Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid Dienst Welzijn en Gezondheid Centrum voor Toegankelijkheid
Toegankelijkheid binnen de gemeente
Integrale Toegankelijkheid Overzicht huidige wetgeving Centrum voor Toegankelijkheid Gemeentelijk beleid
Provincie Antwerpen Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid Dienst Welzijn en Gezondheid Centrum voor Toegankelijkheid Boomgaardstraat 22 bus 101 | 2600 Antwerpen T : 03 240 56 48 | F : 03 240 61 62 www.provant.be |
[email protected]
INTEGRALE TOEGANKELIJKHEID Toegankelijkheid is een eigenschap die een omgeving of een medium bezit wanneer ze in al haar aspecten door elke gebruiker zelfstandig benut kan worden. In onze maatschappij wordt vrijwel iedereen vroeg of laat persoonlijk geconfronteerd met de ontoegankelijkheid van de leefomgeving. Dit kan heel tijdelijk zijn, bijvoorbeeld met een winkelwagentje een stoep op moeten. Langere tijd bijvoorbeeld als jonge ouder met een kinderwagen die ondervindt dat niet elke winkel, elk vervoermiddel geschikt is om bezocht te worden met die kinderwagen. Of blijvend als rolstoelgebruiker of blinde die zelfstandig gebruik maakt van het openbaar domein. Dit indachtig is het belangrijk ervoor te zorgen dat de omgeving en de media die we gebruiken zo goed mogelijk worden geconstrueerd. Zodat zoveel mogelijk mensen er optimaal gebruik van kunnen maken. Zodat zoveel mogelijk mensen zelfstandig gebruik kunnen maken van onze omgeving. Historisch gezien is de gedachte “toegankelijkheid” steeds toegespitst geweest op personen met een handicap. Doch, uit voorgaande leren we dat iedereen baat heeft bij een goed ontworpen en ontwikkelde omgeving. We moeten dus eerder spreken van een “ergonomische” omgeving dan van een “toegankelijke”. Immers, veiligheid en gebruiksvriendelijkheid moeten voorop staan. En, de publieke omgeving moet voor iedereen behoorlijk ingericht worden.
Toegankelijkheidsketting Een omgeving is slechts toegankelijk wanneer vanaf het begin tot het einde voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. De verschillende voorwaarden vormen als het ware een schakel in het toegankelijkheidsverhaal. Elke schakel op zich is belangrijk, het geheel vormt een ketting, de toegankelijkheidsketting. Eén ontbrekende schakel zorgt ervoor dat uiteindelijk het beoogde doel, een toegankelijke omgeving, niet bereikt wordt. De structuur bestaat uit vijf pijlers, in deze volgorde : 1. Beschikbaar : een goed, medium, gebouw, domein, dienst, … moet in de eerste plaats beschikbaar zijn. Wanneer binnen een redelijke afstand dit niet gerealiseerd kan worden, is die dienst, gebouw, … niet toegankelijk. 2. Bereikbaar : in tweede instantie moet men er kunnen geraken. Zij het zelfstandig via het openbaar domein, maar ook via het openbaar vervoer. 3. Betreedbaar : wanneer de locatie bereikt is, moet men er binnen kunnen. 4. Bezoeken en gebruiken : alle delen die voor het publiek beschikbaar zijn, moeten bezocht en gebruikt kunnen worden. In uitbreiding zijn het ook de nietpubliektoegankelijke delen die in orde moeten zijn. Een andere functie van het gebouw is immers werk verschaffen. Wanneer een bepaalde locatie tenslotte een lang verblijf kan vereisen, zijn de sanitaire voorzieningen ook aangepast. 5. Begrijpen : de omgeving moet door ieder begrepen worden. Zie hiervoor het item “noden per doelgroep”. Een laatste overweging die gemaakt wordt is de Betaalbaarheid van de “aangepaste” omgeving. Deze overweging is uiteraard voor de beheerder van een gebouw of domein van belang. Nochtans kunnen we hierover ook duidelijk zijn :
-
-
-
wanneer in een latere fase aan toegankelijkheid gedacht wordt, d.w.z. na de realisatie van een project, of bij een bestaande infrastructuur, is het inderdaad financieel en praktisch een zware dobber. Immers, bestaande structuren moeten aangepast worden, wat niet altijd makkelijk is. Nochtans, wanneer in een ontwerpfase al rekening gehouden wordt met de toegankelijkheidsprincipes, zal de meerprijs te verwaarlozen zijn. Brede deuren kosten inderdaad meer dan gewone deuren, maar er moet minder muur geplaatst en afgewerkt worden. Kosten en baten compenseren elkaar grotendeels. Bovendien moet rekening gehouden worden dat het project meer bezoekers kan toelaten en dus meer potentiële klanten. Vaak verliest men ook uit het oog dat brandveiligheid en toegankelijkheid voor een groot deel hand in hand gaan. Wat goed is voor de toegankelijkheid is meestal ook goed voor de brandveiligheid.
