Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013 ALGEMEEN De individuele voorzieningen Wmo betreffen vervoersvoorzieningen, rolstoelen, woonvoorzieningen en hulp bij het huishouden. Onderstaand wordt kort weergegeven wat onder deze voorzieningen wordt verstaan volgens de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Smallingerland 2010. Wie heeft recht Een persoon met een beperking kan voor een individuele voorziening in aanmerking komen indien aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek - het gebruik van het openbaar vervoer of het bereiken van het openbaar vervoer onmogelijk maken. - zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en er geen sprake is van een voorliggende voorziening. - een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken. - het voeren van een huishouden bemoeilijken. A. Vervoersvoorziening Een vervoersvoorziening kan bestaan uit: 1. een voorziening in natura in de vorm van: een gesloten buitenwagen een open elektrische buitenwagen (scootmobiel) een ander verplaatsmiddel (bijvoorbeeld een driewielfiets) 2. een tegemoetkoming of een vergoeding in de kosten van: aanpassing van een eigen auto gebruik van een bruikleenauto gebruik van een taxi of eigen auto gebruik van een rolstoeltaxi aanschaf of gebruik van een ander verplaatsmiddel B. Rolstoelen Een rolstoelvoorziening kan bestaan uit: 1. een rolstoel; een handbewogen of elektrische rolstoel 2. een sportrolstoel C. Woonvoorziening Een woonvoorziening kan bestaan uit: 1. tegemoetkoming verhuis- en inrichtingskosten 2. woningaanpassingen 3. woonvoorzieningen van niet bouwkundige aard, bv rolstoeltapijt, hulpmiddelen bij het douchen en tilliften (roerende woonvoorzieningen) 4. kosten onderhoud, keuring, reparatie of verwijderen van voorzieningen 5. tijdelijke huisvesting / huurderving D. Hulp bij het huishouden Hulp bij het huishouden kan bestaan uit: 1. hulp bij het huishouden in natura 2. een persoonsgebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 1
AANVRAGEN Aantal In tabel 1 is het totaal aantal ingediende aanvragen weergegeven over geheel 2013. Tevens is aangegeven hoeveel aanvragen zijn toegekend, afgewezen, ingetrokken en nog in behandeling zijn op 31 december 2013. In behandeling op 31/12/2012
Aantal aanvragen 2013
Toegekend
Afgewezen
Ingetrokken
In behandeling op 31/12/2013
1937
48
197
219
Totaal aantal 242 2.159 aanvragen Tabel 1 Aantal aanvragen in 2013
Toekenningen en afwijzingen vinden plaats op basis van de criteria die vastgelegd zijn in Rijks- en gemeentelijke regelgeving. De redenen van afwijzing zijn: er is een voorliggende voorziening de kosten zijn algemeen gebruikelijk er zijn geen aantoonbare beperkingen In onderstaande grafiek is het aantal aanvragen per voorziening weergegeven gedurende de jaren 2011 tot en met 2013. Hierin is te zien dat het aantal aanvragen voor alle voorzieningen is afgenomen in 2013 t.o.v. 2012. Met ingang van 1 januari 2013 geldt een eigen bijdrage voor alle klanten met een vervoersvoorziening, woonvoorziening en hulp bij het huishouden1. Voor nieuwe klanten was deze eigen bijdrage al ingegaan per 1 juli 2012. De eigen bijdrage heeft een verlagend effect op het aantal aanvragen.
v
907
968
2011
760
ning rzie
2013 261
319
330
361
548
o nvo woo
440
2012
630
712
ng ieni
oorz ersv o v r e
938
Aanvragen Wmo 1.200 1.100 1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
g den enin hou s orzi i o u v l et h t oe rols bij h hulp
Figuur 1 Aanvragen Wmo
1
Minima krijgen de eigen bijdrage Wmo/AWBZ volledig vergoed via de AV Frieso.
