Een
biobased brug
van en voor de
Zuidwestelijke Delta
businesscase Biobased Brug
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Businesscase Biobased brug in Terneuzen Met medewerking van: Provincie Zeeland Avans Hogeschool
Mei 2014 Auteurs: Ad Kil Ro Koster Jan Schouw
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Samenvatting en conclusies. . . . . Context . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gevolgd proces . . . . . . . . . . . . . . Locatiekeuze . . . . . . . . . . . . . . . Materiaal, ontwerp en constructie Samenwerkingspartners . . . . . . . Begroting en realisatie . . . . . . . . Lessons learned . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
.3 .4 .7 11 13 19 20 21
2
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
1 samenvattIng en conclusIes een woord vooraf We hebben de afgelopen tijd met veel plezier gewerkt aan deze businesscase voor een biobased brug. Zowel het werken aan de “harde” kant zoals materialisatie en ontwerp heeft voor veel inspiratie en energie gezorgd, maar ook de organisatie van de “zachte” kant, zoals het proces en de samenwerking heeft tot vruchtbare resultaten geleid. Het werken aan de ontwikkeling van de biobased brug is een mooi samenwerkingsmodel gebleken om al deze zaken aan op te hangen. Complimenten gaan dan ook uit naar iedereen die heeft meegewerkt en hier zijn tijd en energie in heeft gestoken. Het werken aan deze businesscase is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de provincie Zeeland en Avans Hogeschool. Wij danken onze begeleiders Marcel de Theije en Willem den Ouden voor hun opbouwende commentaren en nimmer aflatende belangstelling. samenvattIng en conclusIes Deze businesscase beschrijft de mogelijkheden om een biobased brug te realiseren in de gemeente Terneuzen. Het vormt de opvolging van een projectweek in Axel, eind 2012, waarbij door Ro&Ad architecten, in samenwerking met Avans Hogeschool, tijd en aandacht is besteed aan de (on)mogelijkheden om een biobased brug te bouwen. Met financiële ondersteuning van de provincie Zeeland en Avans Hogeschool is in de loop van 2013 een verdere uitwerking gemaakt. Daarbij is gebleken dat er op dit moment voldoende materiaalkennis en constructieve mogelijkheden zijn om een brug van 30 meter te kunnen realiseren bij de Kaagbrug in Terneuzen. De brug zou daarmee in de
behoefte van een recreatieve verbinding voorzien en zou, door de directe nabijheid van het Biobase Trainings Centre in Terneuzen, een icoonfunctie kunnen vervullen voor de biobased economy als geheel. Uit de samenwerking met de partijen is een voorstel gekomen voor ontwerp, materiaalkeuze en constructie van de brug. De samenwerking heeft ook een concreet voorstel opgeleverd voor de realisatiefase. Er zijn mogelijkheden voor samenwerking met Vlaanderen ontstaan om een aanvraag te doen voor financiële ondersteuning uit het INTERREG programma. Avans Hogeschool heeft studenten ingezet voor een deelstudie en een subsidie aangevraagd om een verdere bijdrage aan dit project te kunnen leveren. Met verschillende financiers is gesproken over hun participatie. Hoewel dat in dit stadium van businesscase nog niet leidt tot (verdere) hardere afspraken, is de belangstelling vanuit die partijen zeker gewekt. Deze businesscase vormt een solide basis om een brug van vlasvezels en biocomposiet te kunnen realiseren. De verzamelde expertise, zowel technisch inhoudelijk, organisatorisch als financieel rond deze businesscase hebben in relatief korte tijd tot dit resultaat geleid. Realisatie van de brug vereist een stevige projectorganisatie. Daarvoor is meer dan voldoende ervaring en expertise te mobiliseren uit de huidige coalitie. De realisatie vraagt ook om middelen. De indicatieve begroting laat een bedrag van ongeveer € 1.000.000 zien voor realisatie. Een van de beperkingen om een brug te gaan realiseren is dat de regelgeving op dit moment nog geen normen heeft voor biocomposieten. De brug zou echter een testcase kunnen worden om deze te ontwikkelen. De sociale innovatie die we met deze brug voor ogen hebben, is deels gerealiseerd door de stevigheid, vasthoudendheid en het enthousiasme van de coalitie die aan dit plan heeft gewerkt. Een verdere uitwerking van die samenwerking en een verdere binding in de regio hangt samen met de mogelijkheden om de brug te kunnen realiseren.
3
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
2 context BIoBased economy Het begrip ‘biobased economy’ is relatief nieuw. Wikipedia meldt dat de term voor het eerst is gebruikt door Juan Enriquez en Rodrigo Martinez. Enriquez is futuroloog en onder meer geïnteresseerd in biotechnologie. Martinez houdt zich bezig met ontwerp en biologie, zie: http:// designandbiology.blogspot.nl/. Sinds 2005 duikt het begrip ook in Nederland op en houden gevestigde en nieuwe instituties zich bezig met de ontwikkeling van deze biobased economy. Er is redelijke consensus over wat we onder een dergelijk economie zouden moeten verstaan: “De Biobased Economy (BBE) is een economie waarin gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie worden ingezet voor niet-voedseltoepassingen. Een economie waarin biomassa worden toegepast voor de productie van materialen, chemicaliën, transportbrandstoffen en energie (elektriciteit en warmte) (www. biobasedeconomy.nl)”. Figuur 1: visualisatie biobased economy
Het zal duidelijk zijn dat hiermee ook nieuwe kansen ontstaan voor de ontwikkeling van nieuwe producten, een verminderde afhankelijkheid van fossiele grondstoffen en nieuwe perspectieven voor de agrarische wereld. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2014) noemt het als volgt: “De Biobased Economy neemt een belangrijke plaats in in de circulaire economie en is een omvangrijke en gezamenlijke opdracht voor overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Het biedt nieuwe kansen voor het bedrijfsleven en heeft de potentie om door te groeien tot één van de speerpunten van de nationale economie. Zeker omdat Nederland sterk is in chemie, agrofood en logistiek, is de Biobased Economy een van de wijzen waarop Nederland groene groei kan realiseren”.