Met het doorlopen van deze structuren staat of valt een heel concept. Zoals gezegd, één ontbrekende schakel en het nut vervalt. Denk bijvoorbeeld aan een perfect toegankelijk toilet op een verdieping dat alleen per trap bereikt kan worden… En ja, het is te gek voor woorden, maar het bestaat !
WETTELIJKE BEPALINGEN - OVERZICHT Internationaal De resolutie van de verenigde naties betreffende de “standaardregels betreffende het bieden van gelijke kansen voor personen met een handicap” werd door België geratificeerd. Deze resolutie houdt ondermeer in dat vanaf de ontwerpfase de regels rond toegankelijkheid moeten worden toegepast. Bovendien houdt deze resolutie in dat de lidstaten pro-actief moeten optreden qua toegankelijkheid. Er moeten actieprogramma’s op touw gezet worden om de leefomgeving toegankelijk te maken., alsook toegang te hebben tot informatie en communicatie. Qua leefomgeving bedoelt men onder meer de toegang tot gebouwen, waaronder ook woningen, openbaar vervoer, straten en andere openbare gebieden. Europa vraagt redelijke aanpassingen om toegang te hebben tot arbeid. Deze richtlijn werd door de federale overheid en door Vlaanderen omgezet in lokale wetgeving. Redelijke aanpassingen blijft een vaag begrip waar tot op heden niemand echt zijn vingers aan wil branden.
Stedenbouw De moeder van alles rond stedenbouwkundige materie is in Vlaanderen het Decreet houdende de Organisatie van de Ruimtelijke Ordening, kortweg DRO. Hierin wordt haarfijn en ondubbelzinnig gesteld dat een stedenbouwkundige vergunning slechts mag worden afgegeven wanneer voldaan werd aan de toegankelijkheidsnormen. Wanneer dit niet het geval is, dan moet de stedenbouwkundige vergunning geweigerd worden. Het decreet verwijst zowel naar de wet, als naar besluiten. Bij gebrek aan hedendaagse besluiten (de bouwverordening wegen voor voetgangersverkeer niet in aanmerking genomen), moet men nog steeds terugvallen op de
wet van 17.7.1975 en het uitvoeringsbesluit ervan, het KB van 9.5.1977. Tot op vandaag zijn dit de enige formele bronnen die rond toegankelijkheid gangbaar zijn. Deze federale wetgeving regelt in detail welke gebouwen in onze omgeving verplicht toegankelijk moeten gebouwd of verbouwd worden. Het niet naleven van deze verplichting moet ertoe leiden, net zoals gespecificeerd in het DRO, dat een stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. Dit KB regelt bovendien ook in detail aan welke normen een omgeving moet voldoen. Sedert 28 mei 2004 is er in Vlaanderen ook het besluit van kracht dat de dossiersamenstelling regelt voor een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. Hierin staat gespecificeerd dat élk gebouw dat toegankelijk is voor het publiek, onverminderd de bepalingen van het KB van 9.V.1977, in de beschrijvende nota melding moet maken welke toegankelijkheidsmaatregelen er getroffen worden. Deze voorzieningen moeten bovendien verder gaan dan dewelke in het bovenstaande KB worden aangegeven. Verder in dit bundel meer uitleg over hoe dit best kan toegepast worden. Wat deze vier regelgevingen betreft, rust er een zware verantwoordelijkheid bij de gemeente. Zij moet in de eerste plaats toezien op het naleven van de toegankelijkheid in de publieke ruimte (dit is veel uitgebreider dan de openbare ruimte !!!). Consequent handelen is hier de boodschap, alleen zo kan op termijn een effectief toegankelijke omgeving worden bekomen. De Provincie Antwerpen heeft sedert april 2006 een extra expertiseaanbod voor de steden en gemeenten. Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning van een gebouw dat voor het publiek toegankelijk is, kan tijdens de vergunningsprocedure bij ons worden gescreend op de toegankelijkheid voor mensen met een verminderde mobiliteit. Dit facultatief advies wordt verder in dit bundel toegelicht. Het geeft de stad of gemeente de gelegenheid op een professionele manier de verplichte toetsing op de toegankelijkheid uit te voeren. In de vergunningsprocedure is het voorzien dat het college van burgemeester en schepenen, of de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, zich laten adviseren door externe experts wanneer zij dit wenselijk achten.
