Bouwen, Ruimte en Milieu - Jaarverslag 2012 - Uitvoeringsprogramma 2013
Drachten|Smallingerland Vastgesteld: 27 februari 2013
1. 2.
Inleiding........................................................................................................................3 Kaders ..........................................................................................................................5 2.1. Algemeen...............................................................................................................5 2.2. Doelstellingen ........................................................................................................6 2.3. Organisatie ............................................................................................................6 2.4. Taken.....................................................................................................................6 2.4.1. Vergunningen en meldingen...........................................................................6 2.4.2. Toezicht en handhaving .................................................................................7 2.5. Formatie ................................................................................................................8 2.6. Samenwerking en afstemming ...............................................................................8 2.7. Calamiteiten...........................................................................................................9 3. Ontwikkelingen ..........................................................................................................11 3.1. Landelijke / Gemeentelijke ontwikkelingen ...........................................................11 3.2. Regionale uitvoeringsdiensten .............................................................................15 4. Vergunningen en meldingen.....................................................................................17 4.1. Verslag 2012........................................................................................................17 4.1.1. Vergunningen...............................................................................................17 4.1.2. Meldingen ....................................................................................................17 4.1.3. Welstand ......................................................................................................18 4.1.4. Overig ..........................................................................................................18 4.2. Analyse 2012 .......................................................................................................19 4.2.1. Vergunningen...............................................................................................19 4.2.2. Meldingen ....................................................................................................19 4.2.3. Welstand ......................................................................................................19 4.2.4. Overig ..........................................................................................................20 4.3. Planning 2013......................................................................................................20 5. Toezicht en handhaving ............................................................................................21 5.1. Verslag 2012........................................................................................................21 5.1.1. Algemeen.....................................................................................................21 5.1.2. Bouwfase .....................................................................................................21 5.1.3. Gebruiksfase ................................................................................................23 5.2. Analyse 2012 .......................................................................................................29 5.2.1. Bouwfase .....................................................................................................29 5.2.2. Gebruiksfase ................................................................................................29 5.3. Planning 2013......................................................................................................30 5.3.1. Bouwfase .....................................................................................................30 5.3.2. Gebruiksfase ................................................................................................30 6. Omgeving...................................................................................................................33 6.1. Bodem .................................................................................................................33 6.2. Externe veiligheid.................................................................................................33 6.3. Geluid ..................................................................................................................34 6.4. Voorlichting ..........................................................................................................36 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
2
1.
Inleiding
Voor u ligt een combinatie van het jaarverslag 2012 en het uitvoeringsprogramma 2013 voor de taken met betrekking tot vergunningverlening en handhaving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De Wabo en het Besluit omgevingsrecht (Bor) verplichten ons tot het opstellen van handhavingsbeleid. Hierin moet gemotiveerd worden omschreven welke doelen worden gesteld en welke activiteiten daarvoor worden uitgevoerd. Jaarlijks moet het handhavingsbeleid worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma en nadien worden geëvalueerd. Dit is een bevoegdheid van het college. Het beleid, het programma en het verslag moet ter informatie worden voorgelegd aan de raad. In 2011 hebben wij ons toezicht- en handhavingsbeleid aangepast aan de Wabo. Dit is vastgesteld op 27 maart 2012. Het uitvoeringsprogramma voor 2013 is op dit beleid gebaseerd. In hoofdstuk 2 zijn de kaders opgenomen, in hoofdstuk 3 de ontwikkelingen die landelijk en lokaal plaatsvinden. In de hoofdstukken 4 en 5 gaan wij in op de resultaten en de planning van vergunningverlening en toezicht. Vervolgens is in hoofdstuk 6 beschreven hoe de overige taken worden uitgevoerd.
3
4
2.
Kaders
2.1. Algemeen In het jaarverslag 2011 en uitvoeringsprogramma 2012 is de beleidscyclus 'big 8' geïntroduceerd. Het uitvoeringsprogramma en handhavingsbeleid maken beide onderdeel uit van het ‘adequate handhavingproces’. Het handhavingproces heeft een cyclisch karakter, hierbij is sprake van een beleidscyclus (doelen en prioriteiten, uitvoering en resultaten, evaluatie, bijstelling doelen en prioriteiten enz.) en een operationele cyclus (programma, uitvoering en resultaten, verslag en evaluatie, programma enz.). Dit is opgenomen in de onderstaande figuur.
Figuur 1. De beleidscyclus (BIG 8)
De afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving is ISO 9001:2008 gecertificeerd. De introductie en het gebruik van de BIG8 is tijdens de audit op 29 november 2012 specifiek benoemd. De auditoren constateren dat alle elementen van de PDCA-cylcus zijn geïntegreerd door het gebruik van de BIG8. Gedeputeerde Staten van Fryslân toetst jaarlijks bij de Friese gemeenten de beleidscyclus (BIG 8) van de Wabo handhavingtaken. Over het uitvoeringsprogramma 2012 en het jaarverslag 2011 hebben wij van de provincie een positieve reactie ontvangen. Het uitvoeringsprogramma, jaarverslag en toezicht- en handhavingsbeleid Wabo moeten voldoen aan voorschriften uit het Besluit omgevingsrecht (BOR) en de kwaliteitseisen uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). Uit de zelftoets blijkt dat de documenten aan de voorschriften en kwaliteitseisen voldoen. De zelftoets is opgenomen in bijlage 1.
5
2.2. Doelstellingen Onze doelstellingen zijn uitgewerkt in het Toezicht- en Handhavingsbeleid Wabo 2012 - 2016. Wij spannen ons in voor een schone, veilige en duurzame leefomgeving. Wij monitoren dat met de volgende prestatiedoelstellingen: • toezicht houden op het naleven van omgevingsvergunningen en meldingen én het beheer van de leefomgeving, conform vastgestelde prioriteiten en toezichtfrequenties; • voldoen aan regelgeving bij inrichtingen die wijzelf in gebruik hebben. Jaarlijks worden ook landelijk prioriteiten gesteld. In het uitvoeringsprogramma is daar ruimte voor opgenomen. 2.3. Organisatie Voor de efficiency en de kwaliteit van de dienstverlening naar burgers en bedrijven is een integrale benadering en de één loket gedachte belangrijk. Er ligt een stevige relatie tussen bouwen, brandveiligheid, milieu en ruimtelijke ordening en sinds 2009 wordt hierop integraal toezicht en handhaving gepleegd. Met het Toezicht en Handhavingsbeleid Wabo 2012–2016 is een volgende stap gemaakt in het integraal toezicht en handhaven van het brede wabo-veld en is dit volledig ondergebracht bij de eenheid Vergunningen en handhaving. Wij maken gebruik van het automatiseringssysteem van Centric (o.a. OVX4all, BWT4all, MPM4all en WFM4all) ter ondersteuning van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De beschikbare formatie in de gemeentelijke begroting voor de eenheid Vergunningen en handhaving is 23,25 fte. De verdeling van de formatie naar functie is opgenomen in bijlage 2. 2.4. Taken 2.4.1. Vergunningen en meldingen De coördinatie van de omgevingsvergunningprocedures ligt bij de afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving. De eenheid heeft een inhoudelijke taak voor de aspecten bouw, sloop, reclame, brandveiligheid- en milieu. De inhoudelijke beoordeling van planologische-, kap-, monument-, inrit- en aanlegaspecten gebeurt bij de afdelingen Ontwikkeling, Samenlevingszaken en Openbare Werken. De eenheid voert ook de inhoudelijke beoordeling uit van de meldingen die worden ingediend op basis van het Activiteitenbesluit, het Bouwbesluit en de Wet bodembescherming. Vergunningen In de Wabo worden twee vergunningprocedures onderscheiden, te weten: Regulier: de maximale doorlooptijd is 8 weken. De mogelijkheid bestaat om deze procedure (in uitzonderlijke gevallen) met 6 weken te verlengen. Als wij binnen deze termijn niet beschikken, is de vergunning van rechtswege verleend. Uitgebreid: de maximale doorlooptijd is 6 maanden. Ook deze procedure kan in uitzonderlijke gevallen met 6 weken worden verlengd. Bij niet tijdig beschikken wordt de vergunning niet van rechtswege verleend. Wel is het mogelijk dat wij dan (op verzoek van de aanvrager) een dwangsom voor niet tijdig beslissen krijgen opgelegd. De procedure is afhankelijk van de activiteit die wordt aangevraagd. Bouwen is overwegend regulier. Als er echter ook een omgevingsvergunning milieu of brandveiligheid en/of wijziging van het bestemmingsplan nodig is, dan wordt de gehele procedure uitgebreid. Bij de procedures zijn op initiatief van de aanvrager meerdere combinaties mogelijk. In een aantal gevallen hebben collega-overheden adviesrecht en/of een adviesplicht. Kap- en sloopvergunningen treden in principe pas inwerking na afloop van de bezwaartermijn van 6 weken. Dit heeft te maken met de onomkeerbaarheid van de activiteit.
6
Meldingen Voor een groot aantal activiteiten (milieu/brandveiligheid/sloop) hoeven bedrijven/instellingen geen vergunning meer aan te vragen, maar kan worden volstaan met het indienen van een melding. Een voordeel is dat er geen (langdurige) vergunningprocedure nodig is. Elk jaar worden nog nieuwe bedrijfstakken/activiteiten bij het meldingsysteem ondergebracht. In 2012 is vrijwel de gehele activiteit slopen onder de meldingsplicht gebracht. Slopen aan een monument is nog steeds vergunningplichtig. Het is de verwachting dat in de toekomst vrijwel alle bedrijfsmatige activiteiten onder het meldingssysteem worden gebracht. Meldingen kunnen worden ingediend voor milieu, brandveiligheid en sloop. Milieu De meldingsplicht is opgenomen in het Activiteitenbesluit. Het uitgangspunt is dat een bedrijf onder de algemene regels valt, tenzij één van de activiteiten in het bedrijf als vergunningplichtig is benoemd. De voorschriften waar bedrijven aan moeten voldoen zijn afhankelijk van de activiteiten en de milieubelasting. In enkele gevallen is de melding gekoppeld aan een omgevingsvergunningprocedure. Een omgevingsvergunning bouw waarbij ook milieugerelateerde aspecten aan de orde zijn kan bijvoorbeeld pas worden verleend op het moment dat de milieumelding voor die activiteit is ingediend. Brandveiligheid De voorschriften zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Er is een meldingsplicht als in een gebouw meer dan 50 personen gelijktijdig aanwezig zullen zijn of als er sprake is van kamergewijze verhuur. Sloop Als er bij (ver)bouwactiviteiten asbest vrijkomt en/of er meer dan 10 m3 sloopafval ontstaat, moet een melding worden ingediend. 2.4.2. Toezicht en handhaving Omgevingsvergunning en meldingen Toezicht en handhaving van de omgevingsvergunning/melding wordt uitgevoerd door de afdeling Publiek. Voor het toezicht is onderscheid gemaakt in de bouwfase en de gebruiksfase. In het Toezicht en handhavingsbeleid 2012-2016 is op basis van risicoanalyse de toezichtfrequentie en de diepgang van een controle vastgesteld. Het toezicht tijdens de bouwfase is een eindig proces en loopt vanaf de start van bouw- of sloop werkzaamheden tot de afronding daarvan. Hierbij wordt ook de brandveiligheid en het voldoen aan het bestemmingsplan meegenomen. Ook het toezicht en handhaving van de omgevingsvergunningen die worden verleend voor monumenten, sloop en reclame is onderdeel van de bouwfase. Het toezicht tijdens de gebruiksfase is een cyclisch proces, dat begint als een gebouw of inrichting in gebruik wordt genomen. De belangrijkste taak in de gebruiksfase is het toezicht op de milieu- en brandveilig gebruik gerelateerde onderwerpen uit de omgevingsvergunning, het Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit. Grondstromen Er wordt ook gecontroleerd op de herkomst en kwaliteit van grond die in de gemeente vrijkomt en/of wordt toegepast. Onze gemeentelijke Bodemkwaliteitskaart is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Meldingen van grondverzet in onze gemeente, worden door ons beoordeeld en indien nodig gecontroleerd.
