Vastgesteld door de gemeenteraad van Bernheze op 23 april 2015.
Voorwoord Voor u ligt de kadernota Integrale Veiligheid van de gemeente Bernheze voor de periode 2015-2018. Dit stuk geeft u inzicht in de samenhang in de landelijke, regionale en lokale speerpunten van het Veiligheidsbeleid. Veiligheid is één van de belangrijkste aandachtsvelden van de overheid. Veiligheid is van ons allemaal; iedereen wil een veilig huis, een veilige leefomgeving en een veilig land om in te leven. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een samenleving waarin mensen zich vertrouwd, vrij en verbonden voelen. Bernheze is een veilige gemeente. Dit blijkt ook uit de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving die in 2014 onder onze inwoners is gehouden. Ook de cijfers op het gebied van veiligheid bevestigen dit beeld. Wat goed is moet natuurlijk ook zo blijven. Daarnaast zijn er altijd aandachtspunten om aan te blijven werken om een nog veiligere leefomgeving te realiseren en te behouden. Dit doen we in het Veiligheidsbeleid. De komende jaren investeert de gemeente Bernheze op diverse veiligheidsonderwerpen met als doel een zo groot mogelijke veiligheid voor onze inwoners te bereiken. Dat wat goed is moet behouden blijven en waar mogelijk verder verbeterd worden. De gemeente kan dit niet alleen. Instanties en organisaties hebben elkaar nodig om onveiligheid te bestrijden; een integrale aanpak dus! De voorliggende kadernota dient hierbij de komende jaren als leidraad. Ik ga er vanuit dat met deze kadernota voor de komende vier jaar een belangrijke basis ligt om de veiligheid in Bernheze te waarborgen!
Burgemeester M.A.H. Moorman
2
Inhoudsopgave Voorwoord 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Methode Uitvoeringsprogramma Opzet
5 5 6 6 6
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Strategische visie Strategische doelstelling Uitgangspunten Strategische partners Flankerende beleidsprocessen
7 7 7 9 10
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Ontwikkelingen Planvorming op diverse niveau’s Veiligheidshuizen Oost-Brabant Zorg- en veiligheidsketen ZSM Georganiseerde criminaliteit Regionaal Veiligheidsfonds
11 11 12 13 13 13 14
4. 4.1
Veiligheidsanalyse Algemeen Veiligheidsbeeld
15 15
4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Veilige Woon- en leefomgeving Sociale kwaliteit Fysieke kwaliteit Objectieve veiligheid en high-impact criminaliteit Subjectieve veiligheid / Veiligheidsgevoel
15 16 16 17 18
4.3 4.3.1 4.3.2 4.4.3
Bedrijvigheid en Veiligheid Veilig winkelgebied en bedrijventerrein Veilig Uitgaan Veilige evenementen
19 19 19 20
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Jeugd en veiligheid Overlastgevende jeugd Criminele jeugd / individuele probleemjongeren Jeugd, alcohol en drugs Veiligheid in en om de school
20 20 21 21 22
4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3
Fysieke veiligheid Verkeersveiligheid Brandveiligheid gebouwen Crisisbeheersing en externe veiligheid
22 22 23 23
3
4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5
Integriteit en veiligheid Polarisering en radicalisering Georganiseerde ondermijnende criminaliteit Veilige Publieke Taak Informatie Veiligheid Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
23 23 24 25 25 25
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Prioriteiten Woninginbraken Problematische jeugd Geweld Georganiseerde ondermijnende criminaliteit Verkeer
26 26 27 27 28 29
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Organisatorische borging Veiligheid in de gemeentelijke organisatie Politiek-bestuurlijke inbedding Planning en control Communicatie Financiën
30 30 31 31 32 32
Bijlage 1
Veiligheidsanalyse Bernheze
33
4
1.
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de aanleiding en opzet van dit Veiligheidsbeleid.
1.1.
Aanleiding
Veiligheid is één van de belangrijkste aandachtsvelden van de overheid, zowel op landelijk, provinciaal als lokaal niveau. Veiligheid is één van de eerste levensbehoeften; iedereen wil een veilig huis, een veilige leefomgeving en een veilig land om in te leven. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een samenleving waarin mensen zich vertrouwd, vrij en verbonden voelen. Ten aanzien van veiligheid wordt doorgaans een onderscheid gemaakt in de objectieve en subjectieve veiligheid. Objectieve veiligheid heeft betrekking op de feitelijke criminaliteit. Het gaat hier om de veiligheid die door middel van cijfers en feiten vastgesteld kan worden. Subjectieve veiligheid daarentegen heeft betrekking op de veiligheidsbeleving van de burgers, dus in welke mate zij zich veilig voelen. De gemeente Bernheze streeft naar een zo groot mogelijke objectieve veiligheid en subjectief veiligheidsgevoel voor haar inwoners. De gemeente heeft de regie op het eigen lokale integrale veiligheidsbeleid. Dit kan de gemeente niet alleen. Instanties en organisaties hebben elkaar nodig om onveiligheid te bestrijden; een integrale aanpak dus! In artikel 38 van de Politiewet wordt de gemeenteraad opgedragen ten minste eenmaal in de vier jaar nieuw Veiligheidsbeleid vast te stellen. Integraal Veiligheidsbeleid betekent op een systematische en samenhangende manier werken aan het behoud of de verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten, onder regie van de gemeente, uitgevoerd in een samenhangend geheel van maatregelen die zich richten op het bestrijden, voorkomen en beheersbaar maken van onveiligheid. Het Integraal Veiligheidsbeleid is bij uitstek een dynamisch proces dat nooit af is. Het voeren van Integraal Veiligheidsbeleid vraagt voortdurend om acties van veel partners. Een dergelijke veelzijdige samenwerking met diverse partners en de initiatieven die zij nemen, brengt het risico van een versnipperde aanpak met zich mee. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk dat de gemeente dit proces bundelt tot één gecoördineerde en gestroomlijnde aanpak: de gemeente is de regisseur. In 2011 hebben de gemeenten Bernheze en Maasdonk een gezamenlijke kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2014 ontwikkeld. Met deze kadernota kreeg de samenwerking tussen beide gemeenten op het vlak van veiligheid een impuls. Deze samenwerking is in 2014 beëindigd door de herindeling van de gemeente Maasdonk. De nieuwe kadernota Integrale Veiligheid van de gemeente Bernheze is niet geheel nieuw. Voor een groot deel komen dezelfde thema’s aan bod die in de vorige kadernota centraal stonden.
5
1.2
Methode
De kadernota is opgesteld aan de hand van de methode Kernbeleid Veiligheid van de Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG). De methode Kernbeleid Veiligheid is eerder in 2003, 2006 en 2010 beschreven. In 2013 is de methode voor het laatst herzien. Een belangrijke ontwikkeling is de implementatie ven de Nationale Politie. Daarnaast zijn er twee nieuwe veiligheidsthema’s toegevoegd, namelijk ‘Veilige Publieke Taak’ en ‘Informatieveiligheid’. Het Veiligheidsbeleid richt zich op een breed scala aan onderwerpen zoals woninginbraken, jeugdoverlast, huiselijk geweld, onveiligheidsgevoelens maar ook op georganiseerde criminaliteit en verkeersveiligheid. Om te komen tot een afgewogen integrale benadering van veiligheidsbeleid heeft de VNG de methode Kernbeleid Veiligheid ontwikkeld om hier vorm en inhoud aan te geven.
1.3
Uitvoeringsprogramma
De kadernota wordt vertaald in een jaarlijks uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid waarin beschreven wordt wat de gemeente en overige partners gaan doen in dat jaar. Het college van burgemeester en wethouders stelt het uitvoeringsprogramma vast. In het uitvoeringsprogramma worden zowel de lokale als basisteam prioriteiten nader uitgewerkt.
1.4
Opzet
De opbouw van deze Kadernota is als volgt: hoofdstuk 2 bevat het strategisch kader, waarin de strategische doelstelling, de uitgangspunten, strategische partners en flankerende beleidsprocessen aan de orde komen. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen binnen het veiligheidsdomein. In hoofdstuk 4 is vervolgens de veiligheidssituatie in Bernheze beschreven aan de hand van de vijf veiligheidsvelden en thema’s van het Kernbeleid Veiligheid. In hoofdstuk 5 worden daarna de prioriteiten beschreven voor de periode 20152018 en de wijze waarop deze aangepakt worden. Deze prioriteiten krijgen natuurlijk in de komende beleidsperiode extra aandacht maar dit betekent niet dat er op de andere veiligheidsthema’s niets gedaan wordt. Hoofdstuk 6 bevat een beschrijving van de organisatorische borging van het Integraal Veiligheidsbeleid. In bijlage 1 die toegevoegd is aan deze kadernota wordt een uitgebreide analyse besproken over de veiligheidssituatie in Bernheze. Deze vormt de basis voor de kortere analyse in hoofdstuk 3.
6
2.
