Boekjaar 2013 Inleiding
De interne administratie wordt verzorgd door L.P. de Groot en
Voor u ligt het verkort jaarverslag van Stichting Pensioenfonds
J.P. Kraaijeveld.
Hunter Douglas (SPHD) over het boekjaar 2013. Het volledige
Het fonds maakte in 2013 gebruik van de diensten van de
jaarverslag vindt u op onze website:
volgende externe partijen:
www.pensioenfonds-hunterdouglas.nl. Op onze website vindt
––
u ook nieuwsberichten en de actuele financiële situatie van het fonds.
door AZL N.V. te Heerlen. ––
De adviseur en actuaris van het fonds is AZL N.V. te Heerlen.
––
De waarmerkend actuaris van het fonds is Towers Watson
Doelstelling en organisatie Het doel van SPHD is om haar deelnemers, pensioengerechtigden
Netherlands B.V. te Amstelveen. ––
en overige aanspraakgerechtigden voorzieningen te bieden bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid en/of overlijden. De regels daarvoor staan in het pensioenreglement. Het bestuur is ver antwoordelijk voor de uitvoering van dat reglement en het daarbij
De externe administratie en uitkeringen worden verzorgd
De accountant van het fonds is Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag.
––
De adviseur – en tevens lid – van de beleggingscommissie is de heer J. Beenen van Mercer Investment Consulting B.V. te Amstelveen
horende pensioen- en vermogensbeheer. Het hele beleid van
Het pensioenfonds houdt kantoor te Hunter Douglas, Piekstraat 2
SPHD is neergelegd in de zogenaamde actuariële en bedrijfs
in Rotterdam.
technische nota (ABTN). Dit is een soort bedrijfsplan. Paritair bestuursmodel vanaf 1 juli 2014 De samenstelling van het bestuur en de taakverdeling binnen
Vanaf 1 juli 2014 treedt de Wet versterking bestuur pensioen-
het bestuur zijn in 2013 niet gewijzigd. De samenstelling van het
fondsen (Wvbp) in werking. Deze wet heeft gevolgen voor de
bestuur wijzigt in 2014 wel. De heer Kerkhof heeft begin 2014
mogelijke bestuursmodellen van besturen van pensioenfondsen.
namelijk aangegeven dat hij zal terugtreden als aspirant bestuurs-
Het bestuur heeft in 2013 geanalyseerd welk bestuursmodel het
lid namens de werknemers. Ook de heer Van der Kraan heeft
beste bij SPHD past. Er is vervolgens gekozen voor het paritaire
aangegeven af te treden. Hij is per 5 maart 2014 geen bestuurslid
bestuursmodel, zonder toevoeging van externe deskundigen in
meer namens de werkgever. Het bestuur heeft de werkgever
het bestuur. Het intern toezicht wordt vormgegeven door een
gevraagd om een kandidaat voor te dragen voor de opvolging van
jaarlijkse visitatie. De werkwijze met het verantwoordingsorgaan
de heer Van der Kraan. De Ondernemingsraad is gevraagd om een
wordt voortgezet. Het nieuwe bestuursmodel treedt in werking op
kandidaat voor te dragen voor de vrijgekomen vacature van een
1 juli 2014.
werknemersvertegenwoordiger.
De financiële positie van SPHD Het bestuur bestaat op 31 december 2013 uit de volgende
Eind 2008 was de dekkingsgraad van het fonds gedaald tot
personen:
onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,1%. Begin 2009 heeft het fonds daarom een herstelplan ingediend bij DNB.
Benoemd vanuit werkgeverszijde:
De jaren 2009 t/m 2012 hebben niet geleid tot een structurele
C.H.J. Luijben
verbetering van de dekkingsgraad. De stijging van de levensver-
voorzitter
S.S.A. van der Kraan C.M.A. van Slingerland
wachting en daling van de rente hebben de afgelopen jaren een plaatsvervangend voorzitter
negatieve invloed gehad op de financiële positie van het fonds. Door de stijging van de gemiddelde levensverwachting moeten
Benoemd vanuit werknemerszijde:
pensioenen gemiddeld langer worden uitgekeerd. Het fonds
R.H.A. Nusteling
moet daardoor meer geld reserveren. Bij rentedalingen moet het
secretaris
fonds meer geld opzij zetten om in de toekomst de uitkeringen te Gekozen door en uit de pensioengerechtigden: W.B. van der Hoek
kunnen voldoen.
