Rekenkamercommissie Almere Editie
November 2011
De Kanteling van de Wmo in Almere
Hebt u vragen?
14 036
[email protected]
Wilt u reageren?
www.almere.nl
Meer informatie?
De Kanteling van de Wmo in Almere
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
1
Samenstelling Rekenkamercommissie Mevrouw S. Tuinstra (voorzitter) De heer M. Pol (plv-voorzitter) Mevrouw J. Degenhardt-Bochem De heer K. Jongejan Mevrouw H. Muller Mevrouw J. Zerfowski Allen tevens lid van de gemeenteraad Almere Begeleiding Raadsgriffie gemeente Almere: De heer drs. B. Geurts De heer drs. M. Hoogstad Mevrouw A. Remmers MSc Mevrouw drs. F. Schaafsma Postbus 200, 1300 AE Almere Tel: (036) 5399995 e-mail:
[email protected] Uitgave Gemeente Almere 24 november 2011
2
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
1 1.1 1.2 1.3
›
7 7 7 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4
›
3 3.1 3.2 3.3
›
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
›
5 5.1 5.2 5.3
›
6 6.1 6.2 6.3
›
7
›
Inleiding Wat is de Kanteling? › De Kanteling in Almere › Leeswijzer ›
Kanteling financieel Business case van de Kanteling › Kostenontwikkeling en bezuiniging op Wmo in Almere › Verhouding kanteling en bezuinigingen › Conclusies
9 9 12 15 17
Kanteling organisatie Veranderingen intern › Veranderingen extern › Conclusies
19 19 22 24
›
›
› › › › ›
Kanteling politiek Visie op de Kanteling Politiek bestuurlijke regie Regie in de uitvoering Informatie en verantwoording Conclusies
25 25 26 27 28 29
Partners en burgers Samenwerking met externe partners › Gevolgen voor de burger › Conclusies
31 31 33 33
Eindconclusies, analysemodel en aanbevelingen Eindconclusies: randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling › Analysemodel Kanteling › Aanbevelingen
35 35 38 43
›
›
Reactie college van B&W
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
› › › › ›
45
Samenvatting Onderzoeksverantwoording Toetsingskader Bronnen Maatregelen uit business case Kanteling Almere
48 50 53 55 58
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
3
4
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Voorwoord
Blik vooruit Voor u ligt het rekenkamer rapport over de Kanteling in de Wmo. Met de keuze voor de Kanteling als onderwerp heeft de rekenkamercommissie gekozen voor een onderzoek dat het accent legt op vooruitkijken in plaats van terugkijken. Kantelen gaat over een proces dat nog in volle gang is, waarin de klant (en de eigen kracht) nog meer centraal komt te staan dan voorheen. Deze werkwijze gaat uit van het kijken naar oplossingen vanuit kansen en mogelijkheden van de burger. Dit vraagt om een cultuuromslag van zowel burgers als professionals. Het kantelen binnen de Wmo kan leiden tot besparing van kosten op langere termijn, door andere en slimme voorzieningen te bedenken en meer verbinding te leggen tussen wat al is bedacht. Of de nieuwe manier van werken en denken ook zal leiden tot besparingen is nog niet zeker en zal de toekomst moeten uitwijzen. Omdat het proces van kantelen nog in de kinderschoenen staat is een beoordeling van het eindresultaat niet mogelijk. Toch hebben we als rekenkamercommissie gemeend dat een onderzoek naar de Kanteling en het verkennen van de kansen, mogelijkheden en bedreigingen die de Kanteling met zich meebrengt, past binnen de taakstelling van de rekenkamer. Het onderzoek biedt de gemeenteraad informatie over een nog relatief onbekend proces en geeft de gemeenteraad handvatten om de uitvoering van de Kanteling tussentijds te controleren en bij te sturen. Het doel van de rekenkamercommissie is dan ook ongewijzigd: het versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Rapportage afwijkend van opzet In bijlage 2 vindt u een overzicht van de centrale onderzoeksvraag en deelvragen. Zij vormden de leidraad en hebben richting gegeven aan het onderzoek. Het beeld van de Kanteling in Almere dat uit de feiten naar voren kwam, heeft de rekenkamercommissie echter doen besluiten het rapport niet op te bouwen aan de hand van die onderzoeksvragen. Omwille van de leesbaarheid en helderheid, is het rapport ingedeeld aan de hand van de belangrijkste elementen uit de analyse van de rekenkamercommissie van de Kanteling. In het rapport vindt u als gevolg hiervan geen letterlijke beantwoording van de hoofd- en deelvragen terug. Ontwikkeling normen in plaats van toetsen vooropgesteld normenkader Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van een toetsingskader (zie bijlage 3). De normen die hierin zijn opgenomen, zijn niet direct gebruikt om de feiten uit het onderzoek aan te toetsen. Door de keus van de rekenkamercommissie om een onderzoek te doen naar een proces dat nog volop in ontwikkeling en wording is, was er vooraf geen hanteerbaar normenkader voorhanden. Het onderzoek naar de Kanteling in de Wmo is in wezen zelf een zoektocht geworden naar normen en randvoorwaarden voor het proces van de Kanteling van de Wmo. Toch is het vooraf opgestelde toetsingskader wel een handvat geweest voor de rekenkamercommissie om richting te geven aan het onderzoek. Gaandeweg heeft de rekenkamercommissie een set van randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling kunnen formuleren. In het concluderende hoofdstuk toetst de rekenkamercommissie de Kanteling in Almere aan deze randvoorwaarden, om zo tot een eindoordeel en aanbevelingen te komen. Het rekenkameronderzoek heeft ons inziens geleid tot een gedegen en prettig leesbaar rapport van de processen rondom de Kanteling. De toon in dit rapport kan af en toe kritisch overkomen, maar dit is geenszins een verwijt of afrekening van het proces tot nu toe. De Kanteling is immers nog niet afgerond en wij kunnen dus ook niet stellen of de Kanteling gelukt danwel mislukt zou zijn. Wat wij wel kunnen stellen is dat er risico’s en knelpunten zijn, waar zowel de raad als de gemeente alert op moeten zijn en blijven. Dit rapport is wat ons betreft een goed startpunt van een gedegen en kritische discussie over de kaders vooraf en voor een goede sturing en controle tijdens het proces van kantelen dat de komende jaren verder gestalte zal krijgen. Wij wensen u veel leesplezier. Shanti Tuinstra Voorzitter rekenkamer Almere
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
5
6
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
1 › Inleiding
1.1 > Wat is de Kanteling? Wat is de Kanteling van de Wmo? Als je deze vraag stelt aan mensen die betrokken zijn bij de Wmo, krijg je in eerste instantie vaak hetzelfde antwoord: een verandering in de werkwijze van aanbod- naar vraaggericht werken. Als je door gaat vragen, beginnen de antwoorden uiteen te lopen en blijkt het lastig om de Kanteling af te bakenen en concreet te omschrijven. Is het een project? Is het een cultuurverandering? Is de Kanteling een verplichting? Is het een bezuinigingsmaatregel? Leidt het tot een stijging of een daling van de kosten van de Wmo? Heeft de Kanteling alleen betrekking op de Wmo of ook op andere beleidsterreinen? Uit het onderzoek blijkt dat er geen eenduidige definitie valt te geven van Dé Kanteling. In hoeverre het nodig of wenselijk is voor een gemeente om de Wmo te kantelen, en hoe een gemeente de Kanteling vorm kan geven, verschilt per gemeente en is afhankelijk van politieke keuzes. Kantelen in de Wmo Sinds de invoering van de Wmo hebben burgers niet langer recht op een bepaalde voorziening bij een indicatiestelling, maar het recht op ondersteuning om zelfstandig te blijven wonen en deel te nemen aan de maatschappij.1) Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de compensatie van de beperkingen als gevolg waarvan de bewoner niet meer volledig kan deelnemen aan de maatschappij en de zelfredzaamheid afneemt (=compensatieplicht).Hoe die compensatie eruit moet zien is niet omschreven in de wet. Het resultaat van de compensatie is wat telt. Gemeenten zijn vrij in de manier waarop ze de compensatieplicht invullen. Het kantelen in de Wmo verwijst naar deze verandering, waarbij niet langer het aanbod aan voorzieningen centraal staat in de zorgverlening aan de burger, maar de behoeften en wensen van die burger. Het kantelen van de Wmo is er daarbij op gericht minder individuele voorzieningen te verstrekken, door burgers meer aan te spreken op de eigen mogelijkheden en meer collectieve voorzieningen te verstrekken. Het project de Kanteling De VNG (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten) constateerde dat gemeenten moeite hadden met de invulling van de compensatieplicht. Daarom is de VNG het project De Kantelinggestart met als doel
gemeenten handvatten te geven voor de invulling van de compensatieplicht. De VNG heeft ondermeer een handreiking ontwikkeld voor visieontwikkeling en organisatieverandering, waarin een aantal elementen zijn omschreven waarmee een gemeente de Kanteling van het Wmo-beleid in gang kan zetten.2) Twaalf pilotgemeenten hebben, met intensieve ondersteuning van de VNG, hun eigen benadering van de compensatieplicht ontwikkeld om binnen de eigen organisatie en met partners de Kanteling teweeg te brengen. Een van deze gemeenten is Almere. De VNG biedt gemeenten in de handreiking een stappenplan voor een succesvolle Kanteling van de Wmo. Daarin staan stappen omschreven als het opstellen van een visie op de Kanteling, het kiezen van een strategie in de samenwerking met externe partners, een plan van aanpak gericht op de gemeentelijke organisaties, een communicatie strategie richting burgers en betrokkenheid van de politiek, burgers, externe partners en de ambtelijke organisatie bij de beleidsvorming en uitvoering van de Kanteling. Uit de handreiking blijkt dat de Kanteling een proces is dat een gemeente in nauwe samenwerking met meerdere partijen uit dient te voeren. 1.2 > De Kanteling in Almere Uit het onderzoek van de rekenkamercommissie blijkt dat de gemeente Almere druk bezig is de Kanteling intern vorm te geven. De gemeente concentreert zich op het veranderen van de eigen organisatie. Doel is dat de gemeentelijke organi satie van Almere in 2013 volledig gekanteld is. Servicepunt Z wordt geïntegreerd in de dienst Publiekszaken, medewerkers krijgen trainingen in de nieuwe werkwijze en een nieuwe ‘gekantelde’ Wmo verordening voorzieningen is opgesteld en zal in het najaar van 2011 aan de raad worden voorgelegd. De mogelijke kosten en besparingen van de Kanteling zijn in kaart gebracht door middel van een business case. Uit die business case blijkt volgens de gemeente dat de Kanteling in een paar jaar tijd tot een besparing van ongeveer €3 miljoen structureel per jaar kan leiden. Deze besparing vormt een substantieel deel van de bestuursopdracht voor participatie, zorg en inkomen. De gemeente anticipeert daarmee op een succesvolle Kanteling.
1) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010: p.7. 2) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
7
Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, is van een gemeente die de Kanteling in eerste instantie vooral zelf probeert te realiseren, met een focus op de eigen organisatie. Almere rekent er daarbij op binnen een aantal jaar flinke besparingen te realiseren met de gekantelde werkwijze. Dit staat op gespannen voet met het beeld van de Kanteling als een nieuwe ontwikkeling die nog vele onzekerheden kent en van een proces dat in nauwe samenwerking met externe partners, burgers en de raad uitgevoerd dient te worden. Over die spanning gaat dit onderzoek. 1.3 > Leeswijzer In de eerste twee hoofdstukken staat de aanpak van Almere centraal: de financiële context en onderbouwing van de Kanteling en de veranderingen in de gemeentelijke organisatie. De andere twee hoofdstukken concentreren zich op de politieke context van visievorming, beleid en de raad, en op burgers en de externe partners. In ieder hoofdstuk komen verschillende aspecten van de Kanteling aan bod. Uiteindelijk leidt de analyse in elk hoofdstuk tot een aantal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling. In het concluderende hoofdstuk toetsen we vervolgens in hoeverre de gemeente Almere aan deze randvoorwaarden voldoet. Tot slot is in het rapport een analysemodel van de Kanteling opgenomen, dat raadsleden een handvat biedt in de discussie met het college over de Kanteling in Almere.
8
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
2 › Kanteling financieel
In dit hoofdstuk staan de kosten en baten van de Kanteling en de relatie met de bezuinigingen centraal. Aan de hand van de business case van de Kanteling maakt dit hoofdstuk eerst duidelijk welke uitgangspunten de gemeente Almere hanteert bij de Kanteling van de Wmo. In het tweede deel van het hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de financiële context en de bezuinigingsopgave voor de Wmo in Almere. Op die manier maakt het hoofdstuk de spanning zichtbaar tussen de verwachte opbrengsten van de Kanteling en de druk die de bezuinigingen op het proces van de Kanteling legt. 2.1 > Business case van de Kanteling Business case kanteling VNG Om gemeenten te helpen een goede inschatting te maken van de kosten en de baten van de Kanteling, heeft de VNG een handreiking opgesteld waarin de belangrijkste financiële consequenties van de Kanteling zijn beschreven.3) In de publicatie staan mechanismen beschreven die van invloed zijn op de kosten en de baten. Daarbij is per mechanisme beschreven wat de (besparings) potentie is. Gemeenten dienen vervolgens zelf te bepalen welk deel van deze potentie ze kunnen verzilveren. De verwachting is dat met name kosten bespaard kunnen worden bij de verstrekking van individuele voorzieningen. De VNG maakt hierbij de kanttekening dat er nog geen gemeenten zijn die volledig zijn gekanteld. Daardoor is het (nog) niet mogelijk de aannames empirisch te onderbouwen. De praktijk zal per gemeente moeten uitwijzen of de Kanteling tot besparing kan leiden.4) De conclusie van de VNG is dat een succesvol gekantelde aanpak in de Wmo, een gemeente de kosten van individuele voorzieningen kan besparen. Een niet goed uitgevoerde Kanteling kan echter ook tot een verhoging van deze kosten leiden. De mogelijke kosten en baten zijn door de VNG op kwantitatieve wijze verwerkt in een business case van de Kanteling.5) Kosten en baten Kanteling volgens VNG Het kantelen van de Wmo aanpak leidt volgens de VNG tot een toename van de kosten doordat:
>> m eer tijd wordt besteed aan vraagverheldering en het doorspreken van oplossingen; >> medewerkers een hoger functieniveau hebben; >> arrangementen vaker eigen kracht, sociale netwerken en algemene voorzieningen bevatten; >> meer mensen worden bereikt (aanzuigend effect). Besparingen worden volgens de VNG gerealiseerd omdat: >> e en groter deel van de burgers geen aanvraag voor een individuele voorziening indient (preventief effect); >> er minder bezwaar wordt gemaakt; >> de duurzaamheid van arrangementen hoger is; >> de zorgcarrière van klanten ‘vlakker’ is; >> arrangementen minder vaak individuele voorzieningen bevatten om¬dat alternatieve oplossingen worden gevonden in de sfeer van eigen kracht, sociale netwerken en algemene voorzieningen. De mate waarin een gemeente deze potentiële effecten zal realiseren, is volgens de VNG afhan kelijk van een aantal factoren: >> k waliteit primaire proces (invoering gesprek, beschikbare tijd voor gesprek, opleidingsniveau medewerkers); >> aanwezigheid goede alternatieve voorzieningen; >> stevig juridisch kader (nieuwe verordening met maatwerk voor de gemeente); >> mate waarin gemeenten ervoor kiezen preventief beleid voorop te stellen, een beroep doen op de eigen kracht en het netwerk van burgers, en de verhouding inzet algemene en individuele voorzieningen. Business case Kanteling Almere De gemeente Almere heeft met behulp van het rekenmodel en de aannames van de VNG, een eigen business case opgesteld van de Kanteling in Almere. Hierbij zijn de aannames van de VNG vertaald naar de situatie in Almere. Als gevolg hiervan wijken de percentages van mogelijke kostenstijgingen en besparingen af van de aannames van de VNG. In een aantal interviews
3) De Kanteling financieel, Kosten en baten van een nieuwe aanpak in de Wmo,VNG, oktober 2010 4) Idem, p. 32 5) De Kanteling financieel,VNG, oktober 2010, pp. 31 - 58
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
9
is aangegeven dat de aannames zijn gebaseerd op praktijkervaringen van de gemeente Almere. Het is de rekenkamercommissie in het onderzoek echter niet duidelijk geworden of en hoe de gemeente de aannames uit de business case van de Kanteling kwantitatief heeft onderbouwd. Aan de hand van een praktijkonderzoek (de Almere Businesscase (ABC), niet te verwarren met de business case van de Kanteling; zie hoofdstuk 3) heeft Almere geprobeerd de financiële consequenties van een nieuwe meer integrale (gekantelde) werkwijze in zorg en welzijn in kaart te brengen.6) Uit dit praktijkonderzoek bleek dat de financiële gevolgen van de nieuwe werkwijze kwantitatief niet onderbouwd konden worden. Op basis van dit praktijkonderzoek kunnen geen uitspraken worden gedaan over de kosten van de nieuwe (gekantelde) aanpak ten opzichte van de oude (bestaande) aanpak.7) De ABC is daardoor
niet geschikt voor de financiële onderbouwing van de business case van de Kanteling. Aan de hand van zeventien acties maakt de business case inzichtelijk welke kostenstijgingen en besparingen de gemeente verwacht bij de invoering van de Kanteling.8) Voorbeelden van acties zijn: >> o pleiden medewerkers >> zelfindicaties van burgers aan de hand van EigenKrachtWijzer >> mandatering van indicatiestelling bij ketenpartners >> herindicatie gebruikers scootmobiel en collectief vervoer >> pool van scootmobielen bij openbare gebouwen >> afname aantal klachten en bezwaren als gevolg van ‘het gesprek’ Een volledig overzicht van de acties is opgenomen in bijlage 5.
Tabel 2.1 – Verwachte bezuinigingen individuele voorzieningen (percentages) Individuele voorziening
Hulp bij het huishouden Zorg in Natura (ZIN) Hulp bij het huishouden PGB Woning aanpassingen Scootmobielen Overige ind. vervoersvoorzieningen Collectief Vraag afhankelijk Vervoer Rolstoelen Overige ind. voorzieningen Totaal
Maximaal haalbare bezuiniging, in procenten
Verwachte bezuiniging, 2011 in procenten
Verwachte bezuiniging, 2012 in procenten
Verwachte bezuiniging, 2013 in procenten
Verwachte bezuiniging, 2015 in procenten
Volgens model VNG 26,5%
Volgens aannames Almere 5,0%
15,0%
17,0%
19,0%
20,0%
26,5%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
23,4%
5,0%
11,0%
15,0%
15,0%
15,0%
13,2% 11,6%
6,0% 4,0%
31,0% 4,0%
31,0% 5,0%
31,0% 6,0%
31,0% 6,0%
40,0%
10,0%
35,0%
35,0%
35,0%
35,0%
18,2% 0,0%
5,0% 4,0%
7,0% 4,0%
7,0% 5,0%
7,0% 5,0%
7,0% 5,0%
24,2%
5,4%
14,3%
15,4%
16,2%
16,6%
Bron: Business case Kanteling Wmo, gemeente Almere, versie 29 maart 2011, tabblad V4
6) Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Bureau HHM, Enschede, 2011 7) Idem, p.11 8) Business case Kanteling Wmo, gemeente Almere, januari 2011
10
Verwachte bezuiniging, 2014 in procenten
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
In de tabel 2.1 is voor de individuele voorzieningen het besparingspotentieel voor Almere in kaart gebracht. De besparingen zijn grotendeels het gevolg van een afname van het aantal verstrekte individuele voorzieningen ten gunste van algemene / collectieve voorzieningen. Ten opzichte van de aannames uit het model van de VNG zijn er drie zaken die opvallen. Ten eerste schat de gemeente Almere het besparingspotentieel op de hulp in het huishouden met betrekking tot het PGB laag in (5% in plaats van 20%) ten opzichte van het geschatte maximum van de VNG. Dit is het gevolg van de keuze van de gemeente Almere om in het rekenmodel een onderscheid te maken tussen Zorg in Natura (ZIN) en PGB, waar de VNG dit onderscheid niet maakt. De besparing op PBG’s heeft de gemeente Almere lager geraamd, omdat zij inschat dat het voorkeursbeleid voor PGB al besparingen oplevert. Ten tweede schat de gemeente Almere het besparingspotentieel op scootmobielen veel hoger in dan het geschatte maximum van de VNG. Volgens geinterviewden is gebruik gemaakt van specifieke ervaring met en gegevens over de situatie in
Almere. Ten derde valt op dat Almere in 2011 de besparingen nog voorzichtig inschat, maar vanaf 2012 nemen de verwachte besparingen flink toe. Daarbij verwacht Almere tweederde deel van de geschatte maximum haalbare bezuinigingen van de VNG te kunnen realiseren. Behalve besparingen op individuele voorzieningen verwacht Almere ook kosten te besparen door een afname van het aantal aanvragen (preventieve werking), een afname van de uitvoeringskosten (minder aanvragen, minder bezwaarschriften, intake door ketenpartners en zelfindicatie) en goedkopere arrangementen. Kosten stijgingen verwacht Almere vooral als gevolg van het opleiden van medewerkers, extra uren voor het gesprek en informatie en advies, het uitbreiden van collectieve voorzieningen, de herindicaties en een aanzuigend effect.9) In de onderstaande figuur is weergegeven hoe de kosten en baten van de Kanteling in Almere zich naar verwachting zullen ontwikkelen in de periode 2011 – 2015.