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 2
Doorlooptijd De tijd tussen het indienen van een aanvraag en de uiteindelijke beschikking wordt de doorlooptijd genoemd. Hoe sneller de doorlooptijd, hoe sneller de persoon weet waar hij/zij aan toe is. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde doorlooptijden in dagen weergegeven en de spreiding van de doorlooptijden in aantallen. Het betreft hier de formele doorlooptijd (datum eerste aanvraag en datum formele beschikking). Vervoersvoorziening
Woonvoorziening
Rolstoelvoorziening
Hulp bij het huishouden
33
40
42
22
34
45
45
22
36
47
41
22
Gemiddelde doorlooptijden (dagen) Gemiddelde doorlooptijd 2013 Gemiddelde doorlooptijd 2012 Gemiddelde doorlooptijd 2011
Spreiding van de doorlooptijden in 2013 0 – 10 dagen
136 (21%)
57 (16%)
25 (10%)
308 (33%)
10 – 20 dagen
118 (18%)
60 (17%)
53 (20%)
219 (24%)
20 – 30 dagen
118 (18%)
73 (20%)
50 (19%)
152 (17%)
30 – 60 dagen
179 (28%)
98 (27%)
80 (31%)
193 (21%)
> 60 dagen
90 (14%)
72 (20%)
53 (20%)
48 (5%)
261 (100%)
920 (100%)
Totaal
641 (100%) 360 (100%) Tabel 2 Gemiddelde doorlooptijd en spreiding
In bovenstaande tabel is te zien dat alle doorlooptijden, met uitzondering van de doorlooptijd van hulp bij het huishouden, zijn gedaald ten opzichte van 2012. De doorlooptijd van hulp bij het huishouden is gelijk gebleven ten opzichte van 2012. De doorlooptijd is niet alleen afhankelijk van het aantal aanvragen, maar ook van de complexiteit van de aanvraag. Bij veel aanvraagprocedures moet een extern, onafhankelijk medisch advies worden opgevraagd. Ook vraagt het zorgvuldig passen en meten van sommige voorzieningen veel tijd. Dit leidt tot langere doorlooptijden. Overigens is het vaak zo dat de voorziening of het hulpmiddel al is geleverd voordat de aanvraag formeel is afgerond. Er vindt geen overschrijding plaats van de wettelijke afhandelingstermijnen. Een voorbeeld: een persoon dient een aanvraag in voor een rolstoel. Deze persoon krijgt dan de rolstoel in huis voor een proefperiode. De persoon kan in deze proefperiode de rolstoel uitproberen. Indien de rolstoel niet voldoet krijgt de persoon een andere rolstoel. Dit gaat net zo lang door totdat de rolstoel helemaal voldoet. En pas als de rolstoel helemaal voldoet wordt de aanvraag afgesloten. Het kan hierdoor lijken alsof er heel lang niets gebeurt met een aanvraag, maar niets is minder waar.
UITSTAANDE VOORZIENINGEN
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 3
In tabel 3 is het aantal uitstaande voorzieningen afgezet tegen de uitstaande voorzieningen in voorgaande jaren. Uitstaande voorzieningen / indicaties Soort voorziening
2011
2012
2013
Vervoerskosten vergoeding
1.781
1.844
1.801
Vervoersvoorziening
564
548
572
Roerende woonvoorziening
457
448
427
Rolstoelvoorziening
645
601
670
HH1 (eenvoudige thuishulp)
1.128
1.148
1.162
HH2 (complexe thuishulp)
414
394
361
Persoonsgebonden budget
177
150
140
Hulp bij het huishouden
Tabel 3 Aantal uitstaande voorzieningen / indicaties
Het aantal personen, dat een vervoerskosten vergoeding, roerende woonvoorziening en hulp bij het huishouden krijgt, is in 2013 gedaald. Bij hulp bij het huishouden is al jaren een kleine verschuiving te zien tussen HH1 en HH2: het aantal personen dat HH1 krijgt stijgt, terwijl het aantal personen dat HH2 krijgt daalt. Het totaal aantal klanten dat hulp bij het huishouden krijgt is gedaald. Ook dit is een trendmatige beweging die zich al jaren voordoet. Met ingang van 1 januari 2013 geldt een eigen bijdrage voor alle klanten met een vervoersvoorziening, woonvoorziening en hulp bij het huishouden (voor hulp bij het huishouden gold altijd al een eigen bijdrage)2. Voor nieuwe klanten was deze eigen bijdrage al ingegaan per 1 juli 2012. De eigen bijdrage heeft een verlagend effect op het aantal uitstaande voorzieningen. Het aantal klanten dat gebruik maakt van een vervoersvoorziening en rolstoelvoorziening is gestegen. Het aantal klanten van deze voorzieningen schommelt al jaren rondom dit aantal. De kosten van rolstoelvoorzieningen zijn wel gedaald (zie tabel 5) omdat de inkoop van deze hulpmiddelen goedkoper is geworden.
