Afdeling Epidemiologie
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004: IPH/EPI REPORTS N° 2006 – 016
Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman Van Oyen De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004 Epidemiologie, maart 2006; Brussel (België) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV/EPI REPORTS N 2006 – 016 Depotnummer: D/2006/2505/17
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004
Wetenschappelijke stuurgroep
VCP groep Onderzoeksteam (in alfabetische volgorde) Emmanuel Abatih (WIV, Epidemiologie) Stephanie Devriese (WIV, Epidemiologie) Inge Huybrechts (UGent, VMG) Michel Moreau (ULB, ESP) Herman Van Oyen (WIV, Epidemiologie)
Christine Bazelmans (ULB, ESP) Guy De Backer (UGent, VMG) Stefaan De Henauw (UGent, VMG) Marcel Kornitzer (ULB, ESP) Alain Leveque (ULB, ESP) Chistophe Matthys (UGent, VMG)
Diëtisten Mia Bellemans (UGent, VMG) Mieke De Maeyer (UGent, VMG) Khadija El Moumni (Institut Arthur Haulot) Davy Van Steenkiste (WIV, Epidemiologie) Logistieke steun Noëmi Debacker (WIV, Epidemiologie) Anne-Lise Laffineur (WIV, Epidemiologie) Monique Schoonenburg (WIV, Epidemiologie) Bijzondere dank aan De diëtisten-enquêteurs De deelnemers en aan Leen Baert (UGent, FBW) Maaike Bilau (UGent, VMG) Yves Coppieters (ULB, ESP) Frank Devlieghere (UGent, FBW) Tineke De Vriendt (UGent, VMG) Marga Ocké (RIVM) Ilse Pynaert (UGent, VMG) Christelle Senterre (ULB, ESP) Isabelle Sioen (UGent, VMG) Nadia Slimani (IARC) Marie-Paule Vanderelst (ULB, ESP)
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België Tel: 02 642 57 52 Fax: 02 642 54 10 e-mail:
[email protected] http://www.iph.fgov.be/epidemio/
IPH/EPI REPORTS Nr. 2006 - 016
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Betrokken instituten Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Université Libre Bruxelles, Ecole de Santé publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie
Opdrachtgevers FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Algemene Inhoud
Volume I Executieve samenvatting ............................................................................................. 7
I. Inleiding en methoden................................................................................................ 19 II. Studiepopulatie........................................................................................................... 57 III. Voedings- en gezondheidsstatus .............................................................................. 73 IV. Voedingsprofiel ........................................................................................................ 123
Volume II V. Voedingsmiddelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Voedingsdriehoek ............................................................................................ 159 Dranken ............................................................................................................. 169 Graanproducten en aardappelen..................................................................... 227 Groenten ........................................................................................................... 271 Fruit ................................................................................................................... 291 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten........................................................ 311 Vlees, vis, eieren en vervangproducten.......................................................... 353 Smeer- en bereidingsvet .................................................................................. 409 Restgroep.......................................................................................................... 435
Volume III VI. Energie en macronutriënten 1 Aanbevelingen .................................................................................................. 479 2 Energie .............................................................................................................. 487 3 Vetten ................................................................................................................ 509 4 Koolhydraten .................................................................................................... 543 5 Eiwitten.............................................................................................................. 571 VII. Micronutriënten 1 2 3 4