Figuur 2.2 - Kosten en besparingen Kanteling Wmo €5.000.000 €4.000.000 €3.000.000 €2.000.000 €1.000.000 €0 -€1.000.000 -€2.000.000 Kosten (extra) Baten Resultaat
2011
2012
2013
2014
2015
-€147.122
-€129.133
-€140.764
-€148.092
-€150.583
€1.328.557
€3.264.815
€3.842.259
€4.365.026
€4.666.752
-€142.667
€1.973.484
€2.434.611
€2.884.101
€3.160.914
Bron: Business case Kanteling Wmo, gemeente Almere, versie 29 maart 2011, tabblad grafiek
9) Presentatie De Kanteling voor studiedagen raad Almere, 13 mei 2011
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
11
Wat opvalt in figuur 2.2, is dat reeds in 2011 flinke besparingen verwacht worden. Als gevolg van eveneens flinke kosten, is het resultaat in 2011 nog licht negatief. In de jaren daarna lopen de besparingen steeds verder op. In 2012 verwacht de gemeentelijke organisatie reeds meer dan een verdubbeling van de besparingen. Het uiteindelijke resultaat in 2015 is vrijwel gelijk aan het bedrag dat in de bestuursopdracht voor de Kanteling en directe ingrepen in de individuele voorzieningen was opgenomen (€3.150.000 structureel in 2015, voor de directe ingrepen op de Wmo en het bezuinigingsvoorstel voor de Kanteling; zie paragraaf 2.2). De VNG geeft geen indicatie van het tijdsverloop van kostenontwikkelingen bij de Kanteling. De VNG merkt in de handreiking slechts op dat kantelen een kwestie is van oefenen, organiseren, uitvoeren en weer bijstellen en dat dat proces tijd vraagt.10) Uit interviews blijkt dat diverse betrok kenen verwachten dat het veel tijd zal kosten om besparingen te realiseren (zie verder hoofdstuk 3). Duidelijk is echter dat de gemeentelijke organisatie van Almere verwacht in kort tijdsbestek een groot deel van de besparingen te kunnen realiseren.
2.2 > Kostenontwikkeling en bezuiniging op Wmo in Almere Kosten ontwikkeling Wmo Almere In de programmabegroting en de programmajaarrekening van Almere is informatie over de baten en lasten van de Wmo opgenomen in het programma ‘Sociaal krachtige samenleving’. De informatie over specifieke lasten en baten ontwikkelingen van de Wmo is beperkt. In de Beleidsnota Wmo gemeente Almere 2010-2014 ‘De kracht van Almere’ is een overzicht opgenomen van de Wmomiddelen.11) Op verzoek van de rekenkamercommissie heeft de gemeente Almere het overzicht aangevuld en geactualiseerd.12) De gegevens staan hieronder weergegeven in tabel 2.3.13) Uit dit overzicht blijkt dat de kosten voor de Wmo in Almere in de afgelopen vier jaar flink zijn gestegen. De kostenstijgingen doen zich met name voor bij prestatievelden twee (ondersteuning jeugd), zes (individuele voorzieningen), zeven (maatschappelijke opvang) en acht (openbare geestelijke gezondheidszorg). Tegenover deze stijging in de kosten van de Wmo staan de volgende dekkingsmiddelen (zie tabel 2.4 op pagina 13).
Tabel 2.3 – Kostenontwikkeling Wmo Almere werkelijk (bedragen x €1.000) Budgetten WMO Prestatieveld P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 Totaal
Sociale samenhang Ondersteuning jeugd Informatie & advies Vrijwilligers en mantelzorg Collectieve voorzieningen Individuele voorzieningen Maatschappelijke opvang Openbare geestelijke gezond heidszorg (Oggz) Verslavingsbeleid Algemeen (WMO-C + projecten)
Kosten 2007 5.862 5.368 79 1.470 1.618 14.067 1.391 893
Kosten 2008 6.275 5.539 66 1.631 2.301 13.605 2.976 1.361
Kosten 2009 6.925 6.662 5 1.785 2.184 15.419 4.899 1.434
Kosten 2010 7.469 6.438 1 1.686 2.057 16.840 5.032 2.089
2.265 649 33.662
1.082 640 35.476
1.115 117 40.545
1.402 125 43.139
Bron: Overzicht ‘aanvulling gegevens rekenkamer’, afdeling concernfinanciën 19 juli 2011
10) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010: p.19 11) ‘De kracht van Almere’, beleidsnota Wmo gemeente Almere 2010-2014, p.46 12) Bron: Overzicht ‘aanvulling gegevens rekenkamer’, verstrekt door afdeling concernfinanciën op 19 juli 2011 13) I n deze overzichten zijn niet opgenomen: Wmo-middelen die besteed worden binnen de dienst Publiekszaken en Projectbureau Stad, de personeelskosten van beleid en uitvoering, en de middelen die besteed worden aan incidentele projecten en incidentele investeringen.
12
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Tabel 2.4 – Dekkingsmiddelen Wmo Almere (bedragen x €1.000) Dekking Rijksregelingen Eigen bijdrage cliënten Overig Algemene middelen gemeente Totaal
Werkelijk 2007 7.019 1.156 141 25.346 33.662
Werkelijk 2008 6.815 1.040 21 27.600 35.476
Begroot 2009 11.416 1.348 75 29.478 42.317
Begroot 2010 9.659 1.885 75 30.572 42.191
Begroot 2011 9.659 1.885 75 31.329 42.948
Bron: De kracht van Almere’, beleidsnota Wmo gemeente Almere 2010-2014, p.46
Uit dit overzicht blijkt dat de stijgende kosten gedekt worden door zowel een toename van de vergoeding vanuit de rijksregelingen, als vanuit een stijging van de eigen bijdrage van cliënten en de algemene middelen van de gemeente. In percentages uitgedrukt zijn er geen grote verschillen tussen de dekkingsmiddelen. De dekking vanuit de rijksregeling neemt in de periode 2007 – 2011 iets toe, van 21% naar 22,5%. Ook de dekking vanuit de eigen bijdrage van cliënten neemt in de periode 2007 – 2011 iets toe, van 3,4% naar 4,3%. De dekking vanuit de algemene middelen van de gemeente neemt in die periode iets af, van 75% tot 73%. Open einde regeling De verstrekking van individuele voorzieningen in het kader van de Wmo heeft het karakter van een open einde regeling. De omvang van de vraag naar voorzieningen is bepalend voor de omvang van de uitgaven. De omvang van de vraag is voor een lokale overheid slechts beperkt te beïnvloeden, zo is de vraag onder andere afhankelijk van demografische ontwikkelingen. Hoe meer ouderen er in een gemeente wonen, hoe groter het beroep op de Wmo. Een andere factor die een rol van betekenis speelt is de sociale cohesie in een stad. Hoe groter de sociale cohesie, hoe meer bewoners met een zorgbehoefte een beroep kunnen doen op familie, vrienden, buren en andere mensen in de gemeente. Dit kan ervoor zorgen dat de vraag naar voorzieningen in een gemeente met een hoge sociale cohesie lager is dan in een gemeente met een lage sociale cohesie. In interviews is aangegeven dat het belangrijk is dat een gemeente zicht heeft op het aantal aanvragen van voorzieningen, het aantal toegekende voorzieningen en demografische ontwikkelingen. Deze gegevens zijn nodig om de kosten van
de Wmo te beheersen en voorspellingen te kunnen doen over de kostenontwikkeling. Een gemeente kan daarbij sturen op het reguleren van criteria, de eigen bijdrage regeling en inkoopstrategieën. Monitoring baten en lasten Tot 2010 was de kwantitatieve management informatie over bijvoorbeeld aantallen aangevraagde en verstrekte voorzieningen beperkt. Uit interviews blijkt dat dit probleem is onderkend door de gemeente en in samenwerking tussen DMO en de afdeling Control van de gemeente is aangepakt. Sinds 2010 beschikt de gemeente over verbeterde management informatie, waardoor de mogelijk heden om te sturen op de financien van de Wmo zijn toegenomen. Uit interviews blijkt echter ook dat er op dit punt nog een aantal verbeteringen nodig is, waaronder verder inzicht in de gevolgen van de demografische ontwikkeling van Almere voor de kosten van de Wmo. De rekenkamercommissie heeft tegenstrijdige berichten ontvangen over de verwerking van de bevolkingsprognoses in de business case van de Kanteling. Volgens één van de geinterviewden zijn deze onvoldoende verwerkt (zie paragraaf 2.1) en is de gemeente voornemens dit probleem in 2011 aan te pakken. Anderen hebben aangegeven dat op basis van de gebruikte cijfers Almere inschat dat de vergrijzing pas na 2015 gevolgen heeft voor de aanspraak op voorzieningen. Hier wordt echter geen rekening mee gehouden in de structurele bezuinigingsopgave. Een gevolg van de beperkte kwantitatieve gegevens over de afgelopen jaren is dat (financiële) gevolgen van nieuwe beleidsmaatregelen lastig te relateren zijn aan eerder beleid. De effectiviteit van (nieuw) beleid valt daardoor niet goed te evalueren.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
13
Bestuursopdracht Vanwege toenemende kosten in de zorg, besluit het Rijk om in 2010 €200 miljoen te bezuinigen op de Wmo. Het gaat hierbij om een korting van ongeveer €150 miljoen op het persoonsgebonden budget (PGB) voor huishoudelijke zorg. De overige €50 miljoen is gebaseerd op de veronderstelling dat gemeenten doelmatigheidswinsten kunnen realiseren op de uitvoering van de Wmo, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van collectieve voorzieningen in plaats van individuele voorzieningen.14) Deze bezuiniging komt bovenop de bezuinigingen op de AWBZ (pakketmaatregelen AWBZ) van het Rijk uit 2009. De kosten van de AWBZ lopen op doordat de functies in de AWBZ steeds verder zijn uitgebreid en een toenemend aantal mensen een beroep doet op de AWBZ. Het Rijk stelt om die reden maatregelen op om de toegang tot de AWBZ te beperken en de omvang van de zorg te verminderen.15) Deze maatregelen leiden ertoe dat voor een groep burgers individuele begeleiding wegvalt. Het Wmo-beleid kan het wegvallen van deze zorg deels opvangen, maar dit zal tot kostenstijgingen voor de Wmo kunnen leiden.16) Mede in het licht van deze financiële context zijn in het coalitie akkoord ‘Oostvaardersakkoord 2010 – 2014’ financiële afspraken opgenomen over bezuinigingen. Om voorziene tekorten
(€25 miljoen in 2015) en gewenste investeringen mogelijk te maken, kiezen de partijen voor zeventien bestuursopdrachten. Deze bestuursopdrachten bestaan uit een 10% besparing op de beïnvloedbare ruimte van iedere hoofdfunctie uit de begroting en een aantal specifieke opdrachten. Per portefeuille wordt 15% van de beïnvloedbare ruimte inzichtelijk gemaakt. Voor hoofdfunctie zes ‘sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening’, waar de Wmo onder valt, gaat het om een taakstellende bezuinigingsopgave van €5,2 miljoen.17) Het college selecteert uit deze mogelijkheden een samenhangend pakket maatregelen. Uit de tussenrapportage bestuursopdrachten blijkt dat het voorziene tekort naar boven is bijgesteld naar €27,8 miljoen, en dat reeds in 2011 tekorten worden verwacht, waar dat ten tijde van het coalitie akkoord nog niet was voorzien.18) De bezuinigingsvoorstellen in het kader van de bestuursopdrachten zijn uiteindelijk uitgewerkt in de Najaarsnota 2011-2014 en de Voorjaarsnota 2012 – 2015. In de najaarsnota stelt het college een aantal directe ingrepen voor, gebaseerd op de eerste resultaten van de bestuursopdrachten. Deze zijn volgens het college noodzakelijk geworden als gevolg van de verslechterde financiële situatie.19) Voor het beleidsterrein participatie, zorg en inkomen zien de directe ingrepen er als volgt uit:
Tabel 2.5 – Directe ingrepen participatie, zorg en inkomen (bedragen x €1.000) Omschrijving Efficiënter werken bij de uitvoering van de Wmo Verstrekkingen individuele voorzieningen Wmo Minimabeleid: versnelde integrale herijking Totaal
2011 50 200 250
2012 50 600 500 1.150
Bron: Najaarsnota 2011 – 2014, p.60
14) Handreiking bezuinigingen VCP, december 2010, p.4 15) Almeers antwoord op de bezuinigingen op de AWBZ, deelnota 3 bij Wmo-nota 2010-2014, p.3 16) Raadsbrief ‘Uitvoering Wmo 2010-2014, 29 maart 2010, p.4 17) Oostvaardersakkoord 2010-2014, p.17 18) Tussenrapportage bestuursopdrachten, 22 oktober 2010, p.1 19) Najaarsnota 2011-2014, p.11
14
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
2013 50 600 500 1.150
2014 50 600 500 1.150
2015 50 600 500 1.150
De directe ingrepen met betrekking tot de Wmo betreffen onder andere: >> een vernieuwde aanpak van preventieve woonbegeleiding; >> maatregelen met betrekking tot de individuele verstrekkingen Wmo. Het betreft hier aftopping van de groei van de uitgaven door onder meer: >> aanscherping toekenningcriteria voorzieningen en bredere toepassing eigen bijdrage >> efficiencyverbetering: meer automatisering en digitalisering aanvraag- en indicatieproces, optimalisering >> kanteling in de manier van werken: integratie 1e–lijn SPZ in KCC, deels mandatering
indicatiestelling naar professionals, zelfindicatie burgers met toetsing achteraf >> meer collectief organiseren: collectief aanbod scootmobielen, bundeling aanpak in wijken door inzet uitkeringsgerechtigden >> in beheer/onderhoud wijk en collectief dienstenaanbod voor ouderen en gehandi capten (besparing huishoudelijk hulp).20) In de voorjaarsnota worden in aanvulling op deze directe ingrepen de volgende bezuinigingsmaatregelen voorgesteld:
Tabel 2.6 – Bezuinigingsvoorstellen participatie, zorg en inkomen (bedragen x €1000) Omschrijving Efficiencykorting en beperken budget Kanteling Heroverwegen ‘extra taken’ Schuldhulpverlening Sociaal cultureel werk ‘De Schoor’ St. Vluchtelingen en vreemdelingen Gezondheidsbeleid Emancipatieraad / emancipatiecentrum Avanti / diversiteit Totaal
2011 -700
2012 544 1.600 285
50 50 43
2013 594 1.900 335 1.000 50 100 50 43
2014 694 2.200 435 1.000 125 100 50 43
2015 814 2.500 635 1.000 500 204 50 43
2.572
4.072
4.647
5.746
-267
-967
Bron: Voorjaarsnota Almere 2012 – 2015, p.66
Uit de overzichten van de bezuinigingsmaatregelen blijkt dat een substantieel deel van de bezuinigingen voor participatie, zorg en inkomen rusten op besparingen in het kader van de Kanteling. Ook de directe ingrepen in de individuele voorzieningen zijn grotendeels gebaseerd op het kantelen van de Wmo. De rekenkamercommissie merkt hierbij op dat de cijfers geen inzicht verschaffen in de verhouding tussen de verschillende bezuinigingen en de oorspronkelijke kostenposten. Risico’s In de voorjaarsnota benoemt de gemeente een aantal risico’s van de bezuinigingen. Zoals gezegd meent de gemeente een groot deel van de besparing te vinden in een andere manier van werken (de Kanteling). Hoewel pilots op dit gebied volgens de gemeente positief zijn en de gemeente
vol vertrouwen de opschaling en verbreding hiervan oppakt, erkent de gemeente dat het een forse inspanning vraagt van de eigen organisatie en partners om de maatregelen tijdig en volledig door te voeren.21) 2.3 > Verhouding kanteling en bezuinigingen Mogelijkheden tot besparen Kanteling variabel De VNG benadrukt dat de Kanteling niet vanzelfsprekend tot een daling van de totale kosten van de Wmo zal leiden. Een niet goed uitgevoerde Kanteling kan zelfs leiden tot een stijging van de totale kosten.22) Kiezen voor de Kanteling zal enerzijds tot meerkosten leiden, omdat er bijvoorbeeld meer tijd nodig is voor gesprekken met cliënten.23)
20) Najaarsnota 2011-2014, p.11 21) Voorjaarsnota 2012 – 2015, p.73 22) De Kanteling financieel,VNG, oktober 2010, pp. 31 – 58, p.9 23) Idem, p.54
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
15
Dit blijkt ook uit de business case van de Kanteling in Almere. In hoeverre er anderzijds besparingen gerealiseerd kunnen worden verschilt per individuele voorziening en is afhankelijk van onder ander de cliëntenpopulatie, de kracht van sociale netwerken in een gemeente en het wel of niet reeds aanwezig zijn van alternatieve arrangementen. De mate waarin een gemeente in staat is om alle aannames van de VNG op de juiste manier te vertalen naar de eigen gemeente, bepaalt of de Kanteling succesvol zal zijn. Kantelen is niet hetzelfde als bezuinigen Door bijna alle betrokkenen die zijn geïnterviewd in het kader van dit onderzoek, is benadrukt dat de Kanteling geen bezuinigingsopgave is. De Kanteling staat voor een manier van werken waarbij de vraag van de burger centraal komt te staan in plaats van het aanbod aan voorzieningen. Het doel is niet dat er bezuinigd wordt, maar dat de burger in zijn kracht wordt gezet. Dit moet leiden tot meer maatwerk voor de burger, een verschuiving van zorg naar welzijn en (uiteindelijk) een hogere klanttevredenheid. Vanuit dat perspectief zijn de kostenbesparingen een bijkomstig effect.
niet te beïnvloeden zijn, zoals de bevolkingsontwikkeling. Aan de andere kant betekent een gekantelde werkwijze dat er minder goed gerekend kan worden in aantallen verstrekte (individuele) voorzieningen. Dit is het gevolg van het groeiende beroep op maatwerkoplossingen. Een oplossing op maat die past bij de zorgvraag van een burger, kan bestaan uit een mix van ondersteuning door vrijwilligers, eigen kracht, hulp van mantelzorgers, een algemene voorziening en een individuele voorziening. Hoewel de ontwikkeling in het aantal verstrekte voorzieningen gevolgd kan worden, valt er niet te sturen op het aantal binnengekomen aanvragen, afgehandelde aanvragen en corresponderende aantallen voorzieningen. Bovendien is in dergelijke toetsingsinformatie een maatwerkoplossing moeilijk te herleiden. Het is daarom de vraag of de gemeente op basis van sturingsinformatie daadwerkelijk kan sturen.
De meeste geinterviewden hebben aangegeven dat de business case van de Kanteling er niet toe mag leiden dat er een resultaatverplichting op de Kanteling wordt gelegd. De Kanteling is een proces dat tijd nodig heeft, waar fouten in gemaakt moeten kunnen worden en waar politieke keuzes nog van invloed kunnen zijn op de uiteindelijke kosten en besparingen. Indien de prikkel tot bezuinigen ertoe leidt dat er minder geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld het ontwikkelen van alternatieve collectieve voorzieningen, zal dit kostenstijgingen tot gevolg kunnen hebben. Als burgers geen gebruik kunnen maken van alternatieve voorzieningen, zullen ze terugvallen op individuele voorzieningen en kan de vraag, in combinatie met de aanzuigende werking van de nieuwe werkwijze, leiden tot een toename van de kosten.
Besparingen haalbaar? De meeste geinterviewden verwachten dat de Kanteling tot kostenbesparingen kan leiden, ze zetten echter kanttekeningen bij de termijn waarop deze besparingen gerealiseerd kunnen worden. Op korte termijn zullen vooral extra kosten gemaakt moeten worden om de Kanteling in te voeren. De rekenkamercommissie heeft een digitale enquête gehouden onder maatschappelijke en professionele partners van de gemeenten Almere op het gebied van de Wmo.24) Uit deze digitale enquête blijkt dat de meerderheid van de respondenten de kans klein (36%) tot zeer klein (18%) inschat dat de Kanteling tot besparingen kan leiden. Uit de toelichtingen op de antwoorden en uit de groepsbijeenkomst met de externe partners van de gemeente, blijkt dat de verwachting vooral is dat het lang zal duren voordat een gekantelde werkwijze tot besparingen kan leiden. Een belangrijke reden hiervoor is dat de Kanteling niet alleen een andere werkwijze betekent voor de gemeente, maar eveneens een cultuuromslag vereist bij maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers.25)
Sturing lastiger Sturen op het realiseren van de besparingen zal lastig zijn volgens diverse betrokkenen. Aan de ene kant is dit het gevolg van het feit dat vele factoren
Uit interviews blijkt dat de gemeentelijke organisatie verwacht op korte termijn besparingen te kunnen realiseren door herindicaties op basis van een nieuwe gekantelde verordening, de invoering
24) Z owel professionele organisaties als MEEIJsseloevers, Thuiszorg In Holland en de Zorggroep Almere,als maatschappelijke organisaties als de ANBO, de Wmo-raad en de VMCA hebben deelgenomen aan de enquête. In totaal hebben 56 personen deelgenomen aan de enquête, van ongeveer 40 verschillende organisaties. 25) B ronnen: digitale enquête en groepsbijeenkomst met professionele en maatschappelijke partners van de gemeente Almere van de uitvoering van de Wmo.
