vindt, vindt ook geen populatiebeheer plaats. Theoretisch kunnen populaties wilde dieren zich op de 11
Definitief
gronden van de gemeente sterk uitbreiden. Veel gronden in eigendom van de gemeente zijn klein in omvang, hierdoor zal dit in de praktijk niet gebeuren. Door in principe niet te jagen zijn de gronden in eigendom van de gemeente een soort van rustgebieden voor diersoorten. Rustgebieden die anders door de faunabeheerders zelf worden ingesteld. Deze rustgebieden zijn niet volledig met elkaar te vergelijken. Rustgebieden zijn normaliter niet toegankelijk voor publiek. De gronden in eigendom van de gemeente zijn dit wel. Met name honden, al dan niet loslopend, veroorzaken hierdoor veel onrust. Door het nemen van inrichtingsmaatregelen is hierin te sturen. Indien de gemeente haar gronden inbrengt binnen de WBE’s tellen deze gronden mee voor de oppervlakte die als basis geldt voor de bepaling van de afschothoeveelheden van de diersoorten opgenomen in het faunabeheerplan 2009 -2014. Feitelijk afschot hoeft niet op gemeentelijke eigendommen plaats te vinden. Incidenteel kan vanuit oogpunt van populatie beheer het noodzakelijk zijn om corrigerend in te grijpen. Per incident zal worden beoordeeld of ingrijpen noodzakelijk is.
Gemeentelijke natuurterreinen De gemeente Doetinchem heeft enkele grotere natuurgebieden. Het betreft de volgende drie terreinen: 1. De Koekendaal ten noorden en ten zuiden van de A18; 2. De Ruige Horst/ de Zumpe; 3. Het voormalig AZC terrein. In bijlage 2 zijn deze gebieden afgebeeld. In deze drie gebieden is natuurbeheer de belangrijkste functie, direct gevolgd door recreatie. De inwoners van Doetinchem bezoeken deze terreinen voor een stukje natuurbeleving, voor een kleine wandeling, het uitlaten van de hond of voor de hier heersende rust. Ook de kans op een ontmoeting met in het wild levende dieren is een drijfveer voor het bezoek aan deze gebieden. De mogelijkheid tot jagen zijn hierdoor beperkt. Bestaat de noodzaak tot ingrijpen dan dient dit zeer zorgvuldig te worden uitgevoerd. Daarnaast laten dieren zich eerder zien indien op de dieren niet gejaagd wordt. Loslopende honden kunnen dit effect weer voor een deel te niet doen gaan. Bij elkaar genomen zijn dit voldoende redenen om de schadebestrijding en het eventuele populatiebeheer voor deze drie gebieden in eigen hand te houden en de coördinatie hiervan een verantwoordelijkheid van de faunabeheerder te maken. Het regiem voor deze drie gebieden is niet jagen tenzij. GIOS
12
Definitief
Op dit moment worden op vier locaties zogenaamde GIOS4 terreinen ontwikkeld. Een terrein wordt gebruikt als terrein voor herhuisvesting van mensen die in het buitengebied worden weggekocht. De overige drie terreinen worden als stadsnatuur ontwikkeld. De gebieden zijn op dit moment nog vrij klein. In de komende jaren zullen deze gebieden tot een een flinke omvang uitgroeien. De terreinen zijn zeker op termijn tot de grotere gemeentelijke natuurterreinen te rekenen. Het betreft de volgende drie terreinen 1. GIOS locatie De Belder; 2. GIOS locatie Mussenhorstweg; 3. GIOS locatie Nieuwestraat. In bijlage 2 zijn deze gebieden afgebeeld. De overwegingen die gemaakt zijn voor de drie grote gemeentelijke natuurterreinen gelden eveneens voor de drie GIOS terreinen, zeker als deze eenmaal volledig zijn ontwikkeld. Het regiem voor deze drie GIOS terreinen is niet jagen tenzij.
Overige gemeentelijke terreinen Naast de zes grote natuurterreinen bezit de gemeente nog veel meer grote en kleine terreinen. Op al deze terreinen wordt op dit moment vrijwel niet gejaagd. De gemeente zal niet gaan zoeken naar jachthouders. Worden verzoeken voor verpachting van een terrein ingediend dan worden deze beoordeeld en bij geen bezwaren toegekend. Verhuur vindt plaats via de WBE. In de praktijk zullen de verzoeken veelal via de WBE aan de gemeente worden overgebracht. Voor schadebestrijding op deze terreinen is de gemeentelijke faunabeheerder de coördinator. Verzoeken tot medewerking worden door hem/haar beoordeeld. De uitvoering vindt plaats via de WBE.
