Directie Inwoners
Ingekomen stuk D11 (PA 28 januari 2009)
Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Verzenddatum 9Verslag december 2008
Telefoon
(024) 329 90 00
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic L110/08.0031614 Otto Ritsema
Onderwerp
Datum uw brief
Gratis busvervoer voor minima
Doorkiesnummer
3292465
Geachte leden van de Raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Inleiding Op 14 november 2007 heeft uw raad de motie ‘gratis OV voor minima’ aanvaard. In deze motie wordt het college verzocht om te onderzoeken op welke wijze gratis busvervoer voor minima gerealiseerd kan worden, en de uitkomsten hiervan voor te leggen aan de raad. In verband met de nauwe samenhang met het minimabeleid, hebben wij besloten de behandeling van De voorzitter, De secretaris, de uitwerking van deze motie aan te laten sluiten bij de behandeling van het Minimabeleidsplan 2009-2012 in uw raad. Over dit voornemen hebben wij uw raad ook geïnformeerd via de algemene informatievoorziening inzake de uitvoering van moties en amendementen. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek wordt voorgesteld geen gratis busvervoer voor minima te realiseren. De uitwerking van het onderzoek is in de bijlage opgenomen. In deze begeleidende brief omschrijven we de hoofdlijnen van het onderzoek. Busvervoer voor doelgroepen in Nederland In Nederland wordt gratis busvervoer vooral aangeboden aan de doelgroep 65-plussers en in een beperkt aantal gevallen kinderen tot 12 jaar. Daarnaast zijn er ook gemeentelijke initiatieven waarbij een tegemoetkoming in de vervoerskosten wordt verstrekt aan alle inwoners of aan minima. Er is nog geen gemeente in Nederland die volledig gratis busvervoer voor de doelgroep minima aanbiedt. Dit hangt wellicht samen met de wijze waarop in Nederland het busvervoer is ingericht. Waar in België het busvervoer nog georganiseerd wordt via de (semi-)overheid, is in Nederland bijna al het busvervoer geprivatiseerd. Dit betekent dat busmaatschappijen niet langer tegen kostprijs kunnen en/of willen rijden, maar winst moeten en/of willen maken. Het aanbieden van gratis busvervoer voor grote doelgroepen wordt daardoor een kostbare zaak.
Bezoek ook onze website www.nijmegen.nl
1
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
Aandachtspunten voor uitvoering van de regeling Bij de uitvoering van regelingen in het kader van minimabeleid, spelen diverse aandachtspunten een rol. Zo is er sprake van een inschatting van de omvang van de doelgroep. Maar de omvang van de doelgroep fluctueert ook doordat de inkomenssituatie van een huishouden gedurende het jaar kan veranderen. Daarnaast is informatie over het reisgedrag van de doelgroep van belang. Waar Novio wel informatie heeft over reisgedrag op basis van leeftijd, beschikt Novio niet over informatie over het reisgedrag op basis van het inkomen. Omdat we wel een berekening hebben willen maken van mogelijke kosten, zijn we uitgegaan van een situatie waarin de regeling door de gemeente wordt uitgevoerd en waarbij is gerekend met een tegemoetkoming in de reiskosten via een OV-chipkaart. Wij zijn ons ervan bewust dat de invoering van de OV-chipkaart ter discussie staat. Desalniettemin zien wij de chipkaart als betaalmiddel van de toekomst en hebben deze optie nader uitgewerkt. Uitwerking tegemoetkoming reiskosten via OV-chipkaart De (omvang van de) doelgroep minima kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. In het onderzoek zijn we uitgegaan van vier categorieën: - alleen Wwb-ers - minima met inkomen tot 105% van het sociaal minimuminkomen - minima met inkomen tot 110% ,, ,, - minima met inkomen tot 120% ,, ,, Van deze vier groepen hebben we de omvang geschat. Inwoners die binnen de gekozen inkomensgrens vallen, kunnen een OV-chipkaart met tegoed aanvragen. Deze OV-chipkaart is persoonsgebonden middels naam en pasfoto. Het gaat om volwassenen (tussen 18 en 65 jaar1) en kinderen (kinderen van 4-18 jaar2). Verder kunnen we de OV-chipkaart al dan niet tussentijds opwaarderen. In tabel 1 is aangegeven wat de kosten (€ mln) zijn wanneer alle rechthebbenden uitgaande van verschillende inkomensgroepen gebruik maken van de regeling, oftewel 100% bereik en gebruik. Tabel 1: kosten tegemoetkoming in reiskosten OV in € mln. Kosten variant 1: geschat Doelgroep € 180,- per jaar aantal minima 3 opwaardeermomenten (≤ 65 jr.) personen programma uitvoering Wwb-ers 4.837 0,91 0,28