Openbaar domein Betreffende het openbaar domein, zijn er ogenschijnlijk minder eisen opgesteld. Vooraleer hierop dieper in te gaan, moet worden nagegaan wat eigenlijk openbaar domein is, wat openbare wegen zijn. Openbaar domein behoort toe aan een overheid. Dit duidt enkel het eigendomsrecht aan, niet de wijze waarop het beheerd wordt. De meeste openbare wegen behoren tot het openbaar domein. Privaat domeinen kunnen een openbaar karakter hebben waardoor ze het statuut van openbare weg krijgen. Bijvoorbeeld de parking van een grootwarenhuis kan als openbare weg aanzien worden, hoewel het op privaat domein gelegen is. Erfdienstbaarheden zoals een veldweg die over iemands eigendom loopt, kunnen eveneens als openbare weg worden aanzien. Een exacte omschrijving van openbare weg is nergens gedefinieerd. Men gaat uit van het idee dat deze weg niet louter voor privaat gebruik bedoeld is en ook al dan niet als dusdanig herkenbaar is. Concreet zal in twijfelgevallen steeds de feitenrechter oordelen of een weg openbaar is of niet.
Hieruit volgt dat een beheerder van een domein, zij het openbaar, zij het privaat, gehouden is zich te schikken naar dezelfde regels qua inrichting. Immers, men moet als “goed huisvader” het domein beheren, men mag de gebruiker ervan niet verschalken in zijn normaal verwachtingspatroon. Eenvormigheid is dus geboden ! We kennen in Vlaanderen enkel de bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer (29.IV.1997). Dit handelt over de aanleg van de voetgangerswegen binnen de bebouwde kom. Deze verordening laat nog enige ruimte voor interpretatie toe. Belangrijk is dat losse constructies zoals terrassen en uitstallingen ook onder de toepassing van dit besluit vallen. Daarbuiten moeten we echter ook kijken naar informele bronnen. Vrijwel de meest belangrijke hierin is het vademecum voetgangersvoorzieningen. Principieel dienen alle gemeenten dezelfde voorschriften te volgen zoals opgesomd in dit vademecum. Dit vademecum eist een verregaande toegankelijkheid van het openbaar domein, ongeacht of het binnen of buiten de bebouwde kom gelegen is. De staten-generaal voor de verkeersveiligheid 2007 heeft benadrukt en aanbevolen dat het toegankelijk maken van de publieke ruimte een absolute prioriteit is. Federaal is ook in de verkeerswetgeving een deel gewijd aan toegankelijkheid, met name de inrichting van parkeerplaatsen. Dit wordt geregeld in de Ministeriële Omzendbrieven aangaande parkeerinrichtingen voor personen met een handicap (reglement van de wegbeheerder). Ook uit de wegcode kunnen we enkele artikels halen die onrechtstreeks te maken hebben met toegankelijkheid. Het Ministerieel Besluit houdende minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens, heeft ook consequenties naar het toegankelijk inrichten van de omgeving.
