Directie Wijk & Stad
Ingekomen stuk D10 (PA 18 maart 2009)
Wijkmanagement
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst aan de gemeenteraad van Nijmegen 18 december 2007 Collegevergadering
no 47
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 96 10
E-mail
[email protected]
Postadres
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie 3 maart 2009 Verslag Datum
Onderwerp
Evaluatie aanpak Kop Willemsweg
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil P400/09.0004482 Gert Koopmans M. Sofovic Datum uw brief
Doorkiesnummer
3299113
Geachte leden van de Raad, Op 31 december 2008 is het project aanpak Willemsweg officieel geëindigd. Sinds de start Aldus Kop vastgesteld in de vergadering van: van het project eind 2005 is veel werk verzet om de Kop Willemsweg weer op de kaart te zetten. Hieronder treft u de eindevaluatie aan. Achtergrond en doel aanpak in een notendop: Wij willen samen met ondernemers en eigenaren van panden investeren in de Kop Willemsweg, zowel fysiek als sociaal en economisch. Daarvoor is o.a. via EFRO geld vrijgemaakt. De voorzitter, De secretaris, De winkelstrip verloedert al jaren. De huidige plannen zien wij als een goede kans om het tij te keren en het als winkelgebied te handhaven. De grootscheepse opknap van het hele Willemskwartier inclusief de komst van een Voorzieninghart biedt daarbij een extra perspectief voor de langere termijn aan de Kop Willemsweg. De aanpak: drie sporen De aanpak van de Kop Willemsweg richt zich op een drietal met elkaar verweven projecten: 1-de herinrichting van de Kop Willemsweg 2-een economische impuls 3-aanpak/verbetering leefbaarheid/veiligheid Herinrichting Kop Willemsweg Deze is volgens planning afgerond in juni 2007. De uitvoering van de werkzaamheden heeft korter geduurd dan verwacht. De overlast voor winkeliers bleef beperkt tot een periode van 2½ maand i.p.v. de geplande drie maanden. De winkels zijn al die tijd, zij het soms moeizaam bereikbaar gebleven. Het uitvoeringsniveau (materiaalkeuze e.d.) ligt kwalitatief op hetzelfde niveau als bij winkelcentrum Hatert. De winkeliers, buurtbewoners en klanten zijn zeer te spreken over de nieuwe inrichting. Het oogt fris en nodigt uit tot verblijven. Aandachtspunten zijn er ook: als eerste is dat de échte kop van de Willemsweg. Hier -vlak bij de afslag van de Graafseweg naar de Willemsweg- zou het wenselijk zijn om het aanzicht verder te versterken. De verloederde kiosk is inmiddels verwijderd en er is een markante boom geplant, maar het zou pas echt een mooi markeringspunt zijn als er een fraaie nieuwe kiosk zou komen.
www.nijmegen.nl
LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN.doc
Gemeente Nijmegen Directie Wijk & Stad Wijkmanagement
Vervolgvel
1
Een andere belangrijke vraag is: hoe houden we de straat ook op termijn schoon en opgeruimd. Tweemaal per jaar komt de Dar met extra reinigingsmachines. Daarnaast moeten de winkeliers zelf hiervoor hun verantwoordelijkheid nemen. Economische impuls. Het verloop onder de winkeliers is gestopt. De winkeliers en eigenaren van panden zijn grootscheeps aan de slag om de winkels op te knappen. Er is ruim gebruik gemaakt van de subsidieregeling. Dit blijkt onder andere uit het grote aantal aanvragen en de diversiteit aan investeringen die in de panden zijn gedaan. Er zijn 33 winkels op de Kop Willemsweg. In totaal hebben 28 daarvan (huurders en/of pandeigenaren) een aanvraag ingediend. Er waren maximaal 10 aanvragen voorzien. Er is geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, verbouwing en veiligheidsvoorzieningen in de panden en in een aantal gevallen zijn de gevels aangepakt. Het totale budget (€ 400.000) is in aanvragen ook overschreden. De daadwerkelijke besteding is uiteindelijk wel binnen het beschikbare budget gebleven. In totaal is er een bedrag van € 375.796 aan subsidie verleend. Daarnaast is een veel hoger bedrag uitgelokt aan private investeringen. In totaal is er ruim € 1.000.000- geïnvesteerd in bedrijfsvoering c.a. Één pandeigenaar is door de regeling over de drempel getrokken en heeft zijn kamerverhuur omgezet in bedrijfsruimte voor een startende ondernemer. Precies één van de doelen waarvoor de regeling is opgezet. Tijdens controlebezoeken geven de winkeliers aan veel vertrouwen te hebben in de toekomst, ze zijn weer trots op hun zaak en hun straat. Ook gaven de ondernemers aan dat de bestedingen en het klantenbestand is gestegen bijvoorbeeld omdat de diversiteit van het aanbod van producten met behulp van de investeringsregeling is uitgebreid en de ondernemingen uitgebreid zijn in vierkante meters. Aandachtspunten zijn er ook hier: • Op grond van de Europese voorschriften voorziet de subsidieregeling in subsidie voor het opknappen van het winkeldeel van de panden en niet van het woongedeelte. Een aantal eigenaren ziet mede daarom af van de aanpak van het woondeel. Veel panden zijn helemaal opgeknapt, andere voor het deel van de winkelplint en weer andere -de enkele woonpanden, die zich tussen de winkels bevinden- helemaal niet. Dat is jammer voor de uitstraling van de straat. Onze aanbeveling is dan ook om waar mogelijk de subsidiemogelijkheden op dit vlak te verruimen tot ook het woondeel van panden dan wel afgebakende delen van een straat. • Voor een aantal allochtone winkeliers blijft de papieren rompslomp rond aanvragen, Verklaring omtrent Gedrag e.d. lastig te hanteren. Soms heeft men aanvragen moeten overdoen. De samenwerking met de gebiedsmanager heeft een positieve bijdrage geleverd aan het succesvol uitvoeren van de regeling. Het directe contact met aanvragers en de bemiddeling die hierdoor heeft kunnen plaatsvinden, heeft geleid tot een versnelde oplossing van knelpunten. Knelpunten lagen met name in tijdigheid van aanleveren van benodigde bewijsstukken en de doorlooptijd wat betreft het aanvragen en beslissen over bouwvergunningen. Dit heeft in bepaalde gevallen geleid tot (grote) vertraging in de uitvoering van investeringen. • Alle ondernemers zijn lid van de ondernemersvereniging. Echter men is nog te weinig alert op hun functie: activiteiten plannen en organiseren, de gemeente op de voet volgen,
www.nijmegen.nl
LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN.doc
Gemeente Nijmegen Directie Wijk & Stad Wijkmanagement
Vervolgvel
2
•
gezamenlijke afspraken maken over uitstallingen, mede schoonhouden van de straat, de promotie/reclame verzorgen e.d. De gebiedsmanager en de projectleider wijkaanpak hebben diverse malen geprobeerd de winkeliers te overtuigen van een gezamenlijk naar buiten treden en van de imagowerking, die daar vanuit kan gaan. De winkeliers kijken helaas toch vaak niet verder dan het eigen korte termijn bedrijfsbelang. Deels goed verklaarbaar. Als kleine middenstander moeten ze hard werken voor een klein inkomen. Het zou een verdere impuls voor de straat zijn, indien hier alsnog een nieuwe kiosk gebouwd zou worden. Dat kan ook. Het bestemmingsplan laat dit toe. Nieuwe kansen zijn er na de realisatie van de nabijgelegen nieuwbouwprojecten.
Aanpak/verbetering leefbaarheid/veiligheid Handhaving en toezicht Het dealen vanuit panden, illegale kamerbewoning en mogelijke prostitutie zijn aangepakt en opgelost. In samenwerking met de wijkagent en het team Nijmegen-zuid is de problematiek rond de Willemsweg 31 -na een grote actie in mei 2006- geheel opgelost. Vervolgens is de focus gericht op Willemsweg 44 en 46. Ook dit is aangepakt: de echt rotte plekken zijn eruit. Dealen op straat en vanuit auto’s blijft echter een hardnekkig probleem, dat moeilijk is aan te pakken. Door zijn ligging blijft de Willemsweg een aantrekkelijke plek voor dergelijke activiteiten. Voor een deel heeft extra toezicht bijgedragen aan de verhoogde veiligheid en veiligheidsbeleving o.a. via de inzet van buurtpreventiemedewerkers. Dat was in het kader van een werkgelegenheidsproject ( Sociale Herovering). Werklozen uit het Willemskwartier, de Wolfskuil en het Waterkwartier hebben een opleiding met een werkervaringbaan beveiliging bij het ROC gevolgd. Dit project is gestart in augustus 2007 en loopt tot juni 2009. Bouwen en Wonen. Op de Kop Willemsweg zijn inmiddels 36 van de 40 panden geïnspecteerd en goedgekeurd/gelegaliseerd voor kamerbewoning. De controle van de resterende 4 panden is nagenoeg afgerond. Vier panden zijn rijp voor aanschrijving, het zijn rotte kiezen in de straatwand. Bouwen en Wonen gaat hiermee aan de slag. Het traject voor het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is volgens planning verlopen. In maart 2008 kreeg de Kop Willemsweg haar eerste officiële ster toegekend. Communicatie: Het overleg met de winkeliers is veelal constructief verlopen; de winkeliers zijn enthousiast over de opknapbeurt, over de subsidiemogelijkheden en over de samenwerking met en inzet van de gebiedsmanager en de gemeente. Een breed gedragen economisch gebiedsplan (brancheringsplan), gezamenlijke promotieactiviteiten, een nieuwe ondernemersvereniging zijn hiervan het resultaat. Verheugend is ook dat veel allochtone ondernemers aanwezig waren op gehouden informatieavonden. Winkeliers en Wijkraad werken inmiddels -zij het nog mondjesmaat- samen bij voorbeeld bij de organisatie van de Trots op de Wijkdag, de Wijkraad was aanwezig bij het overleg over het Keurmerk Veilig Ondernemen en één ondernemer is zowel lid van de Wijkraad als van de ondernemersvereniging.
www.nijmegen.nl
LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN.doc
Gemeente Nijmegen Directie Wijk & Stad Wijkmanagement
Vervolgvel
3
Terugblikkend: “Een laatste kans”, zo werd de aanpak Kop Willemsweg betiteld. “Lukt onze aanpak -na een reeks andere projecten- niet dan is de Willemsweg als winkelstraat verloren.” Deze laatste kans is met beide handen aangegrepen. Ze is succesvol geweest en heeft geleid tot een duurzame verbetering van de straat als aantrekkelijk winkel/verblijfsgebied. De economische positie van de winkeliers is aanmerkelijk versterkt, men kan een stootje verdragen. De Willemsweg heeft zijn negatieve imago als onveilig, verloederd gebied van zich afgeschud. Wij hebben samen met de wiinkeliers en gebiedsmanager hiervoor veel werk verzet. Het lijkt voor de toekomst belangrijk dat de winkeliers zich gezamenlijk inspannen om de behaalde resultaten voor de langere termijn veilig te stellen. Met de huidige basis moet dat mogelijk zijn. Hoogachtend, Het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
Ter inzage bij de Griffie: Economisch Gebiedsplan Willemsweg-Noord Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006-juli 2008 Projectplan EFRO-aanvraag
www.nijmegen.nl
LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN.doc
Gemeente Nijmegen Directie Wijk & Stad Wijkmanagement
Vervolgvel
4
BIJLAGE PR actie Projectafsluiting Video-opnames monteren DVD Foto’s ondernemers subtotaal Promotie Winkelcentrum: Advertenties OpWegkrant Elektronische nieuwsbrief Huisstijl Winkelcentrum Willemsweg Logo’s ondernemers Reclamebord entree Winkelcentrum Flyers en posters Websites ondernemers Locale radio / busreclame Trots op de wijkdag Etalagewedstrijd (materialen en prijs) Kerstversiering Funblad Winkelcentrum Willemsweg Onvoorzien/afronding/overig TOTAAL
www.nijmegen.nl
kosten
Uren BRN
Uitvoerder
1.000,00 4.000,00 250,00 5.250,00
8 8 6
Maanlicht/BRN Maanlicht Borax
2.160,00
8 8 8 8
5.000,00 5.000,00
12 24
2.500,00 9.080,00 37.490,00
24
BRN BRN ROC ROC Mull2media ROC/Mull2media ROC/Mull2media ROC ondernemers ROC/ondernemers Starlight ROC
9.760,00
47.250,00
500,00 500,00 5.000,00 2.500,00
8
LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN.doc
Economisch Gebiedsplan Willemsweg - Noord BRN projecten Drs. C. van Diemen Y. El Aidi 15-01-07
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
1
INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Economisch Gebiedsplan ......................................................... 3 1.1 Leeswijzer ........................................................................................................ 4 Hoofdstuk 2 Nulmeting Willemsweg - Noord ............................................................... 5 2.1 Vraag & aanbod ................................................................................................... 5 2.1.1 Marktomvang en - potentie.......................................................................... 5 2.1.2 Passantenonderzoek Willemsweg en Groenestraat ................................... 9 2.2 Aanbod & ondernemersonderzoek ................................................................ 12 Hoofdstuk 3 SWOT - analyse .................................................................................... 14 3.1 Inleiding.......................................................................................................... 14 3.2 Sterkte– zwakteanalyse ................................................................................. 16 3.3 Kansen en bedreigingen ................................................................................ 18 Hoofdstuk 4 Economisch Gebiedsplan Willemsweg - Noord..................................... 20 4.1 Inleiding............................................................................................................. 20 4.2 Theoretisch kader .......................................................................................... 20 4.3 Scenario’s ...................................................................................................... 21 4.3.1 Scenariokeuze ........................................................................................... 23 Hoofdstuk 5 Instrumenten ..................................................................................... 24 Hoofdstuk 6 Bestemmingsplan Nijmegen Midden ..................................................... 25 6.1 Winkelcentrum Willemsweg ........................................................................... 28 Hoofdstuk 7 Bedrijven ................................................................................................ 30 7.1 Inleiding.......................................................................................................... 30 7.2 Detailhandel, landelijke trends & ontwikkelingen........................................... 30 7.2.1 Detailhandelsstructuur Nijmegen............................................................... 33 7.2.2 Detailhandelsstructuur Nije Veld & Willemsweg........................................ 39 7.3 Horeca, landelijke trends & ontwikkelingen ................................................... 40 7.3.1 Horeca Nijmegen ....................................................................................... 40 7.3.2 Horeca Willemsweg................................................................................... 42 7.4 Dienstverlening .............................................................................................. 43 7.4.1 Inleiding ..................................................................................................... 43 7.4.2 Dienstverlening, Landelijke trends en ontwikkelingen............................... 43 7.4.3 Creatieven ................................................................................................. 44 7.4.4 Dienstverlening in Nijmegen...................................................................... 46 7.4.5 Dienstverleners op de Willemsweg ........................................................... 48 Hoofdstuk 8 Theoretisch kader ............................................................................... 49 Hoofdstuk 9 Expertgroep ........................................................................................... 52 Hoofdstuk 10 Bijeenkomst Ondernemers .................................................................. 54 Bijlage 1. Cijfers wijkdelen Nije veld ....................................................................... 57 Bijlage 2: Branchering Winkelcentrum Willemsweg, december 2006 ..................... 58
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
2
Hoofdstuk 1 Inleiding Economisch Gebiedsplan
De gemeente wil met ondernemers en eigenaren “winkelcentrum Willemsweg” een nieuwe impuls geven. Als drager hiervoor dient dit economisch gebiedsplan. Winkelcentrum Willemsweg bevat het gebied Tollensstraat 211-219, Willemsweg even nummers 2 t/m 118 en Willemsweg oneven nummers 1 t/m 87. Op basis van onderzoek naar ontwikkelingen & trends bij met name de detailhandel, de horeca en de (creatieve) dienstverleners van macro (landelijk) tot microniveau (Willemsweg) wordt een goed theoretisch kader geschapen. Aangevuld met het onderzoek onder ondernemers en passanten in de wijk biedt dit voldoende basis om te komen tot een gewenste invulling van het winkelcentrum. Dit leidt tot 4 scenario’s (hoofdstuk 4), waarbij de herstructureringsplannen van de wijk en de middelen die beschikbaar zijn om het plan (versneld) te realiseren randvoorwaarden zijn. Gemeente, ondernemers, eigenaren en de buurtbewoners kiezen welk scenario wenselijk is. Dit is belangrijk voor het draagvlak en daarmee de realisatie. De ondernemer wil een stabiel bedrijf met voldoende klanten, inkomen en toekomstperspectief. De eigenaren hebben belang bij betrouwbare en stabiele huurders, met als neveneffect dat het onroerend goed in waarde stijgt. De gemeente heeft belang bij een goede verzorging van de markt (compleet, compact en comfortabel). Aspecten als sfeer, uitstraling en veiligheid van de wijk worden positief beïnvloed door een goede winkelstraat. Deze belangen staan ook bij de buurtbewoners hoog in het vaandel.
Het Economisch Gebiedsplan is mede tot stand gekomen dankzij de input en feedback van de heren Bannink en Koopmans van de Directie Wijk & Stad van de gemeente Nijmegen, en de expertgroep, zie hoofdstuk 9. Bijzondere dank voor de reflectie op de concept eindversie aan mw. Eijkhout, afdeling Economische Zaken en de heer Verhoef van de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Nijmegen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
3
1.1
Leeswijzer
Het economisch gebiedsplan begint in hoofdstuk 2 met de nulmeting oftewel de stand van zaken november 2006. Vraag & aanbod worden in beeld gebracht op basis van literatuur, de recente onderzoeken onder de ondernemers op de Willemsweg en de passantenonderzoeken op de Willemsweg en de Groenestraat. In hoofdstuk 3 volgt de SWOT-analyse. De sterkte en zwakte van het winkelcentrum en de ondernemers worden in kaart gebracht. Ook komen kansen en bedreigingen vanuit een breder perspectief en te verwachten ontwikkelingen aan bod. Hierbij is ook gebruik gemaakt van de informatie en de inbreng van de expertgroep die in de latere hoofdstukken verder is uitgewerkt. Hoofdstuk 4 is het eigenlijke Economische Gebiedsplan waarin 4 scenario’s nader zijn uitgewerkt. In hoofdstuk 5 worden de instrumenten behandeld die van belang zijn om het economisch gebiedsplan te kunnen implementeren. Hoofdstuk 6 behandelt het Bestemmingsplan Nijmegen Midden van april 2006, waarin belangrijke randvoorwaarden voor de (mogelijke) vestiging en uitbreiding van bedrijven zijn vastgelegd. In hoofdstuk 7 wordt dieper ingegaan op de ontwikkelingen en trends binnen de sectoren detailhandel, horeca en (creatieve) dienstverleners. Zowel op macro-, mesoals op microniveau. Met name de detailhandel krijgt veel aandacht omdat deze functie van groot belang is voor winkelcentrum Willemsweg. Vervolgens komen de horeca en de (creatieve) dienstverlening aan bod. Hoofdstuk 8 vormt het theoretisch kader waarvan uit het economisch gebiedsplan is opgesteld. In hoofdstuk 9 is de inbreng van de expertgroep samengevat. In hoofdstuk 10 de reactie van de ondernemers en een vertegenwoordiger van de wijkraad op het concept Economisch Gebiedsplan.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
4
Hoofdstuk 2 Nulmeting Willemsweg - Noord 2.1 Vraag & aanbod 2.1.1 Marktomvang en - potentie Het Willemskwartier Het Willemskwartier was een typische volkswijk en is - na een jarenlang proces van verloedering - nu een typische probleemwijk met kenmerken als: drugsgebruik, criminaliteit, veranderende bevolkingssamenstelling, vervuiling, achterstallig onderhoud en jeugdoverlast. De wijk ligt centraal in de stad, aan één van de belangrijkste uitvalswegen, vlakbij het stadscentrum en het station. Tegelijk is het altijd een geïsoleerde wijk geweest: ingeklemd tussen spoor en de drukke (wijk-) ontsluitingswegen, de Graafseweg in het noorden en de Groenestraat in het zuiden. Dit fysieke isolement versterkte het sociale isolement. Het is een typische vooroorlogse woonwijk, gebouwd tussen 1916 en 1929, voor het overgrote deel bestaand uit laagbouweengezinswoningen in de goedkoopste huurklasse. Merendeels complexen sociale woningbouw in bezit van woningcorporatie Portaal. De Kop van de Willemsweg is één van de weinige uitzonderingen in de wijk: grote panden rond 1900 gebouwd en vooral in particulier bezit. De inrichting van de openbare ruimte is sterk gedateerd en er is weinig wijkgroen. Bron: Wijkvisie Willemskwartier, maart 2005. Profiel inwoners Nije Veld / Willemskwartier Het Willemskwartier, de Landbouwbuurt en de Muntbuurt vormen samen de wijk Nije Veld. Het Willemskwartier is de grootste buurt en omvat ¾ van de wijk. In 2006 wonen er 5.125 mensen in de wijk in ruim 2.300 woningen. Er wonen relatief veel alleenstaanden. Bijna 30% is niet-westers allochtoon, onder de jeugd - jonger dan 18 jaar - ligt dit zelfs al bijna op 50%. Stedelijk is het aandeel niet-westerse allochtonen 16%. Het merendeel van de basisschoolleerlingen in Nije Veld is allochtoon en meer dan 70% van groep 8 heeft een ‘hoger leerlinggewicht’. Het percentage havo/vwo leerlingen in de e 3 klas van het voortgezet onderwijs is in Nije Veld met 25% de helft van het stedelijk gemiddelde. In het Willemskwartier ligt het percentage niet-westerse allochtonen met 32% hoger dan gemiddeld in de wijk. Ook ligt het percentage uitkeringsgerechtigden en lage inkomens hoger. Bron: Stads- en Wijkmonitor deel Wijk 2005 Nije Veld telt 3.370 mensen met een inkomen, het gemiddelde inkomen is €13.600,-. Landelijk is dit €17.700,- en voor Nijmegen ligt dit op €16.700,-. Per inwoner ligt dit in de wijk op €9.700,-. Landelijke en stedelijk respectievelijk op €12.200,- en €11.800,-. Het percentage ‘niet actieven’ ligt op 41%, dit is twee maal het landelijk gemiddelde. 10% heeft een pensioen en, niet verbazend, bijna 55% behoort tot de groep lage inkomens. Landelijk en voor de stad ligt dit laatst cijfer rond de 40%. Bron: CBS 2004. Uit het passantenonderzoek blijkt dat de meeste klanten uit de wijkdelen 01, 02, 03, 05 en 06 komen (zie kaart blz. 7). Dit betekent dat het gemiddelde inkomen van het primaire boodschappengebied van de Willemsweg nog lager ligt dan gemiddeld voor de wijk Nije Veld.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
5
Koopkrachtbinding De koopkrachtbinding (definiëring: 80% is toegerekend aan de 1e aankoopplaats en 20% aan de 2e aankoopplaats) dagelijkse artikelen vanuit Nije Veld naar aankoopplaats Willemsweg is 32%, dit is laag (Bron: Stadspeiling 2005). Uit de Stads- en Wijkmonitor deel Wijk 2005, blijkt wel dat 90% tevreden is over de winkelvoorzieningen in de wijk. Uit het passantenonderzoek (BRN, november 2006) blijkt dat de koopkrachtbinding afneemt naarmate men dichter bij de Groenestraat woont. Oftewel de koopkrachtbinding is het sterkst vanuit de wijkdelen 10-01, 10-05 en 10-06. De afvloeiing uit Nije Veld bedraagt dus 68%. Hiervan gaat 39% naar de Groenestraat en 10% naar de St. Jacobslaan. Uit het passantenonderzoek op de Willemsweg (BRN, november 2006) blijkt dat 75% ook boodschappen doet op de Groenestraat. De Groenestraat is voor mensen uit Nije Veld een belangrijker aankoopplaats voor de dagelijkse artikelen dan de Willemsweg, bron Stadspeiling 2005. Uit het passantenonderzoek (BRN, november 2006) blijkt dat Albert Heijn de grootste trekker is. De Willemsweg trekt wel veel koopkracht van buiten de wijk. Van de totale omzet in dagelijkse artikelen aan de Willemsweg is iets meer dan de helft afkomstig van buiten Nije Veld (bron Stadspeiling 2005), hierin speelt de ALDI (marktgebied 10.000 tot 15.000 consumenten) een belangrijke rol. Dit wordt bevestigd in het passanten- en ondernemersonderzoek (BRN, november 2006). De afdeling O&S van de gemeente Nijmegen schat het draagvlak voor de dagelijkse boodschappen op de Willemsweg op 3.500 “standaardconsumenten”. Rekening houdend met een gemiddeld lager inkomen in de wijk betekent dit een jaaromzet van € 6 miljoen. Goed voor een orde van grootte van 850m2 winkelaanbod dagelijkse artikelen, aldus de afdeling O&S. Locatus heeft het volgende aanbodoverzicht opgesteld: Soort aanbod Dagelijkse artikelen Mode In en om huis Leisure / horeca Diensten Leegstand Totaal
aantal 9 4 5 5 8 2 33
vvo 1.086 243 579
153 2.061
Het aanbod dagelijkse artikelen is inclusief de Aldi (600 m2 vvo).
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
6
Toekomstige markt In de Wijkvisie 2004 heeft men tot doel gesteld om de eenzijdigheid in de woningvoorraad en bevolkingsopbouw te doorbreken. Door een aantrekkelijk woonmilieu te creëren wil men dit doel bereiken. Een groot deel van de nieuwbouw (40%) vindt plaats in de bereikbare huursector, maar om de verandering in de wijkopbouw te realiseren zal 60% in de koop- en duurdere huursector gebouwd worden.
Bouwplan Genestetlaan Aan de Genestetlaan/Pater van Meursstraat worden op “Het Dichtersplein” 46 koopappartementen gerealiseerd (medio oktober 2006 is meer dan de helft verkocht) en 44 eengezinswoningen, waarvan 15 koop (en verkocht). Hiervoor zijn wel 83 woningen gesloopt. Willemskwartier Oost In dit deel van de wijk worden de komende jaren 300 woningen gesloopt. Het stedenbouwkundige plan voorziet in nieuwbouw van ongeveer 270 woningen. Hermesterrein Gemeente en Portaal hebben het Hermesterrein aangekocht. Onderhandelingen met NS-Vastgoed over de resterende strook lopen nog. Het is de bedoeling dat ook hier woningbouw gaat komen. Verwachting is een netto toevoeging van 100 appartementen. (Bron: Portaal / dhr. Cantrijn, 27-09-06) In de Wijkvisie Willemskwartier 2004-2015, Ontmoeting als aanjager van vernieuwing, 16 maart 2005, wordt de planning als volgt weergegeven: er zijn 6 locaties die vanaf 2005 gefaseerd gesloopt worden en waar vervolgens nieuwbouw gaat plaatsvinden. In de periode 2005-2007 gaat het gebied Genestetlaan/Brederostraat-Oost en Ruusbroeckstraat onder de sloophamer. Tussen 2010 en 2015 is het gebied Hofdijkstraat/Spieghelstraat/Ds. Ter Haarstraat; westzijde Brederostraat en Thijmstraat zuidzijde aan de beurt. Tot slot worden de woningen aan en rondom de Jan Luykenstraat gesloopt en volgt nieuwbouw. In totaal worden zo 420 woningen gesloopt en 520 teruggebouwd. Voor de woningen die worden gehandhaafd stelt woningcorporatie Portaal een beheerplan op, deze woningen zullen dan ook moeten voldoen aan de moderne eisen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
7
Daarnaast zullen (op de lange termijn) bedrijfsterreinen herontwikkeld worden: het Smit -Draad-terrein, het Smit-Trafo-terrein (na vertrek van dit bedrijf), het Hermesterrein (bebouwing wordt momenteel gesloopt) en het NS-terrein. Hierbij wordt ook gedacht aan woon- werklocaties. De Spoorzone: op de kruising van de Graafseweg met het spoor is ruimte voor stedelijke bebouwing. Gedacht wordt aan een combinatie van kantoren en wonen, waarbij hoogbouw ook wordt overwogen. Ook voor de Rozenbuurt zijn plannen voor uitbreiding woningbouw langs het spoor en er zijn plannen voor bebouwing van de Spoorkuil tussen Willemskwartier en Bottendaal (wonen, instituten en kantoren). In dit kader: de bouw van een groot ROC tussen station en Graafsebrug is al gestart evenals de nieuwbouw op het Dobbelmanterrein. Hier is een grote woontoren gepland aan de Graafseweg. Parallel zijn er ook plannen om de woonomgeving te verbeteren, denk aan: de inrichting van de openbare ruimte, de bereikbaarheid (verkeer) en versterking voorzieningenstructuur. Uiteindelijk resteert een behoorlijk woningbouwprogramma, waarvan de eerstkomende jaren voor een belangrijk deel vervanging van bestaande woningen. Na 2010 neemt de woningvoorraad naar verwachting met 750 (30%) netto flink toe. Tot 2010 blijft de wijk bevolking dan ook stationair. Na 2010 stijgt het aantal wijkbewoners naar verwachting van 5.300 naar 6.400 personen (+ 20%). Binnen die bevolking wordt voor Nije Veld overigens wel een aanzienlijke veroudering verwacht (bron afdeling O&S, mei 2006, Demografische Verkenningen 2005, gemeente Nijmegen).
Voorzieningenhart De voorzieningen liggen momenteel verspreid over de wijk, zelfs aan de rand en buiten de wijk. “De voorzieningenstructuur voor het Willemskwartier is gebaat bij een centrale ligging in de buurt, een plek goed bereikbaar voor de hele wijk, waar plaats is voor ontmoeting en uitwisseling. Functies als basisonderwijs, kinderopvang, gezondheidszorg, jeugd 12+, welzijn, cultuur, sport en recreatie kunnen in het wijkontmoetingscentrum worden ondergebracht. De locatie voor het centraal voorzieningenhart is midden in de wijk op het kruispunt Willemsweg/Thijmstraat gepland. Het bestaande woonblok zal hiervoor moeten wijken”. In het voorlopig Programma van Eisen (30 juni 2005) wordt uitgegaan van 4.500M² bvo. In het centrum van de wijk komen hoofdzakelijk grondgebonden woningen met voortuin. Met de realisatie van het voorzieningenhart komt de locatie van basisschool Groot Nijeveld aan de Tollensstraat 1 vrij voor woningbouw. Op de hoek van de Tollensstraat/Thijmstraat kunnen dan woningen gerealiseerd worden in de vorm van een appartementencomplex van maximaal zeven bouwlagen. Dit aansluitend bij de toekomstige gestapelde bebouwing langs de spoorkuil. Bron: Bestemmingsplan Nijmegen Midden, april 2006.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
8
2.1.2 Passantenonderzoek Willemsweg en Groenestraat Profiel passanten In beide gebieden hebben ongeveer evenveel mannen als vrouwen meegedaan aan het onderzoek. Op de Groenestraat waren de mannen met 55% iets sterker vertegenwoordigd. De gemiddelde leeftijd van de passanten op de Groenestraat is 38 jaar, op de Willemsweg ligt dit rond de 37. Ook het aantal ondervraagde alleenstaanden op de Willemsweg (36%) komt redelijk overeen met die op de Groenestraat (40%). Op de Willemsweg was 80% van de ondervraagde passanten autochtoon, op de Groenestraat was dit met 64% lager (op basis van buurtcijfers zou de verdeling andersom logischer zijn). Vervolgens waren Nederlanders van Turkse en Marokkaanse komaf het meest vertegenwoordigd. Van de passanten op de Willemsweg komt 30% met de fiets of brommer, ruim ¼ komt met de auto. In het algemeen is men tevreden over de parkeermogelijkheden, vooral met het gratis parkeren achter de Aldi. Voor fietsen is er te weinig stallingruimte. Winkelbezoek De passanten op de Willemsweg bezoeken vooral de Aldi (bijna 50%), gevolgd door de Turkse kruidenier, de Schlecker en de slager (elk tussen de 4% en 6%). De kapper wordt ook door 6% bezocht, verder worden de horecagelegenheden genoemd. De meesten doen 1 tot 2 keer per week boodschappen (45%), ¼ doet 3 tot 4 keer per week boodschappen op de Willemsweg en 20% vrijwel dagelijks. Van de passante op de Willemsweg doet 75% ook boodschappen op de Groenestraat. Hier bezoekt men vooral de Albert Heijn (23%). Bij slager Jos Jansen en de bloemist annex postkantoor komt respectievelijk 7% en 6%. Andere zaken die genoemd worden zijn de biologische slager, de bakker en de groenteboer. De passanten op de Groenestraat komen vooral bij de Albert Heijn (90%), bijna 7% doet wekelijks boodschappen bij de “natuurwinkel” een enkeling noemt de slager en de Toko. 50% doet 1 tot 2 keer per week boodschappen op de Groenestraat, 1/3 komt er 3 tot 4 keer per week en ruim 17% doet dagelijks boodschappen op de Groenestraat. Ruim 40% (31 passanten) winkelen ook op de Willemsweg. De Aldi staat met 40% met stip op één. Dan volgen de Turkse kruidenier, de Schlecker en de Turkse bakker. Ook de slager, de kapper, de toko en de horecagelegenheden worden genoemd, maar in mindere mate.
