Raadsvoorstel Agendapunt: 15
Onderwerp Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen, nieuwe verordening Datum voorstel 31 mei 2011
Datum raadsvergadering Bijlagen 6 juli 2011 Verslag Klankbordgroep Wmo Nota Wmo, de kanteling van de indviduele voorzieningen
Ter inzage Financiële onderbouwing bezuinigingsvoorstellen Toelichting op de Verordening
Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting Ter vaststelling wordt voorgelegd een nieuwe verordening Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor de individuele voorzieningen. De nieuwe verordening staat in het teken van de 'kanteling' van de Wmo. Het compensatiebeginsel van de Wmo, zoals bedoeld door de wetgever en uitgewerkt in de jurisprudentie in de afgelopen jaren, komt hierin tot uitdrukking. Het voorgestelde beleid past in het kader van Back to Basics. De Nieuwe Koers. 1. Wat is de aanleiding / wat is het probleem? Aanleiding tot de nieuwe verordening is de noodzaak om de uitvoering van de Wmo in overeenstemming te brengen met de bedoeling van de wetgever en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. De Wmo is in 2007 in eerste instantie 'beleidsarm' ingevoerd, wat wil zeggen dat het oude Wvg-beleid en het AWBZ-beleid wegens de zeer korte invoeringstijd door de gemeenten in Nederland vrijwel ongewijzigd werden overgenomen in de Wmo. Inmiddels is deze wijze van uitvoering van de Wmo niet langer houdbaar als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en in de jurisprudentie, maar ook om financiële redenen op de korte en langere termijn. 2. Wat willen we bereiken? Met het nieuwe Wmo-beleid willen we bereiken dat voorzieningen die noodzakelijk zijn om mensen met een beperking te compenseren, ook op termijn in stand gehouden kunnen worden. Het uitgangspunt daarbij is dat eerst een beroep gedaan wordt op de eigen kracht van burgers, zowel in sociaal als in financieel opzicht, voordat een beroep gedaan wordt op voorzieningen van de overheid. Het aantal ouderen neemt toe en het aantal werkenden en jongeren neemt af, terwijl de financiële middelen afnemen en de kosten van voorzieningen
Ambtelijke bijstand: N. Hendriks 1
Agendapunt: 15
toenemen. De kosten zijn bij ongewijzigd beleid niet meer in de hand te houden. Tegelijk willen we de eigen verantwoordelijkheid stimuleren en zelfredzaamheid van burgers vergroten. Het nieuwe denken, de kanteling ofwel de nieuwe koers past in de huidige tijd, waarin we minder gaan denken in 'ieder voor zich en de overheid voor ons allen' maar in 'wat kunnen wij zelf en samen doen om onze problemen op te lossen en onze doelen naar eigen inzicht te bereiken'. 3. Wat gaan we daarvoor doen? In de gekantelde Wmo staat het aanvragen van individuele voorzieningen niet langer op de voorgrond. Doel van de Wmo is het bereiken van resultaten op acht domeinen van het dagelijks leven. Iedere burger kan: 1. wonen in een schoon en leefbaar huis; 2. wonen in een voor hem/haar geschikt huis; 3. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; 4. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; 5. thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; 6. zich verplaatsen in, om en nabij het huis; 7. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; 8. heeft de mogelijkheid contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Compensatieplicht is een centraal uitgangspunt van de Wmo. Compensatieplicht houdt in dat de gemeente met de burger gaat bekijken welke beperkingen deze ondervindt, of en in welke mate hij in staat is om zelf oplossingen te vinden voor die beperkingen door inschakeling van zijn sociaal netwerk en algemene voorzieningen die in zijn omgeving aanwezig zijn. Komen gemeente en burger tot de conclusie dat hij niet in staat is om zelf tot een oplossing te komen voor de beperkingen die hij ondervindt, dan kan samen met de gemeente gekeken worden of een individuele voorziening verstrekt moet worden en wat die voorziening het best zou kunnen zijn. Daarbij mag de gemeente uitgaan van de goedkoopst compenserende voorziening. Door het