plaatsvervangend secretaris Herstelmaatregelen
Aspirant-bestuurslid namens de werknemers
Het bestuur evalueert jaarlijks het herstelplan. Dan wordt bekeken
M. Kerkhof
of het pensioenfonds voldoende herstelt en of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Op grond van het herstelplan was de
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
1
dekkingsgraad op 31 december 2012 te laag. Het bestuur heeft
het bestuur besloten om de pensioenopbouw te verlagen tot het
begin 2013, net als begin 2012, geconstateerd dat de getroffen
fiscale maximum dat nog is toegestaan door de wet.
maatregelen de financiële positie tot op dat moment onvoldoende hadden verbeterd. Eind 2013 moest het fonds een dekkingsgraad
Toeslagverlening
hebben van minimaal 104,1%.
Het fonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid waarbij,
Het bestuur verwachtte begin 2013 niet dat het fonds deze
afhankelijk van de financiële positie, jaarlijks per 1 januari toeslagen
dekkingsgraad met de getroffen maatregelen zou halen. Daarom
kunnen worden verleend. Bij de toeslagverlening wordt onder-
heeft het bestuur begin 2013 een aantal belangrijke besluiten
scheid gemaakt tussen de actieve deelnemers en de inactieve
moeten nemen. Ten eerste heeft het bestuur besloten tot het
deelnemers (gewezen deelnemers en pensioengerechtigden).
verlagen van de pensioenaanspraken en pensioenrechten met 6,7% per 1 april 2013. Bij dit besluit heeft het bestuur de belangen
Uitgangspunt voor de toeslagverlening aan de actieve deelnemers
van alle stakeholders zorgvuldig afgewogen. De verlaging is lager
per 1 januari 2013 was de ontwikkeling van de algemene loon
uitgevallen dan in 2012 was aangekondigd. Dit komt doordat de
component bij Hunter Douglas in de periode van 1 januari 2012
dekkingsgraad per 31 december 2012 iets hoger is uitgekomen
tot en met 1 januari 2013. Deze ontwikkeling bedroeg 2,11%. Met
dan einde 2011 werd verwacht. Ook heeft het bestuur besloten
ingang van 1 januari 2013 zijn de pensioenaanspraken van de
om de pensioenpremie voor 2013 te verhogen naar 29% van de
actieve deelnemers, met inachtneming van de financiële positie
pensioengrondslag. Tot slot heeft het bestuur besloten om ook
van het fonds en het in de ABTN opgenomen beleidskader, niet
voor 2013 een verlaagd opbouwpercentage te hanteren. Met
verhoogd.
ingang van 1 januari 2013 is het opbouwpercentage namelijk
Uitgangspunt voor de toeslagverlening aan de inactieve deel
verlaagd naar 1,98% van de pensioengrondslag.
nemers per 1 januari 2013 was de ontwikkeling van de afgeleide
Het bestuur heeft het herstelplan begin 2014 opnieuw geëva-
consumentenprijsindex reeks voor alle huishoudens zoals deze
lueerd. Het bestuur heeft daarbij geconstateerd dat de in 2013
zich heeft voorgedaan in de periode juli 2011 tot juli 2012. Deze
getroffen maatregelen de financiële positie sterk hebben
ontwikkeling bedroeg 2,10%. Met ingang van 1 januari 2013 zijn
verbeterd. Omdat de dekkingsgraad eind 2013 hoger is dan de
de pensioenrechten van de inactieve deelnemers, met inacht
minimaal vereiste dekkingsgraad, heeft het fonds de pensioenen
neming van de financiële positie van het fonds en het in de ABTN
eind 2013 niet nog eens hoeven te verlagen. Eind 2013 was er
opgenomen beleidskader, niet verhoogd.
geen dekkingstekort meer. Het kortetermijnherstelplan is daarmee
Gelet op de financiële positie van het fonds heeft het bestuur in
afgerond.
december 2013 besloten om ook per 1 januari 2014 geen toe
Het langetermijnherstelplan is nog steeds van kracht. Het bestuur
slagen toe te kennen aan de actieve en inactieve deelnemers.
verwacht dat tijdig herstel (uiterlijk eind 2023) mogelijk is.