Inkomen en wekelijkse bestedingen in de wijk Op de Willemsweg heeft bijna 50% van de passanten inkomen uit loondienst, 22,7% AOW en 9% studiefinanciering. Op de Groenestraat heeft 55% inkomen uit loondienst en 25% een studiebeurs. Van degenen die de hoogte van hun inkomen aangaven heeft bijna ¼ een inkomen lager dan €1.000,- per maand op de Willemsweg. Op de Groenestraat is dit 40%. Voor beide gebieden geldt dat 40% een besteedbaar maandinkomen heeft tussen de € 1.000,- en € 2.000,-. Op de Groenestraat heeft 1/5 een besteedbaar maandinkomen van €2.000,- per maand of hoger, op de Willemsweg is dit 36%. Ook hier zou men op basis van buurtcijfers lager verwachten. Wellicht dat het relatief grote aantal studenten op de Groenestraat vertekent. Ook is de “missing value” met 37% erg hoog op de Willemsweg, deze mensen wilden de vraag niet beantwoorden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
9
Tabel: Wekelijkse besteding aan boodschappen op de Willemsweg Wekelijkse Passanten Passanten boodschappen Willemsweg (n = 75) Groenestraat (n =31) < € 25 21,3 54,8 € 25 - < € 50 32 35,5 ≥ € 50 - € 100 25,3 9,7 ≥ € 100 - < € 150 13,3 ≥ € 150> 8 Totaal 100% 100%
Blijkbaar besteden de passanten van de Willemsweg aanzienlijk meer aan boodschappen op de Willemsweg dan de passanten van de Groenestraat. Dit is ook logisch want ze doen hier vaker boodschappen en de ondervraagde passanten op de Willemsweg hebben een hoger inkomen.
Tabel: Uitbreidingsuggesties winkels / voorzieningen Willemsweg
Pinautomaat Drogist (Kruidvat / Trekpleister) Modezaak Warenhuis Tabakswinkel Koffieshop Schoenenzaak Apotheek Kroeg (Hollandse) Autodealer Dierenwinkel Somalisch restaurantje Broodjeszaak Anders Geen Missing value Totaal
Adviezen (2) passanten Willemsweg (n=75) 13 17 13 7 5 4 3 3 2
16 9 58 150
Advies passanten Groenestraat (n=31) 10 2 3 2 5 1 1
2 1 1 3
31
Totaal
23 19 16 7 7 5 5 4 3 2 2 1 1 19 9 58 177
De passanten op de Willemsweg willen er vooral een drogist (Kruidvat/Trekpleister) bij. Dit is opvallend omdat er al een Schlecker is. De pinautomaat is voor beide passantenstromen opgeteld de grootste wens. Dan volgt de modezaak op 3. Ook de vraag naar uitbreiding horeca (koffieshop, Hollandse kroeg, Somalisch restaurantje en broodjeszaak) is opvallend omdat veel gehoorde kritiek is dat er al teveel van hetzelfde (ook horeca) is. Verder scoren de tabakswinkel, de schoenenzaak en de apotheek redelijk hoog.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
10
Tevredenheid aanbod winkels & voorzieningen op de Willemsweg Van de passanten op de Willemsweg is 1/3 tevreden over het aanbod. Men kan hier terecht voor de dagelijkse boodschappen en voor specifieke inkopen moet je toch naar het centrum. Passanten die niet tevreden zijn vinden het aanbod te eenzijdig, “teveel van het zelfde”. Van de passanten op de Groenestraat zijn de meesten (bijna 60%) negatief over de Willemsweg. Behalve dat het voor een groot aantal niet op de route ligt, vinden veel passanten dat de Groenestraat genoeg keuze heeft en dat de Willemsweg geen leuke uitstraling heeft als winkelstraat. Verkeer & veiligheid Van de passanten op de Willemsweg beoordeelt 87% de verkeersveiligheid ‘slecht’ tot ‘zeer slecht’. Van de 31 passanten van de Groenestraat die ook op de Willemsweg winkelen geeft (slechts) 1/3 ditzelfde negatieve oordeel. Top drie verbetersuggesties van de passanten op de Willemsweg zijn: het aanleggen van drempels, het instellen van een 30 km zone en flitspalen. De passanten van de Groenestraat vinden de 30-km zone belangrijker op de Willemsweg. Blijkbaar willen beide passantengroepen dat het verkeer minder snel moet. Van de ondervraagde passanten op de Willemsweg voelt 25% zich onveilig, dit is 25% te veel, maar toch valt op dat 75% zich niet onveilig voelt. Het zijn overigens voornamelijk ouderen die zich ’s avonds en ’s nachts onveilig voelen. Van de ondervraagde passanten op de Groenestraat voelt minder dan 1/5 zich onveilig op de Willemsweg. Ook hier geldt dit alleen ’s avonds en ’s nachts. Straatbeeld Meer dan 70% van de passanten op de Willemsweg beoordeelt het straatbeeld van de Willemsweg ‘slecht’ tot ‘zeer slecht’. De straat is rommelig, grauw en slecht onderhouden. Er is weinig groen en de auto’s rijden te snel, ook is er geen fietspad. Men zou graag fietsenrekken en bankjes zien. Het vuil wordt te laat opgehaald en je moet oppassen dat je niet over de losse trottoirtegels struikelt. Van de passanten op de Groenestraat beoordeelt juist 84% het straatbeeld ‘voldoende’ tot ‘zeer goed’. Maar ook zij hebben verbetersuggesties: pak het zwerfvuil aan, verbeter het wegdek, zorg voor een fietspad, meer parkeergelegenheid en minder verkeer. Gevels Bijna 50% van de passanten op de Willemsweg beoordeelt de staat van de gevels zeer slecht tot slecht. Vooral wegens het slechte onderhoud. Anderzijds vindt ook 1/5 dat de gevels karakteristiek zijn of een mooie oude stijl hebben. Ook bij de beoordeling van de gevels geldt dat de 31 passanten van de Groenestraat positiever zijn, slechts 1 op de 8 geeft de gevels een onvoldoende. Sfeer Van de passanten op de Willemsweg beoordeelt 63% de sfeer ‘voldoende’ tot ‘zeer goed’, het is er gezellig. Er zijn veel bekenden, de mensen en het winkelpersoneel zijn vriendelijk. Van de passanten op de Groenestraat vindt bijna 90% de sfeer voldoende tot zeer goed. Men vindt het wel mooi “zo’n multiculturele buurt”, leuk die kleine winkeltjes en altijd wat te beleven! Blijkbaar zijn de 31 geïnterviewde passanten op de Groenestraat - die ook boodschappen doen op de Willemsweg - positiever over de Willemsweg dan de passanten die ondervraagd zijn op de Willemsweg.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
11
2.2
Aanbod & ondernemersonderzoek
In het kader van het op te stellen Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord zijn 26 ondernemers in het winkelcentrum geënquêteerd. Op één na hebben alle ondernemers meegedaan aan het onderzoek. Een aantal winkels staat leeg, de ondernemer die niet meewerkte gaf als argument dat het bedrijf net is gestart en dat hij nog niet veel te melden heeft. Het onderzoek vond plaats in de periode augustus – oktober 2006. Profiel ondernemer Meer dan ¾ van de ondernemers is man. De meeste ondernemers (9) op de Willemsweg (exclusief de 2 ketens) zijn tussen de 30 en 40 jaar oud, gevolgd door 7 ondernemers die tussen de 40 en 50 jaar zijn. Drie ondernemers zijn ouder dan 50 jaar en 3 jonger dan 30. Gemiddeld zijn de autochtone ondernemers ouder dan de allochtone ondernemers. De meeste ondernemers (12) zijn van Turkse komaf, gevolgd door de autochtone ondernemers (8). Het opleidingsniveau varieert van basisschool tot universiteit. Een aantal heeft een vakopleiding gevolgd. 14 ondernemers (meer dan de helft) geven aan dat de opleiding en de werkzaamheden in het bedrijf goed op elkaar aansluiten. Profiel onderneming Van de 26 bedrijven zijn er 2 ketenbedrijven (Aldi en Schlecker). Verder kan men voor de (semi-) dagelijkse aankopen terecht bij: de Turkse kruidenier (2), Turkse bakker, Turkse slager en de Indiase Toko. Verder niet-dagelijks: wit & bruingoed (2), meubelzaak, kleding, huishoudelijke artikelen en een juwelier. Er zijn (opvallend) veel persoonlijke dienstverleners: kapsalons al of niet annex beautysalons (4), kledingreparatie en tattooshop. Op horecagebied tellen we 3 cafetaria’s, een kiosk (leeg), een café en een koffiehuis. Verder zijn er een pottenbakker, een rijwielhersteller en een adviesbureau. Bestaansduur bedrijf De bestaansduur van de ondernemingen varieert van ‘net gestart’ tot 67 jaar. Belangrijker is dat 5 van de 26 ondernemingen minder dan één jaar bestaan, vijf bedrijven zijn 2 tot 3 jaar oud en twee bedrijven 4 tot 5 jaar. Bijna 50% bevindt zich dus nog in de (kwetsbare) startfase en 1/5 zelfs nog in het eerste jaar. Bedrijfspand /locatiekeuze De verhouding huurders en eigenaren van de panden is 80/20. Vier ondernemers hebben voor de locatie gekozen omdat ze in de buurt wonen. Andere veelvoorkomende argumenten om zich op de Willemsweg te vestigen zijn: het pand was vrij en groot genoeg. Bijna 60% is tevreden met het bedrijfspand. Als er iets moet veranderen dan is het toch veelal een opknapbeurt van de gevel. Opvallend dat bijna de helft van de ondernemers de staat van de panden in de straat als ‘slecht’ beoordeelt. Uiteraard vinden ze dat het de taak van de eigenaar is om de panden in goede staat te brengen en te houden. Omzet en inkomen 23 ondernemers hebben antwoord gegeven op de vraag binnen welke categorie hun dagelijkse omzet valt. Meer dan de helft zet minder dan € 500,- per dag om. 30% heeft een dagelijkse omzet tussen de € 500,- en € 1.000,-. Twee ondernemers tussen de € 1.000,- en € 2.000,-. Ook zijn er twee ondernemers die dagelijkse meer dan € 2.000,omzetten. De omzet is een indicatie, maar dit zegt alleen iets in relatie tot de uitgaven (inkopen en kosten), het aantal fte en de omvang (vvo) van het bedrijf. Op de vraag of de winst voldoende was voor de ondernemer om van “rond te komen” antwoordde 75% positief. Van de zes ondernemers voor wie de winst te laag was hebben er vijf ook nog een ander bedrijf, wellicht dat de bedrijven samen wel genoeg opleveren. Overigens heeft 40% van de ondernemers op de Willemsweg meer dan één bedrijf.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
12
Klanten De meeste ondernemers (80%) kunnen niet goed aangeven uit welk deel van de wijk de klanten komen. Deels omdat veel klanten uit de wijde omgeving (zelfs van buiten Nijmegen) komen. Vandaar ook dat de ondernemers het idee hebben dat ongeveer de helft van de klanten met de auto komt. Meer dan 60% van de klanten is volgens de ondernemers autochtoon. Op de 2e plaats komen klanten van Turkse komaf (23%) gevolgd door de Marokkanen (11,5%). Toekomst 15 ondernemers (meer dan de helft) ziet de toekomst positief tegemoet: “dankzij de vaste klanten” is een veelgenoemd argument. Zeven zien de toekomst “redelijk” tegemoet, vooral de toenemende concurrentie zien ze als een bedreiging. Tot slot, vier ondernemers hebben een negatief beeld over de toekomst, met name door de verpaupering van de straat. Investeringsbehoefte Als er een financieel gunstige regeling is, dan zijn 18 ondernemers (70%) van plan om te investeren in bedrijfsmiddelen. Ook 14 ondernemers (meer dan de helft) overweegt te verbouwen indien dit financieel aantrekkelijk wordt gemaakt. Kennis van en gewenste veranderingen in de wijk Meer dan 75% van de ondernemers is (redelijk) op de hoogte van wat er de komende jaren in de wijk en op de Willemsweg gaat gebeuren. Zij verwachten hier een positief effect van op de omzet. Wensen m.b.t. de herinrichting van de straat zijn: meer parkeergelegenheid en meer groen. Ook prullenbakken, betere verlichting en aanpak te hard rijden staan hoog op het verlanglijstje. De ondernemers willen het aanbod van winkels/voorzieningen op de Willemsweg verbeteren, meest genoemd zijn: een pinautomaat, een bloemist en een postkantoor. Gemeente en begeleiding Meer dan de helft geeft aan dat er geen contact is met de gemeente en dat daar ook geen behoefte aan is. Bijna alle (23) ondernemers geven aan dat de begeleiding van het bedrijf in handen is van de boekhouder. Het merendeel (65%) heeft ook geen behoefte aan andere adviseurs. Zeven ondernemers zouden extra begeleiding wel op prijs stellen, bijvoorbeeld op het gebied van marktonderzoek en marketing. Bijna alle ondernemers (24) willen middels een nieuwsbrief graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op de Willemsweg. Ondernemersvereniging 22 ondernemers geven aan goed contact te hebben met de collegae in de straat. 14 zijn lid van een ondernemersvereniging, de meesten (86%) zijn aangesloten bij de AON waarmee ze ook tevens lid van MKB-Nijmegen zijn.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
13
Hoofdstuk 3 SWOT - analyse 3.1
Inleiding
De SWOT-analyse zet de sterkte en zwakte van de Willemsweg als ‘winkelgebied’, op een rij, maar geeft ook de kansen en bedreigingen voor de toekomst aan. Voordat we hierop ingaan een samenvatting van hoofdstuk 7: de belangrijkste trends en ontwikkelingen op het gebied van detailhandel, horeca en dienstverlening. Detailhandel Nederland verkleurt, vergrijst en verdunt (kleinere huishoudens). Dus ook de ondernemer verkleurt en vergrijst. Veel medewerkers zijn daarentegen jong, vrouw, laag opgeleid en werken parttime. Sedert de eeuwwisseling zat de economie in een flinke dip, inmiddels gaan we weer richting hoogconjunctuur. De individualisering zet door, de klant is mobieler en multimediaal. Kooppatronen lopen uit elkaar en winkels zouden het liefst 24 uur per etmaal bereikbaar moeten zijn. Dit heeft ook gevolgen voor de aanbodzijde, kleinschalige winkelgebieden en solitaire vestigingen verdwijnen uit het straatbeeld. Buurtwinkelcentra moeten zich meer op ‘convenience’ richten en wijkcentra moeten ‘compleet’ zijn. Er ontstaan themawinkelcentra en combinaties van winkelen, ontspanning, cultuur en horeca. Na ‘Heijendaal’ met bijna 14.000 banen, is ‘de Binnenstad’ de belangrijkste werklocatie in Nijmegen. De Nijmeegse detailhandel biedt aan ruim 7.800 mensen werk, waarvan 3.000 in het centrum. Niet alleen de kwantiteit is van belang, maar ook aan wie men werk levert. De detailhandel in Nijmegen biedt met name werk aan: vrouwen, parttimers en lager opgeleiden. “Nijmegen kent een fijnmazig net aan winkelvoorzieningen opgebouwd uit het stadscentrum, het stadsdeelcentrum Dukenburg en diverse buurt- en wijkcentra. De gemeente streeft naar handhaving dan wel versterking van deze evenwichtige voorzieningenstructuur. Enerzijds wordt prioriteit gegeven aan een sterk stadscentrum, anderzijds wordt de consument op niveau van de wijken een zo volledig mogelijk aanbod aan dagelijkse boodschappen aangeboden”. De structuur van de buurt- en wijkbewinkeling in Nijmegen die we nu kennen is opgehangen aan een soort van netwerk van supermarken gespreid over de stad. Dat netwerk is grotendeels in de periode 1960 - 1975 tot stand gekomen. In de loop van de afgelopen decennia zien we dat supermarkten als “knopen” van het netwerk dikker worden. Op stadsdeelniveau is zo een aantal sterke buurtwinkelcentra of wijkwinkelcentra ontstaan. Tussen Waal en Maaswaalkanaal vinden we, naast het grote winkelcentrum rond de Albert Heijn XL een de St. Jacobslaan, complete winkelcentra als: Winkelcentrum Hatert, winkelcentrum Notenhout (Neerbosch) en Molenweg Noord. Goede (wijk-) buurtverzorgende functies in stadsdeel oost hebben: de COÖP e.o. aan de Burghardt van den Berghstraat, het buurtwinkelcentrum aan de van ’t Santstraat, en de Daalseweg/Tooropstraat, met name rond de Albert Heijn en de COÖP. In stadsdeel zuid: de buurtwinkelcentra aan de Groenestraat (rond Albert Heijn), de Steenbokstraat (Super de Boer) en de Einsteinstraat (C1000) Aan de Heijendaalseweg (Brakkenstein) zijn diverse (kleine) winkels gevestigd voor de dagelijkse boodschappen. Tot slot is er nog een aantal solitair verspreide supermarkten zoals de SPAR aan de St. Annastraat en de allochtone kruidier aan de Koninginnelaan.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
14
Er zijn plannen voor een winkelcentrum op het oude Mensaterrein, winkelcentrum Marialaan-Kievitstraat-Koekoeklaan, verplaatsing van een deel van de winkels op de Groenestraat en plannen met de Willemsweg. Voor Molenweg Zuid en de Fest in Brakenstein zijn (vooralsnog ) geen plannen. De Willemsweg heeft al jaren de status ‘aanvullend verzorgingspunt’ (avp). Eind jaren negentig kwam de Aldi erbij, maar het spin off effect is zeer beperkt. De Willemsweg heeft de Groenestraat als grote concurrent in de buurt. Horeca Ook hier zien we dezelfde trends en conjunctuurgolven als in de detailhandel. En ook de horeca is een belangrijke werkgever voor parttimers en lager opgeleiden. Horeca krijgt buiten het centrum de ruimte van de gemeente, mits het een aanvulling is op het bestaande aanbod en gericht is op de bewoners van de wijk. De Willemsweg heeft met 2 cafetaria’s, 2 cafés, een ‘afhaalwinkel’ en een kiosk met vergunning om etenswaren te verkopen een groot horeca-aanbod. De horeca bevindt zich wel in het lagere segment en heeft zeker niet alleen een buurtfunctie. Dienstverlening De zakelijke dienstverlening groeide in de jaren negentig landelijk uit tot de grootste bedrijfstak. Kenmerkend zijn de kleine bedrijven en de hoge opleiding van de ondernemers. Sinds 2005 is er een enorme toename startende bedrijven, de dienstverleners maken hier het leeuwendeel van uit. Van de 650.000 (actieve) bedrijven in Nederland behoren er 100.000 tot de zogenaamde ‘creatieve industrie”. Hiervan zijn 40% kennisintensieve diensten, 30% zakelijke diensverleners en 20% actief in de kunstensector. In de periode 1994 – 2004 groeide het aantal bedrijven in de creatieve industrie vier maal sneller dan de gemiddelde groei van de bedrijven. Veel bedrijven, 70%, zijn ‘eenpitter‘. e Nijmegen staat als stad met 33% op de 4 plaats qua percentage creatieven van de beroepsbevolking. 56% van de werkzame beroepsbevolking is dan ook hoger opgeleid (landelijk 32%), waarvan overigens de helft buiten de stad werkt. Ook onder de werklozen zijn relatief veel hoog opgeleiden, zelfs vergeleken met andere studentensteden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
15
3.2
Sterkte– zwakteanalyse
sterk aanbod - Redelijk aanbod voor dagelijkse boodschappen en horeca/cafetaria. - Aldi en Schlecker als trekkers. - Specifiek aanbod voor en door allochtonen. - Groot aanbod persoonlijke dienstverleners. ondernemer - 75% van de ondernemers heeft voldoende inkomen. - De meeste ondernemers weten een vaste klantenkring aan zich te binden en willen investeren. markt -
Voldoende draagvlak voor huidige aanbod dagelijkse boodschappen. Wijken aansluitend aan Willemsweg (ten noorden van Thijmstraat/Da Costastraat) zijn sterk georiënteerd op winkelcentrum Willemsweg. Meer dan de helft van de klanten komt van buiten de wijk, waarbij de Aldi de grote trekker is als het gaat om dagelijkse artikelen.
fysieke inrichting - De Willemsweg – Noord heeft mooie panden van rond 1900. - Een deel van de wijk is al geherstructureerd. bereikbaarheid / verkeer - De Willemsweg is goed bereikbaar, voor het hele Willemskwartier te voet (maximaal 500 meter lopen) en van daarbuiten met de fiets/brommer en auto. (Bijna de helft van de passanten komt te voet, bijna 1/3 met de (brom-) fiets en ¼ met de auto). - Er is voldoende parkeergelegenheid, gratis achter de Aldi, in de zijstraten en ten zuiden van de kruising Da Costastraat/Thijmstraat. In het winkelcentrum zelf is bijna altijd parkeerruimte voor € 1,20 per uur (november 2006). - Zeer goed bereikbaar per bus. - 15 minuten lopen vanaf het station. schoon, heel en veilig - 75% van de passanten voelt zich veilig. sfeer -
Meer dan de helft vindt de sfeer goed: de Willemsweg is gezellig, het winkelpersoneel is vriendelijk en ‘hier kent men elkaar nog’.
randvoorwaarden - Het nieuwe bestemmingsplan en het gemeentelijk beleid, inclusief financiële middelen en inzet wijkeconoom, bieden extra mogelijkheden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
16
zwak aanbod: 2/3 van de passanten vinden het aanbod onvoldoende, ‘teveel van hetzelfde’. ondernemers - Bijna de helft van de ondernemers bestaat nog geen vijf jaar, waarvan vijf zelfs korter dan een jaar, deels is er een groot verloop. - 40% van de ondernemers heeft meerdere bedrijven en is dus niet alleen afhankelijk van het bedrijf aan de Willemsweg. - Een substantieel deel van de ondernemers heeft een te laag inkomen uit het bedrijf. - Met name de kamerverhuurbedrijven doen het economisch goed, maar deze ondernemers hebben veelal geen belang bij een goed winkelstraat. - Slechts 20% is ook eigenaar van het pand en voor deze ondernemers zijn vaak de inkomsten uit kamerverhuur de kurk waar het bedrijf op drijft. - Initiatief om de winkelstraat te verbeteren komt niet van de ondernemers zelf. markt -
-
-
Klein primair marktgebied voor boodschappen en eenzijdige bevolkingssamenstelling met kenmerken als: laag inkomen, lage opleiding en hoge werkloosheid. Er zijn veel kleine huishoudens. De koopkrachtbinding vanuit Nije Veld is met 32% laag. Van de 68% afvloeiing gaat bijna 40% naar de Groenestraat en 10% naar de St. Jacobslaan. 75% van de passanten op de Willemsweg doet ook inkopen op de Groenestraat. Naarmate men dichter bij de Groenestraat woont en deze winkelstraat meer ‘op de route ligt’ vloeien meer passanten af. Met name de Albert Heijn is een grote trekker. 60% van de passanten op de Groenestraat vindt de Willemsweg niet aantrekkelijk om inkopen te doen.
fysieke inrichting - De wijk is klein en ligt ingeklemd tussen spoor en drukke (wijk-) ontsluitingswegen. - Een groot deel van de wijk is verpauperd: rommelig, grauw en slecht onderhouden. - De Willemsweg zelf is slecht onderhouden, geen groen, slecht verlicht en er is geen fietspad. - Panden aan de Willemsweg zijn slecht onderhouden, de dichte rolluiken (de winkels ’s avond en ’s nachts en de horeca overdag) versterken de shabby en onveilige uitstraling. bereikbaarheid/verkeer - 90% van de passanten op de Willemsweg beoordeelt de verkeersveiligheid ‘slecht’. Auto’s rijden te hard en er is geen fietspad. - Er is een tekort aan fietsstalmogelijkheden. De bus heeft een negatief effect op de leefomgeving/sfeer. schoon, heel en veilig - De voormalige ‘typische volkswijk’ is al jaren een ‘typische vooroorlogse probleemwijk aan de rand van de stad’. Met kenmerken als: vervuiling, achterstallig onderhoud, drugsgebruik en criminaliteit. sfeer - 60% van de passanten op de Groenestraat doet geen inkopen op de Willemsweg. Ze vinden dat de Willemsweg ‘geen leuke uitstraling heeft’. Randvoorwaarden: er moet een ondernemersvereniging en promotiebeleid voor de straat komen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
17
3.3
Kansen en bedreigingen
kansen aanbod - Door enerzijds behoud en upgraden aanbod dagelijkse boodschappen en anderzijds in te zetten op wijkoverstijgend aanbod kan er voldoende draagvlak komen voor een groter marktbereik. - Het wijkoverstijgende aanbod moet aansluiten op datgene waar men nu sterk in is, denk aan (thema’s) als: - Persoonlijke verzorging/sport en welness - Bruin- en witgoed, verkoop maar ook reparatie - Meubelen/huisraad - Mobiele telefoons/ICT /belhuis - Horeca - Creatieve bedrijven En/of doelgroep gericht: Multicultureel aanbod. markt -
-
De lokale markt wordt beter, dat wil zeggen diverser en koopkrachtiger. Dit met name door de nieuwbouwplannen van Portaal. Op termijn (2010-2015) wordt een groei van 20% in inwonertal van Nije Veld voorzien. Door een diverser en themagericht aanbod in een hoger segment wordt een groter en kapitaalkrachtigere doelgroep bereikt.
fysieke inrichting - De Willemsweg wordt geheel opnieuw ingericht en daarmee meer een winkelstraat, beter oversteekbaar, veiliger en sfeervoller. - In grote delen van de wijk komt nieuwbouw, naast een onderhoudsplan voor woningen die blijven. - De komst van het ‘Voorzieningenhart’ maakt van de Willemsweg weer het centrum van de wijk. bereikbaarheid/verkeer - De straat zal met name voor voetgangers en fietsers beter bereikbaar en veiliger worden. schoon, heel en veilig - Door de brede aanpak (fysiek, sociaal en economisch) worden de elementen schoon, heel en veilig impliciet meegenomen. sfeer -
Na renovatie kan de Willemsweg, net als vroeger weer een gezellige winkelstraat worden. Maar dan wel met een geheel ander pakket van aanbod en vraag.
randvoorwaarden - Oprichten ondernemersvereniging en winkelstraat promoten. - Het ondernemerschap zal ook versterkt worden door coaching door de wijkeconoom en de inzet van specifieke financiële middelen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
18
bedreigingen aanbod - De betrokkenheid van de eigenaren is beperkt en/of ze hebben andere belangen, waardoor sturing in de scenario’s moeilijk is. - Ditzelfde geldt voor de ondernemers. - Buurtbewoners hebben minder met een breder aanbod in een hoger segment. markt -
De gemeente heeft in 1990 al een toezegging gedaan aan Albert Heijn om met 100 m2 te mogen uitbreiden aan de Groenestraat (bron: Bewoners Comité Hazenkamp, 2001). Uit het onderzoek van BRO, 29 oktober 2001 blijkt dat er nog ruimte is voor uitbreiding supermarktaanbod aan de Groenestraat (bron:Gemeente Nijmegen, Distributieve en verkeerskundige toets winkelplan Groenestraat). Indien de Albert Heijn aan de Groenstraat uitbreidt en beter bereikbaar is zal de concurrentie toenemen ten nadele van de Willemsweg.
fysieke inrichting - Herinrichting van de Willemsweg heeft minder parkeerplaatsen en nog lastiger laden en lossen tot gevolg (Schlecker). - Het fietsverkeer kan onveiliger worden door versmalling van de weg en de strook in het midden. Er zijn geen aparte fietspaden gepland. schoon, heel en veilig - Doordat er meer bedrijven/bedrijvigheid komt kan de straat rommeliger en onveiliger worden/overkomen. sfeer -
Als het aanbod meer bovenwijks gericht is kan dit ten koste gaan van de sfeer van de volksbuurt.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
19
Hoofdstuk 4 Economisch Gebiedsplan Willemsweg - Noord 4.1 Inleiding In hoofdstuk 8 is het theoretisch kader nader uitgewerkt. Verder is bij het opstellen van het Economisch Gebiedsplan Willemsweg - Noord natuurlijk ook rekening gehouden met het instrumentarium en het bestemmingsplan (hoofdstukken 5 en 6) de verdieping in de bedrijfsontwikkelingen in hoofdstuk 7 en de inbreng van de expertgroep als samengevat in hoofdstuk 9.
4.2 Theoretisch kader Site-analyse Gebruikswaarde: ligging en bereikbaarheid. Het Willemskwartier is geen grote wijk, fysiek ingesloten tussen spoor en belangrijke (wijk-) ontsluitingswegen. Een vooroorlogse typische arbeiderswijk, vlak bij het centrum en het station. De bereikbaarheid binnen het Willemskwartier is goed te noemen, de gehele wijk ligt op loopafstand (binnen 500 meter) van de winkelstraat. Er loopt een fietsroute (hoewel onherkenbaar) door de straat, parkeren achter de Aldi en in de zijstraten is gratis. In de straat is vrijwel altijd parkeerruimte, maar tegen betaling. De Willemsweg is een belangrijke weg tussen de Graafsweg en de Groenestraat en verbindt zo verschillende delen (noord – zuid) van de stad met elkaar. Het verkeer rijdt hard waardoor oversteken niet veilig is. Ook de aansluiting op de Graafseweg is alles behalve overzichtelijk en daarmee onveilig. Belevingswaarde: attractiviteit en imago Voor de buurtbewoners is het prettig winkelen op de Willemsweg ook al storen zij zich aan het achterstallig onderhoud van de weg en de panden en de verkeersonveilige situatie. Situation-analyse Voor mensen van buiten de wijk is de Willemsweg goed te vinden en te bereiken, met name via de drukke Graafseweg. Voor menigeen buiten de wijk heeft de Willemsweg / het Willemskwartier geen goede naam. De weg zelf en de panden zijn in slechte staat van onderhoud. De wijk staat bekend als onveilig en niet schoon. Het aanbod is erg eenzijdig. Domein+ en domeinconcept Uit het ondernemers- en passantenonderzoek blijkt een grote binding met de directe buurt, maar ook dat de helft of meer van de klanten van (ver) buiten de wijk komen. Het Domein+ concept uit de theorie van Soeterbeek sluit het best aan (zie ook hoofdstuk 2). Site en situation zijn beide sterk (voor de Willemsweg zou de term ‘zijn beide van toepassing’ beter zijn). Binnen het Domein+ concept wordt met name gestreefd naar een combinatie van commerciële en niet- commerciële functies. Aanprekend voorbeeld uit het Domein+ concept is: de juiste mix van allochtonen en hoogopgeleide creatieve starters en lager opgeleide authentieke buurtbewoners, kan mede door betaalbare werkruimtes - een broedplaats zijn voor multiculturele designwinkels, horeca en winkels voor dagelijkse boodschappen. Dit aangevuld met een gezondheidscentrum waar huisartsen, fysiotherapeuten en anderen werkzaam zijn.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
20
4.3
Scenario’s
Op basis van de informatie in dit economisch gebiedsplan komen we tot 4 scenario’s voor de Willemsweg: Scenario I De Kashba Het kashba-idee komt iedere keer weer terug als naar de mogelijkheden wordt gekeken van de Willemsweg. En niet verbazend want het is de meest multiculturele winkelstraat van Nijmegen, midden in een multiculturele volkswijk. Ook in de expertgroep is het kashba-idee weer uitgebreid aan de orde geweest. Zelfs een moskee op de kop met winkeltjes, ondergronds parkeren en een hamam die aansluit bij de welness-functie van de wijk waren al ingevuld. Echter er zijn stringente voorwaarden om het kashba-idee kans van slagen te geven. De straat moet dan ook een echte kashba worden. Een promenade met open winkels en uitstallingen. Een soort vrijmarkt vergelijkbaar met de zwarte markt in Beverwijk, de Wagenstraat in Den Haag (Chinese wijk) of de Kanaalstraat in Utrecht (Turkse agf). De fysieke inrichting van de straat en de panden moet aangepast worden aan dit concept. Het draagvlak moet een groot gebied zijn, de kashba op de Willemsweg moet een (boven) regionale functie hebben. De gemeente moet veel panden aankopen om van de kamerverhuurstraat weer een winkelstraat te maken. Goede parkeergelegenheid aan de rand van het winkelcentrum moet de bereikbaarheid versterken.
Scenario II Modern, boodschappencentrum en bijzondere aankopen Scenario II gaat uit van de huidige bedrijven en de ontwikkelingen met name in de detailhandel, de horeca en de (creatieve) dienstverlening zoals deze in dit economisch gebiedsplan zijn samengevat. De winkelstraat wordt dan ingedeeld in 3 zones, de ‘kop’ moet dan vooral een aantrekkelijke ingang zijn vanaf de Graafseweg. De huidige kiosk heeft een metamorfose ondergaan en is een aantrekkelijke brasserie. De gesloten kamerverhuur-bedrijven op de kop aan de Tollensstraat 211-219, zijn getransformeerd tot creatieve dienstverleners en bedrijfjes in de welness-sector. Vervolgens is er ter hoogte van de Aldi een boodschappencentrum aan beide zijden van de weg met een multiculturele allure. Meer naar het zuiden van de Willemsweg volgt dan de zone van bijzondere aankopen. Buiten het boodschappencentrum (de Aldi uitgezonderd) heeft het winkelcentrum een stedelijke en deels zelfs regionale functie. Verder inzoomend per gebied ziet dit er dan als volgt uit.
