De Energieke Stad Een routekaart naar klimaatneutraal Harderwijk
Colofoon: Uitgave:
Gemeente Harderwijk Postbus 149 3840 AC Harderwijk Auteurs: Afdeling Ruimte Reprografie: Gemeente Harderwijk Internet: www.harderwijk.nl/klimaat Vastgesteld door de Gemeenteraad: 18 april 2013
2
Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting 1 Verkenning 1.1 Aanleiding 1.2 Voetafdruk 2 Analyse 2.1 Klimaatwinkelen 2.2 Koers 2.3 Strategie naar 45% klimaatneutraal 2.4 Routes 2.4.1 De compenserende stad 2.4.2 De besparende stad 2.4.3 De energieke stad 2.4.4 De zelfvoorzienende stad 2.5 Het advies 3 Ambitie 4 Monitoring Bijlagen
5 6 9 9 9 11 11 12 13 17 18 18 19 20 20 21 22 23
3
Pieter Teeninga
4
Voorwoord
Op weg naar klimaatneutraal! Op weg naar klimaatneutraal? Wat betekent dat nu weer voor ons als burgers van Harderwijk? Twee actuele voorbeelden: 1. Gelezen in de krant: Record aardgaslevering aan Europa, inclusief Nederland, door Gazprom Rusland. 2. Gelezen in een tijdschrift: Wij hebben geen afval meer maar alleen maar hernieuwbare grondstoffen. De kern van deze voorbeelden is dat we als Nederland, en dus ook als Harderwijk op weg moeten zijn naar minder gebruik van fossiele brandstoffen en minder afval moeten produceren. Dus samen op weg naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente. De kernwoorden die hierbij passen zijn : • • • • • •
goede luchtkwaliteit minder geluidshinder recycling van afvalstromen duurzame woningbouw minder energiegebruik productie van groene energie
De burgers en bedrijven van Harderwijk hebben zich in een aantal avonden uitgesproken dat wij samen aan genoemde doelstellingen moeten gaan werken. Als overheid willen wij het goede voorbeeld geven en u ook mogelijkheden aanreiken met welke maatregelen deze doelstellingen verwezenlijkt kunnen gaan worden. De kernwoorden, die bij deze doelstellingen passen zijn: • • • •
samen werken elkaar versterken realisme faciliteren/ondersteunen van initiatieven
Aan de hand van een routekaart kunnen afwegingen worden gemaakt en kan een realistisch ambitieniveau, ook in tijd, worden vastgesteld. De routekaart, die nu voor u ligt is een plan van aanpak waarmee Harderwijk zich, door toepassing van duurzame maatregelen, ontwikkelt tot een klimaatneutrale gemeente. Het samen werken aan het realiseren van deze ambitie doen we onder het motto : “Niet het onmogelijke is mogelijk geworden, maar het mogelijke is realiteit geworden!“
Pieter Teeninga Wethouder
5
Samenvatting Waarom een routekaart naar een klimaatneutraal Harderwijk De mens oefent invloed uit op het klimaat door de uitstoot van broeikasgassen. Op mondiaal, Europees en nationaal niveau wordt klimaatbeleid gevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Samen met inwoners, bedrijfsleven, woningcorporaties en andere partners wil de gemeente Harderwijk zich inzetten voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen De gemeente Harderwijk wil haar invloed op het klimaat zoveel als mogelijk beperken. Daarom is in de strategische raadsagenda opgenomen dat we in 2013 werken met een routekaart naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Een routekaart is een stappenplan waarin de gemeente vastlegt hoe zij klimaatneutraal wil worden. Klimaatneutraal betekent dat de uitstoot van alle broeikasgassen binnen de gemeente Harderwijk tot nul worden gereduceerd. Huidige situatie Voordat in de routekaart een uitspraak gedaan kan worden over de vast te leggen ambitie is het van belang om te weten wat de uitstoot van broeikasgassen op dit moment is. Dit wordt de voetafdruk genoemd. De gemeente Harderwijk heeft dit onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de uitstoot van CO2 van alle broeikasgassen verreweg het grootst is met een aandeel van 99%. Harderwijk stoot 276 Kton CO2 uit per jaar. De uitstoot wordt veroorzaakt door de volgende sectoren: • Woningen • Verkeer en vervoer • Utiliteit • Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen • Bedrijven en industrie Koers Klimaatneutraal worden is ambitieus. De technologie op het gebied van duurzame energieopwekking ontwikkelt zich snel, voor de lange termijn is niet in te schatten wat de financiële consequenties daarvan zijn. De koers naar een klimaatneutraal Harderwijk opgedeeld in twee delen. Een deel tot aan 2031 en een nog uit te werken deel na 2031. Het jaar 2031 is gekozen omdat aansluit bij het overkoepelende gemeentelijk beleid, namelijk de Stadsvisie 2031. Tijdens klimaatwinkelen is aan actoren gevraagd wat zij zien als de meest kansrijke maatregelen om CO2-uitstoot te verlagen. Ook is gevraagd om aan te geven welke rol de gemeente Harderwijk op zich moet nemen. • •
6
Uit het klimaatwinkelen komt dat 45 %, het behalen van 124 kton, CO2-reductie, realistisch is. De deelnemers willen dat de gemeente de rol van motivator op zich neemt. De gemeente moet invulling geven aan haar voorbeeldrol door energie te besparen en duurzame energie op te wekken binnen haar eigen organisatie.
Route Om het ambitieniveau van 45% klimaatneutraal in 2031 te halen wordt ingezet op het besparen van energie, benutten van duurzame energie en compenseren. Met deze componenten tezamen met de rol die de gemeente op zich neemt, zijn vier routes mogelijk, namelijk; 1. de Compenserende Stad (100% compenseren) 2. de Besparende Stad (maximaal 65% compenseren) 3. de Energieke Stad (maximaal 35% compenseren) 4. de Zelfvoorzienend Stad (geen compensatie) De route die het beste bij Harderwijk en haar ambitie past is De Energieke Stad. De route De Energieke Stad heeft de ambitie om in 2031 tot 45% CO2-uitstoot te reduceren. Jaarlijks wordt 2% energie bespaart per sector (woningen, verkeer en vervoer enz.). Binnen de gemeentegrenzen van Harderwijk wordt op grote schaal ingezet op het benutten van duurzame energie. De ongeveer 35% aan duurzame energie die niet opgewekt kan worden binnen de gemeente Harderwijk wordt gecompenseerd door bijvoorbeeld het inkopen van groene stroom. . De gemeentelijke organisatie neemt een motiverende en stimulerende rol op zich nemen. Daarnaast zal ze de voorbeeldrol op zich nemen door binnen haar eigen organisatie jaarlijks 2% energie te besparen en volledig inzetten op een duurzame energievoorziening. Acties en projecten Voortbordurend op de route Energieke Stad is een uitvoeringsprogramma opgesteld. Hierin staan de projecten en acties die uitgevoerd worden om de besparingsdoelstelling te halen. Om de 4 jaar wordt het uitvoeringsprogramma herzien. Monitoring Om te bepalen of de jaarlijks doelstellingen gehaald worden zal één maal per 4 jaar een nieuwe CO2voetafdruk gemaakt worden. Deze zal vergeleken worden met de voorgaande voetafdruk, waarna zonodig het uitvoeringsprogramma bijgesteld wordt om de koers naar 45% CO2-reductie in 2031 te kunnen waarborgen.
7
8
1 Verkenning 1.1 Aanleiding De mens oefent invloed uit op het klimaat door de uitstoot van broeikasgassen. Op mondiaal, Europees en nationaal niveau wordt klimaatbeleid gevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Samen met inwoners, bedrijfsleven, woningcorporaties en andere partners wil de gemeente Harderwijk zich inzetten voor het klimaat. De gemeente Harderwijk wil haar invloed op het klimaat zoveel als mogelijk beperken. In de strategische raadsagenda is opgenomen dat we in 2013 werken met een routekaart naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Een routekaart is een stappenplan waarin de gemeente vastlegt hoe zij klimaatneutraal wil worden. Klimaatneutraal betekent dat de uitstoot van alle broeikasgassen binnen de gemeente Harderwijk netto over het jaar tot nul moet worden gereduceerd.
1.2 Voetafdruk Om te bepalen welke route naar een klimaatneutraal Harderwijk haalbaar is, is belangrijk om te weten wat de uitstoot van broeikasgassen nu is. De gemeente Harderwijk heeft onderzocht hoeveel en welke broeikasgassen binnen de gemeentegrenzen worden uitgestoten. Dit is de voetafdruk1 van de gemeente. Hiervoor worden alle broeikasgasemissies die vrijkomen door activiteiten van de bewoners en bedrijven binnen gemeente Harderwijk worden meegerekend. Op deze activiteiten heeft de gemeente namelijk invloed. Dit betekent dat de uitstoot van het wegverkeer van de auto- en snelwegen, zoals de N302 en A28 niet worden meegenomen. Ook voor de scheepvaart wordt alleen de uitstoot meegenomen die veroorzaakt wordt door schepen die eigendom zijn van inwoners en bedrijven in Harderwijk. Broeikasgassen die bijdragen aan de voetafdruk zijn bijvoorbeeld CO2, methaan en fluorkoolwaterstoffen. De uitstoot van CO2 is van alle broeikasgassen verreweg het grootst met een aandeel van 99%.
1
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk, voetafdruk en scenarioanalyse verduurzaming energievoorziening, 19 maart 2012
9
Figuur 1, uitstoot broeikasgassen in 2010
Op de uitstoot van CO2 is direct invloed uit te oefenen door het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, kolen, aardgas) te beperken. Fossiele brandstoffen worden voor het overgrote deel gebruikt voor energieopwekking. De invloed die de gemeente heeft op het reduceren van de emissie van de overige broeikasgassen is beperkt (voornamelijk afhankelijk van europees- en rijksbeleid). Daarom wordt in het klimaatbeleid van de gemeente Harderwijk voornamelijk ingezet op de reductie van de CO2-uitstoot Van de uitstoot van alle en worden de mogelijkheden verkend om dit tot nul te broeikasgassen is het reduceren.
De totale CO2-emissie in de gemeente Harderwijk door verbranding van fossiele brandstoffen voor energieopwekking bedraagt 276.000 ton (276 kton) in 2010.
Figuur 2, Verdeling CO2-emissie per sector in 2010 in Harderwijk
10
aandeel CO2 het grootst. Harderwijk stoot 276 Kton CO2 uit per jaar.
2 Analyse De gemeente Harderwijk wil op termijn een duurzame en klimaatneutrale gemeente worden. Om aansluiting te zoeken bij het overkoepelende gemeentelijk beleid, is dezelfde tijdspanne als die van de Stadsvisie 2031 gekozen. Tevens is voor deze periode nog in te schatten welke technologische ontwikkelingen er te verwachten zijn en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Door de autonome ontwikkeling zal de CO2-uitstoot verder blijven stijgen in 2031 tot 302 kton. Om dit tij te keren moeten enerzijds het energieverbruik worden beperkt en anderzijds moeten duurzame energiebronnen te benut worden voor energieopwekking. Om de potentie voor het besparen energie en het benutten van duurzame energiebronnen binnen de 2 grenzen van de gemeente Harderwijk is een scenarioanalyse gemaakt. Dit heeft geleid tot een pakket van maatregelen voor zowel het besparen als benutten. Hiermee zijn de mogelijkheden en lokale kansen in beeld gebracht. Maar welk maatregelenpakket past bij de gemeente Harderwijk? Wat wordt er verwacht van de gemeente Harderwijk door inwoners en bedrijven. Welke kansen willen we benutten? En in welk jaar wil de gemeente Harderwijk klimaatneutraal zijn? Allemaal vragen die met behulp van “klimaatwinkelen” te beantwoorden zijn.
2.1 Klimaatwinkelen Het klimaatwinkelen heeft plaatsgevonden in twee sessies, met als eerste raadsleden en beleidsmedewerkers van de gemeente Harderwijk. Op de tweede avond kwamen bewoners en de bedrijvigheid aan bod. Tijdens het klimaatwinkelen is aan deze doelgroepen gevraagd wat zij zien als de meest kansrijke maatregelen om CO2-uitstoot te verlagen. Ook is gevraagd om voor de maatregelen aan te geven wat de rol van de gemeente Harderwijk is.
Klimaatwinkelen koop welke maatregel je hebben wilt, op de kassabon is af te lezen wat het kost en wat de bijdrage aan CO2reductie is. Uit het klimaatwinkelen komt dat 45 %, het behalen van 124 kton CO2-besparing, realistisch is. De belangrijkste middelen zijn; • • • • •
Energiebesparing in de industrie Energiebesparing in de bestaande woningbouw Energiebesparing in de utiliteit Energieneutrale nieuwbouwwoningen Vergisting
De deelnemers willen dat de gemeente de rol van motivator op zich neemt. De gemeente moet invulling geven aan haar voorbeeldrol door zelf maatregelen te treffen in haar eigen organisatie.
2
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk, voetafdruk en scenarioanalyse verduurzaming energievoorziening, 19 maart 2012
11
Bewoners kiezen voor verbeteren van de woningschil door na-isolatie en HR++-glas. Daarnaast werden er een aantal projectvoorstellen gedaan; • Isolatie van vloer, gevel, dak en ruiten via doelgroepbenadering; • Isolatie per wijk, oude wijken eerst; • Zonnepanelen per huizenblok; • Zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen. Het bedrijfsleven kiest voor inzicht en tips geven met onderzoek en monitoring in de industrie. Als kanrijke projecten worden genoemd; • Collectief kennisoverleg; • Duurzame energie opwekken; • Informatievoorziening en inzicht geven. De inwoners vragen om een sterke rol van de gemeente in motiveren, faciliteren en subsidiëren. Bewoners willen inzicht in de werkelijke besparing en hiervoor ondersteuning door de Bedrijven willen vooral zelf de regie houden door een platform op te richten waarin inzicht kan worden gedeeld en kan worden samengewerkt. De gemeente heeft in de voorstellen geen leidende maar faciliterende rol.
Het is de taak van de gemeente om bedrijven en inwoners bij elkaar te brengen die dezelfde doelen en potentiële maatregelen hebben
2.2 Koers Met de conclusies die getrokken zijn uit de klimaatwinkelsessies is de koers, richting een klimaatneutraal Harderwijk bepaald. Op korte termijn klimaatneutraal worden in niet realistisch. Met de huidige techniek zou dat te grote financiële gevolgen hebben. Verwacht wordt dat in de toekomst maatregelen technisch sterk verbeterd zullen zijn. Daarom wordt de ambitie opgeknipt in verschillende fasen.
De koers naar een klimaatneutraal Harderwijk • Tot 2031 wordt ingezet op een 45% besparing; • In 2031 koers uitzetten naar een 100% klimaatneutrale gemeente. Om deze ambitie te behalen zal de gemeente inzetten op stimuleren, motiveren en het geven van het goede voorbeeld.
12
2.3 Strategie naar 45% klimaatneutraal CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen voor energieopwekking. Vermindering van de CO2-emissie is mogelijk door het energieverbruik te beperken. De volgende stap is om de vrijkomende energie te benuttenen. De derde stap richt zich op het benutten van duurzame energiebronnen voor energieopwekking. Wanneer deze energie niet opgewekt kan worden binnen de grenzen van de gemeente Harderwijk, wordt er geïnvesteerd in duurzame energieprojecten buiten de grenzen van de gemeente.
Figuur 3 Methode reductie CO2
De strategie voor het behalen van 45% klimaatneutraliteit is opgebouwd uit 3 componenten; energie besparen (stap 1 en 2), benutten duurzame energie (stap 3) en compenseren (stap 4). De CO2 –emissie wordt veroorzaakt door de verschillende sectoren. Per component is voor de verschillende sectoren onderzocht welk potentieel er binnen Harderwijk ligt, zodat er in 2031 45% minder CO2 wordt uitgestoten (Tabel 1).
Strategie 45% reductie in 2031 Sectoren
Mogelijkheden
Besparen
industrie utiliteit woningbouw verkeer en vervoer Gemeentelijke organisatie
Energiezuinige verlichting Gedragsverandering Isolatie Energiezuinige auto’s
Benutten duurzame energie
industrie utiliteit woningbouw verkeer en vervoer Gemeentelijke organisatie
Zonne-energie Warmte koude opslag Biomassa Restwarmte Windenergie
Compenseren
industrie utiliteit woningbouw verkeer en vervoer Gemeentelijke organisatie
Inkoop groene energie Investeren duurzame energie projecten Bosaanplan
Tabel 1
13
Besparen van energie, minimaliseer het energieverbruik De grootste CO2 reductie is te bereiken door de energie die niet wordt verbruikt. De energievraag moet dus zoveel mogelijk worden beperkt.
Het theoretische potentieel voor energiebesparing in de gemeente Harderwijk is onderzocht en per sector bepaald, op basis van rendabele maatregelen. Gemeentelijke organisatie • Energiebeheer gemeentelijke gebouwen. Door monitoring van het energieverbruik van gemeentelijke gebouwen en het toepassen van eenvoudige energiebesparende maatregelen, is het mogelijk om het energieverbruik met minimaal 10% te reduceren. • EPC-verlaging utiliteitsbouw. Het rijksbeleid heeft ingezet op het trapsgewijs aanscherpen van de EPC tot energieneutrale nieuwbouw in 2020. Hier bovenop wil de gemeente Harderwijk inzetten op de nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen met een 50% lagere EPC dan het Bouwbesluit. Woningbouw • Energiebesparing in de bestaande woningbouw. Door toepassing van eenvoudige maatregelen, zoals leidingisolatie, kierdichting, isolatie buitenschil en energiezuinige apparatuur, is het mogelijk het energieverbruik met minimaal 20% te reduceren. De benodigde investeringen zijn in minder dan tien jaar terug te verdienen. • EPC-verlaging woningbouw. Het kabinet heeft de EPC voor nieuwe woningen in 2011 aangescherpt van 0,8 naar 0,6 en wil deze verder aanscherpen in 2015 naar 0,4 (NEN, 25 juni 2007) en zelfs naar 0 in 2020. Dit betekent een energiebesparing van circa 25% op woning gebonden energieverbruik per nieuw te bouwen woning in 2011 ten opzichte van de huidige eisen. • Toetsing van de gerealiseerde EPC bij oplevering van nieuwbouw van gebouwen. In de praktijk worden nog vaak energiebesparende maatregelen niet goed uitgevoerd of wordt een minder zuinig alternatief aangebracht (ook is soms sprake van niet goed aansluitende isolatie, of kieren tussen aansluitingen van kozijnen op de gevel). Utiliteitsgebouwen • Energiebesparing in de utiliteit. Door toepassing van eenvoudige maatregelen met een terugverdientijd van minder dan tien jaar, kan het energieverbruik in de utiliteit met circa 10% worden gereduceerd. Voorbeelden hiervan zijn energiezuinige verlichting, isolatie en energiezuinige kantoorapparatuur of optimaliseren van klimaatregeling instellingen. • EPC-verlaging in de utiliteit. Door het kabinet, NEPROM, NVB en Bouwend Nederland is een akkoord gesloten over het energieverbruik in de nieuwbouw. De kern van dit akkoord is dat in 2015 het energieverbruik in winkels, woningen en utiliteitsgebouwen 50% lager is dan nu. • Toetsing van de gerealiseerde EPC bij oplevering van nieuwbouw van utiliteitsgebouwen. In de praktijk worden nog vaak energiebesparende maatregelen niet goed uitgevoerd of wordt een minder zuinig alternatief aangebracht (ook is soms sprake van niet goed aansluitende isolatie, of kieren tussen aansluitingen van kozijnen op de gevel). Bedrijven • Energiebesparing in de industrie. Door toepassing van eenvoudige maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar, kan het energieverbruik bij industriële bedrijven met 10% worden gereduceerd. Voorbeelden hiervan zijn energiezuinige persluchtcompressoren, energiezuinige verlichting en restwarmtebenutting. • EPC-verlaging bij bedrijven. Door het kabinet, NEPROM, NVB en Bouwend Nederland is een akkoord gesloten oer het energieverbruik in de nieuwbouw. De kern van dit akkoord is dat in 2015 het energieverbruik in winkels, woningen en utiliteitsgebouwen 50% lager is dan nu. Mobiliteit • Uit onderzoek blijkt dat in de sector ‘Verkeer en vervoer’ nog een rendabel energiebesparingpotentieel aanwezig is van ruim 20%. Deze besparing is voornamelijk te realiseren door de aanschaf van energiezuinige auto’s. Aangezien auto’s een gemiddelde levensduur van tien jaar hebben, is dit het besparingspotentieel over een termijn van circa tien jaar (besparing van ruim 2% per jaar). Hogere besparingen zijn te realiseren door gedragsverandering, gebruik van elektrische auto’s, auto’s op fossiel groengas en dergelijke. Met
14
betrekking tot elektrische auto’s is de verwachting dat in 2020 10 tot 15% van de verkochte auto’s een elektrische auto is (bron: ECN). Verdergaande energiebesparende maatregelen De bovengenoemde maatregelen zijn relatief eenvoudige maatregelen die in korte tijd terug zijn te verdienen. Om te komen tot een transitie naar een duurzame samenleving zijn echter ook vergaande maatregelen nodig, zoals de realisatie van passiefhuizen, energieneutrale en energieleverende woningen en gebouwen, vergaande renovatie van de bestaande woningvoorraad (onder andere passief renoveren) en het gebruik van elektrisch en waterstof aangedreven voertuigen. Door vergaande innovatie is het mogelijk om het energieverbruik te reduceren met circa 50%.