tot. 1,19
Kosten variant 2: € 60,- per jaar geen opwaardeermoment programma uitvoering 0,33 0,12
tot. 0,45
tot 105%
10.100
1,89
0,62
2,51
0,68
0,28
0,96
tot 110%
11.800
2,21
0,76
2,97
0,79
0,36
1,15
tot 120%
16.700
3,13
1,15
4,28
1,13
0,59
1,72
1
65-plussers zijn buiten beschouwing gelaten, aangezien die gebruik kunnen maken van de reeds bestaande busregeling voor 65-plussers 2 kinderen van 0 tot 4 jaar kunnen gratis met de bus
Bezoek ook onze website www.nijmegen.nl
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
Afweging Het aanbieden van gratis busvervoer voor minima zien wij als een middel om een drempel tot maatschappelijke participatie te verlagen dan wel weg te nemen. Bij voorkeur laten we de regeling dan ook alleen gelden voor buslijnen binnen de gemeentegrens. Het gebruik van een OV-chipkaart met een ruim tegoed, staat het toe de middelen ook voor reizen met het OV in te zetten buiten de gemeentegrens. We zien hiervan wel een meerwaarde, omdat een bezoek aan een pretpark of ver familiebezoek makkelijker wordt. Echter, vergelijken wij de kosten van deze regeling met de kosten van andere minimaregelingen als de computerregeling, sport- en cultuurfonds en verstrekkingen in het kader van bijzondere bijstand, dan zijn wij van mening dat gratis of goedkoper busvervoer voor minima niet het meest efficiënte en effectieve instrument is om maatschappelijke participatie van deze doelgroep te stimuleren. In het Minimabeleidsplan 2009-2012 worden voorstellen aangedragen die relatief goedkoper zijn en zich tegelijkertijd meer richten tot zij die het nodig hebben, te weten: gezinnen met kinderen, ouderen, en chronisch zieken en gehandicapten. Voor de financiering van ons minimabeleid is het uitgangspunt dat eventuele kosten binnen het programma Werk & Inkomen dienen te worden gedekt. Het aanbieden van gratis OV voor minima zou om die reden ten koste gaan van bestaande minimaregelingen, iets wat naar onze mening niet wenselijk is. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
Bijlage(n):
- Motie ‘Gratis OV voor minima’ - Onderzoeksverslag uitwerking motie ‘Gratis OV voor minima’
Bezoek ook onze website www.nijmegen.nl
Onderzoek gratis busvervoer voor minima Inhoud raadsmotie De gemeenteraad van Nijmegen heeft het college verzocht: 1. Te onderzoeken op welke wijze gratis busvervoer voor minima gerealiseerd kan worden. 2. de uitkomsten hiervan voor te leggen aan de raad, voor de bespreking van perspectiefnota 2009 de motieven voor dit verzoek zijn de volgende: − participatie van minima een belangrijke doelstelling van de raad is − vervoerskosten een drempel kunnen zijn om te participeren − het succesvolle voorbeeld van Hasselt uitwijst dat dit goed is voor de leefbaarheid − openbaar vervoer een bijdrage levert aan duurzaamheid en bereikbaarheid − in het coalitieakkoord gratis busvervoer voor 65+-ers en minima wordt aangekondigd Opzet onderzoek Voor uitvoering van het onderzoek zijn de volgende deelvragen opgesteld: §1. Hoe wordt gratis of goedkoper OV aangeboden in andere steden/gemeenten? §2. Welke aandachtspunten spelen een rol bij het uitvoeren van een dergelijke regeling? §3. Zijn er varianten te onderscheiden die nader uitgewerkt kunnen worden? §4. Welke variant zou voorkeur verdienen en wat kost de uitvoering van deze variant? §5. Hoe verhoudt het aanbieden van gratis OV zich tot andere regelingen voor minima in het kader van stimuleren maatschappelijke participatie?