Jachthuur Bij het aangaan van een jacht contract wordt een jaarlijks huurbedrag afgesproken. Bij afgifte van de vergunning wordt voor het verlenen van de vergunning € 34,40 in rekening gebracht. Dit is het tarief voor het verkrijgen van een vergunning voor de APV. Dit tarief wordt aangepast als de leges voor de vergunningen wordt aangepast. De jaarlijkse huur wordt vastgesteld op €1,00 per 1000 m2 met een minimum van €5,00 per jaar. De huur wordt in een keer voldaan aan het begin van de contractperiode. Restitutie vindt niet plaats. De vergunning wordt verstrekt na betaling van de kosten.
WBE
4
GIOS Groen In en Om de Stad
13
Definitief
De beide WBE’s wordt bij het nieuwe jachtbeleid een belangrijke partner van de gemeente. De verhuur van gronden voor het uitoefenen van de jacht wordt alleen met de WBE aangegaan. De WBE is vervolgens gerechtigd om de gronden door te verhuren aan een jachthouder met geweer. De WBE is ook het aanspreekpunt voor de gemeente voor wat betreft de schadebestrijding. Beide WBE’s ontvangen hiervoor een overeenkomst om op verzoek van de gemeentelijke faunabeheerder de optredende schade te bestrijden.
14
Definitief
Keuze mogelijkheden De gemeente heeft een aantal mogelijkheden om de jacht op haar terreinen te reguleren. Hiervoor worden een aantal alternatieven aangedragen. Schadebestrijding (konijn) op de sportvelden, buiten de opengestelde periode van 15 augustus tot en met 31 januari, is onderhevig aan een ontheffing van de flora en faunawet als deze buiten het werkterrein van de WBE (Wildbeheereenheid) vallen. Wanneer de ontheffing aanwezig is of het terrein binnen het werkgebied van de WBE valt, is schadebestrijding (konijn) buiten de opengestelde periode mogelijk. Schadebestrijding van het konijn op begraafplaatsen is altijd onderhevig aan een ontheffing F&F wet.
1 Toestaan van de jacht op smalle landschappelijke singels Jachtvelden behoren minimale 40 hectare groot te zijn. Daarnaast is de vorm van het jachtveld bepalend of er wel of niet gejaagd kan worden. Een smalle landschappelijke singel in het buitengebied, kan het voor een jager onmogelijk maken om een jachtterrein te vestigen doordat zijn beoogd jachtveld niet voldoet aan de minimale eisen. Het komt voor dat naast de smalle singels, bosjes en overhoeken kwetsbare gewassen worden verbouwd. Door de mogelijkheid te bieden om op deze gronden te jagen kan de schadebestrijding effectiever worden uitgevoerd. Van effectievere schadebestrijding is sprake als: 1. Gedurende langere tijd een bepaald gevoelig gewas wordt geteeld naast een gemeentelijk eigendom; 2. Op dit eigendom structureel diersoorten in grotere aantallen aanwezig zijn die de schade veroorzaken. Komen voor deze singels, bosjes of overhoeken verzoeken binnen om de jacht te mogen uitoefenen, dan zal de gemeente Doetinchem mee werken aan het verpachten van een dergelijk eigendom, als: 1. Het bosje singel, overhoekje een belemmering vormt voor het vestigen van een jachtgebied; 2. Substantieel bijdraagt aan de schadebestrijding. De gemeentelijke faunabeheerder beoordeelt de aanvraag op deze beide punten. Is de bevinding positief dan wordt het terrein verpacht aan de WBE. Voldoet de aanvraag hier niet aan, dan wordt het terrein niet verpacht. Jagen is vervolgens toegestaan op alle wildsoorten die vermeld zijn in het, in de F&F wet opgenomen, jachtbesluit te weten: haas (Lepus europaeus), fazant (Phasianus colchicus), patrijs (Perdix perdix), wilde eend (Anas platyrhynchos), konijn (Oryctolagus cuniculus) en houtduif (Columba palumbus). De verpachte gronden vallen ook onder de regels ten aanzien van het faunabeheerplan en de hieruit bepaalde afschotvergunningen ten aanzien van de overige diersoorten. 15
Definitief