Strategische visie
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de strategische uitgangspunten en doelstellingen van het Veiligheidsbeleid. Hiermee wordt de visie van Bernheze op het Veiligheidsbeleid in de komende jaren duidelijk.
2.1
Strategische doelstelling
De afgelopen jaren is de rol van de lokale overheid, als het gaat om veiligheid, veranderd. Gemeenten hebben meer taken en bevoegdheden gekregen van het Rijk. Ook is er meer aandacht voor preventie. Veiligheid gaat zowel om objectieve constateringen als subjectieve ervaringen. De cijfers kunnen laten zien dat er niets aan de hand is terwijl inwoners wel onveiligheid ervaren. Over de veiligheid in Bernheze zijn we positief. Bernheze is een veilige gemeente. Dit blijkt ook uit de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving die in 2014 onder onze inwoners is gehouden. Ook de cijfers op het gebied van veiligheid bevestigen dit beeld. De inwoners van onze gemeente geven het rapportcijfer 7.5 voor de veiligheid in hun eigen buurt. Wat goed is moet natuurlijk ook zo blijven. Daarnaast zijn er altijd aandachtspunten om aan te blijven werken om een nog veiligere leefomgeving te realiseren en te behouden. Dit doen we in het Veiligheidsbeleid. Het Veiligheidsbeleid heeft als hoofddoelstelling: het bieden van een veilige woon- en leefomgeving aan de inwoners van de gemeente Bernheze. We streven naar een zo groot mogelijke objectieve veiligheid en subjectief veiligheidsgevoel voor onze inwoners. Van belang is om hierbij te realiseren dat criminaliteit nooit helemaal zal verdwijnen uit onze samenleving.
2.2
Uitgangspunten
In het regeerakkoord van het kabinet wordt samengevat het volgende gezegd over veiligheid: Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Burgers moeten zich veilig kunnen voelen op straat. Politie en justitie moeten daadkrachtig en gezaghebbend kunnen optreden tegen overlast, intimidatie, agressie, overvallen, inbraken en geweld. Kwetsbare groepen moeten op de overheid kunnen rekenen. Met de komst van de Nationale Politie blijft er aandacht voor lokale prioriteiten. Burgers worden meer betrokken bij het Veiligheidsbeleid in de wijken. Wij sluiten ons aan bij wat dit regeerakkoord zegt over veiligheid. Samenwerking met diverse partners is hierin essentieel bij het realiseren van onze doelen. De uitgangspunten voor het Integraal Veiligheidsbeleid zijn: -
De gemeente Bernheze is de regisseur.
Veiligheid is een kerntaak van het openbaar bestuur. Vanwege het feit dat er bij het Integraal Veiligheidsbeleid vele interne en externe partners betrokken zijn, is het van belang dat de gemeente de centrale rol inneemt voor het vaststellen, uitvoeren, evalueren en continueren van het beleid. De gemeente fungeert als aanjager en regisseur en brengt alle partijen die met veiligheid te maken hebben samen, zodat een integraal inzicht ontstaat in de veiligheidssituatie.
7
-
Zelfredzaamheid burgers en instellingen.
De eigen verantwoordelijkheid van zowel individuele bewoners als organisaties en bedrijven staat voorop en wordt gestimuleerd. -
Veiligheid integraal meenemen in alle beleidsvelden/domeinen binnen de gemeente.
-
Op basis van de kadernota jaarlijks een uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid opstellen.
-
Afstemming van beleid op landelijk, regionaal en lokaal niveau.
Daarnaast zijn er ook nog een aantal kritische succesfactoren opgenomen in het Regionaal Veiligheidsplan 2015-2018, die ook op deze kadernota van toepassing zijn. Het Regionaal Veiligheidsplan is het gezamenlijke kader van de politie, het Openbaar Ministerie en de 40 gemeenten uit de regio Oost-Brabant op het gebied van veiligheid. Het gaat om de volgende succesfactoren: -
Een integrale en collegebrede aanpak van het Veiligheidsbeleid vergt een gemeentelijke organisatie die daarop ingesteld is.
-
Veiligheid is geïdentificeerd als een managementthema; de verantwoordelijkheid voor lijn- en programmasturing is in het gemeentelijk managementteam belegd.
-
Er is (lokaal of intergemeentelijk) voldoende awareness, aandacht, kennis en regievermogen georganiseerd om de gemeentelijke veiligheidstaken integraal aan te pakken en om een bijdrage te leveren aan de gemeentelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, ondermijning en overlast.
-
De veiligheidsorganisatie van de gemeente is op adequaat niveau uitgerust en veiligheid is op een gezaghebbende wijze gepositioneerd.
-
De driehoek wordt vanuit de gemeente(n) voldoende ondersteund; op alle gewenste niveaus zijn er voldoende ambtelijke contacten met politie en het Openbaar Ministerie.
-
De gemeente doet actief mee aan intergemeentelijke samenwerking op het gebied van integrale veiligheid.
-
Er is georganiseerd dat binnen de gemeente kritische beoordeling van voorstellen op het gebied van veiligheid plaatsvindt en dat veiligheid onderdeel uitmaakt van de integrale afweging.
-
Het gemeentelijk integriteitsbeleid wordt regelmatig geactualiseerd; bestuurders en ambtenaren zijn weerbaar tegen druk en beschermd tegen dreiging.
8
2.3
Strategische partners
De gemeente heeft de regie op het Integraal Veiligheidsbeleid. Maar de verantwoordelijkheid voor veiligheid in een gemeente ligt niet uitsluitend bij de gemeente. Diverse ander partners zoals bijvoorbeeld de politie, het Openbaar Ministerie en een groot maatschappelijk aantal organisaties hebben hierin verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor de burger zelf. Bij het Veiligheidsbeleid horen een aantal onmisbare interne en externe partners. Deze worden hieronder beschreven. Intern Gemeenteraad De gemeenteraad heeft een sturende en actieve rol binnen het Integraal Veiligheidsbeleid. De raad initieert het beleid, stelt de prioriteiten en kaders vast en stelt budget beschikbaar. In artikel 38 van de Politiewet is opgenomen dat de gemeenteraad minstens eenmaal per vier jaar Integraal Veiligheidsbeleid vaststelt. Met deze kadernota geeft de gemeenteraad invulling aan haar kaderstellende taak. College van burgemeester en wethouders Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid binnen de kaders die door de gemeenteraad worden gesteld. Betrokkenheid is erg belangrijk, omdat alle wethouders binnen de eigen portefeuille te maken hebben met veiligheid. Burgemeester De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Het Integraal Veiligheidsbeleid hoort tot de portefeuille van de burgemeester. Als centrale persoon geeft de burgemeester de regisseursrol van de gemeente vorm. Zij zorgt dat alle partijen betrokken blijven en bewaakt de voortgang van het beleid. Managementteam Veiligheid moet een belangrijk thema zijn binnen het managementteam. De verantwoordelijkheid voor de programmasturing ligt bij het managementteam. Domeinen Veiligheid speelt door de hele organisatie. Bij de ontwikkeling en uitvoering van het Veiligheidsbeleid is het dan ook belangrijk dat alle domeinen, die met veiligheid te maken hebben, betrokken zijn.
9
Extern Het is niet mogelijk om een veilige gemeente te creëren zonder externe partners. Hieronder volgt een opsomming (indicatief en niet limitatief) van externe partners:
2.4
-
Inwoners (ook buurtverenigingen en dorpsraden)
-
Politie
-
Openbaar Ministerie
-
Regionaal Veiligheidshuis Maas het Leijgraaf
-
Regionaal Informatie en Expertisecentrum (RIEC)
-
Halt
-
Stichting Vivaan
-
Woningcorporaties Kleine Meierij en Mooiland
-
Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Bernheze
-
Samenwerkende Ondernemersvereniging Bernheze
-
Veilig Thuis (Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling)
-
Scholen etc……
-
Etc…..
Flankerende beleidsprocessen
Onder flankerend beleid in relatie tot Integraal Veiligheidsbeleid worden de beleidsvelden verstaan die een sterke relatie hebben met dit onderwerp, waar rekening mee gehouden wordt in het Veiligheidsbeleid en waarin het Veiligheidsbeleid doorwerkt. Er zijn tal van flankerende beleidsprocessen te noemen. Zonder hierbij uitputtend te zijn kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het Jeugdbeleid, het Gezondheidsbeleid, het Horecabeleid, het Evenementenbeleid, 13b-beleid, de nuloptie coffeeshops, het beleid Bevordering integriteit beoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob), beleid Openbare verlichting, Verkeersveiligheidsbeleid en Handhavingsplan.
10
3.