Benutten duurzame energie, duurzame energie opwekken Na het reduceren van de energievraag kan de overgebleven energievraag ingevuld worden met duurzame energiebronnen. Bij het gebruik van duurzame energiebronnen komt geen CO2 vrij. De volgende duurzame energietechnieken zijn beschikbaar die toegepast kunnen worden binnen de gemeente: • zonne-energiesystemen; • systemen voor benutting van omgevingswarmte (geothermie, warmte-/koudeopslag, lucht); • conventionele grootschalige windturbines en urban windturbines; • biomassa-energiesystemen, zoals biomassagestookte ketels of (regionale) vergistings- of vergassingsinstallaties. Voor bovengenoemde duurzame energietechnieken is het toepassingspotentieel in Harderwijk berekend. Hierbij wordt de energietechniek maximaal ingezet, zoveel als theoretisch mogelijk is, gezien de beschikbaarheid van daken, snoeihout en agrarisch afval enz. Zonne-energie
Voor de berekening van het potentieel aan elektriciteitsopwekking uit zonne-energie (pv-panelen), is uitgegaan van het beschikbare dakoppervlak bij woningen, utiliteitsbouw en bedrijven. Aangenomen is dat in de bestaande utiliteitsbouw, scholen en sportaccommodaties 30% van het dakoppervlak beschikbaar is; in nieuwbouw 75% van het dakoppervlak. Voor de woningbouw is ervan uitgegaan dat 2 75% van de bestaande woningen en 90% van de nieuwbouwwoningen worden voorzien van 8 m pvpanelen (totaal 11.900 systemen op woningen). Voor de opwekking van warm tapwater met behulp van zonnecollectoren is ervan uitgegaan dat op 80% van de woningen een zonneboilersysteem wordt geplaatst (13.000 zonneboilers van bijna 3 m²). Daarnaast wordt bij circa de helft van de sportaccommodaties en zorginstellingen zonnecollectoren toegepast. Bij de nieuwbouw van woningen en gebouwen wordt ervan uitgegaan dat deze zoveel mogelijk zongericht worden gebouwd. Hiermee wordt een hogere opbrengst voor zonnecollectoren en pv-panelen gerealiseerd en draagt de warmte van de zon bij aan de verwarming van het gebouw (benutting van passieve zonne-energie). Gezien de snelle ontwikkelingen van zonnepanelen is te verwachten dat het rendement de komende tien jaar met 20% zal stijgen en dat prijzen van zonne-energiesystemen concurrerend zullen worden met de inkoop van elektriciteit van een energiebedrijf. Biomassa
Het potentieel voor energieopwekking uit biomassa is voor wat betreft vergisting gebaseerd op 50% van alle mest en voor verbranding wordt uitgegaan van al het vrijkomende (snoei)hout, GFT-afval en afval binnen de gemeente. In de potentieelschatting is geen rekening gehouden met eventueel vrijkomende biomassastromen bij productiebedrijven. De huidige verbranding van GFT-afval, hout en 80% van het RWZI-slib is in de gegevens van het potentieel afgetrokken.
15
Windenergie
Gemeente Harderwijk heeft aangegeven (vooralsnog) terughoudend om te gaan met windenergie. In de gemeente zijn echter wel locaties aanwezig voor de plaatsing van windturbines. Op het regionaal bedrijventerrein is wellicht plaatsing mogelijk van vier turbines en op de dijk naar Lelystad ook nog eens vier turbines. In de berekening van het potentieel voor duurzame energie is daarom uitgegaan van de plaatsing van maximaal acht windturbines. Opgemerkt wordt dat plaatsing van de windturbines op de dijk naar Lelystad onzeker is in verband met de ontwikkeling van Waterfront. Aanvullend hierop is de plaatsing van kleinschalige windmolens (urban windturbines) meegenomen in de potentieelbepaling. De kosteneffectiviteit van deze techniek is namelijk te laag om een substantiële bijdrage te kunnen leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening. Aardwarmte en warmtepompen
Voor de realisatie van warmte-/koudeopslag in de bodem wordt ervan uitgegaan dat dit toegepast kan worden bij maximaal 70% van alle utiliteitsgebouwen. Voor de toepassing van warmtepompen in de woningbouw is aangenomen dat deze alleen toegepast worden bij nieuwbouw. Theoretisch zou in 2031 maximaal 26% van het energieverbruik in de gemeente duurzaam geproduceerd kunnen worden op eigen grondgebied. Het potentieel aan windenergie kan mogelijk nog verder verhoogd worden.
In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. is de bijdrage van de verschillende duurzame energieopties aan het totale potentieel weergegeven.
Figuur 4 Theoretisch potentieel duurzame energie
16
Omvang PV-panelen
Indicatie van de omvang
267.000 m2
Zonnecollectoren
55.000 m
Passieve zonne-energie
Potentiële CO2-reductie (kton/jaar)
75% van alle daken van huizen en bedrijven
2
18
19.000 zonneboilers
4
alle nieuwbouw
-
2
Windenergie
24 MW
8 grote windturbines van 3 MW
Warmtepompen
399.000 m2 b.v.o.
50% van alle gemeentelijke gebouwen, utiliteit en bedrijven
2
Warmte-/koudeopslag (onderdeel aardwarmte)
542.000 m2 b.v.o.
70% van alle gemeentelijke gebouwen, utiliteit en bedrijven
3
Vergisting
3,5 MW
50 kleine nieuwe vergistinginstallaties bij boerderijen en benutting warmte RWZIvergister
6
Verbranding
1 MW
Totaal
39
1 26% van de CO2-emissie in 2031
76
Tabel 2 Theoretisch potentieel duurzame energie
De toepassing van windturbines levert de grootste bijdrage aan de duurzame energieopwekking: 48%. Ook de zon is een van voornaamste bronnen van duurzame energie: 32% (zonnepanelen, zonneboilers en passief). In Tabel 2 is van bovengenoemde technieken de theoretisch maximale inzet weergegeven in relatie tot de daarmee te realiseren CO2-reductie. Daarnaast laat de tabel het verschil in opbrengst zien van de verschillende technieken. Om dezelfde hoeveelheid elektriciteit te realiseren 2 als één windturbine van 3 MW, moet bijvoorbeeld 60.000 m aan pv-panelen worden geplaatst. Compenseren Zoals blijkt is er een zeer forse inzet aan energiebesparing en duurzame energie nodig om de CO2uitstoot in de periode tot 2031 te reduceren met 45%. Dit is zeer ambitieus en een grote uitdaging om te realiseren binnen te gemeentegrenzen van Harderwijk. Het ambitieniveau kan behaald worden door middel van compensatie. CO2-compensatie is het mechanisme waarbij een bepaalde hoeveelheid CO2-uitstoot die hier plaatsvindt, wordt geneutraliseerd door een reductie van dezelfde hoeveelheid CO2 elders in de wereld. Dit gebeurt door middel van CO2-reductieprojecten op het gebied van duurzame energie of het aanplanten van bos.
Om te komen tot een 45% klimaatneutrale gemeente kan worden overgegaan tot compensatie bijvoorbeeld in de vorm van groene stroom, bosaanplant en groen gas.
2.4 Routes Met het ambitieniveau 45% klimaatneutralaal in 2031 en de componenten besparen van energie, benutten van duurzame energie en het compenseren zijn 4 routes uitgestippeld, namelijk; 1. de compenserende stad (100% compenseren) 2. de besparende stad (maximaal 65% compenseren) 3. de energieke stad (maximaal 35% compenseren) 4. de zelfvoorzienend stad (geen compensatie) Ieder scenario heeft als resultaat 45% CO2-reductie in 2031, opgebouwd uit de 3 componenten.
17
2.4.1 De compenserende stad In deze eerste route wordt de gehele CO2-uitstoot gecompenseerd. Door het inkopen van groene energie, te investeren in duurzame energieprojecten en boscompensatieprojecten, buiten de gemeentegrenzen van Harderwijk wordt de 45% CO2-reductie behaald.
1. De Compenserende Stad Ambitie 45 % reductie in 2031
De gemeentelijke organisatie
Besparen Benutten duurzame energie Compenseren
100% • Inkoop groene energie • Bosaanplant • Investeren duurzame energie projecten
• Compenseert • Motiveert en stimuleert derden
2.4.2 De besparende stad In deze route wordt ingezet op het besparen van energie binnen alle sectoren. De gemeentelijke organisatie geeft uitvoering aan haar voorbeeldrol door naast het besparen van energie ook duurzame energie op te wekken. Toch zal 65% van de CO2-reductie behaald worden door middel van compensatie.
2. De Besparende Stad Ambitie 45 % reductie in 2031 Besparen
• • • •
2% industrie 2% utiliteit 1,5% woningbouw 2% verkeer en vervoer
Benutten duurzame energie Compenseren
18
De gemeentelijke organisatie • Motiveert en stimuleert derden • Bespaart jaarlijks 2% • Plaatst 1000 m2 zonnecollectoren
65% • Inkoop groene energie • Bosaanplant • Investeren duurzame energie projecten
• Motiveert en stimuleert derden
2.4.3 De energieke stad Binnen de route de energieke stad worden de besparingsdoelstellingen en inzet het benutten van zoveel mogelijk voor het benutten van duurzame energie nagestreefd. De gemeentelijke organisatie zet maximaal in op haar voorbeeldrol door naast te besparen, 45% van al haar benodigde energie duurzaam op te wekken.
3. De Energieke Stad Ambitie 45 % reductie in 2031 Besparen
Benutten duurzame energie
Compenseren
• • • •
2% industrie 2% utiliteit 1,5% woningbouw 2% verkeer en vervoer
De gemeentelijke organisatie • Motiveert en stimuleert derden • Bespaart jaarlijks 2%
• 8m2 zonnecollectoren bij 14.000 woningen • 10 Mwp bij bedrijven en utiliteit aan zonnecollectoren • 3500 zonneboilers • 1000m2 zonnecollectoren bij utiliteit • 500 woningen wko • Bij 100.000 m2 b.v.o utiliteit, wko • Biomassa voor vergisting • Warmte RWZI
• Benut duurzame energie • Motiveert en stimuleert derden
35% • Inkoop groene energie • Bosaanplant • Investeren duurzame energie projecten
• De gemeente motiveert en stimuleert derden
• Plaatst 1000 m2 zonnecollectoren
19
2.4.4 De zelfvoorzienende stad In de zelfvoorzienende stad wordt de gehele ambitie, de 45% CO2-reductie binnen de gemeentegrenzen van Harderwijk behaald. Naast de besparingsdoelstellingen wordt maximaal ingezet op het opwekken van duurzame energie waardoor compensatie niet meer nodig is.
4. De Zelfvoorzienende Stad Ambitie 45 % reductie in 2031 Besparen
Benutten duurzame energie
• • • •
2% industrie 2% utiliteit 1,5% woningbouw 2% verkeer en vervoer
• 8m2 zonnecollectoren bij 14.000 woningen • 10 Mwp bij bedrijven en utiliteit aan zonnecollectoren • 3500 zonneboilers • 1000m2 zonnecollectoren bij utiliteit • 500 woningen wko • Bij 100.000 m2 b.v.o utiliteit, wko • Biomassa voor vergisting • Warmte RWZI • 24 MW windenergie
Compenseren
De gemeentelijke organisatie • Motiveert en stimuleert derden • Bespaart jaarlijks 2% • Benut duurzame energie • Motiveert en stimuleert derden • Plaatst 1000 m2 zonnecollectoren • Creërt de mogelijkheid voor windenergie
0%
2.5 Het advies Tijdens een vervolg workshop is aan de doelgroepen gevraagd welke route zij adviseren.
De route “de energieke stad” werd het meest geadviseerd. De volgende argumenten werden hiervoor gegeven: • • • •
Flexibiliteit om tussentijds bij te sturen; Optimale mix tussen besparen tussen besparen, duurzame energieopwekking en compensatie. De stimulerende, motiverende en faciliterende rol van de gemeente komt het best tot zijn recht; Meest realistisch.
De strategie naar klimaatneutraal Harderwijk, tezamen met het advies om de route De Energieke Stad te volgen bepaalt de ambitie voor een klimaatneutraal Harderwijk.
20
3 Ambitie
De gemeente Harderwijk wil in 2031, 45% minder CO2 uitstoten.
De energieke stad 45% CO2 reductie in 2031 De route energieke stad bestaat uit een combinatie van: • Besparingsdoelstellingen (39%) • Duurzame energie opwekking (26%) • Compensatiemaatregelen (35%)
•
De gemeente Harderwijk realiseert 2% energiebesparing per jaar binnen de eigen organisatie.
•
De gemeente stimuleert, motiveert en faciliteert om de volgende doelstellingen te halen: o 2% energiebesparing per jaar bij de industrie o 2% energiebesparing per jaar bij de utiliteit o 1,5% energiebesparing per jaar bij woningbouw o 2% energiebesparing per jaar bij verkeer en vervoer.
•
De gemeente Harderwijk realiseert tot aan 2031, 1000 m2 zonnecollectoren of een gelijkwaardige methode om energie op te wekken.
•
De gemeente stimuleert, motiveert en faciliteert inwoners en bedrijfsleven in de mogelijkheden om duurzame energie op te wekken. De gemeente zet zich in om hiermee een reductie van 26% van de CO2 emissie te halen.
Compenseren
•
De gemeente stimuleert, motiveert en faciliteert inwoners en bedrijfsleven tot de inkoop van groen gas en groene stroom voor 35% van het resterende energiegebruik.
Toekomst
•
In 2031 werkt de gemeente met een routekaart die er zorg voor draagt dat Harderwijk 100% van de CO2 uitstoot reduceert.
Besparen
Benutten duurzame energie
21
4 Monitoring Om te bepalen of de jaarlijks doelstellingen gehaald worden zal één maal per 4 jaar een nieuwe CO2voetafdruk gemaakt worden. Deze zal vergeleken worden met de voorgaande voetafdruk, waarna zonodig het uitvoeringsprogramma bijgesteld wordt om de koers naar 45% CO2-reductie in 2031 te kunnen waarborgen.
22
Bijlagen Inhoudsopgave
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
strategie naar klimaatneutraal Harderwijk klimaatwinkelen met Raadsleden klimaatwinkelen met inwoners en bedrijven Routes De gemeentelijke rol
23
Bijlage 1 strategie naar klimaatneutraal Harderwijk
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk Voetafdruk en scenarioanalyse verduurzaming energievoorziening
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
1
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk Voetafdruk en scenarioanalyse verduurzaming energievoorziening
Datum: Projectnummer: Status:
19 maart 2012 11993 Definitief
Opdrachtgever:
Gemeente Harderwijk Havendam 56 Postbus 149 3840 AC HARDERWIJK Telefoon (0341) 41 19 11 E-mailadres
[email protected]
Uitgevoerd door:
DWA installatie- en energieadvies Spoelerstraat 48a Postbus 136 7460 AC RIJSSEN Telefoon (0548) 53 55 40 E-mailadres
[email protected]
2
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
3
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Inhoudsopgave 1 2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5 5.1 5.2 5.3 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Samenvatting ................................................................................................................................. 6 Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................................... 8 Inleiding........................................................................................................................................ 10 Aanleiding en doel ....................................................................................................................... 10 Methode en systeemgrenzen ...................................................................................................... 10 Begripsbepaling energie-, klimaat- en CO2-neutraal ................................................................... 11 Leeswijzer .................................................................................................................................... 11 Voetafdruk.................................................................................................................................... 12 Beleidskader ................................................................................................................................ 12 Emissies bronnen broeikasgassen gemeente Harderwijk........................................................... 14 CO2-emissie 2010 in Harderwijk.................................................................................................. 15 Terugblik naar 1990..................................................................................................................... 16 Autonome ontwikkeling CO2-emissie........................................................................................... 16 Mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie ................................................ 18 Methode reductie CO2-emissie.................................................................................................... 18 Potentieel voor energiebesparing ................................................................................................ 19 Potentieel voor duurzame energie............................................................................................... 21 Scenario’s reductie CO2-emissie ............................................................................................... 24 Scenario 1: continuering van het huidige beleid.......................................................................... 24 Scenario 2: realisatie doelstellingen nationaal beleid.................................................................. 25 Scenario 3: klimaatwinkelen ........................................................................................................ 26 Scenario 4: naar een klimaatneutrale gemeente......................................................................... 27 Vergelijking scenario’s ................................................................................................................. 28 Route naar klimaatneutraal ........................................................................................................ 30 Ambitieniveau 2031 ..................................................................................................................... 30 Focus klimaatbeleid ..................................................................................................................... 30 Strategie....................................................................................................................................... 31 Route naar klimaatneutraal.......................................................................................................... 32 Monitoring .................................................................................................................................... 34
4
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
5
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
1
Samenvatting
In de Strategische Raadsagenda 2010-2014 is de doelstelling opgenomen om voor de langere termijn een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Voor het opstellen van deze routekaart is inzicht in de uitstoot van de broeikasgassen nodig. In deze rapportage ‘Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk’ wordt voor het broeikasgas CO2 de uitstoot in beeld gebracht en de mogelijkheden voor reductie hiervan door energiebesparing en duurzame energieopwekking door middel van een scenario-analyse in kaart gebracht. De uitkomsten van de sessie ‘Klimaatwinkelen’ met de commissie ruimte en een sessie met inwoners en bedrijven is aan deze rapportage toegevoegd. De sessies zelf zijn beschreven in afzonderlijke rapportages, namelijk ‘Klimaatwinkelen in Harderwijk met raadsleden’ respectievelijk ‘Klimaatwinkelen in Harderwijk met inwoners en bedrijfsleven’. CO2-voetafdruk gemeente Harderwijk De totale CO2-emissie in de gemeente Harderwijk door verbranding van fossiele brandstoffen voor energieopwekking bedraagt 276.000 ton. In onderstaande grafiek is een verdeling naar de verschillende sectoren weergegeven.
figuur 1.1 Overzicht aandeel van de sectoren in de CO2-emissie van de gemeente Harderwijk
Scenario’s reductie CO2-emissie Op basis van de huidige situatie is het potentieel aan energiebesparing en duurzame energie binnen de gemeente in kaart gebracht. Wat betreft energiebesparing is met name gekeken naar de toepassingsmogelijkheden voor de periode tot 2031. Uit deze analyse blijkt dat door het treffen van rendabele maatregelen (maatregelen die zich terugverdienen binnen de levensduur) een energiebesparing is te realiseren van 20 – 30% tot 2031. Om het energiegebruik verder te reduceren, zijn verdergaande maatregelen, zoals passief renoveren en energieneutraal renoveren noodzakelijk. Op het gebied van duurzame energie liggen er met name kansen voor vergisting, toepassing van zonnepanelen en de realisatie van windturbines. Hiermee is het mogelijk om circa 25% van de huidige energiebehoefte duurzaam op te wekken binnen de gemeentegrenzen. Aan de hand van deze analyse zijn de volgende scenario’s opgesteld om de CO2-emissie tot 2031 te reduceren: • Scenario 1: continuering huidig beleid. In dit scenario is verkend welke inzet aan maatregelen nodig is en welke CO2-reductie in 2031 mogelijk is indien het huidige beleid wordt gecontinueerd. Dit betekent wel een steeds intensievere inzet aan financiële en personele middelen omdat logischerwijs de meest effectieve maatregelen het eerst worden genomen. Indien dit op deze wijze wordt gecontinueerd is het mogelijk om in 2031 een CO2-reductie van 20% ten opzichte van 1990 te realiseren.
6
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
•
Scenario 2: realisatie doelstellingen nationaal beleid. Uitgangspunt voor dit scenario is de realisatie van de nationale doelstelling van 20% CO2-reductie en 14% duurzame energie in 2020. Om dit te realiseren is in alle sectoren een energiebesparing van 2% per jaar nodig en zal tot 2020 de helft van het potentieel aan duurzame energie moeten worden ingezet. Continuering van deze (niet waarschijnlijke) inzet leidt in 2031 tot benutting van het volledige potentieel aan duurzame energie en een CO2-reductie van 59%.
•
Scenario 3: klimaatwinkelen. In dit scenario zijn de uitkomsten van de sessie ’Klimaatwinkelen’ met de gemeenteraad vertaald in een scenario aan inzet van energiebesparing en duurzame energie tot 2031. Dit betekent een energiebesparingsdoelstellen van 1,5% per jaar in de woningbouw en 2% per jaar bij alle overige sectoren. Daarnaast is een grote inzet aan duurzame energieopwekking in de vorm van zonnepanelen, 8 windturbines en vergisting van biomassa nodig. Hiermee is een CO2-reductie van 37% te realiseren ten opzichte van 1990 en 45% ten opzichte van 2010.
•
Scenario 4: naar een klimaatneutrale gemeente. Op basis van de resultaten uit scenario 1 t/m 3 wordt een scenario naar klimaatneutraal voorgesteld waarbij 40% van de huidige CO2-uitstoot wordt gereduceerd door maatregelen binnen de gemeentegrenzen en de overige energie duurzaam in te kopen.
