COLOFOON
INHOUDSOPGAVE
Sociaal Steunpunt Amstelveen Postbus 8142 1180LC Amstelveen Tel 020 6471509 ( alleen op dinsdag 10.00-12.00 uur)
1 2 4 7 8 9 10 12 13 15 17 18 19 20 21 21 23 24
REDACTIE Wim van Oosterom Ria Teunissen
LAYOUT / ILLUSTRATIES Ria Teunissen POSTADRES REDACTIE Groenhof 140 1186EX Amstelveen
info pagina Voorwoord Aftrek specifieke zorgkosten Klijnsma kiest Resultaten schuldhulpverl. Koopkrachtberekeningen gemeenten krijgen meer Kledingbank Bespaartips Top honderd 40% huishoudens Geen indexatie kinderbijslag Themamiddag Kinderopvangtoeslag Startersregeling Overtreding uitk. regels Kindgebonden budget recept
DRUKWERK Repro Gem. Amstelveen OPLAGE 1200 exemplaren
dit blad is gratis voor gerechtigden en geintereseerden. Mocht u toezending niet langer op prijs stellen, wilt u dit dan aan ons doorgeven? Het overnemen van teksten uit dit blad is toegestaan mits bronvermelding.
1
De vragen kunt ook mailen naar ons e-mailadres. Sociaalsteunpuntamstelveen @hotmail.com
Met vragen op het gebied van de sociale zekerheid over onder andere;
Voor iedereen die op medische indicatie moet zwemmen in extra verwarmd water onder leiding van een fysiotherapeut. Dit kan elke dinsdag in zwembad
Ziekte en arbeidsongeschiktheid ( dreigende ) werkloosheid
DE MEERKAMP
reïntegratie
Van 18.15- 19.15 uur. U kunt zich laten plaatsen op de wachtlijst, op dit moment is onze groep vol. Het is een gezellige groep dus ook goed voor het sociale contact. Voor informatie kunt u bellen met;
Algemene nabestaande wet Algemene bijstandswet Zorgverzekering W.M.O.
Ans van den Boogaard 020 6410278
en nog vele andere onderwerpen kunt u terecht in wijkcentrum DE BOLDER Groenhof 140 gratis advies Sociaal Steunpunt Amstelveen SPREEKUUR Iedere dinsdag van 10 tot 12 uur Alleen via een tel. afspraak kunt u op andere dagen terecht Deze afspraak kunt u maken op dinsdag tussen 10 en 12 uur op Tel 020 647 1509
2
zelf op te lossen is. Daar is het SSA dan goed voor. Ook in 2013 en naar wij hopen nog vele jaren. Want het ziet er niet naar uit dat volgend jaar het SSA kan worden opgeheven omdat iedereen zijn of haar problemen plotseling zelf kan oplossen. Het zou wel mooi zijn, maar dan moeten veel regelingen een stuk eenvoudiger worden en mensen veelal ook over meer middelen beschikken om bijvoorbeeld niet in de financiële problemen te komen.
Voorwoord.
Tenslotte: de belastingaangiften voor 2012 moeten binnenkort weer worden ingevuld. Ook hiermee kan het SSA u helpen, maar mooier is als u dat zelf kunt doen.
Als dit geschreven wordt is het eind januari. Iedereen heeft heel direct kennis kunnen nemen van de financiële gevolgen van het kabinetsbeleid. Ik weet natuurlijk niet hoe dat voor iedere lezer van dit blad uitpakt, maar ik veronderstel dat zoals ''beloofd'' iedereen ''het in de portemonnee zal merken''. De veronderstelling is dat niemand aan een teruggang in inkomen ontkomt, maar te hopen is dat het voor de echte minima in vergelijking met de niet-minima wat ''meevalt''.
Wim van Oosterom Voorzitter SSA
De tijd is nu te kort om daar in dit nummer uitvoerig en op individueel niveau aandacht aan te besteden. Wij zullen in een volgend nummer proberen om van enkele geanonimiseerde cliënten aan te geven welke invloed de maatregelen hebben gehad en natuurlijk op dat moment nog hebben. U weet het inmiddels, dit blad wordt uitgegeven door het Sociaal Steunpunt Amstelveen. Onze club die bestaat uit uitsluitend vrijwilligers, probeert voor iedereen die dat wil een hulp(je) te zijn bij de problemen die zich voordoen. Die zijn van allerlei aard en voor iedereen geldt dat het probleem vaak niet
3
Aftrek specifieke zorgkosten over het jaar 2012.
De uitkeringsinstantie houdt namelijk elke maand een flink bedrag aan belastinggeld in. Kijk maar op uw loonstrookje, onder het kopje 'Loonheffing'. Een deel daarvan kunt u terugvragen bij de Belastingdienst, als u recht hebt op aftrek. Bijvoorbeeld voor specifieke zorgkosten. Zelfs als uw inkomen inderdaad zo laag is dat u nauwelijks of zelfs helemaal geen belasting hoeft te betalen, kunt u belastinggeld terugkrijgen vanwege aftrekbare specifieke zorgkosten. Dat komt door een speciale Tegemoetkomingsregeling. Als u specifieke zorgkosten hebt opgevoerd bij uw belastingaangifte en u voldoet aan de voorwaarden voor deze regeling, dan krijgt u daarover vanzelf bericht van de Belastingdienst.
Hebt u aantoonbaar veel uitgaven voor zorg, hulpmiddelen en voor-zieningen? Dan kunt u die vrijwel zeker aftrekken bij de aangifte inkomstenbelasting, onder het kopje 'specifieke zorgkosten'. Hoe dat in zijn werk gaat? U leest het op deze pagina, in zes korte vragen en antwoorden. Wilt u meer weten? 1. Wat moet ik doen om dit voordeel naar me toe te halen? Aangifte inkomstenbelasting doen. Ga naar de website Belastingdienst.nl en download het Aangifteprogramma 2012. Zorg dat u op tijd over een DigiD beschikt (aan te vragen op de website DigiD.nl), want u stuurt de aangifte in via internet. U kunt ook een belastingbiljet invullen: bel de
3. Welke kosten kan ik aftrekken? Voor de aftrek van specifieke zorgkosten gelden om te beginnen een aantal algemene voorwaarden en een aantal beperkingen. De belangrijkste regel is dat het moet gaan om kosten die u zelf draagt. Hebt u een vergoeding gekregen, dan kunt u de uitgaven niet ook nog eens aftrekken. U moet de kosten bovendien in 2012 betaald hebben. Verder gelden er per onderdeel van de aftrek soms gedetailleerde regels, die erg ingewikkeld zijn. Hieronder staan ze op een rijtje
Belastingtelefoon (0800-0543) en vraag een P-biljet aan.
o Genees- en heelkundige hulp. Het gaat bij dit onderdeel om medische en paramedische zorg inclusief tandartskosten en om uitgaven voor particuliere verpleging en verzorging. Uitgaven boven een bruto persoonsgebonden budget voor verpleging of verzorging vallen hier ook onder. Kosten voor ooglaserbehandelingen kunt u niet aftrekken.