A Boodschappencentrum Het gebied rond de Aldi is, evenals in het vorige bestemmingsplan, het meest logische boodschappencentrum. Dit kan gemixt met (goede) horeca een aantrekkelijk gebied worden. Dit gebied omvat aan de even zijde: nr. 13 (schoonheidssalon) t/m nr. 61 (horeca) en aan de oneven zijde: nr. 26 (elektronica) t/m nr. 72 (horeca). Rekening moet worden gehouden met het feit dat uit ons onderzoek en cijfers van de dienst O&S blijkt dat er maar beperkt ruimte is voor het aanbod dagelijkse boodschappen. Ook hier is de slogan: compact, compleet en comfortabel. Aansluitend bij de wens van de ondernemers en de passanten moet hier een pinautomaat komen, liefst in combinatie met een postkantoor. De Turkse kruideniers en de Indiase Toko zouden dan moeten verhuizen naar dit deel van de straat. Percelen met enige omvang om deze winkels te huisvesten zijn de nrs. 49 -53 (meubelzaak), 42-48 (kapper en outlet huishoudelijke artikelen) en 54-58 (kapper en kamerverhuur). Gemeente en Portaal zouden dan strategische panden moeten aankopen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
21
B De Kop: horeca, persoonlijke - en creatieve diensten Gebied: Willemsweg 1 tot nr. 13, Tollensstraat 211- 219 en Willemsweg even zijde: nr. 2 tot 26. De Kiosk, Willemsweg nr. 2 moet een aantrekkelijke en sfeervolle kiosk worden, dit naar voorbeeld van de Franse kiosken elders in de stad. Denk aan een brasserie, een thee- of koffiehuis met verse broodje en ’s zomers natuurlijk een terrasje. Het geheel in ‘mediterrane sfeer’. De ‘Kop’ zal ook een broedplaats worden voor persoonlijke dienstverleners en creatieve beroepen. Welness en creativiteit voeren hier de boventoon. Van de huidige bedrijven is hier plaats voor de persoonlijke dienstverleners (kap- en/ beautysalons, tattooshop maar ook de kleermaker en de pottenbakker). Aan de achterzijde - oneven kant – vinden de persoonlijk dienstverleners aansluiting bij het nieuw te bouwen sportcentrum. C Willemsweg functieprofiel niet- dagelijks Het aanbod niet-dagelijks concentreert zich op de Willemsweg op het deel nr. 63 t/m 87 (tot hoek Jan Luykenstraat) en 74 t/m 118 (tot hoek De Genestetlaan). Voor dit gebied denken we aan twee functieprofielen: Functieprofiel groot, incidenteel en bewust Mogelijk een ICT/elektronica cluster, waarin de huidige elektronica/ bruin- en witgoedzaken, mobiele telefonie en internet. De meubelzaak/meubelinrichting/huisraad zou hier ook op aan kunnen sluiten. functieprofiel vergelijkend Hierbinnen passen de (huidige) zaken op het gebied van kleding, huishoudelijke artikelen en klokken/juwelier. De rijwielzaak kan hier ook op aansluiten.
Scenario III Handhaven en kwaliteitsverbetering Dit scenario sluit aan bij het huidige beleid van de gemeente. Samengevat blijft boodschappencentrum Willemsweg dan een aanvullend verzorgingspunt (avp). De Groenestraat ligt centraal in de wijk Nije Veld en blijft hét boodschappencentrum voor de wijk. Sterker nog: dit wordt verstrekt indien Albert Heijn uitbreidt en/of beter bereikbaar wordt. Door herstructurering van delen van de woonwijken wordt de markt voor de dagelijkse boodschappen beter. Door herinrichting van de Willemsweg wordt dit een prettiger en veiliger winkelstraat. Door ondersteuning te bieden aan de ondernemers, zowel financieel als vakinhoudelijk, wordt de professionaliteit verbeterd. Door eigenaren financieel te ondersteunen is de kans groter dat ze de panden gaan opknappen en dat daarmee ook de uitstraling en de sfeer beter wordt. Dit effect wordt versterkt door het beleid op het gebied van schoon, heel en veilig. Inschatting realiteitsgehalte Scenario III heeft een hoog realiteitsgehalte. De herstructurering is al ingezet en al of niet met vertraging zal de wijk (markt) er de komende decennia aanzienlijk op vooruitgaan. Alleen door in te zetten op de drie peilers: fysiek, sociaal en economie zal de wijk er ‘beter’ van worden, dat wil zeggen ‘leefbaarder’. Elke schakel is even belangrijk, het stimuleren van de economie is alleen zinvol indien ook de omgeving prettig, sfeervol en veilig is. Anders is het bij voorbaat kapitaalvernietiging.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
22
Inschatting effect De Willemsweg wordt een beter winkelgebied. De straat wordt schoon, heel, veiliger, beter oversteekbaar, beter verlicht, groen en sfeervol. De markt wordt op den duur beter, maar dit effect is - gezien de omvang van de ‘boodschappenmarkt’ - marginaal. Bovendien wordt de concurrentie van het nabijgelegen winkelcentrum de Groenestraat sterker. Of en in hoeverre de ondernemer/eigenaar geprikkeld wordt om te investeren is moeilijk in te schatten. In ieder geval zal de fysieke en sociale verbetering van de omgeving dit positief beïnvloeden. Door de ondernemers te ondersteunen zal de professionalisering en daarmee de overlevingskans toenemen. De sturing in de branchering is zeer beperkt binnen dit scenario. De markt is - net als nu - de grote bepalende factor. Zeker zo belangrijk is het ook om de ondernemers te organiseren en ertoe te brengen om een gezamenlijk doel (één van de scenario’s) te realiseren. Dit gezamenlijke doel is ook belangrijk voor de eigenaren. Het promotiebeleid zal dit ondersteunen.
Scenario IV Handhaven en kwaliteitsverbetering-plus Dit is in feite scenario III uitgebreid met extra inzet op: - aankopen strategische panden door de gemeente en Portaal; - extra financiële middelen voor de ondernemers/eigenaren. Door strategische panden aan te kopen kan er meer invloed uitgeoefende worden op de branchering maar natuurlijk ook op het ondernemerschap. De eigenaar selecteert tenslotte de ondernemer. Op deze wijze is bijvoorbeeld van de kiosk een brasserie te maken en van café Dallas annex Marokkaans koffiehuis, een hostal met een koffielounge voor een breder publiek. Desgewenst is het bundelen van bedrijven te sturen: bijvoorbeeld de boodschappenwinkels zoveel mogelijk rondom de Aldi. En inzet om van de Willemsweg een broedplaatsfunctie te maken voor creatieve dienstverleners en/of bedrijven in de welness sector. Hiermee wordt het aanbod gevarieerder en krijgt het minder de uitstraling van ‘het moet vooral goedkoop zijn’. Door Portaal erbij te betrekken zal de commitment met de belangrijkste speler op het gebied van vastgoed in deze wijk versterkt worden. En daarmee: draagvlak. Door extra financiële middelen ter beschikking te stellen moet de stap voor de ondernemer/eigenaar aantrekkelijker worden om te investeren in het bedrijf en/of het pand. Het moet ‘an offer you can’t refuse’ worden.
4.3.1 Scenariokeuze De keuze van het scenario heeft te maken met de haalbaarheid (economisch), maar ook de wenselijkheid van de betrokken partijen: ondernemers, eigenaren, markt en de gemeente. Terugkerend thema is in ieder geval de multiculturele sfeer. Hierbij kan ook gedacht worden aan het regelmatig houden van een (multiculturele) markt in de straat. Ook moet men in het achterhoofd houden in hoeverre geprofiteerd kan worden van de bewoners. De detailhandel, horeca en welness sector bieden werk aan lager opgeleiden en parttimers. Voor hoger opgeleiden zijn er wellicht kansen in de (creatieve) dienstverlening.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
23
Hoofdstuk 5
Instrumenten
Er worden verschillende instrumenten ingezet om van de Willemsweg een betere winkelstraat te maken. Allereerst is het van groot belang dat er een drie sporen beleid is, namelijk: 1. Fysiek aanpakken van de wijk, dit heeft met name betrekking op het herinrichten van de Willemsweg en de herstructurering van een aantal woonwijken. 2. Sociaal beleid, waaronder uitwerking thema’s: schoon, heel en veilig. 3. Stimulering wijkeconomie.
Het economisch gebiedsplan is onderdeel van “stimulering wijkeconomie” maar kan alleen gerealiseerd worden als ook op de andere terreinen inzet wordt gepleegd. Direct voor het economisch gebiedsplan zijn de volgende instrumenten van groot belang: •
• • • -
-
-
Het bestemmingsplan is medio 2006 aangepast, waardoor een deel van de Willemsweg de status winkelcentrum krijgt. Dit biedt meer mogelijkheden voor de ontwikkeling van de wijkeconomie. Zoals: uitbreiding en functie- uitwisselingen. De gemeente heeft BRN ingeschakeld om een economisch gebiedsplan op te stellen dat gedragen wordt door de ondernemers, de eigenaren en de gemeente. Er is een gebiedsmanager aangesteld voor twee jaar gemiddeld twee dagen in de week om de ondernemers en eigenaren te ondersteunen bij de implementatie van het economisch gebiedsplan. Er zijn financiële middelen ter beschikking gesteld aan de ondernemers en/of eigenaren waarmee de realisatie van het economisch gebiedsplan kansrijker is: een ‘huurdervingsregeling’ voor eigenaren die specifiek zoeken naar een ondernemer/onderneming die past in het economisch gebiedsplan. Maximaal 6 maanden 50% subsidie huurderving en maximaal € 4.500,-. krediet verbouwing- en herinrichtingskosten: lening om pand te verbouwen of op te knappen (bijvoorbeeld gevel). Voorwaarde: andere financiering is niet mogelijk. Maximaal € 20.000,- per project, in 5 jaar af te lossen, lage rente. subsidie voor bedrijfsmiddelen, maximale subsidie 30% en € 10.000,-. Budget voor promotie winkelcentrum Willemsweg als winkelstraat.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
24
Hoofdstuk 6 Bestemmingsplan Nijmegen Midden
Het oude Bestemmingsplan Willemskwartier/Landbouwbuurt Alvorens in te gaan op het nieuwe bestemmingsplan Nijmegen-Midden van april 2006, kort iets over de voorloper hiervan Het Bestemmingsplan Willemskwartier - Landbouwbuurt werd 29 november 1984 goedgekeurd. Om de concentratie van winkels te stimuleren werd januari 1995 de Ruimtelijke Economische Structuur (RES) voor de Willemsweg vastgesteld. Deze werd later vertaald in het Bestemmingsplan Willemskwartier/Landbouwbuurt XX (winkelontwikkeling Willemsweg). De Willemsweg wordt in voorgaand bestemmingsplan in drie gebieden verdeeld: 1. Concentratiegebied Willemsweg 13 t/m 61 en 26 t/m 72 Hiermee komt de ALDI centraal in het winkelgebied te liggen en kunnen de winkels in dit gebied optimaal profiteren van de aantrekkingskracht van de ALDI. Het winkelaanbod moet compact, compleet en comfortabel zijn. Met name winkels in de (semi-) dagelijkse sfeer dienen in dit gebied gevestigd te zijn. 2. Consolidatiegebied Willemsweg 74 t/m 108 Dit gebied sluit direct aan, aan de even zijde (ALDI-zijde) van het concentratiegebied. De winkelfunctie wordt niet actief afgebouwd, maar ook niet gestimuleerd. Hier zijn tevens mogelijkheden voor de vestiging van publieksgerichte dienstverlening en ambachtelijke bedrijvigheid. 3. Ontmoedigingsgebied Willemsweg 63 tot de Jan Luykenstraat en 110 tot De Genestetlaan. Binnen dit gebied, waar aan weerskanten een grote Turkse supermarkt is gevestigd, zou de winkelfunctie afgebouwd moeten worden. Om de gewenste ontwikkelingen per gebied te realiseren werden de volgende middelen ingezet: 1. Financiële middelen De RES/Het bestemmingsplan is uitgangspunt voor subsidie. Vanuit De Subsidieverordening Stadsvernieuwing was een financiële bijdrage mogelijk in de verbouwingskosten, herinrichtingskosten, verhuiskosten en huisvestingskosten. Op deze wijze kon verplaatsing van en naar het gewenste gebied (concentratie-, consolidatie- of ontmoedigingsgebied) gestimuleerd worden. 2. Wettelijke middelen Met name handhaving bestemmingsplan, handhaving horeca- en drankvergunning en handhaving milieuvergunningen door de overheid (gemeente). 3. Coaching Seinpost begeleidde in opdracht van de winkeliersvereniging en in overleg met de gemeente het proces. Blijkbaar leidde dit niet tot de gewenste ontwikkelingen, vandaar dat in het nieuwe/ huidige bestemmingsplan een andere koers wordt gevaren.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
25
Bestemmingsplan Nijmegen Midden, april 2006 April 2006 verschijnt het door de raad goedgekeurde Bestemmingsplan Nijmegen Midden. De planning is dat dit eind 2006 wordt goedgekeurd door GS en dat de Raad van State eind 2007 uitspraak zal doen. Nijmegen wil de komende jaren de ruim 600 vigerende bestemmingsplannen terugbrengen tot 20 actuele bestemmingsplannen. In dit kader vervangt het Bestemmingsplan Nijmegen Midden de 94 vigerende bestemmingsplannen in dit gebied. Het plangebied Nijmegen midden omvat naast het Willemskwartier de wijken: de Hazenkamp, Sint Anna, de Landbouwbuurt, de Muntenbuurt en de Kolpingbuurt. Het Raamwerk Nijmegen Midden van augustus 2004 ging hieraan vooraf en maakt deel uit van de plantoelichting. In het bestemmingsplan worden de volgend functies onderscheiden en toegelicht: - woonfunctie - economische en maatschappelijke functies - openbare ruimte - water - ontwikkelingslocaties
In het kader van het Economisch Gebiedsplan Willemsweg Noord zijn de economische en maatschappelijke functies het belangrijkst, vandaar dat we hier nader op in gaan. De in het plangebied voorkomende economische en maatschappelijke functies zijn: - bedrijven - kantoren - detailhandel - dienstverlening - horeca - maatschappelijke voorzieningen wat betreft de economische functies is kwantitatieve stabilisatie uitgangspunt. De bestaande economische functies krijgen wel uitbreidingsmogelijkheden.
Uitgangspunten per functie Ook hier gaan we met name in op aspecten die direct van belang zijn voor het Economische Gebiedsplan Willemsweg – Noord. Bedrijven Met “bedrijven” worden in dit kader bedrijven bedoeld, niet zijnde: detailhandel, horeca, kantoren en/of dienstverlening. De toelaatbaarheid van bedrijven is gekoppeld aan de “Staat van Bedrijfsactiviteiten model Nijmegen”. Hierin zijn de bedrijven ingedeeld in milieucategorieën (zie bijlage Bestemmingsplan Nijmegen Midden). Wat betreft de toelaatbaarheid/hindergevoeligheid van bedrijven is een onderscheid gemaakt tussen bedrijventerreinen, bedrijven aan 50 km/uur wegen (gebiedsontsluitingswegen) en overig verspreid in de wijk voorkomende bedrijven.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
26
Horeca Horeca is een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. En/of waarin bedrijfsmatige logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed en breakfast. De toelaatbaarheid van horecabedrijven is gekoppeld aan de “Staat van horeca-activiteiten model Nijmegen (zie bijlage bestemmingsplan Nijmegen Midden). Wat betreft de toelaatbaarheid is onderscheid gemaakt in: horeca in de winkelcentra Willemsweg en Groenestraat (beide categorie 1a, 1b en 2a) en winkelcentrum Sint Jacobslaan. Horeca aan 50 km/uur wegen en overig verspreide horeca in de wijk. Horeca in de winkelcentra zijn niet plaatsgebonden, wel is het aantal horecabedrijven beperkt en mag het vloeroppervlak per horecabedrijf maximaal 250m2 zijn. Zo zijn in het winkelcentrum Willemsweg en winkelcentrum Groenestraat elk maximaal 4 horecabedrijven toegestaan. Concreet betekent dit dat in het winkelcentrum Willemsweg (Tollensstraat 217-219 tot Willemsweg nr. 82 / en Tollensstraat tot Willemsweg nr.63) de volgende locaties een horecabestemming hebben: Willemsweg 29, 50, 57 en 72. Willemsweg 118, het Chinese cafetaria valt onder horeca aan 50 km/uur wegen. Noot (CvD/sept. 2006): De Kiosk op Willemsweg nr. 2 heeft ook een vergunning om snacks en friet te verkopen. Döner As op Willemsweg 61 (voormalig Ali Baba) heeft een winkelbestemming maar profileert zich als horeca. Detailhandel Bij detailhandel wordt onderscheid gemaakt in: detailhandel in winkelcentra en overige detailhandel. Detailhandel in winkelcentra In de winkelcentra is onbeperkte detailhandel toegestaan. Wel is per winkelcentrum niet meer dan één supermarkt toegestaan. Concreet worden in het bestemmingsplan de nummers 21,35,36,37,43 en 78 in winkelcentrum Willemsweg genoemd. Overige detailhandel Detailhandel buiten de winkelcentra is alleen toegestaan op bestaande detailhandelslocaties. Eventuele ander locaties kunnen alleen middels een postzegelplan ex artikel 10 WRO worden gehonoreerd, mits passend in bijvoorbeeld het detailhandels- en parkeerbeleid. Extra restrictie is dat deze winkels alleen binnen het toegekende bouwvlak op het bestaande perceel mogen uitbreiden. In het bestemmingsplan worden de nummers 2 (de kiosk, toen nog tabak en lectuur), 75, 81 86, 94,114 en 147 aan de Willemsweg genoemd. Kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen Deze functies worden vaak vanuit huis uitgeoefend. Daar waar dit de enige functie is mogen de functies onderling uitwisselbaar zijn. Waar een functie met een zwaardere belasting voor de omgeving is (bijvoorbeeld detailhandel) mag de lichtere functie de zwaardere vervangen. Economische en maatschappelijke functies in combinatie met wonen Hier wordt met name ingegaan op de combinatie wonen/werken.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
27
Juridische vormgeving Het merendeel van de economische functies heeft bestemming “Gemengde doeleinden” of “Centrumdoeleinden”. Hiermee zijn meerdere, uitwisselbare, functies per locatie mogelijk. Het aantal (kwantiteit) economische functies kan niet toenemen. Buiten de winkelcentra zijn alleen de bestaande detailhandels- en horecabedrijven toegestaan. De economische - en maatschappelijke functies zijn in het bestemmingsplan ondergebracht binnen één van de volgende bestemmingen: • Bedrijfsdoeleinden: bedrijfslocaties van enige omvang. • Nutsdoeleinden. • Maatschappelijke doeleinden: maatschappelijke doeleinden van enige omvang, als scholen en kerken. • Gemengde doeleinden: meerdere - verspreide - functies, behalve winkelcentra (dit bestemmingsplan bevat 13 functiecombinaties van: wonen, kantoren, bedrijven, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en horeca). • Centrumdoeleinden: hiertoe worden de winkelcentra gerekend. Centrumdoeleinden In dit plangebied worden vier winkelcentra onderscheiden: Willemsweg, Groenestraat, Steenbokstraat en de Sint Jacobslaan. In winkelcentrum Willemsweg en winkelcentrum Groenestraat zijn de volgende combinaties van functies mogelijk: detailhandel, dienstverlening, wonen, bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en horeca.
6.1
Winkelcentrum Willemsweg
Winkelcentrum Willemsweg omvat het gebied: Tollensstraat 211 –219, Willemsweg even: nummers 2 t/m 118. Willemsweg oneven: nummers 1 t/m 87. Vertaald naar de huidige situatie/bedrijven (november 2006) ziet dit er als volgt uit: De nummers 63 t/m 73 en 83 t/m 87 aan de Willemsweg hebben bestemming “woondoeleinden”. De nummers 82 t/m 118 (november 2006: de toko, kledingzaak, juwelier, bruin & witgoedzaak, allochtone kruidenier en Chinese cafetaria) en de nummers 75 t/m 79 (allochtone kruidenier) hebben bestemming “gemengde doelen”. Het overige deel van het winkelcentrum Willemsweg, te weten Tollensstraat 211 t/m 219 en de even nummers 8 t/m nummer 80 (laatste is nu woonhuis naast leegstaand pand mobiele telefoons) en Willemsweg 1 t/m 61, november 2006 van de kleermaker t/m de shoarma afhaalwinkel vallen binnen het bestemmingplan onder “centrumdoeleinden”. Drie artikelen uit de voorschriften van het bestemmingsplan Nijmegen Midden zijn in dit deel van de Willemsweg van toepassing. Te weten: artikel 3 Woondoeleinden, artikel 9 Gemengde doeleinden en artikel 8 Centrumdoeleinden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
28
Woondoeleinden De nummers 63 t/m 73 en 83 t/m 87 vallen onder artikel 3: woondoeleinden. Gemengde doeleinden De even nummers 82 t/m 118 en de oneven nummers 75 t/m 79 vallen onder artikel 9: gemengde doelen en wel “GD-8” waar wonen, kantoren, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, bedrijven, detailhandel en horeca zijn toegestaan. Centrumdoeleinden Dit betreft de “Kern van het winkelcentrum”: Tollensstraat 211 t/m 219 en de Willemsweg even 8 t/m nummer 80, en aan de overzijde de oneven nummers Willemsweg 1 t/m 61. Centrumdoeleinden C-1 zijn hier van toepassing, dat wil zeggen bedrijfsmatige activiteiten: detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke voorzieningen, kantoren en bedrijven. Dit naast wonen. Hierbinnen zijn de volgende gebruiksvoorschriften van toepassing: - Bedrijven moeten passen binnen Categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of binnen 2+ van de Toevoeging op de Staat van bedrijfsactiviteiten. - Horeca valt binnen categorie 1a, 1b of 2a van de Staat van horeca-activiteiten. - Maximaal 4 horecabedrijven en per bedrijf maximaal 250 m2. - Maximaal 1 supermarkt. - Detailhandel en horeca uitsluitend op de begane grond. - In appartementengebouwen bedrijfsmatige activiteiten uitsluitend op de begane grond. - Wonen alleen in het hoofdgebouw aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen. Specifieke bouwvoorschriften: Gebouwen en overkappingen mogen binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gerealiseerd. Voor de gehele “Kern van het winkelcentrum” geldt dat er uitbouw mogelijk is tot de aangegeven grens/de erfafscheiding. Toelichting CvD: dit biedt eigenaren/ondernemers de mogelijkheid om de bedrijfs-/woonruimte uit te breiden en dus extra inkomsten te genereren. Wonen / werken aangrenzende gebied Sportschool Noviomagum, aan de Tollensstraat 211 heeft grootse nieuwbouwplannen. Dit omvat het gehele gebied achter “Kern Winkelcentrum” oneven zijde. Met Sportgezondheidscentrum Nijmegen ’82 in de Thijmstraat beschikt de wijk zo over 2 grote sportaccommodaties. Daarnaast is de herstructurering van het “Hermesterrein” (aan de achterkant aansluitend aan Willemsweg 74 t/m 118) van groot belang voor de mogelijkheden van het winkelcentrum. De woningen al of niet gecombineerd met bedrijven zal de markt in ieder geval groter maken (CvD). Aanvullende bepalingen/opmerkingen In artikel 12 Verkeersdoeleinden wordt specifiek ingegaan op de vrijstellingsbevoegdheid van B&W voor de kiosk. Artikel 12 regelt de aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, als maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning en maximaal 50m2. Artikel 17 gaat in op “ondersteunende horeca”.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
29
Hoofdstuk 7 Bedrijven 7.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op trends en ontwikkelingen binnen de detailhandel, de horeca en de (creatieve) dienstverlening. Vervolgens wordt gekeken naar de positie van deze sectoren in de stad Nijmegen en specifiek in het Willemskwartier.
7.2
Detailhandel, landelijke trends & ontwikkelingen
Demografische ontwikkelingen Nederland groeit, verkleurt, vergrijst en verdunt. Zo tellen we in 2002 1,6 miljoen allochtonen, in 2010 zullen het er bijna 2 miljoen zijn waarbij vooral de grote verschillen per gebied (stad) van groot belang zijn. Het aantal 65-plussers stijgt in dezelfde periode van 2,2 tot 2,5 miljoen. Ook neemt het aantal kleinere huishoudens (éénpersoons- en tweepersoonshuishoudens) gestaag toe. De snelst groeiende singlesmarkten zijn Zweden, Engeland en Nederland. Bron: Marketing Online, 08-07-2006. Sociaal culturele ontwikkelingen De individualiseringstrend zet verder door. Mensen zijn mobieler en multimediaal (winkel, telefoon en internet). Werken, sport, recreatie en educatie vinden op allerlei momenten plaats. Gevolg: kooppatronen lopen uit elkaar en winkels moeten 24 uur per dag bereikbaar zijn, al of niet via moderne ICT-middelen. Het SCP spreekt van ‘privatisering van de huiselijke ruimte’, jongeren en ouders hebben hun eigen domein en inrichting in hetzelfde huis. Economisch Sedert medio jaren negentig van de vorige eeuw kende de detailhandel gouden tijden. De omzet steeg in bijna alle detailhandelsbranches: woninginrichting, DHZ-sector, juweliers en tuincentra zelfs tussen de 40 en 45%. Ook sectoren als de horeca, de reiswereld, de woningmarkt en de verzekeringswereld profiteerden van de groeiende welvaart. Met het ineenspatten van de ICT-zeepbel kwam men sedert 2000 in een zware recessie, vergelijkbaar met die van begin jaren tachtig. De feitelijke koopkracht staat nog op een behoorlijk peil, maar de flink oplopende premies ziektekosten, de huurverhogingen, stijgende kosten van kinderopvang en gemeentelijke belastingen en hogere pensioenpremies maken het deel dat voor detailhandelsbestedingen overblijft steeds kleiner. Bovendien wordt er ten tijde van onzekerheid flink gespaard: in 2002 spaarden particulieren 9 miljard extra en de eerste vijf maanden van 2003 zelfs 7,5 miljard. Relatief gaat het ook minder: in 1990 ging 37% van de totale consumptieve besteding naar de detailhandel. In 1998 was dat 32% en in 2001 daalde dit tot 30%. De euro’s die besteed worden aan bijvoorbeeld vakanties, restaurant- , theaterbezoek en andere vrije tijdsbestedingen gaan direct ten koste van de besteding aan de detailhandel. Binnen de detailhandel concurreren de winkels met (luxe en duurzame) goederen - waarvan de aankoop wel even kan worden uitgesteld - met goederen voor dagelijkse behoeften. En hoewel het marktaandeel van discounters nog steeds toeneemt, dalen de omzetten ook hier door de prijsvechters.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
30
Ruimtelijk economisch. Veranderende winkelgebieden, enkele trends: - Oudere, kleinschaliger en minder bereikbare winkelgebieden worden vervangen door moderne, grootschalige en beter bereikbare winkelgebieden. - Vele meer of minder solitaire (vers-) speciaalzaken verdwijnen. - Buurtwinkelcentra gaan zich meer richten op convenience. - De wijkcentra richten zich meer en meer op een compleet aanbod van dagelijkse boodschappen, met daarbij een toenemend aanbod aan (merk-) kledingzaken en kleine warenhuizen. - Er worden meer themawinkelcentra gebouwd (woonmalls, doelgroepgericht). - Er worden meer combinaties gemaakt van voorzieningen voor winkelen, ontspanning, cultuur en horeca. Vooral in de kleinschalige winkelcentra, losstaande winkels en in de aanlooproutes naar binnensteden staan veel panden leeg. Makelaar DTZ Zadelhoff constateert dat de leegstand in het B-winkelgebied en de perifere winkelcentra vooral het gevolg is van de nieuwbouwontwikkelingen in de steden en specifiek op meubelboulevards. Sectoren en branches vervagen Naast de ‘traditionele’ parallellisatie in warenhuizen en supermarkten, komen er steeds meer gemakswinkels en winkels rond een bepaald doel/thema (bruiloft, buitensport). De detailhandel moet naast producten ook steeds meer diensten gaan leveren om in de behoefte van de klant te voorzien. De klant wil niet alleen een product maar ‘een oplossing voor zijn probleem’. In dit kader worden retail en (ondersteunende) horeca ook steeds meer verweven. De gemakswinkels zijn vaak ontstaan vanuit de tabaksbranche, de boeken- en tijdschriftenbranche of de levensmiddelensector. We vinden ze nu ook bij benzinestations. Het assortiment omvat eigenlijk alles wat de mensen snel en makkelijk willen en kunnen kopen. Of het nu een krant, batterijen, een tramkaart, een staatslot, postzegels, een entreebewijs voor attractiepark of een broodje is. Handig als je er ook meteen kunt internetten en e-mailen. Verschuivende vestigingsplaatsen Hoewel de bulk van de retailomzet nog steeds op A-locaties wordt gerealiseerd kunnen sommige speciaalzaken hierbuiten goed gedijen: “De buurtwinkel staat aan de vooravond van een revival, maar wel in een andere vorm dan vroeger, met en breed en ondiep assortiment goederen en diensten dat op de specifieke behoefte van de buurt is toegesneden. Buurtwinkels zijn in dit kader ook ideaal als afhaal- en servicepunten van internetretailers”. Steeds meer winkels bevinden zich tegenwoordig op ‘niet-winkel locaties’. Denk aan de benzinestations, ziekenhuizen, treinstations, luchthavens, metrostations, scholen, bejaardentehuizen en grote kantoorgebouwen. Maar ook bij grote evenementen als sportmanifestaties en popconcerten is “het grijze kanaal” - dat optimaal inspeelt op de wensen van de momentconsument - terug te vinden. Nieuw fenomeen zijn de hybride winkels (parttime ondernemerschap) deze winkels zien we vaak in niches. De persoonlijke benadering is hierbij essentieel. Ook hier biedt de moderne ICT nieuwe mogelijkheden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
31
ICT & CRM De technologie heeft een grote impact op de detailhandel. Zowel in de winkel (frontoffice) als in de processen achter de winkel (backoffice). De kassa wordt een computer die allerlei gegevens verzamelt met geïntegreerde softwarepakketten voor verkoop, inkoop, voorraadbeheer en klantenbestand. De moderne multimedia bieden mogelijkheden tot betaalbare en nieuwe vormen van marketing. Customer Relationship Management (CRM) is helemaal hip. De detaillist wil alles weten van de klant en zijn aankoopgedrag nauwkeurig in kaart brengen. Service en betrouwbaarheid zijn nu de kritische succesfactoren, veel zaken die de detailhandelaar als service beschouwt, zijn voor de consument ‘dissatisfiers’. Ze beschouwen die service als volstrekt gewoon en zien het niet als iets extra’s dat de winkel onderscheidt. Maar o wee als deze service ontbreekt.
Veranderend profiel ondernemers en personeel in de retail Ondernemers verkleuren en vergrijzen Steeds meer retailers zijn allochtoon. ”Zij zien een eigen winkel vaak wél zitten, en bewijzen steeds meer hierin zeer succesvol te zijn. Ze zijn niet bang vuile handen te krijgen of hard te werken, weten uitstekend productpresentaties in hun winkels tentoon te spreiden en hebben service vaak hoog in het vaandel staan. Bovendien investeren ze, beter dan menig autochtoon retailer, in een goede relatie met hun (vaste) klanten. Die klantenkring “vernederlandst” bovendien in hoog tempo. Waar veel traditionele wijkwinkels bij bosjes hun deuren sluiten openen veel allochtone ondernemers juist hun winkel in levensmiddelen (mediterrane producten, groenten en fruit), elektronica, wonen et cetera. Deze winkels zijn inmiddels het niveau van de ‘toko’ ontgroeid. Ook op de markt prijzen meer en meer allochtonen de koopwaar aan. Inmiddels zijn er ongeveer 10.000 niet-westerse allochtonen in de detailhandel actief. De komende jaren zal het aantal allochtone retailers alleen maar verder toenemen, en succesvol! Bijna 50% van de allochtone retailers is jonger dan 35 (van de autochtone retailers is dit slechts 20%). Kortom in retailland heeft de allochtone jeugd de toekomst!” De supermarktformule Fresh & Snackstore, de buurtsuper voor allochtone ondernemers, telt na een jaar al 35 vestigingen. Hiermee is het succes van de formule door initiatiefnemer Kees van Vuuren bewezen (zie ook www.elmundo.nl). Bron: RMCretailactueel 37|06. Een andere ontwikkeling is dat de “traditionele autochtone retailer” vergrijst en dat het steeds moeilijker is een opvolger te vinden. Zoonlief heeft meestal andere aspiraties.