§1. Vormen van gratis of goedkoper busvervoer In Nederland zien we dat gratis busvervoer vooral wordt aangeboden aan de doelgroep 65-plussers (kinderen tot 12 jaar). Ook de gemeente Nijmegen is in 2007 gestart met een proef voor gratis busvervoer voor 65-plussers.1 Daarnaast zijn er ook gemeentelijke initiatieven waarbij een tegemoetkoming in de vervoerskosten wordt verstrekt aan alle inwoners of aan minima. Een aantal van deze initiatieven zijn hieronder uitgewerkt. Het betreft de steden/gemeenten: Utrecht, Rotterdam, Eindhoven en de Belgische gemeente Hasselt. Utrecht In de gemeente Utrecht heeft in 2005 een tariefexperiment plaatsgevonden voor het aanbieden van gratis busvervoer voor minima. In 2007 is dit herhaald. Er is sprake van een koppeling van het recht op gratis busvervoer aan de U-pas. De U-pas is beschikbaar voor inwoners met een inkomen tot 125% van het bijstandsniveau. Houders van de U-pas konden op een aantal momenten een tweetal strippenkaarten ophalen van 30 strippen. Deze aanbieding is echter incidenteel. De strippenkaarten worden verstrekt op het moment dat de raad hier geld voor beschikbaar stelt. Er is dus geen sprake van (langdurig) gratis openbaar vervoer voor minima. Rotterdam De gemeente Rotterdam heeft de korting op OV (bus, tram, metro) ook gekoppeld aan de Rotterdampas. Dit is een pas die voor iedere inwoner beschikbaar is. Er is wel sprake van tariefdifferentiatie in aanschaf van de kaart. Minima betalen € 5,- , anderen € 55,-. De Rotterdampas 1
Vooruitlopend op de evaluatie van de proef heeft het college van B&W in 2008 besloten deze proef voort te zetten.
1
kent een chip. Op die chip staat ieder jaar een korting van € 10,- op OV. Iedere inwoner kan van deze korting gebruik maken. Wanneer iemand bij een tabakswinkel strippenkaarten koopt, moeten dit - in geval van eerste aanschaf in het jaar - meer dan € 10,- bedragen. Twee blauwe kosten bijvoorbeeld 2 * 6,80 = € 13,60. De klant betaalt dan € 3,60. De winkelier schrijft € 10,- van de Rotterdampas af voor het OV-deel. Wil inwoner met metro gaan en gebruik maken van OV-chipkaart, dan kan de inwoner mits er nog € 10,- op de Rotterdampas staat, deze € 10 over laten zetten naar de OV-chipkaart, of € 10 extra laten boeken op de chipkaart, naar het eigen bedrag. Eindhoven Proef van 1 maart 2007 t/m 31 december 2008. Iedere inwoner van Eindhoven heeft een persoonsgebonden stadspas met pasfoto ontvangen. Gratis busvervoer voor kinderen tot 12 jaar en ouderen ouder dan 65 jaar. Kinderen reizen onder begeleiding. Op vertoon van stadspas reizen kinderen en ouderen gratis op beperkt aantal buslijnen. Op andere lijnen wordt gewoon betaald. Gratis reizen geldt op werkdagen na 09:00u; in weekend hele dag, op feestdagen hele dag en in maanden juli en augustus ook hele dag. Kinderen die speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs volgen (voortgezet speciaal onderwijs uitgezonderd), mogen óók op werkdagen al vóór 9.00 ’s ochtends gratis met de Hermes stadsbuslijnen. Hun pasje moet dan echter wel voorzien zijn van een speciale sticker. Hasselt (België) De gemeente Hasselt (70.568 inwoners2) begon in 1997 met het aanbieden van gratis busvervoer voor haar inwoners en bezoekers. Op streeklijnen moet na passeren van de gemeentegrens weer betaald worden. Men identificeert zich d.m.v. identiteitskaart. Er is een convenant tussen de gemeente Hasselt en busmaatschappij DeLijn (overheids NV) afgesloten. De gemeente Hasselt betaald van ieder ‘kaartje’ 26% aan DeLijn, het Vlaams gewest betaalt de overige 74%. Dit percentage komt tot stand onder invloed van kostendekkingsgraad van het vervoer op het net. Hasselt betaalt nu jaarlijks € 1,5 mln. Af en toe worden tellingen uitgevoerd om aantallen reizigers - en daarmee virtueel verkochte kaartjes - te checken en kostendekkingsgraad vast te stellen. Conclusie In de grote Nederlandse steden wordt slechts in beperkte