2
Minima krijgen de eigen bijdrage Wmo/AWBZ volledig vergoed via de AV Frieso.
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 4
Het kan zijn dat een persoon gebruik maakt van meerdere voorzieningen. In de volgende grafiek is weergegeven hoeveel personen gebruik maken van meerdere voorzieningen. Aantal voorzieningen per persoon 1.800 1.600
1666
1.400
Aantal personen
1.200 1.000 918
800 600 400
422
200 113 0 1 voorziening
2 voorzieningen
3 voorzieningen
4 voorzieningen
Figuur 2 Aantal voorzieningen per persoon
In de grafiek is te zien dat de meeste personen (1.666) gebruik maken van 1 soort voorziening. Binnen 1 soort voorziening kunnen meerdere voorzieningen zijn verstrekt. Bijvoorbeeld iemand heeft een scootmobiel en maakt gebruik van de rolstoeltaxi. Er zijn 113 personen die gebruik maken van alle soorten voorzieningen. Dit zijn: vervoersvoorziening, woonvoorziening, een rolstoelvoorziening en hulp bij het huishouden. Indien hulp bij het huishouden in urenklassen wordt weergegeven laat dit het volgende beeld zien:
Klasse 1: 0 t/m 1,9 uur per week
Hulp bij het huishouden 2012 2013 7,2% 7,7%
Klasse 2: 2 t/m 3,9 uur per week
59,1%
59,9%
Klasse 3: 4 t/m 6,9 uur per week
32,2%
31.4%
Klasse 4: 7 tot 9,9 uur per week
0,8%
0,5%
Klasse 5: 10 t/m 12,9 uur per week
0,5%
0,3%
Klasse 6: 13 t/m 15,9 uur per week
0,1%
0,1%
Tabel 4 Percentage hulp bij het huishouden per klasse
De spreiding over de klassen blijft de afgelopen jaren constant. Hier zitten geen grote afwijkingen in. De meeste personen (ruim 90%) worden in klasse 2 en 3 geïndiceerd. De indicatie vindt plaats op basis van de protocollen huishoudelijke verzorging en gebruikelijke zorg van het CIZ.
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 5
FINANCIËN De kosten die gemoeid zijn met bovenstaande voorzieningen zijn weergegeven in onderstaand overzicht: Jaarrekening 2013
Jaarrekening 2012
Huishoudelijke zorg HH1 en HH2 Persoonsgebonden budget Eigen bijdrage hulp bij het huishouden
4.607.050
4.530.513
444.505
638.969
-929.470
-827.316
706.000
626.077
1.108.424
1.272.623
388.654
683.698
-262.159
-150.000
129.522
183.274
827.214
632.413
7.019.740
7.590.251
Voorziening gehandicapten
Rolstoelen vervoersvoorzieningen woonvoorzieningen Eigen bijdrage voorziening gehandicapten Specifieke uitkeringen Wmo Vervoersvoorziening BBAG (ZuidOostZorg en Talant) Uitvoeringskosten Uitvoeringkosten Totale kosten Wmo Tabel 5 Kosten Wmo 2013
In 2013 is er in totaal € 182.000 minder uitgegeven dan begroot. De volgende posten wijken af van de begroting:
Eigen bijdrage huishoudelijke hulp, ca € 323.000 minder ontvangen dan begroot. Met ingang van 2013 geldt ook een eigen bijdrage op vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen. De volledige eigen bijdrage is begroot op deze kostenplaats (eigen bijdrage huishoudelijke hulp). Van het CBS moet de eigen bijdrage gesplitst worden tussen huishoudelijke hulp en voorziening gehandicapten. Een gedeelte van de ontvangen eigen bijdrage is geboekt op eigen bijdrage voorziening gehandicapten. Hier was niks begroot. In totaal is er € 61.000 minder binnen gekomen dan begroot.
