Bouwen, Ruimte en Milieu - Jaarverslag 2013 - Uitvoeringsprogramma 2014
Drachten|Smallingerland Vastgesteld: 8 april 2014
1. 2.
Inleiding........................................................................................................................3 Kaders ..........................................................................................................................5 2.1. Algemeen...............................................................................................................5 2.2. Doelstellingen ........................................................................................................6 2.3. Organisatie ............................................................................................................6 2.4. Formatie ................................................................................................................6 2.5. Opleidingen............................................................................................................6 2.6. Samenwerking en afstemming ...............................................................................7 2.7. Calamiteiten ...........................................................................................................7 3. Taken ............................................................................................................................9 3.1. WABO....................................................................................................................9 3.1.1. Vergunningen en meldingen...........................................................................9 3.1.2. Toezicht en handhaving ...............................................................................10 3.1.3. Overig ..........................................................................................................11 3.2. Publiek domein ....................................................................................................11 4. Ontwikkelingen ..........................................................................................................15 4.1. Landelijke- / gemeentelijke ontwikkelingen...........................................................15 4.2. Veiligheidsregio Fryslân .......................................................................................19 4.3. Regionale uitvoeringsdienst .................................................................................20 4.4. Kwaliteitscriteria / privatisering BWT taken...........................................................20 5. Vergunningen en meldingen .....................................................................................21 5.1. Verslag 2013........................................................................................................21 5.1.1. Vergunningen ...............................................................................................21 5.1.2. Meldingen ....................................................................................................21 5.1.3. Welstand ......................................................................................................22 5.1.4. Overig ..........................................................................................................22 5.2. Analyse 2013 .......................................................................................................23 5.2.1. Vergunningen ...............................................................................................23 5.2.2. Meldingen ....................................................................................................23 5.2.3. Welstand ......................................................................................................23 5.3. Planning 2014 ......................................................................................................24 6. Toezicht en handhaving ............................................................................................25 6.1. Verslag 2013........................................................................................................25 6.1.1. Bouwfase .....................................................................................................25 6.1.2. Gebruiksfase ................................................................................................27 6.2. Analyse 2013 .......................................................................................................31 6.2.1. Bouwfase .....................................................................................................31 6.2.2. Gebruiksfase ................................................................................................31 6.3. Planning 2014 ......................................................................................................32 6.3.1. Bouwfase .....................................................................................................32 6.3.2. Gebruiksfase ................................................................................................32 7. Omgeving ....................................................................................................................35 7.1. Bodem .................................................................................................................35 7.2. Externe veiligheid.................................................................................................36 7.3. Geluid ..................................................................................................................37 7.4. Overig ..................................................................................................................38 7.5. Voorlichting ..........................................................................................................39
2 Bijlage 1: Zelftoets Bouwen, Ruimte en Milieu aan wettelijke kaders ......................43 Bijlage 2: Formatie eenheid Vergunningen en handhaving .....................................47 Bijlage 3: Budget 2014 afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving ....49 Bijlage 4: Bedrijven die op de risicokaart zijn opgenomen ......................................51
3 1.
Inleiding
Voor u ligt een combinatie van het jaarverslag 2013 en het uitvoeringsprogramma 2014 voor de taken met betrekking tot vergunningverlening en handhaving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De Wabo en het Besluit omgevingsrecht (Bor) verplichten ons tot het opstellen van handhavingsbeleid. Hierin moet gemotiveerd worden omschreven welke doelen worden gesteld en welke activiteiten daarvoor worden uitgevoerd. Jaarlijks moet het handhavingsbeleid worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma en nadien worden geëvalueerd. Dit is een bevoegdheid van het college. Het beleid, het programma en het verslag moet ter informatie worden voorgelegd aan de raad. Ons toezicht- en handhavingsbeleid Wabo is op 27 maart 2012, voor de periode van 2012 – 2016, vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma voor 2014 is op dit beleid gebaseerd. Met ingang van 1 januari 2014 heeft een aanpassing van de organisatie plaatsgevonden. Vanaf deze datum zijn de toezichthouders voor het publiek domein ondergebracht bij de eenheid vergunningen en handhaving. Tot deze datum waren zij ondergebracht bij de afdeling Bestuursondersteuning. Deze taken zijn niet gerelateerd aan de Wabo. Wel geven deze een goede aanvulling op de toezichtstaken die al bij de eenheid zijn ondergebracht. Op deze wijze kan verdere afstemming en integratie worden doorgevoerd. Het takenpakket van de toezichthouders voor het publiek domein is in dit programma globaal beschreven. Het uitvoeringsprogramma voor 2014 zal nog apart worden vastgesteld. Op 1 januari 2014 is de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) gestart met de werkzaamheden. De uitvoering van de omgevingsvergunningen milieu en de handhaving voor een aantal in onze gemeente gelegen bedrijven zijn aan de FUMO overgedragen. Een andere organisatiewijziging, die onze eenheid raakt, is dat op 1 januari 2014 onze gemeentelijke brandweer is opgegaan in de Veiligheidsregio Fryslân. Bij de veiligheidsregio zit expertise op het gebied van brandveilig gebruik. Met de Veiligheidsregio wordt besproken op welke wijze zij kunnen adviseren over de gebruik- en brandveiligheidsaspecten. Het jaarverslag 2013 en uitvoeringsprogramma 2014 is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 zijn de kaders opgenomen, in hoofdstuk 3 wordt beschreven welke taken door ons worden uitgevoerd. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de ontwikkelingen die landelijk en lokaal plaatsvinden. In de hoofdstukken 5 en 6 gaan wij in op de resultaten en de planning van vergunningverlening en toezicht. Vervolgens is in hoofdstuk 7 beschreven hoe de overige taken van de eenheid worden uitgevoerd.
4
5 2.
Kaders
2.1. Algemeen Het uitvoeringsprogramma en handhavingsbeleid maken beide onderdeel uit van het ‘adequate handhavingproces’. Het handhavingproces heeft een cyclisch karakter, hierbij is sprake van een beleidscyclus (doelen en prioriteiten, uitvoering en resultaten, evaluatie, bijstelling doelen en prioriteiten enz.) en een operationele cyclus (programma, uitvoering en resultaten, verslag en evaluatie, programma enz.). Dit is opgenomen in de onderstaande figuur.
Figuur 1. De beleidscyclus (BIG 8)
De afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving is ISO 9001:2008 gecertificeerd. In 2013 is een audit uitgevoerd. De auditoren hebben geconstateerd dat de uitvoering effectief wordt uitgevoerd. Gedeputeerde Staten van Fryslân toetst jaarlijks bij de Friese gemeenten de beleidscyclus van de Wabo handhavingtaken. Over het verslag van 2012 en het programma van 2013 hebben wij geen reactie ontvangen. Het uitvoeringsprogramma, jaarverslag en toezicht- en handhavingsbeleid Wabo moeten voldoen aan voorschriften uit het Besluit omgevingsrecht (BOR) en de kwaliteitseisen uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). Wij hebben daarvoor een toets uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de documenten aan de voorschriften en kwaliteitseisen voldoen. De zelftoets is opgenomen in bijlage 1.
6 2.2. Doelstellingen Onze doelstellingen zijn uitgewerkt in het Toezicht- en Handhavingsbeleid Wabo 2012 2016. Wij spannen ons in voor een schone, veilige en duurzame leefomgeving. Wij monitoren dat met de volgende prestatiedoelstellingen: toezicht houden op het naleven van omgevingsvergunningen en meldingen én het beheer van de leefomgeving, conform vastgestelde prioriteiten en toezichtfrequenties; voldoen aan regelgeving bij inrichtingen die wijzelf in gebruik hebben. Jaarlijks worden ook landelijk prioriteiten gesteld. In het uitvoeringsprogramma is daar ruimte voor opgenomen. 2.3. Organisatie Voor de efficiency en de kwaliteit van de dienstverlening naar burgers en bedrijven is een integrale benadering en de één loket gedachte belangrijk. Er ligt een belangrijke relatie tussen bouwen, brandveiligheid, milieu en ruimtelijke ordening. Sinds 2009 wordt hierop integraal toezicht en handhaving gepleegd. Met het Toezicht en Handhavingsbeleid Wabo 2012–2016 is het integraal toezicht en handhaven van het brede wabo-veld volledig ondergebracht bij de eenheid Vergunningen en handhaving. Door het toevoegen van het toezicht en handhaving van het publiek domein aan deze eenheid is aan een verdere integratie van de handhaving invulling gegeven. Voor de taken die bij de FUMO zijn ondergebracht blijven wij bevoegd gezag. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd op de wijze die is vastgelegd in ons beleidsplan. Coördinatie van deze taken en eventuele handhavingsacties worden uitgevoerd door de eenheid. Wij maken gebruik van het automatiseringssysteem van Centric (o.a. OVX4all, BWT4all, MPM4all en WFM4all) ter ondersteuning van vergunningverlening, toezicht en handhaving. 2.4. Formatie De formatie is afgestemd op het werkaanbod, de financiële borging is opgenomen in de begroting. Daarnaast is budget aanwezig voor het uitvoeren van contra-expertises, ondersteuning door derden, bodemonderzoek en/of aanschaf en onderhoud van apparatuur. De beschikbare formatie voor de handhaving van de Wabo-taken in de gemeentelijke begroting voor de eenheid Vergunningen en handhaving is 23,25 fte. Hiervan is 1,1 fte beschikbaar bij de FUMO. De verdeling van de formatie naar functie is opgenomen in bijlage 2. Bijlage 3 geeft het beschikbare budget voor de taken van de eenheid Vergunningen en handhaving. 2.5. Opleidingen Door het aanbieden en volgen van opleidingen en trainingen wordt actief ingespeeld op de kennis die nodig is voor de voortdurende wijzigingen in de wet- en regelgeving en toegepaste technieken. In 2013 zijn alle handhavers bouwen en gebruik geslaagd als asbestdeskundigen en er zijn certificaten gehaald in het kader van VCA (veiligheid). Er is aandacht besteed aan de omgang met agressie. Onze gemeente neemt deel in een landelijke commissie voor de evaluatie en voortdurende aanpassing van het Activiteitenbesluit Daarnaast is deelgenomen aan diverse vakgerichte opleidingen/seminars op het gebied van het Activiteitenbesluit, bodem, bouw, wijzigingen in de Wabo, etc.
7
2.6. Samenwerking en afstemming Met verschillende partners bestaat er een samenwerking en wordt er afgestemd. Partners zijn o.a. (buur)gemeenten, de provincie Fryslân, ministeries, Wetterskip Fryslân, politie en de Veiligheidsregio. Een nieuwe partner is de Friese Uitvoeringsdienst milieu en Omgeving. Via het Fries Handhavingsoverleg (FHO) vindt afstemming plaats met alle handhavingpartners in onze provincie, waaronder het openbaar ministerie. Wij hebben jaarlijks 100 uur beschikbaar voor gezamenlijke taken waarover in het FHO afspraken worden gemaakt. In 2013 hebben wij deelgenomen aan ketenhandhaving grondstromen, provinciaal georganiseerde asbestopleidingen en het afstemmen van bodembeleid. Met het ministerie is in een dienstverleningsovereenkomst afgesproken dat wij de uitvoering van Wabo-vergunning taken (bouwaspecten) uitvoeren voor het ministerie. Dit is alleen van toepassing indien er aanvragen ingediend zijn die binnen de gemeente Smallingerland plaatsvinden en waarbij het ministerie op basis van de Wabo bevoegd gezag is. Voor de toezichthouders van het publiek domein wordt aanvullend afgestemd met de SVS en de politie. 2.7. Calamiteiten Buiten de gebruikelijke kantooruren is de gemeente bereikbaar en beschikbaar via een calamiteitentelefoonnummer. Dit nummer wordt vermeld via het antwoordapparaat en staat op de gemeentelijke website en in de gemeentegids
8
9 3.
Taken
Het takenpakket kan worden onderverdeeld in de taken gebaseerd op de Wabo en het Publiek Domein. 3.1.