Provinciaal niveau De provincies zijn gemachtigd provinciale stedenbouwkundige verordeningen uit te vaardigen. Enkel West-Vlaanderen heeft een verordening die de toegankelijkheid regelt. Momenteel is het niet wenselijk een bijkomende verordening te ontwikkelen omdat binnen het Vlaams Gewest een nieuwe stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid wordt ontwikkeld. Het provinciaal niveau is echter belangrijk op planniveau. Wanneer ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten goedgekeurd worden, dan dient de bestendige deputatie van de provincie daar zijn advies over te geven. Dit advies kan onder meer bijkomende toegankelijkheidsvoorschriften bevatten. Het uitvoeringsplan heeft verordenende kracht, in die mate zelfs dat de normale bouwverordeningen erdoor opgeheven kunnen worden. Het spreekt voor zich dat dit een zeer krachtig instrument is waarmee op meso-niveau sterke impulsen rond toegankelijkheid kunnen gegeven worden.
Lokaal niveau Op gemeentelijk niveau zijn er geen eenvormige richtlijnen rond toegankelijkheid. Naast de federale wet van 1977 kan een gemeente nog extra eisen opleggen. Hiertoe kan de gemeente een gemeentelijke bouwverordening ontwikkelen, ofwel één en ander inschrijven in het algemeen gemeentelijk politiereglement. Slechts weinig gemeenten hebben een eigen bouwverordening die de toegankelijkheid regelt.
Adviesbureaus Diverse adviesbureau’s en steunpunten toegankelijkheid hanteren momenteel normen die veel uitgebreider zijn dan deze dewelke de wet voorschrijft. Ze proberen een integrale toegankelijkheid na te streven in de projecten die worden voorgelegd. Helaas is dit nog eerder de uitzondering en blijven zelfs dergelijke adviezen relatief vrijblijvend. Het is zeer bedroevend te zien dat, hoewel bovenstaande wetten, decreten, KB’s, omzendbrieven en adviesorganen bestaan, de leefomgeving nog steeds niet substantieel toegankelijk is. Er blijft, hoewel de eerste wetten reeds 30 jaar bestaan, nog steeds een onwil om een toegankelijke omgeving te verwezenlijken. Het gebrek aan interesse en handhaving door sancties is hier, ons inziens, mee verantwoordelijk voor.
CENTRUM VOOR TOEGANKELIJKHEID Het Provinciebestuur van Antwerpen beschikt in haar Centrum voor Toegankelijkheid zowel over een adviesbureau als over een steunpunt toegankelijkheid. Als enige provincie in Vlaanderen zijn deze beide in één orgaan verenigd, wat een soepele en ruime werking kan waarborgen. Als belangrijkste taken onderscheiden we sensibilisatie, educatie, onderzoek en advies rond toegankelijkheid. Daartoe staan personeelsleden met diverse disciplines van bouwkunde tot verkeerskunde ter beschikking. Het Centrum voor Toegankelijkheid heeft al verschillende publicaties rond toegankelijkheid verwezenlijkt. Hierin is de expertise van het centrum van doorslaggevend belang. Het Centrum voor Toegankelijkheid staat ook mee aan de basis van tal van wetgevende en adviserende initiatieven rond toegankelijkheid. Een aantal richtlijnen zijn overgenomen door de overheid en worden algemeen aanbevolen. Het Centrum voor Toegankelijkheid heeft een ruim overleg met allerlei gebruikersgroepen. Hierdoor is er altijd een onmiddellijke voeling met de basis, de gebruiker van de openbare omgeving. Overheden van elk niveau kunnen kosteloos een beroep doen op de diensten van het Centrum voor Toegankelijkheid. Dit is een beleidskeuze die de Provincie Antwerpen maakt om het toegankelijkheidsbeleid zoveel mogelijk te stimuleren en te ondersteunen.