2. Aangifte doen? Ik kijk wel uit. Straks krijg ik nog een aanslag en moet ik bijbetalen! Die kans is niet groot. Bovendien betaalt u in feite wel degelijk belasting, al draagt u het niet zelf af. Ook als het gaat om minimumuitkeringen, zoals Wajong of de bijstand.
4
o Reiskosten voor ziekenbezoek aan een (voormalige) huisgenoot die minstens 10 km verderop verpleegd wordt. Reist u per openbaar vervoer of met een taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Neemt u de auto, dan geldt een standaardtarief van 0,19 per kilometer.
of erkende diëtist. U kunt alleen dieetkosten opvoeren zoals die genoemd worden in de tabellen van de Belastingdienst. o Extra uitgaven voor kleding en beddengoed. Kunt u aantonen dat u vanwege uw handicap of ziekte meer dan 620 extra kosten hebt gemaakt voor kleding en beddengoed, dan mag u standaard 775 aftrekken. Kunt u dat niet, maar blijkt 'uit algemene kennis of uit eerdere aangiften' dat uw handicap of ziekte inderdaad extra kosten voor kleding en beddengoed met zich mebrengt, dan mag u 310 aftrekken. De bedragen gelden per persoon.
o Voorgeschreven medicijnen. Het gaat alleen om geneesmiddelen op voorschrift van een arts, waar u geen (volledige) vergoeding voor hebt gekregen, bijvoorbeeld doordat u moest bijbetalen voor duurdere medicijnen. Ook homeopathische geneesmiddelen vallen hier onder, maar alleen als ze zijn voorgeschreven door een arts. o Hulpmiddelen. Denk aan gehoorapparaten, kunstgebitten en bruggen, steunzolen, elastische kousen, prothesen, loophulpmiddelen, rolstoelen en de laadkosten voor accu's van scootmobielen en elektrische rolstoelen. Uitgaven voor brillen en contactlenzen zijn niet aftrekbaar.
o Woningaanpassingen. De woning moet op medisch voorschrift zijn aangepast. Bovendien geldt een ingewikkelde verrekening met de mogelijke waardestijging. De regeling geldt ook voor huurwoningen, nieuwe woningen en vakantiehuisjes.
o Vervoer. Het gaat hierbij om de vervoerskosten die u maakt vanwege uw handicap of ziekte. Denk vooral aan ziekenvervoer voor bezoeken aan artsen of andere behandelaars. Reist u per openbaar vervoer of met een taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Neemt u de auto, ga dan uit van de werkelijke kosten per kilometer, dus inclusief afschrijving en onderhoud. U kunt die kilometerprijs berekenen op basis van de tabellen en rekenmodules van de ANWB of de Consumentenbond. o Dieet op voorschrift van een arts
o Andere aanpassingen. Bijvoorbeeld specifieke aanpassingen aan uw auto. o Uitgaven voor extra gezinshulp. Het gaat bij deze post alleen om particuliere hulp, zonder Wmo-indicatie. Ook uitgaven boven een bruto personsgebonden budget voor huishoudelijke hulp vallen hier onder. 4. Dat is heel wat. Kan ik al die kosten aftrekken? Helaas niet. Er geldt een drempel. Uw
5
Zo werkt de belastingaangifte
zorgkosten moeten hoger zijn dan die drempel. U kunt alleen de kosten boven de drempel aftrekken. De drempel is afhankelijk van uw inkomen. Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger de drempel. Gebruikt u het aangifteprogramma, dan berekent het programma automatisch hoe hoog de drempel voor u is en of u die drempel haalt.
Belastingvoordeel komt niet vanzelf naar u toe. U moet er zelf iets voor doen. De eerste stap is: aangifte doen. Dat kan met het Aangifteprogramma 2012. U kunt dit programma downloaden op de website Belastingdienst.nl. Hebt u hulp nodig bij de aangifte? Raadpleeg dan een deskundige belangenbehartiger, bijvoorbeeld van uw gehandicaptenorganisatie of patiëntenvereniging.
5. Zul je net zien dat ik die drempel niet haal. U haalt de drempel vaak gemakkelijker dan u denkt. Want hebt u een laag inkomen, dan mag u een aantal specifieke zorgkosten verhogen met een vast percentage. De grens hiervoor ligt bij een (gezamenlijk) inkomen van niet meer dan 34.055. Gebruikt u het Aangifteprogramma, dan berekent het programma automatisch de verhoging. De verhoging telt mee om de drempel te halen.
Het Aangifteprogramma neemt u veel werk uit handen. Het voorkomt vergissingen. Het programma maakt bijvoorbeeld automatisch allerlei berekeningen voor u. In de helpfunctie van het programma (achter de vraagtekentjes) is bovendien veel waardevolle aanvullende informatie te vinden. Deze website volgt het Aangifteprogramma 2012 op de voet. Waar mogelijk krijgt u tips om het maximale voordeel uit uw aangifte te halen.
6. Oei. Is het verstandig om deskundige hulp in te schakelen?
Doet u liever aangifte op papier, bel dan met de Belastingtelefoon (0800-0543) en vraag om een P-biljet (voor particulieren) over het belastingjaar 2012.
Dat hoeft niet per se, maar vaak is het wel handig. Gelukkig zijn er veel organisaties die u kunnen helpen. Neem voor meer informatie contact op met uw gehandicaptenorganisatie, patiëntenvereniging, ouderenorganisatie, belastingwinkel of vakbond.
De indeling en de benamingen van de verschillende aftrekposten zijn in het Aangifteprogramma soms anders dan in de Toelichting bij het P-biljet. Toch zult u de verschillende posten gemakkelijk herkennen. De regels voor de aftrek zijn hetzelfde, of u nu gebruik maakt van het Aangifteprogramma of een aangiftebiljet invult.
De informatie op deze pagina gaat over het belastingjaar 2012, waar u aangifte over doet in het voorjaar van 2013.
6
Klijnsma kiest voor ruime doelgroep overbruggingsregeling AOW.
Staatssecretaris Klijsma: 'De regering is zich ervan bewust dat er voor mensen die al met VUT of prepensioen zijn en die een laag inkomen hebben, weinig tijd is om zich hierop voor te bereiden. Dit geldt voor meer mensen. Daarom wordt voor deze doelgroep een overbruggingsregeling aangeboden.'
Meer mensen komen in aanmerking voor de overbruggingsregeling AOW. De regeling is bedoeld voor mensen met een inkomen beneden 150% van het wettelijk minimumloon (WML), die tijdelijk minder inkomen hebben door de geleidelijke verhoging van de AOWleeftijd.