WABO
3.1.1. Vergunningen en meldingen De coördinatie van de omgevingsvergunningprocedures ligt bij de afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving. De eenheid heeft een inhoudelijke taak voor de aspecten bouw, sloop, reclame, brandveiligheid en milieu. De inhoudelijke beoordeling van planologische-, kap-, monument-, inrit- en aanlegaspecten gebeurt bij de afdelingen Ontwikkeling, Samenlevingszaken en Openbare Werken. De eenheid voert ook de inhoudelijke beoordeling uit van de meldingen die worden ingediend op basis van het Activiteitenbesluit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Bouwbesluit en de Wet bodembescherming. Vergunningen In de Wabo worden twee vergunningprocedures onderscheiden, te weten: Regulier: de maximale doorlooptijd is 8 weken. De mogelijkheid bestaat om deze procedure (in uitzonderlijke gevallen) met 6 weken te verlengen. Als wij binnen deze termijn niet beschikken, bestaat de mogelijkheid dat in elk geval het bouwdeel van rechtswege is verleend Uitgebreid: de maximale doorlooptijd is 6 maanden. Ook deze procedure kan in uitzonderlijke gevallen met 6 weken worden verlengd. Bij niet tijdig beschikken wordt de vergunning niet van rechtswege verleend. Wel is het mogelijk dat wij dan (op verzoek van de aanvrager) een dwangsom voor niet tijdig beslissen krijgen opgelegd. De procedure is afhankelijk van de activiteit die wordt aangevraagd. Bouwen, kleinere procedures in het kader van het bestemmingsplan zijn overwegend regulier. Als er echter ook een omgevingsvergunning milieu of brandveiligheid en/of wijziging van het bestemmingsplan nodig is, dan wordt de gehele procedure uitgebreid. Bij de procedures zijn op initiatief van de aanvrager meerdere combinaties mogelijk. In een aantal gevallen hebben collega-overheden adviesrecht en/of een adviesplicht. Ook zijn er gevallen dat de vergunning pas verleend kan worden nadat een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven. Dat betreft bijvoorbeeld de Flora- en fauna wetgeving. Kap- en sloopvergunningen treden in principe pas inwerking na afloop van de bezwaartermijn van 6 weken. Dit heeft te maken met de onomkeerbaarheid van de activiteit. Als je dit noemt, waarom dat niet dat ook de vergunningen voorbereid met de uit gebreide procedure (milieu, RO e.d.) pas na de beroepstermijn van 6 weken in werking treden en die aanlegvergunning van 2.1 lid 1 onder b. Meldingen Voor een groot aantal activiteiten (milieu/brandveiligheid/sloop) hoeven bedrijven/instellingen geen vergunning meer aan te vragen, maar kan worden volstaan met het indienen van een melding. Een voordeel is dat er geen (langdurige) vergunningprocedure nodig is. Elk jaar worden nog nieuwe bedrijfstakken/activiteiten bij het meldingsysteem ondergebracht. Het is de verwachting dat in de toekomst vrijwel alle bedrijfsmatige activiteiten onder het meldingssysteem worden gebracht. Meldingen kunnen worden ingediend voor milieu, brandveiligheid en sloop. Slopen aan een monument is vergunningplichtig.
10
Milieu De meldingsplicht is opgenomen in het Activiteitenbesluit. Het uitgangspunt is dat een bedrijf onder de algemene regels valt, tenzij één van de activiteiten in het bedrijf als vergunningplichtig is benoemd. De voorschriften waar bedrijven aan moeten voldoen zijn afhankelijk van de activiteiten en de milieubelasting. In enkele gevallen is de melding gekoppeld aan een omgevingsvergunningprocedure. Een omgevingsvergunning bouw waarbij ook milieu gerelateerde aspecten aan de orde zijn kan bijvoorbeeld pas worden verleend op het moment dat de milieumelding voor die activiteit is ingediend. Daarnaast is voor bepaalde bedrijven die geheel onder het Activiteitenbesluit vallen toch een "toetredingsvergunning" nodig, een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Brandveiligheid De voorschriften zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Er is een meldingsplicht als in een gebouw meer dan 50 personen gelijktijdig aanwezig zullen zijn of als er sprake is van kamergewijze verhuur. Sloop Als er bij (ver)bouwactiviteiten asbest vrijkomt en/of er meer dan 10 m3 sloopafval ontstaat, moet een melding worden ingediend. 3.1.2. Toezicht en handhaving Omgevingsvergunning en meldingen Toezicht en handhaving van de omgevingsvergunning/melding wordt uitgevoerd door de afdeling Publiek. Voor het toezicht is onderscheid gemaakt in de bouwfase en de gebruiksfase. In het Toezicht en handhavingsbeleid 2012-2016 is op basis van risicoanalyse de toezichtfrequentie en de diepgang van een controle vastgesteld. Het toezicht tijdens de bouwfase is een eindig proces en loopt vanaf de start van bouw- of sloop werkzaamheden tot de afronding daarvan. Hierbij wordt ook de brandveiligheid en het voldoen aan het bestemmingsplan meegenomen. Ook het toezicht en handhaving van de omgevingsvergunningen die worden verleend voor monumenten, sloop en reclame is onderdeel van de bouwfase. Het toezicht tijdens de gebruiksfase is een cyclisch proces, dat begint als een gebouw of inrichting in gebruik wordt genomen. De belangrijkste taak in de gebruiksfase is het toezicht op de milieu- en brandveilig gebruik gerelateerde onderwerpen uit de omgevingsvergunning, het Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit. Grondstromen Er wordt gecontroleerd op de herkomst en kwaliteit van grond die in de gemeente vrijkomt en/of wordt toegepast. Onze gemeentelijke Bodemkwaliteitskaart is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Meldingen van grondverzet in onze gemeente, worden door ons beoordeeld. Steeksproefgewijze controle wordt (vanaf januari 2104) uitgevoerd door de Fumo.
11
3.1.3. Overig Basis administratie adressen en gebouwen (BAG) Alle wijzigingen die plaats vinden met betrekking tot adressen en gebouwen moeten na constatering worden ingevoerd in een landelijke basisregistratie. Ook de start en gereedmelding van bouw- of sloopprojecten moeten worden geregistreerd. Deze verplichting is ook van toepassing op vergunningvrije gebouwen/aanbouwen. Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB) Deze wet is opgesteld om ervoor te zorgen dat het eenvoudiger wordt om volledige informatie te krijgen over de rechtstoestand van een onroerende zaak op een bepaald moment. De gemeenten registreren en ontsluiten de beperkingen die ze zelf opleggen in een landelijke database (de Landelijke Voorziening). Het Kadaster beheert deze Landelijke Voorziening en door een link met Kadaster-on-line worden gemeentelijke beperkingen gepubliceerd. In het kader hiervan moeten bepaalde handhavingacties zoals bijvoorbeeld het opleggen van een bouwstop kenbaar worden gemaakt. Gemeentelijke basisadministratie (GBA) De gemeente mag de inschrijving van personen op een adres niet weigeren. Echter niet op alle adressen is bewoning toegestaan. In deze gevallen zal toezicht, en indien nodig handhaving, gestart worden door de eenheid Vergunningen en handhaving. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Op verzoek van de afdeling Sociale Zaken worden bouwkundige voorzieningen beoordeeld. Omgeving In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen wordt expertise met betrekking tot geluid, lucht(kwaliteit) en externe veiligheid door de eenheid Vergunningen en handhaving ingebracht. 3.2.
Publiek domein
De taken die worden uitgevoerd door de handhavers van het publiek domein zijn gebaseerd op het toezicht en de handhaving van bepalingen uit Bijzondere Wetten, Openbare Ruimte en Veiligheid. Toezicht en handhaving in het publiek domein hebben een directe relatie met het welbevinden en het gevoel van veiligheid van de inwoners van onze gemeente. In de inleiding is al aangeven dat de uitvoering, met ingang van 2014, is neergelegd bij de eenheid Vergunningen en handhaving. Het handhavingsuitvoeringsprogramma voor 2014 voor het publiek domein is in voorbereiding en zal voor 2014 nog separaat worden vastgesteld. In 2015 zal dat integraal in dit uitvoeringsprogramma worden opgenomen. De taken zijn in het volgende in grote lijnen beschreven.
12 Algemeen: Onderscheid wordt gemaakt tussen preventieve- en repressieve handhaving. Bij preventieve handhaving gaat het om activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van naleving zonder dat er vooraf vermoedens zijn van overtredingen. In de drie beleidsvelden betreft dit bijvoorbeeld leeftijdsgrenzencontroles en horecatoezicht (Bijzondere wetten), controle op verleende vergunningen (Bijzondere wetten en Fysieke openbare ruimte) en algemeen toezicht (APV). Ook het geven van voorlichting valt onder preventieve handhaving. Bij repressieve handhaving gaat het om activiteiten die worden uitgevoerd naar aanleiding van overtredingen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld hercontroles, het sturen van waarschuwingen en het aankondigen van parkeer- en afvalboetes. Voor de inzet, afstemming en terugkoppeling op juridisch en vergunningtechnisch vlak wordt met de afdeling Bestuursondersteuning samengewerkt. Bestuursrechtelijke handhaving wordt uitgevoerd door de afdeling Bestuursondersteuning. Alle controles worden in verband met de veiligheid van de medewerkers uitgevoerd in koppels. Belangrijk uitgangspunt is dat goed handelen door ondernemers en instellingen wordt beloond. Dit kan inhouden dat bij hen minder wordt gecontroleerd. Foutief handelen wordt vanzelfsprekend bestraft. Takenpakket: Drank en horeca Dit betreft het uitvoeren van leeftijdscontroles en controles op sluitingsuren en aangevraagde vergunningen. De onderstaande categorieën zijn te onderscheiden: Evenementen Cafés, Discotheken Supermarkten, slijterijen Sportkantines, dorpshuizen Cafetaria's Overige horecabedrijven (hotels, restaurants, kookstudio's) Bijzondere controles (indrinklocaties, klachten). APV Voor het toezicht op de APV zijn de volgende punten van belang: Controle hondenpoep/aanlijngebod Controle Opkoperregister (verwacht per 01-07-2014). Op grond van de APV dienen handelaren van tweedehands goederen een opkoopregister bij te houden. Jeugd(overlast) Fietsenoverlast (vooral op drukke punten zoals het busstation) Caravans/aanhangers/parkeren vrachtauto's (toegespitst op woonwijken, voorkomt overlast) Illegale tijdelijke reclame Controle jaarwisseling (brandbare materialen en vuurwerk) Prostitutie/escort (nieuwe taak in 2014. controles in eerste instantie in samenwerking met de politie. Uitstallingen controle Meldingen overlast
13 Wet Administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften ( Wet Mulder) Op basis van deze wet is het mogelijk om veel voorkomende verkeersovertredingen, zoals fout parkeren en te hard rijden administratiefrechtelijk af te handelen. Parkeerbeheer Dit betreft het toezicht op betaald parkeren. Overig algemeen In het kader van de APV, maar ook op de andere hierboven vermelde terreinen kan het zijn dat er onverwacht meer tijdsinvestering wordt gevraagd op bepaalde onderwerpen bijvoorbeeld jeugdoverlast of overlast door de verschuiving van de leeftijdsgrens alcohol naar 18 jaar. Ontwikkeling 2014 In 2014 zal worden uitgewerkt op welke wijze de verschillende vormen van toezicht binnen de eenheid: bouwen, gebruik en publiek domein elkaar aan kunnen vullen en versterken. Aandachtspunten zijn: signaaltoezicht, groene wetgeving, illegale bouw en/of sloop, reclame, asbest, illegale stort van afvalstoffen.
14
15 4.
Ontwikkelingen
In dit hoofdstuk worden belangrijke ontwikkelingen beschreven die hebben plaatsgevonden of nog plaatsvinden op het gebied van wetgeving en beleidsmatige processen in 2013 en 2014. Het is lastig een duidelijk scheidslijn te trekken tussen verslag en planning. Veel ontwikkelingen lopen meerdere jaren door. Een drietal belangrijke ontwikkelingen, te weten: de vorming van Veiligheidsregio Fryslân, de regionale uitvoeringsdienst FUMO en de (landelijke) kwaliteitscriteria zijn specifiek uitgelicht. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de ontwikkelingen die van invloed zijn op de handhaving van het publiek domein. 4.1.
Landelijke- / gemeentelijke ontwikkelingen
Wabo/Activiteitenbesluit (AB) De trend om voor steeds meer bedrijven de vergunningplicht te verschuiven naar een meldingsplicht wordt onder de Wabo voortgezet. De meest recente aanpassing betreft vooral bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie, beton(producten)industrie en rubber- en kunststofindustrie (inclusief polyesterharsverwerking), indoor schietbanen en scooterdemontagebedrijven. In onze gemeente betreft dat ca. 10 bedrijven waarvoor wij bevoegd gezag zijn. Voor diverse bedrijfstakken is in combinatie met de melding wel een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig. De OBM is een pragmatische invulling van de wetgeving om zoveel mogelijk bedrijven onder de werking van het AB te laten vallen. Voor een OBM is de reguliere vergunningprocedure van toepassing. Als de toetsing van de OBM negatief is, moet een "gewone" omgevingsvergunning voor de activiteit milieu worden aangevraagd. Per 1 januari 2013 is het Besluit landbouw opgenomen in het AB en is de vergunningplicht voor meer agrarische bedrijven opgeheven. Door deze aanpassing vallen ook de "kleinere" intensieve veehouderijen onder algemene regels en zijn de grenzen voor paardenhouderijen verhoogd van 50 naar 100 paarden. De grenzen voor aantallen dieren in rundveehouderij bedrijven blijven gelijk aan die van het Besluit landbouw. Voor rundveehouderijen die door (te) korte afstand tot bijvoorbeeld woningen van derden vergunningplichtig waren, vervalt de vergunningplicht omdat de normen uit de Wet geurhinder en veehouderij en de gemeentelijke Verordening geurhinder en veehouderij in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Voor onze gemeente vervalt door deze aanpassingen de vergunningplicht voor een tiental veehouderijbedrijven en voor 12 van de 16 aanwezige intensieve veehouderij bedrijven. Ook vervalt de vergunningplicht voor ca. 11 paardenhouderijen. Voor al deze bedrijven is een OBM nodig bij verandering van de inrichting. Tenslotte zijn per 1 juli 2013 eisen voor kleine gesloten Bodemenergiesystemen bij inrichtingen opgenomen in het Activiteitenbesluit. Kleine gesloten bodemenergiesystemen bij niet-inrichtingen (bijvoorbeeld woningen) moeten sinds 1 juli 2013 voldoen aan de eisen uit het Besluit lozen buiten inrichtingen. De eisen in deze twee besluiten zijn gelijk. Na de hiervoor beschreven aanpassingen van het Activiteitenbesluit blijven ca. 65 bedrijven in onze gemeente vergunningplichtig. Wij zijn voor 50 van deze bedrijven bevoegd gezag. Voor de overige 15 bedrijven betreft dat de provincie of het ministerie van I en M. Wij schatten in dat voor 50 bedrijven een OBM van toepassing is.