Medewerkers zijn jong, vrouw, laag opgeleid en werken parttime De detailhandel biedt ten opzichte van andere sectoren veel emplooi aan relatief laag opgeleiden, 75% van de medewerkers heeft MBO, VMBO of MAVO als vooropleiding. Verder zijn jongeren en vrouwen sterk vertegenwoordigd. Bijna 75% is jonger dan 35 jaar, waarvan het grootste deel jonger dan 23. Er zijn veel parttimers en bijna 65% is vrouw. En aansluitend op voorgaand thema: op VMBO en MBO-scholen is het aantal allochtone leerlingen – vooral in de grote steden – inmiddels in de meerderheid.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
32
7.2.1 Detailhandelsstructuur Nijmegen De Nijmeegse detailhandel kent 1.170 vestigingen en levert aan 7.814 mensen werk waarvan 3.000 in het centrum en 1.000 in stadsdeelcentrum Dukenburg. Daarnaast is woonboulevard Novium en zijn de (fullservice) supermarkten de grootste werkgevers in de detailhandel. Er werken relatief veel vrouwen (60%) en veel parttimers (32%). De detailhandel biedt veel werk aan lager en middelbaar opgeleiden. Na Heijendaal (13.850 banen) is ‘De Binnenstad’ de belangrijkste werklocatie in Nijmegen. Doelstellingen detailhandelsbeleid gemeente Nijmegen “Nijmegen kent een fijnmazig net aan winkelvoorzieningen opgebouwd uit het stadscentrum, het stadsdeelcentrum Dukenburg en diverse buurt- en wijkcentra. De gemeente streeft naar handhaving dan wel versterking van deze evenwichtige voorzieningenstructuur. Enerzijds wordt prioriteit gegeven aan een sterk stadscentrum, anderzijds wordt de consument op niveau van de wijken een zo volledig mogelijk aanbod aan dagelijkse boodschappen aangeboden”. In 2004 heeft de gemeente Nijmegen de detailhandel in de stad uitgebreid onderzocht en laten onderzoeken (Locatus). Dit is weergegeven in de Detailhandelsstructuurvisie 2004. In de nota Detailhandel in Nijmegen, strategie en uitvoering van juni 2005 wordt een aantal trends aan de vraag- en aanbodkant uitgelicht, die van belang zijn voor het toekomstig (Nijmeegs) detailhandelsbeleid: Groeiende markt Doordat Nijmegen uitbreidt met de Waalsprong, de ontwikkeling van het Waalfront en de verdichting van de woningbouw zal het aantal inwoners van 157.500 nu, binnen 10 jaar toenemen tot 175.000. Ook in de regio, met name het gebied boven de Waal, zal het aantal inwoners toenemen. Hierdoor is uitbreiding van het winkelbestand gepland, onder meer in De Binnenstad, de Waalsprong en Nijmegen West (Marialaan/Koekoekstraat). Stadscentrum Het stadscentrum is het hoofdwinkelcentrum, nadruk ligt op recreatief winkelen. Kijken, vergelijken en verblijven staan centraal. Sfeer en belevingswaarde bepalen de aantrekkelijkheid van het winkelgebied. Dus naast het detailhandelsaanbod zijn horeca, leisureaanbod en de kwaliteit van de openbare ruimte en gebouwde omgeving bepalend. Door tweejaarlijks te monitoren weten we hoeveel mensen er komen, waar ze vandaan komen, hoe ze komen (vervoer), de frequentie, verblijfsduur, gemiddelde besteding en tevredenheid. Het Nijmeegse stadscentrum heeft een gevarieerd aanbod aan winkels en winkelmilieus. Het omvat ca. 100.000 m2 vvo winkelruimte. Door de recente realisatie van de Marikenstraat en de Moenenstraat in het kerngebied heeft er een uitbreiding van winkelcircuits in het stadscentrum plaatsgevonden en is het in het Centrum 2000-plan beoogde klaver-drie-model grotendeels gerealiseerd. Dit heeft bijgedragen aan verdere versterking van de positie van het hoofdwinkelcentrum. Het kerngebied kent een zeer hoge filialiseringsgraad. Dit in tegenstelling tot de winkels in de ringstraten om het kerngebied heen. De aantrekkelijkheid van het centrum moet toenemen door de ontwikkeling van Plein 1944, de Hessenberg, de Sint Josephhof, vervolmaking Mariënburg (Arsenaal, Kapel en Koopmanshuis) en het verbeteren van het verblijfsklimaat in de ringstraten.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
33
Op Plein 1944 is een nieuw winkelcentrum gepland naast horeca en leisure, totaal 9.200 m2 vvo. Hiervan is 60% voor grootschalige trekkers en een supermarkt van 1.500 m2 gereserveerd. De compleetheid en naamsbekendheid moeten de trekkracht naar het centrum doen toenemen. Verder zal het plein een belangrijke verbindende schakel moeten worden tussen de oost- en westkant van het centrum. Op de Hessenberg is, naast commerciële functies en horeca, 1500m2 vvo detailhandel gepland. Zowel voor Plein 1944 “Het Plein voor iedereen” als voor de Hessenberg is de realisatie gepland in 2009. Ook wordt uitbreiding van het bestaande detailhandelsaanbod in het centrum overwogen (zie ook Nijmegen, Ontwikkelingsmogelijkheden Binnenstad en Plein 1944, BRO juni 2005). Branchering In het centrale winkelcircuit overheerst het vergelijkend winkelen (mode, luxeartikelen en warenhuizen). Hier zijn ook de meeste ketenwinkels (vanaf 7 winkels). Verder is er een groot leisureaanbod (horeca, cultuur en ontspanning). En een relatief groot aanbod “in en om het huis”. Het Ringstratengebied Tussen winkelkern en singel bevindt zich “het Ringstratengebied”: 500 bedrijven met ruim 1/5 van de banen van Het Centrum. Met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 5 fte biedt dit gebied de meeste kleinschalige werkgelegenheid van het centrum. Het Ringstratengebied wordt op basis van locatie/samenstelling in drie clusters verdeeld: Hertogstraat/Kelfkensbos; Hezelstraat e.o.; en overige ringstraten: De Bloemerstraat; In de Betouwstraat; Tweede en Derde Walstraat/Van Welderenstraat en van Broeckhuysenstraat. De openbare ruimte van de ringstraten krijgen een kwaliteitsimpuls. Momenteel is de Hertogstraat under construction. Met name de openbare ruimte/het vestigingsklimaat in de ringstraten moet verbeteren. Hiertoe is ook een straatmanager aangesteld. De ringstraten kennen veel dienstverleners, per bouwblokzijde mag maximaal 30% dienstverlening zijn. Aan detailhandel worden wat dat betreft geen beperkingen meer opgelegd. Zie ook www.bataafskwartier.nl Singel-stationsgebied: In het Singel-stationsgebied zijn vooral (zakelijke) dienstverleners gevestigd.
Stadsdeelcentrum Dukenburg Stadsdeelcentrum Dukenburg heeft een draagvlak van circa 40.000 consumenten. Van de 120 verkooppunten is bijna 75% detailhandel. Het totaal winkeloppervlak ligt op 18.500 m2. Winkelcentrum Dukenburg staat voor comfort (gemakkelijk parkeren, gecontroleerd binnenklimaat), efficiëntie (compact, korte afstanden), en ruimte (grote winkels, nieuwe formules). Nadelig is dat het westelijk deel contrasteert met het nieuwere oostelijke deel. De entrees zijn onduidelijk en er moet gewaakt worden voor verschraling. Voor 2008 zijn de volgende acties gepland: uitbreiding met een branchespecifiek warenhuis (3.000 m2) en verbetering kwaliteit (uiterlijk, inrichting, faciliteiten als toiletten en voorzieningen voor ouderen). Hierdoor moet de verblijfstijd verlengd worden. Zie ook ontwikkelingsvisie BRO, 2003.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
34
Detaihandel buiten traditionele winkelgebieden In (en om) Nijmegen betreft dit vooral de grootschalige detailhandel die de laatste 20 jaar met name gevestigd is in Beuningen, Wijchen en Malden. De meubeldetailhandel is geconcentreerd op Woonboulevard Novium en in de omliggende dorpen Beuningen en Wijchen. Over het algemeen is de grootschalige detailhandel in de regio beperkt gebleven tot de branches die passen binnen de Perifere Detailhandelsvestigingen (PDV’s), als: auto’s, boten, caravans, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, tuincentra, doe-het-zelfzaken en woninginrichting. We vinden concentraties rond de Weurtseweg en Energieweg en als eerder genoemd de woonboulevard Novium. Wat betreft het PDV-beleid heeft Nijmegen d.m.v. de bestemmingsplannen altijd beperkt mogelijkheden geboden voor detailhandel op bedrijventerreinen. De meubeldetailhandel kon alleen op meubelboulevard Novium terecht. Voor de doe-het-zelfsector en tuincentra lag een spreidingsmodel ten grondslag. In de toekomst is vestiging op bedrijfslocaties mogelijk indien ze aanvullend zijn op detailhandel in de bestaande Nijmeegse winkelstructuur en vestiging binnen deze structuur niet mogelijk is. Gedacht wordt aan: omgeving Energieweg/Industrieplein/hoek EnergiewegNeerboscheweg en de Waalbandijk voor dié PDV-bedrijven die moeten verplaatsen in het kader van Koers West (Kanaalhavens). Grootschalige detailhandel De provincie Gelderland heeft in haar streekplan de perifere detailhandelslocaties en een locatie voor grootschalige detailhandel opgenomen. Grootschalige detailhandelslocaties met een bovenlokale functie moeten aansluiten bij bestaande detailhandelsconcentraties en goed bereikbaar zijn. Per stedelijk netwerk (als Arnhem - Nijmegen) is één cluster van grootschalige detailhandelsvoorzieningen toegestaan. Nijmegen is hier geen voorstander van. Op bedrijventerrein de Grift is plaats voor een tuincentrum en een doe-het-zelfzaak. Verder een autoboulevard in Bijsterhuizen. Op de lange termijn (na 2015) zijn Knooppunt Ressen en omgeving Neerboscheweg in beeld. Detailhandelsbeleid gemeente Nijmegen m.b.t. buurt- en wijkbewinkeling Uitgangspunt in de Nota Buurt- en wijkbewinkeling Nijmegen, april 1997 is dat er per gebied een evenwicht moet bestaan tussen consumentenbelangen en ondernemersmogelijkheden. Het winkelcentrum moet goed bereikbaar zijn en niet te ver van de consument. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een buurtwinkelcentrum en een wijkwinkelcentrum. Het buurtwinkelcentrum heeft de volgende kenmerken: circa 1.400 m² vvo, waarin een supermarkt, volledig pakket versgroepen en enkele aanvullende dagelijkse branches. Het marktgebied telt 6.000 tot 7.000 mensen. Het wijkwinkelcentrum is minimaal 2.500 m² vvo, er zijn minimaal 2 supermarkten en het branchepakket is uitgebreider. Het marktgebied telt minimaal 12.000 mensen. De structuur van de buurt- en wijkbewinkeling in Nijmegen die we nu kennen is opgehangen aan een soort van netwerk van supermarken gespreid over de stad. Dat netwerk is grotendeels in de periode 1960 - 1975 tot stand gekomen. In de loop van de afgelopen decennia zien we dat supermarkten als “knopen” van het netwerk dikker worden. Deze groei gaat (uiteraard) ten koste van de verspreide bewinkeling in de dagelijkse sfeer. De laatste 10 jaar zien we zelfs dat foodspeciaalzaken die wel geconcentreerd zijn in winkelcentra in de knel komen. Groentenzaken als eerste, daarna de slagerijen en als laatste de bakkerswinkels.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
35
In 1995 wordt landelijk 77% van de voedings- en genotmiddelen besteed in supermarkten. Negen jaar later ligt dit al op 83%. Het marktaandeel van speciaalzaken neemt in deze periode met 25% af, ook 25% van de foodspeciaalzaken verdwijnt in deze periode.
Stand van zaken per stadsdeel in 2004 Stadsdeel oost De COÖP in de Burghardt van den Berghstraat (Bottendaal) is in 2003 uitgebreid tot 700m2. Hieromheen vinden we een aantal allochtone foodspeciaalzaken. Het buurtwinkelcentrum aan de van ’t Santstraat is redelijk compleet, er is ook een Marskramer en de Zeeman. De 500 nieuwe bewoners van de Limos zijn belangrijk voor het draagvlak. De Daalsweg is in feite een langgerekt winkel- en horecalint. In Oost vinden we ook specialistische doelgroepenwinkels met een buurtoverstijgend karakter (mediterrane kookwinkel). De AH aan de Daalseweg (1.700 m2 vvo) is een grote trekker met weinig concurrentie, vandaar ook alle weekdagen tot 22:00 uur open. Mede doordat de infrastructuur er niet op berekend is, is de verkeersdrukte hier hoog. Ook het (overdekte) buurtwinkelcentrum rond de COÖP aan de Tooropstraat heeft een behoorlijk aanbod. Belangrijk project in Oost is de realisatie van een buurtwinkelcentrum op het oude Mensaterrein. Hiermee verplaatst de supermarkt aan de Archipelstraat en zal wellicht ook wat van de druk rond de AH aan de Daalseweg worden afgenomen. Stadsdeel Zuid Dit stadsdeel kent vier duidelijk gescheiden verzorgingsgebieden. Nije Veld/Hazenkamp In dit verzorgingsgebied vinden we een buurtwinkelcentrum+ (Groenestraat), een buurtwinkelcentrum (Steenbokstraat) en een ‘aanvullend verzorgingspunt’ (avp), de Willemsweg. De supermarkten op de Willemsweg en aan de Groenestraat zijn relatief klein. Fysieke ruimte is beperkt waardoor doorgroei naar een hoger niveau er niet in zit. Op de Groenestraat is de Basismarkt in 2004 vervangen door een Natuurwinkel. Daarnaast is een AH met 700 m2. Qua draagvlak is de Groenestraat goed, verkeerstechnisch is de situatie problematisch. Op de Willemsweg is de ALDI de grote trekker, de gemeente beoordeelt de Willemsweg matig, voor de toekomst wordt wel een gunstige draagvlakontwikkeling verwacht. De Steenbokstraat heeft een supermarkt met 700 m2. Er is een kapitaalkrachtige markt in de Hazenkamp. De verdeling supermarktaanbod – speciaalzaken is goed. Er is voldoende onderscheidend vermogen t.o.v. de Groenestraat en de Sint Jacobslaan. Het winkelcentrum rond de AH XL aan de Sint Jacobslaan heeft een wijkwinkelfunctie. Er is een aanvullend - dagelijks - aanbod van Gall en Gall en Kruidvat en een aanvullend niet - dagelijks - aanbod van Blokker, Bart Smit, Besselink elektra, De Schoenenreus en een C&A. Met 700 parkeerplaatsen heeft dit winkelcentrum een wijkoverstijgende functie. Rond het buurtwinkelcentrum aan de Einsteinstraat, waar een C1000 van 1.000 m2 is gevestigd, wordt een lichte krimp van de markt verwacht.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
36
Hatert kent sinds de verbouwing een compleet winkelcentrum met een EDAHsupermarkt en een Lidl. Het nabijgelegen Winkelcentrum Binnenhof is geen winkelcentrum meer en moet het vooral nog van de ALDI heben. Brakkenstein heeft speciaalzaken aan de Heijendaalseweg, ook in winkelcentrum de Fest alleen nog de ALDI als trekker.
Stadsdeel west Dit gebied telt drie buurtwinkelcentra: Winkelcentrum Notenhout, Marialaan, en Molenweg Zuid. Molenweg Noord is een wijkwinkelcentrum. Daarnaast zijn er kleinere concentraties aan de Koninginnelaan en de Wolfskuilseweg. Het aantal inwoners in het noordelijke deel van West zal de komende 15 jaar met 3.500 inwoners toenemen tot 10.000. Achter de Hezelpoort komt 200 m2 winkelruimte in het nieuwbouw woningcomplex. Een ondersteunende locatie zal in 2009 gerealiseerd worden. In buurtwinkelcentrum Marialaan-Kievitstraat-Koekoeklaan wordt vóór 2010 bijna 5.000 vvo vervangen door nieuwbouw. Dit wordt dan een BWC+ of misschien zelfs een WWC. BRO heeft het gebied recent doorgelicht. De kans dat Molenweg Zuid in de loop der jaren verder afbrokkelt tot ondersteunende winkelstrip is groot. Van belang is dat hier dan – bestemmingsplantechnisch – andere bedrijven kunnen functioneren. Er is nu nog een COÖP van 700m2 als belangrijke drager. Winkelcentrum Notenhout, in het verkeerstechnisch geïsoleerde Neerbosch Oost wordt momenteel gerevitaliseerd waarbij bijzondere aandacht voor: openbare ruimte, parkeerproblemen, leegstand en toezicht op hangjongeren. Er is een Super de Boer (800m2) en een Lidl gevestigd. Molenweg Noord heeft zich ontwikkeld tot wijkwinkelcentrum met een AH (1.000 m2), dit in combinatie met een ALDI, Kruidvat, Bruna en Postagenstchap, de Rabobank en een vrij divers aanbod aan speciaalzaken.
Dukenburg / lindenholt Naast Stadsdeelcentrum Dukenburg vinden we ten westen van het Maas-Waalkanaal de buurtwinkelcentra: Malvert, Meijhorst, Weezenhof en Leuvensbroek. Horstacker en Sint Agnetenweg hebben een aanvullende winkelvoorzieningenfunctie. In Dukenburg is de situatie anno 2004 als volgt: Winkelcentrum Meijhorst heeft een goede supermarkt, de ligging is centraal in de wijk vlakbij wijkontsluitingswegen en ondersteunende niet-winkelfuncties. Winkelcentrum Malvert is vergelijkbaar met Meijhorst, wel is de mix van het aanbod beter, maar de locatie is ongunstiger. Winkelcentrum Weezenhof heeft de kleinste supermarkt. Speciaalzaken doen het hier goed, net als in andere wijken met hogere inkomens als Brakkenstein en Hazenkamp. Voor Malvert, Meijhorst en Weezenhof geldt dat de aanblik redelijk tot slecht is. Voor alle drie de winkelcentra is de toekomst niet rooskleurig, het draagvlak neemt af. Deze oudere winkelcentra zijn naar binnen gekeerd en weinig sfeervol.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
37
In Lindenholt is de volgende inventarisatie gemaakt: Horstacker scoort in 2004 slecht mede door leegstand van de supermarkt, wel is de toekomst beter omdat hier een gezondheidscentrum komt met ruimte voor een supermarkt en appartementen. Langs de Sint Agnetenweg zijn diverse verspreide winkels. Bij Tuincentrum Lindeholt en de Pryma buurtsuper is een kleine winkelkern. Leuvensbroek kent een compleet en eigentijds hoofdwinkelcentrum met een moderne C1000 supermarkt van 1.100 m2.
Waalsprong Hier is onderzoek gedaan door het IMK (1994) en Kolpron (2001) met aanvullend advies van BRO (2000). Momenteel is er zowel in Lent als in Oosterhout een buurtwinkelcentrum. In ‘De Waalsprong’ zal de bevolking met circa 35.000 mensen toenemen. Op stadsdeelniveau moet er een goede winkelstructuur komen. Er komen drie winkelgebieden: ‘De Citadel’ is het nieuwe hoofdwinkelcentrum in het Centrumgebied. Dit zal 20.000 m2 groot worden, inclusief dienstverlening en andere functies. Buurtwinkelcentrum Oosterhout zal 3.000 m2 omvatten en het huidige winkelcentrum vervangen. In Lent-Oost komt een fullservicesupermarkt annex buurtwinkelcentrum (1.500 m2). Het huidige winkelcentrum krijgt dan een ondersteunende functie.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
38
7.2.2 Detailhandelsstructuur Nije Veld & Willemsweg “De Willemsweg heeft de afgelopen jaren geleidelijk de functie van concentratie van wijk- en buurtverzorging verloren. Het aantal foodzaken is teruggelopen naar 7 en ook in de non-food is sprake van een sterke teruggang. In totaal is er nu nog ca. 1.400 m² vvo aanwezig”. Voor de nieuwe structuur wordt het volgende voorgesteld: het behoud van een beperkte buurtverzorging wordt nagestreefd, omdat dit van belang is voor de leefbaarheid in de directe omgeving. Over de andere winkelcentra in Nijmegen Zuid wordt het volgende vermeld: De Steenbokstraat moet haar status van buurtwinkelcentrum behouden (kleine concentratie, compleet, overzichtelijk en comfortabel). De Groenestraat vervult een rol van groter winkelcentrum en heeft de potentie tot boven buurtniveau uit te groeien. Bron: Nota Buurt- en wijkbewinkeling Nijmegen, april 1997. In de nota Detailhandel in Nijmegen, Strategie en uitvoering van juni 2005 wordt opgemerkt dat: “De winkelcentra Willemsweg en Groenestraat zullen door de positieve bevolkingsontwikkeling wat beter kunnen functioneren. De beperkte fysieke ruimte op deze locaties zal echter betekenen dat de winkelcentra niet kunnen doorgroeien naar een hoger niveau”. In de ‘Detailhandelsstructuurvisie Nijmegen 2004’ wordt opgemerkt dat de Willemsweg als winkelconcentratiegebied in eerste instantie de boot gemist heeft toen het netwerk van supermarkten over de stad werd uitgerold. Geleidelijk verloor de oude winkelstraat aan positie in de buurtverzorging. De ALDI trekt ook mensen van buiten de wijk. De Willemsweg kent naar Nijmeegse verhoudingen een groot aanbod van etnische ondernemers waardoor het dagelijks aanbod toch redelijk compleet is en ook (allochtone) klanten van buiten de buurt worden getrokken. Alle scores samenvattend is het totaaloordeel in 2004 matig. Voor de toekomst verwacht de gemeente een gunstige draagvlakontwikkeling. Maart 2005 verschijnt “Een kleurrijk perspectief, RIGO-advies plan van aanpak Kop Willemsweg”. RIGO vat de situatie maart 2005 als volgt samen: “Al ruim een decennium lang wordt geprobeerd de Kop Willemsweg als winkelgebied op de kaart te zetten. Het resultaat is in de straat zelf te aanschouwen: een wat rommelig aandoende onsamenhangende concentratie van winkels en horeca van verschillende garnituur”. Voor de Willemsweg moet een “ander” profiel worden gekozen. Mogelijkheden zijn: een centrum voor semi-alledaagse boodschappen of een winkelvoorziening met een regionale uitstraling. RIGO adviseert een “uitgeklede Kashbaformule”, dit is een kleurrijke straat met een mengeling aan allochtone - en autochtone winkelvoorzieningen en horeca. Dit past ook binnen de EZ-visie waarin de Kop Willemsweg toekomst heeft als buurtvoorziening met een eigen karakter. Zowel in de Wijkvisie 2005 als in de IPSV-aanvraag 2004 wordt een niet nader uitgewerkte Kashbaformule genoemd als optie. De onderzoekers achten het buiten kijf dat het gebied rondom de supermarkten aan de Groenestraat hét buurtcentrum voor de alledaagse boodschappen is. RIGO ziet de volgende problemen bij de herstructurering van de ´Willemsweg - Noord´: - Sterk versnipperd eigendom. - Ondernemer is meestal niet de eigenaar van het pand. - Veel kamerverhuur. - De Willemsweg is een belangrijke ontsluitingsweg, maar verkeersonveilig. - Parkeren laat te wensen over op de Willemsweg.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
39
7.3
Horeca, landelijke trends & ontwikkelingen
Voor de horeca zijn individualisering en intensivering de key words als we het hebben over de veranderende consument. Individualisering van de consument is bij de detailhandel al aan de orde geweest. Intensivering verwijst naar de veranderende dynamiek en de toenemende betekenis van de “belevingscomponent”. Er moet veel meer en het moet vooral afwisselen en belonend zijn. Voor de horeca betekent dit dat de klant veeleisender is en gevoeliger voor (gebrek) aan service. De horeca moet rekening houden met: - De klant wil persoonlijke aandacht en consumeert steeds bewuster, aandacht voor hygiëne en gezond eten. - Klanten hebben steeds meer mogelijkheden te kiezen tussen diverse consumptieve en vrijetijdsbestedingen. - Prijs-kwaliteitbewustzijn neemt, mede door internet, toe. - Senioren, allochtonen, eenpersoonshuishouden, tweeverdieners en zorgvragenden zijn groeiende groepen consumenten met verschillende wensen. - Belang van veiligheid neemt toe. Bron: Toekomstverkenning Bedrijfschap Horeca en Catering, 2006
Evenals in de detailhandel ging het in het begin van deze eeuw niet goed met de horeca, in de Barometer voor horeca, catering en recreatie, augustus 2006 lezen we dat de horeca inmiddels bezig is met een krachtig herstel. De verwachting voor 2006 is een omzetgroei van 4% en een winststijging van zelfs 6,5%. In de periode juni 2005 – juni 2006 nam in de fastfoodsector het aantal lunchrooms, ijssalons en grillrooms toe. Het aantal cafetaria’s nam wel af. Het aantal buitenlandse keukens in restaurants nam in deze periode met ruim 3% toe, in totaal is nu 56% van de keukens “buitenlands”. Het aantal Turkse keukens daalde wel met 2%.
7.3.1 Horeca Nijmegen Huidig horeca-aanbod Nijmegen Nijmegen telt circa 430 horecabedrijven waarvan meer dan de helft in de drankensector. Totaal vvo van de horecabedrijven bedraagt 55.000 m2. Hiermee is de sector relatief kleinschalig, de restaurants hebben wel een gemiddelde omvang. Nijmeegse horecabedrijven hebben relatief veel en grote terrassen. Onderzoeksbureau ZKA heeft de sector voor de gemeente in beeld gebracht: - Van de vijf horeca-accentgebieden in het stadscentrum functioneren de Molenstraat, het Koningsplein/Mariënburg en de omgeving Grote Markt redelijk tot goed. De accentgebieden Waalkade en Kelfkensbos functioneren redelijk. - Horeca buiten de accentgebieden, als Bloemerstraat, Smetiusstraat en Hertogstraat functioneren matig tot redelijk. - In sommige wijken ontbreekt horeca van kwalitatief hoogwaardig niveau. Het aantal horecabedrijven groeide de laatste 10 jaar met 3,5%, de lunchrooms verdubbelden tot bijna 20. Het aantal restaurants steeg met 5,5 % tot bijna 100. De drankensector, waaronder cafés, nam nauwelijks toe. Er vond ook schaalvergroting plaats, gemiddeld nam het oppervlak met 10% toe. Een aparte sector is “de ondersteunende horeca”, denk aan de koffiecorner in de boekenzaak of het restaurant in het museum. Dit verlevendigt het winkelcentrum en vergroot de aantrekkingskracht. De juiste combinatie van detailhandel, horeca, leisure,
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
40
cultuur en verblijfsomgeving zorgt ervoor dat meer bezoekers naar een (winkel) centrum komen. Ondersteunende horeca komt tegemoet aan de wens van de consument om op ieder moment van de dag te kunnen “grazen”. Per bouwblok is in Nijmegen maximaal één winkel met ondersteunende horeca toegestaan. Dit moet niet verward worden met een afhaalcentrum, dit is een winkel waar goederen (food) afgehaald kunnen worden, maar het is niet de bedoeling deze ter plekke worden genuttigd. Horeca buiten het centrum De horeca in het centrum richt zich vooral op jongeren (studenten), toeristen en winkelend publiek. De horeca buiten het centrum richt zich meer op de 25-plusser. In de woonwijken heeft de horeca in de eerste plaats een verzorgende functie. Horeca speelt een rol in de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving van de wijk en de buurt. Horeca krijgt hier de ruimte binnen het gemeentelijk beleid, mits het een aanvulling is op het bestaande aanbod en gericht is op de bewoners van de wijk. Goede voorbeelden hiervan vinden we in Nijmegen-Oost en in Bottendaal. Voor veel andere wijken liggen hier dus nog kansen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is er ook de mogelijkheid voor nieuwe horeca, denk aan de Dobbelman, het PBIC (Philips Business and Innovation Center), de Limos en Vasim.
Nijmeegse ontwikkelingen en trends - Tot 2015 zal het aantal Nijmegenaren met 11% groeien tot 175.000. De groei zal met name plaatsvinden in de Waalsprong en Nijmegen-West. In de regio is de groei 5%, in het centrum zal een bescheiden groei plaatsvinden. - Met de toename van de bewoners (in de regio) neemt ook het winkelend publiek toe. - Uitgaanspubliek is vooral jongeren, met name de groep jongeren van 25-29 jaar zal groeien. Er zijn dus groeimogelijkheden voor grootschalige uitgaansgelegenheden, hiervan zijn er relatief weinig in Nijmegen. - In het toerisme wordt nog een bescheiden groei verwacht. - In de zakelijke markt zijn de zorg- en overheidssector de belangrijkste werkgevers, met name de zorgsector zal sterk groeien. Op basis van voorgaande trends en ontwikkelingen verwacht ZKA een groeiruimte van 1 tot 1,5% voor de horeca. Dit betekent een toenameruimte van 7.500 m2 tot het jaar 2015. In de huidige plannen is al 7.000 m2 bvo opgenomen voor horeca. Met uitbreiding van bestaande horeca komt men dan dicht bij de berekende bovengrens van 12.500 m2.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
41
De hoofdbeleidslijnen van de gemeente Nijmegen op horecagebied zijn samengevat: - Kwaliteit boven kwantiteit, niet meer van hetzelfde. - Komende 10 jaar ruimte voor 12.500 m2 nieuwe horeca, waarvan Plein 1944 800 m2 en Hessenberg 250M2. - Horeca-accentgebieden in het stadscentrum versterken en daarnaast mogelijkheden bieden voor uitbreiding van bestaande bedrijven. Denk aan versterking trekkracht Waalkade West (verspreide restaurants), Koningsplein/Mariënburg (Arsenaal) en Molenstraat (Kop Vlaamse Gas). - Mogelijkheden bieden voor ondersteunende horeca ook buiten de horecaaccentgebieden. - In de wijken horeca laten aansluiten bij wat bewoners willen. Bronnen: raadsvergadering 22-02-06 en de nota Eten en drinken in Nijmegen, een ruimtelijke-economische visie op de Nijmeegse horeca, januari 2006 November 2006 kondigt de nieuwe wethouder EZ, mevrouw Hannie Kunst, aan dat er een nieuwe horecanota komt waarin meer aandacht voor kwaliteit en wellicht minder uitbreiding. Horeca Nederland had al aangegeven dat de horecasector moeilijke tijden doormaakt en meer concurrentie opportuun zou zijn. Wel komen de nieuwe horecalocaties, conform planning, op de Hessenberg en op Plein 44. De relatie binnenstad en toerisme krijgt ook meer aandacht. Overigens id de vorige nota nooit bekrachtigd door de gemeenteraad. Bron: De Gelderlander 09/11/06
7.3.2 Horeca Willemsweg Op de Willemsweg zijn momenteel (november 2006) 4 officiële horecagelegenheden. In het bestemmingsplan is dit aantal gelimiteerd, evenals de omvang. Wel kunnen ze van locatie verwisselen. Het betreft een shoarmazaak, een Surinaams/Antilliaans cafetaria, een café en een Turks koffiehuis/annex café. Daarnaast is er in de straat – net buiten het winkelcentrum – een Chinees cafetaria. De kiosk heeft een vergunning om shoarma en snacks te verkopen en tot slot is er een shoarma afhaalwinkel die zich profileert als horecazaak. Er zijn geen terrassen, de zaken richten zich tussen het midden- en lage segment en een groet deel van de clientèle komt, aldus de ondernemers, van buiten de wijk.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
42
7.4
Dienstverlening
7.4.1 Inleiding Bij commerciële dienstverlening bepaalt het marktmechanisme de allocatie van de productiemiddelen. Bij niet-commerciële dienstverlening geschiedt dit door het budgetmechanisme waarbij de overheid een rol speelt, denk aan de gezondheidszorg. Binnen de commerciële diensten (CDS) worden 7 samenhangende hoofdgroepen onderscheiden: 1. Financiële diensten, gericht op financiële stromen in het bedrijfsleven, als banken, bouwfondsen, financieringsmaatschappijen en beleggingsmaatschappijen. 2. Zakelijke diensten, gericht op de bedrijfsvoering van het bedrijfsleven, als juridische -, administratieve -, ICT- en technische bedrijven en verhuur o.g. 3. Onderhouds- en reparatiediensten, als: bouwinstallatiereparatiebedrijven, schoonmaken gebouwen en transportmiddelen, catering, beveiliging en opsporing. 4. Toeristisch-recreatieve diensten, als: horeca, cultuur, sport, recreatie en reisbureaus. 5. Persoonlijke diensten, gericht op verzorging van personen, als kappers en schoonheidssalons. 6. Transportdiensten, waaronder vervoer- en expeditiebedrijven. 7. Communicatiediensten, als telematica en service- en providerdiensten. In het gehele particulier bedrijfsleven zijn 567.440 bedrijven werkzaam, goed voor 4,4 miljoen arbeidsjaren en meer dan 900 miljard omzet. De CDS zijn goed voor 25% van deze omzet. De commerciële diensten tellen 290.650 bedrijven en meer dan 2 miljoen arbeidsjaren. Zakelijke diensten zijn, met bijna 50%, de grootste commerciële dienstverlener. Bron: Sectorscoop Ondernemen in de Diensten, EIM 2004
7.4.2 Dienstverlening, Landelijke trends en ontwikkelingen Zakelijke dienstverlening steeds belangrijker voor economie In de jaren negentig groeide de zakelijke dienstverlening uit tot de grootste bedrijfstak (20% van het bruto binnenlands product) in de Nederlandse economie. Met name de forse groei van de uitzendbranche en de IT-sector speelden hierbij een belangrijke rol. Het aantal bedrijven verdubbelde in de jaren negentig, de computerservicebureaus namen in de periode medio tot eind jaren negentig met 125% toe tot 14.000 bedrijven. Momenteel is één op de vijf bedrijven actief in deze bedrijfstak. De totale uitbreiding van de werkgelegenheid met 1 miljoen arbeidsplaatsen in de jaren negentig komt bijna voor de helft voor rekening van de zakelijke dienstverlening. Kenmerkend voor de zakelijk dienstverlening zijn kleine bedrijven met relatief veel hoogopgeleiden. Mede door de ICT-ontwikkelingen nam het belang van export toe in de zakelijke dienstverlening. Men is minder tijd- en plaatsgebonden. De import en export van zakelijke diensten groeide in de periode 1995-2003 met meer dan 100%. Zakelijke dienstverleners leveren vooral aan bedrijven (B2B), dit mede door outsourcing wat sedert de jaren negentig steeds meer toeneemt.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
43
Rond het jaar 2000 zat de dienstverlening, met name de ICT sector, in een flinke dip. In 2005 is er al sprake van flink herstel. Starters In 2005 zijn er 40.000 bedrijven bijgekomen, het hoogste aantal ooit. Hier werken ruim 56.000 mensen. Het eerste kwartaal van 2006 telt al 12.500 starters wat weer 500 boven het kwartaalresultaat van 2005 ligt. Slechts 2.000 van de nieuwe bedrijven in 2005 behoren tot de sector industrie/delfstofwinning. De overige 38.000 zijn dienstverleners. De bouwnijverheid is met 8.000 bedrijven fors gestegen en telt nu 80.000 bedrijven waarvan 50.000 eenmanszaken (ZZP’ers). Het aantal bedrijven in de “overige zakelijke dienstverlening” is in 10 jaar verdubbeld van bijna 60.000 in 1995 tot bijna 120.000 in 2006. De organisatieadviesbureaus groeiden het hardst, in 2006 tellen we er bijna 27.000, drie keer zoveel als in 1996. 80% hiervan heeft geen personeel in dienst. Andere opvallende groeiers zijn: postorderbedrijven en internetwinkels die elk met 1.000 bedrijven zijn toegenomen in 2005. De ICT telde in 2005 zelfs 3.000 starters, 1 januari 2006 tellen we 20.000 ICT-bedrijven. Bron: CBS
7.4.3 Creatieven Richard Florida stelt in ‘The Rise of the Creative Class’ (2002) dat werkgelegenheid in creatieve beroepen een drijvende kracht is achter economische groei. Dit wordt door menig beleidsmaker (ook in Nijmegen) beaamd. Om verwarring te voorkomen gaan we eerst in op een aantal termen. We onderscheiden binnen creatieve bedrijvigheid: culturele industrie, creatieve industrie en de creatieve klasse. Culturele industrie Kloosterman (2002) rekent tot de culturele industrie: reclamebureaus, film- en videoactiviteiten, radio en televisie, amusement en kunst. Dit betreft dan ruim 1,5% van de Nederlandse werkgelegenheid. Scott (2000) voegt hier ook de schoenenindustrie, de kledingindustrie, uitgeverijen, drukkerijen, meubelindustrie, fabricage van sieraden, sportartikelen, spellen, speelgoed en architectenbureaus aan toe. Tezamen goed voor 10% van de werkgelegenheid. Creatieve industrie De Creative Task Force (1998) van Tony Blair’s kabinet definieert creatieve activiteiten als volgt: ”those activities which have their origin in individually creativity, skill and talent and which have the potential for wealth and job creation through the generation and exploitation of intellectual property”. Manshanden (2004) en Rutten (2004) onderscheiden drie hoofdsectoren, die goed zijn voor 2,5% van de werkgelegenheid: 1. Kunsten: beeldende kunst, podiumkunst en literatuur. 2. Media en entertainment: omroep, muziekindustrie, film- en video-industrie en uitgevers. 3. Creatieve zakelijke dienstverlening: vormgeving, ontwerp en reclame.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
44
Creatieve klasse/kenniseconomie Richard Florida onderscheidt twee beroepsgroepen onder de creatieve klasse: de super creative core en de creative professionals. De super creative core is volledig gericht op het creatieve proces. Mensen werkzaam in wetenschap en techniek, architectuur en ontwerp, onderwijs, kunsten, muziek en entertainment. Hun economische functie is om nieuwe ideeën, nieuwe technologie, en/of nieuwe inhoud te creëren. Creative professionals zijn actief in een breed scala van kennisintensieve bedrijfstakken als hightec sectoren, financiële dienstverlening, juridische - en gezondheidsberoepsgroepen en bedrijfsmanagement. Florida’s creatieve klasse omvat veel meer dan de culturele en/of creatieve industrie. De creatieve klasse omvat tevens wetenschap en techniek, onderzoek en ontwikkeling, hightec en kennisintensieve beroepen. Hiermee wordt nadrukkelijk de link gelegd met de kenniseconomie. Voor de creatieve klasse zijn technologie, cultuur en economie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Marlet en Van Woerkens (2004) hebben een selectie gemaakt van de creatieve klasse op basis van beroepen. Anders dan Florida rekenen zij banen bij de overheid (uitgezonderd wetenschappers) niét tot de creatieve klasse. Ook managers en verkopers buiten creatieve en innovatieve bedrijfstakken worden niet meegeteld. Zo komen we in Nederland tot een creatieve klasse die bijna 1/5 van de beroepsbevolking uitmaakt. Jacobs (2005) bakent de creatieve bedrijvigheid in 4 domeinen af. Het EIM volgt hem e hier in. Als 4 domein komen hier – in aanvulling op Manshanden en Rutten (2004) – de kennisintensieve diensten bij. Dit betreft met name: ICT, speur- en ontwikkelingswerk en onderzoek & advies. Van de 650.000 actieve bedrijven in Nederland zijn er bijna 100.000 actief in de creatieve industrie. De meeste in de kennisintensieve diensten (40%) gevolgd door 30% in de creatieve zakelijk diensten en 20% in de kunsten. 70% heeft geen personeel. De groei van het aantal ondernemingen in de creatieve industrie ligt in de periode 1994 – 2004 vier maal hoger dan de gemiddelde groei van het aantal bedrijven. Met name de kennisintensieve diensten groeien het hardst. Het COROP-gebied Arnhem/Nijmegen scoort qua groei op de domeinen kennisintensieve diensten, creatieve zakelijke diensten en kunsten met 110% groei boven het landelijk gemiddelde hoog. Alleen de groei van media & uitgeverijen scoren gemiddeld in dit COROP-gebied (Atlas voor gemeente 2006).