Aanbevelingen .................................................................................................. 591 Calcium ............................................................................................................. 597 IJzer ................................................................................................................... 617 Vitamine C ......................................................................................................... 637
Algemene Inhoud
Volume IV VIII. Rauwe voedingsmiddelen ........................................................................................661 IX. Voedingshygiëne en voedselveiligheid binnen het huishouden ...........................707 Bijlage 1 - Geselecteerde gemeenten ......................................................................817 Bijlage 2.1- Communicatieformulier Voedselconsumptiepeiling 2004 ..................819 Bijlage 2.2 - Ontvangstformulier Voedselconsumptiepeiling 2004........................821 Bijlage 3.1 - Voedingsmiddelengroepen..................................................................823 Bijlage 3.2 - Voedingsmiddelenlijst..........................................................................827 Bijlage 4 - Verstrekkingeenheden en conversiefactoren bij de Vlaamse voedingsdriehoek....................................................................................863 Bijlage 5 - Conversiefactoren...................................................................................867
Hoofdstuk VII.3
IJzer
Inleiding en methoden
Studiepopulatie
Voedings- en gezondheidsstatus
Voedingsprofiel
Voedingsmiddelen Aanbevelingen Energie en macronutriënten
Calcium
Micronutriënten
IJzer
Rauwe voedingsmiddelen
Vitamine C
Voedingshygiëne
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Inhoudstafel
SAMENVATTING............................................................................................................................ 621 1
INLEIDING............................................................................................................................... 622
2
METHODE EN INDICATOREN............................................................................................. 624
3
RESULTATEN.......................................................................................................................... 625
4
TABELLEN............................................................................................................................... 627
REFERENTIELIJST........................................................................................................................ 635
- 619 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
- 620 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Samenvatting
•
In tegenstelling tot volwassen mannen, voor wie de gemiddelde dagelijkse ijzerinname hoger is dan de leeftijdspecifieke aanbevelingen, ligt de reële dagelijkse ijzerinname bij vrouwen voor alle leeftijdsgroepen onder de aanbeveling.
•
Mannen hebben een beduidend hogere ijzerinname dan vrouwen.
•
De ijzerinname bij volwassen mannen en vrouwen daalt met de leeftijd. Bij mannen ligt het grootste percentage die de leeftijd en geslachtspecifieke aanbeveling haalt binnen de groep van 19-59 jarigen, terwijl deze bij vrouwen in de groep van 60-74 jarigen ligt.
•
Personen met een hogere opleiding hebben een hogere gebruikelijke ijzerinname dan personen met een lage opleiding.
•
Zij die een lichamelijke activiteit hebben positief voor de gezondheid, hebben een hogere ijzerinname dan inactieve personen.
•
Personen met een onder- of gezond gewicht hebben een hogere gebruikelijke ijzerinname dan obesen.
•