16 Verschuiving bevoegd gezag in 2013 In mei 2013 is de Europese Richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse wetgeving omgezet. Hierdoor zijn bij een aantal extra bedrijven in Smallingerland zogenaamde IPPCinstallaties aanwezig. Dit betreft ook één bedrijf waarvoor wij sinds 1 oktober 2010 bevoegd gezag waren in plaats van de provincie. Doordat bij dit bedrijf nu een IPPC-installatie aanwezig is, zijn wij sinds mei 2013 geen bevoegd gezag meer voor dat bedrijf. Bij een ander "voormalig provinciaal bedrijf" is dit effect voor 2013 opgetreden doordat het bedrijf sinds 1 januari 2013 geheel onder het AB is komen te vallen terwijl er bepaalde activiteiten met afval plaatsvinden. Het artikel dat dit veroorzaakte is echter per 1 januari 2014 vervallen waardoor wij bij dat bedrijf weer het bevoegd gezag zijn. Door het vervallen van het bedoelde artikel zijn wij ook voor een tweetal autodemontagebedrijven en ons eigen overslagstation aan de hemmen op 1 januari 2014 het bevoegd gezag geworden. Nieuwe ontwikkelingen 2014 Sinds 1 oktober 2010 zijn wij voor een aantal bedrijven het bevoegd gezag waarvoor tot die datum gedeputeerde Staten het bevoegd gezag was. Voor het milieudeel van de omgevingsvergunningen was echter een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) nodig van de provincie. De daarbij opgenomen voorschriften moesten onverkort worden overgenomen. De provincie was ook bevoegd tot handhaving bij deze bedrijven (m.a.w., bevoegd tot het opleggen van bestuurlijke sancties). Op 1 januari 2014 is deze vvgb-plicht vervallen en dit heeft tot gevolg dat ook de bevoegdheid tot handhaving voor de provincie bij deze bedrijven is vervallen. De gemeente neemt deel aan het gemeentelijk AB-netwerk. Hierin worden o.a. de komende wijzigingen van het AB besproken en kennis over het geldende AB uitgewisseld. In 2014 zal de voor 2015 verwachte wijziging van het AB worden besproken. De bedoeling van die wijziging is dat alleen bedrijven met een IPPC-installatie en BRZO bedrijven nog vergunningplichtig blijven. Het is nog onduidelijk of dit doel wordt gehaald. Ook verwachten wij in 2014 een verdere verruiming van het vergunningvrij bouwen. Dat betreft bijvoorbeeld het realiseren van mantelzorgwoningen. Wet luchtvaart (vliegveld Drachten) Op 1 januari 2011 is de overdrachtsregeling in werking getreden voor het Vliegveld Drachten. Dit houdt in dat de bevoegdheid, op basis van de Wet luchtvaart, is verschoven van het Rijk naar Provinciale Staten. PS moet nu binnen een aantal jaren, bij verordening, een Luchthavenbesluit nemen. Daarnaast moest PS per direct zorgen dat een Commissie regionaal overleg (Cro) wordt ingesteld. In 2013 is de Commissie Milieuhygiëne Vliegveld Drachten verzocht advies te geven over de concept-Verordening waarin de instelling van de Cro wordt geregeld. Verwacht wordt dat de Commissie medio 2014 wordt ingesteld. Besluit LPG tankstations Door de LPG-sector is een aantal maatregelen doorgevoerd om de veiligheid te vergroten. Dat betreft onder andere het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankauto's en het gebruik van een veiligere slang voor het lossen. Het Besluit zou daarop worden aangepast. Het was de bedoeling om de regeling zo aan te passen dat de gewonnen veiligheidsruimte kan worden opgevuld door het vergroten van de doorzet en het verkleinen van afstanden. De aangepaste Besluiten zijn in 2012 gepubliceerd. In 2013 is duidelijk geworden dat deze aanpassing niet mogelijk is.
17 Wet geluidhinder Deze wetgeving is in 2012 aangepast. Deze wijziging heeft o.a. betrekking op "hogere waarden" bij geluidgevoelige objecten langs Rijkswegen. Voor Rijkswegen geldt sinds juli 2012 niet meer dat bij overschrijdingen van geluid bij bepaalde objecten Hogere Waarden worden vastgesteld. Dat systeem is voor Rijkswegen vervangen door geluidproductieplafonds. Wij verwachten voor onze gemeente niet direct gevolgen. Daarnaast zijn in 2012 begrippen/definities gewijzigd. Dat betreft onder andere de uitleg van de begrippen geluidgevoelig object en geluidsgevoelig terrein. Nieuw is dat sinds 1 juli 2012 alle kinderdagverblijven en niet alleen de medische kleuterdagverblijven een geluidgevoelig object zijn. Ook de ligplaats voor woonschepen is sinds 1 juli 2012 een geluidgevoelig terrein (met overgangsrecht voor in de geluidszone van De Haven gelegen woonschepen). De bedoeling van het Rijk is om het systeem van geluidproductieplafonds op termijn op alle wegen van toepassing te laten zijn. In 2014 wordt door de Fumo gestart met werkzaamheden voor deze wetswijzigingen (inventarisatie en uitvoering). De eenheid zal hierbij betrokken zijn. Ontwikkeling Omgevingswet De afgelopen jaren zijn we druk bezig geweest met het implementeren van de Wabo, de nieuwe fasen van het Activiteitenbesluit e.d. De ontwikkeling en wijziging van regelgeving gaat echter onverminderd door. In de Beleidsbrief Eenvoudig Beter (juni 2011) heeft het ministerie van I&M haar voornemens geschetst voor een fundamentele herziening van het omgevingsrecht. Deze nieuwe wet regelt met prioriteit het versnellen en verbeteren van besluitvorming in het brede fysieke domein (advies commissie-Elverding), de integratie van plannen en toetsingskaders, het vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte en het doelmatig uitvoeren van onderzoek. Integraliteit wordt op alle niveaus steeds belangrijker. Het betreft een complex proces. De aanvankelijke planning om in 2012 conceptwetgeving te publiceren is niet gerealiseerd. Begin 2013 is de toetsversie van de Omgevingswet naar de diverse adviesorganen en koepelorganisaties gestuurd. Ook heeft de Raad van State geadviseerd. De daarbij gemaakte opmerkingen worden door het Rijk op dit moment verwerkt. Het Rijk hoopt in 2015 de conceptversies van de bijbehorende AMvB's voor advies te kunnen bekendmaken en de Omgevingswet met bijbehorende AMvB's in 2018 in werking te kunnen laten treden. Ontwikkeling Wet natuur De nieuwe Wet natuur moet de opvolger worden van 3 bestaande natuurwetten: de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. De bestaande wetgeving is vooral gebaseerd op nationale natuurbescherming, maar is in de loop der tijd stukje bij beetje aangepast aan de internationale verplichtingen die Nederland is aangegaan. Dat heeft de wetgeving gecompliceerd en ontoegankelijk gemaakt. De opzet van de nieuwe wet is eenvoudiger en sluit beter en herkenbaarder aan bij de internationale verplichtingen. Bepaalde verantwoordelijkheden verschuiven van het Rijk naar de provincies. Bouwbesluit 2012 Het Bouwbesluit 2003, Het Gebruiksbesluit en het deel over slopen uit de gemeentelijke bouwverordening zijn opgegaan in het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 is op 1 april 2012 in werking getreden en in 2013 een aantal malen gewijzigd. Inhoudelijk zijn een aantal nieuwe begrippen geïntroduceerd, is Europese regelgeving voor bouwproducten geïmplementeerd en is het niveau van bestaande bouw verder belicht. Procedureel is de sloopvergunning vervangen door de sloopmelding (met uitzondering van sloop aan monumenten, dit blijft vergunningplichtig). Sloopactiviteiten moeten nu met een sloopmelding aan de gemeente kenbaar worden gemaakt. De melding, waarbij het gaat om mutaties, moet binnen 5 werkdagen afgehandeld worden. In 2013 is verder de plicht tot het vragen van een welstandsadvies vervallen.
18 Natura 2000 Een deel van het natuurgebied De Alde Feanen bij Earnewâld is aangewezen als Natura2000 gebied. Dit is een bescherming op basis van Europese regelgeving. Veehouderijbedrijven rondom het gebied worden door deze aanwijzing beperkt in de bedrijfsvoering. Uitbreiding van bedrijven die binnen het invloedsgebied liggen is op dit moment lastig. Onder provinciale regie wordt gewerkt aan het opstellen van een beheerplan. Wij zijn bestuurlijk en ambtelijk betrokken. Dit plan moet gaan dienen als basis voor vergunningverlening. De afronding is afhankelijk van landelijk op te stellen regelgeving voor de emissie van stikstof (programmatische aanpak stikstof, PAS). De afronding van de PAS is al een aantal jaren vertraagd. Wij hadden al in 2011 duidelijkheid verwacht. Eind 2012 heeft het Rijk in een kamerbrief aangegeven dat wordt verwacht dat de PAS op 1 januari 2014 in werking kan treden. Deze datum is (wederom) niet gehaald. Voor zover mogelijk wordt door de provincie op de PAS geanticipeerd. Besluit registratie ondergrond (BRO) Bodem wordt steeds meer een onderdeel van de ruimtelijke ordening. Van de ondergrond is veel informatie aanwezig. De huidige informatiesystemen zijn onderling onvoldoende of niet verbonden, waardoor hergebruik van gegevens door anderen belemmerd wordt. Verder wordt bij de vastlegging verschillende standaarden toegepast. Bovendien worden veel ondergrondgegevens nu helemaal niet in informatiesystemen vastgelegd. De BRO creëert een eenduidig, landelijk systeem. Het in werking treden van de BRO is vertraagd. Gesproken wordt over 2018. Voor onze gemeente is een contactpersoon aangewezen. Wij volgen de ontwikkelingen. Basis administratie adressen en gebouwen (BAG) In de BAG worden adressen van alle gebouwen geregistreerd. Wij zijn wettelijk verplicht deze registratie actueel te hebben. Veel activiteiten die op onze eenheid worden uitgevoerd hebben een relatie met de BAG. Dat betreft onder andere Omgevingsvergunningen, huisnummerbesluiten en controles op illegale bouw. Landelijke sanctiestrategie Wij zijn verplicht om in ons toezicht- en handhavingsbeleid een sanctiestrategie op te nemen. De aanpak, de samenwerking met collega overheden/politie en de hoogte van dwangsombedragen is hier in beschreven. In Fryslân is dat zoveel mogelijk afgestemd. Onlangs is een landelijke strategie vastgesteld. Deze zal worden beoordeeld en in ons beleid worden opgenomen. Digitalisering De eenheid Vergunningen en handhaving heeft verschillende werkprocessen. Daar waar dat mogelijk is willen we de werkprocessen digitaal uitvoeren. De registratie en verwerking van binnengekomen en uitgaande post vindt bijvoorbeeld gedigitaliseerd plaats. De afhandeling van een aanvraag om omgevingsvergunning is nog niet digitaal. Doelstelling is om dat in 2014 te realiseren. Inspectiesignalen Met inspectiesignalen brengt de inspectie LenT risico's en/of gebreken onder de aandacht van bevoegde gezagen en gebouweneigenaren. Meestal is dat naar aanleiding van een incident. De inspectie verwacht dat bevoegde gezagen en/of gebouweneigenaren onderzoek doen naar gebouwen waar deze risico's en/of gebreken zich voor kunnen doen en dat terug koppelen naar de inspectie. Voor ons zijn de volgende signalen relevant: - instortingsgevaar van lichte platte daken; - brandwerendheid bij geprofileerde stalen dakplaten; - constructieve veiligheid gevels en glazen overkappingen.