Vervoersvoorzieningen, ca € 197.000 minder uitgegeven dan begroot. In 2013 is € 157.000 minder uitgegeven aan scootmobielen en € 41.000 aan andere verplaatsingsmiddelen (bijvoorbeeld een driewielfiets).
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 6
Eigen bijdrage voorziening gehandicapten, ca € 262.000 meer ontvangen dan begroot. Zie de toelichting onder eigen bijdrage huishoudelijke hulp.
De overige posten zijn in lijn met de begroting.
LOKETONTWIKKELING In 2013 heeft het Wmo-loket gemiddeld 544 klantcontacten per maand gehad. Dit ten opzichte van een gemiddeld klantencontact van 563 in 2012 per maand. Ongeveer 51% van de contacten vindt plaats via de telefoon, 20% van de contacten vindt in het loket zelf plaats en circa 29% van de personen zoekt schriftelijk contact met het Wmo-loket. In figuur 3 is de ontwikkeling van het aantal klantcontacten weergegeven.
Contacten Wmo loket 800 700 600
2012
500
2011 2013
400 300
no ve m be r de ce m be r
ok to be r
ju li au gu st us se pt em be r
ju ni
m ei
ap ril
m aa rt
ja nu ar
i fe br ua ri
200
Figuur 3 Contacten Wmo loket
In 2011 is gestart met het afleggen van huisbezoeken. Deze huisbezoeken zijn in 2012 en 2013 uitgebreid. De consulenten worden hiervoor uitgebreid getraind, zowel individueel als in groepsverband. In 2013 zijn 336 huisbezoeken afgelegd. Dit in vergelijking met 210 huisbezoeken in 2012. Na het afleggen van een huisbezoek krijgt de klant een zogenaamde tevredendheidskaart. Klanten kunnen deze tevredenheidskaart anoniem opsturen i.v.m. de tevredenheid over het bezoek en het gesprek. Uit deze tevredenheidskaarten blijkt dat de huisbezoeken door de klanten erg worden gewaardeerd. In totaal zijn 150 tevredenheidskaarten terug gestuurd met een gemiddeld cijfer van 8,6. Dit is een erg goed resultaat!
ONTWIKKELINGEN Voor het jaar 2014 zelf zijn er weinig ontwikkelingen te verwachten. 2014 staat volledig in het teken van de voorbereiding op de decentralisatie van de extramurale AWBZ-zorg met ingang van 1 januari 2015. In 2014 wordt het wetsvoorstel Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) behandeld. Dit zal vanaf 2015 een behoorlijke impact hebben op het
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 7
Wmo-beleid van de gemeente Smallingerland. Nadat het wetsvoorstel wet is geworden zal in het vierde kwartaal een voorstel aan de raad worden voorbereid voor een nieuwe verordening Wmo 2015 met daarin de keuzemogelijkheden voor het Wmo-beleid van de gemeente. In 2014 is de scholing van de Wmo-consulenten ook op deze ontwikkelingen ingericht: voorbereiding op de nieuwe taken en veranderende wetgeving. Ook zijn er diverse werkbezoeken gepland bij onder meer aanbieders van begeleiding zodat met goede kennis van de doelgroep en bijbehorende ondersteuning de Wmo 2015 van start kan gaan in onze gemeente. Bestaande en nieuwe cliënten ontvangen in 2014 op gezette tijden informatie over de veranderingen zodat onzekerheid zo veel mogelijk wordt voorkomen. We zijn hierin wel afhankelijk van het late rijksbeleid, maar zullen de cliënten wel zo goed mogelijk voorlichten.
Jaarverslag individuele voorzieningen Wmo 2013, Sociale Zaken Pagina 8