mate gratis openbaar vervoer aan doelgroepen aangeboden. Het betreft vooral de doelgroep 65+ en soms ook kinderen tot 12 jaar. In enkele steden hebben minima voordeel via een kortingsregeling op de aanschaf van een stadspas met reistegoed, in andere steden worden per persoon of huishouden jaarlijks een beperkt aantal strippenkaarten beschikbaar gesteld. In de Belgische gemeente Hasselt is het busvervoer binnen de gemeentegrens gratis. Doordat de gewestelijke overheid ook een bijdrage levert en de busmaatschappij nog een overheids-NV is, is het aanbieden van gratis busvervoer voor alle inwoners door de gemeente betaalbaar. De doelgroep minima wordt vooral bediend via kortingen. Dit zien we terug in de vorm van een bijdrage in de reiskosten (€ 10 via stadspas of verstrekken van strippenkaarten). Om dat dit een veel toegepaste werkwijze is, nemen we deze optie mee in het onderzoek.
2
stand per 31-12-2006, www.hasselt.be
2
§2. Aandachtspunten voor uitvoering regeling Er zijn enkele punten waarmee rekening gehouden dient te worden bij de uitvoering van de regeling. Dit betreft: a) fluctuatie en onzekerheid omvang doelgroep b) beschikbaarheid informatie over reisgedrag gekoppeld aan inkomensniveau c) de regeling moet uitvoerbaar zijn d) de regeling dient klantvriendelijk te zijn om gebruik van de regeling te stimuleren Aan het einde van deze paragraaf zullen we kort stil staan bij de gevolgen van deze aandachtspunten voor het verdere onderzoek. a) Fluctuatie en onzekerheid omvang doelgroep In de eerste plaats moet de doelgroep minima moet worden geschat, omdat de gemeente niet de volledige groep minima in beeld heeft. We kennen de inwoners met een (gedeeltelijke) bijstandsuitkering of die inwoners die gebruik maken van één van de andere inkomensondersteunende regelingen. De doelgroep die er geen gebruik van maakt - maar er volgens de cijfers niet-gebruik van het Minimabeleidsplan 2009-2012 wel zijn - kennen we niet. We kunnen de omvang van de totale groep minima daarom alleen schatten. Dit kan op grond van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, cijfers van de afdeling Onderzoek & Statistiek en de minimascan van Stimulansz. Ten tweede fluctueert een doelgroep in omvang, waarbij de fluctuatie op basis van inkomenssituatie moeilijker is in te schatten dan op basis van leeftijd. In het geval van leeftijd en geslacht is eenduidig en via gegevens van de gemeente (GBA) vast te stellen tot welke leeftijd men behoort en/of welk geslacht. Zo is in de proef met gratis busvervoer voor 65-plussers ook makkelijk in te schatten hoe groot de doelgroep in Nijmegen is die van deze regeling gebruik zou mogen maken. Ook kan je jaarlijks schatten hoeveel nieuwe 65-plussers zich aandienen. Met deze informatie kunnen de programma- en uitvoeringskosten nauwkeurig worden geschat. Ook de fluctuatie in de omvang van de doelgroep minima zal dynamischer zijn, doordat het inkomensniveau van iemand door velerlei situaties jaarlijks kan veranderen.3 Hierdoor zal periodiek vastgesteld moeten worden of iemand al dan niet recht op de voorziening heeft. Doordat de inkomenssituatie meer flexibel is dan leeftijd, is ook het schatten van de jaarlijkse in- en uitstroom van de regeling minder goed in te schatten, waardoor op hun beurt de programma- en uitvoeringskosten minder nauwkeurig zijn in te schatten. Deze onzekerheid kan gereduceerd worden, maar het periodiek volgen van de inkomenssituatie voor dit doel brengt - wegens de intensieve procedure - aanzienlijke uitvoeringskosten met zich mee en is om die reden onwenselijk. b) Beperkte beschikbaarheid informatie over reisgedrag gekoppeld aan inkomensniveau bij Novio Novio doet periodiek onderzoek naar de bezettingsgraad van de buslijnen. Hierbij wordt o.a. in kaart gebracht hoeveel zones de klant gemiddeld (per busrit) reist. Op basis van deze gegevens kan Novio haar inkomsten berekenen. Bij deze