De gemiddelde gebruikelijke inname van ijzer in huishoudens van 3 of meer personen is beduidend hoger in vergelijking met 2 persoons- of 1 persoonshuishoudens.
•
Uit de resultaten blijkt brood de voornaamste ijzerbron te zijn, gevolgd door vlees, aardappelen en ontbijtgranen.
- 621 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
1 Inleiding
In het lichaam is ijzer de belangrijkste bouwsteen van hemoglobine en is het een onderdeel van myoglobine (rol in zuurstoftransport) en cytochromen (essentieel voor de celademhaling). IJzer is eveneens belangrijk voor talrijke oxidatie-enzymen. Een ijzertekort kan ontstaan door bloedverlies, een ijzertekort in de voeding, een verminderde opname van ijzer in de darm of een verhoogde ijzerbehoefte (1). Een verhoogde ijzerbehoefte treedt voornamelijk op gedurende de adolescentie (omwille van de groeispurt) en gedurende de zwangerschap (omwille van de ontwikkeling van placenta en foetus en de toename van de rode celmassa). Daarenboven hebben menstruerende vrouwen een hogere behoefte dan mannen omwille van het cyclisch menstrueel bloedverlies (1,2). De behoeften zijn in verhouding tot het lichaamsgewicht het grootst gedurende het eerste levensjaar en dan vooral tussen de 4 en 12 maanden. Tijdens de eerste 3 à 4 maanden beschikt de pasgeborene over een goede ijzerreserve, voornamelijk in de lever en de rode bloedcellen. Tot de leeftijd van 4 maanden is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) dan ook laag (1.7 mg/dag). Vanaf de leeftijd van 4 maanden is een externe ijzeropname noodzakelijk om het haemoglobine op een normaal peil te houden en stijgt de aanbeveling naar 4.3 mg/dag. De ijzeraanbeveling loopt op tot 10 mg op de leeftijd van 6 maanden. Tijdens de tienerjaren geldt een aanbeveling van 10 mg/dag voor jongens tot 14 jaar en 13 mg/dag van 15 tot 18 jaar. Gezien voor menstruerende meisjes de hoeveelheid nodig om de maandstonden te compenseren wordt bijgeteld, is de aanbeveling 22 mg/dag tot de leeftijd van 14 jaar en 21 mg/dag van 15 tot 18 jaar (1,2). Voor volwassen mannen geldt een dagelijkse aanbevolen ijzerinname van 9 mg/dag. Niet menstruerende vrouwen worden aanbevolen om dagelijks 8 mg ijzer via de voeding in te nemen en deze hoeveelheid wordt verhoogd met 12 mg/dag voor menstruerende vrouwen (tot 20 mg/dag) om de menstruatie te compenseren (1). Hoewel zwangere vrouwen geen verliezen via menstruatie hebben, dient de ijzeropname van zwangere vrouwen de verliezen in de placentaire en foetale behoeften te compenseren en de uitbreiding van de rode celmassa mogelijk te maken. Tijdens de zwangerschap en de borstvoeding geldt een aanbeveling van 10 mg/dag. Voor 60-plussers is de ijzeraanbeveling eveneens 10 mg/dag. IJzertekort kan leiden tot ferriprieve anemie of bloedarmoede, wat betekent dat er te weinig rode bloedcellen in het bloed zitten of dat de rode bloedcellen te weinig hemoglobine bevatten. Bij volwassenen kan bloedarmoede een verlaagd lichamelijk uithoudingsvermogen tot gevolg hebben. Bij kinderen kan bloedarmoede de psychomotorische ontwikkeling aantasten en bij zwangere vrouwen kan het een invloed hebben op de zwangerschap en op het vermogen om weerstand te bieden aan besmettingen (1,2).
- 622 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
In de voeding is ijzer onder 2 vormen aanwezig, het haemijzer (Fe2+) en het non-heamijzer (Fe3+). Haemijzer vindt men enkel terug in dierlijke producten (vlees, vis en gevogelte), terwijl non-heamijzer ook in plantaardige producten aanwezig is (3). Haemijzer wordt gemakkelijker geabsorbeerd dan non-haemijzer en de absorptie van dit haemijzer wordt ook nauwelijks beïnvloed door andere voedingsstoffen. De absorptie van nonhaemijzer wordt echter wel sterk beïnvloed door andere voedingsstoffen. Zo kan de opname van non-haemijzer bevorderd worden door bijvoorbeeld vlees, vis en vitamine C terwijl onder andere fytaten, polyfenolen en oxalaten de opname inhiberen door onoplosbare complexen te vormen met het non-haemijzer. Ook calcium zou de opname van ijzer inhiberen (4). De voornaamste ijzerbronnen in de voeding zijn lever, vlees, volle graanproducten, eigeel en groene groenten (1).
