DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DS. G.H. KERSTENSCHOOL
Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Arrangementsnummer Onderzoek uitgevoerd op Rapport vastgesteld te Breda op
HB 2811938/10
: : : : : :
Borsele 07KB 119810 86068 20 september 2010 17 november 2010
documentnummer: H3008993
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ...........................................................................................................................5 2. BEVINDINGEN.....................................................................................................................7 3. TOEZICHTARRANGEMENT ..............................................................................................11
Pagina 3 van 11
1. INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 september 2010 een onderzoek uitgevoerd op de Ds. G.H.Kerstenschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 6 oktober 2009 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op de Ds. G.H. Kerstenschool. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 27 november 2009. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke vereisten voldoet. Toezichthistorie Op 6 oktober 2009 heeft de inspectie een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Toen is vastgesteld dat weliswaar op verschillende onderdelen van het onderwijsleerproces de onderwijskwaliteit aanwezig was, maar dat de opbrengsten van de school niet van voldoende kwaliteit waren. Wel stelde de onderwijsinspectie vast dat de mate waarin zorgvuldig en efficiënt met de onderwijstijd wordt omgegaan verbetering behoefde. Afgesproken is toen dat in september 2010 opnieuw door de inspectie een onderzoek naar kwaliteitsverbetering zou worden uitgevoerd. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van enkele verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan, die in het kader van het programmatisch handhaven zijn gecontroleerd. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 5 en 8. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider(s). • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. Tijdens het onderzoek zijn meerdere indicatoren beoordeeld van de volgende aspecten. Opbrengsten, onderwijsleerproces en zorg en begeleiding
Pagina 5 van 11
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Deze worden gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Opbrengsten 1
2
1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
3
4
5
●
●
● ● ●
Leerstofaanbod 1
2
2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
3
4
●
●
Tijd 1
2
3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
3
4
●
Didactisch handelen 1 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Pagina 7 van 11
2
3 ● ● ●
4
Begeleiding 1
2
7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
●
Zorg 1
2
8.3* De school voert de zorg planmatig uit.
3 ●
4
Wet- en regelgeving Ja N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19). N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8).
nee
● ● ● ●
De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*.
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Op de Ds. G.H. Kerstenschool is de afgelopen periode stevig ingezet op kwaliteitsverbetering van het reken en wiskunde onderwijs. Er is vooral gewerkt aan de kwaliteit van het didactisch handelen. Leraren werken allemaal met het basis-herhalingsen verdiepingsstof (BHV) model. Daarnaast heeft de school ook geïnvesteerd in regelmatige tussentijdse analyse van de resultaten, zodat tijdig bijgestuurd kan worden. Dit heeft geleid tot hogere opbrengsten voor rekenen en wiskunde, zowel aan het eind van de basisschool, als op tussenmomenten. Doordat de resultaten op het gebied van Nederlandse taal van voldoende niveau zijn gebleven, zijn de gemiddelde resultaten vooruit gegaan. Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie kunnen vaststellen dat de kwaliteit van het didactisch handelen nog in dezelfde mate aanwezig was, zoals in 2009 is geconstateerd. Ook is de kwaliteit van de zorg en begeleiding van voldoende niveau. De inspectie is van mening dat de Ds. G.H. Kerstenschool weer het basisarrangement toegekend kan worden. Toelichting De resultaten van het onderwijs De school heeft het afgelopen jaar gebruikt om systematisch aan kwaliteitsverbetering op het gebied van rekenen en wiskunde te werken. Dat heeft geleid tot kwaliteitsverbetering op didactisch terrein. En daardoor zijn waarschijnlijk de resultaten op het gebied van rekenen en wiskunde sterk verbeterd. In 2009 waren de resultaten op het gebied van Nederlandse taal in overeenstemming met wat op grond van de mogelijkheden van de leerlingen mocht worden verwacht. De resultaten op het gebied van rekenen en wiskunde bleven daar ver bij achter. In 2010 echter