In de opengestelde periode van 15 augustus tot en met 31 januari kan op de sportvelden binnen het werkgebied van de WBE worden gejaagd op het konijn. Voor schadebestrijding op sportvelden buiten de opengestelde periode en die niet behoren tot het werkgebied van de WBE en op begraafplaatsen wordt in voorkomende gevallen een ontheffing van de flora- en faunawet aangevraagd. Jagen op de zes grote natuurterreinen in Doetinchem voorkomende natuurterreinen is niet toegestaan met uitzondering van calamiteiten en onder de eerder beschreven condities. In een groot aantal gevallen is integraal beheer van populaties noodzakelijk. Afschot van één of enkele individuen op een klein gebied is veelal niet wenselijk of effectief. Het is heel moeilijk voor de gemeente om zelfstandig een verantwoord faunabeheer op te zetten. De arealen zijn hiervoor te verspreid en te klein van omvang. De gemeente brengt daarom haar gronden, exclusief de zes genoemde natuurterreinen in binnen de WBE’s. Hierdoor wordt de oppervlakte die als basis geldt voor de bepaling van de afschothoeveelheden van de diersoorten opgenomen in het faunabeheerplan. Feitelijk afschot op gemeentelijke eigendommen is uitsluitend mogelijk als deze zijn verpacht aan de WBE. Bij het optreden van ecologische of sociaal-medische problemen met wild bestaat de mogelijkheid om wel op alle gemeentelijke eigendommen over te gaan tot afschot. De gemeentelijke faunabeheerder neemt hierover de beslissing.
Voordelen: Diersoorten kunnen in voorkomende gevallen overmatige overlast veroorzaken. Als jacht op een beperkt aantal percelen van de gemeente Doetinchem wordt toegestaan kan eventuele overlast worden verkleind. De grootste overlast/schade ontstaat bij kleine landschappelijke elementen in het agrarische gebied. Probleem dieren die zich op deze percelen ophouden kunnen bij toestaan van de jacht beter worden gecontroleerd. De gemeente toont hiermee een stukje betrokkenheid richting haar buren. De gemeente sluit zich, door het toestaan van de populatie gerelateerde jacht, aan bij de in het faunabeheerplan opgestelde beheerrichtlijnen. De natuurdoelen op de zes grote natuurterreinen worden gehandhaafd het geen een voortzetting is van het besluit destijds om niet meer te jagen op de Koekendaal.
Nadelen: Tijdens de uitoefening van de jacht vindt op de singels een beperkte verstoring plaats. De gemeente laat op een klein deel van haar eigendommen het faunabeheer over aan de wildbeheereenheid die gronden pacht. De gemeente zal binnen het ambtelijke apparaat voldoende kennis aanwezig moeten hebben en houden om problemen tijdig te signaleren en in goede banen te leiden. Met de invulling van een gemeentelijke faunabeheerder is hieraan voldaan.
16
Definitief
Kosten: Voorgesteld wordt om de kosten voor de verpachting kostendekkend te laten zijn. De hoogte van de huur is gelijk aan de kosten die gemaakt moeten worden voor de verlening van de vergunning. Daarnaast is ambtelijke ondersteuning voor faunagerelateerde problemen en incidenteel overleg met de WBE noodzakelijk. Het benodigde aantal uren wordt geraamd op 100 uur per jaar. Dit wordt veroorzaakt door de contacturen met de twee wildbeheereenheden, de faunabeheereenheid en het incidenteel ingrijpen bij het optreden van faunaschade.
2 Jacht wordt niet toegestaan, tenzij Jagen is niet toegestaan met uitzondering van schadebestrijding op sportvelden en begraafplaatsen en in situaties waarin ingrijpen, op ecologische en sociaal-medische gronden, gewenst is. In de opengestelde periode van 15 augustus tot en met 31 januari zal de gemeentelijke faunabeheerder de schadebestrijding op de sportvelden en begraafplaatsen, via de WBE, coördineren. Voor schadebestrijding op sportvelden buiten de opengestelde periode en begraafplaatsen wordt in voorkomende gevallen een ontheffing van de flora- en faunawet aangevraagd. Bij het optreden van ecologische of sociaal-medische problemen met wild bestaat de mogelijkheid om jacht in te zetten als middel om de wildstand te corrigeren. Per incident wordt bekeken of jagen een goed middel is om de problemen te verminderen. In een groot aantal gevallen is integraal beheer van populaties noodzakelijk. Afschot van één of enkele individuen op een klein gebied veelal is niet wenselijk of effectief. Het faunabeheerplan zal hierbij als leidraad worden gebruikt. De uitvoering vindt plaats via de WBE.