Route naar klimaatneutraal De scenario’s tonen aan dat het niet waarschijnlijk is om in 2031 alle energie binnen de gemeentegrenzen duurzaam op te wekken. Wel is het mogelijk om klimaatneutraliteit te bereiken door (gedeeltelijke) CO2-compensatie en/of de inkoop van groene stroom en groen gas. Het treffen van maatregelen binnen de gemeentegrenzen verdient echter de voorkeur en daarom wordt voorgesteld om voor 2031 de volgende doelstelling te hanteren.
Als ambitie wil de gemeente Harderwijk op (lange) termijn een klimaatneutrale gemeente worden. Er is vooralsnog gekeken wat ervoor nodig is om in 2031 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Hiervoor wordt de CO2-uitstoot met 40% gereduceerd door middel van energiebesparing en duurzame energieopwekking binnen de gemeentegrenzen en wordt de resterende energiebehoefte ingevuld door inkoop van groene stroom en groen gas.
Om deze doelstelling te realiseren, wordt geadviseerd om een uitvoeringsprogramma op te stellen voor de komende vier jaar met concrete projecten en een koers naar 2031 om invulling te geven aan de volgende speerpunten: 1. Realisatie van 40% energiebesparing in de gemeentelijke organisatie in 2031. 2. Realisatie van minimaal 30% energiebesparing in de bestaande woningvoorraad en bij bedrijven door middel van buurtambassadeurs en burgerinitiatieven en oprichting van het platform duurzame bedrijven. 3. Facilitering van grootschalige duurzame energieopwekking door middel van windturbines en vergisting en/of vergassing door daar waar mogelijk is ondersteuning te bieden in de onderzoeks-, vergunningen en realisatiefase. 4. Stimuleren van inwoners en bedrijfsleven tot de inkoop van groen gas en groene stroom voor het nog resterende energiegebruik. Na 2031 kan vervolgens gewerkt worden aan het verder terug dringen van het energiegebruik en het gebruik van fossiele brandstoffen met behulp van technieken die dan op de markt zijn.
7
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
2
Conclusies en aanbevelingen
1. Uit gegevens van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat de emissie van CO2 verreweg het hoogst is in de gemeente Harderwijk vergeleken met de andere broeikasgassen. 2. De CO2-emissie in Harderwijk bedroeg in 2010 276.000 ton. Door de uitgevoerde projecten gericht op energiebesparing en duurzame energie is er een stabilisering opgetreden van de toenemende emissie in de voorgaande jaren. 3. Door stijging van het aantal inwoners, uitbreiding van het aantal woningen en dergelijke zal de CO2-emissie de komende jaren weer gaan stijgen tot ruim 300 kton in 2031 indien er geen nationaal en lokaal beleid gericht op CO2-reductie wordt gevoerd. 4. Met name op gebied van plaatsing van zonnepanelen, windturbines en vergistinginstallaties liggen er kansen binnen de gemeente Harderwijk. 5. Uit de scenario-analyse blijkt dat realisatie van een CO2-reductie van 40% - 50% in 2031 al een zeer forse uitdaging en ambitie is. Realisatie van 100% CO2-reductie in 2031 is niet mogelijk in de periode tot 2031. Om klimaatneutraliteit te bereiken zal dus een deel van de CO2-emissie gecompenseerd moeten worden of zal de energie duurzaam moeten worden ingekocht (groene stroom en groen gas). 6. Voor 2031 wordt de volgende doelstelling voorgesteld.
Als ambitie wil de gemeente Harderwijk op (lange) termijn een klimaatneutrale gemeente worden. Er is vooralsnog gekeken wat ervoor nodig is om in 2031 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Hiervoor wordt de CO2-uitstoot met 40% gereduceerd door middel van energiebesparing en duurzame energieopwekking binnen de gemeentegrenzen en wordt de resterende energiebehoefte ingevuld door inkoop van groene stroom en groen gas.
7. Belangrijke speerpunten in de routekaart naar 2031 om bovenstaande doelstelling te realiseren, zijn: a. Realisatie van 40% energiebesparing in de gemeentelijke organisatie in 2031. b. Realisatie van minimaal 30% energiebesparing in de bestaande woningvoorraad en bij bedrijven door middel van buurtambassadeurs en burgerinitiatieven en oprichting van het 1 platform duurzame bedrijven. c. Facilitering van grootschalige duurzame energieopwekking door middel van windturbines en vergisting en/of vergassing door daar waar mogelijk is ondersteuning te bieden in de onderzoeks-, vergunningen en realisatiefase. d. Stimuleren van inwoners en bedrijfsleven tot de inkoop van groen gas en groene stroom voor het nog resterende energiegebruik. 8. Geadviseerd wordt om voor de korte termijn (komende vier jaar) een uitvoeringsprogramma op te stellen met concrete projecten zodat goed ingespeeld kan blijven worden op de praktische situatie en kansrijke (energetische, economische of organisatorische) ontwikkelingen. 9. Aanbevolen wordt om de voortgang van de realisatie van de klimaatdoelstelling te monitoren en scherp te definiëren welke bijdrage de afzonderlijke projecten en gemeentelijke afdelingen hieraan moeten leveren.
1
Eerste actie hiervoor is ondernemen door de sessie ‘Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven’ 8
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
9
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
3
Inleiding
3.1
Aanleiding en doel
In het milieubeleidsplan 2009 – 2012 heeft de gemeente Harderwijk de ambitie uitgesproken om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te realiseren binnen haar eigen gemeente. Om dit te realiseren, is een uitvoeringsplan opgesteld wat aansluit bij het plan van de Regio Noord Veluwe. In de Strategische Raadsagenda 2010 – 1014 is opgenomen om voor de langere termijn een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Voor het opstellen van deze routekaart is het nodig om inzicht te hebben in het huidige energiegebruik en de uitstoot van de broeikasgassen. Dit dient als input voor het in beeld brengen van de mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie die tijdens een sessie gebruikt worden om richtinggevende uitspraken te krijgen van de gemeenteraad. Het doel van dit onderzoek is inzicht geven in zowel de huidige broeikasgasemissies en, vanwege de omvang, de ontwikkeling van de CO2-uitstoot in de tijd en de mogelijkheden voor CO2-reductie. Op basis van deze inzichten wordt een werksessie gehouden met de gemeenteraad en een werksessie met inwoners en bedrijven om te komen tot realistische klimaatdoelstellingen voor zowel de korte als de langere termijn.
3.2
Methode en systeemgrenzen
Voor de bepaling van de emissies binnen een gemeente zijn er twee methoden: de bronbenadering of de gebruikersbenadering. De bronbenadering richt zich op de directe uitstoot van energiecentrales, mobiliteit, gasverbruik in woningen en gebouwen en andere emissiebronnen. Alle bijdragen worden gesommeerd, wat resulteert in een totale uitstoot over het gebied. De belangrijkste consequentie van deze methode is dat in het geval van bijvoorbeeld de CO2-uitstoot als gevolg van de elektriciteitsproductie toegerekend wordt aan de gemeente en niet aan de gebruikers buiten de gemeente. Hetzelfde geldt voor de industrie. De gebruikersbenadering richt zich op de afname van (met fossiele brandstoffen geproduceerde) niet-duurzame energie. In dit perspectief wordt de uitstoot als gevolg van bijvoorbeeld de energieproductie (elektriciteit, warmte, 2 koude) verdeeld over de gebruikers , binnen en buiten de gemeentegrenzen. De energiecentrale verdwijnt zo uit beeld als CO2-bron. In deze verkenning wordt de gebruikersbenadering gehanteerd, omdat deze leidt tot de meest evenwichtige verdeling van de emissie over de verschillende gemeenten. Alle broeikasgasemissies die vrijkomen door activiteiten van de bewoners en bedrijven binnen gemeente Harderwijk, worden meegerekend. Op deze activiteiten heeft de gemeente namelijk invloed. Dit betekent dat de uitstoot van het wegverkeer van de auto- en snelwegen, zoals de N302 en A28 niet worden meegenomen. Ook voor de scheepvaart wordt alleen de uitstoot meegenomen die veroorzaakt wordt door schepen die eigendom zijn van inwoners en bedrijven in Harderwijk. Deze methode sluit aan bij het Monitoringsprotocol van AgentschapNL wat momenteel wordt ontwikkeld. In dit onderzoek zal ook, voor zover mogelijk c.q. nu bekend is, gewerkt worden volgens deze methodiek, zodat resultaten in de toekomst vergelijkbaar zijn met andere gemeenten.
2
Zou in de toekomst waterstofproductie plaatsvinden en waterstof worden gedistribueerd, dan komt de CO2-uitstoot als gevolg van de productie en het transport op de rekening van de gebruiker. Consequent doorgeredeneerd zou dit dan ook voor gas moeten gelden: de CO2 die nodig is voor het gastransport moet doorberekend worden naar de gebruiker. 10
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
3.3
Begripsbepaling energie-, klimaat- en CO2-neutraal
De gemeente Harderwijk heeft de ambitie om op langere termijn klimaatneutraal te zijn. Naast de term klimaatneutraal worden ook vaak de termen CO2-neutraal en energieneutraal gebruikt. Voor het formuleren van ambities op klimaatbeleid, zijn de onderstaande definities gebruikt. Wat is energieneutraal, CO2-neutraal en klimaatneutraal? Energieneutraal: de gemeente produceert binnen de gemeentegrenzen evenveel duurzame energie als er aan energie gebruikt wordt binnen de gemeentegrenzen. De gebruikers binnen de gemeente produceren deze energie zélf of kopen deze groen in bij energieproductie-eenheden binnen de gemeentegrenzen. CO2-neutraal: binnen de gemeentegrenzen is de netto CO2-uitstoot over een jaar gelijk aan nul doordat er geen gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen. De benodigde energie wordt binnen of buiten de gemeentegrenzen duurzaam opgewekt. Klimaatneutraal: idem CO2-neutraal waarbij dit niet alleen geldt voor de CO2-uitstoot, maar ook voor de uitstoot van alle broeikasgassen. Dit betekent dat de benodigde energie binnen of buiten de gemeente op duurzame wijze wordt opgewekt en de uitstoot van de (overige) broeikasgassen wordt gereduceerd tot nul of wordt gecompenseerd door activiteiten buiten de gemeente.
3.4
Leeswijzer
Het volgende hoofdstuk beschrijft de emissies van de broeikasgassen van de gemeente Harderwijk, met als peiljaar 2010. De CO2-emissie in 1990 en 2020 is hierop ingeschat. Hoofdstuk 5 beschrijft de mogelijkheden voor energiebesparing en het opwekken van duurzame energie. Het zesde hoofdstuk werkt twee scenario’s uit om de CO2-emissie binnen de gemeente te reduceren. Deze twee scenario’s vormen de input voor de twee sessies klimaatwinkelen waarmee met de gemeenteraad (sessie 1) en inwoners en bedrijfsleven (sessie 2) een scenario wordt opgesteld naar klimaatneutraal. In hoofdstuk 7 wordt een advies gegeven over een realistisch ambitieniveau en wordt ingegaan op de rol en invloed van de gemeente om deze ambitie te realiseren.
11
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
4
Voetafdruk
Op Europees en nationaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de reductie van de CO2-uitstoot. Deze doelstellingen vormen het uitgangspunt voor de ambitie om als gemeente Harderwijk klimaatneutraal te willen worden. In dit hoofdstuk wordt daarom eerst het nationale beleidskader geschetst, wat vervolgens verder wordt uitgewerkt met betrekking tot de consequenties hiervan op lokaal niveau. Hiervoor wordt de huidige broeikasgasemissie van de gemeente berekend.
4.1
Beleidskader
Europa De lidstaten van de EU hebben zich verbonden aan het Kyotoverdrag. De Europese CO2-reductie-eis van 8% is verdeeld over de lidstaten. Nederland moet in 2008-2012 de CO2-uitstoot met 6% reduceren ten opzichte van 1990. Daarnaast is in de Duurzame Energie Richtlijn afgesproken dat in 2020 minstens 20% van de energie 3 duurzaam opgewekt moet worden . Dit betekent voor Nederland dat duurzame energie in 2020 een aandeel van minimaal 14% in de energieopwekking moet hebben. Landelijke overheid In het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’ heeft het kabinet Balkende IV stevige ambities geformuleerd: • CO2-reductie van 30% in 2020 ten opzichte van 1990; • energiebesparing naar 2% per jaar; • aandeel duurzame energie in 2020 naar 20%. De gebouwde omgeving neemt een aanzienlijk percentage van het totale energieverbruik in 4 Nederland voor zijn rekening, zo’n 40% . In ‘Schoon en Zuinig’ zijn daarom ambitieuze doelstellingen voor het energieverbruik binnen de gebouwde omgeving geformuleerd. De jaarlijkse CO2-uitstoot zal in 2020 gereduceerd moeten zijn met 6-10 Mton CO2. Het Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving (PeGO) heeft als doelstelling 60% besparing voor 5 de nieuwbouw in 2020 . Daarnaast heeft de bouwsector zich met het Lente-akkoord in 2008 gecommitteerd aan energiebesparing in woning- en utiliteitsbouw. Deze energiebesparing wordt bereikt door een stapsgewijze verlaging van de EPC naar 0,4 in 2015. In het Convenant Energiebesparing Bestaande Gebouwen (Meer Met Minder) is voor de bestaande bouw een doelstelling van 30 % energiebesparing in 2,4 miljoen gebouwen in 2020 vastgelegd. Tenslotte zijn in het Convenant Energiebesparing Corporatiesector afspraken tussen het Rijk en de corporaties gemaakt, waarmee de corporaties zich hebben aangesloten bij het bovengenoemde overheidsbeleid. Tenslotte hebben alle gemeenten in Nederland in het met het Rijk gesloten Klimaatakkoord 2007-2011 de ambities uit ‘Schoon en Zuinig’ onderschreven en zich gecommitteerd aan het streven naar klimaatneutrale nieuwbouw in 2020. Het huidige kabinet heeft de doelstellingen uit het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’ inmiddels bijgesteld naar de Europese doelstellingen. Dit betekent een CO2-reductie van 20% in 2020 en aandeel duurzame energie in 2020 van 14%.
3
Richtlijn 2009/28/EC ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Europese Commissie, 2008. Warmte in Nederland. SenterNovem, 2008. 5 Transitieplan 2007. Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving, 2007. 4
12
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Provinciaal beleid In het uitvoeringsprogramma van de provincie Gelderland zijn zeven pijlers beschreven waarop ingezet wordt. Dit zijn: • Economie, werk en innovatie • Dynamische steden en vitale regio’s • Zorg en Welzijn • Mobiliteit • Ruimtelijke ordening • Natuur en landschap • Bestuur en financiën Onder de pijler ‘Economie, werk en innovatie’ is ‘Klimaat en Energie’ als één van de speerpunten benoemd. Doel van de pijler is om te werken aan een toekomstbestendige energievoorziening en een klimaatbestendig Gelderland, waarmee bijgedragen wordt aan de landelijke en Europese doelstellingen. Hiervoor wordt ingezet op alle terreinen en op een aantal doorbraakprojecten waaronder energiebesparing in de bestaande woningbouw. Klimaatbeleid Harderwijk In het milieubeleidsplan 2009 – 2012 heeft de gemeente Harderwijk de ambitie uitgesproken om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te realiseren binnen haar eigen gemeente. Concreet betekent dit: • realisatie van 20% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990; • realisatie van 14% duurzame energie in 2020. Om dit te realiseren, is een uitvoeringsplan opgesteld wat aansluit bij het plan van de Regio Noord Veluwe. Op de langere termijn wil de gemeente klimaatneutraal worden. In de Strategische Raadsagenda is opgenomen om voor 2013 een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk.
13
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
4.2
Emissies bronnen broeikasgassen gemeente Harderwijk
Doelstelling van de gemeente Harderwijk is om op termijn klimaatneutraal te worden. Conform de definities in paragraaf 3.3 betekent dit dat de uitstoot van alle broeikasgassen netto over het jaar tot nul moet worden gereduceerd. In tabel 4.1 is een overzicht gegeven van de emissies van de broeikassen in 2009 (meest recente beschikbare gegevens) in de gemeente Harderwijk (bron: Planbureau voor de Leefomgeving). In figuur 4.1 is dit in grafiekvorm weergegeven. tabel 4.1
Uitstoot broeikasgassen in 2009 in Harderwijk
Stof
Uitstoot (ton)
HFK 152a (Difluorethaan, 1,1-)
20
HFK 134a (Tetrafluorethaan, 1,1,1,2-) Methaan
384 880.000
Zwavelhexafluoride
7
PFK 116 (Perfluorethaan)
1
HFK-125 (Pentafluorethaan)
118
PFK 14 (Perfluormethaan)
4
HFK-143a (1,1,1,-Trifluorethaan)
105
HFK32 (Difluor-Methaan)
21
HFK-23 (Trifluormethaan)
18
Overige PFK's
28
Koolstofdioxide (CO2) Distikstofoxide (lachgas)
figuur 4.1
188.700.000 33.930
Uitstoot broeikassen in 2009 in Harderwijk
Zoals blijkt uit bovenstaande tabel en grafiek is de emissie van CO2 verreweg het hoogst. Op de uitstoot van CO2 is ook direct invloed uit te oefenen door het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, kolen, aardgas) te beperken. Fossiele brandstoffen worden voor het overgrote deel gebruikt voor energieopwekking. De invloed die de gemeente heeft op het reduceren van de emissie van de overige broeikasgassen is beperkt (voornamelijk afhankelijk van overheidsbeleid). Daarom wordt in deze verkenning ingezoomd op de reductie van de CO2-uitstoot en worden de mogelijkheden, onder andere door middel van een sessie klimaatwinkelen, verkend om dit tot nul te reduceren.
14
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
4.3
CO2-emissie 2010 in Harderwijk
De CO2-emissie in 2010 is berekend aan de hand van: • door de gemeente aangeleverde gegevens (o.a. het aantal inwoners, woningen, utiliteit, gemeentelijke gebouwen, industrie en agrarische bedrijven); • algemeen gehanteerd energiegebruikskentallen; • gegevens van Planbureau voor de Leefomgeving; • gegevens uit de Klimaatmonitor van AgentschapNL. Per inwoner bedraagt de CO2-emissie in 2010 gemiddeld 6,3 ton. De CO2-emissie in 2010 is weergegeven in tabel 4.2 en figuur 4.2, een totaal van 276.000 ton (276 kton). Dit is fors meer dan de in tabel 4.1 weergegeven CO2-emissie. De verklaring hiervoor is dat in tabel 4.1 alleen de CO2emissie is weergegeven die daadwerkelijk wordt uitgestoten binnen Harderwijk. In tabel 4.2 is ook de CO2-emissie van het elektriciteitsgebruik door inwoners en bedrijven in Harderwijk opgenomen. Deze elektriciteit wordt buiten Harderwijk geproduceerd en de daarbij vrijkomende CO2 komt dus ook buiten Harderwijk vrij. Tabel 4.2 laat zien dat er inmiddels een CO2-reductie is gerealiseerd van 2.000 ton door de uitgevoerde projecten in de afgelopen jaren. Dit betreft onder andere: • energieopwekking RWZI, • plaatsing van urban windturbines; • restwarmte ziekenhuis; • zonnepanelen gemeentehuis; • isolatie van 200 woningen; • auto’s op groen gas; • warmte-/koudeopslag bij verschillende bedrijven; • houtgestookte installaties bij verschillende bedrijven. tabel 4.2
CO2-emissie per sector in 2010
Sector
CO2-emissie (ton)
Woningen
82.000
Utiliteit (zorginstellingen, kantoren en winkels)
43.000
Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen
15.000
Bedrijven
27.000
Grote energievragers industrie
62.000
Agrarisch
1.000 6
Verkeer en vervoer
47.000
Gerealiseerde projecten
-2.000
Totaal Gemiddeld per inwoner
6
276.000 6,3
Door gebruik te maken van de gebruikersbenadering (zie paragraaf 3.2) is de emissie van verkeer en vervoer de CO2-emissie die de inwoners van de gemeente uitstoten, niet de emissie die fysiek binnen de gemeentegrenzen plaatsvindt. De opgenomen uitstoot is gebaseerd op gegevens uit de Klimaatmonitor van AgentschapNL. 15
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
figuur 4.2
4.4
CO2-emissie in 2010 uitgesplitst naar sector
Terugblik naar 1990 7
De CO2-emissie voor 1990 wordt geschat op 233 kton. De CO2-uitstoot is de afgelopen 20 jaar licht gestegen. Deze emissie is ingeschat op basis van de relatie tussen de CO2-emissie en het 8 inwonersaantal en de ontwikkeling van het aantal inwoners over de afgelopen jaren en de CO2emissie in 2010.
4.5
Autonome ontwikkeling CO2-emissie
Voor het opstellen van een routekaart naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk is nodig om inzicht te hebben in hoe de CO2-emissie zich de komende jaren ontwikkeld. Op basis van de verwachte bevolkingsgroei, uitbreidingsplannen en dergelijke wordt een schatting gemaakt van deze ontwikkeling. Deze inschatting wordt gemaakt tot 2031, omdat dit nog een termijn is waarvoor nog een relatief betrouwbare schatting kan worden gemaakt en ook de ‘Stadsvisie gemeente Harderwijk’ deze termijn 9 hanteert . In figuur 4.3 is de autonome ontwikkeling van de CO2-emissie tot 2031 weergegeven. De autonome ontwikkeling is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • stijging van het aantal inwoners tot 2031 tot circa 50.000 ten opzichte van 44.000 in 2010. • geen overheidsbeleid ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie; • geen (extra) inzet aan duurzame energie; • geen energiebesparing; • ontwikkelingen in de kostprijs van technieken en veranderingen in het gebruik van elektrische apparatuur zijn niet meegenomen.