liggen zowel de resultaten bij rekenen en wiskunde, als bij Nederlandse taal op een voldoende niveau. De gemiddelde resultaten van het onderwijs aan het eind van de basisschool liggen daardoor dit jaar op een niveau dat past bij de mogelijkheden van de leerlingen. Alle leerlingen van groep acht hebben deelgenomen aan de eindtoets. Ook op vier van de vijf relevante tussenmomenten voor de cruciale leer- en vormingsgebieden (technisch lezen in groep 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in groep 4 en 6) weet de school met haar leerlingen voldoende resultaten te behalen. Alleen op het gebied van technisch lezen in groep 4 blijven die resultaten enigszins achter (zij het gering). Het percentage leerlingen dat langer dan acht jaar over het basisonderwijs doet is gering en blijft onder de norm van 2.4% die de
inspectie hanteert. Inmiddels stelt de school voor leerlingen die op grond van hun mogelijkheden niet in staat kunnen worden geacht om de kerndoelen te realiseren een ontwikkelingsperspectief op, zodat duidelijk is wat de school wel verwacht dat de kinderen nog aankunnen en de school tijdig in positieve of negatieve zin kan bijsturen. De school volgt de ontwikkeling van de sociale competenties van haar leerlingen, maar niet met een geobjectiveerd volgsysteem. De inspectie onthoudt zich daarom van een oordeel op deze indicator. Onderwijs en leren De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs op alle onderzochte indicatoren van voldoende niveau is. Overigens is dat in overeenstemming met wat de inspectie in 2009 heeft vastgesteld. De school beschikt over een leerstofaanbod, waarmee de kerndoelen gerealiseerd kunnen worden. Er zijn geen aanwijzingen dat dit ook niet werkelijk wordt gedaan. De school plant ruim voldoende onderwijstijd om de leerstof daadwerkelijk te realiseren. Leraren vermorsen geen tijd tijdens de lessen. Wel merkt de inspectie op dat de school de verdeling van de onderwijstijd tussen de bovenbouw en de onderbouwgroepen enigszins heeft verschoven ten gunste van de onderbouwgroepen. Ook zijn alle groepen 19 keer per jaar op vrijdagmiddag vrij. Dat heeft consequenties voor de verdeling van het aanbod over de beschikbare onderwijstijd. In sommige gevallen betekent dat slechts één keer per veertien dagen een onderdeel wordt aangeboden. De inspectie zag gezien de ervaringen tijdens de lesobservaties geen noodzaak een indicator op het kwaliteitsaspect pedagogisch klimaat toe te voegen. Uit alles bleek dat leerlingen zich veilig voelen in de school. De school werkt met het BHV-model (Basisstof, Herhalingsstof en Verrijkingsstof). De inspectie heeft kunnen vaststellen dat leraren in voldoende mate in staat zijn dat model goed toe te passen. Aan de instructietafel krijgen leerlingen met extra ondersteunings- en begeleidingsbehoeften extra instructie. De inspectie stelt vast dat de leraren in hun groepsplannen voor rekenen en wiskunde duidelijk zicht hebben op de mate waarin leerlingen behoefte hebben aan meer of minder instructie. Nu is het zaak de bij rekenen en wiskunde verworven vaardigheden ook in te zetten bij technisch en begrijpend lezen en bij Nederlandse taal. Wel stelt de inspectie vast dat leraren nog moeite hebben vooral voor leerlingen met minder instructiebehoeften ook een aangepast (uitdagend) aanbod te realiseren. Weliswaar wordt gebruik gemaakt van divers aanvullend en soms verrijkend methodisch materiaal, maar of dat ook in voldoende mate uitdagend voor deze leerlingen is, of zal blijven, is een vraag die de school zich bij voortduring zal moeten stellen. Zorg en begeleiding De school beschikt over een sluitend instrumentarium om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. De procedures voor het vaststellen van eventuele uitval en voor het aanbieden van mogelijke hulp en begeleiding zijn duidelijk en worden toegepast. Voor leerlingen met individuele hulptrajecten worden handelingsplannen opgesteld. Wel stelt de inspectie vast dat een aantal handelingsplannen kwalitatief verbeterd kan worden door nog explicieter het probleem te definiëren, zodat het doel duidelijker geformuleerd kan worden en adequater vastgesteld kan worden of de geboden hulp toereikend is geweest. Wet en regelgeving De schoolgids schenkt aan alle wettelijke opdrachten aandacht. De school vraagt van de ouders geen ouderbijdrage. Ouders kunnen lid worden van de oudervereniging en betalen daarna een kleine contributie. Op basis van de beschikbare gegevens stelt de inspectie vast dat de school voldoende onderwijstijd aanbiedt. De school beschikt over een ruime marge aan onderwijsuren ten opzichte van het wettelijk minimum.
Pagina 9 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Ds. G.H. Kerstenschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek.
Pagina 11 van 11