Voordelen: De gemeente heeft volledige zeggenschap over het beheer van de fauna op haar percelen. De natuurdoelstellingen kunnen worden gemaximaliseerd waarbij de gemeente haar eigen doelen kan stellen. Bij het ontstaan van dringende gronden als het optreden van hondsdolheid, zwijnenpest of het ontstaan van overmatige overlast door bijvoorbeeld het konijn kan doormiddel van jacht worden ingegrepen. Voor percelen buiten de bebouwde kom gelden de ontheffingen verkregen in het faunabeheerplan. De WBE voert de noodzakelijke werkzaamheden uit.
Nadelen: De gemeente zal binnen het ambtelijke apparaat voldoende kennis aanwezig moeten hebben en houden om problemen tijdig te signaleren en in goede banen te leiden. Met de invulling van een gemeentelijke faunabeheerder is hieraan voldaan. Binnen de bebouwde kom zal, om eventuele schade te kunnen bestrijden, voor een groot aantal diersoorten, uitgezonderd de zes in de jachtwet genoemde soorten een ontheffing van de flora en faunawet noodzakelijk zijn, wil men regulerend ingrijpen. 17
Definitief
Kosten: In enkele gevallen zal ambtelijke inzet noodzakelijk blijken te zijn voor het beantwoorden en oplossen van fauna gerelateerde problemen. Het benodigde aantal uren wordt geraamd op 60 uur per jaar.
3 Jacht wordt op alle terreinen toegestaan. Door te kiezen voor deze optie wordt volledig gebroken met het huidige gebruik van het in principe niet jagen. In deze optie sluit de gemeente zich aan bij het provinciaalbeleid en laat het faunabeheer over aan de faunabeheereenheid. In de gemeente Doetinchem zijn dit de faunabeheereenheid: Oost-Gelderland met daarin opgenomen de wildbeheereenheid Zelhem-Doetinchem en WBE Bevermeer. De faunabeheereenheid heeft in 2009 haar faunabeheerplan gepresenteerd dat door de provincie Gelderland grotendeels is goedgekeurd. De faunabeheereenheid heeft, bij dreigende schade, ontheffing voor de in het faunabeheerplan genoemde soorten. Binnen de Faunabeheereenheid zijn zowel natuurbeheerders, landbouwers als jagers aanwezig, zodat alle belangen worden meegenomen bij de afwegingen die tot het faunabeheerplan leiden. In de opengestelde periode van 15 augustus tot en met 31 januari mag de WBE op de sportvelden jagen op het konijn. Voor schadebestrijding op sportvelden buiten de opengestelde periode en op begraafplaatsen wordt in voorkomende gevallen een ontheffing van de flora- en faunawet aangevraagd.
Voordelen: De gemeente heeft geen kosten voor het beheren van de fauna in het werkgebied van het faunabeheerplan. De verantwoording wordt gelegd bij de stichting Faunabeheereenheid Oost-Gelderland en de provincie Gelderland.
Nadelen: De gemeente heeft geen invloed meer op het te voeren faunabeleid in het buitengebied. Dit wordt overgelaten aan de faunabeheereenheid Oost-Gelderland en de provincie Gelderland die de ontheffing verleend. Alleen door het opnemen van voorwaarden in de vergunningverlening is een beperkte invloed uit te oefenen. Binnen de gemeentelijke organisatie moet nog steeds kennis aanwezig blijven voor het beheer van de fauna binnen de bebouwde kom. Met de invulling van een gemeentelijke faunabeheerder is hieraan voldaan.
Kosten: In deze variant zijn de kosten voor vergunningverlening kostendekkend. De hoogte van de huur is gelijk aan de kosten die gemaakt moeten worden voor de verlening van de vergunning. 18
Definitief
Daarnaast is ambtelijke ondersteuning voor faunagerelateerde problemen en incidenteel overleg met de WBE en Faunabeheereenheid noodzakelijk. Het benodigde aantal uren wordt geraamd op 80 uur per jaar. Dit wordt veroorzaakt door de contacturen met de twee wildbeheereenheden, de faunabeheereenheid en het incidenteel coördineren van ingrepen bij het optreden van faunaschade.