Doelgroep De regeling gaat gelden voor mensen met een laag inkomen die zich niet hebben kunnen voorbeiden op de hogere AOW-leeftijd en waarvan de VUT of het prepensioen nu al is ingegaan. Onder de definitie van een VUT of prepensioenuitkering vallen de volgende regelingen. 1. VUT-regeling 2. Prepensioenregeling 3. Overbruggingspensioen 4. Regelingen op basis van het functioneel leeftijdsontslag (FLO regelingen) Daarnaast komen ook de volgende groepen in aanmerking voor overbrugging 1. (voormalige) zelfstandigen met een private arbeidsongeschiktheidsver zekering 2. Mensen met een private Anw-hiaat verzekering of -pensioen 3. Mensen met een private WIA/WGA-verzekering 4. Mensen met een lijfrente 5. Mensen met een levensloopuitkering
De regeling gaat gelden voor mensen die op 1 januari 2013 al met VUT of prepensioen zijn en mensen die op 1 januari 2013 al een uitkering uit een private verzekering hebben en die stopt op hun 65e. Dit is een ruimere groep dan in het regeerakkoord was afgesproken. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dit aan de Tweede Kamer. Vanaf 1 januari van dit jaar is de AOWleeftijd verhoogd met een maand. Het is de bedoeling dat mensen doorwerken totdat zij de AOW-leeftijd bereiken. Voor een aantal mensen is dat niet mogelijk. Zij zijn in het verleden met VUT, prepensioen, overbruggingsregeling of functioneel leeftijdontslag gegaan. Hun VUT of prepensioen kan stoppen als zij 65 worden. Door de geleidelijke verhoging van de AOW hebben deze mensen een of meerdere maanden minder inkomen en dat zorgt vooral bij mensen met een laag inkomen voor problemen. Om een deel van deze groep tegemoet te komen wordt voorzien in een overbruggingsregeling. Deze uitkering biedt compensatie voor inkomensverlies door het verhogen van de AOW-leeftijd.
Toegang tot de regeling Er gaat een inkomensgrens gelden van 150 % van het wettelijk bruto minimumloon. Van mensen boven die grens wordt verwacht dat zij financiële reserves
7
hebben kunnen opbouwen om het inkomensverlies mee te overbruggen. Daarnaast geldt een vermogenstoets. Deze is exclusief eigen woning en pensioenvermogen.
Resultaten schuldhulpverlening omgeven met vraagtekens Door bezuinigingen krijgt een groeiende groep mensen met schuldhulpverlening te maken. Maar liefst 85% komt niet van hun schulden af. Veel mensen stromen niet eens in het traject van schuldhulpverlening in. En dat terwijl schuldhulpverlening een succespercentage van maar liefst 72% in twee jaar tijd meldt. De LCR waarschuwt voor een al te rooskleurig beeld en vindt het hoog tijd om de schuldhulpverlening goed te monitoren. De aanbevelingen van de Nationale
Inhoud van de regeling De regeling gaat een uitkering op minimumniveau bieden. Dit betekent onder meer dat ander inkomen, zoals aanvullende pensioenen, in mindering gebracht worden op deze uitkering. Ook wordt de uitkering niet hoger dan de voorziening die de mensen zelf hadden getroffen tot hun pensioen. Bij inkomen uit arbeid wordt een deel vrijgelaten, zodat het aantrekkelijk is om te blijven werken. In 2013 komen circa 11.000 personen in aanmerking voor de overbruggingsregeling. Dit aantal loopt af tot minder dan 2000 personen in 2018, wanneer de regeling eindigt voor nieuwe instroom. De regeling wordt in het najaar van kracht en gaat terugwerkend gelden vanaf 1 januari 2013. Dit betekent dat de mensen op wie dit betrekking heeft, straks terugwerkend een beroep op de regeling kunnen gaan doen. De Sociale Verzekeringsbank gaat de regeling uitvoeren en zal de mensen op wie dit betrekking heeft in de loop van het jaar aanschrijven om hen uit te nodigen om gebruik te maken van de regeling.
Ombudsman in het rapport 'Schulden komen nooit alleen; aandachtspunten behoorlijke schuldhulpverlening' moeten, zo meent de LCR, zo snel mogelijk worden overgenomen. Algemeen overleg Dit meldt de LCR aan de Tweede Kamer die zich op 5 december in een Algemeen Overleg zou buigen over Armoede en Schuldenbeleid. Het AO is helaas niet doorgegaan wegens ziekte van de staatssecretaris. Urgentie De urgentie van de problematiek komt niet terug in de reactie van de inmiddels oud-staatssecretaris de Krom op het Ombudsman-rapport. Naast de constatering van de LCR dat uitval bij de schuldhulpverlening
Nieuwsbericht | 24-01-2013
8
goed moet worden gemonitord, vindt de LCR ook dat termijnen voor de behandeling van schuldhebbers strak moeten worden gehanteerd. Mensen mogen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Zodra de nieuwe datum voor dit AO bekend is, zal de LCR de Tweede Kamer opnieuw benaderen.
nog meer op achteruit. Dat komt omdat zij nog niet kunnen profiteren van verschillende regelingen die gelden voor AOW'ers, zoals de verhoging van de ouderenkortingen en verlaging van de zorgpremie over de AOW. Ook werkende ouders met kinderen in de kinderopvang leveren in. Dit komt door de verlaging van de kinderopvangtoeslag. Bijstandsgerechtigden krijgen het zwaar Een andere groep die het financieel zwaar krijgt dit jaar zijn de bijstandsgerechtigden. Het netto bijstandsbedrag gaat omlaag. Wel worden ze gecompenseerd door hogere toeslagen. Hierdoor is de koopkrachtdaling minder dan het lijkt. Toch is het Nibud bezorgd om deze groep. Het Nibud ziet dat zij het financieel gezien moeilijk hebben. Nu er voor het vierde jaar op rij een koopkrachtdaling is, kan het lastig worden om te bepalen waarop bezuinigd kan worden. Het gratis Persoonlijk Budgetadvies kan hen hierbij op weg helpen.
Koopkrachtberekeningen Nibud: vrijwel iedereen levert in 2013 wordt weer een zwaar jaar voor de portemonnee. Vrijwel iedereen heeft minder te besteden dan in 2012. Het is het vierde jaar op rij waarbij er aan koopkracht wordt ingeleverd. Dit blijkt uit berekeningen van het Nibud. Zware minnen ziet het Nibud bij (vervroegd) gepensioneerden en ouders met kinderen in de kinderopvang. De koopkrachtdalingen kunnen oplopen tot min 7,7%. Het Nibud maakt zich zorgen om deze dalende koopkracht, zeker nu de crisis blijft voortduren. Het zal voor velen lastig zijn ook deze koopkrachtdaling weer op te vangen.
Hoger netto loon, maar minder koopkracht Het Nibud waarschuwt mensen zich niet rijk te rekenen als ze het loonstrokje van januari 2013 zien. Het netto inkomen is voor de meesten hoger dan in 2012, maar van dat geld kan ????? minder worden gekocht dan
Gepensioneerden leveren het meest in Flinke koopkrachtdalingen ziet het Nibud bij AOW'ers met een aanvullend pensioen. Zij hebben veel last van het feit dat de pensioenen worden gekort en dat de zorgtoeslag bij een hoger inkomen sneller wordt afgebouwd. Vervroegd gepensioneerden gaan er
9
vorig jaar. De prijzen stijgen harder dan de lonen en hoewel er geen belasting meer hoeft te worden betaald over de werkgeversbijdrage van ziektekosten wordt het belastingtarief in de eerste schijf verhoogd van 33,1% naar 37%. Ook is het eigen risico in de zorg verhoogd van 220 naar 350 euro en wordt de zorgtoeslag voor de hogere inkomens sneller afgebouwd. Met de Koopkrachtberekenaar kan iedereen uitrekenen hoeveel hij erop voor- of achteruit gaat in 2013.
der onderzoek van het Nibud bleek dat 20% van de huishoudens geen spaargeld heeft. Zij kunnen in de problemen komen als zij ineens het eigen risico moeten betalen 16 januari 2013
Gemeenten krijgen meer vrijheid om te bepalen welke ondersteuning mensen met een arbeidsbeperking nodig hebben. Werkgevers moeten hun deuren wijder open zetten voor mensen met een handicap.