7
Overig Basis administratie adressen en gebouwen (BAG) Alle wijzigingen die plaats vinden met betrekking tot adressen en gebouwen moeten na constatering worden ingevoerd in een landelijke basisregistratie. Ook de start en gereedmelding van bouw- of sloopprojecten moeten worden geregistreerd. Deze verplichting is ook van toepassing op vergunningvrije gebouwen/aanbouwen. Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB) Deze wet is opgesteld om ervoor te zorgen dat het eenvoudiger wordt om volledige informatie te krijgen over de rechtstoestand van een onroerende zaak op een bepaald moment. De gemeenten registreren en ontsluiten de beperkingen die ze zelf opleggen in een landelijke database (de Landelijke Voorziening). Het Kadaster beheert deze Landelijke Voorziening en door een link met Kadaster-on-line worden gemeentelijke beperkingen gepubliceerd. In het kader hiervan moeten handhavingacties zoals bijvoorbeeld het opleggen van een bouwstop kenbaar worden gemaakt. Gemeentelijke basisadministratie (GBA) De gemeente mag de inschrijving van personen op een adres niet weigeren. Echter niet op alle adressen is bewoning toegestaan. In deze gevallen zal toezicht, en indien nodig handhaving, gestart worden door de eenheid Vergunningen en handhaving. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Op verzoek van de afdeling Sociale Zaken worden bouwkundige voorzieningen beoordeeld. Drank / Horeca De wetgeving met betrekking tot drank en horeca wordt uitgevoerd door de afdeling Bestuursondersteuning. Het kan zijn dat daarvoor inzicht nodig is in de bouwkundige aard van het betreffende horecapand. Deze opname wordt door de eenheid Vergunningen en handhaving uitgevoerd. Omgeving In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen wordt expertise met betrekking tot geluid, lucht(kwaliteit) en externe veiligheid door de eenheid Vergunningen en handhaving ingebracht. 2.5. Formatie De formatie is afgestemd op het werkaanbod, de financiële borging is opgenomen in de begroting. Daarnaast is budget aanwezig voor het uitvoeren van contra-expertises, ondersteuning door derden, bodemonderzoek en/of aanschaf en onderhoud van apparatuur. Bijlage 3 geeft de beschikbare budgetten voor de taken van de eenheid Vergunningen en handhaving. 2.6. Samenwerking en afstemming Met verschillende partners bestaat er een samenwerking en wordt er afgestemd. Partners zijn o.a. (buur)gemeenten, de provincie Fryslân, ministeries, Wetterskip Fryslân, politie en regionale brandweer. Een nieuwe partner in uitvoering is de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). Via het Fries Handhavingsoverleg (FHO) vindt afstemming plaats met alle handhavingpartners in onze provincie, waaronder het openbaar ministerie. Wij hebben jaarlijks 100 uur beschikbaar voor gezamenlijke taken waarover in het FHO afspraken worden gemaakt. In 2012 hebben wij deelgenomen aan ketenhandhaving grondstromen, actie jiskefet, aspectcontrole bij natte koeltorens, provinciaal georganiseerde asbestopleidingen en opstellen bodembeleid in samenwerking met 18 "buur"gemeenten, Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân. 8
Met het ministerie is in een dienstverleningsovereenkomst afgesproken dat wij de uitvoering van Wabo-vergunning taken (bouwaspecten) uitvoeren voor het ministerie. Dit is alleen van toepassing indien er aanvragen ingediend zijn die binnen de gemeente Smallingerland plaatsvinden en waarbij het ministerie o.g.v. de Wabo bevoegd gezag is. 2.7. Calamiteiten Buiten de gebruikelijke kantooruren is de gemeente bereikbaar en beschikbaar via een calamiteitentelefoonnummer. Dit nummer wordt vermeld via het antwoordapparaat en staat op de gemeentelijke website.
9
10
3.
Ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt een aantal belangrijke ontwikkelingen beschreven die hebben plaatsgevonden of nog plaatsvinden op het gebied van wetgeving en beleidsmatige processen in 2012 en 2013. Het is hierbij lastig een duidelijk scheidslijn te trekken tussen verslag en planning. Veel ontwikkelingen lopen meerdere jaren door. De vorming van regionale uitvoeringsdiensten is specifiek uitgelicht. 3.1. Landelijke / Gemeentelijke ontwikkelingen Wabo/Activiteitenbesluit (AB) De trend om voor steeds meer bedrijven de vergunningplicht te verschuiven naar een meldingsplicht wordt onder de Wabo voortgezet. De meest recente aanpassing betreft vooral bedrijven uit de afvalbranche, zoals kringloopwinkels, autodemontage bedrijven, metaalrecyclingbedrijven, jachthavens waar gevaarlijke stoffen worden ingenomen, gemeentewerven, KCA-depots en gemeentelijke milieustraten. Per 1 januari 2013 vallen indoorschietbanen, rubber- en kunststof en polyesterhars bedrijven, bedrijven voor industriële vervaardiging van voedingsmiddelen, beton- en cementmortelbedrijven onder het AB. In onze gemeente betreft dat ca. 10 bedrijven. Voor diverse bedrijfstakken is in combinatie met de melding wel een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig. De OBM is een pragmatische invulling van de wetgeving om zoveel mogelijk bedrijven onder de werking van het AB te laten vallen. Voor een OBM is de reguliere vergunningprocedure van toepassing. Als de toetsing van de OBM negatief is, kan de melding niet worden geaccepteerd. Per 1 januari 2013 is het Besluit Landbouw opgenomen in het AB. Na deze aanpassing vallen ook de "kleinere" intensieve veehouderijen onder algemene regels en worden de grenzen voor paardenhouderijen verhoogd van 50 naar 100 paarden. De grenzen voor aantallen dieren in rundveehouderij bedrijven blijven gelijk aan die van het Besluit landbouw. Voor rundveehouderijen die door (te) korte afstand tot bijvoorbeeld woningen van derden vergunningplichtig zijn, vervalt de vergunningplicht omdat de normen uit de Wet geurhinder en veehouderij en de gemeentelijke Verordening geurhinder en veehouderij in het Activiteitenbesluit worden opgenomen. Voor onze gemeente vervalt door deze aanpassingen de vergunningplicht voor een tiental veehouderijbedrijven en voor 12 van de 16 aanwezige intensieve veehouderij bedrijven. Wel is voor deze intensieve bedrijven een OBM van toepassing. Ook vervalt de vergunningplicht voor ca. 11 paardenhouderijen. In 2012 is het Vuurwerkbesluit en het Besluit omgevingsrecht aangepast. De vergunningplicht voor bedrijven tot de opslag van maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk is vervallen. Dat betreft alle verkooppunten in onze gemeente. Deze bedrijven hebben nu een meldingsplicht op basis van het AB. Na de hiervoor beschreven aanpassingen van het Activiteitenbesluit blijven ca. 65 bedrijven in onze gemeente vergunningplichtig. Wij zijn voor 50 van deze bedrijven bevoegd gezag. Voor de overige 15 bedrijven betreft dat de provincie of het ministerie van I en M. Wij schatten in dat voor 50 bedrijven een OBM van toepassing is. Wet luchtvaart (vliegveld Drachten) Op 1 januari 2011 is de overdrachtsregeling in werking getreden voor het Vliegveld Drachten. Dit houdt in dat de bevoegdheid, op basis van de Wet luchtvaart, is verschoven van het Rijk naar Provinciale Staten. PS moet nu binnen een aantal jaren, bij verordening, een Luchthavenbesluit nemen. Daarnaast moest PS per direct zorgen dat een Commissie regionaal overleg wordt ingesteld. Verwacht wordt dat deze Commissie in 2013 wordt ingesteld. (zie ook § 6.3)
11
Besluit LPG tankstations Door de LPG-sector is een aantal maatregelen doorgevoerd om de veiligheid te vergroten. Dat betreft ondermeer het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankauto's en het gebruik van een veiligere slang voor het lossen. Het Besluit wordt daarop aangepast. De gewonnen veiligheidsruimte mag worden opgevuld door het vergroten van de doorzet en het verkleinen van afstanden. De aangepaste Besluiten zijn in 2012 gepubliceerd. Op een nog nader te bepalen tijdstip in 2013 treden deze in werking. Wet geluidhinder Deze wetgeving is in 2012 aangepast. Deze wijziging heeft o.a. betrekking op "hogere waarden" bij geluidgevoelige objecten langs Rijkswegen. Voor Rijkswegen geldt sinds juli 2012 niet meer dat bij overschrijdingen van geluid bij bepaalde objecten Hogere Waarden worden vastgesteld. Dat systeem is voor Rijkswegen vervangen door geluidproductieplafonds. Wij verwachten voor onze gemeente niet direct gevolgen. Daarnaast zijn in 2012 begrippen/defenities gewijzigd. Dat betreft onder andere de uitleg van de begrippen geluidgevoelig object en geluidsgevoelig terrein. Nieuw is ondermeer dat sinds 1 juli 2012 alle kinderdagverblijven en niet alleen de medische kleuterdagverblijven een geluidgevoelig object zijn. Ook de ligplaats voor woonschepen is sinds 1 juli 2012 een geluidgevoelig terrein (met overgangsrecht voor in de geluidszone van De Haven gelegen woonschepen). De bedoeling van het Rijk is om het systeem van geluidproductieplafonds op termijn op alle wegen van toepassing te laten zijn. Op dit moment is niet duidelijk wanneer dit zal gebeuren. Ontwikkeling nieuwe Omgevingswet De afgelopen jaren zijn we druk bezig geweest met het implementeren van de Wabo, de nieuwe fasen van het Activiteitenbesluit e.d. De ontwikkeling en wijziging van regelgeving gaat echter onverminderd door. In de Beleidsbrief Eenvoudig Beter (juni 2011) heeft het ministerie van I&M haar voornemens geschetst voor een fundamentele herziening van het omgevingsrecht. Deze nieuwe wet regelt met prioriteit het versnellen en verbeteren van besluitvorming in het brede fysieke domein (advies commissie-Elverding), de integratie van plannen en toetsingskaders, het vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte en het doelmatig uitvoeren van onderzoek. Integraliteit wordt op alle niveaus steeds belangrijker. Het betreft een complex proces. De aanvankelijke planning om in 2012 conceptwetgeving te publiceren is niet gerealiseerd. Het is niet bekend op welk moment deze nieuwe wet in werking zal treden. Ontwikkeling nieuwe Wet natuur De nieuwe Wet natuur moet de opvolger worden van 3 bestaande natuurwetten: de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. De bestaande wetgeving is vooral gebaseerd op nationale natuurbescherming, maar is in de loop der tijd stukje bij beetje aangepast aan de internationale verplichtingen die Nederland is aangegaan. Dat heeft de wetgeving gecompliceerd en ontoegankelijk gemaakt. De opzet van de nieuwe wet is eenvoudiger en sluit beter en herkenbaarder aan bij de internationale verplichtingen. Bepaalde verantwoordelijkheden verschuiven van het Rijk naar de provincies. Bouwbesluit 2012 Het Bouwbesluit 2003, Het Gebruiksbesluit en het deel over slopen uit de gemeentelijke bouwverordening zijn opgegaan in het nieuwe Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 is op 1 april 2012 in werking getreden. Inhoudelijk wordt een aantal nieuwe begrippen geïntroduceerd en wordt het niveau van bestaande bouw verder belicht. Procedureel wordt de sloopvergunning vervangen door de sloopmelding (met uitzondering van sloop aan monumenten, dit blijft vergunningplichtig). Sloopactiviteiten moeten nu met een sloopmelding aan de gemeente kenbaar worden gemaakt. De melding, waarbij het gaat om mutaties, moet binnen 5 werkdagen afgehandeld worden.