4
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
De Biobased Delta is een samenwerking tussen multinationals, het MKB, overheden en kennisinstellingen uit Zuidwest-Nederland. Haar bestaansrecht formuleert zij als volgt: “De regio Zuidwest-Nederland is koploper op dit gebied. Er is hier een grote agrosector en chemische sector en een gunstige geografische ligging op de as Antwerpen-Rotterdam. Ook zijn er verschillende diepzeehavens aanwezig. Dit alles maakt van de Biobased Delta een ondernemende, onderscheidende en toepassingsgerichte regio. Bundeling van de aanwezige krachten zorgt voor groei van de biobased economy”. transItIes De ambities zijn groot en zuidwest Nederland lijkt een goede uitgangssituatie te hebben om een en ander waar te maken. Biobased economy gaat over de transitie van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar een economie die draait op biomassa: een transitie van ‘fossil based’ naar ‘bio based’. Maar evenzeer gaat deze transitie over nieuwe vormen van samenwerking. Nieuwe producten vragen om een markt, om eindgebruikers. Het samenwerken binnen de keten van innovatief product naar eindgebruik is minstens een zo belangrijke opgave. Er zitten twee zijden aan de transitie naar een biobased economy: de technische invalshoek en de procesmatige kant. In de opvattingen over transities (onder andere Rotmans, 2010) wordt over die procesmatige kant gesteld dat veranderingen plaats vinden in ‘niches’, in kleinere groepen die op basis van gedeelde visie en overtuigingen een verandering daadwerkelijk inzetten. Als klein experiment, als pilot, als voorbeeld. Om van daaruit te kunnen versnellen en opschalen. De verschillende fases van een transitie worden vaak als volgt voorgesteld:
Figuur 2: het transitieproces
Analyse van het heden vraagt om een visie voor de toekomst. Op basis daarvan worden routes uitgezet, wegen die daarheen kunnen leiden. Experimenten bieden zicht op de mogelijkheden van die verschillende routes. Experimenten die succesvol zijn, krijgen navolging en leiden tot verankering van nieuwe opgedane kennis en inzichten.
5
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
BIoBased Brug: een Icoon Binnen dat hele krachtenspel van de transitie naar de biobased economy hebben wij ontdekt dat er veel wordt nagedacht en onderzocht t.a.v. de gewenste richtingen en oplossingen, maar dat de concreetheid van realisatie nog beperkt is. En wij voelden ons, als praktisch ontwerpers, uitgedaagd om te werken aan een tastbaar project, aan een icoon voor de biobased economy. Onze ‘niche’ is een droom geworden voor een 100 % biobased brug. Dat idee is uitgewerkt tijdens een projectweek in oktober 2012. We verbleven die week in een huis in Axel, Zeeuws Vlaanderen, in het kader van de door het Centrum voor Beeldende Kunst Zeeland georganiseerd project “Krot of Kans”. In deze week werden ongeveer 30 experts en stakeholders uitgenodigd met de relevante kennis om de Biobased brug te gaan realiseren. Dit waren experts van uiteenlopende werkvelden, van onderwijsinstelling tot bedrijfsleven, van kunstenaar tot lokale vlasproducent en van Rijkswaterstaat tot provinciale bestuurder. In de projectweek zijn zo veel mogelijk kennis, inzichten en ideeën verzameld rond de thema’s techniek, locatie, proces, veiligheid, ontwerp en gebruik. Uit deze informatie is een conclusiedocument samengesteld. In dit document wordt een impressie gegeven van de brug en vooral van het proces dat moet leiden tot realisatie. Om dat proces, naar wat we de biobased brug 1.0 zijn gaan noemen, te kunnen faciliteren, zijn we op zoek gegaan naar partners. In 2013 is een financiële bijdrage ontvangen van de Provincie Zeeland en Avans Hogeschool om een businesscase op te stellen voor de biobased brug 1.0. De visie en ambities uit het conclusiedocument zijn gebaseerd op de hoge ambities die tijdens de inspirerende Axel projectweek zijn komen bovendrijven. Een kleine impressie daarvan is weergegeven in het volgende intermezzo:
Intermezzo Wat zou er gebeuren als we in regio Rotterdam - Zeeland - Noord Brabant Noord West Vlaanderen, met regionaal gegroeide gewassen, met studenten uit de regio en met kennis en inzet van bedrijven, een brug ontwikkelen die werkelijk een positieve voetafdruk in de gehele Zuidwestelijke Delta creëert? Met deze brug vergroten we de kennis over biobased producten en constructies: sterkte, veiligheid, ecologie, materiaalonderzoek, het ontzien of zelfs versterken van de voedselketen, levenscyclusanalyses, biomimicry en productietechnieken. Hiermee kunnen we échte producten ontwikkelen die onze duurzame toekomst gaan maken. We stimuleren zo niet alleen de economische activiteit, maar geven ook richting aan een nieuwe, circulaire economie die gebaseerd is op bredere waarden. Met ontwikkeling van de brug wordt ook de lokale en regionale biodiversiteit vergroot en nieuwe sociale verbanden in de samenleving aangebracht. Bedrijven, instellingen en bewoners die elkaar nu nog niet ontmoeten, komen elkaar tegen in het ontwikkelingsproces en bij de realisatie van de brug. Op deze manier worden én blijven bedrijven, studenten en bewoners betrokken bij hun omgeving. De brug wordt een innovatiemotor en een integraal onderdeel van het hele ecosysteem waarbij gebruikt gemaakt wordt van de bestaande infrastructuur van onderwijs, bedrijven en overheid. Zo slaan we ook figuurlijk een brug van de oude naar de nieuwe economie en van oude naar nieuwe kennis. Daarbuiten markeert hij als icoon de transitie van fossiele naar biobased grondstoffen. De brug wordt letterlijk en figuurlijk een landmark in Zeeuws Vlaanderen in de regio rond Terneuzen en een icoon voor Zuidwestelijke Delta én de biobased industrie. Het zal een grensoverschrijdende attractie worden met een grote aantrekkelijkheid, schoonheid, kwaliteit en verbeeldingskracht die de regio een nieuwe impuls zal geven en bij zal dragen aan de trots van de regio. Uiteindelijk ontstaan er zo processen en producten die een werkelijk positieve voetafdruk hebben in de Zuidwestelijke Delta. Iedereen en alles, van boer tot gebruiker en van microbe tot gewas, profiteert van dit innovatieproces. De Zuidwestelijke Delta maakt zo zijn pioniersrol in de Biobased Economy werkelijk waar.