Ontwikkelingen
3.1
Planvorming op diverse niveau’s
Landelijk, regionaal en lokaal zijn trends en ontwikkelingen waar te nemen die invloed hebben op het Veiligheidsbeleid. Hierbij kan gedacht worden aan de komst van de Nationale Politie, ontwikkelingen rondom veiligheidshuizen en de transities jeugd. Nationaal niveau Landelijk benoemt de minister van Veiligheid en Justitie in de gemeenschappelijke veiligheidsagenda 2015-2018 de prioriteiten voor de politie en het Openbaar Ministerie. Eenheidsniveau Met ingang van 1 januari 2013 is de politieorganisatie genationaliseerd. Een nationale politie, onderverdeeld in tien regionale eenheden. Deze tien regionale eenheden zijn ook onderverdeeld in zogenaamde Basisteams. Bernheze valt in de eenheid Oost-Brabant. Binnen deze eenheid vormt Bernheze samen met de gemeente Oss het Basisteam Maasland. Het beheer van de politie is een landelijke aangelegenheid, het gezag over de politie blijft echter liggen in de lokale driehoek. Op basis van het lokale veiligheidsbeleid in de 40 gemeenten hebben de politie Oost-Brabant, de gemeenten en het Openbaar Ministerie het Regionaal Veiligheidsplan Oost-Brabant 20152018 opgesteld. Dit is het gezamenlijke kader van 40 gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie. De veiligheidspartners maken met dit plan afspraken op een aantal gezamenlijke prioriteiten die door de 40 gemeenten zijn aangedragen op basis van de problemen die lokaal worden ervaren. De grootste gemene deler van de gemeentelijke prioriteiten is gecombineerd met de prioriteiten van het Openbaar Ministerie en de politie. Dit alles leidt tot vier prioriteiten die we de komende jaren in Oost-Brabant voorop stellen. Het gaat om: •
problematische jeugd en jeugdgroepen (inclusief alcohol en drugs);
•
woninginbraken;
•
georganiseerde ondermijnende criminaliteit;
•
geweld.
Bij het opstellen van deze kadernota is nadrukkelijk afstemming gezocht met dit regionale plan. De prioriteiten uit dit plan komen niet in de plaats van andere lokale prioriteiten. Het zijn thema’s die extra aandacht vragen en waarop we forse winst willen boeken door bovenlokaal, op het niveau van de eenheid samen te werken. Bij het opstellen van het gemeentelijke jaarlijkse uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid vormt het Regionaal Veiligheidsplan één van de vertrekpunten.
11
De samenhang tussen de verschillende plannen op de verschillende niveau’s is als volgt:
Gemeentelijk niveau
Integraal Veiligheidsbeleid
Verantwoordelijkheid: De gemeenteraad stelt het Integraal Veiligheidbeleid vast.
Basisteam niveau
Basisteamplan (teamplan)
Verantwoordelijkheid: Op basis van de Integrale Veiligheidsplannen van gemeenten en de doelstellingen ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving en taken ten dienste van de justitie, stellen de burgemeesters en de officier van justitie in de basisteamdriehoek het basisteamplan vast.
Eenheid Oost-Brabant
Regionaal Veiligheidsplan 2015-2018
Verantwoordelijkheid: Vaststelling door het Veiligheidsoverleg Oost-Brabant, bestaande uit 40 burgemeesters en de Hoofdofficier van Justitie. De burgemeester hoort de gemeenteraad over het ontwerp Regionaal Veiligheidsplan.
Landelijk niveau
Gemeenschappelijke Veiligheidsagenda
Verantwoordelijkheid: Vaststelling door de minister van Veiligheid en Justitie.
3.2
Veiligheidshuizen Oost-Brabant
Het Veiligheidshuis is een netwerksamenwerkingsverband,die partners uit de strafrecht-, de zorgketen en (andere) gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. Wanneer reguliere inzet van partners binnen de eigen keten niet meer werkt, kan een beroep worden gedaan op het Veiligheidshuis. Bernheze is aangesloten bij het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf. In de eenheid Oost-Brabant zijn drie Veiligheidshuizen gevestigd. De 40 gemeenten in de eenheid OostBrabant streven naar één samenwerkingsvorm, één wijze van aansturing en één wijze van procesregie en informatievoorziening binnen de drie bestaande Veiligheidshuizen. Dit proces moet in 2015 meer gestalte krijgen.
12
3.3
Zorg- en veiligheidsketen
Er is een direct verband tussen het veiligheidsdomein en het zorgdomein. De decentralisaties bieden kansen en mogelijkheden om een sterke verbinding tussen zorg en veiligheid te leggen. De gemeente Bernheze staat voor de taak om uitvoering te geven aan drie grote decentralisaties binnen het sociale domein. Het rijk legt een aantal nieuwe taken op het gebied van jeugd, participatie en maatschappelijke ondersteuning bij de gemeente. De gemeente is sinds 2015 verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning aan inwoners. De plaats waar zorg en veiligheid samen komen is in het Veiligheidshuis. Het Veiligheidshuis is het koppelvlak tussen de zorg- en veiligheidsketen. Dit past ook bij de schaal van het meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling genaamd ‘Veilig Thuis’. Gemeenten beschikken daarmee over een krachtige infrastructuur om op gelijke schaal de afstemming tussen gemeente, zorg, Openbaar Ministerie en politie te organiseren. Een sterke koppeling tussen het Veiligheidshuis en meldpunt ‘Veilig Thuis’ is van groot belang. De komende periode gaan de gemeenten samen met de partners aan de slag met realiseren van een stabiele verbinding tussen zorg en veiligheid.
3.4
ZSM
Het Openbaar Ministerie heeft zogenoemde ‘ZSM-tafels’ (Zo Spoedig, Selectief, Slim, Samen en Simpel mogelijk). ZSM is de werkwijze die het Openbaar Ministerie hanteert om tot snelle afhandeling van veelvoorkomende criminaliteit te komen. Na aanhouding van een verdachte wordt zo snel mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningstraject. Op het niveau van het basisteam wordt vanuit het lokaal overzicht en inzicht in de aard en omvang van veiligheidsproblemen gesproken over de integrale aanpak van High Impact Crimes en Veel Voorkomende Criminaliteit. De basisteamdriehoek heeft daarbij de regie over de aanpak en de coördinatie van inzet van betrokken veiligheidspartners. Daar waar de inzet van strafrechtelijke interventies een rol speelt, zal via de Gebiedsofficier van Justitie en de teamchef van de politie (als leden van de basisteamdriehoek) de verbinding worden gemaakt met de districtsrecherche en ZSM. Op deze wijze worden de lokale context en afspraken met betrekking tot de aanpak van criminaliteit geborgd in het strafrechtelijke keuzeproces. Door ook een verbinding te leggen tussen ZSM en de Veiligheidshuizen wordt de benodigde koppeling gemaakt met interventies die zijn gelegen in de zorg. Zo wordt corrigerend optreden aangevuld met het bieden van perspectief door middel van zorg.
3.5
Georganiseerde criminaliteit
Sinds 1 januari 2014 is de Taskforce Brabant Zeeland actief in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Voorheen was de Taskforce alleen maar actief in de vijf grote Brabantse steden, maar inmiddels is deze aanpak ook uitgebreid naar alle gemeenten in Brabant en Zeeland. De rol van de Taskforce is om de komende drie jaar de geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit in geheel Brabant en Zeeland uit te rollen. Alle overheidsorganisaties - gemeenten, Openbaar Ministerie, politie, Belastingdienst en Koninklijke Marechaussee – moeten gezamenlijk optrekken om het voor criminele groeperingen zo moeilijk mogelijk te maken in Brabant en Zeeland te opereren.
13
3.6
Regionaal Veiligheidsfonds
De colleges van burgemeester en wethouders van de afzonderlijke gemeenten voeren de regie over hun lokaal Veiligheidsbeleid. De regierol van gemeenten op veiligheid in Oost-Brabant kan worden versterkt door veiligheidsthema's gezamenlijk aan te pakken. Onder voorzitterschap van één van de burgemeesters uit de regio Oost-Brabant zijn er bestuurlijke werkgroepen op de onderwerpen Woninginbraken, Mensenhandel, Bibob, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), Veilige Publieke Taak en Veiligheidshuizen actief. Goede samenwerking is essentieel om de criminaliteit te bestrijden en de veiligheid te vergroten. Om daadwerkelijk meer resultaten te boeken is budget voor deze samenwerking nodig. In het Veiligheidsoverleg Oost-Brabant is een strategische Integrale Veiligheidsagenda 20132015 voor de gemeenten in Oost-Brabant vastgesteld. Deze regionale prioriteiten zijn vastgesteld op basis van de lokale prioriteiten in de Integrale Veiligheidsplannen van de gemeenten in Oost-Brabant. Jaarlijks zal de strategische agenda worden geactualiseerd. Het Veiligheidsoverleg Oost- Brabant heeft besloten om op de volgende onderwerpen samen te werken: overlastgevende en criminele jeugdgroepen, geweld, woninginbraken en ondermijnende georganiseerde criminaliteit. Om meer slagkracht te krijgen is door het college van Bernheze in 2013 besloten om deel te nemen aan het Veiligheidsfonds Oost-Brabant voor de jaren 2013 t/m 2015. Bernheze betaalt jaarlijks 0,25 cent per inwoner. Het fonds is uitsluitend bestemd voor integrale veiligheidsonderwerpen (van de strategische agenda) en wordt niet gebruikt voor reguliere uitgaven. De gemeente Eindhoven beheert het Integraal Veiligheidsfonds. Eind 2015 wordt er een evaluatie uitgevoerd en besproken in het Veiligheidsoverleg Oost-Brabant. Tijdens deze evaluatie worden ook afspraken gemaakt voor een eventueel vervolg in 2016.