12
Natura 2000 Een deel van het natuurgebied De Alde Feanen bij Earnewâld is aangewezen als Natura-2000 gebied. Dit is een bescherming op basis van Europese regelgeving. Het blijkt dat (veehouderij)bedrijven rondom het gebied door deze aanwijzing worden beperkt in de bedrijfsvoering. Uitbreiding van bedrijven die binnen het invloedsgebied liggen, o.a. de Hegewarren, is op dit moment niet mogelijk. Onder provinciale regie wordt gewerkt aan het opstellen van een beheerplan. Dit plan moet gaan dienen als basis voor vergunningverlening. De afronding is afhankelijk van landelijk op te stellen regelgeving voor de emissie van stikstof (programmatische aanpak stikstof, PAS). De afronding van de PAS is al een aantal jaren vertraagd. Wij hadden al in 2011 duidelijkheid verwacht. Eind 2012 heeft het Rijk in een kamerbrief aangegeven dat wordt verwacht dat de PAS op 1 januari 2014 in werking kan treden. Voor zover mogelijk wordt op de PAS geanticipeerd. In 2012 is voor de Alde Feanen een aanvraag om Europese subsidie ingediend. Dit project richt zich op het baggeren van watergangen voor de recreatie, het herstel van waterriet en van de ondergedoken waterplanten, op het herstel en regeneratie van veenmosrietland en op het behoud van een groot oppervlak van blauwgrasland. Veel Natura 2000 vogelsoorten zijn afhankelijk van deze habitattypen. Door het slim combineren van werkzaamheden kunnen doelstellingen die zijn geformuleerd voor Natura-2000 en recreatie elkaar versterken. In 2013 wordt een reactie op de aanvraag verwacht. Wij hebben wel voordeel van deze aanpak, maar zijn geen partij in de aanvraag. Structuurvisie Buisleidingen Er wordt een toename voorzien in het transport door buisleidingen. Dat betreft een boven lokaal belang. Dit is een verantwoordelijkheid van het Rijk, die daarvoor in november 2012, de Structuurvisie buisleidingen heeft vastgesteld. In deze Structuurvisie worden tracés zeker gesteld, waar in de toekomst mogelijk buisleidingen kunnen worden aangelegd. In de noordelijke provincies betreft dat vooral transportleidingen voor aardgas. Ook in onze gemeente is ruimte voor een tracé geclaimd. Het voorgenomen tracé door onze gemeente kan in de omgeving van Oudega en De Veenhoop beperkingen geven. Wij hebben in 2011 een zienswijze tegen de ontwerp Structuurvisie buisleidingen ingediend. In de definitieve Structuurvisie is niet inhoudelijk op onze zienswijze gereageerd. Het is niet mogelijk beroep aan te tekenen. Wij zijn verplicht het tracé met een breedte van 70 meter op te nemen in onze bestemmingsplannen. Voor onze gemeente betreft dat het bestemmingsplan buitengebied. Wij moeten deze strook vrijwaren van nieuwe bestemmingen, die een belemmering voor de aanleg van de buisleiding kunnen geven. Bestaande bestemmingen ondervinden geen hinder. Bestemmingsplannen moeten binnen een periode van 5 jaar worden aangepast. In deze periode is het mogelijk om binnen bepaalde marges een alternatief tracé voor te stellen. Voor onze gemeente gaan wij dat onderzoeken. In ons bestemmingsplan buitengebied nemen wij een wijzigingsbevoegdheid voor de structuurvisie buisleidingen op. Besluit registratie ondergrond (BRO): Bodem wordt steeds meer een onderdeel van de ruimtelijke ordening. Van de ondergrond is veel informatie aanwezig. De huidige informatiesystemen zijn onderling onvoldoende of niet verbonden, waardoor hergebruik van gegevens door anderen belemmerd wordt. Verder wordt bij de vastlegging verschillende standaarden toegepast. Bovendien worden veel ondergrondgegevens nu helemaal niet in informatiesystemen vastgelegd. De BRO creëert een eenduidig, landelijk systeem. Voor onze gemeente is een contactpersoon aangewezen. Wij volgen de ontwikkelingen.
13
Bodemenergiesystemen: Van de bronnen voor duurzame energie wordt bodemenergie beoordeeld als kansrijk. In de komende jaren wordt een (forse) toename verwacht van het aantal bodemenergiesystemen. Er worden twee systemen onderscheiden: • Open: een open systeem heeft direct contact met grondwater en bestaat uit meerdere bronnen, waaruit grondwater wordt opgepompt. Als de warmte of koude aan het water is ontrokken wordt dit water weer in de bodem geïnfiltreerd. Deze systemen zijn vergunningplichtig. De provincie is bevoegd gezag. • Gesloten: Er is geen direct contact met het grondwater. In de bodem worden lussen aangelegd. Door deze lussen stroomt een vloeistof die al naar gelang de vraag warmte of koude opneemt. Gesloten systemen zijn vrij van vergunning- of meldingsplicht. Bij het toepassen van bodemenergie is het van belang om "thermische" kortsluiting tussen twee bronnen die op te korte afstand van elkaar worden gerealiseerd, te voorkomen (interferentie). Uit de praktijk blijkt dat bodemenergiesystemen alleen renderen als de constructie van het gebouw, de capaciteit van de warmtepomp en de installatie in de bodem goed op elkaar zijn afgestemd. Het doorboren van scheidende lagen in de bodem geeft risico op verstoring van de grondwaterhuishouding in de bodem. Om het voorgaande te reguleren treedt in 2013 het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen in werking. Op basis van dit Besluit worden ook de gesloten bodemenergiesystemen meldingsplichtig. Voor gesloten systemen is de gemeente bevoegd gezag. In het Besluit zijn uniforme voorschriften opgenomen. De gebruiker moet een energiebalans opstellen en aantonen dat er geen sprake is van interferentie. Boringen moeten door gecertificeerde bedrijven worden uitgevoerd. Wij hebben geen inzicht in het aantal bestaande (gesloten) systemen in onze gemeente. Eigenaren van bestaande systemen wordt gestimuleerd om alsnog te melden. Voordeel is dat zij dan bescherming krijgen tegen interferentie. Digitalisering De eenheid Vergunningen en handhaving heeft verschillende werkprocessen. Daar waar dat mogelijk is willen we de werkprocessen digitaal uitvoeren. De registratie en verwerking van binnengekomen en uitgaande post vindt bijvoorbeeld gedigitaliseerd plaats. De afhandeling van een aanvraag om omgevingsvergunning is nog niet digitaal. Inspectiesignalen Door de jaren heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (LenT), tot 1 januari 2012 VROMInspectie, diverse inspectiesignalen uitgegeven. Doormiddel van deze inspectiesignalen brengt de inspectie LenT risico's en/of gebreken onder de aandacht van het bevoegde gezag en gebouweneigenaren. Veel van deze signalen zijn afgegeven naar aanleiding van incidenten. Deze inspectiesignalen hebben als doel dat er maatregelen genomen worden om bestaande situaties te verbeteren en toekomstige situaties te voorkomen. In 2012 zijn de inspectiesignalen van de afgelopen 10 jaar die betrekking hebben op Wabo-activiteiten bekeken. In 2013 zullen daar waar nodig de inspectiesignalen ingebed en geborgd worden in werkprocessen. Nota Reclamebeleid 2011 De Nota Reclamebeleid is in 2012 aangepast en aangevuld. De geformuleerde basiseisen waren niet goed toepasbaar voor de woonboulevard aan de Martin Luther Kingsingel en reclame-uitingen op verdiepingen van samengestelde kantoorgebouwen.
14
3.2. Regionale uitvoeringsdiensten Op 20 december 2012 is de Fryske Utfieringstjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) opgericht. De FUMO is de regionale uitvoeringsdienst voor Fryslân. De verwachting is dat de FUMO in het najaar van 2013 volledig operationeel is. Wij dragen het verplichte basistakenpakket over. Het gaat hierbij om ca. 180 bedrijven waarvoor vergunningverlening en toezicht door de uitvoeringsdienst wordt uitgevoerd. Ons college blijft daarbij in alle gevallen bevoegd gezag. Naast de basistaken worden ook de taken m.b.t. geluid en luchtkwaliteit die het Servicebureau de Friese Wouden voor ons uitvoert ondergebracht bij de regionale uitvoeringsdienst.
15
16
4.
Vergunningen en meldingen
4.1. Verslag 2012 4.1.1. Vergunningen In 2012 zijn er 734 aanvragen binnengekomen. Bij 588 van deze aanvragen ging het om een enkelvoudige aanvraag voor één activiteit van de Wabo. In 123 gevallen is een tweevoudige aanvraag ingediend. Het ging dan vooral om het aspect bouw in combinatie met strijdig gebruik, reclame of uitweg. Een drievoudige aanvraag is 22 keer en een viervoudige aanvraag is één keer voorgekomen. In onderstaande tabellen is de status van de aanvragen weergegeven en de procedure die doorlopen is. Er is één aanvraag van rechtswege verleend. Tabel 1: Beschikkingen 2012 Totaal per status Status Verleend Van rechtswege verleend Geweigerd Totaal
Totaal 663 1 30 694
Tabel 2: Gevolgde procedures aanvragen 2012 Gegevens Aanleggen Bouwen Brandveilig gebruik Inrichting oprichten of veranderen Kappen Milieuneutraal veranderen inrichting Monumenten gem. of prov. verordening Reclame Rijksmonumenten Slopen op grond van Bouwverordening Strijdig gebruik gronden of bouwwerken Uitweg
regulier 28 269
293 8 5 51 3 19 102 48
Procedure uitgebreid eindtotaal 7 35 28 297 12 12 6 6 293 8 1 6 1 52 1 4 1 20 25 127 2 50
Bijlage 4 geeft een uitgebreid overzicht van de aanvragen onderverdeeld in de verschillende aspecten en status. 4.1.2. Meldingen In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het aantal meldingen dat is ingediend. Tabel 3: Aantal meldingen Onderdeel Besluit mestbassins Activiteitenbesluit Besluit landbouw Gebruiksbesluit Slopen Besluit bodemkwaliteit
aantal 1 52 5 9 271 10
17
4.1.3. Welstand De resultaten van de Welstandstoetsing zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4: Resultaten welstandstoetsing Voorgelegd aan welstandscommissie Voldoet aan redelijke eisen van welstand Voldoet met opmerkingen Voldoet mits plan werd aangepast Voldoet niet aan redelijke eisen van welstand Aanhouden Overig
2010 416 173 21 82 50 4 86
2011 435 166 30 86 62 8 83
2012 282 122 12 47 48 3 50
Bouwplannen kunnen meerdere keren bij de welstandscommissie aan de orde komen. Plannen waarbij bijvoorbeeld een uitwerking aan mist worden aangehouden. Plannen die door welstand worden meegenomen naar de grote commissie, vallen onder het kopje overig. Ook de plannen die worden voorgelegd aan de commissie in het kader van vooroverleg of een tussenoverleg, zijn geregistreerd als overig. 4.1.4. Overig Afstemming provincie Wij zijn het bevoegd gezag geworden bij een aantal bedrijven waar voorheen het bevoegde gezag bij de provincie lag. De provincie heeft tot inwerkingtreding van de FUMO de bevoegdheid bij deze vergunningen om toezicht te houden en dwingend te adviseren om vergunningen te actualiseren. De provincie heeft aangekondigd dit in 2012 te willen doen. Wij hebben daarover met de provincie werkafspraken gemaakt. De samenwerking met betrekking tot de vergunningverlening verloopt goed. Bezwaar en beroep In 2011 hebben wij beroep aangetekend bij de Raad van State tegen de lozingsaspecten in een Omgevingsvergunning die is verleend door de provincie. De behandeling van het beroep staat vooralsnog gepland op 5 maart 2013. Ter voorbereiding op de zitting heeft de Raad van State als adviseur StAB ingeschakeld (Stichting Advisering Bestuursrechtspraak). Het advies van StAB aan de Raad van State ondersteunt het gemeentelijke standpunt. In relatie hiermee is het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en het Milieu (RIVM) betrokken bij een project naar het lozen van PCB's op de riolering in onze gemeente (zie hoofdstuk 5.1.2, lozingen). Ook de bevindingen van het RIVM ondersteunen het gemeentelijke standpunt. Omgevingsloket Online Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wabo is ook het Omgevingsloket Online (OLO) ingevoerd. Het OLO is een landelijke ICT-applicatie waarmee een aanvraag om omgevingsvergunning digitaal ingediend kan worden. In 2012 zijn 665 aanvragen voor een omgevingsvergunning via het OLO ingediend. Dit is 90% van het totaal binnengekomen aanvrage om omgevingsvergunning in 2012.
