Communicatieve vaardigheden Ac 1
HIK Hoger Instituut der Kempen
Afdeling Graduaat Maatschappelijk Werk
Academiejaar 2008-2009
Els Boven en Lize Vandereycken
Module: A Sociaal werk Ac1 Communicatieve vaardigheden
40 lestijden
Lesgever: Boven Els en Vandereycken Lize Synthese: Leven en werken als maatschappelijk assistent staat en/of valt met het kunnen ‘omgaan met mensen’. Communicatiedeskundig zijn is de basis van je professionele deskundigheid. In deze module geven we inzicht in de complexiteit van communicatie, en staan we bewust stil bij en reflecteren we op het communiceren met anderen. In deze module trainen we rond het voeren van gesprekken met een ander. Iedereen is verschillend, ieder heeft een verschillend betekeniskader. Dit maakt communiceren niet altijd gemakkelijk. Eerst verkennen we het begrip “betekeniskader” en reiken we je een model aan om het betekeniskader van jezelf en je gesprekspartner in kaart te brengen. Daarna oefenen we intens rond elementaire sociale vaardigheden en houdingen bij het voeren van een gesprek. Assertiviteit en het geven van en ontvangen van feedback wordt ook ingeoefend. Ook staan we even stil bij het presenteren van informatie. Als maatschappelijk assistent zal je mensen begeleiden die aspecten uit hun leven beter en anders willen. Je gaat ondersteuning bieden bij veranderingsprocessen. Om dergelijke begeleiding goed te doen, moet je je bewust zijn van je kwaliteiten en groeipunten en moet je bewust omgaan met je persoonlijk veranderingsproces op vlak van communicatie. Een eerste belangrijke stap is echter dat je bewust bent van vragen, moeilijkheden waar je op botst, dat je er durft mee komen en dat je in staat bent om erover te reflecteren. In deze module staan we stil bij de vaardigheid ‘reflecteren’. Het hoofdaccent in deze module ligt op de vaardigheden met theoretische inzichten als achtergrond. Competenties: C.1 AC 3 AC 5 AC 6 AC 7
Algemene competenties (AC) Vermogen tot kritische reflectie Creativiteit Het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
C.2 ABC 1
Algemene beroepsgerichte competenties (ABC) Teamgericht kunnen werken
C.3 BSC 3
Beroepsspecifieke competenties (BSC) Participeren aan samenwerkingsverbanden of deze organiseren en de samenwerkingsverbanden coachen en begeleiden De kwaliteit van de eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden integraal bewaken en bevorderen Ethisch handelen Reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden De maatschappelijk werker toont in het bijzonder aandacht en respect voor culturele diversiteit (in relatie tot afkomst, klasse, gender, etniciteit, religie, …) In het handelen houdt hij/zij rekening met deze factoren en hij/zij speelt in op de culturele eigenheid van diverse groepen.
BSC 4 BSC 6 BSC 7 BSC 10
BSC 13
BSC 14
BSC 19
BSC 20
BSC 21
De maatschappelijk werker leeft zich in in de problematiek en de situatie van cliëntsystemen vanuit een attitude van respect voor de personen en hun situatie. Hij/zij gaat om met cliëntsystemen vanuit een attitude van empowerment en participatie. De maatschappelijk werker gaat creatief en vernieuwend met situaties om. Hij/zij evalueert zijn/haar professioneel optreden kritisch en stuurt dit handelen voortdurend bij. Hij/zij benut supervisie, intervisie en andere werkvormen ter ondersteuning van het professioneel handelen. De maatschappelijk werker heeft inzicht in de basismechanismen van interactie en communicatie, zowel interpersoonlijk als in groepen, in en tussen organisaties. Hij/zij neemt deel aan, verheldert en kan leiding geven aan communicatieprocessen in cliëntsituaties, in teamverband, in organisaties en netwerken. De maatschappelijk werker rapporteert op een deskundige manier, zowel mondeling als schriftelijk over het cliëntsysteem, over de gehanteerde methodiek en over zijn/haar eigen aanpak. Hij/zij toont de vaardigheid en de bereidheid om feedback te geven en te krijgen. De maatschappelijk werker heeft de vaardigheid en is bereid om formeel en informeel samen te werken met collega’s, in teamverband, met andere hulpverleners en organisaties en met vrijwilligers.