19 In 2013 is gestart met de actualisatie van ons toets- en handhavingsprotocol. Vooral de afstemming tussen beide protocollen is van belangrijk. Wij zoeken aansluiting bij landelijke eisen en richtlijnen. Ook bevindingen van Inspectiesignalen worden meegenomen. Wij verwachten dat wij dit protocol in 2014 in kunnen voeren. Naast deze bestaande inspectiesignalen moet het ook mogelijk zijn om eventuele nieuwe inspectiesignalen te kunnen borgen in de toets van een aanvraag. Nota Reclamebeleid 2011 De Nota Reclamebeleid is in 2012 aangepast en aangevuld. De geformuleerde basiseisen waren niet goed toepasbaar voor de woonboulevard aan de Martin Luther Kingsingel en reclame-uitingen op verdiepingen van samengestelde kantoorgebouwen. Door de aanpassing zijn er meer mogelijkheden voor bijvoorbeeld het aanbrengen van gevelreclame. In 2013 is gestart met een actualisatie van het reclamebeleid. Dit zal als onderdeel in de Welstandnota worden opgenomen. Welstandsnota Smallingerland Sinds 1 juli 2004 bestaat op grond van artikelen 12 en 12a van de Woningwet de verplichting voor gemeenten om over een welstandsnota te beschikken indien zij te bouwen bouwwerken op welstand willen toetsen. De gemeenteraad van Smallingerland heeft in juli 2004 de Welstandsnota Smallingerland vastgesteld. Na juli 2004 is de Welstandsnota Smallingerland niet geactualiseerd. Wel zijn er meerdere beeldkwaliteitplannen geschreven en is de regelgeving betreffende welstandsbeleid en vergunningsverlening gewijzigd. Om inzichtelijk te maken of de huidige Welstandsnota Smallingerland nog voldoet aan de verwachtingen en de huidige regelgeving is in 2012 een evaluatie uitgevoerd. Uit deze evaluatie zijn verschillende conclusies en opmerkingen naar voren gekomen die allen samen leiden tot de vraag om de nota uit 2004 te actualiseren. In 2013 is daarmee gestart. Daarbij zijn alle bestaande beeldkwaliteitplannen in de structuur van de huidige welstandsnota herschreven om één eenduidig document voor de welstandstoetsing te krijgen. Daarnaast zijn er nieuwe objectgerichte welstandscriteria voor bijvoorbeeld woonschepen en woonwagens aan de al bestaande objectgerichte welstandscriteria toegevoegd en is de structuur en inhoud van de reclamecriteria op verscheidene punten, voor een betere hanteer- en leesbaarheid, aangepast. De vaststelling van het totale beleidsstuk (welstands- inclusief reclamenota) door de raad van Smallingerland staat gepland voor de tweede helft van 2014. De geactualiseerde Welstandsnota Smallingerland zal worden gepubliceerd als digitaal document (PDF) zodat deze gemakkelijk digitaal te raadplegen en te verdelen is. 4.2.
Veiligheidsregio Fryslân
Op 1 januari 2014 is de gemeentelijke brandweer opgenomen in de Veiligheidsregio Fryslân. Met de Veiligheidsregio zal in 2014 worden besproken hoe expertise gaat worden geleverd voor de vergunningverlening en meer complexe vraagstukken. In combinatie daarmee zal in 2014 aandacht worden besteed aan het op peil brengen van benodigde kennis in de eigen organisatie.
20
4.3.
Regionale uitvoeringsdienst
Op 20 december 2012 is de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (Fumo) opgericht. De Fumo is de regionale uitvoeringsdienst voor Fryslân. De Fumo is met ingang van 2014 operationeel. Wij dragen het verplichte basistakenpakket over. Het gaat hierbij om ca. 130 bedrijven waarvoor de Omgevingsvergunning voor het deelaspect milieu en het toezicht op de milieu aspecten wordt uitgevoerd. In totaal moeten ca. 50 bedrijfsbezoeken per jaar door de FUMO worden uitgevoerd. Ook het toezicht op bodemaspecten wordt door de FUMO uitgevoerd. Ons college blijft in alle gevallen bevoegd gezag. Naast de basistaken zijn ook de taken met betrekking tot geluid en luchtkwaliteit die het Servicebureau de Friese Wouden voor ons uitvoerde ondergebracht bij de regionale uitvoeringsdienst. Wij hebben daarmee ca. 2 fte bij de FUMO ondergebracht. Voor wat betreft het toezicht hebben wij al een aantal jaren op de FUMO geanticipeerd. Een vacature is tot 1 januari 2014 tijdelijk opgevuld. In 2013 hebben wij de bedrijven die overgaan geselecteerd. De betreffende dossiers zijn doorgelicht en gedigitaliseerd. Waar nodig zijn acties afgerond. In 2014 moeten over het afronden van de digitale dossiers, de werkprocessen en de uitvoering afspraken worden gemaakt. Deze worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. 4.4. Kwaliteitscriteria / privatisering BWT taken Landelijk wordt gewerkt aan het opstellen van een set van kwaliteitscriteria waaraan de gemeentelijke taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) moeten voldoen. Deze criteria zijn van toepassing voor de regionale uitvoeringsdiensten, maar ook voor de VTH-taken die niet door de gemeenten bij een uitvoeringsorganisatie zijn neergelegd. De criteria zijn bedoeld om de uitvoering te professionaliseren en hebben betrekking op het proces, de inhoud en de kritieke massa. Het is de intentie om de kwaliteitscriteria wettelijk vast te leggen. Het is planning dat alle overheidsorganisaties op 1 januari 2015 voldoen. Voor de toetsing is de provincie aangewezen als regisseur. De eerste stap in het traject is het invullen van een zelfevaluatie. Op basis van de resultaten kan worden beoordeeld op welke wijze aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan. Indien nodig moet voor de tekortkomingen een verbeterplan worden opgesteld. Het invullen van de zelfevaluatie en het opstellen van een verbeterplan heeft geen wettelijke status. Wij hebben er eind 2013 voor gekozen deze uit te voeren. Uit de resultaten blijkt dat wij ten aanzien van het opleidingsniveau en aanbod niet aan alle criteria kunnen voldoen. In 2014 zal daarvoor een verbeterplan worden opgesteld. Verschillende varianten, zoals samenwerking, uitbesteden zullen worden uitgewerkt. Voor de taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht speelt daarnaast de discussie om deze te privatiseren. Het ligt in de bedoeling om met ingang van 2015 de keus aan de aanvrager te laten of gekozen wordt voor een private bouwplan toets of voor een toets door de gemeente. Ingeval van een private toets beperkt de rol van de gemeente zich ertoe dat moet worden nagegaan of de juiste private toetsingsinstrumenten worden ingezet. Overigens beperkt de private toets zich tot de technische toets aan het Bouwbesluit. Deze wordt door ons nu al grotendeels uitbesteed aan een externe partij. Alleen de toets op brandpreventie wordt tot nu toe in eigen huis uitgevoerd. De planologische toets aan het bestemmingsplan en de welstandstoets blijven een verantwoordelijkheid van het gemeente. De mogelijkheid om gecertificeerde bouwplannen in te dienen bestaat overigens al sinds de jaren negentig. Voor zover na te gaan is hier in het verleden zeer beperkt tot geen gebruik van gemaakt. De vraag doet zich dus voor in hoeverre de markt zit te wachten op een private bouwplantoets. De ontwikkeling met betrekking tot de privatisering staat haaks op de kwaliteitscriteria.
21 5.
Vergunningen en meldingen
5.1. Verslag 2013 5.1.1. Vergunningen In 2013 zijn er 809 (deel) aanvragen binnengekomen. Bij 557 van deze aanvragen ging het om een enkelvoudige aanvraag voor één activiteit van de Wabo. In 102 gevallen is een tweevoudige aanvraag ingediend. Het ging dan vooral om het aspect bouw in combinatie met strijdig gebruik, reclame of uitweg. Een drievoudige aanvraag is 12 keer en een viervoudige aanvraag is 3 keer voorgekomen. In onderstaande tabellen is de status van de aanvragen weergegeven en de procedure die doorlopen is. Er is één aanvraag van rechtswege verleend. Tabel 1: Beschikkingen 2013 Totaal per status Status Verleend Van rechtswege verleend Geweigerd Totaal
Totaal 598 1 24 623
Tabel 2: Gevolgde procedures aanvragen 2013 Gegevens Aanleggen Bouwen Brandveilig gebruik Inrichting oprichten of veranderen (milieu) Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets Maatwerk (milieuaspecten) Kappen Milieuneutraal veranderen inrichting Monumenten gem. of prov. verordening Reclame Rijksmonumenten Slopen op grond van Bouwverordening Strijdig gebruik gronden of bouwwerken Uitweg Natuurbeschermingswet (aanhaak) Totaal
Procedure regulier uitgebreid eindtotaal 19 1 20 233 23 256 10 10 11 11 6 6 5 5 274 274 10 1 11 4 4 58 58 1 1 1 1 98 18 116 32 1 33 2 1 3 754 55 809
5.1.2. Meldingen In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het aantal meldingen dat is ingediend. Tabel 3: Aantal meldingen Onderdeel Besluit lozen buiten inrichtingen Activiteitenbesluit Gebruiksbesluit Slopen Besluit bodemkwaliteit
aantal 4 70 15 348 26
22
5.1.3. Welstand De resultaten van de Welstandstoetsing zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4: Resultaten welstandstoetsing Voorgelegd aan welstandscommissie Voldoet aan redelijke eisen van welstand Voldoet met opmerkingen Voldoet mits plan word aangepast Voldoet niet aan redelijke eisen van welstand Aanhouden Overig
2011 435 166 30 86 62 8 83
2012* 430 189 20 76 67 2 76
2013 402 158 44 66 50 10 74
*De hier gepresenteerde cijfers van 2012 wijken af van het verslag 2012. De hier gepresenteerde cijfers zijn correct.
Bouwplannen kunnen meerdere keren bij de welstandscommissie aan de orde komen. Plannen waarbij bijvoorbeeld een uitwerking mist worden aangehouden. Plannen die door de welstandscommissie worden meegenomen naar de grote commissie, vallen onder het kopje overig. Ook de plannen die worden voorgelegd aan de commissie in het kader van vooroverleg of een tussenoverleg, zijn geregistreerd als overig. 5.1.4. Overig Afstemming provincie Wij zijn het bevoegd gezag geworden bij een aantal bedrijven waar voorheen het bevoegde gezag bij de provincie lag. De provincie had tot inwerkingtreding van de FUMO de bevoegdheid bij deze vergunningen om toezicht te houden en dwingend te adviseren om vergunningen te actualiseren. Wij hebben daarover met de provincie werkafspraken gemaakt. De samenwerking met betrekking tot de vergunningverlening is in 2013 goed verlopen. Bezwaar en beroep In 2011 hebben wij beroep aangetekend bij de Raad van State tegen de lozingsaspecten in een Omgevingsvergunning die is verleend door de provincie. De behandeling van het beroep bij de Raad van State heeft plaatsgevonden in 2013. Door de Raad van State is de gemeente voor de belangrijkste aspecten in het gelijk gesteld. De provincie heeft de vergunning conform de uitspraak aangepast. BRZO-inrichtingen Begin 2013 zijn in onze gemeente twee bedrijven aanwezig waarop het Besluit Risico Zware Ongevallen van toepassing is. Dat betreffen de bedrijven Primagaz en Van Gansewinkel. Voor het bedrijf Primagaz zijn wij bevoegd gezag. Controles bij deze bedrijven moeten worden uitgevoerd door een team van specialisten. Daarvoor hebben wij een gemeenschappelijke regeling ondertekend. De kosten van de controle worden bij ons in rekening gebracht (ca. € 7000,-/jaar). In 2013 heeft Primagaz op ons verzoek een deel van de vergunning ingetrokken. De BRZO-status is vervallen. Onze deelname aan de gemeenschappelijke regeling is beëindigd. Omgevingsloket Online Het OLO is een landelijke ICT-applicatie waarmee een aanvraag om omgevingsvergunning digitaal ingediend kan worden. De applicatie is storingsgevoelig en wordt niet als gebruiksvriendelijk ervaren. In 2013 zijn 456 aanvragen voor een omgevingsvergunning via het OLO ingediend. Dit is 69% van het totaal binnengekomen aanvragen om omgevingsvergunning in 2013.
23
5.2.