18
4.2. Analyse 2012 4.2.1. Vergunningen Het totaal aantal ingediende aanvragen is in 2012 met 15% gedaald t.o.v. 2011. De aanvraag om omgevingsvergunning met deelaspect bouw is gedaald met 25%. Deze daling is deels een gevolg zijn van de huidige economische tijd. Het is ook een het effect van de verruiming van het vergunningvrij bouwen. Het beoogde integrale beeld van de omgevingsvergunning komt wat betreft het gelijktijdig aanvragen van deelaspecten niet uit de verf. Dit komt omdat de aanvrager over het algemeen kan volstaan aan een enkelvoudige vergunning. Bij de meervoudige aanvragen is vooral de combinatie bouw en strijdig gebruik aan de orde. Het strijdig gebruik gaat dan vooral om binnenplanse ontheffingen of kruimelgevallen. Van de ingediende aanvragen is één vergunning (activiteiten bouw en uitweg) van rechtswege verleend. In de procedure is gevraagd om aanvullende gegevens en daardoor is de termijn opgeschort. De gevraagde gegevens kwamen niet binnen de gestelde termijn en de vergunning is daarop geweigerd. In bezwaar bleek dat de gevraagde gegevens niet gezien mochten worden als een indieningvereiste en daarmee mocht de termijn niet opgeschort worden. De vergunning was daarmee van rechtswege verleend. Bij de uitgebreide procedures (bouwfase) is de termijn van orde in geen van de gevallen overschreden. In twee gevallen is een aanvraag met milieuaspecten buiten de termijn van orde verleend. Dit is mede een gevolg van inzichten van de ondernemer. Door de snel wijzigende (economische) omstandigheden zijn tijdens het proces, door de aanvrager, aanpassingen in de aanvraag aangebracht. Wij hebben daar ruimte en tijd voor geboden. Een belangrijke vertragende factor betreft ook de VVGB, die bij beide gevallen aan de orde was. 4.2.2. Meldingen Sinds de invoering van het Bouwbesluit 2012, zijn er 271 sloopmeldingen ingediend. Afhandeling van de sloopmelding, die betrekking hebben op klein onderhoud, dient te gebeuren binnen vijf werkdagen. Het werkproces en termijnbewaking zijn hierop ingericht. Door wijzigingen in Bodemwetgeving, die voor onze gemeente in de tweede helft van 2012 in werking is getreden, moeten veel werkzaamheden waarbij grond moet worden af- en of aangevoerd worden gemeld. In de laatste maanden van 2012 zijn naar aanleiding daarvan 10 meldingen ingediend en beoordeeld. De meldingen zijn getoetst aan de gemeentelijke bodemkwaliteitskaarten, indien nodig is afgestemd met gemeenten waar de grond heen ging of vandaan kwam. 4.2.3. Welstand Het aantal plannen dat voorgelegd is aan de welstandscommissie is gedaald. In 2011 zijn 435 plannen voorgelegd en in 2012 282 plannen. Deze daling is het gevolg van de daling in aanvragen met deelaspect bouw. In die gevallen waar de welstandscommissie van mening was dat het bouwplan niet voldeed aan redelijke eisen van welstand of daarvoor enigszins moest worden aangepast, is overleg gevoerd met de aanvrager. In de meeste gevallen heeft dat geleid tot een aanpassing van het bouwplan. In 16 gevallen is de omgevingsvergunning geweigerd en bij 13 aanvragen is afgeweken van het welstandsadvies. De reden om af te wijken loopt uiteen van het toepassen van een andere kleur of de vaststelling dat de aanvraag binnen algemeen aanvaarde kaders past, waarin de welstandsnota niet (meer) in voorziet. Afwijkingen van het welstandsadvies worden teruggekoppeld aan de welstandscommissie. 19
4.2.4. Overig 90% van de aanvragen is ingediend via het OLO. De aanvrager heeft de digitale weg via het OLO heeft gevonden. In het kader van digitaliseren van bedrijfsprocessen is dit een positieve ontwikkeling. 4.3. Planning 2013 Vanwege de onduidelijkheden in economisch is het ondoenlijk een verwachting uit te spreken over het aantal omgevingsvergunningaanvragen in 2013. Door de invoering van de omgevingsvergunning met beperkte milieutoets (paragraaf 3.1) zal het aantal omgevingsvergunningen met milieuaspecten relatief hoog blijven.
20
5.
Toezicht en handhaving
5.1. Verslag 2012 5.1.1. Algemeen Het toezicht wordt uitgevoerd conform het Toezicht- en Handhavingsbeleid Wabo 2012 – 2016 dat is vastgesteld in 2012. In dit beleid zijn voor alle wabo-onderdelen de intensiteit en frequentie van toezicht opgenomen. Hiermee is tevens een volgende stap gemaakt in het integraal toezicht en handhaven van het brede wabo-veld en is dit volledig ondergebracht bij de eenheid Vergunningen en handhaving. Vanuit de BIG8 gedachte vindt jaarlijks een analyse van de resultaten plaats waarbij wordt gekeken of de intensiteit en frequentie van toezicht die opgenomen zijn in het beleid moeten worden bijgesteld. 5.1.2. Bouwfase Controles bouwfase Voor de bouwfase is een aantal types overtredingen in het Toezicht en handhavingsbeleid gedefinieerd. Per type overtreding is de intensiteit van toezicht bepaald voor dat onderdeel. Binnen de uitvoering van een omgevingsvergunning kunnen verschillende onderdelen aan de orde zijn. Van elke toezichtbezoek wordt per gecontroleerd onderdeel het toezichtresultaat vastgelegd. In totaal zijn er 1286 bouwcontroles uitgevoerd. In een controle worden meerdere onderdelen gecontroleerd. Van de gecontroleerde onderdelen is ca. 3% als 'niet akkoord' bevonden, ca. 75% heeft de status 'akkoord' en ca. 22% de status 'op onderdelen akkoord'. Dit laatste houdt in dat het uitgevoerde deel akkoord is, maar de uitvoering nog voortduurt. In tabel 5 zijn alle type overtredingen en het resultaat van het toezicht opgenomen. Tabel 5: Controles bouwfase Onderdeel begane grond bescherming geluid bescherming tegen geluid van installaties brandveiligheid brandveiligheidinstallaties buitenblad / gevel constructie overige verdiepingen dakafwerking dakconstructies eindcontrole EP gerelateerde installaties fundering op palen fundering op staal funderingsconstructie gevelopeningen hoogteverschil + vloerafscheiding nutsvoorzieningen oriënteringsgesprek riolering stempels / steigers uitgraven bouwput uitzetten bouw
Akkoord 109 5 2 24 10 69 63 71 103 311 21 156 57 173 52 24 7 558 42 19 107 128
Status Niet akkoord 3 1 2 2 2 1 1 22 2 1 7 3 3 5 28
1
Onderdelen akkoord 21 1 66 23 46 8 17 11 75 27 30 4 49 39 16 4 82 2 3 15 7
Totaal 133 7 2 92 35 117 72 88 115 408 50 187 68 225 94 45 11 668 44 22 122 136
21
Onderdeel ventilatie + spuicapaciteit verbrandingslucht / rook vloeren + balken vluchtmogelijkheden wanden / kolommen wering van vocht Eindtotaal
Akkoord 29 6 70 19 87 34 2356
Status Niet akkoord 1 3 1 2 91
Onderdelen akkoord 42 2 17 20 38 9 674
Totaal 72 8 90 40 127 43 3121
Handhavingoverzicht Indien er overtredingen worden geconstateerd, wordt conform het Toezicht en Handhavingsbeleid opgetreden. Dit betekent dat een eerste aanschrijving volgt waarin de overtreding wordt genoemd met een termijn om deze overtreding op te heffen. Indien dit niet tijdig gebeurt, volgt een tweede aanschrijving, waarin o.a. bestuursdwang wordt aangekondigd bij het niet opheffen van de overtreding. In 12 gevallen is een dwangsom opgelegd. Deze hebben het beoogde effect behaald. De overtredingen zijn daarna beëindigd. De resultaten van de laatste drie jaar zijn in tabel 6 opgenomen. Tabel 6: Overzicht handhavingacties bouwregelgeving Acties klachten besluit tot opleggen dwangsom besluit een verbeurde dwangsom bij dwangbevel te innen machtiging tot binnentreden woning bouw wordt stilgelegd (aangepaste) omgevingsvergunning aanvraag indienen gebouw aanpassen i.v.m. brandveiligheid bouwwerk in overeenstemming brengen met verleende vergunning reclamebord / reclamevoertuig verwijderen container verwijderen schuur/overkapping slopen dakkapel slopen romneyloods / wagenloods slopen beëindigen gebruik in strijd met het bestemmingsplan beëindigen bewoning schutting / hekwerk aanpassen particuliere tijdelijke bouwwerken slopen gemeentelijke tijdelijke bouwwerken slopen overige zaken Asbest
2010 48 10 0 1 14 45 25 36 32 8 24 1 2 11 1 6 1 10 57
2011 49 5 1 3 8 56 9 20 57 4 10 6 0 10 1 10 0 0 10
2012 35 12 1 0 12 39 2 25 58 1 17 1 0 7 4 9 0 0 15 3
Klachten In 2012 is het klachtensysteem gedigitaliseerd, waardoor o.a. termijnbewaking verbeterd is. In totaal zijn er 35 klachten ingediend, waarvan het grootste aantal bouw gerelateerd zijn. De klager krijgt binnen 2 werkdagen bericht van ontvangst en wordt geïnformeerd over het vervolgproces. Onder overig vallen o.a. klachten over rook- en wateroverlast. Bij bouw is het merendeel van de klachten gericht op illegale bouw van schuren en schuttingen.
22
Tabel 7: Klachten Activiteit Aanleggen Bouwen Slopen Strijdig gebruik gronden of bouwwerken Uitrit Overige Eindtotaal
Totaal 1 16 2 8 2 6 35
Eigen inrichtingen Werkzaamheden in een gemeentelijk gebouw, zijn wegens het ontbreken van een sloopmelding stilgelegd. Hierop volgend is alsnog de benodigde melding ingediend. Vrije veld Er zijn 26 meldingen geregistreerd vanuit het vrije veld toezicht. In 15 gevallen had dit betrekking op illegale reclame. In 7 gevallen ging het om bouw gerelateerde zaken. 5.1.3. Gebruiksfase Bedrijfsbezoeken Het toezicht dat is voorzien en is uitgevoerd is opgenomen in tabel 8. Tabel 8: Geplande en gerealiseerde handhavingbezoeken 2012 Milieubelastingscategorie
1
2
2a
3
886
25 Jaarlijks
74 Elke 3 jaar 25
3a
4
Totaal
Planning Aantal bedrijven
Aantal bezoeken milieu aspecten.
*
1056 Elke 5 jaar 205
Aantal bezoeken Gebruiksbesluit Totaal integrale bezoeken toezicht Hercontroles
200
74
200
205
25
25
5
15
475
80
50
10
15
10
10
175
Resultaat Uitgevoerde integrale bedrijfsbezoeken Vuurwerk
202
230
25
30
5
19
511
Hercontroles
82
Toezichtfrequentie
25
5 14 Jaarlijks Jaarlijks 5
2060
15
275
5
279
9 (*2) 119
10
25
18 5
24
265
Aspect controles/Vrije veld •
Horeca
27
27
•
Risicoprofiel
28
28
•
PCB-project
•
Detailhandel
•
Natte koeltorens
•
Jiskefet
36
36
45
45 3
5
5
3
6
* bij categorie 1 bedrijven wordt alleen toezicht uitgevoerd naar aanleiding van vragen of klachten
23
Van de overtredingsoorten wordt een monitor bijgehouden. Deze is uitgesplitst naar de milieu en brandveiligheidsaspecten opgenomen in de tabellen 9 en 10. Tabel 9: Overzicht monitor toezicht Gebruik (milieu) 2010/2011/2012 Overtredingen
Thema Afval Afvalwater Afvoer hemelwater Bodem Veiligheid Geluid Logboek Lucht Overig Totaal
2010 17 30 34 12 6 10 115
2011 25 40 30 10 10 27 147
2012 16 52 1 49 2 18 10 18 52 218
Tabel 10: Overzicht monitor toezicht brandveilig gebruik 2010/2011/2012 Thema Bouwtechnische voorzieningen Gelijkwaardigheid Handmatig bestrijden van brand (blusmiddelen) Logboek Snel en veilig vluchten Status vergunning / melding Strijdig gebruik Voorkomen van brand, beheer blusinstallatie Snelle inzet brandweer Snel vaststellen brand Totaal
Overtredingen 2010 15
2011 25
2012 17 2
28
50
14
36 55 13 74
65 90 15 25
25 40 5 6
18
40
18
1 6 246
5 109 424
2 16 145
Uit de resultaten uit de tabellen 8, 9 en 10 blijkt dat het aantal geplande controlebezoeken ruimschoots is gerealiseerd. Uit de monitoring volgt dat bij milieu een duidelijke toename is te zien bij afvalwater en bodem. Dit is een gevolg van de projecten die zijn uitgevoerd bij agrarische loonbedrijven en de "PCB-lozingen" op het industrieterrein De Haven. In combinatie daarmee zijn ook bodembeschermende voorzieningen bij bijvoorbeeld wasplaatsen gecontroleerd. De overige waarnemingen zijn vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Het thema "overig" is dit jaar toegevoegd. Hier worden ondermeer de volgende aspecten geregistreerd: aanpassing van de vergunning, het doen van een melding, netheid, het uitvoeren van een keuring, etc. De geregistreerde overtredingsoorten bij gebruik zijn fors lager dan die van het voorgaande jaar. Dat is positief. Mogelijk is dit een direct gevolg van het feit dat wij sinds 3 jaar de controles programmatisch uitvoeren. Naar aanleiding van reguliere contoles is bij ca. 45 % van de bedrijven/instellingen een hercontrole nodig. Uit onze gegevens blijkt dat ca. 70 % van de overtredingen na een hercontrole is opgelost.