Vermogen invloed op toeslagen Het Nibud heeft nog een extra waarschuwing voor huishoudens met veel spaargeld, (meer dan een ton) en die recht op toeslagen hadden in 2012. Voor de zorgtoeslag en het kindgebondenbudget wordt een vermogenstoets ingevoerd. Huishoudens met meer dan 100.000 euro aan spaargeld (heffingsvrij vermogen + 80.000 euro) verliezen het recht daarop. Dit betekent dat zij er nog meer op achteruitgaan en hun spaargeld zouden moeten aanspreken om er maandelijks niet op achteruit te gaan.
Grote ondernemingen met 25 of meer personeelsleden moeten op termijn 5% werknemers met een beperking in dienst hebben. De Participatiewet die op 1 januari 2014 in werking treedt, heeft geen gevolgen voor wie nu al een Wajong-uitkering heeft. De huidige Wajongers worden niet herkeurd en ook hun uitkering wordt niet verlaagd. Dat staat in de zogenoemde 'contourenbrief Participatiewet' waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ingestemd.
Leg geld apart voor het eigen risico Het Nibud adviseert iedereen geld te reserveren voor eventuele zorgkosten. Nu het eigen risico van de zorgverzekering is verhoogd naar 350 euro, adviseert het Nibud daarvoor een buffer aan te leggen. Zo heeft men altijd geld om deze zorgkosten te betalen, zodra daar gebruik van moet worden gemaakt. Uit eer-
In de brief aan de Tweede Kamer wordt verwezen naar ervaringen met een quotum voor mensen met een arbeidsbeperking in het buitenland. Een belangrijke voorwaarde is het toezien op de naleving van een dergelijke regeling. In landen waar een quotum strikt wordt toegepast en gehandhaafd zijn de ervaringen positief. Zo bestaat in Duitsland 4% van
10
het werknemersbestand in de private sector uit mensen met een beperking. In de publieke sector is dat zelfs 6,4%. In de brief staat dat de uitgaven aan Wajong, WWB en Wsw bij ongewijzigd beleid oplopen van 11 miljard nu naar 13,5 miljard euro structureel. Bij de uitwerking van de Participatiewet zijn de financiële kaders van het Regeerakkoord volgens staatssecretaris Klijnsma leidend. Wel worden de bezuinigingen in een minder straf tempo doorgevoerd dan eerder was beoogd en krijgen gemeenten meer tijd om de bedrijfsvoering van de sociale werkvoorziening aan te passen.
gemiddeld dertig mensen extra aan werk moet helpen (minder dan drie per maand). Bij gemeenten van 100.000 inwoners gaat het gemiddeld om vijf extra plaatsingen per maand. Hiervoor kunnen gemeenten diverse instrumenten voor werkgevers inzetten (loonaanvulling, jobcoach, no-risk polis e.d.). Werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen komen in aanmerking voor een mobiliteitsbonus. De bezuinigingen op de Wsw gaan een jaar later in dan in het wetsvoorstel van de Wet werken naar vermogen was voorzien en deze worden niet over drie, maar over zes jaar doorgevoerd. Hierdoor ontvangen gemeenten een hogere subsidie per werkplek voor mensen die met een Wsw-indicatie bij een sociaal werkbedrijf aan de slag zijn.
De Wsw (sociale werkvoorziening) wordt vanaf 1 januari 2014 afgesloten voor nieuwe werknemers. Het kabinet geeft gemeenten de ruimte om zelf beschut werk te organiseren voor mensen die enkel onder beschutte omstandigheden kunnen werken. Het gaat in totaal op termijn om 30.000 plaatsen. De Wajong is vanaf 1 januari 2014 alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
Voor mensen die nu al met een Wswindicatie werkzaam zijn in de Sw-sector verandert er als gevolg van de nieuwe wet niets. Zij houden dezelfde rechten en plichten. Het kabinet wil de noodzakelijke wetgeving in het voorjaar van 2013, na advies van de Raad van State, bij de Tweede Kamer indienen.
Mensen die in het nieuwe systeem niet meer in aanmerking komen voor beschut werk of de Wajong kunnen een beroep doen op de gemeente. Dankzij het quotum komen voor deze mensen straks banen beschikbaar. Concreet betekent het dat een gemeente met 50.000 inwoners per jaar
11
ST KLEDINGBANK AMSTELVEEN Men moet beschikken over een amstelveenpas dan wel stadspas de toegang bedraagt 2.= euro Men mag dan gratis 3 kledingstukken voor volwassenen en 2 per kind meenemen ( maximaal 6) GEOPEND ELKE WOENSDAG VAN 10.30 TOT 16.00 UUR GALJOEN 4
12
sparen of beleggen. Dan gelden extra vrijstellingen. Ook schenken aan kinderen kan een optie zijn.
Bespaartips. Bespaartip 1: Omzeil dure 0900-nummers Een grote frustratie: in de wacht gezet worden bij een duur 0900-nummer. Vaak is het mogelijk om dit 'via de achterdeur' te omzeilen. De Consumentenbond achterhaalde voor een groot aantal nummers de goedkope variant. Deze lijst wordt regelmatig door ons gecontroleerd. We kunnen echter niet voorkomen dat er een nummer bij staat dat inmiddels door het betreffende bedrijf is gewijzigd of afgesloten.
Bespaartip 4: 65+er en jongere partner? Schuif met inkomen Als één van jullie beiden 65 of ouder is, en de ander jonger, dan heb je te maken met verschillende belastingtarieven. Als je fiscaal partner bent, kun je proberen de buitengewone uitgaven, giften en hypotheekrente zo slim mogelijk te verdelen. De hypotheekrenteaftrek kun je bijvoorbeeld het beste doorschuiven naar degene met het hoogste belastingpercentage. Het kan je honderden euro's schelen. Bespaartip 5: Verkoop overtollige spullen. Uit onderzoek van handelssite Marktplaats blijkt dat wij Nederlanders gemiddeld veel voor marktplaats aan ongebruikte spullen in huis hebben staan. Verkoop het! Ongebruikte spullen staan alleen maar in de weg, verkoop levert nog geld op. Loop je huis na op spullen waar je heel goed zonder kunt en zet ze te koop op internet of hang een briefje op in de supermarkt. Nog beter: koop alleen de dingen die je écht nodig hebt en écht gaat gebruiken.
Bespaartip 2: Vraag ontheffing voor gemeentelijke belastingen Mensen met een laag inkomen kunnen bij hun gemeente ontheffing vragen voor de gemeentelijke belastingen en de waterschapsbelasting. Doorgaans zit het benodigde aanvraagformulier bij de aanslag. Wie voor de ontheffing in aanmerking komt, bespaart een paar honderd euro.