onderzoeken worden ook de verschillende leeftijdscategorieën in beeld gebracht. Hierdoor kan een combinatie worden gemaakt tussen leeftijd van de reiziger en het gemiddeld aantal vervoerde zones. Voor de kosten van de uitvoering van de proef met de 65-plussers kon Novio makkelijk in beeld brengen hoeveel zones een gemiddelde 65-plusser reist en welke inkomsten Novio zou mislopen als er nieuwe 65-plussers in de bus bijkomen, die vervolgens gratis zouden reizen. Het is immers die groep die anders niet in de bus zou zitten die voor de inkomstenderving zorgt. Op die wijze is een duidelijk kostenplaatje voor de gemeente gemaakt. 3
bijvoorbeeld van uitkering naar baan, verlies van baan, verandering van baan, scheiding, overlijden van partner, etc.
3
Er zijn echter weinig tot geen gegevens over de inkomenssituatie van busgebruikers. Novio kan dus geen realistische inschatting maken van de aantallen minima die nu met de bus reizen en hoeveel zones zij gemiddeld reizen. Novio zal - als onderneming met winstoogmerk - deze cijfers wel willen/moeten gebruiken om een inschatting te maken van de inkomstenderving, die de gemeente moet betalen. Het is onze inschatting dat Novio bij deze onzekerheden niet makkelijk een akkoord sluit over vermoede aantallen reizigers en de verwachte inkomstenderving, tenzij de gemeente de garantie afgeeft dat tekorten achteraf worden bijgepast. Voor de gemeente betekent dit dat er een aantal scenario’s ontwikkeld moeten worden, aan de hand waarvan de financiële consequenties kunnen worden geschat. Dit is echter op basis van de schattingen van de aantallen minima en het ontbreken van informatie over reisgedrag op basis van inkomen een ingewikkelde opdracht en een groot risico. Om die reden hebben we dit onderzoek achterwege gelaten. Onze inschatting is voorts dat het aanbieden van gratis openbaar vervoer specifiek voor de doelgroep minima duurder zal zijn dan het aanbieden van een tegemoetkoming in de reiskosten aan deze doelgroep. c) Uitvoerbaarheid van de regeling Het aanbieden van gratis openbaar vervoer dient uitvoerbaar te zijn. Als gemeente zetten wij in op toegankelijke regelingen. Dat wil zeggen dat we regelingen op een zo eenvoudig mogelijke wijze willen/kunnen uitvoeren, maar ook dat inwoners (zonder om te komen in formulieren en aan te leveren bewijs) makkelijk een aanvraag kunnen indienen. Voor het bepalen van het recht op een regeling, blijft bij minima altijd het inkomensniveau de bepalende factor. Voor het bepalen van het recht op een regeling, zullen altijd inkomens- en/of vermogenstoetsen uitgevoerd moeten worden. Dit kan eenmaal per jaar, maar ook meerdere keren per jaar. Immers, waar leeftijd eenvoudig jaarlijks eenmalig is vast te stellen, kan de inkomenssituatie van een inwoner van tijd tot tijd veranderen. Voor de uitvoering van de regeling zal een eenmalige inkomenstoets en/of vermogenstoets de beste optie zijn. d) Klantvriendelijkheid van de regeling In aansluiting op uitvoerbaarheid hebben we ook rekening te houden met de klantvriendelijkheid van de regeling. Factoren die hierop van invloed zijn, zijn zaken als: − eenvoudige aanvraagprocedure (formulieren, te leveren bewijs, etc.) − eenvoudig gebruik van de pas of strippenkaart − staat de moeite tot het aanvragen in relatie tot het verkregen goed (verhouding input-output) Vooral deze zaken zijn van invloed op het gebruik van de regeling door de doelgroep minima. Conclusie De genoemde aandachtspunten laten zien dat het aanbieden van gratis openbaar vervoer aan minima niet zondermeer kan worden gerealiseerd. Doordat Novio geen inzicht heeft in het reisgedrag van inwoners op basis van het inkomensniveau, is voor Novio lastig in te schatten wat de inkomenstenderving zou zijn wanneer het busvervoer voor minima gratis zou worden. Voor Novio is dit inzicht wel noodzakelijk, aangezien Novio een marktpartij is en winst wil maken. In het