Afdeling Epidemiologie
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004: IPH/EPI REPORTS N° 2006 – 016
Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman Van Oyen De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004 Epidemiologie, maart 2006; Brussel (België) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV/EPI REPORTS N 2006 – 016 Depotnummer: D/2006/2505/17
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 -2004
Wetenschappelijke stuurgroep
VCP groep Onderzoeksteam (in alfabetische volgorde) Emmanuel Abatih (WIV, Epidemiologie) Stephanie Devriese (WIV, Epidemiologie) Inge Huybrechts (UGent, VMG) Michel Moreau (ULB, ESP) Herman Van Oyen (WIV, Epidemiologie)
Christine Bazelmans (ULB, ESP) Guy De Backer (UGent, VMG) Stefaan De Henauw (UGent, VMG) Marcel Kornitzer (ULB, ESP) Alain Leveque (ULB, ESP) Chistophe Matthys (UGent, VMG)
Diëtisten Mia Bellemans (UGent, VMG) Mieke De Maeyer (UGent, VMG) Khadija El Moumni (Institut Arthur Haulot) Davy Van Steenkiste (WIV, Epidemiologie) Logistieke steun Noëmi Debacker (WIV, Epidemiologie) Anne-Lise Laffineur (WIV, Epidemiologie) Monique Schoonenburg (WIV, Epidemiologie) Bijzondere dank aan De diëtisten-enquêteurs De deelnemers en aan Leen Baert (UGent, FBW) Maaike Bilau (UGent, VMG) Yves Coppieters (ULB, ESP) Frank Devlieghere (UGent, FBW) Tineke De Vriendt (UGent, VMG) Marga Ocké (RIVM) Ilse Pynaert (UGent, VMG) Christelle Senterre (ULB, ESP) Isabelle Sioen (UGent, VMG) Nadia Slimani (IARC) Marie-Paule Vanderelst (ULB, ESP)
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België Tel: 02 642 57 52 Fax: 02 642 54 10 e-mail:
[email protected] http://www.iph.fgov.be/epidemio/
IPH/EPI REPORTS Nr. 2006 - 016
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Betrokken instituten Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Université Libre Bruxelles, Ecole de Santé publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie
Opdrachtgevers FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Algemene Inhoud
Volume I Executieve samenvatting ............................................................................................. 7
I. Inleiding en methoden................................................................................................ 19 II. Studiepopulatie........................................................................................................... 57 III. Voedings- en gezondheidsstatus .............................................................................. 73 IV. Voedingsprofiel ........................................................................................................ 123
Volume II V. Voedingsmiddelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Voedingsdriehoek ............................................................................................ 159 Dranken ............................................................................................................. 169 Graanproducten en aardappelen..................................................................... 227 Groenten ........................................................................................................... 271 Fruit ................................................................................................................... 291 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten........................................................ 311 Vlees, vis, eieren en vervangproducten.......................................................... 353 Smeer- en bereidingsvet .................................................................................. 409 Restgroep.......................................................................................................... 435
Volume III VI. Energie en macronutriënten 1 Aanbevelingen .................................................................................................. 479 2 Energie .............................................................................................................. 487 3 Vetten ................................................................................................................ 509 4 Koolhydraten .................................................................................................... 543 5 Eiwitten.............................................................................................................. 571 VII. Micronutriënten 1 2 3 4
Aanbevelingen .................................................................................................. 591 Calcium ............................................................................................................. 597 IJzer ................................................................................................................... 617 Vitamine C ......................................................................................................... 637
Algemene Inhoud