24
Vereenvoudiging hercontroles Sinds 1 juli 2011 is het voor een bepaald aantal lichte overtredingen (bijlage 5) mogelijk om deze af te handelen via een antwoordkaart. Het betrokken bedrijf/instelling kan met het insturen van de antwoordkaart aangegeven dat de overtreding is beëindigd. Een hercontrole kan dan achterwege blijven. In 2012 is bij 69 controles een kaart achter gelaten. Voor 67 gevallen betreft het overtredingen bij brandveilig gebruik. Opvallend is dat een slechts een beperkt deel (20 30%) van de kaarten binnen de daarvoor afgesproken termijn wordt terug gestuurd. Thematisch toezicht / Vrije veld: Jiskefet In november 2012 is in samenwerking met de politie de jaarlijkse actie Jiskefet uitgevoerd. De inhoud van de bedrijfsafvalcontainer van 6 bedrijven is gecontroleerd op de aanwezigheid van milieugevaarlijke afvalstoffen. Elk jaar wordt gekozen voor een andere inzamelaar. Dit jaar zijn in hoofdzaak containers gecontroleerd die werden aangeboden aan Omrin. Voor het niet goed scheiden is een proces verbaal opgemaakt en zijn 2 waarschuwingen gegeven. Door een technische storing met de apparatuur zijn in 2012 minder containers onderzocht dan de voorgaande jaren. Tabel 11: Resultaten Jiskefet Aantal 2009 2010 Bedrijven 14 12 proces verbaal 2 1 waarschuwingen 5 5
2011 13 0 3
2012 6 1 2
"Specifieke" inrichtingen In 2012 zijn alle 20 bedrijven bezocht die zijn opgenomen op de risicokaart (www.risicokaart.nl). Bij deze bedrijven zijn geen noemenswaardige overtredingen waargenomen. In bijlage 6 is een overzicht van deze bedrijven opgenomen. Eind 2012 waren in Smallingerland 9 verkooppunten voor vuurwerk aanwezig. Vooruitlopend op de verkoopperiode is een kluiscontrole uitgevoerd. Daarbij is nog een aantal belangrijke gebreken geconstateerd. Deze zijn voor de verkoopperiode opgelost. Tijdens de verkoopperiode zijn alle verkooppunten bezocht. Vanwege een voortdurende overtreding is bij 1 verkooppunt de politie verzocht proces verbaal op te maken. Natte koeltorens In Smallingerland zijn bij vijf bedrijven natte koeltorens in gebruik. Deze geven bij onjuist gebruik kans op besmetting met legionella. Dit betreft een volksgezondheidsaspect. De Inspectie IenM adviseert met klem deze bedrijven jaarlijks te controleren. Ter voorbereiding op deze inspecties hebben twee medewerkers een opleiding gevolgd. Alle koeltorens zijn voor controle bezocht. Geconstateerd is dat deze goed worden onderhouden. Voor het behandelen van het koelwater worden gechloreerde bestrijdingsmiddelen (biociden) toegepast. Dit zijn slecht afbreekbare stoffen. Het gebruik van deze middelen is toegestaan. Nadeel is dat restanten via de riolering worden geloosd en via de zuivering terecht komen in het oppervlaktewater. Met de bedrijven is het gebruik van meer milieuvriendelijke alternatieven besproken. Dit wordt door de bedrijven positief opgepakt. Loonbedrijven In samenwerking met Wetterskip Fryslân is bij 7 loonbedrijven voor de landbouw in onze gemeente een controle, toegespitst op de lozingsaspecten, uitgevoerd. Naar aanleiding van deze controleronde hebben twee bedrijven aanvullende maatregelen moeten treffen.
25
Lozingen In een deel van onze riolering op het industrieterrein De Haven en op de waterzuivering van Wetterskip Fryslân op de Haven worden PCB's in verhoogde concentraties aangetroffen. PCB's zijn moeilijk afbreekbaar en kunnen al in lage concentraties een risico geven voor de volksgezondheid en/of het milieu. In samenwerking met de provincie en het Wetterskip zijn 16 afvalverwerkende bedrijven aan De Steven, De Hemmen en De Boeg, voor controle bezocht. Waar mogelijk is afvalwater dat wordt geloosd bemonsterd. Dat betreft 2 bedrijven. Bij bedrijven waar, tijdens de controle, geen water werd geloosd zijn monsters genomen van water of slib uit op het bedrijfsterrein aanwezige rioleringsputten. Bij 7 bedrijven zijn PCB's in afvalwater aangetroffen. Bij 2 bedrijven betreft dat afvalwater dat daadwerkelijk werd geloosd. Bij 4 bedrijven is in het slib op het bedrijfsterrein PCB's aangetoond. Omdat er geen lozingsnormen voor PCB's zijn, is een waardeoordeel over de gevonden gehalten lastig te geven. Besloten is om de resultaten van het onderzoek voor te leggen aan het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en het Milieu (RIVM) te Bilthoven. Het onderzoek van het RIVM is in twee delen gesplitst, te weten: • technische onderbouwing van de concentraties aan PCB's waarbij nader onderzoek wenselijk is; • inzichtelijk maken van de risico's voor de mensen die door onderhoudswerkzaamheden aan de riolering of op de zuivering met dit vervuilde water in aanraking komen. Door het RIVM is geconcludeerd dat het onderzoek correct is uitgevoerd. Op basis van de bevindingen van het RIVM is nader onderzoek bij 4 bedrijven zinvol. Er is een duidelijke bron voor de lozing geconstateerd. Dit betreft een bedrijf waarvoor de provincie bevoegd gezag is. De provincie zal actie ondernemen om deze lozing te beëindigen. Bij de overige 3 bedrijven betreft het geringe overschrijdingen. Bij deze bedrijven zal in 2013 nader onderzoek plaatsvinden. Detailhandel In de laatste weken van 2012 is, evenals in de voorgaande jaren, een toezichtronde uitgevoerd bij een deel van de detailhandel. Dit jaar zijn de winkels in de winkelcentra van De Drait, De Swetten, Noarderpoort en De Wiken bezocht. Aandacht is besteed aan de toegankelijkheid van vluchtroutes en de beschikbaarheid van blusmiddelen. In een aantal gevallen zijn de vluchtwegen toegankelijk gemaakt en ontbraken de brandblussers of de aanduidingen waar deze kunnen worden gevonden. Horeca Vooruitlopend op de Europese kampioenschappen voetbal zijn in mei/juni horecabedrijven en sportkantines waar tijdens de wedstrijden activiteiten werden georganiseerd preventief gecontroleerd. Deze actie bleek effectief. In een aantal situaties is versiering verwijderd en vervangen. In Breeduit is de actie aangekondigd. Na afronding is vervolgens aandacht besteed aan de resultaten. (Regionaal) risicoprofiel Door de regionale brandweer worden voor de gemeenten regionale risico-inventarisaties uitgevoerd. De risico-inventarisatie omvat een overzicht van de aanwezige risicovolle situaties en de soorten incidenten die zich daardoor kunnen voordoen. In de risicoanalyse worden de geïnventariseerde gegevens nader beoordeeld, vergeleken en geïnterpreteerd. De analyse wordt gebruikt voor de beleidsmatige voorbereiding op rampen. Dergelijke profielen worden 1 keer per 4 jaar vastgesteld en vervolgens elk jaar geactualiseerd. In het kader van de actualisatie hebben wij onze risicokaart gescreend. Op het industrieterrein De Haven is een aantal bedrijven met een verhoogd risicoprofiel aanwezig. Om inzicht te krijgen in het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied, is meegewerkt aan een inventarisatie. Hiervoor zijn verschillende bedrijven bezocht.
26
Inspectie brandveiligheid gezondheidzorg De inspectie Leefomgeving en Transport heeft een landelijk onderzoek uitgevoerd naar het gemeentelijk toezicht op de brandveiligheid bij zorginstellingen. In onze gemeente zijn daarvoor van 3 zorginstellingen de dossiers doorgenomen. De inspectie constateert dat de gerealiseerde toezichtfrequentie afwijkt van de door ons vastgestelde toezichtfrequentie en dat de brandveiligheid waar handhavend is opgetreden nog niet overal op orde is. Het klopt dat in een enkel geval de inspectiefrequentie niet gehaald is volgens het toenmalig beleid. De inspectie stelt dat dit een structurele situatie is. De toezichtfrequentie bij zorginstellingen is conform aan het vastgestelde Toezicht- en Handhavingsbeleid Wabo 2012 – 2016. De inspectie geeft de indruk dat het handhavingtraject is afgerond en de brandveiligheid in het geding is. Een nuancering is hierbij op zijn plaats omdat in beide gevallen ten tijde van het onderzoek de begunstigingstermijn nog van kracht was. De inspectie is van onze zienswijze op de hoogte gebracht. Handhavingbesluiten In 2012 is drie keer een voornemen tot het opleggen van een dwangsom aangekondigd om een overtreding te beëindigen. Het betreft in alle gevallen milieuaspecten. Bij één bedrijf betrof het een combinatie van brandveilig gebruik en milieu. De termijnen van deze aanschrijvingen lopen door in 2013. Bij drie bedrijven is naar aanleiding van overtredingen door de politie en/of Wetterskip Fryslân proces-verbaal opgemaakt. Dat betreft de illegale opslag van grond en het illegaal toepassen van grond. Besluit bodemkwaliteit Voor de bevordering van ketenhandhaving nemen wij deel aan een provinciaal project grondstromen. Door het leggen van deze onderlinge contacten en werkafspraken is het snel duidelijk waar grond vandaan komt en aan welke kwaliteitseisen die voldoet. In één situatie is naar aanleiding van een milieuvlucht geconstateerd dat illegaal grond is toegepast die niet voldoet aan de benodigde kwaliteitseisen. Hiervoor is door de politie proces verbaal opgemaakt. De betreffende grond moet worden verwijderd. Het Wetterskip heeft ons geattendeerd op het toepassen van grond in het buitengebied. Deze grond bleek afkomstig van werkzaamheden aan de gemeentelijke riolering. Overtollige grond is afgevoerd zonder daarvoor een melding in te dienen. Ook ontbrak een kwaliteitsverklaring. De betrokken aannemer is daarvoor door het Wetterskip geverbaliseerd. Bij bouwwerkzaamheden is een (grote) ondergrondse tank aangetroffen. Op de verwijdering daarvan en een beperkte sanering van de omliggende bodem is toezicht uitgevoerd. Daarnaast is bij een bedrijfslocatie een illegale sanering van de bodem stilgelegd. Voor deze sanering is de provincie Fryslân bevoegd. Deze is door ons voor verdere afhandeling geïnformeerd. Bij de reconstructie van de Kommisjewei tussen Opeinde en Nijega zijn restanten aangetroffen van een gasleiding die in het verleden was aangesloten op de oude gasfabriek te Drachten. De leiding is lekgetrokken waarbij een verontreinigde vloeistof uit de leiding is vrijgekomen. Het lek is "gerepareerd". Uit historisch onderzoek is duidelijk geworden dat het een oude gasleiding betreft, die in de jaren '30 is aangelegd. De leiding is in eigendom van een nutsbedrijf. Wij hebben dit nutsbedrijf verzocht nadere actie om de leiding te reinigen/verwijderen te ondernemen. Vrijwel elke toepassing van grond moet via een landelijk systeem worden gemeld. De meldingen die in 2012 zijn ingediend, zijn door ons beoordeeld. In een aantal gevallen is controle uitgevoerd. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. Met name grondtransport dat zonder melding wordt uitgevoerd vraagt aandacht (vrije veld).