Bespaartip 6: Goedkoop boodschappen doen. Doe één keer per week de grote boodschappen, bij een goedkope supermarkt. En laat je niet verleiden tot impulsaankopen. Voordat je bij de kassa aansluit, doe je ogen dicht en probeer alles op te noemen wat er in je winkelwagen ligt. Producten waar je niet op komt, zijn waarschijnlijk overbodig. Zet ze terug in het schap.
Bespaartip 3: Let op de belasting. Spaarders en beleggers betalen ieder jaar 1,2% belasting over hun vermogen boven de vrijstelling van 20.661. Voor partners geldt het dubbele bedrag en per minderjarig, inwonend kind wordt dit bedrag verhoogd met 2762. Wie boven de vrijstelling uitkomt, kan overwegen zijn hypotheek af te lossen of te kiezen voor groen
13
Bespaartip 7: Koop tweedehands spullen. Het kan allemaal nog goedkoper, door tweedehands spullen aan te schaffen. Op aanbiedingssites als Marktplaats of 2dehands.nl staan duizenden gebruikte koelkasten, wasmachines, ovens, magnetrons, bedden, keukenspullen, muziekinstrumenten, cd's, boeken en andere dingen te koop. Koop een tweedehands auto Als je liever een eigen auto hebt, koop dan een tweedehands model. Uit berekeningen blijkt dat je het meest bespaart met een middenklasser van 2,5 jaar oud, waar je 2,5 jaar in rijdt.
Bespaartip 11: Haal de top van de tophypotheek. Is je huis in de loop der jaren in waarde gestegen? Of heb je al een flink deel van je hypotheek afgelost? Veel hypotheekverstrekkers laten de rente-opslag voor een tophypotheek op de renteherzieningsdatum vervallen, of zodra je de hogere waarde kunt aantonen met een taxatierapport of een WOZ-beschikking. Trek aan de bel bij je hypotheekverstrekker. Bespaartip 12: Bespaar water en energie in huis. Een waterbesparende douchekop gebruiken, spaarlampen kopen en kieren in de woning afdichten bespaart behoorlijk. Kijk voor uitgebreide energiebespaartips ook eens op milieucentraal.nl.
Bespaartip 8: Voorkom roodstaan op betaalrekening. Geld lenen door rood te staan op je betaalrekening is duur. Je betaalt er hoge rentes over, zeker als roodstaan niet toegestaan is. Probeer dit zo veel mogelijk te voorkomen.
Bespaartip 13: Waterkoker is goedkoper. Gebruik voor het koken van water een waterkoker. Die gaat efficiënt om met energie; het rendement is 90%. Een magnetron gebruikt ongeveer 32% van de wartme om water op te warmen, een gasfornuis 40 tot 50%.
Bespaartip 9: Ruim de kledingkast op. Doe dit voor je - in de uitverkoop!- gaat 'shoppen' in de stad. Vaak liggen er broeken, truien en overhemden in je kast die je vergeten was. En die hoogstwaarschijnlijk nog prima te dragen zijn! Het ruimt ook nog eens lekker op.
Bespaartip 14: Kook op gas. Koken op gas kost rond de 40 à 50 per jaar. Dat is veel goedkoper dan koken op elektriciteit, keramische en halogeen kookplaten, wat ongeveer 100 per jaar kost. Inductiekoken kost ongeveer 80 per jaar.
Bespaartip 10: Maak eten op. Kies één dag van de week om een voorraad op te maken. Dat voorkomt dat je eten moet weggooien omdat het over de datum is.
Bespaartip 15: Onderhandel als je iets koopt. Verzamel zo veel mogelijk informatie over het product. Bepaal wat je precies wilt, zodat je niet voor onnodige extra's bezwijkt. Bepaal ook vooraf
14
hoeveel je maximaal wilt uitgeven. Zie onderhandelen als slimmigheid, niet als gierigheid: geneer je niet. Blijf rustig en kom vooral niet te gretig over, dat geeft de verkoper meer macht. Niet elke branche leent zich voor onderhandelingen. De meubelbranche bijvoorbeeld. Witgoed en bruingoed lenen zich daar al meer voor, net als de keukenbranche. Ga niet in op een gratis lening, betaal contant of met pinpas. Afdingen kan ook bij dienstverleners als makelaars, advocaten en notarissen.
Bespaartip 19: Koop tijdens de uitverkoop. Koop alleen kleding en schoenen in de uitverkoop. Dat is doorgaans rond december-januari en juni-juli. Goedkoop merkkleding inslaan kan bijvoorbeeld ook bij een outletcentre . Bespaartip 20: Sport op het werk. Biedt je werk sportfaciliteiten aan? Ga daar sporten in plaats van op de sportschool. Dat is vaak stukken goedkoper. Bespaartip 21: Koop producten online. Kijk en vergelijk op internet! Online kopen is soms stukken goedkoper, en je kunt makkelijk prijzen vergelijken. Op onze site zie je dagverse prijzen van meerdere winkels voor de producten "Klik op een product uit de lijst van testresultaten, klik daarna op de prijs- en winkelinformatie (blauw), dan krijg je de laatste prijzen!
Bespaartip 16: Koop een showmodel. Producten die licht beschadigd zijn of in een showroom hebben gestaan, worden vaak met korting verkocht. Veel mensen doen dat niet omdat ze bang zijn voor problemen met ruilen of garantie. Maak duidelijke afspraken met de winkel hierover en laat die op papier zetten. Bij deze producten gelden in beginsel trouwens gewoon de regels van de wettelijke garantie.
Bespaartip 22: Zoek naar subsidies. Krijg je wel alle subsidies waar je recht op hebt? Misschien heb je wel recht op huur- of zorgtoeslag. Dit kun je bij je gemeente of bij de belastingdienst navragen.
Bespaartip 17: Naar de leerlingkapper. Ga naar iemand of een leerling van de kappersopleiding in plaats van naar de kapsalon, je wordt gratis geknipt door leerlingen.
Bespaartip 23: Zoek naar de goedkoopste verzekeringen. Kritisch kijken naar je verzekeringspremies loont. Check bijvoorbeeld onze vergelijker zorgverzekeringen (voor leden) en kijk of de premie lager kan. Een goede verzekering voorkomt onverwacht hoge uitgaven, maar daar betaal je wel ieder jaar geld voor. Er valt veel te bezuinigen op auto-, opstalof ziektekostenverzekering. Check ieder jaar of je niet te veel betaalt.
Bespaartip 18: Deel de auto. Als je de auto maar weinig gebruikt, ga dan een auto delen met anderen. Dat kun je zelf met vrienden of kennissen regelen, maar het kan ook via bijvoorbeeld Greenwheels of Autodate.
15
Bespaartip 28: Leef niet op krediet. Houd je aan het principe dat je nooit roodstaat op de betaalrekening, niet kopen op afbetaling of geld lenen. Rekeningen te laat betalen kan ook duur zijn, als je dan rente- of incassokosten moet betalen. Schulden aflossen is ook een vorm van (be)sparen.