14
4.
Veiligheidsanalyse
In dit hoofdstuk wordt, op hoofdlijnen, ingegaan op de veiligheidssituatie in de gemeente Bernheze aan de hand van de vijf veiligheidsvelden en thema’s van het Kernbeleid Veiligheid. Volgens Kernbeleid Veiligheid bestrijkt een Veiligheidsbeleid vijf veiligheidsvelden. Binnen deze velden zijn een aantal thema’s ondergebracht. In onderstaand schema is een overzicht gegeven van deze velden en bijbehorende thema’s. In de verschillende paragrafen van dit hoofdstuk worden de thema’s per veiligheidsveld voor de gemeente Bernheze besproken. Een uitgebreide analyse is opgenomen in bijlage 1. Niet alle thema’s behoeven apart aandacht, daarom zijn sommige thema’s gekoppeld.
Veiligheidsveld
1: Veilige Woon- en Leefomgeving
2: Bedrijvigheid en veiligheid
3:Jeugd en Veiligheid
4:Fysieke veiligheid 5: Integriteit en veiligheid
4.1
Veiligheidsthema 1.1. Sociale kwaliteit 1.2 Fysieke kwaliteit 1.3 Objectieve veiligheid/ veel voorkomende en ‘high-impact’-criminaliteit 1.4 Subjectieve veiligheid 2.1 Veilig winkelgebied/ bedrijventerreinen/ toerisme 2.2 Veilig uitgaan 2.3 Veilige evenementen 3.1 Jeugdoverlast 3.2 Jeugdcriminaliteit/ individuele probleemjongeren 3.3 Jeugd, alcohol en drugs 3.4 Veilig in en om de school 4.1 Verkeersveiligheid 4.2 Brandveiligheid 4.3 Rampenbestrijding en crisisbeheersing 5.1 Polarisatie en radicalisering 5.2 Georganiseerde criminaliteit 5.3 Veilige Publieke Taak 5.4 Informatieveiligheid 5.5 Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Algemeen veiligheidsbeeld
Kijkend naar de veiligheidsanalyse voor de gemeente Bernheze concluderen we dat het veiligheidsniveau goed is. Inwoners voelen zich over het algemeen veilig en vinden hun buurt prettig om in te wonen. De problemen die in onze gemeente spelen, wijken niet af van de landelijke en regionale trend. Over het algemeen kunnen we stellen dat Bernheze een veilige gemeente is en samen moeten we er voor zorgen dat wat goed is ook zo blijft!
4.2
Veilige Woon- en leefomgeving
“Het veld Veilige Woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema’s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in buurten en wijken te maken hebben. De onveiligheid binnen deze thema’s heeft een heel herkenbaar karakter. Het gaat om verschijnselen waar iedereen mee te maken kan krijgen en die in vele monitors terugkeren.”
1
1
Kernbeleid Veiligheid, handreiking voor gemeenten 15
4.2.1 Sociale kwaliteit De sociale kwaliteit van een kern heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, kwaliteit van sociale netwerken en de mate van sociale controle. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, drank- en drugsoverlast en dergelijke. Op basis van de veiligheidsanalyse wordt het volgende beeld geschetst voor Bernheze. Overlast tussen bewoners/ botsende leefstijlen Uit de analyse blijkt dat binnen de gemeente geen grote problemen zijn op het gebied van botsende leefstijlen of conflicten tussen burgers. Onze inwoners zijn positief gestemd over de sociale kwaliteit van de woonomgeving. Doen zich problemen voor, dan worden deze aangepakt in samenwerking met de betrokken partners en onder regie van de gemeente. Bernheze zet voor buurtbemiddeling en -projecten ook het opbouwwerk van Vivaan in. Buurtbemiddeling is een tijdrovende activiteit maar er worden wel goede resultaten mee geboekt. Het is zinvol om in de toekomst de mogelijkheden te bekijken of buurtbemiddeling op een andere manier ingevuld kan worden bijvoorbeeld door buurtbemiddeling door getrainde vrijwilligers uit te laten voeren. Drugs- en alcoholoverlast In de gemeente Bernheze wordt weinig drugs- en alcoholoverlast ervaren. Cijfers ondersteunen dit. Er wordt nog iets meer alcohol gedronken dan het gemiddelde van de GGD regio Hart voor Brabant. Drugsgebruik is volgens de GGD Gezondheidsmonitor verwaarloosbaar in Bernheze. Toch ontvangen we signalen uit het veld dat er door jongeren wel degelijk drugs wordt gebruikt. Duidelijke cijfers zijn hierover niet voorhanden. Drugs- en alcoholgebruik komen met name terug in het Gezondheidsbeleid. Daar heeft het onderwerp prioriteit en is dit voornamelijk gericht op jeugd, omdat alcoholgebruik daar de meeste (gezondheids)schade kan geven.
4.2.2 Fysieke kwaliteit De fysieke kwaliteit van een dorpskern heeft betrekking op de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Goed (ervaren) onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van paden en dergelijke dragen bij aan de fysieke kwaliteit. Inbreuk hierop maken onderwerpen als vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering. De fysieke kwaliteit heeft daarmee invloed op de veiligheidsbeleving van inwoners. Op het gebied van de fysieke kwaliteit van de gemeente laten cijfers in de afgelopen jaren een redelijk stabiel beeld zien. Uit de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving 2014 komt naar voren dat de beleving van de fysieke kwaliteit bij onze inwoners voldoende is. Inwoners waarderen de kwaliteit van hun woonomgeving gemiddeld met een 7.7. De combinatie van een repressieve en preventieve aanpak in de afgelopen jaren lijkt hiermee te werken. De kleine ergernissen blijven wel een punt van aandacht. In Bernheze wordt hiervoor de Boa ingezet. Bernheze is kwetsbaar als het om het aantal Boa’s gaat gezien het geringe aantal.
16
4.2.3
Objectieve veiligheid en ‘high impact’ criminaliteit
Bij dit thema gaat het om veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de gemeente die een hoge impact hebben. Soorten criminaliteit die bepalend zijn en uitgewerkt worden in deze analyse, zijn woninginbraken en geweld (waaronder huiselijk geweld). Deze soort criminaliteit worden ook wel High Impact Crimes (HIC) genoemd. Voertuigcriminaliteit is ook een vorm van veelvoorkomende criminaliteit en maakt ook onderdeel uit van het thema objectieve veiligheid. Woninginbraken De woninginbraakcijfers worden mede beïnvloed door inbraakgolven die zich manifesteren in verschillende gebieden. Hierdoor is er nog geen duidelijke stabiele trend vast te stellen, we zien een grillig beeld. In 2013 nam het aantal woninginbraken ten opzichte van 2012 fors af maar in 2014 neemt het aantal woninginbraken ten opzichte van 2013 weer licht toe. In 2013 was het aantal woninginbraken in Bernheze erg laag. De lichte stijging van 2014 moet wel vanuit dit oogpunt bekeken worden. Gezien het grillige karakter en de grote invloed die een woninginbraak heeft op het veiligheidsgevoel van inwoners blijft dit onderwerp een punt van zorg. Het is van belang om het ingezette beleid verder voort te zetten en waar mogelijk uit te breiden met nieuwe initiatieven. De afgelopen jaren is er aan de aanpak van woninginbraken veel aandacht besteed en het is van belang dat deze aandacht blijft. De gemeenten uit Basisteam Maasland, de politie en het Openbaar Ministerie hebben een plan van aanpak ontwikkeld waarin de problematiek met betrekking tot woninginbraken integraal benaderd wordt. In dit plan van aanpak zijn diverse maatregelen uitgewerkt. Op regionaal niveau is een bestuurlijke werkgroep woninginbraken actief, welke zich tot doel heeft gesteld methodieken en strategieën te ontwikkelen om het aantal woninginbraken terug te dringen. Huiselijk geweld Huiselijk geweld is een groot maatschappelijk probleem. Eén op de twee Nederlanders krijgt er in zijn leven mee te maken, als slachtoffer, dader of getuige. Hoe groot het probleem precies is, is moeilijk in beeld te brengen. Er rust nog steeds een taboe op huiselijk geweld en er wordt niet altijd aangifte van gedaan. De verwachting is dat de cijfers maar het topje van de ijsberg laten zien. Huiselijk geweld is één van de meest voorkomende geweldsvormen in onze samenleving. Het is daarom belangrijk dat er aandacht blijft bestaan voor het toepassen van de Wet Meldcode, het tijdelijk huisverbod en het meldpunt ‘Veilig Thuis’. Gezien de wijzigingen door de transities is het ook van belang om oog te houden voor een eenduidige keten waarin de rol van ‘Veilig Thuis’, Basisteam Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis helder blijft. Ook het streven naar een integrale aanpak per gezin verdient de aandacht.
