Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 Aanwezig Voorzitter Commissiegriffier
: Mw. L. Koenen-Wilson : mw. H. Tjon-Kwan-Paw
Commissieleden
: mw. A. Carr, PvdA; M. Idsinga, PvdA; mw. B. Kwayie, PvdA; mw. A. Osei, PvdA; L.N. Parsan, PvdA; mw. A. Alcántara, PvdA; mw. C. de Boer, D66-OZO; W. Methorst, D66-OZO; R. Ristie, D66-OZO; E. Meyer, VVD; mw. D. Badal, VVD; H. Viel, GL; I. Leeuwin, GL; S. Blom, GL; E. v.d. Brink, SP; mw. F. Lap, SP; H. Res, CDA; mw. S. Caster - Esseboom, CU en mw. A. Saranjam, Nieuwe Stijl Socialisme
Portefeuillehouder
: mw. M. Dalgliesh, U. Vyent, E. Jaensch
Ambtenaren
: G.J. Mense, mw. N. Severijn
Afwezig Met bericht
: J. Olsen, CU
Verslag
: V. Sandfort (Dutch Office Support) Voorafgaand aan het officiële gedeelte presenteert JARZO (Jongerenadviesraad Zuidoost) het werkplan JARZO 2011. Na de presentatie stelt de commissie vragen ter verduidelijking.
1. 2.
3.
4.
5. 6. 7.
8.
9.
A. ALGEMEEN A1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent het officiële gedeelte van de vergadering om 20:40 uur en heet de aanwezigen welkom. Ze wenst de aanwezigen het beste voor 2011 en hoopt dat in harmonie kan worden gekomen tot het realiseren van de gestelde doelen. De agenda wordt vastgesteld. A2. Mededelingen De voorzitter meldt er zich twee insprekers hebben gemeld voor agendapunt B2. Daarnaast zijn er veel vragen binnengekomen voor het vragen halfuurtje van de heer Ristie van D66/OZO. Ze wijst erop dat de vragen 11, 12 en 13 al op de actielijst staan. Afmelding: dhr. Olsen. Mw. Dalgliesh meldt dat de heer Jaensch later komt. De voorzitter deelt mee dat mevrouw Saranjam een vraag met betrekking tot het functioneren van Swazoom en MaDi heeft neergelegd naar aanleiding van een onderzoek van de Rekenkamer over de welzijnssubsidie. Deze vraag wordt meegenomen naar het agendaoverleg om te kijken hoe dit gecombineerd kan worden want MaDi valt gedeeltelijk onder de commissie Werk en Diversiteit. Ze vraagt mevrouw Saranjam om in een notitie voor de griffie aan te geven wat zij precies wil bespreken. Er zijn geen verdere mededelingen. A3. Vragenhalfuurtje Dhr. Ristie, D66/OZO stelt een aantal vragen: a. Uit de wandelgangen is vernomen dat de buurtcentra sinds 1 januari buurthuizen gaan heten. Hoe is dit gecommuniceerd zodat alle bewoners van Amsterdam Zuidoost daarvan op de hoogte zijn of worden gebracht? En op welk termijn? b. In antwoord op eerder gestelde vragen (commissie van 20 oktober 2010) heeft portefeuillehouder Dalgliesh geantwoord dat er een principebesluit is genomen om slechts 4 buurthuizen in Zuidoost open te houden. Wat is de toekomst van de overige buurtcentra zoals Hofgeest, Reigersbos, Anansi? Hoe zit het met de vorig jaar uitgezette bestuursopdracht om te bezien wat er met de panden gaat gebeuren? Onder welke condities kunnen deze buurthuizen alsnog worden ingezet om laagdrempelige buurtgerichte activiteiten te doen plaatsvinden? Is de portefeuillehouder bereid om gedurende 3 jaar op basis van een stadsdeelbijdrage gelijk aan de huurpenningen in buurthuis Hofgeest sociaal maatschappelijke dan wel culturele initiatieven daar te laten plaatsvinden? Wat zullen daarvoor de condities moeten zijn?
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 1 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 c. d. e.
f.
g.
h.
i.
10.
11.
12.
13. 14.
15. 16.
17.
Hoe vindt de huidige communicatie tussen Swazoom en de bewoners plaats als het gaat om activiteiten zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen? Wat zijn de actuele plannen ten aanzien van het voorgenomen multifunctioneel gebruik van de ontmoetingsruimte in wooncentrum De Drecht ? Is het de portefeuillehouder bekend dat de huidige beheerder van het wooncentrum De Drecht Stadgenoot , voornemens is om de ingehuurde ex-Cordaan medewerkers te laten vervangen door beveiligingsfunctionarissen die het helpen bij kleine klusjes in de woningen van de bewoners niet (meer) in hun takenpakket hebben? Zo nee, is de portefeuillehouder bereid zich hiervan te vergewissen en zo ja, is de portefeuillehouder met de heer Ristie van mening dat dit een verarming van de dienstverlening aan ouderen betekent en wat kan/mag de portefeuillehouder hieraan doen? Is het de portefeuillehouder bekend dat er sprake is van grote leegstand in de Drecht en dat er woningen op het moment buiten de huur worden gehouden? Zo ja, wat is de werkelijke reden hiervan? Voldoet Holendrecht aan alle eisen die er gesteld worden aan de status die het heeft als woonservicewijk? Zo niet, in hoeverre is deze status in gevaar, welke maatregelen worden er getroffen om deze eisen voor de status op peil te houden en zijn er omstandigheden die op het moment van uitvoering van het overbruggingsplan Holendrecht bedreigend kunnen zijn voor deze status? Kan het DB de commissie in aanloop naar de realisatie van een multicultureel gezondheids kenniscentrum een startnotitie doen toekomen waarin de grote lijnen van zo’n kennis (bevorderings)centrum voor zorg en welzijn haar beslag kan krijgen? Wat is het verloop van de voornemens om de ouderenadviesraad onder te brengen in een WMO adviesraad? Welke stappen zijn er reeds in die richting gezet en welke bestuurlijke afwegingen liggen hieraan ten grondslag?
Mw. Dalgliesh vertelt dat de nieuwe naam voor de community centers op 12 januari jl. bekend is gemaakt tijdens de nieuwjaarsreceptie. Daarbij is ook een prijs uitgereikt aan degene die de leukste argumenten had om tot een andere naam te komen. Na 12 januari is er een verslag van de nieuwjaarsreceptie op de website geplaatst. In de eerstvolgende stadsdeelkrant zal hier ook aandacht aan besteed worden. Via de buurthuizen zelf zullen de bewoners ook over de nieuwe naam worden geïnformeerd. Ze heeft een bestuursopdracht laten opstellen om te kijken wat er gaat gebeuren met de drie panden die overblijven. Het stadsdeel is bezig met een inventarisatie van partijen die eventueel belangstelling hebben om deze locaties kostendekkend te huren. Ze verwacht hierover in maart een terugkoppeling vanuit het ambtelijk apparaat. De commissie kan dan in april/mei geïnformeerd worden. Over de huidige communicatie tussen Swazoom en de bewoners meldt zij dat tijdens de vorige commissiebijeenkomsten besproken is hoe dit via website, folders, flyers en brochures gebeurt. Zodra er binnenkort programmaraden zijn zullen ook langs die weg de activiteiten bij de bewoners kenbaar worden gemaakt. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt of er in de buurtcentra die overblijven tot maart, wanneer er meer duidelijk moet zijn, gewoon activiteiten zullen plaatsvinden. De voorzitter wijst erop dat er geen aanvullende vragen kunnen worden gesteld. Ze gaat ervan uit dat de portefeuillehouder deze vraag meeneemt en hier later op terugkomt. Als de beantwoording van de vragen te lang duurt kan de heer Ristie ze opnieuw schriftelijk of één op één bij de portefeuillehouder stellen. Dhr. Vyent beantwoordt de vragen die zijn portefeuille betreffen. Bij hem zijn geen plannen bekend ten aanzien van het multifunctioneel gebruik van de Drecht. Stadgenoot en Cordaan zijn wel aan het nadenken of het activiteitencentrum meer dan nu gebruikt kan worden voor bewoners buiten het ouderencentrum. Er zijn hiervoor nog weinig concrete voorstellen gedaan. De beheerders, die ook kleine klusjes voor de bewoners opknapten, gaan verdwijnen. De receptiefunctie in de Drecht wordt op dit moment door de bewoners zelf gefinancierd. Het voorstel is om het gebouw aan te passen met een belpaneel zodat niemand meer zomaar naar binnen kan. Stadgenoot moet hier nog over beslissen. Het gaat in de Drecht om zelfstandige woningen zonder zorgvoorzieningen. Klushulp is via Stadgenoot, het stadsdeel, Humanitas en MaDi beschikbaar. Het DB heeft niet de indruk dat dit een verarming is van de voorzieningen. Het bespaart de Drechtbewoners wel extra huurkosten.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 2 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 18.
19. 20. 21.
22.
23.
24.
25.