16
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
van (hogere) eigen bijdrages en de aanbesteding van huishoudelijke hulp. Indien de verwachte besparingen niet gerealiseerd worden, zijn er echter volgens de meeste geinterviewden weinig mogelijkheden om het financiële risico op te vangen. Daar is geen rekening mee gehouden, volgens een aantal geinterviewden. Volgens één van de geinterviewden zit er nog ruimte in de afwijkingen van de gemeente Almere ten opzichte van de aannames van de VNG. In sommige gevallen is de gemeente Almere voorzichtiger dan de VNG. Wellicht dat in dat licht nog extra besparingen vallen te realiseren. Uit interviews blijkt dat er geen risico analyse is uitgevoerd voor de Kanteling. Er is evenmin een financiële reserve gemaakt in de programma begroting, om eventuele risico’s op te vangen. Indien besparingen niet gerealiseerd worden in de mate of het tempo waarin de gemeentelijke organisatie dat verwacht, zal dit direct leiden tot problemen met het realiseren van de bestuursopdracht voor participatie, zorg en inkomen. 2.4 > Conclusies Om de Kanteling succesvol te laten zijn, zal er een verschuiving moeten optreden van individuele voorzieningen naar een beroep op de eigen kracht van de burgers, naar algemene voorzieningen en alternatieve arrangementen. De gemeente is voor het realiseren van deze verandering afhankelijk van vele betrokkenen. Zowel werknemers van de gemeente, als burgers en betrokken externe partners zullen moeten kantelen. In eerste instantie vereist dit financiële investeringen en tijd om de veranderingen door te voeren concludeert de rekenkamercommissie. De business case van de Kanteling is niet sterk onderbouwd. Er zijn veel aannames gemaakt in de business case van zowel de VNG als van Almere. De gemeentelijke organisatie schat het besparingspotentieel van de Kanteling redelijk hoog in; op tweederde van het maximum van de VNG. In hoeverre deze aannames kloppen, zal de tijd duidelijk moeten maken. De verwachting van diverse betrokkenen is dat kostenbesparingen mogelijk zijn, maar dat de termijn waarop deze gerealiseerd kunnen worden lang is (zie ook hoofdstuk 3). Dit maakt dat de rekenkamercommissie het tijdpad niet reëel acht.
De business case en de daarin opgenomen bezuinigingen leggen een druk op de invoering van de Kanteling. Als de invoering van de Kanteling minder positief verloopt dan de prognoses uit de business case, zal de bestuursopdracht niet gerealiseerd kunnen worden. Voor het realiseren van de bezuinigingen is de gemeente afhankelijk van inspanningen van externe partners. Het realiseren van de bezuinigingen heeft de gemeente daardoor niet geheel in eigen hand. Een risicoanalyse van de financiële gevolgen van de Kanteling ontbreekt, evenals een financiële reservering mochten bepaalde risico’s zich voordoen. In hoeverre de druk tot bezuinigen een bedreiging vormt voor de invoering van de Kanteling, hangt af van de (politieke) keuzes die gemaakt worden tijdens de implementatie van de Kanteling. Bezuinigen op de investeringen die nodig zijn voor de invoering van de Kanteling kan een grote bedreiging vormen voor een succesvolle Kanteling. Grote risico’s hierbij zijn dat de medewerkers onvoldoende tijd krijgen en onvoldoende voorbereid zijn op een gekantelde werkwijze, en dat er onvoldoende alternatieven voor individuele voorzieningen voorhanden zijn (zie ook hoofdstuk 3). Uit de analyse in dit hoofdstukkomt een drietal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling naar voren: >> t ijd voor implementatie nieuwe werkwijze >> budget voor investeringen in nieuwe werkwijze >> risicoanalyse en beheersing Het tijdspad dat de gemeente Almere kiest voor de Kanteling en de koppeling met de bestuurs opdracht staan daarmee op gespannen voet. Het volgende hoofdstuk maakt deze spanning verder inzichtelijk.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
17
18
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
3 › Kanteling organisatie
Een belangrijk onderdeel van de Kanteling in Almere is de organisatieverandering. Dit hoofdstuk beschrijft op welke manier de gemeente Almere daar invulling aan geeft. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de veranderingen binnen de gemeentelijke organisatie van Almere. Vervolgens komt een aantal aspecten aan bod van de organisatieverandering die nauw samenhangen met externe betrokkenen en ontwikkelingen. Uit de analyse blijkt dat de gemeente Almere een sterke focus kent op interne verandering. 3.1 > Veranderingen intern Het project Kanteling in Almere Zoals eerder toegelicht in de inleiding staat de Kanteling voor een omslag van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen), naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid). Om als Wmo-uitvoerings organisatie vraag- en resultaatgericht te werken en een passende oplossing te vinden voor iedere burger met een ondersteuningsbehoefte, moet de organisatie dusdanig ingericht worden dat het gesprek met de burger centraal komt te staan.26) Tijdens een gesprek kan ‘de vraag achter de vraag’ achterhaald worden waarna het meest passende arrangement aan voorzieningen aangeboden wordt. Eengekantelde gemeente is volgens de VNG ingericht op het denken en handelen van de burger, in plaats van gestructureerd in domeinen als ‘zorg en welzijn, ‘ruimte en wonen’ en ‘onderwijs’. Om deze nieuwe werkwijze in te voeren is Almere begin 2011 het project de Kanteling gestart. Vanuit de eigen organisatie is een tijdelijke projectleider aangesteld die per 1 januari 2011 is gestart. Het doel van het project is de implementatie van de gekantelde werkwijze binnen de gemeentelijke organisatie. Het belangrijkste en meest zichtbare onderdeel van het project is de organisatieverandering van de gemeente. Het project gaat niet alleen om een verandering van de structuur, maar ook van de werkwijze en cultuur. Een ander belangrijk element van het project is de business case van de Kanteling (zie hoofdstuk 2).Hieronder staan de verschillende veranderingen in de gemeentelijke organisaties toegelicht.
Servicepunt Z en Publiekszaken Servicepunt Z (SpZ, het Almeerse Wmo-loket) en het Klant Contact Centum (KCC) moeten in het kader van de Kanteling intensief gaan samenwerken. Daarom wordt SpZ geïntegreerd in de dienst Publiekszaken (PZ), waardoor de burger in de toekomst voor alle vragen bij één loket terecht kan. In de nieuwe organisatie wordt het KCC voor burgers het eerste informatie- en adviespunt en beantwoorden de KCC-medewerkers praktische vragen waarvoor geen consulent ingeschakeld hoeft te worden. Pas als het KCC beoordeelt dat de vraag breder is, wordt deze doorgezet naar het Servicepunt Z (de backoffice). Daar vindt vervolgens een telefonische intake plaats om de vraag te verhelderen, met de EigenKrachtWijzer (EKW) als middel. Daarop volgt een indicatie of advies of, bij een complexe ondersteuningsbehoefte, een ‘keukentafelgesprek’ met een consulent. De betrokken afdelingen gaan daarmee daadwerkelijk anders werken. Het Gesprek De nieuwe werkwijze met de EKW en het KCC dient er toe te leiden dat de afhandeling van (zorg) vragen van burgers efficiënter verloopt. Bij een consulent dienen alleen nog die gevallen terecht te komen, waarvoor een gesprek echt nodig is. Het gesprek dat de Wmo-consulent met de burger gaat voeren, is anders van opzet dan in het verleden. Er wordt niet langer gewerkt met een checklist die leidt tot wel of geen indicatie voor een voorziening; in plaats daarvan zal de consulent in een ‘keukentafelgesprek’ samen met de burger proberen te achterhalen wat de achterliggende redenen zijn van de zorgvraag. Dit vereist nieuwe gespreksvaardigheden van de consulenten. De consulent moet eerst bij de burger zien te achterhalen wat de oorzaken zijn van de zorg behoefte. Vervolgens dient de consulent zich een beeld te vormen van de thuissituatie van de burger, van (de kracht van) zijn sociale netwerk, de financiële situatie van de burger en de kennis die de burger zelf heeft van mogelijke alternatieve oplossingen voor de voorziening die hij of zij denkt nodig te hebben. De consulent zal vervolgens in overleg met de burger moeten beoordelen of er alternatieve oplossingen zijn die én beter aansluiten bij de persoonlijke omstandigheden én passen bij de beleidslijn dat er meer een beroep gedaan
26) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010: p.24.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
19
moet worden op de eigen kracht van de burger. Een dergelijk gesprek vereist inleving, de vaardigheid om door te vragen en overtuigingskracht. De medewerkers van Servicepunt Z worden getraind in deze nieuwe werkwijze en cultuur. Alle voormalige Wmo-consulenten hebben de training doorlopen en zijn nu de nieuwe werkwijze aan het uitvoeren. Het gesprek kan plaatsvinden bij de gemeente, maar ook bij de burger thuis aan de keukentafel. Uit de interviews blijkt dat de Wmoconsulentenen de teamleiders van Servicepunt Z verwachten dat de gesprekken in de eerste maanden na de Kanteling meer tijd (en daardoor geld) zullen kosten. In een aantal interviews is de vraag opgeworpen of de gemeentelijke organisatie hiervoor wel voldoende financiële middelen heeft gereserveerd. In de business case van de Kanteling is een extra tijdsinvestering verwerkt, maar de rekenkamercommissie deelt de vraag of dit in voldoende mate het geval is. De EigenKrachtWijzer Tussen 2007 en 2009 heeft Almere deelgenomen aan een landelijke pilot voor de Wmo. Deze pilot was gericht op het uitwerken van een vraaggerichte benadering van de Wmo en het vergroten van de participatie van mensen met een ondersteuningsvraag. Eén van de resultaten was de Wmo-vragenlijst, een vragenlijst ten behoeve van intake en indicatiestelling. Deze Wmo-vragenlijst is uiteindelijk verder uitgewerkt tot de EigenKrachtWijzer (EKW). Doel van de EKW is het uitstellen van het gebruik van (individuele) voorzieningen door de burger na te laten denken over oplossingen die hij zelf kan organiseren, eventueel met hulp uit zijn sociale netwerk. Ondertussen zijn er verschillende versies van de EKW ontwikkeld door de gemeente in samenwerking met ketenpartners. Sinds 1 maart 2010 is er een digitale publieksversie online beschikbaar. Deze (digitale) vragenlijst kunnen burgers -eventueel samen met een consulent- doorlopen om na te gaan welke oplossingen een burger in zijn of haar omgeving kan benutten. Daarnaast is er een versie voor professionals ontwikkeld, die gebruikt wordt als leidraad tijdens gesprekken met burgers.27
De EKW is met name bedoeld voor burgers. Onder burgers is de EKW echter nog onvoldoende bekend, volgens een aantal ge-interviewden. Bovendien beoordeelt een aantal van de ge-interviewdende EKW als onvoldoende gebruiksvriendelijk voor de burger. Zij vinden dat de EKW niet het enige instrument kan zijn voor indicatiestelling. Relatie Wmo en de Kanteling met andere beleidsterreinen De Wmo heeft raakvlakken met een groot aantal beleidsterreinen. Naast zorg en welzijn zijn dat onder meer jeugd, onderwijs, ouderen, integratie, vrijwilligersbeleid, maatschappelijke participatie, de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (Wwb; economische participatie), veiligheid, sport en cultuur. De gekantelde werkwijze is in principe toepasbaar op de meeste andere beleidsterreinen. Het kantelen betekent dan dat ook op deze beleidsterreinen de overheid taken teruggeeft aan de maatschappij en er steeds meer eigen verantwoordelijkheid van burgers wordt gevraagd. De gemeente Almere is van plan de werkwijze van de Kanteling (op termijn) door te trekken naar ondermeer de Wwb. Participatie is daarbij het centrale thema, met het Participatiebudget als versterkend middel om verbindingen te leggen tussen maatschappelijke- en arbeidsparticipatie.28) Almere wil de Wwb-consulenten in de toekomst ook integreren in Publiekszaken, van waaruit de taken rond de Wmo en de publieksdienst worden uitgevoerd, en ze meenemen in de gekantelde werkwijze. Op dit moment concentreert de gemeente zich met de Kanteling echter nog op het beleidsterrein van de Wmo. Almere Business Case (ABC) Eén van de manieren waarop de gemeente Almere zich heeft verdiept in een nieuwe werkwijze en het integreren van verschillende beleidsterreinen is het project de ‘Almere Business Case’ (ABC; niet te verwarren met de business case van de Kanteling in Almere; zie paragraaf 2.1) in Almere Haven. Het project, dat in de zomer van 2009 van start ging en in de zomer van 2011 is afgerond, is een initiatief van de gemeente Almere en zorgverzekeraar Agis. In het project is onderzocht hoe de ontschotting
27) G emeente Almere, Reglement Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009, 2009: p.6; Gemeente Almere, Servicepunt Z, De Kanteling van de Wmo in Almere.Visie op de toekomst van de verlening van individuele Wmo-voorzieningen in Almere, versie 29 november 2010: p.5; www.eigenkrachtwijzeralmere.nl, 19 augustus 2011. 28) Gemeente Almere, DMO, Actieplan Wmo 2010-2011, september 2010: p.8.
20
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
van financieringsstromen van de Wmo, AWBZ en de Zorgverzekeringswet (Zvw) uitgevoerd zou kunnen worden. Doel van de Almere Business Case is aan te tonen dat door een vernieuwende aanpak inwoners meer gaan participeren, wat leidt tot grotere tevredenheid van de cliënten en lagere maatschappelijke kosten.29) Het project richt zich op inwoners van Almere Haven die verzekerd zijn bij Agis en die gering participeren, geïsoleerd leven en een groot beroep op zorg en ondersteuning doen. Het doel is deze inwoners te stimuleren tot participatie door middel van het voeren van gesprekken bij bewoners thuis, oftewel een ‘keukentafelgesprek’, en een integraal ondersteuningsplan. Dit vraagt van professionals een houding waarin niet de zorg, maar de zelfredzaamheid van de burger centraal staat. De beperkingen van de bewoner worden niet per definitie met voorzieningen gecompenseerd, maar er wordt een op maat gesneden arrangement van individuele en collectieve voorzieningen georganiseerd. Centraal in de aanpak stond de Wmo-vragenlijst (die later is doorontwikkeld naar de EKW) en het Integraal Netwerk in Almere Haven.30) Bureau HHM heeft gedurende de looptijd van de pilot op meerdere momenten gemeten hoe de deelnemers ervoor staan. Uit de resultaten blijkt een toename van de eigen kracht, met name op het onderdeel ‘probleem oplossend vermogen’. Ook is bij de meeste deelnemers het niveau van participatie toegenomen en zijn zij zelf iets meer tevreden over hun participatie dan voor deelname aan de pilot.31) Uit de evaluatie van de ABC blijkt verder dat burgers de extra tijd en aandacht die zij krijgen tijdens een gesprek waarderen, maar dat zij moeite hebben met het beroep dat op hun eigen verantwoordelijkheid en hun sociale netwerk wordt gedaan, hoewel ze dit wel begrijpen en waarderen.32)
Ook professionals zijn tevreden over de nieuwe werkwijze, maar staan sceptisch tegenover de inzet van het sociale netwerk. Burgers die een beroep doen op de Wmo zijn zeer regelmatig sociaal geïsoleerd en de omgeving kan niet gedwongen worden iets te doen.33) Verschuivingen tussen zorg en welzijn De ABC-aanpak heeft volgens Bureau HHM geleid tot verschuivingen in de onderdelen van verleende ondersteuning en de domeinen van waaruit die worden gefinancierd. Bij een aantal deelnemers verschuift de zorg van formele zorgvormen uit de AWBZ en Zvw naar ondersteuning vanuit de Wmo of informele ondersteuning vanuit het sociale netwerk (vooral bij praktische zaken). Er zijn echter ook deelnemers (met name zorg mijders) bij wie het beroep op AWBZ en Zvw juist toeneemt door de pilot. Het beroep op zowel individuele als collectieve Wmo-voorzieningen is door de pilot toegenomen.34) Tijd en financiële regelingen ontoereikend Bureau HHM concludeert dat het veel tijd kost om alternatieven te vinden voor ondersteuning van de burger, die passen bij de vraag. Bovendien blijkt(financiële)regelgeving een creatieve oplossing regelmatig tegen te werken.35) Dit beeld is door meerdere organisaties bevestigd op een groeps bijeenkomst die de rekenkamercommissie heeft gehouden naar aanleiding van de resultaten van de digitale enquête. Organisaties kennen verschillende financieringsstromen: alleen AWBZ (gebonden aan afspraken met zorgkantoor), alleen Wmo, gemeentelijke middelen of een combinatie hiervan, of anders (MEE). Daarnaast is er vaak sprake van projectgebonden financiering. Uit de ABC komt naar voren dat de wijze van financiering leidend is voor het handelen van de professionals. Organisaties die alleen of grotendeels door de AWBZ worden gefinancierd geven aan dat er geen financiële ruimte is om iets voor deelnemers tedoen als er geen indicatie is.
29) Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011 30) Almere kent drie Integrale Netwerken. Dit zijn casus overleggen waaraan, naast de gemeente, de GGD, zorgaanbieders, kerken, politie, vrijwilligers- en mantelzorgorganisaties, welzijn en corporaties deelnemen. Zie ook hoofdstuk 5. 31) Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011: p.2. 32) Idem, p.25-26. 33) Idem, p.32. 34) D e mate van verschuivingen is niet gekwantificeerd in het rapport. De aantallen deelnemers maken een significatie kwantificering van de onderzoeksresultaten ook niet mogelijk. Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011: pp. 31-33 35) Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011: p.34.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
21
Deze tijd en inzet krijgt men niet vergoed. De ene organisatie gaat daar wat vrijer mee om dan de andere organisatie. Tot slot gaf een aantal professionals na afloop van de Almere Business Case, aan de nieuwe werkwijze niet langer te hanteren in verband met tijdgebrek en werkdruk, hoewel zij het wel als een verrijking van hun werkzaamheden zien.36) 3.2 > Veranderingen extern De Kanteling van de Wmo omvat meer dan een verandering van de werkwijze van de gemeentelijke organisatie. In deze paragraaf komt een aantal elementen van de Kanteling aan bod die nauw samenhangen met een veranderende werkwijze van de gemeentelijke organisatie, maar deels buiten die organisatie plaats vinden. Alternatieven voor individuele voorzieningen De Kanteling stuurt aan op een vermindering van het aantal verstrekte individuele voorzieningen ten gunste van collectieve voorzieningen, ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers en doet een beroep op de eigen kracht van de burger. Om burgers een alternatief te kunnen bieden voor een individuele voorziening, moet dat alternatief wel bestaan en bekend zijn bij de consulenten die het gesprek voeren met de burger. Dit vereist van de gemeentelijke organisatie grote kennis van voorzieningen op wijkniveau en inzicht in de sociale netwerken van burgers. De ontwikkeling en implementatie van collectieve voorzieningen, zoals scootmobielpools, rolstoelpools, collectieve aanpak maaltijdvoorziening of klussendienst, zal in 2011 opgepakt worden door de gemeente.37) Het aanbod is echter nog niet groot of nog onvoldoende bekend bij de gemeente. Veel alternatieven zijn toegankelijk via de maatschappelijke en professionele organisaties. De GGD houdt voor Almere een Sociale Kaart bij waar dergelijke initiatieven op staan vermeld. Wmo-consulenten kunnen daar gebruik van maken bij het samenstellen van een arrangement voor een burger. Uit de interviews blijkt echter dat deze kaart van de GGD niet actueel en volledig
genoeg is en dat de consulenten nog onvoldoende kennis hebben van mogelijke alternatieven voor individuele voorzieningen. Het risico van een onvolledig beeld is dat consulenten geen passend arrangement van oplossingen kunnen aanbieden aan burgers met een ondersteuningsbehoefte, waardoor deze blijven terugvallen op individuele voorzieningen. Het zal nog de nodige tijd kosten voor de gemeente om alternatieven voor individuele voorzieningen te ontwikkelen en te ontsluiten. Kennis van initiatieven in wijken en buurten, en samenwerking met maatschappelijke en professionele partners, is hierbij essentieel (zie ook hoofdstuk 5). Ondertussen is de gemeente wel gestart met de nieuwe werkwijze. In hoeverre het gebrek aan kennis en alternatieven daarbij tot problemen gaat leiden, zal uit de praktijk moeten blijken. Communicatiestrategie Een gekantelde werkwijze heeft niet alleen gevolgen voor de gemeentelijke organisatie, maar ook voor professionals, cliënten en de mensen in directe omgeving van cliënten. Van cliënten wordt bijvoorbeeld een actieve rol gevraagd in het verhelderen van de ondersteuningsbehoefte en het samenstellen van een passend arrangement.38) Een brede maatschappelijke verandering als de Kanteling, is niet van de ene op de andere dag te realiseren. Onder burgers leeft nog sterk het beeld dat de consulent de aanvraag en voorzieningen regelt. Bij de professionals is een andere mindset nodig waarin zij in plaats van ‘zorgen voor de burger’ gaan ‘zorgen dat de burger’ (de eigen kracht aanspreekt). Het is lastig burgers mee te nemen in de Kanteling als bijvoorbeeld de huisarts vertelt dat burgers bij de gemeente een traplift kunnen aanvragen, terwijl de gemeente probeert bewoners ervan te overtuigen een andere woning te gaan zoeken of goedkopere oplossingen voor een traplift zoekt. Daarom is het goed vanaf het begin helder naar de burger te communiceren over de nieuwe werkwijze. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van externe partners met veel klantcontacten die de boodschap kunnen verspreiden en uitleggen.
36) Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011: p.26-27. 37) Uitvoeringsplan Wmo 2011, p.12 38) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010, p.32.