17
Geweld op straat In het algemeen is er weinig sprake van geweld op straat in de gemeenten en wordt dit ook zo beleefd door de inwoners. In de uitgaanskernen ligt het geweld op straat iets hoger dan in de andere kernen. De kern Loosbroek komt iets negatiever naar voren als het gaat om geweldsmisdrijven en in mindere mate bedreigingen. Dit valt hoogstwaarschijnlijk te verklaren door de aanwezig van een discotheek in de kern. Het is wel van belang om dit goed te blijven monitoren. Voertuigcriminaliteit Inwoners van Bernheze geven aan dat fietsendiefstal in de eigen buurt redelijk vaak voorkomt. De cijfers ondersteunen dit, maar laten wel zien dat er een daling is van diefstal van (brom-, snor- ) fietsen. Het is van belang om het ingezette beleid voort te zetten met als doel het aantal diefstallen van fietsen verder naar beneden te brengen. Daarnaast is het van belang om de diefstallen af/uit motorvoertuigen goed te blijven monitoren. Wanneer er met betrekking tot voertuigcriminaliteit hotspots ontstaan, wordt actie ondernomen door bijvoorbeeld een communicatietraject. Veelplegers en Nazorg van ex-gedetineerden In Bernheze zijn enkele veelplegers aanwezig. Deze worden besproken in het Veiligheidshuis. Nazorg van ex-gedetineerden en het volgen van veelplegers is belangrijk om de criminaliteit in Bernheze zo laag mogelijk te houden. De nazorg voor ex-gedetineerden wordt vanuit het Veiligheidshuis gecoördineerd. De doelstelling is de re-integratie van ex-gedetineerden goed te laten verlopen zodat de kans op recidive vermindert. Het is belangrijk om deze werkwijze de komende jaren goed te blijven organiseren.
4.2.4 Subjectieve veiligheid / Veiligheidsgevoel Binnen dit thema gaat het om hoe vaak inwoners zich onveilig voelen, bepaalde plekken mijden. In het algemeen en op specifieke plaatsen. Bernheze is een veilige gemeente. Het veiligheidsgevoel is goed te noemen. Het percentage mensen dat zich nooit onveilig voelt is 86% . Uit de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving 2014 komt naar voren dat plaatsen waar jongeren rondhangen het vaakst als onveilig worden ervaren (15%), maar ook s’ avonds op straat (13%) en op fietsroutes (7%) voelt een deel van de bewoners zich niet altijd veilig, ook niet in de eigen buurt. Cijfers van de GGD laten een positief beeld zien ten opzichte van de inwoners uit de regio voor wat betreft de ontwikkeling van het veiligheidsgevoel. Het Veiligheidsbeleid is er op gericht dat de inwoners zich veilig voelen en blijven voelen in hun leefomgeving. Als er meldingen van onveiligheid zijn dan spelen politie en gemeente hierop in door het probleempunt aan te pakken.
18
4.3
Bedrijvigheid en veiligheid
Op het veld bedrijvigheid en veiligheid liggen thema’s die te maken hebben met de sociale onveiligheid rond bedrijvigheid. Het gaat om de onveiligheid die bedrijvigheid genereert of waar zij mee te maken heeft en die niet van ‘fysieke’ aard is (veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’). Maat2
regelen op dit veld hebben vaak een gemengd publiek- en privaat karakter.”
4.3.1 Veilig winkelgebied en bedrijventerreinen Binnen dit veiligheidsveld vallen aantastingen van de veiligheid rond recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansmogelijkheden. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de sociale veiligheid rond genoemde vormen van bedrijvigheid: delicten als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak en uitgaansgeweld. En dus niet bijvoorbeeld om de fysieke (externe) veiligheid rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen. Het aantal aangiftes met betrekking tot diefstal gerelateerd aan winkels/ bedrijven is niet schrikbarend hoog in Bernheze. In ieder geval ligt het onveiligheidsgevoel bij het winkelend publiek laag. In Bernheze zijn de bedrijventerreinen voorzien van het Keurmerk Veilig Ondernemen. Zij hebben een certificaat ontvangen voor het plan van aanpak en iedere twee jaar wordt bekeken of de terreinen in aanmerking komen voor een hercertificering. De samenwerking die ontstaan is tussen alle partijen door het Keurmerk Veilig Ondernemen is van grote waarde om de veiligheid en leefbaarheid op de bedrijventerreinen ook goed te houden. De ondernemers uit het centrum van Heesch gaan samen met de veiligheidspartners in 2015 aan de slag met het Keurmerk Veilig Winkelgebied.
4.3.2
Veilig uitgaan
Dit thema heeft betrekking op uitgaansgelegenheden, zoals de horecabedrijven in de gemeente. Een gezond uitgaansklimaat verhoogt de sfeer binnen de gemeente maar specifieke veiligheidsproblemen zoals geweld, overlast en vernielingen kunnen hier een negatieve invloed op hebben. In Bernheze wordt niet op grote schaal overlast ondervonden van horeca. Dit is echter niet te onderbouwen met politiecijfers, omdat de politie horecagerelateerde overlast niet registreert. Toch komen er wel af en toe signalen binnen van inwoners die overlast ervaren van horeca. De gemeente investeert in de contacten met de horecagelegenheden en past indien nodig maatregelen toe om overlast zoveel als mogelijk te voorkomen. De gemeente houdt toezicht op de verleende vergunningen en treedt indien nodig handhavend op.
2
Kernbeleid Veiligheid, handreiking voor gemeenten 19
4.3.3
Veilige evenementen
Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s zijn met name gelegen in geweld, overlast, vernieling en brandveiligheid. Voor Bernheze is de situatie als volgt. Grootschalige evenementen verlopen in het algemeen goed. Multidisciplinaire voorbereiding is belangrijk om de veiligheid te waarborgen. Het is van belang dat een aanvraag tijdig ingediend wordt door de organisator, zodat de aanvraag zorgvuldig voorbereid kan worden. Vooraf en/of tijdens grootschalige evenementen wordt veelal gecontroleerd door gemeente en/of brandweer. Bernheze maakt gebruik van de Multidisciplinaire Evenementenkalender, deze wordt door alle gemeenten uit de regio gevuld met evenementen, zodat de hulpverleningsdiensten geïnformeerd zijn over de evenementen en er hun operationele inzet op af kunnen stemmen. De gemeente Bernheze heeft in 2014 de nieuwe Evenementennota vastgesteld. In deze nota zijn alle wetten, procedures en bepalingen met betrekking tot evenementen opgenomen. Er wordt naar aanleiding van de ontwikkeling van de Evenementennota een jaarlijkse gemeentelijke evenementenkalender opgesteld. Evenementen kunnen dan beter gespreid worden.
4.4
Jeugd en Veiligheid
Het veld jeugd en veiligheid bevat de veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat daarbij zowel om 12-minners als om oudere jeugd. Thema’s zijn onder meer overlastgevende jeugd, criminele jeugd, alcohol en drugs en veilig in en rondom school.
4.4.1 Overlastgevende jeugd Dit thema heeft betrekking op de overlast van jongeren, vaak in groepsverband. Het kan gaan om ‘mildere’ vormen van overlast (zgn. acceptabele en hinderlijke jeugdgroepen) maar ook om de zwaardere vormen (overlastgevende groepen). Het uit zich bijvoorbeeld door geluidsoverlast, intimiderende aanwezigheid, zwerfvuil achterlaten, vernielingen en andere vormen van criminaliteit plegen. In Bernheze zijn meerdere jeugdgroepen die zich al dan niet in de openbare ruimte begeven. Bij het merendeel van deze groepen gebeurt dit op een positieve manier. Toch is er een enkele jeugdgroep die in meer of mindere mate overlast veroorzaakt voor de omgeving. In Bernheze is 3
op dit moment één jeugdgroep volgens de Beke-methode geclassificeerd als hinderlijk. Dit houdt in dat een jeugdgroep in de ogen van de politie hinder veroorzaakt, maar geen echte overlast. De groep is niet crimineel. Bewoners ervaren de hanggroep echter soms wel als een probleem. Deze tegenstelling is vaker te zien als het om hangjeugd gaat. De gemeente behoort regie te nemen voor deze groepen om te voorkomen dat ze overlastgevend worden. Bernheze investeert op het gebied van jeugdgroepen door de activiteiten in jongerencentra, jongerenontmoetingsplaatsen en jongerenwerk.