De portefeuillehouder is niet bekend met een grote leegstand in de Drecht. Stadgenoot probeert verandering te brengen in de huidige leegstand. Door de binnen- en buitenruimte op te knappen wil men de veiligheid vergroten. Volgens de laatste gegevens zijn er geen woningen die buiten de huur worden gehouden. Hij beaamt dat Holendrecht voldoet aan de eisen van een woonservicewijk. Hij is niet bekend met de gedachte over een multicultureel gezondheidskenniscentrum. Hij hoort graag wat de gedachte is achter het opvragen van een startnotitie. Er zijn nog geen concrete voornemens om de ouderenadviesraad onder te brengen in een WMO adviesraad. Er zijn wel aftastende gesprekken geweest met de WMO-adviesraad over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de adviezen. Hij wijst erop dat sommige leden deel uit maken van beide adviesraden en dat er overlap is in het soort onderwerpen dat aan bod komt wat zou pleiten voor een samenvoeging. Binnen de heroverwegingen wordt ook gekeken naar een andere manier van organiseren. De jongerenadviesraad JARZO valt hier buiten. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt nogmaals welke maatregelen er genomen worden om de eisen voor de status van woonservicewijk voor Holendrecht op peil te houden en of er omstandigheden zijn die op het moment van uitvoering van het overbruggingsplan Holendrecht bedreigend kunnen zijn voor deze status. Dhr. Vyent ziet geen bedreiging voor deze status als het overbruggingsplan ten uitvoer wordt gebracht. Hij neemt aan dat de maatregelen die nodig zijn om de status van woonservicewijk vast te houden genomen zijn. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt naar de criteria op het voorzieningengebied die ten grondslag liggen aan de status van woonservicewijk. Hij gaat ervan uit dat aan al deze criteria voldaan wordt. Bij het overbruggingsplan kunnen er omstandigheden zijn die gaan tornen aan die criteria. Dhr. Vyent geeft aan dat dit niet het geval is. A4.
26.
27.
28. 29.
30.
31.
32. 33. 34.
35. 36. 37.
38.
Conceptverslagen en actielijst
a. Conceptverslag commissie Welzijn 7 december 2010 De voorzitter meldt naar aanleiding van de vraag van mevrouw Van den Brink op pagina 1, dat wat mevrouw Van den Brink zei kort weergegeven werd en niet wat de insprekers zeiden. Wat de insprekers zeggen wordt nooit genotuleerd. Mw. Van den Brink, SP wijst erop dat wat de insprekers zeggen wel als bijlage bij het verslag gevoegd wordt. Het gaat haar erom dat dit niet alleen wordt rondgedeeld, maar dat dit ook voor de toekomst vastligt. Hetzelfde geldt voor de commissie ROVB. De voorzitter zal dit meenemen en er voor zorgen dat dit wel wordt meegenomen want het hoort erbij. Mw. Saranjam, NSS wil de constructie “Ze vindt het verder jammer dat men van 6 community centers terug is gegaan naar 4” vervangen door ”Ze vindt het verder jammer dat men van 8 buurthuizen terug is gegaan naar 4 community centers” op pagina 7, punt 115. Mw. De Boer, D66/OZO merkt op dat de op pagina 2, punt 33 door mevrouw Dalgliesh toegezegde stand van zaken met betrekking tot de stadsdeeltafels in januari niet op de agenda voorkomt. Ze constateert daarna dat dit op de termijnagenda is geplaatst. Dhr. Ristie, D66/OZO vindt het belangrijk dat de commissie daar vóór de behandeling op 8 februari over kan beschikken. De toezegging was dat dit in januari zou gebeuren en hij vraagt wanneer dit in januari is gepland. De voorzitter wijst erop dat de commissieleden de stukken altijd 14 dagen van tevoren ontvangen. Mw. Caster, CU vraagt of de op pagina 6, punt 94 “eerder genoemde adressen” veranderd kan worden in “niet bekende adressen”. Bij punt 100 op dezelfde bladzijde vertelt mevrouw Dalgliesh dat ze het bedrijfsplan en de werkbegroting van de community centers ter beschikking zou stellen van de commissie, maar dit is nog niet gebeurd. Ze vraagt of dit meegenomen kan worden bij de actielijst. Ze vraagt tenslotte of de toezegging naar aanleiding van pagina 9, punt 156, ook op de actielijst gezet kan worden. De voorzitter beaamt dat alle toezeggingen op de actielijst horen en zal dit laten aanpassen. Daarmee is het verslag vastgesteld. b. actielijst De voorzitter wijst erop dat bij het vorige overleg afgesproken was dat het eerste actiepunt in de zomer terug zou komen. Ze zal dit rondje langs de sportvelden, eventueel aangevuld met andere
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 3 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011
50.
sportactiviteiten, persoonlijk trekken en zal dit in maart uitzetten in de hoop op mooi weer. Dan zal zij een nieuwe oproep doen en verwacht zij massale belangstelling. De bij actiepunt 3 genoemde punten zullen tegelijkertijd beantwoord worden en naar de commissie terugkomen. Ze denkt dat dit in februari afgewikkeld is. Actiepunt 4 was onduidelijk en zou worden nagekeken. Dhr. Ristie, D66/OZO denkt dat de actielijst hier en daar geactualiseerd kan worden. Hij wijst op eerder gedane toezeggingen die niet in de lijst voorkomen. Hij noemt punt 154 van het verslag, de criteria die aan de aanbesteding aan iNFacilities gesteld zijn. Dit zou worden opgestuurd maar is niet ontvangen. De voorzitter herhaalt dat net is aangegeven dat alle gedane toezeggingen op de actielijst zullen verschijnen. In het agendaoverleg zal bepaald worden wat er in het vakje “opmerkingen” als datum geplaatst zal worden. Voor actiepunt 3 ligt er een toezegging van het sectorhoofd om de punten geclusterd en schriftelijk te beantwoorden. Actiepunt 6 komt naar de commissieleden toe. Actiepunt 7 is ook onduidelijk en wordt nagekeken. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt naar actiepunt 5. Op 9 november 2010 heeft de heer Vyent toegezegd de commissie te laten beschikken over de resultaten van een benchmark met betrekking tot theaters. Deze resultaten zouden al bekend zijn. De voorzitter geeft aan dat dit op het volgende agendaoverleg besproken zal worden. Ze zegt een inhaalslag toe voor de actiepunten die zijn blijven liggen en verwacht dat dit in februari weer ingelopen is. Dit geldt ook voor actiepunt 7. Mw. Dalgliesh, PvdA merkt op dat de toezegging in de vergadering van november is gedaan. Volgens haar heeft dhr. La Rose dit punt bij de begrotingsbehandeling in december al beantwoord. Mw. Osei, PvdA merkt ten aanzien van de stageplekken op dat er een motie is ingediend en dat dit punt dus van de actielijst af kan. De voorzitter geeft opnieuw aan dat de actielijst in februari up-to-date gemaakt zal worden.
51.
A5. Raadsadressen Er zijn geen raadsadressen.
39. 40. 41.
42.
43. 44. 45.
46.
47. 48. 49.
52.
53.
54.
55. 56.
57.
58. 59.
B. BESPREEKPUNTEN ONDERWIJS b.1 Goedkeuring Begroting 2011 stichting Sirius De voorzitter benadrukt dat het beleid besproken moet worden en dat het de bedoeling is om technische vragen schriftelijk te stellen. Die zullen dan vóór de raadsvergadering beantwoord worden. Mw. Carr, PvdA beaamt dat de begroting een technisch verhaal is. Ze vraagt naar aanleiding van het project dat Sirius doet met de HvA, waarbij nieuwe leerkrachten getraind en begeleid worden, of het ook niet mogelijk is om nieuwe leerkrachten in Zuidoost te laten tekenen dat zij minimaal 5 of 10 jaar in Zuidoost les blijven geven. Ze vindt het jammer dat Zuidoost investeert in deze mensen waarna ze vaak al snel elders solliciteren. Ze vraagt of de portefeuillehouder met Sirius aan tafel wil gaan zitten om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Ze denkt dat dit binnen de CAO niet verboden is maar het moet nog uitgewerkt worden. Dhr. Res, CDA denkt dat wat mevrouw Carr zegt veel te ver gaat. In Europa is afgesproken dat mensen veel vrijheden hebben. Mw. Carr, PvdA verwijst naar commerciële bedrijven waarbij men wel werknemers aan zich kan binden nadat het bedrijf in hen heeft geïnvesteerd. Ze zou niet weten waarom dit niet bij overheden mogelijk is. Dhr. Res, CDA geeft als voorbeeld hoe dit bij voetballers werkt: deze hebben ook contracten waar alles is vastgelegd, maar ze hoeven maar naar de Raad van Europa te gaan en kunnen kiezen naar welke club ze willen. Mw. Carr, PvdA wil alleen aangeven dat er een mogelijkheid zou moeten zijn om mensen waarin geïnvesteerd is te binden. Dhr. Meyer, VVD denkt dat mevrouw Carr een juiste richting te pakken heeft en dat er gekeken moet worden naar wat er juridisch mogelijk is. Hij gelooft niet dat mensen voor een periode vastgelegd kunnen worden maar wel dat de opleidingskosten of investeringskosten teruggevorderd kunnen worden. Dat moet vastgelegd worden.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 4 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 60. 61.
62.
63.
64.
65.
66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76.
77.
78.
79.
80. 81.
82.