6
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
3 gevolgd proces post-axel De Axel bijeenkomst van december 2012 heeft ideeën opgeleverd (Zie ook het document Biobased Landmark van en voor de Zuidwestelijke delta), maar vooral ook contacten. Een mix tussen wat wel de drie O’s wordt genoemd: Onderwijs, Ondernemers en Overheid. Een andere benadering wordt ook wel gebruikt: K3: Kracht, Kapitaal en Kennis. Deze laatste sluit wat meer aan op de beweging die we wilden inzetten: hoe komen we vanuit het Axel document naar een verdere stap: ontwerpen, construeren en realiseren? We beseften dat we daar wat kapitaal voor nodig hadden, voldoende kennis, maar vooral ook: ausdauer. Momentum opnieuw creëren. Hoe mooi en inspirerend plannen ook mogen zijn en hoeveel voldoening het geeft om daaraan te werken, het maken van de volgende stap vraagt weer om overtuigingskracht, praten, en het organiseren van een volgende fase. In het vorige hoofdstuk hebben we ons, binnen de transitie-theorie, neergezet als ‘niche-speler’ die vanuit het experiment van de biobased brug wil doorbouwen. Naast het ontwerpen en construeren van een biobased brug, wilden we nagaan hoe een coalitie van partijen rondom deze opgave volhoudbaar zou kunnen zijn. Hoe zorgen we ervoor dat de brug geen eendagsvlieg blijft, maar een beginpunt vormt van een route. Wat hebben partijen daarvoor nodig? Wat overtuigt hen? Hoe financieren we dat? Er is, op basis van de Axel contacten, een long list opgesteld van partijen die zouden kunnen bijdragen aan de opgave. Deze zijn benaderd voor een eerste sessie.
KIcK off sessIe Met deze partijen is op 4 oktober 2013 een kick off sessie gehouden. Daarbij is het geheugen nog eens opgefrist en is de opgave uit te doeken gedaan. Er is gevraagd naar bijdragen vanuit de individuele personen en hun bedrijven en naar commitment in het verdere proces. Bijdragen hebben we vertaald in de vorm van: • • •
Kennisinbreng en tijd t.a.v. de brug zelf; Het zoeken van een locatie voor de brug; Het bijdragen aan het vervolg van een (eventuele) realisatie van de brug. Een blik in de verre toekomst dus.
Deze indeling komt in de buurt van de klassieke indeling naar “inhoud” en “proces”. Waarbij “inhoud” staat voor alles wat te maken heeft met de brug zelf en “proces” voor alle niet technische zaken die nodig zijn voor realisatie: financiering, organisatie, samenwerking tussen partijen. Wat dat laatste betreft is er voorkeur om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van samenwerking en financiering. Daarbij veronderstelden we dat de brug een innovatie vormt die diverse maatschappelijke doelen zou kunnen dienen. Uiteraard een doelstelling op milieugebied: milieudruk verminderen door gebruik te maken van (zoveel mogelijk) organisch restmateriaal van de landbouw. Maar evenzeer een doel op (lokaal) economisch gebied. De grondstoffen van biologische oorsprong dienen zoveel mogelijk lokaal gekweekt te zijn. Daarmee zou ook een sociaal doel in beeld komen: de brug als voorbeeld van een nieuwe toepassing van beproefde kweek-, distributie en verwerkingsmethode binnen het sociaal weefsel van de gemeenschap. De brug kreeg daarmee welhaast iconische betekenis: als verbinding van technische naar sociale innovatie. In die zin heeft de procesgroep een opdracht gekregen om het begrip ‘social innovation’ meer inhoud te geven: hoe komen we van een disciplinaire benadering van deze opgave met gescheiden verantwoordelijkheden tot het benoemen van een samenhangend geheel van meerwaarden? Waarbij de afhankelijkheid en samenwerking met elkaar van last tot lust wordt?
7
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
technIsche uItwerKIng In de kick off sessie is de groep onderverdeeld in een inhoudelijk groep en een proces groep. Inhoudelijk was er vrij snel commitment over de richtingen voor materiaalkeuze, en zelfs locatie. Een verlangen van de provincie Zeeland is dat de brug in de buurt komt van het Bio Base Europe Traning Center in Terneuzen. Door interventie van de gemeente Terneuzen is eigenlijk al in deze kick off sessie de basis gelegd voor een mogelijke locatie, namelijk een fiets en loopbrug naast de al bestaande Kraagbrug over de Otheense Kreek.
vervolgsessIes De beide groepen hebben een vervolgsessie gehouden. Daarbij maakte de hardwaregroep verdere vorderingen met de locatie, materiaalkeuze, en werden aanzetten gegeven tot ontwerp en constructie. De samenwerking binnen deze groep werd hechter. Er was immers een perspectief: technisch kan het allemaal en gemeente Terneuzen stelt een plek ter beschikking. De softwaregroep heeft een intensieve, maar weinig vruchtbare sessie. We praten over een toekomstmodel, die vanuit een bedrijfsmatig perspectief, maar met open besluitvorming kan worden uitgewerkt. Het beeld dat wordt geschetst en voorgelegd aan de groep is die van een coöperatieve vereniging, waarbij dit bedrijf gekenmerkt zou kunnen worden door: een tweeledige doelstelling: • •
innovatie van biobased toepassingen. De brug zou een vervolg kunnen krijgen in een brug 2.0, 2.1 etc. productie van gestandaardiseerde oplossingen. De ontwikkelde materialen worden grootschalig toegepast.
De innovatie is vooral het werk ‘aan de voorkant’, risicovol en vraagt om intensieve samenwerking, het goed kunnen beoordelen en inschatten van toekomstige kansen. De productiezijde is vooral bedoeld om grootschalige toepassingen te realiseren. Massaproductie, gestuurd op winstgevendheid en continuïteit van de bedrijfsvoering. De knip tussen ‘ontwikkeling’ en ‘grootschalige productie’ levert een businessmodel op, dat op zich niet spectaculair is, maar tegemoet komt aan de wens om vanuit de brug continuïteit en een positie te verwerven binnen de biobased economy. Door het organiseren in een coöperatieve vereniging, waarbij de partners bestaan uit direct belanghebbenden binnen dit traject met de brug, wordt gekozen voor een flexibel model, met grote transparantie in de besluitvorming. Figuur 3: locatie brug
De social innovation groep worstelde met de opgave: anders organiseren? Voor wie? Hoe financieren? De resultaten bleven steken in de wens om concreet te worden. We besloten om de beide groepen afzonderlijk bij elkaar te roepen als ‘hardwaregroep’ en ‘softwaregroep’.