19
Definitief
4 Samengevat Alternatief Jagen toestaan behalve op de drie grote gemeentelijke natuurterreinen en de drie GIOS terreinen; Bejaging van het konijn voor schadebestrijding.
Niet jagen, tenzij. Bejagen van het konijn voor schadebestrijding en mogelijkheid tot jacht op ecologische en of sociaal- medische gronden toestaan. Jagen volledig toestaan
Voordelen Meer mogelijkheden om • overlast voor agrariërs, volksgezondheid en kwetsbare diersoorten te beperken. • Handhaven natuurdoelstellingen op de belangrijke drie gemeentelijke natuurgebieden • Volledige zeggenschap over faunabeheer. • Natuurdoelen beter te maximaliseren.
Nadelen Minder zeggenschap • over het faunabeheer. • Ontheffing flora en faunawet voor probleemsoorten binnen de bebouwde kom blijft noodzakelijk.
Kosten 100 manuren per jaar. • • Kosten voor aanbrengen rasters rondom sportvelden en begraafplaatsen. Kosten voor verhuur • zijn kostendekkend.
•
Ontheffing flora en faunawet voor probleemsoorten binnen de bebouwde kom blijft noodzakelijk.
• •
60 manuren per jaar. Kosten voor aanbrengen rasters rondom sportvelden en begraafplaatsen.
•
•
Geen zeggenschap meer • over faunabeleid in • werkgebied faunabeheereenheid. Nog steeds kennis nodig in de organisatie • voor faunabeheer binnen de bebouwde kom. Ontheffing flora en faunawet voor probleemsoorten binnen de bebouwde kom blijft noodzakelijk.
80 manuren per jaar. Kosten voor aanbrengen rasters rondom sportvelden en begraafplaatsen. Kosten voor verhuur zijn kostendekkend.
•
Geen kosten voor faunabeheer in het werkgebied van de faunabeheereenheid. Verantwoording ligt bij faunabeheereenheid en provincie.
•
•
20
Definitief
Advies Geadviseerd wordt om de jacht op de terreinen van de gemeente Doetinchem toe te staan op alle gronden behalve de drie grote gemeentelijke natuurterreinen en de drie GIOS terreinen en te kiezen voor alternatief 1. Dit houdt in dat: • Binnen de gemeente Doetinchem één persoon wordt aangesteld als gemeentelijke faunabeheerder; • De gemeente Doetinchem medewerking verleent aan het verpachten van gemeentelijke gronden voor het mogelijk maken van een jachtgebied of voor een substantiële bijdrage aan schadebestrijding op belendende percelen • Indien gronden worden verpacht worden deze uitsluitend verpacht aan een van de twee wildbeheereenheden. De WBE is vervolgens gerechtigd de grond te verhuren aan een individuele jager. • Jacht is niet mogelijk op de drie grote gemeentelijke natuurterreinen, te weten: o De Koekendaal ten noorden en ten zuiden van de A18; o De Ruige Horst/ De Zumpe; o Het voormalig AZC terrein. Incidenteel kan een uitzondering worden gemaakt. Indien individuele belangen in ernstige mate worden geschaad kan een deel van deze terreinen worden verpacht met de restrictie van niet jagen • Jacht is niet mogelijk vooruitlopend op de drie in ontwikkeling zijnde GIOSterreinen: o De Belder; o Mussenhorstweg; o Nieuwestraat. Incidenteel kan een uitzondering worden gemaakt. Indien individuele belangen in ernstige mate worden geschaad kan een deel van deze terreinen worden verpacht met de restrictie van niet jagen. • De gemeentelijke eigendommen waarvan de jacht niet is verpacht of wordt verpacht, worden ingebracht in de WBE om populatiebeheer mogelijk te maken. Feitelijk afschot zal niet plaatsvinden op deze eigendommen. • Bij het ontstaan van ecologische- of sociaal-medische gronden, is de mogelijkheid van preventief ingrijpen voorhanden op gronden in eigendom van de gemeente die niet aan de WBE zijn verpacht; • Jachtrechten die bij aankopen van de gronden mee komen worden normaal uitgediend en na afloop niet verlengd. Een nieuw verzoek tot verpachting wordt beoordeeld aan de op dat moment geldende criteria zoals deze, op dat moment, in dit document staan beschreven. Een eventuele verlenging vindt plaats aan de desbetreffende WBE. • De WBE voert de feitelijke schadebestrijding uit. De gemeentelijke faunabeheerder heeft een coördinerende rol.