Mw. Carr, PvdA vindt dit een goede suggestie. Zij geeft alleen de kaders aan en gaat er vanuit dat dergelijke oplossingen na het gesprek tussen de portefeuillehouder en Sirius op tafel zullen komen. Mw. De Boer, D66/OZO denkt dat de situatie in het onderwijs anders ligt dan bij het bedrijfsleven. De opleiding betaalt aan Sirius voor het plaatsen van die stagiaires. De investering wordt niet per persoon gedaan maar voor de begeleiding van een aantal personen. Als iemand een opleiding doet kunnen daar eisen aan gesteld worden. Die opleiding vindt echter niet bij Sirius maar bij een school plaats. Het wordt moeilijk om op basis daarvan iemand voor een aantal jaren vast te leggen. Ze gelooft wel dat er iets mogelijk is met secundaire arbeidsvoorwaarden, maar niet dat mensen vastgelegd kunnen worden. Mw. Carr, PvdA laat de uitwerking hiervan graag aan anderen over. Ze wijst erop dat begeleiding een onderdeel is van de opleiding. Aan de begeleiding zit een bedrag gekoppeld en het bedrag voor meerdere personen zou gedeeld kunnen worden door het aantal personen. Ze laat het aan de portefeuillehouder en Sirius over om in detail naar de mogelijkheden te kijken. Ze denkt dat haar vraag naar het bedrag van de bruidsschat geen technische vraag is. Op pagina 2 wordt aangegeven dat dit bedrag pas vastgelegd wordt bij de jaarrekening maar ze denkt dat het niet goed vermeld staat. Als het genoemde bedrag aangehouden wordt, dan is dit ook al is vastgelegd. Ze hoort hier graag de portefeuillehouder over. Bij de opgegeven doelstellingen van Sirius mist de PvdA de meetbaarheid daarvan. In de begroting zijn een aantal algemene indicatoren neergelegd, maar omdat het om grote bedragen gaat moeten er meer specifieke indicatoren gebruikt worden. In 2010 heeft de heer Asscher van de gemeente Amsterdam de raad een lijst doen toekomen met daarop de zeer zwakke scholen. Vier scholen van Sirius vallen daaronder. De PvdA wil graag weten hoe Sirius deze vier scholen weer van de lijst denkt te krijgen. Mw. Osei, PvdA mist de onderbouwing van de teruglopende leerlingenaantallen. Dhr. Viel, GL spreekt de waardering van GL uit voor de inspanningen die de leerkrachten en directies van alle basisscholen hebben gepleegd het afgelopen jaar. Hij vraagt naar de rapportage voortgang verbetering van het hele basisonderwijs. Hij wil ook weten of bij de jaarrekening 2011 een bijlage komt over de besteding van de bruidsschat. Verder vraagt hij in hoeverre er rekening gehouden wordt met de luchtkwaliteit in de leslokalen in verband met ziekteverzuim. Ook wil hij weten wanneer het huisvestingsplan basisonderwijs te verwachten is. Hij wijst de portefeuillehouder op het risico bij aanbestedingen en noemt de minder goede ervaringen hiermee bij de OSB. GL ziet graag in het Sirius-verslag opgenomen hoeveel scholen er deelnemen aan natuur- en milieu educatie. Er wordt niets over vermeld terwijl er wel apart beleid voor is. In 2011 loopt het mentorproject af en hij vraagt hoe hier verder mee wordt gegaan. GL mist informatie over de ouderparticipatie in het verslag. Dhr. Meyer, VVD constateert dat Sirius op afstand staat en dat het vaststellen van de begroting een formaliteit is. Hij wil de begroting benaderen vanuit de wettelijke verantwoordelijkheid die de commissie heeft en zorgen voor continuïteit en kwaliteit van het onderwijs in Zuidoost. De begroting voor 2011 ziet er goed uit maar er zijn wel enkele zorgpunten. Het ziekteverzuim ligt erg hoog hoewel dit landelijk ook het geval is vergeleken met het bedrijfsleven. Hij gelooft dat een organisatie een ambitie moet hebben in haar taakstelling en dat het mogelijk zou moeten zijn om het ziekteverzuim van 7,74% naar 5% te verlagen in twee jaar. Hij begrijpt dat het inhaaltraject voor de kwaliteit in 2013 stopt, zoals bij de meerjaren balans op pagina 23 wordt gemeld. Hij vraagt de portefeuillehouder om met Sirius te overleggen over hoe de kwaliteit daarna geborgd kan worden. Bij de meerjarenbegroting constateert hij dat de reserves verminderen. Ook uit hij zijn zorg ten aanzien van de pot voorziening groot onderhoud die langzaamaan verdampt. Er moet op een gegeven moment een ombuiging komen op de lijn die ingezet wordt. Mw. De Boer, D66/OZO heeft met plezier kennisgenomen van de meerjarenbegroting. Ze vraagt naar aanleiding van pagina 6 en 13 dat er €100 per kind ten goede komt aan managementondersteunende functies. D66/OZO ziet liever dat dit de ondersteuning in de groep ten goede komt want de post bestuursbureau is al stevig. Bij elkaar wordt de overhead erg groot. De post bestuursbureau op pagina 22, met aan personele lasten €1,2 mln, vindt zij behoorlijk stevig. De verhoging van de scholenafdracht, van 4 naar 7% door het wegvallen van een subsidie van OCW, is ongewenst. D66/OZO denkt dat de scholen dit geld beter kunnen gebruiken en vraagt daarom het DB en Sirius om te kijken naar andere oplossingen. Als het onderwijs moet bezuinigen, dan moet het bestuur ook bezuinigen.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 5 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 83.
84.
85. 86.
87. 88.
89.
90.
91. 92.
93. 94. 95.
D66/OZO vindt het startersproject prima maar het betekent wel een extra belasting voor de begeleidende leerkracht die toch al kampt met een hoge werkdruk, zeker in Zuidoost. Ook hier kan extra ondersteuning in de klas, door onderwijs ondersteunend personeel, een oplossing bieden. D66/OZO vraagt dan ook of er een groot verloop is onder de leerkrachten, hoe groot dat is en of er veel vacatures open staan. Er is aangetoond dat de luchtkwaliteit van het binnenklimaat van de meeste scholen slecht tot zeer slecht is. Haar partij vindt dat heel zorgelijk en het feit dat in het pilotproject van de gemeente maar 3 van de 14 scholen anticiperen is weinig. D66/OZO vraagt dan ook aan het DB om samen met Sirius te kijken naar uitbreiding van dat aantal. D66/OZO komt mogelijk met een motie over dit onderwerp. Ze vraagt of er al een asbestinventarisatie is geweest. De meerjarenbegroting ziet er heel ambitieus uit, zet terecht in op kwaliteitsverbetering en ziet er solide uit. Er wordt veel inzet gepleegd op VVE en daar kan D66/OZO zich in vinden. Ze adviseert Sirius om bij het meerjarenplan vooral in te zetten op onder- en middenbouw want daar worden de fundamenten gelegd. Ze vraagt waar de intensieve samenwerking bij VVE met DMO uit bestaat, buiten de financiële relatie. Haar partij juicht de instelling van een kwaliteitsmonitor toe want net als de PvdA mist D66/OZO ook een meetinstrument. Op het gebied van rekenen en taal dienen er frequente meetmomenten te zijn naast de CITO-toetsen. Die meetmomenten moeten ook gericht zijn op het bovengemiddeld presteren en niet alleen op onderpresteren. Het hanteren van de CITO-eindscores als effectindicator is erg mager zolang het instroomniveau niet in kaart is gebracht. Het is belangrijker hoe de schooladviezen liggen en ook geven de inspectierapporten een goede indicatie van de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Het is tragisch dat 4 scholen nog onvoldoende scoren. De jaarlijkse visitatierapporten geven misschien wel een indicatie van effectiviteit van de extra inzet. Ze acht een positieve insteek ten aanzien van het personeel noodzakelijk. Het instroomniveau is meer bepalend voor de achterblijvende kwaliteit dan minder presterende leerkrachten. De extra arbeidsvoorwaarden op pagina 10 zijn erg matig. Ze mist de hulp bij het zoeken naar huisvesting. Ze vraagt of bij het DB en Sirius bekend is dat aanpalende gemeenten dit soort secundaire voorwaarden wel bieden. Sirius wordt gecomplimenteerd met de ingeslagen weg en de getoonde inzet om het beleid om te buigen en D66/OZO kan akkoord gaan met de begroting. Dhr. Res, CDA constateert dat de zorg om kwaliteit elk jaar terugkomt en vraagt zich af of voldoende is beschreven wat men hier wil halen. Dit geldt ook voor de stimulering van het bewegingsonderwijs. Dit zijn zaken voor het bestuur en de school zelf. Zijn partij kan goed leven met de begroting en gaat hier in de raad ook akkoord mee. Mw. Lap, SP kan nergens de saldi terugvinden. Mw. Van den Brink, SP merkt op dat het verwachte exploitatiesaldo 2011 wél en het saldo van 2010 niet genoemd wordt en vraagt om een toelichting. Mw. Caster, CU gaat akkoord met de begroting.
Beantwoording vragen door de portefeuillehouder mevrouw Dalgliesh 96. 97.
98.
99.