toepassen van de zogenoemde 'verantwoordelijkheidsladder' (zie de nota Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen) bij een hulpvraag van de burger wordt systematisch onderzoek gedaan naar oplossingsmogelijkheden van door de burger ervaren problemen op verschillende resultaatgebieden van het dagelijks leven. Oplossingen kunnen liggen in eenvoudige huis-, tuin- en keukenoplossingen, in algemene of algemeen gebruikelijke oplossingen, in collectieve oplossingen of uiteindelijk in individuele voorzieningen. De gemeente gaat met de burger meedenken in het vinden van een oplossing, volgens de methodiek van het gesprek. Individuele voorzieningen komen pas in beeld wanneer de voorliggende oplossingen onvoldoende compensatie leveren voor het probleem. De burger meldt zich met een ondersteuningsvraag bij de gemeente (c.q. 't Loket). De medewerker gaat een gesprek aan met de burger ('klant'), om verheldering te krijgen in de vraag en het probleem wat daar achter zit en wat opgelost moet worden. Samen met de klant wordt de ondersteuningsvraag geanalyseerd volgens het principe van de verantwoordelijkheidsladder. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt dat door beide ondertekend wordt. Als in het eerste gesprek een oplossing gevonden wordt waarmee de klant zijn doel kan bereiken, is de vraag daarmee opgelost. Er hoeft dan verder geen aanvraag voor een individuele voorziening te worden ingediend. Echter, als uit het eerste gesprek blijkt dat er nog geen oplossing gevonden kan worden, kan het zijn dat er een of meer vervolggesprekken moeten
2
Agendapunt: 15
plaatsvinden, met een medewerker van de gemeente of met een andere deskundige op een bepaald gebied. Ook kan het zijn dat men tot de conclusie komt dat er toch een aanvraag voor een individuele voorziening moet worden ingediend. Deze wordt dan in behandeling genomen en met behulp van de reeds aanwezige informatie uit het gesprek, eventueel aangevuld met nader onderzoek. Vervolgens wordt een besluit genomen. Door de noodzaak om de kosten te beheersen worden er ook bezuinigingen voorgesteld in de vorm van meer eigen bijdragen en het uitbreiden van de bestaande inkomensgrens voor een aantal voorzieningen. Bezuinigingen zijn nodig om structurele tekorten op het Wmo-budget op te lossen. Tegelijk is voor de kostenbeheersing op de langere termijn een investering nodig in een goede uitvoering van de kanteling. Het invoeren van eigen bijdragen heeft niet alleen een financieel voordeel voor de gemeente, maar het vergroot tegelijk het kostenbewustzijn van de burger die een voorziening aanvraagt. De burger maakt de afweging of hij de geboden voorziening die prijs waard vindt, of dat hij liever zelf in een andere oplossing voorziet. Dit is de kern van de eigen verantwoordelijkheid èn de keuzevrijheid. Bij de eigen bijdragesystematiek worden de lagere inkomens ontzien, omdat het anti-cumulatiebeginsel wordt toegepast op de eigen bijdrageberekening door het CAK als men meerdere voorzieningen heeft. Bovendien kan de eigen bijdrage voor de laagste inkomens zelfs nog gecompenseerd worden door de bijzondere bijstand. Eigen bijdragen worden toegepast op voorzieningen in natura en op persoonsgebonden budgetten. Op forfaitaire financiële tegemoetkomingen wordt een eigen aandeel toegepast. Op basis van de Wmo kan voor alle voorzieningen een eigen bijdrage of eigen aandeel (van toepassing bij forfaitaire financiële tegemoetkomingen) worden geheven, met uitzondering van rolstoelen. Wij stellen voor om voor de volgende voorzieningen een eigen bijdrage of eigen aandeel te heffen: - Hulp bij het huishouden (is al vanaf 2007 het geval, wordt ongewijzigd voortgezet). - Scootmobielen, speciale fietsvoorzieningen, andere individuele vervoersvoorzieningen. - Woningaanpassingen, losse woonvoorzieningen en forfaitaire verhuiskostenvergoedingen. Voor het hanteren van inkomensgrenzen geldt het uitgangspunt dat men met een inkomen vanaf een bepaalde grens geacht wordt zelfstandig in de kosten te kunnen voorzien. Wij stellen voor om voor de volgende