Bespaartip 24: Bundel je verzekeringen. Als je je verzekeringen bij verschillende maatschappijen hebt lopen, kan het goedkoper zijn om ze bij één verzekeringsmaatschappij onder te brengen. Sommige verzekeraars geven korting op elke volgende verzekering die je bij hen afsluit. Bespaartip 25: Verzeker je via je werk. Collectieve verzekeringen via je werk zijn vaak goedkoper dan de verzekeringen die je zelf particulier afsluit. Werkgevers bieden doorgaans ziektekostenverzekeringen en arbeidsongeschiktheids-verzekeringen collectief aan.
Bespaartip 29: Spaar meevallers. Wees zuinig bij een onverwachte meevaller, zoals 12.000 uit een erfenis. Zet het geld vast op een spaar- of depositorekening. Een bedrag van 12.000 vastzetten tegen 3% rente levert na 10 jaar een bedrag op van 16.000 en bij 5% rente is het 19.500.
Bespaartip 26: Betaal premies tegelijkertijd. Betaal premies in één keer. Vaak is het voordeliger om je verzekeringspremie in één keer te betalen in plaats van in termijnen. Verzekeringen hanteren opslagpercentages bij termijnbetalingen. Voor een half jaar premie is dat bijvoorbeeld soms 2%. Betaling per kwartaal kan 4% extra kosten, en betaling per maand wel 8%. Bij een bedrag van 180 per jaar betaal je dan bij een betaling per half jaar uiteindelijk 183,60, per kwartaal 187,20, en bij maandbetalingen in totaal zelfs 194,40.
Bespaartip 30: Check de prijs. Op de website van de Consumentenbond kun je als lid de dagverse prijzen zien van meerdere winkels voor de meeste huishoudelijke apparaten, computers, camera's, mobiele telefoons en autonavigatiesystemen. Bespaartip 31: Wees je bank ontrouw. Zoek de hoogste spaarrente. Als je 100 per maand spaart op een sparrekening van 5% per jaar, heb je na 10 jaar 15.500. Dat is dus 1500 meer dan bij 3% rente.
Bespaartip 27: Houd zicht op je financiën. Houd bij hoeveel geld je uitgeeft en ontvangt. Gebruik bijvoorbeeld een gratis online kasboek om zicht te houden op posten die ongemerkt meer kosten dan je eigenlijk kunt missen.
Bespaartip 32: Nog veel meer bespaartips. Je kunt natuurlijk nog veel meer
16
besparen, op allerlei gebieden. Kijk bijvoorbeeld eens op: " www.rijkerleven.com; " www.tipsomtebesparen.nl; " www.zuinig.info; " www.0euro.nl; " www.nibud.nl. "
achter de hand moet hebben, onafhankelijk van het huishoudinkomen. Een echtpaar 4000 euro en een gezin met twee kinderen 5000. Dit bedrag is bedoeld voor de vervanging van de minimale noodzakelijke inventaris, zoals een televisie, koelkast of wasmachine. Hierbij is geen rekening gehouden met het inkomen en levensstijl. Heeft een huishouden bijvoorbeeld ook een auto, dan zou dat bedrag hoger moeten zijn. Toch komt 40% van de huishoudens niet aan dat minimale bedrag van 3550 euro. De meeste mensen wensen echter wel een financiële buffer van 5000 euro.
40% van de huishoudens heeft te weinig buffer Zo'n 20% van de huishoudens heeft geen enkele financiële buffer en nog eens 20% heeft een buffer van minder dan 2000 euro. Dit is te weinig. Uit berekeningen van het Nibud blijkt dat iedereen minstens 3550 euro aan spaargeld zou moeten hebben. Dit staat in het onderzoek 'Een referentiebuffer voor huishoudens' dat het Nibud met medewerking van ING heeft uitgevoerd. Het Nibud maakt zich zorgen om de grote groep huishoudens die geen of te weinig geld achter de hand heeft voor het vervangen van de inventaris of het onderhoud van huis en/of auto. Daarnaast ziet het Nibud dat er een groeiende groep spaarders is die nu meer spaargeld heeft dan voor de crisis. Zo had in 2006 de helft van de huizenbezitters minstens 8500 euro op de spaarrekening staan en in 2011 was dat bedrag gestegen naar minstens 17.000 euro.
15% spaart niet Zo'n 15% van de huishoudens spaart niet. En 12% heeft zelfs helemaal geen spaarrekening, Het Nibud ziet in het onderzoek dat het voor lage inkomens erg moeilijk is om te sparen. Het kost velen al moeite om rond te komen waardoor er geen geld over blijft om apart te zetten. Toch raadt het Nibud iedereen, ook lage inkomens, aan om geld apart te zetten op een aparte (spaar)rekening. Alles wat je nu in huis hebt dient een keer vervangen te worden, van televisie tot koelkast. Daarnaast is uit eerder Nibud-onder-
Minstens 3550 euro als buffer Het Nibud heeft berekend dat een alleenstaande minstens 3550 euro
17
zoek (Kans op geldproblemen, 2012) gebleken dat geen spaarbehoefte de kans op geldproblemen vergroot.
Geen indexatie kinderbijslag per 1 juli 2013
Vaste spaarders sparen 9% van het maandinkomen
De kinderbijslag wordt per 1 juli niet aangepast aan de prijsontwikkeling. Dit heeft de ministerraad op voorstel van minister Asscher besloten. Het schrappen van de indexatie is vastgelegd in het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Asscher.
De meeste huishoudens (40%) sparen onregelmatig, als er geld overblijft of wisselende bedragen. Een kwart spaart een vast bedrag per maand. Gemiddeld leggen deze vaste spaarders 9% van hun maandinkomen iedere maand apart. Het zijn vooral huishoudens met een koopwoning en een inkomen hoger dan 3000 netto per maand die structureel sparen.
Het niet doorvoeren van de indexatie is een onderdeel van de voorgenomen hervorming van de kindregelingen. Het doel hiervan is het stelsel te vereenvoudigen, de arbeidsparticipatie te verhogen en inkomensondersteuning te bieden waar die het hardste nodig is. Het aantal kindregelingen wordt teruggebracht tot vier. Twee daarvan zijn gericht op inkomensondersteuning (Algemene Kinderbijslagwet en Wet Kindgebonden Budget) en twee op participatiebevordering (inkomensafhankelijke combinatiekorting en kinderopvangtoeslag).
BufferBerekenaar laat zien wat iedereen spaart Met de Nibud-BufferBerekenaar kunnen consumenten zelf uitrekenen hoeveel geld verstandig is om als financiële buffer te hebben en wat anderen in een vergelijkbare situatie achter de hand hebben. In 2008 heeft het Nibud deze tool voor het eerst ontwikkeld om mensen een idee te geven hoeveel spaargeld nu echt noodzakelijk is. Met behulp van de ING heeft het Nibud deze tool kunnen actualiseren en het Nibud is blij dat de ING het belang van de BufferBerekenaar onderstreept.
Door het schrappen van de indexatie wordt het basiskinderbijslagbedrag niet verhoogd met circa 0,3% per juli 2013. Dit komt overeen met op jaarbasis ongeveer 2,30 per kind van 0 tot en met 5 jaar, ongeveer 2,80 per kind van 6 tot en met 11 jaar en ongeveer 3,30 per kind van 12 tot en met 17 jaar.