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
45
7.4.4 Dienstverlening in Nijmegen In het Sociaal Economisch Beleidsplan van de gemeente Nijmegen (juni 2005) staan “Business Climate” en “People Climate” alsook de dwarsverbanden hiertussen centraal. De sterkte– zwakte analyse van Buck Consultants (2004) ligt hieraan ten grondslag. People Climate betreft arbeidspotentieel en woon/leefomgeving. Business Climate betreft structuur en performance van het bedrijfsleven en de bedrijfsomgeving. Business Climate Nijmegen telt 7.630 bedrijven in 2005 waarvan bijna 60% in de handel, horeca en commerciële diensten. Dit biedt werk aan ruim 92.500 arbeidsplaatsen (inclusief parttime). Afgerond op 100 tallen: de gezondheidszorg is de grootste werkgever met 24.300 arbeidsplaatsen, gevolgd door handel en horeca (16.200), industrie (13.000), commerciële diensten (11.700) en onderwijs (11.200). Bron: Provinciale Werkgelegenheidsenquête. De (maak-) industrie telt 13.000 banen, waarvan 6.000 in de sector elektronische apparatuur (inclusief Philips Semi-conductors) en 1.600 in de sector papier/drukkerijen. Van de 11.700 banen in de zakelijke dienstverlening is 25% werkzaam in de advocatuur/notariële sector, 10% bij een technisch adviesbureau en bijna 10% in de schoonmaakbranche. Health Valley In Nijmegen is de gezondheidssector (zorg en welzijn) met 24.500 banen de grootste werkgever. UMC Radboud biedt werk aan 8.000 mensen. Andere ziekhuizen zijn de Sint Maartenskliniek en het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). De ziekenhuizen hebben een bovenregionale functie, rond de universiteit zijn 300 kennisinstellingen op het gebied van gezondheidszorg en er is een medisch technologisch en bio moleculair cluster. Het thema Health Valley kan nog versterkt worden indien “welness” wordt geïntegreerd, denk bijvoorbeeld aan het Sanadome. Binnen de kenniseconomie is specifieke aandacht voor 4 clusters: - Bio-moleculair en medisch technologisch cluster. - Semi conductor /ICT. - Klinisch en medisch cluster. - Alfa en kennisintensieve dienstverleningscluster (Nijmeegs Instituut voor Cognitie en Informatie, het Max Planck instituut en het FC Donders Center).
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
46
Bedrijfslocaties In het sociaal economisch beleidsplan van EZ wordt apart ingegaan op bedrijventerreinen, de kantorenmarkt en bedrijfsverzamelgebouwen. We gaan kort op elke locatie in. bedrijventerreinen - Revitalisering en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen (Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk) waarbinnen ook het project Koers West. - Ruimtelijke vernieuwingen: knooppunt Winkelsteeg/Westtangent /Graafseweg en de stadspoorten Neerboscheweg (inclusief Kinderdorp Neerbosch), Wijchenseweg en Nijmegen Noord. - Naast Heyendaal wordt op Winkelsteegh een tweede concentratie van kennisintensieve bedrijven ontwikkeld met een clustering rond Micro – electronica en het Philips Business Innovation Center (PBIC). Ook zijn er toekomstige kennisintensieve plekken in de Waalsprong gepland. - Bedrijventerrein Bijsterhuizen blijft vooral belangrijk voor handel, logistiek, dienstverlening en moderne industrie. - Daarnaast zal Nijmegen voldoende ruimte bieden aan stadsgebonden en lokaal verzorgende bedrijven (van onderhouds- tot installatiebedrijven). kantorenmarkt Deze is van groot belang voor de zakelijke dienstverleners. Momenteel is het aanbod groter dan de vraag, dit is landelijk ook zo. Verzamelgebouwen Dit is met name voor belang voor starters, de belangrijkste zijn: het UBC, Mercator Technology & Science park, Bedrijvencentrum Groenestraat, Augustinus (Graafseweg) en het Albertinum (Heijendaalseweg). Tot slot worden apart genoemd de “Rommelzones” die met name zijn bedoeld voor kunstenaars en creatieven. People climate Volgens de Atlas 2006 voor gemeenten staat Nijmegen met 33% van de beroepsbevolking op de 4e plaats qua percentage creatieven van de beroepsbevolking. Utrecht staat bovenaan met 37,5%, Amstelveen en Delft zitten net boven Nijmegen. Niet toevallig dat bijna 56% van de werkzame beroepsbevolking hoger opgeleid is, landelijk is dit 32% (CBS, 2005). Overigens werkt de helft van deze hoger opgeleiden(ver) buiten de stad. Voor het middensegment (MBO) geldt juist het tegenovergestelde: hier is de vraag groter dan het aanbod. Dit geldt op korte termijn voor (para-) medisch en middelbaar technisch geschoolden. Tot slot: de helft van de basisschoolverlaters kiest voor het VMBO. Dit is nu al de moeilijkst bemiddelbare groep met een relatief hoog aantal werklozen. Op basis van het Business Climate, het People Climate en de dwarsverbanden komt EZ tot 4 speerpunten voor nieuw beleid: 1. Bestaande bedrijfsleven koesteren en versterken. 2. Groei en bloei van de zorgsector. 3. Mensen ontwikkelen. 4. Ondernemerschap stimuleren.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
47
7.4.5 Dienstverleners op de Willemsweg De enige creatieve beroepen die zich momenteel (november 2006) in de winkelstraat bevinden zijn een pottenbakker die ook cursussen geeft en een organisatie adviesbureau. Wellicht zijn er ‘creatieven’ aan huis werkzaam (thuiswerkers), maar deze zijn nog niet in beeld gebracht. Binnen het nieuwe bestemmingsplan zijn er aanzienlijk meer mogelijkheden voor creatieven en dienstverleners om zich te vestigen in de straat. In de persoonlijke dienstverlening “welness sector” komen we meer bedrijven tegen op de Willemsweg. Vier kappers waarvan twee annex beautysalon. De kappers zijn georiënteerd op diverse doelgroepen, waaronder autochtonen, Turken en Marokkanen, maar ook bijvoorbeeld ‘black hair’. Ook zijn er twee grote sportcentra in de wijk, waarvan Sportschool Noviomagum, aan de Tollensstraat 211 op 7 december 2006 haar nieuwbouwplannen presenteert. Een nieuwe sportschool maar ook 21 koopappartementen op de huidige locatie.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
48
Hoofdstuk 8 Theoretisch kader Inleiding De fijnmazige structuur van winkelvoorzieningen kent een lange geschiedenis maar is voor een belangrijk deel ook het resultaat van de naoorlogse planmatige ontwikkeling van winkelgebieden. De huidige verzorgingsstructuur bestaat uit hoofd-, stadsdeel-, wijk- en buurtwinkelcentra. Het ruimtelijke koopgedrag van de consument sloot in de periode direct na de Tweede Wereldoorlog aan bij het planningsconcept van de functionele hiërarchie van winkelcentra. Bij de aanschaf van eerste levensbehoeften domineerde de wens tot tijdsbesparing door middel van afstandsminimalisering. Deze goederen kocht de consument dicht bij huis, dus in de buurt- en wijkwinkelcentra welke men te voet of op de fiets kon bereiken. Bij de aanschaf van duurzame goederen wilde de consument kunnen kiezen en was men bereid meer moeite te doen. Dit kon in centra van hogere orde. De functie die de kleine buurtwinkelcentra hadden in de hiërarchische structuur is nu vaak niet meer van toepassing. Zo hebben schaalvergroting, nieuwe en andere (virtuele) verkooplocaties, moderne vervoers- en communicatiemiddelen, en de veranderende vraag (consument) de buurtwinkelcentra (vaak) gemarginaliseerd. Vaak toegepaste analysemethoden van buurtwinkelcentra zijn: De Checklist buurtwinkelcentra van het IMK (COB/SER 1991), De Sterkte- / zwakteanalyse van het winkelcentrum Bolt (1995) en De Sterkte- zwakte analyse van het winkelgebied van de WPM groep (2002). Bij het IMK ligt de nadruk op functioneren: omzet, omvang en samenstelling. Bolt legt de nadruk op de situatie: het consumentendraagvlak en presentatie aanbod. De WPM groep beoordeelt het winkelcentrum ruimtelijk functioneel: omgeving, locatie, functie, fysiek, commercie en vastgoed. De sterkte- zwakteanalyses leiden (vaak) tot een overmaat aan zwakke punten. De Checklist buurtwinkelcentra is vooral financieel-economisch gericht met als doel de bestaande (fysieke) situatie te beoordelen. Veel oude winkelstrips blijken dan afgeschreven.
Methodiek locatiepotentie buurtwinkelcentra Voor het theoretisch kader is gebruik gemaakt van de studie “Een tweede toekomst voor winkelstrips” van de heer R. Soeterbeek, uitgave HBD 2005. De heer Soeterboek ontwikkelde de methodiek locatiepotentie buurtwinkelcentra. Anders dan in voorgaande methoden wordt nu ook over de wijk heen gekeken. Onderscheid wordt gemaakt in drie niveaus: micro-, meso- en macroniveau, (afgeleid van Verlaat, 1997 Productontwikkeling binnen regiomarketing). Microniveau Dit is de directe omgeving, per voet gemakkelijk te bereiken. Zonder grote obstakels afstand tot circa 500 meter. Mesoniveau Dit kunnen nabijgelegen buurten zijn, maar ook een wijk of (deel van) een stad. Macroniveau Dit is de externe omgeving, denk aan maatschappelijke trends en ontwikkelingen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
49
Omgevingsanalyse op micro- en mesoniveau Mede geïnspireerd door ‘Kwaliteit in meervoud, Hooimeijer 2001’ wordt onderscheid gemaakt in “site” en “situation”. Site heeft betrekking op kansen op microniveau, situation gaat één niveau hoger. Hooimeijer onderscheidt op elk niveau drie ruimtelijke kwaliteitsonderdelen: - Gebruikswaarde, deze wordt bepaald door ligging en bereikbaarheid van een locatie. - Belevingswaarde, denk aan imago en attractiviteit. - Toekomstwaarde, deze komt voort uit de gebruiks- en belevingswaarde.
Site
Gebruikswaarde
Bereikbaarheid
Ligging Belevingswaarde Attractiviteit Imago
Site-analyse - verbinding met andere delen van de buurt - gescheiden looproutes - veilige oversteekplaatsen - bereikbaarheid rolstoelen, kinderwagens e.d. - specifieke barrières Per fiets - verbinding met andere delen van de buurt Per auto - verbinding met andere delen van de buurt - autohindernissen Parkeren - capaciteit, afstand, situering - betalen (prijs) of gratis Situering - centraal of aan de rand - aan buurtontsluitingsweg Herkenbaarheid - plek / hart van de buurt Zichtbaarheid - zichtlijnen binnen de buurt Buitenruimte - staat van onderhoud (schoon/heel) Veiligheid - zicht- of voelbare criminaliteit/vandalisme Te voet
Situation
Gebruikswaarde
Ligging Belevingswaarde Attractiviteit
Imago
Situation-analyse Per fiets - verbindingen met andere buurten - oversteekplaatsen bij autoweg Per auto - verbindingen met andere buurten - bereikbaarheid per soort weg Parkeren - capaciteit, afstand en situering - betaald (prijs) of gratis Situering - wel of niet nabij ontsluitings- / verbindingsweg Herkenbaarheid - markante plek Zichtbaarheid - zichtbaarheid door zichtlijnen en routing - zichtbaarheid vanaf aanvoerwegen Buitenruimte - staat van onderhoud (schoon/heel) Veiligheid - zicht- of voelbare criminaliteit/vandalisme
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
50
Per locatie kunnen andere functies van belang zijn, enkele voorbeelden: - Publieksgerichte functies moeten centraal liggen. - Zorg- en welzijnsvoorzieningen moeten integraal toegankelijk zijn voor alle bewoners (gebruikers) uit het verzorgingsgebied. Dus ook voor gehandicapten. - Commerciële functies, hier is naast bereikbaarheid ook herkenbaarheid van groot belang. Dit om klanten uit een groter gebied te trekken. Door kansen en bedreigingen van de site en situation te combineren komt Soeterbeek tot de volgende 4 omgevingskwaliteiten: Domein+ concept Site en situation beide sterk: er is samenhang in de buurt en er is aansluiting op een groter netwerk. Het winkelcentrum richt zich op buurt en passanten, dus een groter gebied dan de eigen buurt. Binnen het Domein+ concept wordt gestreefd naar een combinatie van commerciële en niet commerciële functies. Bij commerciële functies kan gedacht worden aan winkels maar ook aan loketfuncties. Dienstverleners als werkgelegenheidsdiensten, een woonwinkel, maar ook kinderopvang of zorg- en serviceverleners kunnen een bijdrage leveren aan een leefbare woonomgeving. De juiste mix van allochtonen, jonge hoogopgeleide creatieve starters en lager opgeleide authentieke buurtbewoners. Kan - mede door betaalbare werkruimtes - een broedplaats zijn voor multiculturele designwinkels, horeca, winkels voor de dagelijkse boodschappen. Dit bijvoorbeeld aangevuld met een gezondheidscentrum waar huisartsen, fysiotherapeuten, de apotheker en tandartsen werkzaam zijn biedt goede perspectieven. Kernstrategie: samenhangend pakket voorzieningen/diensten die zowel gebruik maken van de samenhang in de buurt als de aansluiting op een grotere omgeving. Domeinconcept Site is sterk, situation minder. Er is wel samenhang in de buurt, maar aansluiting op een ruimere omgeving ontbreekt. Laagdrempelig en dichtbij staan voor buurtbewoners centraal. Maximaal 500 meter oftewel 5 minuten lopen. Verzorgingsgebied 2.000 tot 3.000 buurtbewoners. Meestal is dit te weinig om economische functies rendabel te exploiteren. Door functies goed aan te laten sluiten bij de buurt (bewoners) of locale thema’s (sport, gezondheid) kan optimaal geprofiteerd worden van het draagvlak. Kernstrategie: samenhangend pakket voorzieningen/diensten aanbieden die optimaal gebruik maken van de samenhang met en de locatie in de buurt. Knooppuntconcept Site is zwak, samenhang met de omgeving ontbreekt. Situation is sterk waardoor een sterke relatie met de ruimere omgeving gelegd kan worden. Niet zozeer de buurtbewoners als wel de passanten zijn (potentiële) klanten. Convenience producten moeten de klanten trekken, in combinatie met commerciële functies wordt de aantrekkingskracht groter. Denk bijvoorbeeld aan: een postagentschap, pinautomaat, boodschappenafhaalpunt, stomerij en een lunchroom. Bereikbaarheid per auto (inclusief parkeren) is van groot belang. Zichtbaarheid en herkenbaarheid bevorderen de attractiviteit. Kernstrategie: aanbod van (samenhangende) voorzieningen die optimaal gebruik maken van de strategische ligging in de wijk en/of de stad.
Afbouwconcept Noch de buurt (site) noch de omgeving (situation) bieden aanknopingspunten. Kernstrategie: afbouwen voorzieningenstructuur en bijvoorbeeld vervangen voor woningen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
51
Hoofdstuk 9 Expertgroep De expertgroep bestaat uit experts op het gebied van detailhandel en/of kleinschalig (multicultureel) ondernemerschap. Aan deze groep namen de volgende instanties en personen deel: de Kamer van Koophandel Gelderland Centraal (mw. M. Hendriks), het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (dhr. J. Bouwman), de gemeente Nijmegen (mw. L. Eijkhout, afdeling EZ en dhr. B. Verhoef, afdeling O&S), De Gibo-groep/AON (dhr. M. Durmus) en de HAN/faculteit FEM (dhr. T. Langerak). Namens BRN waren dhr. C. van Diemen en Y. El Aidi aanwezig. Er hebben twee meetings plaatsgevonden, de eerste op 3 november en de tweede op 17 november 2006. Meeting 1 Binnen het algemene kader van het Economisch gebiedsplan werd vrij gedacht over mogelijke invulling van winkelcentrum Willemsweg. Dit algemene kader bevatte met name: het theoretisch kader, ontwikkelingen op het gebied van detailhandel, dienstverlening en horeca (macro-, meso- en wijk/buurt niveau) en het bestemmingsplan april 2006. Daarnaast beschikte men over de resultaten van het ondernemers- en passantenonderzoek dat in dit kader is uitgevoerd. Na kennismaking volgde een korte toelichting op het project “Wijkeconomie Willemsweg” en de veranderingen die op korte - en middellange termijn van belang zijn (denk aan herinrichting Willemsweg, herstructurering woonwijken en activiteiten op het gebeid van schoon, heel en veilig). Vervolgens hebben we gezamenlijk het “winkelcentrum” bezocht en e.e.a. op straat besproken. Een selectie van ideeën/adviezen uit de brainstormcessies: - Een blauwe parkeerzone kan een alternatief zijn voor parkeerproblemen. - Het belang van “kritische massa / voldoende draagvlak” wordt regelmatig genoemd. Deze kan ook van buiten de wijk komen. De lokale markt is beperkt, om een bovenlokale markt te bereiken moet er voldoende aantrekkingskracht zijn. Denk aan een mix van producten voor dagelijkse boodschappen en wijkoverstijgende vraag. - Kijk naar verschillende karakters van de straat, deze of enkele karakters /thema’s kan je dan verder uitwerken. Op soortgelijke wijze heeft men naar de Stikke Hezelstraat gekeken, toen kwamen er diverse profielen naar boven. - Houd bij de herinrichting van de straat ook rekening met de (toekomstige) branchering. - Invulling van de gewenste branchering is een groeiproces, waar jaren overheen gaan. - De overheid (gemeente) kan ‘alleen” randvoorwaarden creëren. De eigenaar bepaalt welke ondernemer in zijn pand komt en de ondernemer bepaalt welk bedrijf er komt. Sturen kan wel indien de gemeente panden aankoopt, maar het idee van een ‘wijkontwikkelingsmaatschappij’ is een gepasseerd station. - Versterk wat er is, bijvoorbeeld het multiculturele aspect. - Kijk naar uniciteit (waar ben je bijzonder in als winkelcentrum) maar ook diversiteit: niet eenzijdig, niet ‘teveel van hetzelfde’. - Vul de branchering mét de ondernemers in, betrek de AON erbij. - Vraag je constant af: waarom hier? En denk daarbij aan de sfeer, de bevolkingsgroep (markt) en de infrastructuur (winkelstraat en winkels).
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
52
Meeting 2 -
-
-
-
-
-
-
-
Het Kashba-idee als genoemd in de vorige expertmeeting heeft alleen kans van slagen indien aan zeer stringente voorwaarden wordt voldaan als: liefst straat afsluiten voor verkeer anders verkeersluw en eenrichtingsverkeer, brede stoepen waar je vrij op mag uitstallen, de openbare ruimte wordt ingericht naar de wensen van de kashbaformule de winkels moeten open zijn en reclameuitingen moeten het kashba-effect versterken. Een moskee met winkeltjes en een ondergrondse parkeergarage op de kop wordt ook nog geopperd. Maar zelfs als aan alle randvoorwaarden wordt voldaan, dan nog vraagt menig expertlid zich af of het kashba-idee hier überhaupt kans van slagen heeft. Kan er een koppeling worden gemaakt met eerder beleid, in het vorige bestemmingsplan was de winkelstraat ingedeeld in een concentratie, een consolidatie en een ontmoedigingsgebied. Wat zijn de lessons learned. Let op de ontwikkelingen in winkelcentrum Groenestraat, anticipeer hier op. Het lijkt of de beschikbaarheid van het pand bepaalt of de ondernemer zich hier vestigt. Onderzoek de koopargumenten van de klant en stuur het aanbod indien wenselijk/mogelijk. Koopargumenten zijn: 1. voorzien in dagelijkse boodschappenbehoefte, denk aan de bakker, de slager en de supermarkt. 2. goedkoop, denk aan de profilering van de Aldi en de Schlecker. 3. doelgericht, denk aan de wit- en bruingoedzaken. En 4. bijzonder, een aanbod waar je moeite voor doet omdat het elders niet te verkrijgen is of alleen ver weg. Het welness thema spreekt sommige experts ook aan. Het idee van een hamam wordt er aan toegevoegd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen aansluiten bij de sportschool die gaat verbouwen. Dan hebben we het thema ‘multicultureel én bijzonder’. De ondernemer en eigenaren tonen wel al interesse voor de financiële middelen die ter beschikking staan, maar de eerst reacties zijn dat het te lenen bedrag en de subsidies laag zijn. Ook moet de rente wel heel erg laag zijn gezien de huidige stand van de hypotheekrente. Vraag is dus in hoeverre dit instrument voldoende extra stimulans is. De expertgroep noemt het project in Klarendal te Arnhem. Hier speelt ook de woningbouwvereniging een grote rol bij de aankoop en het bedrijfsklaar maken van de woonwerk panden in de modesfeer. De kamerverhuurbedrijven zijn in grote mate sfeerbepalend voor de Willemsweg. Economisch levert het meer op dan winkelruimte en het is gemakkelijker en met minder risico’s te verhuren dan bedrijfsruimte. Overige opmerkingen door de expertgroep: de ondernemers bepalen in sterke mate de branchering. De gemeente kan vrijwel alleen in een groeisituatie sturen. Er is geen ruimte voor toename van winkels in het dagelijkse aanbod. Er moet vooral geïnvesteerd worden in verbetering van de kwaliteit en de sfeer. Er is nauwelijks sprake van synergie tussen de winkels. Alleen in een bovenwijkse functie is er nog wat te halen oftewel is uitbreiding mogelijk. Subsidie is geen basis voor een onderneming.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
53
Hoofdstuk 10 Bijeenkomst Ondernemers
Het concept Economisch Gebiedsplan is 19 december 2006 voorgelegd aan de ondernemers en een vertegenwoordiger van de wijkraad. Doel was om te komen tot een scenariokeuze en daarmee de invulling van het Economisch Gebiedsplan voor de komende jaren. Een kort verslag. Aanwezig zijn 7 ondernemers vanuit verschillende branches en nationaliteiten. Ondernemers uit de horeca, kappersbranche (2), allochtone kruideniers (2), ambachten en woninginrichting. Namen BRN zijn de heren El Aidi en Van Diemen aanwezig. Daarnaast een vertegenwoordiger van de wijkraad en de heer Koopmans van de gemeente Nijmegen. Allereerst presenteert BRN een samenvatting van het concept Economisch Gebiedsplan, waar het recente passanten- en ondernemersonderzoek deel van uitmaken. De aanwezigen krijgen een hand out. Na en toelichting op de SWOTanalyse worden de 4 scenario’s behandeld, samengevat zijn dit: Scenario I De Willemsweg als kashba Hierbij wordt de Willemsweg één grote promenade. De multiculturele winkeltjes uiteenlopend van food tot bijzondere multiculturele aankopen, hebben een regionale misschien zelfs wel landelijke functie. In feite wordt de Willemsweg één grote multiculti markt. Scenario II De Willemsweg, 3-zones De Willemsweg wordt een echte winkelstraat. Wonen verdwijnt zo veel mogelijk uit het straatbeeld. Op de kop (ingang Graafseweg), zone 1, overheersen bedrijfjes in de persoonlijke (welness) en creatieve dienstverlening. Afgewisseld met horeca en ambachtelijke/kunstzinnige bedrijven. De huidige kiosk wordt een aantrekkelijke horecagelegenheid met terrasje en internationale allure. Vanuit de Graafseweg word je de straat ingezogen. e De 2 zone, rondom de Aldi inclusief de overzijde, word hét boodschappencentrum. Alle bedrijven met aanbod voor de dagelijkse boodschappen moeten hier bij elkaar komen. Denk aan de Turkse bakker, - slager, - kruideniers en de Indiase Toko. Dit afgewisseld met horeca. Zone 3, zuidelijk van het boodschappencentrum tot de Jan Luykenstraat/De Genestetlaan, is bestemd voor de functieprofielen ‘groot, incidenteel en bewust’ en ‘vergelijkend’. Ook hier, net als in zone 2, behoud van de huidige bedrijven en ondernemers in de straat en concentratie. Hier komen de ICT/elektronica zaken (inclusief mobiele telefonie en internet), de bruin- en witgoedzaken (inclusief reparatie). Ook de huidige zaken op het gebied van woninginrichting, huishoudelijke artikelen en kleding, de juwelier en de fietsenmaker passen in deze zone.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
54
Scenario III Handhaven en kwaliteitsverbetering Dit scenario sluit aan bij het huidige beleid van de gemeente. Samengevat blijft boodschappencentrum Willemsweg dan een aanvullend verzorgingspunt (avp). De Groenestraat ligt centraal in de wijk Nije Veld en blijft hét boodschappencentrum voor de wijk. Door herstructurering van delen van de woonwijk wordt de markt voor de dagelijkse boodschappen beter. Door herinrichting van de Willemsweg wordt dit een prettiger en veiliger winkelstraat. Door ondersteuning te bieden aan de ondernemers, zowel financieel als vakinhoudelijk, wordt de professionaliteit verbeterd. Door eigenaren financieel te ondersteunen is de kans groter dat ze de panden gaan opknappen en dat daarmee ook de uitstraling en de sfeer beter worden. Dit effect wordt versterkt door het beleid op het gebied van schoon, heel en veilig, inclusief extra inzet ‘Pechthold-gelden’. Scenario IV Handhaven en kwaliteitsverbetering-plus Dit is in feite scenario III uitgebreid met extra inzet op aankopen strategische panden door de gemeente en Portaal en extra financiële middelen voor de ondernemers/eigenaren. Door strategische panden aan te kopen kan er meer invloed uitgeoefend worden op de branchering maar natuurlijk ook op het ondernemerschap. De eigenaar selecteert tenslotte de ondernemer. Door panden aan te kopen kan bijvoorbeeld de kiosk een aantrekkelijke horecagelegenheid worden en één van de cafés met kamerverhuur kan omgebouwd worden tot een hostal met een lounge voor een breder publiek. Door aankoop is het bundelen van bedrijven te sturen waarmee een boodschappencentrum rondom de Aldi te creëren is. De Willemsweg kan een broedplaatsfunctie worden voor creatieve dienstverleners en bedrijven in de welness sector. Hiermee wordt het aanbod gevarieerder en aantrekkelijker. Door extra financiële middelen ter beschikking te stellen moet de stap voor de ondernemer /eigenaar aantrekkelijker worden om te investeren in het bedrijf en/of het pand. Het moet ‘an offer you can’t refuse’ worden.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
55
Keuze ondernemers Willemsweg De ondernemers kiezen unaniem voor scenario III. Ze stellen wel een aantal randvoorwaarden, hebben aanvullende wensen en willen iets extra’s van scenario IV. Randvoorwaarden Handhaving moet strenger. Aanpak van alles wat illegaal is. De financiële prikkel, als genoemd in scenario III, is niet voldoende. Er moet een substantiële subsidie komen om de panden, met name aan de buitenkant, op te knappen. De ondernemers onderzoeken dan zelf het voordeel van collectieve aanbesteding. Wensen Samenwerking door het oprichten van een ondernemersvereniging. Promotiebeleid, bijvoorbeeld een groot bord waarop alle bedrijven op de Willemsweg zich kunnen presenteren, bij de doorgang van de Aldi naar de parkeerplaats. Pinautomaat en parkeermeters waar geld in kan, blauwe parkeerzone? Alle gevels opknappen en publiekvriendelijke rolluiken. Gebruik goede materialen bij de herinrichting van de Willemsweg, denk ook aan verkeersveiligheid, met name voor fietsers. Extra’s scenario IV Aankoop kiosk door de gemeente. Ze kan hier dan een bijzondere horecagelegenheid van maken waardoor ook de ingang van het winkelcentrum weer aantrekkelijk wordt. Indien de gemeente wil sturen dan kan ze dit kansrijk maken door zelf panden aan te kopen. Bijvoorbeeld aankoop van een aantal panden die slecht onderhouden zijn of aankoop panden waar illegale/criminele activiteiten plaatsvinden. Zo worden de ‘rotte kiezen’ voorgoed uit de straat gehaald en kan de gemeente zelf bepalen welke bedrijven en ondernemers zich hier mogen vestigen.
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
56
Bijlage 1. Cijfers wijkdelen Nije veld Etniciteit, Nije Veld per wijkdeel, 2006 Nije Veld wijkdelen
01, 05 en 06 02 en 03 Subtotaal 07 en 08 04 (en 09) Totaal
Nederland
westers ov.
Turkije
Marokko
Sur/Ant./Aruba
Niet westers ov.