Mw. Dalgliesh denkt dat het verstandig is om voortaan ook de voorzitter van Sirius te vragen om aanwezig te zijn om vragen te beantwoorden want zij kan ze niet allemaal beantwoorden. Het stadsdeel is tevreden met de door Sirius ingebrachte begroting. Er is in een aantal sessies een vooroverleg geweest waarin ook aangeven is waarmee rekening gehouden diende te worden bij het opstellen ervan. In het algemeen is Sirius bezig met twee kwaliteitsverbeteringstrajecten. Dat is niet alleen een zorgpunt van de commissie maar ook van de portefeuillehouder. De kwaliteit van het basisonderwijs in Zuidoost blijft een zorgpunt. Vanuit het stadsdeel en de gemeente worden twee verbetertrajecten ingezet en Sirius gaat daar ook bedragen voor wegzetten om wat er in gang is gezet te borgen zodat daar voortgang kan plaatsvinden. Op de termijnagenda voor februari heeft zij ruimte gevraagd om aandacht te besteden aan allerlei projecten zoals het mentortraject, VVE, Brede School en het kwaliteitstraject van de gemeente Amsterdam. Recentelijk is de voortgang van het laatste onderwerp stedelijk bekeken. Hieruit bleek dat verschillende scholen leerwinst boeken als gevolg van dit traject. Dit verloopt, net als Omdat Elk Kind Telt, langzaam, maar de inspanningen moeten volgehouden worden om tot de gewenste resultaten te komen, zoals de wens om meer leerlingen uit Zuidoost door te laten stromen naar HAVO en VWO. Zij denkt in het algemeen dat het stadsdeel ervoor moet zorgen dat leerkrachten een stimulerende omgeving aangeboden wordt, zodanig dat ze graag in Zuidoost werken. Daarbij moet de omgeving
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 6 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011
100.
101.
102. 103. 104. 105.
106.
107. 108.
109.
110. 111. 112.
113. 114. 115.
116. 117. 118. 119. 120. 121.
122.
niet tot een hoog ziekteverzuim leiden, waar Sirius aan werkt. Het kan altijd beter maar er moet geroeid worden met de riemen die er zijn. Ze is bereid om met Sirius te praten over mogelijkheden waardoor mensen langer aan het stadsdeel gebonden kunnen worden. Ze wijst op de mogelijkheid om sneller een woning te krijgen zoals dit in het verleden ook mogelijk was hoewel dit niet veel heeft opgeleverd. Ze neemt dit zeker mee. De bruidsschat van €582.000 wordt tot 2012 jaarlijks door Sirius ontvangen. Per 1 januari 2008 is het totale bedrag dat Sirius meegekregen heeft €3,5 mln. Ze verwijst naar pagina 11. Bij de jaarrekening moet Sirius aantonen dat dit bedrag ook besteed is aan de doelen waarvoor het gegeven is. Als er minder wordt uitgegeven, dan ontvangt men ook minder en schuift het bedrag door. Ze vraagt om een toelichting bij de vraag over de indicatoren. Mw. Carr, PvdA geeft aan dat de PvdA dit een forse investering vindt en graag meetbare indicatoren bij de begroting ziet. Mw. Dalgliesh beaamt dat de indicatoren ontbreken. Ze vraagt of het gaat om de aantallen leerlingen die per middelbare schooltype afgeleverd worden. Mw. Carr, PvdA verwijst naar de meetbare indicatoren die de gemeente Amsterdam gebruikt om vast te leggen of het een zwakke school betreft. Nu weet men in Zuidoost niet of het de goede kant opgaat met Sirius. Mw. De Boer, D66/OZO denkt dat belangrijk is om eerst het instroomniveau duidelijk te krijgen want dat bepaalt in sterkere mate dan de CITO-score het uitstroomniveau. De kwaliteit van de scholen gaat vooruit als de resultaten van laagingestroomde kinderen omhoog gaan. Dat wordt nu niet gemeten. Alleen met de CITO-toets meten is heel mager. Dhr. Methorst, D66/OZO vult aan dat bij de Polsstok kinderen in groep 8 begeleid worden naar de middelbare school en daarna langer in de gaten worden gehouden hoe het verder met ze loopt. Mw. Dalgliesh vindt de opmerkingen van mevrouw Carr en mevrouw De Boer terecht. Er wordt stedelijk gewerkt aan een kwaliteitskader waarbij gekeken wordt naar het meten van het leerrendement. Dhr. Mense voegt toe dat er stedelijk door DMO aan de kwaliteit van het basisonderwijs voor Amsterdam gewerkt wordt. Voor alle scholen wordt een stedelijk kwaliteitskader gemaakt waar het leerrendement op basis van verschillende indicatoren voorop staat. Daar wordt een normering aan opgehangen. Dan wordt duidelijk of een school boven of onder die normering zit. De verwachting is dat dit voor de zomervakantie gereed komt. Mw. De Boer, D66/OZO denkt dat dit nog niets zegt over een individuele school. Een school heeft genoeg gereedschap ter beschikking om de voortgang van kinderen in kaart te brengen. Mw. Dalgliesh merkt op dat dit op dit moment ook op scholen in Zuidoost gebeurt. Door de stedelijke vernieuwing verhuizen mensen, men krijgt minder kinderen en veel mensen brengen hun kinderen niet naar een Sirius-school maar naar Diemen waardoor de geprognosticeerde leerlingendaling van 60 te verklaren is. Ze kan hier geen politieke verklaring voor vinden. Als mevrouw Osei dat wel kan, dan hoort zij dit graag. Mw. Van den Brink, SP stelt dat de vernieuwing van de Bijlmermeer vertraging heeft opgelopen en zij gelooft dat hier ook een deel van de oorzaak in ligt. Mw. Dalgliesh verwijst naar pagina 6 waar een aantal oorzaken worden genoemd. Er zijn drie scholen die meedoen aan een onderzoek naar het verband tussen luchtkwaliteit en ziekteverzuim. Ze neemt de suggestie van de heer Viel mee dat alle scholen hieraan mee zouden moeten doen. Dhr. Viel, GL vraagt of binnen het nieuwe huisvestingsplan dit soort zaken meegenomen kunnen worden. Mw. Dalgliesh bevestigt dat dit gaat gebeuren. Ze neemt ook de vraag over asbest mee. Naar aanleiding van het televisieprogramma over dit onderwerp had zij ook het idee hier iets mee te doen. Ze gelooft dat alle Sirius-scholen meedoen aan natuur- en milieu educatie. Ze is het ermee eens dat het ziekteverzuim omlaag moet. Voor de borging van de kwaliteitsaanpak zijn er in de begroting bedragen opgenomen. Het stadsdeel moet daarnaast een vinger in de pap houden zodat Sirius de trajecten, en de winst die daarbij wordt opgedaan, kan voortzetten. De opmerking van mevrouw De Boer, die de post bestuursbureau op pagina 22 te hoog vindt en daarop zou willen bezuinigen, wordt door mevrouw Dalgliesh meegenomen want ze kan daar nu geen antwoord op geven.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 7 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 123.
124.
125. 126.
127. 128. 129.
130. 131. 132.
133.
134. 135.
136.
137.
138. 139.
140. 141. 142. 143. 144. 145. 146.
Mw. De Boer, D66/OZO wijst er nogmaals op dat het jammer is dat er niemand van Sirius aanwezig is. Het is bijna niet te verantwoorden dat scholen uit hun eigen budget meer moeten gaan betalen om het bestuur in stand te houden. Mw. Dalgliesh suggereert dat er misschien van te voren een inventarisatie van de vragen plaats kan vinden zodat zij dit met Sirius door kan nemen voordat de behandeling in de commissie plaatsvindt. Een aantal van de gestelde vragen zijn technisch, zoals de vragen van mevrouw De Boer, en die zullen schriftelijk beantwoord worden. Verder heeft zij aangegeven dat zij in februari komt met de resultaten van alle projecten (VVE, Brede School, Elk Kind Telt en het kwaliteitstraject van de gemeente Amsterdam) die in Zuidoost lopen. Ze hoopt dan op voldoende tijd om dan ook een brede discussie te kunnen hebben. De voorzitter vraagt of daar veel tijd voor nodig is want anders komt zij niet uit. Mw. Dalgliesh wil dat er dan volop vragen gesteld kunnen worden en het hangt ervan af hoeveel ruimte daarvoor gegeven wordt. Ze denkt hier zeker een uur voor nodig te hebben. Dhr. Methorst, D66/OZO heeft begrepen dat de portefeuillehouder ook nog niet weet wat er met de asbestvraag gedaan moet worden. Hij vraagt of het dan niet slimmer is om de scholen op te roepen om actief te streven naar een asbest-vrij verklaring. De voorzitter vraagt of de portefeuillehouder deze vraag mee wil nemen. Dhr. Viel, GL heeft nog geen antwoord gehad op zijn vraag over de ouderparticipatie. Mw. Dalgliesh verwijst naar de visie en de missie van Sirius op pagina 7 in de meerjarenbegroting. Daar staat dat één van de beleidsdoelstellingen van Sirius is om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Ze is het met hem eens dat daar nog een slag gemaakt kan worden en komt hierop terug. De voorzitter constateert dat dit punt niet naar de raad kan als B-punt om dat D66/OZO nog een motie in het vooruitzicht heeft gesteld, dus gaat het door als A-punt. S&R B.2 Uitvoeringsnotitie Sportbuurtwerk De voorzitter vertelt dat er twee insprekers zijn, de heer Bromet en de heer Van der Linden. Dhr. Bromet spreekt namens de Hofgeestbuurt en geeft aan dat hij graag wil weten wat er met activiteitencentrum Hofgeest gebeurt want de buurtbewoners worden niet op de hoogte gesteld. Van de ene op de andere dag werd duidelijk dat iedereen eruit moest. Hij wijst op sociaal-zwakkere jongeren die nu in de buurt rondlopen en hij vraagt waar ze nu naar toe moeten. De voorzitter gelooft dat het onderwerp buurthuizen niet onder sportbuurtwerk en deze portefeuillehouder valt. De buurthuizen vallen onder mevrouw Dalgliesh en die is net vertrokken. Ze geeft hem de gelegenheid om zijn vraag te stellen en zal hem daarna adviseren om met mevrouw Dalgliesh contact op te nemen. Dhr. Bromet meldt dat de jongeren nu iedere dag vóór het buurthuis zitten te rotzooien. Hij benadert ze iedere dag om met ze te praten maar ze hebben geen andere plaats. Ze zijn gestuurd naar de Verrijn Stuartweg maar daar moeten ze veel geld betalen voor een sportschool. Nu hebben ze niets. Het gaat om meer dan 45 jongens die met kickboksen bezig zijn. Hij zou zijn eigen kinderen niet naar Anansi sturen want dat is omgeven door bos en niet veilig. Hofgeest ligt in een buurt waar iedereen toezicht kan uitoefenen. De voorzitter begrijpt dat er toch een relatie is met sport dus gaat het wel om de juiste commissie. Dhr. Van der Linden ondersteunt de heer Bromet. Hij heeft zelf een ruime ervaring in de bokssport vanuit de Amsterdamse Albert Cuypbuurt en het jeugdwerk waarbinnen mensen betrokken worden. Hij herkende de inzet van de mensen bij buurtcentrum Hofgeest en pleit voor de instandhouding hiervan want er wordt geweldig gewerkt. Daar zijn open deuren waar de jeugd naar binnen kan en ze kunnen knokken en lekker bezig zijn. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt of de heer Van der Linden de indruk heeft dat het stadsdeel niet weet hoe goed de locatie gebruikt wordt. Dhr. Van der Linden beaamt dat. Kampioenen worden geboren in hokken die naar zweet ruiken en niet naar verf. Dhr. Parsan, PvdA vraagt of de insprekers ook contact hebben gezocht met de portefeuillehouder om te vragen naar de reden van het afbouwen van de activiteiten. Dhr. Bromet heeft dit pas gisteren gehoord en heeft toen gelijk gebeld. Dhr. Parsan, PvdA denkt dat het dan voor de hand had gelegen dat de heer Bromet contact opgenomen zou hebben met het stadsdeel met zijn vragen. Dhr. Bromet benadrukt dat er veel talenten uit Zuidoost komen. Mw. Lap, SP vraagt hoe lang deze sportgelegenheid al functioneert.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 8 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 147.