Op basis van de financiële positie van het fonds zal het bestuur de mogelijkheden voor het verlenen van (inhaal)toeslagen blijven
Over de financiële positie van het fonds worden maandelijks
monitoren. De op deelnemersniveau gemiste toeslagen worden
nieuwsberichten op de website van het fonds gepubliceerd.
geadministreerd.
Ook zijn alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van het fonds in februari 2013 schriftelijk
Ter financiering van de voorwaardelijke toeslagverlening is geen
geïnformeerd over de verlaging van de pensioenen.
bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald.
Beleggingen
Ontwikkelingen in 2014
Het belegd vermogen van het fonds (inclusief liquide middelen)
In 2014 zullen, net als in 2013, de toekomstbestendigheid van het
nam in 2013 toe met € 28 miljoen tot € 280 miljoen (2012:
pensioenstelsel en de herziening van het Financieel Toetsingskader
€ 252 miljoen). Het gemiddelde rendement op basis van total
centraal staan. Het bestuur van SPHD heeft grote belangstelling
return bedroeg in 2013 11,99% (2012: 14,5%).
voor deze onderwerpen en volgt de ontwikkelingen op de voet. Een ander belangrijk onderwerp in 2014 is het implementeren van
Premie en opbouwpercentage
het paritair bestuursmodel.
De pensioenpremie was voor 2013 vastgesteld op 29% van de pensioengrondslag. Voor 2014 is de premie verlaagd naar 25% van
Wij vertrouwen erop u met dit jaarverslag een goed inzicht te
de pensioengrondslag.
hebben gegeven in de werkzaamheden van het bestuur, de
Het bestuur heeft voor 2014 besloten om voor de pensioen
hoofdlijnen van het beleid en de financiële ontwikkeling van
opbouw het opbouwpercentage van PME te volgen. Voor 2014
het pensioenfonds. Meer informatie vindt u op:
bedraagt het opbouwpercentage daarom 1,9%. In 2013 was dit
www.pensioenfonds-hunterdouglas.nl.
nog 1,98%. Omdat de sociale partners niet tot overeenstemming zijn gekomen over een nieuwe pensioenregeling voor 2014, heeft
2
Het bestuur
Balans per 31 december (na resultaatverdeling; in duizenden euro) Activa 2013 2012 Beleggingen voor risico pensioenfonds Zakelijke waarden
155.703
120.109
Vastrentende waarden
109.594
106.357
Derivaten Overige beleggingen
1.188 1.367 13.083
23.854
279.568 251.687 Beleggingen voor risico deelnemers Onroerende zaken
49
34
Zakelijke waarden
399
365
Vastrentende waarden
532
526
Overige beleggingen
461
434
1.441 1.359 Vorderingen en overlopende activa
887
1.707
Liquide middelen
1.903
2.268
Totaal activa
283.799
257.021
Passiva 2013 2012 Stichtingskapitaal en reserves
40.923
4.081
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Overige technische voorzieningen
240.774
250.263
216
838
240.990 251.101 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
1.441
1.359
Kortlopende schulden en overlopende passiva
445
480
Totaal passiva
283.799
257.021
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
3
Staat van baten en lasten (in duizenden euro) 2013 2012 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer
655
708
29.424
31.333
-210
-198
29.869 31.843 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Indirecte beleggingsopbrengsten
31 79
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
7.631
7.122
Premiebijdragen voor risico deelnemers
89
96
Ontvangen uitkering PME uit hoofde van TOP-SUM
0
382
Saldo van overdrachten van rechten
60
17
Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers
-38
-104
Pensioenuitkeringen -10.434 -11.472 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Wijziging rentecurve Benodigde intresttoevoeging
7.478
-16.585
-871
-3.799
-5.929
-6.118
Binnenkomende waardeoverdracht
-383
-21
Uitgaande waardeoverdracht
276
0
Toename voorziening toekomstige kosten
-169
-170
Vrijval excassokosten
289
304
Inkoop nieuwe pensioenaanspraken
Uitkeringen
9.761 10.286
Actuarieel resultaat op sterfte
-759
28
Actuarieel resultaat op arbeidsongeschiktheid
-290
-167
Actuarieel resultaat op mutaties
495
-194
Korting pensioenaanspraken actieven
-71
5.886
6
2.835
Korting pensioenaanspraken slapers Korting pensioenaanspraken pensioentrekkenden Wijziging sterftegrondslagen Overige mutaties technische voorzieningen
113
8.895
0
-2.890
-457
-292
9.489 -2.002
4
2013 2012 Mutatie overige technische voorzieningen Voorziening TOP-SUM uitkering Wijziging rentecurve
0
-5
Benodigde intresttoevoeging
-1
-19
18
33
Vrijval excassokosten Uitkeringen Actuarieel resultaat op sterfte Actuarieel resultaat op mutaties Korting pensioenaanspraken pensioentrekkenden
606 1.096 -3
-9
-28
8
4
38
596 1.142
Voorziening langdurig zieken Wijziging rentecurve Actuarieel resultaat op arbeidsongeschiktheid Wijziging sterftegrondslagen
5
-9
21
56
0
-1
26 46
Totaal mutatie overige technische voorzieningen
622
1.188
-82
-71
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
Herverzekering 272 -113 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-667
-675
Overige baten en lasten
0
0
Saldo van baten en lasten
36.842
26.290
Bestemming van het saldo Algemene reserve
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
36.842 26.290
5
Grondslagen voor waardering en
dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op
resultaatbepaling
afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “vorderingen of schulden uit hoofde van effectentransacties”.
Algemeen Saldering van een actief en een verplichting Toepassing richtlijnen voor de jaarverslaggeving
Een financieel actief en een financiële verplichting worden
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas heeft bij de samenstelling
gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake
van dit jaarverslag de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en
is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en
BW2 Titel 9 toegepast.
de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen.
Schattingen en veronderstellingen
De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9
verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden
Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen
eveneens gesaldeerd opgenomen.
en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee
Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valuta
verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit
koersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat
het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de
van baten en lasten opgenomen.
omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van
Vreemde valuta
activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend
bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van
naar Euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering
deze schattingen.
is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden
Opname van een actief of een verplichting
omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen
Kasstroomoverzicht
naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het
Waardering
waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag
Balans
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
De waardering van de beleggingen geldt zowel voor de
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen
beleggingen voor risico pensioenfonds als voor de beleggingen
wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
voor risico deelnemers.
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
Onroerende zaken
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
De ter beurze genoteerde aandelen in vastgoedbeleggings
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het
fondsen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boek-
economisch potentieel, samenhangend met een vermindering
jaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd
van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft
tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo
plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden
boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd
vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle
op marktwaarde.
of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan
Zakelijke waarden
een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting
De ter beurze genoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen
niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en
de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde
verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het
fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde
tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van
de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende
waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen
beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde.
en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent
6
Vastrentende waarden
De duration (ultimo 2013) van de voorziening pensioen
De ter beurze genoteerde obligaties worden gewaardeerd tegen
verplichtingen bedraagt 15,6.
de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun a ctuele waarde, zijnde
Op 4 februari 2013 heeft het bestuur, op basis van de financiële
de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende
positie op 31 december 2012, het besluit genomen om de aan-
beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Voor participaties
spraken en rechten van alle deelnemers per 1 april 2013 met 6,7%
in hypothekenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde,
te verlagen. Deze korting is reeds in de technische voorzieningen
die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen
per 31 december 2012 verwerkt.
representeert. Als gevolg van dit besluit daalde de voorziening pensioen Derivaten
verplichtingen met € 17.654. De korting leidde tot een stijging
Beleggingen in beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd
van de dekkingsgraad per 31 december 2012 met 6,5%.
tegen de op 31 december bekende marktprijzen. Beleggingen welke onderhands zijn gekocht, waarvoor geen directe markt
Schattingswijzigingen
waardering beschikbaar is, worden gewaardeerd op basis van
DNB heeft per eind september 2012 de methodiek voor het vast-
actuele marktparameters. RJ 610 schrijft voor dat derivaten met
stellen van de nominale rentetermijnstructuur aangepast. Hierbij
een negatieve waarde op de passiva zijde van de balans moeten
gaat het om een aanpassing van de rentetermijnstructuur voor
worden weergegeven.