21
Definitief
Elke 5 jaar wordt het uitgevoerde beleid geëvalueerd. Hierbij worden in ieder geval drie vragen beantwoord: 1. Is de noodzaak tot bejaging/schadebestrijding nog aanwezig of zijn inmiddels eventueel genomen beschermingsmaatregelen voldoende effectief? 2. Is de werkwijze met een gemeentelijke faunabeheerder goed verlopen? 3. Hoe is de samenwerking met de beide WBE’s verlopen Op basis van de antwoorden wordt het beleid bijgesteld of gecontinueerd. Op drie sportvelden en het zwembad kan op basis van artikel 65 lid 3 van de flora- & faunawet buiten de opengestelde periode schadebestrijding plaatsvinden. Voor de overige sportvelden geldt dat wanneer buiten de opengestelde periode ernstige schade door konijnen optreedt, een konijnenwerend raster moet worden geplaatst. Als blijkt dat dit onvoldoende is, dan kan een ontheffing van de flora en faunawet worden aangevraagd. Het konijnenwerende raster is een eerste vereiste om in aanmerking te komen voor een ontheffing. Na het plaatsen van het raster en het verkrijgen van een ontheffing kan de gemeentelijke faunabeheerder, via de WBE, laten ingrijpen.
22
Definitief
Bijlage 1, bepaling bebouwde kom Inleiding Op het moment dat binnen het werkgebied van de WBE schade is of dreigt te ontstaan aan (landbouw) gewassen mag ter voorkoming en bestrijding van die schade het gehele jaar het konijn worden verontrust of gedood. Bestrijding mag ook plaatsvinden op niet schade gevoelige percelen (waaronder o.a. sportvelden of golfbanen). Voor het bestrijden van konijnen op niet (landbouw) schadegevoelige percelen binnen of tegen de bebouwde kom aan moet per situatie worden bekeken of een ontheffing al dan niet noodzakelijk is of dat de handelingen kunnen worden verantwoord op basis van de landelijke vrijstellingsregeling. Dit document geeft inzicht in de afweging voor de vijf sportterreinen en vier begraafplaatsen van Doetinchem.
Uitgangspunt Om te bepalen of de sportvelden kunnen behoren tot een bejaagbaar veld zijn de eisen die aan een dergelijk veld worden gesteld schematisch weergegeven. Op het moment dat de velden in een bejaagbaar veld liggen worden de terreinen beschouwd als behorende tot het werkgebied van de WBE. Liggen de terreinen niet in een bejaagbaar veld dan vallen zij mogelijk buiten het werkgebied van de WBE. Om dit te bepalen zijn een tweetal cirkels getrokken. De groene cirkel is de staal van 150 m1, de rode lijn is de 350 m1 grens. In een jachtveld moet tenminste een cirkel met een straal van 150 m1 worden beschreven om te voldoen aan een bejaagbaar veld. Gronden binnen 350 m1 afstand tot het middelpunt kunnen tot het jachtveld behoren. Dit is niet geheel zuiver. Met een jachtvogel, fret en buidel kan op kleinere velden zelfs in grote achtertuinen worden ingegrepen op de schadesoorten. Door echter de regel voor het geweer te hanteren worden de gebieden die tegen de bebouwde kom aan liggen en waarvoor een ontheffing van de Flora en Faunawet noodzakelijk is direct inzichtelijk. Hierdoor wordt het risico op het onjuist interpreteren van de wet voorkomen. Uitgangspunt is dat alle terreinen die niet behoren tot een (met het geweer) bejaagbaar veld niet onder het werkingsgebied van de WBE liggen en dat daardoor een ontheffing van de Flora en Faunawet noodzakelijk is.
23
Definitief
Sportpark Doesburgseweg Sportpark Wehl grenst niet aan de bebouwde kom van Wehl. Wel bevinden zich rondom het sportpark woningen, deels bedrijven, deels particulier. Aan de noordzijde van het sportpark bestaat de mogelijkheid tot het vestigen van een bejaagbaar veld. De noordzijde van het complex kan hierdoor behoren tot een bejaagbaar veld en valt hiermee binnen het werkgebied van de WBE Bevermeer.