27
Eigen inrichtingen Wij zijn bevoegd gezag voor een aantal van onze eigen gemeentelijke bedrijven. In het milieuverslag moeten wij verantwoorden hoe wij hiermee zijn omgegaan. Beide gemeentelijke overslagstations zijn opgenomen in het lozingenproject voor onderzoek op lozing naar PCB's. In de putten op het bedrijfsterrein van de locatie aan De Hemmen zijn PCB's in geringe verhogingen aangetoond. Vermoedelijk is dit een gevolg van de jarenlange overslagactiviteiten met afval die op deze locatie plaatsvinden. Begin 2013 zal een hercontrole plaatsvinden. Indien nodig zal in combinatie met een geplande modernisering van het terrein een aanpassing van de riolering plaatsvinden. Klachten Het aantal klachten is weergegeven in tabel 12. De klachten hebben vooral betrekking op geluid- en geuroverlast. In tabel 13 zijn de klachten gespecificeerd. Tabel 12: Overzicht aantal klachten Jaar
2009
2010
2011
2012
81
72
48
51
Aantal klachten
Tabel 13: Specificatie klachten Over bedrijven
Over burgers
2009
2010
2011
2012
Geluid
15
11
4
11
Afval
9
5
4
Geur
6
12
Lozing
4
Bodem Overig Totaal
2009
2010
2011
2012
Geluid
8
4
3
5
5
Afval
5
8
4
1
11
12
Geur
4
5
2
3
4
1
1
Lozing op riolering
2
2
1
1
4
2
1
Bodem
7
1
2
2
9
10
9
7
Oppervlaktewater
6
1
3
3
Overig
5
5
2
37
26
17
44
46
31
37
14
De geurklachten zijn te relateren aan niet optimaal werkende ontgeuringsinstallaties. Naar aanleiding van de klachten is door de betrokken bedrijven actie ondernomen. De geluidklachten worden vooral veroorzaakt door een aantal horeca-inrichtingen. Dat betreft het zonder ontheffing organiseren van activiteiten met livemuziek al dan niet in combinatie met het niet goed gesloten houden van ramen en deuren. Voor deze bedrijven zullen wij in 2013 aanvullende (geluid)voorschriften vaststellen. Ook zal een traject om een preventieve dwangsom op te leggen worden opgestart. Op klachten wordt direct actie ondernomen. In principe wordt de afhandeling van een klacht aan de klager teruggekoppeld, tenzij de klager daar geen prijs op stelt.
28
5.2. Analyse 2012 5.2.1. Bouwfase In 2012 is een start gemaakt met het implementeren van het Toezicht- en handhavingbeleid in het digitale systeem. Vanwege de werkbelasting in de bouwfase is gekozen het deelaspect bouw als eerste te implementeren. De resultaten geven voor de onderdelen oriëntatiegesprek en eindcontrole een relatief hoog cijfer niet akkoord. Uit analyse blijkt dat bij de registratie van een controle een procedurestap alleen doorgezet kan worden als een onderdeel van status veranderd. Vanuit praktisch oogpunt werd dan het onderdeel oriëntatiegesprek op niet akkoord gezet (terwijl dit wel akkoord is), zodat de procedure vervolgd kan worden. Het systeem is hierop aangepast. Bij de afronding van het toezicht dienen alle onderdelen akkoord te zijn. Indien alles akkoord is, moet de eindcontrole ook op akkoord worden gezet. In de praktijk wordt dit soms over het hoofd gezien. Het systeem geeft wel de mogelijkheid de procedure dan te beëindigen. Dit moet worden aangepast. De aantallen van de (overige) overtredingen zijn relatief laag. Dit kan (mede) door de bepaalde intensiteit van toezicht komen, maar kan ook aanleiding zijn om een lagere intensiteit van toezicht te bepalen. De analyse gaat over één jaar conform het beleid werken en kan nog niet de resultaten van voorgaande jaren meewegen. De afweging is nu het beleid verder zijn intrede te laten doen of op grond van de eerste resultaten het beleid aan te passen. De voorkeur gaat in deze uit om het beleid door te zetten. Met het resultaat van meerdere jaren kan beter gefundeerd de intensiteit van toezicht, en daarmee het beleid, worden bijgesteld. Het digitale klachtensysteem geeft eenvoudiger inzicht in soort klacht, maar geeft nog onvoldoende inzicht in wijze van afhandeling. Het systeem zal hier verder op uitgebouwd moeten worden. Het aantal klachten is relatief laag, maar binnen het aantal klachten springt bouwgerelateerde er uit. In combinatie met het resultaat uit het vrije veld toezicht, loont het om het vrije veld toezicht meer op illegale bouw- en reclamewerken te richten. 5.2.2. Gebruiksfase Met ingang van 2012 zijn wij overgestapt naar prestatiedoelstellingen, waarvoor de frequentie van toezicht en de diepgang van toezicht op basis van een risicoanalyse zijn vastgesteld. De planning van de reguliere controles voor 2012 is op basis daarvan gerealiseerd. Van de overtredingsoorten wordt een monitor bijgehouden. De resultaten van de monitor sluiten aan bij de diepgang in de risicoanalyse. De bevindingen van de controles en de monitor geven geen aanleiding om de risicoanalyse bij te stellen. De inrichting van de monitor wordt verder verfijnd. Vanaf 2013 kunnen wij ook de hercontroles die nodig zijn uitsplitsen. In combinatie daarmee zullen wij bij het constateren van overtredingen strakker inzetten op termijnen. Wij hebben de verwachting dat daardoor het aantal bedrijfsbezoeken voor een tweede en/of derde hercontrole af zal nemen. In 2011 zijn wij gestart met een methodiek "vereenvoudiging" hercontroles. Wij hadden de verwachting dat daardoor het aantal hercontroles met ca. 25 % zou kunnen worden verminderd. Eind 2012 hebben wij het aantal overtredingen en/of de combinatie daarvan, waarvoor een kaart wordt achtergelaten, uitgebreid. Na deze aanpassing blijkt dat de doelstelling voor gebruik realistisch is. Voor milieuaspecten wordt de kaart nauwelijks toegepast. Hier is vrijwel altijd een hercontrole nodig. Een belangrijk aandachtspunt is het feit dat veel te weinig kaarten binnen de afgesproken termijn worden ingediend. Als de opvolging niet verbeterd is de beoogde tijdwinst niet haalbaar. In 2013 wordt geëvalueerd of het gebruik van de kaart doorgezet wordt.
29
In ons Toezicht- en handhavingsbeleid Wabo 2012 – 2016 is 10% van de beschikbare tijd voor handhaving vrijgemaakt voor vrijeveld activiteiten. In 2012 is hiermee gestart. De aspectcontroles en het vrije veld toezicht is zinvol gebleken. In 2012 betreft dat de controle bij de horeca voorafgaand aan het wereldkampioenschap voetballen en de de detailhandel in de sinterklaas- en kerstperiode. Met korte gerichte acties, ondersteund met stukjes in Breeduit, kunnen veel bedrijven worden bereikt. Het PCB-lozingsproject op het industrieterrein De Haven heeft nuttige informatie opgeleverd. Dit project zal in 2013 worden afgerond. Specifiek ten aanzien van brandveilig gebruik blijkt uit de aspectcontroles en de monitor dat aandacht nodig is voor veilig vluchten. Dit betreft het vooral het vrijhouden van vluchtwegen en/of het open laten staan van deuren die voor brandscheiding gesloten moeten worden gehouden. In 2013 zal het vrije veld toezicht verder geïmplementeerd worden, zodat inzichtelijk is hoeveel tijd aan vrije veld toezicht is besteed en wat het resultaat is. 5.3. Planning 2013 5.3.1. Bouwfase In 2013 zal het Toezicht- en handhavingbeleid volledig digitaal worden geïmplementeerd. Het aantal toezichtbezoeken is geschat op 1.200, maar is afhankelijk van aantal, type en omvang van de omgevingsvergunningen. Het vrije veld toezicht is gericht op illegale activiteiten m.b.t. bouw, reclame en strijdig gebruik. 5.3.2. Gebruiksfase De controlefrequentie van de bedrijven/instellingen is uitgewerkt in ons Toezicht en handhavingsbeleid 2012-2016. Het aantal in onze gemeente aanwezige en te controleren bedrijven en instellingen is in de onderstaande tabel opgenomen Tabel 13: Te controleren bedrijven/instellingen 2013 Milieubelastingcategorie Aantalbedrijven/instellingen Smallingerland, 1 jan 2012
1
2
2a
3
3a
4
Totaal
895
1047
23
75
4
15
2059
Jaarlijks
Jaarlijks
Aantal bezoeken milieu aspecten
*
Elke 5 jaar 205
5
15
Aantal bezoeken gebruiksbesluit
170
104
Totaal integrale bedrijfsbezoeken
170
205
25
25
5
15
445
Hercontroles
60
80
10
15
10
10
185
Toezichtfrequentie
Jaarlijks 25
elke 3 jaar 25
275
5
279
* alleen toezicht op basis van klachten/vragen/specifieke projecten. Er gaan ca. 180 bedrijven m.b.t. de uitvoering over naar de FUMO. De dossiers van deze bedrijven moeten digitaal beschikbaar worden gesteld. Ter voorbereiding daarop willen wij deze bedrijven voor controle bezoeken. In combinatie daarmee worden lopende projecten afgerond en wordt het dossier geschikt gemaakt om te digitaliseren. Waar mogelijk zullen wij dat combineren met de reguliere controles. “Specifieke” inrichtingen In onze gemeente zijn ca. 20 bedrijven gevestigd die vallen onder de normen van het Risicoregister, Het Besluit Zware Ongevallen (BRZO) en/of het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Deze bedrijven zijn opgenomen op de risicokaart. Daarnaast zijn 9 verkooppunten voor vuurwerk aanwezig.. De bedrijven, waarvoor wij bevoegd gezag zijn, worden elk jaar bezocht. In bijlage 6 zijn de betreffende bedrijven opgenomen.
30
Er zijn 2 bedrijven aanwezig waarop het Besluit rampen zware ongevallen (BRZO) van toepassing is. Dat betreft Primagaz en Van Gansewinkel. Voor Primagaz zijn wij bevoegd gezag. Handhaving bij BRZO bedrijven vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Het toezicht bij deze bedrijven wordt uitgevoerd door een team van specialisten. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Primagaz wordt jaarlijks door dit team geïnspecteerd. Natte koeltorens Bij vijf bedrijven in onze gemeente wordt gebruik gemaakt van koeltorens. Deze kunnen bij onjuiste bedrijfsvoering risico's geven voor de volksgezondheid (legionella). Deze bedrijven worden jaarlijks gecontroleerd. Afval Bij regulier toezicht blijft afval een belangrijk aandachtspunt. Er wordt jaarlijks meegewerkt aan de actie Jiskefet, een actie op initiatief van de politie waarbij gedurende enkele dagen bedrijfscontainers worden onderzocht op de aanwezigheid van gevaarlijke afvalstoffen. De Politie bezint zich op deze actie, daarmee is onzeker of de actie in 2013 doorgaat. Lozingen Uit ervaringen van de voorgaande jaren blijkt dat lozingsaspecten blijvend aandacht vragen. Regelmatig worden schadelijke stoffen op onze riolering geloosd. Dat geeft problemen voor onze riolering, de verwerking van zuiveringsslib en/of schade aan het milieu. Toezicht betreft een blijvend actiepunt. Waarnodig zal gebruik worden gemaakt van de expertise van Wetterskip Fryslân. In dit kader zal ook het PCB-project op ons industrieterrein De Haven worden afgerond. Grondstromen Bij bouwrijp maken van bestemmingsplannen, infrastructurele werken, herstructurering van wijken, het dempen van watergangen komt met regelmaat grond vrij en/of wordt grond aangevoerd. Inzicht in de kwaliteit is belangrijk. Het toetsingskader is het Besluit bodemkwaliteit en onze bodemkwaliteitskaart. Grond kan worden verplaatst binnen de gemeente, maar het is ook mogelijk dat grond van andere locaties wordt aangevoerd. Ingediende meldingen worden gecontroleerd. Wij leveren sinds 2011 een bijdrage aan een provinciaal project ketenhandhaving grondstromen (zie 5.3). Dit wordt in 2013 geïntensiveerd. Brandveiligheid In de voorgaande jaren is bij winkels in het centrum toezicht op de naleving van het Gebruiksbesluit uitgevoerd. Gebleken is dat een dergelijke actie relatief weinig voorbereiding kost en zinvol is. Vooral het toegankelijk houden van vluchtwegen heeft voortdurend aandacht nodig. Deze acties zijn ook voor 2013 in de planning opgenomen. Ten aanzien van de vluchtwegen zullen wij in 2013 de ondernemersvereniging H&I benaderen om via hun contacten/bijeenkomsten proactief aandacht te vragen voor het belang van het open houden van vluchtwegen. Het open zetten van brandwerende deuren (met kegjes) wordt vaak gezien bij scholen en zorginstellingen. Hiervoor zal in 2013 een brief met het verzoek om aandacht voor dit punt aan de betrokken directies worden verzonden. Landelijk/provinciaal Net als de voorgaande jaren zetten het Landelijk overleg milieuhandhaving (LOM) en de provinciale handhavingpartners (FOM) in 2013 sterk in op ketenhandhaving. Dat betreft vooral asbest, illegaal vuurwerk, bodem- en grondstromen, de natuurwetgeving en de export van afvalstoffen. Wij sluiten weer aan bij de projecten grondstromen en asbestverwijdering. Daarnaast doen wij mee met het uitvoeren van aspectcontroles op natte koeltorens (legionella risico) en lozingen op de riolering. Ook hebben wij een oog- en oorfunctie voor de collega bevoegde gezagen. Indien nodig wordt verkregen informatie geverifieerd via landelijke- en provinciale databases. Vooral voor grondstromen hebben wij hier goede ervaringen mee. 31
32
6.