7 De CO2-emissie in 1990 wordt in beeld gebracht, omdat dit het referentiejaar is voor de geformuleerde reductiedoelstellingen in het Kyoto-protocol en Klimaatakkoord. 8 Uit gegevens van het CBS blijkt dat in de periode 1990 - 2007 in Nederland de CO2-emissie met 10% is gestegen en het aantal inwoners met 14%. 9 Op 11 juni 1231 verleende Graaf Otto van Gelre en Zutphen Stads- en marktrechten aan “Herderewich”.
16
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Gebaseerd op deze autonome ontwikkeling schatten we de CO2-uitstoot in 2031 op 302 kton. In figuur 4.3 is door middel van de groene lijn ook de ambitie weergegeven van de gemeente, indien de gemeente klimaatneutraliteit wil realiseren in de periode tot 2031. Vertaling van landelijke doelstellingen naar de cijfers voor gemeente Harderwijk resulteert in de volgende doelstellingen: • Kyoto-doelstelling: 6% CO2-reductie in 2012 ten opzichte van 1990 219 kton; • Landelijk beleid: 20% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990 186 kton.
figuur 4.3
17
Autonome ontwikkeling CO2-emissie
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
5
Mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie
5.1
Methode reductie CO2-emissie
CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen voor energieopwekking. Reductie van de CO2-emissie is dus mogelijk door het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Vierstappenmodel naar duurzame energievoorziening Vermindering van de CO2-emissie is mogelijk door enerzijds het energieverbruik te beperken en anderzijds duurzame energiebronnen te benutten voor energieopwekking. Bij het gebruik van duurzame energiebronnen komt geen CO2 vrij. Dit is de basisgedachte van de vier stappen in onderstaande figuur 5.1 om tot een zo duurzaam mogelijke energievoorziening te komen.
figuur 5.1
In vier stappen naar duurzame energievoorziening
Stap 1 en 2: energie besparen en volledig benutten De grootste energiebesparing is te bereiken door de energievraag op gebouwniveau zoveel mogelijk te beperken (stap 1). Stap 1 bestaat uit het zoeken naar een optimum voor gevelisolatie, isolerende beglazing, energiezuinige verlichting en het beperken van de warmtapwatervraag. Vervolgens kan onderzocht worden of vrijkomende energiestromen benut kunnen worden door integratie (stap 2). Voorbeelden hiervan zijn: warmteterugwinning uit ventilatielucht of douchewater of de benutting van restwarmte. Stap 3 en 4: energievraag invullen Na het doorlopen van de eerste twee stappen is de minimaal benodigde energievraag bekend en kan onderzocht worden op welke wijze deze energievraag duurzaam kan worden ingevuld. Mogelijkheden hiervoor zijn de benutting van zonne-energie, omgevingswarmte, windenergie en biomassa. Voor zover de energiebehoefte niet duurzaam ingevuld kan worden, voorzien de traditionele fossiele brandstoffen (gas, olie en kolen) in de (piek)vraag. Deze fossiele bronnen dienen zo efficiënt mogelijk benut te worden. Voorbeelden hiervan zijn HRe-ketels (ook wel micro-wkk’s genoemd) en energiezuinige apparatuur.
18
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
5.2
Potentieel voor energiebesparing
In deze paragraaf wordt het theoretische potentieel voor energiebesparing in gemeente Harderwijk bepaald op basis van rendabele maatregelen. Kansrijke ontwikkelingen en rendabel toepasbare maatregelen voor de verschillende doelgroepen zijn de volgende. Hierbij is de indeling in thema’s aangehouden van de SLOK (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven). Thema 1: Gemeentelijke organisatie • Energiebeheer gemeentelijke gebouwen. Door monitoring van het energieverbruik van gemeentelijke gebouwen en het toepassen van eenvoudige energiebesparende maatregelen, is het mogelijk om het energieverbruik met minimaal 10% te reduceren. • EPC-verlaging utiliteitsbouw. Het beleid van het kabinet is om de EPC trapsgewijs aan te scherpen tot energieneutrale nieuwbouw in 2020. Hier bovenop wil de gemeente Harderwijk inzetten op de nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen met een 10% lagere EPC dan het Bouwbesluit. Thema 2: Woningbouw • Energiebesparing in de bestaande woningbouw. Door toepassing van eenvoudige maatregelen, zoals leidingisolatie, kierdichting, isolatie buitenschil en energiezuinige apparatuur, is het mogelijk het energieverbruik met minimaal 20% te reduceren. De benodigde investeringen zijn in minder dan tien jaar terug te verdienen. • EPC-verlaging woningbouw. Het kabinet heeft de EPC voor nieuwe woningen in 2011 aangescherpt van 0,8 naar 0,6 en wil deze verder aanscherpen in 2015 naar 0,4 (NEN, 25 juni 2007) en zelfs naar 0 in 2020. Dit betekent een energiebesparing van circa 25% op woning gebonden energieverbruik per nieuw te bouwen woning in 2011 ten opzichte van de huidige eisen. Hier bovenop wil de gemeente Harderwijk inzetten op de nieuwbouw van woningen met een 10% lagere EPC dan het Bouwbesluit. • Toetsing van de gerealiseerde EPC bij oplevering van nieuwbouw van gebouwen. In de praktijk worden nog vaak energiebesparende maatregelen niet goed uitgevoerd of wordt een minder zuinig alternatief aangebracht (ook is soms sprake van niet goed aansluitende isolatie, of kieren tussen aansluitingen van kozijnen op de gevel). Thema 3: Utiliteitsgebouwen • Energiebesparing in de utiliteit. Door toepassing van eenvoudige maatregelen met een terugverdientijd van minder dan tien jaar, kan het energieverbruik in de utiliteit met circa 10% worden gereduceerd. Voorbeelden hiervan zijn energiezuinige verlichting, isolatie en energiezuinige kantoorapparatuur of optimaliseren van klimaatregeling instellingen. • EPC-verlaging in de utiliteit en bij bedrijven. Door oud-minister Vogelaar is in april 2008 een akkoord gesloten met NEPROM, NVB en Bouwend Nederland over het energieverbruik in de nieuwbouw. De kern van dit akkoord is dat in 2015 het energieverbruik in winkels, woningen en utiliteitsgebouwen 50% lager is dan nu. • Toetsing van de gerealiseerde EPC bij oplevering van nieuwbouw van utiliteitsgebouwen. In de praktijk worden nog vaak energiebesparende maatregelen niet goed uitgevoerd of wordt een minder zuinig alternatief aangebracht (ook is soms sprake van niet goed aansluitende isolatie, of kieren tussen aansluitingen van kozijnen op de gevel).
19
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Thema 4: Bedrijven • Energiebesparing in de industrie. Door toepassing van eenvoudige maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar, kan het energieverbruik bij industriële bedrijven met 10% worden gereduceerd. Voorbeelden hiervan zijn energiezuinige persluchtcompressoren, energiezuinige verlichting en restwarmtebenutting. • EPC-verlaging in de utiliteit en bij bedrijven. Door oud-minister Vogelaar is in april 2008 een akkoord gesloten met NEPROM, NVB en Bouwend Nederland over het energieverbruik in de nieuwbouw. De kern van dit akkoord is dat in 2015 het energieverbruik in winkels, woningen en utiliteitsgebouwen 50% lager is dan nu. Thema 5: Mobiliteit Uit onderzoek blijkt dat in de sector ‘Verkeer en vervoer’ nog een rendabel energiebesparingpotentieel aanwezig is van ruim 20%. Deze besparing is voornamelijk te realiseren door de aanschaf van energiezuinige auto’s. Aangezien auto’s een gemiddelde levensduur van tien jaar hebben, is dit het besparingspotentieel over een termijn van circa tien jaar (besparing van ruim 2% per jaar). Hogere besparingen zijn te realiseren door gedragsverandering, gebruik van elektrische auto’s, auto’s op aardgas en dergelijke. Met betrekking tot elektrische auto’s is de verwachting dat in 2020 10 tot 15% van de verkochte auto’s een elektrische auto is (bron: ECN). Verdergaande energiebesparende maatregelen De bovengenoemde maatregelen zijn relatief eenvoudige maatregelen die in korte tijd terug zijn te verdienen. Om te komen tot een transitie naar een duurzame samenleving zijn echter ook vergaande maatregelen nodig, zoals de realisatie van passiefhuizen, energieneutrale en energieleverende woningen en gebouwen, vergaande renovatie van de bestaande woningvoorraad (onder andere passief renoveren) en het gebruik van elektrisch en waterstof aangedreven voertuigen. Door vergaande renovatie is het mogelijk om het energieverbruik te reduceren met circa 50%. Op basis van de beschreven kansrijke ontwikkelingen op de vorige paragraaf kan het volgende worden geconcludeerd. Door het huidig klimaatbeleid door te zetten kan het energiegebruik van de bestaande bouw met circa 20 - 30% gereduceerd worden tot 2031 in de gemeente Harderwijk. Dit ligt in het verlengde van de landelijke doelstellingen. Het beleid van de landelijke overheid is erop gericht om het energieverbruik gemiddeld met 2% per jaar te reduceren in de periode 2011 - 2020. Echter de daadwerkelijke realisatie hiervan blijft tot op heden nog achter. Het energiebesparingtempo bedroeg de afgelopen twaalf jaar namelijk gemiddeld 1,1% per jaar en ligt daarmee nog ver onder de doelstelling van 2%. Om bovenstaande besparingen te behalen, is er dus ook een forse inzet van de gemeente Harderwijk noodzakelijk.
20
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
5.3
Potentieel voor duurzame energie
Op de markt zijn de volgende duurzame energietechnieken beschikbaar die toegepast kunnen worden binnen de gemeente: • zonne-energiesystemen; • systemen voor benutting van omgevingswarmte (geothermie, warmte-/koudeopslag, lucht); • conventionele grootschalige windturbines en urban windturbines; • biomassa-energiesystemen, zoals biomassagestookte ketels of (regionale) vergistings- of vergassingsinstallaties. Voor bovengenoemde duurzame energietechnieken is het toepassingspotentieel berekend. Hierbij wordt de energietechniek maximaal ingezet, zoveel als theoretisch mogelijk is, gezien de beschikbaarheid van daken, agrarisch afval, vergunningen van de Provincie et cetera. Zonne-energie Voor de berekening van het potentieel aan elektriciteitsopwekking uit zonne-energie (pv-panelen), is uitgegaan van het beschikbare dakoppervlak bij utiliteitsbouw en bedrijven. Aangenomen is dat in de bestaande utiliteitsbouw, scholen en sportaccommodaties 30% van het dakoppervlak beschikbaar is; in nieuwbouw 75% van het dakoppervlak. Voor de woningbouw is ervan uitgegaan dat 75% van de 2 bestaande woningen en 90% van de nieuwbouwwoningen worden voorzien van 8 m pv-panelen (totaal 11.900 systemen op woningen). Voor de opwekking van warmtapwater met behulp van zonnecollectoren is ervan uitgegaan dat op 80% van de woningen een zonneboilersysteem wordt geplaatst (13.000 zonneboilers van bijna 3 m²). Daarnaast wordt bij circa de helft van de sportaccommodaties en zorginstellingen zonnecollectoren toegepast. Bij de nieuwbouw van woningen en gebouwen wordt ervan uitgegaan dat deze zoveel mogelijk zongericht worden gebouwd. Hiermee wordt een hogere opbrengst voor zonnecollectoren en pv-panelen gerealiseerd en draagt de warmte van de zon bij aan de verwarming van het gebouw (benutting van passieve zonne-energie). Gezien de snelle ontwikkelingen van zonnepanelen is te verwachten dat het rendement de komende tien jaar met 20% zal stijgen en dat prijzen van zonne-energiesystemen concurrerend zullen worden met de inkoop van elektriciteit van een energiebedrijf.
21
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Biomassa Het potentieel voor energieopwekking uit biomassa is voor wat betreft vergisting gebaseerd op 50% van alle mest en voor verbranding wordt uitgegaan van al het vrijkomende (snoei)hout, GFT-afval en afval binnen de gemeente. In de potentieelschatting is geen rekening gehouden met eventueel vrijkomende biomassastromen bij productiebedrijven. De huidige verbranding van GFT-afval, B-hout en 80% van het RWZI-slib is in de gegevens in deze paragraaf al van het potentieel afgetrokken. Windenergie Gemeente Harderwijk heeft aangegeven (vooralsnog) terughoudend om te gaan met windenergie. In de gemeente zijn echter wel locaties aanwezig voor de plaatsing van windturbines. Op het regionaal bedrijventerrein is wellicht plaatsing mogelijk van vier turbines en op de dijk naar Lelystad ook nog eens vier turbines. In de berekening van het potentieel voor duurzame energie is daarom uitgegaan van de plaatsing van maximaal acht windturbines. Opgemerkt wordt dat plaatsing van de windturbines op de dijk naar Lelystad onzeker is in verband met de ontwikkeling van de nieuwe wijk Waterfront. Aanvullend hierop is de plaatsing van kleinschalige windmolens (urban windturbines) meegenomen in de potentieelbepaling. De kosteneffectiviteit van deze techniek is namelijk te laag om een substantiële bijdrage te kunnen leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening. Aardwarmte en warmtepompen Voor de realisatie van warmte-/koudeopslag in de bodem wordt ervan uitgegaan dat dit toegepast kan worden bij maximaal 70% van alle utiliteitsgebouwen. Voor de toepassing van warmtepompen in de woningbouw is aangenomen dat deze alleen toegepast worden bij nieuwbouw. Theoretisch zou in 2031 maximaal 26% van het energieverbruik in de gemeente duurzaam geproduceerd kunnen worden op eigen grondgebied. Het potentieel aan windenergie kan mogelijk nog verder verhoogd worden. In figuur 5.2 is de bijdrage van de verschillende duurzame energieopties aan het totale potentieel weergegeven.
figuur 5.2
Theoretisch potentieel duurzame energie
De toepassing van windturbines levert de grootste bijdrage aan de duurzame energieopwekking: 48%. Ook de zon is een van voornaamste bronnen van duurzame energie: 32% (zonnepanelen, 22
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
zonneboilers en passief). In tabel 5.1 is van bovengenoemde technieken de theoretisch maximale inzet weergegeven in relatie tot de daarmee te realiseren CO2-reductie. Daarnaast laat de tabel het verschil in opbrengst zien van de verschillende technieken. Om dezelfde hoeveelheid elektriciteit te 2 realiseren als één windturbine van 3 MW, moet bijvoorbeeld 60.000 m aan PV-panelen worden geplaatst. De inkoop van groene stroom is in de tabel niet meegenomen, omdat het gaat om de reductie van de uitstoot binnen de gemeentegrenzen. Slechts een beperkt deel van de totale CO2-emissie is te reduceren door toepassing van duurzame energie binnen de gemeentegrenzen (27%). Om CO2neutraal te worden moet dus de overige 74% van de CO2-emissie gereduceerd worden door energiebesparing en (waarschijnlijk voor een groot deel) door compensatie, bijvoorbeeld door aankoop van groene stroom. tabel 5.1
Omvang duurzame energieopties en potentiële CO2-reductie Omvang
PV-panelen
Indicatie van de omvang
267.000 m2
Zonnecollectoren
55.000 m
Passieve zonne-energie Windenergie
75% van alle daken van huizen en bedrijven
2
Potentiële CO2-reductie (kton/jaar) 18
19.000 zonneboilers
4
alle nieuwbouw
-
2
24 MW
8 grote windturbines van 3 MW 2
39
Warmtepompen
399.000 m b.v.o.
50% van alle gemeentelijke gebouwen, utiliteit en bedrijven
2
Warmte-/koudeopslag (onderdeel aardwarmte)
542.000 m2 b.v.o.
70% van alle gemeentelijke gebouwen, utiliteit en bedrijven
3
Vergisting
3,5 MW
50 kleine nieuwe vergistinginstallaties bij boerderijen en benutting warmte RWZIvergister
6
Verbranding
1 MW
Totaal
1 26% van de CO2-emissie in 2031
76
Het is niet realistisch om te veronderstellen dat de potentiëlen voor energiebesparing en duurzame energie zoals beschreven in dit hoofdstuk, volledig kunnen worden benut, zeker niet op korte termijn. In hoofdstuk 6 worden scenario’s uitgewerkt om dit potentieel gedeeltelijk te benutten in de periode tot 2031.
23
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
6
Scenario’s reductie CO2-emissie
In dit hoofdstuk wordt aan de hand van het huidige beleid enkele scenario’s uitgewerkt om de energievoorziening te verduurzamen en de CO2-emissie te reduceren. De volgende scenario’s zullen worden uitgewerkt. • Scenario 1: continuering van het huidige beleid tot 2031 • Scenario 2: intensivering van het beleid tot 2031 • Scenario 3: klimaatwinkelen • Scenario 4: realisatie van een klimaatneutrale gemeente In de volgende paragrafen worden de scenario’s verder omschreven en uitgewerkt.
6.1
Scenario 1: continuering van het huidige beleid
In het Milieubeleidsplan Harderwijk 2009 – 2012 is het klimaatbeleid voor deze periode beschreven. De ambitie is om aan te sluiten bij de nationale doelstellingen. Hiervoor is onder andere subsidie aangevraagd in het kader van de regeling Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). In deze SLOK-aanvraag is gekozen voor het actieve ambitieniveau en voor de gemeentelijke organisatie voor het ‘voorlopend niveau’. Concreet betekent dit de realisatie van onder andere de volgende doelstellingen: • 3% energiebesparing per jaar in de gemeentelijke organisatie; • 2% energiebesparing per jaar bij de overige sectoren; • 5% duurzame energieopwekking in 2012. In het uitvoeringsprogramma is een groot aantal projecten geformuleerd om deze doelstellingen te halen en zijn inmiddels ook al diverse projecten afgerond. Met deze projecten wordt aangesloten bij het uitvoeringsprogramma van de Regio Noord-Veluwe. Hoe te realiseren? De realisatie van 3% energiebesparing per jaar bij gemeentelijke gebouwen betekent bijvoorbeeld dat per jaar bij 7% van de gebouwen het energieverbruik met minimaal 30% moet worden gereduceerd. Ook in de andere sectoren zal een forse inspanning noodzakelijk zijn om het energieverbruik bij 7% van de woningen jaarlijks met minimaal 20% te reduceren. Om een inzet van 5% duurzame energie te realiseren, is een forse inspanning nodig. Concreet betekent dit, dat: 2 • bij ruim 3.500 woningen PV-panelen geplaatst moeten worden en nog eens 24.500 m bij andere gebouwen; 2 • bij 3.700 woningen een zonneboiler geplaatst moeten worden en nog eens 390 m zonnecollectoren bij zorginstellingen, sportaccommodaties en dergelijke; 2 • bij 500 woningen een warmtepomp moeten worden geplaatst en bij circa 50.000 m b.v.o. aan utilitaire functies warmte-/koudeopslag wordt toegepast; • benutten van de warmte van de RWZI-vergister; • de beschikbare biomassa voor energieopwekking ook daadwerkelijk wordt benut voor energieopwekking. Dit is een hele grote opgaaf, waarvan het overgrote deel dan nog de komende twee jaar zal moeten worden gerealiseerd. Het wordt realistischer geacht om deze doelstelling voor duurzame energie te hanteren voor de periode tot 2031. Temeer omdat de eenvoudigst toe te passen maatregelen het eerst zullen worden ingezet. Hierdoor zal het steeds moeilijker worden om de beoogde inzet aan energiebesparing en duurzame energie te realiseren. Dit vergt een steeds intensievere inzet aan middelen en sturing vanuit de gemeente.
24
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
CO2-reductie Als de bovenstaande maatregelen worden uitgevoerd, is in 2031 een CO2-reductie te behalen van 23% ten opzichte van 2011 en 20% ten opzichte van 1990. De resterende CO2-emissie bedraagt nog 187 kton in 2031. In tabel 6.1 zijn deze resultaten weergegeven. tabel 6.1
Te realiseren CO 2-reductie in 2020 CO2-emissie (kton)
CO2-reductie t.o.v. 1990
1990
233
n.v.t.
2011
270
n.v.t.
2020
229
2%
2031
187
20%
Continuering van het huidige beleid leidt tot een CO2-reductie van 37% in 2031 ten opzichte van 2011 en een aandeel duurzame energie van 6%.