8
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Het is duidelijk ‘te ver weg’ allemaal. Continuering van de samenwerking staat of valt voor velen met de concreetheid van de eerste brug. Exercities over ‘wat daarna zou kunnen komen’ blijken de spreekwoordelijke brug te ver op dit moment in het proces. We besluiten om in deze groepsindeling niet verder te gaan en ons te focussen op de hardwarekant: ontwerp, materiaalkeuze, (on) mogelijkheden van de locatie, kostenraming. Van een aantal partijen wordt duidelijk dat zij in dit stadium niet veel waarde kunnen toevoegen aan het geheel. Zij besluiten zelf om hun bijdrage te stoppen of verminderen of wij verzoeken hen om een stap opzij te doen. Deze procesingreep leidt ertoe dat we een veel scherpere focus krijgen met een dedicated groep van mensen/bedrijven. Het betekent ook dat we de breedheid van het thema naar alternatieven voor financiering, organiseren en betrokkenheid op termijn, wat los laten.
Figuur 4: model sociale innovatie Biobased brug
9
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
caravansessIes In totaal zijn er 3 sessies geweest, die min of meer thematisch zijn vorm gegeven. Daarbij zijn we, met een caravan, een aantal locaties langs geweest om ter plekke met betrokken te praten.
➊ De 1e sessie was op de locatie bij de gemeente Terneuzen waar de brug zou komen. Terneuzen ziet voldoende mogelijkheid om de brug te realiseren. De nabijheid van het Bio Base Europe Training Center is zonder meer een pre. En was ook een (weliswaar niet dwingend) verzoek van de provincie Zeeland. ➋
In de 2e sessie bij de TU Delft is er vooral over materiaal gesproken. Het is daarbij duidelijk geworden dat er t.a.v. de harsen die gebruikt kunnen worden nog veel onduidelijk is t.a.v. de eigenschappen op langere termijn. Als gevolg daarvan is er ook geen helderheid over normstelling voor te gebruiken materialen. Dit heeft onder andere consequenties voor de eisen die Terneuzen zal willen stellen aan materiaalkeuze en constructie.
➌
De 3e sessie werd besteed aan de financiën en welke partners voor het project belangrijk zouden kunnen zijn. Willem Sederel (Biobased Delta) gaf hierbij aan dat realisatie van de brug een behoorlijke financiële inspanning zal vragen. De vraag is of die middelen uit de regio beschikbaar komen. Een andere mogelijkheid zou een INTERREG aanvraag kunnen zijn. We bespreken ook de mogelijkheden van samenwerking op termijn. Ook nu blijkt dat dat allemaal toch te ver weg is. Focus op realisatie van de brug bij Terneuzen is prioriteit 1. Sederel biedt aan een bespreking te organiseren met partners uit België: http://www.fi-sch.be/nl/. De follow up sessie van sessie 3 is een bespreking geweest met Fisch. Daar bleek dat zij erg geïnteresseerd zijn om in dit project te participeren. Hebben ervaring met subsidieaanvragen met INTERREG en bieden aan om de aanvraag te verzorgen. Zij adviseren ook om de nodige keuringsinstanties juist onderdeel proberen te maken van het project, zodat zij niet specifiek gaan beoordelen, maar juist deelnemen. Tijdens de sessies is door Avans een zogenaamde SIA Raak aanvraag gedaan met een aantal raakvlakken met het wordingsproces van de biobased brug. De aanvraag biedt o.a. de mogelijkheid om studenten een kleinere versie van de brug te laten maken. Hetzij als schaalmodel, hetzij als kleine testvariant van de brug bij Terneuzen.
10
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
4 locatIeKeuze Brug en omgevIng Bij het ontwerpen van een brug, neemt de locatie soms een wat ambivalente plek in binnen het hele proces. Enerzijds is een brug een technisch product, waar je naar kan kijken als stand alone object. Zo zijn er genoeg voorbeelden van geprefabriceerde bruggen die, ongeacht de locatie, alleen rekening houden met de technische randvoorwaarden als overspanning, belasting en vrije doorvaarhoogte. Anderzijds is een brug ook te zien als een ruimtelijke ingreep in het landschap, waarbij de locatie een aanleiding kan zijn voor het ontwerp. Het initiatief van de biobased brug is de wens om een brug te maken: Van de Biobased Delta, Voor de Biobased Delta. Een maximale verbinding tussen de regionale partners die het materiaal kunnen produceren, toepassen, financieren en gebruiken. Deze keuze is een keuze voor het zoeken naar een echte plek: een plek in de Biobased Delta waarmee de brug zich letterlijk en figuurlijk mee kan verbinden. De brug en directe omgeving1 moet laten zien welke en hoe partijen erbij betrokken zijn. Een andere conclusie die we getrokken hebben is, dat we ook op een plek moeten gaan zitten waar een brug nodig of wenselijk is. Dat maakt de kans op doorontwikkeling en realisatie een stuk groter. We hebben dus ook gezocht naar een plek waar behoefte is aan een brug.
KraagBrug De locatiekeuze was onderdeel van de opdracht aan de hardwaregroep, en is al in de eerste sessie ter sprake gekomen. Bij deze sessie hebben we o.a. Maarten Molenaar uitgenodigd die als stedenbouwkundige werkzaam is bij de gemeente Terneuzen. Hij gaf aan dat één van de potentiële locaties een verbinding voor langzaam verkeer over de Otheense Kreek is bij de “Kraagbrug” langs de N290. Dit sloot goed aan bij een van de suggesties van de Provincie Zeeland om een plek te zoeken in de buurt van het Bio Base Training Center in Terneuzen. Ondanks enkele andere suggesties die ter sprake zijn gekomen is deze plek uiteindelijk komen bovendrijven als de meest geschikte en deze zijn we dan ook verder gaan onderzoeken. Dat betekende direct dat we hier aan de gang kunnen met een serieuze brug; de overspanning bedraagt rond de 30 meter.
Figuur 5: locatie biobased brug Kraagbrug
1
Het Bio Base Training Center BV, de gemeente Terneuzen, de onderwijsinstellingen e.d.
11
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Met de eerste caravansessie zijn we dan ook naar Terneuzen gegaan en hebben de caravan op de Kraagbrug gezet om de locatie nader te onderzoeken.