looptijden vanaf 20 jaar. Voor looptijden tot en met 20 jaar blijft de rente gelijk aan de driemaands gemiddelde rente. Voor looptijden
Overige beleggingen
vanaf 20 jaar wordt de rente zodanig aangepast dat deze toegroeit
De ter beurze genoteerde overige beleggingen worden
naar de zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). Dit wordt
gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter
gezien als een schattingswijziging. Ultimo 2012 is de voorziening
beurze genoteerde overige beleggingen worden gewaardeerd
pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds verlaagd met
tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo
4,4% als gevolg van deze schattingswijziging. Het effect van deze
boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd
schattingswijziging op de technische voorziening ad. € 7.043 in
op marktwaarde.
2012 is als mutatie in het resultaat verwerkt.
Algemene reserve
Op 10 september 2012 heeft de Commissie Overlevingstafels
Het jaarlijkse resultaat volgens de rekening van baten en lasten
van het AG een herziening van de AG-prognosetafel 2010-2060
wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
gepubliceerd, zijnde de Prognosetafel AG 2012-2062, en heeft
Onderdeel van de algemene reserve is een bestemmings
het fonds besloten over te gaan op deze nieuwe overlevingstafel.
reserve voor de financiering van de voorwaardelijke toezegging
Daarnaast is het fonds ultimo 2012 overgegaan op de nieuwe
SUM en SUMO voor de deelnemers die geboren zijn na 1949
ervaringssterfte van PME en Stork 2012. Beide aanpassingen zijn
(“55-minners“).
in 2012 verantwoord als een schattingswijziging. Ultimo 2012 is de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds
verhoogd met resp. 1,0% en 0,1% als gevolg van deze schattings-
Per 1 januari 2007 is de Pensioenwet in werking getreden.
wijzigingen. De effecten van deze schattingswijzigingen op de
Onderdeel van de Pensioenwet is het Financieel Toetsingskader
technische voorziening ad. resp. € 2.597 en € 294 zijn in 2012 als
(FTK). In het FTK is de manier waarop De Nederlandsche Bank
mutatie in het resultaat verwerkt.
(DNB) haar toezicht op pensioenfondsen uitoefent vastgelegd. Het FTK stelt daarbij de kaders waarbinnen een pensioenfonds
In 2013 zijn geen schattingswijzigingen van toepassing.
moet opereren. Besloten is het FTK ook toe te passen voor de jaarverslaglegging daar dit aansluit bij het door het bestuur
De voorziening is gebaseerd op de volgende actuariële
gehanteerde beleid.
grondslagen:
De voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld als de contante waarde van de tijdsevenredig opgebouwde
Sterfte
pensioenaanspraken. Voor de arbeidsongeschikte deelnemers is de
Mannen: Prognosetafel AG 2012-2062 (startjaar 2014).
voorziening pensioenverplichtingen gebaseerd op de te bereiken
Vrouwen: Prognosetafel AG 2012-2062 (startjaar 2014).
aanspraken.
Deze tafels worden toegepast rekening houdend met ervaringssterfte, waarbij de ervaringssterftetabel van PME en Stork 2012 is gehanteerd.
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
7
Rekenrente Voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december in enig jaar wordt gebruik gemaakt van de nominale rentetermijnstructuur ultimo verslagjaar zoals deze is gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Voor Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas leidt een rekenrente van 2,74% tot dezelfde voorziening ultimo 2013, als de martk waardevoorziening op basis van de DNB-rentetermijnstructuur. Ultimo 2012 gold een afgeleide rekenrente van 2,42%. De 1-jaars intresttoevoeging aan de voorziening pensioen verplichtingen is gelijk aan 0,351%. Partnerfrequenties Ten aanzien van de tariefstelling wordt vóór de pensioendatum uitgegaan van gehuwdheids-/partnerfrequenties, welke gesteld worden op: Leeftijd < 18
Mannen Vrouwen 0
0
18
0,06 0,09375
19
0,125 0,1876
20
0,1875 0,28125
21
0,25 0,375
22
0,3125 0,46875
23
0,375 0,5625
24
0,4375 0,65625
25
0,50 0,75
26
0,58 0,77
27
0,66 0,79
28
0,74 0,81
29
0,82 0,83
30
0,90 0,85
60
0,90 0,85
62/65
1,00 1,00
Voor tussenliggende leeftijden wordt lineair geïnterpoleerd. Na de pensioendatum wordt uitgegaan van de werkelijke burgerlijke staat. Uitkeringen De uitkeringen worden continu betaalbaar verondersteld. Leeftijdsverschil Uitgangspunt is dat de vrouw drie jaar jonger is dan de man. Excassokosten Voor excassokosten na pensioeningang wordt 3% van de VPV gereserveerd.