1.303 535 1.838 968 528 3.334
232 93 325 179 52 556
306 208 514 36 1 551
139 102 241 41 1 283
47 18 65 13 4 82
192 53 245 61 13 319
totaal
2.219 1.009 3.228 1.298 599 5.125
Huishoudens, Nije Veld per wijkdeel, 2006 (ex SSHN) Nije Veld wijkdelen
Alleenstaand
Getrouwd/ samenwonend
1-oudergezin
377 133 510 244 109 863
199 107 306 129 48 483
111 54 165 65 5 235
01, 05 en 06 02 en 03 Subtotaal 07 en 08 04 (en 09) Totaal
2-oudergezin
167 98 265 143 29 437
kamergewijs
anders
70 17 87 17 11 115
totaal
32 9 41 8 3 53
Huisvestingswijze, Nije Veld per wijkdeel, 2006 Nije Veld wijkdelen 01, 05 en 06 02 en 03 07 en 08 04 (en 09) Totaal
In woningen 2.219 1.009 1.298 411 4.937
SSHN
188 188
totaal 2.219 1.009 1.298 599 5.125
Leeftijdsgroepen, Nije veld per wijkdeel, 2006 Nije Veld wijkdelen 01, 05 en 06 02 en 03 Subtotaal 07 en 08 04 (en 09) Totaal
0 – 14 jr. 15 – 24 jr. 25 – 49 jr. 50 – 64 jr. 348 460 921 324 192 172 344 159 540 632 1.265 483 233 151 568 236 52 184 259 73 825 967 2.092 792
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
> 64 jr. 166 142 308 110 31 449
totaal 2.219 1.009 3.228 1.298 599 5.125
57
956 418 1.374 606 205 2.186
Bijlage 2: Branchering Winkelcentrum Willemsweg, december 2006 (semi) dagelijks ALDI (discount) Schlecker (drogist) Turkse bakker Turkse slager Turkse kruidenier Turkse kruidenier /slager Indiase Toko
1 2 3 4 5 6 7
Turkse wit & bruingoedzaak Turkse wit & bruingoedzaak Meubelzaak / woninginrichting Mobiele telefoons /randapparatuur (nr. 78)
8 9 10 leeg
Indiase kleding / vuurwerk Huishoudelijke artikelen/outlet juwelier
11 12 13
Turkse kapsalon (dames & heren) Turkse kapper en schoonheidssalon Marokkaanse kapper Nederlandse kapper & schoonheidssalon Turks kledingreparatiebedrijf Tattooshop
14 15 16 17 18 19
horeca
Turks cafeteria Surinaams/Antilliaans cafetaria Turkse afhaalwinkel Chinees cafetaria Marokkaans café/koffiehuis Turks café/ koffiehuis Kiosk (nr. 2)
20 21 22 23 24 25 Leeg
Ambachtelijk
Pottenbakker Rijwielzaak (nr.98) Rijwielzaak
26 Leeg 27
Zakelijke dienstverlening
Adviesbureau
28
Niet-dagelijks Functieprofiel: groot, incidenteel en bewust
Functieprofiel: vergelijkend
Persoonlijke dienstverleners
Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord
58
Eindrapportage Gebiedsmanagement Willemsweg
Drs. C. van Diemen September 2008
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
1
inhoudsopgave
De opdracht Periode juli 2006 juli 2007 -
3 4
opzetten organisatie coaching en ondersteuning ondernemers voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen ondersteuning winkeliersvereniging werving en selectie bedrijven/ondernemers promotie urenverantwoording
Periode januari 2007 – juli 2007 -
pagina
6
organisatie coaching en ondersteuning ondernemers voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen ondersteuning winkeliersvereniging werving en selectie bedrijven/ondernemers promotie urenverantwoording resterende capaciteit
Problemen/vertragingen Aanpassing targets
Periode juli 2007 – december 2007
8 9
Aanpassing subsidieverordening -
organisatie coaching en ondersteuning ondernemers stand van zaken subsidieaanvragen voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen stand van zaken subsidieaanvragen ondersteuning winkeliersvereniging werving en selectie bedrijven/ondernemers promotie
-
Opdracht en realisatie per 1-1-2008 Knelpunten
-
urenverantwoording resterende capaciteit
Periode januari 2008 – juli 2008 -
11
13
urenverantwoording promotie keurmerk veilig ondernemen winkeliersvereniging kiosk bedrijfsinvesteringen investering Willemsweg Totale investeringen Tabel overzicht investeringen/subsidies per pand/bedrijf
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
2
De opdracht Duur en inzet arbeidsuren overeenkomst De overeenkomst ‘Gebiedsmanagement Willemsweg’ loopt van 1 juli 2006 tot 1 juli 2008. Voor deze 24 maanden zijn er 1.050 uren beschikbaar, waarbij uitgegaan wordt van 44 werkbare weken per jaar en een gemiddelde inzet van 12 uur per week. Taken Bij de uitvoering van de taken is ‘Het Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord’ uitgangspunt en leidraad. De taken kunnen als volgt worden ingedeeld: 1. Coaching en ondersteunen van ondernemers Gevestigde en startende ondernemers in dit gebied kunnen ondersteuning krijgen op het gebied van bedrijfsvoering en opstellen ondernemersplan. Elke ondernemer wordt persoonlijk benaderd en zijn/haar situatie wordt in kaart gebracht. Elke ondernemer krijgt een (gratis) begeleidingsaanbod bestaand uit een intake en 2 adviesuren. Ondernemers ondersteunen bij het invullen en indienen van de subsidieaanvraag in het kader van het lopende EFRO-project in dit gebied. In samenwerking met de ondernemers het opzetten van promotionele acties. 2. ondernemers/eigenaren In samenwerking met eigenaren van de bedrijfspanden nieuwe ondernemers aantrekken. Adviseren over de gebiedsgerichte subsidieregelingen in het kader van het lopende EFRO-project in dit gebied. 3. kwantitatieve doelstellingen bij aanvang project: Maximale inzet om de beoogde resultaten van het EFRO-project te behalen, te weten: - 25 aanvragen voor een lening voor investeringen in bedrijfsruimtes - 20 investeringssubsidies in duurzame bedrijfsgoederen 4. bereikbaarheid De gebiedsmanager is tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar voor klanten en projectpartners
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
3
Urenregistratie: zonder registratie geen sturing De uitvoering van de taken wordt bijgehouden op basis van een urenregistratie. Per datum worden de activiteiten omschreven en vindt tijdregistratie plaats. Deze urenregistratie is maandelijks bij de facturen bijgevoegd. De taken zijn in de volgende hoofdcategorieën ingedeeld: - coaching en ondersteunen van ondernemers (taak 1 en 2) - voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen (taak 2) - promotie (laatste punt taak 1) - werving en Selectie van bedrijven/ondernemers (taak 2) - organisatie (taak 4) - ondersteuning winkeliersvereniging (deels laatste punt taak1) - kwantitatieve doelen (taak 3)
Periode juli 2006 – 1 juli 2007 Juli – december 2006 Opzetten organisatie Op 11 juni 2006 gaf wethouder Depla de aftrap voor het project Gebiedsmanagement Willemsweg. Op de Trots op de Wijkdag werd officieel meegedeeld dat het Winkelcentrum Willemsweg weer een aantrekkelijk en comfortabel winkelcentrum moet worden. De Willemsweg zelf wordt opnieuw ingericht, ondernemers kunnen gebruik maken van een (gratis) bedrijfsadviseur en ondernemers en eigenaren van bedrijfspanden kunnen in aanmerking komen voor subsidie om het bedrijfspand op te knappen en/of te investeren in kapitaalgoederen. Deze nulmeting is op video vastgelegd door een professioneel bedrijf, ‘Maanlicht’. Op 4 juli worden de plannen in wijkcentrum De Vrijbuiter aan alle ondernemers gepresenteerd. Betrokkenheid en inspraak van de ondernemers staan centraal bij de realisatie. Met alle ondernemers werd individueel contact gelegd en een coachingaanbod gedaan. Parallel werd het Economisch Gebiedsplan Willemsweg – Noord opgesteld. Het onderzoek onder de ondernemers en een passantenonderzoek maken hier onderdeel van uit. Op deze wijze werd er contact gelegd met en goed inzicht verkregen in de bedrijfsvoering en de visie van de ondernemers in het winkelcentrum aan de Willemsweg. Andere organisatorische activiteiten waren onder meer: Het reguliere overleg met de opdrachtgever / Directie Wijk & Stad. Overleg met ERAC, een extern bureau dat de subsidieaanvragen ‘subsidietechnisch’ begeleidt. Overleg inzake de op te stellen adviescommissie (Directie Wijk en Stad en EZ).
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
4
Coaching en ondersteunen van ondernemers Een aantal ondernemers heeft in deze fase bedrijfseconomisch advies gekregen. Bij één ondernemer betekende dit dat hij zijn zaak kon voortzetten binnen het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen. Ook hebben de eerste ondernemers ondersteuning gekregen bij het opstellen van de subsidieaanvraag.
Voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen In deze fase is ook met de eerste (ondernemers) eigenaren contact geweest inzake de subsidiemogelijkheden en begeleiding bij het opstellen van de subsidieaanvraag. Met name rondom de kiosk was veel te doen. Geprobeerd is de gemeente, woningbouwvereniging Portaal en het ROC te interesseren voor aankoop. Idee zou dan zijn om hier een nieuwe kiosk te plaatsen met Franse allure, zoals wij deze ook elders in de stad kennen. Helaas is dit in deze fase niet gelukt. Ondersteuning winkeliersvereniging Sinds oktober is actief inzet gepleegd om de winkeliersvereniging Winkelcentrum Willemsweg op te richten. Alle ondernemers zijn lid van deze (informele) vereniging. Op deze wijze zijn de ondernemers ook actief betrokken bij de invulling van het Economisch Gebiedsplan. De ondernemers kozen duidelijk voor scenario 3 ‘handhaving en upgrading’. Deze koers is door de gemeente overgenomen en ingezet. Werving en selectie van bedrijven / ondernemers De Werving en Selectie had in deze fase vooral betrekking op het aantrekken van een ondernemer/exploitant voor de kiosk. Ook is contact geweest met een enkele investeerder. Promotie Naast het ontvangen van een gemeentelijke delegatie en uitwisseling met de gebiedsmanager van de Amsterdamsestraatweg te Utrecht is er voorlichting geweest bij het Bedrijvenloket van de gemeente. Verder contact met basisschool Groot Nijeveld om de wijkeconomie te promoten onder de leerlingen en hiermee ook hun ouders. Er is een eerste opzet gemaakt voor de tekst van de ‘wegwijzer voor ondernemers’ en tekst t.b.v. websites. Urenverantwoording Gedurende de 2e helft van 2006 is 124,5 uur besteed door de gebiedsmanager, waarvan: 54,5 uur advies aan ondernemers, 25,5 uur t.b.v. de winkeliersvereniging, 15,5 uur organisatie, 12,5 uur promotieactiviteiten, 9 uur advies aan eigenaren en 7,5 uur W&S bedrijven.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
5
Periode Januari – juli 2007 organisatie In de beginperiode is veel tijd geïnvesteerd in het aanpassen van het Economisch Gebiedsplan. Dit in overleg met de gemeente (EZ en Onderzoek en Statistiek), de ondernemers en de buurtbewoners (wijkraad). Dit is des te belangrijker omdat het Economisch Gebiedsplan uitgangspunt is voor de invulling van de taken van de gebiedsmanager. Ook moet er voldoende commitment en draagvlak zijn voor realisatie. Uit het onderzoek onder de ondernemers – welke onderdeel is van het Economisch Gebiedsplan – bleek dat de subsidie- en voorwaarden voor de lening niet aantrekkelijk waren voor de ondernemers. Vandaar dat deze zijn aangepast. Een langdurig traject, temeer omdat de aanpassingen moeten worden goedgekeurd door o.m. het college van B&W en de raad. Eind april 2007 was de nieuwe subsidieverordening pas officieel. De officiële beschikking was er in juni 2007. Daarnaast waren er problemen met de Verklaring omtrent Gedrag (VOG) welke onderdeel is van de subsidieaanvraag. Verder was in deze periode ook van groot belang dat de Willemsweg in de periode maart juni opnieuw werd ingericht. Dit betekende regelmatig overleg met de gemeente, uitvoerenden en de ondernemers. Alsook veel vragen beantwoorden van de ondernemers, met name op het gebeid van niet of slecht bereikbaar zijn en omzetderving. Coaching en ondersteunen van ondernemers Op 15 januari vond de presentatie van het Economisch Gebiedsplan plaats in wijkcentrum de Vrijbuiter, dit werd toen ook officieel overgedragen aan wethouder Hannie Kunst van Economische Zaken. Mede doordat duidelijk werd hoe de nieuwe subsidieregeling eruit ging zien kon nu actiever voorlichting gegeven worden over deze regeling en werden ondernemers gestimuleerd en ondersteund bij het indienen van deze aanvraag. Inmiddels zijn 7 ondernemers geïnteresseerd in de subsidie. Twee hiervan zijn al volledig ingediend en behandeld door de adviescommissie, vier zijn in een ver gevorderd stadium met de aanvraag en één heeft serieuze belangstelling. Bij de eigenaren/ondernemers tellen we zeven geïnteresseerden, waarvan drie de aanvraag al (bijna) volledig hebben ingevuld. De gebiedsmanager heeft als adviseur ook deelgenomen aan de bijeenkomsten van de adviescommissie die de subsidieaanvragen beoordeelt. Één ondernemer heeft bedrijfsadvies gekregen over het huurcontract/ de huurrechten en één ondernemer inzake de financiering van zijn bedrijf/c.q. de ontwikkeling van zijn bedrijf. Voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen Alle eigenaren van bedrijfspanden zijn uitgenodigd voor de voorlichtingsbijeenkomst op 14 maart. Positief was de hoge opkomst, negatief was dat men zeer teleurgesteld was dat kamerverhuurbedrijven en woningen boven de bedrijven niet in aanmerking komen voor subsidie: een gemiste kans. Naast de zeven eerder genoemde eigenaar/ondernemers, zijn er nog acht eigenaren geïnteresseerd in de subsidie. Voor 4 bedrijfspanden zijn de subsidieaanvragen al ingediend alsook voor één woonhuis waar weer een bedrijfspand van wordt gemaakt. Ook is er één aanvraag voor de huursubsidieregeling. Één aanvraag wordt opgesteld en één eigenaar heeft serieuze interesse. Voor vier panden geldt dat er geen aanvraag te verwachten is, zo komen de ALDI en de Schlecker niet in aanmerking voor de subsidie. Één pand is van de gemeente en één eigenaar heeft geen interesse in verhuur of opknap van zijn pand dat leeg staat en veel achterstallig onderhoud heeft.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
6
Ondersteuning winkeliersvereniging In deze fase is er veel tijd geïnvesteerd in het opzetten van de Winkeliersvereniging Willemsweg. Er is een (voorlopig) bestuur en de taken zijn verdeeld, de belangrijkste deeltaken zijn: PR, herinrichting Willemsweg en KVO. Het ondernemersblad Winkelcentrum Willemsweg is op 1 juni voor het eerst uitgekomen. Onderzocht is wat de status is van de ‘nadeelcompensatieregeling’. Dit laatste in het kader van derving inkomsten tijdens de herinrichting van de Willemsweg. Verder is er contact geweest met MKB Nijmegen om subsidiemogelijkheden voor de ondernemersvereniging te bespreken. Dit ook in het kader van professionalisering. Tot slot is het traject voor het verkrijgen van het Keurmerk Veilig Ondernemen ingezet.
Werving en selectie van bedrijven / ondernemers Mede door de lage leegstand is er weinig ingezet op werving en selectie van ondernemers. Voor de kiosk zijn inmiddels 3 gegadigden, waaronder één zeer serieus. Met de eigenaar van een leegstaand bedrijfspand is contact opgenomen over verhuur. Vooralsnog is de interesse minimaal. Één ondernemer zoekt een bedrijfspand waarin een mediaservice annex reïntegratiebedrijf voor gehandicapten wordt ondergebracht. Ook met de eigenaar die van een woonhuis bedrijfsruimte wil maken is contact over de invulling.
Promotie Er is deelgenomen aan de IPSV kennisgroep Multiculturele Winkelstraat te Den Haag. Dit op 22 januari in de wijk Transvaal. In het Nijmeegse netwerk waren vooral de contacten met Bureau Zelfstandigen, Het Bedrijvenloket, MKB Nijmegen en de ringstratenmanager van belang. Verder was er natuurlijk de Trots op de Wijkdag en hebben het ondernemersblad en een speciale brochure over de subsidieverordening het licht gezien. De ondernemers zijn zelf bezig met de voorbereiding van een reclamebord in de straat en een reclamefolder.
Urenverantwoording Gedurende de 1e helft van 2007 is 321,5 uur besteed door de gebiedsmanager, waarvan: 54,5 uur advies aan ondernemers, 81 uur t.b.v. de winkeliersvereniging, 51,5 uur organisatie, 23 uur promotieactiviteiten, 50 uur advies aan eigenaren, 13,5 uur W&S bedrijven en 48 uur stand by/secretariaat.
Resterende capaciteit In totaal is er voor de gebiedsmanager 1.050 uur beschikbaar in de periode 1 juli 2006 tot 1 juli 2008. Er wordt op jaarbasis uitgegaan van 44 werkbare weken. Dit betekent dat er voor het komende jaar nog 1.050 -/- 446 = 604 uur beschikbaar is. Per week komt dit dan gemiddeld op 604 : 44 = 13,73 uur. Dit ligt iets boven de geplande 12 uur per week.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
7
Problemen / vertragingen 1. De aanpassing van de subsidieregeling heeft zonder meer tot de belangrijkste vertraging in het project gezorgd. Anderzijds is de regeling nu dusdanig verbeterd dat de slaagkans aanzienlijk vergroot is. De oude regeling: maximaal €10.000,- en max 30% bedrijfsmiddelen Lening verbouwing/herinrichting max €20.000, Huurderving max 50% max ½ jaar max €4.500,(bron: Willemsweg in beeld, 9 maart 2006. Projectplan behorend bij subsidieaanvragen in het kader van het EFRO programma NijmegenKanaalgebied 20000 -2006: Stimulering Economie Willemsweg & herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg) De nieuwe regeling : Maximaal €40.000,- en maximaal 50% subsidie op investeringen in kapitaalgoederen en/of verbouwing/herinrichting bedrijfspand 2. Door de herinrichting van de Willemsweg heeft er een vertraging plaats gevonden in de subsidieaanvragen. Deels komt dit door de beperkte bereikbaarheid waardoor een verbouwing, bijvoorbeeld door het niet kunnen plaatsen van steigers, niet mogelijk was. Deels hadden de ondernemers tijdens de herinrichting van de Willemsweg andere zorgen omdat ze door de slechte bereikbaarheid aanzienlijk minder inkomsten hadden.
Aanpassing targets -
-
output kwantitatief Op basis van de huidige informatie en de aangepaste subsidieregeling moeten we er van uitgaan dat 45 aanvragen - doelstelling oude regeling - niet reëel zijn. Rond de 25 aanvragen lijkt onder de nieuwe regeling meer realistisch. gevel woonhuis boven bedrijfspand mee subsidiëren De subsidieregeling wordt aanzienlijk aantrekkelijker indien de woonhuizen (boven de bedrijfspanden) ook subsidiabel zijn. Binnen de EFRO-regeling kan dit blijkbaar niet. Wellicht kan dit wel binnen een soortgelijke regeling die nu voor de ringstraten geldt. Aanbeveling: onderzoek in hoeverre deze regeling te kopiëren is naar Winkelcentrum Willemsweg. Desnoods kan men hier in een latere fase dan gebruik van maken.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
8
Periode juli 2007 – december 2007 Aanpassing subsidieverordening In 2007 is de subsidieverordening aangepast tot één investeringsregeling voor investeringen in bedrijfsruimtes en duurzame bedrijfsgoederen. De subsidie werd verhoogd tot maximaal 50% en maximaal €40.000,-. De Leningscomponent kwam hiermee te vervallen. Juni 2007 was deze aanpassing officieel rond. Organisatie De organisatie is in de voorgaande periode goed en stabiel opgezet. Vandaar dat slechts 3% van de beschikbare uren besteed werd aan “organisatie”. Dit betreft vooral het maandelijks overleg met de Directie Wijk en Stad, Afdeling Wijkmanagement en overleg met ERAC, het bureau dat de subsidieaanvragen in 1e instantie behandelt. Coaching en ondersteunen van ondernemers De meeste tijd – 40% van de beschikbare uren – is besteed aan het begeleiden/adviseren van de ondernemers. Waarbij stimulering en begeleiding van de subsidieaanvragen de belangrijkste activiteiten waren Mede doordat de subsidievoorwaarden werden aangepast – in gunstige zin – kwam er extra druk in deze periode om de aanvragen alsnog in te dienen. Bovendien was dit ook de laatste periode waarin subsidieaanvragen, waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is, in te kunnen dienen. Dit i.v.m. de lange procedures die gepaard gaan met bouwaanvragen voor bedrijven en het aflopen van het project. Daarnaast zijn in dit kader twee ondernemers begeleid bij het invullen van de nadeelcompensatieregeling en heeft er individuele bedrijfsadvisering plaatsgevonden bij een aantal ondernemers. Stand van zaken subsidieaanvragen Er zijn 31 ondernemers of ondernemers/eigenaren gevestigd in Winkelcentrum Willemsweg. Zes hiervan komen niet in aanmerking voor een subsidieaanvraag omdat het pand leegstaat, opgeheven wordt of omdat het tot een (grotere) keten behoort. Van de 25 ondernemers die er dan resteren heeft er één zijn pand in 2007 verbouwd zonder subsidie. Acht ondernemers hebben (nog) geen interesse getoond. Dit om diverse redenen, uiteenlopend van de zaak is net nieuw, er is geen behoefte aan investeringen tot onzekerheid over de toekomst of er is nog een beperkt aantal jaren te gaan tot het pensioen. Resteren 16 ondernemers/ondernemers eigenaren waarvan er 13 inmiddels een subsidieaanvraag hebben ingediend en 3 serieus geïnteresseerd zijn deze in te dienen. Voorlichten en ondersteunen eigenaren bij subsidieaanvragen De voorlichting aan en het ondersteunen van eigenaren van bedrijfspanden aan de Willemsweg had vrijwel geheel te maken met de aanpassing van de subsidieregeling. Men was in het algemeen al goed op de hoogte, vandaar dat in deze periode niet meer dan 8% van de beschikbare uren besteed werd aan deze taak. Daarnaast is er nog een mailing door ERAC naar de eigenaren verzonden i.v.m. deadline subsidies waarvoor een bouwvergunning nodig is. Stand van zaken subsidieaanvragen Van de 33 betrokken eigenaren (niet ondernemer) van bedrijfspanden is subsidie voor 5 eigenaren niet van toepassing. Zeven eigenaren hebben een subsidieaanvraag ingediend, voor twee eigenaren loopt de aanvraagprocedure en twee zijn serieus geïnteresseerd om een aanvraag in te dienen. Twaalf eigenaren van bedrijfspanden hebben (nog) geen interesse getoond. De redenen zijn uiteenlopend. Belangrijke argumenten zijn dat de eigenaar/verhuurder de investering niet (meteen) terugziet in een huurverhoging. Maar ook dat het bovenhuis (ook in geval van kamerverhuur) niet binnen de subsidieregeling valt.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
9
Ondersteuning winkeliersvereniging Ook hier heeft de gebiedsmanager circa 8% van de beschikbare tijd aan besteed. Op 31 oktober is er nog een grote bijeenkomst geweest. Deze stond vooral in het teken van klachten mede naar aanleiding van omzetderving ten gevolge van de herinrichting van de straat en het niet nakomen van beloftes, als een parkeerautomaat waarin men met muntgeld kan betalen. Het verkrijgen van het Keurmerk Veilig Ondernemen wordt ook als een taak van de ondernemersvereniging gezien. Op 6 november was er een grote voorlichtingsbijeenkomst voor de ondernemers, waarbij de politie, de brandweer, het HBD en de gemeente aanwezig waren. Al met al is de verwachting dat ‘de ster’ in het kader van het KVO in het 1e kwartaal van 2008 in het verschiet ligt. Een ingevulde matrix met aandachts- en actiepunten ligt hieraan ten grondslag. Schoon, heel en veilig moeten ook het imago van de Willemsweg verbeteren. Werving en selectie van bedrijven / ondernemers Mede doordat er (vrijwel) geen leegstand is, is hier nauwelijks tijd aan besteed. De ondernemer die geïnteresseerd was in de kiosk is helaas afgehaakt omdat er teveel financiële risico’s aan zitten. Promotie Het promotiebeleid wordt ook als verbindende factor gezien tussen de ondernemers. De straat is opnieuw ingericht en aanzienlijk verbeterd. In het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen krijgen schoon, heel en veilig bijzondere aandacht. Een gericht promotiebeleid moet deze elementen verder versterken. Door gerichte acties moet de winkelstraat weer positief op de Nijmeegse kaart komen. Vandaar dat er ook relatief veel (25% van de beschikbare uren) besteed is aan promotie. Onder de ondernemers is een enquête uitgezet, hieruit blijkt dat men vooral effect verwacht van reclame in locale (huis aan huis) bladen. Dit kan versterkt worden door bijvoorbeeld, radio- en busreclame. Ook ziet men graag een groot reclamebord bij de ingang van de straat of naast de Aldi. Voor de interne communicatie was er een ondernemersblad. Na twee nummers is besloten om er een elektronische nieuwsbrief van te maken. Voordelen zijn: goedkoper en er kan sneller gereageerd worden op actuele thema’s. In de OpWegkrant wordt nu telkens geadverteerd als deze uitkomt. Dit betekent tweemaandelijks. Hiermee worden vrijwel alle huishoudens (2.700) in Nije Veld bereikt. Probleem was/is dat bijna geen enkele ondernemer een (digitale) logo had/heeft. Dit is deels opgelost door foto’s en scans te maken. De twee pagina grote advertentie in de OpWegkrant is ook voor 2008 gereserveerd. Voor 2008 zijn al afspraken gemaakt met het ROC om een PR-beleid voor Winkelcentrum Willemsweg op te zetten.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
10
Opdracht en realisatie per 1-1-2008 Om de voortgangsanalyse per taak in beeld te brengen wordt per taak – cursief – aangegeven wat de stand van zaken is per 1-1-2008 1. Coaching en ondersteunen van ondernemers Gevestigde en startende ondernemers in dit gebied kunnen ondersteuning krijgen op het gebied van bedrijfsvoering en opstellen ondernemersplan. Met elke ondernemer is contact, indien er behoefte aan is maakt de ondernemer gebruik van deze ondersteuning. Twee (potentieel) startende ondernemers hebben hier ook gebruik van gemaakt. Elke ondernemer wordt persoonlijk benaderd en zijn/haar situatie wordt in kaart gebracht. Elke ondernemer is persoonlijk benaderd. Op basis van “Marktonderzoek ondernemers Willemsweg-Noord” eind 2006, het passantenonderzoek, het onderzoek naar de PRbehoefte en de begeleiding bij de subsidieaanvragen is inmiddels van vrijwel elke ondernemer de situatie in kaart gebracht. Elke ondernemer krijgt een (gratis) begeleidingsaanbod bestaand uit een intake en 2 adviesuren. Elke ondernemer heeft dit (gratis) begeleidingsaanbod gekregen, zowel persoonlijk als via de informatiefolders en de (elektronische) ondernemerskrant. Ondernemers ondersteunen bij het invullen en indienen van de subsidieaanvraag in het kader van het lopende EFRO-project in dit gebied. Ondernemers hebben - indien gewenst – ondersteuning gekregen bij het invullen en indienen van de subsidieaanvraag. Alle ondernemers/eigenaren die een aanvraag hebben ingediend of die geïnteresseerd zijn hebben hier gebruik van gemaakt. In samenwerking met de ondernemers het opzetten van promotionele acties. Er zijn met de ondernemers al promotionele acties opgezet, als: gezamenlijk adverteren in de OpWegkrant en de (elektronische) Ondernemerskrant. In 2008 zal deze PR-taak speerpunt zijn. 2. ondernemers/eigenaren In samenwerking met eigenaren van de bedrijfspanden nieuwe ondernemers aantrekken. Met name rond de kiosk is hier veel in geïnvesteerd. Uiteindelijk is de gemeente een procedure gestart om de kiosk af te stoten. Verder is er nauwelijks leegstand: één eigenaar wil zijn (lege) pand niet verhuren en één eigenaar wil eerst verbouwen. Adviseren over de gebiedsgerichte subsidieregelingen in het kader van het lopende EFRO-project in dit gebied. Dit heeft doorlopend plaatsgevonden. 3. kwantitatieve doelstellingen Maximale inzet om de beoogde resultaten van het EFRO-project te behalen, te weten: - 25 aanvragen voor een lening voor investeringen in bedrijfsruimtes - 20 investeringssubsidies in duurzame bedrijfsgoederen In de “Voortgangsrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg periode 1 juli 2006 – 1 juli 2007” is deze doelstelling aangepast tot 25 aanvragen in totaal. Per 1 januari 2008 zijn er 27 aanvragen, waarvan 21 ingediend en 6 serieus te verwachten. 4. bereikbaarheid De gebiedsmanager is tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar voor klanten en projectpartners De projectmanager is minimaal twee dagen per week aanwezig,verder telefonisch (mobiel) en per e-mail 24/24. In de volgende periode zal dit gemiddeld één dag per week zijn.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
11
Knelpunten •
Knelpunt is dat de ondernemersvereniging moeizaam van de grond komt. Redenen (kunnen) zijn dat men het te druk met de eigen zaak heeft en te weinig het belang van de winkelstraat als geheel ziet. Acties in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen en het PR-beleid van de straat hebben als belangrijke (neven) functies: het bewust maken van het belang van het positief op de kaart zetten van Winkelcentrum Willemsweg. Daarbij aansluitend: (collectief) inzet plegen om dit te realiseren en vast te houden.
•
Ander knelpunt is dat in een groot deel van de wijk momenteel sloop/nieuwbouw plaats vindt. Op korte termijn betekent dit veel overlast en verlies van een belangrijk deel van de markt/klanten. Op middellange / lange termijn betekent dit dat er een grotere en kapitaalkrachtiger markt voor terugkomt. Het Dichtersplein maakt dit nu al zichtbaar.
•
Ook een knelpunt is het beperkt aantal uren dat de gebiedsmanager in 2008 nog ingezet kan worden.
Urenverantwoording Gedurende de 2e helft van 2007 is de gebiedsmanager 340 uur werkzaam geweest, waarvan 142 uur (40%) advies aan ondernemers, 86 uur (25%) PR-beleid, 51 uur (15%) advies aan eigenaren/ondernemersvereniging ook 51 uur (15%) aan werving en selectie bedrijven en “stand by functie”. Tot slot 10 uur (3%) aan organisatie. Resterende capaciteit In totaal is er voor de gebiedsmanager 1.050 uur beschikbaar voor de periode 1 juli 2006 – 1 juli 2008. Tot 1 januari 2008 zijn 786 uur besteed, dit betekent dat er nog 264 uur beschikbaar zijn voor de periode 1 januari – 1 juli 2008. Oftewel gemiddeld 8,5 uur per week.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
12
Periode januari 2008 - juli 2008 In deze periode zou het promotiebeleid een belangrijke taak zijn.
Urenverantwoording Het laatste halve jaar van het project is 40 uur besteed aan PR, 85,5 uur aan advies ondernemers (m.n. bedrijfsadvies en ondersteuning (afwikkeling) subsidieaanvraag, voor eigenaren was dit 16 uur. 34 uur is besteed in het kader van het KVO en ondersteuning Winkeliersvereniging, 8,5 uur W&S bedrijven (de kiosk), 31 uur organisatie (m.n. de adviescommissie en overleg gemeente) en tot slot 48,7 uur stand by. Promotie De busreclame en de advertenties in de OpWegkrant worden gecontinueerd. Nieuw is het reclamebord, sedert 29 augustus naast de Aldi, met een plattegrond en alle bedrijven op de Willemsweg. De ‘shopgids’ zal in week 39 verschijnen, deze is al te zien op de website van de wijk en zal ook op de site van de gemeente verschijnen. In oktober zal ook de DVD verschijnen waarop het hele proces in beeld wordt gebracht. Keurmerk Veilig Ondernemen Op 31 maart is de 1e ster in het kader van het KVO, door het HBD, uitgereikt aan wethouder Hannie Kunst (gemeente), de ondernemers, de brandweer en de politie. Winkeliersvereniging De winkeliersvereniging is nieuw leven ingeblazen. De eigenaren van Fawaka en Gaertner wonen zullen de ‘trekker’ zijn. Kiosk Dit jaar zal de gemeente een nieuwe kiosk neerzetten. Er wordt ook al onderhandeld met een ondernemer/ exploitant. Een vestigingsplaatsenonderzoek wordt uitgevoerd. Bedrijfsinvesteringen Indien we de balans opmaken kunnen we stellen dat, mede dankzij de investeringssubsidie: - 8 zaken volledig gestript en opnieuw ingericht zijn - 2 zaken nieuw zijn (de kiosk en nummer 27 voormalig kamerverhuur) - 19 bedrijfspanden de gevel (een een aantal ook het dak) hebben gerenoveerd, waarvan 2 ondernemers/eigenaren zonder subsidie - 13 ondernemers hebben geïnvesteerd in inventaris,machines en/of inrichting Bijna elke ondernemer heeft - op de een of andere wijze - geprofiteerd van de subsidiemogelijkheden. Zie tabel op volgende pagina. Investering Willemsweg De Willemsweg zelf is voor450.000,- opgeknapt. Totale investering In totaal is er door de ondernemers en de gemeente bijna €1,5 miljoen geïnvesteerd in de Willemsweg.
