Een fotoatlas van de
anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit
Serge Tixa
B o h n S t a f l e u Va n L o g h u m
Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit
EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE EXTREMITEIT
Serge Tixa
Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem 2001
© 2001 Bohn Stafleu Van Loghum bv, Houten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974 St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
ISBN 90 313 3303 4 NUGI 751 D/2001/3407/126 Oorspronkelijke titel: Atlas d’anatomie palpatoire du membre inferieur. Parijs/Milaan/Barcelona: Masson 1997 Vertaling: N. Quakernaat en A. Zuidgeest Omslagontwerp: Boekhorst Design BV Foto’s: Charles Menge Illustratie hoofdstukopeningspagina’s: de Doryphoros van de Griekse beeldhouwer Polykleitos, Museo Nazionale, Napels Deze uitgave is tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Franse Ministerie van Cultuur.
Bohn Stafleu Van Loghum Het Spoor 2 3994 AK Houten Kouterveld 2 1831 Diegem www.bsl.nl
INHOUD
INLEIDING 1 DE HEUP
Topografisch overzicht van de heup Osteologie Coxofemorale regio Os coxae Femur Myologie Regio femoralis anterior, pars lateralis en pars superior Regio femoralis anterior, regio subinguinalis Regio glutea Oppervlakkige spierlaag Middelste spierlaag Diepe spierlaag Zenuwen en vaten Regio femoralis anterior, regio subinguinalis Regio glutea N. ischiadicus 2 HET BOVENBEEN Topografisch overzicht van het bovenbeen Myologie Regio femoralis anterior Ventrale spiergroep M. sartorius M. quadriceps femoris M. tensor fasciae latae Regio femoralis posterior Mediale spiergroep Adductoren
IX 1
2 3 3 4 8 11 11 13 16 17 19 21 26 26 28 28 31 32 33 33 33 34 36 39 41 42 43
VI INHOUD
M. gracilis Dorsale spiergroep Mediale deel van de ischiocrurale spieren Laterale deel van de ischiocrurale spieren 3 DE KNIE Topografisch overzicht van de knie Osteologie Ventrale deel Mediale deel Laterale deel Syndesmologie Ligamenten Myologie Ventrolaterale regio
45 47 48 51 53 54 55 55 60 64 69 69 75 75
Het bovenbeen
76
Het onderbeen
77
Ventromediale regio Dorsale regio Zenuwen en vaten Fossa poplitea N. tibialis N. peroneus communis N. cutaneus surae lateralis A. poplitea 4 HET ONDERBEEN Topografisch overzicht van het onderbeen Osteologie Het onderbeen Myologie Ventrale spiergroep M. tibialis anterior M. extensor hallucis longus m. extensor digitorum longus m. peroneus tertius Laterale spiergroep M. peroneus longus M. peroneus brevis Dorsale spiergroep Oppervlakkige spierlaag: m. triceps surole
79 84 87 87 88 90 91 92 93 94 95 95 97 97 98 99 99 100 103 104 106 108 109
VII INHOUD
Diepe spierlaag: m. tibialis posterior Diepe spierlaag: m. flexor digitorum longus Diepe spierlaag: m. flexor hallucis longus 5 DE ENKEL EN DE VOET
114 116 117 121
Topografisch overzicht van de enkel en de voet (pes)
122
Osteologie Laterale zijde Os metatarsale V Os cuboideum Calcaneus Talus Malleolus lateralis Mediale zijde Os metatarsale I Os cuneiforme mediale Os naviculare Talus Calcaneus Malleolus medialis Ventrale zijde van de enkel en dorsale zijde van de voet Dorsale zijde van de enkel en achterzijde van de voet Plantaire zijde van de voet Syndesmologie Gewrichten en ligamenten Artt. interphalangeae Artt. metatarsophalangeae Artt. tarsometatarseae (gewricht van Lisfranc) Art. tarsi transversa (gewricht van Chopart) Art. subtalaris en art. talocalcanearis Art. talocalcanearis Ligamenten tussen tibia en tarsus Lig. tibiofibulare posterius Retinacula van de enkel en de fascia dorsalis pedis Myologie Spier-peesapparaat van de enkel en de voet Intrinsieke spieren van de voet Zenuwen en vaten
123 123 124 126 127 130 131 132 133 136 137 138 140 141 142 146 149 154 154 155 156 157 159 160 161 163 165 165 167 167 174 181
REGISTER
185
INLEIDING
Dit boek is een vertaling van de Franse uitgave Atlas d’anatomie palpatoire du membre inferieur. Eerder is al de vertaling verschenen van deel 1 Atlas d’anatomie palpatoire du cou, du tronc, du membre superieur. Beide boeken zijn vertaald en geredigeerd door drs. A. Zuidgeest, docent aan de Hogeschool van Amsterdam en de Internationale Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan in samenwerking met mevrouw N. Quakernaat, fysiotherapeut. Beide boeken beschrijven een methode van anatomie in vivo: een onderzoekmethode van anatomische structuren (botten, ligamenten, spieren, vaten en zenuwen) die heel visueel is, aangezien elke te onderscheiden c.q. op te zoeken anatomische structuur wordt geïllustreerd met behulp van een foto. Bij elke foto wordt een techniek beschreven voor het palperen van de desbetreffende structuur.
Voor wie is dit boek bestemd? Voor iedereen bij wie toepassing van anatomie in vivo onontbeerlijk is bij het uitoefenen van zijn of haar beroep.
Hoe is het boek opgezet? Het boek bevat 385 foto’s van de onderste extremiteit verdeeld over vijf hoofdstukken
X INLEIDING
(heup, bovenbeen. knie, onderbeen, enkel en voet). Elk hoofdstuk is standaard verdeeld in vier onderdelen: 1. osteologie, 2. myologie, 3. syndesmologie en 4. zenuwen en vaten. In het gehele boek wordt de Latijnse nomenclatuur gebruikt.
De foto’s bestaan uit twee typen: s /VERZICHTSFOTOS – algemene foto’s die een hoofdstuk inleiden; – topografische foto’s die alle goed palpabele structuren van een regio als geheel laten zien; – topografische foto’s die de ligging van de afzonderlijke structuren (meestal spieren) ten opzichte van de omgeving laten zien. s &OTOS VAN PALPATIETECHNIEKEN deze laten de onderzochte structuur zien en worden gecompleteerd met een beschrijving van de benaderingstechniek.
Gebruik van het boek Hiervoor zijn twee manieren: a men kan een regio in zijn totaliteit benaderen (bijvoorbeeld de knie) of b een deel van een regio (bijvoorbeeld de laterale rand van de voet). Het is in dat geval voldoende het desbetreffende hoofdstuk of de paragraaf, zoals aangegeven in de inhoud, te bestuderen. s )NDIEN MEN EEN SPECIFIEKE STRUCTUUR ONDER elke mogelijke hoek) wil palperen dient men het register te raadplegen, waar wordt verwezen naar de bladzijden waar het desbetreffende onderwerp wordt besproken. Opmerking: men moet de afbakening van de regio’s niet te strikt zien. Tijdens het bestuderen
van bepaalde spieren kunnen deze regio’s worden overschreden. Dit komt doordat elke spier transversaal wordt benaderd: men bekijkt de ligging vanuit de naastgelegen structuren. Tevens is er ook een longitudinale benadering mogelijk van het proximale deel, de spierbuik en het distale deel van de spier.