22
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Niet alle betrokkenen bij de Kanteling van de Wmo zijn gesprekspartner van de gemeente. Een communicatieplan en strategiezijn nodig, gericht op bewustwording van de gekantelde zorgcultuur en praktische informatie over instrumenten als de EKW en het KCC.In een communicatieplan kan de gemeente uitwerken welke communicatiemiddelen worden ingezet, wie betrokken worden in de uitvoering en wat de centrale boodschap is. Uit interviews blijkt dat zowel het college als de ambtenaren het belang van goede communicatie en voorlichting naar cliënten en externe partners erkennen. Uit interviews kwamen wisselende signalen over het al dan niet bestaan van een communicatieplan. Er is een communicatieplan voor de EigenKrachtWijzer. Over de Kanteling van de Wmo in Almere is een communicatieplan in ontwikkeling.39) De rekenkamercommissie heeft dit plan niet ontvangen. In één van de interviews is opgemerkt dat het communicatieplan met name gericht is op de eigen organisatie en bedrijfsvoering. In hoeverre een strategie of plannen om burgers en andere betrokkenen buiten de gemeentelijke organisatie te bereiken voorhanden zijn, kan de rekenkamercommissie niet beoordelen. Evenals bij het ontwikkelen en ontsluiten van alternatieven voor individuele voorzieningen, geldt hier dat de gemeentelijke organisatie in Almere het startpunt is van de Kanteling en dat informatie naar buiten toe op het tweede plan lijkt te staan. Voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen Een gekantelde werkwijze is ook van belang voor een aantal nieuwe ontwikkelingen dat op de gemeente afkomt, zoals de decentralisatie van de Jeugdzorg en wijzigingen in de AWBZ en de Wet werk en bijstand (Wwb). Gemeenten worden vanaf 2014 gefaseerd verantwoordelijk voor de Jeugdzorg. Dit is nu nog belegd bij de provincies en het Rijk. Het gaat o.a. over ambulante jeugdhulp, jeugd-ggz, verblijf, dag- en crisisopvang, de gesloten jeugdzorg en jeugdbescherming en -reclassering. Daarnaast wordt de functie begeleiding uit de AWBZ vanaf 2013 gefaseerd gedecentraliseerd
naar de Wmo. Dit betekent dat o.a. de ambulante (woon)begeleiding en de dagbestedingsactiviteiten (incl. vervoer) onder verantwoordelijkheid van de gemeente gaan vallen. En tot slot wordt regelgeving uit de Wajong, Wwb, WIJ (Wet Investeren in Jongeren) en Wsw (Wet sociale werkvoorziening) gebundeld onder de noemer ‘één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt’. Door deze bundeling en de ontschotting van budgetten, moet het voor gemeenten makkelijker worden om de juiste instrumenten in te zetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.40) Uit interviews en de digitale enquête blijkt dat de gemeente druk bezig is zich voor te bereiden op deze nieuwe ontwikkelingen. Daaruit blijkt eveneens dat deels dezelfde mensen die binnen de gemeentelijke organisatie verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en implementatie van de Kanteling, geacht worden zich te verdiepen in deze nieuwe ontwikkelingen en de gemeentelijke organisatie op de veranderingen voor te bereiden. Terwijl de Kanteling nog in de kinderschoenen staat, staan de volgende veranderingen alweer voor de deur. Dit vereist een stevige verankering van de Kanteling binnen de gemeentelijke organisatie en een goede controle en monitoring van (tussentijdse) resultaten. Anders bestaat het risico dat de Kanteling onvolledig wordt geïmplementeerd en niet tot de gewenste resultaten zal leiden. Voor de effectiviteit van het beleid kan het goed zijn ervoor te kiezen de aandacht op specifieke onderdelen te richten en de uitwerking daarvan de tijd te geven voordat nieuwe aandachtspunten worden geformuleerd.41) Draagvlak als continu proces Een nieuwe werkwijze en organisatieveranderingen vereisen draagvlak. Hoewel dit een continu proces is, raadt de VNG aan om tijdens een startbijeenkomst alle betrokkenen te informeren over het begin van het kantelingsproces. Gemeenten hebben de keuze om het creëren van draagvlak vervolgens zo breed en open te organiseren als zij willen.42) Van te voren moet dan wel voor alle partijen helder zijn wat zij kunnen verwachten en
39) De rekenkamercommissie heeft beide (concept) communicatieplannen niet kunnen inzien en daardoor niet meegenomen in het onderzoek. 40) B ronnen:VNG, Factsheet decentralisatie jeugdzorg, Den Haag, 2011;VNG/G32,Van zorg naar participatie. De overgang van de begeleiding naar de Wmo. 2011;VNG, Factsheet Eén regeling onderkant arbeidsmarkt, 2011. 41) S ociaal en Cultureel Planbureau, Aan de slag met de Wmo in de gemeente Almere. Een schets ten behoeve van de landelijk evaluatie van de Wmo 2007-2009, Den Haag, 2010: p.14. 42) V NG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010, p.34.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
23
wanneer zij een bijdrage kunnen leveren aan het proces. De VNG onderscheidt de volgende partijen die meegenomen moeten worden ten behoeven van draagvlak voor het kantelingsproces: >> >> >> >>
emeenteraad G Ambtelijke organisatie Maatschappelijke en professionele partners Burgers en cliëntvertegenwoordigers.
Uit dit hoofdstuk blijkt dat de ambtelijke organisatie in het proces van de Kanteling structureel wordt meegenomen. Zoals bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van alternatieven voor individuele voorzieningen blijkt, ligt de focus van Almere vooralsnog op de eigen organisatie. In hoeverre andere partijen betrokken zijn bij de Kanteling en welke rol ze daarin vervullen, komt in de volgende twee hoofdstukken uitgebreid aan bod. 3.3 > Conclusies De gemeentelijke organisatie van Almere is in 2011 voortvarend met de Kanteling van start gegaan. De organisatie wordt anders ingericht, medewerkers zijn getraind en er is een financiële analyse gemaakt via de business case van de Kanteling. Onder druk van de bezuinigingsopgave is er sprake van een strakke tijdplanning. Uit dit hoofdstuk blijkt echter dat voor een succesvolle Kanteling tijd en ruimte nodig is, bijvoorbeeld om een nieuwe financiële systematiek of alternatieven voor individuele voorzieningen te ontwikkelen ente ontsluiten. De snelle manier van kantelen in Almere kan tot gevolg hebben dat de gemeente burgers geen serieus alternatief te bieden heeft voor individuele voorzieningen, dan wel in de vorm van een reëel beroep op de eigen kracht dan wel in de vorm van algemene voorzieningen. Daarbij zal het voor een aantal burgers niet mogelijk zijn een beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid of het eigen netwerk. Ondertussen staan de volgende veranderingen voor de deur, waaronder een verdere overheveling van taken vanuit de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wwb. De rekenkamercommissie vreest dat de planning niet wordt gehaald, budgetten ontoereikend zijn en het succes van de Kanteling vroegtijdig onder druk komt te staan.
24
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Daarnaast concludeert de rekenkamercommissie dat de gemeentelijke organisatie van Almere zich bij de Kanteling (tot nu toe) te veel beperkt tot interne veranderingen. De gemeente Almere heeft onvoldoende kennis van bestaande alternatieve voorzieningen en het huidige aanbod van alternatieve arrangementen is beperkt. Voor de ontwikkeling van alternatieven is de gemeente in belangrijke mate afhankelijk van de inzet van externe partners. De communicatie over de Kanteling is tot nu toe hoofdzakelijk gericht geweest op de gemeentelijke organisatie. Samenvattend komt uit de analyse in dit hoofdstuk een aantal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling naar voren: >> E en gekantelde organisatie >> Voldoende tijd en budget voor ontwikkeling nieuwe werkzaamheden en voor nieuwe werkwijze (zie ook hoofdstuk 2) >> Brede communicatie over veranderingen van de Kanteling >> Visie en strategie met betrekking tot verhouding Kanteling tot andere domeinen en nieuwe ontwikkelingen De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente Almere vooral inzet op de eerste voorwaarde van een gekantelde organisatie. De analyse van de volgende hoofdstukken bevestigt en versterkt het beeld van een gemeente die gefocust is op interne veranderingen. Een uitgewerkte visie op de Kanteling is nog niet voorgelegd aan de gemeenteraad, externe partners zijn onvoldoende of eenzijdig betrokken bij de Kanteling en de burger is nog nauwelijks op de hoogte van alle veranderingen. De spanning tussen het voorschot dat de gemeente Almere neemt op een succesvolle Kanteling en de onzekerheid over de opbrengsten van de Kanteling wordt hiermee alleen maar groter.
4 › Kanteling politiek
In dit hoofdstuk staat de rol van de politiek in de Kanteling centraal. Het eerste deel gaat in op visievorming op de Kanteling. Het belang van een visie op zowel het beleid als op de uitvoering komt aan de orde. Vervolgens gaat het hoofdstuk in op het belang van regie in de uitvoering van de Kanteling en de monitoringen verantwoordingsinformatie. Uit het hoofdstuk blijkt dat het college een voorschot neemt op steun van de gemeenteraad voor de Kanteling. Tevens maakt het hoofdstuk duidelijk dat het lastig is voor de raad om te sturen op de Kanteling van de Wmo, omdat een afrekenbaar ‘startdocument’ van de Kanteling ontbreekt. 4.1 > Visie op de Kanteling Kantelen is keuzes maken De Kanteling is geen verplichting. Gemeenten zijn verplicht om invulling te geven aan de manier waarop zij de compensatieplicht invullen. Daarbinnen hebben zij echter veel vrijheden om eigen keuzes te maken en maatwerk te ontwikkelen passend bij de lokale situatie. De mate waarin de gemeente kantelt kan zij zelf bepalen. Gemeenten kunnen er in het uiterste geval zelfs voor kiezen om de compensatie in te blijven vullen zoals tot op heden in de meeste gemeenten gebeurt, namelijk door aanbodgericht te blijven werken en niet de nadruk op participatie en zelfredzaamheid te leggen. De gemeente heeft dus de keuze om deel te nemen aan de Kanteling en wanneer die keuze positief is, heeft de gemeente de keuze hoever zij gaat in het doorvoeren van een gekantelde werkwijze. Visie op de Kanteling Als een gemeente eenmaal ervoor gekozen heeft om te kantelen, dan is een noodzakelijke eerste stap volgens de VNG het vormen van een visie op maatschappelijke ondersteuning en de compensatieplicht.43) In het kader van de visie op de Kanteling dient een gemeente een aantal fundamentele keuzes te maken ten aanzien van de rol die de gemeente voor zichzelf, de burger en maatschappelijke en professionele partners ziet in de maatschappelijke ondersteuning. In de visie moet verder beschreven worden welk ambitieniveau en welke rolverdeling de gemeente voor ogen staan.
Bij het vormen van een visie op de Kanteling zijn lokale context en historie van groot belang. Er zijn vaak al verschillende kaders die richting geven aan zo’n visie, zoals het Wmo-beleidskaders en andere beleidskaders op het terrein van wonen, zorg en welzijn. De volgende punten kunnen onderdeel zijn van de visie op de Kanteling: >> D e rol van de gemeente en gemeentelijke partners. >> De mate waarin een beroep gedaan wordt op eigen kracht en mogelijkheden van burgers. >> De wijze waarop er oog is voor de specifieke situatie van de burger en waarop gestreefd wordt naar ondersteuning op maat. >> De mate waarin ruimte bestaat voor innovatie en vernieuwing in het aanbod. >> De functie van informele netwerken en sociale structuren (mantelzorg, vrienden, familie, vrijwilligers, buren) en de wijze waarop deze optimaal benut kunnen worden. De visie geeft richting aan de strategie en het verdere plan van aanpak, waarin wordt bepaald hoe een gemeente de in de visie gestelde doelen wil bereiken. Bij het bepalen van de strategie adviseert de VNG om ten eerste na te denken over de rol die verschillende organisaties krijgen in het verdere proces. Daar zijn vele varianten op te bedenken met als uitersten: ‘de gemeente centraal’ of ‘het netwerk als basis’.44) Visie op de Kanteling in Almere In het Wmo-beleid van de gemeente Almere zijn diverse elementen van de Kanteling terug te vinden. In de beleidskaders van de Wmo is bijvoorbeeld een visie op de invulling van de compensatieplicht geformuleerd. De Kanteling komt als begrip ook een aantal keer aan bod in de Wmo-nota 2010-2014. Duidelijk is dat de gemeente er voor kiest de werkwijze van de Wmo te kantelen. Impliciet is in de beleidskaders voor de Wmo in Almere al een aantal keuzes gemaakt ten aanzien van de Kanteling. Almere kiest er al in de Wmo-beleidsnota 2008-2010 voor de vraag van de burger centraal te stellen en waar mogelijk collectieve voorzieningen te verstrekken in plaats van individuele.45)
43) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010, p.13-15. 44) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010, p.15-17. 45) Wmo-beleidsnota voorzieningen 2008 – 2010, pp. 11-12
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
25
Almere stelt zich in de Wmo-nota 2008-2010 verder ten doel om een sociaal krachtige samen leving te realiseren waarin eigen verantwoordelijkheid en zorgen voor elkaar een belangrijke plaats innemen.46) Maatschappelijke ondersteuning is dan, met andere woorden, al gericht op het versterken van de eigen kracht en het participeren in de samenleving. In de Wmo-nota 2010-2014 wordt eigen kracht als leidend principe benoemd.47) De EigenKrachtWijzer (EKW) is in de gekantelde werkwijze een belangrijk instrument.48) Van een integraalvisie- of startdocument van de Kanteling waar de relevante beleidsuitgangspunten aan een gekantelde werkwijze worden gekoppeld, is echter(nog) geen sprake. Het college is voor nemens in het najaar van 2011 een visiedocument over de Kanteling aan de raad aan te bieden.49) De invoering van de Kanteling in Almere is echter reeds begonnen. Het college anticipeert hiermee op steun van de gemeenteraad voor de Kanteling, terwijl deze steun tot nu toe nog niet expliciet is gegeven door de gemeenteraad. Het college neemt hiermee een risico. De gekantelde verordening Om de nieuwe werkwijze van de Kanteling van een juridisch kader te voorzien, is een nieuwe verordening voor de verlening van voorzieningen nodig, de ‘gekantelde’ Wmo-verordening. De verordening is het toetsingskader waarmee wordt beoordeeld wat de situatie van een burger is en of een burger in aanmerking komt voor compensatie en op wat voor manier (individuele / collectieve voorzieningen of andere arrangementen).50) Een ‘gekantelde’ verordening zal meer ruimte voor maatwerk voor de burger mogelijk moeten maken, en tegelijkertijd heldere regels moeten verschaffen op basis waarvan de gemeente gemotiveerd een groter beroep kan doen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger dan bij de ‘gewone’ verordening.
De nieuwe verordening voor Almere is op het moment van schrijven van het onderzoeksrapport in de maak, maar nog niet voorgelegd aan de gemeenteraad.51) In de voorbereiding is, naast externe partners, een afvaardiging van de WmoRaad betrokken geweest bij het opstellen van het visiedocument. De Wmo-Raad heeft een conceptversie van de verordening in het voorjaar van 2011 voorgelegd gekregen. Deze verordening was een directe afgeleide van het visiedocument, waardoor het college aannam dat de Wmo-Raad op dat moment voldoende informatie had om een advies uit te brengen. De Wmo-Raadging daar niet mee akkoord, waarna zij de keuze heeft gemaakt om het advies pas in september 2011 weer op de agenda te zetten. Besluitvorming over de nieuwe verordening is mede vanwege de reactie van de Wmo-Raad uitgesteld. Ondanks het feit dat de nieuwe verordening nog niet is vastgesteld, is de gemeente wel al begonnen met de uitvoering van de gekantelde werkwijze. Uit de interviews blijkt dat de Wmoconsulenten bezorgd zijn over de juridische haalbaarheid van de nieuwe werkwijze, omdat gewerkt wordt volgens een nieuwe verordening, terwijl de oude nog van kracht is. Burgers zouden eventueel een beroep kunnen doen op de ‘oude’ nog geldende verordening als ze ontevreden zijn over de nieuwe werkwijze. Evenals het geval is met het ontbreken van een ‘start’ document van de Kanteling, neemt het college hier een risico. 4.2 > Politiek bestuurlijke regie Betrokkenheid gemeenteraad In de vorige bestuursperiode zijn er veel bijeenkomsten georganiseerd op initiatief van het college om de gemeenteraad te betrekken bij de ontwikkeling van het Wmo-beleid. De raad had het gevoel meegenomen te worden door het college in de belangrijkste ontwikkelingen, waardoor de raad
46) Gemeente Almere, DMO, Beleidsnota Wmo 2008-2010. U doet mee?!, Almere, concept september 2007: p.4. 47) Gemeente Almere, DMO, De kracht van Almere. Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere 2010-2014, Almere, 2010: p.6. 48) G emeente Almere, Servicepunt Z, De Kanteling van de Wmo in Almere.Visie op de toekomst van de verlening van individuele Wmo-voorzieningen in Almere, versie 29 november 2010: p.5. 49) D e rekenkamercommissie heeft de concept visie kunnen inzien. In de concept visie wordt ingegaan op de aanstaande veranderingen in de verlening van Wmo-voorzieningen en de redenen daarvoor. Als veranderingen worden o.a. genoemd: creatief omgaan met bestaande mogelijkheden van de burger, meer gebruik van collectieve en algemene voorzieningen, inzet op burgerkracht en de ontwikkeling van wijkgericht werken. Verder is er aandacht voor de EKW als hulpmiddel bij intake en indicatiestelling. 50) Gemeente Almere,Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere, 2007: p.1-2. 51) I n het kader van het onderzoek heeft de rekenkamercommissie een concept visiestuk kunnen inzien, dat de gemeente aan de raad wil aanbieden ter onderbouwing en toelichting van de nieuwe verordening:Wmo: Individuele voorzieningen (prestatieveld 6) in het licht van de Kanteling, concept d.d. 23 juni 2011. Een concept van de nieuwe verordening was nog niet voorhanden.