Figuur 6: caravansessie Kraagbrug
Met Maarten Molenaar van de gemeente Terneuzen en Stef Janssen (BESEKK) zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van de locatie onderzocht. Aangrijpingspunt is onder meer de opgave voor Terneuzen. De gemeente probeert al enige jaren het zogenaamde “Rondje Kreek” te realiseren. Dit is een recreatieve route die gedeeltelijk al bestaat, maar die voor een deel nog moet worden aangelegd. Hiervoor is door Bosch Slabbers in 2007 al een landschapsplan gemaakt. Het letterlijke sluitstuk van de route is een brug die ter hoogte van de Kraagbrug het rondje kreek afmaakt. Deze locatie heeft alle kenmerken die we van tevoren gedefinieerd hadden. De werkelijke wil of noodzaak voor een brug, vlakbij het Bio Base Training Center. Verder is het rondje kreek een recreatieve langzaam verkeer route, die geschikt moet zijn voor fietsers, skeeleraars en wandelaars, zodat ook de belasting binnen de perken blijft. Bovendien schept de
Figuur 7:
uit landschapsplan Bosch Slabbers (2007)
locatie mogelijkheden om de gewenste uitbreiding van functies in de bug of de directe omgeving op te nemen. Het enige punt dat niet geheel overeenkomt met onze initieel gestelde wensen, is de overspanning van de brug. Die is met 25 a 29 meter nogal fors voor een eerste biobased brug. Hierop komen we in de uitwerking van het ontwerp nog terug. Wat betreft de doorkijk naar de toekomst is het een voordeel dat de gemeente Terneuzen ook al een (bescheiden) budget voor de brug heeft gereserveerd. Dat geeft mogelijkheden voor doorontwikkeling en uitvoering in de toekomst.
12
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
5 materIaal, ontwerp en constructIe KennIs InwInnen Bij de deelnemers aan de Hardwaregroep is informatie opgehaald over toe te passen materialen, constructietechnieken, ontwerpmogelijkheden, technische haalbaarheid, en uiteindelijk ook over financiën. Over het laatste later meer. Bij het materiaalonderzoek zijn we geholpen door 2 studenten van Avans Hogeschool, Jorn van Haperen en Razan Qistina onder begeleiding van Alwin Hoogendoorn. Zij hebben een onderzoek gedaan naar mogelijk toe te passen biobased materialen zoals vezels en dragers, maar ook zelfs naar productietechnieken, ontwerpstrategieën en productiemethoden. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd. (Biobased Project Terneuzen, Razan Qistina, Jorn van Haperen). Verder zijn we bij constructietechnieken en maakbaarheid in de hardwaresessie in Terneuzen en caravansessie bij de TU in Delft vooral geholpen door Rick Brouwer van Lightweight Structures en Willem Böttger van NPSP. materIaalKeuze Dat de brug gemaakt moet gaan worden van een biocomposiet, was voor de kenners al snel duidelijk. Biocomposiet bestaat uit 2 componenten: een vezel (fibre) en een hars (resin). Dit is vergelijkbaar met een glasvezel versterkt met polyester. Voor de biobased brug komen we voor de vezels uit op vlas; deze keuze was betrekkelijk eenvoudig. Vlas groeit in de regio, is van de groep toe te passen natuurvezels een van degene met de sterkste constructieve eigenschappen en het laat zich goed verwerken in composieten. Bovendien is vlas ook in constructieve wevingen beschikbaar.
Figuur 8; voorbeelden van wevingen
Voor de hars of Resin is het verhaal veel complexer. Er zijn op dit moment wel 100% biologische harsen beschikbaar, maar slechts in kleine hoeveelheden. Op dit moment is er nog niet genoeg beschikbaar voor het maken van een brug. De verwachting is echter wel, dat binnen enkele maanden deze biologische harsen in voldoende mate beschikbaar zullen zijn om een kleine brug van te kunnen maken. Grotere beschikbare hoeveelheden zullen naar verwachting snel volgen. Fabrikanten van deze harsen zijn o.a. Euroresins of CCP Composites (beide DSM), Nuplex en DOW Chemical.
13
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
productIemethode Voor de maat die de brug moet hebben (overspanning 25-29 meter), zijn er 2 methodes van produceren te onderscheiden. De eerste is om een mal te maken in de vorm die de brug moet krijgen en daar de brug in te maken. Dit is technisch haalbaar, maar het is een dure methode. De tweede methode is de “verloren mal” methode. Hierbij wordt de brug van bijvoorbeeld een schuim gemaakt, waarna de constructieve materialen, vlas en hars, daar overheen worden aangebracht. Bij beide methodes wordt het vlas eerst ingelegd, waarna met een vacuümtechniek de hars in de vezels wordt geïmpregneerd. Dit om volledige verzadiging van de vezels met hars te verkrijgen, en om luchtbellen uit het oppervlakte te krijgen. Dit is nodig omdat er anders vocht in het product kan komen wat funest is voor de vlasvezels en de duurzaamheid van het eindproduct. Er is wel verschil in de uiteindelijke oppervlaktestructuur van beide methoden. Bij de eerste krijgt het eindproduct een glad uiterlijk, bij de tweede wordt het uiterlijk wat gerimpeld en grover van structuur, omdat de mal aan de binnenzijde zit. Om financiële en uitvoeringstechnische redenen is voor het ontwerp voor de biobased brug de tweede methode gekozen. Deze methode vraagt er uiteraard om dat het materiaal van de “verloren mal” ook biobased moet zijn. Dit materiaal hebben we gevonden in de vorm van Biofoam. Dit is een biobased materiaal dat gemaakt wordt uit opgeschuimd Poly Lactic Acid (PLA). Dit is een Nederlandse vinding en wordt in Nederland geproduceerd.
Productietechnisch betekent e.e.a. het volgende. De brug wordt in delen opgedeeld. Elk deel wordt met een 3-dimensionale frees uitgesneden in biofoam. Daarna worden die delen samengesteld en wordt het vlas en de hars aangebracht volgens de vacuümmethode. Het biofoam wordt op deze manier ook werkelijk onderdeel van de constructie met vlas en hars. Als de brug klaar is wordt hij naar de locatie getransporteerd en ter plaatse gemonteerd.
14
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
ontwerp en constructIe Verschillende factoren hebben uiteindelijk het ontwerp van de biobased brug bepaald. Dit zijn de locatie, materiaal en de productiemethode. Dit is samengevoegd tot een idee of concept, waarbij we de uiteindelijke haalbaarheid altijd in het oog hebben gehouden. Het eerste idee was om de brug zo simpel mogelijk te houden. Er moet een verbinding komen van de ene naar de andere kant. Omdat vlas goed trekkrachten kan opnemen, maar geen drukkrachten, doen we dit door een biobased vlak te spannen van de ene naar de andere kant.