- 623 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
2 Methode en indicatoren
Voor de berekening van de inname van micronutriënten uit de gegevens verzameld met de herhaalde 24-uursvoedingsnavragen werden de gerapporteerde voedingsmiddelen gekoppeld aan het best passende voedingsmiddel uit een voedingsmiddelendatabank (zie hoofdstuk I.4 punt 2.4). De gebruikelijke inname van de nutriënten in de populatie werd geschat d.m.v. het programma C-Side op basis van de informatie bekomen tijdens de 2-maal herhaalde 24uursvoedingsnavraag (5,6). Dit is niet gelijk aan het gemiddelde over de 2-maal herhaalde 24uursvoedingsnavragen. Voor een correcte evaluatie van de verdeling van de inname binnen de bevolking in vergelijking met de voedingsnormen, is niet het gemiddelde over de twee dagen belangrijk, maar de inname over een langere periode (d.w.z. de gebruikelijke inname), waarbij enkel de variatie tussen personen belangrijk is en niet de intra-individuele variatie. De methode is in detail besproken in het eerste hoofdstuk (zie hoofdstuk I.4 punt 3.1). Hieronder wordt kort uitgelegd hoe de tabellen ‘gebruikelijke consumptie’ gelezen moeten worden. Er worden twee tabellen gegeven. De eerste tabel beschrijft de verdeling voor de totale bevolking en volgens het geslacht, met ook een indeling in leeftijdsgroepen. Al de resultaten in de tabel zijn, naast de weging voor het steekproefontwerp (zie hoofdstuk II.2), ook gewogen voor de dag en het seizoen tijdens dewelke het interview werd afgenomen. De eerste twee kolommen tonen het gemiddelde en de standaard deviatie (SD) als maat voor de spreiding van de verdeling. In de volgende vier kolommen worden de geschatte waarden van percentielen 25, 50 (de mediaan), 75 en 97.5 gegeven. De volgende kolom toont het percentage van de bevolking dat voldoet aan een voedingsaanbeveling. Dit is het percentage met een inname onder of boven een grenswaarde of een inname tussen 2 grenswaarden. De twee laatste kolommen geven aantallen: de eerste kolom geeft het aantal 24-uursvoedingsnavragen (kolom met hoofding ‘n’) en de tweede kolom geeft het aantal respondenten (kolom met hoofding ‘N’). De tweede tabel toont de gemiddelde inname in functie van verschillende variabelen (geslacht, opleiding, woonplaats, gewicht, seizoen, lichamelijke activiteit, huishoudgrootte). Het eerste gemiddelde (kolom Gem_1) is gelijkaardig aan dit van de eerste tabel, nl. gewogen voor het steekproefontwerp, dag en seizoen van het interview. In al de andere kolommen is in het mathematisch model ook rekening gehouden met mogelijke verschillen in de geslachts- en leeftijdsverdeling. De inhoud van deze kolommen is zoals besproken hierboven.
- 624 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
3 Resultaten