26
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
altijd goed op de hoogte was. In de huidige bestuursperiode is die uitwisseling van informatie tussen raad en college in de beleving van meerdere raadsleden veel minder intensief. Uit de bijeenkomst met de gemeenteraad blijkt dat veel raads leden het gevoel hebben dat voorstellen van het college in een laat stadium aan de raad voorgelegd worden, wanneer keuzes over invulling van beleid al gemaakt en uitgewerkt zijn. Dit ontslaat een gemeenteraad niet van de eigen verantwoordelijkheid informatie in te winnen en invloed uit te oefenen op het politieke besluitvormingsproces. De rekenkamercommissie constateert dat de gemeenteraad in de huidige bestuursperiode weinig initiatief heeft genomen om tijdig of beter geïnformeerd te worden over de Wmo of de Kanteling. Indien om informatie is gevraagd en deze niet tijdig werd verkregen, heeft de gemeenteraad nauwelijks initiatief genomen om het college op deze gang van zaken aan te spreken. In de vorige bestuursperiode zijn er in de besluitvormende fase van (kader)nota’s van de Wmo weinig moties en amendementen ingediend. De reden hiervoor is volgens raadsleden dat in het voortraject de belangrijkste keuzes en wensen van de raad al meegenomen waren. Een mogelijk gevolg van de andere werkwijze van het college in de huidige bestuursperiode, is dat het draagvlak voor besluiten nu lager is, waardoor de besluitvorming langer zou kunnen duren. Uit het groepsgesprek blijkt tot slot dat de raad beperkt inzicht heeft in de keuzemogelijkheden en beleidsvrijheid die een gemeente heeft in het kader van het Wmobeleid en de Kanteling. De Wmo biedt gemeenten veel mogelijkheden om keuzes te maken, waaronder in het aanbod aan voorzieningen dat een gemeente ontwikkelt, het ambitieniveau van de Kanteling, de mate van samenwerking en integratie van de sociale domeinen als welzijn, Wmo, Wwb en jeugdzorg. Regie door het college Een visie op de Kanteling geeft richting aan de verdere invulling van de Kanteling in een gemeente. Het is daarom van belang om tijdens de ontwikkelingsfase van de visie breed draagvlak te creëren. De VNG adviseert in het stadium van visievorming in elk geval de gemeenteraad, de ambtelijke organi-
satie (van bestuur tot werkvloer), partnerorganisaties, de Wmo-Raad en burger- en cliëntvertegenwoordigers te consulteren.52) De regie voor de visieontwikkeling ligt primair bij het college. Uit de enquête en het groepsgesprek met maatschappelijke en professionele partners blijkt dat de gemeente wel het initiatief neemt om de partners bij de beleidsontwikkeling te betrekken. Zowel op bilateraal als op collectief niveau zoekt de gemeente het contact met de partners op. De informatie uitwisseling wordt echter door meerdere organisaties eenzijdig genoemd. De gemeente vertelt over haar voornemens voor de Kanteling, hoort graag van de externe partners relevante ervaringen en tips over de implementatie van een nieuwe werkwijze, maar is volgens meerdere organisaties niet helder over hetgeen met de geleverde informatie wordt gedaan. Geen enkele van de organisaties die aanwezig waren op de groepsbijeenkomst, was op de hoogte van het bestaan van een business case van de Kanteling. De gemeenteraad is tot nu toe niet betrokken geweest bij de visievorming op de Kanteling en de Wmo-Raad is ontevreden over de manier waarop het college met haar adviezen omgaat (zie ook hoofdstuk 5). Het college neemt dus wel de regie in de visievorming, maar betrekt haar in- en externe partners er onvoldoende bij. 4.3 > Regie in de uitvoering Geen visie op regie De samenwerking met externe partners is zeer belangrijk bij de Kanteling. Zij leveren immers een belangrijke bijdrage in het signaleren van ondersteuningsbehoeften en de uitvoering van arrangementen. De Kanteling kan zelfs tot een rolverschuiving tussen gemeenten en externe partners leiden. Hoe deze eruit ziet hangt van de lokale situatie. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het overhevelen van indicatiestellende werkzaamheden en het verstrekken van voorzieningen naar externe partners.De uitvoering van de Wmo en dus ook van een gekantelde Wmo, ligt grotendeels in handen van externe partners. De Kanteling vraagt om minder nadruk op de uitvoering en meer nadruk op de afstemming met maatschappelijke en professionele partners (regie).53) Uit interviews blijkt dat de Kanteling daarmee niet alleen een nieuwe werkwijze en manier van kijken naar de
52) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010, p.14. 53) VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010: p.28.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
27
burger inhoudt, maar ook dat subsidies op een andere manier worden verleend en verantwoord. Samenwerking tussen gemeente en externe partners vindt plaats op verschillende niveaus, van beleidsvoorbereiding tot de uitvoering. Hoe de rolverdeling precies is tussen de gemeente en de externe partners, met welke partners de gemeente wil samenwerken en met welke niet, zijn belangrijke keuzes voor de gemeente. Om de uitvoering van de Kanteling goed te laten verlopen, is het daarom van belang dat de gemeente een visie heeft op de samenwerking met externe partners. Kies je volledig voor ketensamenwerking en financiering van ketens? Of blijft de gemeentelijke organisatie centraal staan in de uitvoering en maak je als gemeente alleen subsidie- of andere financieringsafspraken met individuele organisaties? Een belangrijk onderdeel van een visie op samenwerking is de regierol. Over het algemeen in Nederland neemt de gemeente ‘de regie’ binnen de kaders van de Wmo. Wat die regie inhoudt, moet echter goed omschreven worden. Regie kan soms betekenen dat een externe organisatie fungeert als regisseur in plaats van de gemeente. Verder moet de regierol onderscheiden worden van de opdrachtgeversrol, echter in de praktijk lopen die rollen vaak door elkaar. In Almere ontbreekt volgens de rekenkamercommissie een visie op samenwerking en regie. In de Wmo-beleidsnota wordt wel gesproken over het belang van een goede samenwerking, maar een echte visie op (de vorm van) samenwerking en regie is afwezig. In de Wmo-beleidsnota’s komt het begrip regie of regierol niet voor. Uit interviews blijkt dat er een gat zit tussen de opdrachtgeversrol die de gemeente wil vervullen en de rol waarin de partnerorganisaties de gemeente graag zien, namelijk als regisseur en partner binnen het netwerk. Hoewel de organisaties de gemeente graag als regisseur zien, geven zij tegelijkertijd aan dat er op dat vlak nog veel te winnen is. Illustratief voor dit punt, is dat meerdere organisaties aangaven eerder teveel dan te weinig overleg te hebben met de gemeente Almere. Er bestaan vele overlegvormen en contacten op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau, maar een duidelijke lijn en regie in het overleg ontbreken volgens meerdere organisaties. Verder missen
54) De kracht van Almere, beleidsnota Wmo 2010-2014, p.36 55) Raadsbrief 2010461, Uitvoering Wmo 2010-2014, p.2
28
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
organisaties een heldere toekomstvisie vanuit de gemeente. Als gevolg daarvan missen zij ook een visie op de regievoering en de uitvoeringsovereenkomsten die met de organisaties worden gesloten, zo blijkt uit de groepsbijeenkomst met de externe partners. Hoewel de gemeente in de business case van de Kanteling expliciet een aantal maatregelen verwacht van partners die een besparing moeten opleveren, zijn de partners niet geraadpleegd bij het opstellen van de business case. Dit ervaren zij als een gemiste kans. Politiek bestuurlijke regie en regie in de uitvoering, vereisen goede monitoring en verantwoordings informatie over de Wmo en de Kanteling. In hoeverre aan die voorwaarden is voldaan, wordt in de volgende paragraaf duidelijk gemaakt. 4.4 > Informatie en verantwoording Zoals uit de eerdere hoofdstukken blijkt, zal de Kanteling voor veel betrokkenen gevolgen hebben. Financieel is de Kanteling van belang voor de bezuinigingsopgave. Zowel gemeenteraad als college en de gemeentelijke organisatie zullen behoefte hebben aan informatie over de vorder ingen en resultaten van de Kanteling. Het gaat hierbij zowel om informatie over de resultaten als over de gekozen vorm van (keten)samenwerking. Informatie over Kanteling tot nu toe beperkt De informatie die de gemeenteraad tot medio 2011 heeft ontvangen over de Kanteling van de Wmo, is beperkt. Een ‘start’ document van de Kanteling ontbreekt tot op heden. In de beleidsnota Wmo 2010-2014 is een korte passage opgenomen over de Kanteling.54) In een raadsbrief wordt de Kanteling als één van de hoofdkeuzes van het Wmo-beleid gepresenteerd.55) Beide stukken gaan niet in op het project De Kanteling van de VNG of een mogelijk nieuwe ‘gekantelde’ verordening. De resultaten van de Almere Business Case zijn sinds juli 2011 openbaar, maar nog niet met de raad besproken. De business case van de Kanteling van de Wmo is toegelicht op de studiedagen van de raad in mei 2011. In het najaar van 2011 wil het college de raad een nieuwe gekantelde Wmo-verordening voorleggen. De impact van de gevolgen van de Kanteling van de Wmo is voor raadsleden tot nu toe nog niet goed zichtbaar. Op de groeps
bijeenkomst heeft een groot aantal raadsleden aangegeven behoefte te hebben aan meer informatie over de Kanteling. Een aantal raadsleden gaf aan niet te weten wat de Kanteling inhield en welke rol van de raad verwacht wordt in dit kader. Daarbij is eveneens opgemerkt dat de raadsleden weinig initiatief genomen hebben om beter geïnformeerd te worden. Beleid minder SMART De Wmo-beleidsnota 2008-2010 is een stuk concreter en meer SMART geformuleerd dan de beleidsnota 2010-2014. In de beleidsnota Wmo 2008 – 2010 is een duidelijk onderscheid tussen een hoofddoel en een aantal subdoelen. Er zijn prioriteiten benoemd en uitgangspunten. De negen prestatievelden zijn over drie thema’s verdeeld, waarbij per thema opgaven en concrete resultaten voor 2010 zijn benoemd. Zowel de opgaven als de concrete resultaten zijn redelijk SMART geformuleerd. In de beleidsnota Wmo 2010-2014 is de indeling in de drie thema’s losgelaten en ontbreken dergelijke concrete opgaven en resultaten. Soms wordt verwezen naar prioriteiten uit anderen beleidsdocumenten, bijvoorbeeld uit het Stedelijk Zorgkompas.56) Daarnaast is nog een aantal prioriteiten voor 2010 en 2011 benoemd. Voor alle prioriteiten geldt echter dat deze veel minder SMART zijn geformuleerd dan de opgaven en resultaten uit de beleidsnota 2008-2010. Terwijl aan de ene kant in het kader van de Kanteling behoefte is aan heldere verantwoordingsinformatie, zijn aan de andere kant de beleidsuitgangspunten die gecontroleerd moeten worden minder SMART en daardoor minder goed te controleren. Algemene informatie Wmo ruim beschikbaar Sinds 2009 worden er jaarlijks benchmark-en cliënt tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Met name de benchmarkrapporten over voorzieningen kunnen voor de Kanteling relevante informatie opleveren over bijvoorbeeld verschuivingen van verstrekkingen van individuele voorzieningen naar algemene voorzieningen. In de bijeenkomst met externe partners van de Wmo in Almere en op een expertmeeting over de Wmo, zijn de klanttevredenheidsonderzoeken als belangrijke bron van informatie genoemd in het kader van de Kanteling. Een goede aanvulling daarop zouden interviews met stakeholders kunnen zijn.
Verder is in 2009 de eerste Wmo-monitor van Almere verschenen. De Wmo-monitor biedt algemene informatie over de bevolkingssamenstelling en kenmerken van Almere en specifieke informatie over de mate van participatie van bewoners, alsmede informatie over bekendheid met, gebruik van en tevredenheid over voorzieningen. Aangezien het de eerste monitor is, kunnen de cijfers gezien worden als een nulmeting. Tezamen bieden de benchmarks, de tevredenheidsonderzoeken en de Wmo-monitor veel informatie over algemene ontwikkelingen op het gebied van de Wmo en de prestaties van de gemeente Almere. Voor raads- en collegeleden leveren ze veel aanknopingspunten op voor (nieuw) beleid. Sturing en controle Enerzijds is er veel algemene informatie over de Wmo beschikbaar in Almere. Anderzijds ontbreekt het aan een startdocument voor de Kanteling met controleerbare doelen, uitgangspunten en maatregelen. De algemene beleidskaders voor de Wmo zijn minder SMART geformuleerd als in het verleden en de beschikbare informatie over de Kanteling voor raadsleden is tot nu toe zeer beperkt. Een gevolg hiervan is dat de gemeenteraad niet goed invulling kan geven aan haar sturende en controlerende rol met betrekking tot de Kanteling. 4.5 > Conclusies De Wmo en het compensatiebeginsel bieden gemeenten een grotere mate van vrijheid om beleid te ontwikkelen en budgetten in te zetten dan mogelijk was bij de wetten die de Wmo vervangt, zoals de Wvg. De invulling van de Kanteling biedt ook meerdere keuzes. De Kanteling is er op gericht een groter beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger en meer in te zetten op collectieve voorzieningen. De noodzaak om samen te werken met meerdere externe partners wordt hierdoor groter. Enerzijds biedt de Kanteling de raad meer mogelijkheden om kaders te stellen, anderzijds wordt een steeds groter deel van de beleidsuitvoering en daarmee ook de invloed op beleidsontwikkeling, op afstand geplaatst. De Kanteling biedt dus zowel kansen als bedreigingen voor de sturende en controlerende rol van de gemeenteraad.
56) De kracht van Almere, beleidsnota Wmo 2010-2014, p.32
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
29
Om optimaal te sturen en te controleren op de uitvoering van de Wmo en de Kanteling, zijn een gedegen kennisniveau van en een visie op de Kanteling, een visie op de samenwerking met externe partners en heldere afspraken over verantwoordingsinformatie van groot belang. Doordat een visie op de Kanteling en de samenwerking met externe partners (nog) ontbreekt, de beleidskaders minder SMART zijn en de raad meer op afstand staat dan in het verleden, bestaat het risico dat het draagvlak voor de uitvoering van de Kanteling afneemt en dat controle op de Kanteling niet goed mogelijk is. Het college vergroot dit risico door een voorschot te nemen op de steun van de gemeenteraad voor de Kanteling. De afwachtende houding van de gemeenteraad versterkt het risico verder. Volgens de rekenkamercommissie valt er een aantal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling uit dit hoofdstuk af te leiden. Het gaat om: >> E en visie- of startdocument voor de Kanteling >> Betrokkenheid raad en externe partners bij beleidsontwikkeling >> Visie opregie en rolverdeling tussen raad, college, gemeentelijke organisatie en ketenpartners >> Verantwoordingsinformatie toegesneden op die (veranderende) rol >> Inzicht in (politieke) keuzemogelijkheden
30
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
5 › Partners en burgers
In dit hoofdstuk staan de gevolgen van de Kanteling voor externe partners en burgers centraal. De eerste paragraaf gaat in op een aantal bestaande en nieuwe samenwerkingsvormen in het kader van de Wmo. De tweede paragraaf licht een aantal veranderingen voor de burgers toe. Uit de analyse blijkt dat de spanning tussen het verwachte succes van de Kanteling en het ontbreken van een aantal essentiële randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling verder toeneemt. 5.1 > Samenwerking met externe partners Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt dat bij de Kanteling van de Wmo de samenwerking met externe partners nog belangrijker wordt en tevens een andere invulling kan krijgen. De samenwerking is nodig, of verandert, omdat: >> d e partners nodig zijn om alternatieven voor individuele voorzieningen te ontwikkelen en ontsluiten; >> partnerorganisaties een rol kunnen krijgen bij de indicatiestelling en de verstrekking van voorzieningen; >> partners veel en rechtstreeks contacten hebben met een burger zodat die niet naar het KCC hoeft te komen; >> de partners een belangrijke rol kunnen vervullen in de communicatie over de Kanteling richting burgers en professionals; >> de huidige financieringsregelingen (deels) niet passen bij een gekantelde werkwijze. Integrale Netwerken en de Wmo-coalitie Eén van de manieren waarop de gemeente Almere de samenwerking heeft geïntensiveerd, is door de ‘integrale netwerken’.57) De manier waarop een netwerk lokaal wordt opgebouwd, de onderlinge samenwerking en interactie, is maatwerk en kan verschillen in vorm en intensiteit. De doelstelling van het netwerk is echter altijd het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte van burgers en vervolgens het maken van afspraken over passende oplossingen. Het gekantelde werken gaat uit van een brede kijk op de behoefte van de burger en een samenhangend pakket aan oplossingen. Deze netwerken sluiten daarop aan.
Almere heeft de samenwerking met externe partners vormgegeven via drie Integrale Netwerken, waarin, naast de gemeente, de GGD, zorgaanbieders, het verband van kerken, politie, organisaties voor vrijwilligers en mantelzorgondersteuning, welzijnsorganisaties en woningbouwcorporaties deelnemen. De netwerken zijn nu nog gericht op mensen met bijzondere problemen en alleen toegankelijk via een professional. Op proef is één netwerk gericht op de Wmo-doelgroep in brede zin. Uit interviews blijkt dat de Integrale Netwerken steeds meer gekanteld gaan werken; over de toekomstige rol van de netwerken en de deel nemende individuele professionals wordt nog nagedacht. Een ander samenwerkingsverband waarin de gemeente participeert is de Wmo Coalitie. De Wmo Coalitie is een samenwerking tussen financiers van de Wmo (gemeente, zorgkantoor, provincie, corporaties) en maatschappelijke aanbieders rondom zorg, welzijn en wonen. De Wmo Coalitie is eind 2009 opgericht om innovaties binnen de Wmo te bevorderen. De status van de coalitie is echter onduidelijk en is niet naar voren gekomen tijdens interviews. Slechts 6% van de respondenten geeft in de digitale enquête aan dat de Wmo Coalitie voor hen de plek is voor afstemming met de gemeente. Samenwerking in het kantelingsproces Via de Integrale Netwerken heeft Almere veel contacten met partnerorganisaties. Deze contacten hebben vooral betrekking op het achterhalen en oplossen van de ondersteuningsbehoefte van burgers. Over het proces van de Kanteling voert de gemeente geen structureel overleg met partnerorganisaties, blijkt uit interviews. Hoewel de gemeente zich realiseert dat de inzet van en samenwerking met externe partners belangrijker wordt door de Kanteling, worden zij in eerste instantie alleen geïnformeerd over de ontwikkelingen en veranderingen. Uit de enquête blijkt dat slechts 36% van de externe partners tevreden is over de manier waarop zij worden betrokken bij de planvorming en implementatie van de Kanteling. Bijna de helft is matig tot niet tevreden (48%). Uit het groepsgesprek met de organisaties blijkt eveneens dat het voor de meeste organisaties onduidelijk is wat er wordt gedaan met de ideeën die zij aandragen bij de gemeente.
57) VNG, Integrale netwerken in de Wmo. Kantelen doe je samen, Den Haag, 2010.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
31
Gekantelde uitvoerings- en verantwoordingsafspraken Organisaties verwachten dat de Kanteling gevolgen zal hebben voor de uitvoerings- en verantwoordingsafspraken met de gemeente en voor de manier waarop zij worden gefinancierd. Zij zijn van mening dat dit nu nog onvoldoende tot uitdrukking komt in de gesprekken met de gemeente. De aanbodgerichte wijze van financieren ervaren zij als een risico. Na de Kanteling past financiering op basis van resultaten beter bij de werkwijze. Het is moeilijk om als organisatie daadwerkelijk te kantelen wanneer de sturing gericht blijft op aantallen en producten in plaats van op het voldoen aan de vraag van de burger.
onder inwoners, instellingen, raadsleden en formele en informele contacten met de gemeentelijke organisatie, halen de leden op wat er speelt in Almere.
Tijdens diverse interviews en het groepsgesprek met externe partners, is de suggestie van ketenfinanciering geuit. Ketenfinanciering is een manier om investeringen in de ontwikkeling van vernieuwende concepten mogelijk te maken. Zo’n ontwikkeling vereist namelijk betrokkenheid van diverse organisaties, die door ketenfinanciering gestimuleerd worden om samen te werken aan een optimale oplossing van ondersteuningsbehoeften. De betrokken organisaties zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitgave van het geld en de verantwoording ervan. Bij de financiering wordt slechts gestuurd op het gewenste resultaat en niet op het uitvoeren van bepaalde activiteiten of het leveren van producten. De gemeente Rotterdam heeft deze werkwijze al op diverse ketens toegepast.58) De externe partners in Almere zien graag dat de gemeente hen volgens een vergelijkbaar principe financiert. Zoals ook blijkt uit paragraaf 4.3, heeft de gemeente Almere geen visie op regie en is een dergelijke keuze voor ketensamenwerking in het kader van de Wmo niet gemaakt.
Een verklaring voor het gebrek aan formele adviesvragen kan de interactieve manier van werken van de Wmo-Raad zijn, waardoor er goede informele contacten zijn met ambtenaren en inwoners. De Wmo-Raad vermoedt dat de gemeentelijke organisatie daarom denkt dat de Wmo-Raad in het voortraject voldoende is bevraagd en hem in de besluitvorming niet nogmaals formeel hoeft te betrekken. De Wmo-Raad is zelf (nog) niet actief in de agendabepaling richting college en raad. Meerdere raadsleden hebben aangegeven de Wmo-Raad als verbinding met burgers en lokale organisaties, als een belangrijke bron van informatie te beschouwen. In hoeverre de gemeenteraad daadwerkelijk gebruik maakt van de adviezen van de Wmo-Raad is de rekenkamercommissie niet duidelijk. Het feit dat de Wmo-Raad zich niet altijd gehoord voelt, was niet bekend bij de meeste raadsleden die deelnamen aan de groepsbijeenkomst.
Samenwerking met de Wmo-Raad De Wmo-Raad is een externe partner die een bijzondere positie inneemt ten opzichte van de gemeente en andere externe partners. De WmoRaad is officieel een adviesorgaan van het college en adviseert de gemeente Almere over beleid rondom de Wmo. De Wmo-Raad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over zaken die zij belangrijk vindt voor de uitvoering van de Wmo. Leden van de Wmo-Raad zijn inwoners van de gemeente Almere, waardoor ze in de Almeerse samenleving staan. Via hun uitgebreide netwerk
58) www.ketenscope.nl/rotterdam
32
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
De Wmo-Raadsleden ervaren de informele samenwerking tussen de Wmo-Raad en de gemeente als goed, maar de formele samenwerking kan volgens hen beter, zo blijkt uit interviews. De Wmo-Raad wordt nauwelijks formeel gevraagd om een advies uit te brengen en om die reden geeft hij regelmatig ongevraagde adviezen, maar daarop krijgt hij vaak geen inhoudelijke reactie. Het gevoel heerst dat er weinig met de inhoudelijke adviezen en reacties gebeurt.
Wmo-Raad als adviesorgaan van college en gemeenteraad Uit interviews blijkt dat het college van mening is dat ook de gemeenteraad advies kan vragen aan de Wmo-Raad wanneer het gaat om de verantwoording van het gevoerde beleid. Op die manier kan de raad de ogen en oren van de Wmo-Raadsleden in de samenleving inzetten. De Wmo-Raad ervaart dat instellingen en organisaties bij de Wmo-Raad aankloppen wanneer zij vragen of problemen hebben rondom de Wmo. Deze informatie komt niet vanzelfsprekend bij de gemeenteraadsleden terecht. De adviezen die het college van de WmoRaad krijgt, worden ook altijd naar de raad gestuurd.
5.2 > Gevolgen voor de burger Beroep op eigen verantwoordelijkheid en netwerk Ten tijde van de ingang van de Wmo hebben veel gemeenten bewust het uitgangspunt gekozen de burger zo weinig mogelijk van alle veranderingen te laten merken. Een gevolg hiervan is geweest dat veel gemeenten de ‘oude’ manier van voorzieningen verstrekken destijds in stand hebben gehouden, waarbij het aanbod aan voorzieningen centraal stond in plaats van de vraag van de burger zelf. De Kanteling probeert juist die werkwijze te veranderen en is daarmee een ontwikkeling waarvan de burger veel gevolgen zal ondervinden. Bij een aanvraag om ondersteuning of een indicatie vindt niet langer een beoordeling plaats of de burger recht heeft op een (individuele) voorziening, maar in plaats daarvan gaat de gemeente eerst het gesprek aan over de ondersteuningsbehoefte en de eigen verantwoordelijkheid van de burger. In plaats van recht op een voorziening, heeft de burger nu recht op een gesprek. De relatie tussen de gemeente en de burger wordt daarmee meer wederkerig. De aanvraag voor een voorziening die een burger doet, wordt in de gekantelde werkwijze en met de gekantelde verordening anders benaderd dan voorheen. De nadruk komt te liggen op de vraag wat de burger nodig heeft in plaats van op de vraag waar hij recht op heeft.59) Het keukentafelgesprek geeft kansen voor meer maatwerk en betere aansluiting van een oplossing op de ondersteuningsbehoefte van de burger. De winst voor de burger zit verder ook in het gevoel van trots en waardering van wat hij zelf nog kan. In de gekantelde werkwijze zal meer een beroep worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Dit betekent in sommige gevallen dat een burger een hogere eigen bijdrage moet betalen voor een voorziening, of minder snel voor een voorziening in aanmerking komt. Tevens zal meer een beroep worden gedaan op het sociale netwerk van de burger en lokale voorzieningen in de directe omgeving van de burger. In eerste instantie zal dit kunnen leiden tot verzet van de burger, die meer wordt aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid.