voorzieningen een inkomensgrens van 1,75 x de bijstandsnorm te blijven hantereren: - Regiotaxi als Wmo-vervoersvoorziening (boven deze grens geen vervoer tegen gereduceerd tarief). - Kosteloze aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats (boven deze grens de kosten zelf betalen). Voordat de gemeente een woonvoorziening toekent, wordt in ieder geval eerst onderzoek naar eigen financiële mogelijkheden gedaan om zelf te voorzien in een oplossing. Onderzoek naar eigen mogelijkheden en een beroep op de eigen verantwoordelijkheid geldt voor alle inkomensgroepen, maar bij de lagere inkomens is de kans groter dat de financiële mogelijkheden beperkt zijn. Verder wordt voor alle inkomens een inkomensafhankelijke eigen bijdrage geheven via het CAK. Wij stellen voor om voor de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten legeskosten te gaan vragen. De hoogte daarvan dient nog te worden vastgesteld, maar gedacht wordt aan een bedrag tussen de € 100,00 en € 150,00. Met de legeskosten kunnen de kosten van het onderzoek en het verstrekken van de gehandicaptenparkeerkaart deels worden gedekt. In het geheel van de kosten van het autobezit en het
3
Agendapunt: 15
autorijden zal dit voor de gebruiker geen onoverkomelijk probleem zijn. Wel kan het een bepaalde drempel zijn voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart, maar ook dit past heel goed in de gedachte van de kanteling van de Wmo: men stelt zich de vraag of het deze prijs waard is. Een van de voorgestelde beleidswijzigingen is dat het bedrag dat wordt verstrekt als persoonsgebonden budget (pgb) voor Hulp bij het Huishouden wordt afgestemd op de kostprijs van de zorg die men inkoopt. Zorg die geleverd wordt door familie of kennissen (informele zorg) is goedkoper dan zorg die geleverd wordt door een professionele zorgaanbieder (formele zorg), omdat daarin ook premieafdrachten en overheadkosten moeten worden meegerekend. Door de differentiatie in het PGB-tarief wordt meer tegemoet gekomen aan de werkelijke behoeften van de zorgvrager en wordt dus meer maatwerk geleverd, hetgeen past binnen het kader van de Wmo. Er is in deze verordening een artikel opgenomen over overgangsrecht. Alle huidige Wmo gebruikers zullen ruim voor 1 januari 2012 geïnformeerd worden over alle wijzigingen en de gevolgen voor de individuele situatie. Bovendien kan indien nodig de hardheidsclausule worden toegepast in individuele situaties. 4. Wat mag het kosten? Er moet een structurele bezuiniging van € 250.000,00 gerealiseerd worden in de jaren 2012 tot en met 2014. Door het invoeren van een aantal bezuinigingsmaatregelen kan dit gerealiseerd worden. Daar staat tegenover dat het doorvoeren van een goed gekantelde Wmo in het begin ook kosten met zich meebrengt omdat er geïnvesteerd moet worden in goede algemene voorzieningen en een goede uitvoering. Uiteindelijk moeten deze investeringen leiden tot structurele bezuinigingen op de lange termijn. Een valkuil kan zijn om uit te gaan van de redenering dat de uitvoering zeker niet meer mag gaan kosten en dat dit geld beter besteed kan worden aan meer individuele voorzieningen voor de burgers. Met deze redenering zullen de kosten op termijn alleen maar verder toenemen. De demografische ontwikkelingen zijn immers niet te stoppen, er wordt hoe dan ook een steeds groter beroep gedaan op Wmo voorzieningen. Voor een uitgebreide uitwerking zie de bijlage. 5. Communicatie en participatie / inspraak Er heeft reeds inspraak plaatsgevonden op de nota' Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen' door de Klankbordgroep Wmo. Het verslag van de Klankbordgroep en de reactie daarop van het college zijn ter inzage bijgevoegd. Dit komt overeen met trede 5 op de participatieladder. De nieuwe verordening met de bijbehorende nota zijn ook voorgelegd voor inspraak aan de Klankbordgroep. Vooralsnog wordt er geen verdere participatie van burgers georganiseerd. Dit gebeurt pas wanneer de besluitvorming over het beleid is afgerond, de nieuwe verordening is vastgesteld en de uitvoering van het beleid is uitgewerkt. Het is voor burgers van belang om precies te weten wat men van de gemeente kan verwachten en hoe dit in zijn werk gaat. Het is nu nog te vroeg om hierover te communiceren. Dit komt overeen met trede 6 van de participatieladder. Wat wel al in gang gezet wordt, is een algemene informatiecampagne rondom de nieuwe manier van denken over voorzieningen en de rol van de gemeente en de burgers hierin. De communicatie en informatie naar de burgers wordt specifieker naarmate de uitvoering en de werkprocessen duidelijker zijn. 6. Vervolgtraject besluitvorming