6.2
Scenario 2: realisatie doelstellingen nationaal beleid
Het kabinet Rutte heeft de volgende klimaatstellingen geformuleerd: • 2% energiebesparing per jaar; • 20% CO2-reductie in 2020; • 14% duurzame energieopwekking in 2020. Gemeente Harderwijk heeft zich hier in het Milieubeleidsplan 2009 – 2012 aan gecommitteerd. Ter beeldvorming en het creëren van inzicht voor de sessie klimaatwinkelen wordt in dit scenario beschreven op welke wijze deze doelstellingen in 2020 kunnen worden gerealiseerd en wat de resultaten in 2031 zijn wanneer dit op dezelfde wijze wordt voortgezet. Duurzame energie en CO2-reductie 2020 14% duurzame energieopwekking in 2020 is te realiseren, als van het in hoofdstuk 5 beschreven potentieel aan duurzame energieopwekking minimaal 50% wordt benut in de komende tien jaar in combinatie met: • 30% energiebesparing in de bestaande woningbouw en de gemeentelijke organisatie; • 20% energiebesparing in de overige sectoren. Benutting van minimaal 50% van het potentieel aan duurzame energie betekent de gecombineerde inzet van: 2 • het voorzien van 8.500 woningen van PV-panelen en de plaatsing van 61.300 m bij andere gebouwen; 2 • plaatsing van zonneboilers bij 9.000 woningen en nog eens 930 m zonnecollectoren bij zorginstellingen, sportaccommodaties en dergelijke; 2 • bij 2.300 woningen een warmtepomp moeten worden geplaatst en bij circa 260.000 m b.v.o. aan utilitaire functies warmte-/koudeopslag wordt toegepast; • benutten van de warmte van de RWZI-vergister; • de beschikbare biomassa voor energieopwekking ook daadwerkelijk wordt benut voor energieopwekking; • realisatie van vier windturbines van 3 MW en 500 urban windturbines. Dezelfde hoeveelheid duurzame energieopwekking kan gerealiseerd worden door de plaatsing van elf windturbines in 2020.
25
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Duurzame energie en CO2-reductie 2031 Continuering van de inzet aan energiebesparing en duurzame energieopwekking tot 2031 betekent een verdubbeling van de te realiseren energiebesparing en de benutting van het volledige potentieel 10 aan duurzame energie. Deze (onrealistisch) hoge inzet leidt tot een CO2-reductie van 63% ten opzichte van 2011 en 59% ten opzichte van 1990. De CO2-uitstoot in 2031 bedraagt dan nog 94 kton. In tabel 6.2 zijn deze resultaten weergegeven. tabel 6.2
Te realiseren CO2-reductie in 2020 CO2-emissie (kton)
CO2-reductie t.o.v. 1990
1990
233
n.v.t.
2011
270
n.v.t.
2020
184
21%
2031
94
59%
6.3
Scenario 3: klimaatwinkelen
Op 17 november 2011 is er een werksessie ‘Klimaatwinkelen’ met de gemeenteraad gehouden. Tijdens deze sessie hebben de deelnemers aan de hand van ‘Klimaatkaarten’ keuzes gemaakt voor in te zetten maatregelen in de periode tot 2031. In het rapport ‘Klimaatwinkelen in Harderwijk met raadsleden’ zijn de uitkomsten van de sessie beschreven. In deze paragraaf worden de resultaten vertaald in een concreet scenario om de CO2-uitstoot te reduceren tot 2031. Uit de sessie bleek dat de deelnemers een CO2reductie van 40% - 50% in 2031 ten opzichte van 2011 het maximale c.q. het meest realistisch vonden indien CO2-compensatie buiten beschouwing wordt gelaten. Belangrijke maatregelen om dit te realiseren, zijn: • energiebesparing in de industrie en utiliteit (40% besparing in 2031); • energiebesparing in de woningbouw (30% besparing in 2031); • benutting van zonne-energie voor elektriciteitsopwekking; • vergisting van biomassa. Deze conclusies zijn vertaald in de volgende concrete energiebesparingsdoelstellingen tot 2031: • 2% energiebesparing per jaar in de industrie en utiliteit; • 2% energiebesparing per jaar in de gemeentelijke organisatie; • 1,5% energiebesparing per jaar in de woningbouw; • 2% energiebesparing per jaar in verkeer en vervoer. Deze conclusies zijn ook vertaald in de volgende inzet aan duurzame energie: 2 • plaatsing van 8 m PV-panelen per woning bij ruim 14.000 woningen en plaatsing van 10 MWp bij bedrijven en gemeentelijke gebouwen; 2 • plaatsing van zonneboilers bij circa 3.500 woningen en nog eens 1.000 m zonnecollectoren bij zorginstellingen, sportaccommodaties en dergelijke; 2 • bij 500 woningen een warmtepomp moet worden geplaatst en bij circa 100.000 m b.v.o. aan utilitaire functies warmte-/koudeopslag wordt toegepast; • benutten van de warmte van de RWZI-vergister; • de beschikbare biomassa voor vergisting ook daadwerkelijk wordt benut voor energieopwekking; • realisatie van acht windturbines van 3 MW. 10
Deze inzet is onrealistisch omdat er een dermate grote inzet aan maatregelen nodig is, die in een periode van circa 20 jaar (2012-2031) niet kan worden gerealiseerd. 26
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Door middel van deze maatregelen is een CO2-reductie van 45% te realiseren in 2031 ten opzichte van 2011 en 37% ten opzichte van 1990. De CO2-uitstoot in 2031 bedraagt dan nog 148 kton. In tabel 6.2 zijn deze resultaten weergegeven. tabel 6.2
te realiseren CO2-reductie in 2030 CO2-emissie (kton)
CO2-reductie t.o.v. 1990
1990
233
n.v.t.
2011
270
n.v.t.
2020
212
9%
2031
148
37%
6.4
Scenario 4: naar een klimaatneutrale gemeente
Zoals blijkt uit de scenario’s 2 en 3 is er een zeer forse inzet aan energiebesparing en duurzame energie nodig om de CO2-uitstoot in de periode tot 2031 te reduceren met 40% of zelfs 60% ten opzichte van de uitstoot in 1990. De realisatie van bijna 40% CO2-reductie in 2031 ten opzichte van 1990 c.q. 45% CO2-reductie ten opzichte van 2011 is al zeer ambitieus en een grote uitdaging om te realiseren. Om te komen tot een klimaatneutrale gemeente wat betreft CO2-emissie moet de overige CO2-emissie van 148 kton te worden gecompenseerd of zal de overige benodigde energie duurzaam moeten worden ingekocht in de vorm van groene stroom en groen gas. Na 2031 zal dan gewerkt moeten worden aan de verdere reductie van de CO2-emissie door reductie van het energiegebruik en vergroting van het aandeel duurzame energieopwekking. In onderstaande grafiek is dit grafisch weergegeven.
/ŶŬŽŽƉŐƌŽĞŶĞƐƚƌŽŽŵĞŶ ŐƌŽĞŶŐĂƐ
figuur 6.1
27
Scenario naar klimaatneutraal met inkoop van groen gas en groene stroom in 2031
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
6.5
Vergelijking scenario’s
In figuur 6.2 is de ontwikkeling van de CO2-emissie voor de hierboven beschreven scenario’s weergegeven.
figuur 6.2
Ontwikkeling CO2-emissie voor de verschillende scenario’s
28
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
29
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
7
Route naar klimaatneutraal
In hoofdstuk 6 zijn de technische mogelijkheden verkend voor de reductie van de CO2-uitstoot binnen de gemeente en de verduurzaming van de energievoorziening. In dit hoofdstuk wordt een koers uitgezet naar een klimaatneutrale gemeente Harderwijk. In de eerste paragraaf wordt een concrete en meetbare ambitie geformuleerd voor 2031 als belangrijke mijlpaal naar klimaatneutraliteit. Vervolgens wordt ingegaan op de focus van het klimaatbeleid, de te volgen strategie en de koers naar klimaatneutraal.
7.1
Ambitieniveau 2031
De scenario’s uit hoofdstuk 6 tonen aan dat het niet waarschijnlijk is om in 2031 alle energie binnen de gemeentegrenzen duurzaam op te wekken. Wel is het mogelijk om klimaatneutraliteit te bereiken door (gedeeltelijke) CO2-compensatie en/of de inkoop van groene stroom en groen gas. Het treffen van maatregelen binnen de gemeentegrenzen verdient echter de voorkeur en daarom wordt voor 2031 de volgende doelstelling voorgesteld. Als ambitie wil de gemeente Harderwijk op (lange) termijn een klimaatneutrale gemeente worden. Er is vooralsnog gekeken wat ervoor nodig is om in 2031 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Hiervoor wordt de CO2-uitstoot met 40% gereduceerd door middel van energiebesparing en duurzame energieopwekking binnen de gemeentegrenzen en wordt de resterende energiebehoefte ingevuld door inkoop van groene stroom en groen gas.
7.2
Focus klimaatbeleid
Om te komen tot een effectieve inzet van middelen en daadwerkelijke realisatie van energiebesparende en duurzame technieken, is het belangrijk om als gemeente inzichtelijk te hebben op welke maatregelen c.q. doelgroepen de gemeente een grote invloed kan uitoefenen en op welke juist niet en wat het effect is van deze invloed. In het onderstaande schema is dit inzichtelijk gemaakt. tabel 7.1
Overzicht invloed gemeente Grote bijdrage CO2-emissie
Kleine bijdrage CO2-emissie
Grote invloed gemeente
++ Volumemaatregelen (bijvoorbeeld plaatsing van windturbines of grootschalige inzet van biomassa voor energieopwekking)
+ Voorbeeldfunctie (bijvoorbeeld energiezuinige gemeentelijke gebouwen)
Kleine invloed gemeente
-/+ Moeilijk bereikbaar (bijvoorbeeld bedrijven en utiliteitsgebouwen)
-Lage prioriteit (bijvoorbeeld energiebesparing in de agrarische sector)
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat inzetten op volumemaatregelen het meest zinvol is, omdat de gemeente daar de meeste invloed op heeft en daarnaast deze maatregelen ook de grootste bijdrage leveren aan CO2-reductie. Daarentegen dienen maatregelen met een kleine bijdrage aan de CO2-reductie en waarop de gemeente weinig invloed kan uitoefenen, geen prioriteit te krijgen. In de praktijk moet gefocust worden op een combinatie van maatregelen, namelijk maatregelen met een grote bijdrage aan de CO2-reductie en maatregelen met een kleine bijdrage aan de CO2-reductie, maar waar de gemeente wel een directe invloed op heeft.
30
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
7.3
Strategie
Om ervoor te zorgen dat geplande projecten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, is het belangrijk om prioritering/focus aan te brengen. Geadviseerd wordt om te starten met die projecten waarin de invloed van de gemeente het grootst is en die het meeste effect sorteren. Belangrijk is om hierbij aan te sluiten bij de behoeften en wensen van het bedrijfsleven en inwoners zoals deze naar voren zijn gekomen tijdens de sessie op 7 februari 2012. De resultaten van deze sessie zijn beschreven in het rapport ‘Klimaatwinkelen in Harderwijk met inwoners en bedrijfsleven’. Om burgers en bedrijfsleven te stimuleren tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie, is het belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven (stap 1: het goede voorbeeld geven). De rol van de gemeente is in dit geval initiëren en implementeren van maatregelen bij gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting en infrastructurele voorzieningen. De invloed van de gemeente hierin is erg groot, omdat zij zelf investeert en het besluit daarvoor neemt. De volgende stap is de realisatie van projecten die een grote CO2-reductie tot gevolg hebben (stap 2: faciliteren volumemaatregelen). Bij deze projecten is de invloed van de gemeente minder groot, omdat de investeringen gedaan moeten worden door derden (bijvoorbeeld toepassing van windturbines). De rol van de gemeente is daarin voornamelijk stimulerend en faciliterend (partijen bij elkaar brengen, processen stroomlijnen en versnellen en dergelijke). De derde stap betreft de realisatie van energiebesparing in de gebouwde omgeving. De bestaande woningbouw heeft een groot aandeel in de totale CO2-emissie. Een deel hiervan bestaat uit huurwoningen die eigendom zijn van woningcorporaties. De gemeente kan met hen in gesprek gaan om hen te stimuleren tot het nemen van energiebesparende maatregelen bij bijvoorbeeld (grootschalige) renovatie en hierover afspraken met hen te maken. Het andere deel van de woningvoorraad is in eigendom van particulieren. Uit de sessie op 7 februari 2012 bleek dat inwoners vragen om een sterke rol van de gemeente in het stimuleren (subsidieregeling), motiveren en faciliteren (begeleiding/ontzorging bieden in het traject tot realisatie van maatregelen). De invloed van de gemeente is weliswaar beperkt, maar wel enigszins sturend door stimulering en motivering. Aangezien het ook een doelgroep is met een groot aantal actoren (veel verschillende woningeigenaren) is er een grote inspanning nodig om ook daadwerkelijk energiebesparing te realiseren. Bij nieuwbouw is de rol van de gemeente veel groter, in het geval de grond eigendom is van de gemeente. In dat geval kunnen in de overeenkomsten met ontwikkelende partijen voorwaarden opgenomen worden over de te realiseren energiezuinigheid en duurzame energieopwekking in het gebied. Net als in de woningbouw is de invloed van de gemeente beperkt bij het realiseren van energiebesparing en duurzame energieopwekking bij bedrijven en utiliteit. Uit de sessie op 7 februari 2012 bleek dat het bedrijfsleven er de voorkeur aangeeft om zelf de regie te houden en de gemeente met name een faciliterende rol heeft in het samen brengen van partijen, organisatie van bijeenkomsten en dergelijke. “De gemeente is de ‘smeerolie’ om projecten gerealiseerd te krijgen.“ De sector verkeer en vervoer levert een aanzienlijke bijdrage aan het verbruik van fossiele brandstoffen en daarmee aan de CO2-uitstoot. De invloed van de gemeente op reductie van de CO2uitstoot (stap 4: CO2-reductie verkeer & vervoer) is beperkt doordat deze uitstoot (voornamelijk) wordt veroorzaakt door derden. De gemeente kan echter wel een stimulerende en faciliterende rol spelen in de verduurzaming en beperking van de mobiliteit binnen de gemeente door: • Verduurzaming openbaar vervoer. Onderzoeken van de mogelijkheden om het OV-netwerk verder te optimaliseren met betrekking tot bereikbaarheid, wachttijden en dergelijke en het bevorderen van het gebruik van duurzame brandstoffen in het openbaar vervoer. • Versterken fietsnetwerk. Stimuleren van het gebruik van de fiets door het netwerk aan fietspaden in de gemeente te optimaliseren. • Ondersteunen en faciliteren van multi-fuel stations en oplaadpunten voor elektrische auto’s. Gezien de economische ontwikkelingen en de (technische, economische en organisatorische) ontwikkeling op energiegebied wordt voorgesteld om een uitvoeringsprogramma op te stellen voor de 31
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
korte termijn (komende vier jaar) en de kaders (routekaart) aan te geven voor de hierop volgende jaren. Door monitoring en jaarlijkse evaluatie kan ieder jaar het uitvoeringsprogramma zodanig worden gewijzigd dat optimaal ingespeeld kan worden op de praktische situatie.
7.4
Route naar klimaatneutraal
De weg naar een klimaatneutrale gemeente is nog lang. Om deze doelstelling te halen, is een goede samenwerking met de inwoners en het bedrijfsleven belangrijk. Van belang is om hiervoor op korte termijn een goede basis te leggen. Met de sessie op 17 februari 2012 is hiervoor een aanzet gegeven, wat op korte termijn verder geconcretiseerd moet worden door middel van: •
• •
•
Inzicht geven in de mogelijkheden voor energiebesparing en de opbrengsten hiervan door het laten uitvoeren van metingen van het energiegebruik en het organiseren van cursussen of voorlichtingsbijeenkomsten voor inwoners. Faciliteer en stimuleer bedrijven om een platform op te richten waarin bedrijven van elkaar kunnen leren en ervaringen kunnen delen op energiegebied. Blijf contact houden met de deelnemers aan de sessie op 7 februari 2012 en stimuleer enthousiaste inwoners en ondernemers om een ambassadeursrol te vervullen in hun omgeving. Inventariseer de kennis en vaardigheden van aanbieders van duurzame energievoorzieningen en maatregelen. Verbeter deze met cursussen en workshops. Kundige aanbieders hebben een stuwende rol bij verduurzaming van de gemeente. Ook blijven investeringen uit de gemeente, binnen de gemeente, wat zorgt voor werkgelegenheid.
Speerpunten Bovenstaande acties vormen het vertrekpunt voor een grootschalige transitie naar een klimaatneutrale gemeente. Belangrijke speerpunten in deze transitie zijn: 1. Realisatie van 40% energiebesparing in de gemeentelijke organisatie in 2031. 2. Realisatie van minimaal 30% energiebesparing in de bestaande woningvoorraad en bij bedrijven door middel van buurtambassadeurs en burgerinitiatieven en oprichting van het platform duurzame bedrijven 3. Facilitering van grootschalige duurzame energieopwekking door middel van windturbines en vergisting en/of vergassing door daar waar mogelijk is ondersteuning te bieden in de onderzoeks-, vergunningen en realisatiefase. 4. Stimuleren van inwoners en bedrijfsleven tot de inkoop van groen gas en groene stroom voor het nog resterende energiegebruik. Om deze speerpunten te realiseren, zijn verdergaande maatregelen nodig, zoals energieneutraal renoveren en passief renoveren. Hiervoor is het belangrijk om aan te sluiten bij het provinciale beleid en de provinciale middelen die hiervoor beschikbaar zijn. Zo zet de provincie de komende jaren revolverende middelen in voor duurzame energie initiatieven van bedrijven of publiek-private samenwerkingsverbanden, zoals een biogasinfrastructuur of grootschalige zonne-energie en voor energiebesparing in de bestaande woningbouw.
32
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
Uitvoeringsprogramma Geadviseerd wordt om een uitvoeringsprogramma op te stellen voor de komende vier jaar met daarin een duidelijke focus op basis van de beschreven strategie in paragraaf 7.3 en een beschrijving van de route naar 2031 om minimaal 40% CO2-reductie te realiseren binnen de gemeentegrenzen en de inkoop van groene stroom en groen gas te stimuleren om de CO2-uitstoot naar nul te brengen. Door dit uitvoeringsprogramma continue te monitoren en aan het eind ook te evalueren, is het mogelijk om een concreet vervolgprogramma op te stellen, waarmee goed ingespeeld wordt op de praktische situatie en nieuwe ontwikkelingen (technisch, economisch en financieel) op energiegebied. In de volgende paragraaf wordt verder ingegaan op de monitoring van de beleidsdoelstellingen en projecten.
Toewijzen van verantwoordelijkheden Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma zullen projecten daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden en ook een (substantiële) bijdrage moeten gaan leveren aan de CO2-reductie. Realisatie van deze projecten is niet alleen de taak van afdeling Milieu, maar primair de taak van de afdeling die zich bezig houdt met dit thema en/of sector. Een goede manier om dit op deze wijze te implementeren, is door per afdeling in beeld te brengen voor welke projecten zij verantwoordelijk zijn en welke CO2reductie daarmee gerealiseerd dient te worden. De betreffende afdeling is dan verantwoordelijk dat deze CO2-reductie ook daadwerkelijk wordt gehaald. Op die manier worden alle gemeentelijke afdelingen verantwoordelijk voor realisatie van een deel van de klimaatdoelstelling en is het niet meer de verantwoordelijkheid van alleen de klimaatcoördinator. Deze aanpak is met succes 11 geïmplementeerd bij de gemeente Enschede.
11
De gemeente Enschede heeft samen met DWA projecten uit het uitvoeringsprogramma succesvol ondergebracht bij de verantwoordelijke gemeentelijke afdelingen en stimuleert hen daarbij met werksessies.