Peter Paul Wekking, directeur Marketing Credit bij de ING: "ING wil haar klanten helpen met een gezonde financiële huishouding. Consumenten die doelbewust sparen, zijn in staat om meer te sparen. Dat is belangrijk voor onverwachte uitgaven, maar bijvoorbeeld ook voor sparen voor later. Daarom zijn we verheugd dat we door de samenwerking met het Nibud de BufferBerekenaar ook op ING.nl kunnen
Nieuwsbericht | 21 12 2012
introduceren."
18
G A D D I M TTHHEMEAMMIDA DAG De veranderingen in de wet werken en Bijstand per 1 januari 2013
DINSDAG 19 MAART AANVANG 14.00 uur IN WIJKCENTRUM DE BOLDER Groenhof 140 Amstelveen Gratis toegang incl.kopje koffie/thee Te bereiken met bus 146 en 149 en199 sneltram 51 ( halte sportlaan
het adviesorgaan voor particulieren met vragen over sociale zekerheid 19
Voorbeeld Uw kind gaat naar de dagopvang. U volgt een opleiding van 10 maanden. Hiermee zou u kinderopvangtoeslag kunnen krijgen voor 10 x 230 = 2.300 uur. Maar uw partner werkt 20 uur per week. Dan is de berekening op basis van deze uren 20 x 52 x 140% = 1.456 uur per jaar. U kunt jaarlijks kinderopvangtoeslag krijgen voor 1.456 uur. Deze 1.456 uur mag u over het jaar verspreiden. Gaat uw kind minder uren per week naar de opvang? Dan gelden de opvanguren uit uw contract.
Kinderopvangtoeslag: nieuw in 2013 Minder kinderopvangtoeslag. De overheid draagt minder bij aan de kosten voor kinderopvang. Voor het 1e kind krijgt u minder kinderopvangtoeslag. Het 1e kind is het kind met de meeste opvanguren. Dat hoeft niet uw oudste kind te zijn. Is uw (gezamenlijke) inkomen 118.189 of hoger? Dan krijgt u geen kinderopvangtoeslag meer voor het 1e kind. Voor het 2e en volgende kind krijgt u nog wel kinderopvangtoeslag. Deze vergoedingen zijn hetzelfde als in 2012.
Bijdrage voor de kinderopvang van gemeente of UWV Kreeg u tot nu toe van de gemeente of UWV een bijdrage in de kosten voor de kinderopvang? Voortaan krijgt u die bijdrage van ons, als onderdeel van de kinderopvangtoeslag.
Voor ouders met een gezamenlijk inkomen van 17.230 of lager gaat de toeslag voor het 1e kind niet omlaag. Beperking kinderopvangtoeslag als u een traject naar werk, een opleiding of een inburgeringscursus volgt
Inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling Start u met een inburgeringscursus? Dan hebt u misschien recht op kinderopvangtoeslag. Een van de voorwaarden is dat u de cursus volgt bij een gecertificeerde instelling. U kunt dit controleren op www.blikopwerk.nl/inburgeren.
U krijgt in 2013 kinderopvangtoeslag voor het aantal maanden dat u een traject, een opleiding of een inburgeringscursus volgt. Voor deze maanden bouwt u uren voor kinderopvangtoeslag op, die u kunt gebruiken in 2013. Voor ieder kind per maand maximaal 230 uur: "Volgt u een traject naar werk? Dan hebt u recht of hebt u een partner? Dan moet u berekenen wie van u het minste aantal uren kinderopvang nodig heeft. U krijgt kinderopvangtoeslag voor dit aantal uren.
Meer informatie Maak een proefberekening om te zien of uw kinderopvangtoeslag verandert. Wilt u meer weten over de wetswijzigingen voor de kinderopvangtoeslag in 2013? Lees meer hierover op www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw.
20
Ik maak gebruik van de startersregeling vanaf 1 januari 2013
Toestemming voor de startersregeling U krijgt toestemming voor de startersregeling als de kans groot is dat u met uw eigen bedrijf voldoende geld verdient om van te leven. Om te beoordelen of dat zo is, kan uw werkcoach een extern bedrijf inschakelen. Dat bedrijf kan u uitnodigen voor een gesprek waarin u uw ondernemingsplan toelicht.
Start u op of na 1 januari 2013 met uw bedrijf? En start u als zelfstandige op of na de dag dat uw WW-uitkering ingaat? Dan kunt u met toestemming van uw werkcoach gebruikmaken van de startersregeling die geldt vanaf 1 januari 2013. U ontvangt dan voor een vaste periode van 26 weken 29% minder WW-uitkering. Tijdens deze startperiode mag u alles doen wat nodig is voor uw eigen bedrijf: opdrachten binnenhalen en uitvoeren, een bedrijfspand inrichten of een winkel openen.
Uren bijhouden voor de Belastingdienst U bent niet verplicht om uw uren aan de Belastingdienst door te geven. Maar het kan verstandig zijn om uw uren wel bij te houden. Als u voldoende uren als zelfstandige werkt, kunt u namelijk ondernemersaftrek krijgen.
Heeft u recht op minder dan 26 weken WW? Dan kunt u toch gebruikmaken van de startersregeling. Als u bijvoorbeeld nog maar 20 weken recht op WW heeft, krijgt u nog 20 weken lang 29% minder WW-uitkering.
Krijgt u naast uw WW-uitkering een toeslag? Dan berekenen wij na ongeveer 2 jaar hoeveel u van uw toeslag moet terugbetalen. Dit doen wij op basis van uw jaarstukken. De toeslag die u krijgt, is namelijk gebaseerd op de WW-uitkering die u kreeg vóórdat u startte met uw eigen bedrijf. Zo kwam u aan het sociaal minimum. Het gaat dan alleen om de toeslag die u kreeg tijdens de startperiode.
Geen sollicitatieplicht tijdens de startperiode In de startperiode hoeft u niet te solliciteren. Het is de bedoeling dat u na een tijd helemaal zonder uitkering kunt rondkomen. Geen opdrachten voor ex-werkgever tijdens startperiode U mag tijdens deze startperiode geen opdrachten doen voor de werkgever die u heeft ontslagen. Doet u dit wel, dan betalen wij u tot het einde van de startperiode geen WW-uitkering meer. Ook krijgt u misschien een boete. Na de startperiode mag u wel voor uw exwerkgever werken. Als de betaling van uw uitkering om die reden is gestopt, kunt u dan mogelijk uw uitkering weer krijgen.