Bij het weergeven van de cijfers betreffende de gemiddelde dagelijkse ijzerinname, werd geen rekening gehouden met een mogelijke ijzerinname via voedingssupplementen. De gemiddelde dagelijkse ijzerinname in de algemene populatie, 15 jaar en ouder, bedraagt 11.2 mg (SD 3.3). De interquartielrange gaat van 8.9 mg tot 13.1 mg (Tabel VII.3. 1). De gemiddelde gebruikelijke inname bij vrouwen is lager dan deze bij mannen, respectievelijk 9.6 mg/dag (SD 2.5) en 13.0 mg/dag (SD 3.2). De ijzerinname bij mannen en vrouwen is lager bij 60-plussers (9.3 mg voor vrouwen en 12.5 mg voor mannen) en bereikt een minimum bij 75-plussers (8.2 mg voor vrouwen en 10.8 mg voor mannen). De ijzerinname is voor beide geslachten het hoogst tussen de leeftijd van 19 en 59 jaar (9.9 (SD 2.2) mg bij vrouwen en 13.3 (SD 3.0) mg bij mannen) en bedraagt voor 15-18 jarigen 9.6 (SD 2.3) mg voor meisjes en 12.5 (SD 2.9) mg voor jongens (Tabel VII.3. 1). In tegenstelling tot volwassen mannen, voor wie de gemiddelde dagelijkse ijzerinname hoger is dan de leeftijdspecifieke aanbevelingen, ligt de reële dagelijkse ijzerinname bij vrouwen voor alle leeftijdsgroepen onder de aanbeveling. Op individuele basis, zijn er als dusdanig meer mannen die de leeftijdspecifieke ijzeraanbeveling halen dan vrouwen. Onder de leeftijd van 60 jaar haalt niemand van de vrouwen de aanbeveling van minstens 20 mg ijzer/dag. Bij de volwassen mannen (18-59 jaar) haalt 96% de leeftijdspecifieke aanbeveling van 9 mg/dag (Figuur VII.3. 1). Uit de resultaten blijkt dat personen met een hogere opleiding een hogere gemiddelde ijzerinname hebben (11.8 mg/dag) dan zij die hoogstens het lager secundair hebben afgewerkt (10.5 mg/dag) (Tabel VII.3. 2). De gemiddelde gebruikelijke inname van ijzer in huishoudens van 3 of meer personen is beduidend hoger (11.5 mg/dag) in vergelijking met 2 persoons- (11.0 mg/dag) of 1 persoonshuishoudens (10.5 mg/dag). Ook blijkt dat personen die meer lichamelijk actief zijn een hogere gebruikelijke ijzerinname hebben (12.0 mg/dag) dan zij die inactief zijn (10.7 mg/dag). Zij die een ondergewicht of een gezond gewicht hebben blijken eveneens een hogere gebruikelijke ijzerinname te hebben (11.1 mg/dag) dan zij die obees zijn (10.1 mg/dag) Er zijn geen significante verschillen in de gebruikelijke ijzerinname volgens woonplaats en seizoen (Tabel VII.3. 2). Uit de resultaten blijkt brood de voornaamste ijzerbron te zijn (16%), gevolgd door vlees (± 12%). Daarna volgen aardappelen (6%) en ontbijtgranen (6%) (Tabel VII.3. 3).
- 625 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Figuur VII.3. 1 Voedselconsumptiepeiling, België, 2004 Gebruikelijke consumptie van ijzer (mg/dag) Percentage die voldoet aan de leeftijds- en geslachtsspecifieke aanbeveling voor ijzer per dag (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH))
Gewogen prevalentie gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen
- 626 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
4 Tabellen Tabel VII.3. 1 Voedselconsumptiepeiling, België, 2004 Gebruikelijke consumptie van ijzer (mg/dag)