onderzoek is om die reden uitgegaan van een situatie waarin de gemeente geen risico’s loopt t.a.v. financiën. Daarom is gekozen voor uitwerking van voorbeelden waarbij uitgegaan is van heldere financiële kaders. Dit kader kan worden geschat wanneer wordt gekozen voor een vast bedrag per inwoner en uitvoering door de gemeente. Doordat bij het vaststellen van het recht op de regeling inkomensgegevens en/of vermogensgegevens gecontroleerd moeten worden, zou dit het beste door de gemeente kunnen plaatsvinden. Hiertoe zijn onze systemen ingericht en onze medewerkers zijn hier vaardig in.
4
§3. Mogelijke vormen Uitgaande van de voorbeelden in andere gemeenten en bovenstaande informatie, zijn er drie mogelijkheden: − gebruik van stadspas − gebruik van vervoerspas − gebruik van OV-chipkaart 1. Gebruik van een stadspas Door het tonen van de stadspas kan men gratis met de bus reizen. Wanneer de stadspas voor alle inwoners geldt, dan kan iedereen gratis reizen. Geldt de stadspas alleen voor minima, dan kunnen alleen zij op vertoon van de kaart gratis reizen. We hebben echter geen informatie over wat het zou kosten om gratis OV aan alle inwoners of de doelgroep minima aan te bieden. Uitwerking van deze optie is daarom achterwege gelaten. Een andere mogelijkheid is het instellen van een stadspas (zoals de U-pas of Arnhem-card) voor minima, waarbij we periodiek (kwartaal, halfjaar of jaarlijks) 1 of 2 buskaarten per persoon ter beschikking stellen. Deze pas is persoonsgebonden middels foto, naam en wellicht BSN. Naast de functie van toegangspas voor het openbaar vervoer, zou deze pas kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden. Hierbij is te denken aan combinatie met de bibliotheek of op vertoon van de pas bijvoorbeeld korting bij theater en museum. 2. Gebruik van een vervoerspas De gemeente koopt voor minima jaarabonnementen in bij Novio (dan wel Connexxion). Na goedkeuring van de aanvraag bij de gemeente ontvangt de betreffende inwoner een jaarabonnement voor de bus. 3. Gebruik van OV-chipkaart De OV-chipkaart kan persoonsgebonden worden gemaakt middels foto en naam. Met een persoonlijke OV-chipkaart kunnen minima gratis met de bus. Achteraf ontvangt de gemeente dan een factuur van Novio op basis van het reisgedrag van minima. De financiën zijn dan echter niet inzichtelijk. Als alternatief kan de gemeente ook een tegoed op de kaart zetten, waarmee er een tegemoetkoming in de reiskosten wordt aangeboden. Het verstrekken van een dergelijke OV-chipkaart aan minima vindt plaats na goedkeuring van de aanvraag. Afweging opties Het instellen van een stadsbrede pas kan voor alle inwoners leiden tot een stimulans van maatschappelijke participatie. Het betreft echter een groot plan, waarbij - wanneer de stadspas een brede functie zou krijgen - veel instellingen betrokken moeten worden. Er zullen ook ontwikkelingskosten zijn. De gemeenteraad heeft in 2006 de Nijmegenpas afgeschaft. Of een algemene stadspas onder inwoners breed gedragen wordt, is onbekend. Voor de uitvoering zal extra capaciteit aangetrokken moeten worden. Bovendien is de uitvoering complex. Wanneer de stadspas breed inzetbaar is, zal deze klantvriendelijk ervaren kunnen worden
5
Het gebruik van een vervoerspas (optie 2) en het gebruik van de OV-chipkaart (optie 3) lijken beter uitvoerbaar. Bovendien is het systeem van vervoerspassen van Novio gebaseerd op zones, zogenaamde ‘ster-abonnementen’. Hoe verder men moet reizen, des te meer sterren moet het abonnement bevatten, des te duurder het abonnement. Omdat minima door de gehele stad wonen en we geen reisinformatie over hen hebben, kunnen we ook geen eenduidige berekening op dit punt maken. Bovendien lijkt een aparte vervoerpas op termijn te worden ingehaald door de OV-chipkaart. In de volgende paragraaf gaan we daarom nader in op het uitwerken van optie 3: een OV-chipkaart met een tegemoetkoming in de reiskosten.