3 Beke methode: methode die gebruikt wordt om jeugdgroepen in kaart te brengen en daarbij een indeling maakt naar hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen. Dat een groep als hinderlijk wordt gekwalificeerd wil niet zeggen dat deze niet als overlastgevend ervaren kan worden door omwonenden.
20
4.4.2
Criminele jeugd / individuele probleemjongeren
Binnen dit thema gaat het om individuele probleemjongeren met meerdere antecedenten (soms veelpleger) die in diverse opzichten aansluiting met de maatschappij hebben verloren. Criminele jeugdgroepen zijn er niet in Bernheze. Ook van echt criminele jongeren kan niet gesproken worden. Jongeren die deviant gedrag vertonen worden doorverwezen naar Bureau Halt. De meest effectieve aanpak op de criminele jeugdgroepen is de zogenaamde meersporenaanpak waarbij de strafrechtelijke aanpak gecombineerd wordt met zorg en begeleiding. Gemeenten voeren regie op deze aanpak en werken daarbij nauw samen met alle partners.
4.4.3
Jeugd, alcohol en drugs
Verschijnselen die binnen dit thema terugkomen zijn onder meer de zogenaamde zuipketen en hinderlijke gebruik van alcohol en/of drugs in de openbare ruimte. Het alcoholgebruik onder jeugd is in de gemeente Bernheze in de afgelopen jaren gedaald. Niet duidelijk is waar deze daling door wordt veroorzaakt. Er kan echter een relatie liggen met de in gang gezette preventieactiviteiten waarmee bewustwording van risico’s van alcoholgebruik op jonge leeftijd vergroot wordt. Toch ligt het gebruik in de gemeente Bernheze nog iets hoger dan gemiddeld in de regio en heeft 46% van de 12-18 jarigen alcohol gedronken, terwijl de wet is dat jeugd onder de 18 niet drinkt. De relatie tussen alcoholgebruik en veiligheid lijkt vanzelfsprekend. Uit onderzoek blijkt echter dat nog weinig bekend is over de aard van het verband tussen drinken en veiligheid. Toch is het belangrijk dit verband niet te negeren en hier aandacht aan te besteden. Binnen het Gezondheidsbeleid wordt dan ook veel aandacht besteed aan het onderwerp. Bernheze participeert in het regionale alcoholproject ‘Think before you drink!’ dat zich richt op bewustwording, vroegsignalering en handhaving/ regelgeving. Sinds 1 januari 2014 is de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht. Met deze wetswijziging is onder andere beoogd het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. De gemeente Bernheze treedt handhavend op tegen overtredingen. Het is nog niet duidelijk welk effect deze nieuwe wet daadwerkelijk heeft op het drankgebruik onder jongeren. Drugsgebruik onder jeugd ligt lager dan gemiddeld in de regio. Partners spreken wel hun zorg uit over het drugsgebruik onder jeugd. Er zijn geen gegevens waaruit blijkt dat er in Bernheze sprake is van zuipketens maar de verwachting is wel dat ze er zijn. Op basis van deze constateringen is het belangrijk het lopende beleid voort te zetten en de uitkomsten daarvan waar dit nodig en mogelijk is, uit te werken binnen de kaders van het Veiligheidsbeleid.
21
4.4.4
Veilig in en om de school
Jeugd kan dader zijn van onveiligheid, bijvoorbeeld in en om de school. Mogelijke veiligheidsproblemen zijn dan pesten, geweld, diefstal, overlast, vernielingen en verkeersonveiligheid. De cijfers rondom het veiligheidsthema ‘veiligheid in en om de school’ geven geen aanleiding tot extra actie. Voor het handhaven van de Leerplichtwet is de gemeente Bernheze aangesloten bij het Regionaal Bureau Leerplicht Brabant Noordoost. Binnen het Regionaal Bureau Leerplicht werken leerplichtambtenaren en trajectbegeleiders samen. Door deze samenwerking kunnen we jongeren, hun ouders en andere partners, zoals scholen beter en sneller helpen. Verder is er altijd aandacht vereist voor vernielingen in en rondom scholen. Scholen moeten een plek zijn waar leerlingen zich veilig en prettig voelen. Leerkrachten hebben in die zin een signalerende rol. Voor wat betreft schoolverzuim is hier aandacht voor in het justitieel overleg (voorheen in het Veiligheidshuis) en het Basisteam Jeugd en Gezin (zorgkant). Het uitgangspunt is dat scholen zelf aandacht besteden aan onderwerpen die actueel zijn en de veiligheid van de kinderen schaden. Bureau Halt geeft voorlichting. Ook op de scholen is veel aandacht voor de verkeersveiligheid. Zo hebben alle basisscholen in de gemeente het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL) behaald en wordt op alle scholen verkeerseducatie gegeven. Veilig Verkeer Nederland afdeling Maasland speelt zowel bij de educatie op scholen, als bij diverse andere verkeersveiligheidacties (zoals de fietsverlichtingsactie) een grote rol.
4.5
Fysieke veiligheid
Het veld fysieke veiligheid bevat de vormen van onveiligheid die samenhangen met gevaarlijke stoffen, verkeer, gebouwen en natuur. Thema’s zijn verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing.
4.5.1
4
Verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (wonen, scholen e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Uit de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving 2014 komt naar voren dat veel bewoners hard rijden zien als groot veiligheidsprobleem in de gemeente Bernheze. Gelet op de ongevallencijfers kunnen we concluderen dat het om subjectieve onveiligheid gaat, het gevoel van mensen. Extra infrastructurele maatregelen zullen dit probleem niet oplossen. De verwachting is dat educatie meer zal opbrengen. Veel klachten over te hard rijden komen uit de woonwijken, waar voornamelijk de eigen bewoners rijden. De bewoners veroorzaken dan ook vaak zelf het probleem. Een onbekende rijdt over het algemeen niet hard, omdat hij de weg niet kent. 4
Kernbeleid Veiligheid, handreiking voor gemeenten 22
Het is dan ook belangrijk de bewoners (mede-)verantwoordelijk te maken voor de verkeersveiligheid in de wijk. De gemeente Bernheze zet al in op mensgerichte maatregelen. Hierbij haken we zo veel mogelijk aan bij de Brabantbrede acties.
4.5.2
Brandveiligheid gebouwen
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van gebouwen (als woongebouwen, horeca, instellingen en andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. De brandveiligheid van gebouwen is geborgd in wet- en regelgeving vanuit het Bouwbesluit 2012. De voorschriften opgenomen in deze wet- en regelgeving zijn rechtstreeks geldend en de bouwer en/of de eigenaar/gebruiker van het bouwwerk is hiervoor verantwoordelijk. Toezicht vanuit de gemeente vindt plaats door ondermeer het verlenen van vergunningen en het toezicht op en eventueel handhaving van de verleende vergunningen of de algemeen geldende voorschriften. Er spelen geen bijzonderheden met betrekking tot dit thema in Bernheze.
4.5.3
Crisisbeheersing en externe veiligheid
Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises en de risico’s van gevaarlijke stoffen centraal. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen en de risicobeheersing rond gevaarlijke stoffen voor zover de gemeente bevoegd gezag is. Er spelen geen bijzonderheden op het gebied van crisisbeheersing/ externe veiligheid.Door het regionaliseren van alle processen binnen de crisisbeheersing is een enorme verbeterslag gemaakt. Gemeenten zijn beter voorbereid op calamiteiten en de kwaliteit van de hulpverlening door de gemeenten is beter geborgd en verhoogd. In de nabije toekomst zal samenwerken het sleutelwoord zijn op het gebied van veiligheid. Steeds meer zullen gemeenten de samenwerking moeten zoeken. Niet alleen om de kwaliteit te bewaren maar ook omdat calamiteiten steeds vaker gemeentegrens overschrijdend zijn.
4.6
Integriteit en veiligheid
Het veld integriteit en veiligheid bundelt de bedreigingen rond radicalisering en terrorisme, georganiseerde criminaliteit en niet-integer handelen. Dit veld is zo genoemd omdat het de grondvesten van de maatschappij kunnen aantasten. Ze bedreigen de integriteit van onze samenleving.
5
4.6.1
Polarisering en radicalisering
Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/ stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan zijn van dreigend geweld. Deze groepen kunnen de polarisatie in de samenleving vergroten en zetten het sociaal weefsel onder druk.
5
Kernbeleid Veiligheid, handreiking voor gemeenten 23
Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisten, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme en dergelijke. In Bernheze zijn op dit moment geen signalen van polarisatie en radicalisering. Wanneer deze signalen er wel zijn, zal de gemeente samen met de betrokken partners de signalen aanpakken. Er is blijvende aandacht voor het onderwerp in de bestaande netwerken van gemeente, politie, Openbaar Ministerie, jeugd (scholen) en welzijn.