33
Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk
7.5
Monitoring
Tijdens de uitvoering van klimaatbeleid is het belangrijk te weten of de gedefinieerde en uitgevoerde projecten nu daadwerkelijk het beoogde resultaat hebben opgeleverd en wat nog moet worden gedaan om de ambities te realiseren. Door middel van de CO2-monitor, die ontwikkeld is door DWA en gebruikt wordt door circa 150 gemeenten, is het mogelijk om de CO2-reductie en de duurzame energieopwekking te monitoren en te vergelijken met andere gemeentes. Geadviseerd wordt om de beoogde resultaten van de projecten zo meetbaar mogelijk te maken in termen van energieopbrengst en CO2-reductie. Op die manier is het namelijk mogelijk om per project te monitoren of het beoogde resultaat wordt behaald. Op die wijze kan de gemeentebrede doelstelling ook goed gemonitord worden en, in geval van afwijkingen van de beoogde doelstelling, snel geanalyseerd worden door welke projecten dit wordt veroorzaakt en kan het beleid, indien noodzakelijk, worden bijgesteld. In figuur 7.1 is een voorbeeld weergegeven van de wijze waarop dit gemonitord wordt met de CO2monitor. De zwarte lijn geeft de geprognotiseerde ontwikkeling weer. De blauwe lijn geeft weer wat de daadwerkelijke CO2-uitstoot is en de oranje lijn de gerealiseerde CO2-reductie door uitvoering van projecten binnen het klimaatbeleid.
figuur 7.1
Monitoring ontwikkeling CO2-emissie gemeente
34
Bijlage 2 klimaatwinkelen met Raadsleden
Klimaatwinkelen met raadsleden Van informatie naar kennis tot visie
Klimaatwinkelen met raadsleden
1
Klimaatwinkelen met raadsleden
Klimaatwinkelen met raadsleden Van informatie naar kennis tot visie
Datum: Projectnummer: Status:
22 maart 2012 11993 Definitief
Opdrachtgever:
Gemeente Harderwijk Havendam 56 Postbus 149 3840 AC HARDERWIJK Telefoon (0341) 41 19 11 E-mailadres
[email protected]
Uitgevoerd door:
DWA installatie- en energieadvies Spoelerstraat 48a Postbus 136 7460 AC RIJSSEN Telefoon (0548) 53 55 40 E-mailadres
[email protected]
2
Klimaatwinkelen met raadsleden
3
Klimaatwinkelen met raadsleden
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6 6.1 6.2 7 7.1 7.2 7.3 8
Samenvatting ................................................................................................................................. 6 Conclusie ....................................................................................................................................... 8 Aanleiding en doel ...................................................................................................................... 12 Methode........................................................................................................................................ 14 Harderwijk naar Klimaatneutraal (sessie 1).............................................................................. 18 Keuzematrix deelnemers ............................................................................................................. 19 Keuze in % per maatregel ........................................................................................................... 20 CO2-reductie in % van de doelstelling ......................................................................................... 21 CO2-reductie in miljoen euro investering tot 2031 ....................................................................... 22 Reacties ....................................................................................................................................... 23 Uitkomst eerste sessie................................................................................................................. 23 Uw doelstelling (sessie 2)........................................................................................................... 24 Ambitieniveau .............................................................................................................................. 24 Waarom is gekozen voor deze maatregelen ............................................................................... 26 Rol van de gemeente (sessie 2) ................................................................................................. 28 Reacties ....................................................................................................................................... 29 Gekozen rol van gemeente.......................................................................................................... 29 Deelnemers (per groep)............................................................................................................... 30 Conclusie ..................................................................................................................................... 32
4
Klimaatwinkelen met raadsleden
5
Klimaatwinkelen met raadsleden
1
Samenvatting
Om kennis en inzicht te krijgen en een eigen visie te ontwikkelen heeft de gemeente Harderwijk op 17 november 2011 een sessie ‘Klimaatwinkelen’ gehouden voor de leden van de gemeenteraad en de raadscommissie. De raadsleden vonden de sessies interactief en effectief. Hiermee kunnen de raadsleden op het juiste abstractieniveau de maatregelen beoordelen. Doelstelling De gemeente Harderwijk wil op termijn een duurzame en klimaatneutrale gemeente zijn. Doel van de sessie Klimaatwinkelen is om gezamenlijk te onderzoeken of dit realiseerbaar is in de periode 2012 – 2031. Hiervoor is een CO2-reductie noodzakelijk van 302 kton. Maatregelen De 100% CO2-reductie in 2031 is voor de gemeente Harderwijk een forse uitdaging. Een groot aantal maatregelen is aantrekkelijk, de keus hiervoor is snel gemaakt. Maar om de 302 kton CO2-reductie te kunnen realiseren moet ook gekozen worden voor maatregelen die een belangrijke impact hebben op de inwoners en bedrijven in de gemeente. Hierdoor worden de deelnemers aan de sessie gedwongen om veel maatregelen toe te passen. Twee groepen hebben daarnaast gekozen voor CO2- compensatie hoewel dit ook bij hen niet de voorkeur had. Eén groep koos er duidelijk voor om CO2-compensatie niet te selecteren en daarvoor in de plaats in te zetten op zeer grootschalige zonneenergie en onaantrekkelijke maatregelen niet te selecteren. Twee andere groepen hebben de doelstelling niet gehaald door geen grootschalige zonne-energie of CO2-compensatie in te zetten. De zonne-energie is relatief kostbaar en zorgt voor de grootste investering maar wordt op termijn terugverdiend. De kosten voor CO2-compensatie moeten elk jaar opgebracht worden. Deze kosten zijn over een periode van 15 jaar opgevoerd als investering. Alle deelnemers willen ook graag bewonersgedrag inzetten als maatregel. Deze maatregel is moeilijk te monitoren maar wel een belangrijk motivatie instrument voor draagvlak van andere maatregelen. In de tweede sessie zijn de gekozen maatregelen nauwelijks aangepast. Wel heeft elke groep de maatregel bewonersgedrag (5 kton) er aan toegevoegd.
CO2-reductie in %
! " % " &' ( ! & )*( + & *( ,-"
figuur 1.1
! #$ ! % "
! # " # *
" *
CO2-reductie in %
6
Klimaatwinkelen met raadsleden
Rol van de gemeente De deelnemers willen als rol van de gemeente vooral inzetten op motiveren. De maatregelen die de gemeente zelf moet treffen moet de gemeente Harderwijk ook zelf doen om hiermee ook invulling te geven aan haar voorbeeldrol. Per maatregel kan in de routekaart de rol van de gemeente verder uitgediept worden per maatregel en project.
7
Klimaatwinkelen met raadsleden
2
Conclusie
De groepen hebben tijdens de sessies hun keuzes gemaakt voor bepaalde maatregelen. CO2-compensatie werd door groep 2 en 4 gekozen om de doelstelling te halen maar men vond deze maatregel niet bij de gemeente Harderwijk passen. Door groep 3 werd zeer grootschalige zonne-energie gekozen. Als de schaal van zonne-energie van groep 3 aangepast wordt naar de andere groepen en er wordt een gemiddelde berekend, ontstaat het onderstaande beeld.
CO2-reductie in % #
! " % " &' ( ! & )*( + & *( ,-" figuur 2.1
!!!
! #$ ! % "
! # " # *
" * / !
Aangepaste keuze van groepen en gemiddelde
8
Klimaatwinkelen met raadsleden
Gemiddelde CO2-reductie met correctie De gemiddelde CO2-reductie met de eerdere conclusies in dit hoofdstuk wordt hiermee 47%, afgerond 50%. Hierbij wordt ingezet op de onderstaande maatregelen met een totale CO2-reductie van 147 kton. In de taartgrafiek is zichtbaar dat de belangrijkste maatregelen zijn: Energiebesparing in de industrie Energiebesparing in de bestaande woningbouw Energiebesparing in de utiliteit Energie-neutrale nieuwbouwwoningen Vergisting
• • • • •
%
" !
# $
+
*
%
) )
&'(
#
figuur 2.2
9
Maatregelen met in totaal 147 kton CO2-reductie
Klimaatwinkelen met raadsleden
tabel 2.1
CO2-reductie per maatregel
Maatregel 20% energiebesparing gemeentelijke gebouwen Energiebesparing openbare verlichting
CO2-reductie (kton) 1 0,1
10% energiebesparing bestaande woningbouw
-
30% energiebesparing bestaande woningbouw
25,0
Energie-neutrale nieuwbouw woningen
16,0
7,5% energiebesparing utiliteit
1,6
40% energiebesparing utiliteit
12,6
40% energiebesparing industrie
36,0
20% energiebesparing mobiliteit
9,0
Zonne-energie groot
9,4
Zonne-energie (1.000 woningen)
5,4
1.000 kleine windturbines
0,4
Grote windturbines (6 MW)
8,4
7 micro-vergisters van 70 kW Vergisting (500 kW) Hout-cv ketel 300 kW CO2-compensatie
16,8 0,2 -
Bewonersgedrag
5,0
Totaal
147
10
Klimaatwinkelen met raadsleden
11
Klimaatwinkelen met raadsleden
3
Aanleiding en doel
In het milieubeleidsplan 2009 – 2012 heeft de gemeente Harderwijk de ambitie uitgesproken om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te realiseren binnen haar eigen gemeente. Om dit te realiseren, is een uitvoeringsplan opgesteld wat aansluit bij het plan van de Regio Noord Veluwe. In de Strategische Raadsagenda is opgenomen om voor de langere termijn een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Voor het opstellen van deze routekaart is het nodig om kennis, inzicht en visie te hebben in het huidige energiegebruik en de uitstoot van de broeikasgassen en de mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie. Op basis hiervan kan door de gemeenteraad uitspraken gedaan worden voor de routekaart. Klimaatwinkelen Om kennis en inzicht te krijgen en een eigen visie te ontwikkelen heeft de gemeente Harderwijk op 17 november 2011 een sessie ‘Klimaatwinkelen’ gehouden voor de leden van de gemeenteraad en de raadscommissie. In deze rapportage vindt u de uitwerking van deze sessie.
figuur 3.1
Maatregelen van het Klimaatwinkelen
12
Klimaatwinkelen met raadsleden
13
Klimaatwinkelen met raadsleden
4
Methode
In de CO2-footprint van de gemeente Harderwijk en een scenarioanalyse is de CO2-uitstoot van de gemeente geanalyseerd en is de potentie van de verschillende maatregelen berekend. De keuze voor een techniek en de daarbij behorende rol van de gemeente moet door de raad gedaan worden. Hiervoor is de informatie over technieken, de CO2-reductie-potentie en kenmerken op kaarten samengevat en vastgelegd.
figuur 4.1
Klimaatwinkelkaart
Vooraf aan de sessie is door de medewerkers Milieu, Bram Oudejans en Sylvia van Itegem, een overzicht gegeven van de CO2-uitstoot per categorie en het historische en geprognotiseerde verloop. Daarnaast werden gemeentelijke maatregelen en programma’s gepresenteerd die al doorgevoerd zijn. Door deze inspanningen is de stijgende CO2-uitstoot van de gemeente al licht afgebogen. Zonder verdere maatregelen zal de uitstoot echter weer stijgen. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar de CO2-footprint.
figuur 4.2
Verdeling CO2-uitstoot over categorieën
14
Klimaatwinkelen met raadsleden
figuur 4.3
Ontwikkeling CO2-emissie
Inzicht Door DWA zijn alle potentiële maatregelen om de CO2 uitstoot van de gemeente Harderwijk te verminderen geanalyseerd. Van elke techniek is een korte omschrijving en de CO2 reductie-potentie op een kaart gezet. Door de kaarten te vergelijken tijdens de sessie Klimaatwinkelen konden de raadsleden op een snelle manier en op het juiste abstractieniveau hun strategische keuzes maken.
figuur 4.4
Klimaatwinkelkaarten
In de eerste sessie gaan de deelnemers keuzes maken tussen maatregelen. Door het vergelijken van maatregelen en de onderlinge discussie per groep ontstaat hierbij inzicht. De discussie wordt ondersteund met de informatie en kentallen per maatregelkaart. De gekozen maatregelkaarten om de CO2-reductie te realiseren worden bijgeschreven op de boodschappenlijst. Dit resulteert in een totale CO2-reductie voor de gemeente.
15
Klimaatwinkelen met raadsleden
figuur 4.5
Boodschappenlijst
Nadat de gewenste maatregelen inzichtelijk zijn, moet de rol van de gemeente gekozen worden. De gemeente kan bijvoorbeeld kiezen om te stimuleren, motiveren, initiëren of zelf doen. Veel maatregelen kan de gemeente namelijk niet zelf uitvoeren. De gekozen rol van de gemeente geeft inzicht in wat de gemeente moet doen om ambities waar te maken. Op basis van deze beslissingen kunnen kosten en benodigde capaciteit inzichtelijk worden gemaakt. Visie De onderlinge en plenaire discussie helpt de deelnemers hun eigen visie te ontwikkelen op basis van informatie en het verworven inzicht.
16
Klimaatwinkelen met raadsleden
17
Klimaatwinkelen met raadsleden
5
Harderwijk naar Klimaatneutraal (sessie 1)
In de eerste sessie is de deelnemers gevraagd om in groepen 302 kton CO2-reductie te realiseren. Hiermee wordt de gemeente klimaatneutraal. Hun keuzes zijn gebaseerd op de informatie van de klimaatkaarten en eigen kennis. Per techniek is door elke groep een afweging gemaakt of de techniek moet worden toegepast en op welke schaalgrootte. Door onderlinge discussie is inzicht verkregen en visie ontwikkeld. Op elke klimaatkaart staat een maatregel met een omschrijving en aandachtspunten. Op basis van deze informatie en eigen inzicht zijn keuzes gemaakt voor maatregelen. Door onderlinge discussie per groep en plenaire vragen door Rik Altena van DWA ontstaat veel inzicht. De uitkomsten van de sessies zijn vrijblijvend en vooral bedoeld om samen op het juiste kennisniveau te komen om strategische beslissingen te nemen. Zo is het mogelijk dat door ontwikkeld inzicht tijdens de sessie de keuzes aan het begin van de sessie niet meer volledig onderschreven worden. Hiermee is gelijk het nut van de sessie aangetoond dat kennis en inzicht verkregen wordt!
figuur 5.1
Klimaatwinkelkaarten
18
Klimaatwinkelen met raadsleden
5.1
Keuzematrix deelnemers
De deelnemers verdeeld over 5 groepen hebben uit de maatregelen de onderstaande selectie gemaakt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de deelnemers vrijwel alle maatregelen moesten toepassen om de doelstelling “Klimaatneutraal” te halen. Alleen “Kleine windturbines” werd relatief weinig gekozen. De “10% energiebesparing bestaande woningbouw” kan niet gecombineerd worden met de “30% energiebesparing bestaande woningbouw”. Twee groepen hebben gekozen voor “CO2 compensatie” inkopen. Eén groep heeft zeer grootschalig ingezet op “zonne-energie groot”. Twee groepen hebben de doelstelling lang niet gehaald tabel 5.1
Selectie van de maatregelen per groep
Maatregelen 20% energiebesparing gemeentelijke gebouwen
Groep 1 1
Energiebesparing openbare verlichting
Groep 2
Groep 3
Groep 4
1
1
1
1
1
1
Groep 5 1
10% energiebesparing bestaande woningbouw 30% energiebesparing bestaande woningbouw
1
1
1
1
1
Energie-neutrale nieuwbouw woningen
1
1
1
1
1
7,5% energiebesparing utiliteit
1
1
0
1
1
1
1
0,5
1
40% energiebesparing utiliteit 40% energiebesparing industrie
1
1
1
1
1
20% energiebesparing mobiliteit
1
1
1
1
1
20
150
2
Zonne-energie groot Zonne-energie (1.000 woningen)
10
10
2
1.000 kleine windturbines
5 2
Grote windturbines (6 MW)
2
4
7 micro-vergisters van 70 kW Vergisting (500 kW)
7
Hout-cv ketel 300 kW
1
CO2-compensatie
figuur 5.2
19
Klimaatwinkelen groep 4
7
7 1
13
1 20
7
Klimaatwinkelen met raadsleden
5.2
Keuze in % per maatregel
De keuze door de groepen voor maatregelen is opgeteld en in de onderstaande afbeelding weergegeven in % keuze. Hierin is te zien dat er voor veel technieken een groot draagvlak is. Maatregelen die minder aantrekkelijk worden gevonden zijn “Kleine windturbines”, “Grote Windmolens” en CO2-compensatie. Daarnaast wordt er de voorkeur gegeven aan “Grootschalige vergisting” boven de kleinschalige “Micro-vergisters”. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
20% energiebesparing gemeentelijke gebouwen Energiebesparing openbare verlichting 10% energiebesparing bestaande woningbouw 30% energiebesparing bestaande woningbouw Energie-neutrale nieuwbouw woningen 7,5% energiebesparing utiliteit 40% energiebesparing utiliteit 40% energiebesparing industrie 20% energiebesparing mobiliteit Zonne-energie groot Zonne-energie (1.000 woningen) 1000 kleine windturbines Grote windturbines (6 MW) 7 micro-vergisters van 70 kW Vergisting (500 kW) hout-cv ketel 300 kW CO2-compensatie figuur 5.3
Gekozen maatregelen in %
figuur 5.4
Klimaatwinkelen groep 1
figuur 5.5 Klimaatwinkelen groep 3
20
Klimaatwinkelen met raadsleden
5.3
CO2-reductie in % van de doelstelling
De CO2-reductie in % van de doelstelling van 100% per groep is weergegeven in de onderstaande figuur. Groep 2 en 4 hebben de doelstelling van 100% gerealiseerd. Groep 3 is er dicht bij gekomen. Groep 1 en 5 hebben bewust niet gekozen voor onaantrekkelijke maatregelen en blijven rond de 40% reductie steken.
CO2-reductie in %
! " % " &' ( ! & )*( + & *( ,-"
figuur 5.6
CO2-reductie in % van de doelstelling klimaatneutraal
figuur 5.7
Klimaatwinkelen
21
! #$ ! % "
! # " # *
" *
Klimaatwinkelen met raadsleden
5.4
CO2-reductie in miljoen euro investering tot 2031
De investeringen die gedaan moeten worden om de gekozen maatregelen uit te voeren zijn in de onderstaande grafiek weergegeven.
, 0 '
#
0 ' 0 ' 0 0 0 0 0 ! " % " &' ( ! & )*( + & *( ,-"
figuur 5.8
! #$ ! % "
! # " # *
" *
Kosten voor CO2-reductie in miljoen €
Kosten CO2-compensatie Over de kosten van CO2-compensatie is tijdens de sessie een misverstand ontstaan. De kosten over een looptijd van 15 jaar zijn geïnterpreteerd als jaarlijkse kosten. 200 kton CO2-compensatie kost € 4.000.000,per jaar.
22
Klimaatwinkelen met raadsleden
5.5
Reacties
‘Energieneutraal is onmogelijk: 30% van de doelstelling is haalbaar’ ‘Windenergie levert het meeste op’ ‘Bestaande woningbouw is interessant maar hoe bereik je bewoner?’ ‘Wil je Klimaatneutraal worden dan moet je ook compenseren en dat willen we eigenlijk niet’ ‘We missen een kaart voor bewonersgedrag’
5.6
Uitkomst eerste sessie
De 100% CO2-reductie in 2031 is voor de gemeente Harderwijk een forse uitdaging. Een groot aantal maatregelen is aantrekkelijk, de keus hiervoor is snel gemaakt. Maar om de 302 kton CO2-reductie te kunnen realiseren moet ook gekozen worden voor maatregelen die een belangrijke impact hebben op de inwoners en bedrijven in de gemeente. Hierdoor worden de deelnemers aan de sessie gedwongen om veel maatregelen toe te passen. Twee groepen hebben daarnaast gekozen voor CO2-compensatie hoewel dit ook bij hen niet de voorkeur had. Eén groep koos er duidelijk voor om CO2-compensatie niet te selecteren en daarvoor in de plaats in te zetten op zeer grootschalige zonne-energie en onaantrekkelijke maatregelen niet te selecteren. Twee andere groepen hebben de doelstelling niet gehaald door geen grootschalige zonne-energie of CO2-compensatie in te zetten. De zonne-energie is relatief kostbaar en zorgt voor de grootste investering maar wordt op termijn terugverdiend. De kosten voor CO2-compensatie moeten elk jaar opgebracht worden. Deze kosten zijn over een periode van 15 jaar opgevoerd als investering. Alle deelnemers willen ook graag bewonersgedrag inzetten als maatregel. Deze maatregel is moeilijk te monitoren maar wel een belangrijk motivatie instrument voor draagvlak van andere maatregelen.
23
Klimaatwinkelen met raadsleden
6
Uw doelstelling (sessie 2)
6.1
Ambitieniveau
In de tweede sessie is de deelnemers de mogelijkheid gegeven om hun ambitie bij te stellen. Hierbij was het mogelijk om de CO2-reductie te verhogen of verlagen. Op basis van het verkregen inzicht konden nu maatregelen aangevuld of verwijderd worden. De maatregel ‘bewonersgedrag’ is met een reductie van 5 kton toegevoegd aan de maatregelen. tabel 6.1
Keuzematrix per groep
Maatregel 20% energiebesparing gemeentelijke gebouwen
CO2-reductie per kaart (kton)
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
1
1
1
1
1
1
0,2
0
1
1
1
0
10% energiebesparing bestaande woningbouw
8
0
0
0
0
0
30% energiebesparing bestaande woningbouw
25
1
1
1
1
1
Energie-neutrale nieuwbouw woningen
16
1
1
1
1
1
7,5% energiebesparing utiliteit
2
1
1
0
1
1
40% energiebesparing utiliteit
9
0
1
1
0,5
1
40% energiebesparing industrie
18
1
1
1
1
1
20% energiebesparing mobiliteit
9
1
1
1
1
1
Zonne-energie groot
1
0
20
150
2
0
Zonne-energie (1.000 woningen)
1
10
10
0
2
5
1.000 kleine windturbines
1
0
0
0
0
2
Grote windturbines (6 MW)
7
0
2
4
0
0
7 micro-vergisters van 70 kW
2
0
0
0
0
0
Vergisting (500 kW)
3
7
7
0
7
7
Hout-cv ketel 300 kW
0,3
1
1
1
0
CO2-compensatie
10
0
13
0
20
0
Bewonersgedrag
5
1
1
1
1
1
Energiebesparing openbare verlichting
Conclusie De gekozen maatregelen zijn nauwelijks aangepast. Wel heeft elke groep de maatregel bewonersgedrag er aan toegevoegd. De doelstelling wordt op de zelfde manier ingevuld als in de eerste sessie.
De uitkomsten van de sessies zijn vrijblijvend en vooral bedoeld om samen op het juiste kennisniveau te komen om de juiste beslissingen te nemen.
24
Klimaatwinkelen met raadsleden
Belangrijke technieken Hieronder is een taartgrafiek weergegeven waarin de gemiddelde CO2-besparings is weergegeven. De belangrijkste maatregelen om de doelstelling te bereiken zijn: • • • • • •
CO2-compensatie Energiebesparing industrie Zonne-energie groot Besparing in de bestaande woningbouw Vergisting Besparing utiliteit
# $
%
" %
#
&'(
!
+ (!