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
13
Tabel Overzicht investeringen/subsidies per pand/bedrijf Winkelcentrum Willemsweg
volledig gestript/ opnieuw ingericht
update 20-08-08 Zaaknaam
nieuw gevel (en) dak
inventaris/machines investering
subsidie
inrichting/PR
nr
LEEG (KIOSK)
2
X
BRN
18
DENGIZZ Electronics
26
ALDI IPEK Beautysalon & Dameskapsalon Fantasie
40 42
X
X
Hairstyling Fantasie
42
X
X
LEEG: te huur
48
X
Cafetaria Gül
50
X
Estria Kapsalon
56
Pottenbakkerij De Mussepot
64
Fa Waka Afhaalcentrum
72
X
Hairstyling Fantasie
74
X
Efe Gordijnshop
78
X
New India Toko
86
X
X
New India kleding
92
X
X
Tompion
94
X
LEEG
98
Aydo Electronics
104/106
Meltem Market
112-114
Chinees Cafetaria 118
X
X
1.475,00
60.172,00
30.050,36
78.335,50
39.167,75
X
10.083,04
5.041,52
X
6.417,18
3.208,59
X
80.320,12
40.000,00
X
42.119,00
21.059,50
7.832,18
3.916,09
X
X
118
Kleermaker Perfect
2.950,00
X X
117.022,00
40.000,00
69.760,30
34.880,15
28.345,45
14.172,73
17.084,84
X
1
loopt
Maison Germaine
13
X
Sjon's Tattoo en Piercing Studio
19
X
X
Asya slagerij
21
X
X
34.169,67
Asya slagerij
21
X
X
10.225,00
5.112,50
broodjeszaak
27
43.515,72
21.757,86
Cafe Dallas
29
Schlecker
35
Bakkerij Bereket Rijwielhandel Willemse Gaertner Gafo's Woninginrichting Cafe Bar Erciyes Eethuis Anil Gunaydin Supermarkt
37 43
Eigenaren Mevrouw Kilkens De heer Kenc De heer Kenc (2) De heer Ozcan De heer Demirel Totaal
X
47-51a 57 61 75
17-19 59-61 59-61 42 78-80
X
X
X
X
61.292,00
30.646,00
X X X
X
23.297,22 94.984,91
11.648,61 40.000,00
X
49.900,00
24.950,00
X
4.819,36 2.409,68 6.872,25 3.436,12 4.839,51 2.419,76 86.248,13 40.000,00 5.527,75 2.763,78 929.048,29 435.200,84
Eindrapportage Gebiedsmanager Winkelcentrum Willemsweg juli 2006 – juli 2008
14
WILLEMSWEG IN BEELD
Projectplan behorend bij subsidieaanvragen in het kader van het EFRO programma NijmegenKanaalgebied 2000-2006: • Stimulering Economie Willemsweg • Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
Gemeente Nijmegen Versie 9 maart 2006
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding........................................................................................................ 4 Profiel Willemsweg......................................................................................... 4 Noodzaak subsidieaanvraag EFRO .................................................................... 4 Aansluiting beleid en andere projecten .............................................................. 5
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1
Doelstelling ................................................................................................... 7 Doelstelling en uitgangspunten ........................................................................ 7 Economische effecten en indicatoren................................................................ 8 Verwachte effecten........................................................................................ 8 Indicatoren.................................................................................................... 8 Doelgroep ................................................................................................... 11 Achtergrond financieringsproblematiek ........................................................... 12
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.4
Beschrijving van het project .......................................................................... 13 Aanpak....................................................................................................... 13 Stimulering economie Willemsweg ................................................................. 13 Investeringsfonds Bedrijfspanden met revolving karakter................................... 13 Investeringsregeling bedrijfsmiddelen.............................................................. 14 Beperkte huurdervingsregeling ....................................................................... 14 Accountmanager ondernemers Willemsweg..................................................... 15 Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ............................................... 15 Promotie en publiciteit .................................................................................. 16
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.3 4.4
Planning en organisatie ................................................................................. 17 Organisatie Stimulering economie Willemsweg ................................................ 17 Organisatiestructuur ..................................................................................... 17 Vormgeving en positionering Investeringsfonds bedrijfspanden .......................... 18 Vormgeving en positionering Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen en Huurderving ................................................................................................ 20 Organisatie herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ............................... 20 Projectlocatie .............................................................................................. 20 Planning en looptijd ...................................................................................... 21
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1
Financiële gegevens ..................................................................................... 22 Begroting Stimulering economie Willemsweg................................................... 22 Begroting herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ................................. 25 Financiering................................................................................................. 29 Begrotingstekort .......................................................................................... 30 Aanvullende randvoorwaarden....................................................................... 33
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Schetsontwerp Kaartje plangebied Criteria Investeringsfonds en Investerings cq. Huurdervingsregeling PvE accountmanager Begroting per periode
2
Informatie over dit project en bijbehorende subsidie aanvragen is te verkrijgen bij: Gemeente Nijmegen/ Directie DGG, afdeling EZ/subsidiebureau Projectontwikkelaar: dhr. M. Wientjes Projectleider: dhr. J. Bannink Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN tel 024-3299127 E-mail:
[email protected] Bankrekening ING 68.16.28.707
3
1
Inleiding
1.1
Profiel Willemsweg
Het Willemskwartier ligt zeer centraal in de stad, vlakbij het stadscentrum en op een steenworp afstand van het stadspark De Goffert. Het is een vooroorlogse woonwijk. In de wijkvisie Willemskwartier wordt aangehaald dat het beeld van een vriendelijke volkswijk in de voorbije decennia geleidelijk is verschoven naar een wijk met een negatief imago. Dit imago komt voort uit een jarenlang verloederingsproces onder invloed van drugsgebruik, criminaliteit, migratie, vervuiling en achterstallig onderhoud. Daarbij komt dat de inrichting van de openbare ruimte sterk gedateerd is en onzorgvuldig ingericht. Om deze redenen heeft de gemeente Nijmegen de ontwikkeling van een wijkvisie voor het Willemskwartier dan ook hoge prioriteit gegeven. Tegen deze achtergrond kan ook de ontwikkeling van de Willemsweg worden afgezet. De Willemsweg maakt integraal onderdeel uit van het Willemskwartier, maar kenmerkt zich wel door haar specifieke karakter van lokale winkelvoorzieningen. Er is echter sprake van een gedateerd en onverzorgd imago met name de Kop van de Willemsweg; de straat heeft een rommelig aandoende onsamenhangende concentratie van winkels en horeca. Er is behoefte aan een helder nieuw profiel voor de Willemsweg. In de wijkvisie Willemskwartier is de noodzaak hiervoor helder betoogd: “De uitstraling van de winkelpanden aan de Willemsweg draagt in belangrijke mate bij aan het winkelklimaat en de bereidheid tot investeren bij ondernemers en eigenaren. Een winkelgebied met goed onderhouden panden doet immers vriendelijker en prettiger aan dan een verpauperd winkelgebied. Een goed onderhouden gebied zal meer klanten aantrekken die bovendien langer in een gebied zullen verblijven (en meer besteden). Wanneer panden goed onderhouden worden stimuleert dit eigenaren bovendien tot het doen van nieuwe investeringen. Immers: een slecht onderhouden pand in een goed onderhouden gebied valt – in negatieve zin – op.” Uitgangspunt voor de EFRO-subsidieaanvraag is dan ook het stimuleren van de economische ontwikkeling van de Willemsweg, zodat het gewenste profiel kan worden bereikt. Daartoe worden twee sporen gevolgd die elkaar onderling versterken: • ondernemers aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in hun bedrijfspand cq. onderneming; • de openbare ruimte op de Kop van de Willemsweg wordt aangepakt en de veiligheid wordt bevorderd. De Willemsweg zal daardoor een economische impuls krijgen met een duidelijk ruimtelijk effect. De Kop van de Willemsweg zal een goed zichtbare en aangename entree voor het Willemskwartier worden. De ambities die de gemeente heeft met de Willemsweg overtreffen op het moment de ruimtelijke mogelijkheden. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt. De gemeente wil deze keuzes echter samen met de gevestigde ondernemers maken. Om die reden kent ook dit projectvoorstel een gefaseerde opbouw.
1.2
Noodzaak subsidieaanvraag EFRO
Binnen het Kanaalgebied worden met steun vanuit het Doelstelling-2 programma vele initiatieven uitgevoerd die de problematiek in het gebied helpen bestrijden of kansen helpen benutten. Grootschalige ruimtelijke knelpunten zijn echter in dit gebied moeilijk aan te pakken. Ze blijven op die wijze een hardnekkige oorzaak van de fysieke, sociale en economische problemen die worden ervaren door zowel bewoners als bedrijven. In combinatie met een 4
negatieve uitstraling en een gebrek aan aantrekkingskracht – voortvloeiend uit de structurele problematiek – heeft dit in het verleden geleid tot een negatieve spiraal. Het Kanaalgebied is daarom in 1999 ook niet voor niets aangewezen als één van de stedelijke gebieden in Nederland met een relatieve economische ontwikkelingsachterstand. Dit projectplan vormt de basis voor een tweetal subsidie aanvragen. De activiteiten in het kader van de economische stimulering van de Willemsweg passen uitstekend in de programmastrategie van Nijmegen Kanaalgebied. Hiervoor wordt een aanvraag ingediend binnen maatregel 2.1 “versterken bedrijfsleven en stimuleren ondernemersschap”. Voor de Willemsweg wordt de volgende aanpak voorgesteld: • de panden van de diverse vastgoedeigenaren/ondernemers aan de Willemsweg krijgen waar nodig een ‘facelift’ ten behoeve van het gewenste profiel. Hiervoor wordt een ‘revolving fonds’ gecreëerd waaruit leningen kunnen worden verstrekt; • de aanwezige bedrijven aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in bedrijfsmiddelen. Hiervoor wordt een investeringsregeling gecreëerd waarmee subsidies worden verstrekt aan ondernemers. • er wordt een voorziening getroffen om ongewenste bedrijvigheid te weren, hiervoor wordt een beperkte huurdervingsregeling opgezet. Voor de activiteiten gericht op de herinrichting van de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg wordt een aanvraag ingediend binnen maatregel 1.1. “verbeteren fysieke bedrijfsomgeving”. Er worden fysieke investeringen gepleegd om de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg voor het bedrijfsleven attractief te maken. Een bijdrage vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling is noodzakelijk om het tekort op de voorgenomen investering af te dekken en een voldoende basis beschikbaar te hebben om een stimulerend beleid te hanteren richting de gevestigde ondernemers.
1.3
Aansluiting beleid en andere projecten
In de loop van 2005 gaat ook een EQUAL-project van start gericht op micro-ondernemingen in Arnhem, Nijmegen en Doetinchem. De regeling die voor dit project is opgesteld gaat uit van de volgende uitgangspunten: • Doelgroep betreft starters en doorstarters • Intake vindt plaats bij de Kamer van Koophandel • Er zal sprake zijn van individuele coaching van starters; de ondernemer kiest daarvoor zelf zijn begeleider uit een pool van adviseurs; • Het begeleidingstraject kan uitmonden in een aanvraag voor micro-krediet en aanvullende coaching. • Per lening zal ongeveer € 15.000 worden verstrekt. Indicatief zal voor Nijmegen € 150.000 beschikbaar zijn, zodat ongeveer 10 bedrijven bediend kunnen worden. De leningen worden waarschijnlijk verstrekt uit een leningenfonds • Detailhandel wordt uitgesloten van subsidieverlening. • De regeling loopt van 1 oktober 2005 tot en met 30 september 2007 Gelet op de uitgangspunten wordt in dit projectvoorstel gezocht naar aansluiting op dit project en het voorkomen van overlap. Daarbij kan sprake zijn van onderlinge doorverwijzing. Wijkvisie Willemskwartier In de Wijkvisie voor het Willemskwartier wordt een analyse gepresenteerd van de wijk en worden oplossingsrichtingen voorgesteld voor de aanpak van de bestaande knelpunten. Voor het Willemskwartier wordt ingezet op het doorbreken van de eenzijdigheid, het verbeteren van de woonomgeving, het versterken van de relaties met de omliggende wijken en versterken van de voorzieningenstructuur. 5
Er wordt specifiek aandacht besteed aan de (Kop van de) Willemsweg, dat wordt beschouwd als de poort naar de binnenstad en de entree van de wijk. Er worden maatregelen voorgesteld gericht op het verbeteren van de openbare ruimte, verbeteren van de verkeerssituatie en het versterken van de relaties met de omgeving. De stedenbouwkundige plannen voor de Kop van de Willemsweg zijn hier op gebaseerd. De Wijkvisie vormt dan ook de basis voor de EFRO-subsidie aanvraag voor de herinrichtingvan de openbare ruimte aan de Kop Willemsweg. Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2004 Het Uitvoeringsprogramma Stedelijke vernieuwing geeft de stedelijke vernieuwingsopgave van de gemeente Nijmegen weer, stelt prioriteiten en geeft aan welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn. Dit wordt vervolgens uitgewerkt in deelactiviteiten en projecten die bij moeten dragen aan de doelstellingen van het USV: • verbeteren kwaliteit leefomgeving • betere betaalbaarheid van het wonen • versterking/behoud van identiteit en diversiteit in de stad en de wijken en buurten daarbinnen. In het kader van de doelstelling ‘verbeteren kwaliteit leefomgeving’ wordt aandacht besteed aan het thema stad- en buurteconomie. Onder deze noemer vinden tal van activiteiten plaats, en wordt specifiek ingegaan op het verbeteren van de detailhandelsfunctie aan de Willemsweg en de mogelijke inpassing van nieuwe economische functies. IPSV/MOP-GSB In het kader van het Innovatieprogramma stedelijke vernieuwing (IPSV) van het Ministerie van VROM is het Willemskwartier opgenomen als één van de 56 aandachtswijken. Er is onder regie van de gemeente in samenwerking met bewoners, ondernemers, professionals en woningcorporatie Portaal een integrale wijkvisie opgesteld. Belangrijk onderdeel van de uitvoering van de wijkvisie is de herstructureringsbijdrage (sloop en nieuwbouw). Met de voorgenomen herstructurering van het Willemskwartier wordt de eenzijdigheid en het isolement van de wijk t.o.v. de rest van Nijmegen doorbroken en wordt de basis gelegd voor een duurzaam en levensloopbestendig woonmilieu. Door met name sociale en fysieke doelstellingen van deze herstructurering bij elkaar te brengen wordt getracht de neerwaartse spiraal, waarin het Willemskwartier zich al decennialang bevindt, in positieve zin om te buigen. Naast de herstructurering bevat de wijkvisie Willemskwartier ook een tweetal innovatieve projecten: de voorgenomen vestiging van een Wijkontmoetingscentrum (WOC) en het versterken van een kashba-achtig winkelmilieu aan de Willemsweg waar veel allochtone ondernemers zijn gevestigd. Bij deze projecten ontmoeten het sociale, het economische en het fysieke domein elkaar. De kashba-formule voor de (Kop van de) Willemsweg bevordert de ontmoeting tussen oude en nieuwe Nederlanders uit het Willemskwartier en zelfs de rest van Nijmegen en de regio. De uitvoering van het IPSV-project Willemskwartier is opgenomen in de GSB-MOPIII planning. De hiermee gepaard gaande IPSV middelen worden als cofinanciering ingezet voor beide subsidie aanvragen.
6
2
Doelstelling
2.1
Doelstelling en uitgangspunten
Dit project kent doelstellingen op twee niveaus. Ten eerste op het niveau van het beleid en ten tweede op operationeel niveau. Beleidsdoelstellingen • Doorbreken van de economische eenzijdigheid en het isolement van de wijk t.o.v. de rest van Nijmegen • In het kader van de stedelijke vernieuwing moet dit project ondernemers stimuleren om te investeren in hun onderneming en de bedrijfshuisvesting; • Stimuleren van economische bedrijvigheid en diversiteit in het aanbod binnen een kwetsbaar gebied van Nijmegen door financiering van ondernemersplannen die anders niet gefinancierd zouden worden; • Versterken van het vestigingsklimaat voor bedrijven en het realiseren van een attractievere bedrijfsomgeving aan de Kop van de Willemsweg. Dit kan onder meer door een financiële bijdrage beschikbaar te stellen voor investeringen in de bedrijfsmiddelen en -huisvesting en door te investeren in de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg. Het projectplan richt zich in dat kader dan ook vooral op investeringsprojecten. Dat zijn tevens de onderdelen waarvoor een beroep op het Doelstelling 2 programma wordt gedaan. Operationele doelstellingen Stimulering economie Willemsweg Er wordt direct geïnvesteerd in ondernemingen die door banken of andere reguliere financiële instellingen momenteel niet worden bediend, door middel van: • het verstrekken van Investeringskredieten voor Bedrijfspanden via een Revolving Fonds; • het verstrekken van Investeringsbijdragen voor Bedrijfsmiddelen via een Investeringsregeling; • het verstrekken van beperkte huurdervingsvergoedingen; Met de investeringsbijdragen aan het bedrijfsleven beoogt de gemeente een structurele impuls te geven aan de concurrentiekracht van het bedrijfsleven (MKB) aan de Willemsweg. Daarnaast wordt ondernemerschap gestimuleerd en worden voorzieningen in het leven geroepen die de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt moeten verbeteren. In dit verband wordt er tevens een accountmanager Willemsweg aangesteld die de bovengenoemde regelingen en het fonds moet gaan promoten en ondernemers ondersteunt en adviseert in hun investeringsbeslissing. In aanvulling op de investeringsbijdragen omvat dit project ook een onderdeel dat vooral van belang is om de regiefunctie van de gemeente in samenwerking met het bedrijfsleven vorm te geven. Daarbij gaat het om vergoedingen voor huurderving in verband met tijdelijke leegstand. Voor dit onderdeel wordt geen beroep op Doelstelling 2 gedaan. Operationele doelstelling Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg Er vinden directe investeringen plaats in de openbare ruimte aan de Kop Willemsweg zodat deze economisch aantrekkelijker wordt en de veiligheid van het gebied toeneemt: • Herinrichting weg/rijbaan Willemsweg • Realiseren van een groen- en verlichtingsplan voor de Kop van de Willemsweg • Aanleg verkeersmaatregelen.
7
2.2
Economische effecten en indicatoren
2.2.1
Verwachte effecten
Om de doelstellingen van het project tastbaar te maken worden - waar mogelijk - voor beide subsidie aanvragen de economische effecten in de vorm van indicatoren weergegeven. Aangezien er een onderscheid bestaat tussen verschillende onderdelen van het project zullen ook de resultaten en effecten per onderdeel verschillen. Met het project ‘Stimulering economie Willemsweg” creëert de gemeente Nijmegen een aantrekkelijke voorziening voor MKB bedrijven. Dit sluit aan bij de doelstellingen in het sociaal-economisch beleidsplan om meer aandacht te besteden aan het MKB als drijvende kracht van de Nijmeegse economie. Dit project kan als voorbeeld gaan fungeren voor andere delen van Nijmegen, waar op termijn ook dergelijke bedrijfsgerichte voorzieningen kunnen worden ontwikkeld. Door de economische potentie van de Willemsweg te verbeteren wordt tevens een impuls gegeven aan de ontwikkeling van het Willemskwartier (uitstralingseffect). De investeringskredieten en investeringssubsidies zullen bijdragen tot: • een verbetering van de huisvesting van de onderneming en/of; • een positieve bijdrage aan de uitstraling van de buurt en/of • een structurele verhoging van de omzet van de ondernemer en/of; • een uitbreiding van de bedrijfsoppervlakte van de onderneming en/of; • een toename van de werkgelegenheid. De ondernemers die mede door kredietfaciliteiten van het Investeringsfonds Bedrijfspanden succesvol worden, kunnen als rolmodel fungeren voor andere ondernemers, maar vooral ook voor de intermediairs en financiers die normaal gesproken zorg dragen voor bedrijfskredieten (met name banken). Wanneer het Investeringsfonds inderdaad in dat opzicht een succes is, kan het zichzelf steeds verder overbodig maken doordat de markt een steeds groter deel van de kredieten verleent. Aanvragen voor vergoeding van huurderving zullen leiden tot: • het vrijhouden van panden voor en vestiging van ondernemers die passen binnen het Wijkplan of het brancheplan. In het aanvraagformulier zullen de aanvragers aan moeten geven in hoeverre het project bijdraagt aan een van bovengenoemde elementen. Dit zullen veelal beschrijvingen zijn, die zoveel mogelijk worden aangevuld met kwantitatieve gegevens. De investeringen in de openbare ruimte moeten bijdragen aan de economische aantrekkelijkheid van de Willemsweg als vestiginglocatie voor (MKB) bedrijven. De maatregelen zullen een positieve uitstraling op de directe omgeving teweeg brengen. Hierdoor zal het imago van het gebied worden verbeterd en zal de waarde van het onroerend goed stijgen (spin off). De maatregelen in het plangebied zullen bijdragen aan: • Verbetering/modernisering van de ruimtelijke kwaliteit van de bedrijfsomgeving; • Verbeteren van de ontsluiting en/of de interne verkeersafwikkeling; • Behoud en vergroting van de aantrekkelijkheid van het gebied voor de huidige en nieuwe bedrijvigheid; • Het veiligstellen van de werkgelegenheid, dan wel het creëren nieuwe werkgelegenheid; • Het aantrekken van bezoekers waardoor een impuls ontstaat voor de aan de Willemsweg gelegen (en nog te ontwikkelen) economische functies.
2.2.2
Indicatoren
Aangezien op basis van dit projectplan twee subsidie aanvragen worden ingediend binnen verschillende maatregelen van het Doelstelling-2 programma, worden hieronder ook voor beide maatregelen de bijdrage aan de indicatoren uitgewerkt. 8
Code Output-indicator maatregel 2.1 A Aantal MKB-bedrijven die financiële bijstand ontvangen B Aantal deelnemers aan informatieve bijeenkomsten/cursussen C Aantal wervingscampagnes D Aantal ondernemingen die financiële steun ontvangen om milieuproducten en ecoproducten te ontwikkelen E Aantal startersprojecten Code Resultaat-indicator maatregel 2.1 F Volume uitgelokte private investeringen (in mln euro) G H I J
Aantal Aantal Aantal Aantal
gerealiseerde product- en procesinnovaties (bruto) gecreëerde arbeidsplaatsen geacquireerde bedrijven startende ondernemingen
44 44 1 1 140.000 euro (0,14 mln) 9 44 -
In totaal zijn er aan de Willemsweg 44 ondernemingen gevestigd. Een ondernemer kan op verschillende onderdelen van het projectplan een beroep doen. De som van de aanvragen voor de regelingen en kredietfaciliteit zal daardoor mogelijk hoger zijn dan het aantal ondernemingen dat aan de Willemsweg is gevestigd. In totaal wordt uitgegaan van 45 aanvragen voor deelname aan het Investeringsfonds en de Investeringsregeling. Voor het Investeringsfonds wordt een private bijdrage gevraagd van de ondernemers zelf, in totaal wordt uitgegaan van 140.000 eigen private bijdrage. Het volume aan uitgelokte private investeringen kan echter groter zijn dan dat vanwege extra investeringen die worden uitgelokt door de kredieten en de subsidies. Deze zijn echter niet op voorhand expliciet meetbaar te maken en daarom niet als zodanig opgenomen in dit plan. Bij de streefwaarde van de indicator ‘aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen’ is als uitgangspunt gerekend met gemiddeld één extra arbeidsplaats die ontstaat per vijf ondernemingen die een krediet of subsidie ontvangen. Als referentie hiervoor is afgegaan op vergelijkbare regelingen of kredietfondsen in andere Nederlandse steden. Code A B C D E F Code G H I J K
Output-indicator maatregel 1.1 Aantal nieuwe bruto m2 bedrijfs- of kantoorvloeroppervlakte Aantal m2 gerenoveerd bedrijfs- of kantoorvloeroppervlakte Aantal hectare gerevitaliseerd bedrijfsterrein Aantal hectare nieuw ontwikkeld bedrijfsterrein Aantal nieuwe startershuisvestingen/ bedrijfsverzamelgebouwen/ woonwerk-ruimten Aantal nieuwe toeristische voorzieningen Resultaat-indicator maatregel 1.1 Aantal gevestigde bedrijven Volume uitgelokte private investeringen Aantal tijdelijke arbeidsplaatsen Aantal (bruto) gecreëerde arbeidsplaatsen Aantal (startende) ondernemingen
9
2500m2/0,25 ha 48 6 4
Het project levert een bijdrage aan tijdelijke werkgelegenheid en indirect aan de bruto gecreëerde werkgelegenheid. Aan de hand van ervaringsgegevens van het programma Nijmegen Kanaalgebied 1 bij het herinrichten van openbare ruimte, levert elke 55.000 euro investering één manjaar aan tijdelijke werkgelegenheid op. Gelet op de totale investering van afgerond 300.000 euro, mag worden verwacht dat circa 6 (manjaren) tijdelijke arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Aangezien voor de indicator ‘bruto gecreëerde werkgelegenheid’ geen rechtstreekse relatie tussen de investeringen en de werkgelegenheidseffecten kan worden gelegd is deze indicator niet gekwantificeerd. Belangrijke spin off van deze revitaliseringsinspanning is behalve toename van de waarde van het onroerend goed ook verbetering van de bedrijfsresultaten en daarmee inkomen van zittende ondernemers. Het verhoogt de bedrijfszekerheid en verlevendigd de winkelstraat.
1
kosten gerealiseerde projecten in verhouding tot gerealiseerde indicatoren in maatregel 1.1 en 1.2.
10
2.3
Doelgroep
De doelgroep van beide subsidie aanvragen zijn de ondernemers aan de Willemsweg. Aan de Willemsweg bevinden zich veelal kleine bedrijfjes waarvan het merendeel in detailhandel en horeca, zie ook onderstaande tabel. Cijfers afdeling statistiek en onderzoek, gemeente Nijmegen Kerncijfers Willemsweg Aantal vestigingen Aantal werkzame personen Gem. aantal wp per vestiging
44 (waaronder 1 wijkwinkel) 112 2,5
Indeling grootteklasse bedrijven 1 werkzame persoon 2-5 werkzame personen 6-10 werkzame personen 11-20 werkzame personen geen gegevens Totaal
13 26 2 1 2 44
Indeling bedrijfsklasse kvk 15 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 26 Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten 45 Bouwnijverheid 50 Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations 51 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) 52 Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen 55 Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking 64 Post en telecommunicatie 70 Verhuur van en handel in onroerend goed 74 Overige zakelijke dienstverlening 85 Gezondheids- en welzijnszorg 92 Cultuur, sport en recreatie 93 Overige dienstverlening Totaal
1 1 2 1 2 17 8 2 1 3 2 1 3 44
De subsidie aanvraag voor ‘Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg’ betreft vooral activiteiten van faciliterende aard, die op meer indirecte wijze een bijdrage leveren aan de aan de Willemsweg gevestigde ondernemingen. De subsidie aanvraag voor ‘Stimulering economie Willemsweg’ is primair gericht op stimulering van kleine en middelgrote bedrijven aan de Willemsweg waarbij geen branches uitgezonderd zijn. In een aantal onderdelen van de regeling kan deze doelstelling ook worden gerealiseerd via verhuurders van panden (vastgoedorganisaties en particuliere vastgoedeigenaren). Uitgangspunt is daarbij steeds dat de investering ten goede komt aan de in de bedrijfspanden gevestigde ondernemingen. Het gaat vooral om (door)starters met ondernemersvaardigheden die een serieuze kans hebben om van hun onderneming een succes te maken, maar die niet in staat zijn hun ondernemersplannen gefinancierd te krijgen. Onder starters wordt iedere ondernemer verstaan die niet langer dan één jaar ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Ook de bestaande bedrijvigheid in dit gebied komt in aanmerking voor financiering of kredietverlening. Aan de Willemsweg zijn veel allochtone ondernemers gevestigd. De Willemsweg is het hart van een multiculturele wijk. Beide subsidieaanvragen leveren in belangrijke mate een bijdrage aan het scheppen van gelijke kansen voor allochtone ondernemers. Aandacht voor allochtoon ondernemerschap heeft toegevoegde waarde ondermeer omdat allochtone ondernemers niet altijd (zelf) hun weg vinden naar faciliteiten van banken en de Kamer van Koophandel. Met name 11
deze groepen ondernemers is het vaak lastig om kleinschalige investeringskredieten te krijgen bij reguliere bankinstellingen. Met name via het project ‘Stimulering economie Willemsweg’ wordt een aantal laagdrempelige en concrete financieringsfaciliteiten in het leven geroepen die juist deze groep ondernemers een impuls kan geven om te investeren in hun onderneming.
2.3.1
Achtergrond financieringsproblematiek
Een deel van de (door)startende en bestaande ondernemers heeft bijna geen toegang tot reguliere financieringsmogelijkheden voor bedrijfsinvesteringen. Eén van de knelpunten waarmee (door)starters maar ook bestaande ondernemers kampen, is de financiering van hun onderneming en van hun doorgroeiplannen. In de praktijk blijkt dat vooral kleine kredieten en bedrijfsgerichte subsidies erg lastig te verkrijgen zijn. Het niet verkrijgen van financiering vormt een veel voorkomend knelpunt voor de start, doorstart of uitbreiding of verbetering van een onderneming. Het niet kunnen verkrijgen van ‘reguliere’ financiering voor deze kwetsbare ondernemers hangt dikwijls samen met het feit dat: • Deze ondernemer niet over eigen geld beschikt. • Er vaak geen (groot) eigen vermogen in de familie van deze ondernemer zit. • Banken geen interesse hebben in financiering van de bedrijfsplannen omdat de kredietaanvraag te gering is. Daardoor ontstaat een ongunstige verhouding tussen de handelingskosten (administratieve kosten) van de aanvraag en het mogelijke rendement dat de bank kan maken. • Banken de ondernemerskwaliteiten van deze groep ondernemers niet (h)erkennen. Deze problematiek is met name voor etnische ondernemers aan de orde, getuige ook het Actieplan Nieuw Ondernemerschap van het Ministerie van Economische Zaken (juni 2005), waarin het volgende wordt gezegd: 2 “Voor nieuwe ondernemers is het vinden van een bancaire financiering vaak erg moeilijk. Banken weten niet altijd hoe zij tegen een businessplan van een ondernemer moeten aankijken, die wil starten in een branche waarvoor de bank geen ‘track record’ heeft. Kredietverlening kan dan moeilijk plaatsvinden omdat ervaringsgegevens bij de bank ontbreken. Zelf beschikken nieuwe ondernemers vaak over weinig of geen eigen vermogen. Doordat nieuwe ondernemers regelmatig niet beschikken over voldoende formele onderpanden om via de banken aan kapitaal te komen, zoeken zij dan ook vaak hun toevlucht tot de eigen familie of vriendenkring voor de financiering van hun onderneming. Bovendien is bekend dat nieuwe ondernemers relatief vaak om kleine kredieten vragen. Kleine kredieten zijn voor banken in het algemeen minder interessant, omdat aan de verlening van een klein krediet dezelfde vaste kosten zijn verbonden voor de bank als aan kredietverlening op grotere schaal. Nieuwe ondernemers weten bovendien niet altijd hoe zij een Nederlandse bank moeten benaderen en aan welke eisen een kredietaanvraag moet voldoen.”
2
Onder ‘nieuw’ wordt in deze context verstaan ‘allochtoon’ of ‘etnisch’.
12
3
Beschrijving van het project
3.1
Aanpak
Voor de Kop van de Willemsweg wordt de volgende aanpak voorgesteld: 1. de panden van de diverse vastgoedeigenaren/ondernemers aan de Willemsweg krijgen waar nodig een ‘facelift’ ten behoeve van het gewenste brancheprofiel. Hiervoor wordt een ‘investeringsfonds’ gecreëerd met een revolving karakter, waaruit leningen kunnen worden verstrekt; 2. de aanwezige bedrijven aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in bedrijfsmiddelen. Hiervoor wordt een investeringsregeling gecreëerd. 3. er wordt een voorziening getroffen om ongewenste bedrijvigheid te weren, hiervoor wordt een beperkte huurdervingsregeling opgezet. 4. de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg wordt heringericht en voor het bedrijfsleven attractief gemaakt. Deze aanpak resulteert in een compleet pakket van activiteiten en voorzieningen ten behoeve van de ondernemers aan de Willemsweg verdeeld over twee subsidie aanvragen. De voorziene activiteiten worden hieronder per subsidie aanvraag toegelicht.
3.2
Stimulering economie Willemsweg
3.2.1
Investeringsfonds Bedrijfspanden met revolving karakter
Doel van dit Investeringsfonds is het creëren van een structurele faciliteit om het ondernemerschap op de Kop van de Willemsweg te stimuleren om hun bedrijfspanden fysiek op te waarderen. Het Investeringsfonds Bedrijfspanden is bedoeld voor ondernemers en vastgoedeigenaren die in hun bedrijfspanden en bedrijven willen investeren en daarmee ook bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied. Aanvragen binnen het Investeringsfonds Bedrijfspanden kunnen betrekking hebben op bestaande of nieuwe bedrijfspanden en inventaris. Indien ondernemingen passen binnen de genoemde doelgroep wordt bezien of hun investeringsplannen onderdelen bevatten die in aanmerking kunnen komen voor subsidie. In grote lijnen gaat het hierbij om: • verbouwingskosten van bedrijfspanden • herinrichtingskosten van bedrijfspanden, bijvoorbeeld gericht op een wijziging van de indeling van de bedrijfsruimte waardoor een capaciteitsvergroting wordt gerealiseerd, herstel van buitenmuren ten behoeve van het aanzicht en aanleg van noodzakelijke voorzieningen. Er wordt belang gehecht aan investeringen die specifiek de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt verbeteren. Aanvragen kunnen in dat kader bijvoorbeeld betrekking op het aanbrengen van open rolluiken, open puien, etc. Op deze wijze moet dit onderdeel van het project tevens bijdragen aan de verlevendiging van de buurt. Voor bestaande ondernemingen geldt dat de ingrepen een direct of indirect positief effect moeten hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterken. Voor nieuwe ondernemingen moet de financiële bijdrage in de kosten een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming. Bovendien geldt in alle gevallen dat een aanvraag moet bijdragen aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Deze kan zowel huurder als eigenaar van het pand zijn. In het geval van een huurder-verhuurder relatie, is het ook mogelijk dat de verhuurder een aanvraag indient. Ook in dat geval geldt echter de voorwaarde dat de investering ten goede komt aan de onderneming die het pand in de huidige of toekomstige situatie huurt. 13
In 1998 zijn een aantal prioritaire panden benoemd die in aanmerking zullen komen voor subsidie op het gebied van gevelverbeteringen en inrichting. Deze ondernemingen worden benaderd.
3.2.2
Investeringsregeling bedrijfsmiddelen
Doel van de Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen is het creëren van een structurele faciliteit om het ondernemerschap op de Kop van de Willemsweg te stimuleren om duurzame bedrijfsmiddelen aan te schaffen. Aanvragen kunnen betrekking hebben op investering in bijvoorbeeld het aanschaffen van apparatuur zoals een kassasysteem of een koelvitrine. Bedrijfsauto’s vallen niet onder de regeling. De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen geldt voor kosten die op de fiscale balans worden afgeschreven in drie jaar of langer. Voor bestaande ondernemingen geldt dat de investering een direct of indirect positief effect moeten hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterken. Voor nieuwe ondernemingen moet de financiële bijdrage in de kosten een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming. De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen heeft de vorm van een subsidieregeling voor nieuwe of bestaande ondernemers.
3.2.3
Beperkte huurdervingsregeling
In het verleden was er aan de Willemsweg sprake van ongewenste bedrijvigheid, bijvoorbeeld belwinkels. Om het gewenste profiel voor de straat te bereiken, wordt een voorziening getroffen om de eigenaren van beschikbare (leegstaande) panden, veelal vastgoedeigenaren en ondernemers, tegemoet te komen in huurderving bij leegstand. Normaal gesproken is een vastgoedeigenaar gebaat bij het zo snel mogelijk verhuren van de leegstaande panden. Hierdoor wordt snel ongewenste bedrijvigheid aangetrokken, wat een negatieve uitstraling heeft voor de straat. Met de beperkte huurdervingsregeling worden de verhuurders van bedrijfsruimtes aan de Willemsweg gestimuleerd om beschikbare panden iets langer aan te houden zodat gezocht kan worden naar een huurder die past in het straatprofiel. Verhuurders van bedrijfsruimtes kunnen in aanmerking komen voor subsidie wanneer zij hun pand tijdelijk niet verhuren, in afwachting van een huurder-ondernemer. De periode waarin huurderving wordt gesubsidieerd is uiteraard niet langer dan de werkelijke periode van leegstand en kan oplopen tot maximaal 6 maanden. Bovendien wordt maximaal 50% van de ‘normale’ huurprijs vergoed, voor zover deze niet uitstijgt boven de marktconforme huurprijs. Voor dit onderdeel wordt geen cofinanciering gevraagd uit het Doelstelling-2 programma Kanaalgebied.