GEMEENTELIJK BELEID Beleidsdomein Binnen de Provincie Antwerpen werden in 2005 alle gemeenten en steden geënquêteerd over de toegankelijkheidswerking. Groot was onze verbazing dat een verantwoordelijke dienst voor toegankelijkheid onbestaand is. Naargelang van de gemeente of stad waar je verblijft moet je toegankelijkheid gaan zoeken bij : sociale zaken, informatiedienst, secretariaat, welzijn, technische dienst, milieudienst, sportdienst, gelijke kansenbeleid, verkeer, patrimonium, openbare werken of communicatiedienst. Redelijk kafkaiaans. We zijn van mening dat je de toegankelijkheid vanuit twee verschillende oogpunten moet bekijken. Enerzijds hebben we de bestuurlijke kant, die moet zorgen voor de wettelijke omkadering, richtlijnen, de toepassing en de handhaving. Anderzijds de kant van de burger, de gebruiker, die eerder vanuit persoonlijke noden, vanuit het gebruik van de omgeving en diensten, eventueel met klachten en met vragen tot een goede handhaving de toegankelijkheid mee wil sturen. De bestuurlijke kant hoort best thuis bij de dienst Ruimtelijke Ordening. Omdat het grootste deel van beschikbare regels thuishoort in die sfeer. En omdat deze dienst de toepassing van de toegankelijkheid moet nakijken, zowel wat gebouwen als wat openbaar domein betreft. De kant van de gebruikers hoort dan weer eerder thuis bij de dienst Welzijn. Deze dienst kan de voeling met de gebruiker van het openbaar domein waar maken voor het bestuur. Vanuit deze dienst kan bovendien gezamenlijk een vertegenwoordiging van de adviesraden zetelen in de overlegstructuren.
Lokaal toegankelijkheidsoverleg Als basisconcept voor een goede toegankelijkheidswerking hebben we uiteindelijk de volgende overlegstructuur : Ruimtelijke Ordening – Welzijn – Adviesraad. Schematisch :
Ruimtelijke Ordening - regels - richtlijnen - toepassing - handhaving
Dienst Welzijn - individuele noden - voorstellen - klachten - vraag naar handhaving
Adviesraad Bovenstaande structuur is van wezenlijk belang om een goed basisorgaan te hebben binnen de gemeente. Naast deze basisstructuur kunnen naargelang de onderwerpen die worden behandeld nog diensten of organisaties worden toegevoegd. Bijvoorbeeld voor problematiek rond de voorbehouden parkeerplaatsen, kan de dienst mobiliteit en iemand van de politiezone bij het
overleg betrokken worden. Voor het toegankelijk maken van evenementen (het opstellen van een beleidsplan ervoor), zal iemand van de dienst cultuur mee aan tafel zitten. De Provincie Antwerpen stelt zijn expertise ter beschikking van de lokale besturen om als extern deskundige op dergelijke overlegmomenten de gemeente of stad te ondersteunen. Dit is kosteloos en gebeurt op eenvoudige vraag. De overlegstructuur kan er dan als volgt uitzien :
Basisstructuur : - ruimtelijke ordening - welzijn - adviesraad Interne experten - mobiliteit - cultuur - jeugd -…
Externe experten - Provincie Antwerpen -…
Het overleg toegankelijkheid kan best tweemaandelijks samenkomen als minimumfrequentie.
Wat doet het lokaal toegankelijkheidsoverleg ? De taak van dit overleg is de toegankelijkheid binnen de maatschappij te bevorderen en erop toe te zien dat de basisgedachte rond toegankelijkheid binnen de eigen gemeente of stad effectief wordt uitgevoerd. Enig toezicht op de eigen uit te voeren werken of evenementen is dan ook een belangrijk item binnen dit overleg. Het lokaal toegankelijkheidsoverleg zal ook nagaan op welk vlak er nog bijkomende inspanningen kunnen gebeuren om de toegankelijkheid te bevorderen. Dit kan door algemene maatregelen voor te stellen, maar ook door gerichte acties te ondernemen (bijvoorbeeld eenmalige sensibilisatiecampagne). Een vertegenwoordiger van het lokaal toegankelijkheidsoverleg zal ook de gemeente of stad vertegenwoordigen op het provinciaal platform toegankelijkheid dat driemaandelijks doorgaat.
OPENBARE WERKEN Het is uiteraard belangrijk de beschikbare gelden optimaal te besteden. Daarom is het beter om toegankelijkheidswerken uit te voeren wanneer er op een bepaalde plaats globale werken worden gepland. Immers, de kost die toegankelijkheid met zich mee zou brengen indien ze apart zou worden uitgevoerd, wordt mee opgenomen in het algemeen budget en zal zo veel lager zijn. Vandaar onze vraag om bij elk werk dat binnen de gemeente gepland wordt, de toegankelijkheid mee in te plannen en dit in een eerste stadium. Een plan moet eerst voor alle gebruikers goed zijn, alvorens men aan de esthetische kant begint. Zowel het openbaar domein als openbare gebouwen worden door onze dienst gratis geadviseerd. Betrek ons dan ook reeds in een vroeg stadium in het overleg over de werken.