8
Jaarlijks zal hierdoor 3% van de pensioenuitkeringen voor dekking
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
van excassokosten beschikbaar komen.
De waardering van de beleggingen voor risico deelnemers bepaalt de hiertegenover staande voorziening pensioenverplichtingen
Arbeidsongeschiktheid
voor risico deelnemers.
Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling verleend.
Resultaatbepaling
Wezenpensioen
Algemeen
De koopsomlasten voor niet-ingegaan wezenpensioen zijn gesteld
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze
op 5% van de netto lasten voor niet-ingegaan partnerpensioen.
betrekking hebben.
Tot de pensioendatum wordt voor niet-ingegaan wezenpensioen een voorziening gevormd door de voorziening voor niet-ingegaan
Directe beleggingsopbrengsten
partnerpensioen te verhogen met 5%. Na de pensioendatum
Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband
wordt aangenomen dat er geen kinderen meer zullen zijn die
verstaan:
aanspraak op wezenpensioen zullen hebben.
––
rente;
––
dividend;
––
soortgelijke opbrengsten.
Herverzekering Met ingang van 1 januari 2013 is een nieuwe herverzekerings overeenkomst afgesloten met SCOR. Zowel het overlijdensrisico
Indirecte beleggingsopbrengsten
als het risico op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid zijn
Onder indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende
volledig herverzekerd.
resultaten opgenomen: ––
Overige technische voorzieningen Naast de voorziening pensioenverplichtingen heeft Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas een aantal overige voorzieningen
gerealiseerde en niet-gerealiseerde koersverschillen van aandelen, aandelen vastgoedmaatschappijen en obligaties;
––
valutaverschillen inzake deposito’s en bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijntransacties.
opgenomen in de balans. Kosten vermogensbeheer Voorziening TOP SUM uitkering
Onder de kosten vermogensbeheer worden de
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas voert de overgangs
administratiekosten opgenomen die verband houden met het
regeling SUM (TOP-SUM) uit in eigen beheer.
beheer van de beleggingen.
De premies voor deze overgangsregeling zijn/worden afgedragen
De kosten van het vermogensbeheer laten een hoger niveau zien
aan bedrijfstakpensioenfonds Metalektro (PME). De uitkeringen
dan in 2012. Dit wordt vooral veroorzaakt door verschillende wijze
zijn in rekening gebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds. Voor
van doorbelasten van kosten van fondsen. Aangezien de netto
de lasten die zijn ontstaan is de voorziening TOP SUM uitkering
resultaten van de fondsen worden beoordeeld heeft dit voor een
gevormd.
verdere beoordeling geen consequenties. De beleggingskosten bedragen rond de 1,0%, waarbij opgemerkt dient te worden dat
Voorziening langdurig zieken
tussen de diverse beleggingscategorieën door hun afwijkende
Indien deelnemers langer dan twee jaar ziek zijn kunnen ze
karakters grote verschillen zitten.
arbeidsongeschikt verklaard worden. Aangezien Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas het premievrijstellingsrisico sinds 1 januari 2013 volledig heeft herverzekerd, hoeft het fonds voor de langdurig zieken die in 2013 ziek zijn geworden geen extra voorziening te vormen. Voor de langdurig zieken die in 2012 ziek zijn geworden dient het fonds wel een extra voorziening te vormen omdat zij niet onder de nieuwe herverzekering vallen. Voor deze personen heeft de onderneming een inschatting gemaakt van de mate van arbeidsongeschiktheid. Deze informatie is gebruikt om de schadevoorziening (verschil tussen voorziening op basis van te bereiken en bereikte aanspraken) voor deze personen op te nemen als voorziening langdurig zieken.