4
Agendapunt: 15
Als de nieuwe verordening is vastgesteld, kan de informatiecampagne naar de burgers specifieker worden. Voor 1 oktober 2011 moeten alle burgers waarvoor per 1 januari 2012 iets in het bestaande recht verandert, een nieuwe beschikking krijgen. In het laatste kwartaal zullen er ook informatiebijeenkomsten gehouden worden over specifieke onderwerpen of nieuwe manieren van uitvoering, indien nodig. Als de verordening eenmaal is vastgesteld hoeft de raad geen besluit meer te nemen in dit kader. Wel moet het college het gemeentelijke Wmo Besluit voor 2012 nog vaststellen, waarin alle bedragen van voorzieningen genoemd zijn. Dit moet jaarlijks gebeuren. Op basis van de meest recente jurisprudentie is het vaststellen van de kaders en belangrijkste regels voor het heffen van eigen bijdragen, eigen aandeel en inkomensgrenzen voorbehouden aan de gemeenteraad. De raad mag aan het college de bevoegdheid delegeren om jaarlijks daarvan afgeleide bedragen vast te stellen, die moeten worden vastgelegd in het gemeentelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning (niet te verwarren met het ministeriële Besluit maatschappelijke ondersteuning). Het gemeentelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning zal later dit jaar nog worden vastgesteld. Voorgesteld wordt om in 2014 een evaluatie van het nieuwe beleid te houden, om na te gaan of de beleidsdoelen bereikt zijn of dat er zaken moeten worden bijgesteld. In deze evaluatie kunnen onder meer de volgende vragen onderzocht worden: - Mate van klanttevredenheid - Mate van zelfredzaamheid en participatie van burgers - Mate van afname van het volume van individuele verstrekkingen - Zijn er nieuwe arrangementen ontstaan? - Is er meer samenwerking tussen verschillende organisaties? - Zijn de interne werkprocessen goed ingericht? 7. Fatale beslisdatum Om op 1 januari 2012 te kunnen starten met de uitvoering van het nieuwe beleid, inclusief de te behalen bezuinigingsdoelstellingen, zal in ieder geval in de raadsvergadering van 6 juli 2011 de nieuwe verordening moeten worden vastgesteld. Als deze datum niet gehaald wordt, kan de uitvoering niet op 1 januari 2012 starten en schuift alles enkele maanden op. Er is een overgangsbepaling opgenomen in de verordening. De nieuwe verordening wordt formeel van kracht per 1 september 2011. De oude verordening blijft nog geldig tot en met 31 december 2011. Het nieuwe beleid gaat materieel gezien per 1 januari 2012 voor iedereen gelden. Bestaande cliënten waarvoor het recht op een voorziening wijzigt of eindigt door het nieuwe beleid, worden hierover via verschillende informatiekanalen en individueel per beschikking geïnformeerd. Aanvragen die worden ingediend tussen 1 september 2011 en 21 december 2011 worden tot en met 31 december 2011 getoetst volgens de bestaande verordening en worden meteen geïnformeerd over het nieuwe beleid vanaf 1 januari 2012. Voor een aantal aanvragers zal dit betekenen dat de toekenning wijzigt of eindigt met ingang van 1 januari 2012. 8. Voorstel Wij stellen u voor in te stemmen met de uitgangspunten van het beleid op de individuele voorzieningen: a. Heffen van eigen bijdragen op hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen, indien deze als individuele voorziening worden aangeboden. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt vastgesteld conform de maximale wettelijke bedragen volgens artikel 4.1 van het (ministeriële) Besluit maatschappelijke ondersteuning.