De gemeente Almere kiest er in het Wmo-beleid voor om een groot beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Uit interviews en groepsbijeenkomsten met de raad en externe partners van de gemeente, blijkt dat veel mensen verwachten dat de klanttevredenheid als gevolg daarvan in de beginperiode van de Kanteling zal kunnen dalen. Uit de Almere Business Case (ABC) bleek daarnaast dat professionals sceptisch zijn over de inzet van het sociale netwerk van burgers. Om burgers te motiveren het beroep op de eigen verantwoordelijkheid en sociale netwerken te accepteren, is het belangrijk een goede communicatiestrategie uit te voeren (zie ook paragraaf 3.2). De gemeente Almere heeft deze nog niet. 5.3 > Conclusies De samenwerking met externe partners in de Wmo wordt nog belangrijker als gevolg van de Kanteling. De gemeente Almere heeft in de afgelopen jaren geïnvesteerd in diverse samenwerkingsvormen zoals de Integrale Netwerken. Desondanks zijn meerdere externe partners ontevreden over de samenwerking met de gemeente Almere. De informatie-uitwisseling is eenzijdig, hetgeen ook blijkt uit het feit dat de partnerorganisaties niet op de hoogte waren van de business case van de Kanteling Almere. De uitvoerings- en financieringsafspraken passen (nog) niet bij de werkwijze van de Kanteling. Daarnaast maakt de gemeente Almere geen duidelijke keuzes in de vorm van samenwerking met externe partners en ook de regie op samenwerking ontbreekt. De Wmo-Raad is ontevreden over de manier waarop het college met de adviezen van de Wmo-Raad omgaat. Verder ontbreekt vooralsnog een communicatiestrategie om burgers bewust te maken van alle veranderingen. Dit terwijl de klanttevredenheid naar verwachting in eerste instantie afneemt door de toename van het beroep op de eigen verantwoordelijkheid en de sociale netwerken van de burger in het kader van de Kanteling. De rekenkamercommissie concludeert dat hiermee de spanning tussen de verwachte opbrengsten van de Kanteling en de randvoorwaarden waaraan
59) VNG,Van eerste contact tot arrangement. Inhoudelijke keuzes bij De Kanteling, Den Haag, 2010: p.7.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
33
voldaan moet worden, eerder toe- dan afneemt. De randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling die uit de analyse van dit hoofdstuk naar voren komen, zijn: >> I ntensieve samenwerking met externe partners >> Aangepaste uitvoerings- en financieringsafspraken >> Visie op regie en vorm van samenwerking (zie ook hoofdstuk 4) >> Communicatiestrategie richting de burger
34
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
6 › Eindconclusies, analysemodel en aanbevelingen
In dit hoofdstuk vindt u de eindconclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie over de Kanteling van de Wmo in Almere. De basis hiervoor ligt enerzijds in de conclusies van de afzonderlijke hoofdstukken. Anderzijds ligt deze in een toetsing van de Kanteling in Almere aan de randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling die uit dit onderzoek gedestilleerd zijn. Het doel van de conclusies en aanbevelingen is een constructieve bijdrage te leveren aan het debat over de Kanteling van de Wmo in Almere. Het karakter van de aanbevelingen en het analysemodel sluit om die reden aan bij het gegeven dat de Kanteling een proces in ontwikkeling is. 6.1 > Eindconclusies: randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling Randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling Het onderzoek naar de Kanteling van de Wmo in Almere is een onderzoek dat vooruit kijkt, dat inzicht probeert te geven in lopende processen. In Nederland is nog weinig ervaring met het kantelen van de werkwijze in de Wmo. Een flink aantal gemeenten is begonnen met de Kanteling, maar in geen enkele gemeente is het proces reeds afgerond. Het onderzoek naar de Kanteling van de Wmo in Almere kan om die reden niet over een normenkader beschikken dat op ervaring is gebaseerd. De rekenkamercommissie heeft ervoor gekozen te werken met een normenkader dat richting heeft gegeven aan het onderzoek, maar dat niet is gebruikt om de bevindingen direct aan te toetsen. In plaats daarvan is het onderzoek naar de Kanteling van de Wmo zelf een zoektocht geworden naar normen voor een succesvolle Kanteling. De analyse van ieder hoofdstuk heeft geleid tot een aantal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling. Het is de overtuiging van de rekenkamercommissie dat een succesvolle Kanteling, in welke gemeente dan ook, moet voldoen aan die randvoorwaarden. Tezamen vormen alle randvoorwaarden een set van normen. In dit afsluitende hoofdstuk toetst de rekenkamercommissie in hoeverre de Kanteling van de Wmo in Almere voldoet aan die randvoorwaarden.
Hieronder staan alle randvoorwaarden uit de verschillende hoofdstukken op een rij. De volgorde is niet dezelfde als die in de hoofdstukken; in plaats daarvan zijn de randvoorwaarden geordend naar de verschillende niveaus van het proces van de Kanteling (zie ook de volgende paragraaf, analyse model Kanteling Wmo). I Strategisch niveau: strategie en visie >> Een visie- of startdocument voor de Kanteling >> Visie op regie, rolverdeling en samenwerking tussen raad, college, gemeentelijke organisatie en ketenpartners >> Visie en strategie met betrekking tot verhouding Kanteling tot andere domeinen en nieuwe ontwikkelingen >> Betrokkenheid raad en externe partners bij visievorming en beleidsontwikkeling >> Inzicht in (politieke) keuzemogelijkheden II Tactisch niveau: beleidsvorming en planvorming >> Tijd voor implementatie nieuwe werkwijze >> Budget voor investeringen in nieuwe werkwijze >> Risicoanalyse en beheersing >> Intensieve samenwerking met externe partners >> Aangepaste uitvoerings- en financieringsafspraken III Operationeel niveau: uitvoering >> Een gekantelde organisatie >> Verantwoordingsinformatie toegesneden op de (veranderende) rol van raad, college, gemeentelijke organisatie en ketenpartners >> Brede communicatie over veranderingen van de Kanteling >> Communicatiestrategie richting de burger Beoordeling randvoorwaarden Op het moment dat de randvoorwaarden getoetst worden aan de praktijk van de Kanteling in de Wmo in Almere, komt de rekenkamercommissie tot de volgende beoordelingen (zie volgende pagina’s).
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
35
Tabel 6.1 - Toetsing Kanteling Wmo Almere aan randvoorwaarden Randvoorwaarde: Beoordeling: I. Strategisch niveau: strategie en visie Beperkt voldaan. In de beleidskaders van de Wmo in Almere zijn › E en visie- of startdocument voor de meerdere onderdelen van een gekantelde werkwijze in de Wmo Kanteling benoemd en uitgewerkt. Een overkoepelend visie- of startdocument voor de Kanteling ontbreekt. Het ontbreekt de raad daardoor aan een totaaloverzicht op de Kanteling en aan inzicht in het reeds gestarte proces van de Kanteling. Niet voldaan. De gemeente heeft geen expliciete visie op regie, de rol › V isie op regie, rolverdeling en samen werking tussen raad, college, gemeen verdeling en de samenwerking uitgewerkt of vastgesteld. Het college en de gemeentelijke organisatie nemen in de praktijk de regie, maar telijke organisatie en ketenpartners hebben nagelaten hier in overleg met de raad en ketenpartners hel dere afspraken over te maken. Als gevolg hiervan ontstaat onduidelijk heid en ontevredenheid over de invulling van ‘de’ regierol. Grotendeels voldaan. De gemeentelijke organisatie heeft een visie op › V isie en strategie met betrekking de raakvlakken tussen de Kanteling van de Wmo en de werkwijze in tot verhouding Kanteling tot andere andere sociale beleidsterreinen als de Wwb. De Almere Business Case domeinen en nieuwe ontwikkelingen en de geplande organisatieverandering dragen bij aan de integraliteit van het beleid. › B etrokkenheid raad en externe partners Beperkt voldaan. De gemeenteraad is niet expliciet betrokken bij bij visievorming en beleidsontwikkeling de visievorming en beleidsontwikkeling van de Kanteling. In eerdere beleidskaders zijn wel passages opgenomen over de Kanteling. De betrokkenheid van de externe partners is beperkt. De gemeente werkt eenzijdig in de verstrekking en vergaring van informatie. Beperkt voldaan. De gemeenteraad heeft tot nu toe weinig zicht op de › Inzicht in (politieke) keuzemogelijk mogelijkheden voor beleidsinvulling op het gebied van de Kanteling. heden Het college is reeds gestart met de uitvoering van de Kanteling voordat de gemeenteraad kennis heeft kunnen nemen van de visie op en invul ling van de Kanteling. De gemeenteraad heeft weinig initiatief geno men om hierover helderheid te krijgen. II. Tactisch niveau: beleidsvorming en planvorming Niet voldaan. Onder druk van de bezuinigingen is een krappe planning › T ijd voor implementatie nieuwe voor de Kanteling van de Wmo opgesteld. Binnen een paar jaar moet werkwijze de gekantelde werkwijze tot aanzienlijke besparingen leiden. Terwijl alternatieven voor individuele voorzieningen nog nauwelijks zijn ontslo ten of ontwikkeld, verwacht de gemeente reeds in 2012 flinke bespa ringen op Wmo te realiseren. Beperkt voldaan. De gemeente reserveert financiële middelen › B udget voor investeringen in nieuwe voor investeringen in een nieuwe werkwijze. Tegelijkertijd boekt de werkwijze gemeente al in 2011 flinke besparingen in. Als deze besparingen niet worden gerealiseerd, zijn de budgetten ontoereikend. Een risicoreser vering ontbreekt. Niet voldaan. Er is geen analyse van de risico’s van de Kanteling van › R isicoanalyse en beheersing de Wmo in Almere uitgevoerd. Evenmin zijn maatregelen getroffen om de risico’s te beheersen. Er is geen risicoreservering voor de Kanteling van de Wmo in Almere. Indien besparingen niet tijdig gerealiseerd wor den, ontstaat er een politiek probleem doordat de bezuinigingsdoel stellingen niet worden gehaald. Beperkt voldaan. De gemeente heeft veel contacten met externe part › Intensieve samenwerking met externe ners. De samenwerking verloopt echter eenzijdig, waarbij de gemeente partners bepaalt welke informatie zij opvraagt en deelt met de partners. Er is geen sprake van gelijkwaardigheid in de samenwerkingsrelatie. Beperkt voldaan. Financierings- en uitvoeringsafspraken zijn onvol › A angepaste uitvoerings- en financie doende aangepast aan een gekantelde werkwijze. Sommige bestaande ringsafspraken financiële prikkels werken een gekantelde werkwijze zelfs tegen.
36
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Randvoorwaarde: III. Operationeel niveau: uitvoering
Beoordeling:
› E en gekantelde organisatie
Grotendeels voldaan. De gemeente is druk doende de eigen organisatie te herinrichten, medewerkers te trainen en de Kanteling breed in de organisatie uit te voeren. De Kanteling van de organisatie is nog niet voltooid. Beperkt voldaan. Een visie op verantwoordingsinformatie die nodig is voor een andere werkwijze in de Wmo ontbreekt.
› V erantwoordingsinformatie toegesne
den op de (veranderende) rol van raad, college, gemeentelijke organisatie en ketenpartners
› B rede communicatie(strategie) over veranderingen van de Kanteling
› C ommunicatie(strategie) richting de burger
Beperkt voldaan. Er is nog geen communicatiestrategie vastgesteld en/of uitgevoerd voor de Kanteling. De communicatie beperkt zich tot nu toe tot informatie over een instrument als de EigenKrachtWijzer. Dit is onvoldoende om alle partijen en personen die betrokken zijn bij de Kanteling te bereiken en draagvlak te creëren voor een proces dat moet leiden tot een cultuurverandering. Beperkt voldaan. Burgers worden tot nu toe slechts op onderdelen, zoals de EKW, geïnformeerd over een gekantelde werkwijze. Een uitgebreidere strategie en plan van aanpak zijn nodig om burgers te betrekken bij alle veranderingen en een cultuuromslag te realiseren.
Hoofdconclusies De toetsing van de randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling aan het beleid en de uitvoering van de Kanteling in Almere leidt tot de volgende hoofdconclusies: C1. De koppeling tussen de bezuinigingen en de Kanteling zet een succesvolle Kanteling onder druk. De business case van de Kanteling in de Wmo is niet stevig onderbouwd. De verwachting van de meeste betrokkenen is dat de Kanteling op de lange termijn tot besparingen kan leiden, maar dat op de korte termijn flinke investeringen nodig zijn. Indien er een risicoreservering gemaakt zou zijn, om tegenvallers in de verwachte besparingen op te vangen, zouden de risico’s beheersbaar zijn. Een dergelijke risicoreservering of maatregelen om die risico’s te beheersen ontbreken. Indien de besparingen niet tijdig worden gerealiseerd, zal de bestuursopdracht voor de Wmo niet worden gehaald. C2. De implementatie van de Kanteling in Almere is te veel gericht op de gemeentelijke organisatie. De gemeente focust op interne organisatieveranderingen en betrekt externe partners
en burgers onvoldoende bij de visie ontwikkeling, planvorming en uitvoering. De kennis en ervaring van externe partners wordt onvoldoende benut en in sommige gevallen zelfs genegeerd (zoals bij de business case van de Kanteling). De betrokkenheid van externe partners is essentieel voor het aanbieden en ontsluiten van alternatieven voor individuele voorzieningen. C3. De samenwerking met externe partners is onvoldoende uitgewerkt. Een visie op regie en samenwerking met externe partners ontbreekt, evenals een visie op de daarbij behorende verantwoording, monitoring en financieringsafspraken. Uitvoerings- en financieringsafspraken sluiten onvoldoende aan bij een nieuwe gekantelde werkwijze. En hoewel een goede samenwerking essentieel is voor een succesvolle Kanteling, laat de gemeente het na om duidelijke en concrete afspraken te maken over de rolverdeling tussen de gemeente en externe partners. Regie kan op verschillende manieren en door verschillende partijen ingevuld worden. Om verwarring in de taaken rolverdeling te voorkomen, zijn hierover duidelijke afspraken noodzakelijk.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
37
C4. Draagvlak bij burgers is essentieel, omdat een toenemend beroep gedaan zal worden op de eigenverantwoordelijkheid en het sociale netwerk van burgers. Een communicatiestrategie richting burgers en andere maatschappelijke betrokkenen ontbreekt tot nu toe echter. Het risico bestaat dat het draagvlak voor een brede cultuurverandering in de maatschappij hierdoor beperkt blijft. C5. Het college neemt een voorschot op het draagvlak voor de Kanteling bij de gemeenteraad door de uitvoering van de Kanteling te starten, zonder expliciet een visie- of startdocument aan de raad voor te leggen. De raad heeft tot nu toe weinig zicht op de mogelijkheden voor beleidsinvulling op het gebied van de Kanteling. De raad neemt tegelijkertijd onvoldoende initiatief om betrokken te worden bij de visievorming en implementatie van de Kanteling. 6.2 > Analysemodel Kanteling
verschillende betrokken partijen en organisaties onderscheiden die een rol vervullen in de ontwikkeling en uitvoering van de Kanteling van de Wmo. Betrokken partijen en organisaties In het analysemodel onderscheiden wij de volgende betrokken partijen en organisaties: 1. Gemeenteraad. De gemeenteraad stelt de kaders en controleert de uitvoering van het beleid. De gemeenteraad wordt daarbij geacht op hoofdlijnen te sturen. 2. College van B&W. Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding van alle raadsbesluiten en dient invulling te geven aan de beleidskaders zoals die door de raad zijn vastgesteld. Het college geeft de opdracht aan de ambtelijke organisatie beleidskaders uit te werken in concrete plannen van aanpak, projecten en maatregelen. Daarnaast is het college verantwoordelijk voor een goede (bestuurlijke) samenwerking met externe partners.
De Kanteling is nog niet afgerond. De rekenkamer commissie is zich hiervan bewust. Het onderzoek geeft een beeld van de stand van zaken van de Kanteling van de Wmo in Almere. Het beschrijft een proces in ontwikkeling en signaleert knel punten. De rekenkamercommissie wil met haar onderzoek een constructieve bijdrage leveren aan de Kanteling. De gemeente Almere is enerzijds al vergevorderd met het invoeren van een gekantelde werkwijze, anderzijds is de discussie over de Kanteling tussen gemeenteraad en college nog nauwelijks gevoerd. De gemeenteraad kan dit rapport gebruiken in de discussie met het college, om de knelpunten te duiden en om te zoeken naar oplossingen.
3. Ambtelijke organisatie. De ambtelijke organisatie geeft invulling aan de uitvoering van de beleidskaders en controleert deze en stuurt eventueel bij. Binnen de ambtelijke organisatie kunnen verschillende niveaus onderscheiden worden: management, beleid en uitvoering.
Om de discussie over de Kanteling en de besluitvorming te ondersteunen, heeft de rekenkamercommissie een analysemodel voor de Kanteling opgesteld. Hierin staan de belangrijkste bouw stenen van een Kanteling van de Wmo weergegeven. In het model maakt de rekenkamercommissie enerzijds onderscheid tussen verschillende niveaus van taakuitoefening. Anderzijds worden de
5. Burgers. Individuele burgers zullen niet snel betrokken zijn bij de uitvoering en ontwikkeling van de Kanteling, maar kunnen via vertegenwoordigende instanties als cliëntenraden en de Wmo-Raad bij het proces betrokken worden.
38
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
4. Externe partners. Onder externe partners verstaat de rekenkamercommissie alle professionele uitvoeringsorganisaties van de Wmo zoals thuiszorginstellingen en leveranciers van hulpmiddelen. Daarnaast rekent de rekenkamercommissie ook maatschappelijke organisaties als de VMCA en ouderenbonden hiertoe.
Kwaliteitsniveaus van taakuitoefening De rekenkamercommissie onderscheidt drie kwaliteitsniveaus van taakuitoefening: >> Op strategisch niveau staan visievorming en strategiebepaling centraal. Het gaat hierbij zowel om een visie op de inhoud van beleid, als het bepalen van een visie en strategie voor de uitvoering, controle en bijsturing van beleid. >> Op tactisch niveau staan de beleidsvorming en de planvorming van de gemeente centraal. Daarbij gaat het om de wijze waarop de gemeente haar strategische visie vertaalt naar beleidsplannen en projecten. Een belangrijk aspect hierbij is het bepalen van budgetten en het stellen van realistische doelen. >> Op operationeel niveau staat de uitvoering van de Kanteling van de Wmo centraal. Daarbij gaat het om de kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering door de gemeente en betrokken partners. Op dit niveau is ook de monitoring van de beleidseffecten relevant, om te bepalen in hoeverre er aanleiding is voor het bijstellen van (strategisch en tactisch) beleid.