Omgeving
6.1. Bodem Bodemkwaliteitskaart Op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht geworden. Tot maart 2012 hebben wij gebruik gemaakt van overgangsrecht. In samenwerking met 18 Friese gemeenten, wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân zijn nieuwe Bodemkwaliteitskaarten en een nota bodembeheer opgesteld. Deze zijn in 2012 vastgesteld. Voordeel is dat bedrijven in de deelnemende gemeenten te maken hebben met vergelijkbaar bodembeleid. Voor de bedrijven in de betrokken gemeenten wordt in de eerste maanden van 2013 nog een informatiebijeenkomst georganiseerd. Het streven is om als samenwerkende gemeenten de bodemkwaliteitskaarten via internet interactief aan te bieden. Op die wijze is voor gebruikers snel duidelijk of het gewenste grondverzet mogelijk is. De resultaten van de bodemonderzoeken die ter beoordeling worden ingediend, worden ingevoerd in ons bodeminformatiesysteem. In 2012 zijn circa 15 onderzoeken beoordeeld. De resultaten van 30 rapporten zijn ingevoerd. In 2012 is ten behoeve van de verkoop van woningen in 69 gevallen informatie over de bodem aan makelaars verstrekt. Bodemloket Informatie over bodem wordt via een landelijke site aan derden ter beschikking gesteld. Het bodemloket is een samenwerking tussen gemeenten, provincies en rijk. Onze gemeente is (nog) niet aangesloten. Daarvoor is nog een afstemming van het provinciale bodeminformatiesysteem en ons bodeminformatiesysteem nodig. Wij zijn daarover met de provincie in gesprek. Wij verwachten dat wij dit in 2013 af kunnen ronden. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-3) 2010 - 2014 ISV is een Rijksuitkering voor de integrale aanpak van problemen in de leefomgeving. De sanering van verontreinigde bodem kan daarvan een onderdeel vormen. Bedoeling is dat in combinatie met een bijdrage uit de "markt", probleemlocaties kunnen worden aangepakt. De bijdrage uit ISV bedraagt in de meeste gevallen 25% van de saneringskosten. In 2012 is in combinatie met de reconstructie van de Kommisjewei, een functionele sanering uitgevoerd. Voor de sanering van een voormalig busstation bij het Thalenpark is door de provincie, conform ons verzoek, een financiering van 100 % toegekend. Dat heeft te maken met de forse investering die wij zelf al in dit gebied hebben gedaan. De voorbereiding voor deze sanering is in 2012 gestart, uitvoering is voorzien in 2013. 6.2. Externe veiligheid Algemeen Externe veiligheid is een verplicht toetsingskader bij ondermeer planologische procedures en omgevingsvergunningen milieu. Het betreft een specialistisch werkveld. Vanwege het specialistische karakter wordt door het Rijk ingezet op samenwerking. Voor de periode 2011 - 2014 is een jaarlijkse bijdrage voor de provincie Fryslân vastgesteld van ruim € 720.000, - op voorwaarde dat op provinciale schaal wordt samengewerkt. Het Uitvoeringsprogramma 2011 - 2014 is in het laatste kwartaal van 2011 vastgesteld. Hierin wordt vooral ingezet op verdere kwaliteitsverbetering en uitvoer van de structurele taken. Wij zijn nauw bij de uitvoering betrokken. Wij zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep, het programmabureau en diverse werkgroepen. Externe veiligheid vraagt specifieke kennis. Deze is niet bij alle gemeenten beschikbaar. In 2009 is een project "samenwerking en organisatie" afgerond. Daarop is het "Bureau externe veiligheid Fryslân opgericht. Gemeenten en de provincie kunnen vraagstukken over externe veiligheid voor ondersteuning aan het bureau EV voorleggen. 33
In 2012 is voor 8 bestemmingsplannen voor onze gemeente de externe veiligheid beoordeeld. Het bestemmingsplan buitengebied was daarbij het meest omvangrijk. De coördinatie en vertaling daarvan naar onze bestemmingsplannen wordt gegaan door de eenheid. Transport gevaarlijke stoffen In onze gemeente zijn op dit moment 7 LPG-tankstations aanwezig. Het betreft 4 stations in de bebouwde kom van Drachten, 1 station in de bebouwde kom van Opeinde en 2 stations ter hoogte van Opeinde aan de Wâldwei. De bevoorrading wordt uitgevoerd door 3 verschillende transporteurs. In 2006 is de routering voor de bevoorrading van de LPG-tankstations met de transporteurs in een convenant vastgelegd. In 2007 is besloten om het convenant te verlengen, met een periode van 5 jaar. Deze periode is op 9 juli 2012 afgelopen. Na een positieve evaluatie is het convenant in 2012 met 2 transporteurs verlengd voor wederom een periode van 5 jaar. In verband met een reorganisatie en/of mogelijke overname heeft 1 transporteur aangegeven de afspraken te respecteren, maar met ondertekening te wachten tot de resultaten van de reorganisatie/overname duidelijk zijn. In 2013 zal daar een vervolg aan worden gegeven. Risico register gevaarlijke stoffen (RRGS) Het RRGS is van toepassing op bedrijven met een bepaald risicoprofiel. Wij zijn verplicht om de gegevens van bedrijven waarop dit register van toepassing is in te voeren in een landelijke database. Deze bedrijven worden getoond op de provinciale risicokaart. Informatiesysteem overige ramptypen (ISOR) Voor de hulpverlening (brandweer/ambulance, etc.) moeten kwetsbare objecten in dit systeem worden ingevoerd. Dat betreft scholen, wijkcentra, ziekenhuizen, theaters, grote winkels, etc. Deze informatie is voor onze gemeente ingevoerd. Controle op de ingevoerde gegevens en mutaties van het RRGS/ISOR wordt uitgevoerd door de eenheid vergunningen en handhaving. Het RRGS wordt uitgevoerd met het toezicht in de gebruiksfase. Het ISOR is gekoppeld aan de aanvraag omgevingsvergunning. 6.3. Geluid Wegverkeerslawaai In de periode 1 januari 2012 - 1 januari 2013 is in het kader van de Wet geluidhinder voor 1 project een hogere waarde vastgesteld. Ten aanzien van woningbouw, de ontwikkeling van nieuwe bestemmingsplannen e.d. zijn er 15 onderzoeken uitgevoerd. De benodigde berekeningen zijn uitgevoerd en vastgelegd in akoestische rapporten. Voor het bepalen van de geluidbelasting van wegverkeer zijn gegevens over de verkeersintensiteit en de samenstelling van het wagenpark (personen auto’s/vrachtauto’s) van belang. De verkeersintensiteiten worden planmatig geteld. Industrielawaai In 2012 is voor industrielawaai 1 hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder vastgesteld. Deze hogere waarde was nodig in verband met de zoneverlegging bij de Groenvoerdrogerij in Opeinde (zie verderop). Ten aanzien van industrielawaai, waaronder horecalawaai, zijn 10 onderzoeken uitgevoerd (3 voor horecalawaai). In Smallingerland zijn twee industrieterreinen die op grond van de Wet geluidhinder zijn gezoneerd (Industrieterrein De Haven en het terrein van de Groenvoerdrogerij in Opeinde). Bij het terrein van de Grasdrogerij is aanpassing van het gezoneerde deel nodig. In 2012 is het bestemmingsplan vastgesteld met wijziging van de zone, voor zover liggend in het bestemmingsplan "Kleine kernen noord". De aanpassing van de zone in het buitengebied wordt meegenomen bij de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied. 34
In verband met de zoneverlegging was bij één woning een hogere waarde nodig. Deze hogere waarde is in 2012 vastgesteld Het besluit is niet in 2011 genomen omdat de beroepstermijn voor de hogere waarde gelijk loopt met de beroepstermijn voor het bestemmingsplan "Kleine kernen noord" en de procedure voor dat bestemmingsplan nog niet in dat stadium was. Bij het industrieterrein De Haven is in 2010 onderzocht of gedeeltelijke dezonering van het industrieterrein wenselijk en mogelijk is. Het ontwerpbestemmingsplan waarin de resultaten zijn verwerkt is in 2011 ter inzage gelegd. In 2012 is de procedure afgerond en sinds 3 augustus 2012 in werking en onherroepelijk. Bij de aanpassing van het gezoneerde terrein is de zonecontour niet gewijzigd. Door de interne dezonering is geluidruimte ontstaan. In 2012 is geïnventariseerd welke (geluidrelevante) plannen bedrijven op dit deel van het bedrijfsterrein hebben. Hieruit blijkt dat op een aantal plaatsen binnen de zone te weinig geluidruimte aanwezig is om al deze plannen mogelijk te maken. Ook nieuwvestiging van bedrijven kan problemen geven. In 2013 zal worden onderzocht op welke wijze de nodige geluidruimte beschikbaar kan worden gesteld. Hiervoor is overleg met betrokken ondernemers nodig. Indien nodig moet de zone worden aangepast. Deze ligt grotendeels in het bestemmingsplan Buitengebied. Het bestemmingsplan Buitengebied zal in dat geval moeten worden aangepast. Luchtvaartlawaai Sinds 1 januari 2011 bestaat de Commissie Milieuhygiëne Vliegveld Drachten (CMVD) formeel niet meer. Op dat moment had een Commissie regionaal overleg (Cro) door Provinciale Staten moeten zijn ingesteld. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. Op verzoek van de provincie heeft de CMVD haar werkzaamheden sinds 1 januari 2011 voortgezet. In 2012 heeft de voortgezette CMVD 2 maal vergaderd. Wij leveren voor de commissie de voorzitter en de secretaris. De voorzitter van de Cro moet onafhankelijk zijn. De voorzitter van de voormalige CMVD is door alle leden van de voortgezette CMVD geaccepteerd als voldoende onafhankelijk om ook sinds 1 januari 2011 als voorzitter aan te blijven. Bij overleggen van de commissie zijn de omwonenden, de exploitant, de gebruikers, de provincie en de gemeente vertegenwoordigt. In verband met de informatieoverdracht maakt de provincie nog deel uit van de voortgezette CMVD. De CMVD/Cro is verantwoording schuldig aan de provincie. Er zijn in 2012 bij de CMVD 6 meldingen van overlast ontvangen over het vliegveld Drachten. Bij bepaalde meldingen werd een aantal momenten van overlast doorgegeven. De commissie heeft in de klachten geen aanleiding gezien een advies op te stellen. De commissie heeft vastgesteld dat er verbetering is in het naleven van de afspraken met de omwonenden qua vliegroutes door de piloten. Piloten van "buiten" kennen deze afspraken echter niet (staan niet in de door hen vooraf te bestuderen handboeken). Deze piloten worden voor vertrek op de hoogte gesteld van de afspraken. Afdwingen van vliegen in overeenstemming met de afspraken is echter moeilijk. In verband met de gevoelde onveiligheid bij omwonenden is in 2012 gestart met het agenderen op elke vergadering van een voorlichting/toelichting op een bepaald onderwerp door de havenmeester dat relatie heeft met het zorgen voor veilig vliegverkeer en een veilig gebruik van het vliegveld. De Cro is in 2012 niet ingesteld. De verwachting is nu dat dit in 2013 zal plaatsvinden. Daarbij moet ook een vertegenwoordiger van de gemeente worden aangewezen. PS heeft nog geen planning om in 2013 het Luchthavenbesluit voor Drachten te nemen. In dat Luchthavenbesluit moeten o.a. de contour voor externe veiligheid en het beperkingengebied worden opgenomen. Die gebieden moeten vervolgens in de bestemmingsplannen worden opgenomen. Om te voorkomen dat ontwikkelingen plaatsvinden die strijdig zijn met de komende wettelijke normen, wordt in 2013, net als voorheen, bij planologische ontwikkelingen zoveel als mogelijk rekening gehouden met de komende normen.