Sportpark de Bezelhorst Sportpark Bezelhorst grenst aan de zuidzijde aan de bebouwde kom van Doetinchem. Daarnaast bevinden zich aan de overige zijden diverse particuliere woningen en bedrijven. Op een locatie bestaat ruimte voor een bejaagbaar veld. Dit grenst echter aan alle zijden aan bebouwing. Het sportveld bevindt zich grotendeels buiten de bebouwde kom. De tennisbanen en de atletiek accommodatie behoren niet tot een bejaagbaar veld. Zij liggen ook tegen de bebouwde kom aan en vallen hiermee buiten het werkgebied van de WBE.
24
Definitief
Sportpark Koekendaal/ Vijverberg oost Dit sportpark ligt in het gemeentelijk natuurgebied De Ruige Horst en binnen de invloedssfeer van natuurbeschermingsgebied De Zumpe. De Zumpe heeft de hoogste beschermde status op natuurbeschermingsgebied in Nederland. Het gebied ligt op enige afstand van de bebouwing van de bebouwde kom van Doetinchem. In de nabijheid van het gebied is de vestiging van een bejaagbaar veld mogelijk. Het gebied valt hiermee binnen de invloedsfeer van de WBE. Wel moet worden opgemerkt dat natuurgebieden niet worden bejaagd, maar dat hier uitsluitend schadebestrijding plaats vindt.
Sportpark De Pol Sportpark de Pol ligt ingeklemd tussen de Hogeweg en de spoorlijn naar Winterswijk. Aan de oostzijde grenst het sportcomplex direct aan de Pelgrimstraat en daarmee de bebouwde kom van Gaanderen. Ten zuiden van de spoorlijn is een bejaagbaar veld te vormen. Tussen de Hogeweg en de spoorlijn is geen cirkel te trekken met een straal van 150 m1 zodat hier geen bejaagbaar veld gevormd kan worden. Op het sportcomplex bevinden zich enkele grote gebouwencomplexen en enkele woningen. Hierdoor heeft het complex de uitstraling van een bebouwde kom. Dit samen maakt dat dit sportcomplex niet behoort tot het werkgebied van de WBE.
25
Definitief
Sportpark Zuid Sportpark zuid ligt binnen de bebouwde kom van de gemeente Doetinchem en daarmee buiten het werkgebied van de WBE.
Sportpark Dichteren Sportpark Dichteren ligt binnen de bebouwde kom van de gemeente Doetinchem en daarmee buiten het werkgebied van de WBE.
Zwembad Wehl Het zwembad licht aan de rand van het dorp tegen het buitengebied aan. Ten zuidwesten van het zwembad is een bejaagbaar veld te vormen en het zwembad is gelegen binnen de 350 m1 vanuit het centrum van dit veld gemeten. Het zwembad valt binnen het werkingsgebied van de WBE.
Begraafplaatsen Alle begraafplaatsen vallen per definitie buiten het werkgebied van de WBE. Begraafplaatsen maken nooit deel uit van een jachtterrein.
26
Definitief
Schadebestrijding Voor het eventueel bestrijden van schade van het konijn op sportvelden kan gebruik worden gemaakt van de landelijke vrijstelling voor het voorkomen en bestrijden van schade binnen het werkgebied van de WBE op de volgende locaties: Sportpark Doesburgseweg, ten noorden van de tennisbanen Sportpark Koekendaal Vijverberg oost Sportpark Bezelhorst, ten noorden van de tennisbanen en atletiek accommodatie Zwembad Wehl. Deze mogelijkheid is aanwezig voor alle schadesoorten die op de landelijke vrijstellingslijst zijn opgenomen. Voor de overige terreinen dient een ontheffing van de flora en faunawet te worden aangebracht om schade door het konijn te bestrijden buiten de opengestelde periode van 15 augustus tot en met 31 januari. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor een vrijstelling is de aanwezigheid van een konijnenwerend raster.
27
Definitief
Bijlage 2, ligging grote gemeentelijke natuurterreinen
De Koekenaal boven en onder de A18
De Ruige Horst/ de Zumpe
28
Definitief
Voormalig AZC terrein
GIOS (Groen In en Om de Stad) locatie De Belder
GIOS locatie Mussenhorstweg
29
Definitief
GIOS locatie Nieuwestraat
30
Definitief
Bijlage 3, Overzichtskaart gemeentelijke eigendommen
31