VROUWEN
MANNEN
TOTAAL
Gemiddelde
SD
P25
P50
P75
% = ADH
n
N
<18
9.6
2.3
8.0
9.4
11.0
0.0
780
401
19-59
9.9
2.2
8.3
9.7
11.3
0.0
896
460
60-74
9.3
2.5
7.5
8.9
10.7
34.9
796
406
>75
8.2
2.3
6.6
7.8
9.4
19.1
687
355
Totaal
9.6
2.5
7.8
9.3
11.0
3159
1622
<18
12.5
2.9
10.5
12.2
14.2
40.7
786
405
19-59
13.3
3.0
11.2
12.9
15.0
95.8
807
413
60-74
12.5
3.3
10.2
12.1
14.2
79.1
815
416
>75
10.8
2.4
9.1
10.6
12.3
61.4
761
389
Totaal
13.0
3.2
10.7
12.6
14.8
3169
1623
<18
11.1
3.0
9.0
10.8
12.9
1566
806
19-59
11.6
3.1
9.4
11.2
13.4
1703
873
60-74
10.8
3.3
8.4
10.3
12.5
1611
822
9.1
2.8
7.2
8.7
10.6
1448
744
11.2
3.3
8.9
10.8
13.1
6328
3245
>75 Totaal
Gemiddelde: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen n: aantal 24-uursvoedingsnavragen N: aantal respondenten % = ADH: % dat voldoet aan de (leeftijds- en geslachtsspecifieke) ijzeraanbeveling per dag (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid)
- 627 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Tabel VII.3. 2 Voedselconsumptiepeiling, België, 2004 Gebruikelijke consumptie van ijzer (mg/dag)
GESLACHT
OPLEIDING
GEWEST
GEWICHT (BMI)
SEIZOEN
Gem_1
Gem_2
SD
P25
P50
P75
n
N
9.6
9.6
2.4
7.9
9.3
11.0
3159
1622
Man
13.0
13.0
3.1
10.7
12.6
14.8
3169
1623
Lager sec. of minder
10.5
10.4
2.9
8.3
10.0
12.0
1984
1017
BSO/TSO
11.3
11.1
2.5
9.4
10.9
12.6
1509
773
ASO
11.6
11.4
2.5
9.6
11.1
12.9
1087
556
Hoger onderwijs
11.8
11.7
2.4
10.0
11.4
13.1
1490
759
Vlaams
11.3
11.2
2.6
9.4
10.9
12.7
3911
1988
Brussels & Waals
11.1
11.0
2.9
8.9
10.6
12.6
2417
1257
Onder & gezond gewicht
11.1
11.0
2.4
9.3
10.8
12.5
3782
1939
Overgewicht
11.8
11.6
3.2
9.4
11.2
13.4
1893
971
Obesiteit
10.1
10.0
2.7
8.0
9.6
11.5
652
334
Lente
11.4
11.3
3.0
9.2
11.0
13.0
1638
833
Zomer
11.1
11.0
2.8
9.0
10.7
12.6
1548
795
Herfst
11.4
11.3
2.6
9.4
11.0
12.8
1644
852
Vrouw
Winter
10.9
10.8
2.4
9.1
10.6
12.2
1498
769
LICHAMELIJKE
Inactief
10.7
10.6
2.7
8.7
10.3
12.2
2588
1326
ACTIVITEIT
Minimaal
11.0
10.9
2.5
9.1
10.7
12.4
2040
1046
Pos. voor gezondheid
12.0
11.9
2.8
10.0
11.6
13.5
1562
795
HUISHOUD-
1 persoon
10.5
10.4
3.0
8.3
10.0
12.1
967
496
GROOTTE
2 personen
11.0
10.8
2.9
8.8
10.4
12.4
2217
1130
3+ personen
11.5
11.4
2.5
9.6
11.2
12.9
3085
1582
11.2
11.1
2.8
9.2
10.8
12.7
6328
3245
TOTAAL
Gem_1: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen Gem_2: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag, seizoen, geslacht en leeftijd
- 628 -
n: aantal 24-uursvoedingsnavragen N: aantal respondenten
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Tabel VII.3. 3 Voedselconsumptiepeiling, België, 2004 - Bronnen van ijzerbijdrage (in %) Groep
06
07
Groepsnaam
Granen en graanproducten
Vlees en vleesproducten
Procentuele Groep Subgroep1 Subgroep2 ijzerbijdrage groep
25.88
19.99
01
Naam subgroep
06
03
06
04
ONTBIJTGRANEN
5.65
06
02
DEEGWAREN, RIJST, ANDERE GRANEN
2.66
06
05
ZOUTE VERSNAPERINGEN, TOOST
0.71