Analyse 2013
5.2.1. Vergunningen Het totaal aantal ingediende aanvragen is in 2013 met 10% gedaald t.o.v. 2012. De aanvraag om omgevingsvergunning met deelaspect bouw is gedaald met 23%. Deze daling is voornamelijk een gevolg van de huidige economische tijd. Wel kan worden opgemerkt dat het aantal overleggen en informatieverzoeken over bouwactiviteiten eind 2013 is toegenomen. Het beoogde integrale beeld van de omgevingsvergunning komt wat betreft het gelijktijdig aanvragen van deelaspecten niet uit de verf. Dit komt omdat de aanvrager over het algemeen kan volstaan met een enkelvoudige vergunning. Bij de meervoudige aanvragen is vooral de combinatie bouw en strijdig gebruik aan de orde. Het strijdig gebruik betreft meestal binnenplanse ontheffingen of kruimelgevallen. Vrijwel alle aanvragen met milieuaspecten betreffen gecombineerde aanvragen. Van de ingediende aanvragen is één reguliere vergunning (activiteiten bouw en uitweg) van rechtswege verleend. Het betreft hier een aanvraag waarvan de beoordeling op welstandsaspecten problemen gaf. Door interne miscommunicatie is de fatale termijn gemist. Bij de uitgebreide procedures (bouwfase) is de termijn van orde in zeven gevallen overschreden. Het betreft in alle gevallen het bouwen in combinatie met een planologische procedure. Het blijkt lastig het planologische deel binnen de daarvoor beschikbare termijnen af te ronden. In een aantal gevallen is dat mee veroorzaakt door trage reacties van de aanvrager op verzoeken om aanvulling van de aanvraag. In één geval ging het om een vergunning voor het brandveilig gebruiken van een gebouw. Omdat de vergunning voor de bouw nog niet verleend was kan op deze aanvraag ook niet worden beslist. Voor twee bedrijven is een aanvraag met milieuaspecten buiten de termijn van orde verleend. Dit is mede een gevolg van discussies met de ondernemer omtrent het al of niet aanwezig zijn van een zogenaamde IPPC-installatie. Wij hebben daar ruimte en tijd voor geboden. Een belangrijke vertragende factor betreft ook de Verklaring van geen bedenkingen (VVGB). Deze is buiten de termijn verleend door een collega overheid. 5.2.2. Meldingen In 2013 zijn er 348 sloopmeldingen ingediend. Dat betreft in bijna alle gevallen het verwijderen en afvoeren van asbest. Dergelijke projecten worden vrijgegeven als uit de luchtmetingen blijkt dat aan de normen wordt voldaan. Afhandeling van de sloopmelding, die betrekking hebben op klein onderhoud, dient te gebeuren binnen vijf werkdagen. Het werkproces en termijnbewaking zijn hierop ingericht. 5.2.3. Welstand Het aantal plannen dat voorgelegd is aan de welstandscommissie is iets gedaald. In 2013 zijn 402 plannen voorgelegd, tegenover 430 in 2012. Deze daling is een gevolg van het verminderde aantal aanvragen voor de activiteit bouwen. In verhouding tot het aantal bouwaanvragen is het aantal welstandstoetsen toegenomen van 1,4 per bouwaanvraag in 2012 tot 1,7 per bouwaanvraag in 2013. In die gevallen waar de welstandscommissie van mening was dat het bouwplan niet voldeed aan redelijke eisen van welstand of daarvoor enigszins moest worden aangepast, is overleg gevoerd met de aanvrager. In de meeste gevallen heeft dat geleid tot een aanpassing van het bouwplan. In 24 gevallen is de omgevingsvergunning geweigerd. Bij 13 aanvragen is afgeweken van het welstandsadvies. De reden om af te wijken loopt uiteen van het toepassen van een andere kleur of de vaststelling dat de aanvraag binnen algemeen aanvaarde kaders past, waarin de
24 welstandsnota niet (meer) in voorziet. Afwijkingen van het welstandsadvies worden teruggekoppeld aan de welstandscommissie. 5.3. Planning 2014 Evenals in 2013 is het door de economische onduidelijkheid ondoenlijk een verwachting uit te spreken over het aantal omgevingsvergunningaanvragen in 2014. Eind 2013 was een kentering merkbaar. In de laatste weken van 2013 hebben meer oriënterende gesprekken over vergunningaanvragen plaatsgevonden. Door de invoering van de omgevingsvergunning met beperkte milieutoets zal het aantal omgevingsvergunningen met milieuaspecten relatief hoog blijven. In 2014 zullen wij aandacht besteden aan werkafspraken met collega overheden en intern om termijnoverschrijdingen te voorkomen. Daarnaast zal worden onderzocht of in de processen informatie die voor de BAG van belang is in te bouwen.
25 6.
Toezicht en handhaving
6.1.
Verslag 2013
6.1.1. Bouwfase Controles bouwfase Voor de bouwfase zijn de belangrijke types overtredingen in het Toezicht en handhavingsbeleid gedefinieerd. Per type overtreding is de intensiteit van toezicht bepaald. Van elke toezichtbezoek wordt per gecontroleerd onderdeel het toezichtresultaat vastgelegd. In 2013 zijn er 897 bouwcontroles uitgevoerd. Van de gecontroleerde onderdelen is ca. 3% als 'niet akkoord' bevonden, ca. 75% heeft de status 'akkoord' en ca. 22% de status 'op onderdelen akkoord'. Bij "niet akkoord" moeten aanpassing plaatsvinden. Ook kan dat aanleiding zijn om een bouwstop op te leggen. Hier gaat in alle gevallen een brief uit. In tabel 5 zijn de type overtredingen en het resultaat opgenomen. Ten opzichte van 2012 is het aantal geregistreerde onderdelen met meer dan 25% toegenomen. Reden daarvoor zijn onder andere de grote bouwprojecten: Raadhuisplein, Bertilla, Nij Smellinghe en Lawei/Meldij. Hier moeten in relatief korte tijd veel controles worden uitgevoerd. Tabel 5: Controles bouwfase Onderdeel oriënteringsgesprek uitzetten bouw uitgraven bouwput fundering op palen fundering op staal funderingsconstructie Riolering begane grond wanden / kolommen / staalconstructie stempels / steigers bescherming tegen geluid van installaties vloeren + balken constructie overige verdiepingen dakconstructies Dakafwerking buitenblad / gevel gevelopeningen nutsvoorzieningen hoogteverschil + vloerafscheiding ventilatie + spuicapaciteit brandveiligheid vluchtmogelijkheden brandveiligheidsinstallaties bescherming geluid wering van vocht verbrandingslucht / rook EP-gerelateerde installaties EINDCONTROLE Totaal
Akkoord 429 185 194 211 114 249 61 202 177 36 1 116 110 197 131 132 117 9 24 51 37 32 19 1 19 27 28 295 3204
Status Niet Onderdelen akkoord akkoord 15 29 1 23 15 27 5 19 6 42 30 1 29 6 81 21 5 2 8 10 2 3 1 7 6 24 6 2
7 6 123
32 43 48 52 103 87 27 26 35 86 42 33 1 8 7 29 65 1040
Totaal 473 209 209 238 138 297 91 232 264 57 1 153 155 253 193 237 207 37 57 92 147 80 54 2 27 34 64 366 4367
26 Handhavingsoverzicht Indien er overtredingen worden geconstateerd, wordt conform het Toezicht en Handhavingsbeleid opgetreden. Dit betekent dat een eerste aanschrijving volgt waarin de overtreding wordt genoemd met een termijn om deze overtreding op te heffen. Indien dit niet tijdig gebeurt, volgt een tweede aanschrijving, waarin o.a. bestuursdwang wordt aangekondigd bij het niet opheffen van de overtreding. In 8 gevallen is een dwangsom opgelegd. Deze hebben het beoogde effect behaald. Opvallend is dat steeds vaker een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom opgelegd. Het blijkt dat mensen steeds minder snel akkoord gaan. De resultaten van de laatste drie jaar zijn in tabel 6 opgenomen. Tabel 6: Overzicht handhavingsacties bouwfase Acties voornemen opleggen last onder dwangsom besluit tot opleggen dwangsom besluit een verbeurde dwangsom bij dwangbevel te innen bouw wordt stilgelegd (aangepaste) omgevingsvergunning aanvraag indienen gebouw aanpassen i.v.m. brandveiligheid bouwwerk in overeenstemming brengen met verleende vergunning reclamebord / reclamevoertuig verwijderen bouwwerk verwijderen beëindigen gebruik in strijd met het bestemmingsplan beëindigen bewoning schutting / hekwerk aanpassen particuliere tijdelijke bouwwerken slopen overige zaken Asbest
2011
2012
5 1 8 56 9 20 57 20 10 1 10 0 10
12 1 12 39 2 25 58 19 7 4 9 0 15 3
2013 24 8 0 7 13 17 18 36 6 10 0 5 2 16 2
Klachten In 2012 is het klachtensysteem gedigitaliseerd, waardoor o.a. termijnbewaking verbeterd is. In totaal zijn er 99 klachten ingediend, waarvan het grootste aantal bouw gerelateerd zijn. De klager krijgt binnen 2 werkdagen bericht van ontvangst en wordt geïnformeerd over het vervolgproces. Onder overig vallen o.a. klachten over rook- en wateroverlast. Bij bouw is het merendeel van de klachten gericht op illegale bouw van schuren en schuttingen. Tabel 7: Klachten Activiteit Aanleggen Bouwen Slopen Strijdig gebruik gronden of bouwwerken Kappen Reclame Overige Eindtotaal
Aantal
5 37 4 8 3 10 32 99
Eigen inrichtingen In 3013 zijn bij een aantal gemeentelijke gebouwen, zoals Iduna en MFC Boornbergum bouwactiviteiten opgestart en / of uitgevoerd. Hiervoor waren de benodigde vergunningen verleend. Bij de controles zijn geen bijzonderheden waargenomen.
27 Bijzondere projecten In 2013 is een handhavingstraject aan de Martin Luther Kingsingel (woonboulevard) in Drachten afgerond. Bij een inventarisatie in 2011, die is uitgevoerd naar aanleiding van een kleine brand, is naar voren gekomen dat de brandscheidingen in deze panden niet voldoen aan de gestelde eisen en dat de totale oppervlakte van diverse brandcompartimenten (veel) groter is dan de toegestane oppervlakte. In 2012 hebben wij de problemen met de eigenaar besproken. Dat heeft geresulteerd in aanpassingen die in 2013 zijn uitgevoerd. Bij het ziekenhuis is de brandveiligheid in 2013 op niveau gebracht. Gezien de benodigde investeringen is dat gefaseerd uitgevoerd. Dit project wordt in combinatie met de nieuwbouw in 2014 afgerond. Bij het complex Noorderpoort is in 2013 een gevel deels ingestort. Daarbij zijn geen gewonden gevallen. Naar aanleiding van een bouwkundig onderzoek zijn de overige gevels van het complex gestut. Er lopen (gerechtelijke) procedures over de aansprakelijkheid. Ook onze rol wordt daarin tegen het licht gehouden. In 2014 wordt de ingestorte gevel opnieuw opgebouwd. De overige gevels zullen bouwkundig worden aangepast. 6.1.2. Gebruiksfase Bedrijfsbezoeken In de gebruiksfase wordt gecombineerd toezicht uitgevoerd op de brandveiligheids- en milieuaspecten. Het toezicht dat is gepland en is uitgevoerd is opgenomen in tabel 8. Tabel 8: Geplande en gerealiseerde handhavingbezoeken 2013 1 2 2a 3 Milieubelastingscategorie
3a
4
Totaal
4
15
2059
Planning Aantal bedrijven
895
Aantal bezoeken milieu aspecten.
*
1047 Elke 5 jaar 205
Aantal bezoeken Gebruiksbesluit Totaal integrale bezoeken toezicht Hercontroles
170
104
170
205
25
25
5
15
445
60
80
10
15
10
10
185
Resultaat Uitgevoerde integrale bedrijfsbezoeken Vuurwerk
84
290
13
68
4
25
484
Hercontroles
44
Toezichtfrequentie
23 Jaarlijks 25
75 elke 3 jaar 25
Jaarlijks Jaarlijks 5
15
5
279
9 (*2) 204
22
38
275
18 18
* bij categorie 1 bedrijven wordt alleen toezicht uitgevoerd naar aanleiding van vragen of klachten
326
28 Van de overtredingsoorten wordt een monitor bijgehouden. Deze is uitgesplitst naar de milieu- en brandveiligheidsaspecten opgenomen in de tabellen 9 en 10. Tabel 9: Overzicht monitor toezicht Gebruik (milieu) 2011/2012/2013 Thema Overtredingen 2011 2012 Afval 25 16 Afvalwater 40 52 Afvoer hemelwater 1 Bodem 30 49 Veiligheid 10 2 Geluid 10 18 Logboek 10 Lucht 27 18 Overig 52 Totaal 147 218
2013 20 19 25 5 7 5 11 49 141
Tabel 10: Overzicht monitor toezicht brandveilig gebruik 2011/2012/2013 Thema Overtredingen 2011 2012 Bouwtechnische voorzieningen 25 17 Gelijkwaardigheid 2 Handmatig bestrijden van brand 50 14 Logboek 65 25 Snel en veilig vluchten 90 40 Status vergunning / melding 15 5 Strijdig gebruik 25 6
2013 16 3 35 11 37 6 4
Voorkomen van brand, beheer blusinstallatie Snelle inzet brandweer Snel vaststellen brand Totaal
40
18
9
5 109 424
2 16 145
3 8 132
Uit het resultaat van tabel 8 blijkt dat het aantal geplande controlebezoeken ruimschoots is gerealiseerd. Wel is er sprake van een verschuiving in de milieubelasting categorieën. In 2013 hebben wij prioriteit gegeven aan het op orde brengen van de dossiers van de bedrijven die naar de FUMO overgaan. Deze bedrijven zijn vooral te vinden in de categorieën 2, 3 en 4. Bij deze bedrijven zijn extra controles uitgevoerd. Dat is ten koste gegaan van het aantal controles in categorie 1. Uit de monitoring volgt dat bij milieu een duidelijke afname is te zien bij de deelaspecten afvalwater en bodem. Aan deze deelaspecten is in 2011 en 2012 extra aandacht besteed. De overige waarnemingen zijn vergelijkbaar met de voorgaande jaren. In het thema "overig" worden onder andere de volgende aspecten geregistreerd: aanpassing van de vergunning, het doen van een melding, netheid, het uitvoeren van een keuring. De geregistreerde overtredingsoorten bij gebruik zijn vergelijkbaar met die van het voorgaande jaar. Het valt op dat het aandachtspunt "voorkomen van brand, beheer blusinstallatie" vanaf 2011 daalt. Dat is positief. Naar aanleiding van reguliere controles is bij ca. 33 % van de bedrijven/instellingen een hercontrole nodig. In 2012 was dat 45 %. Uit onze gegevens blijkt dat ca. 70 % van de overtredingen na een hercontrole is opgelost. Dit is vergelijkbaar met 2012. In het voorgaande is al aangegeven dat het accent in 2013 is toegespitst op de bedrijven die naar de FUMO overgaan. Om die reden zijn minder controles op brandveiligheid uitgevoerd.