Let op: overtredingen van de uitkeringsregels worden strenger bestraft De meeste mensen houden zich aan de
21
regelgeving, u natuurlijk ook. Het kan echter zo zijn dat u onbewust deze regelgeving overtreedt en daardoor in de problemen komt. Om dat te voorkomen, informeren wij u hoe het precies zit.
uitkering verrekenen. Het kan dus zo zijn dat u enkele maanden tot maximaal vijf jaar lang geen uitkering ontvangt. Een voorbeeld: Mevrouw A. ontvangt een bijstandsuitkering. Zij verdient al zes maanden bij met het oppassen op haar buurmeisje. Zij heeft daarmee in totaal 500,- verdiend. Dit heeft ze niet gemeld bij haar gemeente. Mevrouw A. heeft dus de regels overtreden. Zij moet het teveel ontvangen bedrag ( 500,-) terugbetalen aan de gemeente. Daarnaast moet zij hetzelfde bedrag als boete betalen. Dus in totaal: 500,- + 500,- = 1.000,-
Overtredingen van de uitkeringsregels worden strenger bestraft. Hoe zit dat? Vanaf 1 januari 2013 worden overtredingen van de uitkeringsregels strenger bestraft. De overheid en het Nederlandse publiek vinden het belangrijk dat geld bestemd voor uitkeringen alleen terecht komt bij mensen die hier recht op hebben. Daarnaast is het moeilijk om uitkeringen in stand te houden als geld bij de verkeerde mensen terechtkomt. Het overgrote deel van de ontvangers van een uitkering houdt zich aan de regels. Een klein deel doet dat niet, voor dat deel worden de boetes verhoogd.
Geen recht op schuldhulpverlening De terugvordering en de boete die u moet betalen als u de regels heeft overtreden hebben financiële gevolgen. U heeft een schuld bij uw uitkeringsinstantie. Deze schuld moet u helemaal terugbetalen. Schulden die door het overtreden van regels zijn ontstaan worden in principe uitgesloten van schuldhulpverlening. Kijk voor meer informatie op de site van de WSNP.
Wat houden de strengere straffen in? Bij het overtreden van de uitkeringsregels moet u het teveel ontvangen geld volledig terugbetalen. Daar bovenop krijgt u hetzelfde bedrag als boete. Als u binnen vijf jaar opnieuw een overtreding maakt wordt de boete nog hoger, namelijk 150%. Daarnaast kan de uitkeringsinstantie (UWV, de SVB of uw gemeente) na de tweede overtreding de boete met uw uitkering verrekenen. De manier waarop dit gebeurt verschilt: "Bij een WWB-uitkering kan de gemeente de boete gedurende maximaal drie maanden met uw uitkering verrekenen. Het kan dus zo zijn dat u drie maanden geen uitkering ontvangt. "Bij overige uitkeringen en toeslagen kan uw uitkeringsinstantie de boete gedurende maximaal vijf jaar met uw
Overgangsrecht De nieuwe regelgeving gaat in per 1 januari 2013. Bij de invoering hiervan wordt een overgangsperiode gehanteerd. Dit houdt het volgende in: "Overtredingen en strafbare feiten begaan vóór 1 januari 2013 vallen onder de huidige regelgeving. "Overtredingen die begaan zijn voor 1 januari 2013 maar die doorgaan na 31 januari 2013,
22
" 122.278 voor partners (uw gezamenlijke heffingsvrij vermogen uit box 3 + 80.000)
vallen onder de nieuwe regelgeving. "In januari 2013 heeft u de gelegenheid om overtredingen uit 2012 of eerder te melden zonder dat u met de nieuwe, strengere regelgeving te maken krijgt . Zo voorkomt u problemen Om problemen te voorkomen is het belangrijk om wijzigingen in uw situatie direct door te geven aan uw uitkeringsinstantie. Neem bij twijfel direct contact met hen op, zij kunnen u uitleggen hoe het zit.
Uw kind woont in een ander land De kosten voor kinderen kunnen in een ander land lager zijn dan in Nederland. De verhouding tussen de kosten in beide landen noemen we de woonlandfactor. Deze bepaalt mede de hoogte van uw kindgebonden budget. U krijgt minder kindgebonden budget als uw kind in een land woont waar de kosten lager zijn.
Kindgebonden budget: nieuw in 2013
Meer informatie Maak een proefberekening om te zien of uw kindgebonden budget verandert. Wilt u meer weten over de wetswijzigingen voor het kindgebonden budget in 2013? Lees meer hierover bij www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw.
Meer kindgebonden budget voor 2e kind Hebt u een laag inkomen, dan krijgt u 75 meer kindgebonden budget voor uw 2e kind. De bedragen voor de andere kinderen zijn gelijk gebleven. Het kindgebonden budget voor ouders met 2 kinderen is in 2013 maximaal 1.553. Vermogen en geen recht op kindgebonden budget
In de keuken bij Jacqueline Koops
Hebt u of heeft uw partner vermogen, zoals spaargeld of beleggingen? U hebt geen recht op kindgebonden budget voor 2013 als uw vermogen op 1 januari 2013 groter was dan: " 101.139 voor een alleenstaande (uw heffingsvrij vermogen uit box 3 + 80.000)
Helaas ben ik niet zo goed in het bakken van taarten. Daarom koop ik voor een verjaardag vaak een (aantal) taarten of vlaaien. Gemak dient de mens, tenslotte. Maar dat kan aardig in de papieren lopen. Daarom in deze rubriek Budgetkoken
23
een taart voor 20 personen die in de goedkoopste variant ongeveer zes euro kost. Dat doet niemand u na! Daarbij komt dat de taart heel eenvoudig is te maken en er ook nog heel feestelijk uit ziet. Succes verzekerd. Zelfs ik kan deze taart in een handomdraai maken.
"Breng het amandelschaafsel of de chocolade vlokken aan op de zijkanten van de cake. Uw basistaart is nu klaar. U kunt nu de taart versieren: " Budgetvariant: Mandarijn- en/of ananasstukjes uit blik. " Tussenvariant: Versiering van snoepjes zoals smarties en/of spekjes. " Duurdere variant, maar o, zo gezond en lekker: Verse aardbeien en blauwe bessen Met een chocoladestift kunt de taart nog verder versieren of een tekst op de taart zetten. Kaarsjes op de taart zijn voor kinderen altijd leuk en is een taart in de vorm van een cijfer helemaal prachtig. Voor volwassenen kunt u bijvoorbeeld ook een lettervormtaart maken in plaats van een cijfertaart.
Basis voor een cijfer- of lettertaart (20 personen) " 2x voorverpakte (hotel)cake " 50-100 gram aardbeienjam " 500 gram opgeklopte, gezoete slagroom (zelf maken of kant-en-klaar kopen) " 50 gram amandelschaafsel of chocolade vlokken Extra benodigdheden: Grote platte schaal om de taart op te maken en te serveren of een snijplank omwikkeld met aluminiumfolie. Bereidingswijze " Zet een koekenpan op zacht vuur zonder boter of olie. " Doe het amandelschaafsel in de droge koekenpan en bak deze tot de amandelgeur vrij komt en het schaafsel lichtbruin kleurt. "Maak van de cakes een getal of letter, bijvoorbeeld het cijfer 7 en leg deze op de grote platte schaal. "Snijd de cake horizontaal door tweeën en smeer de jam op de twee helften. Leg daarna de helften weer op elkaar. " Smeer de opgeklopte slagroom met een spatel of mes over de boven- en zijkanten van de cake en strijk het mooi glad.
Ik wens u veel bereidingsplezier en voor daarna... Geniet van de taart!
1. Cake in 2-en snijden 2. Taart versieren 3. Het resultaat!
24