De krachten die op de oever komen moeten dan in de aanlandingen worden opgelost.
Figuur 10: schets constructie brug Figuur 9: schetsontwerpen brug
Dit levert een mooi, simpel en sereen beeld op. Constructief is het een schaal, waarin de constructiehoogte varieert. Dik in het midden waar grote momenten optreden, dun langs de randen waar minder grote krachten een rol spelen. Zo ontstaat een verlopende doorsnede zowel in de langsdoorsnede als in de dwarsdoorsnede.
15
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Figuur 11: schets constructie brug
Figuur 12: schets constructie brug
Als dat constructief wat verder wordt uitwerkt, dan valt op dat er wel behoorlijke krachten ontstaan die met trekbalken moeten worden opgevangen.
Voor de veiligheid van de passanten is een reling nodig. Deze integreren we in de brug, samen met een bankje dat opgenomen wordt in de reling
Figuur 13: dwarsdoorsnede brug: reling en bank
De brug wordt in het midden dikker gemaakt om het grotere moment wat daar optreedt op te vangen.
16
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
omgevIng Bij het ontwerp van de biobased brug, maar ook bij de aansluitingen van de brug met de directe omgeving, zijn we er altijd van uit gegaan, dat er waarde moet worden toegevoegd aan de plek. Dit kan onder andere door meer functies toe te voegen. Dit doen we op de brug door een bankje toe te voegen, maar dit willen we in de omgeving uitbouwen door daar verschillende verblijfsplekken te gaan maken. Zo is er plaats voor vissteigers, picknickplekken, aanmeerplaatsen en plaats voor een koek- en zopie tent in de winterperiode. Maar bij de aanlandingen willen we de biodiversiteit vergroten door het maken van zachte overgangen en moeraszones. Bosch Slabbers heeft hier in een studie al een aanzet voor gegeven. In dit verlengde willen we het landschap daar nog verder verrijken. Zie Figuur 16, volgende bladzijde Figuur 14: langsdoorsnede brug
regelgevIng Voor bruggen in Nederland gelden strenge regels. Niet allen wat betreft vormgeving, veiligheid en constructie, maar ook voor materiaalgebruik. En juist dat laatste is hier werkelijk anders dan de materialen die normaliter gebruikt worden. Nieuwe materialen moeten worden getest en gekeurd door bevoegde instanties voordat ze mogen worden toegepast in bouwwerken en civieltechnische kunstwerken. Dat zal voor ons materiaalgebruik en onze materiaalcombinatie ook moeten gebeuren. Wij stellen voor om de brug als testmateriaal te gebruiken in samenspraak met de bevoegde instanties. Dit zou kunnen door een beheersperiode overeen te komen, waarin de brug wordt gemonitord. In de realisatiefase dient het testen van het materiaal en de monitoring daarvan een wezenlijk onderdeel te zijn. Dit traject wordt in een vervolgstap op deze business case meegenomen.
Figuur 15: 3D model
17
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Figuur 16: functionaliteiten omgeving brug
18
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
6 samenwerKIngspartners
hardware
De volgende partijen zijn betrokken (geweest) bij de Axel sessie en/of de follow up. software
deelnemer Axel en/of sessies belangstellende
Vanaf het startpunt in Axel t/m de oplevering van deze businesscase is een groot aantal partijen betrokken geweest bij de planvorming. Zoals eerder opgemerkt is in het proces een scheiding aangebracht tussen techniek en proces. Binnen ‘techniek’ zijn alle aspecten aan bod geweest die te maken hebben met ontwerp, constructie en materiaalkeuze. Binnen ‘proces’ is gekeken naar mogelijkheden om de coalitie te kunnen continueren.
hardware
software
contact gelegd Willem Ellenbroek
Avans
Bianca de Vlieger
DLG, Regio Zuid
Kathrin Ginsberg
CBKzeeland
Bart Dankers
Avans
Paul Bleumink
BUCK
Emil Luning
Adviesbureau Luning
Mark Lepelaar
NPSP composieten bv
Hans Muller
Solico
Albert ten Busschen
Poly Products
deelnemer Axel en/of sessies
Alwin Hoogendoorn
Avans
belangstellende
Han van Osch
Avans
contact gelegd
Jan Schouw
VolhardingBreda
gemeente Terneuzen, omgeving en economie
Leon Joore /Esther
Millvision
Willem den Ouden
Avans
Lenno Vermaas
Van de Bilt
Marcel de Theije
kanaalzone prov Zeeland
Brenda Israel
WUR
Andre Kwakernaak
CBKzeeland
Stef Janssen
BESEKK
Ad Kil
RO&AD
Wim Verachtert
Oranjewoud
Ro Koster
RO&AD
Hans van Engen
DLG, Regio Zuid
Niek Hermans
RO&AD
Marcel Michielsen
Rasenberg
Ellen Sillekens
Studio Sillekens
Aart Willem van Vuure
KU Leuven
Richard Piechocki
RABO nederland
Willem Böttger
NPSP
Dorine Putman
ASN bank
Aart van den Dool
Avans
Floris van Tilburg
Cradle Crops
Rik Brouwer
Lightweight Structures
Henk Seffelaar
Rasenberg
Martin de Keizer
Avans student
Leo Leynse
prov Zeeland
Theo Meulenberg
Hogeschool Zeeland
Marieke Schoots
Tilburg University
Christiaan Bolck
WUR
Christien Meindertsma
FLOCKS
Teus Baars
Rabobank Terneuzen
Lia Voermans
Strategic Board ZWNederland
Ka Lung To
Oranjewoud
Soer van Herk
RWS
Willem Sederel
Biobased Delta
Frank Zijlmans
Avans
Frans Soeterbroek
De Ruimtemaker
Roger de Leeuw
Avans
Lodewijk Nolson
gemeente terneuzen
Errol van de Werdt
Textielmuseum
Gertjan van der Brugge
biobase trainingscenter
Hebe Verstappen
TextielLab Textielmuseum
Richard van Bremen
prov Zeeland
Suzan Russeler
Textielmuseum
Maarten Molenaar
Figuur 17: deelnemers aan biobased brug: periode oktober 2012 – mei 2014 19
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