148. 149.
150.
151. 152. 153.
154.
155.
156.
157.
158.
159. 160.
161.
162.
Dhr. Bromet denkt dat het ongeveer 18 maanden loopt. Hij weet niet of het stadsdeel het buurthuis hiervoor subsidieert. De jongens betaalden een kleine bijdrage. Anansi is verlaten en er is geen toezicht. De voorzitter bedankt de beide insprekers. De volgende inspreker is de heer Hellings. Dhr. Hellings is 25 jaar sportadviseur geweest van de gemeente Amsterdam met de nadruk op allochtonen. Hij heeft deelgenomen aan de sportbuurtwerkactiviteiten in Amsterdam en deze ook georganiseerd. Hij onderneemt nu met zijn organisatie vanuit het stadsdeel Zuidoost. Hij heeft tranen moeten laten over het sportbuurtwerk in het stadsdeel want het functioneert niet. Sportbuurtwerk moet een synergie leggen tussen de verschillende bevolkingsgroepen en het moet mensen die weinig draagkrachtig zijn stimuleren tot sportdeelname. Het aanbod van sportbuurtwerk in dit stadsdeel is bedroevend slecht. De nota over het armoedebeleid gaf aan dat veel mensen naar beneden gaan in plaats van omhoog. Sportbuurtwerk kan een oplossing zijn om deze mensen in de gelegenheid te stellen om te sporten voor heel weinig geld. Er wordt nu een dure manager aangesteld. Hij vraagt waar de kickboksers nu terecht kunnen. Hij ziet de andere groepen waar sport noodzakelijk voor is niet terug komen in het sportbuurtwerk. Hij ziet geen verband tussen die groepen en de activiteiten. Dhr. Parsan, PvdA bedankt voor het duidelijke verhaal. Hij vraagt of hij bekend is met het sportplan 2009-2012 waarin een aantal ambities zijn geformuleerd. Dhr. Hellings bevestigt dit. Deze ambities zijn echter veelal gericht op de georganiseerde sport. Dhr. Parsan, PvdA merkt op dat het sportbuurtwerk daar ook in verwerkt is. Er worden daar extra accenten gelegd op het tegengaan van obesitas, wat veel voorkomt in de krachtwijken. Hij vraagt of de heer Hellings de geformuleerde doelstellingen in dat sportplan niet terugziet in de nota. Dhr. Hellings denkt dat voornamelijk Jump-In zich bezighoudt met obesitasbestrijding. Het wordt omarmd door het sportbuurtwerk en veelal door de scholen uitgevoerd. Het sportbuurtwerk heeft daarin eigenlijk geen rol meer want het project loopt al zo lang en wordt ook uitgevoerd door GG&GD. Hij heeft niet het idee dat dit een direct onderwerp voor sportbuurtwerk hoort te zijn. Dhr. Parsan, PvdA gelooft dat sportbuurtwerk als voorportaal fungeert. Er kunnen daarna accenten worden gelegd, bijvoorbeeld een bepaald percentage van de inzet besteden aan een bepaalde doelgroep. Hij vraagt of de heer Hellings die gedachte in de nota mist. Dhr. Hellings bevestigt dit en vraagt of men bekend is met het sportonderzoek van TNO uit 20082009. Daarin wordt heel nadrukkelijk aangegeven waar bepaalde doelgroepen thuishoren. Een obesitas doelgroep hoort daarbij niet thuis in het sportbuurtwerk. Dhr. Meyer, VVD vraagt of het pleidooi van de heer Hellings gezien kan worden als een ondersteuning van de uitvoeringsnotitie waarin gevraagd wordt sportbuurtwerk nieuwe stijl zodanig in te vullen dat een aantal van die doelgroepen duidelijk benoemd staan. Hij denkt dat de heer Hellings op zijn wenken bediend wordt. Dhr. Hellings gelooft niet dat de notitie voldoet aan het sportbuurtwerk. Sportbuurtwerk heeft een heel ander doel. Nu zijn er nog heel veel uren waarop er niet gesport wordt. In de centrale stad is ooit besloten dat 50% van de sporturen voor de buurten zijn. Daar heeft de buurt recht op en daarom kan de buurt zeggen hoe dit in de wijken ingevuld moet worden. Daarnaast is er de verenigingssport en de schoolsport. Hij vraagt zich af wat de resultaten waren van het vorige sportbuurtwerk en wie aan de activiteiten hebben deelgenomen. Hij kan daar niets van terugvinden. Er waren twee sportbuurtwerkers en die zijn nu weg. Er zijn meer vragen die open zijn blijven staan. Nu komt er weer een nieuwe vorm van sportbuurtwerk, terwijl de vorige nog niet echt afgesloten is. Er moet een goede evaluatie komen voordat dit opnieuw geïntegreerd wordt. Dhr. Res, CDA vraagt of er nog meer een sociale component aan sportbuurtwerk toegevoegd moet worden en of er sporten niet bijzitten die er wel bij hadden moeten zijn. Dhr. Hellings heeft begrepen dat het stadsdeel zich richt op 7 sporten. Het gaat niet om een specifieke sport maar om de doelgroepen. Hij weet dat er bewegingsarmoede speelt voor de 55+ groep. Daar moeten dus activiteiten voor worden georganiseerd. Er wordt wel over ouderenparticipatie gerept bij de activiteiten van hun kinderen maar hij vraagt waar de activiteiten voor de ouderen zelf zijn. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt hoe de door de heer Hellings aangegeven incongruïteit tussen wat een sportbuurtwerkcoördinator verdient en wat erin totaal beschikbaar is voor sportbuurtwerk door een andere inrichting ondervangen kunnen worden. Dhr. Hellings heeft gehoord van een project waarin werklozen een sportopleiding volgen in Zuidoost. Voor dat geld kunnen er veel meer mensen worden ingezet bij het sportbuurtwerk. Die dure man is niet echt nodig. In het stadsdeel is al een sportmanager aanwezig, de heer Brown, van het sportcentrum.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 9 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 163.
164. 165. 166. 167. 168.
169.
170. 171.
172. 173. 174.
175.
176.
177.
178. 179. 180. 181. 182.