Voorkennis: Basiskennis agogiek. Leerinhoud: De mens in zijn leefomgeving. Basishouding en basisvaardigheden: engagement en geloof in de veranderbaarheid van de mens, onbevooroordeeld zijn dwz vertrekken vanuit de situatie die zich voordoet en niet vanuit je eigen BK, aanvaarden van de ander dwz aanvaarden van de persoon van de andere, dit is verschillend met zijn gedrag. Waardeposities. Waarnemen en interpreteren, non verbaal gedrag, luisteren, samenvatten, vragen stellen, concretiseren, meningen, omgaan met gevoelens, feedback, assertief reageren. Reflecteren. Leermiddelen: Kees Van Meer en Jos van Neijenhof, 2008, SKILLSlab-reeks voor verzorgende vaardigheden, Kluwer. Lize Vandereycken en Els Boven, 2009, communicatieve vaardigheden, Niet gepubliceerde cursus, CVO HI Kempen. Onderwijsvorm: klassikale bespreking opdrachten/oefeningen, training, coaching. Examenvorm: De evaluatie bestaat uit twee delen: Enerzijds een reflectieverslag rond ‘ik en communicatie’ In dit verslag omschrijf je je ervaringen doorheen het vak communicatieve vaardigheden en toon je een evolutie aan. Je kunt deze ervaringen vasthouden - en op deze manier ook een evolutie - d.m.v. een dagboek. Een evolutie weergeven betekent vroeger – nu – toekomst omschrijven m.b.t. ik en communicatie. Met andere woorden: met welke kwaliteiten en uitdagingen ben ik gestart?, waar sta ik nu? en waar liggen verdere uitdagingen in de toekomst? Max. 5 blz. De criteria bij de beoordeling van dit reflectieverslag kan je terugvinden op TOLEDO.
Belangrijk: Het reflectieverslag wordt op papier en digitaal afgegeven ten laatste op de dag van het examen aan je docent communicatieve vaardigheden. Wanneer je deze opdracht niet tijdig inlevert kan je niet deelnemen aan de praktische proef. Het tweede deel van de evaluatie zal gebeuren via een praktische proef (assessment). Dit bestaat uit een geobserveerde simulatieoefening (een gesprek met een cliënt) en een reflectie over het gesprek met de cliënt. De beoordeling van deze praktische proef zal gebeuren door twee collega’s. De criteria bij de beoordeling van deze praktische proef kan je terugvinden op TOLEDO. Puntenverdeling eerste zittijd: reflectieverslag: 30 % assessment (rollenspel met nabespreking): 70 % Puntenverdeling tweede zittijd: behouden resultaat reflectieverslag eerste zittijd: 30 % assessment (nieuw gesprek met nabespreking): 70 %
WOORD VOORAF
De module communicatieve vaardigheden vormt samen met samenwerkingsvaardigheden, agogiek en de persoonsgecentreerde module – het vakkenpakket waar je inzichten en vaardigheden opdoet in het methodisch werken met mensen. Deze cursus biedt, daarvoor de nodige achtergrond en het essentiële werkmateriaal. Je krijgt als student de mogelijkheid om je de methoden en de daarbij horende vaardigheden eigen te maken die je nodig hebt om als maatschappelijk assistent in je werk te functioneren. Vermits het hier vooral om oefenen gaat, bestaan de sessies voor een groot deel uit het deelnemen aan oefensituaties, zodat je die vaardigheden kan ontwikkelen en als het ware je ‘job’ van maatschappelijk werker, personeelswerker in ‘praktijk’ kan leren. Als maatschappelijk werker, personeelswerker kan je geconfronteerd worden met heel diverse werksituaties. In sé werk je natuurlijk altijd met mensen, maar via de oefeningen die we samen uitvoeren en bespreken ga je merken dat werksituaties meer verschillend zijn dan je misschien vermoedde. Schematisch stellen we deze diverse situaties als volgt voor:
Doelstellingen Wat moet je nu alleszins kunnen om binnen dergelijke contacten in het werkveld goed te functioneren? Belangrijk als basis voor elk maatschappelijk assistent is dat je: Methodisch en doelgericht kan werken: 1
Gesprekken kan voeren en goed kan communiceren •
Contactvaardig zijn
•
Luisteren, waarnemen, open staan voor mensen, invoelen, aanvaarden
•
Vragen op een open en goede manier aanbrengen
•
Samenvatten
•
Jezelf duidelijk en concreet uitdrukken
2
Een verhaal van een cliënt / gesprekspartner kan analyseren •
Wat is/zijn problemen, behoeften, vragen.?
•
Waar situeren ze zich in iemands leefwereld ?
•
Wat zouden wensen, oplossingen, verbeteringen... kunnen zijn ?
•
Welke verbeteringen zijn dringend, haalbaar, realistisch...?
•
Vanuit waardeposities en basishouding: de cliënt begeleiden bij het meer inzicht krijgen in het eigen verhaal.
3
Kan nadenken en reflecteren over jezelf •
Hoe denk ik zelf over een situatie? Hoe sta ik ten opzichte van iemands verhaal?
•
Hoe ga ik om met eigen visies, meningen, oordelen, vooroordelen…?
•
Aftasten en bewust worden van je eigen betekeniskader (BK)
•
Hoe functioneer ik als persoon in deze werksituatie?
•
Hoe ga ik om met feedback..?
•
Welke kwaliteiten en uitdagingen heb ik op het vlak van communicatieve vaardigheden?
Natuurlijk kan je op al die vaardigheidsterreinen niet volleerd zijn na één jaar opleiding. We zetten wel de eerste essentiële stappen en brengen zo het leerproces op gang.