06
03
KNACKEBROOD, BESCHUIT
0.28
06
06
DEEG
0.23
06
01
MEEL, VLOKKEN, BINDMIDDELEN
0.16
06
03
BROOD, KNACKEBROOD, BESCHUIT
0.01
06
00
NIET INGEDEELD
0.00
07
04
VLEESPRODUCTEN
4.57
07
01
00
NIET INGEDEELD
4.35
07
01
01
RUNDER
4.17
07
02
01
KIP
1.41
07
01
03
VARKENS
1.40
07
02
02
KALKOEN
0.94
07
01
04
SCHAPE/LAMS
0.81
07
01
02
KALFS
0.66
07
03
WILD
0.47
07
02
KONIJN (TAM)
0.46
02
05
- 629 -
BROOD
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
16.17
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Vervolg Tabel VII.3. 3 Groep Groepsnaam Procentuele ijzerbijdrage Groep Subgroep1 Subgroep2 groep
02
Groenten
7.95
07
01
07
05
07
02
07
02
07
00
07
01
07
02
07
02
02
05
Naam subgroep
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
PAARDE
0.29
ORGAANVLEES
0.22
03
EEND
0.14
00
NIET INGEDEELD EN ANDER GEVOGELTE
0.07
NIET INGEDEELD
0.01
GEITE
0.01
GEVOGELTE
0.00
GANS
0.00
02
VRUCHTGROENTEN
3.85
02
01
BLADGROENTEN (M.U.V. KOOLSOORTEN)
1.06
02
04
KOOLSOORTEN
0.77
02
09
GEMENGDE SALADES/GROENTEN
0.52
02
03
KNOLGROENTEN
0.52
02
08
STENGEL- EN SPRUITGROENTEN
0.44
02
06
ERWTEN, MAÏS, TUINBONEN
0.39
02
05
CHAMPIGNONGS OF PADDESTOELEN
0.26
02
07
UIEN, KNOFLOOK
0.14
02
00
NIET INGEDEELD
0.00
06
04
- 630 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Vervolg Tabel VII.3. 3 Groep
13
01
14
Groepsnaam
Niet alcoholische dranken
Aardappelen en andere knolgewassen
Alcoholische dranken
Procentuele ijzerbijdrage groep
Groep
Subgroep1
Subgroep2
6.50
13
03
01
13
6.44
5.08
Naam subgroep
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
KOFFIE
4.97
01
VRUCHTE- EN GROENTESAPPEN
1.12
13
02
LIMONADES, ISOTONE DRANKEN, SIROPEN
0.25
13
03
04
CICHOREI, SURROGATEN
0.13
13
03
02
THEE
0.01
13
00
NIET INGEDEELD
0.01
13
03
KRUIDENTHEE
0.01
13
04
(MINERAAL)WATER
0.00
13
03
00
NIET INGEDEELD
0.00
01
01
00
aardappelen (algemeen)
4.73
01
01
01
gefrituurde aardappelproducten
1.68
01
01
02
aardappelbereidingen ander dan gefrituurd
0.03
01
02
ANDERE KNOLGEWASSEN
0.00
14
01
WIJN
4.14
14
03
BIER, CIDER
0.76
14
07
COCKTAILS, PUNCHES
0.11
14
02
SHERRY, PORT, VERMOUTH E.D.
0.03
14
04
STERKE DRANK, BRANDEWIJN
0.02
14
06
LIKEUREN
0.00
14
00
NIET INGEDEELD
0.00
14
05
ANIJSDRANKEN (PASTIS, ..)
0.00
- 631 -
03
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Vervolg Tabel VII.3. 3 Groep
12
11
15
Groepsnaam
Cake, koek, gebak, puddingen
Suiker en zoetwaren
Sauzen en kruiden/specerijen
Procentuele Groep SubSubijzerbijdrage groep1 groep2 groep
4.64
4.25
3.77
Naam subgroep
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
12
01
CAKE, GEBAK, PUDDINGEN NIET-MELKBASIS
2.62
12
02
BISCUIT
2.02
12
00
NIET INGEDEELD
0.00
11
02
CHOCOLA, CANDY BARS, CHOCOLADEHAGEL/VLOKKEN
3.01
11
04
SIROPEN
0.51
11
01
SUIKER, HONING, JAM
0.40
11
03
ZOETWAREN (GEEN CHOCOLA)
0.20
11
05
01
IJS
0.13
11
05
02
SORBETIJS
0.01
11
00
NIET INGEDEELD
0.00
11
05
03
WATERIJS
0.00
15
01
01
TOMATENSAUZEN
1.96
15
01
00