5
Agendapunt: 15
b. Heffen van legeskosten voor gehandicaptenparkeerkaarten. c. Blijven hanteren van de inkomensgrens op 1,75 x het norminkomen voor het gebruik van Regiotaxi tegen gereduceerd tarief en de kosteloze aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats. d. Differentiëren van de hoogte van de bedragen voor persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden voor informele hulp en professionele hulp. e. Het bedrag waarbij verhuizen in beginsel de voorkeur heeft boven aanpassen van de woning gelijk stellen aan het bedrag van de tegemoetkoming in de verhuiskosten (niveau 2011 € 2.348,00). f. Overige bedragen en vergoedingen worden jaarlijks door het college vastgesteld en in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle vastgelegd. Hiertoe stellen wij u voor de “Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012” vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Goirle, mevrouw M.G. Rijsdorp, burgemeester Ing. J.M. Tromp, secretaris
6
Agendapunt: 15
De raad van de gemeente Goirle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31-05-2011; gelezen het advies van de commissie Welzijn d.d. 14-06-2011; gelet op de Gemeentewet;
besluit:
I. In te stemmen met de uitgangspunten van het beleid op de individuele voorzieningen: a. Heffen van eigen bijdragen op hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen, indien deze als individuele voorziening worden aangeboden. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt vastgesteld conform de maximale wettelijke bedragen volgens artikel 4.1 van het (ministeriële) Besluit maatschappelijke ondersteuning. b. Heffen van legeskosten voor gehandicaptenparkeerkaarten. c. Blijven hanteren van de inkomensgrens op 1,75 x het norminkomen voor het gebruik van Regiotaxi tegen gereduceerd tarief en de kosteloze aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats. d. Differentiëren van de hoogte van de bedragen voor persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden voor informele hulp en professionele hulp. e. Het bedrag waarbij verhuizen in beginsel de voorkeur heeft boven aanpassen van de woning gelijk stellen aan het bedrag van de tegemoetkoming in de verhuiskosten (niveau 2011 € 2.348,00). f. Overige bedragen en vergoedingen worden jaarlijks door het college vastgesteld en in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle vastgelegd. II De "Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012" vast te stellen.