4.6.2
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit
Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen. Sprake kan zijn van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook vaan ‘witwassen’. Het betreft met name de misdaadbranches drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel. Georganiseerde criminaliteit is moeilijk in beeld te brengen. Toch is bekend dat georganiseerde criminaliteit voorkomt en dat ook gemeenten door het voeren van beleid er voor kunnen zorgen dat de georganiseerde criminaliteit minder ruimte krijgt. Het onderwerp georganiseerde criminaliteit krijgt op alle niveau’s steeds meer aandacht. Door de Wet Bibob, de komst van de RIEC’s, 13b beleid en een integrale aanpak van mensenhandel, hennepteelt en Outlaw Motercycle Gangs (OMG) zijn de gemeenten meer bestuurlijke instrumenten geboden om georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Helaas hebben de gemeenten over het algemeen nog onvoldoende zicht op waar zich mogelijk bedreigingen voordoen in relatie tot dit onderwerp. Hiervoor is het belangrijk dat gemeenten hun informatiepositie en de bestuurlijke weerbaarheid versterken. Twee instrumenten die hiervoor ontwikkeld zijn door het RIEC zijn de zogenaamde Quickscan informatiepositie en bestuurlijke weerbaarheid en het Ondermijningsbeeld georganiseerde criminaliteit. Bernheze maakt gebruik van deze twee instrumenten om zo goed in beeld te krijgen wat er op het vlak van georganiseerde criminaliteit in onze gemeente speelt en waar kansen en bedreigingen voor de gemeente liggen. Het Ondermijningsbeeld vormt samen met de Quickscan belangrijke instrumenten om de georganiseerde criminaliteit aan te kunnen pakken en biedt belangrijke informatie voor het Openbaar Ministerie om zoveel mogelijk crimineel vermogen af te kunnen pakken. De gemeente Bernheze heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd op het thema georganiseerde criminaliteit en het is van belang het ingezette beleid in stand te houden en verder door te ontwikkelen.
24
4.6.3
Veilige Publieke Taak
Werknemers met een publieke taak krijgen met regelmaat te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dat geldt voor gemeenten, maar ook voor de organisaties met een publieke taak in de gemeente. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, ook de goede uitoefening van de taak kan in het gedrang komen. Veilige Publieke Taak is een relatief nieuw thema binnen het gemeentelijk Veiligheidsbeleid. Het is goed om vanuit diverse invalshoeken aandacht voor dit onderwerp te hebben. Onze organisatie vindt het belangrijk om uit te dragen dat agressie, geweld en bedreigingen nooit getolereerd mogen worden. Bernheze heeft beleid vastgesteld waarin nader ingegaan wordt op hoe we met agressie omgaan. Medewerkers met veel klantencontacten worden getraind. Daarnaast krijgt dit onderwerp in driehoeksverband ook de nodige aandacht. Het is van belang om deze aandacht vast te houden en aansluiting te zoeken bij het landelijke Programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4.6.4
Informatieveiligheid
Gemeenten zijn, net als andere organisaties, kwetsbaar als het gaat om de (digitale) dienstverlening en met name het veilig/beveiligd uitvoeren van deze dienstverlening en het beheer van persoonsgegevens. Als de overheid de digitale beveiliging hiervan niet voldoende kan borgen, is het vertrouwen in de overheid in het geding. Dit onderwerp heeft de aandacht van onze organisatie. Het is belangrijk dat iedere organisatie zelf voldoende maatregelen treft om de digitale beveiliging te waarborgen. Bernheze heeft beleid met betrekking tot informatie veiligheid vastgesteld en de komende periode wordt dit naar concrete maatregelen vertaald. Het creëren van bewustwording met betrekking tot dit thema onder de medewerkers is een belangrijk punt van aandacht te komende periode.
4.6.5
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilig bouwwerk of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsvrijheid krijgen (geen Bibob-toetsing toegepast) en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale gemeenschap vanuit kan gaan (‘slecht voorbeeld doet slecht volgen’). Bernheze heeft beleid op het gebied van integriteit. Bij eventuele meldingen van integriteitsschendingen wordt op basis van dit beleid actie ondernomen. Er zijn geen meldingen van integriteitschendingen gedaan. De organisatie heeft voortdurend aandacht voor dit onderwerp.
25
5.
Prioriteiten
In het vorige hoofdstuk is een analyse op hoofdlijnen beschreven over de veiligheidssituatie in Bernheze. Op basis van deze analyse stellen we de prioriteiten voor. Het is namelijk niet mogelijk om alle thema’s binnen het Veiligheidsbeleid uit te werken. Het is van belang om keuzes te maken. De gemeente Bernheze stelt voor de periode 2015-2018 de volgende prioriteiten: •
Woninginbraken
•
Geweld
•
Problematische jeugd
•
Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit
•
Verkeer
In de volgende paragrafen werken we de gekozen prioriteiten nader uit en beschrijven we de beoogde effecten, accenten qua maatregelen en instrumenten en betrokken partners. De uitwerking is op hoofdlijnen. Een verdere uitwerking van de thema’s vindt plaats in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s Integrale Veiligheid, die in het verlengde van deze kadernota op worden gesteld.
5.1
Woninginbraken
De afgelopen jaren is het aantal woninginbraken afgenomen. Desondanks heeft bijna iedere gemeente in Oost-Brabant nog te maken met veel woninginbraken, ook in Bernheze. Het aantal woninginbraken blijft niet stabiel. Doorgaans weegt de buit niet op tegen de enorme impact die dit misdrijf heeft op de slachtoffers. Hun veiligheidsgevoel is fundamenteel aangetast. Beoogde effecten In 2018 een afname van het aantal woninginbraken met 15% ten opzichte van 2013 door het inzetten van preventieve en repressieve acties. Accenten qua maatregelen en instrumenten -
Gemeenten voeren lokaal de regie op de gezamenlijke aanpak. Deze aanpak wordt zoveel mogelijk op basisteamniveau opgepakt. Het accent ligt hierbij op preventiemaatregelen en communicatie.
-
Waar de nood hoog is, kan op verzoek en onder regie van de gemeente een integrale probleemverkenning worden uitgevoerd. Op basis hiervan wordt een integraal en samenhangend maatregelenpakket afgesproken.
-
Gemeenten stimuleren inwoners om hun huizen beter te beveiligen en verhogen de veiligheid van de fysieke ruimte.
-
Sociale cohesie is de beste bescherming tegen woninginbraken. Gemeenten stimuleren burgerparticipatie (bijvoorbeeld Burgernetwerk en Buurt Informatie Netwerken) om de sociale cohesie te hogen in de gebieden die het meest vastbaar zijn voor woninginbraken.
-
Samenwerking verstevigen tussen gemeenten, politie en Openbaar Ministerie.
26
-
Er wordt een persoongerichte aanpak opgezet gericht op woninginbrekers. Hierbij wordt op basis van een breed persoonsdossier gekozen voor een interventiestrategie die toegespitst is op de persoon. Het doel van deze aanpak is om recidive te voorkomen en woninginbrekers te resocialiseren. De Veiligheidshuizen spelen hierin een belangrijke rol.
-
Het actieplan Woninginbraken (van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) wordt overal toegepast.
-
De aanpak van de woninginbraken continu monitoren en waar mogelijk verbeteren. Voortdurend zoeken naar nieuwe invalshoeken en mogelijkheden om woninginbraken te bestrijden.
5.2
Problematische jeugd
Voor jongeren moet plaats zijn binnen een gemeente, maar de jeugd mag tegelijkertijd maar zo min mogelijk overlast veroorzaken voor omwonenden. In Bernheze begeven zich meerdere jeugdgroepen in de openbare ruimte. Bij het merendeel van deze groepen gebeurt dit op een positieve manier. Toch ervaren bewoners soms overlast van jongeren. De mate waarin bewoners overlast ervaren verschilt. Niettemin is het van belang om de aanpak prioriteit te geven. Met een gebundelde en geconcentreerde aanpak van groepen verminderen we de overlast en in sommige gevallen de criminaliteit. Beoogde effecten -
Jaarlijks vinden er minder incidenten van jeugdoverlast plaats ten opzichte van het aantal incidenten in 2014.
-
Het aantal problematische jeugdgroepen is tot een minimum gedaald.
-
Alle criminele en overlastgevende groepen worden aangepakt.
-
Verbetering contact tussen jeugd en omwonenden.
Accenten qua maatregelen en instrumenten Gemeenten voeren regie op de aanpak van problematische jeugdgroepen en werken daarbij nauw samen met politie, Openbaar Ministerie en andere zorgpartijen.
5.3
Geweld
Geweld is als prioriteit gekozen, maar in het bijzonder zal de aandacht uitgaan naar huiselijk geweld (relationeel geweld) en geweld tegen werknemers met een publieke taak (VPT). Geweld komt nog steeds te veel voor, ook in Bernheze. Wij willen en zullen geweld niet tolereren. Beoogde effecten -
Minder geweldsmisdrijven huiselijk geweld in vergelijking met het aantal in 2014.
-
We zijn ons bewust dat verbaal en/of fysiek geweld tegen medewerkers met een publieke taak niet ‘normaal’ is en accepteren dit niet. De organisatie voert hierop beleid en heeft instrumenten verankerd. Het onderwerp ‘leeft’ en de urgentie wordt breed gedragen.