Volume IV VIII. Rauwe voedingsmiddelen ........................................................................................661 IX. Voedingshygiëne en voedselveiligheid binnen het huishouden ...........................707 Bijlage 1 - Geselecteerde gemeenten ......................................................................817 Bijlage 2.1- Communicatieformulier Voedselconsumptiepeiling 2004 ..................819 Bijlage 2.2 - Ontvangstformulier Voedselconsumptiepeiling 2004........................821 Bijlage 3.1 - Voedingsmiddelengroepen..................................................................823 Bijlage 3.2 - Voedingsmiddelenlijst..........................................................................827 Bijlage 4 - Verstrekkingeenheden en conversiefactoren bij de Vlaamse voedingsdriehoek....................................................................................863 Bijlage 5 - Conversiefactoren...................................................................................867
Hoofdstuk V.1
Voedingsdriehoek
Inleiding en methoden
Studiepopulatie
Voedingsdriehoek
Dranken Voedings- en gezondheidsstatus
Voedingsprofiel
Voedingsmiddelen
Energie en macronutriënten
Micronutriënten
Rauwe voedingsmiddelen
Graanproducten en aardappelen Groenten
Fruit Melk- en calciumverrijkte sojaproducten Vlees, vis, eieren en vervangproducten Smeer- en bereidingsvet Restgroep
Voedingshygiëne
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Inhoudstafel
SAMENVATTING............................................................................................................................ 163 1. FOOD BASED DIETARY GUIDELINES (FBDG) ..................................................................... 164 REFERENTIELIJST........................................................................................................................ 168
- 161 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
- 162 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Samenvatting
•
De term ‘Food-Based Dietary Guidelines’ wordt internationaal gebruikt om de principes van goede voeding, voornamelijk onder de vorm van voedingsmiddelen i.p.v. onder de vorm van nutriënten uit te drukken.
•
In België werden een voedingsdriehoek en voedingspiramide opgemaakt door respectievelijk de Vlaamse (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)) en de Franse Gemeenschap (Institut Paul Lambin (IPL)). Met uitzondering van enkele kleine verschillen zijn deze vrij gelijkaardig.
•
In dit rapport wordt de voedingsmiddeleninname vergeleken met de aanbevelingen van de Vlaamse voedingsdriehoek gezien de hoeveelheden in de driehoek en de resultaten uit EPIC-soft beide uitgedrukt worden in ingenomen volumes (liter) of ingenomen gewichten (gram). De bereidingsvetten worden in de driehoek wel gedefinieerd als de hoeveelheid genomen voor de bereiding, terwijl EPIC een schatting maakt van de hoeveelheid ingenomen.
•
Gezonde voeding steunt bij de voedingsdriehoek op de volgende 3 basisprincipes: evenwicht, variatie en gematigdheid van voedselinname. Deze driehoek is ingedeeld in 8 verschillende voedingsmiddelengroepen die elk op zich hun specifieke bijdrage leveren aan een gezonde en evenwichtige voeding. Hoe groter het oppervlak van de voedingsmiddelengroep in de driehoek, hoe groter de dagelijkse consumptie ervan moet zijn.
- 163 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
1. Food Based Dietary Guidelines (FBDG)
Gezien doorsnee consumenten over hun dieet nadenken in termen van voedingsmiddelen i.p.v. calorieën of nutriënten, werden de kwantitatieve nutriënten aanbevelingen (zie hoofdstuk VI & VII) vertaald naar Food-Based Dietary Guidelines (FBDG) of voedingsaanbevelingen gebaseerd op voedingsmiddelen. De term ‘Food-Based Dietary Guidelines’ wordt internationaal gebruikt om de principes van goede voeding, voornamelijk onder de vorm van voedingsmiddelen i.p.v. onder de vorm van nutriënten uit te drukken (1,2). In België werden een voedingsdriehoek en voedingspiramide opgemaakt door respectievelijk de Vlaamse (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)) en de Franse Gemeenschap (Institut Paul Lambin (IPL)). Deze pedagogische voorlichtingsmodellen geven een duidelijk beeld van wat en hoeveel iemand dagelijks van de verschillende voedingsmiddelengroepen dient te gebruiken (Figuur V.1. 1). De voedingsdriehoek maakt het niet alleen mogelijk de verschillende voedingsgroepen visueel voor te stellen maar geeft tevens informatie over de te consumeren hoeveelheden van de groepen om een gezonde voeding te bereiken. Met uitzondering van enkele kleine verschillen zijn het Vlaamse en Waalse model vrij gelijkaardig. Gezien in dit rapport de analyses van de voedingsmiddelen uitgedrukt worden in ingenomen volumes (liter) of gewichten (gram), is in dit rapport de keuze gemaakt om de driehoek van de Vlaamse Gemeenschap te volgen omdat deze de aanbevelingen weergeeft in volume of gewicht (3,4). Onlangs werd een nieuw model ontwikkeld door het VIG waarbij fysieke activiteit, de basis van een gezonde levensstijl, als basis van de driehoek voorgesteld wordt (4). Doch de aanbevelingen over voeding zijn niet gewijzigd in dit nieuwe model.