29
Vereenvoudiging hercontroles Sinds 1 juli 2011 is het voor een bepaald aantal lichte overtredingen mogelijk om deze af te handelen via een antwoordkaart. Het betrokken bedrijf/instelling kan met het insturen van de antwoordkaart aangegeven dat de overtreding is beëindigd. Een hercontrole kan dan achterwege blijven. In 2013 is bij 31 controles een kaart achter gelaten. Dit is een afname van meer dan 50% ten opzichte van 2012. Deels laat dit zich ook verklaren door het lagere aantal controles dat bij deze categorieën van bedrijven is uitgevoerd. Het betreft in vrijwel alle gevallen overtredingen van brandveilig gebruik. Van deze kaarten zijn 21 binnen de daarvoor gestelde termijn ontvangen. Steekproefsgewijs worden controles uitgevoerd. Thematisch toezicht / Vrije veld Jiskefet Tot 2013 is in samenwerking met de politie de jaarlijkse actie Jiskefet uitgevoerd. De inhoud van de bedrijfsafvalcontainer werd in dit project gecontroleerd op de aanwezigheid van milieugevaarlijke afvalstoffen. De actie was succesvol. Helaas is deze actie in 2013, door bezuinigingen bij de politie, niet meer uitgevoerd. "Specifieke" inrichtingen In 2013 zijn de in de planning opgenomen bedrijven bezocht die zijn opgenomen op de risicokaart (www.risicokaart.nl). Bij deze bedrijven zijn geen noemenswaardige overtredingen waargenomen. In bijlage 6 is een overzicht van deze bedrijven opgenomen. Eind 2013 waren in Smallingerland 9 verkooppunten voor vuurwerk aanwezig. Vooruitlopend op de verkoopperiode is een kluiscontrole uitgevoerd. Tijdens de verkoopperiode zijn alle verkooppunten bezocht. De bedrijven hadden de zaken goed op orde. Lozingen In een deel van onze riolering op het industrieterrein De Haven en op de waterzuivering van Wetterskip Fryslân op de Haven worden PCB's in verhoogde concentraties aangetroffen. PCB's zijn moeilijk afbreekbaar en kunnen al in lage concentraties een risico geven voor de volksgezondheid en/of het milieu. In 2012 is hiervoor een project uitgevoerd. Daarbij is een duidelijke bron voor de PCB lozing gelokaliseerd. Bij het bedrijf zijn in 2013 maatregelen getroffen. Deze geven een forse afname van het PCB gehalte in onze riolering. In 2013 is onderzoek uitgevoerd om de omvang van de vervuiling in onze riolering af te perken. Daarnaast is aanvullend onderzoek in onze hemelwater riolering opgezet. Afronding van deze onderzoeken is voorzien in 2014. Wij voeren dit uit in goede samenwerking met Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân. Handhavingsbesluiten In 2013 is acht keer een voornemen tot het opleggen van een dwangsom aangekondigd om een overtreding te beëindigen. Het betreft drie aanschrijvingen voor brandveilig gebruik en vijf voor milieuaspecten. Het was in 2013 niet nodig een last onder dwangsom op te leggen. Bodem Voor de bevordering van ketenhandhaving nemen wij deel aan een provinciaal project grondstromen. Door het leggen van deze onderlinge contacten en werkafspraken is het snel duidelijk waar grond vandaan komt en aan welke kwaliteitseisen die voldoet. Bij de reconstructie van de Kommisjewei tussen Opeinde en Nijega zijn in 2012 restanten aangetroffen van een gasleiding die in het verleden was aangesloten op de oude gasfabriek te Drachten. De leiding is lek getrokken waarbij een verontreinigende vloeistof uit de leiding is vrijgekomen. Het lek is "gerepareerd". Uit historisch onderzoek is duidelijk geworden dat het een oude gasleiding betreft, die in de jaren '30 is aangelegd. De leiding is in eigendom van een nutsbedrijf. Wij hebben dit nutsbedrijf verzocht nadere actie om de leiding te
30 reinigen/verwijderen te ondernemen. In 2013 is de ligging van de leiding door het nutsbedrijf inzichtelijk gemaakt. Voor de reiniging is een plan van aanpak opgesteld. Uitvoering is voorzien in 2014. Dan zal door een camera inspectie ook duidelijk worden of lekkage naar de bodem heeft plaatsgevonden. Indien nodig zullen op die plaatsen nadere maatregelen worden uitgevoerd. Hierbij wordt ook de plek waar de leiding is stuk getrokken betrokken. Vrijwel elke toepassing van grond moet via een landelijk systeem worden gemeld. De meldingen die in 2013 zijn ingediend, zijn door ons beoordeeld. In totaal zijn 26 meldingen ingediend voor het toepassen/opslaan van grond op 14 verschillende locaties. Dat betreft vooral toepassing in kades die door Wetterskip Fryslân worden opgehoogd. In een aantal gevallen is controle uitgevoerd. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. Meestal is de herkomstlocatie van de grond en daarmee ook de kwaliteit, bij ons bekend. Eigen inrichtingen Wij zijn bevoegd gezag voor een aantal van onze eigen gemeentelijke bedrijven. In het milieuverslag moeten wij verantwoorden hoe wij hiermee zijn omgegaan. In 2013 is het gemeentehuis gecontroleerd. Daarbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Klachten Het aantal klachten is weergegeven in tabel 11. De klachten hebben vooral betrekking op geluid- en geuroverlast. In tabel 12 zijn de klachten gespecificeerd. Tabel 11: Overzicht aantal klachten Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
81
72
48
51
68
Aantal klachten
Tabel 12: Specificatie klachten Over bedrijven
Over burgers
2010
2011
2012
2013
2010
2011
2012
2013
Geluid
11
4
11
8
Geluid
4
3
5
9
Afval
5
4
5
2
Afval
8
4
1
1
Geur
12
11
12
6
Geur
5
2
3
3
Lozing
4
1
1
6
Lozing op riolering
2
1
Bodem Br. veilig gebruik Veiligheid
4
2
1
9
Bodem
1
2
2
2
7
Oppervlaktewater
1
3
3
2
Overig
5
2
Overig
10
9
7
12
Totaal
46
31
37
52
26
17
1 14
De geluidklachten worden vooral veroorzaakt door een aantal horeca-inrichtingen. Dat betreft het zonder ontheffing organiseren van activiteiten met livemuziek al dan niet in combinatie met het niet goed gesloten houden van ramen en deuren. Op klachten wordt direct actie ondernomen. In principe wordt de afhandeling van een klacht aan de klager teruggekoppeld, tenzij de klager daar geen prijs op stelt.
16
31
6.2.
Analyse 2013
In algemene zin kan worden geconcludeerd dat onze wijze van toezicht en handhaving op een steeds hoger niveau wordt gebracht. Belangrijke bouwstenen daarvoor zijn het toezichts- en handhavingsprotocol en het afstemmen van de opleidingen daarop. Tijdens de bouw blijkt dat vooral aandacht voor (constructieve) brandveiligheid belangrijk is. 6.2.1. Bouwfase In 2012 is een start gemaakt met het implementeren van het Toezicht- en handhavingbeleid in het digitale systeem. Het deelaspect bouw is als eerste geïmplementeerd. In 2013 zijn een aantal processtappen aangepast. Uit de analyse blijkt dat brandveiligheid het hoogste scoort. Dit betreft vooral brandscheidingen en branddoorvoeringen. Dit blijft tijdens de controles één van de belangrijkste aandachtspunten. Het jaar 2013 is het eerste volle jaar waarin het nieuwe systeem volledig heeft gefunctioneerd. Met het resultaat van meerdere jaren kan gefundeerd de intensiteit van toezicht, en daarmee het beleid, worden bijgesteld. Het digitale klachtensysteem is verder aangepast. Dat betreft vooral de opvolging van klachten en het informeren van de klager. Ten opzichte van 2012 is het aantal klachten fors toegenomen. De bouw gerelateerde klachten scoren het hoogste. Dat betreffen voornamelijk illegale bouw en schoorstenen (open haard). Door de hogere energiekosten is het gebruik van openhaarden de afgelopen jaren fors toegenomen. De klachten hebben vooral betrekking op verkeerd aangebrachte schoorstenen en het neerslaan van rook. 6.2.2. Gebruiksfase Met ingang van 2013 zijn wij overgestapt naar prestatiedoelstellingen, waarvoor de frequentie van toezicht en de diepgang van toezicht op basis van een risicoanalyse zijn vastgesteld. De planning van de reguliere controles voor 2013 is op basis daarvan gerealiseerd. Van de overtredingsoorten wordt een monitor bijgehouden. De resultaten van de monitor sluiten aan bij de diepgang in de risicoanalyse. De bevindingen van de controles en de monitor geven geen aanleiding om de risicoanalyse bij te stellen. Methodiek "vereenvoudiging" hercontroles. Wij hadden de verwachting dat hiermee het aantal hercontroles met ca. 25 % zou kunnen worden verminderd. In de afgelopen jaren is gebleken dat deze doelstelling niet haalbaar is. Ook een aanpassing in 2012 heeft niet het gewenste resultaat gegeven. In 2013 weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid een kaart achter te laten. Een mogelijke verklaring is het feit dat minder controles zijn uitgevoerd bij categorie 1 inrichtingen. In 2014 zal worden beoordeeld of de handhavers voor het publiek domein de afhandeling van deze overtredingen op kunnen pakken. In ons Toezicht- en handhavingsbeleid Wabo 2012 – 2016 is 10% van de beschikbare tijd voor handhaving vrijgemaakt voor vrije veld activiteiten. In 2012 is hiermee gestart. In 2013 is de beschikbare tijd grotendeels benut voor het op orde brengen van de dossiers van de bedrijven waarvan het toezicht overgaat naar de FUMO. Daarnaast hebben wij op het industrieterrein De Haven de nodige tijd geïnvesteerd in onderzoek naar de aanwezigheid van PCB in het slib in onze riolering.
32
6.3.
Planning 2014
6.3.1. Bouwfase In 2014 zal het digitaal afhandelen van vergunningaanvragen en de archivering daarvan worden uitgewerkt en ingevoerd. Het toezicht- en handhavingsbeleid zal volledig digitaal worden geïmplementeerd. Het aantal toezichtbezoeken is geschat op 1000, maar is afhankelijk van aantal, type en omvang van de omgevingsvergunningen. Het vrije veld toezicht is gericht op illegale activiteiten m.b.t. bouw, reclame en strijdig gebruik. Specifieke actie zal worden gegeven aan strijdig gebruik. Het blijkt dat in leegstaande bedrijfspanden op industrieterrein De Haven steeds meer kantoorfuncties worden gevestigd. Dat gaat ten kosten van de ontwikkelingen op het kantorenpark, de MLK-boulevard en het centrumgebied. Dit zal in 2014 worden geïnventariseerd en aangepakt. 6.3.2. Gebruiksfase De controlefrequentie van de bedrijven/instellingen is uitgewerkt in ons Toezicht en handhavingsbeleid 2012-2016. Het aantal in onze gemeente aanwezige en te controleren bedrijven en instellingen is in de onderstaande tabel opgenomen Tabel 13: Te controleren bedrijven/instellingen 2014 Milieubelastingcategorie Aantal bedrijven/instellingen Smallingerland, 1 jan 2014
1
2
2a
3
3a
4
Totaal
884
1048
24
72
2
15
2055
Jaarlijks
Jaarlijks
Aantal bezoeken milieu aspecten
*
Elke 5 jaar 178
Aantal bezoeken gebruiksbesluit
170
104
Totaal integrale bedrijfsbezoeken
170
178
13
4
20
12
10
80
10
15
Toezichtfrequentie
Milieucontroles Fumo Hercontroles
60
Jaarlijks 13
elke 3 jaar 4
5
275
5
279 5
15
445
15 10
10
* alleen toezicht op basis van klachten/vragen/specifieke projecten. Er gaan ca. 135 bedrijven voor wat betreft de uitvoering over naar de Fumo. Daarvoor moeten ca. 52 controlebezoeken per jaar door de FUMO in onze gemeente worden uitgevoerd. Voor de wijze waarop moet een dienstverleningsovereenkomst (dvo) worden afgesloten. Daar zal in 2014 overleg voor plaats vinden. “Specifieke” inrichtingen In onze gemeente zijn ca. 20 bedrijven gevestigd die vallen onder de normen van het Risicoregister en/of het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Deze bedrijven zijn opgenomen op de risicokaart. Daarnaast zijn 9 verkooppunten voor vuurwerk aanwezig. De bedrijven, waarvoor wij bevoegd gezag zijn, worden elk jaar bezocht. In bijlage 6 zijn de betreffende bedrijven opgenomen. Natte koeltorens Bij vijf bedrijven in onze gemeente wordt gebruik gemaakt van koeltorens. Deze kunnen bij onjuiste bedrijfsvoering risico's geven voor de volksgezondheid (legionella). Deze bedrijven worden jaarlijks gecontroleerd.