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
9
Beleggingsoverzicht Overzicht beleggingen voor risico pensioenfonds 2013 2012
x € 1.000
%
Norm%
x € 1.000
%
Norm%
Zakelijke waarden Aandelen beursgenoteerd Aandelen beleggingsfondsen
0
0,0
0
0,0
155.703
55,6
120.109
47,6
155.703 55,6 45,0 120.109 47,6 45,0 Vastrentende waarden Obligatie beleggingsfondsen
109.594
39,2
106.357
42,2
109.594 39,2 50,0 106.357 42,2 50,0 Derivaten Valutaderivaten: opties Valutaderivaten: valutatermijncontracten
1.188
0,4
1.319
0,5
0
0,0
48
0,0
1.188 0,4 0,0 1.367 0,5 0,0 Overige beleggingen Hedgefunds
9.936
Liquiditeitenfonds
3.147 1,1 6.444
Vorderingen u.h.v. effectentransacties
247
3,6 17.410 0,1
475
6,9 2,6 0,2
13.330 4,8 5,0 24.329 9,7 5,0 Liquide middelen Totaal
279.815 100,0 100,0 252.162 100,0 100,0
Verzekerdenbestand
Actieve
Gewezen
Pensioen-
deelnemers deelnemers gerechtigden
Stand per 31 december 2012
730
1.143
1.233
Totaal 3.106
Mutaties door: Nieuwe toetredingen
28 0 0 28
Ontslag met premievrije aanspraak
-61
61
0
0
Waardeoverdracht
0 -9
Ingang pensioen
-3
Overlijden
-4
-2 -56 -62
Afkoop
0
-7 -35 -42
Andere oorzaken
-3 4 1 2
Mutaties per saldo Stand per 31 december 2013 1)
10
Inclusief 36 deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling.
-43
-57
-10
0 -9 84
-6
24
-59
687 1) 1.133 1.227 3.047
2013 2012 Specificatie pensioengerechtigden Ouderdomspensioen 818 820 Nabestaandenpensioen 386 394 Wezenpensioen 23 19 Totaal 1.227 1.233
Begrippenlijst
Dekkingsgraad Een maat voor de solvabiliteit van een pensioenfonds.
ABTN
De dekkingsgraad wordt bepaald door de mate waarin het
Afkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze,
beschikbaar vermogen (BV) de voorziening opgebouwde
door de wet verplicht gestelde, nota worden naast de actuariële
rechten (VOR) overtreft, uitgedrukt in een percentage.
aspecten van de reglementaire pensioenen ook de hoofdlijnen
Een dekkingsgraad van 100% geeft aan dat het beschikbare
van het interne beheersingssysteem en de opzet van de
vermogen juist toereikend is om de voorziening opgebouwde
administratieve organisatie en interne controle beschreven.
rechten af te dekken terwijl een dekkingsgraad lager dan 100% aangeeft dat er sprake is van onderdekking. Fondsen gaan in hun
Actuariële grondslagen
financiële opzet veelal van een minimumdekkingsgraad uit die in
Dit zijn de veronderstellingen die de actuaris gebruikt bij de vast-
mindere of meerdere mate ruim boven 100% ligt.
stelling van de pensioenverplichtingen en de pensioenpremie. Deze veronderstellingen hebben onder meer betrekking op de
Dekkingstekort
gehanteerde rekenrente, de kansstelsels en de kostenopslagen.
De situatie waarin de middelen van het pensioenfonds niet meer hoog genoeg zijn om het minimaal vereist eigen ver
Actuaris
mogen (MVEV) te dekken. De dekkingsgraad is dan lager dan de
De actuaris combineert economische en wiskundige technieken
dekkingsgraad die het pensioenfonds minimaal moet hebben. Bij
en is gespecialiseerd in verzekeringswiskunde. De actuaris bepaalt
de meeste pensioenfondsen ligt de minimaal vereiste dekkings-
koopsommen en premies voor pensioenverplichtignen, verricht
graad ronde de 105%.
risicoanalyses en bepaalt toekomstige pensioenverplichtingen. Verder stelt de actuaris modellen samen om verplichtingen en
Franchise
beleggingen optimaal op elkaar af te stemmen.