7
Agendapunt: 15
Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen Lid 1. Wet Lid 2. College Lid 3. Compensatieplicht Lid 4. Aanmelding Lid 5. Gesprek Lid 6. Aanvraag Lid 7. Belanghebbende Lid 8. Psychosociaal probleem Lid 9. Algemene voorziening Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening Lid 11. Collectieve voorziening Lid 12. Voorliggende voorziening Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening Lid 14. Individuele voorziening Lid 15. Gebruikelijke zorg Lid 16. Voorziening in natura Lid 17. Persoonsgebonden budget Lid 18. Financiële tegemoetkoming Lid 19. Mantelzorger Lid 20. Hoofdverblijf
8
10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 12 12
LID 22. NORMINKOMEN
12
HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE
13
Artikel 2. De te bereiken resultaten Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek Artikel 5. Het gesprek Artikel 6. Het verslag
HOOFDSTUK 4. DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING Artikel 7. De aanvraag
13 14 14 14 14
15 15
HOOFDSTUK 5. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN
16
PARAGRAAF 1. ALGEMENE REGELS Artikel 8. Het maken van een afweging PARAGRAAF 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis Artikel 10. Wonen in een geschikt huis Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
16 16 16 16 17 17
8
Agendapunt: 15
Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
18 18 19 19 20
HOOFDSTUK 6. VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING. EIGEN BIJDRAGEN EN EIGEN AANDEEL 21 PARAGRAAF 1. VERSTREKKING VAN VOORZIENINGEN Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen PARAGRAAF 2. VERSTREKKING IN NATURA Artikel 18. Inhoud beschikking PARAGRAAF 3. VERSTREKKING ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET Artikel 19. Overwegende bezwaren Artikel 20. Inhoud beschikking PARAGRAAF 4. VERSTREKKING ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING Artikel 21. Inhoud beschikking PARAGRAAF 5. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel
21 21 21 21 21 21 21 22 22 22 22
HOOFDSTUK 7. PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
23
Artikel 23. Beslistermijn Artikel 24. Beperkingen Artikel 25. Advisering Artikel 26. Wijziging situatie Artikel 27. Intrekking Artikel 28. Terugvordering
HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 29. Hardheidsclausule Artikel 30. Vaststellen Besluit en indexering Artikel 31. Evaluatie Artikel 32. Inwerkingtreding Artikel 33: Intrekking oude regeling wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012. Artikel 35. Citeertitel
23 23 24 24 24 25
25 25 25 25 25 25 25 26
Lijst van afkortingen ...................................................................................................................................... 27
9
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: Lid 1. Wet Wet maatschappelijke ondersteuning. Lid 2. College College van burgemeester en wethouders. Lid 3. Compensatieplicht Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is. Lid 4. Aanmelding Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek. Lid 5. Gesprek Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen. Lid 6. Aanvraag Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
10
Agendapunt: 15
Lid 7. Belanghebbende Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen. Lid 8. Psychosociaal probleem Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving. Lid 9. Algemene voorziening Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure. Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten. Lid 11. Collectieve voorziening Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer. Lid 12. Voorliggende voorziening Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
11
Agendapunt: 15
Lid 14. Individuele voorziening Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt. Lid 15. Gebruikelijke zorg Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Lid 16. Voorziening in natura Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening. Lid 17. Persoonsgebonden budget Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura. Lid 18. Financiële tegemoetkoming Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat. Lid 19. Mantelzorger Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt. Lid 20. Hoofdverblijf Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt. Lid 21. Inkomen Inkomen: het belastbaar jaarinkomen. Dit is het inkomen waarover inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen verschuldigd is. Lid 22. Norminkomen Norminkomen: het inkomen, zoals omschreven in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 Wet werk en bijstand (WWB). Indien de persoon met beperkingen minderjarig is, wordt onder inkomen verstaan het inkomen van zijn ouders of pleegouders, volgens de berekening van hoofdstuk 3 paragraaf 3.2 WWB.
12
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie Artikel 2. De te bereiken resultaten De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in en om de woning; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
13
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag Lid 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien: a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan; b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten; c. Belanghebbende of het college daarom verzoekt. Lid 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid. Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij 't Loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren. Artikel 5. Het gesprek Lid 1 Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd. Lid 2. Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg. Artikel 6. Het verslag Lid 1. Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 7 lid 3 dienen. Lid 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet. 14
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening Artikel 7. De aanvraag Lid 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden . Lid 2. Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden. Lid 3. Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, dit ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.