- 164 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Figuur V.1. 1: De Vlaamse actieve voedingsdriehoek (6)
Voor gezonde voeding wordt bij de voedingsdriehoek op de volgende 3 basisprincipes gesteund: evenwicht, variatie en gematigdheid van voedselinname. Hierbij wordt de voedingsdriehoek ingedeeld in 8 verschillende voedingsmiddelengroepen die elk op zich hun specifieke bijdrage leveren aan een gezonde en evenwichtige voeding. Hoe groter het oppervlak van de voedingsmiddelengroep, hoe groter de aanbevolen dagelijkse consumptie ervan is. Dit betekent eveneens dat het gebruik van voedingsmiddelen uit de kleinste groepen (vetten en extra’s) beperkt moet worden (3). Laag 1: Vocht Daar vocht onmisbaar is voor het lichaam heeft de vochtgroep als basis van de piramide het grootste oppervlak. De totale aanbevolen vochtbehoefte bedraagt minimum 2,5 liter per dag. Als men naast het vocht dat in vaste voedingsmiddelen nog 1,5 liter drinkt, wordt aan deze behoefte voldaan. De dranken die behoren tot de vochtgroep zijn water, koffie, thee en bouillon. Een uitzondering is bijvoorbeeld melk. Omdat melk ook andere voedingsstoffen bevat, hoort het in de groep van de ‘melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten’ thuis. Laag 2: Graanproducten en aardappelen De groep ’graanproducten en aardappelen’ leveren als nutriënten hoofdzakelijk complexe koolhydraten, vezels, vitamines en mineralen. Volgens de voedingsaanbevelingen moet minstens 50% van de totale energie aangebracht worden door complexe koolhydraten. Als belangrijkste aanbrenger van complexe koolhydraten moet deze groep dan ook het grootste volume van de vaste voeding uitmaken en de basis van onze voeding vormen. Hoeveel graanproducten en aardappelen men per dag nodig heeft, hangt af van hoe actief een persoon is. Daarom varieert de aanbeveling van 3 tot 5 stuks aardappelen (210 – 350 g) en van 5 tot 12 sneden (bij voorkeur bruin) brood (175 – 420 g) per dag. - 165 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Laag 3: Groenten en fruit De nutriënten die door de groepen ‘groenten en fruit’ geleverd worden zijn meervoudige en enkelvoudige koolhydraten, vezels, vocht, vitamines en mineralen evenals een aantal anticarcinogene stoffen die nog niet (allemaal) gekend zijn. Groenten en fruit zijn onderverdeeld in twee aparte groepen (blokken) omdat ze elkaar niet kunnen vervangen, maar elkaar moeten aanvullen. In totaal zouden we minstens 300 g groenten en 2 tot 3 stukken fruit per dag moeten eten. Deze aanbevolen hoeveelheid groenten wordt best bereikt door zowel bereide groenten als rauwkost te eten, verspreid over de verschillende maaltijden. De warme maaltijd moet steeds een ruime portie groenten bevatten: minstens 200 gram na bereiding of 250 gram rauw gewicht. Bij de broodmaaltijd kan best 100 gram rauwkost geconsumeerd worden. Ook de tussendoortjes of het ontbijt mogen best een groentetintje krijgen. De aanbeveling 2 tot 3 stuks fruit of (250 tot 375 gram) kan niet overgezet worden naar 250 375 gram gedroogd fruit, gezien gedroogd fruit veel geconcentreerder is aan suikers dan vers fruit en zo tot een te hoge calorie-inname zou leiden. Laag 4: Melkproducten en vlees, vis, eieren, sojaproducten, peulvruchten en noten Melkproducten, vlees, vis, eieren, sojaproducten, peulvruchten en noten zijn de voornaamste eiwitleveranciers, maar leveren daarnaast ook vetten, mineralen (o.a. calcium, ijzer en zink) en vitamines (o.a. vitamine A, D en B). Volgens de voedingsaanbevelingen zou er gestreefd moeten worden naar een eiwitinname die 10% van de dagelijkse energie levert. Melk en melkproducten vormen een afzonderlijke groep (blok) in de driehoek omwille van hun calciumaanbreng. Dagelijks 3 tot 4 glazen melk (450 – 600 ml), melkproducten of calciumrijke vervangende producten en 1 tot 2 sneden kaas (20 – 40 g) zorgen voor het nodige calcium. In de groep van vlees, vis en eieren zijn ook de sojaproducten, peulvruchten en noten opgenomen als alternatieve eiwitleveranciers ter vervanging van vlees. Volgens de aanbevelingen is een dagelijkse consumptie van 75 tot 100 g voor de producten van deze laatste groep voldoende. Vetrijke dierlijke producten zijn meestal rijk aan cholesterol, waardoor het gebruikt dient beperkt te worden. Laag 5: Vetten Vetten worden beschouwd als een aparte groep omwille van de aanbreng van essentiële vetzuren, vetoplosbare vitamines en de benodigde dagelijkse hoeveelheid energie. Per gram levert vet bijna 2 maal zoveel energie als eiwitten en koolhydraten. De totale vetopname mag maximaal 30% bedragen van de totale energieopname, waarbij maximaal 10 energiepercenten afkomstig mogen zijn van verzadigde vetten en minimum 3 tot maximaal 7 energiepercenten van meervoudig onverzadigde vetzuren. De rest van de 30 energiepercenten wordt dan (in een ideale situatie) aangebracht door mono-onverzadigde vetzuren. Het cholesterolgehalte in de voeding mag maximaal 300 mg per dag bedragen. Aangezien vet in vele andere voedingsmiddelengroepen verborgen aanwezig is, moet de groep vetstoffen op zich erg klein zijn. Een mespuntje smeervet per boterham en 1 eetlepel bereidingsvet per persoon voor de warme maaltijd zijn dan ook meer dan voldoende. Doordat EPIC een schatting maakt van het ingenomen bereidingsvet en niet van het vet gebruikt tijdens de bereiding is de vergelijking met de aanbeveling bemoeilijkt.
- 166 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Laag 6: De restgroep of extra’s Tot de restgroep behoren alle zoetigheden, snoepjes, alcoholische en suikerrijke dranken, mayonaise, en andere lekkernijen. Deze top van de piramide wordt doelbewust blanco gelaten om er geen nadruk op te leggen. De voedingsmiddelen van deze restgroep mogen dan ook slechts met mate geconsumeerd worden. Daar de consumptie van voedingsmiddelen die in deze groep geklasseerd worden niet noodzakelijk is, staat deze los van de andere groepen. De voedingspiramide, ontwikkeld door de Franse Gemeenschap, geeft een aanbeveling voor rode wijn (wat in de Vlaamse voedingsdriehoek tot de restgroep behoort) van 0 tot 2 glazen per dag (Figuur V.1. 2) (http://www.healthandfood.be/html/nl/piramide.htm). Figuur V.1. 2: De voedingspiramide van de Franse Gemeenschap
- 167 -
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004
Referentielijst
1.
Sandstrom B. A framework for food-based dietary guidelines in the European Union. Public Health Nutr. 2001;4:293-305.
2.
Preparation and use of food-based dietary guidelines. Report of a joint FAO/WHO consultation. FAO/WHO. World Health Organ Tech.Rep.Ser. 1998;880:i-vi, 1-108.:i-108.
3.
De Voedingsdriehoek: een praktische voedingsgids. Gezondheidspromotie (VIG).
4.
De actieve voedingsdriehoek. 2005. Brussel, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG).
- 168 -
2003. Brussel, Vlaams Instituut voor