Mw. Caster, CU vraagt of de heer Hellings bereid is de hele sportnotitie nog eens door te kijken en hierover mee te denken. Ze zou het jammer vinden wanneer er geen gebruik gemaakt zou worden van zijn expertise. Dhr. Hellings voelt zich gevleid, maar merkt op dat dit niet de bedoeling is. De voorzitter meldt dat het de aanwezigen vrij staat om advies in te winnen bij de personen die zij daarvoor geschikt achten. Ze bedankt de inspreker. Ze vraagt of de commissieleden zich tot de hoofdlijnen willen beperken en ook aan willen geven of het stuk als A-punt of B-punt door kan naar de raad. Mw. Caster, CU vindt dat in het stuk duidelijk uitgesproken wordt dat er iets moet gebeuren en daar staat zij achter. Ze vraagt naar aanleiding van de financiële paragraaf (punt 9) of er nagedacht is hoe er omgegaan moet worden met bewoners die zelf helemaal geen budget hebben en geen eigen bijdrage kunnen leveren. Ze vraagt of de genoemde kosten van €70.000 alleen gemaakt worden voor de manager sportbuurtwerk of dat hier ook de beweegmanager van wordt betaald. Ze kan zich voorstellen dat wanneer deze kosten verlaagd kunnen worden, dit ten goede kan komen aan een verlaging van de eigen bijdrage van de bewoners, zodat deelname van alle doelgroepen geoptimaliseerd kan worden. Het budget voor PR van €10.000 lijkt haar weinig voor héél Zuidoost. Ook hier denkt ze dat een verlaging van het managersinkomen meer geld voor PR zou kunnen betekenen. Dhr. Blom, GL was in eerste instantie content met de inhoud van de raadsvoordracht. Hij gelooft dat de portefeuillehouder echt iets heeft gedaan met de opmerkingen die op 28 september 2010 gemaakt zijn. Hij constateert tevreden dat de meeste opmerkingen overgenomen zijn en gelooft zelfs dat er meer is gedaan dan er gevraagd is. Hij vraagt of de aanbesteding naar een overkoepelende organisatie helemaal niet doorgaat omdat daar nu een ambtenaar voor komt. Daarnaast ziet hij niets meer terug over het passensysteem waar vrij lang over is gedebatteerd. Hij heeft gelezen dat er bij het uitlenen van materiaal een pas nodig is en vraagt om wat voor pas dit gaat. Hij vindt het goed om af te stappen van het systeem van subsidie verstrekken. GL staat achter het systeem van het geven van opdrachten. €70.000 voor de kosten van de sportbuurtwerkcoördinator is stevig. GL vraagt om een nadere onderbouwing. Ook het PR-bedrag van €10.000 is niet onderbouwd en hij hoort daar ook graag meer over. In paragraaf 9 wordt gerefereerd aan een te houden onderzoek over sport voor volwassenen en zijn partij wil weten wanneer daar de eerste resultaten van bekend zullen worden. Hij vraagt of dit ook op de actielijst gezet kan worden. Er zou een speciale vereniging gelinkt worden aan een specifieke Cruijff-court omdat dit een betere doorstroming van recreatieve sport naar verenigingssport zou betekenen. Hij vraagt of dan niet de recreatieve sport in het gedrang komt en of buurtbewoners nog evenveel ruimte krijgen om gebruik te maken van de voorziening. Tenslotte merkt hij op dat de sportbuurtwerkmanager in het tweede kwartaal in dienst genomen zal worden waardoor er een onderbesteding is van €23.000 in het eerste kwartaal. Hij vraagt wat de bestemming hiervan wordt. Mw. Badal, VVD merkt op dat in de uitvoeringsnotitie de moties en het commentaar van de commissie verwerkt zijn. Ze ziet dat afgestapt is van de overkoepelende organisatie. Daarnaast is de zorg van de VVD over het ondersneeuwen van kleine organisaties die ook een plek zouden kunnen krijgen in het sportbuurtwerk afgenomen. De VVD ziet graag dat de sportbuurtwerkmanager voldoende competenties heeft en wil afdwingen dat Zuidoost het beste in deze krijgt. In de financiële paragraaf mist zij een opmerking over de eigen bijdrage voor sportactiviteiten voor volwassenen. Verder sluit de notitie aan bij wat er op 14 september is gezegd, dus gaat de VVD akkoord. Ze dringt er tenslotte op aan om de vragen van de inspreker, de heer Bromet, te beantwoorden. Mw. Alcantara, PvdA meldt dat haar fractie akkoord gaat met de raadsvoordracht en zij dankt voor de wijze waarop de reacties van de commissie zijn verwerkt. Het voorstel geeft duidelijke garanties voor de inbreng van de bewoners, zoals in de motie gevraagd werd. De fractie stimuleert samenwerking met de bewoners en bij het aanbod van sportbuurtwerk moet er een accent gelegd worden bij kinderen met obesitas. Er ligt een motie van de PvdA vanaf 2008 waar nog niet aan gewerkt is. Bij de begroting van 2010 heeft de PvdA ook een motie ingediend met betrekking tot cultuur, specifieke en laagdrempelige beweging voor de bewoners. Die motie is ook niet uitgevoerd.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 10 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011
183.
184.
185.
186.
187.
188.
189. 190.
191.
192.
193.
194. 195.
196.
Ze vraagt dan ook wanneer beide moties uitgevoerd gaan worden. Daarnaast vraagt de fractie of er gekeken kan worden naar de subsidierelatie met de huidige aanbieders. Dhr. Idsinga, PvdA wijst erop dat men in eerste instantie over zou gaan tot aanbesteding, waardoor men eerst zou moeten kijken of er een structurele subsidierelatie is met de huidige leveranciers. Nu daarvan wordt afgeweken blijft de vraag in hoeverre er verschuivingen gaan komen, zoals in de percentages jong/oud en meer inspelen op de vraag vanuit de wijk. Hierdoor komt er ook een andere vraag naar de leveranciers en ook dan moet er gekeken worden of er structurele subsidierelaties zijn, of dat een probleem zou kunnen geven en of er niet een signaal zou moeten gaan naar de huidige leveranciers. Er wordt een groot belang gehecht aan ouderparticipatie en de inzet van vrijwilligers. Dit geldt ook voor de sportverenigingen. DMO heeft een aanbod aan de sportorganisaties gedaan voor het volgen van een training om succesvol vrijwilligers binnen te halen. Dat traject heeft zich al op tal van plaatsen bewezen en hij vraagt aan de portefeuillehouder of hij hiermee bekend is, en met de informatiebijeenkomst de maandag erna in Sporthal Zuid. Hij vraagt tevens of DMO alle verenigingen actief in Zuidoost daarop heeft geattendeerd en of de portefeuillehouder het van belang vindt om dat ook nog eens vanuit het stadsdeel te stimuleren. Dhr. Ristie, D66/OZO constateert dat er geworsteld wordt met de organisatie van het sportbuurtwerk. Hij vindt dit niet vreemd omdat dit een belangrijk onderwerp is voor veel mensen in Zuidoost. Hij denkt dat de sportbuurtwerkcoördinator in plaats van de eerder voorgenomen externe organisatie een voorbeeld is van voortschrijdend inzicht. Zijn partij vindt het positief dat er nu wel concreet is gesproken met de huidige aanbieders van sportbuurtwerk om de gevolgen van eerdere plannen ten aanzien van de coördinatie te overzien. Het is echter niet duidelijk wat de bestuurlijke afweging is geweest om van een eerder besluit af te wijken en hij is benieuwd naar de uitleg. Hij mist in het geschetste profiel van de sportbuurtwerkcoördinator, de toezegging dat deze zich gaat toeleggen op zaken zoals het uit handen nemen van een heleboel rompslomp van de huidige en toekomstige sportbuurtwerkorganisaties en hij noemt administratie, het generen van fondsen en andere zaken die niet direct met het sporten zelf te maken hebben. Hij vraagt waarom dit niet in het takenpakket van deze coördinator is opgenomen. Binnen het nieuwe sportbuurtwerk vervalt de subsidierelatie en worden er opdrachten gegeven. Toekomstige aanbieders zullen hun diensten dan niet marktconform kunnen aanbieden. Hij vraagt of de portefeuillehouder de commissie kan informeren over de fiscale gevolgen voor de huidige aanbieders. Hij vraagt zich af of de aansturing door de sportbuurtwerkcoördinator wezenlijk anders wordt als er diensten worden ingekocht vergeleken met de subsidierelatie. Hij vraagt of er besloten is om sportstimulering en sportbuurtwerk voor volwassenen op maximaal 20% van het budget te stellen. Hij is benieuwd naar de resultaten van het onderzoek naar de behoefte van volwassenen sportbuurtwerk zoals aangekondigd. Hij vraagt of dit in een tussenevaluatie van het nieuwe sportbuurtwerk kan worden meegenomen na een jaar, om te kijken of deze heeft geleid tot de beoogde resultaten. Hij denkt dat voorkomen moet worden dat het budget voor 4 jaar dichtgetimmerd wordt. In de arbeidsvoorwaarden van de sportbuurtwerkcoördinator zou dit meegenomen moeten worden. Als na de evaluatie blijkt dat 20% van het budget onvoldoende is voor het 18+ sportbuurtwerk, dan stelt hij voor om van elke kilo die hij van zijn gewicht prijsgeeft er één procent wordt toegevoegd aan het budget voor de volwassenensport. Het verdient namelijk serieuze aandacht om volwassenen tot sport aan te zetten. D66/OZO zal altijd pleiten voor meer deskundigheidsbevordering. Hij vraagt waar het cursusaanbod van afhankelijk is, wie uiteindelijk bepaalt welk aanbod er komt en wat de beleidsprioriteiten op dit terrein zijn. Hij wil ook weten hoe het zit met de samenwerking tussen de sportbuurtwerkcoördinator en de wijkcoördinatoren en of het om incidenteel contact gaat of dat dit structureel ingebed wordt in de organisatiestructuur van het nieuwe sportbuurtwerk. Hij ziet dat niet terug in een organogram. Hij vraagt tenslotte of er nog een actieve rol is weggelegd voor de sportambassadeurs van Zuidoost ten aanzien van het sportbuurtwerk en wat het pasjessysteem gaat kosten want dit wordt niet genoemd. Dhr. Res, CDA sluit zich aan bij de laatste vraag. Er is al jarenlang geld aan het sportbuurtwerk gegeven waarbij het resultaat veel te mager is gebleven. Er is gekozen voor een nieuwe opzet en hij denkt dat dit een kans moet krijgen om zich te bewijzen. Hij wil ook halverwege weten of men op de goede weg zit. Hij denkt dat het een stapje verder is om de sociale component te verwerken.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 11 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 197.