185
33
Lozingen Uit ervaringen van de voorgaande jaren blijkt dat lozingsaspecten blijvend aandacht vragen. Regelmatig worden schadelijke stoffen op onze riolering geloosd. Dat geeft problemen voor onze riolering, de verwerking van zuiveringsslib en/of schade aan het milieu. Toezicht betreft een blijvend actiepunt. Waar nodig zal gebruik worden gemaakt van de expertise van Wetterskip Fryslân. In dit kader zal ook het PCB-project op ons industrieterrein De Haven worden afgerond. Grondstromen Bij bouwrijp maken van bestemmingsplannen, infrastructurele werken, herstructurering van wijken, het dempen van watergangen komt met regelmaat grond vrij en/of wordt grond aangevoerd. Inzicht in de kwaliteit is belangrijk. Het toetsingskader is het Besluit bodemkwaliteit en onze bodemkwaliteitskaart. Grond kan worden verplaatst binnen de gemeente, maar het is ook mogelijk dat grond van andere locaties wordt aangevoerd. Hierover wordt tussen de gemeenten, in Fryslân, onderling goed gecommuniceerd. Ingediende meldingen worden, als daar aanleiding voor is, gecontroleerd. Deze taak ligt met ingang van 2014 bij de FUMO. Wij leveren een bijdrage aan een provinciaal project ketenhandhaving grondstromen . Landelijk/provinciaal Net als de voorgaande jaren zetten het Landelijk overleg milieuhandhaving (LOM) en de provinciale handhavingspartners (FOM) sterk in op ketenhandhaving. Dat betreft vooral asbest, illegaal vuurwerk, bodem- en grondstromen, de natuurwetgeving en de export van afvalstoffen. Evenals de voorgaande jaren sluiten wij aan bij de projecten grondstromen en asbestverwijdering. Wij hebben een oog- en oorfunctie voor de collega bevoegde gezagen. Indien nodig wordt verkregen informatie geverifieerd via landelijke- en provinciale databases. Vooral voor grondstromen hebben wij hier goede ervaringen mee. Aandachtspunten Brandveiligheid: Een ander aandacht punt betreft de (brand)veiligheid van grotere wooncomplexen en /of gebouwen met appartementen. In 2012 is gebleken dat de bewoners van deze gebouwen steeds ouder worden. Vooral het vrijhouden van vluchtwegen heeft aandacht nodig. Landelijk wordt een project voorbereid voor controle op brandveiligheid van de stallen in de intensieve veehouderij. Als dat in 2014 wordt opgestart dan zullen wij daar aan meewerken. Actualiseren (digitaal)bedrijfsbestand Alle bedrijven het daarbij behorende risicoprofiel en de controlefrequenties zijn opgeslagen in ons bedrijfsbestand. In 2013 is gebleken dat niet alle bedrijven in het schema voor de controlebezoeken zijn opgenomen. Dit zal in 2014 worden aangepast.
34
35 7.
Omgeving
7.1. Bodem Bodemkwaliteitskaart In samenwerking met 18 Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân zijn nieuwe Bodemkwaliteitskaarten en een nota bodembeheer opgesteld. Deze zijn in 2012 vastgesteld. In 2013 zijn nog een aantal Friese gemeenten aangesloten. Hierdoor is in bijna de gehele provincie het bodembeleid vergelijkbaar. In 2013 hebben wij gezamenlijk met onze buurgemeenten Kollumerland, Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel, Dantumadeel en Dongeradiel een voorlichting verzorgd voor de grondverzetbedrijven die in deze gemeenten actief zijn. De avond is zeer goed bezocht en als positief beoordeeld. Eind 2013 zijn de bodemkwaliteitskaarten via internet interactief beschikbaar gesteld. Op die wijze is het snel duidelijk of het gewenste grondverzet mogelijk is. In 2013 is ten behoeve van de verkoop van woningen in 50 gevallen informatie over de bodem aan makelaars verstrekt. Bodemloket Informatie over bodem wordt via een landelijke site aan derden ter beschikking gesteld (bodemloket.nl). Het bodemloket is een samenwerking tussen gemeenten, provincies en rijk. Wij zijn van mening dat informatie pas aan derden beschikbaar kan worden gesteld als die betrouwbaar is. Dat is niet het geval. Onze gemeente is om die reden nog niet aangesloten. Bij derden geeft dat verwarring. In 2013 is gestart met de voorbereiding om het provinciale bodeminformatiesysteem en ons bodeminformatiesysteem af te stemmen. Wij verwachten dat wij dat in 2014 af kunnen ronden. De informatie kan dan ook voor derden ter beschikking worden gesteld. In 2013 zijn als voorbereiding op diverse gemeentelijke werken bodemonderzoeken uitgevoerd en beoordeeld. Tevens is in onze opdracht een met asbestvervuilde locatie gesaneerd. Onze eenheid heeft daarvoor de expertise geleverd. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-3) 2010 - 2014 ISV is een Rijksuitkering voor de integrale aanpak van problemen in de leefomgeving. De sanering van verontreinigde bodem kan daarvan een onderdeel vormen. Bedoeling is dat in combinatie met een bijdrage uit de "markt", probleemlocaties kunnen worden aangepakt. De bijdrage uit ISV bedraagt in de meeste gevallen 25% van de saneringskosten. Voor de sanering van een voormalig busstation bij het Thalenpark is door de provincie, conform ons verzoek, een financiering van 100 % toegekend. Dat heeft te maken met de forse investering die wij zelf al in dit gebied hebben gedaan. De voorbereiding voor deze sanering is gestart, uitvoering is voorzien in 2014. In 2011 is in het kader van onderzoek naar bodemverontreiniging door voormalige bedrijfsactiviteiten bij een particulier een ernstig geval van bodemverontreiniging aangetroffen. Dit project is uitgevoerd in opdracht van en op kosten van het Rijk (Spoedlocaties). In 2013 is hier onder begeleiding van de provincie en gemeente een sanering van de bodem uitgevoerd.
36
7.2. Externe veiligheid Algemeen Externe veiligheid is een verplicht toetsingskader bij planologische procedures en omgevingsvergunningen milieu. Het betreft een specialistisch werkveld. Vanwege het specialistische karakter wordt door het Rijk ingezet op samenwerking. Voor de periode 2011 - 2014 is een jaarlijkse bijdrage voor de provincie Fryslân vastgesteld van ruim € 720.000, - op voorwaarde dat op provinciale schaal wordt samengewerkt. Het Uitvoeringsprogramma 2011 - 2014 is in het laatste kwartaal van 2011 vastgesteld. Hierin wordt vooral ingezet op verdere kwaliteitsverbetering en uitvoer van de structurele taken. Wij zijn nauw bij de uitvoering betrokken. Wij zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep, het programmabureau en diverse werkgroepen. Externe veiligheid vraagt specifieke kennis. Deze is niet bij alle gemeenten beschikbaar. In 2009 is een project "samenwerking en organisatie" afgerond. Daarop is het "Bureau externe veiligheid Fryslân opgericht. Gemeenten en de provincie kunnen vraagstukken over externe veiligheid voor ondersteuning aan het bureau EV voorleggen. Het bureau EV is met ingang van 2014 opgenomen in de FUMO. In 2013 is voor een 15-tal bestemmingsplannen in onze gemeente de externe veiligheid beoordeeld. Het grootste bestemmingsplan daarvan betreft het bestemmingsplan Buitengebied. De coördinatie en vertaling daarvan wordt gegaan door de eenheid. Deze programmaperiode wordt in 2014 afgesloten. Waarschijnlijk wordt door het Rijk ook voor de periode na 2014 financiering van deze taken beschikbaar gesteld. Transport gevaarlijke stoffen In onze gemeente zijn op dit moment 7 LPG-tankstations aanwezig. Het betreft 4 stations in de bebouwde kom van Drachten, 1 station in de bebouwde kom van Opeinde en 2 stations ter hoogte van Opeinde aan de Wâldwei. De bevoorrading wordt uitgevoerd door 3 verschillende transporteurs. In 2006 is de routering voor de bevoorrading van de LPGtankstations met de transporteurs in een convenant vastgelegd. Na een positieve evaluatie is het convenant in 2012 met 2 van de 3 transporteurs verlengd voor wederom een periode van 5 jaar. De derde transporteur verwacht de werkzaamheden in onze gemeente te beëindigen, maar respecteert wel de afspraken uit het convenant. In 2014 zal opnieuw een evaluatie van het convenant en een inventarisatie van de aanwezige transporteurs worden uitgevoerd. Risico register gevaarlijke stoffen (RRGS) Het RRGS is van toepassing op bedrijven met een bepaald risicoprofiel. Wij zijn verplicht om de gegevens van bedrijven waarop dit register van toepassing is in te voeren in een landelijke database. Deze bedrijven worden getoond op de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl). Informatiesysteem overige ramptypen (ISOR) Voor de hulpverlening (brandweer/ambulance, etc.) moeten kwetsbare objecten in dit systeem worden ingevoerd. Dat betreft scholen, wijkcentra, ziekenhuizen, theaters, grote winkels, etc. Deze informatie is voor onze gemeente ingevoerd. Controle op de ingevoerde gegevens en mutaties van het RRGS/ISOR wordt uitgevoerd door de eenheid vergunningen en handhaving. Het RRGS wordt uitgevoerd met het toezicht in de gebruiksfase. Het ISOR is gekoppeld aan de aanvraag omgevingsvergunning.
37
7.3. Geluid Wegverkeerslawaai In de periode 1 januari 2013 - 1 januari 2014 is in het kader van de Wet geluidhinder voor 1 project een hogere waarde vastgesteld. Ten aanzien van woningbouw, de ontwikkeling van nieuwe bestemmingsplannen e.d. zijn er 12 onderzoeken uitgevoerd. De benodigde berekeningen zijn uitgevoerd en vastgelegd in akoestische rapporten. Voor het bepalen van de geluidbelasting van wegverkeer zijn gegevens over de verkeersintensiteit en de samenstelling van het wagenpark (personen auto’s/vrachtauto’s) van belang. De verkeersintensiteiten worden planmatig geteld. Industrielawaai Voor industrielawaai, waaronder horecalawaai, zijn 10 onderzoeken uitgevoerd. Een aantal daarvan betreft horecabedrijven waar klachten over geluidoverlast waren ingediend. In Smallingerland zijn twee industrieterreinen aanwezig, die op grond van de Wet geluidhinder zijn gezoneerd (Industrieterrein De Haven en het terrein van de Groenvoerdrogerij in Opeinde). Het gezoneerde terrein van de Grasdrogerij is gewijzigd. De wijziging in de bebouwde kom is in 2012 opgenomen in het bestemmingsplan "Kleine kernen noord". De aanpassing van de zone in het buitengebied is in 2013 opgenomen bij de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied. Bij het industrieterrein De Haven is het terrein waarop zogenaamde Wet geluidhinder bedrijven aanwezig mogen zijn verkleind. De contour van de zone is daarbij gelijk gebleven (en daarmee de zone - het terrein tussen de contour en het deel waarop de Wet geluidhinderbedrijven aanwezig mogen zijn - vergroot). In 2012 is geïnventariseerd welke (geluidrelevante) plannen bedrijven op dit deel van het bedrijfsterrein hebben. Hieruit blijkt dat op een aantal plaatsen binnen de zone te weinig geluidruimte aanwezig is om al deze plannen mogelijk te maken. De beheerder van de geluidzone (Servicebureau "De Friese Wouden") heeft op grond van deze plannen geadviseerd over een mogelijke verlegging van de contour. In 2013 bleek dat naast de al bekende wijzigingen, een aantal bedrijven nieuwe geluidrelevante plannen hadden. Het Servicebureau is daarom verzocht een geactualiseerd advies uit te brengen. Dat advies is in 2013 nog niet ontvangen maar wordt begin 2014 verwacht. Naar aanleiding van dat advies wordt beoordeeld of en zo ja, op welke wijze, de zone moet aangepast. Deze ligt grotendeels in het bestemmingsplan Buitengebied. Het bestemmingsplan Buitengebied zal in dat geval moeten worden aangepast. Luchtvaartlawaai Sinds 1 januari 2011 bestaat de Commissie Milieuhygiëne Vliegveld Drachten (CMVD) formeel niet meer. Op dat moment had een Commissie regionaal overleg (Cro) door Provinciale Staten moeten zijn ingesteld. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. Op verzoek van de provincie heeft de CMVD haar werkzaamheden sinds 1 januari 2011 voortgezet. In 2013 heeft de voortgezette CMVD 2 maal vergaderd. Wij leveren voor de commissie de voorzitter en de secretaris. De voorzitter van de Cro moet onafhankelijk zijn. De voorzitter van de voormalige CMVD is door alle leden van de voortgezette CMVD geaccepteerd als voldoende onafhankelijk om ook sinds 1 januari 2011 als voorzitter aan te blijven. Bij overleggen van de commissie zijn de omwonenden, de exploitant, de gebruikers, de provincie en de gemeente vertegenwoordigt. In verband met de informatieoverdracht maakt de provincie nog deel uit van de voortgezette CMVD. De CMVD/Cro is verantwoording schuldig aan de provincie.