§4. Uitwerking tegemoetkoming in reiskosten met OV-chipkaart Minima kunnen wij op verschillende manieren definiëren. We gaan uit van vier categorieën: - alleen Wwb-ers - minima met inkomen tot 105% van het sociaal minimuminkomen - minima met inkomen tot 110% ,, ,, - minima met inkomen tot 120% ,, ,, Inwoners die binnen de gekozen inkomensgrens vallen, kunnen wij (onder voorbehoud) een OVchipkaart aanbieden. Deze OV-chipkaart is persoonsgebonden middels een foto. Het gaat om volwassenen (tussen 18 en 65 jaar4) en kinderen (kinderen van 4-18 jaar5). We willen de aanvraagprocedure zo makkelijk mogelijk houden. Om die reden zou de regeling dan uitgevoerd worden in het regiem van maatschappelijke participatie. Binnen dit regiem voeren we - in tegenstelling tot de bijzondere bijstand - geen vermogenstoets uit en passen geen draagkrachtberekening toe. We kunnen de OV-chipkaart al dan niet tussentijds opwaarderen. We zien dan twee varianten: 1. eenmaal per jaar inkomenstoets en gespreide betaling van het reistegoed door extra opwaardeermomenten van de chipkaart (variant 1), en 2. eenmaal per jaar inkomenstoets met ontvangst van chipkaart met volledig tegoed ineens en geen extra moment(en) van opwaardering (variant 2). Door het variëren met opwaardeermomenten, kan er tussen de twee varianten ook gevarieerd worden met het totaal aangeboden reistegoed per jaar. Variant 1: meerdere opwaardeermomenten Na het vaststellen van het recht op de tegemoetkoming, ontvangen rechthebbenden een persoonlijk OV-Chipkaart met een tegoed van € 45,- . Vervolgens kunnen rechthebbenden eens in de drie maanden bij het Loket Zorg en Inkomen hun chipkaart laten opwaarderen met maximaal € 45 ( € 15 per maand). Indien er nog een saldo op de kaart staat - bijvoorbeeld € 20 of € 50 - vullen wij aan tot maximaal € 60,-. Zo voorkomen we dat er maandenlang gespaard kan worden. Jaarlijks ontvangt een rechthebbende dan maximaal € 180,-. De tussentijdse opwaardering is arbeidsintensief, mede in verband met een check op identiteit. Door de tussentijdse opwaardeermomenten kunnen we uiteindelijk ook een grotere bijdrage op de OV-chipkaart storten.