7 BegrotIng en realIsatIe IndIcatIeve BegrotIng De hier gepresenteerde begroting is tot stand gekomen vanuit verschillende invalshoeken. Allereerst is een inschatting gemaakt van de kosten voor de realisatie van de brug zelf. Daarnaast is er gelet op de randvoorwaardelijke trajecten die nodig zijn om bijvoorbeeld de wensen/eisen ten aanzien van de brug scherper te krijgen. Daaronder wordt ook verstaan: de studie die nodig is om de kwaliteit van de brug te toetsen. Dit in overleg met het bevoegd gezag. Bedacht moet ook worden dat nog een traject van vergunningverlening nodig zal zijn. En er mag worden verwacht dat uitvoerig overleg nodig zal zijn over dit bijzondere traject. Een aantal partijen heeft zich gebogen over de begroting, die moet worden gezien als een export judgement van ter zake kundige partijen. Voor de bouw van de brug zelf is teruggevallen op de input van, met name, Willem Böttger van NPSP. Voor de detaillering van het ontwerp, het programma van eisen en alle randvoorwaardelijke zaken is gebruik gemaakt van een concept projectplan, dat is opgesteld door Ka Lung To van Anteagroup. Tijdens het opstellen van de businesscase is door Anteagroup deze hulp aangeboden om een eventuele realisatiefase uit te werken. Met deze input is een inschatting gemaakt van te verwachten kosten. In de uitwerking van deze businesscase naar een daadwerkelijk plan van aanpak hebben wij daarom rekening gehouden met de volgende posten;
* 1000 € Fase: programma van eisen informatie vanuit stakeholders vaststellen definitief PvE indicatie kosten
10
indicatie kosten
150
Fase: ontwerp, Engineering en Optimalisatie technisch ontwerp vergunningentraject architectonisch ontwerp optimalisatieslagen op integraal ontwerp vaststellen definitief ontwerp (architectonisch en technisch) Fase: monitoring geschiktheid opstellen stappenplan met bevoegd gezag t.a.v. toetsing geschiktheid testen materialen toetsing aan CUR aanbevelingen indicatie kosten
50
indicatie kosten
750
Fase: realisatie Mock - up: toetsing productieproces uitvoering via 'verborgen mal' productie bovenbouw brug Fase: monitoring en nazorg monitoring en rapportage evaluatie
• •
•
• •
het opstellen van een gedetailleerder programma van eisen t.a.v. de brug; het (voorlopig) ontwerp uit deze businesscase verder detailleren en berekenen met als resultaat het definitieve (architectonische en technische) ontwerp. Parallel daaraan het verkrijgen van de nodige vergunningen; het opstellen van een traject om de geschiktheid van de gebruikte materialen te onderzoeken en te toetsen aan de eisen van het bevoegd gezag; de bouw zelf; de monitoring en nazorg na realisatie.
Dit leidt tot de volgende indicatie van kosten:
indicatie kosten TOTAAL
25 985
projectrealIsatIe Voor de uitvoering van de brug, zoals hier gepresenteerd in de businesscase, is een verdere uitwerking noodzakelijk. Zoals hiervoor aangegeven heeft Anteagroup haar diensten aangeboden om een projectrealisatieplan op te stellen. Dat heeft ondertussen een eerste versie opgeleverd, die binnen de groep van initiatiefnemers en procesbegeleiding is besproken. Bij de oplevering van deze businesscase (in concept) is een tweede versie in de maak.
20
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
8 lessons learned De innovatie die we voor ogen hebben met de biobased brug is gebaseerd op het vertrouwen dat we binnen duurzame ontwikkeling echt verschil kunnen gaan maken. De weg die wij voor ogen hebben gaat over een zo groot mogelijke positieve footprint in plaats van een zo klein mogelijke negatieve footprint. Dus goed doen in plaats van minder slecht. Dat vraagt om benaderingen die echt afwijken van het bestaande. Want vanuit het bestaande kun je naar onze smaak hooguit maximaliseren. Zoals in hoofdstuk 2 al aangegeven zien wij bij de biobased economy in feite 2 transities. Een technische en een procesmatige. Wij hebben die 2 transities trachten vorm te geven in deze businesscase biobased brug. De technische transitie wordt gegeven door andere keuzes t.a.v. vezels en harsen. Keuzes gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen en daarmee afstand nemend van de eindige fossiele grondstoffen. De procesmatige innovatie gaat over de wijze waarop we deze aanpak kunnen organiseren, (bege)leiden en financieren. Daarbij is de overtuiging dat er geen enkele partij is die het traject om tot een biobased brug te komen alleen kan realiseren. In het proces staat samenwerking tussen verschillende partners dus centraal. En samenwerking die nog geen duidelijke richting of herkenbare ‘opbrengsten’ voor iedere individuele partner heeft, is niet eenvoudig te realiseren. En toch zal een samenwerking tussen partners gebaseerd moeten zijn op de (directe of indirecte) meerwaarde die elke partij voor zich ziet. Naast dat gerechtvaardigde doel: “what’s in it for me?” speelt de vraag dat elke partij ook zicht moet krijgen op ‘what’s in it for the other?” Iedere deelnemer moet in staat zijn om de opgave te bezien vanuit verschillende perspectieven. Een vorm van empathie is noodzakelijk om een duurzame coalitie te kunnen smeden.
Figuur 18: coalitievorming vanuit empahtie. Naar ValueMediationPartners (2011)
De partners die we benaderd hebben voor onze aanpak zijn partijen waarin economie, ecologie en sociale waarden (onderwijs, overheid) vertegenwoordigd zijn. Het zijn ook partijen, die vanaf de Axel week echt belangstellend waren. Maar in die fase was er nog een bepaalde mate van vrijblijvendheid. Een fase waarin men ook ‘de kat uit de boom kon kijken’. In de periode daarna, toen deze businesscase is opgesteld, werd meer commitment gevraagd. In de kick off bijeenkomst is dat ook aangegeven en is gevraagd om: • •
een bepaalde tijdbesteding door aan een aantal werksessie deel te nemen; een ‘open mind’, d.w.z. de bereidheid om eigen kennis in te brengen en te delen met anderen.
Het proces van coalitievorming wordt vereenvoudigd als volgt weergegeven: als partijen tegenover elkaar blijven staan, is er eigenlijk alleen een confrontatie- of wegloopgedrag mogelijk. Als partijen vanuit eigen en elkaars belangen kunnen en durven kijken, is coalitievorming mogelijk.