Openbaar domein Met inachtneming van het besluit houdende de bouwverordening betreffende de voetgangerswegen, adviseren wij mee het openbaar domein. Daartoe behoren de straten, pleinen, voetgangerswegen, enz. Groendomeinen komen in een later hoofdstuk aan bod. Het advies houdt bovendien rekening met de eisen waaraan het openbaar domein op dit ogenblik moet voldoen en die verdergaan dan de huidige wetgeving. Het advies wordt gegeven vanuit een integraal standpunt. Toegankelijkheid en verkeerskundige principes moeten kunnen toegepast worden op het beoogde concept. Ook voor het inplanten van voorbehouden parkeerplaatsen, de screening van de bestaande infrastructuur, e.d., kan de gemeente bij ons terecht.
STEDENBOUW Zoals reeds aangehaald in de opsomming van de huidige wetgeving, bestaan er heel wat regels rond toegankelijkheid. Wanneer de toepassing ervan effectief gebeurt, zal onze omgeving zienderogen en ten goede veranderen. Hiervoor is enkel de politieke wil nodig en een goede communicatie naar de bouwheer. De gemeente mag geen stedenbouwkundige vergunning afleveren wanneer niet is voldaan aan de wettelijke normen met betrekking tot de toegankelijkheid. Helaas blijft deze verplichting meestal dode letter… Wanneer de bouwheer van een gebouw dat toegankelijk is voor het publiek inlichtingen komt nemen bij de dienst stedenbouw, is dat het uitgelezen moment om hem ook te informeren over zijn verplichting rekening te houden met de toegankelijkheid. De bouwheer of architect kan naar onze dienst verwezen worden, wij stellen via internet gratis de brochure ter beschikking met de nodige richtlijnen betreffende toegankelijk (ver)bouwen. Ondermeer op basis van deze richtlijnen kunnen de plannen getekend worden. Wanneer het ontwerp klaar is en de stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, kan de gemeente hierover advies vragen aan onze dienst. Wanneer de architect zijn werk goed gedaan heeft, krijgen de plannen een gunstig advies mee, waarna de stedenbouwkundige vergunning moet geweigerd worden. Een gunstig advies onder voorwaarden is eveneens mogelijk wanneer kleine tekortkomingen zonder ingrijpende wijzigingen van het plan kunnen worden weggewerkt.
Een gunstig advies geeft aan dat de toegankelijkheidsregels voldoende zijn toegepast. De gemeente kan gebruik maken van de controleprocedure die de Provincie Antwerpen heeft ontwikkeld met betrekking tot het advies voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning. Dit advies wordt afgegeven binnen de 30 dagen, zoals decretaal werd vastgelegd. Dit advies staat los van het ontwerpadvies dat de bouwheer eventueel zelf heeft aangevraagd. Het controleert of de voorliggende plannen inderdaad goed zijn ontworpen en geven de gemeente of stad uitsluitsel over de goede toepassing van de toegankelijkheidsregels. De stedenbouwkundige vergunning vermeldt nadrukkelijk dat de bouwwerken moeten worden uitgevoerd ondermeer zoals het advies van het Centrum voor Toegankelijkheid voorschrijft. Op deze wijze wordt het advies bindend gemaakt.
Ontwerpadvies Elke overheid kan bij onze dienst kosteloos ontwerpadvies krijgen. Vanaf de conceptfase wordt onze dienst mee betrokken, de voorontwerpen worden geadviseerd, de vergunningsprocedure wordt begeleid, werfbezoeken afgelegd tot de uiteindelijke oplevering. Dit is zowel mogelijk voor gebouwen als voor weginfrastructuur.