Het analysemodel maakt duidelijk welke partij op welk niveau welke taken dient te vervullen. Tegelijkertijd maakt het ook de samenhang duidelijk tussen de verschillende niveaus en taken. Idealiter zijn er eerst op strategisch niveau visies en strategieën bepaald voor de aanpak van een vraagstuk als de Kanteling van de Wmo. Vervolgens is dat op tactisch niveau vertaald naar uitwerkingen in beleidsplannen en plannen van aanpak. Pas daarna start men met de uitvoering. In de praktijk zijn de verschillende taakniveaus in verschillende mate uitgewerkt en worden er gelijktijdig taken op de verschillende niveaus uitgevoerd. Aan de hand van dit analysemodel kan eenvoudig bepaald worden op welk niveau elementen in de uitvoering van de Kanteling van de Wmo ontbreken. Het model fungeert daarmee als een checklist voor de Kanteling van de Wmo in Almere.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
39
40
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Matrix Kanteling Wmo
Gemeenteraad
College van B&W
Vaststellen visie Kanteling (doelen, maatschappelijke effecten)
Vaststellen visie op samenwerking, regie en de rol van de gemeente, partners en burgers (proces) Bepalen prioritering tov andere onderdelen Wmo en sociale domeinen en ontwikkelingen
Vaststellen budget
Controle en bijsturing op inhoud (resultaten beleid) en proces (vorm van (keten) samenwerking), op basis van verantwoordingsinfor matie van de gemeente en input van externe partners en burgers
A
Voorbereiden visie op Kanteling: doelen stellen, kaders invullen Visie ontwikkelen op samenwerking, regie en de rol van de gemeente, partners en burgers
Ambtelijke organisatie
Ontwikkelen communicatie strategie
Visie ontwikkelen op integraliteit (relatie met andere beleidsterreinen)
Visie ontwikkelen op monitoring en evaluatie
Visie ontwikkelen op integraliteit (relatie leggen tussen beleidsterreinen)
Financiële onderbouwing en risicobeheersing Kanteling
Visie Kanteling uitwerken in plan van aanpak, voorzien van SMART doelen en maatregelen, planning en budget
Vaststellen plan van aanpak / projectplan Kanteling
Overleg met externe partners over plan van aanpak
Vaststellen communicatieplan
Vormgeven van (keten)samenwerking (incl. nieuwe financierings- / uitvoeringsafspraken)
Controle en bijsturing beleid en inrichting (keten) samenwerking op basis van monitoring- en verantwoordingsinformatie
Resultaatgerichte manier van verantwoorden en vragen om informatie (Bij)sturen uitvoering op doelen en resultaten
Meedenken over visie op Kanteling en visie op samenwerking
Informatie verstrekking aan gemeente over doelgroepen en maatschappelijke context
Overleg met externe partners over visie op de Kanteling en samenwerking, beleid en gewenste resultaten
Vaststellen aanvullende beleidsregels (bv. verordeningen)
Externe partners
Burgers
Via cliëntenorganisaties en platforms als Wmoraad meedenken visie op Kanteling
Via cliëntenorganisaties en platforms als Wmoraad advies over plan van aanpak
Informatieverstrekking aan gemeente over doelgroepen en maatschappelijke context
Communicatie naar burgers over veranderingen
B
Communicatieplan opstellen
Opstellen aanvullende beleidsregels (bv. verordeningen)
Evaluatie plan van aanpak
Monitoring voortgang
Organisatieverandering aansturen en implementeren
Training en scholing t.b.v. cultuurverandering en nieuwe werkwijze
Communicatie naar burgers
Advisering over plan van aanpak, oa. over financierings-, uitvoerings- en verantwoordingsafspraken
C
Onderlinge afstemming tussen partijen en met de gemeente over uitvoering
Implementatie nieuwe maatregelen
(Bij)sturen uitvoering op doelen en resultaten
Uitvoering maatregelen
Controleren en bijsturen financiële en uitvoeringsafspraken met externe partners
Uitvoering plan van aanpak
Aanleveren van verantwoordingsinformatie; verantwoording op resultaten
Het analysemodel geeft visueel weer waar bij de Kanteling van de Wmo in Almere tot nu toe de nadruk op ligt, en op welke onderdelen een uitbreiding van de activiteiten mogelijk en wenselijk is. De kleine paarse cirkel laat zien op welk niveau en bij welke partners de gemeente Almere momenteel de nadruk legt in de uitvoering van de Kanteling. De roze ovaal geeft weer welke niveaus en welke partners idealiter een rol spelen bij het proces van de Kanteling en waar de verbetermogelijkheden liggen voor de Kanteling in Almere. Pijl A geeft aan dat de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de Kanteling groter kan zijn. Pijl B geeft weer dat met name op strategisch niveau nog een aantal stappen gezet kan worden. En pijl C laat zien dat de rol en betrokkenheid van de externe partners en burgers beter kan. Welke elementen in Almere nu het belangrijkst zijn en welke stappen nu het beste gezet kunnen worden, is een kwestie van discussie tussen de gemeenteraad en het college. 6.3 > Aanbevelingen De rekenkamercommissie wil in het licht van de bovenstaande discussie de volgende aanbevelingen meegeven. De aanbevelingen kunnen net als het analysemodel, door de gemeenteraad gebruikt worden om de discussie met het college over de Kanteling van de Wmo in Almere gericht te voeren. In hoeverre onderstaande aanbevelingen daadwerkelijk allemaal uitgevoerd dienen te worden, laat de rekenkamercommissie aan de gemeenteraad. A1. Stel als gemeenteraad een visie op de Kanteling van de Wmo vast, alvorens tot invulling van nadere beleidsregels (bv. verordening voorzieningen) over te gaan. De gemeenteraad kan hierbij expliciet aan het college vragen om de verschillende keuzes / scenario’s duidelijk te maken. De visie dient minimaal keuzes expliciet te maken ten aanzien van het beroep op de eigen verantwoordelijkheid, de rol van de gemeente en gemeentelijke partners, de mate waarin gestreefd wordt naar ondersteuning op maat, de mate waarin ruimte bestaat voor innovatie en vernieuwing in het aanbod, en de functie en benutting van informele netwerken en sociale structuren (mantelzorg:
vrienden, familie, vrijwilligers, buren). In Almere zijn veel van deze keuzes al (impliciet) gemaakt. De visie dient ertoe al deze keuzes samen te brengen en tot een integrale visie te vormen. A2. Voer als college een risico analyse uit van de business case van de Kanteling en neem op basis van die analyse maatregelen om de risico’s te beheersen. De kansen op een succesvolle invoering van de Kanteling zullen onzeker blijven, zolang er niet meer gemeenten zijn die de Kanteling hebben uitgevoerd. Dit is geen reden om de Kanteling dan maar niet uit te voeren. Door middel van een risico analyse worden risico’s expliciet gemaakt en kan er eventueel in de vorm van een financiële reservering rekening mee gehouden worden.
A3. Neem als gemeenteraad een expliciet besluit over de politieke omgang met het risico dat de besparingen in relatie tot de implementatie van de Kanteling niet gerealiseerd worden. Hierbij zijn verschillende besluiten mogelijk, waaronder het instellen van een risicoreservering voor de Kanteling, of de optie dat de bezuinigingen eventueel op een ander (sociaal) beleidsterrein gerealiseerd zullen worden. Indien een dergelijk expliciet besluit niet in een vroeg stadium wordt genomen, loopt de invoering van het proces van de Kanteling vertraging op. A4. Het college zou een visie op de regierol van de gemeente moeten formuleren en voorleggen aan de raad, waarin duidelijke keuzemogelijkheden worden gepresenteerd ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente (respectievelijk raad, college en organisatie) en de maatschappelijke en professionele partners. Binnen de taken en verantwoordelijkheden moet de rol van de gemeente helder zijn en wanneer zij op onderdelen geen regievoerder wil zijn, moet de regie aan een partner worden overgedragen. Betrek hierbij de externe partners uitgebreid en op basis van gelijkwaardigheid. Maak in dit kader ook afspraken over verantwoording en monitoring van de uitvoering van het Wmo-beleid en de Kanteling door de externe partners.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
43
A5. Stel als ambtelijke organisatie zo snel mogelijk een communicatieplan over de Kanteling op. Richt je daarbij zowel op burgers als andere maatschappelijk betrokkenen zoals huisartsen, vrijwilligersorganisaties en zorgverleners. Overweeg hierbij expliciet in hoeverre het communicatieplan aansluit bij de implementatie van een gekantelde werkwijze in andere onderdelen van het sociale domein, zoals re-integratie, de Wwb, de Wet werken naar vermogen en jeugdzorg. A6. Investeer als ambtelijke organisatie in het ontsluiten en ontwikkelen van alternatieven voor individuele voorzieningen. De externe partners dienen hier expliciet bij betrokken te worden, gezien hun kennis uit de praktijk en van de stad. Zorg er daarbij voor dat de Wmoconsulenten beschikken over kennis over de mogelijke alternatieve voorzieningen. Verbeter de toegankelijkheid en actualiteit van de Sociale Kaart en maak goede afspraken met de GGD over het up-to-date houden van de Sociale Kaart.
44
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
7 › Reactie college van B&W
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
45
Keten- en gebiedsgericht samenwerken Herstructurere n Kantele n Info
46
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
47
Bijlage 1 › Samenvatting
Inleiding Sinds de invoering van de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor de compensatie van beperkingen waardoor inwoners niet meer volledig kunnen deelnemen aan de maatschappij. De manier waarop gemeenten deze compensatieplicht invullen staat vrij. Daarbij staat niet langer het aanbod aan voorzieningen centraal in de zorgverlening aan de burger, maar de behoeften en wensen van die burger. Het kantelen van de Wmo verwijst naar deze verandering. De VNG biedt gemeenten begeleiding en een stappenplan voor een succesvolle Kanteling van de Wmo. Uit het onderzoek van de rekenkamercommissie blijkt dat de gemeente Almere druk bezig is de Kanteling intern vorm te geven. Daarnaast zijn mogelijke kosten en besparingen in kaart gebracht in een business case, waaruit blijkt dat vanaf 2015 een besparing van ongeveer €3 miljoen structureel per jaar mogelijk is. Dit staat op gespannen voet met het beeld van de Kanteling als nieuwe ontwikkeling die nog vele onzekerheden kent, en van een proces dat in nauwe samenwerking met externe partners, burgers en de raad uitgevoerd wordt. Over die spanning gaat dit onderzoek. Kanteling financieel De business case van de Kanteling waarin de gemeente de kosten en besparingen als gevolg van de Kanteling inzichtelijk maakt, is niet sterk onderbouwd. Aan de basis liggen aannames van de VNG die zijn toegepast op de Almeerse situatie. Uit het praktijkonderzoek in Almere Haven (Almeerse Business Case) bleek echter dat de nieuwe werkwijze kwantitatief niet onderbouwd kan worden. Besparingen zijn in de business case grotendeels het gevolg van een afname van het aantal verstrekte individuele voorzieningen. Opvallend is dat al in 2011 flinke besparingen worden verwacht, die in vijf jaar sterk toenemen waardoor in 2015 het eindresultaat vrijwel gelijk is aan de bestuursopdracht (€3.150.000 structureel). De kosten voor de Wmo zijn in de afgelopen vier jaar echter flink gestegen (+ €10 miljoen). Dit roept de vraag op of het tijdspad van de verwachte besparingen in de business case Kanteling Wmo van Almere realistisch is. Diverse betrokkenen, zowel intern als extern, verwachten dat het veel tijd kost om besparingen te realiseren. Indien de besparingen niet gerealiseerd worden, zijn er weinig mogelijkheden om het financiële risico op te vangen. Er is geen risicoanalyse en geen financiële reserve in de programmabegroting. De business case en de daarin opgenomen bezuinigingen leggen een druk op de invoering van de Kanteling. In hoeverre de druk tot bezuinigen een bedreiging vormt voor de invoering van de Kanteling, hangt af van de (politieke) keuzes die gemaakt worden tijdens de implementatie van de Kanteling. Grote risico’s hierbij zijn dat de medewerkers onvoldoende tijd krijgen voor het gesprek met de burger en onvoldoende voorbereid zijn op een gekantelde werkwijze en dat er onvoldoende alternatieven voor individuele voorzieningen voorhanden zijn. Kanteling organisatie De gemeente Almere is voortvarend van start gegaan met een interne organisatieverandering. Servicepunt Z wordt geïntegreerd in de dienst Publiekszaken en Wmo-consulenten hebben trainingen doorlopen. De EigenKrachtWijzer is het belangrijkste middel van de gekantelde werkwijze. De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente Almere vooral inzet op het kantelen van de eigen organisatie. Onder druk van de bezuinigingsopgave is er sprake van een strakke tijdplanning. Almere is begonnen met de nieuwe werkwijze per 1 juli 2011, terwijl de gemeenteraad de gekantelde verordening nog niet heeft vastgesteld. De snelle manier van kantelen in Almere kan tot gevolg hebben dat de gemeente burgers geen serieus alternatief te bieden heeft voor individuele voorzieningen, hetzij in de vorm van een reëel beroep op de eigen kracht hetzij in de vorm van algemene voorzieningen. Ondertussen staan de volgende veranderingen voor de deur, waaronder een verdere overheveling van taken vanuit de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wwb. De rekenkamercommissie vreest dat de planning niet wordt gehaald, budgetten ontoereikend zijn en het succes van de Kanteling vroegtijdig onder druk komt te staan.
48
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Daarnaast concludeert de rekenkamercommissie dat de gemeentelijke organisatie van Almere zich bij de Kanteling (tot nu toe) te veel beperkt tot interne veranderingen. De communicatie over de Kanteling is tot nu toe hoofdzakelijk gericht geweest op de gemeentelijke organisatie. Externe partners worden eenzijdig geïnformeerd en er is (nog) geen communicatieplan over de veranderingen voor partners en de burger. Kanteling politiek Almere kiest er al in de Wmo-beleidsnota 2008-2010 voor de vraag van de burger centraal de stellen en waar mogelijk collectieve voorzieningen te verstrekken in plaats van individuele. Daarmee is impliciet gekozen voor een kanteling. Om optimaal te sturen en te controleren op de uitvoering van de Wmo en de Kanteling, zijn een gedegen kennisniveau van en een visie op de Kanteling, een visie op de samenwerking met externe partners en heldere afspraken over verantwoordingsinformatie, van groot belang. Er is echter geen integraal visie- of startdocument van de Kanteling. In het najaar van 2011 wordt een visiedocument aan de raad aangeboden. De invoering van de Kanteling is echter reeds begonnen. Doordat verder de beleidskaders minder SMART zijn en de raad meer op afstand staat dan in het verleden, bestaat het risico dat het draagvlak voor de uitvoering van de Kanteling afneemt en dat controle op de Kanteling niet goed mogelijk is. Het college vergroot dit risico door een voorschot te nemen op de steun van de gemeenteraad voor de Kanteling en al te starten met de uitvoering zonder dat de gemeenteraad expliciet steun heeft gegeven. De afwachtende houding van de gemeenteraad versterkt het risico verder. Partners en burgers De samenwerking met externe partners in de Wmo wordt nog belangrijker als gevolg van de Kanteling. De gemeente Almere heeft in de afgelopen jaren geïnvesteerd in diverse samenwerkingsvormen zoals de Integrale Netwerken. Desondanks zijn meerdere externe partners ontevreden over de samenwerking met de gemeente Almere. De informatie-uitwisseling is eenzijdig, hetgeen ook blijkt uit het feit dat de partnerorganisaties niet op de hoogte waren van de business case van de Kanteling Almere. Ook de relatie met de Wmo-Raad is voor verbetering vatbaar. Informeel wordt goed samengewerkt, maar de formele samenwerking kan beter. Ook de gemeenteraad kan de Wmo-Raad benutten voor advies over verantwoording van het gevoerde beleid. De Kanteling is een ontwikkeling waarvan burgers veel gevolgen gaan ondervinden. Er is nog geen communicatiestrategie die erop gericht is om burgers te blijven motiveren de eigen verantwoordelijkheid en het sociale netwerk aan te spreken. Randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling In tegenstelling tot reguliere rekenkameronderzoeken met een normenkader waaraan bevindingen getoetst worden, is het onderzoek naar de Kanteling in de Wmo zelf een zoektocht geworden naar normen voor een succesvolle Kanteling. Dit heeft geleid tot een aantal randvoorwaarden voor een succesvolle Kanteling, die aan het eind van het rapport op een rij zijn gezet. Toetsing van de bevindingen aan deze randvoorwaarden leidt tot het beeld dat Almere voortvarend van start is gegaan met de Kanteling, maar daarbij vooral gericht is op een interne organisatieverandering. Het college en de gemeentelijke organisatie nemen daarbij een voorschot op het draagvlak voor de Kanteling bij de gemeenteraad door al te starten met de uitvoering, zonder expliciete instemming. De samenwerking met partners en de communicatie met burgers is onvoldoende uitgewerkt. De koppeling tussen de bezuinigingen (bestuursopdracht) en de Kanteling zet een succesvolle Kanteling verder onder druk. Het risico bestaat dat het draagvlak voor een brede cultuurverandering in de maatschappij hierdoor beperkt blijft. Analysemodel Kanteling en aanbevelingen De rekenkamercommissie heeft in aanvulling op het onderzoek een analysemodel voor de Kanteling opgesteld. Hierin staan de belangrijkste bouwstenen van een Kanteling van de Wmo weergegeven en is terug te zien op welke onderdelen de gemeente Almere het accent legt. Het analysemodel en de aanbevelingen dienen ter ondersteuning van de discussie over de Kanteling tussen de gemeenteraad en het college.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
49
Bijlage 2 › Onderzoeksverantwoording
I. Aanleiding Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking getreden. De wet beoogt de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van burgers te bevorderen, en de sociale samenhang en actief burgerschap te stimuleren. Deze wet kent de gemeente een grote verantwoordelijkheid toe voor wat betreft de zorg voor ondersteuning van de zwakkeren in de samenleving. De Wmo gaat nadrukkelijk uit van (meer) zelfredzaamheid van mensen. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het bieden van een zorgoplossing wanneer mensen dat zelf niet meer kunnen. De gemeente heeft vanuit de WMO een compensatieplicht: burgers dienen te worden gecompenseerd wanneer het hun vanwege een beperking extra geld kost om maatschappelijk te kunnen participeren. De Kanteling is een project van de VNG dat erop gericht is gemeenten te ondersteunen bij het invullen van de compensatieplicht. Ook de gemeente Almere participeert in de Kanteling. De Wmo-Raad heeft zelfs het advies gegeven om zo snel mogelijk over te gaan tot een ‘gekantelde werkwijze’. Met de Kanteling van de WMO wordt een stap gezet naar een andere wijze van denken over maatschappelijke ondersteuning. Uitgangspunt is dat niet de afzonderlijke voorzieningen, maar het resultaat (participatie en zelfredzaamheid van de burger) centraal moet staan. De gemeente Almere is in 2011 gestart met de Kanteling van de Wmo. Over de Kanteling is tot op heden nog weinig bekend bij raadsleden. De rekenkamercommissie was van plan in 2011 een onderzoek uit te voeren naar de Wmo. Na een aantal verkennende gesprekken van de rekenkamercommissie begin 2011, is besloten de Kanteling tot onderwerp van onderzoek te maken. II. Doelstelling en vraagstelling Een onderzoek naar de Kanteling van de Wmo in Almere, is een onderzoek gericht op de toekomst van de Wmo in Almere. Uitgangspunt is de raad een gedegen rapport te doen toekomen met daarin de achtergronden van de Kanteling en de wijzigingen die op stapel staan. Daarbij wordt ingegaan op zowel effecten voor de gemeentelijke organisatie en (maatschappelijke en professionele) organisaties als effecten voor cliënten en hun omgeving. Het onderzoek dient de vraag te beantwoorden of met de Kanteling nog steeds tegemoet gekomen wordt aan de door de raad gestelde kaders van de Wmo. Het rapport geeft de raad inzicht in de veranderende werkwijze binnen de Wmo en biedt de gemeenteraad bovendien handvatten voor de wijze waarop hij zijn controlerende en kaderstellende taak in kan vullen. Daarbij biedt het onderzoek de mogelijkheid in kaart te brengen welke beleidsruimte en beleidsvrijheid er is voor een gemeenteraad: Welke sturingsmogelijkheden heeft de raad op het dossier van de Wmo, welke beleidsruimte is er, in welke mate liggen budgetten vast? Binnen de Wmo zijn negen prestatievelden gedefinieerd. De Kanteling is met name van toepassing op de volgende drie prestatievelden: >> p restatieveld 3: Informatie, advies, cliëntondersteuning; >> prestatieveld 5: Bevorderen participatie/zelfredzaamheid algemeen; >> prestatieveld 6: Verlenen van voorziening. Om die reden ligt de focus van het onderzoek op de drie bovengenoemde prestatievelden. Doelstelling van het onderzoek is inzicht te bieden in de wijze waarop de gemeente Almere zich voorbereidt op de Kanteling en de consequenties die dit beleid heeft voor cliënt, maatschappelijke organisaties en de gemeente. De centrale vraag is:
I n hoeverre is de gemeente Almere voorbereid op de invoering van de Kanteling van de Wmo en in welke mate draagt de Kanteling bij aan een betaalbare Wmo die overeenkomt met de door de raad gestelde kaders?
50
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Ter beantwoording zijn onderstaande deelvragen gebruikt: Wmo-beleid 1 Welke doelstellingen en uitgangspunten heeft de gemeente Almere geformuleerd voor het Wmo-beleid? 2 Wat zijn de algemene doelstellingen en uitgangspunten van de Kanteling? En wat zijn doelstellingen en uitgangspunten voor de Kanteling in Almere? Kaderstelling door de raad 3 Hoe verhoudt de Kanteling zich tot de door de raad gestelde kaders voor de Wmo? 4 Wat betekenende Kanteling en de veranderende werkwijze voor de sturende en controlerende rol van de gemeenteraad? 5 Hoe kan de raad haar sturende en kaderstellende rol met betrekking tot de Kanteling optimaal invullen? Organisatie en werkwijze 6 Op welke wijze bereidt de gemeentelijke organisatie zich voor op de Kanteling en op welke wijze betrekt zij haar partners hierbij? 7 Wat betekent de Kanteling voor de werkwijze van de gemeentelijke organisatie? Met andere woorden, welke gevolgen heeft de invoering ervan voor de verschillende afdelingen die zich met de Wmo bezig houden? 8 Wat gaat deze veranderende werkwijze betekenen voor de betrokken (maatschappelijke) organisaties? 9 Wat gaat deze veranderende werkwijze betekenen voor de cliënten en hun omgeving? Relatie met de bezuinigingen 10 In hoeverre is de vooronderstelling dat de invoering van de Kanteling op de lange termijn zal leiden tot een daling van de kosten realistisch? 11 Op welke wijze kan de in de Business Case voorgerekende besparing gerealiseerd worden (wat zijn hiervoor de voorwaarden)? 12 Wat betekenen de op stapel staande bezuinigingen voor de invoering van de Kanteling (wat zijn kansen en bedreigingen)? III. Onderzoeksuitvoering De rekenkamercommissie heeft de griffie de opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren, ondersteund door onderzoekers van onderzoeks- en adviesbureau Necker van Naem. De rekenkamercommissie heeft de uitvoering van het onderzoek begeleid en heeft deelgenomen aan de startbijeenkomst, de interviews, het groepsgesprek met de raadsleden en externe partners en aan een tweetal expertmeetings. Het onderzoek is in april 2011 van start gegaan. Het doel en de aanpak van het onderzoek zijn toegelicht aan betrokken ambtenaren en een vertegenwoordiger van de Wmo-Raad. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode april 2011 – augustus 2011. Het rapport is 26 september aangeboden voor ambtelijk wederhoor. De ambtelijke reactie is vervolgens verwerkt in het rapport. Daarna is het rapport op 26 oktober aangeboden aan het college voor een reactie. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethoden: >> documentenanalyse >> een digitale enquête onder leden van de Wmo adviesraad en professionele en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de Wmo in Almere >> interviews met de portefeuillehouder en betrokken ambtenaren >> een groepsgesprek met raadsleden >> een groepsgesprek met professionele en maatschappelijke organisaties >> twee expertmeetings
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
51
Een volledig overzicht van de gebruikte bronnen en geïnterviewde personen is opgenomen in bijlage 4. De rekenkamercommissie heeft gekozen voor een mix van methoden om van zoveel mogelijk verschillende partijen informatie over de Wmo in Almere te kunnen ontvangen. De resultaten van de digitale enquête zijn besproken in de bijeenkomsten met de raadsleden en de maatschappelijke organisaties, teneinde de informatie te verifiëren en aan te vullen.