21
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
De verdeling in ‘hardwaregroep’ en ‘softwaregroep’ gaf de mogelijkheid om binnen de coalities te komen tot samenwerking binnen gelijke interesses en/of expertises. Vooral de hardwaregroep vloog uit de startblokken en heeft zich sterk gemanifesteerd. Daar was een sterk commitment op de inhoud. Wat een belangrijke rol speelde was de snelheid waarmee gemeente Terneuzen zich aanbod als locatie. Dat gaf direct focus en prikkelde tot nadenken over constructie, materialen etc. Binnen de hardwaregroep zijn zinvolle samenwerkingen tot stand gekomen. NPPS en Lightweight structures hebben elkaar gevonden. Avans Hogeschool benoemt een projectleider en schakelt studenten in voor deelonderzoek. Gemeente Terneuzen detailleert de locatie verder. Er zijn ook partijen afgehaakt binnen deze coalitie. Deels omdat ze (op dat moment) geen meerwaarde hadden, deels door een steeds duidelijker zicht op de eigen rol en/of de positie van biobased in het algemeen. Het is goed geweest om ook afscheid te nemen van partijen, om het proces met de enthousiasten niet te frustreren. Vanuit de softwaregroep zijn meer diverse zaken te melden. Zoals eerder in deze rapportage opgemerkt, was de stap naar een duurzame samenwerking van deze coalitie, net een brug te ver. Er was duidelijk behoefte om directer in het hier en nu te blijven en te focussen op de realisatie van de brug zelf. Dat heeft vooral aanzetten opgeleverd voor een eventueel volgende fase, zoals: • • •
•
het verzorgen van een SIA Raak aanvraag door de projectleider binnen het CoBBE van Avans; het in contact komen met Fisch, die mogelijkheden ziet voor een INTERREG aanvraag voor de realisatie; het aanbod van Anteagroup om een projectleider te leveren voor de realisatiefase. Daaruit is onder meer een concreet projectplan voortgekomen waar een projectstructuur en stappenplan is uitgewerkt; belangstelling vanuit de financiers om een uitvoeringsplan te beoordelen en eventueel te financieren.
leerervarIngen; Het is niet makkelijk om de leerervaringen te benoemen. We zitten nog midden in het proces en een zekere afstand van het proces is nodig om goed terug te kunnen kijken. Toch wagen we ons aan een paar voor ons opvallende zaken. coalItIevormIng; Het bij elkaar brengen van een grote diversiteit aan partijen voor een integrale opgave moet worden gevolgd door een indeling van mensen naar onderwerpen en thema’s die redelijk dicht liggen tegen hun eigen ervaring en expertise. Bij de samenwerking moeten partijen in staat zijn hun eigen belangen en die van de ander te kunnen meewegen in hun inbreng en oordelen. Een te grote focus op het eigenbelang werkt frustrerend. Er moet ook afscheid kunnen worden genomen van mensen die (op dat moment) geen bijdrage leveren aan de opgave. hardware / software; We hebben gemerkt dat de technische invalshoek relatief snel tot resultaat kwam. De opgave lijkt veel minder een technisch probleem dan wel een opgave om samen te werken, te financieren en de meerwaarde voor diverse agenda’s te benoemen (kennisinstellingen, ondernemers, overheid en NGO’s). concreetheId; De focus op de brug zelf, zeker nadat de locatie zo snel bekend was, is erg stimulerend gebleken. We overstegen daarmee vrij vlot de meer abstracte discussies over (vermeende) waarden van de biobased economy en de beschouwingen op niveau van ambities. We hebben een groep bij elkaar gebracht die wilde bouwen.
22
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
proces; In het proces is ingegrepen toen bleek dat de geplande sessies niet tot het verwachte resultaat zouden leiden. In plaats van hardware- en softwaregroepbijeenkomsten zijn we op locatie gaan praten over onderdelen van de opgaven van de hardware- en softwaregroep. Dat leverde erg veel materiaal op voor deze businesscase. De sessies waren in kleiner verband, met de partijen die echt commitment toonden en waren opgebouwd rond concrete vraagstellingen. Tijdens het proces zijn onverwachte ontmoetingen en situaties ontstaan. Het is zaak om dan focus te houden op het beoogde eindproduct: de businesscase. Gelijktijdig moet worden ingesprongen op interessante mogelijkheden. Het proces heeft, hoe grillig ook, een kop en een staart. Het is van belang om de regie op het proces te blijven bewaken en ‘step by step’ te kunnen werken. Creëer ‘vonken’ in het proces (onverwachte succesjes, bijval, ontmoetingen, etc.). Dat helpt om de volgende stap te kunnen zetten. Het is als een meertrapsraket die al doende ontwikkeld wordt. Dit heeft natuurlijk invloed op de samenwerkingspartijen. Hier wordt begrip, flexibiliteit, commitment en geloof verwacht van de partners om zo’n proces tot een goed einde te brengen. Maar heeft iemand gezegd dat duurzame innovatie over een geplaveid pad gaat? Het pionieren, het meedansen met de omstandigheden en daar plezier aan te beleven is juist de verbindende factor tussen deze partners. Mei 2014
23
BIOBASED BRUG
EEN VAN EN VOOR DE
ZUIDWESTELIJKE DELTA
BUSINESSCASE
Wij zijn de volgende partijen dank verschuldigd voor hun belangstelling en/of inbreng in het proces:
Ro Koster Ad Kil Niek Hermans Kathrin Ginsberg André Kwakernaak Marcel de Theije Richard van Bremen Anita de Moor
Ka-Lung To WimVerachtert Alwin Hoogendoorn Han van Osch
Marieke Schoots
Maarten Molenaar Lodewijk Nolson
Gertjan van der Brugge Ellen Sillekens
Jan Schouw
Willem Ellenbroek Bart Dankers Frank Zijlmans Roger de Leeuw Aart van den Dool
Dorine Putman Teus Baars (Terneuzen) Richard Piechocki (Nederland)
Aart Willem van Vuure
Soer van Herk
Frans Soeterbroek
Rik Brouwer
Henk Seffelaar Marcel Michielsen
Christien Meindertsma
Brenda Israël Christiaan Bolck
Floris van Tilburg.
Leon Joore Hans van Engen Bianca de Vlieger
Lia Voermans Lenno Vermaas
Willem Böttger Errol van de Werdt Hebe Verstappen Suzan Russeler
Willem Sederel Emil Lüning
Theo Meulenberg
©2014 Vormgeving: Martien Luteijn
24