#
* )
figuur 6.1
25
Maatregelen die bijdragen aan de CO2-reductie
)
Klimaatwinkelen met raadsleden
6.2
Waarom is gekozen voor deze maatregelen
De keuze voor maatregelen kan onderbouwd worden met afwegingen. Ieder groep heeft op basis van discussie hun mening gevormd en maatregelen tegen elkaar afgewogen. In de onderstaande opsommingen staan de motiveringen per groep voor de gekozen maatregelen. Groep 1 • Gekozen voor kosteneffectieve maatregelen met een aanzienlijke reductie in kton. • Geen windenergie doordat daarvoor te weinig ruimte is, geluidsoverlast geeft en horizonvervuiling veroorzaakt. • Hout-cv-ketel heeft weinig effect maar biedt wel veel mogelijkheden. • De verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen heeft een voorbeeldfunctie. • Energiebesparing in de bestaande woningbouw heeft niet alleen een groot effect op de CO2-reductie maar zorgt ook voor verlaging van de woonlasten. Groep 2 • 10% besparing in de bestaande woningbouw levert te weinig op, daarom voor 30% gekozen. • Met 40% CO2-reductie in de industrie en 30% in de bestaande woningbouw kunnen grote stappen gezet worden. • Aan het eind 130 kton CO2-compensatie nodig gehad om de doestelling te halen. • Klimaatneutraal vraagt om een investering van € 550.000.000,- met jaarlijkse kosten van € 40.000.000,-. Deze jaarlijkse kosten worden niet terugverdiend (zie kader voor correctie).
Kosten CO2-compensatie Over de kosten van CO2-compensatie is tijdens de sessie een misverstand ontstaan. De kosten over een looptijd van 15 jaar zijn geïnterpreteerd als jaarlijkse kosten. 200 kton CO2-compensatie kost € 4.000.000,per jaar.
Groep 3 • Gekozen voor haalbare doelen in windenergie en zonne-energie. • We moeten stimuleren, invulling geven aan onze voorbeeldfunctie en inzetten op gedragsverandering. • Groot potentieel is te halen in de utiliteit en woningbouw. • Wij zetten niet in op CO2-compensatie. Groep 4 • Gekozen voor maatregelen die passen in én bij Harderwijk. • Wij willen haalbare maatregelen. • We zetten in op het treffen van voorzieningen en maatregelen in of aan gebouwen. Groep 5 • Deze maatregelen moeten een bewustwordingsproces op gang brengen. • Er is een potentieel draagvlak voor de gekozen maatregelen. • De gekozen maatregelen zijn kosteneffectief.
26
Klimaatwinkelen met raadsleden
27
Klimaatwinkelen met raadsleden
7
Rol van de gemeente (sessie 2)
Wat is de rol van de gemeente Harderwijk bij de uitvoering van maatregelen? In veel gevallen is de rol van de gemeente bepalend voor het realiseren van de maatregelen. Een actieve rol betekent vaak een investering door de gemeente in de vorm van geld (zelf doen of subsidiëren) of in tijd (faciliteren en motiveren). In de tabel zijn de verschillende rollen van de gemeente in oplopende inspanning (tijd en of geld) uitgezet aan de bovenzijde van de tabel. Per maatregel is per groep aangegeven welke rollen geselecteerd zijn.
Zelf doen
Initiëren
Faciliteren
Motiveren
Techniek
Stimuleren
Rol van de gemeente Uitvoering weten regelgeving
tabel 7.1
20% energiebesparing gemeentelijke gebouwen
2
Energiebesparing openbare verlichting
2
10% energiebesparing bestaande woningbouw
2
2
3
1, 2, 3, 5
2, 3, 5
3, 5
1, 3, 4, 5
2, 3, 5
2, 3
1, 5
7,5% energiebesparing utiliteit
5
1, 2, 5
4
1
20% energiebesparing utiliteit
5
2, 3, 5
3
3, 4
4, 5
1, 2, 3, 5
3
1, 3
1, 2, 3, 5
1, 3
1, 2, 5
1, 3, 4
1, 3, 5
3
3
30% energiebesparing bestaande woningbouw Energieneutrale nieuwbouw woningen
20% energiebesparing industrie 20% energiebesparing mobiliteit
1, 2, 3, 4, 5 3
Zonne-energie groot
3
2, 3
3, 4
1, 3
Zonne-energie (1.400 woningen)
3
1, 2, 3, 5
3, 4
5
1.000 kleine windturbines Grote windturbines (6 MW)
2, 5 3
7 micro-vergisters van 70 kW
2, 3, 4
4
1, 5
2
3
1, 2
1, 4
Vergisting (500 kW)
3
1, 2, 3
1, 3, 4
Hout-cv ketel van 300 kW
3
1, 2, 3
1, 4
3
2, 3 1*
1, 2, 5
3, 5 2, 3
CO2-compensatie * Moet nog een politieke keus worden.
28
Klimaatwinkelen met raadsleden
7.1
Reacties
‘De rol van zelf doen bij vergisting is een politieke keuze die nog gemaakt moet worden’ ‘De gemeente moet veel en vaak motiveren’ ‘Wij moeten zelf het goede voorbeeld geven als gemeente Harderwijk’ ‘We moeten inzetten op motiveren en stimuleren, wet en regelgeving is beperkt’ ‘Vanuit het financiële kader kan het dividend vanuit nutsbedrijven gebruikt worden voor maatregelen met een terugverdientijd van 5 tot 10 jaar’ ‘Vooral inzetten op faciliteren’ ‘Binnen de regio kijken naar oprichting van een DE-bedrijf’ ‘We moeten faciliteren en initiëren, motiveren is niet genoeg!’
7.2
Gekozen rol van gemeente
In de onderstaande grafiek is het aantal keer de gekozen rol van de gemeente voor alle maatregelen weergegeven. 0
Uitvoering wet- en regelgeving Motiveren Faciliteren Stimuleren Initiëren Zelf doen figuur 7.1
29
Per rol het aantal keer gekozen
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Klimaatwinkelen met raadsleden
7.3
Deelnemers (per groep)
Groep 1 - Bert Holleman - Serry Lankester - Anton Poulie Wilkens - Mahatma Geerdink - Jan Rozenberg
raadslid Christen Unie raadsopvolger PvdA gemeente Harderwijk, afdelingshoofd milieu gemeente Harderwijk, afdeling IOR, beleidsadviseur water gemeente Harderwijk, afdeling V&W, adviseur wonen
Groep 2 - Robert Oosthout - Bas Oosten - Jan Langevoord - Paul Lohmeijer
raadslid VVD raadsopvolger Stadspartij Harderwijk Anders gemeente Harderwijk, afdeling IOR, beleidsmedewerker verkeer en vervoer gemeente Harderwijk, afdeling R&E, procesmanager
Groep 3 - Orhan Karaaslan - Ida Stoevelaar-Zijlstra - Jan Provoost - Bjorn Halen - Simon Miske
raadslid Stadspartij Harderwijk Anders raadslid CDA gemeente Harderwijk, afdeling bouwzaken, adviseur bouwplannen gemeente Harderwijk, afdeling communicatie Regio Noord Veluwe, Taakveldcoördinator Leefomgeving
Groep 4 - Joop van der Veere - Fenny Zwerus - Jos Kunne - Ewout Schouten - Hanneke Annink - Dick Neuteboom
raadslid Gemeentebelang raadslid Gemeentebelang raadslid PvdA raadslid CDA afdeling R&E, beleidsmedewerker economische zaken Regio Noord Veluwe, klimaatadviseur
Groep 5 - Hans Nijman - Jos Aikema - Edo Okkema - Gert van Lohuizen - Rob Kleijn
raadslid Fractie Nijman raadslid Christen Unie gemeente Harderwijk, afdelingshoofd R&E gemeente Harderwijk, afdeling financiën, beleidsmedewerker gemeente Harderwijk, directie, concern controller
30
Klimaatwinkelen met raadsleden
31
Klimaatwinkelen met raadsleden
8
Conclusie
De deelnemers willen vooral inzetten op motiveren. De maatregelen die de gemeente zelf kan treffen moet de gemeente Harderwijk ook zelf doen om hiermee ook invulling te geven aan haar voorbeeldrol. Per maatregel kan in de routekaart de rol van de gemeente verder uitgewerkt worden in concrete projecten met meetbare doelstellingen.
32
Bijlage 3 klimaatwinkelen met inwoners en bedrijven
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven Hoe willen inwoners en bedrijfsleven Harderwijk verduurzamen!
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
1
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven Hoe willen inwoners en bedrijfsleven Harderwijk verduurzamen!
Datum: Projectnummer: Status:
22 maart 2012 11993 Definitief
Opdrachtgever:
Gemeente Harderwijk Havendam 56 Postbus 149 3840 AC HARDERWIJK Telefoon (0341) 41 19 11 E-mailadres
[email protected]
Uitgevoerd door:
DWA installatie- en energieadvies Spoelerstraat 48a Postbus 136 7460 AC RIJSSEN Telefoon (0548) 53 55 40 E-mailadres
[email protected]
‘Ik ben blij dat de gemeente dit initiatief neemt, zij is een belangrijke spil!’
2
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
3
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
Inhoudsopgave 1 Inleiding.......................................................................................................................................... 6 2 Samenvatting ................................................................................................................................. 8 3 Aanleiding en doel ...................................................................................................................... 10 4 Klimaatwinkelen .......................................................................................................................... 12 5 Inwoners....................................................................................................................................... 14 5.1 Inwoners prioriteren maatregelen ................................................................................................ 14 5.2 Rol van de gemeente................................................................................................................... 16 5.3 Presentatie Markus Schmid “Duurzame Buren” .......................................................................... 17 5.4 Concreet projectplan.................................................................................................................... 17 5.4.1 Plan: Isolatie van vloer, gevel, dak en ruiten via doelgroep benadering............................... 17 5.4.2 Plan: Isolatie per wijk, oude wijk eerst .................................................................................. 18 5.4.3 Plan: Zonnepanelen per huizenblok...................................................................................... 18 5.4.4 Plan: Zonnepanelen – boilers en warmtepompen ................................................................ 18 5.5 Opmerkingen inwoners................................................................................................................ 19 5.6 Aanbeveling inwoners.................................................................................................................. 20 5.7 Deelnemers inwoners .................................................................................................................. 21 6 Bedrijven ...................................................................................................................................... 22 6.1 Bedrijven prioriteren maatregelen ............................................................................................... 22 6.2 Rol van de gemeente................................................................................................................... 23 6.3 Presentatie Jan Willem Bottenberg Drukkerij Wedding............................................................... 24 6.4 Concreet projectplan.................................................................................................................... 25 6.4.1 Plan: Collectief kennisoverleg (groep 1) ............................................................................... 25 6.4.2 Plan: Lokale zonne- en windenergie (groep 2) ..................................................................... 25 6.4.3 Plan: Informatievoorziening en inzicht geven (groep 3)........................................................ 26 6.4.4 Plan: Duurzame energie opwekken (groep 4) ...................................................................... 26 6.5 Opmerkingen bedrijven................................................................................................................ 27 6.6 Aanbevelingen bedrijven ............................................................................................................. 27 6.7 Deelnemers bedrijven.................................................................................................................. 28
4
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
1
Inleiding
In het milieubeleidsplan 2009 – 2012 heeft de gemeente Harderwijk de ambitie uitgesproken om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te realiseren binnen haar eigen gemeente. Om dit te realiseren, is een uitvoeringsplan opgesteld wat aansluit bij het plan van de Regio Noord-Veluwe. In de Strategische Raadsagenda 2010 – 2014 is een plan opgenomen om voor de langere termijn een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. In de rapportage Strategie naar een klimaatneutraal Harderwijk is toegelicht dat het overgrote deel van de CO2 uitstoot van de gemeente Harderwijk toe te kennen is aan inwoners en bedrijfsleven. Op basis van dit inzicht heeft de gemeenteraad na de sessie “Klimaatwinkelen” ook aangegeven dat inwoners en bedrijfsleven betrokken moeten worden bij de verduurzaming van de gemeente. De gemeenteraad wil hier zelf vooral bij motiverende rol vervullen. Om inzicht te krijgen in de wensen van inwoners en bedrijfsleven en of de inzichten van de gemeenteraad aansluiten bij die van de inwoners zijn inwoners en bedrijfsleven uitgenodigd voor een eigen sessie “Klimaatwinkelen” om hun eigen inzichten met de gemeente te delen. De inzichten helpen de gemeente bij de invulling van de routekaart. In deze rapportage vindt u de uitwerking van deze sessie ‘Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven”.
6
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
7
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
2
Samenvatting
Inwoners en bedrijven hebben tijdens de sessie Klimaatwinkelen hun keuzes gemaakt voor kansrijke maatregelen, kansrijke projecten en de rol van de gemeente Harderwijk. Maatregelen ++ Bewoners kiezen voor verbeteren van de woningschil door na-isolatie en hr -glas. Daarnaast werd gekozen voor energie-neutrale nieuwbouwwoningen, zonnepanelen, tips geven en zonneboilers. Ook werd tijdens de sessie regelmatig gesproken over inzicht krijgen in de prestaties van maatregelen: ‘Wat levert het werkelijk op’. De bedrijven kiezen voor inzicht en tips geven met onderzoek en monitoring in de industrie. Daarna volgen maatregelen als isolatie, verlichting en zonne-energie. Projecten De inwoners kwamen met de volgende projectvoorstellen: • isolatie van vloer, gevel, dak en ruiten via doelgroep benadering; • isolatie per wijk, oude wijk eerst; • zonnepanelen per huizenblok; • zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen. De bedrijven zien deze projecten als kansrijk: • collectief kennisoverleg; • duurzame energie opwekken; • lokale zonne- en windenergie; • informatievoorziening en inzicht geven. Rol van de gemeente De inwoners vragen om een sterke rol van de gemeente in motiveren, faciliteren en subsidiëren. Voor tot maatregelen kan worden besloten willen inwoners inzicht in de werkelijke besparing en hiervoor ondersteuning door de gemeente. Hierover zijn ook al enkele contacten gelegd met inwoners waar de gemeente metingen kan uitvoeren om tot inzicht te dienen voor andere inwoners. Bedrijven willen vooral zelf de regie houden door een platform op te richten waarin inzicht kan worden gedeeld en kan worden samengewerkt. De gemeente heeft in de voorstellen geen leidende maar meer een faciliterende rol. Opmerkingen Bewoners • Het is een taak van de gemeente om bedrijven en inwoners bij elkaar te brengen die dezelfde doelen en potentiële maatregelen hebben. • Informatie verzamelen en beschikbaar stellen door de gemeente Harderwijk. • Ik ben blij dat de gemeente dit initiatief neemt, zij is een belangrijke spil! Bedrijven • De gemeente moet de smeerolie zijn om projecten te realiseren. • Wij kunnen het zelf en hebben de gemeente eigenlijk niet nodig. • Meten = Weten. • Om energie te besparen is inzicht nodig in wat maatregelen opleveren.
8
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
9
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
3
Aanleiding en doel
In het milieubeleidsplan 2009 – 2012 heeft de gemeente Harderwijk de ambitie uitgesproken om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te realiseren binnen haar eigen gemeente. Om dit te realiseren, is een uitvoeringsplan opgesteld wat aansluit bij het plan van de Regio Noord-Veluwe. In de Strategische Raadsagenda is opgenomen om voor de langere termijn een routekaart op te stellen naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk. Om kennis en inzicht te krijgen en een eigen visie te ontwikkelen, heeft de gemeente Harderwijk op 17 november 2011 een sessie ‘Klimaatwinkelen’ gehouden voor de leden van de gemeenteraad en de raadscommissies. De resultaten hiervan staan in het rapport ‘Klimaatwinkelen in de gemeente Harderwijk met raadsleden’. Een belangrijke conclusie van deze sessie was dat de gemeente haar inwoners en bedrijfsleven hard nodig heeft om klimaatdoelstellingen te realiseren.
Een conclusie van de gemeenteraad (17 november 2011) ‘De gemeente heeft zijn inwoners en bedrijfsleven hard nodig om klimaatdoelstellingen te realiseren!’
Doel van de sessie ‘Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven’ • Kennis en inzicht door inwoners in energiebesparende maatregelen. • Wat vinden inwoners kansrijke maatregelen? • Concreet kansrijk projectplan (volgens inwoners) om de gemeente te verduurzamen. • Rol van de gemeente bij realisatie van de maatregelen. • Kennis en inzicht door bedrijfsleven in energiebesparende maatregelen. • Wat vindt het bedrijfsleven kansrijke maatregelen? • Concreet kansrijk projectplan (volgens bedrijfsleven) om de gemeente te verduurzamen. • Rol van de gemeente bij realisatie van de maatregelen. In dit rapport staan de uitkomsten van deze sessie.
10
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
11
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
4
Klimaatwinkelen
Tijdens het Klimaatwinkelen is inwoners en bedrijfsleven gevraagd wat zij zien als de meest kansrijke maatregelen om de CO2-uitstoot van de gemeente Harderwijk te verlagen. Ook is gevraagd om voor een van deze maatregelen een concreet projectplan te maken en hierbij aan te geven wat de rol is van de gemeente Harderwijk en mogelijk van henzelf. Daarnaast is een belangrijk doel het netwerken van inwoners en bedrijven en gemeente. Maatregelen komen tot stand doordat er een netwerk is om ze uit te voeren. De sessie is opgebouwd om door kennis via inzicht bewuste keuzes te maken en zo tot een realistisch resultaat te komen waar draagvlak voor is. Kennis Door DWA is een aantal potentiële maatregelen verzameld om de CO2-uitstoot van de gemeente Harderwijk te verminderen. Van elke techniek is een korte omschrijving op een Klimaatwinkelkaart gezet. Door deze kaarten te lezen en te bespreken, ontwikkelen de deelnemers kennis over duurzame en energiebesparende maatregelen. figuur 4.1
Sessie Klimaatwinkelen
Inzicht Door de kaarten te vergelijken tijdens de sessie Klimaatwinkelen, kunnen inwoners en bedrijfsleven op een snelle manier hun keuzes maken en onderbouwen. Keuzes De deelnemers (inwoners en bedrijven) kunnen hun keuzes eenvoudig aangeven door maatregelen te prioriteren, een kansrijk project te beschrijven en de door hen gewenste rol van de gemeente aan te geven. Door overleg en discussie ontstaan ideeën die door hen zelf bedacht zijn. Dit creëert draagvlak en stimuleert initiatieven en motiveert om zelf (samen) aan de slag te gaan! Resultaat De resultaten zijn tijdens de sessie verzameld op invulbladen. Bij sommige tafels werd meer genetwerkt rondom duurzaamheid dan dat de bladen ingevuld werden. Dit is positief doordat juist initiatieven van de grond komen door samenwerking en netwerken. De uitkomsten van de sessies en opmerkingen zijn verzameld en per onderwerp weergegeven. Deze rapportage is alleen een uitwerking van de sessie. Projecten worden in dit rapport niet verder uitgewerkt.
12
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
De avond werd geopend met een inleiding van wethouder P. Teeninga. Hierna werden projecten uit de gemeente gepresenteerd door Bram Oudejans. Sylvia van Itegem gaf uitleg over de huidige CO2-uitstoot en reductieambities.
figuur 4.2 Inleiding door wethouder P. Teeninga
figuur 4.4 CO2-uitstoot van Harderwijk door Sylvia van Itegem
13
figuur 4.3 Harderwijkse projecten door Bram Oudejans
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5
Inwoners
5.1
Inwoners prioriteren maatregelen
In de eerste sessie is de deelnemers gevraagd om in groepen de maatregelen te prioriteren van kansrijk tot minder kansrijk. Hun keuzes zijn gebaseerd op de informatie van de klimaatkaarten en eigen kennis en discussie.
figuur 5.1 Klimaatwinkelkaarten
De deelnemers verdeeld over vijf groepen hebben de maatregelen de onderstaande prioriteit gegeven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de deelnemers vooral kiezen voor verbeteren van de ‘Ook behoefte aan hulp bij groene ++ woningschil door na-isolatie en hr -glas. Daarnaast werd energie inkopen, duurzame gekozen voor energie-neutrale nieuwbouwwoningen, voorbeeldwoningen en zonnepanelen, tips geven en zonneboilers. Ook werd gemeentelijke groentetuin’ tijdens de sessie regelmatig gesproken over inzicht krijgen in de prestaties van maatregelen ‘Wat levert het werkelijk op’. De maatregel met de hoogste prioriteit door de inwoners heeft bij de beoordeling de meeste punten gekregen. De ‘kansrijkheid’ is hierdoor dimensieloos weergegeven.
figuur 5.2
Keuze voor (kansrijke) maatregelen
14
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
figuur 5.3
15
Inwoners selecteren kansrijke maatregelen tijdens de sessie, leren van elkaar en vergroten hun netwerk
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.2
Rol van de gemeente
Na-isolatie van dak gevel en vloer 20% besparing op mobiliteit (inwoners) Energie-neutrale nieuwbouwwoningen Zonnepanelen (10m2) Hout cv-ketel Inzicht geven Tips geven Warmtepomp Hr++-glas Lokale duurzame energiecoöperatie Collectief duurzame maatregelen inkopen Zonneboilers
1
Motiveren Faciliteren Subsidiëren Initiëren 2, 3, 5
2, 3, 5 2 3 3, 5 2
2, 3 3 3 3, 5 3, 5 2, 5 3 2, 5
3, 5 3 3, 5 3
3 3 2, 5 3
3, 5 3, 5 3 3, 5
Motiveren en subsidie verlenen.