GROENDOMEINEN Ook bij de (her)aanleg van groendomeinen kan serieus aan toegankelijkheid worden gedacht. Er zijn veel mogelijkheden om een groendomein toch weer net iets toegankelijker te maken, zonder afbreuk te doen aan het “groene” karakter van de omgeving. Enkele voorbeelden zijn zeker interessant, kijk maar naar het Provinciaal Domein “De Averegten” in Heist Op Den Berg. Hier heeft men duidelijk gekozen voor “toegankelijk bos”, hand in hand met de ecologische waarde van de omgeving. Vraag daarom ook hiervoor advies bij ons.
HANDHAVING U merkt dat er heel wat maatregelen genomen zijn op wetgevend vlak. In principe zou dus al, sedert 1977, serieus werk gemaakt moeten zijn van een toegankelijke omgeving. Helaas kan u met mij vaststellen dat er dagelijks nog héél veel vergeten wordt. Vergeten, of geweigerd aan te denken… Vandaar het belang van een handhavingsbeleid, en dit op verschillende niveaus. Het strikt nakijken en opvolgen van bouwdossiers is een eerste stap hierin. Dat is een verantwoordelijkheid van de stedenbouwkundige dienst. Ook voor de eigen openbare werken is een goede controle vereist. De politie zou zonder voorbehoud en systematisch controle moeten uitoefenen op het gebruik van de voorbehouden parkeerplaatsen, inclusief het laten verwijderen van de ten onrechte geparkeerde voertuigen. Deze mogelijkheid wordt geboden in het Algemeen Reglement op de Politie van het Wegverkeer en het Gebruik van de Openbare Weg.
Eveneens het toezicht op het privatief gebruik van de openbare weg is noodzakelijk. Het vrijhouden van de voetgangerswegen in het bijzonder moet strikt worden gecontroleerd. Met name uitstallingen van winkels, terrassen, allerhande meubilair, verfraaiingsmiddelen, enz, zorgen vaak voor de nodige overlast. Het onmiddellijk verwijderen van deze obstakels kan dan ook worden opgelegd. Het nakijken van de eigen gemeentelijke of politieverordeningen is zeker nodig. Vaak zijn deze zeer gedateerd en zijn de normen voor het privatief gebruik van de openbare weg strijdig met de huidige gemeenschapswetgeving. Een sensibilisatie kan een nuttig instrument zijn om zonder politionele maatregelen al een behoorlijk resultaat te bekomen. In een tweede fase is een repressief beleid noodzakelijk.
MAATREGELEN Vergunning en subsidiëring van manifestaties Wanneer binnen de gemeente een cultureel, recreatief, sportief, … evenement wordt georganiseerd, is dit meestal onderhevig aan de vergunning van de gemeentelijke overheid. Het is een kleine moeite om de vergunning slechts toe te kennen mits het in acht nemen van een aantal toegankelijkheidsvoorwaarden. De vergunning moet deze voorwaarden dan ook nadrukkelijk vermelden. Het spreekt voor zich dat deze clausule ook van toepassing moet zijn voor evenementen waarvoor de gemeente een subsidie geeft.
Vergunningen aan handelaars Vaak vermelden de gemeentelijke (politie)reglementen dat de openbare weg slechts na vergunning privatief mag worden gebruikt. Vele reglementen zijn reeds vele jaren oud en gebruiken nog voorwaarden die niet meer stroken met de huidige wetgeving. Let er daarom op de vergunningen ook te toetsen aan het besluit houdende een algemene bouwverordening betreffende de voetgangerswegen. Op dit besluit staat in detail vermeld hoeveel ruimte moet worden vrijgelaten om het voetgangersverkeer toe te laten. Wanneer handelaars uitstallingen of terrassen willen plaatsen, moeten zij uiteraard voldoen aan de nodige voorwaarden. Hoewel de voornoemde bouwverordening slechts van toepassing is op de voetgangerswegen binnen de bebouwde kom, is het logisch dezelfde richtlijnen toe te passen wanneer ze eventueel buiten de bebouwde kom zouden gevraagd worden. Ook hier is het van belang een goed handhavingsbeleid te hebben.
Meer info ? Contacteer ons, wij komen ter plaatse en maken alle tijd vrij die je nodig acht om tot een goed toegankelijkheidsbeleid te komen. Doen !!!