Het drempelbedrag (deel van het jaarsalaris) waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt in verband met de AOW-uitkering
ANW
van de overheid.
De Algemene Nabestaandenwet (ANW) is in de plaats gekomen van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Het is een
Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV )
volksverzekering die voorziet in uitkeringen bij overlijden van een
Het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) is de ondergrens
verzekerde aan de partner van de verzekerde en wordt uitgevoerd
van het eigen vermogen dat een pensioenfonds moet hebben.
door de Sociale Verzekeringsbank. In vergelijking met de AWW
Een pensioenfonds moet op elk moment over genoeg vermogen
kan de ANW leiden tot een lagere uitkering of zelfs geen uitkering.
beschikken om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Als het
Hiervoor kan via de werkgever worden bijverzekerd.
pensioenfonds niet over het MVEV beschikt, dan is er sprake van een dekkingstekort.
Benchmark Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling als de
Performance
performance (beleggingsresultaat) van het belegde vermogen, ter
Berekeningsmethode waarbij zowel de inkomsten als de
vergelijking met de prestaties van beleggers.
gerealiseerde en niet-gerealiseerde vermogensmutaties worden uitgedrukt als percentage van het tijdsgewogen geïnvesteerde bedrag.
Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Verkort Jaarverslag 2013
11
PME (Bedrijfstak voor de Metalektro)
Vereist eigen vermogen ( VEV )
Het pensioenfonds dat de pensioenregeling uitvoert voor alle
Een pensioenfonds moet op elk moment over genoeg vermogen
werknemers van ondernemingen binnen de bedrijfstak Metalektro,
beschikken om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Dit is
met uitzondering van grafici, vakantiewerkers en bestuurders
het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). Daarnaast moet
van NV’s en BV’s. Voor ondernemingen bestaat de mogelijkheid
een pensioenfonds een extra buffer hebben aan eigen vermogen;
dispensatie aan te vragen voor de verplichte deelname aan de
dit is het vereist eigen vermogen (VEV). In de wet is bepaald hoe
pensioenregeling. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas
deze extra buffers moeten worden bepaald. Is de dekkingsgraad
beschikt over deze dispensatie en voert een eigen pensioen
lager dan de vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een
regeling uit.
reservetekort.
Premievrije aanspraken
Voorziening Pensioenverplichtingen
Indien de dienstbetrekking anders dan door overlijden wordt
Bedrag dat aanwezig moet zijn om samen met de toekomstige
beëindigd, behoudt de deelnemer zonder verdere premiebetaling
premieontvangsten aan de reeds bestaande pensioen
aanspraak op het tot dat tijdstip opgebouwde ouderdoms- en
verplichtingen te kunnen voldoen.
nabestaandenpensioen. Waardeoverdracht Reservetekort
Het overdragen van de contante waarde van de pensioen
De situatie waarin de middelen van het pensioenfonds niet meer
aanspraken om pensioenverlies te voorkomen wanneer een
hoog genoeg zijn om het vereist eigen vermogen (VEV) te dekken.
werknemer van pensioenregeling wisselt. Pensioenaanspraken
De dekkingsgraad is dan lager dan de dekkingsgraad die het
worden afgekocht door de pensioenuitvoerder van de oude
pensioenfonds moet hebben. Deze vereiste dekkingsgraad is bij de
werkgever en de afkoopwaarde wordt rechtstreeks overgedragen
alle pensioenfondsen verschillend.
aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever.
SAA Strategische Asset Allocatie. De lange termijn verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën. Strategische Benchmark Het rendement van de strategische (norm) beleggingsportefeuille, waarmee de actuele beleggingsresultaten (performance) worden vergeleken. Service Level Agreement Een door De Nederlandsche Bank voorgeschreven overeenkomst voor uitbestedingen van diensten door een pensioenfonds aan derden. Sterftetafels Geven aan wat de levens- en sterftekansen zijn van mannen en vrouwen in Nederland, afhankelijk van de bereikte leeftijd. Ze worden gebruikt bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen door de actuaris. Toeslag Een toeslag is een verhoging van een pensioen of een aanspraak op pensioen welke is gebaseerd op een in het pensioenreglement omschreven regeling, dan wel op incidentele basis wordt verleend.
12