NIET INGEDEELD
1.08
15
01
03
MAYONAISES
0.55
15
04
SMAAKMAKERS
0.07
15
03
KRUIDEN, SPECERIJEN EN SMAAKSTOFFEN
0.06
15
01
DRESSINGS
0.05
15
01
SAUZEN
0.00
15
02
GIST
0.00
15
01
DESSERTSAUZEN
0.00
02
04
- 632 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Vervolg Tabel VII.3. 3 Groep
16
04
08
Groepsnaam
Soepen
Fruit
Vis en schaaldieren
Procentuele ijzerbijdrage groep
Groep
Subgroep1
3.28
16
01
SOEPEN
3.10
16
02
BOUILLON
0.18
16
00
NIET INGEDEELD
0.00
04
01
05
andere fruitsoorten
0.69
04
01
02
pitvruchten
0.66
04
02
NOTEN, ZADEN, NOTENSPREAD (NOTENSMEERSELS)
0.49
04
01
03
steenvruchten
0.34
04
01
04
besvruchten en kleinfruit
0.33
04
01
01
citrusvruchten
0.20
04
03
GEMENGD FRUIT
0.06
04
04
OLIJVEN
0.06
04
00
NIET INGEDEELD
0.00
08
01
VIS
1.31
08
02
SCHAAL- EN WEEKDIEREN
1.29
08
03
VISPRODUCTEN, VISSTICKS
0.12
2.83
2.71
Subgroep2
Naam subgroep
- 633 -
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Vervolg Tabel VII.3. 3 Groep
05
Groepsnaam
Melkproducten
Procentuele Groep Subgroep1 Subgroep2 ijzerbijdrage groep
2.65
Naam subgroep
Procentuele ijzerbijdrage subgroep
05
05
KAAS
0.88
05
02
MELKDRANKEN
0.50
05 05
04 06
KWARK E.D. PUDDINGEN OP MELK/ROOM/MOUSSE BASIS
0.45 0.35
05 05
03 07
YOGHURT ROOM
0.28 0.12
05
01
MELK
0.05
05
00
NIET INGEDEELD
0.02
05 05
08 07
KOFFIEMELK EN CREAMERS TOPPINGS
0.00 0.00
01
02
09
Eieren en eiproducten
2.38
09
01
EIEREN
2.38
17
Diversen
1.22
17
03
SNACKS
0.51
17
00
NIET INGEDEELD
0.30
17
01
SOJAPRODUCTEN
0.21
17
02
00
NIET INGEDEELD
0.20
17
02
01
KUNSTMATIGE ZOETSTOFFEN
0.00
03
Peulvruchten
0.34
03
01
PEULVRUCHTEN
0.34
10
Vetten
0.08
10
02
BOTER
0.07
10
03
MARGARINES
0.01
10
00
NIET INGEDEELD
0.00
10
01
PLANTAARDIGE OLIEN
0.00
10
06
ANDERE DIERLIJKE VETTEN
0.00
10
04
FRITUURVETTEN
0.00
- 634 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 – 2004
Referentielijst
1. Belgische Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België, herziene versie 2003. 1-85. 2003. Brussel. 2. CEC. Nutrient and energy intakes for the European Community. (thirty-first series). 1993. Commission of the European Communities, food - science and Techniques . Reports of the Scientific Committee for Food. 3. Wienk KJ, Marx JJ, Beynen AC. The concept of iron bioavailability and its assessment. Eur.J Nutr. 1999;38:51-75. 4. Heath AL, Fairweather-Tait SJ. Clinical implications of changes in the modern diet: iron intake, absorption and status. Best.Pract.Res.Clin.Haematol. 2002;15:225-41. 5. Dodd, K. W. A technical guide to C-SIDE. Software for Intake Distribution Estimation. Technical Report 96-TR 32, 1-68. 1996. Department of Statistics and Center for Agricultural and Rural Development; Iowa State University. 6. Iowa State University. A user's guide to C-SIDE. Software for Intake Distribution Estimation. Technical Report 96-TR 31, 1-69. 1996. Department of Statistics and Center for Agricultural and Rural Development; Iowa State University.
- 635 -