198.
199. 200. 201. 202. 203.
Hij denkt tevens dat het ook de taak is van de manager om naast het begeleiden van sporters daar ook de clubs en andere organisaties bij te betrekken. In het ter kennisname stuk over het sportloket wordt aangegeven dat dit niet gemakkelijk is. Het is echter wel van belang want het is niet altijd zo dat men op de overheid kan rekenen. Het laten doorstromen van talent naar de verenigingen behoort ook zeker tot de taak van de manager. Voor de rest hoopt hij dat deze keuze goed is. Mw. Lap, SP denkt ook dat de gewijzigde opzet de moeite waard is om een kans te krijgen. Ook vindt de SP dat het salaris van de manager overdreven riant is. Dit is niet te vergelijken met externe organisaties want daar gaat sowieso veel geld heen. Misschien dat daar nog even naar gekeken kan worden. Ze vraagt of de heer Leslie Heller gevraagd kan worden informatie te geven over de sportactiviteiten die er zijn in de wijk zodat deze meegenomen en benaderd kunnen worden. Ze vraagt tevens op korte termijn om een oplossing te vinden voor het probleem van het stoppen van de sportactiviteiten bij Hofgeest. Mw. Caster, CU vraagt of de raad inzage kan krijgen in de tekst voor de vacature van manager sportbuurtwerk. Dhr. Meyer, VVD vraagt wat mevrouw Caster hier mee wil bereiken want dit is een uitvoeringszaak waar de commissie niets mee te maken heeft. Mw. Caster, CU vindt dat dit behoort tot de kaders die gesteld moeten worden. Het is belangrijk dat de commissie inzage krijgt in de persoon die dit ambitieuze plan moet gaan uitvoeren.
Beantwoording vragen door de portefeuillehouder de heer Jaensch 204.
205.
206.
207.
208.
Dhr. Jaensch merkt op dat er in 2009 al gesproken is over de toekomst van het sportbuurtwerk. In januari 2010 is er een discussienota geweest, die uitgewerkt is. De kernsporten zijn benoemd en in de uitwerking heeft de commissie vragen gesteld over het overkoepelend uitvoeren van een organisatie in relatie tot de lokale inbedding van de organisaties die dat nu doen. In antwoord op de vraag van de heer Ristie, wat hier de achtergrond van was, merkt hij op dat het DB goed naar de commissie geluisterd heeft. Het DB heeft met de verenigingen gesproken en sommige waren ook aanwezig bij de raadsvergadering en hebben daar vrees aan over gehouden. Dat leek het DB geen goede basis om te beginnen, dus is de andere optie ingezet om met hen zelf te gaan werken. Zij krijgen de eerste opdracht waarna met andere partijen gewerkt kan worden die daarop aanvullend activiteiten kunnen gaan verrichten. Er zijn op dit moment 3 partijen die sportbuurtwerk aanbieden: Koryo, K-zone en Stichting Jeugdtennis. Deze partijen is al een aanbod gedaan met het verzoek wat zij kunnen uitvoeren. Ze kunnen of op hun eigen plek blijven zitten, en doen wat ze doen, ze kunnen ook meer plekken aan gaan pakken en een cursusaanbod daarbij doen. Ze kunnen ook overkoepelend over het hele stadsdeel activiteiten uitvoeren op meerdere plekken met meerdere cursussen, ouderen en jongeren, en een grootschalig evenement gaan organiseren. Zij geven nu zelf aan wat zij graag willen. Na hun inschrijving wordt naar de witte vlekken gekeken en wordt er eerst naar bestaande aanbieders gekeken die al in het stadsdeel aanwezig zijn zoals Sciandri en Funtracks en een derde partij. Mochten er daarna nog witte vlekken overblijven, dan wordt gekeken naar nieuwe partijen. De gesprekken met Stichting Jeugdtennis en K-zone verlopen voorspoedig. K-zone zit nu nog in Kraaiennest geconcentreerd en Stichting Jeugdtennis zit al breder. Voor Koryo geldt dat het stadsdeel de Oranjehorst-ruimte breder wil kunnen inzetten waar Koryo nog nader overleg over wil. Het activiteitencentrum Hofgeest is niet van het stadsdeel maar van Ymere. Het stadsdeel huurt dit voor €140.000 per jaar. Er moet eerst een andere huurder gevonden worden. Alle activiteiten moeten nu worden geconcentreerd in de vier community centers, waarvan Anansi voor veel bewoners het dichtst bij zal zijn. De kickboks activiteiten vallen formeel niet onder het sportbuurtwerk. Swazoom voert deze activiteit zelf uit, en voor 2011 hebben ze daar nog geen budget voor maar wel een verzoek hebben ingediend om dit voort te mogen zetten. Dit is nog in beraad. Het continueren van kickboksen kan dus niet in Hofgeest gebeuren. Bij Huntum is een gymzaal waar mogelijk sportbuurtwerk aangeboden gaat worden, maar dat gebeurt dan wel binnen de zeven kernsporten. Kickboksen valt daar niet onder. Dat sluit niet uit dat iemand met een idee kan komen om dit te gaan doen. Daar staat het stadsdeel open voor. Het DB betreurt het dat dit niet duidelijk is geworden bij de bewoners. In antwoord op de vragen van de heer Hellings stelt hij dat het stadsdeel 7 jaar geleden nog zelf sportbuurtwerkmedewerkers in dienst had maar dit daarna heeft uitbesteed. Sportbuurtwerk wordt alleen door lokale kinderen bezocht en dat zijn in de regel geen kinderen die bij een sportvereniging zitten. Zolang er nog geen pasjes zijn kan het stadsdeel niet zien wie het zijn, hoe vaak ze
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 12 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011
209.
210.
211.
212.
213.
214.
215.
216.
deelnemen, of van welke andere sportverenigingen ze lid zijn. Hij herkende zich dan ook niet in de weergave van de heer Hellings. Hij beaamt wel dat het bestrijden van obesitas niet primair neergelegd wordt bij het sportbuurtwerk. Dat kan niet wanneer het gaat om de eerste kennismaking met sport. Er zijn aparte programma’s voor obesitas via de fysiotherapiepraktijken. Dat loopt al een aantal jaren, ook voor jongeren. Binnenkort start een programma voor moeders. Het pasjessysteem wordt nog niet ingevoerd, dus kunnen daar ook nog geen kosten voor worden ingeschat. Er is wel een pilot geweest in het stadsdeel. Het stadsdeel ziet het liefst een stedelijk systeem, dus niet elk stadsdeel haar eigen pasjessysteem en verschillende meetsystemen. Hij ziet hier ook een bredere rol waarbij ook cultuur meegenomen zou kunnen worden. Wethouder Ossel is daarmee bezig en hier moet dit jaar een beslissing over worden genomen. Er is een werkgroep gestart om geschikte registratiesystemen te bekijken. Hij verwacht dat de invoering in de loop van de bestuursperiode zijn beslag krijgt, nadat dit stedelijk is ingevoerd. Dan zal de stimulering van het bewegen door kinderen gemakkelijker te volgen zijn. Ook voor de sportuitleen zal dat pasje bruikbaar zijn. Binnen de kosten van de medewerker zit ook de werkplek op het stadsdeelkantoor voor €20.000 per jaar. Hieronder vallen de huurkosten voor de werkplek gerelateerd aan het gebouw, de computer, de ondersteuning, alles wordt toegerekend aan dit project. Daarnaast gaat het om een medewerker die niet van 9-5 werkt. De nadruk zal op de avonduren en de weekenden komen te liggen. Die ongewone werktijden vragen extra beloning. De functie zelf is op schaal 9 en dat is geen hoge schaal. Het stadsdeel verwacht wel HBO-niveau, het kan een jonger iemand zijn met affiniteit met het stadsdeel en met sport, hij moet ook binnen het web van de community centers kunnen werken, moet goed de verenigingen in het stadsdeel kennen of willen leren kennen, moet in het weekend willen werken, moet een jaarplan maken met de activiteiten met een spreiding stadsdeelbreed, is het contact naar het stadsdeel toe, moet rapportages maken over resultaten en gaat input leveren voor beleid. De vacature wordt eerst in de eigen organisatie, dus bij het stadsdeel zelf, uitgezet. Als daar geen geschikte kandidaat uit rolt is de volgende stap om te kijken binnen de gemeente Amsterdam. Pas als dat niet lukt gaat de vacature naar buiten. Het gelooft dat het een interessante vacature is en wijst erop dat het aantal stadsdelen van 14 naar 7 is gegaan, dus er zijn overtolligen. Voor Zuidoost geldt ook dat er afscheid genomen zal worden van 10% van de ambtenaren. Hij verwacht echter dat men er binnen de gemeente Amsterdam of binnen het stadsdeel wel uit gaat komen. Op dit moment wordt de vacature tijdelijk bemand door de medewerker van het sportloket die aanvullende diensten verricht. Er blijft dus geen geld over want de afstemming met de lokale sportbuurtclubs en het maken van het programma loopt al. Hij gelooft dat de PR van €10.000 ergens tussen te veel en te weinig, zoals is opgemerkt door sommige commissieleden, inzit. Een deel bestaat uit gratis publiciteit via bijvoorbeeld de stadsdeelkrant. Hij verwacht één, misschien twee bijlagen als het aanbod van het sportbuurtwerk voor volwassenen en jeugd voor het zomer- en winterseizoen bekend is. Daarnaast wijst hij op flyers logo’s en kleding die nodig zijn om het sportbuurtwerk onder de aandacht te brengen. Het is een globaal budget: 3% van de totale kosten. Hij zal kijken hoe hij de commissie op de hoogte kan houden over het onderzoek waar de vraag van de heer Ristie uit voortkwam of de 20% voor volwassenensport voldoende zou zijn. Hij wil dit ook bij de evaluatie betrekken en denkt hierbij aan 2013. Hij vraagt zich af waaraan afgemeten zou moeten worden of die 20% voldoende is of niet. Het kan zijn dat er veel animo is maar er moet ergens een grens getrokken worden. Als er een overaanbod is moet er geselecteerd worden op mensen die nog helemaal niet sporten. Vanuit zijn ervaring in stadsdeel Zuid weet hij dat sportbuurtwerk een goedkoop alternatief kan zijn voor een vereniging. Mensen moeten niet eeuwigdurend in het sportbuurtwerk blijven hangen. De doorstroming naar een vereniging moet actief gestimuleerd worden. Daar heeft de sportwerkbuurtmanager ook een rol bij. Daardoor neemt de administratieve belasting van de verenigingen ook af. Ook door het intrekken van het subsidiemodel, waarbij aan allerlei administratieve eisen moet worden voldaan, en naar opdrachtverlening te gaan, wordt de administratieve last verminderd. De fiscale gevolgen hiervan zijn in onderzoek. Het stadsdeel verwacht dat hier geen extra belasting van ondervonden wordt. Dhr. Ristie, D66/OZO haakt in op de aangegeven status van de fiscale gevolgen door erop te wijzen dat ook de behoefte van de 18+ deelnemers aan het sportbuurtwerk in onderzoek is. Er gaan echter een aantal zaken op voorhand geoormerkt worden, er gaan afspraken gemaakt worden, terwijl dit soort cruciale, fundamentele zaken nog niet duidelijk zijn.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 13 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011 217.