Voor de onderdelen 3.2.1 t/m 3.2.3 zullen criteria worden gesteld voor deelname en toetsing, om te zorgen dat de maatregelen bijdragen aan de gestelde doelstellingen en terecht komen bij de doelgroep van dit project. De criteria zijn in bijlage 3 uitgewerkt en zullen tijdens de operationalisatiefase van dit project verder worden vormgegeven.
14
3.2.4
Accountmanager ondernemers Willemsweg
Om de effectiviteit en een goede benutting van het Investeringsfonds en de Regelingen te waarborgen, is het van belang dat er een voor de ondernemers herkenbaar en bekend aanspreekpunt wordt aangesteld, die hen kan wijzen op de mogelijkheden van het fonds en de regelingen. Namens de gemeente Nijmegen zal er daarom een accountmanager worden aangesteld die goed bekend is met de aan de Willemsweg gevestigde ondernemers. De accountmanager zal gedurende de looptijd van het project worden ingezet voor: • Promotie van het project en de financieringsvoorzieningen daarbinnen; • Ondernemers ondersteunen bij het indienen van financierings- of kredietaanvragen (doorgeleiding). • Ondernemers voorzien van advies over het fonds en de regelingen en hoe zij die het beste aan kunnen wenden voor hun onderneming. De taken van deze accountmanager zijn echter breder dan dat. De opdracht van de (extern aan te trekken) accountmanager is het ontwikkelen en versterken van de Kop Willemsweg tot een prettig en veilig winkel- en verblijfsgebied met voldoende economische potentie om duurzaam in stand te blijven. Zie bijlage 4 voor het PvE dat is opgesteld ten behoeve van de openbare aanbesteding van deze functie.
3.3
Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
De herinrichting van de Willemsweg zal zich richten op het aanpakken van de in de wijkvisie geconstateerde problemen en knelpunten in de openbare ruimte. Concreet gaat het om de volgende aspecten: • De openbare ruimte is gedateerd en er is sprake van hoge gebruiksdruk waardoor de fysieke kwaliteit van de openbare ruimte beperkt is en de straat een rommelige en ‘versleten’ indruk maakt. • De Willemsweg is de enige ingang tot het Willemskwartier, maar heeft geen duidelijk herkenbaar profiel. Ook de uitstraling van de straat als winkelgebied is beperkt. • Verkeersveiligheid: de Willemsweg is een belangrijke ontsluitingsweg voor het Willemskwartier en er is veel sluipverkeer. Dit leidt tot verkeersonveilige situaties die moeten worden voorkomen, maar zonder daarmee de bereikbaarheid van de Willemsweg aan te tasten. Daarnaast is er sprake van parkeerdruk. • De Kop van de Willemsweg heeft weinig groenvoorzieningen. Het is wenselijk om de aanpak van het Willemskwartier te beginnen bij de Kop van de Willemsweg. De Kop kan dan gaan dienen als voorbeeld voor andere delen van het Willemskwartier. De stedenbouwkundige plannen voor de Willemsweg hebben betrekking op het aanpassen van de weg/rijbaan, waarbij bereikbaarheid en verkeersveiligheid samengaan. Ook is het de bedoeling om een aantrekkelijk winkelgebied te realiseren met bijbehorende winkelpromenades. In het huidige schetsontwerp (zie bijlage 1) krijgt de huidige openbare verblijfsruimte een wat luxer vormgeving, waardoor de Willemsweg een aantrekkelijker winkelgebied
15
wordt. Ook wordt de inrichting en de bestrating optisch zo vormgegeven dat de gemiddelde verkeerssnelheid afneemt. De gemeente heeft in overleg met de ondernemers gezocht naar de meest geschikte stedenbouwkundige oplossing. Op basis van de schetsontwerpen (zie bijlage 1) kan specifiek worden aangegeven welke fysieke investeringen en activiteiten concreet worden uitgevoerd binnen dit project. Het gaat om: • aanleg nieuwe bestrating van zowel de rijbaan als het voetgangersgedeelte; • aanbrengen nieuwe verlichting; • aanbrengen nieuw en duurzaam straatmeubilair; • aanbrengen beplanting/bomen.
3.4
Promotie en publiciteit
Voor het succes van het Investeringsfonds en de Investerings- en Huurdervingsregeling is het creëren van naamsbekendheid van groot belang. Activiteiten die in dat kader worden voorzien zijn kleinschalig en bedoeld om de doelgroep van ondernemers en andere partijen direct te bereiken. Gedacht wordt aan: • de ontwikkeling van brochures; • het plaatsen van advertenties; • het leggen en onderhouden van contacten met bijvoorbeeld Kamer van Koophandel, wijkmanagers, ondernemersverenigingen en werkgeversorganisaties alsmede het bijwonen van en participeren in informatiebijeenkomsten die deze organisaties verzorgen; • indien nodig het zelf organiseren van informatiebijeenkomsten over het project en de voorzieningen die daarbinnen voor ondernemers in de Willemsweg beschikbaar worden gesteld. Aanvullend zal worden gezocht naar zogenaamde ‘free publicity’ om positieve effecten en resultaten te communiceren. Dit kan vooral verlopen via ondernemersorganisaties alsmede via gerichte bijeenkomsten voor de doelgroepen. Ook wordt aangehaakt bij reeds bestaande communicatie-initiatieven en instrumenten (websites, nieuwsbrieven etc.) voor het Willemskwartier en voor ondernemers die al via de gemeente of andere organisaties beschikbaar zijn. Voor de hele aanpak van het Willemskwartier is er bijvoorbeeld een nieuwsbrief die een aantal keer per jaar verschijnt. Er zal steeds nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan de inzet van Europese middelen voor dit project. De PR strategie wordt nader uitgewerkt en vormgegeven in overleg met communicatieadviseurs van de gemeente Nijmegen. Om draagvlak en betrokkenheid te creëren voor de uitvoering van de herinrichtingsplannen aan de Kop van de Willemsweg worden in de loop van de uitvoering enkele kleinschalige communicatieactiviteiten ondernomen. Tijdens de uitvoeringsfase is de communicatie voornamelijk gericht op het behoud van betrokkenheid en bewustwording van het belang van de herinrichtingmaatregelen en de uiteindelijke (economische) effecten voor de straat en de wijk. Ook het realiseren van begrip voor de eventuele overlast die ontstaat door de werkzaamheden wordt hierin meegenomen. In het kader van de voorziene Europese medefinanciering van het project wordt een billboard geplaatst waarop de werkzaamheden worden vermeld. In alle communicatie en PR activiteiten wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de Europese richtlijnen op het gebied van voorlichting en publiciteit.
16
4
Planning en organisatie
De organisatie en het management is voor beide subsidie aanvragen verschillend. De organisatie van het investeringsfonds, de investeringsregeling en de huurdervingsregeling is omvangrijker en complexer dan de organisatie en het management van de herontwikkeling van de openbare ruimte aan de Willemsweg. Vandaar dat deze hierna apart worden beschreven.
4.1
Organisatie Stimulering economie Willemsweg
4.1.1
Organisatiestructuur
De organisatiestructuur voor zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregeling omvat de volgende elementen: - Het Secretariaat dat verantwoordelijk is voor de operationele uitvoering van de en de ondersteuning van de beoordelingscommissie, onder leiding van: - Gemeentelijk projectleider - Een beoordelingscommissie die officieel kan besluiten omtrent het toekennen van de subsidie, de voorzitter van deze commissie wordt hiertoe ambtshalve gemandateerd. Intakeloket en projectsecretariaat Investeringsfonds en Investerings- en huurdervingsregeling Het succes van de Investerings- en Huurdervingsregeling en het Investeringsfonds wordt bepaald door eenvoud, zowel in organisatie als afwikkeling. Ondernemers hebben behoefte aan een helder aanspreekpunt waar ze terecht kunnen voor hun financieringsvraag. Daarom wordt de intake van zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregeling onder gebracht in één loket bij de afdeling EZ van de gemeente. De administratie en het beheer van het Investeringsfonds en de regelingen worden echter gescheiden. Er wordt bij de gemeente een intakeloket en projectsecretariaat aangesteld voor beide onderdelen. Van hieruit wordt de intake van financieringsaanvragen verzorgd evenals de contacten met aanvragers gedurende hun deelname aan het fonds en/of de regeling. Het secretariaat voert een eerste technische beoordeling uit en draagt een aanvraag vervolgens over aan een beoordelingscommissie die namens het College van B&W een besluit nemen over de toekenning van een bijdrage uit het fonds en/of de regeling. Het secretariaat zal de beoordelingscommissie zoveel mogelijk faciliteren in hun werkzaamheden, bijvoorbeeld door de bedrijfsgegevens overzichtelijk te presenteren of vragen van de commissie voor te leggen aan een ondernemer met het verzoek om aanvullende informatie. Voor het Investeringsfonds geldt, dat het secretariaat gedurende de kredietperiode het contact met de aanvragers onderhoudt. Vragen van ondernemers worden beantwoord en betalingen gecontroleerd. Indien nodig kan het secretariaat overigens ook een actievere houding richting de ondernemers aannemen. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om controlebezoeken of een regelmatig verzoek om tussentijdse rapportage. De gemeente wil voor de dagelijkse werkzaamheden van het secretariaat een extern bureau inschakelen. Het Secretariaat staat onder leiding van een gemeentelijk projectleider, die verantwoordelijk is voor een goede administratie (beheer, toezicht en verantwoording) en de voortgangsrapportages aan het Doelstelling 2 programmamanagement. De projectleider zal gedurende de looptijd van het project geregeld overleg plegen met de gemeente en andere betrokkenen. Beoordelingscommissie Binnen de gemeente wordt een team van experts met algemene bedrijfskundige en branche specifieke kennis samengesteld. Ook een onafhankelijk lid namens de ondernemers zal hierin zitting hebben (niet zijnde één van de mogelijk belanghebbenden). Zij worden betrokken bij de beoordeling van de aanvragen die door het secretariaat worden doorgeleid. 17
De voorgestelde route van krediet- en/of subsidieverstrekking is als volgt: Stap 1 Financieringsaanvraag wordt ingediend bij het secretariaat/intakeloket De aanvraag wordt ingediend bij het secretariaat. De accountmanager zal hiervoor het voorwerk verrichten en wijst ondernemers de weg naar het secretariaat. Hier wordt de aanvraag getoetst op de vastgestelde selectiecriteria. De aanvraag moet voorzien zijn van de benodigde documenten (bijv. ondernemersplan) om formeel in behandeling genomen te worden. Het secretariaat documenteert de gegevens ten behoeve van de toets van de beoordelingscommissie. Stap 2 Beoordelingscommissie toetst De beoordelingscommissie met kennis van de betreffende branche wordt ingeschakeld om de aanvraag te toetsen en neemt een definitief besluit t.a.v. de financieringsaanvraag . Doelstelling is vooraf een beoordelingscommissie samen te stellen, waarbij eventueel per aanvraag aanvullend geschikte experts worden benaderd. Stap 3 Secretariaat werkt de beslissing uit en handelt af Het secretariaat zorgt vervolgens voor de afhandeling en verstuurt een beschikking waarin de financieringsaanvraag wordt gehonoreerd dan wel wordt afgewezen. Wanneer de commissie hier om vraagt kan ook eerst nog aanvullende informatie worden opgevraagd. Op basis van een positief advies van de commissie zal het secretariaat overgaan tot dossiervorming, het afgeven van een beschikking en het uitbetalen van het krediet of de subsidie. Een negatief advies zal het secretariaat aan de indiener communiceren en afhandelen. In geval van een kredietaanvraag wordt de aflossing van de lening door het secretariaat gemonitord. Deze werkwijze wordt nader uitgewerkt in de operationalisatiefase. De procedure wordt zodanig in elkaar gezet dat de beslissing over toekenning van financiering binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek genomen kan worden. Tijdens de operationalisatie worden instrumenten ontwikkeld die de werkzaamheden van de bovengenoemde organisatie ondersteunen. Dit zal in de eerste fase van het project plaatsvinden in overleg met alle relevante partijen. In de operationalisatie fase wordt ook gekeken naar de organisatorische en beleidsmatige inbedding van de projectorganisatie in de gemeente en worden afspraken gemaakt op het niveau van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Om van de aanvraag te komen tot een operationalisatie moeten o.a. de volgende activiteiten uit worden gevoerd: • Uitwerking van de fondsverordening/subsidiereglement, met aandacht voor onder meer criteria, voorwaarden, kaders en besluitvorming; • Het leggen van contacten met relevante partnerorganisaties, bijvoorbeeld ondernemersverenigingen e.d.; • Uitwerken van relevante documenten, zoals Administratieve Organisatie, protocollen, aanvraagformulier, beoordelingsformulier, beschikking en uitvoeringsvoorwaarden, standaardcorrespondentie e.d.; • Inrichting van de organisatie van het secretariaat, inclusief personele invulling, taakverdeling, werkplek en organisatorische inbedding; • Benaderen van geschikte experts voor de beoordelingscommissie.
4.1.2
Vormgeving en positionering Investeringsfonds bedrijfspanden
Het Investeringsfonds Bedrijfspanden heeft het karakter van een leningenfonds met een ‘revolving’ karakter. Dit betekent dat opbrengsten uit terugbetalingen van leningen worden toegevoegd aan het vermogen van het fonds en opnieuw kunnen worden ingezet ten behoeve van het financieren van dezelfde doelgroep. Over de leningen zal bovendien rente verschuldigd zijn. Alle door/binnen het fonds gegenereerde rente wordt telkens opnieuw aan het vermogen van het fonds toegevoegd. Het project wordt voor EFRO afgerekend op het moment dat het startkapitaal geheel is uitgezet in kredieten.
18
Het Investeringsfonds Bedrijfspanden moet zich als onafhankelijke partij kunnen positioneren, richting de doelgroep, maar ook tegenover alle andere netwerkpartijen die zich met de financiering van ondernemersinitiatieven bezighouden. Het moet een betrouwbare en integere partner zijn. De betrokkenheid van private partijen is op termijn een belangrijke voorwaarde voor het voortbestaan van het fonds. Het fonds komt in eigendom en beheer van de gemeente Nijmegen. Een secretariaat wordt aangesteld voor de uitvoering en het beheer van het fonds. Daarnaast wordt samengewerkt met specifieke experts bij de beoordeling van de aanvragen. Het fonds start als een overheidsinitiatief. Dit wil zeggen dat de financiering bij aanvang voor 100% voor rekening van de overheid (gemeente, IPSV, EFRO) komt. Dit neemt echter niet weg dat het fonds streeft naar financiering van derden, in het bijzonder de particuliere sector. In dat kader zal in de eerste jaren van het bestaan van het fonds worden gezocht naar uitbreiding van het fonds door extra financiële injecties via banken of andere financiële instellingen. De opzet van het fonds voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Europese verordening 448/2004, waarin bijzondere eisen worden gesteld aan risicokapitaalfondsen gefinancierd met EFRO-middelen. Ook valt het project binnen de termen van staatssteun aangezien het voldoet aan de ‘deminimis’ richtlijnen. De gemeente Nijmegen is subsidieaanvrager van en eindverantwoordelijke voor het Investeringsfonds. Wat betreft het risicoprofiel van de doelgroep is een inschatting dat gemiddeld 60% van de uitgezette middelen uiteindelijk teruggestort wordt. De uiteindelijke impact van het fonds zal dan ook verder reiken dan de 25 ondernemingen die in de initiële fase (twee jaar) met het beschikbare kapitaal van € 500.000 van een lening kunnen worden voorzien (uitgaande van gemiddeld € 20.000,- per lening). Toekomstperspectief De mate waarin ook in de toekomst leningen uit het fonds zullen worden verstrekt hangt echter af van het succes van het fonds. Doelstelling is immers dat het Investeringsfonds zich in de eerste jaren van haar bestaan goed positioneert in de ondernemersinfrastructuur van het gebied en een voorbeeldfunctie heeft voor de reguliere intermediairs en financiers zoals banken. Indien succesvol kan dit ertoe leiden dat het fonds zichzelf in de toekomst overbodig maakt doordat de markt een steeds groter deel van de doelgroep van het fonds met leningen wil bedienen. Een tussentijdse evaluatie van het Investeringsfonds (uiterlijk 2007) moet inzicht bieden in de mate waarin deze doelstelling kan worden gerealiseerd. Wanneer blijkt dat het fonds zichzelf overbodig maakt, zullen de eventuele inkomsten en beschikbare middelen uit fonds uiteraard op andere wijze worden ingezet ten behoeve van de economische ontwikkeling van het gebied in Nijmegen. Wanneer de markt de doelgroep van het fonds in de toekomst echter niet zelfstandig wil bedienen, is de ambitie om het fonds in de nu gepresenteerde vorm te handhaven. Daarmee krijgt het fonds een meer structureel karakter, waarbij het zichzelf blijft voeden vanuit de inkomsten uit aflossingen en rente (na aftrek van beheerkosten). Om het fonds op peil te houden – en bij voorkeur zelfs te doen groeien – zal dan bovendien actief gezocht worden naar nieuwe financiers van het fonds. Daarbij wordt met name gerekend op deelname van enkele bancaire of andere financiële instellingen. Zij kunnen worden overtuigd wanneer het fonds haar meerwaarde in de eerste jaren heeft bewezen.
19
4.1.3
Vormgeving en positionering Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen en Huurderving
De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen is een overheidsinitiatief waarbij private inbreng wordt verwacht. De financiering komt voor 30% voor rekening van de overheid (gemeente, IPSV en EFRO) en voor 70% voor rekening van de ondernemingen zelf (private financiering). De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen valt binnen de termen van staatssteun aangezien het voldoet aan de ‘Deminimis’ richtlijn. De gemeente Nijmegen is subsidieaanvrager van en eindverantwoordelijke voor zowel de Investeringsregeling als de Huurdervingsregeling. De regelingen komen onder het beheer van de gemeente Nijmegen. Een secretariaat wordt aangesteld voor de uitvoering en het beheer van het fonds. Daarnaast wordt samengewerkt met specifieke experts bij de beoordeling van de aanvragen. Subsidiering van huurderving is niet subsidiabel binnen Europese programma’s. Dit onderdeel van het project wordt uit andere dan Europese financieringsbronnen gesubsidieerd.
4.2
Organisatie herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
De ontwikkeling van het herinrichtingsplan voor de Kop van de Willemsweg staat onder leiding van de projectontwikkelaar van de Directe Wijk en Stad, de heer M. Wienstjes. De uitvoering van het project vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de centrale projectontwikkelaar, die zorg draagt voor het financiële beheer van het project en de kostenverantwoording richting de (EU) subsidieverstrekkers. In dat kader worden activiteiten ondernomen op het gebied van administratie en rapportage. Een centrale projectleider van het projectbureau van de Directie Grondgebied heeft de leiding over de uitvoering van de werkzaamheden en verzorgt de coördinatie daarvan. Voor de herinrichting van de Kop Willemsweg wordt binnen de gemeente een projectteam samengesteld waarin vanuit alle betrokken afdelingen medewerkers zijn vertegenwoordigd (o.a. openbare ruimte, milieu, cultuur sport en recreatie, stadsbedrijven, stedelijke ontwikkeling). Het projectteam is verantwoordelijk voor: • Projectvoorbereiding • Afstemming/monitoren voortgang activiteiten • Projectbeheer en voortgang (informatie overdracht en rapportage aan het Doelstelling 2 programmamanagement) • Administratie • Communicatie • Evaluatie De centrale projectleider is verantwoordelijk voor het aansturen van bovenstaande activiteiten en de werkzaamheden op locatie. De administratie wordt aangestuurd door een projectcontroller. Voor de communicatieactiviteiten is de communicatieadviseur van de gemeente betrokken.
4.3 • •
Projectlocatie
De fysieke herinrichtingsmaatregelen vinden plaats aan de Kop van de Willemsweg. Een kaartje van het plangebied is opgenomen in Bijlage 2. Het Investeringsfonds, de Investerings- en Huurdervingsregeling hebben betrekking op de Willemsweg te Nijmegen. In het plangebied in bijlage 2 is de Willemsweg aangeduid.
20
4.4
Planning en looptijd
Het project kent een looptijd van 27 juni 2005 tot en met 30 september 2008. De fasering ziet er globaal als volgt uit: Najaar 2005: • uitwerken subsidieaanvraag EFRO • overleg gemeente met ondernemers t.a.v. keuzes • aanbesteding accountmanager • concept investeringsregeling uitwerken Eerste halfjaar 2006 • plannen in detail uitwerken, opstellen definitief ontwerp herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg • werkbezoek afleggen bij andere gemeenten in verband met voorbeelden van investeringsregelingen (bijv. Amsterdam, stadsdeel Zeeburg) • start werkzaamheden accountmanager • werving ondernemers voor deelname aan regelingen • operationalisatie Investeringsfonds en regelingen. De verwachting is dat de fase van operationalisatie van zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregelingen medio 2006 kan worden afgerond, waarna de verstrekking van leningen en subsidies van start kan gaan. Tweede halfjaar 2006 • aanbesteding en opdrachtverlening aannemers voor aanpak openbare ruimte kop Willemsweg • start kredietverlening Investeringsfonds • start subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling 2007 • uitvoering werkzaamheden aanpak openbare ruimte kop Willemsweg • kredietverlening Investeringsfonds • subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling 2008 • kredietverlening Investeringsfonds • subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling September 2008 • Afronding Voor de Investeringsregeling- en Huurdervingsregeling kunnen tot uiterlijk september 2008 aanvragen worden ingediend. In verband met afrekening van het programma eind 2008. Wat betreft het Investeringsfonds is het uitgangspunt dat het kapitaal van het Investeringsfonds binnen een beperkte periode wordt uitgeleend, uiterlijk in 2007. De kredieten moeten binnen een periode van vijf jaar worden afgelost. Dit betekent dat de laatste aflossingen van de in de eerste fase verstrekte kredieten uiterlijk in 2012 kunnen binnenkomen. Voor het beheer van het fonds zijn binnen dit voorstel echter slechts tot eind 2008 middelen in de begroting opgenomen. Dit heeft te maken met de maximale looptijd die het project in het kader van het Doelstelling-2 programma kan hebben. Om het beheer van het fonds ook in de periode 2009-2012 te verzekeren zal in die periode een deel van de rente-inkomsten van het fonds worden ingezet.
21
5
Financiële gegevens
5.1
Begroting Stimulering economie Willemsweg
Alvorens de begroting kan worden opgesteld wordt eerst een aantal begrotingsuitgangspunten uitgewerkt. De begroting valt uiteen in verschillende componenten. 1. • • • 2. • • 3. • • 4. 5. 6.
Het Investeringsfonds Bedrijfspanden Maximale lening per aanvraag: € 20.000 Verwacht aantal aanvragen: 25 (op 44 ondernemers is 68%) Verwachte aflossing: 60% Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen maximale subsidie per aanvraag: € 10.000 Verwacht aantal aanvragen: 20 (op 44 ondernemers is 45%) Huurdervingsregeling Maximale subsidie per aanvraag: € 4.500 Verwacht aantal aanvragen 10 (op 44 ondernemers is 23%) Promotie en publiciteit Inzet accountmanager Projectmanagement en secretariaat, o.a. belast met operationalisatie en uitvoering van het project.
Toelichting begroting • Kapitaalaanleg revolving fonds in totaal 500.000 euro, verspreid over 2,5 jaar • Subsidiepercentage EFRO is 50% behalve voor de investeringsregeling, daar is het interventiepercentage 15% aangezien daar sprake is van directe bedrijfssteun. Het investeringsfonds is een instrument dat indirect bijdraagt aan de versterking van het bedrijfsleven aangezien er alleen kredieten worden verleend. De kredieten worden door de ondernemers met rente terugbetaald. Daardoor bedraagt het totale interventiepercentage EFRO 41%. • In de uitvoering worden de kredieten die worden verstrekt via het investeringsfonds en de subsidies via de investeringsregeling en de huurdervingsregeling apart geadministreerd. Op voorhand vindt een toets plaats op de noodzaak van het krediet en/of de subsidie. • Kosten voor beheer van het Investeringsfonds bedragen maximaal 5% van de kapitaalinleg per jaar. • Totale kosten voor management en beheer van zowel het Investeringsfonds als de beide regelingen bedragen niet meer dan 10% van de subsidiabele kosten. Zie begroting Stimulering Economie Willemsweg op de volgende pagina. De totale kosten worden geraamd op € 1.001.284,10 waarvan € 948.461,10 als subsidiabel kunnen worden aangemerkt. De gemeente Nijmegen heeft op dit moment een tekort in de financiering van het project. Conform het toetsingskader Nijmegen Kanaalgebied wordt voor dit tekort een beroep gedaan op de EFRO middelen. De gevraagde EFRO bijdrage voor dit deelproject is € 404.230,55. In bijlage 5 is tevens een financiële perioden planning aangegeven.
22
23
Specificaties EFRO bijdrage
PR en communicatie brochure
100*5
€
500,00
voorlichtingsbijeenkomsten
2 bijeenkomsten van 25 personen, 35 euro pp
€
1.750,00
advertenties
3*1500
€
4.500,00
inzet ontwikkelen materiaal en voorlichting
60 uur a 75 euro per uur
€
4.500,00
€
11.250,00
24
5.2
Begroting herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
Op basis van bovenstaande begroting worden de totale kosten voor de Herinrichting van de Willemsweg geraamd op € 320.431,- inclusief BTW, deze zijn volledig als subsidiabel aan te merken (NB. de afronding zoals opgenomen in onderstaande tabellen is als niet subsidiabel aangemerkt). De gemeente Nijmegen heeft op dit moment een tekort in de financiering van het project. Conform het toetsingskader Nijmegen Kanaalgebied wordt voor dit tekort een beroep gedaan op de EFRO middelen. De gevraagde EFRO bijdrage voor dit deelproject is € 144.193,95. In bijlage 5 is tevens een financiële perioden planning aangegeven.
25
Specificaties - Hoofdblad
26
Specificaties – voorblad (geeft een nadere verbijzondering verzamelposten hoofdblad)
27
Specificatie ureninzet
28
5.3
Financiering
Hierna volgt een overzicht van de financiële dekking van beide subsidie aanvragen:
29
5.4
Begrotingstekort
De realisatie van dit project – en de daarop gebaseerde subsidie aanvragen is mede afhankelijk van een EFRO bijdrage. Binnen de huidige begroting is er onvoldoende dekking voor beide subsidie aanvragen. Een eventuele subsidietoekenning zal ertoe leiden dat dit project versneld en in samenhang uitgevoerd kan gaan worden. Om de begroting sluitend te krijgen, wordt derhalve een bijdrage gevraagd uit het EFRO.
30
Bijlage 1
Schetsontwerp Herinrichting Kop Willemsweg.
31
Bijlage 2 Kaart plangebied
32
Bijlage 3 Criteria Investeringsfonds en Investerings cq. Huurdervingsregeling In deze bijlage worden de criteria voor deelname en de toetsingscriteria van het Investeringsfonds, de Investeirngsregeling en de Huurdervingsregeling benoemd. Ook worden enkele aanvullende randvoorwaarden benoemd. Tijdens de operationalisatiefase zullen deze criteria nader worden uitgewerkt en vastgelegd in de vorm van toetsingskaders etc. Selectiecriteria voor deelname Ondernemingen komen in aanmerking voor financiering uit het Investeringsfonds of de Investerings- en huurdervingsregeling indien: • bij de onderneming niet meer dan 50 personen werkzaam zijn; • het bedrijf levensvatbaar is en ingeschreven als onderneming; • stichtingen en verenigingen komen niet in aanmerking, er moet sprake zijn van een onderneming in juridische zin. • de onderneming is gevestigd aan de Willemsweg in Nijmegen of wil zich daar vestigen. • het bedrijf beschikt over de benodigde vergunningen. Wanneer een verhuurder een aanvraag indient gelden de voorgaande eisen voor de onderneming die in het pand gevestigd is of gevestigd wordt. Voor de verhuurder geldt de eis dat deze als rechtsvorm is ingeschreven en dat de verhuurder BTW-plichtig is en/of in de aanvraag verklaart dat hij het desbetreffende pand minimaal voor de duur van de eerstkomende 5 jaar aan een onderneming zal verhuren. In de regeling die wordt opgesteld, zullen de regels hieromtrent nader worden omschreven voor de verschillende projectonderdelen. Toetsingscriteria voor financiering • De economische levensvatbaarheid van de onderneming moet worden vastgesteld: o op het niveau van het ondernemerschap c.q. de persoon van de(door)starter, bestaande ondernemer. o op het niveau van de bedrijfsmatigheid van het initiatief c.q. plan. • Alleen legale initiatieven, in overeenstemming met de wet komen in aanmerking. • De ondernemer moet er als persoon een solide financiële handelswijze op nahouden. Referenties worden indien nodig opgevraagd om de financiële betrouwbaarheid te toetsen. • De onderneming kan niet op een andere wijze in de financiering voorzien. Dit kan onder andere aangetoond worden aan de hand van een formele afwijzing van een financieringsaanvraag van andere partijen (zoals bank of Bbz-afwijzing). Wel kan de toegekende aanvraag als voorportaal van Bbz dienen. • De financiering krediet mag geen betrekking hebben op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van de bedrijfsactiviteiten. De financiering moet bovendien betrekking hebben op investeringen in het bedrijf, c.q. bedrijfsmiddelen en niet op financiering van een, in principe, privédoel van de ondernemer in kwestie. Daartoe zal bij de beoordeling van de aanvragen niet alleen om een ondernemingsplan worden gevraagd, maar ook om een investerings- of kostenbegroting die zicht geeft op de aanwending van de subsidie of de lening. Voor de investeringsregeling bedrijfsmiddelen en de huurdervingsregeling geldt daarbij tevens het volgende criterium: • Het maximumbedrag aan subsidie dat verstrekt kan worden bedraagt per ondernemer € 100.000,- in een periode van drie jaar.
5.4.1
Aanvullende randvoorwaarden
Eigendomsverhoudingen Investeringsfonds 33
Binnen het Investeringsfonds moet een onderscheid worden gemaakt in de doelgroep en de uiteindelijke eindbegunstigde die financiering ontvangt. De doelgroep van het fonds bestaat uit ondernemingen. Dit is vanuit het EFRO ook gerechtvaardigd en van belang. Een aanvraag voor financiering uit het fonds moet bijdragen aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Aangezien een bedrijfspand niet altijd in het bezit is van de onderneming kan deze zowel huurder als eigenaar van het pand zijn. De opzet van het Investeringsfonds houdt rekening met de feitelijke eigendomssituatie van de panden aan de Willemsweg: het merendeel van de ondernemers huurt de panden van grote vastgoedorganisaties. Eigenaren/verhuurders worden echter niet uitgesloten van het aanvragen van financiering. Om ervoor te zorgen dat de investeringen in het bedrijfspand dan toch ten goede komen aan de onderneming wordt een aanvullende voorwaarde gesteld: • In het geval er een verschil is tussen eigenaar en huurder, is de onderneming die het pand in de huidige of toekomstige situatie huurt, het uitgangspunt. In dat geval kan bijvoorbeeld financiering worden verleend voor een investering die aantoonbaar bijdraagt aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Daarop wordt getoetst bij de aanvraag voor financiering (krediet) uit het fonds. Overdracht panden en bedrijfsmiddelen Als een vastgoedeigenaar een investeringskrediet of investeringssubsidie ontvangt, moet deze tenminste vijf jaar eigenaar blijven. Verkoopt hij het pand eerder, dan zal een (deel van) het verstrekte investeringskrediet of de investeringssubsidie naar rato worden teruggevorderd. Als de ondernemer een investeringskrediet of investeringssubsidie ontvangt moet deze zijn onderneming ten minste drie jaar ter plaatse voortzetten. Het bedrijfsmiddel waarvoor de investeringssubsidie verstrekt is, moet ook ten minste drie jaar beschikbaar blijven voor de onderneming. Zo niet, dan wordt (een deel van) de subsidie teruggeëist.
34
Bijlage 4 Programma van eisen accountmanager Doelstelling Het ontwikkelen en versterken van de Kop Willemsweg tot een prettig en veilig winkel- en verblijfsgebied met voldoende economische potentie om duurzaam in stand te blijven. Opdracht 1. Maken van een uitvoerend economisch gebiedsplan waarin is uitgewerkt : • de gewenste branchering, • de gebiedspromotie; • de economische positionering van de Kop Willemsweg. 2. Het leveren van een gebieds-/accountmanager voor maximaal 16 uur per week voor de duur van twee jaar. Deze gebiedsmanager dient het volgende te realiseren: • Op basis van het gebiedsplan ondersteunen van zittende en nieuwe ondernemers in hun bedrijfsuitvoering en adviseren over ondernemingsplannen; • In samenwerking met vastgoedeigenaren acquireren van nieuwe ondernemers die passen in het brancheringsplan; • In samenwerking met de ondernemers opzetten van promotionele acties; • Adviseren over de gebiedsgerichte subsidieregelingen in het kader van het EFRO-project en het ondersteunen van ondernemers bij het indienen van subsidieaanvragen Start Met het economisch gebiedsplan kan onmiddellijk na aanvaarding van de opdracht worden gestart. Het plan dient gereed en door de gemeente vastgesteld te zijn uiterlijk voor 1 juni 2006. De start van de werkzaamheden van de gebiedsmanager is voorzien per 1 mei 2006.
35
Bijlage 5 Begroting per periode Stimulering Economie Willemsweg
36
Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
37