16
Dat de gemeente dit zelf doet
De gemeente dit subsidieert
Dat de gemeente zelf het initiatief neemt om dit samen met partijen uit te voeren
Wet en regelgeving
Dat de gemeente faciliteert door te ondersteunen met kennis en hulp
De gemeente motiveert om de maatregelen uit te laten voeren
NVT
Maatregel
Dat de gemeente deze maatregel verplicht stelt in wet en regelgeving
In dit deel van het Klimaatwinkelen is de rol van de gemeente per maatregel aangegeven door de bewoners. Van ieder aangekruiste rol is van de groep het groepnummer ingevuld’.
Gemeente zelf doen 3 5 3 3 3, 5 3, 5 3 3 3 3 3
51
5
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.3
Presentatie Markus Schmid “Duurzame Buren”
In een korte presentatie gaf Markus Schmid inzicht in de mogelijkheden die er zijn om als bewoners samen te werken. Hij gaf voorbeelden van samen een moestuin onderhouden of gezamenlijk zonnepanelen inkopen en elkaar ondersteunen bij de montage daarvan. Ook is hij initiatiefnemer van www.duurzameburen.nl. Dit is een site waar woningeigenaren hun energiebesparingssuccessen kunnen delen en elkaar adviseren in maatregelen of materiaalkeus. Ook kunnen bewoners met gedeelde interesses elkaar leren kennen en enthousiasmeren. Naar aanleiding van de voorbeelden van Markus konden de deelnemers ideeën opdoen om zelf met een concreet projectplan te komen. figuur 5.4
5.4
Markus Schmid over Duurzame Buren
Concreet projectplan
In dit deel van de sessie is de deelnemers gevraagd of voor één van de meest kansrijke maatregelen een succesvol project kan worden uitgevoerd. Hieronder staan deze beschreven. Vanuit de 5 groepen zijn 4 voorstellen gedaan voor een concreet projectplan.
5.4.1 Plan: Isolatie van vloer, gevel, dak en ruiten via doelgroep benadering Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Isolatie van vloer, gevel, dak en ruiten en om energie te besparen. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Informatie verstrekken met onafhankelijke kennis over deze maatregelen. Bewoners helpen met prioriteiten stellen en een investeringsplan maken. Daarna gezamenlijk inkopen van deze maatregelen. figuur 5.5
Na-isolatie gevel
Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Bewoners: zij nemen het initiatief om te financieren/beslissen. De gemeente: levert onafhankelijke kennis en geeft les aan kinderen en ondersteunt met maatwerkadvies. Ook moet er een contactpersoon zijn voor vragen uit de buurt en gemeente. Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? 1. Voorlichting 2. Interesse kweken 3. Voordelen en nadelen benoemen 4. Richten op buurtniveau (doelgroep) 5. EPA-adviezen via gemeente Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? Bea Kamphuis (misschien).
17
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.4.2 Plan: Isolatie per wijk, oude wijk eerst Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? ++ Isolatie en hr -glas per wijk, oudste wijk eerst. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Inventariseren van deelnemers (folderen) met juiste kennis (meten is weten). Offertes leveranciers verzamelen (subsidie aanvragen). Uitvoeren! Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Bewoners (doen) aannemer (uitvoeren), gemeente (faciliteren in de vorm van folders, inzamelen reacties en geven van subsidie). Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? Zie omschrijving. Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? Ja, met voorbeeld woning (subsidie/gratis?).
5.4.3 Plan: Zonnepanelen per huizenblok Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Huizenblok zes à zeven woningen voorzien van zonnepanelen. Goedkoop inkopen met subsidie van gemeente of rijk. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Subsidieverlening via een installateur in Harderwijk. Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Lokale installateur aan het werk. Gemeente voor hulp en subsidie.
figuur 5.6
Zonnepanelen
Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? Bewoners van het blok. Gemeente voor subsidie en vergunning. Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? Systeem onderhouden.
5.4.4 Plan: Zonnepanelen – boilers en warmtepompen Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Initiëren, subsidiëren van zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen.
18
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.5 • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • •
•
19
Opmerkingen inwoners Behoefte aan een lage rente lening. Leuk verhaal over klimaat maar het gaat mij om de energierekening. Behoefte aan oplossingen waar iedereen zin in heeft. Dit was een leuke avond! Het is een taak van de gemeente om bedrijven en inwoners bij elkaar te brengen die dezelfde doelen en potentiële maatregelen hebben. De gemeente wordt geadviseerd om in te steken op bewustwording en inzicht. Wat verbruikt bijvoorbeeld een koelkast. Kortom, informerende rol. Maak een plan voor het isoleren van woningen. Gemeente is informatie leverancier. Begin bij de wijk waar de meeste winst te halen is. Breng in beeld wat het oplevert. Voor huurders geldt dat de rol van de gemeente voorlichtend en subsidiërend moet zijn. Opvallend dat de ideeën over de rol van de gemeente, van de inwoners, woningbouwcorporaties en huurdersverenigingen heel erg overeenkwamen met de uitkomsten van de commissieavond: motiveren, faciliteren en stimuleren. Behoefte aan een kennisplatform zodat bewoners niet elke keer het wiel opnieuw hoeven uitvinden. Informatie verzamelen en beschikbaar stellen. Stel een lening met een lage rente beschikbaar (revolverend fonds). Stel informatie over geslaagde projecten (burger initiatieven) beschikbaar. Betrek lokale partijen. Maak gebruik van bestaande routes. Organiseer samen met belanghebbenden. Stel kengetallen beschikbaar. Wat zijn de barrières voor pv-zonneboilers en windmolens in de gemeente, dat moet je niet zelf hoeven uit te zoeken. Ik ben blij dat de gemeente dit initiatief neemt, zij is een belangrijke spil! Creëer een platform met als deelnemers huurders, verhuurders en gemeente. De gemeente zou meer aan kennisoverdracht en kennisdeling kunnen/moeten doen. Zo hoeft niet iedereen opnieuw het wiel uit te vinden. Stel tijdelijk braakliggende terreinen beschikbaar voor ‘tijdelijke’ tuinen. Mensen kunnen hier weer leren zaaien en oogsten, daarnaast is het een hele leuke ontmoetingsplaats waar mensen van elkaar kunnen leren. Ook op gebied van duurzaamheid en energie. Mensen handelen vanuit verschillende redenen. Energierekening, de wereld, en grondstoffen schaarste.
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.6
Aanbeveling inwoners
Naar aanleiding van de resultaten van de sessie Klimaatwinkelen met inwoners kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan om goed in te spelen op de wensen van inwoners. •
•
•
• • •
•
Speel in op de wens om inzicht door metingen uit te voeren met inwoners om het effect van maatregelen aan te tonen. Het resultaat geeft inzicht en toont aan dat deze maatregelen haalbaar en zinvol zijn in de gemeente Harderwijk. - Publiceer de resultaten in kranten en op de website en maak zo van de deelnemers energieambassadeurs. - Zoek inwoners met een groot netwerk en vraag hen mee te werken aan meten aan maatregelen en gedrag. - Zoek lokale aanbieders die hier aan mee willen werken. Organiseer samen met branche-organisaties (Uneto-VNI) cursussen rond duurzaamheid voor installateurs en aannemers zodat zij optimaal in kunnen spelen op de duurzaamheidswensen van inwoners. Meten van energiebesparing is een belangrijk onderdeel van de cursus. Creëer voor inwoners een platform voor lokale duurzaamheid en energiebesparing. Hier kunnen inwoners, gemeente en aanbieders van energiebesparende maatregelen elkaar ontmoeten. - Probeer hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande organisaties en websites. Dit voorkomt een veelvoud aan platforms en bespaart ook geld voor de ontwikkeling en instandhouding hiervan. Inventariseer de behoefte aan kennis bij de lokale aanbieders van energiebesparende maatregelen en het vermarkten hiervan. Initieer een platform voor aanbieders van duurzame maatregelen met (bewezen) ervaring. Zo stimuleert dit platform de lokale economie. Het ondersteunen van inwoners en bedrijven kost tijd. Reserveer hiervoor voldoende fte. Het resultaat van de gemeentelijke inspanningen in ondersteuning is waarschijnlijk een veelvoud hiervan. Houdt contact met de deelnemers van het Klimaatwinkelen. Zij zijn belangrijke ambassadeurs in de gemeente.
20
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
5.7
Deelnemers inwoners
Dhr. Peter Bakker Dhr. Marc Beek Mw. J. Boevé (Huurdersvereniging Weidewaard) Dhr. Henri van den Bosch Dhr. Bredeweg Mw. Cynthia van den Brom Dhr. Jos van Eck (Natuurschoolgids De Hortus) Dhr. Steven Endema Dhr. H.M. Foppen Dhr. Gerard Franken Dhr. Henk van Gerner Dhr. Gerrit Hagen Dhr. Theo van der Heijden (ook namens Woonwijs) Dhr. Gerben Hofma (Voorz. Huurdersraad Woonwijs) Dhr. John Huijberts* Mw. Bea Kamphuis Dhr. H. Kattenwinkel Dhr. C. Kerkvliet Dhr. Christiaan van der Knoop Dhr. J. Koelewijn Dhr. Wouter Kooij * verhinderd
21
Mw. Simone Kiezebrink (huurdersvereniging de Drie Clusters) Buurteam Stromenwaard Dhr. Menno Laurijsen (ook namens Tennisvereniging Frankrijk) Dhr. Henk Meeuwisse (Wijkplatform Zeebuurt) Dhr. A. Metselaar Mw. Francisca van Norden van der Veen* Dhr. Mickel van Norden* Dhr. Remco Oosterveld* Dhr. A. Peters* Dhr. Wim Peek (Wijkteamleider Uwoon) Mw. Neely van Pijkeren Dhr. Henry van Pijkeren Mw. H. Scholten (huurdersraad Uwoon) Dhr. Arjan Schouten Mw. Topie Penning van Sluis (vz. sec. Tijmhof bewonersvereniging)* Dhr. Bert Smits (buurtbeheerder leefbaarheid Uwoon) Dhr. F. Sparnaaij (Huurdersvereniging Weidewaard) Dhr. Henk Sybesma Dhr. Dave Vosselman Dhr. Jeroen de Vries
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6
Bedrijven
6.1
Bedrijven prioriteren maatregelen
In de eerste sessie is de deelnemers gevraagd om in groepen de maatregelen te prioriteren van kansrijk tot minder kansrijk. Hun keuzes zijn gebaseerd op de informatie van de klimaatkaarten en eigen kennis en discussie.
figuur 6.1
Klimaatwinkelkaarten
De deelnemers verdeeld over vier groepen hebben de maatregelen de onderstaande prioriteit gegeven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de deelnemers vooral kiezen voor inzicht en tips geven met onderzoek en monitoring in de industrie. Daarna volgen maatregelen als isolatie, verlichting en zonne-energie. De maatregel met de hoogste prioriteit door de bedrijven heeft bij de beoordeling de meeste punten gekregen. De ‘kansrijkheid’ is hierdoor dimensie-loos weergegeven.
figuur 6.2
‘Bedrijven hebben vooral behoefte aan inzicht door meten en monitoring, mogelijk is het gebrek hieraan een remmende factor voor energiebesparing’
Keuze voor (kansrijke) maatregelen
22
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6.2
Rol van de gemeente
Na-isolatie van dak gevel en vloer Besparen op verlichting Restwarmte en industrie 20% besparing op mobiliteit (bedrijfsleven) 2 Zonne-energie 200 m pv Vergisting (500 kW) 1 Grote windmolen (3MW) Hout cv-ketel Kleine windmolens à 2 kW Inzicht geven Tips geven WTW op ventilatielucht Warmtepomp Onderzoek en monitoring in de industrie Maatregelen in de industrie Lokale duurzame energiecoöperatie 2 3 4
Voor de openbare verlichting. Inventariseer de mogelijkheden. Zoals deze bijeenkomst.
23
Dat de gemeente faciliteert door te ondersteunen met kennis en hulp
De gemeente dit subsidieert
Dat de gemeente zelf het initiatief neemt om dit samen met partijen uit te voeren
Wet en regelgeving
Motiveren
Faciliteren
Subsidiëren
Initiëren
1, 3 1 1
3 2 1
1, 3
1, 3, 4
1, 2, 3, 4
1, 2, 3, 4
Dat de gemeente dit zelf doet
De gemeente motiveert om de maatregelen uit te laten voeren
NVT
Maatregel
Gemeente deze maatregel verplicht stelt in wet en regelgeving
In dit deel van het Klimaatwinkelen is de rol van de gemeente per maatregel aangegeven door de bedrijven. Van ieder aangekruiste rol is van de groep het groepnummer ingevuld naar de door hen zelf opgeschreven groepsnaam. Groep 1: Sylvia – Groep 2: Martin – Groep 3 : Nienke – Groep 4: Louis
Gemeente zelf doen 1, 2
2
1
1 2 3 3 1, 3
3 3 1 1 1 1
1
2
2
2 1
1 1 1
4
4
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
Bedrijven verwachten een duidelijke rol van de gemeente om inzicht te geven. Van de maatregelen heeft de gemeente een belangrijke rol bij het realiseren van zonnepanelen (pv). De algemene indruk is dat bedrijven graag van elkaar willen leren. Kennis brengen en halen door het opzetten van een duurzaamheidskring voor bedrijven. De gemeente zou hierin in een faciliterende rol moeten innemen. Ook is aangegeven dat bedrijven waarde hechten aan uitbesteden van werkzaamheden aan lokale bedrijven binnen duurzaamheidsprojecten (voor zover dat niet al gebeurd). Verder is ook de voorbeeldfunctie van de gemeente benadrukt; draag de aandacht voor duurzaamheid bij de gemeente duidelijk uit. Rollen en eerste actie • Faciliteren en enthousiasmeren, fungeren als smeerolie. • Gebruik voorbeeldfunctie van gemeente. • Partijen in contact met elkaar brengen: inzichtelijk maken van vraag en aanbod en dit bij elkaar brengen (restwarmte, technieken, afvalstromen) • Gemeente moet een proactieve rol vertolken geen regels/wetten en handhavende rol. • Laat als gemeente zien wat je zelf doet (je bent zelf ook een ‘bedrijf’)
figuur 6.3
6.3
Sessie Klimaatwinkelen
Presentatie Jan Willem Bottenberg Drukkerij Wedding
Duurzaamheid is voor Jan Willem Bottenberg meer dan energie besparen. Door aan de slag te gaan met duurzaamheid is het bewustzijn van hem en medewerkers veranderd. Duurzaamheid is hiermee onderdeel geworden van de bedrijfsvoering. Zuiniger omgaan met natuurlijke bronnen bespaart niet alleen energie en geld maar heeft ook het imago van het bedrijf veranderd waardoor nu ook andere (duurzamere) klanten hun drukwerk bij Wedding uitbesteden. Duurzaamheid geeft hiermee dus ook een impuls aan de bedrijfsresultaten!
24
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6.4
Concreet projectplan
In dit deel van de sessie is de deelnemers gevraagd of voor één van de meest kansrijke maatregelen een succesvol project kan worden uitgevoerd.
6.4.1 Plan: Collectief kennisoverleg (groep 1) Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Organiseren van een collectief kennisoverleg. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Projectgroep vormen uit leden van de bedrijvenkring om kennis te vergroten en daar goede keuzes uit te halen. Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Bedrijven, bedrijvenkring, kennispartijen, gemeente met milieumakelaar. Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? Bedrijvenkring benaderen die de groep gaat vormen en aan de slag gaan en rapporteren. Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? Ja, Carin Wormsbecker en Gerrit Hagen.
6.4.2 Plan: Lokale zonne- en windenergie (groep 2) Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Wind en zonne-energie gecombineerd op lokaal niveau. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Afstemmen van vraag en aanbod en mogelijkheden buffering energie. Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Bedrijven, gemeente, woningbouwcorporaties en rijksoverheid. figuur 6.4
Windenergie
Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? Investeren in wind- en zonne-energie door gemeente. Productie naar woningen en bedrijven, gemeente, bedrijven en inwoners worden leverancier van energie (met mogelijkheid om minima te ondersteunen met energie). Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? Participeren, motiveren (voorbeeldrol) kennis aanleveren.
25
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6.4.3 Plan: Informatievoorziening en inzicht geven (groep 3) Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Bewustwording. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) Richt een platform op waar deelnemers op het gebied van duurzaamheid ervaringen delen, enthousiast maken, proactief te werk gaan. De mensen moeten wel willen, het moet ook leuk en proactief zijn. Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Kennisinstituut met vakspecialisten en experts. Betrokken ondernemers. Gefaciliteerd door gemeente (is ook een bedrijf). Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? Goede PR (hoe bereik je de betrokken ondernemers). Goede doelen die onderschreven moeten worden. Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? --
6.4.4 Plan: Duurzame energie opwekken (groep 4) Wat is het doel (maatregel en aantallen maatregelen)? Zelf duurzame energie opwekken (zon) elektriciteit. Projectomschrijving (hoe wilt u dat gaan doen) 2 Inventariseer de m platte daken op het industrieterrein. Berekenen van CO2-reductie. Draagvlak inventariseren via bedrijvenkring (bijvoorbeeld parkmanagement). Spelregels (aanbesteding en vervolgafspraken). Wie zijn de belangrijkste betrokkenen en wat is hun rol? Bedrijfsleven. Parkmanagement. Wat zijn de belangrijkste stappen die moeten worden genomen van start tot realisatie (plan van aanpak)? -Wilt u hier een rol in spelen (en welke)? -figuur 6.5
Duurzame energie opwekken
26
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6.5 • • • • • • • •
• • • •
6.6
Opmerkingen bedrijven De gemeente moet de smeerolie zijn om projecten te realiseren. Wij kunnen het zelf en hebben de gemeente eigenlijk niet nodig. Meten = Weten. Om energie te besparen is inzicht nodig in wat maatregelen opleveren Zet een duurzame bedrijvenkring op Breng subsidiemogelijkheden voor bedrijven in beeld Wees proactief in maatregelen en mogelijkheden Zet in op zonne- en windenergie waarbij de productie en het verbruik van energie op lokaal niveau geregeld zijn (idealiter middels een eigen energiebank zonder tussenkomst van energieleverancier). Ook is aangegeven dat kredieten in sommige gevallen meer aanspreken dan subsidies (gemeente zou krediet beschikbaar kunnen stellen). Beloon goed gedrag: geef korting (op gemeentelijke belastingen) aan bedrijven die actief zijn op het gebied van duurzaamheid. Geef publiciteit aan voorbeeldbedrijven. Ga om de tafel zitten met bedrijven met soortgelijke werkzaamheden Subsidies werken niet of slecht: ze zijn er op het moment dat je er geen gebruik van kunt maken of brengen heel veel administratieve rompslop met zich mee
Aanbevelingen bedrijven
Naar aanleiding van de resultaten van de sessie Klimaatwinkelen met bedrijven kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan om goed in te spelen op de wensen van bedrijven. •
• • •
27
Stimuleer de bedrijven in het oprichten van een duurzaamheidsplatform voor bedrijven. Laat hen daarin kennis en ervaring delen op het gebied van energiebesparing en duurzame opwekking. Help hen bij het selecteren van bijvoorbeeld pv-panelen en creëer een ondersteunende rol voor de gemeente. Nodig het platform bijvoorbeeld uit om (eerste bijeenkomsten) in het gemeentehuis te vergaderen. Later kan dat bij bedrijven die al maatregelen hebben getroffen en die te laten zien aan de andere deelnemers. Biedt deelnemers aan om te helpen bij onafhankelijke metingen om zo de effecten helder te kunnen communiceren in het duurzaamheidsplatform. Inventariseer de behoefte aan kennis bij de lokale aanbieders van energiebesparende maatregelen en het vermarkten hiervan. Initieer een platform voor aanbieders van duurzame maatregelen met (bewezen) ervaring. Zo stimuleert dit platform de lokale economie.
Klimaatwinkelen met inwoners en bedrijfsleven
6.7
Deelnemers bedrijven
Dhr. Piet Mosterd Dhr. Jochem Blok Dhr. Cees Spee Dhr. Bernhard Timmer Dhr. J.W. van Nieuwenhuizen Dhr. B. van Nieuwenhuizen Dhr. Paul de Pool Dhr. S. van der Wal Dhr. Rob Kolijn Dhr. L. Zandbergen Mw. Carin Wormsbecher Dhr. Jan Willem Bottenberg Dhr. Moinat Mw. E. Ruitenberg Mw. S.M. van Ree-Heersmink Dhr. Jos Disselhorst Dhr. Marcel van den Bos Dhr. Henk Groenhof Dhr. Dik van Appeldoorn * Dhr. Welmur Brons * Dhr. W. van de Kraats* Mw. Isabel Keizer Dhr. Nick van Moerkerk Dhr. Johan Elzerman* Dhr. Jelle Loosman Dhr. S. Lubbers
AWL Beco Solarsysteem opslagcapaciteit Belpa B.V. Bernhard Timmer Bouwadvies Bouw- & aannemingsbedrijf Nieuwenhuizen Bouw- & aannemingsbedrijf Nieuwenhuizen Bouw & Infra Park Bouw & Infra Park Bruil Infra bv De Hortus Drukkerij Wedding Drukkerij Wedding Elgersma Logistiek Eszet Electro Eszet Electro Accountmanager bedrijven Gemeente Harderwijk Technische Dienst Hotel Van der Valk Junior Antiquariaat Natudis Nederland Natudis Nederland Natudis Nederland VM Green Consultancy VM Green Consultancy Topcleaning Sources Trading --
* verhinderd
28
Bijlage 4 Routes
Bijlage 5 De gemeentelijke rol