52
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Bijlage 3 › Toetsingskader
Rol / taak Aandachtspunten ter invulling normen Rol van de gemeenteraad bij de Wmo en de Kanteling Kaderstellen De raad stelt kaders voor het We willen met het onderzoek scherper in beeld brengen wat de raad kan en moet Wmo-beleid en de Kanteling. doen als het gaat om kaderstelling bij de Wmo. Welke mogelijkheden en midde len heb je als raad om kaders te stellen en te sturen op de Wmo. Op basis van dit onderzoek kunnen we de raad adviseren over een optimale invulling van de kader stellende rol. Aandachtspunten in het onderzoek hierbij zijn: › De betrokkenheid van de raad bij de ontwikkeling en vaststelling van het Wmobeleidskader en de Kanteling en bij de Wmo-verordening. › De uitwerking van maatschappelijke doelen voor het Wmo-beleid en de Kante ling in termen van maatschappelijke effecten (outcome) in de beleidskaders. › Het inzicht van de raad in de financiële ruimte voor ‘eigen’ beleidskeuzes ten aanzien van de Wmo en de Kanteling. › D e mate waarin beleidskaders van de Wmo en de Kanteling zijn gebaseerd op een analyse van de lokale situatie, waarbij behoeften van burgers en doelgroe pen in kaart zijn gebracht. › D e mate waarin doelen SMART zijn geformuleerd. Controleren De raad controleert of het col Wat kan en moet de raad doen als het gaat om de controlerende rol bij de Wmo? lege de opgedragen taken op Welke mogelijkheden en middelen heb je als raad om te controleren op de Wmo? het gebied van de Wmo en De Welke type en welke mate van informatie heb je als raad hiervoor nodig? Op basis Kanteling uitvoert conform de van dit onderzoek kunnen we de raad adviseren over een optimale invulling van de afspraken. controlerende rol. Aandachtspunten in het onderzoek hierbij zijn: › ( Integrale) verantwoordingsinformatie van het college over de vertaling van de beleidskaders naar de uitvoering en over de uitvoering van het beleid voor de Wmo en de Kanteling. › D e mate waarin verantwoordingsinformatie inzicht biedt in de maatschappelijke effecten van het Wmo-beleid en de Kanteling. Daarbij kijken we o.a. naar de jaarrekening, het jaarverslag en specifieke Wmo-rapportages. › D e aanknopingspunten voor de raad in de verantwoordingsinformatie om het Wmo-beleid en het beleid voor de Kanteling (bij) te sturen. Volksvertegenwoordiging De raad is volksvertegenwoor Hoe en met wie onderhoudt je contact als raadslid met betrekking tot de Wmo? diger. Wat dragen die contacten bij aan je rol als raadslid? Op basis van dit onderzoek kunnen we de raad adviseren over een optimale invulling van de volksvertegen woordigende rol. Aandachtspunten in het onderzoek hierbij zijn: › D e manier waarop en mate waarin raadsleden contact hebben met burgers en lokale organisaties in het kader van de Wmo en de Kanteling. Rol van college bij de Wmo en de Kanteling Sturen / beheersen uitvoering Het college vertaalt de beleids We willen met het onderzoek ook scherper in beeld brengen wat een optimale kaders in bestuursopdrachten rolinvulling is van het college bij de Wmo. Hoe kan het college in het beleidsveld aan de organisatie en stuurt de van de Wmo, waarbij de samenwerking met vele externe partners centraal staat, uitvoering van de Wmo. optimaal sturing geven aan de uitvoering. Aandachtspunten in het onderzoek hier bij zijn: › D e vertaling van de Wmo beleidskaders naar concrete doelen en activiteiten (output) voor de uitvoering en in concrete bestuursopdrachten aan de organisatie. › H et opstellen en invullen van een visie en strategie over de rol- en taakverdeling tussen bestuur, organisatie en externe partners in het kader van de uitvoering van de Wmo. › D e manier waarop het college (tussentijds) sturing geeft aan de uitvoering van het Wmo-beleid.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
53
Rol / taak Controleren Het college houdt toezicht op de uitvoering en legt hier over verantwoording af aan de gemeenteraad.
Aandachtspunten ter invulling normen Ook hier richt het onderzoek zich op optimalisering van de rolinvulling van het college. Hoe houd je als college toezicht op zo veel externe partners en waarover leg je verantwoording af. Welke informatie is relevant voor de raad? Aandachts punten in het onderzoek zijn: › D e manier waarop het college zicht houdt op de uitvoering van de Wmo en de Kanteling, door middel van tussentijdse rapportages en periodiek overleg met betrokken partners. › P eriodieke verantwoording op hoofdlijnen van het college over de (uitvoering van de) Wmo en de Kanteling aan de gemeenteraad. › D e invulling en het resultaat de actieve informatieplicht van het college in het kader van de Wmo en de Kanteling.
Rol / taak Norm Voorbereiding op de Kanteling De gemeenteraad stelt kaders › D e raad is betrokken bij de (plannen voor de) implementatie van de Kanteling. voor de Kanteling. › D e raad is op de hoogte van de verhouding tussen het staande beleid en de Kanteling. Het college en de gemeente › H et college zorgt voor een visie op de Kanteling, waarin is beschreven welk lijke organisatie zorgen voor de ambitieniveau de gemeente voor ogen staat. voorbereiding op de implemen › G emeenteraad, partnerorganisaties, burgers en Wmo-cliëntenraad zijn betrok tatie van de Kanteling. ken en onderschrijven de visie. › D e visie is uitgewerkt in een strategie waarin de rol van de gemeente en externe partners is beschreven en waarin keuzes gemaakt zijn over de verant woordelijkheden, rollen en betrokkenheid van externe partners. › D e uitgangspunten van de Kanteling zijn doorvertaald in de gemeentelijke beleids- en begrotingscyclus. › E r is een plan van aanpak waarin voorstellen voor aanpassingen in de interne organisatie zijn opgenomen en een plan voor cultuurverandering. › H et projectmanagement is goed belegd en er is in kaart gebracht welke compe tenties medewerkers nodig hebben. › E r is een communicatieplan dat is getoetst bij de doelgroepen waarop het gericht is. › E r is een bewuste keuze gemaakt om voor de Kanteling wel of niet een pilotfase uit te voeren. Relatie met de bezuinigingen Hoe verhoudt de Kanteling › E r is een koppeling gemaakt tussen de bezuinigingen en het bestaande Wmozich tot de bezuinigingen op de beleid. Wmo? › D e kosten en baten van de Kanteling van de Wmo in Almere zijn, evt. door mid del van een business case, in kaart gebracht. › E r is een risico analyse uitgevoerd in het kader van de bezuinigingen en de Kan teling en er zijn beheersmaatregelen voor die risico’s opgesteld.
54
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Bijlage 4 › Bronnen
Geraadpleegde documenten >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >> >>
Bureau HHM, Als mens naast mens. Rapportage van de Almere Businesscase, Enschede, 2011. Bureau Ruyterveer, Samenwerken en concurrentie: de casus Domare, Amsterdam, 2005. Gemeente Almere, Programmabegrotingen 2005 t/m 2011. Gemeente Almere, Programmarekeningen 2005 t/m 2010. Gemeente Almere, Nota van uitgangspunten Wet maatschappelijke ondersteuning, 2005. Gemeente Almere, Startnotitie Wet maatschappelijke ondersteuning, Almere, 2005. Gemeente Almere, Kadernota Wmo, 2006. Gemeente Almere, DMO, Meedoen 2007. Een overzicht van het huidige beleid en een schets van keuzemogelijkheden voor de toekomst, 2006. Gemeente Almere, DMO, Beleidsnota Wmo 2008-2010. U doet mee?!, Almere, concept september 2007. Gemeente Almere, DMO, Voorzieningen in de Wmo 2008-2010, Almere, 2007. Gemeente Almere, Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere, 2007. Gemeente Almere, Projectplan Almere Business Case Wmo-AWBZ, Almere, 2009. Gemeente Almere, Wmo Monitor, Bouwen aan een stevige basis, 2009. Gemeente Almere, Projectplan Businesscase gebiedsgerichte geïntegreerde teams Almere, 16 juli 2009. Gemeente Almere, Reglement Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009, 2009. Gemeente Almere, Investeren in een gezond Almere, Het Oostvaardersakkoord 2010 – 2014, 2010. Gemeente Almere, DMO, De kracht van Almere. Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere 2010-2014, Almere, 2010. Gemeente Almere, Almeers antwoord op de bezuinigingen op de AWBZ, deelnota 3 bij Wmo-nota 2010-2014, 2010. Gemeente Almere, DMO, Actieplan Wmo 2010-2011, september 2010. Gemeente Almere, Najaarsnota 2011 – 2014, 19 oktober 2010. Gemeente Almere, Tussenrapportage Bestuursopdrachten, 22 oktober 2010. Gemeente Almere, Servicepunt Z, De Kanteling van de Wmo in Almere. Visie op de toekomst van de verlening van individuele Wmo-voorzieningen in Almere, versie 29 november 2010. Gemeente Almere, DMO, Afdeling Servicepunt Z, Afdelingsplan 2011, Almere, 2011. Gemeente Almere, DMO, Wmo in Uitvoering. Uitvoeringsplan Wmo 2011, maart 2011. Gemeente Almere, Businesscase Kanteling Wmo Almere. Uitgangspunten businesscase, Almere, 29 maart 2011. Gemeente Almere, Voorjaarsnota 2012 – 2015, Investeren in een gezond Almere, 20 april 2011. Gemeente Almere, Wmo: Individuele voorzieningen (prestatieveld 6) in het licht van de Kanteling, concept d.d. 23 juni 2011. Presentatie E. Botjes, Plan van Aanpak. Kanteling uitvoering voorzieningen en uitkeringen, 2 februari 2011. Raadsbrief 2010 461, Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 – 2014, 29 maart 2010 Sociaal en Cultureel Planbureau, Aan de slag met de Wmo in de gemeente Almere. Een schets ten behoeve van de landelijke evaluatie van de Wmo 2007-2009, Den Haag, 2010. SGBO, Rapport tevredenheid cliënten Wmo over 2008, Almere, Den Haag, 2009. SGBO, Benchmark Wmo 2010, Rapport individuele voorzieningen, aantallen en uitgaven 2009, Almere, Den Haag, 2010. SGBO, Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009, Cliënten individuele voorzieningen, Den Haag, 2010. SGBO, Benchmark Wmo2010, Resultaten over 2009, Basisbenchmark Gemeente Almere, Den Haag, 2010.
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
55
>> SGBO, Benchmark Wmo 2009, Rapport individuele voorzieningen: formatiegegevens 2008, gemeente Almere, Den Haag, september 2009. >> VCP, Een kritische kijk op de bezuinigingen en de Wmo, Handreiking voor lokale belangenbehartigers, december 2010. >> VNG, De Kanteling financieel, Kosten en baten van een nieuwe aanpak in de Wmo, Den Haag, 2010. >> VNG, Integrale netwerken in de Wmo. Kantelen doe je samen, Den Haag, 2010. >> VNG, Kantelen in de Wmo. Handreiking voor visieontwikkeling en organisatieverandering, Den Haag, 2010. >> VNG, Van eerste contact tot arrangement. Inhoudelijke keuzes bij de Kanteling, Den Haag, 2010. >> VNG, Factsheet decentralisatie jeugdzorg, Den Haag, 2011. >> VNG, Van zorg naar participatie,De overgang van de begeleiding naar de Wmo, Den Haag, 2011. >> VNG, Factsheet Eén regeling onderkant arbeidsmarkt, Den Haag 2011. >> www.eigenkrachtwijzeralmere.nl >> www.invoeringwmo.nl >> www.ketenscope.nl/rotterdam >> www.vng.nl >> www.wmocoalitie.almere.nl
Geïnterviewde personen Naam Mevrouw I. Smidt Mevrouw N. Bosman Mevrouw M. Bekkers Mevrouw N. Maaskant De heer E. Botjes De heer H. Bouweriks De heer E. Belder Mevrouw M. Middelkoop De heer I. Baars De heer S. Leysen De heer C. Voorthuijsen Mevrouw M. van Druten Mevrouw Y. Helder Mevrouw T. Helin Mevrouw J. Mulder Mevrouw M. van Toorenburg Mevrouw S. Konijnendijk De heer H. Linzel De heer W. Faber De heer B. Gijsberts De heer H. Hobijn
56
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Functie Wethouder Projectmanager de Kanteling Strategisch adviseur MO / beleidscoördinator Wmo Beleidsadviseur MO Projectmanager EigenKrachtWijzer Dienstcontroller DMO Interim-afdelingsmanager SPZ Almere Muziekwijk Officemanager SPZ Teamleider Bedrijfsbureau SPZ Teamleider SPZ Teamleider SPZ Wmo-consulent Wmo-consulent Wmo-consulent Wmo-consulent Wmo-consulent Projectleider De Kanteling, VNG Voorzitter Wmo-Raad Wmo-Raad Wmo-Raad Wmo-Raad
Groepsbijeenkomsten Groepsgesprek met de gemeenteraad Raadslid De heer L. Bakker De heer T. van Eck Mevrouw T. Ekelmans-Bouterse De heer M. Kramer Mevrouw H. Muller De heer M. Pol Mevrouw S. Sarfraz De heer J. van Teijlingen Mevrouw S. Tuinstra MevrouwK. van Rijn Mevrouw M. van der Velde Mevrouw J. Zerfowski
Fractie VVD PvdA ChristenUnie GroenLinks D66 VVD SP CDA PvdA PvdA D66 PVV
Groepsgesprek met maatschappelijke en professionele partners Naam De heer E. Naaktgeboren De heer P. Rookhuijzen De heer G. Mulders De heer D. Tijms Mevrouw J. Pals Mevrouw T. Doorenweerd De heer H. Hobijn Mevrouw H. Bekenbos De heer T. Pijlman Mevrouw A. Visscher Mevrouw S. Zuiderveld De heer D. Smit Mevrouw J. Hoek De heer G. Borgers De heer E. Jansen De heer M. Rothuizen Mevrouw L. Klijn
Organisatie ANBO Argonaut Advies Betterlife Hulpmiddelen Centrum Kwintes MEE IJsseloevers SOGA / Wmo-Raad SOGA SOGA Stip GGZ Thuiszorg In Holland Triade VMCA Welzorg Welzorg WMO Kantoor Almere Zorggroep Almere
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
57
Bijlage 5 › Maatregelen uit business case Kanteling Almere
Bron: Business case Kanteling Wmo, gemeente Almere, januari 2011 Interventie
Individuele voorziening
1
alle
Aantal huidige beschikkingen nvt
2
alle
3
Hulp in de huis houding
3000
4
Hulp in de huis houding, mobi liteit
5
Hulp in de huis houding
6
Hulp in de huis houding
7
Scootmobiel
1650
58
Acties, aanpak en effect
Investering
Besparing
Opleiden medewerkers in het voeren ven het EKW-gesprek. Extra tijd inruimen voor inter visie Kanteling, met name 1e 2 jaar. Meer tijd benodigd voor het voeren van EKW-gesprekken (25%-50% enkelvoudige aan vragen, 100% meervoudigcomplexe aanvragen), zowel aan de telefoon als bij thuis bezoek. Telef. EKW-gesprek bij 50% aanvragen. Aansturen op PGB-voorkeursbeleid. Posi tieve prikkels: goed werkende servicebureaus, eenvoudige verantwoording, geen 100% controle maar steekproef Zelfindicatie/toets door bur ger via EKW-beslisbomen. Start in 2012
20 medew. (?) drie dagdelen opleiden.
Preventie, vlakkere zorgcarrière
30 min per gesprek
Meer alg. en coll. voorzieningen, min der ind. voorzienin gen V6
preventie, vlakkere zorgcarrière
Extra tijd voor gesprek (n.v.t., reeds in V2-2). Pro motie voordelen PGB
€550 per jaar (ver schil ZIN-PGB) per indicatie
nvt
Vanuit Activeringscentra dienstverlening in de wijk in geval van Zorg in Natura. Mandateren van indicatiestel ling bij ketenpartners o.b.v. beslisregels EKW. Starten met HH vanaf 2012 Analyse gebruikers (enkel voudig, meervoudig complex). Herindiceren, o.a. op basis van telefonisch EKW-gesprek of EKW-keukentafelgesprek, afh. van profiel. Eventueel niet gebruik terugdringen (4%) of 'goedkopere' voorziening voorschrijven (eigen netwerk, OV, Collectief vervoer).
Herin dicatie door SpZ medewerkers noodzakelijk vanwege lokale kennis mobiliteitsvoorzienin gen. Interne vervanging door externen (tarief 55)
nvt
Preventief effect op aanvragen. Minder aanvragen te beoor delen Geen inzet commer ciële zorgverleners.
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
Controle op recht Minder indicatie matigheid indicatie stelling, besparing stelling op werkzaamheden indicatiestellers Uitvoeren -herindi 25% intrekken indi catiegesprek (gem. catie (besparing 120 min). budget 2010), effect structureel vanaf 2012
Interventie
Individuele voorziening
8
Collectief ver voer
9
Scootmobiel en Collectief ver voer
10
Scootmobiel (60), Collectief vervoer 300), Elektrische rol stoelen (40) Scootmobiel, HbR rolstoelen
Woningaanpassingen
11
12
Aantal huidige beschikkingen 2500
1650 SM
1100 HbR
Acties, aanpak en effect
Investering
Besparing
Analyse gebruikers (enkel voudig, meervoudig complex). Herindiceren, o.a. op basis van telefonisch EKW-gesprek of EKW-keukentafelgesprek, afh. van profiel. Eventueel niet gebruik terugdringen (4%) of 'goedkopere' voorziening voorschrijven (eigen netwerk, OV).
Herindicatie door SpZ medewerkers noodzakelijk vanwege lokale kennis mobili teitsvoorzieningen. Nieuwe aanvragen beoor delen o.b.v. EKW gesprek en aangescherpte eisen verorde ning. Streven is groei nieuwe verstrekkingen met 50% (van 720 naar 360) te beperken. Besparing betreft de lagere toename van kosten dan bij huidig beleid. Na 6 maanden nazorgge sprek, eventueel niet gebruik terugdringen of 'goedkopere' voorziening voorschrijven.
Uitvoeren EKWherindicatiegesprek (gem. 120 min).
25% intrekken indi catie (besparing budget 2010), effect vanaf 2012
Verwerkt in V2-2
Circa 2% bespa ring op SM, circa 6% op CV, effect vanaf 2011.
400 nazorggesprek ken (90 min)
Inname voorzienin gen (4%)
Pool van scootmobielen bij openbare gebouwen stadsde len, bij senioren complexen. Met leveranciers afspraken maken over pools en het beheer daarvan. Onderdeel aanbesteding. Vergt nader onderzoek. Preventieve maatregelen: Woonvoorkeur invoeren, contacten met corporaties aanhalen, doorstroom aange paste woningen organiseren, Raamcontact met klussen diensten voor kleine aanpas singen, etc.,
Trapliften: veel aanvragen, weinig beschikkin gen. Informatie over vereis ten verbeteren en daarmee aanvragen (beoordelingen) verminderen.
Beheerkosten en Beperken aanvragen huur scootmobielen HbR met 7%. Alter en rolstoelen natief aanbod tijdens EKW-gesprek
nvt
Preventie, vlakkere zorgcarrière
Minder indicaties (5%-15%) door EKWgesprek, o.a. alg. gebruikelijke o.b.v. inkomen
De Kanteling van de Wmo in Almere ›
59
Interventie
Individuele voorziening
Aantal huidige beschikkingen
Acties, aanpak en effect
13
Overige voor zieningen:
Roerende woningaanpas singen en ver huiskosten
14
Overige voorzie ningen:
Medisch advies
15
alle
16
alle
17
alle
Meer vertrouwen op interne (medische) expertise, meer collegiaal advies inwinnen. Effect 2010 minder extern medisch advies inwinnen. Als gevolg van 'het gesprek' afname van bezwaarschriften en klachten. Organiseren Informatie & Advies via 1e en 2e lijns balie Stadhuis Ketenpartners verwijzen cli ënten 'warm door' met EKWrapportage. Hierdoor verkort de beoordelingstijd voor een indicatie
60
Investering
Als gevolg van interventie 12 nvt (woning aanpassingen) zal het aantal indicaties voor overige voorziening waar het roerende woningvoorzieningen en ver huiskosten afnemen.
› D e Kanteling van de Wmo in Almere
nvt
Besparing
Minder indicaties (4%-5%) door EKWgesprek, o.a. alg. gebruikelijke o.b.v. inkomen en verbe terd beleid woning aanpassingen 10%-30% minder gebruik maken van extern medisch advies
nvt
50% vermindering, 1,1 fte
2 fte
Preventie, vlakkere zorgcarrière
nvt
30% tijdbespa ring per doorgeleid gesprek.
Gemeente Almere Postbus 200 1300 AE Almere