15
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten Paragraaf 1. Algemene regels Artikel 8. Het maken van een afweging Lid 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig. als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat. Lid 2. Alle eigen oplossingen, voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld. Paragraaf 2. De te bereiken resultaten Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis Lid 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten. Lid 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk, indien eigen kracht, algemene, en algemeen gebruikelijke oplossingen onvoldoende compensatie bieden voor het ondervonden probleem. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
16
Agendapunt: 15
Artikel 10. Wonen in een geschikt huis Lid 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon. Lid 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. Lid 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning het bedrag dat is genoemd in artikel 4.4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle te boven gaat. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden. Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Lid 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen. Lid 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
17
Agendapunt: 15
Lid 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Lid 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken staat. Lid 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Lid 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen. Lid 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
18
Agendapunt: 15
Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning Lid 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is. Lid 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Lid 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving. Lid 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
19
Agendapunt: 15
Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten Lid 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten. Lid 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
20
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Paragraaf 2. Verstrekking in natura Artikel 18. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd: a. welke de te treffen voorziening is; b. wat de duur is van de verstrekking is; c. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en d. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen. Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget Artikel 19. Overwegende bezwaren Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. Artikel 20. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd: 1. Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden. 2. Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen. 3. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en d.welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
21
Agendapunt: 15
Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming Artikel 21. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd: a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is; b. wat de duur van de verstrekking is; c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en d. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen. Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Lid 2. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt vastgesteld conform de maximale wettelijke bedragen volgens artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning.
22
Agendapunt: 15
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering Artikel 23. Beslistermijn Lid 1 De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor: a. Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken. b. Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken. c. Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken. d. Een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken. e. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis: 1. als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken; 2. als het gaat om voorzieningen waar wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 26 weken. f. Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 8 weken. g. Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken. h Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken. Lid 2 De in lid 1 genoemde termijn vangt aan op de datum waarop een aanvraag als bedoeld in artikel 3 en artikel 7 van deze verordening is ingediend. Artikel 24. Beperkingen Lid 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat. b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is. Lid 2. Geen voorziening wordt toegekend: a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is. b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Goirle. c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen heeft gemaakt, alsmede voor kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt. d. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet 23
Agendapunt: 15
verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten. Artikel 25. Advisering Lid 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten: a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen. b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. lid 2 Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien: a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 van deze verordening is gevoerd. b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden. c. Het college dat overigens gewenst vindt. Artikel 26. Wijziging situatie Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 27. Intrekking Lid 1 Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien: a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening. b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen. Lid 2 Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
24
Agendapunt: 15
Artikel 28. Terugvordering Lid 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd. Lid 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. Lid 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. Hoofdstuk 8. Slotbepalingen Artikel 29. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 30. Vaststellen Besluit en indexering 1. Het college heeft de bevoegdheid nadere regels over de uitvoering van deze verordening, die zijn opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle vast te stellen. 2. Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450). Artikel 31. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk. Artikel 32. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 september 2011. Artikel 33: Intrekking oude regeling De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2010 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012.
25
Agendapunt: 15
Artikel 34: Overgangsregeling De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2010 wordt ingetrokken, met dien verstande dat: 1. zij tot 1 januari 2012 van toepassing blijft op voorzieningen die op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Goirle 2010 zijn toegekend of een daaraan voorafgaande verordening, te weten: - de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Goirle 2008 of - de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Goirle 2007 of - de verordeningen die golden onder de Wet voorzieningen gehandicapten; 2. zij tot 1 januari 2012 van toepassing blijft op aanvragen die vóór 1 januari 2012 worden ingediend. Artikel 35. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012”.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 06-07-2011. , de voorzitter
, de griffier
26
Agendapunt: 15
Lijst van afkortingen Wmo WWB AWBZ WVG CRvB Hbh1 Hbh2 PGB CAK SGBO OV CVV IMW MEE GGD VPT CJG VNG ICF HV GBA
Wet maatschappelijke ondersteuning Wet werk en bijstand Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Wet voorzieningen gehandicapten Centrale Raad van Beroep Hulp bij het Huishouden 1 (schoonmaakwerk) Hulp bij het Huishouden 2 (schoonmaakwerk en regievoering) Persoonsgebonden budget Centraal Administratie Kantoor Bureau voor tevredenheids- en benchmarkonderzoek Openbaar vervoer Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi) Instituut voor Maatschappelijk Werk Organisatie voor advies en begeleiding van mensen met een beperking Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Volledig Pakket Thuis (AWBZ indicatie voor intramurale zorg die thuis wordt verleend) Centrum voor Jeugd en Gezin Vereniging Nederlandse Gemeenten International Classification of Functions, Disabilities and Health Huishoudelijke verzorging Gemeentelijke basisadministratie
27