4
65-plussers zijn buiten beschouwing gelaten, aangezien die gebruik kunnen maken van eigen gemeentelijke 65plus-busregeling 5 kinderen van 0 tot 4 jaar kunnen gratis met busvervoer
6
Variant 2: één opwaardeermoment Na het vaststellen van het recht op de tegemoetkoming, ontvangt de rechthebbende een persoonlijke OV-chipkaart met direct € 60,- aan OV-reistegoed. Pas het daarop volgende jaar wordt opnieuw het recht vastgesteld en de kaart opnieuw opgewaardeerd. Deze variant is minder arbeidsintensief en meer klantgericht. Door het eenmalige opwaardeermoment beperken we de bijdrage tot € 60,- per jaar in plaats van € 180,- per jaar (variant 2). In tabel 1 is aangegeven wat de kosten (in € mln) zijn wanneer alle rechthebbenden uitgaande van verschillende inkomensgroepen gebruik maken van de regeling, oftewel 100% gebruik. Tabel 1: kosten tegemoetkoming in reiskosten OV in € mln. Kosten variant 1:
Kosten variant 2:
Doelgroep
geschat aantal
€ 180,- per jaar
€ 60,- per jaar
minima
personen
3 extra opwaardeermomenten
geen opwaardeermoment
programma
uitvoering
totaal
programma
uitvoering
totaal
Wwb-ers
4.837
0,91
0,28
1,19
0,33
0,12
0,45
tot 105%
10.100
1,89
0,6
2,51
0,68
0,28
0,96
tot 110%
11.800
2,21
0,76
2,97
0,79
0,36
1,15
tot 120%
16.700
3,13
1,15
4,28
1,13
0,59
1,72
Onzekerheden en risico’s De berekeningen zijn gebaseerd op schattingen m.b.t. aantallen personen. Deze aantallen kunnen in werkelijkheid afwijken. Ook blijkt uit ervaring dat veel regelingen gericht op minima niet de volledige doelgroep lijken te bereiken. Tabel 1 kan in deze zin ook worden beschouwd als een maximumscenario voor de programmakosten. Bij meer aanvragen dan verwacht of problemen in de behandeling van de aanvraag kunnen de uitvoeringskosten oplopen. Bovendien zullen voor de uitvoering van deze nieuwe regeling extra (tijdelijke) medewerkers moeten worden aangetrokken. Ook kan op dit moment nog geen uitspraak worden gedaan over de toekomst van de OV-chipkaart. De ontwikkelingen op dit punt zijn nog steeds gaande. Verschil tussen gratis OV voor 65-plusser en tegemoetkoming in reiskosten voor minima De proef van gratis OV voor 65-plussers kostte € 680.000,- waarbij Nijmegen ongeveer 21.000 65plussers kent. Er is dus nog sprake van een groot verschil tussen de kosten voor goedkoper OV voor minima (21.800 personen) en gratis OV voor de 65-plusser. Er zijn twee verklaringen voor dit verschil. In de eerste plaats is het vaststellen van recht op deze regeling een intensieve procedure. Uiteraard zijn Wwb-ers en een deel van de minima bij de gemeente bekend. De behandelingstijd van hun aanvraag is korter. Maar bij minima die nog niet bekend zijn bij de gemeente en wel gebruik willen maken van de regeling kost de intake veel tijd. Daarbij geldt tevens de verwachting dat naarmate het inkomenspercentage hoger is (bijv. tot 120%), er relatief meer minima onbekend zijn bij de gemeente waardoor de uitvoeringskosten voor toetsing op recht sterk in kosten bijdraagt.
7
In de tweede plaats heeft Novio geen informatie over het reisgedrag van inwoners op basis van inkomen. Aangezien deze informatie ontbreekt, hebben we Novio ook niet gevraagd een berekening te maken over wat het zou kosten om minima gratis te laten reizen. We zijn in de berekeningen uitgegaan van uitvoering van de regeling door de gemeente. We hebben daarom (nog) geen referentiekader om onze berekening aan te toetsen.
§5. Tegemoetkoming OV in verhouding tot andere regelingen voor minima Het aanbieden van een tegemoetkoming in de reiskosten voor busvervoer voor minima zien wij als een middel om een drempel tot maatschappelijke participatie te verlagen dan wel weg te nemen. Bij voorkeur laten we de regeling dan ook alleen gelden voor buslijnen binnen de gemeentegrens. Het gebruik van een OV-chipkaart met een ruim tegoed, staat het toe de middelen ook voor reizen met het OV in te zetten buiten de gemeentegrens. We zien hiervan de meerwaarde, omdat een bezoek aan Amsterdam, een dagje Efteling of ver familiebezoek makkelijker wordt. Echter, vergelijken wij de kosten van deze regeling met de kosten van andere minimaregelingen als de computerregeling, sporten cultuurfonds en verstrekkingen in het kader van bijzondere bijstand, dan stellen wij ons de vraag of gratis of goedkoper busvervoer voor minima wel het meest efficiënte en effectieve instrument is om maatschappelijke participatie te stimuleren.
8