35
Verordening geurhinder en veehouderij In 2008 hebben wij de Verordening geurhinder en veehouderij Smallingerland vastgesteld. De verordening is van toepassing op de veehouderij. Basis voor de verordening is de Wet geurhinder en veehouderij. Wij hebben in de verordening lokaal afwijkende geurnormen en aangepaste afstandseisen vastgesteld. In de tussenliggende periode is onderliggende wetgeving aangepast. In 2013 zullen wij de verordening evalueren en actualiseren. Lucht Luchtkwaliteit is een standaard toetsingskader bij bestemmingsplanprocedures. In dat kader zijn in 2012 diverse berekeningen uitgevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een rekenprogramma dat beschikbaar wordt gesteld door het RIVM. Er zijn in onze gemeente geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen uit het Besluit luchtkwaliteit aangetoond (stikstofoxide (NO2), koolmonoxide (C0), fijn stof (PM10) en benzeen (C6H6)). De luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoer/actualisatie van (bestemmings)plannen. 6.4. Voorlichting Het is een verantwoordelijkheid om burgers en bedrijven goed te informeren. Via Breeduit, de gemeentelijke internetpagina en in de gemeentelijke stand op beurzen, wordt voorlichting gegeven over specifieke onderwerpen als hoe om te gaan met asbest, beleid over plaatsen van schuttingen, veranderde regelgeving m.b.t. sloop etc. Op verzoek worden brochures aan belangstellenden verstrekt. Bedrijven krijgen informatie tijdens de bedrijfsbezoeken in het kader van de milieuhandhaving. De taken met betrekking tot Natuur- en milieueducatie zijn ondergebracht bij stichting de Naturij.
36
Bijlagen
Bijlage 1 Zelftoets Bouwen, Ruimte en Milieu aan wettelijke kaders De voorschriften waar de uitvoering van de handhaving aan moet voldoen zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (BOR). De kwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 10 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). In de volgende tabellen hebben wij ons uitvoeringsprogramma aan de voorschriften getoetst. Zelftoets beleidsplan en uitvoeringsprogramma aan het BOR Artikel Voorschrift Toezicht- en handhavingsbeleid Handhavingsbeleid 7.2, lid 1 Vaststellen handhavingsbeleid, Integraal Toezichts- en zelfevaluatie, afstemming handhavingsprogramma collega overheden 2012 – 2016 7.2, lid 2 Opstellen probleemanalyse Hoofdstuk 1 7.2, lid 3 Inzicht in prioriteitstelling van de Hoofdstukken 1, 2, 3 en uitvoering en de methodiek om 4 gestelde doelen te realiseren 7.2, lid 4 Inzicht in de wijze van toezicht, Hoofdstuk 3 en 4 de rapportage van de bevindingen, de opgelegde sancties en termijnen, de afstemming met strafrechtelijk handhaving, de wijze waarop wordt omgegaan met overtredingen van eigen inrichtingen of inrichtingen van collega overheden 7.2, lid 5 Inzicht in afspraken, Hoofdstuk 4 afstemming en samenwerking met ander betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke handhaving 7.2, lid 6 B en W maken het Hoofdstuk 1 handhavingsbeleid bekend aan de gemeenteraad Uitvoeringsprogramma 7.3, lid 1 Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld. Duidelijk moet zijn welke activiteiten worden uitgevoerd. Met doelen en prioriteiten als voorgeschreven in art. 7.2 moet rekening worden gehouden 7.3, lid 2 Afstemming uitvoeringsprogramma met betrokken bestuursorganen en organen strafrechtelijke handhaving 7.3, lid 3 B en W maken het uitvoeringsprogramma bekend aan de gemeenteraad
Uitvoeringsprogramma
Hoofdstukken 2, 4, 5 en bijlagen Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2 en 5 met bijlagen Hoofdstuk 2 en 5 met bijlagen en ISO-9001
Hoofdstuk 2 en 5 en ISO 9001
Er wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma opgesteld.
Hoofdstuk 2 en 5 met bijlagen
Hoofdstuk 1, Inleiding
Artikel
Voorschrift
Toezicht- en handhavingsbeleid
Uitvoeringsprogramma
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 en 3 en bijlagen
7.4, lid 1, b
Vastleggen formatie, functies, taken en verantwoordelijkheden Functiescheiding
7.4, lid 1, c
Rouleren van inrichtingen
7.4, lid 1, d
Beschikbaarheid calamiteiten telefoon Beschrijving werkprocessen, audit van de werkprocessen
Uitvoeringsorganisatie 7.4, lid 1, a
7.4, lid 2, a/b Borging middelen 7.5, a / b
7.5, c
Monitoring 7.6, lid 1 en 2
Rapportage 7.7, lid 1, 2 en 3
Hoofdstuk 1 en ISO 9001 Hoofdstuk 1 en ISO 9001
Bijlage C en ISO-9001 Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3 en 4
Hoofdstuk 5 en ISO 9001 met audits
Inzichtelijk maken benodigdeen beschikbare financiële middelen en waarborgen in de begroting. De wijze van berekening van benodigde financiële middelen Voor de uitvoering van het programma moeten voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn. Zo nodig moeten deze worden aangepast en/of het uitvoeringsprogramma moet worden aangepast
Hoofdstuk 2 en 3
Hoofdstuk 2 en bijlagen
Hoofdstuk 2 en 3
Hoofdstuk 2 en bijlagen
Met een geautomatiseerd systeem worden de resultaten en voortgang van het uitvoeringsprogramma en de gestelde doelen bewaakt. De verkregen gegevens worden geregistreerd
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 2
Periodiek wordt gerapporteerd over het bereiken van gestelde doelen, activiteiten en afspraken. Jaarlijks wordt geëvalueerd of de gestelde doelen van het uitvoeringsprogramma zijn gerealiseerd. B en W maken het verslag bekend aan de gemeenteraad
Hoofdstuk 1
Zelftoets beleidsplan en uitvoeringsprogramma aan de MOR Artikel Voorschrift Toezicht- en handhavingsbeleid Handhavingsbeleid 10.3.1 a Gevolgen overtredingen Hoofdstuk 1, 2, 3 en 4, fysieke leefomgeving (BOR m.n. de risicoanalyse 7.2.2) 10.3.1 b Kans dat een overtreding Hoofdstuk 2 plaatsvindt 10.3.2 a Hoe bevorderen wij naleving Hoofdstuk 1, 2, 3 en 4 (BOR 7.2.4) 10.3.2 b Voorlichting aan personen Hoofdstuk 4 die de inrichtingen drijven 10.3.3 a Wijze waarop controle wordt Hoofdstuk 2, 3 en 4 en voorbereid en uitgevoerd ISO (BOR 7.2.4 a) 10.3.3 b Frequentie routinematige Hoofdstuk 2 controlebezoeken 10.3.3 c De wijze waarop zakelijke Hoofdstuk 2, 3 en ISO gegevens en bescheiden worden gecontroleerd 10.3.3 d De wijze van toezicht van Hoofdstuk 2 en 3 stoffen die in de lucht, bodem of het water worden gebracht 10.3.3 e VerifIctie van Hoofdstuk 2 en 3 en controleresultaten ISO 10.3.4.a, b, c Zorgplicht Wm en Hoofdstuk 3 en 4 handhaving WBB, Ketenhandhaving (BOR 7.2.5) Uitvoeringsprogramma 10.4 Het uitvoeringsprogramma wordt uitgewerkt in werkplannen voor betrokken onderdelen van de organisatie Uitvoeringsorganisatie 10.5 a, b, c en d
Monitoring 10.6 a, b, c, d en e
Uitvoeringsprogramma
Hoofdstuk 2, 4, 5 en 6 Hoofdstuk 5 en 6
Hoofdstuk 5 en ISO Hoofdstuk 2 en 5
Jaarlijks wordt voor de taken die door de eenheid worden uitgevoerd een uitvoeringsprogamma opgesteld
Deskundigheid medewerkers, onderhoud ter beschikking staande instrumenten (BOR 7.4.1)
Uitvoeringsplan met bijlagen, ISO en personeelsbeleid.
Monitoring
Hoofdstuk 1
Bijlage 2 Formatie eenheid Vergunningen en handhaving Coördinatie Administratie Juridisch specialisme Beleid Brandpreventie specialisme Vergunningverlening Bouw Vergunningverlening Milieu Toezichthouder Bouwfase Toezichthouder Gebruiksfase Totaal
1,00 2,44 2,06 3,00 1,00 3,75 2,00 4,00 4,00
fte fte fte fte fte fte fte fte fte
23,25 fte
Bijlage 3 Budget 2013 afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving
Bijlage 4 Aanvragen omgevingsvergunning 1 januari 2012 - 1 januari 2013 Status Gegevens Aanleggen - (Art. 2.1 lid 1onder b Wabo) Bouwen - (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) Brandveilig gebruiken - (Art. 2.1 lid 1 onder d Wabo) Inrichting oprichten of veranderen - (Art. 2.1 lid 1 onder e Wabo) Kappen - (Art. 2.2 lid 1 onder g Wabo) Milieuneutraal veranderen inrichting - (Art. 2.1 lid 1onder e Wabo) Monumenten gem. of prov. verordening - ( Art. 2.2 lid 1 onder b Wabo) Reclame - (Art. 2.2 lid 1onder h of lid 1 onder i Wabo) Rijksmonumenten - (Art. 2.1 lid 1 onder f Wabo Slopen op grond van Bouwverordening - (Art. 2.2 lid 1 onder a Wabo) Strijdig gebruik gronden of bouwwerken - (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo) Uitweg - (art. 2.2 lid 1 onder e Wabo)
Verleend 27 253 21 8 282 8 4 44 3 25 105 47
Geweigerd 2 17
Ingetrokken
Rechtswege verleend
1
1
1 2 8 1 8 3
1
Eindtotaal 29 272 21 8 283 8 6 52 4 25 113 51
Bijlage 5 Overtredingsoorten die in aanmerking komen voor antwoordkaart • • • • • • • • • •
plaatsen van al aanwezige brandblussers; laten keuren brandblussers; plaatsen enkele rookmelder; opspannen zelfsluitende deuren/gangbaar maken sluitwerk; aanbrengen verlichting vluchttrappen/vervangen van batterijen transparanten; verwijderen brandgevaarlijke slingers e.d.; toesturen keuringsrapporten/afgiftebonnen/monitoringsgegevens/uitvoeren eigen periodieke bedrijfscontroles (het digitaal versturen van); opslag van afvalstoffen; plaatsen van lekbakken/accubak/absorptiemateriaal; vastzetten gasflessen/vervangen gasslangen
Bijlage 6 Bedrijven die op de risicokaart zijn opgenomen Bevoegd gezag gemeente Smallingerland Bedrijf adres plaats Primagaz De Meerpaal Drachten
activiteit opslag gas
Wetgeving BRZO/BEVI RRGS
RRGS RRGS
Zwembad De Welle
Reidingweg
Drachten
Sportschool Ebert
Zuidkade
Drachten
Fries ecologische zuivelfabriek Gasreduceerstation Gasreduceerstation
Ampèrelaan
Drachten
Noorderhogeweg Moleneind NZ
Drachten Drachten
opslag chemicaliën opslag chemicaliën opslag ammoniak gas gas
Dracham BV Van den Belt Tinq-oil BP Brand Oil Q8 Noordzijde Q8 Zuidzijde
Blauwgras De Bolder De Loswal Zuiderhogeweg Kommisjewei N-31 N-31
Drachten Drachten Drachten Drachten Opeinde Opeinde Opeinde
LPG LPG LPG LPG LPG LPG LPG
BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI BEVI
Jonkman Veneboer Veneboer Caravans Bijma Halfords Noord Motors Van der Hei Welkoop Profile Egberts
Stationsweg Zuidkade Loswal De Roef Raadhuisplein Stationsweg Kanaelsloane MLK singel Noordkade
Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Opeinde Drachten Drachten
vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk vuurwerk
Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit Vuurwerkbesluit
Bevoegd gezag Provincie Fryslân Bedrijf adres Van Gansewinkel De Steven
plaats Drachten
Orion
Drachten
activiteit Wetgeving opslag BRZO/BEVI gevaarlijk afval verwerking RRGS PCB houdende olie
De Steven
RRGS RRGS
Bevoegd gezag Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie Bedrijf adres plaats activiteit Wetgeving diverse gaswinlocaties in de gemeente RRGS