218. 219.
220.
221. 222.
223.
224.
225.
226.
227.
228. 229.
Dhr. Jaensch wijst erop dat wanneer men in de uitvoering zit er heel veel kwesties spelen en hij benadrukt dat het sportbuurtwerk de komende tijd zijn gang kan gaan, ongehinderd door fiscale omstandigheden. Hij stelt dat de commissie dit heel goed aan het DB over kan laten en gelooft dat dit overbrugbaar is. Hij bevestigt dat de aanbesteding niet doorgaat. In de eerdere notities is ter sprake gekomen dat er een eigen bijdrage gevraagd zou worden, met name bij volwassenen. Het gaat om een minimale bijdrage. Hij merkt op dat aangetoond is dat wanneer mensen een bijdrage betalen ze ook actiever worden en hogere eisen stellen aan de kwaliteit. Als dat echt een probleem is, dan zal dat nooit een belemmering zijn om kinderen te laten deelnemen. Hij vindt dit voor volwassenen anders. Daarbij geeft de sportpas mogelijkheden om als de bijdrage hoger is daarin te voorzien. Kinderen kunnen op basis van zowel de sportpas als het sportfonds honderden euro’s per jaar krijgen om sportkleren te kunnen kopen en om aan sportdeelname te kunnen doen. Uit het Armoedejaarverslag blijkt dan ook dat de bewoners daar goed gebruik van maken. De Cruijff-courts zijn niet specifiek genoemd, net als de Krajicek-court en andere plekken waar sportbuurtwerk in het buitenseizoen gebruik van gaat maken. Het zal niet zo zijn dat de sportbuurtclubs dat gaan domineren. De bezettingsgraad van een basketbalveld is nu een paar procent. Voor Cruijff-courts ligt dat iets hoger. Er moet dan ook meer naar een aan te bieden programma gekeken worden dan naar de aanleg van extra veldjes. Hij denkt dat het stadsdeel dan ook blij moet zijn met het programma dat de sportbuurtclubs gaan aanbieden. Hij denkt dan ook niet aan verdrijven maar juist dat het mensen aan zal trekken. Mocht het toch een probleem zijn, dan verwacht hij dat daar ook een oplossing voor wordt gevonden. Hij vindt het een leuk idee om de sportambassadeurs in te schakelen en neemt dit mee. Over de verschuivingen in het aanbod denkt hij dat de sportbuurtverenigingen die nu heel lokaal georiënteerd zijn, gevraagd zullen worden om zich breder in te laten zetten. K-zone kan ook andere sporten dan tennis en golf aanbieden. Dit geldt ook voor de Stichting Jeugdtennis. Er wordt dan wel enige didactische kennis verwacht. Het programma om vrijwilligers succesvol binnen te halen is bekend. De bedoelde presentatie is al een keer in het tweejaarlijkse Sportcafé door DMO gegeven. Hij kan zich voorstellen dat het programma van DMO binnenkort weer onder de aandacht gebracht wordt van de sportverenigingen. Het valt een beetje buiten de scope van het sportbuurtwerk maar is een goed idee. Primair is het cursusaanbod van de kernsporten en de spreiding door de raad bepaald. Als het gaat om het precieze plekje in de buurt, dan probeert het stadsdeel die plekken te inventariseren. Er bestaat een hele kaart met de mogelijkheden. Het exacte aanbod gaat in samenspraak met degene die de opdracht aanneemt. Dhr. Ristie, D66/OZO vraagt of de behoeftes aan de verschillende disciplines die komen kijken bij het sportbuurtwerk naast het sporten an sich en deskundigheidsbevordering op dat gebied op basis van vraag of aanbod bepaald worden. Dhr. Jaensch wijst erop dat dit ook in samenspraak met de sportbuurtwerkmanager wordt bepaald. Uiteindelijk is het resultaat dat een jong iemand die nog niet actief sport vaker gaat bewegen, dus minmaal twee keer per maand een uur naast gym aan sport besteedt. Dat kan in verenigingsverband, of met vrienden. Het gaat om alles wat daar ten dienste van staat, dus tussen de sportparkmanager en de aanbieder, en daar komen ook cursussen bij kijken. In de opdrachtverlening zal iets staan over het niveau van de mensen die men daarbij moet betrekken. Dat kan een stagiair zijn als er daarnaast een leidinggevende is die over de juiste papieren beschikt. Dat verandert niet ten opzichte van de huidige situatie. Hij is blij met de complimenten die zijn gegeven ten aanzien van de uitwerking. Hij heeft nog toegezegd om een rondje langs de velden te maken zodat de commissieleden ook kennis kunnen maken met een aantal aanbieders. Dhr. Ristie, D66/OZO mist nog het antwoord op de vraag hoe het met de samenwerking tussen de sportbuurtwerkcoördinator en de wijkcoördinator zit. Dhr. Jaensch stelt dat de sportbuurtwerkmanager met iedereen die relevant is voor het uitvoeren van het aanbod contact heeft. De wijkcoördinatoren hebben niet specifiek in hun taak zitten dat ze het sportbuurtwerk mede coördineren. Zij moeten signalen opvangen uit hun buurt, en als deze betrekking hebben op sportbuurtwerk, dan moet er met de sportbuurtwerkmanager overlegd worden. Als de sportbuurtwerkmanager constateert dat er op een open veldje zaken gebeuren die de wijkcoördinator moet weten, dan moet hij hem daarvan in kennis stellen. Hij moet echter nog nadrukkelijker contact hebben met de coördinatoren bij de community centers, want daar komen de
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 14 van 15
Concept verslag commissie Welzijn d.d. 18012011
230.
231. 232. 233. 234.
jongeren vandaan, met de Brede Scholen en met de verenigingen. Daar liggen de primaire relaties voor de sportbuurtwerkmanager. Dhr. Idsinga, PvdA wijst er in het kader van sport en gezondheid op dat zorgverzekeraar Agis heel nadrukkelijk bezig is met een aantal projecten onder de noemer Embedded Fitness, waarbij gesprekken gevoerd worden met Nintendo over bewegingsactiviteiten met Nintendo apparatuur door ouderen. Men kijkt naar mogelijkheden om dit uit te proberen en hij denkt dat het aantrekkelijk is voor de portefeuillehouder om hierover met Agis te praten. De voorzitter vindt dit een goede suggestie en ze bedankt de portefeuillehouder. Daarna zegt ze toe dat als er voortaan twee bespreekpunten op de agenda staan voor één avond, ze om 23:00 uur schorst tot een later tijdstip. Verder vraagt ze als de commissieleden opmerkingen hebben over de termijnagenda of iets voor de rondvraag hebben, om dit schriftelijk bij de griffie te melden. Tenslotte constateert ze dat het laatste punt naar de raad kan en stelt voor dat dit als A-punt gebeurt want er zijn een aantal bezwaren en een aantal vragen gerezen. In het voorzittersoverleg wordt dit definitief bepaald. E. Sluiting.
235.
De voorzitter sluit de vergadering om 24:00 uur en bedankt de aanwezigen voor hun bijdrage.
Concept verslag commissie Welzijn 110118 Pagina 15 van 15