38 Er is in 2013 door de secretaris van de CMVD voor 17 data door omwonenden overlast gemeld. Deze melding zijn gedaan bij de dienstdoende assistent-havenmeester, de havenmeester en/of de secretaris van de commissie. De commissie heeft in de klachten geen aanleiding gezien een advies op te stellen. De commissie heeft opnieuw besproken dat er een onderscheid is tussen formeel juiste vliegroute en de met omwonenden afgesproken vliegroute voor zogenaamde MLA's ("kleinere toestellen") en dat bij de huidige toestellen het onderscheid tussen MLA's en GA's ("grotere toestellen") aan het uiterlijk niet of moeilijk te zien is. Naar aanleiding van overlast van een vliegevenement op 7 september 2013, is geconcludeerd dat de, niet van Vliegveld Drachten afkomstige, piloten hinder hadden kunnen voorkomen door de afgesproken route te volgen in plaats van de gevolgde – vaak formeel correcte – route. Bij een volgend evenement zal daar extra aandacht voor zijn. Afdwingen van vliegen in overeenstemming met de afspraken is moeilijk omdat formeel een andere route is toegestaan. In verband met de gevoelde onveiligheid bij omwonenden is in 2012 gestart met het agenderen op elke vergadering van een voorlichting/toelichting op een bepaald onderwerp door de havenmeester dat relatie heeft met het zorgen voor veilig vliegverkeer en een veilig gebruik van het vliegveld. In 2013 is door de commissie een bezoek gebracht aan het vliegveld om de regels voor het veld en de werkwijze te kunnen zien en bespreken. De Cro is in 2013 niet ingesteld. In 2013 heeft de CMVD positief geadviseerd over de concept-Verordening die nodig is voor de instelling van de Cro. De verwachting is nu dat in 2014 de Cro wordt ingesteld. Daarbij moet ook een vertegenwoordiger van de gemeente worden aangewezen. PS heeft nog geen planning om in 2014 het Luchthavenbesluit voor Drachten te nemen. In dat Luchthavenbesluit moeten o.a. de contour voor externe veiligheid en het beperkingengebied worden opgenomen. Die gebieden moeten vervolgens in de bestemmingsplannen worden opgenomen. Om te voorkomen dat ontwikkelingen plaatsvinden die strijdig zijn met de komende wettelijke normen, wordt in 2014, net als voorheen, bij planologische ontwikkelingen zoveel als mogelijk rekening gehouden met de komende normen. 7.4. Overig Verordening geurhinder en veehouderij In 2008 hebben wij de Verordening geurhinder en veehouderij Smallingerland vastgesteld. De verordening is van toepassing op de veehouderij. Basis voor de verordening is de Wet geurhinder en veehouderij. Wij hebben in de verordening lokaal afwijkende geurnormen en aangepaste afstandseisen vastgesteld. In de tussenliggende periode is onderliggende wetgeving aangepast. In 2013 is de Verordening ook van toepassing geworden op agrarische bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit. In 2014 zullen wij de verordening evalueren en actualiseren. Lucht Luchtkwaliteit is een standaard toetsingskader bij bestemmingsplanprocedures. In dat kader zijn in 2013 diverse berekeningen uitgevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een rekenprogramma dat beschikbaar wordt gesteld door het RIVM. Berekeningen voor de luchtkwaliteit zijn in veel gevallen uitgevoerd door het servicebureau. Er zijn in onze gemeente geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen uit het Besluit luchtkwaliteit aangetoond (stikstofoxide (NO2), koolmonoxide (C0), fijn stof (PM10) en benzeen (C6H6). De luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoer/actualisatie van (bestemmings)plannen.
39
7.5. Voorlichting Het is een verantwoordelijkheid om burgers en bedrijven goed te informeren. Via Breeduit, de gemeentelijke internetpagina en in de gemeentelijke stand op beurzen, wordt voorlichting gegeven over specifieke onderwerpen als hoe om te gaan met asbest, beleid over plaatsen van schuttingen, veranderde regelgeving m.b.t. sloop etc. Op verzoek worden brochures aan belangstellenden verstrekt. Bedrijven krijgen informatie tijdens de bedrijfsbezoeken in het kader van de handhaving. De taken met betrekking tot Natuur- en milieueducatie zijn ondergebracht bij stichting de Naturij.
40
41 Bijlagen
42
43 Bijlage 1: Zelftoets Bouwen, Ruimte en Milieu aan wettelijke kaders De voorschriften waar de uitvoering van de handhaving aan moet voldoen zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (BOR). De kwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 10 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). In de volgende tabellen hebben wij ons uitvoeringsprogramma aan de voorschriften getoetst. Zelftoets beleidsplan en uitvoeringsprogramma aan het BOR Artikel Voorschrift Toezicht- en handhavingsbeleid Handhavingsbeleid 7.2, lid 1 Vaststellen handhavingsbeleid, Integraal Toezichts- en zelfevaluatie, afstemming handhavingsprogramma collega overheden 2012 – 2016 7.2, lid 2 Opstellen probleemanalyse Hoofdstuk 1 7.2, lid 3 Inzicht in prioriteitstelling van de Hoofdstukken 1, 2, 3 en uitvoering en de methodiek om 4 gestelde doelen te realiseren 7.2, lid 4 Inzicht in de wijze van toezicht, Hoofdstuk 3 en 4 de rapportage van de bevindingen, de opgelegde sancties en termijnen, de afstemming met strafrechtelijk handhaving, de wijze waarop wordt omgegaan met overtredingen van eigen inrichtingen of inrichtingen van collega overheden 7.2, lid 5 Inzicht in afspraken, Hoofdstuk 4 afstemming en samenwerking met ander betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke handhaving 7.2, lid 6 B en W maken het Hoofdstuk 1 handhavingsbeleid bekend aan de gemeenteraad Uitvoeringsprogramma 7.3, lid 1 Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld. Duidelijk moet zijn welke activiteiten worden uitgevoerd. Met doelen en prioriteiten als voorgeschreven in art. 7.2 moet rekening worden gehouden 7.3, lid 2 Afstemming uitvoeringsprogramma met betrokken bestuursorganen en organen strafrechtelijke handhaving 7.3, lid 3 B en W maken het uitvoeringsprogramma bekend aan de gemeenteraad
Uitvoeringsprogramma
Hoofdstukken 1, 2, 5, 6 en bijlagen Hoofdstuk 2 en 5 Hoofdstuk 2 en 5 met bijlagen Hoofdstuk 2 en 6 met bijlagen en ISO-9001
Hoofdstuk 2 en 6 en ISO 9001
Er wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma opgesteld.
Hoofdstuk 2 en 6 met bijlagen
Hoofdstuk 1, Inleiding
44
Artikel
Voorschrift
Toezicht- en handhavingsbeleid
Uitvoeringsprogramma
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 en bijlagen
7.4, lid 1, b
Vastleggen formatie, functies, taken en verantwoordelijkheden Functiescheiding
7.4, lid 1, c
Rouleren van inrichtingen
7.4, lid 1, d
Beschikbaarheid calamiteiten telefoon Beschrijving werkprocessen, audit van de werkprocessen
Uitvoeringsorganisatie 7.4, lid 1, a
7.4, lid 2, a/b Borging middelen 7.5, a / b
7.5, c
Monitoring 7.6, lid 1 en 2
Rapportage 7.7, lid 1, 2 en 3
Hoofdstuk 1 en ISO 9001 Hoofdstuk 1 en ISO 9001 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 en 4
Hoofdstuk 5, 6 en ISO 9001 met audits
Inzichtelijk maken benodigdeen beschikbare financiële middelen en waarborgen in de begroting. De wijze van berekening van benodigde financiële middelen Voor de uitvoering van het programma moeten voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn. Zo nodig moeten deze worden aangepast en/of het uitvoeringsprogramma moet worden aangepast
Hoofdstuk 2 en 3
Hoofdstuk 2 en bijlagen
Hoofdstuk 2 en 3
Hoofdstuk 2 en bijlagen
Met een geautomatiseerd systeem worden de resultaten en voortgang van het uitvoeringsprogramma en de gestelde doelen bewaakt. De verkregen gegevens worden geregistreerd
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 2
Periodiek wordt gerapporteerd over het bereiken van gestelde doelen, activiteiten en afspraken. Jaarlijks wordt geëvalueerd of de gestelde doelen van het uitvoeringsprogramma zijn gerealiseerd. B en W maken het verslag bekend aan de gemeenteraad
Hoofdstuk 1
45 Zelftoets beleidsplan en uitvoeringsprogramma aan de MOR Artikel Voorschrift Toezicht- en handhavingsbeleid Handhavingsbeleid 10.3.1 a Gevolgen overtredingen Hoofdstuk 1, 2, 3 en 4, fysieke leefomgeving (BOR m.n. de risicoanalyse 7.2.2) 10.3.1 b Kans dat een overtreding Hoofdstuk 2 plaatsvindt 10.3.2 a Hoe bevorderen wij naleving Hoofdstuk 1, 2, 3 en 4 (BOR 7.2.4) 10.3.2 b Voorlichting aan personen die Hoofdstuk 4 de inrichtingen drijven 10.3.3 a Wijze waarop controle wordt Hoofdstuk 2, 3 en 4 en voorbereid en uitgevoerd ISO (BOR 7.2.4 a) 10.3.3 b Frequentie routinematige Hoofdstuk 2 controlebezoeken 10.3.3 c De wijze waarop zakelijke Hoofdstuk 2, 3 en ISO gegevens en bescheiden worden gecontroleerd 10.3.3 d De wijze van toezicht van Hoofdstuk 2 en 3 stoffen die in de lucht, bodem of het water worden gebracht 10.3.3 e Verificatie van Hoofdstuk 2 en 3 en controleresultaten ISO 10.3.4.a, b, c Zorgplicht Wm en handhaving Hoofdstuk 3 en 4 WBB, Ketenhandhaving (BOR 7.2.5) Uitvoeringsprogramma 10.4 Het uitvoeringsprogramma wordt uitgewerkt in werkplannen voor betrokken onderdelen van de organisatie Uitvoeringsorganisatie 10.5 a, b, c en d
Monitoring 10.6 a, b, c, d en e
Uitvoeringsprogramma Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 2, 4, 5 en 6 Hoofdstuk 5, 6 en 7
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6 en ISO Hoofdstuk 2 en 6
Jaarlijks wordt voor de taken die door de eenheid worden uitgevoerd een uitvoeringsprogamma opgesteld
Deskundigheid medewerkers, onderhoud ter beschikking staande instrumenten (BOR 7.4.1)
Uitvoeringsplan met bijlagen, ISO en personeelsbeleid.
Monitoring
Hoofdstuk 1, 5 en 6
46
47 Bijlage 2: Formatie eenheid Vergunningen en handhaving Coördinatie Administratie Juridisch specialisme Beleid Brandpreventie specialisme Vergunningverlening Bouw Vergunningverlening Milieu Toezichthouder Bouwfase Toezichthouder Gebruiksfase Totaal
1,00 2,44 2,06 3,00 1,00 3,75 2,00 4,00 4,00
fte fte fte fte fte fte fte fte fte
23,25 fte
Bij de vergunningverlening milieu en het toezicht op gebruik is de formatie die bij de FUMO beschikbaar is inbegrepen.
48
Bijlage 3: Budget 2014 afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving
Bijlage 4: Bedrijven die op de risicokaart zijn opgenomen Bevoegd gezag gemeente Smallingerland Bedrijf adres plaats Primagaz De Meerpaal Drachten
activiteit opslag gas
Wetgeving BEVI RRGS
Zwembad De Welle
Reidingweg
Drachten
Sportschool Ebert
Zuidkade
Drachten
Fries ecologische zuivelfabriek Gasreduceerstation Gasreduceerstation
Ampèrelaan
Drachten
Noorderhogeweg Moleneind NZ
Drachten Drachten
opslag chemicaliën opslag chemicaliën opslag ammoniak gas gas
Dracham BV Van den Belt Tinq-oil BP Brand Oil Q8 Noordzijde Q8 Zuidzijde
Blauwgras De Bolder De Loswal Zuiderhogeweg Kommisjewei N-31 N-31
Drachten Drachten Drachten Drachten Opeinde Opeinde Opeinde
LPG LPG LPG LPG LPG LPG LPG
BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI
Jonkman Veneboer Veneboer Caravans Bijma Halfords Noord Motors Van der Hei Welkoop Profile Egberts
Stationsweg Zuidkade Loswal De Roef Raadhuisplein Stationsweg Kanaelsloane MLK singel Noordkade
Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Opeinde Drachten Drachten
vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk
Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit
Bevoegd gezag Provincie Fryslân Bedrijf adres Van Gansewinkel De Steven
plaats Drachten
Orion
Drachten
activiteit Wetgeving opslag BRZO/BEVI gevaarlijk afval verwerking RRGS PCB houdende olie
De Steven
RRGS RRGS RRGS RRGS
Bevoegd gezag Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie Bedrijf adres plaats activiteit Wetgeving diverse gaswinlocaties in de gemeente RRGS