27
Accenten qua maatregelen en instrumenten -
Gemeenten zullen zich bij de aanpak van geweld tegen werknemers met een publieke taak extra richten op de ketenaanpak van agressie en geweldsincidenten. De benodigde VPT-maatregelen worden ingevoerd.
-
De aanpak van relationeel geweld richt zich op stoppen van geweld en voorkomen van recidive door maatwerk. Gemeenten, politie en Openbaar Ministerie hanteren rond de Veiligheidshuizen een uniforme werkwijze. De inzet is een steeds doelmatigere mix van zorg en repressie.
-
De Wet Tijdelijk Huisverbod en de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling worden toegepast. Deze zorgen ervoor dat eerder en vaker signalen optreden.
-
Deelname aan meldpunt ‘Veilig Thuis’.
-
Voorlichtingscampagnes over huiselijk geweld breed uitdragen.
5.4
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit
Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in Nederland en ook in de gemeenten van Oost-Brabant een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en overlast bij de inwoners maar ook voor zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Hierbij gaat het om het tegengaan van de vermenging van de onderwereld in de bovenwereld. Beoogde effecten Het creëren van een ongunstig klimaat voor het bedrijven van criminele activiteiten. Op basis van integrale samenwerking tussen de ketenpartners bewerkstelligen dat de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit zodanig wordt aangepakt, dat de ondermijnende invloed op de samenleving wordt weggenomen. Accenten qua maatregelen en instrumenten Deelname aan het RIEC. Verkrijgen van inzicht door de Quickscan bestuurlijke weerbaarheid en het Ondermijningsbeeld en de hieruit voortvloeiende actiepunten uitvoeren. Toepassen van Bibob en deze uitbreiden naar de omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu. Voeren van 13b beleid. Informatieknooppunt opzetten voor de verzameling en verdeling van informatie. Awareness creëren.
28
5.5
Verkeer
Uit de Gemeentebeleidsmonitor Leefbaarheid en Veiligheid 2014 komt naar voren dat veel bewoners hard rijden zien als groot veiligheidsprobleem in de gemeente Bernheze. Gelet op de ongevallencijfers kunnen we concluderen dat het om subjectieve onveiligheid gaat, het gevoel van mensen. Het probleem van te hard rijden in de kernen, worden naar verwachting niet zondermeer opgelost door het nemen van extra infrastructurele maatregelen. In het nieuwe verkeersbeleid dat in 2015 ontwikkeld wordt zal aandacht zijn voor eventuele infrastructurele knelpunten. Beoogde effecten De overlast door te hard rijden is in 2018 met 10% gedaald ten opzichte van 2013. Accenten qua maatregelen en instrumenten Bewoners (mede)verantwoordelijk maken voor de verkeersveiligheid in de wijk; Inzetten op mensgerichte maatregelen en deze verder uitbreiden. Een concrete aanpak wordt nader uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid. Zoveel als mogelijk aanhaken bij regionale en Brabantbrede acties in het kader van “Brabant op weg naar nul verkeersdoden”.
29
6.
Organisatorische borging
In dit hoofdstuk wordt de gemeentelijke organisatie beschreven om de uitvoering van het Integraal Veiligheidsbeleid goed te laten verlopen.
6.1
Veiligheid in de gemeentelijke organisatie
Integraal Veiligheidsbeleid raakt bijna de gehele gemeentelijke organisatie en kent vele externe partners. Het is daarom belangrijk het beleid af te stemmen op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau en dit op de juiste wijze te coördineren. De beleidsmedewerker Integrale Veiligheid vormt de spil van de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Door het instellen van een stuurgroep en coördinatiegroep Integrale Veiligheid en door de beleidsmedewerker Integrale Veiligheid centraal in het beleid te positioneren kan het Veiligheidsbeleid breed door de organisaties en partners gedragen worden. Schematisch ziet de organisatie rondom het veiligheidsbeleid er als volgt uit:
Gemeenteraad Driehoek (districtelijk) College van B&W Overleg veiligheid politie Burgemeester Politie (teamchefs) Beleidsadviseur
Stuurgroep IV
Coördinatiegroep IV
Coördinator IV Overleg me-
Als aanjager en gedeeltelijk
dewerker A
uitvoerder
Overleg onderwerp C
Overleg veiligheid intern burgemeester coördinator IV secretaris -
Overleg onderwerp B
Overleg medewerker D
Stuurgroep De stuurgroep werkt op bestuurlijk/management niveau. De stuurgroep bereidt één keer in de vier jaar de kadernota voor en keurt daarnaast het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid mede goed voordat dit naar het college gaat. De stuurgroep heeft een controlerende functie voor het monitoren van de voortgang van het uitvoeringsprogramma. Het is belangrijk het draagvlak van de stuurgroep hiervoor te hebben, omdat voor de jaarlijkse activiteiten capaciteit en budget nodig kan zijn. De stuurgroep komt één keer per jaar bijeen.
30
Coördinatiegroep Naast de stuurgroep fungeert een coördinatiegroep Integrale Veiligheid. De coördinatiegroep werkt op ambtelijk/medewerkersniveau. Deze groep heeft als taak de uitvoering van de kadernota en uitvoeringsprogramma’s Integrale Veiligheid te coördineren en met elkaar af te stemmen. Zij bereiden het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en de vergadering van de stuurgroep voor. De coördinatiegroep komt ieder kwartaal bijeen. Politieoverleg De burgemeester heeft maandelijks overleg met de teamchefs van de politie. Bij dit overleg is de beleidsmedewerker Integrale Veiligheid aanwezig. In dit overleg worden de actuele politiecijfers besproken en hiermee kan de stand van zaken van het Integraal Veiligheidsbeleid gemonitord worden. Driehoek Basisteam Maasland In de driehoek van Basisteam Maasland vindt afstemming plaats over veiligheidsonderwerpen tussen de burgemeester van Oss, Bernheze, de politie en het Openbaar Ministerie. Daarnaast stelt de driehoek jaarlijks de prioriteiten van het Basisteam Maasland vast. Deze prioriteiten krijgen in basisteamverband extra aandacht.
6.2
Politiek-bestuurlijke inbedding
De burgemeester is de verantwoordelijke portefeuillehouder van het Veiligheidsbeleid. Aangezien veel onderwerpen deel uitmaken van overige portefeuilles (denk bijvoorbeeld aan jeugd) ligt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het college voor Integrale Veiligheidsbeleid. De gemeenteraad stelt de kaders vast, door het vaststellen van de kadernota waarin de ambities op het gebied van Integrale Veiligheid zijn opgenomen. Daarnaast zal de raad de uitwerking van het beleid controleren door kennis te nemen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma dat door het college wordt vastgesteld.
6.3
Planning en control
Naast het vaststellen van de kadernota die een looptijd van vier jaar heeft, geldt er een jaarlijkse cyclus. Deze cyclus ziet er als volgt uit: 1. Vaststellen uitvoeringsprogramma; 2. De gemeenteraad informeren over het uitvoeringsprogramma; 3. Uitvoering van het uitvoeringsprogramma; 4. Evaluatie aan het einde van het jaar; 5. Toewerken naar een nieuwe uitvoeringsprogramma.
31
6.4
Communicatie
Bij het Integraal Veiligheidsbeleid is communicatie erg belangrijk, vooral omdat het een omvangrijk terrein is waar de burger op verschillende manieren mee te maken heeft. Dit begint al bij de input voor de Gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en Leefomgeving. Maar ook in het verdere traject is het contact met de inwoners van belang. Over het Veiligheidsbeleid wordt in hoofdlijnen gecommuniceerd via het gemeentelijke weekblad en op de website. Inhoudelijk wordt per veiligheidsthema bekeken welke communicatie nodig is. Uitgangspunt is dat bewoners actief op de hoogte worden gehouden.
6.5
Financiën
Het Veiligheidsbeleid kan alleen effectief zijn als het bijgehouden wordt en als de benodigde maatregelen bekostigd kunnen worden. Voor alle maatregelen geldt dan ook dat realisatie afhangt van de beschikbaarheid van middelen en capaciteit. Sommige maatregelen zullen uit het reguliere budget betaald kunnen worden en in sommige gevallen zal extra budget gevraagd moeten worden. Indien dit nodig is, wordt dit nader uitgewerkt in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid. Voor de uitvoering van het Integraal Veiligheidsbeleid is jaarlijks een werkbudget van bijna 17.000 euro beschikbaar. De besteding van de gelden wordt jaarlijks met het vaststellen van het uitvoeringsprogramma door het college ingevuld. Daarnaast is er structureel budget voor onder meer het financieren van activiteiten van het Veiligheidshuis, ‘Veilig Thuis’, Regionaal Informatie en Expertisecentrum, nazorg aan ex-gedetineerden en het Veiligheidsfonds OostBrabant.
32